Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99
[email protected] www.kplusv.nl
Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Amsterdam: 'Doorontwikkeling actieplan radicalisering' Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en
Referentie
Justitie
Arnhem, 31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Inhoud 1
Inleiding
1
1.1
Achtergrond resultaatinventarisatie
1
1.2
Opzet resultaatinventarisatie
1
1.3 2
Projectbeschrijving Voor de start van het project
2 5
2.1
Betrokkenheid
5
2.2
Draagvlak en beleid
6
2.3 3
Samenwerking met externe partijen Start en opzet van het project
7 9
3.1
Start en aanleiding
9
3.2
Doelgroep en doelstellingen
10
3.3
Samenwerking
12
3.4
Beschreven risicofactoren
13
3.5
Organisatie en communicatie
13
3.6
Verantwoording
13
4
Uitkomsten van het project
14
4.1
Realisatie producten/activiteiten
14
4.2
Realisatie versus budget
15
4.3 5
Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie Doelbereik en reikwijdte
15 18
5.1
Doelbereik van het project
18
5.2 6
Reikwijdte van het project Leerpunten
18 21
6.1
Gebleken succes- en risicofactoren
21
6.2
Samenwerking
22
6.3 7
Lessons learned Borging van het project
23 25
Bijlagen 1
Relevante definities
2
Achterliggende motivatie
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
1
Inleiding 1.1 Achtergrond resultaatinventarisatie In het kader van de uitvoering van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 vinden verschillende activiteiten plaats. Een deel hiervan wordt mede gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ). Dit gebeurt door toekenning van een decentralisatieuitkering aan gemeenten en door toekenning van een tijdelijke subsidie aan maatschappelijke organisaties. In opdracht van het ministerie van VenJ worden de resultaten van alle projecten en aanpakken waarvoor een decentralisatie-uitkering of een subsidie is toegekend geïnventariseerd. Met deze resultaatinventarisatie streeft het ministerie van VenJ een aantal doelen na: het bereik van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; het resultaat van projecten en aanpakken te inventariseren; in kaart brengen van de beleids- en programmatheorie; te leren voor volgende projecten en aanpakken.
1.2 Opzet resultaatinventarisatie De resultaatinventarisatie van de lokale projecten is uitgevoerd door bestudering van het onderzoeksplan, de beschikbare achtergronddocumentatie en eventueel beschikbare eigen evaluatiedocumenten. De projectleider heeft parallel daaraan een webenquête ingevuld. De ingevulde webenquête vormde voor de onderzoekers, tezamen met vragen naar aanleiding van de overige documentatie, de gespreksrichtlijn voor de gesprekkenronde. De onderzoekers hebben gesproken met: de bestuursadviseur directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) van gemeente Amsterdam en projectleider van het meldpunt Informatiehuishouding radicalisering (IHH); een radicaliseringadviseur met expertise op het gebied van implementatie en organisatieadvies ten aanzien van radicaliseringbeleid, betrokken bij het Actieplan door middel van de uitvoering van trainingen aan onderwijsinstellingen; een coördinator van een stadsdeel voor de activiteiten betreffende de uitvoering van het Actieplan Amsterdam tegen radicalisering in een stadsdeel; een trainer van een extern bureau die een aantal trainingen heeft verzorgd in het kader van het Actieplan Amsterdam tegen radicalisering. Doel van de gesprekkenronde was een nadere invulling en verdieping van de uit schriftelijke bronnen verkregen informatie, zoals de subsidieaanvraag en het projectvoorstel. Het resultaat is het onderhavige rapport. De diverse elementen uit de inventarisatie zijn weergegeven in de volgende paragrafen.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 1
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
1.3 Projectbeschrijving De 'Doorontwikkeling actieplan radicalisering' (vanaf nu Doorontwikkeling) is een vervolgaanpak van de Bestuursdienst/directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) van de Gemeente Amsterdam, op het Actieplan Amsterdam tegen Radicalisering. Dit Actieplan is in 2007 goedgekeurd door de gemeenteraad en heeft in 2009 een decentralisatie-uitkering ontvangen van het ministerie van VenJ voor de projectperiode 2008 tot 2010. De projectperiode van de Doorontwikkeling van dit Actieplan betreft de periode januari - december 2011. De Doorontwikkeling richt zich op polarisatie en radicalisering in brede zin, namelijk: islamitische radicalisering/-extremisme; rechtsradicalisering/-extremisme; linksradicalisering/-extremisme; dierenrechtenextremisme. Het doel van de Doorontwikkeling is het uitbreiden van de huidige activiteiten van IHH om radicalisering tegen te gaan en aan te vullen met nieuwe methodologische instrumenten. De doelen van het Actieplan Amsterdam tegen Radicalisering blijven hierbij gehandhaafd, en zijn: 1. het vroegtijdig signaleren en deradicaliseren van individuele gevallen: het deradicaliseren van jongeren en het aanpakken van het radicaal gedachtegoed; 2. het weerbaar maken van kwetsbare groepen: het vergroten van de weerbaarheid tegen radicalisering; 3. het verkleinen van de voedingsbodem voor radicalisering. Om deze doelstellingen te bereiken heeft IHH een aantal deelactiviteiten geformuleerd die zijn onderverdeeld in de volgende thematische clusters: Meld- en adviespunt en ontwikkelen en inzetten van interventies. Uitbouwen van het formeel en informeel netwerk. Trainingen voor professionals. Intensiveren van de kennisopbouw en uitwisseling. Ondersteunen van activiteiten gericht op de weerbaarheid van moslims. Realiseren van projecten gericht op internet en radicalisering. Deze thematische clusters komen grotendeels overeen met het staande beleid van IHH, onderdeel van OOV. De activiteiten die in de aanvraag voor de Doorontwikkeling zijn beschreven bij deze thematische clusters vormen een aanvulling op het staande beleid. OOV vraagt een decentralisatie-uitkering aan voor de aanvullende activiteiten. Voor het staande beleid is een intern budget geoormerkt. In de onderstaande tabel zijn de thematische clusters met bijbehorende deelactiviteiten weergegeven, onderverdeeld naar de categorie waartoe ze horen zoals volgt uit het plan van aanpak en bevestigd door de projectleider.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 2
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Categorie activiteiten
Deelprojecten
Type doelgroep
(blanco indien categorie niet van toepassing) Educatie/workshops voor de doelgroep
Moeilijk bereikbare groepen, vatbare jongeren
Ondersteunen van activiteiten gericht op weerbaarheid Weerbaarheidstrajecten voor moeilijk bereikbare groepen
Kennisuitwisseling tussen professionals
Uitbouwen van het formele en informele
Professionals, sleutelfiguren,
netwerk
betrokken instanties
Masterclasses voor het formele netwerk Traject sleutelfiguren Kleinschalige (netwerk) initiatieven ontwikkelen Onderzoek
Professionals, betrokken organisaties
Intensiveren van kennisopbouw en uitwisseling Borging kennis en ervaring Onderzoek naar "nieuwe veroveraars" Onderzoek naar radicaliserende moslima's Debatten en themameetings in het
Meldpunt/ Informatiehuishouding
hoger onderwijs Uitbouw meld- en adviespunt en ontwikkelen en uitzetten interventies
Sleutelfiugren, professionals, maatschappelijke (zelf) organisaties
Organiseren pool gespecialiseerde hulpverleners Training voor specifieke hulpverleners bij interventies Evalueren en borgen ingezette methodieken Realisering zelfstandige uitvoering interventies door hulpverleningsorganisaties Individuele begeleiding van jongeren Training professionals
in een radicaliseringsproces Trainingen voor professionals
Specifieke professionals, individuen in een mogelijk radicaliseringsproces
Uitbreiding en doorontwikkeling training voor MBO-professionals Masterclasses om kennis bij getrainden up-to-date te houden Uitbreiding training hoger onderwijs
Acties ten behoeve van de doelgroep
naar nieuwe doelgroepen Realiseren van project gericht op internet Leren omgaan met radicaal aanbod
Kwetsbare jongeren Webmasters, moderatoren
op internet Uitbreiding training webmasters en moderatoren
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 3
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
In totaal heeft het ministerie van VenJ aan de Gemeente Amsterdam een bedrag van € 575.000 toegekend voor de Doorontwikkeling actieplan radicalisering. De gemeente heeft zelf een structureel budget van € 650.000 beschikbaar voor het staande beleid.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 4
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
2
Voor de start van het project De volgende paragrafen gaan over de situatie voorafgaand aan de start van het project. We kijken hierbij in het bijzonder naar de bekendheid van de organisatie met het vraagstuk van polarisatie en radicalisering, het bestaande beleid en de samenwerking met externe partijen.
