Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99
[email protected] www.kplusv.nl
Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Brede in samenwerking met Halt Midden- en West-Brabant: Afslag Centrum Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en
Referentie
Justitie
Arnhem, 22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
Inhoud 1
Inleiding
1
1.1
Achtergrond evaluatie
1
1.2
Opzet evaluatie
1
1.3 2
Projectbeschrijving Voor de start van het project
1 3
2.1
Betrokkenheid
3
2.2
Draagvlak en beleid
3
2.3 3
Samenwerking met externe partijen Start en opzet van het project
4 5
3.1
Start en aanleiding
5
3.2
Doelgroep en doelstellingen
5
3.3
Risico's
6
3.4
Organisatie en communicatie
7
3.5 4
Verantwoording Uitkomsten van het project
7 8
4.1
Realisatie producten/activiteiten
8
4.2
Realisatie versus budget
9
4.3
Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie
4.4 5
Borging van het project Doeltreffendheid
10 11
5.1
Doelbereik en reikwijdte
11
5.2 6
Maatschappelijk effect Leerpunten
11 12
6.1
Succes- en risicofactoren
12
6.2
Samenwerking
12
6.3
Best practice
13
Bijlagen 1
Relevante definities
2
Onderzoek COT
3
Geraadpleegde bronnen
9
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
1
Inleiding 1.1 Achtergrond evaluatie In het kader van de uitvoering van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 vinden verschillende activiteiten plaats. Een deel hiervan wordt mede gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ). Dit gebeurt door toekenning van een decentralisatie-uitkering aan gemeenten en door toekenning van een tijdelijke subsidie aan maatschappelijke organisaties. In opdracht van het ministerie van VenJ worden alle projecten en aanpakken waarvoor een decentralisatie-uitkering of een subsidie is toegekend geëvalueerd. Met deze evaluatie streeft het ministerie van VenJ een aantal doelen na: leren voor volgende projecten en aanpakken; de resultaten van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; het bereik van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; 'best practices' benoemen en toegankelijk maken voor betrokkenen.
1.2 Opzet evaluatie De evaluatie is uitgevoerd door bestudering van het onderzoeksplan, de beschikbare achtergronddocumentatie en eventueel beschikbare eigen evaluatiedocumenten. De projectleider heeft parallel daaraan een webenquête ingevuld. De ingevulde webenquête vormde voor de onderzoekers, tezamen met vragen naar aanleiding van de overige documentatie, de gespreksrichtlijn voor de gesprekkenronde. De onderzoekers hebben gesproken met de projectleider en met een lid van de stuurgroep namens Halt. Doel van het gesprek was een nadere invulling en verdieping van de uit schriftelijke bronnen verkregen informatie. Het resultaat is het onderhavige rapport. De diverse elementen uit de evaluatie zijn weergegeven in de navolgende paragrafen.
1.3 Projectbeschrijving In 2006 heeft het Crisis Onderzoeksteam (COT) in opdracht van het politiedistrict Breda, gelegen in de regio Midden en West Brabant, onderzoek gedaan naar de mate van polarisatie en radicalisering in het gebied. Onder het politiedistrict Breda vallen de gemeenten AlphenChaam, Baarle-Nassau, Breda, Etten-Leur, Rucphen en Zundert. Het COT gaf aan dat er geen grote problemen zijn. Het COT heeft aanbevelingen gedaan voor een aantal aandachtsgebieden. In vervolg hierop is het project Afslag Centrum in 2006-2008 gestart. Na het nodige onderzoek is begonnen met een aantal proefprojecten. De districtelijke driehoek wenst graag een vervolg te geven aan het project Afslag Centrum en heeft hiertoe een aanvraag voor een decentralisatie-uitkering laten doen door de gemeente Breda in samenwerking met Halt Midden- en West-Brabant. Het project Afslag Centrum loopt van november 2009 tot november 2011.
