Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99
[email protected] www.kplusv.nl
Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Stadskanaal: Plan van aanpak polarisatie en radicalisering Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en
Referentie
Justitie
Arnhem, 22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
Inhoud 1
Inleiding
1
1.1
Achtergrond evaluatie
1
1.2
Opzet evaluatie
1
1.3 2
Projectbeschrijving Voor de start van het project
1 3
2.1
Betrokkenheid
3
2.2
Draagvlak en beleid
3
2.3 3
Samenwerking met externe partijen Start en opzet van het project
3 4
3.1
Start en aanleiding
4
3.2
Doelgroep en doelstellingen
4
3.3
Risico's
6
3.4
Organisatie en communicatie
6
3.5 4
Verantwoording Uitkomsten van het project
7 8
4.1
Realisatie producten/activiteiten
8
4.2
Realisatie versus budget
8
4.3
Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie
9
4.4 5
Borging van het project Doeltreffendheid
9 10
5.1
Doelbereik en reikwijdte
10
5.2 6
Maatschappelijk effect Leerpunten
12 13
6.1
Succes- en risicofactoren
13
6.2
Samenwerking
13
6.3
Best practice
14
Bijlagen 1
Relevante definities
2
Geraadpleegde bronnen
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
1
Inleiding 1.1 Achtergrond evaluatie In het kader van de uitvoering van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 vinden verschillende activiteiten plaats. Een deel hiervan wordt mede gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ). Dit gebeurt door toekenning van een decentralisatie-uitkering aan gemeenten en door toekenning van een tijdelijke subsidie aan maatschappelijke organisaties. In opdracht van het ministerie van VenJ worden alle projecten en aanpakken waarvoor een decentralisatie-uitkering of een subsidie is toegekend geëvalueerd. Met deze evaluatie streeft het ministerie van VenJ een aantal doelen na: leren voor volgende projecten en aanpakken; de resultaten van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; het bereik van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; 'best practices' benoemen en toegankelijk maken voor betrokkenen.
1.2 Opzet evaluatie De evaluatie is uitgevoerd door bestudering van het onderzoeksplan, de beschikbare achtergronddocumentatie en eventueel beschikbare eigen evaluatiedocumenten. De projectleider heeft parallel daaraan een webenquête ingevuld. De ingevulde webenquête vormde voor de onderzoekers, tezamen met vragen naar aanleiding van de overige documentatie, de gespreksrichtlijn voor de gesprekkenronde. De onderzoekers hebben gesproken met de projectleider van de gemeente. Doel van de gesprekkenronde was een nadere invulling en verdieping van de uit schriftelijke bronnen verkregen informatie. Het resultaat is het onderhavige rapport. De diverse elementen uit de evaluatie zijn weergegeven in de navolgende paragrafen.
1.3 Projectbeschrijving De gemeente Stadskanaal is in 2008 het project 'Plan van aanpak polarisatie en radicalisering' gestart. De achtergrond van het project is dat de gemeente Stadskanaal al jaren te maken heeft met een groep rechts-radicale en polariserende jongeren die op meer of minder ernstige wijze uiting geven aan hun rechtse overtuiging. Een politieonderzoek in 2007 in de politieregio Groningen vormde de directe aanleiding voor het project. Dit onderzoek leidde tot de constatering dat de grootste aantallen jongeren die zich rechts-extreem uitlaten voornamelijk in het oosten en noorden van Groningen woonachtig zijn. In de provincie Groningen is het geschatte aantal jongeren met een rechts-extreme overtuiging het grootst in Stadskanaal. Het ging daarbij om een harde kern van 30-40 personen en 80-100 meelopers. Het project loopt van januari 2008 tot juli 2011. Het richt zich met name op: rechtsradicalisering/extremisme.
Pagina 1
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
In de oorspronkelijke projectopzet waren de volgende doelstellingen opgenomen: het doel van het project is het aantal meelopers in rechtsradicale groepen in de gemeente Stadskanaal te reduceren tot nul en de harde kern zo volgen dat werving van meelopers en publiek optreden vrijwel onmogelijk worden gemaakt. De gemeente/organisatie noemt daarnaast de volgende toegevoegde doelstellingen: goed monitoren van radicaliserende jongeren; 1
een meldpunt veiligheid en zorg inrichten en opnemen in CJG (V) ; de conceptmethodiek Winschoten en anderen uitvoeren voor losweken van jongeren uit groepen; professionals opleiden voor vroegsignalering. In de onderstaande tabel is het scala aan mogelijke activiteitencategorieën weergegeven en de activiteiten die bij dit specifieke project zijn geformuleerd. Categorie activiteiten
Welke deelprojecten en/of activiteiten waren bij de start van het project geformuleerd?
