1 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 33 Haarlem, 19 mei 1998 Onderwerp : vaststellen provinciaal wegennet ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals aangegeven in artikel 16 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Inhoudsopgave:
- Aanleiding - Overwegingen - Informeren van belanghebbenden en zienswijzen
Bijlagen:
- Ontwerpbesluit (bijlage 1) - Overzicht gemeenten met routering (bijlage 2) - Overzicht betrokken wegen in prov. Noord-Holland (bijlage 3a-3h) - Zienswijzen en inspraakreacties m.b.t. ontwerpbesluit (bijlage 4a) - Vragen, adviezen en opmerkingen van de statencommissie Wegen, Verkeer en Vervoer (bijlage 4b) - Routeplichtige stoffen en hoeveelheden (bijlage 5a en 5b) - Overzicht geregistreerde ongevallen met vrachtverkeer op provinciale wegen in NH periode 1993-1996 (bijlage 6) Aanleiding Krachtens het bepaalde in artikel 16 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) van 12 oktober 1995 dienen uw Staten vòòr 23 juli 1998 (binnen één jaar na de vaststelling van de rijkswegen door de minister van Verkeer en Waterstaat) een provinciaal net van wegen vast te stellen, voor het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen. Het door de provincie aan te wijzen wegennet bestaat uit wegen onder beheer van de provincie en van de waterschappen respectievelijk hoogheemraadschappen. Tot op heden zijn in Noord-Holland alle wegen opengesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, behalve gemeentelijke wegen die niet in een reeds bestaande gemeentelijke routering zijn opgenomen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met artikel 11 van de Wvgs dat luidt: “Degene die met een voertuig langs de weg gevaarlijke stoffen vervoert is verplicht de krachtens de wegenverkeerswet 1994 als zodanig aangeduide bebouwde kommen van gemeenten te vermijden.” De betekenis van de vaststelling is alleen daarin gelegen dat gemeentebesturen mogen bepalen over welke van de aangewezen wegen gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd, het zogenaamde routeren. Gemeenten kunnen dus naast gemeentelijke wegen dan ook de door het rijk en de provincie vastgestelde wegennetten in hun routering betrekken. Wij stellen voor dat alle wegen in beheer bij de provincie, bij de waterschappen en bij het
2 hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier worden aangewezen als provinciaal wegennet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Op basis van een inventarisatie van de externe veiligheidsrisico’s , het aantal ongelukken met vrachtverkeer op provinciale wegen en de ligging van provinciale wegen ten opzichte van kwetsbare bestemmingen (b.v. woongebieden, scholen, instellingen) bestaat er geen reden om specifieke provinciale wegen niet aan te wijzen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Tevens wordt met een algehele aanwijzing van wegen in beheer bij de provincie, het hoogheemraadschap en de waterschappen aan de gemeenten overgelaten de meest geschikte route voor het vervoer van routeplichtige stoffen te kiezen. Gemeenten hebben een meer gedetailleerde kennis van de lokale situatie, de situering van kwetsbare bestemmingen en de ligging van producenten en afnemers van gevaarlijke stoffen en kunnen daardoor beter afwegen welke routes voor gevaarlijke stoffen de voorkeur verdienen. O v erwegingen Wet vervoer gevaarlijke stoffen Een van de doelstellingen van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) van 12 oktober 1995 is de bescherming van de openbare veiligheid ten aanzien van het wegvervoer van gevaarlijke stoffen. Die doelstelling wordt mede bereikt door middel van eisen aan de stoffen, de verpakkingen, de bouw en uitrusting van de vervoermiddelen en de vakbekwaamheid van het personeel. Een andere mogelijkheid ter bescherming van de openbare veiligheid ten aanzien van het wegvervoer van gevaarlijke stoffen is scheiding van het vervoer van gevaarlijke stoffen en kwetsbare bestemmingen als woonwijken, scholen, instellingen, beschermingsgebieden enz. Zo bepaalt artikel 11 van de Wvgs dat, ter waarborging van de openbare veiligheid, bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg de bebouwde kommen zoveel mogelijk moeten worden gemeden. In artikel 16 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) van 12 oktober 1995 staat: “ 1. Provinciale staten stellen binnen een jaar na vaststelling van het landelijk net van wegen ten behoeve van het vervoer van krachtens artikel 12 aangewezen gevaarlijke stoffen een provinciaal net van wegen vast dat bestaat uit bij de provincie of bij de waterschappen in beheer zijnde wegen of weggedeelten. 2. Provinciale staten dragen er zorg voor dat het wegennet, bedoeld in het eerste lid, aansluit op het landelijke wegennet, bedoeld in artikel 14, eerste lid, en op de krachtens het eerste lid aangewezen wegennetten van de aangrenzende provincies. 3. De artikelen 14, tweede lid, en 15 tweede lid , zijn van overeenkomstige toepassing.” Artikel 14, tweede lid luidt: “ 2. Van het besluit, bedoeld in het eerste lid, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.” In artikel 15, tweede lid wordt bepaald: “ 2. Op de voorbereiding van het besluit is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.”