Pagina 1
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
Het richt zich met name op: polarisatie. In de oorspronkelijke projectopzet was de volgende doelstelling opgenomen: 'Methoden te ontwikkelen die gericht zijn op in eerste instantie leerlingen van 10 tot 14 jaar om de volgende resultaten te bereiken: het vergroten van de kennis bij kinderen en jongeren over andere culturen; het vergroten van het begrip voor mensen uit andere culturen middels het opdoen van positieve ervaringen.' In het project wordt aan basis- en middelbare scholen het aanbod gedaan om uitwisseling met religieusculturele- en multiculturele organisaties te organiseren met als doel kinderen positieve leerervaringen op te laten doen met mensen van andere culturen. Het politiedistrict bestaat uit één grote multiculturele stad, één kleine multiculturele stad en vier kleine, witte gemeenten. Het project richt zich op leerlingen in het onderwijs uit de kleine, witte kernen van het district Breda die door wisseling van school te maken krijgen met een multiculturele stad. Uit het COT-onderzoek komt naar voren dat deze kinderen een verhoogd risico lopen op polariserend en zelfs radicaliserend gedrag. Dit geldt in mindere mate ook voor kinderen uit witte wijken van een stad. Het project beoogt ook ouders te betrekken bij het vergroten van kennis over verschillende culturen. In de onderstaande tabel is het scala aan mogelijke activiteitencategorieën weergegeven en de activiteiten die bij dit specifieke project zijn geformuleerd. Categorie activiteiten
Welke deelprojecten en/of activiteiten waren bij de start van het project geformuleerd?
Educatie/workshops
1.
2. 3.
Cultuurdag, bestemd voor nieuwe scholen1. Hierbij bezoeken scholieren op een dag verschillende activiteiten waarbij ze in aanraking komen met andere culturen. Nieuw te ontwikkelen activiteit voor oude scholen. Nieuw te ontwikkelen activiteit, bestemd voor 1 nieuwe en 1 oude school in de kleine kernen die het onderwerp bespreekbaar wensen te maken als voorbereiding voor leerlingen die naar een andere school gaan.
Training professionals
4.
Deskundigheidsbevordering op het terrein van polarisatie en radicalisering voor onderwijzend personeel.
Overige activiteiten
5.
Nieuw te ontwikkelen activiteit voor ouders.
In totaal heeft het ministerie van VenJ aan de gemeente Breda een bedrag van € 56.800 toegekend voor het project Afslag Centrum.
1
De term 'nieuwe' scholen doelt op scholen die nog niet eerder hebben meegedaan met Afslag Centrum 2006-2008.
Pagina 2
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
2
Voor de start van het project De volgende paragrafen gaan over de situatie voorafgaand aan de start van het project. We kijken hierbij in het bijzonder naar de bekendheid van de organisatie met het vraagstuk van polarisatie en radicalisering, het bestaande beleid en de samenwerking met externe partijen.
2.1 Betrokkenheid Bij betrokkenheid gaat het om de mate waarin de organisatie voor de start van het project al betrokken was bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. 2
Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek door het COT naar polarisatie en radicalisering in het politiedistrict Breda is het project Afslag Centrum voor de periode 20062008 gestart. Het COT heeft een aantal aandachtsgebieden benoemd, waaronder scholen. De zes verschillende gemeenten binnen het politiedistrict hebben vervolgens voor de afzonderlijke door het COT benoemde aandachtgebieden werkgroepen ingesteld. Bij de werkgroep voor scholen zijn partners betrokken die in het veld werken met jongeren en het thema veiligheid. De werkgroep bestaat naast een vertegenwoordiging van de gemeenten uit Halt Midden- en WestBrabant, Surplus Welzijn en regio Breda. Voor het vervolgproject Afslag Centrum 2009-2011, zijn Halt Midden- en West-Brabant en Surplus Welzijn verantwoordelijk voor de projectcoördinatie en uitvoering. Halt Midden- en West-Brabant is als deskundige op het terrein van vraagstukken rondom jeugd en veiligheid naast uitvoerder van repressie-activiteiten, ook op scholen actief om het onderwerp school en veiligheid te positioneren. Surplus Welzijn richt zich op mensen en groepen die ondersteuning wensen op het gebied van welzijn in relatie tot hun sociale omgeving. Halt Midden- en West-Brabant maakt organisatorisch onderdeel uit van Surplus Welzijn en onderhoudt ook inhoudelijke banden met Surplus Welzijn. Gemeenten hebben samen met Halt Midden- en West-Brabant het initiatief genomen tot het vervolg van het project Afslag Centrum. Gemeente Breda en Halt hebben de aanvraag voor een decentralisatie-uitkering ingediend bij VenJ en zijn hiermee bekend geraakt via contacten binnen het eigen netwerk.