Kennisuitwisseling
Kennisuitwisseling onder professionals, onder meer via het meldpunt veiligheid en zorg en via het netwerk 12 plus.
Bevorderen contacten
Het bevorderen van contacten vindt plaats via: het inrichten meldpunt veiligheid en zorg; aandacht voor radicalisering in netwerk 12 plus; structureel overleg met politie over probleemgroepen; monitoren door politie en randgroepjongerenwerkers.
Onderzoek
Permanente monitoring door politie en jongerenwerkers.
Meldpunt/informatiehuishouding
Meldpunt veiligheid en zorg (realisatie in april 2009).
Training professionals
Professionalisering van leerkrachten en sportleiders met het oog op vroegsignalering van vindplaatsen.
Acties t.b.v. de doelgroep
Methodisch losweken van jongeren uit probleemgroepen (methodiek Winschoten en straatcoaches).
In totaal heeft het ministerie van VenJ aan de Gemeente Stadskanaal een bedrag van € 100.000 toegekend voor het project Plan van aanpak polarisatie en radicalisering.
1
Centrum voor Jeugd, Gezin en het Meldpunt Veiligheid en Zorg van de gemeente Vlagtwedde en Stadskanaal.
Pagina 2
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
2
Voor de start van het project De volgende paragrafen gaan over de situatie voorafgaand aan de start van het project. We kijken hierbij in het bijzonder naar de bekendheid van de organisatie met het vraagstuk van polarisatie en radicalisering, het bestaande beleid en de samenwerking met externe partijen.
2.1 Betrokkenheid Bij betrokkenheid gaat het om de mate waarin de organisatie voor de start van het project al betrokken was bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Het vraagstuk van radicalisering en met name rechtsradicalisering was al een bekend fenomeen in de gemeente. Er waren al enkele aan radicalisering gerelateerde initiatieven zoals de extra inzet van de randgroepjongerenwerker en een jeugdmaatschappelijk werker en een pilot begeleid wonen. De gemeente is bekend geraakt met de decentralisatie-uitkering via een aankondiging van het ministerie.
2.2 Draagvlak en beleid In deze evaluatie is gevraagd naar het draagvlak binnen de organisatie voor het gestructureerd tegengaan van polarisatie en radicalisering. Het gaat om de aandacht op management en/of bestuurlijk niveau in de organisatie. Dit kan onder meer tot uiting komen in beleid en concrete doelstellingen. Er was - voorafgaand aan het project - binnen de gemeente al circa tien jaar op bestuurlijk niveau aandacht voor het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Het beleid richtte zich op het tegengaan van extreemrechtse radicalisering. Het ging daarbij om het in kaart brengen van problematische groepen binnen de bestaande zorg- en hulpverleningsinfrastructuur en het begeleiden van jongeren naar terugkeer in 'normale' verbanden. Het beleid was algemeen geformuleerd en op basis van politieonderzoek werd bekend dat rond 2007 tientallen rechtsradicale jongeren actief waren in de gemeente. Dit heeft een impuls gegeven aan het draagvlak op bestuurlijk niveau.
2.3 Samenwerking met externe partijen In de regel wordt voorafgaand aan de projecten al samengewerkt met diverse partijen. In de evaluatie is gevraagd naar de samenwerking en het succes van de samenwerking. De gemeente werkte wel samen met diverse maatschappelijke organisaties op gerelateerde terreinen zoals welzijn en jeugd, maar voor de start van het project werd er nog niet samengewerkt om specifiek polarisatie en radicalisering tegen te gaan.
Pagina 3
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
3
Start en opzet van het project Dit hoofdstuk gaat in op de start en opzet van het project. Het gaat hierbij om de aanleiding van het project, de initiatiefnemers en de beoogde doelen en doelgroepen bij de start van het project. Ook wordt ingegaan op de succes- en risicofactoren, de organisatie, de communicatie en de verantwoording.
