Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99
[email protected] www.kplusv.nl
Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Rotterdam: Onderzoek links- en dierenrechtenextremisme Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en
Referentie
Justitie
Arnhem, 22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
Inhoud 1
Inleiding
1
1.1
Achtergrond evaluatie
1
1.2
Opzet evaluatie
1
1.3 2
Projectbeschrijving Voor de start van het project
1 3
2.1
Betrokkenheid
3
2.2
Draagvlak en beleid
3
2.3 3
Samenwerking met externe partijen Start en opzet van het project
4 6
3.1
Start en aanleiding
6
3.2
Doelgroep en doelstellingen
6
3.3
Risico's
7
3.4
Organisatie en communicatie
7
3.5 4
Verantwoording Uitkomsten van het project
8 9
4.1
Realisatie producten/activiteiten
9
4.2
Realisatie versus budget
9
4.3
Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie
4.4 5
Borging van het project Doeltreffendheid
10 11
5.1
Doelbereik en reikwijdte
11
5.2 6
Maatschappelijk effect Leerpunten
12 13
6.1
Succes- en risicofactoren
13
6.2
Samenwerking
13
6.3
Best practice
14
Bijlagen 1
Relevante definities
2
Geraadpleegde bronnen
9
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
1
Inleiding 1.1 Achtergrond evaluatie In het kader van de uitvoering van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 vinden verschillende activiteiten plaats. Een deel hiervan wordt mede gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ). Dit gebeurt door toekenning van een decentralisatie-uitkering aan gemeenten en door toekenning van een tijdelijke subsidie aan maatschappelijke organisaties. In opdracht van het ministerie van VenJ worden alle projecten en aanpakken waarvoor een decentralisatie-uitkering of een subsidie is toegekend geëvalueerd. Met deze evaluatie streeft het ministerie van VenJ een aantal doelen na: leren voor volgende projecten en aanpakken; de resultaten van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; het bereik van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; 'best practices' benoemen en toegankelijk maken voor betrokkenen.
1.2 Opzet evaluatie De evaluatie van de lokale projecten is uitgevoerd door bestudering van het onderzoeksplan, de beschikbare achtergronddocumentatie en eventueel beschikbare eigen evaluatiedocumenten. De projectleider heeft parallel daaraan een webenquête ingevuld. De ingevulde webenquête vormde voor de onderzoekers, tezamen met vragen naar aanleiding van de overige documentatie, de gespreksrichtlijn voor de gesprekkenronde. De onderzoekers hebben met de projectleider gesproken. Doel van de gesprekkenronde was een nadere invulling en verdieping van de uit schriftelijke bronnen verkregen informatie, zoals de subsidieaanvraag, het projectvoorstel, de conceptrapportage en de eindrapportage van het onderzoek. Het resultaat is het onderhavige rapport. De diverse elementen uit de evaluatie zijn weergegeven in de volgende paragrafen.
1.3 Projectbeschrijving Het project 'Verkennend onderzoek linksextremisme/activisme en dierenrechtenextremisme/ -activisme' is opgestart door de gemeente Rotterdam, in het bijzonder het Informatie Schakelpunt Radicalisering (ISPR). Het verkennend onderzoek loopt van juni 2009 tot maart 2010 en richt zich met name op: linksradicalisering/extremisme/activisme; dierenrechtenextremisme/activisme. In de oorspronkelijke projectopzet waren de volgende doelstellingen opgenomen: vergroten van het inzicht in wetenschappelijke definities van het fenomeen linksradicalisme en dierenrechtenextremisme; inzicht van de mate waarin linksradicalisme en dierenrechtenextremisme zich manifesteert in de gemeente Rotterdam in de periode 2004-nu.