2.1 Betrokkenheid Bij betrokkenheid gaat het om de mate waarin de organisatie voor de start van het project al betrokken was bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. De gemeente Amsterdam is bekend geraakt met de decentralisatie-uitkering in het kader van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering door een bekendmaking van het ministerie van VenJ. Daarnaast participeert de projectleider van het meldpunt Informatiehuishouding radicalisering van de gemeente in diverse klankbordgroepen en begeleidingscommissies van projecten van het ministerie van VenJ vanuit het Actieplan Polarisatie en Radicalisering. Binnen de gemeente Amsterdam speelt het thema polarisatie en radicalisering al langer. Na de moord op Theo van Gogh in 2004 is de gemeentelijke Informatiehuishouding radicalisering (IHH) opgericht bij de directie Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amsterdam. Tevens is in november 2004 het eerste plan 'Wij Amsterdammers' vastgesteld. Na afloop van het eerste plan is het plan 'Wij Amsterdammers II' gestart met als hoofddoelen: 1.
Mensen verbinden met de stad en met elkaar.
2.
Amsterdam weerbaar maken tegen polarisatie.
3.
Tegengaan van radicalisering.
Het programma was organisatorisch een samenwerking tussen de directie OOV/IHH en de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO). In 2007 is besloten om het derde thema (radicalisering) integraal aan te pakken, met als resultaat het Actieplan 'Amsterdam tegen radicalisering' voor de periode 2007-2010. Dit plan werd niet alleen door de directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) van de bestuursdienst en de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van de gemeente uitgevoerd, maar in het bijzonder door de stadsdelen. Het accent van het actieplan Amsterdam tegen radicalisering lag daarmee - meer dan voorheen - op 'doen' in plaats van op visievorming en onderzoek. Vanaf 2011 bestaat het staande beleid (voortkomend uit het Actieplan Amsterdam tegen radicalisering) van de IHH uit: het Meld- en Adviespunt waar Amsterdamse professionals terecht kunnen bij vragen of ondersteuning met betrekking tot radicalisering; intensiveren van de kennisopbouw en -uitwisseling, waar kennis, ervaring, onderzoek en expertise samenkomen om signalen uit de stad goed te duiden en kennis over radicalisering up-to-date te houden; netwerkontwikkeling om signalen binnen te krijgen, te duiden en eventueel te deradicaliseren; ontwikkelen van methodieken passend bij de verschijningsvormen van radicalisering; ontwikkeling trainingen professionals uit het jeugd- en welzijnswerk, het onderwijs en kwetsbare groepen;
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 5
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
het ontwikkelen en uitvoeren van de doelstellingen uit de beleidsnotitie Radicalisering in het hoger onderwijs, met als hoofddoelstelling dat hoger onderwijsinstellingen zich bewust worden van de problematiek en risico’s van radicalisering en zich actief gaan inzetten om radicalisering tegen te gaan en te voorkomen. De IHH geeft in haar aanvraag voor de decentralisatie-uitkering aan dat het van belang is om naast het bovengenoemd staand beleid nieuwe activiteiten te ontwikkelen. De IHH geeft aan dat er de afgelopen vier jaar veel bereikt is: zo zijn er 135 meldingen ontvangen van mogelijke radicalisering. Dit aantal – naast andere signalen uit de stad – geeft de IHH aanleiding om niet alleen het staand beleid te continueren maar ook nieuwe activiteiten te ontwikkelen. Deze nieuwe activiteiten zijn nodig, aangezien ook de aard van radicalisering continu verandert. De interventies dienen volgens de IHH daarop aan te sluiten.
2.2 Draagvlak en beleid In deze resultaatinventarisatie is gevraagd naar het draagvlak binnen de organisatie voor het gestructureerd tegengaan van polarisatie en radicalisering. Het gaat om de aandacht op management en/of bestuurlijk niveau in de organisatie. Dit kan onder meer tot uiting komen in beleid en concrete doelstellingen. Voor de start van de Doorontwikkeling actieplan radicalisering was er bestuurlijk en op ambtelijk niveau draagvlak voor het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Zoals eerder beschreven, is de Doorontwikkeling een vervolg op het Actieplan Amsterdam tegen radicalisering. De doelstellingen van het staande beleid van de gemeente Amsterdam, voortgekomen uit het Actieplan Amsterdam tegen Radicalisering (2007), luiden volgens de projectleider van de IHH: 1. het vroegtijdig signaleren en deradicaliseren van individuele gevallen: het deradicaliseren van jongeren en het aanpakken van het radicaal gedachtegoed; 2. het weerbaar maken van kwetsbare groepen: het vergroten van de weerbaarheid tegen radicalisering; 3. het verkleinen van de voedingsbodem voor radicalisering. Het beleid van de IHH richt zich op polarisatie en radicalisering in brede zin, namelijk: islamitische radicalisering/-extremisme; rechtsradicalisering/-extremisme; linksradicalisering/-extremisme; dierenrechtenextremisme. De doelgroep zoals deze staat beschreven in het Actieplan Amsterdam tegen radicalisering (2007) luidt: Personen die in meer of mindere mate radicaliseren, waaronder jongeren. Daar waar personen behoren tot groepen of organisaties, richt de aanpak zich op de organisatie in zijn geheel. Personen die zoekend zijn en een toenemende afstand tot de samenleving ervaren. Al diegenen die vanwege hun afkomst of geloof geraakt worden door negatieve 1
maatschappelijke ontwikkelingen, verschijnselen en beeldvorming .
1
Actieplan Amsterdam tegen radicalisering (2007), gemeente Amsterdam, pagina 28.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 6
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
De afzonderlijke deelactiviteiten richten zich daarnaast volgens de projectleider van de IHH op: professionals; sleutelfiguren; personen studerend of werkzaam in het hoger onderwijs; de Amsterdamse bevolking als geheel.
2.3 Samenwerking met externe partijen In de regel wordt voorafgaand aan de projecten al samengewerkt met diverse partijen. In het onderzoek is gevraagd naar de samenwerking en het succes van de samenwerking vóór de start van het project. De samenwerking met deze partijen tijdens het project en het succes daarvan komt verderop ter sprake. Vanuit het staande beleid werkte OOV/IHH al samen met de volgende organisaties om radicalisering tegen te gaan: onderwijsinstellingen; sportverenigingen; welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuizen, jeugdcentra); multiculturele organisaties; politie; justitie. De projectleider van de IHH kwalificeert de samenwerking met bovengenoemde organisaties als volgt: Type organisatie
De gemeente/organisatie kwalificeert de samenwerking als: (blanco indien geen samenwerking)
Onderwijsinstellingen
Enigszins succesvol
Sportverenigingen
Enigszins succesvol
Welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuizen, jeugdcentra)
Enigszins succesvol
Multiculturele organisaties
Enigszins succesvol
Politie
Zeer succesvol
Justitie
Enigszins succesvol
Stadsdelen
Succesvol
Tijdens dat interview licht de projectleider IHH de samenwerking als volgt toe: "De samenwerking met maatschappelijke organisaties, zoals onderwijs, sport, welzijnswerk en multiculturele organisaties ligt in de uitvoering vooral bij de stadsdelen. Vanuit IHH wordt er bijvoorbeeld contact gezocht met deze organisaties voor het verzorgen van trainingen. Het benaderen van deze organisaties loopt dan in principe via de stadsdelen. De stadsdelen hebben volgens de projectleider van de IHH betere ingangen. De projectleider van de IHH noemt het een succes dat juist lokale organisaties goede projecten kunnen uitvoeren. Deze lokale partijen zitten dichter bij de doelgroep, waardoor ze kunnen signaleren wat er speelt en bovendien makkelijker contact met ze leggen.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 7
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
De samenwerking tussen IHH en de politie is verbeterd ten opzichte van voorgaande jaren. In het evaluatieonderzoek van het Actieplan Amsterdam tegen radicalisering in 2010 kwalificeerde 2
de projectleider van de IHH de samenwerking met de politie nog als 'enigszins succesvol'. Dit is verbeterd, de projectleider kwalificeert de samenwerking nu als 'zeer succesvol'. Dit zit volgens de projectleider vooral in het feit dat door de vier jaar samenwerkingservaring op het terrein van polarisatie en radicalisering het vertrouwen is opgebouwd tussen politie en de IHH. Over de samenwerking tussen OOV/IHH en de stadsdelen zegt de projectleider van de IHH dat er regelmatig overleg plaatsvindt met de stadsdelen. Daarnaast kunnen de stadsdelen een beroep doen op de expertise van de IHH ten aanzien van polarisatie en radicalisering. De mate waarin de stadsdelen ondersteuning ontvangen van de IHH verschilt per situatie. Tot slot geven de stadsdelen signalen van polarisatie en radicalisering - die ze zelf niet kunnen aanpakken door aan de IHH voor verdere afhandeling. De IHH legt vervolgens contact met de relevante instanties, zoals de regionale inlichtingen dienst van de politie en/of justitie. Een contactpersoon van een stadsdeel geeft aan dat de samenwerking met de IHH via de maandelijkse overleggen op zich prima verloopt. De contactpersoon geeft overigens aan dat de informatie-uitwisselingen tussen IHH en het stadsdeel op het niveau van de activiteiten beter kan. Het komt wel eens voor dat een training vanuit de IHH gestart wordt, waarbij de uitvoerende organisaties van de trainingen bij het betreffende stadsdeel uitkomen voor contactinformatie voor de zelforganisaties van de doelgroep. Deze activiteiten kunnen dan soms haaks staan op het beleid/activiteiten van het stadsdeel zelf. De trainer van een trainingsbureau geeft aan dat de samenwerking met de IHH goed verloopt.