3.1 Start en aanleiding Het vraagstuk van rechts-extremisme is al zo'n tien jaar bekend in Stadskanaal. Het politieonderzoek uit 2007 signaleerde het bestaan van een relatief grote groep extreemrechtse jongeren in Stadskanaal. Dit vormde, samen met al bij de gemeente bekende incidenten, de directe aanleiding voor het project. De in het politieonderzoek genoemde groep betrof zowel een harde kern, als ook een groep meelopers. Als oorzaken van de radicalisering noemde het politieonderzoek: a. invloedsfeer van de extreemrechtse jongere zelf: ouders brengen hun eigen xenofobe denkbeelden over op hun kinderen; juist oudere jongeren met bepaalde status (harde kernjongeren) uitten zich laatdunkend over allochtonen; in enkele gevallen hebben ook extreemrechts denkende ouderen invloed op extreemrechtse jongerengroepen; b. de komst van AZC's in kleine 'blanke' gebieden; c. uitzichtloos bestaan van de jongeren uit een buurt; d. groepsdruk. Het onderzoek constateert dat in de meeste gevallen sprake is van meerdere mogelijke oorzaken. De oorzaken hebben een elkaar versterkend effect. Dit politieonderzoek zorgde voor wat publiciteit, te meer omdat Stadskanaal er, samen met Winschoten, negatief uitsprong wat betreft het aantal extreemrechtse jongeren. Er zou een harde kern van 30-40 jongeren zijn, en 80-100 meelopers (later bleken die aantallen lager te liggen). Het leidde tot aandacht in de gemeenteraad voor het vraagstuk. De gemeenteraad stelde dat het probleem aangepakt moest worden en dat er gericht beleid diende komen. Het initiatief tot de start van het project lag daarmee bij het gemeentebestuur van de gemeente Stadskanaal.
3.2 Doelgroep en doelstellingen In de onderstaande tabel zijn de doelstellingen weergegeven zoals deze in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. Tevens zijn in onderstaande tabel de aanvullende doelstellingen opgenomen die tijdens de uitvoering van het project mogelijk zijn geformuleerd.
Pagina 4
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
Doelstelling
Geldigheid doelstelling
Doelgroep
Het hoofddoel van het project is het Doelstelling geldt nog. aantal meelopers in rechtsradicale groepen in de gemeente Stadskanaal te reduceren tot nul en de harde kern zo volgen dat werving van meelopers en publiek optreden vrijwel onmogelijk worden gemaakt.
Jongeren die dreigen af te glijden, niet de harde ideologische kern, die in de praktijk nauwelijks lijkt te bestaan
De volgende subdoelen zijn Doelstellingen gelden nog. toegevoegd: a. goed monitoren; b. een meldpunt veiligheid en zorg inrichten en opnemen in CJG (V); c. de conceptmethodiek Winschoten en anderen uitvoeren voor het losweken van jongeren uit groepen; d. professionals opleiden voor vroegsignalering.
De bijbehorende doelgroepen zijn: a. alle jongeren en ouderen die rechtsradicale sentimenten hebben; b. alle burgers die iets willen melden; c. individueel jongeren benaderen, nog niet gepraktiseerd; d. leerkrachten voortgezet onderwijs en sportleiders, één cursus geweest, in september een volgende.
De onderstaande tabel geeft de deelprojecten of activiteiten weer en het beoogde bereik daarvan. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Omvang beoogde doelgroep
Kennisuitwisseling
Kennisuitwisseling onder professionals, onder meer via het meldpunt veiligheid en zorg, en via het netwerk 12 plus.
250 professionals
Bevorderen contacten
Het bevorderen van contacten vindt plaats via:
Geen raming gedaan.
(raming)
het inrichten meldpunt veiligheid en zorg; aandacht in netwerk 12 plus; structureel overleg met politie over probleemgroepen; monitoren door politie en randgroepjongerenwerkers. Onderzoek
Permanente monitoring door politie en jongerenwerkers.
Geen raming gedaan.
Meldpunt/informatiehuishouding
Meldpunt veiligheid en zorg (realisatie in april 2009).
Geen raming gedaan.
Training professionals
Professionalisering van leerkrachten en sportleiders 100 professionals met het oog op vroegsignalering op vindplaatsen.
Acties t.b.v. de doelgroep
Methodisch losweken van jongeren uit probleemgroepen (methodiek Winschoten en straatcoaches).
Pagina 5
15 jongeren
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
3.3 Risico's Kritieke succes- en risicofactoren zijn de factoren die een grote impact kunnen hebben op het welslagen van het project. Voorafgaand aan het project zijn de kritieke risicofactoren inzichtelijk gemaakt. Het door Stadskanaal opgestelde plan van aanpak bevat een probleemanalyse waarin meerdere risicofactoren aan bod komen. Vooraf gesignaleerde risicofactoren zijn: het is zeer moeilijk om hechte groepen andersdenkenden te beïnvloeden; de randgroepjongerenwerker heeft geen toegang tot de harde kern; de groep meelopers is moeilijk los te weken van de harde kern (vergelijkbaar met een geïsoleerde sekte). Er is ingespeeld op bovengenoemde risicofactoren op de volgende wijze: de ideologische kern wordt niet actief benaderd met een verbetertraject. Alleen een aanpak van goed monitoren (politie en hulpverlening) en strafrechtelijk vervolgen lijkt voor deze groep effectief; burgers en professionals moeten vroegtijdig via een centraal punt signalen kunnen melden; de kern van de aanpak is gelegen in diverse interventies gericht op meelopers. De aanpak in Winschoten diende daarbij als voorbeeld. De gemeente heeft getracht de risicofactoren te minimaliseren door regie te voeren en door de werkers in het veld duidelijk te instrueren.
