Regionale Sociale Agenda Rapportage debat Food Valley 10 februari 2011 Regionaal werken in Gelderland
Inhoudsopgave Samenvatting Samen aan de slag! Succesvolle projecten in de Food Valley Gezond leven! Preventie verslavingsvormen Jeugd(zorg) en jongeren Actief participerend burgerschap In debat over de vier thema’s Spijkers met koppen Slotwoorden
Samenvatting In iedere gemeente en regio zijn er mensen die een steuntje in de rug nodig hebben om volwaardig mee te kunnen doen aan de samenleving. Het is goed als overheden en instellingen bovenlokaal samenwerken om dat steuntje in de rug te geven. Door krachten te bundelen kunnen we effectiever en sneller werken. Maar wat doen we dan precies? En hoe? Om de vier jaar stellen de regio’s van de provincie Gelderland een Regionale Sociale Agenda vast, waarin afspraken en doelen staan voor de komende vier jaar. Zo bieden we een samenhangende oplossing voor problemen die bij iedereen hoog op de prioriteitenlijst staan. Regionale Sociale Agenda 2012-2015 In 2012 start de nieuwe looptijd voor de Regionale Sociale Agenda. 2010 was daarom het jaar van analyse: welke trends en ontwikkelingen op sociaal terrein zijn zichtbaar in de verschillende regio’s? Sleutelfiguren uit de regio’s zijn bevraagd en ook de nieuwe collegeprogramma’s van de gemeenten zijn betrokken bij de analyse. Zo zijn de belangrijkste thema’s uitgelicht. Over deze thema’s gaan de regio’s eind 2010 en begin 2011 in debat om vervolgens vast te stellen welke thema’s per regio de hoogste prioriteit hebben. Deze thema’s vormen de Regionale Sociale Agenda 2012-2015. De vier thema’s uit de analyse In de regio Food Valley vond op donderdag 10 februari 2011 het regionale debat plaats in Kulturhus De Essenburcht in Kootwijkerbroek. Ruim 100 mensen uit het sociale veld kwamen bijeen om te debatteren over de vier thema’s die eind 2010 reeds gekozen waren uit de regionale sociale analyse van de regio Food Valley: • Gezond leven! • Preventie verslavingsvormen • Jeugd(zorg) en jongeren • Actief participerend burgerschap Aan de slag in vier workshops Alle deelnemers van het debat verdeelden zich op 10 februari 2011 over vier workshops rondom de thema’s. Tijdens de workshop beantwoordden ze met elkaar drie vragen: • Wat willen we samen bereiken op dit thema? • Waarom moet dit regionaal opgepakt worden? • Welke resultaten kunnen we op korte termijn behalen?
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
1
Omdat in de Food Valley reeds gesproken was over de prioriteiten, stond bij elk thema ook de 'hoe-vraag' centraal. Het was de bedoeling zo concreet mogelijk te worden. Iedere workshop had een workshopleider, die het proces tijdens de workshop begeleidde en ervoor zorgde dat op alle vragen antwoorden kwamen. Daarnaast had iedere workshop een pleitbezorger, die tijdens het centrale debat de overige debatdeelnemers moest overtuigen met alle antwoorden en argumenten. Spijkers met koppen Na het diner kregen de vier pleitbezorgers ieder één minuut om het belang van hun thema te onderstrepen. Na deze 'one minute speeches' stelden de andere groepen – in hun rol van onafhankelijke journalist – de nodige kritische vragen. Zo werden de ideeën aangescherpt. De algemene conclusie luidde aan het einde van de avond: bij alle thema's kan kracht geput worden uit 'het eigene' van de Food Valley. Er is veel potentie en veel ambitie. De regio wil er echt iets van maken. En eigenlijk gaat het bij zaken als 'verslaving', 'gezond leven' en 'eetgedrag' om één pakket. Of, zoals ter plekke gezegd werd: “Maak van de Food Valley een Feel Good Valley!”
De thema's in 'one minute' 1. Voor gezondheid is hier de kennis én de infrastructuur. 2. Geef ouders en opvoeders meer tools voor verslavingspreventie. 3. Het begint allemaal met opvoeden. 4. Mensen zijn betrokken bij hun directe omgeving.
Samen aan de slag! In Kulturhus De Essenburcht in Kootwijkerbroek vindt op donderdag 10 februari 2011 het debat plaats rondom de Regionale Sociale Agenda 2012-2015. Vanaf 15.15 uur druppelen de ruim 100 deelnemers binnen. Er zijn vertegenwoordigers van onder andere zorginstellingen, welzijnsorganisaties, financiële instellingen en gemeenten. Dagvoorzitter Maarten Bouwhuis opent het debat in de fraaie conferentiezaal 'Grote Brand' van het gloednieuwe Kulturhus.
Op weg naar de agenda In een notendop legt Maarten Bouwhuis allereerst de route naar de Regionale Sociale Agenda uit: “Er is een analyse gemaakt, nu voeren we een debat daarover en daarna gaan lokale overheden de Regionale Sociale Agenda met elkaar verder invullen en uitvoeren.” De regio heeft reeds prioriteit gegeven aan vier thema's, daarom zijn er vier workshops. “Wat dat betreft zijn jullie verder dan andere regio's. Zet vandaag een stap naar nog meer concretisering. Je hebt al besproken 'wat'. Buig je vandaag over de 'hoe-vraag'.” Maarten Bouwhuis legt uit dat de Food Valley ook om een andere reden bijzonder is. De regio strekt zich namelijk uit over de provincies Gelderland en Utrecht. Daarom geeft de dagvoorzitter deelnemers uit beide provincies de gelegenheid elkaar kort te leren kennen in tweegesprekjes.
