Van Projectvoorstel
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99
[email protected] www.kplusv.nl
Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Utrecht: 'Preventie Polarisatie en Radicalisering' Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en
Referentie
Justitie
Arnhem, 28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
Inhoud 1
Inleiding
1
1.1
Achtergrond evaluatie
1
1.2
Opzet evaluatie
1
1.3 2
Projectbeschrijving Voor de start van het project
1 4
2.1
Betrokkenheid
4
2.2
Draagvlak en beleid
4
2.3 3
Samenwerking met externe partijen Start en opzet van het project
5 7
3.1
Start en aanleiding
7
3.2
Doelgroep en doelstellingen
8
3.3
Samenwerking
9
3.4
Beschreven risicofactoren
9
3.5
Organisatie en communicatie
3.6
Verantwoording
10
4
Uitkomsten van het project
11
4.1
Realisatie producten/activiteiten
11
4.2
Realisatie versus budget
14
4.3 5
Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie Doelbereik en reikwijdte
14 16
5.1
Doelbereik van het project
16
5.2 6
Reikwijdte van het project Leerpunten
17 18
6.1
Gebleken risicofactoren
18
6.2
Samenwerking
18
6.3 7
Lessons learned Borging van het project
19 20
Bijlagen 1
Relevante definities
9
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
1
Inleiding 1.1 Achtergrond evaluatie In het kader van de uitvoering van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 vinden verschillende activiteiten plaats. Een deel hiervan wordt mede gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ). Dit gebeurt door toekenning van een decentralisatie-uitkering aan gemeenten en door toekenning van een tijdelijke subsidie aan maatschappelijke organisaties. In opdracht van het ministerie van VenJ worden alle projecten en aanpakken waarvoor een decentralisatie-uitkering of een subsidie is toegekend geëvalueerd. Met deze evaluatie streeft het ministerie van VenJ een aantal doelen na: leren voor volgende projecten en aanpakken; de resultaten van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; het bereik van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; 'best practices' benoemen en toegankelijk maken voor betrokkenen.
1.2 Opzet evaluatie De resultaatinventarisatie is uitgevoerd door bestudering van het onderzoeksplan, de beschikbare achtergronddocumentatie en eventueel beschikbare eigen evaluatiedocumenten. De projectleider heeft parallel daaraan een webenquête ingevuld. De ingevulde webenquête vormde voor de onderzoekers, tezamen met vragen naar aanleiding van de overige documentatie, de gespreksrichtlijn voor de gesprekkenronde. De onderzoekers hebben met de programmamanager, met de vorige en met de huidige projectleider gesproken en met de betrokken adviseur van Radar over de deskundigheidsbevordering en met de initiatiefnemer van Stichting Vreedzaam over de Vreedzame School. Doel van de gesprekkenronde was een nadere invulling en verdieping van de uit schriftelijke bronnen verkregen informatie. Het resultaat is het onderhavige rapport. De diverse elementen uit de evaluatie zijn weergegeven in de navolgende paragrafen.
1.3 Projectbeschrijving De gemeente Utrecht heeft in 2008 twee onderzoeken laten uitvoeren naar radicalisering in 1
Utrecht . Uit deze onderzoeken is gebleken dat er geen acute problemen zijn op het gebied van polarisatie en radicalisering, maar dat er wel degelijk signalen zijn die meer aandacht behoeven.
1
'Niets aan de hand' (2008), uitgevoerd door COT en het aanvullende rapport 'Voorkomen door verbinden' (2009) uitgevoerd door LindenLink/Annette Linden, beide in opdracht van het programma Jeugd, gemeente Utrecht.
Utrecht
Pagina 1
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
De gemeente Utrecht heeft als reactie op deze uitkomst een plan van aanpak opgesteld. Het gaat om de volgende projecten: 1.
Vreedzame Wijk
2.
Vreedzame school Voorgezet onderwijs
3.
Weerbaarheidtraining (Kom op voor Jezelf) in het voortgezet onderwijs
4.
Maatjesproject
5.
Oudercoaches
6.
Deskundigheidsbevordering
7.
Empowerment en peereducation
8.
Uitbreiding en verankering van het Signalerings- en Adviespunt Radicalisering (SAR)
De projecten lopen van augustus 2009 tot augustus 2011. De projecten richten zich met name op: polarisatie; rechtsradicalisering/extremisme; islamitische radicalisering/extremisme. In de oorspronkelijke projectopzet waren de volgende doelstellingen opgenomen: Primaire preventie: gericht op het voorkomen van een voedingsbodem voor polarisatie en radicalisering. Secundaire preventie: gericht op het verkleinen of wegnemen van een reeds bestaande voedingsbodem en op het direct tegengaan van beginnende radicale of polariserende denkbeelden bij jongeren. Tertiaire preventie: gericht op het optreden tegen geradicaliseerde jongeren die uitvoering (dreigen te) geven aan hun denkbeelden. In de onderstaande tabel zijn de mogelijke activiteitencategorieën weergegeven en de activiteiten die bij dit specifieke project zijn geformuleerd. Categorie activiteiten
Deelprojecten
Type doelgroep
Omvang beoogde doelgroep
Educatie/workshops
Peereducatie gericht op het Jongeren waarbij er signalen zijn van 20 jongeren voorkomen van mogelijke radicalisering moslimradicalisering en een project gericht op het tegengaan van rechtsradicalisering
Meldpunt/informatiehuishouding
Signalerings- en Adviespunt Radicalisering
Jongeren waarbij er signalen zijn van Geen raming gedaan
Training professionals
Deskundigheidsbevordering eerstelijns professionals Deskundigheidsbevordering beleidsfunctionarissen en management
Eerstelijns professionals 200 professionals (leerkrachten, jongerenwerkers, politieagenten, maatschappelijk werkers, leerplichtambtenaren, jeugdhulpverleners, sportwerkers, vrijwilligers en sleutelfiguren) Beleidsfunctionarissen en management (beleidsmedewerkers DMO & OOV, Jeugd Adviesteam medewerkers)
Utrecht
mogelijke radicalisering
Pagina 2
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
Training doelgroep
Empowerment en peereducatie Uitbreiding weerbaarheidtraining Voortgezet Onderwijs (VO)
VMBO leerlingen ROC leerlingen
270 jongeren
Acties t.b.v. de doelgroep
Uitbreiding Vreedzame school Uitbreiding Vreedzame wijk Maatjesproject voor de overgang van Primair Onderwijs (PO) naar Voortgezet Onderwijs (VO) Oudercoaches
Leerlingen in de Geen raming gedaan basisschoolleeftijd Frontliniewerkers, managers/coordinatoren Interne zorgcoordinatoren Onderwijs en wijkwelzijnsorganisaties (WWO) Management Onderwijs en WWO's Ouders van gezinnen met opgroei- of opvoedproblematiek
In totaal heeft het ministerie van VenJ aan de Gemeente Utrecht een bedrag van € 1.216.000 toegekend voor de projecten onder de noemer Preventie Polarisatie en Radicalisering voor een periode van twee jaar.
