Regionale Sociale Agenda Rapportage debat Noord Veluwe 26 januari 2011 Regionaal werken in Gelderland
Inhoudsopgave Samenvatting Samen aan de slag! Succesvolle sociale projecten in Noord Veluwe Het stuur in eigen hand Zorgbehoevenden zonder netwerk Jong: een gezond fundament Werk werkt voor iedereen? In debat over de vier thema’s De thema’s voor 2012-2015
Samenvatting In iedere gemeente en regio zijn er mensen die een steuntje in de rug nodig hebben om volwaardig mee te kunnen doen aan de samenleving. Het is goed als overheden en instellingen bovenlokaal samenwerken om dat steuntje in de rug te geven. Door krachten te bundelen kunnen we effectiever en sneller werken. Maar wat doen we dan precies? En hoe? Om de vier jaar stellen de regio’s van de provincie Gelderland een Regionale Sociale Agenda vast, waarin afspraken en doelen staan voor de komende vier jaar. Zo bieden we een samenhangende oplossing voor problemen die bij iedereen hoog op de prioriteitenlijst staan. Regionale Sociale Agenda 2012-2015 In 2012 start de nieuwe looptijd voor de Regionale Sociale Agenda. 2010 was daarom het jaar van analyse: welke trends en ontwikkelingen op sociaal terrein zijn zichtbaar in de verschillende regio’s? Sleutelfiguren uit de regio’s zijn bevraagd en ook de nieuwe collegeprogramma’s van de gemeenten zijn betrokken bij de analyse. Zo zijn de belangrijkste thema’s uitgelicht. Over deze thema’s gaan de regio’s eind 2010 en begin 2011 in debat om vervolgens vast te stellen welke thema’s per regio de hoogste prioriteit hebben. Deze thema’s vormen de Regionale Sociale Agenda 2012-2015. De vier thema’s uit de analyse In de regio Noord Veluwe vond op woensdag 26 januari 2011 het derde regionale debat plaats in cultuurcentrum Veluvine in Nunspeet. Circa 150 mensen uit het sociale veld kwamen hier bijeen om te debatteren over vier thema’s die uit de regionale sociale analyse in de regio Noord Veluwe naar voren kwamen: • Het stuur in eigen hand • Zorgbehoevenden zonder netwerk • Jong: een gezond fundament • Werk werkt voor iedereen? Doel: tot 2015 en verder Doel van de middag en avond was om te bepalen waar de prioriteiten en accenten moeten komen te liggen voor het sociale beleid van de komende jaren. Wat wordt de Regionale Sociale Agenda 2012-2015 in Noord Veluwe? Maar dat niet alleen. Noord Veluwe vergrijst, dus we moeten ook voor de langere termijn – tot 2040 – kijken naar sociale thema’s die regionaal moeten worden opgepakt.
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
1
Aan de slag in vier workshops Alle deelnemers van het debat verdeelden zich op 26 januari 2011 over vier workshops. Tijdens de workshop beantwoordden ze met elkaar drie vragen: • Wat is het belangrijkste probleem dat we moeten oplossen binnen dit thema? • Waarom moeten we dit thema regionaal aanpakken? • Waarom moet dit thema op nummer één van de Regionale Sociale Agenda komen te staan voor de regio Noord Veluwe? Iedere workshop had een workshopleider, die het proces tijdens de workshop begeleidde en ervoor zorgde dat op alle vragen antwoorden kwamen. Met sterke, inhoudelijke argumenten. Daarnaast had iedere workshop een woordvoerder, die met alle antwoorden en argumenten de overige debatdeelnemers moest overtuigen. Dit gebeurde – na een korte pauze – tijdens het debat. Het debat Tijdens het debat kreeg iedere woordvoeder drie minuten de tijd om zijn of haar thema zo goed mogelijk onder de aandacht te brengen. En anderen ervan te overtuigen dat juist dit thema op de Regionale Sociale Agenda 2012-2015 moet komen te staan. Na deze drie minuten durende speech kregen alle deelnemers acht minuten de tijd het vuur aan elkaars schenen te leggen. Stemmen Na het diner, toen iedereen zijn standpunten had bepaald, verzamelden de deelnemers zich weer in de plenaire zaal. Na een korte stemronde werden de stemmen geteld. De vier thema’s lagen dicht bij elkaar. “Dat betekent dat we ze allemaal belangrijk vinden”, zegt Willem Krooneman, wethouder van de gemeente Elburg. “Praten is ontzettend belangrijk, maar we moeten nu vooral gaan dóen. We moeten gaan werken aan concrete voorstellen. Als gemeenten individueel en als regio.” De uitslag van de stemronde 1. Het stuur in eigen hand 2. Zorgbehoevenden zonder netwerk 3. Jong: een gezond fundament 4. Werk werkt voor iedereen?
