2011
jaarverslag Art.1 Noord Oost Gelderland
Inhoud Inleiding
3
Discriminatiecijfers
4
Preventie, voorlichting en PR
8
Projecten
12
Cases
16
Art.1 NOG binnen regionaal en landelijk verband
18
Bijlage: cijfers
20
Inleiding Art.1 Noord Oost Gelderland (Art.1 NOG) werkt aan het voorkomen en bestrijden van discriminatie en hanteert het grondwetsartikel Artikel 1 als uitgangspunt. U kunt bij ons melding doen van ongelijke behandeling en discriminatie. Deze kan betrekking hebben op vele terreinen, zoals arbeidsmarkt, het functioneren van de overheid, gebeurtenissen in het uitgaansleven, bekladdingen op gebouwen, etc. Door voorlichting te geven op scholen, bij maatschappelijke organisaties en bedrijven probeert Art.1 NOG mensen bewust te maken van discriminatie, het (h)erkennen ervan en negatieve vooroordelen om te buigen in een positief gevoel. Zodat uitsluiting op de verkeerde gronden steeds minder vaak zal gebeuren. Art.1 NOG is het antidiscriminatiebureau (ADB) van de politieregio Noord- en Oost Gelderland. Deze regio beslaat 22 gemeenten geografisch verdeeld van Harderwijk tot Winterswijk. Korte inhoud van het werk van Art.1 NOG • Art.1 bevordert gelijke behandeling in gelijke gevallen. • Art.1 werkt mee aan een samenleving van gelijkheid en respect. • Door regionale dekking heeft Art.1 breder inzicht in soort en omvang van discriminatie. • Door voorlichting te geven zorgt Art.1 voor bewustwording rond het onderwerp discriminatie en verkrijgt signalen voor ongelijke behandeling. • Art.1 heeft een helpdesk- en adviesfunctie voor andere organisaties, die in hun werk in aanraking komen met vooroordelen en discriminatie.
Artikel 1 Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Discriminatiecijfers en meer signalen te krijgen van ongelijke behandeling of discriminatie. Dit heeft nog niet geleid tot meer meldingen. Wel heeft Art.1 NOG het contact met diverse netwerkpartners geïntensiveerd en zijn afspraken gemaakt om cliënten door te verwijzen bij gevallen van discriminatie en ongelijke behandeling.
Het aantal meldingen van discriminatie bij Art.1 NOG is in 2011 verminderd ten opzicht van de jaren ervoor. In totaal kwamen er in 2011 totaal 126 meldingen binnen van ongelijke behandeling en discriminatie. Het feit dat het aantal meldingen beduidend lager is dan in 2010 (164), wil niet zeggen dat discriminatie in onze regio is afgenomen. Het betekent dat minder mensen discriminatie hebben gemeld bij het bureau. Dit kan verschillende oorzaken hebben.
Registratie van meldingen bij antidiscriminatiebureaus Antidiscriminatiebureaus ontvangen op diverse manieren meldingen. Inwoners melden discriminatie bij het bureau, maar het bureau kan ook potentiële melders opzoeken. Bijvoorbeeld door in een horecagebied waar een negatief deurbeleid is voor allochtonen, mensen die de toegang geweigerd wordt ter plekke te motiveren discriminatie te melden.
Een van de belangrijkste oorzaken is dat er in 2011 geen grootschalige, landelijke campagne is gevoerd. In zowel 2009 als in 2010 heeft de overheid met de slogan ‘Moet jij jezelf thuislaten om geaccepteerd te worden?’ aandacht gevraagd voor het onderwerp ongelijke behandeling. Daarmee zijn veel mensen bereikt, wat heeft geleid tot meldingen van discriminatie. Helaas was er in 2011 geen geld beschikbaar voor een dergelijke grote campagne.
Hetzelfde kan worden gedaan bij opleidingen waar vaker melding wordt gedaan van discriminerende uitingen, of ongelijke behandeling bij het zoeken van een stageplaats. Deze manier van meldingen verzamelen wordt outreachend werken genoemd. Het doel daarvan is om de drempel tussen de persoon die zich gediscrimineerd voelt en het antidiscriminatiebureau te verlagen. Een andere methode om meldingen te verza-
Naast deze overheidscampagne heeft Art.1 NOG vanaf 2008 ieder jaar op verschillende manieren de publiciteit gezocht. In 2011 is in plaats daarvan gekozen om te bouwen aan een goede samenwerking binnen het netwerk van onder andere maatschappelijk instellingen, om zo de naamsbekendheid van Art.1 NOG te vergroten
werken wordt wel ingezet als signaleringsinstrument. Ook wordt, zoals eerder vermeld, geïnvesteerd in de samenwerking met andere hulpverlenende organisaties. Verder screent Art.1 NOG vacatureteksten op ongelijke behandeling en haakt in op berichten in de media die signalen van discriminatie bevatten.