Utrecht
Pagina 3
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
2
Voor de start van het project De volgende paragrafen gaan over de situatie voorafgaand aan de start van het project. We kijken hierbij in het bijzonder naar de bekendheid van de organisatie met het vraagstuk van polarisatie en radicalisering, het bestaande beleid en de samenwerking met externe partijen.
2.1 Betrokkenheid Bij betrokkenheid gaat het om de mate waarin de organisatie voor de start van het project al betrokken was bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Utrecht kiest er in eerste instantie voor om geen nieuwe projecten op te starten. De gemeente Utrecht is reeds langere tijd betrokken bij het vraagstuk polarisatie en radicalisering en geeft dit meer prioriteit door de bestaande projecten uit te breiden. De voor het rapport 'Voorkomen door verbinden' geïnterviewde professionals waarschuwen voor nieuwe tijdelijke projecten. Zij zien veel meer in het versterken van de basisfaciliteiten. In Utrecht gaat veel aandacht uit naar een 2
optimale ontwikkeling van jeugdigen en hun deelname aan de samenleving . De gemeente is bekend geraakt met de decentralisatie-uitkering of subsidieregeling: via een aankondiging van het ministerie.
2.2 Draagvlak en beleid In deze resultaatinventarisatie is gevraagd naar het draagvlak binnen de organisatie voor het gestructureerd tegengaan van polarisatie en radicalisering. Het gaat om de aandacht op management en/of bestuurlijk niveau in de organisatie. Dit kan onder meer tot uiting komen in beleid en concrete doelstellingen. In 2008 heeft het COT in opdracht van de gemeente Utrecht een verkennend onderzoek gedaan naar polarisatie en radicalisering in Utrecht. Met dit onderzoek wil de gemeente haar eigen beeld van de stad aanvullen, aanscherpen en waar nodig corrigeren. De onderzoeksresultaten hebben bijgedragen aan het kritisch bezien van de Utrechtse aanpak van polarisatie en radicalisering tot nu toe en de mogelijkheden voor versterking en verdieping van 3
die aanpak . De begrippen polarisatie en radicalisering staan al van voor 2008 op de Utrechtse politieke agenda. In Utrecht is gekozen voor een positieve benadering door bijvoorbeeld niet te 4
spreken van 'preventie radicalisering' maar van 'inclusief jeugdbeleid' . Al vóór de aanvraag van een decentralisatie-uitkering richtte de gemeente Utrecht zich al op de ontwikkeling van jeugdigen. Binnen de gemeente bestond al voor de gemeente koos om de bestaande projecten uit te breiden door middel van de decentralisatie-uitkering, op bestuurlijk niveau en op het niveau van de gemeentelijke organisatie aandacht en beleid voor het vraagstuk polarisatie en
2
Plan van aanpak tegengaan Polarisatie en Radicalisering (werktitel). In zake toekenning decentralisatie-uitkering, ministerie van VenJ, 2009.
3
Niets aan de hand; een verkennend onderzoek naar polarisatie en radicalisering in de gemeente Utrecht. COT, Den Haag (2008).
4
Voorkomen door verbinden, LindenLink (2009). Dit rapport is tot stand gekomen in opdracht van DMO Jeugd, Utrecht.
Utrecht
Pagina 4
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
radicalisering. Het politieke draagvlak is ook na de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 in stand gebleven. Het college en de samenstelling van de raad zijn niet drastisch gewijzigd. De aandacht is ook niet toegenomen. Onder meer omdat de signalen van polarisatie en radicalisering in Utrecht beperkt zijn. In Utrecht richtte het beleid zich op: polarisatie; islamitische radicalisering. Dit beleid ging uit van de volgende afgebakende domeinen: onderwijs; jongerenwerk; politie; jeugdzorg; religieus culturele organisaties. De volgende concrete doelstellingen waren geformuleerd: 1. Preventie van polarisatie en radicalisering. 2. Vroegsignaleren van polarisatie en radicalisering. 3. Crisisbeheersing/voorbereid zijn op aanslagen en dreiging.
2.3 Samenwerking met externe partijen In de regel wordt voorafgaand aan de projecten al samengewerkt met diverse partijen. In het onderzoek is gevraagd naar de samenwerking en het succes van de samenwerking vóór de start van het project. De samenwerking met deze partijen tijdens het project en het succes daarvan komt in hoofdstuk 3.3 ter sprake. Voor de doorstart van de projecten werkte de gemeente al samen met de volgende externe organisatie bij het tegengaan van polarisatie en radicalisering: politie; justitie; multiculturele organisaties. Deze samenwerking was in de meeste gevallen incidentieel en had met name betrekking op het Signalerings- en Adviespunt Radicalisering (SAR) of op potentieel polariserende incidenten. De gemeente geeft aan dat de samenwerking met de politie goed verloopt, zowel binnen als buiten het SAR. De contacten met justitie zijn beperkt, maar goed. Er is met name samenwerking met multiculturele organisaties op het moment dat er bijzondere situaties zich voordoen. Op dat moment is de kans op polarisatie extra groot. Bij bijzondere situaties moet er gedacht worden aan bijvoorbeeld het verschijnen van de film Fitna van Geert Wilders, de inval van Israel in de Gaza-strook, et cetera. De gemeente kwalificeert de samenwerking met bovengenoemde organisaties als volgt: Type organisatie
De gemeente/organisatie kwalificeert de samenwerking als:
Multiculturele organisaties
Enigszins succesvol
Politie
Succesvol
Justitie
Succesvol
Utrecht
Pagina 5
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
De contacten met multiculturele organisaties waren voor dit project enigszins verwaterd, maar zijn nu weer opgepakt. De gemeente signaleert dat er concurrentie is tussen zelforganisaties. De samenwerking met multiculturele organisaties is succesvol bij potentieel polariserende incidenten. Er was nog geen gerichte samenwerking bij het tegengaan van radicalisering.