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
2
De rol van de provincie Na deze opwarmronde van de dagvoorzitter is het woord aan gedeputeerde Hans Esmeijer. Hoewel het regionaal sociaal beleid niet behoort tot de kerntaken van de provincie en de provincie ook nog flink moet bezuinigen, draagt ze wel degelijk bij aan het sociaal beleid. Hans Esmeijer schetst het beeld van een drieluik, waarbij de afzonderlijke delen bestaansrecht ontlenen aan elkaar. “We hebben op de eerste plaats een wettelijke opdracht vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). We bemoeien ons niet met de uitvoering, maar ondersteunen gemeenten vanuit de tweede lijn. Ten tweede hebben we een afspraak met het Rijk, gemeenten en provincies. De provincie blijft sociale problemen signaleren en agenderen. We gaan op pad, doen onderzoek, beschrijven de regio’s en de uitdagingen die ze hebben. Dat is vastgelegd in de analyse die Radar Advies in opdracht van ons heeft gedaan voor alle regio’s. Er was een regiocontract voor de Gelderse Vallei en dat heeft een goede functie gehad. Maar nu is er geen Gelderse Vallei meer; we trekken met elkaar op onder de naam Food Valley. Het is heel nuttig om met elkaar een agenda te kunnen maken en vanmiddag nadere doelstellingen te formuleren.” Tot slot vertelt de gedeputeerde over het derde luik: “Dat is een ‘typisch Gelderse afspraak’. Bij alle ontwikkelingen in deze regio wordt rekening gehouden met het maatschappelijke aspect. Een wijk herontwikkelen zonder na te denken over de sociale structuur ervan is niet mogelijk.” Jeugdzorg naar gemeenten Gedeputeerde Hans Esmeijer wijst nog op twee aandachtspunten: “Ten eerste de Provinciale Statenverkiezingen op 2 maart 2011. Als de nieuwe staten- en collegeleden er straks zitten, stellen zij zich de vraag: wat doen we met de regionale sociale contracten? Zorg ervoor dat jullie straks samen naar hen kunnen roepen: wij doen veel zelf en met elkaar op sociaal vlak, maar we hebben ook jullie hulp nodig. En ten tweede wordt de geïndiceerde zorg voor de jeugd anders geregeld. De provinciale verantwoordelijkheden gaan naar de gemeenten. Weet dat de provincie – zolang de Wet op de jeugdzorg nog niet is gewijzigd – de gemeenten blijft ondersteunen bij de uitvoering van nieuwe taken. Laat die veranderingen in de jeugdzorg vandaag echter wel onderwerp van gesprek zijn.” Utrecht kijkt naar toegevoegde waarde Gedeputeerde Marjan Haak van de provincie Utrecht licht toe dat haar provincie de discussie anders is aangevlogen. “In het verleden ging het bij de sociale agenda vooral om subsidies. Dat kon toen, omdat er nog voldoende geld te besteden was. Maar nu wil de provincie minder denken vanuit subsidie en meer vanuit de vraag: waar zit de grootste toegevoegde waarde van de provincie naar de regio? Het gevolg is, dat wethouders steeds minder om geld komen vragen en steeds vaker bij de provincie aankloppen om mee te denken. Daarmee verandert de rol van de provincie. Een aantal van onze gemeenten doet mee in de Food Valley. Wij willen graag kijken hoe we met onze kennis en mogelijkheden een bijdrage kunnen leveren aan de discussie.”
“Er was een regiocontract voor de Gelderse Vallei en dat heeft een goede functie gehad. Vanmiddag formuleren we nadere doelstellingen voor de Food Valley.” Hans Esmeijer, gedeputeerde provincie Gelderland
Vier thema’s, vier workshops In vier workshops gaan de aanwezigen vervolgens aan de slag met de vier thema’s uit de analyse: 1. Gezond leven! 2. Preventie verslavingsvormen 3. Jeugd(zorg) en jongeren 4. Actief participerend burgerschap Tijdens • • •
de workshop beantwoorden ze met elkaar drie vragen: Wat willen we samen bereiken op dit thema? Waarom moet dit regionaal opgepakt worden? Welke resultaten kunnen we op korte termijn behalen?
Vanaf pagina 4 leest u per workshop hoe de discussie verloopt en welke antwoorden de deelnemers geven op bovengenoemde vragen.
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
3
Succesvolle sociale projecten in Food Valley Voordat de workshops over de vier thema’s van start gaan, krijgen twee sleutelfiguren uit de regio het woord. Zij vertellen over succesvolle regionale projecten van de afgelopen jaren. Gert-Jan Jongkind over het programma 'B-Fit' “B-Fit is een project van de Gelderse Sport Federatie. Het programma richt zich op scholen en peuterspeelzalen, dus op een doelgroep van twee tot vijftien jaar. B-Fit is een mix van informatie en actie op scholen. Het draait allemaal om beweging en voeding. Waarom we hieraan begonnen zijn? In Nederland kampen veel kinderen met overgewicht, ook in onze regio. Je ziet dat het meest op scholen in achterstandswijken. We zijn op dit moment actief op zestien scholen, waaronder twee scholen voor voortgezet onderwijs en bereiken daar ruim 3.000 leerlingen. Tussen de lessen door worden er nu bewegingsmomenten ingepland in de klas. Maar dat niet alleen. We geven de scholen ook advies. Over de inrichting van het schoolplein bijvoorbeeld. Zodat kinderen tijdens pauzes ook makkelijker in beweging komen. We hebben TNO een nulmeting laten doen, maar hebben op dit moment nog geen cijfermatige resultaten. Die komen volgend jaar. Wel zien we al veel enthousiasme. Het project duurt drie jaar. We hopen dat fitheid tegen die tijd voldoende tussen de oren zit van ouders, leerkrachten en kinderen en dat het wordt opgenomen in het reguliere schoolgezondheidsbeleid.” Frans van Zoest over ‘Fris Valley’ “Het is voor veel jongeren gebruikelijk geworden om vijf of meer drankjes te drinken bij een gelegenheid. En de startleeftijd is gemiddeld al twaalf jaar. Dat is in onze regio helaas hetzelfde als elders. Het project Fris Valley heeft twee concrete doelstellingen: geen druppel onder de zestien jaar en boven de zestien jaar matigen. We zijn in 2009 begonnen. Op zes terreinen hebben we een gezamenlijke visie ontwikkeld en regels afgesproken. Drie zijn er inmiddels afgerond. Er is nu een horecastappenplan. Voor het schenken van alcohol aan jongeren onder de zestien krijgt de horecagelegenheid een boete. Gebeurt het drie keer, dan wordt de vergunning ingetrokken. Ook belangrijk is het tegengaan van alcoholreclame. De gemeenten breiden hun voorwaarden voor abri’s uit. En op dit moment zijn we gezamenlijk bezig om ideeën voor evenementen uit te werken. Om onze resultaten te meten, baseren we ons op cijfers uit een studie die in 2007 is uitgevoerd.”