3 Deze laatste bepaling betekent het informeren van belanghebbenden inclusief een inspraaktermijn van 4 weken. Het informeren heeft plaatsgevonden via een kennisgeving in de regionale weekbladen. Naar de gemeenten, waterschappen, hoogheemraaadschap, regionale brandweerkorpsen en politiekorpsen, milieufederatie, inspectie milieuhygiëne en vervoerdersorganisaties is eveneens een brief met bijlagen verzonden waarin het voornemen van de provincie tot aanwijzing van alle wegen in beheer bij provincie, waterschappen en het hoogheemraadschap wordt aangekondigd. Tevens heeft er afstemming plaats gevonden met de naburige provincies waar de provinciale en/of waterschapswegen verbindingen mee vormen. Dit zijn de provincie Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht. Met de provincie Friesland wordt de verbinding gevormd door de rijksweg A7, welke al door de minister van Verkeer en Waterstaat is aangewezen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Vaststellen van wegennetten en routeren De minister van Verkeer en Waterstaat heeft naar aanleiding van artikel 14 van de Wvgs op 23 juli 1997 een landelijk net van wegen voor het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen vastgesteld bestaande uit alle bij het rijk in beheer zijnde wegen en weggedeelten. (Staatscourant nr. 143, besluit dd 23 juli 1997/nr. DGG/G/V97005129). Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 16 van de Wvgs dienen uw Staten voor 23 juli 1998 een provinciaal net van wegen, ten behoeve van het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen, vast te stellen. De aanwijzingen door het rijk, respectievelijk de provincie, impliceren dat geen wegen in beheer bij het rijk, bij de provincie, bij de waterschappen of bij het hoogheemraadschap worden uitgesloten ten behoeve van de routering door gemeenten. Gemeenten Op basis van artikel 18 van de Wvgs heeft een gemeentebestuur de bevoegdheid te bepalen dat bepaalde stoffen (de routeplichtige stoffen) alleen over daartoe vastgestelde wegen mogen worden vervoerd. Daarbij kunnen de gemeenten naast de gemeentelijke wegen ook die rijks- en provinciale wegen in hun routering opnemen die daartoe door het rijk respectievelijk de provincie zijn aangewezen. Op deze wijze kunnen gemeentebesturen het wegvervoer van gevaarlijke stoffen laten plaatsvinden over relatief veilige wegen (bv. zonder kruisingen) en over wegen die wat verder verwijderd zijn van kwetsbare bestemmingen. Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met logische vervoersstromen en doorgaande wegen. Hoe omvangrijker het aangewezen rijks- en provinciale wegennet is, des te groter zijn de keuzemogelijkheden van gemeenten om het wegvervoer van gevaarlijke stoffen te routeren en gebruik te maken van de doorgaans ruim opgezette rijks- en provinciale wegen. Niet alle gevaarlijke stoffen mogen door gemeentebesturen worden gerouteerd. In de regeling Vervoer over land van gevaarlijke stoffen, 1997 (Stcrt. 1996, 235) is in hoofdstuk II van bijlage 2 een tabel opgenomen met stoffen die in aanmerking komen voor routeren. Dit komt overeen met de krachtens artikel 12 Wvgs aangewezen gevaarlijke stoffen. Deze stoffen zijn bepaald op basis van gevaarseigenschappen en op basis van economische randvoorwaarden. Zo is het vervoer van LPG, chloor en ontplofbare stoffen op grond van het gevaar voor de bevolking ook op grotere afstand routeplichtig. Het vervoer van benzine, een stof die alleen op korte afstand