Utrecht
Pagina 6
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
3
Start en opzet van het project Dit hoofdstuk gaat in op de start en opzet van het project. Het gaat hierbij om de aanleiding van het project, de initiatiefnemers en de beoogde doelen en doelgroepen bij de start van het project. Ook wordt ingegaan op de risicofactoren, de organisatie en de communicatie en de verantwoording.
3.1 Start en aanleiding Zoals in paragraaf 2.2 is aangegeven stond het thema polarisatie en radicalisering voor het Actieplan van het ministerie van VenJ op de Utrechtse politieke agenda. De focus lag in eerste instantie op openbare orde en veiligheid. Er was geen concrete dreiging van radicalisering in beeld, maar het idee was dat informatie daarover ontbrak. Er was al een casusoverleg operationeel in de gemeente. Dit casusoverleg is omgevormd tot een meldpunt plus informatieuitwisselingstructuur; het zogeheten Signalerings- en Adviespunt Radicalisering (SAR). Eventuele signalen van polarisatie en radicalisering komen bij SAR binnen. De preventieve maatregelen van de gemeente Utrecht passen goed bij de doelstelling van het actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011. In 2008 heeft er een onderzoek plaatsgevonden door het COT en programma Jeugd van de gemeente Utrecht. De onderzoeksresultaten moeten bijdragen aan het kritisch bezien van de Utrechtse aanpak van polarisatie en radicalisering tot nu toe en de mogelijkheden voor versterking en verdieping van die aanpak. Onder andere aan de hand van dit onderzoek is besloten om de projecten uit te breiden en te versterken. Het initiatief tot de start van het project is genomen door de projectleider binnen de eigen organisatie. De aanleiding voor het project was een eigen ambitie vanuit het bestuur/management. Het project sluit aan bij de volgende doelen van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011: Preventie: het voorkómen van (verdere) processen van isolatie, polarisatie en radicalisering door het (weer opnieuw) insluiten van mensen die dreigen af te glijden of zich af te keren van de Nederlandse samenleving en democratische rechtsorde. Pro-actie: het vroegtijdig signaleren van deze processen door bestuurders en professionals en het ontwikkelen van een adequate aanpak. Het project sluit aan bij de volgende acties van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 20072011: Bevorderen van de kennis en vaardigheden van democratisch burgerschap onder jongeren die zich aangetrokken voelen door rechtsextremisme of islamitische radicalisering. Betrekken van ouders via onderwijs, inburgeringtrajecten en opvoedingsondersteuning bij de maatschappij en de ontwikkeling van hun kinderen. Bevorderen kennis van jongeren in het algemeen over verschillende culturen en hun overeenkomsten, de beginselen van de democratische rechtsstaat, ons buitenlands beleid, religies en hun gezamenlijke, recente geschiedenis (via onderwijs en maatschappijleer).
Utrecht
Pagina 7
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
Contacten leggen en onderhouden met sleutelfiguren en moslimorganisaties ten einde gezamenlijk de weerbaarheid te vergroten. Kennisontwikkeling en visievorming op specifieke vraagstukken die samenhangen met polarisatie en radicalisering.
3.2 Doelgroep en doelstellingen In de onderstaande tabel zijn de doelstellingen weergegeven zoals deze in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. In de evaluatie is vervolgens gevraagd of de doelstellingen nog gelden. Doelstelling
Geldigheid doelstelling
Indien gewijzigde doelstelling
Primaire preventie: gericht op het voorkomen Doelstelling geldt nog van een voedingsbodem voor polarisatie en radicalisering
N.v.t.
Secundaire preventie: gericht op het verkleinen of wegnemen van een reeds bestaande voedingsbodem en op het direct tegengaan van beginnende radicale of polariserende denkbeelden bij jongeren
Doelstelling geldt nog
N.v.t.
Tertiaire preventie: gericht op het optreden Doelstelling geldt nog tegen geradicaliseerde jongeren die uitvoering (dreigen te) geven aan hun denkbeelden
N.v.t.
De onderstaande tabel geeft de deelprojecten of activiteiten weer en het beoogde bereik daarvan. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Omvang beoogde doelgroep (raming)
Educatie/workshops
Peereducatie gericht op het voorkomen van 20 jongeren moslimradicalisering en een project gericht op het tegengaan van rechtsradicalisering
Meldpunt/informatiehuishouding
Signalerings- en Adviespunt Radicalisering
Geen raming gedaan
Training professionals
Deskundigheidsbevordering eerstelijns professionals Deskundigheidsbevordering beleidsfunctionarissen en management
200 professionals
Training doelgroep
Empowerment en peereducatie Uitbreiding weerbaarheidtraining VO
270 jongeren
Acties t.b.v. de doelgroep
Uitbreiding Vreedzame school Uitbreiding Vreedzame wijk Maatjesproject voor de overgang van PO naar VO-Oudercoaches
Geen raming gedaan
Utrecht
Pagina 8
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
3.3 Samenwerking De gemeente werkt voor de uitvoering van de deelprojecten samen met uitvoerende bureaus zoals Eduniek, Stichting Vreedzaam, Radar en Mexit. Deze bureaus hebben specifieke expertise die de gemeente projectgewijs inhuurt. In paragraaf 4.1 is per projectcategorie weergegeven met welke partijen de gemeente samenwerkt.