Samen aan de slag! In cultuurcentrum Veluvine in Nunspeet vindt op 26 januari 2011 het debat plaats rondom de Regionale Sociale Agenda 2012-2015. Vanaf 15.00 uur druppelen de ruim 150 deelnemers binnen. Er zijn vertegenwoordigers van onder andere zorginstellingen, welzijnsorganisaties, financiële instellingen en gemeenten. Dagvoorzitter Maarten Bouwhuis opent het debat. Op weg naar de agenda In een notendop legt Maarten Bouwhuis de route naar de Regionale Sociale Agenda uit: “Er is een sociale analyse gemaakt door Radar Advies. Hierin staan thema’s die voor deze regio belangrijk zijn. Nu voeren we een debat daarover en daarna gaan lokale overheden de Regionale Sociale Agenda 2012-2015 met elkaar verder invullen en uitvoeren. De analyse bestaat uit vier thema’s, daarom zijn er vandaag vier workshops. Vandaag gaan we prioriteiten leggen in die thema’s. Welke thema’s zijn het allerbelangrijkst en welke thema’s zijn ook belangrijk, maar in mindere mate?” De rol van de provincie Na deze aandachtspunten van de dagvoorzitter, is het woord aan gedeputeerde Hans Esmeijer. Hij is niet lijfelijk aanwezig, maar spreekt de zaal toe via een filmpje. Hoewel het regionaal sociaal beleid niet behoort tot de kerntaken van de provincie én de provincie flink moet bezuinigen, draagt ze wel degelijk bij aan het sociaal beleid. Hans Esmeijer schetst het beeld van een drieluik, waarbij de afzonderlijke delen bestaansrecht ontlenen aan elkaar. “We hebben op de eerste plaats een wettelijke opdracht vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In artikel 13 daarvan staat dat de provincie gemeenten moet ondersteunen. We bemoeien ons niet met de uitvoering, maar ondersteunen vanuit de tweede lijn. We bieden ondersteuning bij gezamenlijke vragen van gemeenten. Er moet dus wel een vraag zijn. Ten tweede hebben we een afspraak met het Rijk, gemeenten en provincies. De provincie blijft sociale problemen signaleren en agenderen. We gaan op pad, doen onderzoek, beschrijven de regio’s en de uitdagingen die ze hebben. Dat is de analyse die Radar Advies in 2010 in opdracht van ons heeft gedaan voor alle regio’s. Het lijstje met thema’s uit die analyse is geen lijstje van de provincie. Het is een lijstje van de gemeenten en het maatschappelijk middenveld. Wij kijken als provincie welke rol we kunnen spelen bij de oplossingen. Om te bepalen waar de prioriteiten voor de komende jaren moeten liggen, zijn we nu bij elkaar op het Regionaal Sociaal Debat voor de regio Noord Veluwe.” Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
2
Hij vervolgt met het derde luik: “Een ‘typisch Gelderse afspraak’. We moeten sociaal beleid in samenhang met de andere kerntaken van de provincie organiseren. Bij alle ontwikkelingen in onze regio wordt rekening gehouden met het maatschappelijke aspect. Een wijk herontwikkelen zonder na te denken over de sociale structuur ervan is niet mogelijk. Deze drie luiken geven perspectief aan een goede samenwerking tussen gemeenten onderling, maar ook tussen gemeenten en provincies. We moeten voorkomen dat beide overheden elkaar tegenwerken. Samenwerken is nodig. Hiermee is duidelijkheid gegeven aan elkaars taak- en rolverdeling, ook in tijden van bezuiniging.” Jeugdzorg naar gemeenten Een ander aspect dat Hans Esmeijer aankaart, is de jeugdzorg. De geïndiceerde zorg voor de jeugd wordt anders geregeld. De provinciale verantwoordelijkheden gaan naar de gemeenten. “Dat moet zorgvuldig gebeuren, om ervoor te zorgen dat er geen jongeren tussen wal en schip vallen. De provincie zal – zolang de Wet op de jeugdzorg nog niet is gewijzigd – de gemeenten ondersteunen bij de uitvoer van nieuwe taken.” Tot slot zegt de gedeputeerde: “Het sociaal beleid wordt niet vanuit het provinciehuis in Arnhem gedicteerd. Integendeel, de gemeenten zijn nu aan zet en de provincie sluit aan.” Hij schets een beeld van een tandem met daarop de gemeenten en de provincie. “De gemeenten zitten voorop, zij trappen en sturen. En als het nodig is stapt de provincie achterop en dan trappen wij graag mee.” “Het sociaal beleid wordt niet vanuit het provinciehuis in Arnhem gedicteerd. Integendeel, de gemeenten zijn nu aan zet en de provincie sluit aan.” Hans Esmeijer, gedeputeerde provincie Gelderland De regionale sociale analyse 2010 Hoe is de regionale sociale analyse tot stand gekomen? Hierover vertelt Dick Brethouwer, projectleider van de analyse voor de regio Noord Veluwe vanuit de provincie Gelderland. “Het bureau Radar Advies kreeg van ons de opdracht om de regio te analyseren. Ze hebben naar cijfers gekeken, maar ook zo’n veertig gesprekken gevoerd, onder andere met gemeenten en het maatschappelijk middenveld. In zo’n gesprek gaat het over verwachtingen, je kijkt vooruit. Wat komt er op ons af? En vooral: waar kan er samengewerkt worden?” Het onderzoek diende vooral om dit debat mogelijk te maken. En om de prioriteiten van de regio bloot te leggen. Dat resulteerde in onderstaande vier thema’s. Vier thema’s Uit de analyse bleken vier thema’s prioriteit te hebben. Met deze thema’s gaan de deelnemers in workshops aan de slag: • Het stuur in eigen hand • Zorgbehoevenden zonder netwerk • Jong: een gezond fundament • Werk werkt voor iedereen? Vier workshops Tijdens de workshops beantwoorden de deelnemers met elkaar drie vragen: • Wat is het belangrijkste probleem dat we moeten oplossen binnen dit thema? • Waarom moeten we dit thema regionaal aanpakken? • Waarom moet dit thema op nummer één van de Regionale Sociale Agenda komen te staan voor de regio Noord Veluwe? Op de pagina’s 5 tot en met 10 leest u per workshop hoe de discussie verloopt en welke antwoorden de deelnemers geven op bovengenoemde vragen.
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
3
Succesvolle sociale projecten in Noord Veluwe Voordat de workshops over de vier thema’s van start gaan, nemen drie mensen uit de regio het woord om iets te vertellen over succesvolle regionale projecten van de afgelopen jaren.