Pagina 1
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
In de onderstaande tabel zijn de activiteiten weergegeven die bij dit project zijn geformuleerd. Categorie activiteiten
Welke deelprojecten en/of activiteiten waren bij de start van het project geformuleerd? (blanco indien categorie niet van toepassing)
Onderzoek
Het verkennend onderzoek is in 2 fasen opgezet: Deel 1 Deelrapportage wetenschappelijke definities, manifestatievormen en wetenschappelijke bekende oorzaken van links radicalisme. Deel 2 Integrale rapportage met daarin opgenomen het manifesteren van linksradicalisme in gemeente Rotterdam.
In totaal heeft het ministerie van VenJ aan de gemeente Rotterdam een bedrag van € 34.836 toegekend voor het project 'Verkennend onderzoek linksextremisme/activisme en dierenrechtenextremisme/activisme'.
Pagina 2
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
2
Voor de start van het project De volgende paragrafen gaan over de situatie voorafgaand aan de start van het project. We kijken hierbij in het bijzonder naar de bekendheid van de organisatie met het vraagstuk van polarisatie en radicalisering, het bestaande beleid en de samenwerking met externe partijen.
2.1 Betrokkenheid Bij betrokkenheid gaat het om de mate waarin de organisatie voor de start van het project al betrokken was bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. In de gemeente Rotterdam is in 2005, voortkomend vanuit het actieprogramma 'Meedoen of achterblijven', het Informatie Schakelpunt Radicalisering (ISPR) opgericht. Het ISPR is opgericht ter voorkoming en bestrijding van radicalisering in Rotterdam. De gemeente Rotterdam is bekend geraakt met de decentralisatie-uitkering via het ministerie zelf, vanaf de start van het Actieprogramma Polarisatie en Radicalisering. De gemeente Rotterdam participeert in een ambtelijke werkgroep van het ministerie van VenJ in het kader van het Actieprogramma Polarisatie en Radicalisering.
2.2 Draagvlak en beleid In deze evaluatie is gevraagd naar het draagvlak binnen de organisatie voor het gestructureerd tegengaan van polarisatie en radicalisering. Het gaat om de aandacht op management en/of bestuurlijk niveau in de organisatie. Dit kan onder meer tot uiting komen in beleid en concrete doelstellingen. Voor de start van het project was er binnen de gemeente Rotterdam zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau aandacht voor het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh heeft de gemeenteraad unaniem een motie aanvaard om acties te ondernemen om radicalisering en extremisme tegen te gaan in Rotterdam. Deze motie is uitgewerkt in het actieprogramma 'Meedoen of Achterblijven'. Dit actieprogramma uit 2005 vormde (mede) de start van het ISPR. Doelstelling van het programma was het voorkomen en bestrijden van radicalisering in Rotterdam. Het ISPR heeft daarbij de regie op het polarisatie- en radicaliseringbeleid binnen de gemeente. Het radicaliseringbeleid in de gemeente Rotterdam richt zich op: polarisatie; links radicalisering; dierenrechten extremisme; rechts radicalisering; islamitische radicalisering.
Pagina 3
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
De prioriteit van het beleid is in 2005 gelegd bij het tegengaan van islamitische radicalisering. Ontwikkelingen van de afgelopen jaren (zoals beschreven is in de Trendrapportage ISPR 2009) bevestigen dat die alertheid voor islamitisch radicalisme op haar plaats is. Daarnaast manifesteren zich in de gemeente Rotterdam linksextremisme en dierenrechtenextremisme.