3.4 Beschreven risicofactoren Risicofactoren zijn de factoren die een grote impact kunnen hebben op het welslagen van het project. In dit onderzoek is gevraagd of voorafgaand aan het project risicofactoren inzichtelijk zijn gemaakt. Voorafgaand aan de doorstart van de projecten is zijn de kritieke succes- en risicofactoren inzichtelijk gemaakt. De gemeente benoemt de preventieve insteek en het feit dat bestaande (succesvolle) projecten/methoden voornamelijk worden geïntensifieerd of uitgebreid als een succesfactor. Daar tegenover staat de tijdelijkheid van middelen als risicofactor. De gemeente Utrecht heeft getracht de risicofactor te minimaliseren door ruim in te zetten op deskundigheidsbevordering zodat tijdelijke intensivering langdurig effect heeft en door zoveel mogelijk uit te gaan van reeds bestaande projecten.
3.5 Organisatie en communicatie De projectorganisatie van de projecten tegen polarisatie en radicalisering is ingebed in de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente; er is geen zelfstandige projectorganisatie ingesteld. Het thema polarisatie en radicalisering is niet als afzonderlijk thema te herkennen in de gemeentelijke organisatie.
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Programma Jeugd
Ontwikkeling
Soc. Zaken en Werkgelegenheid
Inburgering
Maatschappelijk vastgoed
Team Zorg en Veiligheid
Utrecht
Pagina 9
Cultuur
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
Het Programma Jeugd is opdrachtgever van dit door het ministerie van VenJ ondersteunde project. De deelprogrammamanager Jeugd stuurt het project aan. Het Programma Jeugd is te zien als een stafafdeling van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. De projectleider zit in het team Zorg en Veiligheid. De gemeente Utrecht heeft de basiskeuze gemaakt om geen nieuwe structuren op te tuigen. Dit vanuit de gedachte dat de aanpak van polarisatie en radicalisering gefinancierd wordt met incidentele middelen. De gemeente heeft ervoor gekozen zoveel mogelijk aan te sluiten op bestaande al lopende initiatieven. Met betrekking tot de interne en externe communicatie over de activiteiten is geen apart plan opgesteld. Ook dit heeft als achtergrond dat de aanpak van polarisatie en radicalisering vanuit verschillende organisatieonderdelen en vanuit verschillende lopende initiatieven plaatsvindt. Er vindt geen communicatie over (preventie van) polarisatie of radicalisering plaats. De gemeente merkt daarbij op dat het breed communiceren over een begrip als radicalisering lastig ligt. Gesprekspartners, bijvoorbeeld op scholen, tonen zich kritisch wanneer gesproken wordt over preventie van radicalisering. Dit bevestigt voor de gemeente de juistheid van de keuze om met positieve begrippen te communiceren.
3.6 Verantwoording De verantwoording aan bestuur/management over de voortgang en besteding van de middelen vindt plaats: in programmabegroting en jaarverslag (P&C-cyclus gemeente); door een schriftelijke projectrapportage/voortgangsrapportage, eenmaal per jaar. Polarisatie en Radicalisering is geen punt dat momenteel heel hoog op de bestuurlijke agenda staat. Dit sluit aan bij de aard van de problematiek, zoals die op dit moment in Utrecht wordt ervaren. Er is een periodieke bestuurlijke terugkoppeling over de vorderingen in het programma. Polariserende incidenten of ontwikkelingen en zorgwekkende signalen van radicalisering worden voorgelegd aan de burgemeester en/of de wethouder jeugd. In het najaar start de gemeente een brede evaluatie op over de door VenJ ondersteunde projecten.
Utrecht
Pagina 10
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
4
Uitkomsten van het project Dit hoofdstuk belicht datgene wat het project heeft opgeleverd aan producten of activiteiten. Ook wordt ingegaan op het budget en het proces van monitoring en zelfevaluatie.
4.1 Realisatie producten/activiteiten Categorie activiteiten Educatie/workshops
Deelprojecten en/of activiteiten Peereducatie gericht op het voorkomen van moslimradicalisering en een project gericht op het tegengaan van rechtsradicalisering
Gerealiseerd?
Toelichting indien niet gerealiseerd
Peereducatietraject moslimradicalisering is gestart
De wervingsfase voor de peereducatie gericht op het voorkomen van moslimradicalisering is afgerond. Na de Ramadan start het project. Mexit voert het project uit in 2011. In 2012 begeleidt Mexit de getrainde peers bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten (zie hieronder)
Project rechtsradicalisering nog niet gestart
Het project rechtsradicalisering kan nog niet starten omdat momenteel nog geen groep in beeld is die voor project in aanmerking komt. Het vereist voorafgaand een hernieuwde oriëntatie op problematiek van rechtsradicalisering in Utrecht Meldpunt/informatiehuishouding
Signalerings- en Adviespunt Radicalisering
Nee, niet volledig In de afgelopen periode is slechts een gerealiseerd met als reden beperkt aantal situaties bij het SAR gemeld. Registratie in kader van SAR opgeschort in verband met privacyproblematiek. Daarbij staat ook het SAR als organisatieonderdeel ter discussie (zie hieronder)
Training professionals
Deskundigheidsbevordering eerstelijns professionals Deskundigheidsbevordering beleidsfunctionarissen en management
In uitvoering
De gemeente heeft veel aandacht besteed aan het betrekken van maatschappelijke partners (zie hieronder)
Training doelgroep
Empowerment en peereducatie Uitbreiding weerbaarheidtraining VO
In uitvoering
Training is ontwikkeld, er ligt een methodiekboek voor het VO (doorontwikkeling op basis van ervaring in het PO)
Acties t.b.v. de doelgroep
Uitbreiding Vreedzame school In uitvoering Uitbreiding Vreedzame wijk Maatjesproject voor de overgang van PO naar VO-Oudercoache
Uitvoeringsfase gestart, nog niet afgerond
Educatie/workshops Een bijzonder element bij de peereducatie gericht op het voorkomen van moslimradicalisering is dat de gemeente heeft aangestuurd op werving van jongeren die al actief zijn in zelforganisaties. Op deze wijze wil de gemeente borgen dat ook na afloop van het project de kennis verspreid blijft worden. In het eerdere door het ministerie ondersteunde project dat in samenwerking met SMN is uitgevoerd, is geconstateerd dat de kennisdeling snel tot een halt komt als het project stopt en de betrokkenen jongeren zich verspreiden.