3.4 Organisatie en communicatie In de evaluatie is gevraagd of voor de aansturing en uitvoering van de activiteiten een projectorganisatie is ingesteld. In Stadskanaal is ervoor gekozen een werkgroep in het leven te roepen met beleidsmedewerkers jeugd en openbare orde (5 medewerkers). De gemeente voert 2
de regie , stelt het beleid vast en monitort de juiste inzet van instrumenten. Een van de instrumenten is het opzetten van open jongerencentra (niet toegankelijk voor harde kern). Er zijn meerdere overlegstructuren waarin het vraagstuk van polarisatie en radicalisering onder jongeren aan bod komt: Het Netwerk 12 plus komt onder voorzitterschap van de gemeentelijke projectleider Jeugd en Gezin elke zes weken bijeen. Ook de leerplichtambtenaar heeft zitting in deze groep. Dit is een relevante structuur omdat radicaliserende jongeren in Stadskanaal te maken hebben met meervoudige problematiek waaronder ook spijbelen en vroegtijdig schoolverlaten waardoor ze geen startkwalificatie hebben. Er zijn in Stadskanaal circa 400 jongeren die de startkwalificatie niet halen.
2
Dit is conform de aanbevelingen in het politieonderzoek in Groningen.
Pagina 6
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
Het Openbare Geestelijke Gezondheidszorg-overleg (OGGz-overleg). De doelgroep bestaat uit mensen met geestelijke problemen die, gezien hun omstandigheden, zorg of opvang nodig hebben, maar er geen of onvoldoende gebruik van maken. In dit overleg komt casuïstiek aan bod. Deze overlegstructuur haakt met ingang van 1 juli 2010 aan bij de Landelijke Verwijsindex Risicojongeren (VIR); een landelijk dekkend digitaal systeem dat risicosignalen van hulpverleners over jongeren (tot 23 jaar) bij elkaar brengt. Overleggen en wederzijdse informatieuitwisseling met jeugdagenten, wijkagenten en randgroepjongerenwerkers. In de uitvoering is een centrale rol weggelegd voor het Centrum voor Jeugd, Gezin en het Meldpunt Veiligheid en Zorg van de gemeente Vlagtwedde en Stadskanaal (CJG (V)). Het CJG (V) heeft daarmee een brede functie. De twee onderdelen CJG en Meldpunt Veiligheid en Zorg zijn in de communicatie-uitingen gescheiden, maar het front-office is gezamenlijk. De GGD-JGZ (jeugdgezondheidszorg) bemenst het front-office. Dit is ook een pragmatische afweging geweest, maar de combinatie CJG, meldpunt en bemensing door de GGD-JGZ blijkt in de praktijk goed te werken. In de evaluatie is gevraagd of voor de interne en externe communicatie over de activiteiten een plan is opgesteld. Dit is niet het geval. Wel is er vrij uitgebreid gecommuniceerd over het CJG (V) en de rol van het meldpunt (zie ook www.cjgv.nl), onder meer via een ansichtkaartactie en via een huis-aan-huisblad. De rol en opzet van het CJG (V) bleek namelijk nog relatief onbekend bij de bevolking.
3.5 Verantwoording De verantwoording aan bestuur/management over de voortgang en besteding van de middelen vindt plaats: door een mondelinge terugkoppeling, meerdere malen per jaar (burgemeester is nauw betrokken); in bestuursrapportages (planning & control-cyclus gemeente); in programmabegroting en jaarverslag (planning & control-cyclus gemeente); via informele terugkoppeling aan de raad over het CJG (V).
Pagina 7
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
4
Uitkomsten van het project Dit hoofdstuk belicht datgene wat het project heeft opgeleverd aan producten of activiteiten. Ook wordt ingegaan op het budget en het proces van monitoring en zelfevaluatie.
4.1 Realisatie producten/activiteiten Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Kennisuitwisseling
Kennisuitwisseling onder professionals, onder Ja, gerealiseerd. meer via het meldpunt veiligheid en zorg, en via het netwerk 12 plus.