2.2 Draagvlak en beleid In deze evaluatie is gevraagd naar het draagvlak binnen de organisatie voor het gestructureerd tegengaan van polarisatie en radicalisering. Het gaat om de aandacht op management en/of bestuurlijk niveau in de organisatie. Dit kan onder meer tot uiting komen in beleid en concrete doelstellingen.
2
'Tussen feiten, beelden en gevoelens' verslag van een verkennend onderzoek naar polarisatie en radicalisering in zes gemeenten in het politiedistrict Breda, COT, 2 oktober 2006.
Pagina 3
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
Binnen het politiedistrict Breda bestond bij de gemeenten vanaf 2006 draagvlak om polarisatie en radicalisering tegen te gaan. Van 2006 tot 2008 is uitvoering gegeven aan de pilot Afslag Centrum. Het is onduidelijk in hoeverre dit initiatief is vastgelegd in beleid bij de gemeenten en of voorafgaand aan de pilot bij gemeenten beleid bestond gericht op het tegengaan van polarisatie en radicalisering.
2.3 Samenwerking met externe partijen In de regel wordt voorafgaand aan de projecten al samengewerkt met diverse partijen. In de evaluatie is gevraagd naar de samenwerking en het succes van de samenwerking. Al voor de start van het project Afslag Centrum 2009-2011 werd door de gemeenten uit de districtelijke driehoek en Halt Midden- en West-Brabant samengewerkt met andere externe organisaties bij het tegengaan van polarisatie en radicalisering. De organisatie werkte voorafgaand aan dit project al samen met: onderwijsinstellingen; welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuizen, jeugdcentra); politie; justitie; gemeente(n). De gemeente kwalificeert de samenwerking met bovengenoemde organisaties als volgt: Type organisatie
De gemeente/organisatie kwalificeert de samenwerking als:
Onderwijsinstellingen
Succesvol
Welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuizen, jeugdcentra)
Succesvol
Politie
Succesvol
Justitie
Succesvol
Gemeente(n)
Succesvol
Pagina 4
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
3
Start en opzet van het project Dit hoofdstuk gaat in op de start en opzet van het project. Het gaat hierbij om de aanleiding van het project, de initiatiefnemers en de beoogde doelen en doelgroepen bij de start van het project. Ook wordt ingegaan op de succes- en risicofactoren, de organisatie en de communicatie en de verantwoording.
3.1 Start en aanleiding De aanleiding voor het project Afslag Centrum 2006-2008 waren de uitkomsten van het 3
onderzoek van het COT . In het politiedistrict Breda deden zich weinig problemen voor in de verhoudingen tussen bevolkingsgroepen en van radicalisering onder jongeren leek slechts in beperkte mate sprake. Wel was het contact tussen groepen beperkt en leek de afstand tussen autochtone en allochtone jongeren toe te nemen, onder andere op scholen en in het voetbal. Zie bijlage 2 voor een uitgebreid overzicht van de bevindingen van het COT. Eén van de aanbevelingen van het COT was de uitwisseling van ervaringen tussen scholen en tussen scholen en (allochtone) organisaties te bevorderen. De zes gemeenten uit het politiedistrict stelden naar aanleiding van het onderzoek een aantal werkgroepen in, waaronder een werkgroep gericht op scholen. Deze werkgroep nam het initiatief tot het project Afslag Centrum 2006-2008 dat bestond uit een onderzoeksperiode en vier proefprojecten bij middelbare scholen en basisscholen. Hierbij zijn een tiental activiteiten bij wijze van proef uitgevoerd. Dit project richtte zich oorspronkelijk op kinderen uit groep 8 die overstappen naar het voortgezet onderwijs. Tijdens het project is de doelgroep uitgebreid met kinderen die reeds deelnemen aan het voortgezet onderwijs. Het doel was een database met methodieken te ontwikkelen ten behoeve van het onderwijs. Uit de evaluatie volgde dat een groot aantal activiteiten hun doel hebben bereikt, dat docenten en leerlingen zeer positief waren, maar ook dat de ontwikkelingstijd te kort was en dat een langduriger inzet nodig is om het onderwerp polarisatie en radicalisering goed te agenderen en methodisch uit te werken. Het initiatief tot het vervolg, het project Afslag Centrum 2009-2011, is genomen door de zes gemeenten uit de politieregio Breda in samenspraak met het management van Halt.