2
Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering, Project Aanpak Amsterdam tegen Radicalisering, KplusV organisatieadvies in opdracht van het ministerie van VenJ, September 2010.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 8
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
3
Start en opzet van het project Dit hoofdstuk gaat in op de start en opzet van het project. Het gaat hierbij om de aanleiding van het project, de initiatiefnemers en de beoogde doelen en doelgroepen bij de start van het project. Ook wordt ingegaan op de risicofactoren, de organisatie en de communicatie en de verantwoording.
3.1 Start en aanleiding Het initiatief tot de start van de Doorontwikkeling is genomen door het bestuur van de gemeente Amsterdam. Zoals eerder vermeld vormt de Doorontwikkeling een aanvulling op het staande beleid van de IHH. De projectleider van de IHH geeft aan dat de aanleiding voor het project meerledig is: Er was een eigen ambitie vanuit het bestuur. De burgemeester van Amsterdam wilde zelf een aanpak om terroristische aanslagen in de stad te voorkomen. Er was behoefte aan inzicht in de omvang van de problematiek. Aangezien in 2004 niet duidelijk was wat de aard en omvang van polarisatie en radicalisering in de stad Amsterdam was, was er behoefte aan inzicht hierin. Er hebben zich concrete incidenten voorgedaan en er zijn aanwijzingen voor mogelijke radicalisering. De directe aanleiding in Amsterdam voor het ontwikkelen van een aanpak was de moord op Theo van Gogh in 2004. Daarnaast zijn er bij het meldpunt IHH sinds 2005 meer dan 150 meldingen gedaan van incidenten en signalen die duiden op mogelijke radicalisering. Tevens is in 2006 onderzoek gedaan door het IMES naar radicalisering in Amsterdam. 3
Daaruit blijkt dat 2% van de moslims die deel hebben genomen aan het onderzoek vatbaar is voor radicaal gedachtegoed.
4
De doorontwikkeling van de IHH is vooral ingegeven vanuit het succes van de afgelopen jaren. De onderzoekers merken op dat er op het moment van schrijven een bestuurlijke heroriëntatie loopt, waarbij het nog niet duidelijk is welke activiteiten van de IHH door blijven gaan. Vooralsnog lopen de meeste activiteiten van zowel het staande beleid als van de doorontwikkeling door. De Doorontwikkeling richt zich op polarisatie en radicalisering in brede zin, namelijk: islamitische radicalisering/-extremisme; rechtsradicalisering/-extremisme; linksradicalisering/-extremisme; dierenrechtenextremisme.
3
Uit Rapportage Procesevaluatie Wij Amsterdammers/Platform Amsterdam Samen, Bestuursdienst Amsterdam, 30 juni 2009.
4
Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering, Project Aanpak Amsterdam tegen Radicalisering, KplusV organisatieadvies in opdracht van het ministerie van VenJ, september 2010.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 9
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Het project sluit aan bij de volgende doelen van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011: Preventie: het voorkómen van (verdere) processen van isolatie, polarisatie en radicalisering door het (weer opnieuw) insluiten van mensen die dreigen af te glijden of zich af te keren van de Nederlandse samenleving en democratische rechtsorde. Pro-actie: het vroegtijdig signaleren van deze processen door bestuurders en professionals en het ontwikkelen van een adequate aanpak. Het project sluit aan bij de volgende acties van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 20072011: Betrekken van ouders via onderwijs, inburgeringtrajecten en opvoedingsondersteuning bij de maatschappij en de ontwikkeling van hun kinderen. Versterking van de binding van jongeren aan de samenleving door scholing, stageplekken en werk. Contacten leggen en onderhouden met sleutelfiguren en moslimorganisaties ten einde gezamenlijk de weerbaarheid te vergroten. Ontwikkelen instrumenten/methodieken voor bestuurders, docenten, politie en jongerenwerkers om weerwoord te bieden tegen radicale uitingen. Kennisontwikkeling en visievorming op specifieke vraagstukken die samenhangen met polarisatie en radicalisering. Inzet van teams van deskundigen, imams en islamgeleerden die ondersteunen bij het omgaan met toenemende polarisatie en/of radicalisering. Organiseren van trainingen en workshops voor professionals.
3.2 Doelgroep en doelstellingen In de onderstaande tabel zijn de doelstellingen weergegeven zoals deze in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. In het onderzoek is vervolgens gevraagd of de doelstellingen nog gelden. Ook is gevraagd of er doelstellingen zijn bijgekomen, dit bleek niet het geval. Doelstelling
Geldigheid doelstelling
Doelgroep
1. Het vroegtijdig signaleren en
Doelstelling geldt nog
Personen die in meer of mindere
deradicaliseren van individuele
mate radicaliseren, waaronder
gevallen: het deradicaliseren van
jongeren. Daar waar personen
jongeren en het aanpakken van het
behoren tot groepen of
radicaal gedachtegoed
organisaties, richt de aanpak zich op de organisatie in zijn geheel
2. Het weerbaar maken van kwetsbare
Doelstelling geldt nog
Mensen die kwetsbaar zijn voor
groepen: het vergroten van de
radicalisering: jongeren,
weerbaarheid tegen radicalisering
vervreemden, moslims, geisoleerd levenden en dergelijke
3. Het verkleinen van de
Doelstelling geldt nog
Alle Amsterdammers
voedingsbodem voor radicalisering
In de volgende tabel wordt de relatie tussen activiteiten en doelstellingen en de doelgroepen per activiteit samengevat weergegeven, zie bijlage 2 voor de onderbouwing hiervan.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 10
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Categorie activiteiten
Educatie/workshops voor de doelgroep
DoelThematisch cluster stelling
2
Deelprojecten en/of activiteiten
Omvang beoogde doelgroep
(blanco indien categorie niet van toepassing)
(raming)
Ondersteunen van
Weerbaarheidtrajecten voor moeilijk
+/- 60 personen die vatbaar
activiteiten gericht op
bereikbare groepen
zijn voor radicalisering
weerbaarheid
vanwege hun geïsoleerde leefstijl en/of afkeer van de samenleving
Kennisuitwisseling tussen professionals
1
Uitbouwen van het
Masterclasses voor het formele netwerk
5 maal 100
formele en informele
verantwoordelijken van
netwerk
organisaties die mogelijk te maken krijgen met radicalisering Traject sleutelfiguren
20 betrokken jongeren die geïnteresseerd zijn in de problematiek rond radicalisering en daar iets aan willen doen
Kleinschalige (netwerk) initiatieven
10 sleutelfiguren die elk een
ontwikkelen
moeilijk bereikbare groep benaderen
Onderzoek
1
Intensiveren van
Borging kennis en ervaring
kennisopbouw en
Alle belanghebbenden; geen raming gedaan
uitwisseling Onderzoek naar "nieuwe veroveraars"
Personen in een radicaliseringproces waarbij crimineel gedrag wordt gerechtvaardigd met ideologie; geen raming gedaan
Onderzoek naar radicaliserende
Moslima's die in een
moslima's
radicaliseringproces zitten of daar vatbaar voor zijn; geen raming gedaan
Debatten en themameetings in het hoger
Studenten en professionals
onderwijs
in het hoger onderwijs; geen raming gedaan