Gerealiseerd?
Bevorderen contacten
Het bevorderen van contacten vindt plaats via: Ja, gerealiseerd.
Toelichting indien niet gerealiseerd
het inrichten meldpunt veiligheid en zorg; aandacht in netwerk 12 plus; structureel overleg met politie over probleemgroepen; monitoren door politie en randgroepjongerenwerkers. Onderzoek
Permanente monitoring door politie en jongerenwerkers.
Ja, gerealiseerd.
Meldpunt/informatiehuishouding
Meldpunt veiligheid en zorg (realisatie in april 2009).
Ja, gerealiseerd.
Training professionals
Professionalisering van leerkrachten en Ja, gerealiseerd. sportleiders met het oog op vroegsignalering op vindplaatsen.
Acties t.b.v. de doelgroep
Methodisch losweken van jongeren uit probleemgroepen (methodiek Winschoten en straatcoaches).
Nee, niet gerealiseerd met als reden:
Dit bleek nog niet nodig. De harde kern blijkt zoals verwacht (zie paragraaf 3.3) niet benaderbaar (repressieve aanpak). Er is bij een jongere (uit detentie) een poging gedaan. De praktijk blijkt weerbarstig. Er is grote kans van terugval omdat omgevingsfactoren niet veranderen. De meelopers zijn bekend en worden gemonitord.
4.2 Realisatie versus budget Voor het project is een budget opgesteld. In dit budget is een verdeling opgenomen tussen een bijdrage door VenJ en de bijdrage door de gemeente (in uren en in een bijdrage aan de 'out of pocket'-costs). De gemeenteraad heeft naast de subsidie van VenJ tweemaal € 25.000 ter beschikking gesteld. Dit budget is vooralsnog voldoende voor de geplande activiteiten. Daarnaast wordt ook aangesloten bij gerelateerde provinciale trajecten. Zie ook het voorbeeld van de provinciaal georganiseerde verwijsindex (www.zorgvoorjeugd.nu).
Pagina 8
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie Een onderdeel van projectmanagement is monitoring en vervolgens bijsturing. De realisatie van de projectdoelstelling en het bereik naar de doelgroep is gemonitord door voortgangsoverleg met politie en randgroepjongerenwerk. Politierapportages geven goed zicht op verstoringen van de openbare orde door rechtsradicalen. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Is er sprake geweest van bijsturing?
Eventuele toelichting
Kennisuitwisseling
Kennisuitwisseling onder professionals, onder meer via het meldpunt veiligheid en zorg, en via het netwerk 12 plus.
Ja
Meer overleg, korte lijnen, harde kern alleen repressief benaderen.
Bevorderen contacten
Het bevorderen van contacten vindt plaats via:
Ja
Meer structureel overleg, inbedden in CJG (V).
het inrichten meldpunt veiligheid en zorg; aandacht in netwerk 12 plus; structureel overleg met politie over probleemgroepen; monitoren door politie en randgroepjongerenwerkers. Onderzoek
Permanente monitoring door politie en jongerenwerkers.
Nee
Meldpunt/informatiehuishouding
Meldpunt veiligheid en zorg (realisatie in april 2009). Nee
Training professionals
Professionalisering van leerkrachten en sportleiders Ja met het oog op vroegsignalering op vindplaatsen.
Acties t.b.v. de doelgroep
Methodisch losweken van jongeren uit probleemgroepen (methodiek Winschoten en straatcoaches).
Vervolgtrajecten in samenwerking met provincie en regio.
Nee
De gemeente gaat na afloop van het project (juli 2011) nog een zelfevaluatie uitvoeren.
4.4 Borging van het project De borging heeft betrekking op de wijze waarop de uitkomsten en leerpunten van het project een structurele plaats hebben gekregen in het beleid van de gemeente/organisatie. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat de kennis, contacten en producten die zijn ontstaan in het project, nu structureel worden toegepast door de initiatiefnemende organisatie en door andere betrokken organisaties. Het politieonderzoek uit 2007 is een prikkel geweest om het vraagstuk nader te onderzoeken. De gemeente constateert dat er door het project binnen de eigen organisatie nu meer aandacht is voor processen van polarisatie en radicalisering dan voor de start van het project. In meerdere overlegstructuren (zie paragraaf 3.4) krijgen deze processen expliciet aandacht. Binnen de gemeentelijke organisatie is een persoon aangewezen die verantwoordelijk is voor de borging van het project in structureel beleid. De resultaten van het project zijn ook daadwerkelijk ingebed in het beleid van de gemeente en de betrokken externe organisaties, met name in het jeugdbeleid en de uitvoering daarvan door het CJG (V), door randgroepjongerenwerkers en door de politie. De borging en continuïteit komen mede tot stand doordat er een vierjarig contract is met de welzijnsorganisatie.