3.2 Doelgroep en doelstellingen In de onderstaande tabel zijn de doelstellingen weergegeven zoals deze in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. Gedurende uitvoering van het project zijn er geen nieuwe doelstellingen bijgekomen.
3
'Tussen feiten, beelden en gevoelens' verslag van een verkennend onderzoek naar polarisatie en radicalisering in zes gemeenten in het politiedistrict Breda, COT, 2 oktober 2006.
Pagina 5
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
Doelstelling
Geldigheid doelstelling
Methoden te ontwikkelen die gericht zijn op in Doelstelling geldt nog. eerste instantie leerlingen van 10 tot 14 jaar om de volgende resultaten te bereiken: 1. het vergroten van de kennis bij kinderen en jongeren over andere culturen 2. het vergroten van het begrip voor mensen uit andere culturen middels het opdoen van positieve ervaringen.
Doelgroep Leerlingen van 10-14 jaar.
De onderstaande tabel geeft de deelprojecten of activiteiten weer en het beoogde bereik daarvan. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Omvang beoogde doelgroep
(blanco indien categorie niet van toepassing)
(raming) Educatie/workshops
1.
2. 3.
4
Cultuurdag, bestemd voor nieuwe scholen . Hierbij bezoeken scholieren op een dag verschillende activiteiten waarbij ze in aanraking komen met andere culturen. Nieuw te ontwikkelen activiteit voor oude basisscholen. Nieuw te ontwikkelen activiteit, bestemd voor 1 nieuwe en 1 oude school in de kleine kernen die het onderwerp bespreekbaar wensen te maken als voorbereiding voor leerlingen die naar een andere school gaan.
60 activiteiten bij 15 scholen
40 activiteiten bij 10 basisscholen. 25 activiteiten bij 4 scholen.
Training professionals
4.
Deskundigheidsbevordering op het terrein van polarisatie en radicalisering voor onderwijzend personeel.
15 cursussen t.b.v. 100 docenten.
Overige activiteiten
5.
Nieuw te ontwikkelen activiteit voor ouders.
20 activiteiten verspreid over de deelnemende scholen.
3.3 Risico's Kritieke succes- en risicofactoren zijn de factoren die een grote impact kunnen hebben op het welslagen van het project. In deze evaluatie is gevraagd of voorafgaand aan het project de kritieke succes- en risicofactoren inzichtelijk zijn gemaakt. Halt geeft aan dat de volgende kritieke succesfactoren zijn benoemd: instellen van de stuurgroep, waarin alle betrokken partijen deelnemen, als sturingsmechanisme; monitoring en verslaglegging van activiteiten. Voorafgaand aan het project is geen analyse gemaakt van eventuele risicofactoren. De huidige projectleider is na de start van het project aangesteld en kan niet aangeven waarom er geen analyse is gemaakt.
4
De term nieuwe scholen slaat op scholen die al eerder hebben meegedaan met Afslag Centrum 2006-2008.
Pagina 6
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
3.4 Organisatie en communicatie De districtelijke driehoek van het politiedistrict Breda fungeert als opdrachtgever voor Halt Midden- en West-Brabant en Surplus Welzijn. In de driehoek participeren de burgemeester van de zes gemeenten en de gebiedsofficier van justitie en politie. Het project wordt aangestuurd door een stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeenten, leidinggevenden van Halt en Surplus Welzijn. De gemeenten hebben hierin een stevige rol en fungeren als brug richting de districtelijke driehoek. De stuurgroep komt vier keer per jaar bijeen. Verder is een werkgroep ingesteld die operationeel verantwoordelijk is voor het project. De werkgroep bestaat uit een projectleider en medewerkers van Surplus Welzijn. De projectleider heeft als taak: het organiseren van vraag en aanbod; logistieke problemen oplossen; het ontwikkelen van nieuw aanbod door nieuwe projecten in het land te volgen en te implementeren en met derden te ontwikkelen; ouderparticipatie ontwikkelen; verslaglegging en verantwoording. De projectleider is werkzaam bij Surplus Welzijn en heeft nauw contact met degene die namens Halt eindverantwoordelijk is voor het project en zitting heeft in de stuurgroep. Voor de interne en externe communicatie over de activiteiten is een plan opgesteld.