‘Laat zien dat gezond leven ook gewoon leuk is’ Thema: gezond leven! De regiogemeenten willen werken aan een gemiddelde verbetering van de gezondheid van hun inwoners. Hoe kunnen gemeenten en betrokken organisaties een gezonde leefstijl op alle fronten bevorderen en wat kunnen mensen zelf doen? Met dit thema gaan de deelnemers van de workshop ‘gezond leven!’ aan de slag.
De pleitbezorger van het thema trapt af door een aantal argumenten op een rij te zetten. “We willen allemaal dat onze inwoners gezonder zijn. Door te focussen op twee groepen, kunnen we een groot deel van de regio bereiken. De eerste groep zijn de ouderen, want ook deze regio vergrijst. Een van de aandachtspunten bij deze groep is ondervoeding. Partijen als thuiszorg, huisartsen en verpleeghuizen moeten de handen ineenslaan en een zorgpad bouwen om dit probleem aan te pakken.” De pleitbezorger wil zich daarnaast richten op kinderen. “Het aantal kinderen met obesitas neemt toe. Ook voor deze groep moet een goed zorgpad worden ontwikkeld. Daarbij moeten we niet alleen de kinderen betrekken, maar ook ouders, leerkrachten en sportscholen.” Het project B-fit wordt genoemd als een mooi voorbeeld. Een van de aanwezigen stelt dat gezond leven vaak gekoppeld wordt aan problemen. “We moeten dit thema juist positief benaderen.” Iemand van de gemeente Ede beaamt dat en vertelt dat ook in het project B-fit kinderen niet aangesproken worden op hun overgewicht. “We proberen kinderen te laten zien dat bewegen vooral leuk is.” Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
4
Positieve insteek Een medewerker van de Rijn IJssel Vakschool Wageningen geeft aan dat het voedingsfestival Food4you al een tijd goed draait. “Het festival laat zien dat je je beter voelt als je goede voeding neemt. Dat gebeurt op een positieve, opbouwende manier.” Het doel van het festival: mensen bewust maken, want dat is de start. Iemand van Indigo Gelderland is het daarmee eens, maar stelt wel dat je daarna de stap moet maken naar gedragsverandering. Daar is meer voor nodig dan voorlichting. “Het gaat om patronen die je moet doorbreken. Vaak hebben die achterliggende oorzaken, zoals een laag zelfbeeld. Ook daaraan moet je werken.” Een medewerker van Zorgbelang Gelderland zoekt een oplossing voor het probleem van ondervoeding bij eenzame ouderen. “Als je mensen samenbrengt, voelen ze zich beter. Een oplossing kan dus zijn: meer samen eten in de wijk.” Iemand anders vult aan: “Eten moet weer beleven worden. Ook in zorginstellingen.” Gezond eten Als we kijken naar de jongere kinderen, dan signaleren de deelnemers dat veel kinderen niet ontbijten. Het is dus een doel om kinderen in de regio weer te laten ontbijten. Om jongere kinderen voor de dagelijkse maaltijden optimaal te laten profiteren van al het goeds dat de regio biedt, zou er een ontdekroute moeten komen langs bedrijven met streekvoeding. Bovendien moet sporten weer terug op school, vinden de deelnemers. Bij het onderwerp ‘stimuleren van gezond leven’ stelt iemand van de Vereniging Voor Kleine Kernen voor om aansluiting te zoeken bij verenigingen die mensen motiveren. “Denk aan de scouting of sportclubs. Benut die bestaande sociale infrastructuur.” Een andere deelnemer vult aan dat deze instellingen hun mensen ook kunnen sturen in gezond gedrag, bijvoorbeeld als het gaat om het aanbod in de kantine. En zo is er nog een doel geformuleerd, namelijk tien sportinstellingen of scholen met een gezonde kantine. Als uiteindelijke doel formuleren de deelnemers: “De beste zorgregio van Nederland worden.” Regionaal versus lokaal Dan is de volgende vraag: wat moeten we regionaal oppakken en waarom? Iemand stelt dat dit onderwerp per definitie vraagt om een regionale aanpak. “We moeten allemaal dezelfde boodschap uitdragen en handhaven. Bijvoorbeeld: geen alcohol onder de zestien. Zo’n boodschap werkt alleen als alle partijen deze boodschap in hun oren knopen. Of het nu gaat om een school, een sportclub of de horeca.” Bovendien beperken bedrijven en instellingen én de doelgroep zich ook niet tot de gemeentegrenzen. Iemand oppert dat het denkwerk (methodieken ontwikkelen) en het onderzoek op regionaal niveau gedaan kunnen worden en dat de uitrol van projecten lokaal kan gebeuren. Daar zijn de deelnemers het mee eens. Goede initiatieven voortzetten Tot slot bepaalt de groep de ‘quick wins’. Met welke onderwerpen of projecten kunnen we snel winst boeken? Een van de deelnemers waarschuwt: “Laten we niet te veel projecten opstarten. Er zijn namelijk al veel goede initiatieven. Laten we bestaande lijnen doortrekken. Wil je toch iets nieuws opzetten? Sluit dan aan bij bestaande programma’s.” Iemand anders oppert dat we met het onderzoek ‘eet, meet, weet’ een goede nulmeting kunnen doen. En met een goed zorgpad kan het ondervoedings- en obesitasprobleem snel worden teruggedrongen. “We moeten bestaande initiatieven met elkaar verbinden”, brengt iemand in. De andere deelnemers zijn het daarmee eens. Maar allen zien ook in dat het stimuleren van gezond leven een kwestie van lange adem blijft. Met deze argumenten maakt de pleitbezorger zich op voor het debat.
“Voor eenzame en ondervoede ouderen moet eten weer beleven worden.”
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
5
Regionale lobby tegen alcoholmisbruik Thema: preventie verslavingsvormen In de regio Food Valley is de afgelopen jaren gewerkt aan het voorkomen en bestrijden van verslavingsvormen. Vooral alcoholmisbruik had de aandacht. Zo hebben zeven gemeenten hun krachten gebundeld in Fris Valley, een project gericht op het voorkomen en terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren. Een goed initiatief dat behouden moet blijven en doorontwikkeld moet worden. Maar hoe? En wat is er nog meer nodig om verslavingen te voorkomen?