2.3 Samenwerking met externe partijen In de regel wordt voorafgaand aan de projecten al samengewerkt met diverse partijen. In de evaluatie is gevraagd naar de samenwerking en het succes van de samenwerking. Vóór de start van het verkennend onderzoek wordt in de gemeente Rotterdam al samengewerkt op het terrein van radicalisering. Sinds het actieprogramma 'Meedoen of Achterblijven' (2005) heeft deze samenwerking steeds meer vorm gekregen. Het ISPR is gesitueerd binnen de Directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam en werkt actief samen met: gemeentelijke diensten en deelgemeenten; welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuizen, jeugdcentra); multiculturele organisaties; politie; gemeenten in de regio; diverse zelforganisaties, zoals organisaties van bekeerlingen. De gemeente kwalificeert de samenwerking met bovengenoemde organisaties als volgt:
Type organisatie
De gemeente/organisatie kwalificeert de samenwerking als: (blanco indien geen samenwerking)
Onderwijsinstellingen
Enigszins succesvol
Sportverenigingen Welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuizen, jeugdcentra)
Enigszins succesvol
Multiculturele organisaties
Succesvol
Politie
Succesvol
Justitie
Succesvol
Gemeenten in de regio
Enigszins succesvol
Zelforganisaties, bijv. van bekeerlingen
Enigszins Succesvol
De gemeente heeft hierbij de ervaring dat de samenwerking met zelforganisaties van belang is. Aangezien de zelforganisaties dichtbij de doelgroep staat en de 'taal' spreekt van de doelgroep. Alleen contact met zelforganisaties is echter niet toereiken voor een goed netwerk. Zelforganisaties vormen een veelal prettige gesprekspartner, maar de zelforganisaties zijn niet volledig representatief voor de minderheden die moeten worden bereikt. Vandaar dat de gemeente ook andere netwerken aanboort, zoals door middel van contacten met jongerenwerkers of bruggenbouwers van de politie Rotterdam-Rijnmond.
Pagina 4
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
De gemeente zoekt actief samenwerking met gemeenten in de regio. In het verleden zijn vertrouwenspersonen geïnstalleerd en kundig gemaakt in het omgaan met meldingen van radicalisering. De verschillende gemeenten kunnen altijd terecht bij de vertrouwenspersoon van het ISPR. Daarnaast wordt in recente onderzoeken, zoals naar rechts extremisme en polarisatie samengewerkt, in het verkrijgen van een gedegen analyse van de regio, om te komen tot een gezamenlijke aanpak. Voor de samenwerking met welzijnswerk geeft het ISPR aan dat de samenwerking enigszins succesvol verloopt. Het ISPR geeft aan dat dit vooral komt doordat jongerenwerk en buurthuizen nog niet altijd het ISPR kennen en het voor deze organisatie vanuit privacy overwegingen soms lastig aanvoelt om informatie over individuen te delen. Overigens noemt het ISPR hier wel een voorbeeld van het afgelopen jaar, waarin een leerkracht van een Hogeschool een melding heeft gedaan van een jongere student die mogelijk radicale denkbeelden heeft. In samenwerking kan het ISPR overbrengen dat blijvende aandacht voor de problematiek nodig is.
Pagina 5
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
3
Start en opzet van het project Dit hoofdstuk gaat in op de start en opzet van het project. Het gaat hierbij om de aanleiding van het project, de initiatiefnemers en de beoogde doelen en doelgroepen bij de start van het project. Ook wordt ingegaan op de succes- en risicofactoren, de organisatie en de communicatie en de verantwoording.
3.1 Start en aanleiding 1
De aanleiding voor het onderzoek naar linksextremisme en dierenrechtenactivisme was in de behoefte vanuit het ISPR om meer inzicht te krijgen in de aard en omvang van de problematiek in Rotterdam. Het zwaartepunt in 2007 bij het ISPR ligt bij rechts- en islamitische radicalisering, omdat hiervan op dat moment de grootste dreiging uitgaat. In 2007 zijn er in Nederland een aantal gewelddadige acties uitgevoerd door dierenrechtenextremisten. De AIVD heeft in 2007 ook een nota uitgebracht waaruit blijkt dat de acties meer gericht worden op de persoon. De AIVD spreekt over steeds meer radicale acties uit deze hoek. 2
Mede door deze landelijke ontwikkeling is bij het ISPR de vraag opgekomen hoe linksextremisme en dierenrechtenactivisme zich ontwikkelt en manifesteert in de gemeente Rotterdam. Om de aard en omvang van de problematiek inzichtelijk te krijgen is dit onderzoek gestart.