Nico Schipper over maatschappelijke stage “Een groot probleem is dat het vrijwilligersbestand steeds verder vergrijst. En dat terwijl vrijwilligerswerk steeds belangrijker wordt, gelet op de Wmo en de bezuinigingen. Instroming van onderaf is dan ook noodzakelijk. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Door jongeren te laten snuffelen aan vrijwilligerswerk. Daarom hebben we in deze regio met alle gemeenten het project ‘maatschappelijke stage’ groot opgetuigd. En met succes. In het begin was er nog twijfel vanuit het onderwijs en de vrijwilligersinstellingen. Maar nu we twee jaar bezig zijn, is iedereen erg enthousiast. Inclusief de jongeren zelf.” Pieter den Besten over de Centra voor Jeugd en Gezin “Ouders die tegen problemen aanlopen in de opvoeding van hun kinderen moeten ondersteuning kunnen krijgen. Daar is het Centrum voor Jeugd en Gezin voor. Iedere gemeente in Noord Veluwe heeft een eigen CJG, maar het opzetten van die centra is vanuit de regio opgepakt. We hebben de krachten gebundeld. Als we dat niet hadden gedaan, waren we nooit zo ver geweest als nu.” Ard Kleijer over werk en jongeren “We willen vooral problemen voorkomen. Noord Veluwe heeft een laag werkloosheidscijfer. Maar we hebben wel te maken met vergrijzing, ontgroening en veel laaggeschoold werk. En ook al is het aantal schoolverlaters klein, drie procent is nog steeds te veel. Daarom hebben we met alle regiogemeenten gezorgd voor een nauwer contact tussen leerplichtambtenaren en het onderwijs. Scholen zijn daardoor actiever in het signaleren en melden, zodat we sneller kunnen ingrijpen. Daarnaast heeft regionale samenwerking ook geleid tot meer afstemming tussen UWV, sociale diensten en werkgevers om jongeren beter aan werk te kunnen helpen.” Tot slot neemt Nico Schipper nogmaals het woord om de zaal te waarschuwen voor de kanteling van de Wmo. “Mensen moeten zelf meer verantwoordelijkheid gaan nemen; een noodzaak in het licht van de bezuinigingen. De overheid moet echter niet nalaten om burgers daartoe ook in staat te stellen. Om dat te faciliteren. Het gevaar dreigt nu dat bestuurders denken dat iedereen wel weet hoe het werkt. Maar dat is niet zo. De Wmo vereist namelijk een mentaliteitsverandering bij de burgers. Dat lukt niet in vier jaar. De kosten gaan voor de baten uit: de overheid moet erin blijven investeren en mensen meenemen in het proces, anders zakt het als een pudding in elkaar.”
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
4
‘Mensen die het goed hebben, zijn bereid anderen te helpen’ Thema: het stuur in eigen hand “Geef mensen het stuur in eigen hand. Het geeft eigenwaarde en dat kan zich als een positieve olievlek over de regio verspreiden.” Dat is in een notendop het pleidooi voor het thema ‘Het stuur in eigen hand’. En de belangrijkste uitkomst van de workshop over dit thema, waarbij maar liefst 33 deelnemers aanwezig waren.
Workshopleidster Elma van Dongen van Spectrum MO en pleitbezorger Arno Goessen van de Wmoraad Ermelo leiden de workshop in. Arno Goessen trapt de discussie af met een persoonlijk pleidooi dat als uitgangspunt dient. De workshopdeelnemers mogen het bekritiseren en aanvullen. “De kracht zoeken bij de mensen zelf is iets waar we de komende tijd voor moeten staan. Dat betekent: anders denken en anders doen! Vanuit de Wmo is er een aanbod in de gemeenschap neergelegd. Dat verdwijnt. We moeten vraaggericht gaan werken: wat heb jij – de burger – nodig om te kunnen participeren in de maatschappij? Wat kun je zelf en wat kan je netwerk voor je doen? Als dat niet toereikend is, moeten we nadenken wat de overheid aanvullend kan doen.” Leren van elkaar Arno Goessen geeft ook meteen antwoord op de vraag waarom dit een regionale aanpak verdient: “In een masterplan kun je dit soort ideeën ontwikkelen. Je kunt bijvoorbeeld trainingen geven aan professionals die het geleerde in de eigen gemeente in de praktijk brengen. Je kunt als regio gebruikmaken van elkaars faciliteiten, maar ook van elkaars ideeën. En waarom moet het thema op nummer één? Als we die eigen kracht kunnen invullen, bereik je heel veel. Dan kun je dat over alle andere thema’s invullen.” Eigen kracht en waardigheid Albert Bos van de Vereniging van Kleine Kernen Gelderland is de eerste die reageert: “Dorpsbewoners maken het dorp”, zegt hij. “Veel mensen kunnen de zaakjes goed regelen. De overheid moet met die bewoners aan de slag.” Willem Krooneman van de gemeente Elburg is het daarmee eens: “Het werkt als je burgers de kans geeft om oplossingen te bedenken. Maar geef ze vooral hun eigen kracht en waardigheid terug. Ik denk dat we dat als overheid onderschatten.” Ard Kleijer, van de gemeente Putten maakt daar een kanttekening bij: “Hoe maak je samen de slag waardoor burgers dingen weer oppakken. Ik kom in de praktijk nog te veel mensen tegen die menen ergens recht op te hebben en dat recht komen halen bij de gemeente. Je kunt die verandering niet in één keer maken, dat werkt averechts.” Hulpvragen achterhalen Ard Kleijer stelt aansluitend de volgende vraag: “Hoe ga je van verzorgingsstaat naar een zorgzame samenleving?” Yvonne Ruigrok van Indigo Veluwe: “Wij denken in oplossingen die we kennen. Soms geven we bij het Wmo-loket iemand een scootmobiel, terwijl de oplossing iets heel anders zou kunnen zijn. We moeten vanuit de hulpverlening kijken welke zorg iemand nodig heeft.” Esther Boer van de GGZ Initiatiefgroep Noord West Veluwe: “Ik merk dat formulieren en procedures bij gemeenten zo ingewikkeld zijn, dat velen de aanvraag niet eens kunnen doen. Het is daardoor niet makkelijk om te weten wat er allemaal mogelijk is. Mensen houden zich daardoor klein. Er moet meer gecommuniceerd worden over het hoe, wat en waar ze terecht kunnen. Cliëntenraden, initiatiefgroepen en gemeenten moeten die informatie geven.” Andere deelnemers sluiten zich daarbij aan: “Er moet ook vooral ruchtbaarheid aan dit thema gegeven worden om mensen bewust te maken.” Mentaliteitsverandering Daniëlle Rap van MD Veluwe brengt in: “Tachtig procent van de mensen functioneert zelfstandig en kan zijn omgeving helpen. Vijftien procent heeft gedeeltelijk hulp nodig, maar hoe organiseer je Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
5