Meldpunt/ Informatiehuishouding
1
Uitbouw meld- en adviespunt en ontwikkelen en uitzetten interventies
Organiseren pool gespecialiseerde
+/- 10 hulpverleners in
hulpverleners
verschillende disciplines
Training voor specifieke hulpverleners bij
+/- 25 hulpverleners in
interventies
verschillende disciplines
Evalueren en borgen ingezette
Professionals betrokken bij
methodieken
de interventies; geen raming gedaan
Realisering zelfstandige uitvoering
5 hulpverleningsorganisaties
interventies door hulpverleningsorganisaties
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 11
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Categorie activiteiten
DoelThematisch cluster stelling
Deelprojecten en/of activiteiten
Omvang beoogde doelgroep
(blanco indien categorie niet van toepassing)
(raming)
Individuele begeleiding van jongeren in
23 jongeren die eerder
een radicaliseringproces
hebben deelgenomen aan de re-integratietraining
Training professionals
1
Trainingen voor professionals
Uitbreiding en doorontwikkeling training
100 MBO-professionals van
voor MBO-professionals
verschillende scholen
Masterclasses om kennis bij getrainden
125 professionals die eerder
up-to-date te houden
een radicaliseringstraining hebben gevolgd
Uitbreiding training hoger onderwijs naar
30 niet-onderwijzende
nieuwe doelgroepen
professionals in het hoger onderwijs
Acties ten behoeve van de doelgroep
3
Realiseren van project gericht op internet
Leren omgaan met radicaal aanbod op
(Kwetsbare) jongeren en
internet
hun ouders; geen raming gedaan
Uitbreiding training webmasters en
30 webmasters en
moderatoren
moderatoren van websites waar veel jongeren komen uit kwetsbare groepen
De Doorontwikkeling is, net als het Actieplan Amsterdam tegen radicalisering, gebaseerd op de 5
Amsterdamse Aanpak. Deze aanpak maakt onderscheid tussen de voedingsbodem voor radicalisering, 'de vraag' en 'het aanbod'. Allereerst is er de vraag onder islamitische jongeren die invulling willen geven aan hun islamitische identiteit en tegelijkertijd te maken hebben met een generatiekloof, een gebrekkige religieuze infrastructuur en beperkte beheersing van het Arabisch (als brontaal van de Koran). Deze jongeren kunnen te maken krijgen met een aanbod van jihadi's die hun extremistische ideologie actief verspreiden. De mate waarin jongeren open staan voor dit aanbod of er juist weerbaar tegen zijn wordt mede bepaald door de voedingsbodem. Hiertoe worden bijvoorbeeld gerekend: discriminatie, nabijheid van internationale conflicten, geen politieke vertegenwoordiging, dubbele standaarden en onrechtvaardigheidsgevoel.
3.3 Samenwerking Binnen het project is samengewerkt met de volgende partijen: Type organisatie Onderwijsinstellingen Welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuizen, jeugdcentra) Multiculturele organisaties Politie Justitie
Hoe deze samenwerking is ervaren wordt toegelicht in hoofdstuk 6.
5
Gemeente Amsterdam: Amsterdam tegen radicalisering, november 2007.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 12
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
3.4 Beschreven risicofactoren Risicofactoren zijn de factoren die een grote impact kunnen hebben op het welslagen van het project. In de aanvraag van de Doorontwikkeling zijn geen risicofactoren beschreven. De projectleider van IHH licht toe dat de aanpak van het actieplan Amsterdam tegen radicalisering hoofdzakelijk is gebaseerd op het onderzoek van IMES in 2006 en daarmee een sterke inhoudelijke onderbouwing heeft.
6
3.5 Organisatie en communicatie In het onderzoek is gevraagd of voor de aansturing en uitvoering van de activiteiten een projectorganisatie is ingesteld. Ook is gevraagd of voor de interne en externe communicatie over de activiteiten een plan is opgesteld. De aansturen van de Doorontwikkeling vindt, net als het staande beleid van IHH, plaats door IHH, directie OOV. De projectleider IHH is verantwoordelijk voor deze aansturing. De afzonderlijke deelactiviteiten worden op aansturing van IHH uitbesteed aan lokale professionals. Volgens de projectleider is er geen plan opgesteld voor interne en externe communicatie. Wel blijkt uit het themacluster 'intensiveren van kennisopbouw en uitwisseling' dat IHH voornemens is om de informatie die het kenniscentrum bezit ten aanzien van polarisatie en radicalisering uit te breiden en te veredelen, teneinde de informatie toegankelijker te maken voor betrokkenen. Daarnaast geeft de projectleider in het interview aan regelmatig contact te hebben over de activiteiten met interne betrokkenen, zoals DMO en de stadsdelen.
3.6 Verantwoording De verantwoording aan bestuur/management over de voortgang en besteding van de middelen vindt plaats: door een schriftelijke projectrapportage, meerdere malen per jaar; door een mondelinge terugkoppeling, meerdere malen per jaar; in bestuursrapportages (P&C-cyclus gemeente).
6
Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering, Project Aanpak Amsterdam tegen Radicalisering, KplusV organisatieadvies in opdracht van het ministerie van VenJ, september 2010.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 13
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
4
Uitkomsten van het project Dit hoofdstuk belicht datgene wat het project heeft opgeleverd aan producten of activiteiten. Ook wordt ingegaan op het budget en het proces van monitoring en zelfevaluatie.
4.1 Realisatie producten/activiteiten In onderstaande tabel volgt een toelichting op de actuele stand van zaken van de Doorontwikkeling: Categorie activiteiten Deelprojecten en/of activiteiten
Gerealiseerd?
Toelichting indien niet gerealiseerd
Weerbaarheidstrajecten
Wordt gedeeltelijk
voor moeilijk bereikbare
uitgevoerd
De sportactiviteiten worden uitgevoerd; de empowermenttrainingen (nog) niet
(blanco indien categorie niet van toepassing) Educatie/workshops voor de doelgroep
groepen Kennisuitwisseling tussen professionals
Masterclasses voor het
Nee, wordt niet
formele netwerk
gerealiseerd
Traject sleutelfiguren
Ja, wordt gerealiseerd
Kleinschalige (netwerk)
Nee, wordt niet uitgevoerd
initiatieven ontwikkelen Onderzoek
In afwachting van heroriëntatie
In afwachting van heroriëntatie
Borging kennis en ervaring
Ja, wordt gerealiseerd
Onderzoek naar "nieuwe
Nee, wordt niet
veroveraars"
gerealiseerd
Onderzoek naar
Ja, wordt uitgevoerd
Is onderdeel van pas vastgesteld lokaal dreigingsbeeld, maar er wordt geen specifiek onderzoek naar gedaan Het blijft een aandachtspunt
radicaliserende moslima's Debatten en
Ja, wordt uitgevoerd
themameetings in het hoger onderwijs Meldpunt/
Organiseren pool
Informatiehuishouding
gespecialiseerde
Ja, wordt gerealiseerd
hulpverleners Training voor specifieke
Ja, wordt gerealiseerd
hulpverleners bij interventies Evalueren en borgen
Ja, wordt gerealiseerd
ingezette methodieken Realisering zelfstandige
Nee, wordt niet
uitvoering interventies door
gerealiseerd
In afwachting van de heroriëntatie
hulpverleningsorganisaties
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 14
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Categorie activiteiten Deelprojecten en/of activiteiten
Gerealiseerd?