Utrecht
Pagina 11
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
Dit heeft ervoor gezorgd dat de gemeente nu op voorhand al wil zoeken naar jongeren die door een bestaande organisatiestructuur verbonden zijn. Dit zodat ze ook daarna ook kennis blijven delen en activiteiten blijven ontplooien. Het project tegen rechtsradicalisering is nog niet gestart omdat het lastig blijkt de werving daarvoor op te starten. Het vraagstuk bestaat wel in Utrecht, met name in Vleuten en enkele andere witte achterstandswijken. In Vleuten is sprake van een oude kern waaromheen in twee decennia een nieuwe wijk met een nieuwe bevolkingssamenstelling is ontstaan. De gemeente heeft op dit moment nog niet in beeld of en op welke wijze dit vraagstuk van rechtsradicalisering in een stedelijke omgeving moet worden opgepakt. Meldpunt/informatiehuishouding Het aantal meldingen bij de SAR is de afgelopen jaren zeer laag geweest. Het SAR is nu geconcentreerd rond één persoon (met een spilfunctie) hetgeen het nu kwetsbaar maakt. Zeker omdat het netwerk inzake polarisatie en radicalisering vaak gebaseerd is op persoonlijke relaties. Een element dat gedurende het project veranderd is, is hoe de gemeente tegen het SAR aankijkt. Adviesraad Saluti van de gemeente heeft al bij het opstarten van het SAR aan het college van B&W aangegeven dat een SAR gericht op radicalisering stigmatiserend kan werken. Het advies van Saluti impliceert dat de gemeente de functie van het SAR beter bij bestaande structuren kan onderbrengen. Het college heeft dit ook toegezegd. Er loopt nog een onderzoek (afrondende fase) dat hierover duidelijkheid moet verschaffen. Het kan zijn dat het college dit advies gaat opvolgen (dit is medio augustus 2011 nog niet besloten). Het betekent dat de jongerenwerkers, politiemensen en onderwijzers die vanuit de deskundigheidsbevordering worden getraind, niet meer naar één gemeentelijk informatieorgaan kunnen worden verwezen. De rol en functie van de gemeente als informatieverstrekker blijft naar alle waarschijnlijkheid bestaan, maar de functie wordt mogelijk ondergebracht bij een bestaand organisatieonderdeel. Mogelijk brengt de gemeente het onder bij het Jeugdadvies-team (pedagogen, artsen, maatschappelijk werkers). In dat geval blijft de uitvoering bij de gemeente liggen aangezien deze medewerkers in dienst van de gemeente zijn. Met het onderbrengen van de SAR-functie bij het Jeugdadvies-team ondervangt de gemeente eventuele stigmatisering aangezien het Jeugdadvies-team met "jeugd" een neutrale doelgroep heeft. Een andere optie is het onderbrengen bij het Veiligheidshuis. Dit is meer een kennisorganisatie dan een uitvoeringsorganisatie. Aandachtspunt is dat het vraagstuk daarmee als vanzelf vanuit een veiligheidsperspectief wordt benaderd. De gemeente signaleert dat wanneer het vraagstuk van polarisatie en radicalisering als een jongeren-vraagstuk wordt benaderd, het in eerste instantie vanuit een zorgperspectief wordt opgepakt. Als het als een volwassenen-vraagstuk wordt benaderd, dan ligt een aanpak vanuit veiligheid meer voor de hand. De potentiële nieuwe opties (o.a. jeugdadvies-team, veiligheidshuis) hebben gemeenschappelijk dat de SAR-functie gebundeld wordt ondergebracht bij één (herkenbaar) organisatieonderdeel gelieerd aan de gemeente. Complicerende factor is dat de jeugdzorg de komende periode gereorganiseerd wordt waardoor het op korte termijn niet een stabiele entiteit is. Dit speelt een rol bij een eventueel besluit om de SAR-functie bij het Jeugdadvies-team onder te brengen. Training professionals De gemeente heeft veel tijd besteed aan de verkenning van de ideeën en behoeften van maatschappelijke partners. De gemeente wilde uitdrukkelijk niet een standaard-aanpak, maar juist een flexibele aanpak. Een aanpak waarbij (door Radar) de training is afgestemd op de specifieke wensen van de politie, onderwijs en jongerenwerk. In de training met 90 wijkagenten is kennis over polarisatie en radicalisering aangereikt, waarbij is besproken dat het niet alleen
Utrecht
Pagina 12
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
een veiligheidsissue is maar ook een zorgverhaal van jongeren die (dreigen te) ontsporen. Verder zijn 80 jongerenwerkers getraind. Naast het aanreiken van kennis stond hierbij centraal het herkennen van signalen en het eigen gedrag en de opstelling van de jongerenwerker bij deze problematiek. Met een trainingsacteur afkomstig uit de doelgroep, een zogenaamde 'streetwise-acteur', zijn rollenspellen geoefend. De projectleider van Radar geeft aan dat de inzet van deze acteurs een succesfactor was om de reden dat zij geloofwaardige acteurs zijn en dat zo met een goede nabootsing van de werkelijkheid kon worden geoefend. De training voor professionals uit het onderwijs is nog niet uitgevoerd. De gemeente is tevreden over de trainingen. De gemeente heeft in ieder geval van de stedelijke jongerenwerkorganisatie positieve feedback gehad op de training. Er volgt nog een evaluatie door Radar zelf (en het komt ook terug in een algehele evaluatie die in opdracht van de gemeente gaat plaatsvinden, zie ook paragraaf 4.3). Training doelgroep Er is een nieuw methodiekboek voor een training opgesteld specifiek voor het voortgezet onderwijs. De training richt zich op weerbaarheid tegen extreme denkbeelden. Sinds het afgelopen jaar wordt de training gegeven. De training wordt bijvoorbeeld toegepast op de Utrechtse School, een school voor jongeren met meerdere problemen. De training wordt gegeven door de GG en GD. De training was oorspronkelijk opgezet als een training tegen alcoholmisbruik, verdovende middelen en seksueel geweld. Het is langzaam verbreed richting weerbaarheid in het algemeen. Het gaat om het bepalen van grenzen in het algemeen, zowel wat betreft middelengebruik als wat betreft extreme ideologieën. Activiteiten ten behoeve van de doelgroep De Vreedzame School is in het PO al langere tijd een begrip. Het is ontstaan vanuit scholen die te maken hadden met agressie, geweld en groepen die tegenover elkaar stonden. Dit tweejarig invoeringstraject omvat teamtrainingen, advisering van stuurgroep en directie, uitvoeren van klassenbezoeken en coachingsgesprekken, en het verzorgen van een training aan 5