3.5 Verantwoording De verantwoording vanuit de werkgroep aan de stuurgroep over de voortgang en besteding van de middelen vindt plaats: door een nieuwsbrief, drie keer per jaar; door een mondelinge terugkoppeling, meerdere malen per jaar; door een projectverslag en activiteitenverslag. De verantwoording vanuit de stuurgroep aan de districtelijke driehoek over de voortgang en besteding van de middelen vindt plaats: door een projectverslag en activiteitenverslag; door een evaluatie met verbetervoorstellen, een keer per jaar; door een mondelinge terugkoppeling, meerdere malen per jaar.
Pagina 7
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
4
Uitkomsten van het project Dit hoofdstuk belicht datgene wat het project heeft opgeleverd aan producten of activiteiten. Ook wordt ingegaan op het budget en het proces van monitoring en zelfevaluatie.
4.1 Realisatie producten/activiteiten Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Gerealiseerd?
Toelichting indien niet gerealiseerd
(blanco indien categorie niet van toepassing) Educatie/workshops
1.
Cultuurdag, bestemd voor nieuwe Nee, 1,2 en 3 nog Loopt nog. scholen. niet gerealiseerd Hierbij bezoeken scholieren op een dag met als reden: verschillende activiteiten waarbij ze in aanraking komen met andere culturen. 2. Nieuw te ontwikkelen activiteit voor oude basisscholen. 3. Nieuw te ontwikkelen activiteit, bestemd voor 1 nieuwe en 1 oude school in de kleine kernen die het onderwerp bespreekbaar wensen te maken als voorbereiding voor leerlingen die naar een andere school gaan.
Training professionals
4.
Deskundigheidsbevordering op het terrein Nee, nog niet van polarisatie en radicalisering voor gerealiseerd met onderwijzend personeel. als reden:
Loopt nog.
Overige activiteiten
5.
Nieuw te ontwikkelen activiteit voor ouders.
Loopt nog.
Nee, nog niet gerealiseerd met als reden:
Het project is in november 2009 gestart. Vanaf oktober 2009 is de directeur, die de aanvraag voor de decentralisatie-uitkering bij VenJ heeft verzorgd, niet meer werkzaam bij Halt Middenen West-Brabant. Een medewerker van Halt is eindverantwoordelijke voor het project, de projectleiding is in handen van een medewerker van Surplus Welzijn. Het project heeft door de overdracht enige vertraging opgelopen. Het benaderen van scholen, moskeeën, docenten, allochtone organisaties, et cetera is bewerkelijk en de projectleider is afhankelijk van medewerking. De scholen die betrokken waren bij het project Afslag Centrum 2006-2008 zijn enthousiast en nemen graag opnieuw deel. Het mobiliseren van 'nieuwe' scholen kost veel energie en tijd. Bij scholen in het voortgezet onderwijs geldt dat het ondoorzichtig is waar verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn belegd. Dit alles betekent dat de eerste activiteiten pas in juni 2010 starten. De onderzoekers constateren dat in de huidige opzet nog nauwelijks een ambassadeursrol voor de 'oude' scholen is weggelegd en dat weinig gebruik wordt gemaakt van netwerken/invloed van gemeenten. Naar de opvatting van de onderzoekers is het raadzaam om de 'oude' scholen een stevige ambassadeursrol te geven en gemeenten meer in te schakelen bij de benadering van nieuwe scholen en organisaties. Dit laatste geldt te meer omdat gemeenten hebben aangegeven verantwoording te nemen bij de implementatie van de projecten.