Pagina 9
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
5
Doeltreffendheid De doeltreffendheid komt aan bod aan de hand van het doelbereik, de reikwijdte en de maatschappelijke effecten van het project.
5.1 Doelbereik en reikwijdte Bij doelbereik gaat het om de realisatie van de doelstellingen. Reikwijdte betreft de mate waarin in het project de beoogde doelgroepen zijn bereikt. De onderstaande tabel geeft het doelbereik weer zoals dat door de gemeente zelf wordt ervaren. Doelstelling
Realisatie doelstelling
Eventuele toelichting
Het doel van het project is het Deels gerealiseerd. aantal meelopers in rechtsradicale groepen in de gemeente Stadskanaal te reduceren tot nul en de harde kern zo volgen dat werving van meelopers en publiek optreden vrijwel onmogelijk worden gemaakt.
Doordat leiders van groepen regelmatig in hechtenis belanden vielen groepen snel uit een. Veel volgers zijn cognitief zwak en psychisch labiel en lopen achter andere ontwikkelingen aan zonder veel ideologisch besef.
De volgende subdoelen zijn toegevoegd: goed monitoren; een meldpunt veiligheid en zorg inrichten en opnemen in CJG (V); de conceptmethodiek Winschoten en anderen uitvoeren voor losweken van jongeren uit groepen; professionals opleiden voor vroegsignalering.
Het project loopt nog, helaas is opkomst van verschijnselen erg onvoorspelbaar, soms perioden niets en dan weer een aantal incidenten vlak achter elkaar aan.
Deels gerealiseerd.
De onderzoekers constateren dat er een structuur is opgezet om rechtsradicaliserende jongeren te monitoren. Dit werkt en levert goede informatie. De gemeente heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat zij echt wil weten wie tot de groep rechts-radicalen behoren. Daar is op ingezet en dat is ook vrijwel geheel gerealiseerd. Er zijn in Stadskanaal drie groepen polariserende/radicaliserende jongeren. Deze veroorzaken diverse vormen van overlast en verstoren de openbare orde. Daarnaast is er één criminele jeugdbende, de zogeheten knuppelbende. Deze jeugdbende heeft ook duidelijk rechts-radicale denkbeelden. De knuppelbende heeft in Oost-Groningen schijnbaar willekeurig gekozen mensen in elkaar geslagen. Een duidelijk doel lijkt te ontbreken. Het gaat om het botvieren van agressie, deels onder invloed van drugs en drank. De analyse die in Stadskanaal wordt gemaakt is dat het een groep 'outcast' betreft; een groep jongeren die ieder voor zich los staan van de maatschappij.
Pagina 10
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
Ze willen ook geen deel uitmaken van de maatschappij. De oorzaak is veelal gelegen in een opvoeding binnen een sociaal zwak milieu, gering economisch perspectief door beperkte of niet afgemaakte opleiding en groepsdruk. Het betreft vroegtijdige schoolverlaters die vervolgens ook geen uitkering aanvragen. De uitkering is niet nodig omdat ze op criminele wijze in hun levensonderhoud voorzien. Omdat ze ook geen vast woonadres hebben, maar bij vrienden overnachten, zijn ze voor de diverse instanties ongrijpbaar. Deze groep is in beeld en een deel van de leiders is inmiddels veroordeeld en gedetineerd. Er is een gedeeltelijke overlap tussen deze criminele jeugdbende en de overige radicaliserende jongerengroepen. Ook voor deze (nog) niet criminele jongeren geldt dat ze uit een sociaal zwak milieu komen. In Oost-Groningen is sprake van generatiewerkloosheid, een fenomeen waarbij meerdere generaties in een familie werkloos zijn. De harde kern en de meelopers zijn veelal cognitief zwak. Er is nauwelijks sprake van een ideologische basis voor de rechts-extreme denkbeelden. Veel meer lijkt het te gaan om het zich afzetten tegen de maatschappij. De kern van het vraagstuk van radicalisering in Oost-Groningen lijkt te liggen in een maatschappelijk vraagstuk; de fundamenteel sociaaleconomisch zwakke structuur van de regio. Het komt tot uiting in de sociaal, economisch en cognitief zwakke gezinnen waarin de jongeren opgroeien. Het fundamentele karakter van het vraagstuk maakt dat het fenomeen niet eenvoudig is op te lossen. Het is lastig doeltreffende interventies te plegen om het fenomeen van rechtsradicalisering in te dammen. De onderzoekers beschouwen het als een sterk punt dat ervoor is gekozen de groepen goed in beeld te krijgen en een infrastructuur op te zetten om de groepen ook te kunnen volgen. Dat deel van het project is doeltreffend geweest. Het is vervolgens lastig gebleken de groepen daadwerkelijk te beïnvloeden. Dit is weergegeven in de onderstaande tabel waarin de reikwijdte is opgenomen. Doelgroep
Is de beoogde Omvang doelgroep? doelgroep bereikt?
Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf?
Jongeren die dreigen af te Gedeeltelijk glijden, niet de harde ideologische kern, die achteraf nauwelijks lijkt te bestaan.
20 jongeren
Nee
De bijbehorende Gedeeltelijk doelgroepen zijn: goed monitoren: alle jongeren en ouderen die rechtsradicale sentimenten hebben; meldpunt veiligheid en zorg: alle burgers die iets willen melden; methodiek: individueel jongeren benaderen, nog niet gepraktiseerd; scholing: leerkrachten voortgezet onderwijs en sportleiders, één cursus geweest, in september een volgende.
10 rechtsradicale jongeren
Nee
Omvang overige doelgroepen niet bekend.
Pagina 11
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
5.2 Maatschappelijk effect Uiteindelijk moeten de projecten bijdragen aan het verder tegengaan van polarisatie en radicalisering in de maatschappij. Dit is het beoogd maatschappelijk effect van de door het ministerie ondersteunde projecten. Het aantal van 80-100 radicaliserende jongeren in Stadskanaal blijkt overdreven. Een deel van deze groep bestaat uit Lonsdale-jongeren. Deze groep polariseert, maar is niet of nauwelijks ideologisch gemotiveerd. Er zijn niet of nauwelijks banden met de bekende rechts-radicale structuren als 'Blood and Honour'. Ook opereert de groep niet planmatig. Deze groep wordt nu gemonitord en is goed in beeld. Er is een basis voor vroegsignalering van verder afglijden gelegd. De harde kern is voor een deel echt crimineel (de knuppelbende). Dit deel is al in hechtenis genomen of loopt een grote kans om opgepakt te worden. Voor deze groep is alleen een repressieve aanpak doeltreffend. Dit loopt daarmee meer via het spoor van politie en justitie, dan via het spoor van de aanpak vermindering polarisatie en radicalisering. Het project heeft volgens de projectleider enigszins bijgedragen aan een daadwerkelijke vermindering van processen van polarisatie en radicalisering in de samenleving. De onderzoekers concluderen dat een zinvolle bijdrage wordt geleverd om een fundamenteel maatschappelijk vraagstuk in Oost-Groningen aan te pakken. Juist vanwege de omvang van het vraagstuk is het maatschappelijk effect van de acties tegen polarisatie en radicalisering beperkt.
Pagina 12
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
6
Leerpunten Dit hoofdstuk belicht de geconstateerde succes- en risicofactoren, de samenwerking en elementen in het project die eventueel kunnen dienen als goede voorbeelden.
6.1 Succes- en risicofactoren Het project is nog niet geheel afgerond. Terugkijkend zijn bij het project (tot nu toe) de volgende succesfactoren te benoemen: Duidelijk beleid, met een focus op monitoring. De gemeente heeft erop ingezet de radicaliserende echt te kennen. De opgezette infrastructuur met overleggen en een functionerend meldpunt ondergebracht bij het CJG (V). Deze infrastructuur sluit goed aan op het beeld dat rechtsradicalisering een jongerenvraagstuk is dat voortkomt uit een bredere gezinsproblematiek (die weer voortkomt uit sociaal maatschappelijke en economische omstandigheden in Oost-Groningen). Terugkijkend zijn bij het project (tot nu toe) de volgende risicofactoren te benoemen: Een aantal jongeren is zo ontspoord dat onduidelijk is of crimineel gedrag gevolg of oorzaak is van rechtsradicale verschijnselen. Deze groep uit zich rechtsradicaal en gewelddadig maar handelt niet tot nauwelijks vanuit een ideologie. De groep is nauwelijks benaderbaar en staat niet of nauwelijks open voor positieve interventies.