Over die vragen buigen de deelnemers van de workshop ‘preventie verslavingsvormen’ zich. Aan hen de taak concrete doelstellingen en quick wins te bedenken voor dit thema. Meteen wordt opgemerkt dat ‘verslaving’ eigenlijk niet de goede benaming is. ‘Problematisch gebruik’ is de term die de deelnemers liever aan dit thema willen geven. Want: het is van belang vroeg in het proces in te grijpen. De problematiek omvat ook, en misschien zelfs juist, de fases vóór verslaving. Ouders betrekken Voortbordurend op het project Fris Valley, wordt tijdens workshop vooral aandacht geschonken aan de preventie van alcoholgebruik onder jongeren. De workshopdeelnemers zien een grote rol weggelegd voor ouders. “Zij moeten zich meer bewust worden van hoe schadelijk alcohol is. Veel ouders denken dat alcoholgebruik normaal is. We moeten hun duidelijk maken dat dit niet zo is. Bijvoorbeeld door avondjes met ouders en jongeren te organiseren op de plekken waar gedronken wordt, zoals de sportkantine en de keet”, aldus een medewerker van Welstede. Maar ook de thuissituatie als setting mag niet vergeten worden. Ook dat is een plek waar kinderen in aanraking komen met alcohol. Een probleem dat in dit kader genoemd wordt, is dat ouders vaak lastig bereikbaar zijn. En ontkennen dat er een probleem is. Regiobreed De aanwezigen zijn het erover eens dat een regionale aanpak essentieel is. “Jongeren wonen in de ene plaats en ergens anders gaan ze sporten en naar school. Het is belangrijk dat we overal dezelfde visie hebben en hetzelfde beleid voeren wat betreft alcohol. Als de jongeren in plaats x moeilijk drank kunnen krijgen, trekken ze geheid naar plaats y”, zo luidt de visie. Bovendien hoeven niet alle gemeenten zelf het wiel uit te vinden, wat ook weer een kostenbesparend effect heeft. Een ander argument om het probleem regionaal aan te pakken, is dat het onderwerp landelijk in de gevarenzone zit. “Door met elkaar samen te werken, kunnen we als regio een lobby maken richting de landelijke overheid”, vindt een deelnemer. Leveranciers De leveranciers van alcohol spelen een belangrijke rol als het gaat om de verkrijgbaarheid van alcohol. Vooral supermarkten. “Het is erg lastig afspraken met hen te maken, omdat zij andere – commerciële – belangen hebben. Invloed hierop uitoefenen werkt eigenlijk alleen landelijk”, zegt iemand die betrokken is bij Fris Valley. Volgens hem zijn er voor supermarkten op dit moment amper sancties. Vanuit Fris Valley is er een lobbybrief naar de minister gestuurd om toezicht op supermarkten te decentraliseren door gemeenten verantwoordelijk te maken voor dit toezicht in plaats van de Voedsel & Warenautoriteit. “Zoiets gaat je lokaal niet lukken, als regio sta je krachtiger.” Als quick win noemen de deelnemers dan ook een regionale lobby voor wat landelijk nog niet goed geregeld is. Maar ook richting de ketens sta je als regio sterker. “We kunnen hen aanspreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid”, aldus een ambtenaar van de gemeente Ede. Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
6
Andere verslavingsvormen Even staan de workshopdeelnemers stil bij andere verslavingen en verdovende middelen. “Over drugs is minder bekend en het probleem is minder zichtbaar. Drugsgebruik wordt ook vaker ontkend. Wel is de regelgeving – in tegenstelling tot alcohol – duidelijk. En het is minder makkelijk te verkrijgen”, wordt er gezegd. De deelnemers vinden dat de essentie van het verhaal het stellen van grenzen is. “Of het nu gaat om drugsgebruik, een internet- of gokverslaving of alcoholmisbruik. In de ene plaats speelt misschien meer het gebruik van drugs, op andere plekken is het meer alcohol. Van belang is dat we overal een eenduidige aanpak hanteren.” Ouderen niet vergeten Punt van aandacht zijn ook volwassenen en ouderen. Die mogen niet vergeten worden. Zo krijgt IrisZorg regelmatig vragen om hulp vanuit oudereninstellingen. “Dat zijn vaak stille drinkers.” Intermediairs (zoals ouderenadviseurs) zouden tools moeten krijgen om die problemen te signaleren en door te verwijzen of om zelf al kleine interventies uit te voeren. “Dat stukje deskundigheidsbevordering is erg belangrijk”, vindt een IrisZorg-medewerker. De deelnemers zien in huisartsen klokkenluiders als het gaat om het signaleren van alcoholproblematiek.“We moeten breed inzetten. Voorlichting op het juiste moment, regelgeving op het juiste moment en signaleren op het juiste moment. Er continu aandacht voor blijven houden. Al vanaf de basisschool, maar ook in latere stadia.” Publiciteit Een manier om aandacht voor het thema te blijven behouden is volgens iemand van Welstede het zoeken van publiciteit, gericht op zowel ouderen als jongeren. “We moeten blijven benadrukken dat alcohol gevaarlijk is. Dat zit nog steeds niet genoeg tussen de oren. Door veel publiciteit krijgen we dat verhaal wellicht omgedraaid. Maar het is een proces van jaren.”
“Veel ouders denken dat alcoholgebruik normaal is. We moeten hun duidelijk maken dat dit niet zo is.”