Toelichting indien niet gerealiseerd
(blanco indien categorie niet van toepassing) Individuele begeleiding van
Ja, wordt gerealiseerd
jongeren in een radicaliseringsproces Training professionals
Uitbreiding en
Ja, wordt gerealiseerd
doorontwikkeling training voor MBO-professionals Masterclasses om kennis bij getrainden up-to-date te
Nee, wordt niet gerealiseerd
In afwachting van de evaluatie van de trainingen
Nee, wordt niet gerealiseerd
Trainingen bij onderwijzend personeel lopen (valt binnen staand beleid). Voor niet onderwijzend personeel nog niet
Nee, wordt niet gerealiseerd
In afwachting van de heroriëntatie
Wordt gedeeltelijk uitgevoerd
Lopende activiteiten hebben doorgang, nieuwe activiteiten zijn in afwachting van de heroriëntatie opgeschort
houden Uitbreiding training hoger onderwijs naar nieuwe doelgroepen
Acties ten behoeve van Leren omgaan met radicaal de doelgroep
aanbod op internet Uitbreiding training webmasters en moderatoren
Zoals uit bovenstaande tabel duidelijk wordt, wordt een aantal deelactiviteiten van de Doorontwikkeling volgens plan uitgevoerd. Het gaat hierbij om activiteiten die goed aansluiten bij het bestaande beleid. Een aantal nieuwe activiteiten, waarvan de projectleider niet zeker weet of deze na de heroriëntatie nog past bij de beleidslijnen van de gemeente Amsterdam, is tot nader order opgeschort.
4.2 Realisatie versus budget Voor het project is een budget opgesteld. In dit budget is een verdeling opgenomen tussen een bijdrage door VenJ en de bijdrage door de gemeente (in uren en in een bijdrage aan de 'out of pocket'-costs). De uitvoering van het project verloopt volgens de vooraf opgestelde projectbegroting. Door het proces van heroriëntatie zijn sommige activiteiten nog niet opgestart. De middelen blijven gereserveerd tot het moment van uitvoering.
4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie Een onderdeel van projectmanagement is monitoring en vervolgens bijsturing. De realisatie van de projectdoelstelling wordt gemonitord door directe controle op de uitvoering door de projectleider van de IHH.De realisatie naar het bereik wordt gemonitord door het bereik op te nemen in verslagen en evaluaties van de betreffende deelactiviteiten.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 15
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Onderstaande tabel geeft per deelactiviteit weer of er sprake is geweest van bijsturing naar aanleiding van monitoring en zelfevaluatie. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Is er sprake geweest van bijsturing?
(blanco indien categorie niet van toepassing) Educatie/workshops voor de doelgroep
Voor activiteiten zie tabel in paragraaf 3.2
Ja
Kennisuitwisseling tussen professionals
Voor activiteiten zie tabel in paragraaf 3.2
Ja
Onderzoek
Voor activiteiten zie tabel in paragraaf 3.2
Ja
Meldpunt/
Voor activiteiten zie tabel in paragraaf 3.2
Ja
Training professionals
Voor activiteiten zie tabel in paragraaf 3.2
Ja
Acties ten behoeve van
Voor activiteiten zie tabel in paragraaf 3.2
Ja
Informatiehuishouding
de doelgroep
Tijdens het interview geeft de projectleider de volgende toelichting op de deelactiviteiten waarop is bijgestuurd. Een aantal activiteiten die wezenlijk anders zijn dan het staande beleid zijn voorlopig opgeschort. De projectleider wil hiermee voorkomen dat er activiteiten worden uitgevoerd die straks niet meer binnen de beleidslijnen van de gemeente vallen en daarom geen doorgang kunnen hebben. Deze reden ligt ten grondslag aan de bijsturing van de volgende activiteiten: masterclasses voor het formele netwerk; kleinschalige (netwerk) initiatieven ontwikkelen; realisering zelfstandige uitvoering interventies door hulpverleningsorganisaties; leren omgaan met radicaal aanbod op internet; uitbreiding training webmasters en moderatoren. Educatie/workshops voor de doelgroep Ten aanzien van de weerbaarheidtrajecten voor moeilijk bereikbare groepen geldt dat de sportactiviteiten worden uitgevoerd. De empowermenttrainingen daarentegen zijn opgeschort tot er binnen de onderzoeken naar "nieuwe veroveraars" en radicaliserende moslima’s nieuwe moeilijk bereikbare groepen zijn gedefinieerd. Onderzoek Het onderzoek naar radicaliserende moslima’s loopt momenteel. De opzet hiervan is ten opzichte van het aanvankelijke plan uitgebreid in die zin dat de methode is uitgebreid naar een actieonderzoek. Dit houdt in dat wanneer er binnen het onderzoek een doelgroep of probleem is gedefinieerd, dat hier meteen een interventie op wordt ingezet, zoals bijvoorbeeld de empowermenttrainingen. Het onderzoek naar "nieuwe veroveraars" is nog niet gestart. Dit heeft volgens de projectleider geen specifieke reden. Meldpunt/Informatiehuishouding Ten aanzien van het organiseren van een pool gespecialiseerde hulpverleners geeft de projectleider aan dat er weliswaar contact is met een groep individuele gespecialiseerde hulpverleners, maar dat deze mensen niet als groep worden benaderd. In eerste instantie was het voornemen om deze hulpverleners periodiek samen te laten komen om kennis uit te
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 16
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
wisselen. Dit bleek in de praktijk geen meerwaarde te hebben. Het werken met gespecialiseerde hulpverleners wordt desalniettemin voortgezet. De projectleider noemt deze samenwerking succesvol, omdat hulpverleners die qua cultuur of religie dezelfde achtergrond hebben als de doelgroep een betere toegang hebben tot de doelgroep en ook effectiever kunnen interveniëren omdat ze zich goed kunnen inleven in de belevingswereld van de doelgroep. De training voor specifieke hulpverleners om adequaat te kunnen interveniëren wanneer mogelijke processen van radicalisering worden gesignaleerd komt volgens de projectleider nog te vroeg. Voordat hulpverleners kunnen interveniëren moeten ze eerst goed in staat zijn om de processen te signaleren. Daarom richt de training zich in eerste instantie daar op. Wanneer de signaleringsfunctie goed is, worden de hulpverleners getraind in het handelen tot deradicalisering. Training professionals De uitbreiding van de trainingen voor hoger onderwijs naar nieuwe doelgroepen heeft nog niet plaatsgevonden. De projectleider geeft aan dat er binnen het staande beleid wel trainingen worden gegeven aan onderwijzend personeel binnen het hoger onderwijs. De onderwijsinstellingen hebben in het verleden aangegeven ook niet-onderwijzend personeel, zoals vertrouwenspersonen, een training te willen laten volgen. Op dit moment hebben de onderwijsinstellingen volgens de projectleider andere prioriteiten, waardoor er onvoldoende animo is om een training van start te laten gaan. Zodra er voldoende aanmeldingen zijn, gaat de training alsnog van start. In deze resultaatinventarisatie is ook gevraagd of de gemeente Amsterdam een zelfevaluatie gaat uitvoeren. Tijdens het interview geeft de projectleider aan dat de IHH er naar streeft om alle deelactiviteiten te laten evalueren. Doel hiervan is om te leren van de uitgevoerde activiteiten en deze kennis deelbaar te maken.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 17
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
5
Doelbereik en reikwijdte Dit hoofdstuk belicht het doelbereik en de reikwijdte van het project
5.1 Doelbereik van het project Bij doelbereik gaat het om de realisatie van de doelstellingen. Reikwijdte betreft de mate waarin in het project de beoogde doelgroepen zijn bereikt. De onderstaande tabel geeft het doelbereik weer zoals dat door de gemeente/organisatie zelf wordt ervaren. Doelstelling
Realisatie doelstelling
Het deradicaliseren van radicaliserende jongeren en het aanpakken van het
Deels
radicaal gedachtengoed Het vergroten van de weerbaarheid tegen radicalisering
Deels
Het verkleinen van de voedingsbodem voor radicalisering
Deels
De projectleider geeft de volgende toelichting op de realisatie van de doelstellingen: de uitgevoerde activiteiten hebben bijgedragen aan het realiseren van de doelstellingen. Processen van polarisatie en radicalisering zijn hiermee echter nog niet verdwenen in de gemeente Amsterdam. De aanpak moet daarom worden voortgezet.
5.2 Reikwijdte van het project De onderstaande tabel geeft de reikwijdte van het project weer. Deelactiviteit
Doelgroep
Is de beoogde doelgroep bereikt?
Omvang doelgroep?
Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf?
Weerbaarheidstrajecten voor
+/- 60 personen die vatbaar
Gedeeltelijk
30
moeilijk bereikbare groepen
zijn voor radicalisering
Nee, raming was 60. Het beoogde bereik met de sportactiviteiten (raming was 30) is gerealiseerd. De empowermenttrainingen (beoogd bereik was twee maal 10-15) hebben (nog) niet plaatsgevonden
Nee
0
Nee, beoogd was 500
Ja
55
Meer dan beoogde bereik van 20
vanwege hun geïsoleerde leefstijl en/of afkeer van de samenleving Masterclasses voor het
Verantwoordelijken van
formele netwerk
organisaties die mogelijk te maken krijgen met radicalisering
Traject sleutelfiguren
Betrokken jongeren die geïnteresseerd zijn in de problematiek rond radicalisering en daar iets aan willen doen
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 18
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Deelactiviteit
Doelgroep
Is de beoogde doelgroep bereikt?