dat? En er is een groep van vijf procent die structureel ondersteuning nodig heeft. Spreek die tachtig procent aan en stuur aan op een mentaliteitsverandering, zodat ze de anderen gaan helpen. Uit onderzoek blijkt dat mensen die het goed hebben, bereid zijn om anderen te helpen.” Vertrouwen en lef van de gemeente De Puttense wethouder Ard Kleijer: “We moeten ons als overheid achter de oren krabben. Door alle ondoorzichtige regelgeving is een aangepaste toiletpot vier keer te duur. We moeten uitgaan van vertrouwen in mensen. Moeten we oeverloos controleren of iemand wel recht heeft op die toiletpot?” Annemieke Abbring van de gemeente Nunspeet: “Daar is lef voor nodig van de gemeente.” Regionale aanpak? Daniëlle Rap: “Ik ervaar dat we regionaal over meer kennis beschikken en dat we nog dichtbij genoeg zitten om kennis van de lokale situatie te hebben. Je merkt dat het in kleine kernen moeilijk is om alle kennis te verstouwen. Daarom alleen al is regionale aanpak nodig. Hoe meer mensen, hoe meer eventuele oplossingen je dan kunt bieden.” Esther Boer: “Ik merk dat ik in mijn woonplaats meer aanbod van de Wmo krijg dan in de andere gemeenten. De verschillen zijn te groot. Ik pleit daarom dus ook voor regionale invulling.” Ard Kleijer: “Regionaal opereren is verstandig. De regio kan de provincie goed bevragen en een beroep doen op haar ondersteuning.” “Door alle ondoorzichtige regelgeving bij de overheden is een aangepaste toiletpot vier keer te duur.” Ard Kleijer, gemeente Putten
‘We moeten niet alert blijven, maar juist dingen gaan doen’ Thema: zorgbehoevenden zonder netwerk Kwetsbare groepen zijn kwetsbaar omdat ze niet goed voor zichzelf kunnen opkomen. Bijvoorbeeld door fysieke of psychische beperkingen of omdat ze niet de juiste voorzieningen kunnen vinden. Deze mensen zijn dan ook gebaat bij een sterk netwerk dat hen ondersteunt. Helaas is dat vaak het grote probleem: ze hebben geen netwerk. Wat kunnen gemeenten en alle betrokken organisaties in de regio Noord Veluwe daaraan doen? En waarom moet dit thema op nummer één van de Regionale Sociale Agenda?
“De afgelopen jaren hebben we al belangrijke dingen bereikt op regionaal vlak”, begint pleitbezorger Hans Dingemanse van Stichting Ontmoeting. “Denk aan het meldpunt bijzondere zorg en de sociale-vangnetoverleggen in alle regiogemeenten. Toch moet er ook nog heel veel gebeuren. In de regionale sociale analyse staat als enige speerpunt dat we alert moeten blijven. Dat moeten we vooral aan de politie overlaten. Wij moeten juist met die kwetsbare mensen iets gaan doen. We moeten netwerken realiseren om hen heen. We moeten activiteiten organiseren waardoor ze weer zin krijgen in het leven, zoals dagbestedingvormen en sportactiviteiten. Laat ze meetellen, meepraten en meedoen.” In de analyse staat bovendien dat meedoen voor veel mensen niet realistisch is. De pleitbezorger draait dat om: “Meedoen is voor veel mensen te realiseren. Sommigen hebben echter een zetje nodig. Geef ze daarom de mogelijkheid om de kansen die ze hebben te benutten.” Moeilijk te vinden Bert van Putten van gemeente Harderwijk geeft aan wat het grootste probleem is. “Radar Advies kan niets anders bedenken dan alert te blijven. Dat komt omdat we nog heel moeilijk zicht krijgen op wie die kwetsbare burgers zijn en waar ze zijn. We kunnen ze lastig opsporen.” Volgens Jeroen van Beugen, ook van gemeente Harderwijk, komt dat omdat veel van die mensen geen netwerk hebben. “En ik kan met mijn cliënt ook nergens terecht om een netwerk te krijgen”, zegt Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
6
Jacqueline Koole van de Wmo-adviesraad Ermelo. “Ik kan niet in mijn eentje als mantelzorger een heel netwerk zijn.” Ingur Zijlstra van Community Support en ’s Heeren Loo geeft aan dat familie het eerste netwerk is en dat er anders altijd wel mensen zijn met wie je in contact bent geweest. Joseph Bakx van Tactes verslavingszorg sluit daarop aan: “Je moet het netwerk herstellen dat zo iemand vroeger had. Misschien is er schade ontstaan, maar met een lange adem lukt het vaak wel.” Netwerk voor het leven “Mensen zonder netwerk zijn soms toch met z’n tweeën”, zegt Jan Schepers van Mezzo. “Dan is er een partner, een mantelzorger, in het spel. Met z’n tweeën zijn ze eenzaam. We moeten oog hebben voor het versterken van netwerken in die situaties, dan slaan we meerdere vliegen in één klap. En we moeten ons richten op het grote potentieel aan vrijwilligers. Zij staan in direct contact met de kwetsbare groepen.” Ingur Zijlstra verklaart dat er nog veel verbindingen ontbreken. “Cliënten gaan van de ene organisatie naar de andere. Als ze ergens weg zijn, dan verdwijnen ze daar uit het systeem. Het lukt ons met z’n allen nog niet om cliënten een netwerk te geven voor de rest van hun leven.” Zijn collega Erik van Malenstein van Community Support vult hem aan: “Dat vraagt om meer afstemming tussen alle partijen. En daar is regionale samenwerking voor nodig.” Waarom regionaal? Workshopleider Joke Stoffelen van Zorgbelang Gelderland vraagt of er nog andere redenen zijn om dit thema regionaal aan te pakken. “Omdat gemeenten te klein zijn om de doelgroepen in hun eentje te faciliteren of te ondersteunen”, reageert Gerda Montauban van gemeente Oldebroek. John Hoving van Het Venster voegt toe dat het ook efficiënt is om kennis en kunde te delen. Vervolgens geeft Herman Klaster van SWO Nunspeet een voorbeeld waarbij al regionaal wordt samengewerkt. “Vorig jaar is hier een convenant ondertekend door partijen op het gebied van zorg en welzijn, woningbouwcorporaties en acht gemeenten. Doel is om kleinschalig samen te werken in wijken en om daar welzijn, zorg en wonen op elkaar af te stemmen. Andere organisaties en gemeenten kunnen zich daarbij aansluiten.” Verbindingen maken Aan het einde van de workshop geeft Bert van Putten aan waarom dit thema het hoogst op de agenda moet staan. “Door de bezuinigingen krijgen kwetsbare groepen het zeker niet makkelijker. Waarschijnlijk gaat de groep ook nog toenemen. Het is nu aan ons allen om die verbindingen tussen kwetsbare groepen, gemeenten en voorzieningen te realiseren in de regio. We moeten daarvoor uit onze eigen veilige huisjes komen om netwerken te verbinden die elkaar nu nog niet kennen. Daar hebben we provinciale ondersteuning bij nodig. Ook omdat we anders weer lokaal over tienduizend euro zitten te neuzelen; daar komen we niet uit. We moeten dit als regio oppakken!” “We hebben provinciale ondersteuning nodig, omdat we anders weer lokaal over tienduizend euro zitten te neuzelen; daar komen we niet uit.” Bert van Putten, gemeente Harderwijk
‘De jeugd verdient het, de toekomst betaalt het uit’ Thema: jong: een gezond fundament Uit de regionale sociale analyse komen vijf speerpunten naar voren rondom het thema jongeren: de CJG’s, alcoholpreventie, het tegengaan van overgewicht, de aansluiting op de arbeidsmarkt en de ondersteuning van zeventienjarigen die jeugdzorg hebben gehad. Hoe zorgen we ervoor dat de kinderen en jongeren in deze regio opgroeien tot gezonde, betrokken en zelfstandige burgers? Jorike Smeitink van Spectrum Gelderland bewaakt dat de deelnemers in de discussie antwoord geven op de drie kernvragen van het debat. Wat is het belangrijkste probleem? Waarom moet dit regionaal worden opgepakt? En waarom hoort dit thema op nummer één?