leerlingmediatoren . Het project Vreedzame School is volgens de programmamanager een succes gebleken. Het project liep al vóór het Actieplan Polarisatie en Radicalisering. De uitbreiding het project Vreedzame School loopt goed. De doorontwikkeling van PO naar het VO is gereed. Het idee is dat de scholen het traject in ieder geval deels zelf gaan bekostigen. Met ingang van 2010 is dat de insteek. Er moet bij de school een intrinsieke motivatie zijn om met de Vreedzame School aan de slag te gaan. Inmiddels is er al een school die het tweede jaar van het tweejarige traject zelf bekostigt. Het project Vreedzame School is vóór het Actieplan uitgebreid naar het project Vreedzame Wijk. Dit is uitgerold in de wijk Overvecht. Ook dat project is volgens de programmanager te kenschetsen als een succes. Vreedzame Wijk sluit goed aan op de doelen vanuit het Actieplan Polarisatie en Radicalisering. Met behulp van de financiële ondersteuning door het ministerie is het project nu ook uitgerold in de wijken Kanaleneiland en Abstede-Sterrenwijk en naar Noordwest. De animo onder de sleutelorganisaties is heel groot. De scholen worden getraind, de wijkwelzijnsorganisatie worden getraind. Vaak nemen ook sportverenigingen deel en soms zelfs de Albert Heijn supermarkt. Het enthousiasme is groot onder de deelnemende lokale organisaties.
5
Bron: www.vreedzaam.nl, de website van de stichting Vreedzaam.
Utrecht
Pagina 13
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
De programmamanager signaleert dat het bestaan van een Brede School in Overvecht een goede basisvoorwaarde voor de Vreedzame Wijk vormde. Deze Brede School was op natuurlijke wijze een platform voor de activiteiten en een natuurlijk punt om de coördinatie te beleggen, onder meer omdat al een behoorlijk deel van de betrokken partijen onderdeel uitmaakt van de Brede School. Een aandachtspunt is hoe de uitrol van het project verloopt in wijken waar geen Brede School is. De eerste indruk is dat het in die wijken wat meer zoeken wordt naar een logisch platform van waaruit de Vreedzame Wijk. Het maatjesproject voor de overgang van leerlingen van het PO naar het VO was al opgestart voor het Actieplan Polarisatie en Radicalisering. Bij het project is sprake van "aanbod die vraag genereert". Er is op dit moment meer vraag naar deze vorm van begeleiding dan aanbod. De ervaringen zijn neutraal (niet positief/niet negatief). Dit komt doordat het vraagstuk van de overgang net iets te ver afstaat van de docenten in het VO. En doordat deze docenten de achtergrond van de nieuwe leerlingen niet kennen. Voor de docenten in het PO speelt dat deze door de overgang als vanzelf het contact met de leerling verliezen.
4.2 Realisatie versus budget Voor het project is een budget opgesteld. In dit budget is een verdeling opgenomen tussen een bijdrage door VenJ en de bijdrage door de gemeente (in uren en in een bijdrage aan de 'out of pocket'-costs). Het project is nog niet afgerond vandaar dat nog geen definitieve uitspraak kan worden gedaan. Vooralsnog lijkt het budget is naar alle waarschijnlijkheid toereikend.
4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie Een onderdeel van projectmanagement is monitoring en vervolgens bijsturing. De realisatie van de projectdoelstelling en het bereik naar de doelgroep wordt gemonitord door evaluaties en tussentijdse rapportages van de losse projectonderdelen. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Is er sprake geweest Eventuele toelichting van bijsturing?
Educatie/workshops
Peereducatie gericht op het voorkomen van Nee moslimradicalisering en een project gericht op het tegengaan van rechtsradicalisering
Insteek is om project meer te richten op jongeren die momenteel al een trekkersrol vervullen binnen zelf organisaties die veel in contact staan met jongeren
Meldpunt/informatiehuishouding
Signalerings- en Adviespunt Radicalisering
De inrichting van een meldpunt in deze vorm staat ter discussie, zie de toelichting in paragraaf 4.1)
Training professionals
Deskundigheidsbevordering eerstelijns Nee professionals Deskundigheidsbevordering beleidsfunctionarissen en management
Training doelgroep
Empowerment en peereducatie Uitbreiding weerbaarheidtraining VO
Utrecht
Ja
Nee
Pagina 14
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
Categorie activiteiten
Acties t.b.v. de doelgroep
Deelprojecten en/of activiteiten
Is er sprake geweest Eventuele toelichting van bijsturing?
Uitbreiding Vreedzame school Ja Uitbreiding Vreedzame wijk Maatjesproject voor de overgang van PO naar VO Oudercoaches
Bij het onderdeel Vreedzame School VO worden de mogelijkheden onderzocht de activiteit onder te brengen bij reeds lopende deskundigheidstrajecten van de VMBO taskforce
De gemeente geeft aan een brede evaluatie te gaan doen. Dit is in lijn met de wens daarover die door het ministerie van VenJ kenbaar is gemaakt. De uitvoering van de evaluatie ligt bij een extern ingehuurd bureau. Deze start per 1 oktober 2011 met het evaluatieonderzoek.
Utrecht
Pagina 15
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
5
Doelbereik en reikwijdte Dit hoofdstuk belicht van het doelbereik en de reikwijdte van het project.