Omvang doelgroep?
Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf?
Kleinschalige (netwerk)
Sleutelfiguren die elk een
Nee
0
Nee, beoogd was 10
initiatieven ontwikkelen
moeilijk bereikbare groep Onbekend
Geen raming gedaan
Nee
0
Geen raming gedaan
Ja
Onbekend
Geen raming gedaan
Ja
Onbekend
Geen raming gedaan
Ja
10
Ja
Ja
25
Ja
Ja
Onbekend
Geen raming gedaan
Hulpverleningsorganisaties
Ja
1
Nee, beoogd was 5
Individuele begeleiding van
Jongeren die eerder hebben
Ja
8
Nee, beoogd was 23
jongeren in een
deelgenomen aan de re-
radicaliseringsproces
integratietraining
Uitbreiding en
MBO-professionals van
Ja
55
Nee, raming was 100, wordt naar verwachting gehaald
Nee
0
Nee, beoogd was 125
Nee
0
Nee
Nee
0
Geen raming gedaan
benaderen Borging kennis en ervaring
Alle belanghebbenden; geen Ja raming gedaan
Onderzoek naar "nieuwe
Personen in een
veroveraars"
radicaliseringsproces waarbij crimineel gedrag wordt gerechtvaardigd met ideologie; geen raming gedaan
Onderzoek naar
Moslima's die in een
radicaliserende moslima's
radicaliseringproces zitten of daar vatbaar voor zijn; geen raming gedaan
Debatten en themameetings
Studenten en professionals
in het hoger onderwijs
in het hoger onderwijs; geen raming gedaan
Organiseren pool
Hulpverleners in
gespecialiseerde
verschillende disciplines
hulpverleners Training voor specifieke
Hulpverleners in
hulpverleners bij interventies
verschillende disciplines
Evalueren en borgen
Professionals betrokken bij
ingezette methodieken
de interventies; geen raming gedaan
Realisering zelfstandige uitvoering interventies door hulpverleningsorganisaties
doorontwikkeling training voor verschillende scholen MBO-professionals Masterclasses om kennis bij
Professionals die eerder een
getrainden up-to-date te
radicaliseringstraining
houden
hebben gevolgd
Uitbreiding training hoger
Niet-onderwijzende
onderwijs naar nieuwe
professionals in het hoger
doelgroepen
onderwijs
Leren omgaan met radicaal
(Kwetsbare) jongeren en
aanbod op internet
hun ouders; geen raming gedaan
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 19
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Deelactiviteit
Doelgroep
Is de beoogde doelgroep bereikt?
Omvang doelgroep?
Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf?
Uitbreiding training
Webmasters en
Ja
Onbekend
webmasters en moderatoren
moderatoren van websites
Onbekend, raming was 30, activiteit is slechts gedeeltelijk uitgevoerd
waar veel jongeren komen uit kwetsbare groepen
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 20
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
6
Leerpunten Dit hoofdstuk belicht de geconstateerde succes- en risicofactoren, de samenwerking en elementen in het project die eventueel kunnen dienen als goede voorbeelden.
6.1 Gebleken succes- en risicofactoren Zowel in de aanvraag van de Doorontwikkeling, als in de aanpak Amsterdam tegen Radicalisering staan geen risicofactoren beschreven (zie 3.4). Deze paragraaf beschrijft de succes- en risicofactoren die de projectleider terugkijkend op het project benoemt, zowel voor de uitvoering in 2011, als daarvoor in 2010. De laatstgenoemde informatie is afkomstig uit de resultaatinventarisatie uit 2010. Voor een deel gelden dezelfde succesfactoren als in de resultaatinventarisatie van 2010: Een goede probleemanalyse gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en de ervaringen en contacten van mensen in Amsterdam die het kunnen weten. Een goed netwerk in de moslimgemeenschappen en vooral bij de tweede generatie jongeren. Deze jongeren zorgen ervoor dat de gemeente weet wat er speelt en in contact kan komen met moeilijk bereikbare doelgroepen. Een netwerk van sleutelfiguren. Hierbij valt te denken aan het formele netwerk van sleutelfiguren, zoals via de jeugdhulp, maar vooral ook aan het informele netwerk; de mensen die vanuit gedrevenheid iets doen voor de doelgroep. Gebruik maken van organisaties en bedrijven die verstand van zaken hebben en goede contacten bij de relevante doelgroepen. De projectleider noemt hierbij vooral lokale zelforganisaties die vertrouwen genieten bij de doelgroep in plaats van het uitvoeren van een project door de gemeente zelf. Ambtelijke organisatie buiten bestaande structuren, naar buitengericht en met een hands on mentaliteit. Volgens de projectleider gaat het om een voor de ambtenaren andere manier van werken, het gesprek durven aangaan met de doelgroep zelf en niet op kantoor blijven. Integrale aanpak van OOV en DMO op het terrein polarisatie en radicalisering. De projectleider noemt het feit dat vanuit veiligheid en maatschappelijke ontwikkeling gezamenlijk het Actieplan is vormgegeven en uitgevoerd een succesfactor. Het serieus ingaan op de meningen en standpunten van mensen die mogelijk in een radicaliseringsproces zitten. Op die manier kan er daadwerkelijk contact tot stand komen waarbinnen gevoelige en persoonlijke ideeën kunnen worden besproken en beinvloedt. Voldoende financiële middelen. De gemeente Amsterdam geeft aan dat de bijdrage van het ministerie van VenJ tot een veel steviger aanpak heeft geleid dan anders mogelijk was geweest. De projectleider licht toe: in de Amsterdamse aanpak van radicalisering is bestuurlijke steun door de jaren heen een belangrijke succesfactor geweest. Door de wisselingen in het college van B&W en bij de stadsdeelbesturen is de behoefte ontstaan om de analyse van de problematiek van radicalisering en de aanpak daarvan te actualiseren. Dit heeft geresulteerd in het proces van Heroriëntatie met als doel om de aanpak weer "state-of-the-art" te maken. Op het moment dat de vernieuwde aanpak wordt bekrachtigd door het college van B&W, en in het verlengde daarvan door (enkele) stadsdeelbesturen, zal de bestuurlijk steun opnieuw een belangrijke succesfactor zijn.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 21
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Een risicofactor die de projectleider terugkijkend op het project noemt is het vinden en bereiken van de juiste doelgroep. Het welslagen hiervan is volgens de projectleider afhankelijk van de betrokken lokale professionals. De projectleider geeft aan daarom lokale professionals te selecteren om deelactiviteiten uit te voeren, op basis van hun ingang bij de beoogde doelgroep. Bovendien worden duidelijke resultaatafspraken gemaakt, waarbij de verantwoordelijkheid voor het bereiken van de beoogde doelgroep, in voldoende mate, bij de uitvoerende partij ligt. De resultaatinventarisatie uit 2010 leverde bovendien de volgende risico's, welke op onderstaande wijze zijn beheerst: Politiek ligt een aantal activiteiten uit het Actieplan moeilijk, gezien vermeende inbreuk op scheiding kerk en staat. De projectleider licht toe: de gemeenteraad heeft in 2009 een notitie over de scheiding van kerk en staat goedgekeurd. Alle activiteiten waarvoor dit mogelijk relevant is, zijn of worden aan het beleid van deze notitie getoetst. Alle uitgevoerde activiteiten van het actieplan Radicalisering passen binnen dit beleid. Vooral in de fase van beleidsontwikkeling heeft het beleid ten aanzien van scheiding van kerk en staat een belangrijke sturende werking. Het beleid moet zoveel mogelijk worden ingebed in de bestaande instrumenten en beleidsvelden op het gebied van jeugd,onderwijs en participatie. Dit is in praktijk niet altijd makkelijk. De projectleider geeft aan dat dit punt onderdeel is van de heroriëntatie.