4 gevaarlijk is voor de bevolking, maar juist wel voor ernstige bodemverontreiniging kan zorgen niet routeplichtig. Er wordt op gewezen dat gevaarlijke stoffen die niet in de tabel van de regeling zijn opgenomen, niet mogen worden gerouteerd. Het vervoer van deze stoffen is toegestaan op alle wegen, doch ook hier zal de bebouwde kom, indien mogelijk, moeten worden gemeden. Voorbeelden van routeplichtige gevaarlijke stoffen zijn: giftige en brandbare gassen (vlampunt < 23oC), zeer giftige en sterk bijtende vloeistoffen, zelfontledende stoffen, anorganische en/of zelfontbrandende stoffen, zeer giftige stoffen, infectueuze stoffen etc (zie ook bijlagen 5a en 5b). De gemeenten dienen zelf na te gaan of er vanuit het oogpunt van veiligheid voor mens en omgeving redenen zijn om tot routering over te gaan. Gemeenten dienen bij het routeren aandacht te besteden aan enkele aandachtspunten, zoals lage viaducten, wegen met veel ongevallen, wegen met veel kwetsbare bestemmingen (woonwijken, scholen, instellingen, beschermingsgebieden) binnen 50 meter van de weg en aanzienlijke vervoersstromen gevaarlijke stoffen alsmede wegen die niet geschikt zijn voor zwaar verkeer. Gedacht kan worden aan het vermijden van vervoerstromen dicht bij kwetsbare bestemmingen maar ook aan toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen als woningbouw en/of kantoren dicht bij wegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Voor de gemeenten die reeds een route gevaarlijke stoffen hebben vastgesteld (zie bijlage 2) geldt een termijn; binnen een jaar na definit iev e v as t s t elling v an het prov inciale net v an wegen ( v oor onze prov incie is publicat ie in St aat s courant gepland in juli 1 9 9 8) dient een reeds aanwezige rout ering in ov ereens t emming t e zijn met het landelijk e en prov inciale net v an wegen. Alle bij de provincie bekende, vastgestelde routeringen van gemeenten in Noord-Holland (dit betreft 34 van de 70 gemeenten in Noord-Holland) sluiten al aan op de provinciale of rijkswegen. Doch zeker gemeenten met een gedateerde routering dienen na te gaan of de routeringsregeling nog wel van toepassing is op de huidige situatie (wijziging industriële lokaties) en of deze aansluit op het landelijke/provinciale net, waarin bijvoorbeeld door herverdeling van het wegenbeheer verandering kan zijn opgetreden. Provincie De ruimte die de provincie wordt gegund is klein. De provincie kan besluiten een aantal wegen buiten de aanwijzing te houden, zodat de gemeenten deze niet-aangewezen wegen niet kunnen gebruiken voor routering. Het buiten de provinciale vaststelling/aanwijzing houden van bepaalde wegen in beheer bij provincie, waterschappen of hoogheemraadschappen geeft geen garantie dat over deze wegen geen vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen meer zal plaatsvinden. Als de gemeente in kwestie namelijk geen routering vaststelt, zijn ook buiten de aanwijzing gehouden provinciale wegen gewoon open voor het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen. Een gemeente zal waarschijnlijk niet gaan routeren, indien daarmee afnemers (landbouwbedrijf, tankstation, camping) of producenten van routeplichtige gevaarlijke stoffen (bv LPG) door een beperkte provinciale aanwijzing dreigen te worden afgesloten van aan- of afvoer. De gemeenten zouden in hun keuzes beperkt worden door wegen niet aan te wijzen.