5.1 Doelbereik van het project Bij doelbereik gaat het om de realisatie van de doelstellingen. Reikwijdte betreft de mate waarin in het project de beoogde doelgroepen zijn bereikt. De onderstaande tabel geeft het doelbereik weer zoals dat door de gemeente zelf wordt ervaren. Doelstelling
Realisatie Eventuele toelichting doelstelling
Primaire preventie: gericht op het Deels voorkomen van een voedingsbodem voor polarisatie en radicalisering.
Het is momenteel niet mogelijk aan te geven in hoeverre de voedingsbodem voor polarisatie en radicalisering is weggenomen. Helder is dat met o.a. de oudercoaches en Vreedzame Wijk, de toekomstkansen van kinderen/ jongeren zijn vergroot. Op andere gebieden zijn voorbereidingen hiervoor in volle gang. Concrete prestaties die tot nu toe geleverd zijn: 1. Vreedzame Wijk: De projectleider is per januari 2010 gestart en het project is in volle gang 2. Vreedzame School VO: gestart in schooljaar 2010-2011 3. Weerbaarheidstraining: GG&GD heeft de training ontwikkeld. Scholen zijn benaderd en uitvoering is gestart in schooljaar 2010-2011 4. Maatjesprojecten: gestart 5. Ouderscoaches: gestart
Secundaire preventie: gericht op Deels het verkleinen of wegnemen van een reeds bestaande voedingsbodem en op het direct tegengaan van beginnende radicale of polariserende denkbeelden bij jongeren
1. Deskundigheidsbevordering door bureau Radar is gestart. Er is een evaluatie gepland, maar deze is ten tijde van dit onderzoek nog niet uitgevoerd (traject loopt nog)
Tertiaire preventie: gericht op het Deels optreden tegen geradicaliseerde jongeren die uitvoering (dreigen te) geven aan hun denkbeelden
Het signalerings- en adviespunt (SAR) is het organisatieonderdeel waar de signalen zouden moeten binnenkomen. De gemeente signaleert dat het aantal signalen zeer beperkt is. Zoals aangeduid in 4.1. staat het meldpunt in de huidige opzet ter discussie (de functie zal waarschijnlijk blijven bestaan)
Utrecht
2. Peereducatie: Na de Ramadan (2011) start het project. Mexit voert het project uit in het najaar 2011. In 2012 begeleidt Mexit de getrainde peers bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten
Pagina 16
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
5.2 Reikwijdte van het project De onderstaande tabel geeft de reikwijdte van het project weer. Is met het project - en de geleverde producten en activiteiten - de beoogde doelgroep bereikt? Wat was, na afronding van het project, de omvang van deze doelgroep? Komt het gerealiseerde bereik van de doelgroepen overeen met de raming vooraf? Doelgroep
Is de beoogde doelgroep bereikt?
Omvang doelgroep? Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf?
Leerlingen in de basisschoolleeftijd Ja VMBO leerlingen ROC leerlingen Ouders van gezinnen met opgroei- of opvoedproblematiek
Weet niet/onbekend
Ja
Eerstelijns professionals (Leerkrachten, Jongerenwerkers, Politieagenten, Maatschappelijk Werkers, Leerplichtambtenaren, Jeugdhulpverleners, Sportwerkers, Vrijwilligers en sleutelfiguren) Beleidsfunctionarissen en management (Beleidsmedewerkers DMO&OOV)
200
Ja
Weet niet/onbekend
Er was geen raming vooraf
Ja
Frontliniewerkers, Ja managers/coordinatoren Etnische en religieuze (islamitische) sleutelfiguren Sleutelfiguren rechtsradicalisering Jongeren waarbij er signalen zijn van mogelijke radicalisering
Utrecht
Pagina 17
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
6
Leerpunten Dit hoofdstuk belicht de geconstateerde risicofactoren, de samenwerking en elementen in het project die eventueel kunnen dienen als goede voorbeelden.
6.1 Gebleken risicofactoren Terugkijkend zijn bij het project (tot nu toe) de volgende risicofactoren te benoemen: De gemeente heeft de begrippen polarisatie en radicalisering als te beladen ervaren om ze te hanteren als noemer voor de deelprojecten. Deze constatering was op voorhand al gedaan en blijkt gedurende het project ook terecht. De gemeente kan dit illustreren met meerdere voorbeelden (visie Saluti op de stigmatiserende werking van het SAR, opmerking school over "AIVD-project" in een gesprek over het tegengaan van polarisatie en radicalisering). Het opstarten van projecten in de wetenschap dat een deel van de middelen van tijdelijke aard zijn. Hiermee hebben met name deelprojecten als oudercoaching en het maatjesproject te maken. Deze deelprojecten zijn gefinancierd uit de tijdelijke middelen vanuit de decentralisatieuitkering en zijn niet ingebed in een permanente structuur. Deze deelprojecten stoppen daarmee echt en het is voor de onderzoekers de vraag of er – anders dan wellicht op individueel niveau – een lange termijn-doorwerking is voor deze deelprojecten. De gemeente is zelf positief over de doorwerking van de deskundigheidsbevordering en de peereducatie. De gemeente heeft er met deze deelprojecten op aangestuurd dat specifieke personen in specifieke posities of functies extra kennis en training aangereikt krijgen. Dit kan in theorie zorgen voor een lange termijn doorwerking.
6.2 Samenwerking In het kader van de evaluatie is gevraagd of het project heeft bijgedragen aan een verbetering van de samenwerking met betrokken organisaties. De gemeente geeft aan dat de samenwerking in belangrijke mate is verbeterd. De samenwerking met de scholen (Vreedzame School) en diverse organisatie in de wijk (Vreedzame Wijk) zijn hiervan voorbeelden. De kennis opgedaan in het project is niet expliciet overgedragen aan andere organisaties. Wel is bijvoorbeeld getracht de kennis ook op lange termijn te borgen door een train de trainercomponent in te bouwen bij het project Vreedzame School. De gemeente profileert zich niet als kennisbron op het vlak van (interventies tegen) polarisatie en radicalisering. Veel meer zoekt de gemeente samenwerking met externe commerciële en niet-commerciële organisaties met een specifieke expertise op dit vlak zoals bijvoorbeeld Radar, Mexit, Eduniek, Stichting Vreedzaam en de GG en GD. Deze organisaties hebben reeds kennis en ervaring op dit vlak en worden door dit project in staat gesteld zich verder te ontwikkelen.