6.2 Samenwerking In het kader van het onderzoek is gevraagd of het project heeft bijgedragen aan een verbetering van de samenwerking met betrokken organisaties. In onderstaande tabel wordt aangegeven hoe de samenwerking met betrokken organisaties is ervaren. Type organisatie
De gemeente/organisatie kwalificeert de samenwerking als: (blanco indien geen samenwerking)
Onderwijsinstellingen
Enigszins succesvol
Welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuizen, jeugdcentra)
Enigszins succesvol
Multiculturele organisaties
Enigszins succesvol
Politie
Enigszins succesvol
Justitie
Niet zo succesvol
De projectleider van de IHH geeft aan dat door de Doorontwikkeling de samenwerking met betrokken organisaties is verbeterd. Daarmee is de trend van 2010 voortgezet. Wel geeft de projectleider aan dat samenwerking met onderwijsorganisaties nog steeds niet makkelijk is. Dit wordt bevestigd door de radicaliseringadviseur die de trainingen voor MBO-professionals verzorgt. Volgens de adviseur zijn scholen erg intern gericht en staan lang niet alle schoolbestuurders open voor een traject over radicalisering met externe trainers. Bijkomende complicerende factor is de roosterproblematiek: trainingen moeten plaatsvinden onder schooltijd, hetgeen betekent dat er lessen uitvallen of overgenomen moeten worden. Volgens de trainer zijn docenten niet bereid om de trainingen in de avond of in het weekend te volgen.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 22
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
6.3 Lessons learned Er is sprake van een 'lessons learned'/positief voorbeeld als het afgeronde project of elementen ervan geschikt zijn als positief voorbeeld voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De volgende elementen van het project zijn volgens de projectleider geschikt als positief voorbeeld: Traject sleutelfiguren. Hier wordt vol op ingezet en is volgens de projectleider de aangewezen manier om in contact te blijven met de doelgroep (vatbare jongeren). Sleutelfiguren signaleren mogelijke processen van radicalisering en kunnen deze signalen doorgeven aan het stadsdeel of IHH, zodat er adequaat op gereageerd kan worden. Samenwerking met gespecialiseerde hulpverleners. De projectleider geeft aan dat hulpverleners die qua cultuur of religie dezelfde achtergrond hebben als de doelgroep een betere toegang hebben tot de doelgroep. Bovendien kunnen zij effectiever interveniëren, omdat ze zich goed kunnen inleven in de belevingswereld van de doelgroep. De projectleider noemt als voorbeeld de inzet van een psycholoog die ook islamoloog is. In de praktijk blijkt er een groep jongeren te zijn die zowel angststoornissen hebben als radicaal gedachtegoed. Een psycholoog die zich richt op de angststoornis maar geen oog heeft voor het islamitisch radicale gedachtegoed van de jongere, bereikt bij deze jongeren geen effect. Een gespecialiseerde hulpverlener daarentegen, die bekend is met de belevingswereld van de jongeren, kan het probleem in de breedte benaderen en behandelen. Zo beschikt de IHH over een netwerk van 'favoriete professionals'. Één van deze professionals is de radicaliseringadviseur die de trainingen voor MBOprofessionals verzorgt. Ook hem is in het interview gevraagd naar aspecten van het actieplan Amsterdam tegen Radicalisering en in het bijzonder zijn trainingen. Ten aanzien van het actieplan Amsterdam tegen Radicalisering noemt hij twee sterke punten: Het Amsterdamse model voor radicalisering. Dit model beschrijft de balans tussen vraag en aanbod, voedingsbodem en weerbaarheid (zie ook 3.2). De adviseur, die onder andere ervaring heeft in Engeland en Denemarken, geeft aan dat dit het beste model voor radicalisering is dat hij kent. Volgens hem is het zeer verhelderend en daarom goed bruikbaar in trainingen aan professionals over radicalisering. De werkwijze van de IHH. Volgens de adviseur is de IHH goed in staat om de juiste expertise aan zich te binden. Werken met goede professionals, waar de IHH op inzet, is volgens de adviseur een voorwaarde voor effect. Naast de werkwijze van de centrale stad, vindt de adviseur de training aan MBO-professionals een positief voorbeeld. Deze training richt zich op MBO-professionals, omdat deze met leerlingen werken die zich in een levensfase bevinden waarin veel van hen bezig zijn met hun identiteitontwikkeling en daarmee mogelijk kwetsbaar zijn voor radicaal gedachtegoed. De training richt zich specifiek op islamitische radicalisering, omdat dit volgens de trainer de grootste dreiging vormt. De training bestaat uit twee dagen. Op dag één krijgen de professionals basiskennis aangereikt over de islam, over identiteitsontwikkeling bij moslim jongeren en over processen van radicalisering. Deze kennis hebben de professionals volgens de trainer nodig om te weten wat normaal is: "ze moeten de norm kennen om abnormaal gedrag te kunnen herkennen." Zo leren
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 23
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
de professionals een aantal specifieke signalen te herkennen die mogelijk duiden op een proces van radicalisering. Op dag twee gaan de professionals oefenen met wat ze geleerd hebben. Dit kan in de vorm van rolspellen om signalen te herkennen. Ook krijgen docenten handvatten aangereikt om in hun lessen rekening te houden met de voedingsbodem en de weerbaarheid van de jongeren. De adviseur vindt deze training een positief voorbeeld, omdat veel MBO-professionals niet weten hoe ze om moeten gaan met een situatie waarin een leerling radicale uitspraken doet. In de praktijk komt het regelmatig voor dat een docent de leerling uit de klas stuurt, en wanneer deze zijn gedrag niet aanpast, zelfs van school verwijdert. Dit verhoogt volgens de adviseur het risico dat deze jongeren verdergaan in hun radicaliseringproces. Dit kan voorkomen worden door adequaat met dergelijke situaties om te gaan. De adviseur ziet hier voor MBOprofessionals een belangrijke rol weggelegd. Deze rol vervullen zij nog te weinig, soms uit onwetendheid, soms uit angst of uit handelingsverlegenheid. Met deze training worden de professionals in staat gesteld om processen van radicalisering te signaleren hier adequaat op te reageren.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 24
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
7
Borging van het project De borging heeft betrekking op de wijze waarop de uitkomsten en leerpunten van het project een structurele plaats hebben gekregen in het beleid van de gemeente/organisatie. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat de kennis, contacten en producten die zijn ontstaan in het project, nu structureel worden toegepast door de initiatiefnemende organisatie en door andere betrokken organisaties. In principe worden nieuwe activiteiten die zinvol zijn gebleken en waarvan het ook zinvol lijkt om deze voort te zetten, onderdeel gemaakt van het staande beleid van IHH. De activiteiten uit de Doorontwikkeling sluiten immers goed aan bij het staande beleid. Dit valt onder de verantwoordelijkheden van de bestuursadviseur OOV, tevens projectleider IHH, geïnterviewd voor deze resultaatinventarisatie. Hoe het beleid van IHH er uit gaat zien is echter afhankelijk van de uitkomsten van de heroriëntatie van het radicaliseringsbeleid van de gemeente Amsterdam. Op het moment van schrijven is hier nog niets over bekend. De projectleider kan geen indicatie geven wanneer dit wel het geval is. Er is om die reden ook nog geen nieuw beleid ontwikkeld. Daarnaast worden resultaten ingebed in het beleid van betrokken organisaties. Bijvoorbeeld de MBO scholen waarvan professionals een training hebben gevolgd. Deze professionals zijn nu beter in staat om radicalisering te signaleren en hier adequaat op te reageren. Dit reageren kan door zelf het gesprek met leerlingen aan te gaan of door een melding te doen bij de IHH. Bovendien zijn docenten zich bewust van de rol van een voedingsbodem en de weerbaarheid van jongeren op processen van radicalisering. Zij kunnen hier in hun lessen rekening mee houden. De kennis opgedaan in de Doorontwikkeling wordt gedeeld middels het kenniscentrum van IHH. De IHH streeft er volgens de projectleider naar om alle activiteiten te laten evalueren om ervan te leren en de opgedane kennis deelbaar te maken.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 25