melen is vacatureteksten in kranten doornemen om te kijken of ze voldoen aan de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Door bedrijven erop te wijzen dat hun vacaturetekst in strijd is met de wet, bijvoorbeeld omdat ze de voorkeur aangeven voor een man of een leeftijdseis stellen, en een alternatieve tekst zonder uitsluiting te bieden, hopen antidiscriminatiebureaus dat de arbeidsmarkt meer gaat openstaan voor alle geledingen uit de maatschappij.
Aantal meldingen Het aantal meldingen in 2011 was in totaal 126 vanuit alle 22 gemeenten*. Verdeeld over de drie subregio’s die samenvallen met de politiedistricten: Achterhoek 36 meldingen IJsselstreek 61 meldingen Veluwe 29 meldingen
Nog een mogelijkheid om meldingen binnen te krijgen is met een stand aanwezig zijn op festivals en evenementen en bezoekers te vragen naar hun ervaringen met discriminatie. Art.1 NOG werkt nog niet outreachend om het aantal meldingen te vergroten. Outreachend
* De cijfers zijn achterin dit jaarverslag terug te vinden.
Discriminatiegrond
Dit om discriminatie, maar vooral ook escalatie te voorkomen, en bewustwording bij alle partijen te bewerkstelligen.
De meeste meldingen betroffen die discriminatie op grond van ras/afkomst (48). Dit is ook landelijk al jaren de meest gemelde discriminatiegrond. Dit heeft waarschijnlijk ook te maken met de onbekendheid van de discriminatiewetgeving in Nederland.
Via het scannen van mediaberichten op discriminatie en doorverwijzingen vanuit andere organisaties zijn er 25 meldingen geregistreerd. De andere meldingen zijn verwerkt als reguliere melding, waarbij in de meeste gevallen het principe van hoor- en wederhoor wordt toegepast. Door de wederpartij de mogelijkheid te bieden te reageren op het verhaal van een melder kan beter worden ingeschat wat er is gebeurd en of er daadwerkelijk sprake is van discriminatie.
Veel mensen denken bij het woord discriminatie aan ras of afkomst. Het melden van discriminatie op grond van handicap/chronische ziekte of godsdienst komt minder vaak voor. In 2011 stonden op plaats 2, 3 en 4 respectievelijk: leeftijd (21), geslacht (15) en nationaliteit (12). Dit is een verandering ten opzichte van 2010 waarbij godsdienst bijna even vaak werd genoemd als geslacht.
Daarnaast kan een verzoek om het verhaal van de andere kant te willen horen, zorgen voor een opening in de relatie tussen twee partijen. Iemand die (onbedoeld) discrimineert, beseft vaak niet dat door bijvoorbeeld woordkeuze iemand zich gekwetst of buitengesloten voelt. Daarop wijzen kan al leiden tot excuses en een goede afronding van de zaak.
Discriminatieterrein Waar iemand wordt gediscrimineerd laat zowel landelijk als regionaal al jaren hetzelfde patroon zien. Discriminatie komt vooral voor op de arbeidsmarkt. In 2011 kwamen er 51 meldingen binnen die daarop betrekking hadden. Daarvan gingen 30 meldingen over discriminatie bij werving en selectie. 10 meldingen betroffen incidenten op de werkvloer. Buurt en wijk is het tweede terrein met 17 meldingen, gevolgd door collectieve voorzieningen en commerciële dienstverlening. Dit beeld is redelijk stabiel.
Door het toepassen van hoor- wederhoor bleek in 34 gevallen dat er geen sprake was van discriminatie. In deze zaken voelen melders zich buitengesloten en niet gehoord. In veel gevallen voelen melders zich serieus genomen omdat Art.1 NOG een gesprek met de andere partij aangaat. Vaak kunnen we een melder vervolgens doorverwijzen naar de juiste instantie of zorgen dat de wederpartij excuses aanbiedt over het ontstane misverstand.
In het onderwijs is het aantal meldingen gehalveerd. Dit gebied heeft blijvend extra aandacht van Art.1 NOG. We geven gastlessen en docententrainingen en we steken energie in een goede samenwerking met onderwijsinstellingen.
Advies en informatie Naast meldingen van discriminatie wordt Art.1 NOG met regelmaat benaderd door particulieren of instanties met vragen over ongelijke behandeling en discriminatie. In 2011 zijn er 10 informatieverzoeken geweest, waaronder vragen van leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs, die informatie wilden voor een spreekbeurt of werkstuk.