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
7
Dat veel organisaties en overheden hart hebben voor de jongeren in de regio, blijkt uit de grote opkomst. Er worden stoelen bijgehaald om plek te geven aan de meer dan dertig deelnemers. Pleitbezorger Cees Vlaming van MD Veluwe trapt af: “Kinderen moeten opgroeien tot mensen die meedoen. Veel van ons weten uit eigen ervaring wat opvoeden is. Maar ook hoe lastig opgroeien is. Ondersteuning voor de jeugd moet beginnen aan de keukentafel. Er is inzet nodig van de eigen omgeving en eigen kracht van de betrokken mensen. Er valt veel winst te halen uit preventie.” Begint je leven bij 17? De deelnemers beginnen de discussie met het laatste speerpunt van de Regionale Sociale Analyse: de ondersteuning voor zeventienjarigen na jeugdzorg. Ze praten over de leeftijdsgrens van zeventien en de grote zelfstandigheid die deze jongeren dan al moeten hebben. John Prein van de Regio Noord Veluwe: “Het thema is ‘jong: een gezond fundament’. Maar dat gezond fundament is er niet als je zeventien jaar bent en uit de jeugdzorg komt. Ik denk dat we een visie moeten maken waarin we goed investeren in jeugd jonger dan zeventien jaar. We moeten proberen om daar problemen te voorkomen. Voor wat er daarna nog misgaat hebben we voorzieningen nodig.” Theo Dhuyvetter van Bureau Jeugdzorg Gelderland vult aan: “Een ander groot probleem: veel kinderen groeien op in een onveilige omgeving. Er is veel kindermishandeling. Hier moeten we ook aandacht voor hebben, want die kinderen kunnen niet voor zichzelf opkomen.” De pleitbezorger vat samen dat we als hulpverleners dus meer op signalen moeten letten. Frank van der Voort van het CJG Nunspeet vult aan: “Het signaleren gebeurt wel, maar dan moeten die signalen wel met de ouders besproken worden. Daar zit het probleem. Daar blijven dingen liggen.” CJG’s doorontwikkelen De discussie verschuift naar een ander speerpunt: de CJG’s. Volgens Cees Vlaming is het nodig dat de CJG’s gaan samenwerken met voetbalverenigingen, maatschappelijk werk en andere verenigingen en instellingen. “Als je het CJG een gebouw laat zijn, is het één van de vele instituten. We moeten als CJG naar buiten, naar de mensen toe. En meekijken en -bepalen hoe een voetbalvereniging of trainer functioneert. Natuurlijk blijven de ouders hun verantwoordelijkheid houden, maar ze worden onderdeel van een netwerk.” Jongeren zijn met zichzelf bezig Volgens John Prein is er nog een ander probleem. “Een toenemende groep jeugd neemt niet meer deel aan de maatschappij. Ze zijn vooral met zichzelf bezig.” Gerrard Vinke van Landstede vraagt zich af of de jongeren dat zelf een probleem vinden. John Prein: “Als je jezelf in coma drinkt en je blijft erin, komt zo’n jongere echt bij ons terug. Ik vind het een punt. We moeten meer samenwerken, ondersteuningsmethoden ontwikkelen, het fundament sterker en de jongeren krachtiger maken door ze niet alles uit handen te nemen.” Uitvoering lokaal, backoffice regionaal Na het benoemen van vele problemen, probeert de groep antwoord te vinden op de vraag waarom we dit thema regionaal moeten oppakken. Teun van Noorloos van de gemeente Oldebroek: “Omdat je als kleinere gemeenten hier niet de spankracht hebt. En omdat veel maatschappelijke organisaties regionaal werken. Het is geldverspilling als ze zes keer op de koffie moeten komen.” Wietse de Boer van CJG Elburg en Oldebroek voegt toe: “De jeugd houdt zich niet aan de gemeentegrenzen.” Een andere reden is kosteneffectiviteit, vindt John Prein. “Het ontwikkelen en laten draaien van programma’s is kostbaar. Het is idioot als je dat per gemeente gaat doen.” Peter Voorbergen van de Wmo-raad Harderwijk plaatst bij dit alles wel een kanttekening: “Door het regionaal op te pakken, mag er geen afstand komen tot degene om wie het gaat. De mensen moeten hun weg naar de voorzieningen weten te vinden. Dus ik zeg: voorzieningenniveau lokaal, backoffice regionaal.” Jeugd op één! Tot slot vraagt workshopleider Jorike Smeitink waarom dit thema op nummer één van de Regionale Sociale Agenda hoort te staan. De groep somt de belangrijkste redenen op: van veel problemen krijg je later de rekening, de jeugd verdient het, de toekomst betaalt het uit en als we nu niet goed voor de jeugd zorgen, hebben we straks op de arbeidsmarkt een probleem. Op naar het debat!