Zorg voor de jeugd: houd het simpel en dichtbij Thema: jeugd(zorg) en jongeren (16-27 jaar) Bijna dertig deelnemers sluiten zich aan bij de workshop over ‘de jeugd’. Uit de regionale sociale analyse blijkt dat de regio maatschappelijke uitval van jongeren tussen de 16 en 27 jaar wil aanpakken. Die uitval ontstaat bij jongeren die kwetsbaar zijn geworden doordat ze spijbelen, niet werken, verslaafd zijn, of andere problemen hebben. Er lopen al verschillende projecten in de regio op het gebied van het voorkomen van schooluitval, zorg en veiligheid. Maar hoe verder? De groep praat in deze workshop over de belangrijkste doelstellingen voor deze kwetsbare jongeren, voor de komende jaren. Maar ook hoe we een en ander regionaal kunnen oppakken en wat de quick wins kunnen zijn. De groep start met indrukwekkende cijfers uit de regionale sociale analyse. Per jaar gaan er in deze regio 800 jongeren zonder startkwalificatie van school. Zorgwekkend, vinden de deelnemers. Zeker als je bedenkt dat die 800 nog lang niet de lading dekken. “Want bij die 800 leerlingen zijn nog niet de praktijkonderwijs- of ROC-leerlingen meegenomen. De situatie is dus nog veel erger”, wordt er gezegd. Ieder jaar valt er een complete school aan leerlingen uit. Kinderen die kansen hebben en dus iets kunnen bijdragen. Hoe voorkom je die uitval? Een optie is focussen op de doorlopende leerlijnen, zo vindt één van de deelnemers: “Als je daar in investeert, maak je al een slag in het halen van de startkwalificatie. Het onderwijszorgcentrum is wat mij betreft ook een mooie ontwikkeling. Dit biedt ondersteuning voor thuis, op school en in de buurt. Twee van de drie kinderen die hier geholpen worden, gaan terug naar school en halen alsnog hun diploma.” De Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
7
groep is onder de indruk van het verhaal over het onderwijszorgcentrum en besluit dit op de lijst te zetten voor de ‘quick wins’. Aandacht voor de thuissituatie Niet alleen op school is er aandacht nodig voor ‘de jeugd’. “Kijk ook naar de thuissituatie, naar het gezin. Een kind kan het op school prima doen, maar thuis door een nare omgeving enorme problemen hebben”, brengt iemand in. Zoek dus ook de gezinnen op, is het devies. “En vergeet de heel jonge kinderen niet”, stelt een medewerker uit de kinder- en jeugdpsychiatrie. “We kijken wel naar kinderen van twaalf jaar en ouder, maar het is van belang om er in jonge gezinnen vroeg bij te zijn.” De deelnemers herdefiniëren daarom de doelgroep: het gaat ook om de ‘kinderen’ van -6 maanden. Regionale kansen voor jeugdzorg Over een paar jaar gaat de jeugdzorg vanuit de provincie naar de gemeenten. Hier praat de groep over door. Vanuit de jeugd- en opvoedhulp brengt iemand in: “Het is goed om hulp dichterbij de burger in te zetten. Kijk naar de netwerken om de gezinnen of cliënten heen. Daar liggen kansen! En we moeten zorgen voor een sluitende aanpak in regionale samenwerking.” Een tegengeluid is dat de hoogste eis dan wel is dat we het simpel houden en dat we grootschaligheid vermijden. Wie heeft de regie? Dat er voldoende partijen zijn die de kinderen en jongeren kunnen helpen, is duidelijk voor de groep. Maar wie heeft de regie? Iemand uit het onderwijs stelt: “Rondom het kind functioneren veel instanties en dat gaat nog wel eens mis. We moeten daarom vaststellen wie die regie heeft.” Hier liggen kansen op regionaal niveau, vinden sommige deelnemers. Want soms zijn gemeenten te klein om iets op te pakken. En regionaal kun je kennis opdoen en delen en praktijkvoorbeelden toetsen op effectiviteit. De uitvoering kan op lokaal niveau. Andere deelnemers vinden juist dat de gemeenten de regie moeten nemen, onder andere omdat ze CJG’s aansturen. “En gemeenten zitten dichtbij het gezin, vanaf nul jaar. Zo kun je veel voorkomen. Coördineren op regionaal niveau is niet nodig.” Samengevat Welke doelstellingen willen we bereiken? De groep vat samen: meer ondersteuning voor de jongere kinderen, dichtbij de cliënt, meer focus op preventie, de regie bij één persoon (liefst gestuurd vanuit de gemeente of CJG) en doorontwikkeling van het veiligheidshuis. Regionaal moeten we het vooral simpel houden, goed met elkaar afstemmen en kennisdelen. En de quick wins zijn: het bouwen van onderwijszorgcentra, het inzetten van de verwijsindex, directe contacten tussen bedrijven en schoolverlaters en het geven van kamertrainingen. Bij dit laatste leren jongeren om zelfstandig te wonen. “Dan moeten ze wel een huis hebben en dat is er niet altijd. Huisvesting moeten we er dus ook bij betrekken”, is het advies.
“Het is van belang om er in jonge gezinnen vroeg bij te zijn.”
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
8
Activiteiten in de wijken leveren ideëel gewin op Thema: actief participerend burgerschap Maar liefst 33 mensen nemen deel aan de workshop ‘actief participerend burgerschap’. Deze groep probeert antwoorden te formuleren op de vragen: wat willen we de komende vier jaar bereiken op dit thema, wat moeten we daarvoor regionaal oppakken en wat kunnen we op korte termijn relatief eenvoudig al bereiken?