Preventie, voorlichting en PR De lessen gaan vooral over het benoemen van verschillen en overeenkomsten. Kinderen zien op jonge leeftijd veel eerder verschillen dan overeenkomsten. Een kind ziet bijvoorbeeld wel dat een ander kind een andere kleur shirt draagt dan hij, maar bedenkt niet dat ze in dezelfde klas zitten, wat een overeenkomst met de ander is.
De missie van Art.1 NOG is voorkomen en bestrijden van discriminatie. Hiertoe behandelen we klachten en bieden voorlichting aan. Het doel van voorlichting is vooral gericht op bewustwording van het eigen denken en handelen. Zo geven wij gastlessen op basisscholen en in het voorgezet onderwijs waarbij de nadruk ligt op respect voor elkaar en vooroordelen ten opzichte van elkaar. Volwassenen benaderen we veelal op dezelfde manier, maar dan met andere casussen.
Pesten in de klas en cyberpesten Leerlingen denken bij discriminatie al snel aan pesten. Het gebeurde dan ook vaak dat leerlingen tijdens de voorlichtingen aan klasgenoten vertelden hoe vervelend zij het vinden als ze gepest worden of juist blij zijn met de wijze waarop de school met pesten omgaat.
Voorlichting op scholen In 2011 is er aan 107 basisschoolgroepen, 37 klassen in het voortgezet onderwijs en aan 3 jongerengroepen via buurt/jongerenwerk voorlichting gegeven. Er zijn 4 docententeams getraind en voorgelicht.
Met regelmaat spelen bij pesten ook vooroordelen een rol. Zo worden kinderen gepest omdat zij bijvoorbeeld twee moeders of twee vaders hebben, een handicap of een andere religie hebben dan klasgenoten. Opvallend is dat dit jaar cyberpesten veel genoemd werd, en dan vooral via msn en Hyves. Tijdens driekwart van de lessen kwam dit onderwerp aan bod terwijl dat in 2010 nog maar sporadisch werd genoemd.
Vrijwel alle basisscholen die hebben deelgenomen aan voorlichtingen hebben lessen laten plaatsvinden in groep 5 t/m 8, en ongeveer eenderde koos er daarnaast voor om voorlichting te vragen in de groepen 3 en 4. Op 7 basisscholen zijn in de kleuterklassen lessen verzorgd. In het voortgezet onderwijs is voorlichting gegeven in de onderbouw en de bovenbouw.
Met enkele scholen hebben we gesprekken gevoerd na meldingen van discriminatie
Docententrainingen
op deze scholen. We spraken over het discriminatieprotocol op school en de handelswijze en samenwerking met Art.1 NOG. Hoewel de gesprekken tot stand zijn gekomen vanuit een klacht, hadden ze een positief en open karakter. Art.1 droeg tips en adviezen aan voor verbetering van het discriminatieprotocol op de school.
In 2011 zijn wij gestart met de opzet en inzet van docententrainingen over het thema discriminatie. Wanneer je effectief wilt inzetten op preventie en aanpak van discriminatie in het onderwijs, ligt het voor de hand om docenten hierin te betrekken. Wanneer docenten leren hoe zij discriminatie kunnen aanpakken, kan direct worden ingegrepen als er iets mis dreigt te gaan.
Ook heeft Art.1 benadrukt dat scholen ons bij discriminatie-incidenten beter in een vroeg stadium kunnen benaderen, zodat met behulp van de expertise van Art.1 discriminatie in de kern kan worden aangepakt. Zo kan erger worden voorkomen. Na incidenten op scholen is voorlichting voor leerlingen ingezet. De scholen overwegen een docententraining over vooroordelen en discriminatie.
Een van de trainingen die we hiervoor hebben ontwikkeld is de training ‘Categorisering in het onderwijs’. In deze training worden docenten zich bewust van hun eigen vooroordelen ten opzichte van bepaalde groepen leerlingen in het onderwijs. Door bewustwording van eigen vooroordelen kunnen ze leerlingen beter laten zien wat het hebben van vooroordelen inhoudt. Deze training is dit jaar voor het eerst gegeven
aan 40 docenten van de Stedelijke Dalton in Zutphen en is met succes ontvangen. In 2012 willen we deze en andere trainingen vaker inzetten in het onderwijs.
Jongerenwerk In 2011 zijn via het jongerenwerk drie groepen jongeren getraind. Ze worden gestimuleerd bewuster te kijken naar (voor)oordelen over henzelf en anderen. Aan een meidengroep is bijvoorbeeld een training gegeven over idolen en hoe zij hun eigen identiteit rond deze idolen opbouwen. Met een groep islamitische jongeren is een gesprek geweest over homoseksualiteit en religie.