“Als je het CJG een gebouw laat zijn, is het een van de vele instituten. We moeten als CJG naar buiten, naar de mensen toe.” Cees Vlaming, MD Veluwe
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
8
‘Weg met wettelijke mootjes’ Thema: werk werkt voor iedereen? Noord Veluwe is één van de regio’s in Nederland met de laagste werkloosheidscijfers. Naar verwachting daalt de werkloosheid van 4,0% in 2010 naar 3,2% in 2015. Een goede ontwikkeling. Toch is het een thema dat uit regionale sociale analyse naar voren kwam. Landelijke ontwikkelingen rondom de wetgeving maken het voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt de komende jaren waarschijnlijk nog moeilijker om aan de slag te komen. Daarom is de vraag die tijdens deze workshop centraal staat: werk werkt voor iedereen?
“Laten we dat vraagteken maar meteen weghalen”, zegt pleitbezorger Jan Hermen Vroegindeweij van de Inclusief Groep. “Het antwoord is natuurlijk ‘ja’! Werk is voor iedereen een verrijking van het leven; werk zorgt voor zingeving, zelfvertrouwen en sociale contacten. Bovendien is dit thema van belang voor het oplossen van de arbeidstekorten die op termijn in heel Nederland ontstaan.” Potentieel benutten Wat er aan potentieel op de arbeidsmarkt is, moet ook worden benut. Dat vinden de deelnemers van de workshop, die geleid wordt door Önder Gürses van Elan. Of dat nu normaal functionerende mensen zijn, mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking of mensen met een achterstand. Echter, het is nog onvoldoende duidelijk wat er aan potentieel is, wat deze mensen kunnen en wat hun tekortkomingen zijn. En wat werkgevers met dit potentieel kunnen. Een belangrijke vraag tijdens de workshop is dan ook hoe we dit potentieel volledig in beeld kunnen brengen. Vooral voor werkgevers. Mens versus wetgeving Een probleem binnen het thema is dat de regelgeving te divers is. “We lijken in Nederland wel kampioen in wettelijke mootjes hakken. Er zijn zó veel regelingen, dat werkgevers door de bomen het bos niet zien. Dat laatste geldt ook voor de mensen die rechtstreeks met die wetten te maken hebben”, merken enkele deelnemers op. Monique van Esterik van het Regionaal Bureau Leerlingzaken: “De mens moet veel meer centraal staan. De vraag is niet: hoe past de mens bij de wetgeving, maar hoe past de wetgeving bij de mens.” Zorgelijk Het is volgens Jaap van den Beukel van de SW Raad ‘zorgelijk’ wat er aan mogelijkheden is om mensen in kwetsbare groepen in de regio aan het werk te houden en te krijgen. “Nieuwe mensen komen nauwelijks aan de bak. De wachtlijsten worden ook steeds langer.” In Noord Veluwe valt het aantal wachtenden nog relatief mee, maar: “elke wachtende is er één te veel”, aldus Jan Hermen Vroegindeweij. Doorstroming Een belangrijk middel om iedereen aan de slag te krijgen, is volgens de deelnemers doorstroming binnen bedrijven. Op die manier komt er aan de ‘onderkant’ ruimte voor nieuwe mensen en groepen die nu aan de zijkant staan, zoals allochtonen. “Vanuit maatschappelijk perspectief is dat erg belangrijk”, zegt Ineke Arends van Landstede. “Dat geldt ook voor vijftigplussers. Zij moeten genoeg mogelijkheden hebben om aan de bak te komen en door te groeien. Potentie die er al zit, moeten we natuurlijk óók benutten.” Iedereen is nodig “We hebben sowieso geen ruimte om mensen aan de kant te laten staan”, zegt Piet Mosterd van Veluwe Portaal en AWL-Techniek, doelend op de vergrijzing en ontgroening. “Daarom moeten mensen uit kwetsbare groepen op individuele basis een gezicht krijgen voor werknemers.” Samenwerking is daarbij een van de sleutelwoorden. “We moeten niet meer in wagonnetjes denken, maar in treinen. En af van doelgroep X of Y. Daarom moeten de subsidies en de diversiteit Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
9
aan regelgeving worden gebundeld”, aldus Jan Brinkman van Pactum. Veel deelnemers delen die mening. Ton Beliën van Kompbaan: “Ik geloof er heilig in dat we schotten weg moeten halen. En daar hebben we elkaar voor nodig.” Grea van Middendorp van Inclusief Intervens pleit voor een plan van aanpak om de doelgroepen gezamenlijk hogerop te brengen. “Je ziet toch vaak dat organisaties koortsachtig vasthouden aan hun eigen belangen. Die moet je soms loslaten om tot betere resultaten te komen.” Marktplaats Daarbij zijn ook de werkgevers onmisbaar. De meeste deelnemers zijn van mening dat het bedrijfsleven zich actiever moet inzetten om mensen met een beperking aan het werk te krijgen. “Het maatschappelijk hart van ondernemers moet meer gaan kloppen”, vindt Leo Bezemer van Regio Noord Veluwe. Nog eens wordt benadrukt dat het voor werknemers dan wel inzichtelijker moet worden welke mogelijkheden er zijn om mensen met een beperking aan te nemen en welke kansen dit werkgevers biedt. “Het is nu onduidelijk waar de werkgever moet zijn. De vraag komt vanzelf als je weet wat er aangeboden wordt. Kijk maar naar Marktplaats”, aldus Piet Mosterd. “Menselijk kapitaal is de kern, schaarste is de remedie. Het is voor veel mensen balanceren op de rand van de tafel. Sommigen vallen eraf en anderen staan erop. Hoe meer mensen we op de rand kunnen tillen, hoe beter.” “We moeten niet meer in wagonnetjes denken, maar in treinen. En af van doelgroep X of Y. Daarom moeten de subsidies en de diversiteit aan regelgeving worden gebundeld.” Jan Brinkman, Pactum, jeugd- en opvoedhulp
In debat over de vier thema’s Na de workshops gaan de aanwezigen in een plenaire sessie in debat over de vier thema’s. De woordvoerders van de workshops mogen één voor één in een speech van drie minuten vertellen waarom hun thema op de Regionale Sociale Agenda van de regio Noord Veluwe thuishoort. Na iedere speech gaan de deelnemers tien minuten met elkaar in discussie. Er worden kritische vragen gesteld, aanwezigen vullen elkaar aan en ‘promoten’ in hun reacties tussen de regels door hun eigen thema. Hoe verloopt de discussie en wat zijn de belangrijkste conclusies?