Met bovenstaande vragen als uitgangspunt, gaat de groep van start met de eerste vraag: wat willen we binnen dit thema bereiken? ‘Community Arts’ wordt er geopperd, namens Cultura Ede: “Daarbij organiseren we culturele activiteiten in wijken. Wij werken heel gericht op samenwerking. Wij willen kennis delen. Het levert ideëel gewin op.” De gemeente Barneveld ziet graag dat burgers minder afhankelijk worden van overheden en instanties: “Burgers kunnen veel zelf oplossen. De gemeente moet uitsluitend dienen als vangnet.” Achteroverleunen en ervan uitgaan dat iedereen zijn dingen doet, is echter geen optie, is de mening van de vertegenwoordigster van Solidez. “De participatiebereidheid is er wel. Maar sommige mensen kunnen dat door omstandigheden niet. We moeten ze dus ook de vaardigheden aanbieden. Dementerenden bijvoorbeeld zullen altijd de steun van de gemeente nodig hebben.” Vanuit de gemeente Nijkerk wordt gepleit voor een sterkere positie van vrijwilligers en mantelzorgers: “Wij willen dat ze gefaciliteerd en getraind worden.” Samenwerken Vanuit Welstede komt een relativering: “Mensen die niet over de vereiste vaardigheden beschikken en daardoor geen vrijwilligers kunnen zijn, moeten we inderdaad faciliteren. Maar het is de vraag of je met actief burgerschap wel een economisch probleem kunt oplossen. Mantelzorgen doe je niet vrijwillig. Hoe combineer je dat met een drukke baan? Ik zie graag een hiërarchie in de doelen. En gemeenten moeten stoppen om burgers als klanten te zien. We moeten samen problemen oplossen zonder dat we lastig gevallen worden door kostenproblematiek of regelgeving. Vanuit SBOG wordt gezegd dat mensen die dat aangeven doorverwezen worden als dat nodig is. “Daarin is in deze regio veel te verbeteren.” Verboden samen te werken! In de bibliotheek Wageningen wordt samenwerken het liefst verboden: “Samenwerken is prima. Maar vaak gaan mensen samenwerken om het samenwerken. Niet omdat het per se nodig is. Daarom verbied ik samenwerking, want dan zoeken mensen elkaar alleen op als dat echt nodig is. Dat levert veel meer op, omdat mensen er dan zelf 100% achter staan. En ga je samenwerken om een probleem op te lossen? Maak dan ook duidelijk wie de probleemeigenaar is. Degene met het probleem moet dit concreet maken en voorleggen aan een concreet iemand. Maar wie is dat? Bij wie kan hij terecht?” Probleemeigenaar of probleemverantwoordelijke? Om die vraag te beantwoorden geeft de pleitbezorgster van dit thema een voorbeeld: een bijstandsmoeder moet aan het eind van de maand haar huurhuis verlaten, omdat de woning gesloopt gaat worden. Zij is lang tevoren geïnformeerd, maar heeft nog geen zekerheid over een andere woning. De kans op een ander huis is er wel. Zij vraagt daarom aan de woningcorporatie of ze iets langer mag blijven. Wie is in dit geval de probleemeigenaar en wie is probleemverantwoordelijk? En hoe moet dit worden opgepakt binnen dit thema? De meningen zijn verdeeld. De één vindt dat mevrouw urgentie had moeten krijgen voor een andere woning. Er is dus iets misgegaan in de uitvoering van de regelgeving. “Gaat dit over actief participerend burgerschap?”, vraagt iemand. “Jazeker”, zeggen de anderen. “Je moet je namelijk afvragen of de gemeente haar had moeten helpen of dat zij een beroep had moeten doen op haar netwerk. Die Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
9
mevrouw heeft het misschien niet goed begrepen door onduidelijke communicatie of een wirwar aan wetten en regels. Participeren is dus erg moeilijk.” U mag om hulp vragen! Een vertegenwoordiger van de gemeente Scherpenzeel zegt: “We gaan van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Dat is voor veel groepen mensen niet makkelijk. De samenleving is zeer complex. Steeds minder mensen begrijpen hoe de samenleving eigenlijk werkt. Ik zie daarin een taak voor gemeenten en hulpverleningsinstellingen om hen te ondersteunen.” Activiteiten in buurten houden sociale netwerken intact, zegt een vertegenwoordiger van Spectrum: “Dan durven mensen wel een hulpvraag te stellen. Die moeten ze aan elkaar stellen en minder aan de overheid, De overheid kan wel helpen met een campagne, bijvoorbeeld: ‘U mag om hulp vragen!’ Wat moet er regionaal worden opgepakt? Bij ‘s Heeren Loo kijken ze zelf wie ze waarvoor nodig hebben om de cliënten de beste zorg te bieden. “Daar hebben we de Wmo bij nodig. De financiering wordt nu anders. Daarom moeten we ons zo organiseren dat we die andere financiering kunnen omzeilen. Ik ga nu vast informeren bij gemeenten wat ze voor mij kunnen betekenen.” De deelnemers zijn het erover eens dat een regionale aanpak ideaal is om kennis te delen en partners te zoeken. Concurrentie is geen optie, zeggen ze eensgezind. Wat is er op relatief korte termijn te bereiken? Oude quick wins zijn er voldoende, zo blijkt. Nieuwe verzinnen gaat de groep moeilijker af. Leren van elkaars goede voorbeelden, daarover is iedereen het eens. Er is een wereld te winnen als er eenheid in beleid komt. Vanuit Welstede wordt de term ‘leerteams’ geopperd. Bijvoorbeeld ROCleerlingen stage laten lopen in wijken. “Ze leren een vak, er zijn extra handen in de wijk en ze vervullen een sociale (netwerk)functie.”
“We gaan van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Dat is voor veel groepen mensen niet makkelijk. De samenleving is zeer complex.”
In debat over de vier thema’s Na de workshops gaan de aanwezigen in een plenaire sessie in debat over de vier thema’s. De vier pleitbezorgers krijgen ieder twee minuten om antwoord te geven op de drie kernvragen. Daarna stellen de andere groepen – in hun rol van onafhankelijke journalist – de nodige kritische vragen. Zo worden de ideeën aangescherpt. Hoe verloopt de discussie en wat zijn de belangrijkste conclusies?
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
10
Gezond leven! Pleitbezorger van dit thema is Menrike Menkveld-Beukers van Ziekenhuis Gelderse Vallei – Alliantie Voeding Gelderse Vallei. Wat willen we met dit thema bereiken? “Gezond leven kan in deze regio beter en dat willen we dus aanpakken. Meer dan de helft van inwoners voldoet niet aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen en heeft overgewicht. Veel ouderen zijn juist ondervoed.” Wat moeten we regionaal oppakken en waarom? “De hele regio Food Valley moet uitnodigen tot bewegen. We willen zorgen dat professionals en vrijwilligers een eenduidige boodschap uitdragen, niet alleen rondom alcohol en drugs, maar ook over voeding en bewegen.” Welke quick wins zijn er op korte termijn te behalen? “We willen voorkomen dat bestaande problemen erger worden. Met als uiteindelijk doel: de gezondste regio worden.” De discussie Een van de aanwezigen vraagt zich af of het wel een taak van de overheid is om zich met gezond leven bezig te houden. “Gezondheid is toch een taak van de zorgverzekeraars?” Het antwoord van het betreffende thema: “Het is een taak van beide partijen. Er zijn zorgverzekeraars die al goede initiatieven hebben, maar gemeenten moeten daar ook aan bijdragen, bijvoorbeeld door voor voorzieningen te zorgen. Toch vindt de vraagsteller gezond leven primair een taak van de burger en niet van de gemeente. Iemand anders vindt het verhaal van de pleitbezorger goed, maar vraagt zich af of er ook aan de kosten is gedacht: meestal is gezonde voeding duurder dan ongezonde voeding. Het antwoord van de workshopdeelnemers: dat hoeft niet zo te zijn. “Kool en bonen zijn niet duur.” Iemand anders signaleert dat gezond leven een maatschappelijke verantwoordelijkheid is. De pleitbezorger sluit daarbij aan: “Dat kinderen dik zijn, is niet alleen hun schuld. We moeten dat probleem als maatschappij aanpakken. We kunnen ze in elk geval niet aan hun lot overlaten.”