3.2 Doelgroep en doelstellingen In de onderstaande tabel zijn de doelstellingen weergegeven zoals deze in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. Doelstelling
Geldigheid doelstelling
Doelgroep
Vergroten van het inzicht in Doelstelling geldt nog. wetenschappelijke definities van het fenomeen linksradicalisme en dierenrechtenextremisme.
Organisaties, actiegroepen en individuele daders met linksextremistische insteek of extreme focus op dierenrechten.
Inzicht in de mate waarin linksradicalisme en dierenrechtenextremisme zich manifesteert in de gemeente Rotterdam in de periode 2004-nu.
Organisaties, actiegroepen en individuele daders met linksextremistische insteek of extreme focus op dierenrechten.
Doelstelling geldt nog.
De onderstaande tabel geeft de deelprojecten of activiteiten weer en het beoogde bereik daarvan.
1
Onderzoeksvoorstel 'Verkennend Onderzoek naar links activisme in Rotterdam, COT ism Bureau Beke, in opdracht van Informatieschakelpunt Radicalisering Rotterdam, 3 juni 2009.
2
Een verkennend onderzoek naar links- en dierenrechten activisme en extremisme in Rotterdam, COT i.s.m. Bureau Beke, eindrapportage in opdracht van ISPR Rotterdam, februari 2010.
Pagina 6
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten (blanco indien categorie niet van toepassing)
Omvang beoogde doelgroep (raming)
Onderzoek
Het verkennend onderzoek is in 2 fasen opgezet: Deel 1 Deelrapportage wetenschappelijke definities, manifestatievormen en wetenschappelijke bekende oorzaken van links radicalisme. Deel 2 Integrale rapportage met daarin opgenomen het manifesteren van linksradicalisme in gemeente Rotterdam.
Doelgroep van de uitkomsten van het onderzoek zijn de medewerkers van het ISPR en de samenwerkingspartners. Er is hiervan geen raming gedaan.
3.3 Risico's Kritieke succes- en risicofactoren zijn de factoren die een grote impact kunnen hebben op het welslagen van het project. In deze evaluatie is gevraagd of voorafgaand aan het project de kritieke succes- en 3
risicofactoren inzichtelijk zijn gemaakt. In het projectvoorstel voor het onderzoek , dat tevens diende als subsidieaanvraag, zijn de kritieke succes- en risicofactoren van dit onderzoek niet opgenomen. Het ISPR heeft geen expliciete risico-inschatting gemaakt voor de uitvoering van het onderzoek. Daarbij vertrouwde het ISPR op de deskundigheid en ervaring van de onderzoekers om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden.
3.4 Organisatie en communicatie In de evaluatie is gevraagd of voor de aansturing en uitvoering van de activiteiten een projectorganisatie is ingesteld. Ook is gevraagd of voor de interne en externe communicatie over de activiteiten een plan is opgesteld. Het opdrachtgeverschap voor het verkennend onderzoek ligt bij het ISPR, het meldpunt binnen de directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam. De begeleiding van het onderzoek is uitgevoerd door de onderzoeksadviseur van het ISPR, in samenspraak met een kleine groep bestaande uit twee collega’s en het afdelingshoofd. Deze groep heeft tijdens de looptijd van het onderzoek meerdere malen concepten meegelezen en gesprekken met de onderzoekers gevoerd. De resultaten van het onderzoek zijn verwerkt in de Trendrapportage van het ISPR voor 2009. De resultaten van het onderzoek zijn openbaar gemaakt, via nuansa.nl. Verder zijn de resultaten van het onderzoek gedeeld met de samenwerkingspartners van het ISPR en met het ministerie van VenJ.
3
Onderzoeksvoorstel Verkennend onderzoek naar links activisme in Rotterdam, 3 juni 2009, COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, kenmerk 012.41.7.