5 Tevens kunnen grondwater- en bodembeschermingsgebieden niet worden beschermd door opzet van de lijst routeplichtige stoffen. Doordat de gemeenten op een gedetailleerd niveau een overzicht van afnemers en producenten van routeplichtige gevaarlijke stoffen zullen hebben, kunnen zij bij het routeren die wegen in de route opnemen, welke de minste risico’s opleveren voor mens en omgeving. Indien de provincie het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen over bepaalde wegen wil uitsluiten, dan zal de provincie in overleg met de betreffende gemeente en belanghebbenden moeten onderzoeken welke wegen het beste in de routering kunnen worden opgenomen om andere wegen en weggedeelten uit te sluiten van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Eventueel kan de provincie de aanwijzing van wegen aanpassen met inachtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (informeren belanghebbenden en inspraak) waardoor wegen niet worden aangewezen. Die wegen of weggedeelten kunnen dan niet in een gemeentelijke routering worden opgenomen. Op basis van de bij de afdelingen beschikbare gegevens over de risico’s van het vervoer van gevaarlijke stoffen over doorgaande wegen zijn evenwel geen aandachtspunten naar voren gekomen die aanleiding geven tot het niet aanwijzen van wegen voor het provinciale wegennet voor vervoer gevaarlijke stoffen. Ook op grond van verkeersveiligheid (ongevallen met vrachtwagens) zijn geen provinciale wegen aan te wijzen die een duidelijk aandachtspunt vormen. De meeste provinciale wegen vormen doorgaande wegen, die meer voorkeur verdienen voor vervoer gevaarlijke stoffen dan het minder geschikte onderliggende wegennet. Vandaar dat ons college gekozen heeft voor het aanwijzen van alle wegen in beheer bij provincie, waterschappen en eerder vermeld hoogheemraadschap. Informeren van belanghebbenden en inspraak of zienswijzen In de Wet vervoer gevaarlijke stoffen staat in artikel 15 lid 2 dat op de voorbereiding van het besluit de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing is. Dit betekent het informeren van belanghebbenden inclusief een inspraaktermijn van 4 weken. Het informeren in brede zin is gebeurd door publicatie in de regionale weekbladen van een kennisgeving van het voornemen om alle wegen in beheer bij de provincie, de waterschappen en het hoogheemraadschap aan te wijzen voor het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen. Daarnaast is naar de gemeenten, waterschappen, hoogheemraadschap, regionale brandweerkorpsen, politieregio’s, provincies Flevoland, Utrecht en Zuid-Holland, vervoerdersorganisatie EVO, Koninklijk Nederlands Vervoer, Regionale Inspectie Milieuhygiëne, Milieufederatie, Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland en ministerie van Verkeer en Waterstaat een brief verzonden met bijlagen waaronder: het ontwerpbesluit, informatie over risico van vervoer gevaarlijke stoffen, overzicht van ongevallen met vrachtverkeer, overzicht van de aan te wijzen wegen en een overzicht van gemeenten met een routering.
Het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken hebben van 6 maart tot 9 april 1998 ter visie gelegen. De wettelijke termijn is 4 weken.