Preventie verslavingsvormen Pleitbezorger van dit thema is Martine Jurriens van IrisZorg. Wat willen we met dit thema bereiken? “Alcohol, drugs, tabak, internet en medicatie hoeven niet per se een probleem te zijn, maar kunnen dat wel worden. Daarom moeten we mensen bewust maken van de gevolgen die overmatig gebruik kan hebben.” Wat moeten we regionaal oppakken en waarom? “Mensen moeten overal dezelfde boodschap krijgen, want ze wonen in de ene plaats en sporten en gaan naar school in een andere plaats. Bovendien heb je als regio een krachtigere stem als het gaat om een lobby richting de landelijke overheid en leveranciers.” Welke quick wins zijn er op korte termijn te behalen? “Mensen (bijvoorbeeld ouderenadviseurs) meer tools geven om vroeg te signaleren, door te verwijzen of om zelf al kleine interventies te kunnen uitvoeren. Een tweesporenbeleid voeren richting landelijk overheid én supermarktketens.” De discussie Een punt van kritiek is dat het voorgestelde beleid te soft is. “Waarom geen harde maatregelen, zoals keetdrinken verbieden en discotheken alcoholvrij maken?” Het verweer luidt als volgt: “Met verbieden ga je het niet redden. Dan krijg je het op plaatsen waar je het niet hebben wilt.” Een andere deelnemer merkt op dat uit onderzoek blijkt dat alcoholmisbruik vooral voortkomt uit aanleg. De bestrijding moet dus beginnen bij de ouders. Dat wordt erkend: “Opvoeders zijn zeker belangrijk, ze zijn schakel nummer één. Daarom moeten we er ze meer bij betrekken.” Een volgende kritische opmerking heeft te maken met een ander thema op de Regionale Sociale Agenda. “Dit is toch paternalisme ten top, hoe rijmen we dat met actief participerend burgerschap?” Daar wordt tegenin gebracht dat het voor jongeren te veel gevraagd is dit probleem zelf aan te pakken. Weer komt de belangrijke rol die ouders hebben ter sprake. “De vraag is alleen hoe we hen gaan bereiken.” Tot slot wordt nog opgemerkt dat vooral de problematische kant van alcoholgebruik benadrukt wordt. Zijn er nog andere argumenten te bedenken? Het antwoord: “Het leven wordt leuker als je preventief optreedt.”
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
11
Jeugd(zorg) en jongeren Pleitbezorger van dit thema is Hans Bouwmeester, van de gemeente Veenendaal. Wat willen we met dit thema bereiken? “Met 80% van de jongeren gaat het goed. We willen grip krijgen op de 20% van de jongeren die problemen hebben. In deze regio verlaten per jaar 800 jongeren de school zonder startkwalificatie. We willen lokaal dichtbij deze gezinnen zijn, vroeg ingrijpen, analyses maken en uitgaan van de kracht van het gezin. De regie ligt bij gemeenten, die deze rol eventueel kunnen uitbesteden aan de CJG’s.” Wat moeten we regionaal oppakken en waarom? “Regionaal kunnen we kennisdelen, expertisecentra oprichten, voor minder bureaucratie zorgen. We willen het simpel houden en niet 21 hulpverleners op één kind zetten.” Welke quick wins zijn er op korte termijn te behalen? “We willen onderwijszorgcentra inrichten, jongeren kamertrainingen geven en zorgen dat ze daadwerkelijk een woning vinden, de verwijsindex inzetten en voor die 800 jongeren relaties aanleggen met het bedrijfsleven.” De discussie “80% van de jongeren doet het goed. Waarom zou je al dat geld en die energie in die overige 20% steken?”, luidt de eerste kritische vraag vanuit de groep ‘actief participerend burgerschap’. Het antwoord vanuit de groep van het betreffende thema: “Omdat gemiddeld 3-5% van die 20% voor 65% van de overlast zorgt. Dus we moeten kijken hoe we die 20% eerder kunnen helpen om problemen te voorkomen.” Een andere vraag komt vanuit de groep ‘preventie verslavingsvormen’: “Jullie stellen voor op regionaal niveau kennis te delen. Maar wat is hier in de regio anders dan landelijk? Waarom zou je het niet landelijk aanpakken?” “Omdat deze regio anders is dan landelijk, we hebben hier met een andere cultuur te maken. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de kracht van het informele netwerk, speelt de kerk hier een veel belangrijkere rol dan op nationaal niveau.” Tot slot wordt de groep uitgedaagd om uit te leggen waarom de focus ligt op de probleemgevallen. Met veel jongeren gaat het toch goed? “Eens,” is het antwoord, “daarom moeten we ook naar beide groepen kijken. We moeten zorgen dat we voor alle jongeren een basislaag aan hulp, voorzieningen, et cetera regelen.”
Actief participerend burgerschap Pleitbezorger van dit thema is Esther Hoogstraten, van de gemeente Scherpenzeel. Wat willen we met dit thema bereiken? “Wij denken dat mensen veel beter voor zichzelf kunnen zorgen dan wie ook. Waar en wanneer dat nodig is, zijn wij er voor hen als vangnet. Om dat te bereiken moeten we een nieuwe taal ontwikkelen die de burger verstaat.” Wat moeten we regionaal oppakken en waarom? “We willen kennis delen om in de wijken actief te zijn en mensen met elkaar in contact te brengen. De professionals die in de regio actief zijn, moeten daarbij ondersteund worden.” Welke quick wins zijn er op korte termijn te behalen? “We moeten burgers krijgen die zelf in staat zijn om hulp te vragen in de wijk. Daarvoor moet je elkaar kennen. ‘Leerteams’ worden ingezet met scholieren die stage lopen, die leren wat welzijnswerk is en die een handje helpen in de wijken.” Discussie De eerste vraag uit de zaal luidt: “Ik vraag mij af hoe u eigen verantwoordelijkheid bij burgers wilt bevorderen. Daarop gaf u geen antwoord. Kunt u het concreet maken?” Het antwoord zat al in het pleidooi, is de mening van het themavak. Maar het antwoord wordt graag herhaald: “Betere informatievoorziening vanuit de overheid en instellingen naar de burgers toe is die nieuwe taal. We moeten kijken hoe we het culturele buurtgevoel weer terugkrijgen, zodat mensen elkaar weer om hulp durven vragen.” In het vak ‘gezond leven!’ zegt iemand: “Ik wil helemaal niet participeren in de samenleving. Waar betaal ik mijn belasting anders voor? Ik vind dat de overheid dingen voor mij moet regelen.” Het weerwoord: “Waarom heeft u geen behoefte om participerende burger te zijn? Dat is uw persoonlijke keuze. Maar de bv Nederland wil dat er participerende burgers moeten komen.” De laatste vraag is hoe je werk met participeren kunt combineren. “Als het er echt toe doet, ga je vanzelf participeren. Niet omdat het van de overheid moet, want dan wil niemand. Maar vroeg of laat wordt er toch een beroep op je gedaan.”