Pagina 7
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
3.5 Verantwoording De formele verantwoording van het ISPR aan bestuur/management over de voortgang en besteding van de middelen door het ISPR (breed) vindt plaats: door rapportage aan de gemeenteraad via een trendrapportage en begeleidende brief. Ook worden debatten gevoerd naar aanleiding van de trendrapportage, of over de voortgang van het 5-jaren actieprogramma Veilig; door ambtelijke verantwoording aan de directeur Veiligheid en de burgemeester, via het afdelingshoods (afhankelijk van de situatie). In de begeleidende brief bij de Trendrapportage 2009 is meegedeeld dat een nieuw beleidsdocument wordt opgesteld. Begin 2010 is het vijfjaren actieprogramma Veilig, inclusief een paragraaf over radicalisering, besproken in de gemeenteraad. In verband met de heroriëntatie van Directie Veiligheid krijgt de nieuwe beleidsvisie waarschijnlijk vorm binnen de kaders van dit vijfjaren actieprogramma Veilig.
Pagina 8
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
4
Uitkomsten van het project Dit hoofdstuk belicht datgene wat het project heeft opgeleverd aan producten of activiteiten. Ook wordt ingegaan op het budget en het proces van monitoring en zelfevaluatie.
4.1 Realisatie producten/activiteiten Hieronder volgt een nadere toelichting op de actuele stand van zaken van het verkennend onderzoek. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Gerealiseerd?
(blanco indien categorie niet van toepassing) Onderzoek
Het verkennend onderzoek is in 2 fasen opgezet:
Ja, beide delen zijn Deel 1 Deelrapportage wetenschappelijke definities, uitgevoerd. De manifestatievormen en wetenschappelijke bekende eindrapportage is in februari 2010 oorzaken van links radicalisme. Deel 2 Integrale rapportage met daarin opgenomen opgeleverd. het manifesteren van linksradicalisme in gemeente Rotterdam.
De realisatie van het onderzoek is niet volgens de verwachtingen van het ISPR. Veel van de gegeven informatie was al reeds bekend, uit onder andere eerdere contacten met de politie of netwerkpartners. De uitkomsten worden door de projectleider gekenschetst als 'te vrijblijvend', er worden geen nieuwe inzichten geformuleerd. Volgens het ISPR geeft het onderzoek een globaal beeld van linksextremisme in Rotterdam, maar geen harde informatie over de manifestatie van linksextremisme en dierenrechtenextremisme in Rotterdam. De gemeente mist concrete aangrijpingspunten in de rapportage van het COT, bijvoorbeeld de opbouw van de groeperingen (welke individuen) in Rotterdam die linksextremistische of dierenrechtenactivistische denkbeelden hebben.
4.2 Realisatie versus budget Voor het project is een budget opgesteld. In dit budget is een verdeling opgenomen tussen een bijdrage door VenJ en de bijdrage door de gemeente (in uren en in een bijdrage aan de 'out of pocket'-costs). Het verkennend onderzoek is uitgevoerd binnen de daarvoor gestelde begroting.
4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie Een onderdeel van projectmanagement is monitoring en vervolgens bijsturing. De monitoring op het onderzoek vindt plaats door tussentijds overleg over conceptrapportages van fase 1 en fase 2 van het onderzoek en het opleveren van de eindrapportage.
Pagina 9
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
Aan de hand van de opgeleverde conceptrapportages is er sprake geweest van bijsturing van het onderzoek. Zo heeft het ISPR meerdere malen gesprekken gevoerd met de onderzoekers over de kwaliteit van de opgeleverde rapportages en kenbaar gemaakt dat de resultaten niet voldeden aan de verwachtingen. Naar aanleiding hiervan hebben de onderzoekers de rapportage bijgesteld en definitief opgeleverd in februari 2010.