Het stuur in eigen hand Woordvoerder van dit thema is Arno Goessen van de Wmo-raad Ermelo. Wat is het belangrijkste probleem? “De overheid heeft te weinig vertrouwen in de zelfredzaamheid van mensen. Ook professionals moeten bij mensen vragen wat ze nodig hebben in plaats van ze ‘iets’ voor te schrijven. Mensen worden nog te veel bij het – verkeerde – handje genomen.” Waarom moet dit thema regionaal worden aangepakt? “Je investeert in kennis en kwaliteit, waarvan iedereen in de omgeving gebruik kan maken.” Waarom hoort dit thema op nummer één? “Het dekt alle andere thema’s af. Als je bijvoorbeeld bij jongeren begint, is het voor langere tijd geborgd.” De discussie “Iets wat elke burger aangaat moet je lokaal organiseren,” zegt iemand in de zaal. “De uitvoering blijft lokaal, de kennis zit echter regionaal”, is de reactie van pleitbezorger Arno Goessen. Iemand anders in de zaal vindt het hele thema een open deur: “Trek gewoon wat regelingen in en mensen móeten het wel zelf oppakken.” Dat levert cynisch gelach en applaus op. “Burgers en overheden moeten samenwerken, dat vraagt om een actieve houding van de overheden.” Iemand uit het vak ‘jeugd’ neemt het woord: “Jeugd zelfstandig maken is heel verstandig, laten we daarom Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
10
samenwerken.” De discussie krijgt een serieuzere toon met de volgende stelling: “Er moet een gemeentelijk loket komen om een netwerk op te bouwen”, wordt in de zaal voorgesteld. “Zo’n loket is weer een extra voorziening. Dat moeten we dus niet doen. Je vergroot de waardigheid van burgers er niet mee.” Het weerwoord luidt: “Zonder netwerk kun je het stuur niet in eigen hand nemen.” Daar sluit de pleitbezorger van dit thema zich bij aan met een laatste reactie: “Netwerken moeten juist wel ondersteund worden. Leer mensen dat weer op te bouwen”, besluit hij. Zorgbehoevenden zonder netwerk Pleitbezorger van dit thema is Hans Dingemanse van Stichting Ontmoeting. Wat is het belangrijkste probleem? “Kwetsbare groepen worden in de toekomst alleen nog maar kwetsbaarder en de groepen worden ook steeds groter. Het probleem is dat we deze mensen nog niet goed kunnen opsporen. Vooral ook omdat ze vaak geen netwerk hebben.” Waarom moet dit thema regionaal worden aangepakt? “Omdat gemeenten te klein zijn om het allemaal zelf op te pakken. Omdat instellingen ook vooral regionaal werken. En het is een kwestie van efficiency, we moeten onze krachten bundelen bij het ontsluiten van bestaande netwerken en het opbouwen van nieuwe netwerken.” Waarom hoort dit thema op nummer één? “Ik heb bij de andere thema’s veel argumenten gehoord die vragen om verbinding, een netwerk, en om een integrale benadering. Daarom is dit thema de basis.” De discussie De meeste mensen in de zaal lijken dit thema belangrijk te vinden. Iemand van het thema ‘werk werkt voor iedereen?’ weet uit eigen ervaring dat het reëel is om mensen aan een netwerk te kunnen helpen. “Daar is echter wel een steuntje in de rug voor nodig”, meent ze. Ze houdt haar hand over haar badge en zegt: “Wat mij betreft mag het boven aan de agenda.” Een ander vindt werk toch belangrijker. Daarop volgt de reactie: “Je werkt om te leven en je leeft toch niet om te werken!” Een vrouw van het thema ‘het stuur in eigen hand’ geeft aan dat vaak heel veel mensen en organisaties het netwerk vormen, maar dat ze helemaal geen contact met elkaar hebben. Niemand weet waar de ander mee bezig is. Erik van Malenstein van Community Support is het daarmee eens. “Dat komt omdat de cliënt niet centraal wordt gesteld. We moeten beter naar hem of haar luisteren. En we moeten het regionaal aanpakken om de mensen en organisaties binnen een netwerk aan elkaar te kunnen binden.” Jong: een gezond fundament Pleitbezorger van dit thema is Cees Vlaming van MD Veluwe. Wat is het belangrijkste probleem? “Het gaat met de jeugd niet zo goed als we zouden willen. En we zijn nu te veel curatief en te weinig preventief bezig.” Waarom moet dit thema regionaal worden aangepakt? “De jeugd houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Daarnaast is het kosteneffectiever om het regionaal op te pakken. Regionaal hebben we de kracht om de belangrijkste problemen aan te pakken.” Waarom hoort dit thema op nummer één? “De jeugd heeft de toekomst. Investeer je in de jongeren, dan investeer je in de samenleving.” De discussie Roel Verhagen van de gemeente Ermelo vraagt zich af waarom juist voor de jeugd meer aandacht nodig is. “Ik hoor in het betoog namelijk veel dingen die niet alleen voor jongeren gelden.” Ook voor Freek Weers van MEE Veluwe is de prioriteit van dit thema niet vanzelfsprekend: “Met het leeuwendeel van de jeugd gaat het goed. Je investeert dus in een relatief kleine groep. Is dat niet zonde van het geld?” Teun van Noorloos van het bediscussieerde thema geeft een reactie op de eerste commentaren: “Over ongeveer tien jaar gaan we met z’n allen betalen voor de problemen die nu ontstaan.” De discussie gaat even door op de stelling dat veel burgers, dus ook jongeren, niet klaar zijn voor de ‘participatiemaatschappij’. Hoe bieden we dat het hoofd? “Begin bij de mensen die straks de samenleving moeten vormgeven. Dat is de jeugd”, besluit Cees Vlaming. Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