Pagina 8
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
Bij het project Afslag Centrum 2006-2008 ontstond de behoefte om het effect van het project wetenschappelijk te toetsen. In de startfase van het project Afslag Centrum 2009-2011 is contact gelegd met een onafhankelijk onderzoeksbureau in Breda. Dit bureau heeft de opdracht gekregen een voorstel in te dienen op welke wijze een nulmeting en eindmeting vorm kan krijgen die is gericht op het meten van de verandering in houding en gedrag van scholieren.
4.2 Realisatie versus budget Voor het project is een budget opgesteld. In dit budget is een verdeling opgenomen tussen een bijdrage door VenJ en de bijdrage door de gemeente (in uren en in een bijdrage aan de 'out of pocket'-costs). De totaalkosten van het project (2009-2011) zijn begroot op € 116.800. De gemeenten leveren een bijdrage van € 50.000 en Halt en Surplus dragen voor een bedrag van € 10.000 bij. De resterende € 56.800 wordt gedekt uit de decentralisatie-uitkering van VenJ. Een groot deel van de kosten bestaat uit de kosten voor projectleiding. In het plan van aanpak worden de uren projectleiding geraamd op 300 uur per jaar. De projectleider geeft aan dat het in deze fase van het project moeilijk is in te schatten of dit aantal uren voor het eerste jaar voldoende is.
4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie Een onderdeel van projectmanagement is monitoring en vervolgens bijsturing. De realisatie van de projectdoelstelling en het bereik naar de doelgroep wordt op de volgende wijze gemonitord: Door evaluatie na iedere activiteit met een school: van de activiteiten wordt een projectverslag en een activiteitenverslag gemaakt die in de werkgroep en stuurgroep worden besproken. Door uitvoering van een nulmeting en eindmeting gericht op het meten van de verandering in houding en gedrag van scholieren. Hiermee worden de effecten van de verschillende ontwikkelde methodes beoordeeld op het gewenste resultaat. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten (blanco indien categorie niet van toepassing)
Educatie/workshops
Training professionals
Is er sprake geweest van bijsturing?
1.
Eventuele toelichting
Cultuurdag, bestemd voor nieuwe scholen. Nee Hierbij bezoeken scholieren op een dag verschillende activiteiten waarbij ze in aanraking komen met andere culturen. 2. Nieuw te ontwikkelen activiteit voor oude Nee basisscholen. 3. Nieuw te ontwikkelen activiteit, bestemd voor 1 Nee nieuwe en 1 oude school in de kleine kernen die het onderwerp bespreekbaar wensen te maken als voorbereiding voor leerlingen die naar een andere school gaan.
Dit moet nog uitgevoerd worden.
4.
Dit moet nog uitgevoerd worden.
Deskundigheidsbevordering op het terrein van polarisatie en radicalisering voor onderwijzend personeel.
Nee
Dit moet nog uitgevoerd worden. Dit moet nog uitgevoerd worden.
Pagina 9
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
Categorie activiteiten
Overige activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Eventuele toelichting
(blanco indien categorie niet van toepassing)
Is er sprake geweest van bijsturing?
5.
Nee
Dit moet nog uitgevoerd worden.
Nieuw te ontwikkelen activiteit voor ouders.
4.4 Borging van het project De borging heeft betrekking op de wijze waarop de uitkomsten en leerpunten van het project een structurele plaats hebben gekregen in het beleid van de gemeente/organisatie. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat de kennis, contacten en producten die zijn ontstaan in het project, nu structureel worden toegepast door de initiatiefnemende organisatie en door andere betrokken organisaties. Binnen Halt Midden- en West-Brabant is een persoon aangewezen die verantwoordelijk is voor de borging van het project in structureel beleid. In het plan van aanpak is vermeld dat zodra de methodes zijn ontwikkeld, gemeenten opdracht geven aan de scholen om het onderwerp structureel in te bedden in de schoolactiviteiten. De districtelijke driehoek zal hiertoe nadere opdrachten formuleren. Hierbij wordt opgemerkt dat de gemeenten opdracht kunnen geven, zij zijn financiers, of zij gemeenten echt kunnen dwingen is de vraag. Wel hebben zij het middel in handen om bij geen deelname de subsidie in te trekken. Gemeenten hebben aangegeven de activiteiten te financieren alsmede verantwoording te nemen bij de implementatie van de projecten. Het is nog niet bekend of, en op welke wijze gemeenten het project structureel inbedden binnen lokaal beleid.