6.2 Samenwerking Voorheen bestond geen samenwerking specifiek op het vlak van polarisatie en radicalisering. Diverse partijen zoals jeugdpolitie en maatschappelijk werk werkten samen op gerelateerde velden, maar de samenwerking werd gekarakteriseerd als 'ongemakkelijk'. Dit lag aan een zekere concurrentie op het vlak van hulpverlening en aan onvoldoende wederzijds vertrouwen. In het kader van de evaluatie is gevraagd of het project heeft bijgedragen aan een verbetering van de samenwerking met betrokken organisaties. De projectleider van de gemeente geeft daarop aan dat dit in belangrijke mate het geval is. De verbetering komt onder meer door sturing door de burgemeester op het project. De politie is een belangrijke partner. Zij is coöperatief en stelt capaciteit beschikbaar. De gemeente zet specifiek in op de groep meerplegers waaronder ook een aantal meelopers zitten die de gemeente samen met CJGV en dus alle ketenpartners waaronder de politie, het OM, de reclassering en het Veiligheidshuis in de gaten houdt en probeert terug op het rechte pad te krijgen. De samenwerking is goed en komt ook tot uiting in onderlinge kennisuitwisseling, bijvoorbeeld over kennis over uitingsvormen voor goede vroegsignalering. Deze kennisoverdracht heeft plaatsgevonden via een workshop/studiemiddag.
Pagina 13
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
6.3 Best practice Er is sprake van een 'best practice' als het afgeronde project of elementen ervan geschikt zijn als positief voorbeeld voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De projectleider vindt elementen van het project geschikt als positief voorbeeld/'best practice' voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten: Het meldpunt Veiligheid en Zorg is een goed voorbeeld. Het functioneert als onderdeel van het CJG(V) en dit blijkt in de praktijk te werken. Het sluit inhoudelijk goed aan op de functies van het CJG. Ook de bemensing van de front-office door de GGD-JGZ werkt goed. De gemeente is nauw betrokken, maar de uitvoering ligt bij de organisaties in het veld. Het monotoringssysteem en de uitgesproken wens van de gemeente om de radicaliserende personen te willen kennen.
Pagina 14
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
Bijlage 1 Relevante definities Onderstaande toelichting is gebaseerd op de definities zoals die door de AIVD en het ministerie van VenJ worden gehanteerd: Activisme is de benaming voor het fenomeen waarbij personen of groepen op buitenparlementaire wijze maar binnen de grenzen van de wet, streven naar bepaalde idealen. Borging van projecten: de verankering van het beleid ontwikkeld in het project, de kennis opgedaan in het project en de resultaten van projecten in de dagelijkse uitvoering door betrokken organisaties. Borging blijkt onder anderen uit de wijze waarop het beleidsonderwerp aandacht krijgt in nieuw beleid, verantwoordelijkheden voor het beleidsonderwerp zijn toegewezen in de organisatie en middelen zijn toegekend om het beleidsonderwerp uit te werken en uit te voeren. Decentralisatie-uitkering: een uitkering die via het Gemeentefonds ter ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau door het Rijk wordt verstrekt aan gemeenten. Extremisme is het fenomeen waarbij personen of groepen, bij het streven naar bepaalde idealen, bewust over de grenzen van de wet gaan en (gewelddadige) illegale acties plegen. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van segregatie langs etnische en religieuze lijnen. Radicalisering is het proces van toenemende bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middel), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). Subsidie: een financiële bijdrage op grond van een tijdelijke subsidieregeling die door het Rijk wordt verstrekt aan zelfstandige rechtspersonen met als doel de ondersteuning van bovenlokale activiteiten ten behoeve van het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren. Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. De aan polarisatie en radicalisering verbonden fenomenen en processen kunnen zich manifesteren vanuit rechtse of linkse politieke overtuiging, vanuit islamitische geloofsovertuiging, of vanuit verbondenheid met dierenrechten.
Pagina 1
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-034/mmu/aht
Bijlage 2 Geraadpleegde bronnen Beleidsmedewerker jeugd. Deradicaliseringsaanpak gemeente Winschoten 2007-2008, gemeente Winschoten in samenwerking met: FORUM Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, Stichting Anne Frank, Universiteit van Amsterdam, augustus 2007. Polarisatie onder jongeren in Groningen, onderzoek regiopolitie Groningen, 2007. (Aangepast) Plan van aanpak polarisatie en radicalisering, gemeente Stadskanaal, 2008. www.cjgv.nl: website Centrum voor Jeugd, Gezin en het Meldpunt Veiligheid en Zorg van de gemeente Vlagtwedde en Stadskanaal. www.zorgvoorjeugd.nu: website van de Groninger gemeenten en de provincie Groningen voor het initiatief van het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Groningen (sinds 20 januari 2010).
Pagina 1