4.4 Borging van het project De borging heeft betrekking op de wijze waarop de uitkomsten en leerpunten van het project een structurele plaats hebben gekregen in het beleid van de gemeente/organisatie. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat de kennis, contacten en producten die zijn ontstaan in het project, nu structureel worden toegepast door de initiatiefnemende organisatie en door andere betrokken organisaties. De eindrapportage van het verkennend onderzoek is gedeeld met een aantal ketenpartners, zoals de ISPR medewerkers en de politie. Het ISPR heeft de resultaten van het onderzoek gedeeld via de website van Nuansa. Het verkennend onderzoek geeft onvoldoende houvast om een preventieve aanpak op te zetten voor specifieke linksextremistische of dierenrechtenextremistische groeperingen. Wel is een algemeen beeld geschetst, wat aanknopingspunten kan bieden voor toekomstig beleid ten aanzien van deze thema’s. De projectleider geeft aan dat er na afronding van het project binnen de eigen organisatie meer kennis is over de specifieke processen bij linksextremisme en dierenrechtenactivisme en –extremisme en daarmee gepaard gaande het gevoel van urgentie. Het ISPR houdt aandacht voor linksextremisme, specifiek asielextremisme en milieuextremisme. Op basis van het onderzoek wordt geen specifiek beleid gestart, aangezien de betreffende problematiek overzichtelijk van aard is. Wel houdt het ISPR aandacht voor genoemde vormen, en vergroot het onderzoek de - al bestaande- alertheid op betreffende fenomenen. Bij de borging van de resultaten van dit onderzoek speelt ook de vraag op welke wijze het beleidsonderwerp polarisatie en radicalisering geborgd is in de gemeentelijke organisatie. Dit is mede afhankelijk van de prioriteitstelling in de gemeenteraad. Ten tijde van het interview was het nog niet bekend in hoeverre het onderwerp een prioriteit blijft en op welke wijze de taken van het ISPR georganiseerd blijven binnen de gemeente Rotterdam.
Pagina 10
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
5
Doeltreffendheid De doeltreffendheid komt aan bod aan de hand van het doelbereik, de reikwijdte en de maatschappelijke effecten van het project.
5.1 Doelbereik en reikwijdte Bij doelbereik gaat het om de realisatie van de doelstellingen. Reikwijdte betreft de mate waarin in het project de beoogde doelgroepen zijn bereikt. De onderstaande tabel geeft het doelbereik weer zoals dat door de gemeente - het ISPR - zelf wordt ervaren. Doelstelling
Realisatie doelstelling
Eventuele toelichting
Vergroten van het inzicht in Deels wetenschappelijke definities van het fenomeen linksradicalisme en dierenrechtenextremisme.
Er is een wetenschappelijk overzicht gegeven van mogelijke oorzaken en achtergronden van linksextremisme, zoals gesteld in de offerte. Dit bood echter niet veel aanknopingspunten voor beleid, omdat er nog niet veel wetenschappelijk recent onderzoek is verricht naar dit fenomeen.
Inzicht in de mate waarin linksradicalisme en dierenrechtenextremisme zich manifesteert in de gemeente Rotterdam in de periode 2004-nu.
Er is momenteel een goed beeld van de problematiek in Rotterdam in de afgelopen jaren en de ontwikkelingen daarbinnen.
Volledig
De onderstaande tabel geeft de reikwijdte van het project weer. Doelgroep
Is de beoogde Omvang doelgroep? doelgroep bereikt?
Doelgroep van de Ja uitkomsten van het onderzoek zijn de medewerkers van het ISPR en de samenwerkingspartners.
Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf? Er was geen raming vooraf.