Utrecht
Pagina 18
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
6.3 Lessons learned Er is sprake van een 'lessons learned'/positief voorbeeld als het afgeronde project of elementen ervan geschikt zijn als positief voorbeeld voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De gemeente heeft bewust en expliciet gekozen voor het voortborduren en intensiveren van bestaande succesvolle projecten. Dit heeft voor de projecten goed uitgepakt in de zin dat met relatief geringe inspanning op het vlak van coördinatie de successen van de lopende trajecten konden worden voortgezet. De gemeente benoemt dit als een positieve les. Bij het deelproject deskundigheidsbevordering professionals heeft de uitvoerende organisatie (Radar) ingezet op een uitgebreide voorbereidende fase. In de voorbereiding zijn gesprekken aangegaan met het management van de te trainen organisaties: politie, welzijn, onderwijs. Op deze wijze is het draagvlak voor de trainingen verder vergroot en heeft de uitvoerende organisatie goed zicht gekregen op de bijzonderheden van de individuele organisaties. Het draagvlak was met name van belang omdat de te trainen professionals tijd moeten vrijmaken in hun roosters om de training te volgen. Deze aanpak heeft zich in de ogen van de gemeente op een goede wijze vertaald in de trainingen. Deze zijn doelgroepspecifiek gemaakt en worden volgens de signalen die de gemeente nu ontvangt, ook positief gewaardeerd. Een meer uitgebreide evaluatie volgt nog. De projectleider vindt het project Vreedzame Wijk geschikt als positief voorbeeld/'best practice' voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. Er is veel enthousiasme hierover bij wijken. Ook bij andere wijken dan die zijn opgenomen in het plan. In de wijk Overvecht was er al een gevoel van urgentie. Dat gaf de gemeente handvatten om daar vanuit dit thema aan de slag te gaan. Een specifieke gunstige basisvoorwaarde (procesmatig) is het bestaan van een Brede School in de wijk Overvecht. Daarop zijn alle scholen in de wijk aangesloten. Daarmee is er een sterk platform waar de coördinatie op natuurlijke wijs belegd is.
Utrecht
Pagina 19
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
7
Borging van het project De borging heeft betrekking op de wijze waarop de uitkomsten en leerpunten van het project een structurele plaats hebben gekregen in het beleid van de gemeente/organisatie. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat de kennis, contacten en producten die zijn ontstaan in het project, nu structureel worden toegepast door de initiatiefnemende organisatie en door andere betrokken organisaties. De gemeente Utrecht heeft voorafgaand aan het project en de diverse deelprojecten daarin al gesignaleerd dat de borging een punt van aandacht is. Dit had meerdere redenen. Een daarvan is dat het thema polarisatie en radicalisering gevoelig ligt waardoor het zich moeilijk leent als kern van een lange termijn communicatieboodschap. De gemeente Utrecht heeft er dan ook voor gekozen om in positieve termen te communiceren. Een andere reden voor enige zorg ten aanzien van borging was dat het op voorhand duidelijk was dat de projecten met tijdelijk geld vanuit het ministerie zouden worden gefinancierd. Ook vanuit de gemeente betrof het een tijdelijke bekostiging. Mede hierom heeft Utrecht gekozen voor de doorstart van reeds bestaande projecten en intensivering daarvan. Tevens is er veel aandacht uitgegaan naar het verstevigen van de deskundigheid van medewerkers, zodat kennis en vakspecialisme los van projecten blijft bestaan (train de trainer). Dit is onder meer te herkennen bij de Vreedzame School. De gemeente geeft aan dat doordat de bestaande projecten zijn uitgebreid, er meer aandacht is gekomen voor processen van polarisatie en radicalisering in de organisatie. Er is geen nieuw beleid ontwikkeld. Binnen de organisatie is er niet één persoon verantwoordelijk voor de borging van de projecten. De projecten zijn geborgd binnen de lijnorganisatie van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en in het Programma Jeugd. Dit houdt in dat de borging verspreid plaatsvindt in verschillende bestaande afdelingen en teams in de gemeente. De resultaten van het project zijn ingebed in het beleid van de betrokken externe organisaties doordat ze opgenomen worden in het programma van de betrokken externe organisaties.
Utrecht
Pagina 20
28 december 2011 Ons kenmerk 1011477-048/ive/aht
Bijlage 1 Relevante definities Onderstaande toelichting is gebaseerd op de definities zoals die door de AIVD en het ministerie van VenJ worden gehanteerd: Activisme is de benaming voor het fenomeen waarbij personen of groepen op buitenparlementaire wijze maar binnen de grenzen van de wet, streven naar bepaalde idealen. Borging van projecten: de verankering van het beleid ontwikkeld in het project, de kennis opgedaan in het project en de resultaten van projecten in de dagelijkse uitvoering door betrokken organisaties. Borging blijkt onder anderen uit de wijze waarop het beleidsonderwerp aandacht krijgt in nieuw beleid, verantwoordelijkheden voor het beleidsonderwerp zijn toegewezen in de organisatie en middelen zijn toegekend om het beleidsonderwerp uit te werken en uit te voeren. Decentralisatie-uitkering: een uitkering die via het Gemeentefonds ter ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau door het Rijk wordt verstrekt aan gemeenten. Extremisme is het fenomeen waarbij personen of groepen, bij het streven naar bepaalde idealen, bewust over de grenzen van de wet gaan en (gewelddadige) illegale acties plegen. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van segregatie langs etnische en religieuze lijnen. Radicalisering is het proces van toenemende bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middel), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). Subsidie: een financiële bijdrage op grond van een tijdelijke subsidieregeling die door het Rijk wordt verstrekt aan zelfstandige rechtspersonen met als doel de ondersteuning van bovenlokale activiteiten ten behoeve van het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren. Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. De aan polarisatie en radicalisering verbonden fenomenen en processen kunnen zich manifesteren vanuit rechtse of linkse politieke overtuiging, vanuit islamitische geloofsovertuiging, of vanuit verbondenheid met dierenrechten.
Utrecht
Pagina 1