11
Een prikkelende eindvraag waar de groep niet meer aan toekomt, komt vanuit het vak ‘zorgbehoevenden zonder netwerk’: “Is er een probleem omdat we jongeren hebben, of omdat we CJG’s hebben?” Werkt werk voor iedereen? Woordvoerder van dit thema is Jan Hermen Vroegindeweij van de Inclusief Groep. Wat is het belangrijkste probleem? “De regelingen om mensen met een beperking aan het werk te krijgen zijn te divers. Het is niet duidelijk wie wat doet. Bovendien is het te weinig inzichtelijk hoe dit potentieel eruitziet en wat werknemers ermee kunnen.” Waarom moet dit thema regionaal worden aangepakt? “We werken nu te veel op eilandjes. We moeten onze krachten bundelen om de aanwezige expertise zo efficiënt mogelijk in te zetten.” Waarom hoort dit thema op nummer één? “Omdat er in de toekomst een tekort aan personeel en een schaarste aan kennis ontstaan. Iedereen is straks hard nodig op de arbeidsmarkt. Werkgevers moeten in beeld hebben wat er aan potentieel is.” De discussie Teun van Noorloos van de Gemeente Oldebroek merkt op dat er in de regio amper werkloosheid is. Waarom zou dit thema dan op de Regionale Sociale Agenda moeten? Ton Beliën van Kompbaan werpt hier tegenin dat vooral onder jongeren een grote groep (nog) niet aan de slag is. “De jeugdwerkloosheid daalt in deze regio nog niet. Werkgevers kunnen hier zeker wat voor betekenen.” Een andere criticus vindt dat meer gefocust moet worden op psychosociale problemen. “Die gaan aan werk vooraf. De thematiek werk is niet het grootste probleem.” Ton Beliën: “Veel mensen met psychosociale problemen zijn gewoon aan het werk. Je kunt het daar niet mee af doen. Bovendien moeten we er vanuit een breder perspectief naar kijken.” Een deelneemster aan het debat die zelf in de Wajong zit, merkt op dat er voor Wajongers te veel werk onder niveau is. Piet Mosterd van Veluwe Portaal: “Daarom moeten we werkgevers duidelijk maken wat hun mogelijkheden zijn en de mensen om wie het gaat bij werkgevers in beeld brengen. Daar zit nu nog te weinig systeem in. Dat zal stukken beter gaan als dit op de agenda komt.”
De prioriteiten voor 2012-2015 en verder Na de workshops, het debat over de vier thema’s die spelen in Noord Veluwe en het diner, volgt een afsluitend plenair gedeelte. Nu brengen de aanwezigen hun stem uit op de twee thema’s die voor hen de hoogste prioriteit hebben de komende jaren. Wat komt op nummer één op de Regionale Sociale Agenda 2012-2015 in de regio Noord Veluwe? “Natuurlijk zijn alle thema’s belangrijk”, nuanceert dagvoorzitter Maarten Bouwhuis tijdens deze laatste plenaire sessie. “Maar we zijn hier bij elkaar om ervoor te zorgen dat er keuzes worden gemaakt tussen belangrijk en heel belangrijk.” Maarten Bouwhuis schetst ook de waarde van de keuzes die vandaag worden gemaakt. “De twee thema’s die bovenaan eindigen, gaan we concreet oppakken. Daar moeten programma’s voor komen en uiteindelijk concrete voorstellen.” Het is tijd om te stemmen: alle stemgerechtigden mogen twee stemmen uitbrengen, op twee verschillende thema’s. De thema’s die zij graag op de Regionale Sociale Agenda willen terugzien.
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
12
De uitkomst De uitslag van de stemronde verschijnt groot op het scherm. Het verschil in stemmen tussen de thema’s is gering. De uitkomst: 1. 2. 3. 4.
Het stuur in eigen hand Zorgbehoevenden zonder netwerk Jong: een gezond fundament Werk werkt voor iedereen?
Hoe nu verder? Gedeputeerde Hans Esmeijer, die zich tijdens het debat bij de aanwezigen heeft gevoegd, reageert op de uitkomst: “Ik kan me voorstellen waarom ‘het stuur in eigen hand’ de meeste stemmen heeft gehaald. We weten dat er een omslag moet worden gemaakt met de Wmo en dit thema sluit daar naadloos op aan. We moeten samen de Wmo handen en voeten geven. Dat werk onderaan staat, komt waarschijnlijk omdat veel aanwezigen dat niet als het grootste probleem zien. De werkloosheid neemt zelfs af.” De gedeputeerde benadrukt nogmaals dat de regio nu aan zet is om de twee gekozen thema’s vorm te geven en uit te werken in concrete voorstellen en projecten. “Misschien komt er straks na de verkiezingen een heel nieuw college en moet opnieuw besloten worden hoe de provincie met deze opbrengst omgaat. Maar, als we nu niks doen, dan hebben we 1 januari volgend jaar sowieso helemaal niks!” Een taart met thema’s Tot slot krijgt Willem Krooneman, wethouder van de gemeente Elburg en trekker van de twee gekozen thema’s, een taart overhandigd met het logo van Noord Veluwe erop. De taart is verdeeld in vier stukken, als symbool voor de thema’s van deze avond. “Ik ben een man van concrete zaken. Praten is ontzettend belangrijk, maar we moeten nu vooral gaan doen. Als gemeenten individueel én als regio. Gelukkig zijn al mijn collegawethouders ook zeer gemotiveerd.”
Op LinkedIn heeft de provincie Gelderland groepen gestart rondom de Regionale Sociale Agenda. Hier kunt u samenwerking zoeken, vragen stellen en kennis delen. Ga naar www.linkedin.com en zoek op ‘sociale agenda Gelderland’. En ga dan naar subgroep NoordVeluwe. Praat mee!
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Noord Veluwe 26.01.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
13