Pagina 11
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
5.2 Maatschappelijk effect Uiteindelijk moeten de projecten bijdragen aan het verder tegengaan van polarisatie en radicalisering in de maatschappij. Dit is het beoogd maatschappelijk effect van de door het ministerie ondersteunde projecten. Het project heeft volgens de projectleider niet bijgedragen aan een daadwerkelijke vermindering van processen van polarisatie en radicalisering in de samenleving. Een van de doelstellingen van het onderzoek was het in kaart brengen van de wetenschappelijke inzichten over de oorzaken van het fenomeen linksextremisme en dierenrechtenactivisme/extremisme. Dit deel van het onderzoek is niet succesvol geweest, aangezien er wetenschappelijk weinig bekend is over het fenomeen. Daarmee is het lastig om een preventieve aanpak te formuleren op linksextremisme en dierenrechtenactivisme/extremisme. De tweede doelstelling van het onderzoek, namelijk het inzichtelijk maken van het beeld van groeperingen in Rotterdam is tot op bepaalde hoogte gerealiseerd. Het beeld van groeperingen is grofweg in beeld gebracht. Tot op detailniveau is het niet in kaart, en ontbreken aanknopingspunten voor in te zetten activiteiten of beleid. Het ontbreekt nog aan informatie op individuniveau, waardoor het moeilijk is om specifieke preventieve of repressieve acties in te zetten. Elk jaar stelt het ISPR een Trendrapportage op. Deze trendrapportage beschrijft de trends van het afgelopen jaar op het terrein van radicalisering. De resultaten van het huidige onderzoek zijn verwerkt in de Trendrapportage 2009. De Trendrapportage 2009 beschrijft de ontwikkelingen voor wat betreft het links- en dierenrechtenextremisme in Rotterdam: 'Er wordt in toenemende mate actie gevoerd tegen bedrijven die meer indirect te maken hebben met het actiethema, zoals de bedrijven die betrokken zijn bij de bouw van het detentiecentrum bij Rotterdam Airport. Er worden bij linksextremisme meer op de persoon gerichte acties 4
uitgevoerd, waarbij enkele malen de wet is overtreden.'
Daarnaast rapporteerde de Trendrapportage 2009 dat de acties van de dierenrechten actiegroep Respect voor Dieren in 2008 toenemen. Volgens de onderzoekers van de evaluatie is het uitvoeren van onderzoek de eerste stap in het herkennen van polarisatie en radicalisering, waarna een reeks van activiteiten ingezet kan worden om de processen van polarisatie en radicalisering tegen te gaan. De bijdrage van het onderzoek aan vermindering van polarisatie en radicalisering zal daarom pas later te zien zijn.
4
Citaat afkomstig uit Trendrapportage ISPR 2009, hoofdstuk 4, pagina 37.
Pagina 12
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
6
Leerpunten Dit hoofdstuk belicht de geconstateerde succes- en risicofactoren, de samenwerking en elementen in het project die eventueel kunnen dienen als goede voorbeelden.
6.1 Succes- en risicofactoren Door de projectleider worden de volgende succes- en risicofactoren benoemd: Methode van onderzoek in relatie tot het gewenste resultaat van de opdrachtgever. Volgens de projectleider was met de gehanteerde methode van literatuurstudie en een paar enkele interviews het niet mogelijk om de gewenste resultaten van het onderzoek te halen. Om inzicht te krijgen op persoonsniveau is een data-analyse van politiebestanden noodzakelijk. Vertrouwen in de kwaliteiten van de onderzoeksbureaus. De projectleider geeft aan dat er een groot vertrouwen was vooraf in de kwaliteiten van de onderzoekers en het behalen van de resultaten zoals die in het projectvoorstel waren geformuleerd. Operationalisering van de onderzoeksvragen. Opvallend in het projectvoorstel was dat volgens de projectleider- niet goed was aangegeven op welke wijze de onderzoeksvragen kunnen worden beantwoord. Het uitschrijven van de interviewrichtlijnen in het projectvoorstel. De projectleider constateert dat in het projectvoorstel geen interviewkaders, -richtlijnen of -vragen zijn uitgewerkt. Tijdsdruk versus kwaliteit van onderzoek. Het onderzoek moest in een korte tijd uitgevoerd worden, aangezien de resultaten nodig waren voor de trendanalyse. Dit zet de kwaliteit van het onderzoek onder druk. De projectleider heeft geprobeerd de genoemde risicofactoren te minimaliseren door: herhaaldelijk aanspreken van de onderzoekers op het niet nakomen van de verplichtingen; overleg op directeurenniveau over het opgeleverde onderzoek.