Pagina 10
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
5
Doeltreffendheid De doeltreffendheid komt aan bod aan de hand van het doelbereik, de reikwijdte en de maatschappelijke effecten van het project.
5.1 Doelbereik en reikwijdte Bij doelbereik gaat het om de realisatie van de doelstellingen. Reikwijdte betreft de mate waarin in het project de beoogde doelgroepen zijn bereikt. De onderstaande tabel geeft het doelbereik weer zoals dat door de gemeente/organisatie zelf wordt ervaren. Doelstelling
Realisatie doelstelling
Methoden te ontwikkelen die gericht Niet zijn op in eerste instantie leerlingen van 10 tot 14 jaar om de volgende resultaten te bereiken: 1. het vergroten van de kennis bij kinderen en jongeren over andere culturen, 2. het vergroten van het begrip voor mensen uit andere culturen middels het opdoen van positieve ervaringen.
Eventuele toelichting Project loopt, in juni 2010 vinden de eerste activiteiten bij scholen plaats.
De onderstaande tabel geeft de reikwijdte van het project weer. Is met het project - en de geleverde producten en activiteiten - de beoogde doelgroep bereikt? Wat was, na afronding van het project, de omvang van deze doelgroep? Komt het gerealiseerde bereik van de doelgroepen overeen met de raming vooraf? Doelgroep
Is de beoogde Omvang doelgroep? doelgroep bereikt?
Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf?
Leerlingen van 10-14 jaar
Nee
Er is nog geen bereik gerealiseerd.
Weet niet/onbekend
5.2 Maatschappelijk effect Uiteindelijk moeten de projecten bijdragen aan het verder tegengaan van polarisatie en radicalisering in de maatschappij. Dit is het beoogd maatschappelijk effect van de door het ministerie ondersteunde projecten. Gelet op de startfase waarin het project zich bevindt is niet aan te geven of het project bijdraagt aan een daadwerkelijke vermindering van processen van polarisatie en radicalisering in de samenleving. Wel is geformuleerd dat de effecten van de te ontwikkelen methodes door een onafhankelijk onderzoeksbureau zullen worden beoordeeld op het gewenste resultaat.
Pagina 11
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
6
Leerpunten Dit hoofdstuk belicht de geconstateerde succes- en risicofactoren, de samenwerking en elementen in het project die eventueel kunnen dienen als goede voorbeelden.
6.1 Succes- en risicofactoren Terugkijkend zijn bij het project (tot nu toe) volgens de projectleider en de onderzoekers de volgende succesfactoren te benoemen: Het onderzoek van het COT in opdracht van de districtelijke driehoek heeft de aandachtsgebieden bij het thema polarisatie en radicalisering binnen het gebied inzichtelijk gemaakt en draagvlak gecreëerd voor het project bij de districtelijke driehoek. Terugkijkend is bij het project (tot nu toe) volgens de onderzoekers de omvang van het project als risicofactor te benoemen, te weten: De grote hoeveelheid activiteiten. Het aantal te benaderen scholen en andere partijen. Te ontwikkelen methodes.
6.2 Samenwerking De kennis die wordt opgedaan in het project wordt overgedragen aan andere organisaties. De volgende kennis wordt overgedragen: de verschillende ontwikkelde methodes. Deze kennisoverdracht gebeurt door : docenten les te geven via een train-de-trainer concept; voor scholen een map te maken waarin alle ontwikkelde methodes zijn beschreven. De ontwikkelde lesmethodes, het projectverslag en het activiteitenverslag worden ter beschikking gesteld aan Nuansa.