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
12
Spijkers met koppen Na de workshops, het debat over de vier thema’s die spelen in Food Valley en het diner, volgt de apotheose. De vier pleitbezorgers krijgen ieder één minuut om het belang van hun thema te onderstrepen. Preventie verslavingsvormen Martine Jurriens: “We zijn tot de conclusie gekomen dat er al veel gebeurt op het gebied van handhaving, informeren en regelgeving. Maar van een andere groep hebben we gehoord: ga naar ouders en opvoeders toe. Die moeten we meer tools geven en beter informeren. Dat willen we overnemen. Nog meer naar plekken gaan waar ook ouders zijn: in keten, bij scholen en sportverenigingen. Ouders informeren en ondersteunen.”
Actief participerend burgerschap Joop van Ieren: “Wij willen klein beginnen, bij de mensen zelf. Iedere nieuwe inwoner van een stad heeft het gevoel dat hij daar thuis hoort. En hij vindt daar ook zingeving. Het gaat erom dat mensen zich betrokken voelen bij hun omgeving. We moeten mentale ruimte creëren om na te denken hoe we dat gaan doen. Bijvoorbeeld met een aantal denktanks aan de slag gaan om dit te realiseren. Willen we actief burgerschap werkelijk voor elkaar krijgen, dan moet iedereen daarbij betrokken zijn.”
Gezond leven! Menrieke Menkveld: “Samen leven in Food Valley is gezond leven. Mensen hier zullen ervaren dat gezond leven en bewegen hen fitter maakt. We beschikken al over de kennis en de infrastructuur. Gezondheid kent geen grenzen en schotten tussen organisaties. Vooral in deze regio moeten we dit oppakken. Er zijn al veel initiatieven op het gebied van bewegen en gezond eten. Laten we die verbinden. Wij maken van Food Valley de Feel Good Valley.”
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
13
Jeugd(zorg) en jongeren Hans Bouwmeester houdt het kort: “Het begint allemaal met opvoeden.”
Met deze ‘five word speech’ worden de ‘one minute speeches’ afgesloten.
Slotwoorden Aan het einde van de avond is het tijd om terug te blikken op het debat en om voorzichtig vooruit te kijken naar de toekomst. Het woord is aan de twee gedeputeerden en Hugo Schorer, bestuurder van het verantwoordelijke sociaal domein van de Food Valley.
Het is één pakket Gedeputeerde Hans Esmeijer is lovend over de discussies en de conclusies: “We hebben vandaag een voorlopig eindpunt beleefd van een proces dat al weken aan de gang is. Er zijn vier voorstellen besproken in workshops en tijdens centrale discussies. Deze monden nu uit in doelstellingen waarmee we aan de slag moeten. Vooral de laatste was heel sterk en goed te onthouden. Je moet ouders en opvoeders benaderen. Niet zozeer naar het eigen belang van je organisatie of gemeente kijken, maar overstijgend handelen. De regio is duidelijk gemotiveerd om wat te maken van Food Valley. Ook als het om de sociale component gaat. Ik zie veel aanknopingspunten. Verslaving, eetgedrag en gezond leven is natuurlijk één pakket.” Niet wachten op het nieuwe bestuur Gedeputeerde Marjan Haak benadrukt nogmaals dat de initiatieven uit de regio ondersteund zullen worden: “Als dit proces wat verder is en dan uitgemond is in concrete programma’s en projecten, dan kunnen die aan beide provincies worden voorgelegd. Het is onze taak om dan te beoordelen: hier kunnen we wat mee, hier moet nog iets worden aangepast of hier kunnen we niets mee. De discussie van vandaag helpt in het proces. De manier waarop wij dit hebben opgezet, betekent dat we voor 2 maart klaar zijn. We hoeven dus niet te wachten op het nieuwe bestuur en dan afwachten of zij ermee door zullen gaan. Het plan ligt dan al klaar.” Veel input gekregen Hugo Schorer, burgemeester van Renswoude en bestuurder van het verantwoordelijke sociaal domein van de Food Valley, is blij met de resultaten van deze dag: “Het debat was nog niet echt Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
14
concreet, maar is nu goed toegespitst. Ik haal eruit dat we bij de ouders moeten zijn. En het idee van een denktank? Het is zeker goed als een aantal werkgroepen deze algemene thema’s in concrete projecten gaan omzetten. Ik denk dat dit een heel inspirerende bijeenkomst is geweest. Wij kennen dit niet zo in het Utrechtse. Dit debat heeft laten zien dat we het met z’n allen moeten doen, dat we met z’n allen worstelen over de beste aanpak die we moeten kiezen. Uit gedachtewisseling komen goede ideeën voort. We hebben vandaag enorm veel input gekregen.” Resultaart Tot slot biedt Hans Esmeijer een ‘resultaart’ aan: “Het is een resultaart van ons allen. En dat het goed mag smaken en nieuwe energie mag geven om het proces voort te zetten. Deze dag is geslaagd. Het is bijzonder dat acht gemeenten op deze manier de handen ineen willen slaan en dat er zo veel bestuurders van organisaties aanwezig zijn. We beginnen hier en zo werken we naar boven. Zo zetten we regio op de kaart. Wat een ambitie!”
Op LinkedIn heeft de regio Food Valley een discussie gestart. Ga naar www.linkedin.com, zoek de group ‘regio Food Valley’ en klik via het tabblad ‘more’ door naar de subgroup ‘sociaal domein’. Praat mee!
Regionale sociale agenda 2012-2015 Rapportage debat Food Valley 10.02.2011 Tekst: Tekstschrijvers.nl B.V. (Nijmegen en Rotterdam)
15