6.2 Samenwerking Het onderzoek is uitgevoerd onder begeleiding van de opdrachtgever bij het ISPR, en een interne groep, beperkt van omvang. De inhoudelijke resultaten van het onderzoek zijn ondertussen veelvuldig verspreid via het ministerie van VenJ, Nuansa en het COT naar allerhande partners. De resultaten zijn opgenomen in de verschenen Trendrapportage ISPR 2009, en is gepresenteerd op congressen, conferenties, lezingen et cetera.
Pagina 13
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
6.3 Best practice Er is sprake van een 'best practice' als het afgeronde project of elementen ervan geschikt zijn als positief voorbeeld voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De projectleider vindt het project of elementen ervan niet geschikt als positief voorbeeld/'best practice' voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. Het valt de onderzoekers op dat de projectleider bruikbare tips en ervaringen kan geven aan andere gemeenten die een dergelijk onderzoek willen uitvoeren; met name ten aanzien van de fase van aanbesteding en begeleiding van het onderzoek. In die zin kunnen de risico- en succesfactoren die door de projectleider zijn genoemd wel bijdragen aan het beter uitvoeren van een onderzoek.
Pagina 14
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
Bijlage 1 Relevante definities Onderstaande toelichting is gebaseerd op de definities zoals die door de AIVD en het ministerie van VenJ worden gehanteerd: Activisme is de benaming voor het fenomeen waarbij personen of groepen op buitenparlementaire wijze maar binnen de grenzen van de wet, streven naar bepaalde idealen. Borging van projecten: de verankering van het beleid ontwikkeld in het project, de kennis opgedaan in het project en de resultaten van projecten in de dagelijkse uitvoering door betrokken organisaties. Borging blijkt onder anderen uit de wijze waarop het beleidsonderwerp aandacht krijgt in nieuw beleid, verantwoordelijkheden voor het beleidsonderwerp zijn toegewezen in de organisatie en middelen zijn toegekend om het beleidsonderwerp uit te werken en uit te voeren. Decentralisatie-uitkering: een uitkering die via het Gemeentefonds ter ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau door het Rijk wordt verstrekt aan gemeenten. Extremisme is het fenomeen waarbij personen of groepen, bij het streven naar bepaalde idealen, bewust over de grenzen van de wet gaan en (gewelddadige) illegale acties plegen. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van segregatie langs etnische en religieuze lijnen. Radicalisering is het proces van toenemende bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middel), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). Subsidie: een financiële bijdrage op grond van een tijdelijke subsidieregeling die door het Rijk wordt verstrekt aan zelfstandige rechtspersonen met als doel de ondersteuning van bovenlokale activiteiten ten behoeve van het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren. Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. De aan polarisatie en radicalisering verbonden fenomenen en processen kunnen zich manifesteren vanuit rechtse of linkse politieke overtuiging, vanuit islamitische geloofsovertuiging, of vanuit verbondenheid met dierenrechten.
Pagina 1
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-047/vgu/aht
Bijlage 2 Geraadpleegde bronnen Beleidsmedewerker bij het ISPR en verantwoordelijk voor de uitvoering voor (beleids)onderzoek bij het ISPR. Trendrapportage ISPR 2008, Gemeente Rotterdam, mei 2008. Trendrapportage ISPR 2009, Gemeente Rotterdam, december 2009. Onderzoeksvoorstel 'Verkennend Onderzoek naar links activisme in Rotterdam', COT, 3 juni 2009. Rapportage 'Een verkennend onderzoek naar links en dierenrechten activisme en – extremisme in Rotterdam', oktober 2009 en februari 2010, COT en Bureau Beke.
Pagina 1