Pagina 12
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
6.3 Best practice Er is sprake van een 'best practice' als het afgeronde project of elementen ervan geschikt zijn als positief voorbeeld voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De projectleider geeft aan dat uit de evaluatie van het project Afslag Centrum 2006-2008 bleek dat een aantal elementen zeer geschikt was om over te nemen in het project Afslag Centrum 2009-2011: De methodes voor leerlingen zijn geen lesmethodes, maar activiteiten gericht op het direct ervaren van andere culturen. Een mooi voorbeeld is de Cultuurdag: scholieren fietsen een dag langs verschillende projecten waarbij ze in aanraking komen met andere culturen, bijvoorbeeld naar de moskee, theeritueel met een Marokkaanse dame, bezoek aan de Molukse wijk. Interactieve docententraining: docenten van verschillende scholen gaan aan de hand van stellingen met elkaar in gesprek over polarisatie en radicalisering. De training biedt ook een goede gelegenheid om netwerken op te bouwen.
Pagina 13
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
Bijlage 1 Relevante definities Onderstaande toelichting is gebaseerd op de definities zoals die door de AIVD en het ministerie van VenJ worden gehanteerd: Activisme is de benaming voor het fenomeen waarbij personen of groepen op buitenparlementaire wijze maar binnen de grenzen van de wet, streven naar bepaalde idealen. Borging van projecten: de verankering van het beleid ontwikkeld in het project, de kennis opgedaan in het project en de resultaten van projecten in de dagelijkse uitvoering door betrokken organisaties. Borging blijkt onder anderen uit de wijze waarop het beleidsonderwerp aandacht krijgt in nieuw beleid, verantwoordelijkheden voor het beleidsonderwerp zijn toegewezen in de organisatie en middelen zijn toegekend om het beleidsonderwerp uit te werken en uit te voeren. Decentralisatie-uitkering: een uitkering die via het Gemeentefonds ter ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau door het Rijk wordt verstrekt aan gemeenten. Extremisme is het fenomeen waarbij personen of groepen, bij het streven naar bepaalde idealen, bewust over de grenzen van de wet gaan en (gewelddadige) illegale acties plegen. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van segregatie langs etnische en religieuze lijnen. Radicalisering is het proces van toenemende bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middel), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). Subsidie: een financiële bijdrage op grond van een tijdelijke subsidieregeling die door het Rijk wordt verstrekt aan zelfstandige rechtspersonen met als doel de ondersteuning van bovenlokale activiteiten ten behoeve van het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren. Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. De aan polarisatie en radicalisering verbonden fenomenen en processen kunnen zich manifesteren vanuit rechtse of linkse politieke overtuiging, vanuit islamitische geloofsovertuiging, of vanuit verbondenheid met dierenrechten.
Pagina 1
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
Bijlage 2 Onderzoek COT De onderzoekers van het COT concluderen het volgende: In het district manifesteren zich groepjes 'Lonsdalejongeren'. Zij zijn in het algemeen niet rechts-radicaal; er is geen sprake van het aanhangen van een duidelijke collectieve ideologie. Er zijn signalen van mogelijke radicalisering van individuele moslimjongeren in Breda. Mogelijk is er ook één radicaliserende groep. Bewoners van autochtone en allochtone afkomst leven grotendeels langs elkaar heen. Xenofobe en discriminerende uitingen van (met name) jongeren worden door een deel van de bevolking (stilzwijgend) geaccepteerd. De gevoelens over allochtonen verschillen per gebied. Er doen zich incidenten voor tussen autochtone en allochtone jongeren, maar meestal hebben die een andere aanleiding dan afkomst of geloof. De gemeenten hebben beperkt zicht op wat er binnen (en buiten) hun grenzen gaande is met betrekking tot polarisatie en radicalisering. De kennis zit meer op het operationele niveau. Informatie-uitwisseling tussen gemeenten en andere organisaties is gebrekkig. De contacten tussen gemeenten en organisaties van allochtonen zijn beperkt en de samenwerking verloopt moeizaam.
Pagina 1
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-010/ive/aht
Bijlage 3 Geraadpleegde bronnen Aanvraag decentralisatie-uitkering 'Afslag centrum', Halt Midden-en West-Brabant en districtelijke driehoek Breda, juli 2009. Webenquête. Samenvatting Afslag centrum, document subsidieaanvraag, Halt Midden-en West-Brabant. Gesprek met projectleider van Surplus Welzijn en van Halt Midden-en West-Brabant op 27 mei 2010 in Breda.
Pagina 1