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Bijlage 1 Relevante definities Onderstaande toelichting is gebaseerd op de definities zoals die door de AIVD en het ministerie van VenJ worden gehanteerd: Activisme is de benaming voor het fenomeen waarbij personen of groepen op buitenparlementaire wijze maar binnen de grenzen van de wet, streven naar bepaalde idealen. Borging van projecten: de verankering van het beleid ontwikkeld in het project, de kennis opgedaan in het project en de resultaten van projecten in de dagelijkse uitvoering door betrokken organisaties. Borging blijkt onder anderen uit de wijze waarop het beleidsonderwerp aandacht krijgt in nieuw beleid, verantwoordelijkheden voor het beleidsonderwerp zijn toegewezen in de organisatie en middelen zijn toegekend om het beleidsonderwerp uit te werken en uit te voeren. Decentralisatie-uitkering: een uitkering die via het Gemeentefonds ter ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau door het Rijk wordt verstrekt aan gemeenten. Extremisme is het fenomeen waarbij personen of groepen, bij het streven naar bepaalde idealen, bewust over de grenzen van de wet gaan en (gewelddadige) illegale acties plegen. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van segregatie langs etnische en religieuze lijnen. Radicalisering is het proces van toenemende bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middel), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). Subsidie: een financiële bijdrage op grond van een tijdelijke subsidieregeling die door het Rijk wordt verstrekt aan zelfstandige rechtspersonen met als doel de ondersteuning van bovenlokale activiteiten ten behoeve van het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren. Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. De aan polarisatie en radicalisering verbonden fenomenen en processen kunnen zich manifesteren vanuit rechtse of linkse politieke overtuiging, vanuit islamitische geloofsovertuiging, of vanuit verbondenheid met dierenrechten.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 1
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Bijlage 2 Achterliggende motivatie Achterliggende motivatie voor de inzet van activiteiten gerelateerd aan de doelstellingen van het Actieplan. Cluster meld- en adviespunt: Hulpverlening zal moeten leren om rekening te houden met en gebruik te maken van specifieke culturele en religieuze aspecten in een concrete situatie. Dit kan bijvoorbeeld door het inzetten van psychiaters met een Marokkaanse achtergrond of door de inzet van sleutelfiguren als vertrouwenspersonen om de relatie met hulpverlening te herstellen. De inzet van reguliere hulpverlening is gericht op disengagement, oftewel iemand loskoppelen door zijn situatie te veranderen en duurzaam te verbinden aan de maatschappij. Hiermee worden radicale ideeën echter niet automatisch verlaten. OOV zal methoden moeten (blijven) ontwikkelen die gericht zijn op de daadwerkelijke deradicalisering. Reguliere hulpverleningsinstanties hebben nog te weinig kennis van zaken om adequaat te kunnen interveniëren bij gevallen van mogelijke radicalisering. Deze organisaties moeten zich voorbereiden om deze taak uiteindelijk zelfstandig te kunnen uitvoeren. De gemeente moet dit bij deze organisaties agenderen en ze ondersteunen op het gebied van kennis, vaardigheden en netwerken. Het bereik van de hulpverlening is beperkt bij doelgroepen die extra kwetsbaar zijn voor radicalisering. Naast het verbeteren van de bestaande hulpverlening is het ook nodig om nieuwe specifieke vormen van hulpverlening te ontwikkelen. Vanaf 2008 zijn er nieuwe ontwikkelingen zichtbaar aan het worden aangaande radicale bewegingen in Nederland. Met name de mogelijke opkomst van bewegingen die criminaliteit en geweld rechtvaardigen door middel van ideologie baart zorgen. In 2011 wil OOV beter zicht krijgen op al deze jongeren en hun leefomstandigheden. Hiervoor zouden 23 jongeren die in grote mate vatbaar zijn voor radicalisering of reeds radicale denkbeelden hebben, individueel en op regelmatige basis begeleid moeten worden. Uit lopende en afgeronde onderzoeken is gebleken dat voormalige rechtsextremisten een nuttige rol kunnen vervullen bij het deradicaliseren van leden van extreemrechtse bewegingen. Daarom is de gemeente voornemens een kleine pool van experts op te zetten en die aan zich te binden om zicht te krijgen op individuele rechtsextremisten en hen in te zetten voor mogelijke deradicaliseringstrajecten. Cluster uitbouwen van het formeel en informeel netwerk: In de dagelijkse werkzaamheden van de IHH is het van belang dat er breed draagvlak is voor de acties tegen radicalisering. Om die reden is de IHH voornemens om een serie speciale masterclasses te organiseren voor directeuren van gemeentelijke diensten en organisaties.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 1
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
De Informatiehuishouding hecht veel waarde aan civil society, de rol van betrokken organisaties en andere partners. Naast het activeren van moskeeorganisaties, reeds actieve sleutelfiguren en het gemeentelijke informele netwerk, liggen de grootste kansen in de komende jaren bij groepen die moeilijk bereikbaar zijn. OOV is voornemens om reeds actieve en betrokken sleutelfiguren uit het informele gemeentelijke netwerk, het maatschappelijk middenveld en het hoger onderwijs de ruimte te geven hun eigen kleinschalige initiatieven te ontwikkelen. Cluster trainingen voor professionals: In 2010 heeft de IHH een start gemaakt met trainingen aan MBO professionals om ook hen te voorzien van de juiste competenties om op een goede manier om te kunnen gaan met processen van radicalisering. Uit de werving is gebleken dat de te trainen professionals (100 man) niet genoeg is voor een goede afspiegeling van getrainde professionals in het MBO onderwijs in Amsterdam. Om die reden wil OOV deze MBOtrainingen uitrollen over 2011, teneinde een goede verspreiding van kennisdeling over alle MBO-instellingen te verzekeren. In de afgelopen jaren zijn er verschillende trainingen gegeven aan verschillende doelgroepen om hen bewust te maken van radicaliseringsprocessen. OOV hecht er waarde aan om die kennis en kunde op peil te houden. Dat kan bereikt worden door masterclasses te organiseren voor de reeds getrainde professionals en andere doelgroepen. Daarnaast zijn er nieuwe doelgroepen, zoals bijvoorbeeld vertrouwenspersonen, colleges van bestuur en beveiligers in het hoger onderwijs die nog onbekend zijn met het onderwerp. Ook zij moeten getraind worden om adequaat te kunnen omgaan met processen van radicalisering. Cluster intensiveren van de kennisopbouw- en uitwisseling Om de informatie uit het kenniscentrum van de IHH beter toegankelijk te maken voor de brede klantenkring van de IHH (burgermeester, wethouders, directie OOV, professionals, burgers) wordt de informatie veredeld door het maken van analyses en samenvattingen. Naast concrete acties tegen radicalisering is het nodig om nieuwe onderzoeken uit te zetten naar de nieuwe verschijningsvormen van radicalisering. Met name de mogelijke opkomst van bewegingen die criminaliteit en geweld rechtvaardigen door middel van ideologie baart zorgen en verdient een verdiepend onderzoek. Daarnaast heeft de IHH te weinig zicht op het gebied van radicaliserende moslima’s en vrouwen die kampen met problematieken die hen vatbaar maken voor radicalisering. Tenslotte hebben verschillende hoger onderwijsinstellingen aangegeven debatten en themameetings te willen organiseren over dit onderwerp. Nu Amsterdamse hoger onderwijsinstellingen de problematiek in toenemende mate (h)erkennen, kunnen deze bottom-up initiatieven van docenten en studenten leiden tot nieuwe inzichten over de manieren waarop processen van radicalisering zich in het hoger onderwijs voltrekken en waar hoger opgeleide jongeren die vatbaar zijn voor radicalisering, mee kampen.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 2
31 oktober 2011 Ons kenmerk 1011477-033/eze/aht
Cluster ondersteunen van activiteiten gericht op weerbaarheid van moslims: Een tweesporenbeleid heeft in de optiek van de IHH het beste effect. Daarom zouden de uit te zetten onderzoeken parallel moeten lopen aan initiatieven om de genoemde doelgroepen op een laagdrempelige manier te bereiken. Zowel sportactiviteiten voor kwetsbare moeilijk bereikbare moslim jongeren als empowermenttrajecten zijn middelen om meer zicht te krijgen op de problemen die er spelen alsmede hen te binden aan de samenleving door hen uit hun isolement te trekken. Cluster realiseren van projecten gericht op internet en radicalisering: Naast meer reguliere projecten waarmee individuen en doelgroepen fysiek worden bereikt, kan er slimmer gebruik gemaakt worden van het internet. Op sites zoals www.marokko.nl of www.hababam.nl zijn er op willekeurige momenten honderden jongeren online, waarvan een deel juist middels fora en andere sites radicale ideeën opdoet en/of verspreid. De IHH ziet kansen om jongeren kritischer te leren omgaan met het radicale gedachtegoed dat wijdverbreid te vinden is het op het internet.
Amsterdam Doorontwikkeling
Pagina 3