6 Reacties en bedenkingen Naar aanleiding van de binnengekomen reacties bestaat er geen aanleiding om het ontwerpbesluit aan te passen. De reacties die zijn binnengekomen betroffen voornamelijk vragen om extra informatie of uitleg, welke telefonisch of met het toezenden van aanvullende/achtergrond informatie opgelost konden worden. Met de regionale brandweer Gooi en Vechtstreek is overleg geweest over de Diependaalselaan bij de aansluiting met de A27 in Hilversum, zijnde het enige aandachtspunt uit het onderzoek naar de risico’s van het vervoer gevaarlijke stoffen (1997). Bij een nadere analyse van de lokale situatie en de route die de vrachtwagens volgen blijkt uit de herberekening dat op dit traject geen overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico optreedt. Met de naburige provincies waar de provinciale of waterschapswegen in Noord-Holland verbindingen mee vormen, zijnde de provincies Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht heeft afstemming plaatsgevonden. Met de provincie Friesland wordt de verbinding gevormd door de Rijksweg A7, welke al door de minister van Verkeer en Waterstaat is aangewezen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. In bijlage 4a vindt u een overzicht van de reacties op de kennisgeving en ontwerpbesluit Gemeentebesturen kunnen naar aanleiding van de geleverde informatie en de eigen inventarisatie van afnemers en producenten een (nieuwe) routering opstellen of wijzigen of convenanten met verzenders of ontvangers sluiten voor het vervoer van (alle) gevaarlijke stoffen over een bepaalde route van wegen. Ter bescherming van de mensen dient zowel aandacht besteed te worden aan de vervoerstroom dicht bij kwetsbare bestemmingen als aan de ruimtelijke ontwikkelingen dicht bij wegen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. C ons equent ies v an het v oors t el Financiële consequenties en begrotingspostnr.: Kosten publikatie Besluit in Staatscourant van begrotingspostnr.: G 305 301 101 Personele consequenties: Juridische consequenties: vaststelling provinciaal wegennet verplicht volgens Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Besluit van PS. Communicatieve consequenties: publicatie van besluit in Staatscourant. Overige consequenties: niet voor provincie. Gemeenten hebben bevoegdheid om wegen of weggedeelten aan te wijzen, waarover routeplichtige gevaarlijke stoffen bij uitsluiting mogen worden vervoerd (routeren). Ook het provinciale wegennet en rijkswegennet kan door de gemeenten daarin betrokken worden.
Voorstel
7 Gezien het vorenstaande stellen wij u voor te besluiten conform het bijgevoegde ontwerpbesluit. De commissie Wegen Verkeer en Vervoer heeft in haar vergadering van 8 mei met het voorstel ingestemd. Voor de in die vergadering gestelde vragen en gemaakte opmerkingen, alsmede de daarop gegeven anrtwoorden verwijzen wij u naar de bij deze voordracht gevoegde bijlage 4b. Een en ander heeft niet geleid tot essentiële wijzigingen in ons voorstel ten opzichte van de conceptvoordracht. De commissie Milieu, Water en Energie en de commissie Openbaar Bestuur hebben kennis genomen van het voorstel. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, F. Tielrooij voorzitter. C.J.N. Versteden
, griffier.
8
Ontwerpbesluit Nr. Provinciale Staten van Noord-Holland; gezien de schriftelijke en mondelinge zienswijzen van belanghebbenden, waaronder de besturen van de betrokken openbare lichamen; gezien de voordracht van gedeputeerde staten; gelet op artikel 16 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen; gelet op het landelijke wegennet en de wegennetten van aangrenzende provincies; besluiten: vast te stellen het volgende Besluit aanwijzing provinciale en waterschapswegen: Artikel 1 Alle wegen in beheer bij de provincie en de in de provincie gelegen wegbeherende waterschappen en hoogheemraadschappen aan te wijzen als provinciaal net van wegen, als bedoeld in artikel 16 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.
Artikel 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Artikel 3 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing provinciaal wegennet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Haarlem, Provinciale Staten voornoemd, , voorzitter. , griffier.
9
Titel:Vd 33: Prov. wegennet gevaarlijke stoffen. 19-05-1998 Datum:23-06-1998 Nummer:33 Documenttype:Voordracht