Presentaties en workshops Naast voorlichting zijn er diverse presentaties en workshops gegeven. Tijdens de Vredesweek, Zuiderparkfestival, Transformatoren voor begrip in Apeldoorn en het vijfjarig bestaan van Platform Kansrijk in Harderwijk.
Nieuwe huisstijl In 2011 zijn verschillende communicatie-uitingen van Art.1 NOG aangepast aan de nieuwe huisstijl, waaronder de algemene folder en de website. Deze frisse huisstijl wekt een luchtigere indruk en straalt energie uit, alleen al door het kleurgebruik. Met deze stijl willen we benadrukken dat we samen met anderen gelijke behandeling willen nastreven en niet op pijnpunten willen drukken. We zijn gericht op de toekomst en gaan uit van het positieve in de mens.
10
Zuiderparkfestival Apeldoorn
11
Projecten Project Radicaal Jong Aalten Plattelandsjoneren.nl heeft in samenwerking met MOVISIE het project Radicaal Jong uitgevoerd volgens de Verbetergroepmethodiek. Hierin wordt een probleem preventief aangepakt door middel van jongerenparticipatie. Jongeren hebben volgens de Peerraadplegingmethodiek eerst zelf onderzoek gedaan naar radicalisering in hun directe leefomgeving. Vervolgens bedachten ze hier oplossingen voor aan de hand van de Verbetergroepmethodiek. De beste oplossing voerden de jongeren daarna zelf uit. In een verbetergroep werken jongeren en volwassenen volgens bepaalde stappen samen aan het oplossen van een probleem. Art.1 NOG was een van de volwassen deelnemers aan de verbetergroep. Probleemstelling: “Veel plattelandsjongeren discrimineren wel eens, omdat ze weinig positieve ervaringen hebben met buitenlanders.” Als het probleem duidelijk is, gaat de groep op zoek naar oorzaken. Zo werd er gesteld dat media een grote rol spelen bij de beeldvorming die je hebt van andere
bevolkingsgroepen, dat er weinig contact is met allochtonen en dat ook ouders een rol hebben bij het creëren van bepaalde denkbeelden. Binnen de verbetergroep is er in een brainstormsessie gezocht naar oplossingen voor het probleem. Uit deze oplossingen is het project ‘spel zonder grenzen’ gekozen: een dag vol sportieve spellen met gemengde teams: een multiculturele zeskamp. Daarnaast hebben de jongeren rond voorlichting en communicatie diverse activiteiten genoemd.
12
In 2012 gaan Plattelandsjongeren, Art.1 NOG en de jongeren samen bekijken welke van deze activiteiten uitgevoerd worden. Voor meer informatie over het project: http://www.plattelandsjongeren.nl/projecten/ radicaal-jong/104-radicaal-jong-gelderland
13
Maatschappelijke stage bij Art.1 NOG In de week van 10 oktober hebben vier leerlingen van het Christelijk Lyceum uit Apeldoorn in het kader van de Maatschappelijke Stage een week meegelopen bij Art.1. Voor deze stage hebben de meiden van 13 en 14 jaar een klein onderzoek gedaan onder hun leeftijdsgenoten. Doel was te onderzoeken wat jongeren tussen de 12 en 16 jaar verstaan onder discriminatie, en wat zij zouden doen als zij zelf te maken zouden krijgen met discriminatie. De meiden zijn met een stapel van 150 enquêtes op pad gegaan. De uitkomsten van de enquêtes waren niet verrassend; het merendeel van de ondervraagden heeft een verkeerd beeld van discriminatie. 50% gaf aan bij discriminatie direct aan afkomst te denken en slechts 11% zou discriminatie melden bij een discriminatiemeldpunt. De meiden vonden het een erg leuke en leerzame week, waarbij zij een heel ander beeld van Art. 1 hebben gekregen. Ze hebben de uitkomsten gepresenteerd en hebben een kort verslag gemaakt. Dit proefproject pakte zeer positief uit. In 2012 zal Art.1 NOG meer van deze projecten inzetten.
Workshop Art.1 NOG Van Eiland naar WIJ-land Datum: woensdag 21 september Aantal mensen direct bereikt: 10 Aantal mensen indirect bereikt: > 100.000 “Art.1 Noord Oost Gelderland is het antidiscriminatiebureau dat onder meer in Apeldoorn actief is. Wij hanteren Art.1 in onze naam om te verwijzen dat onze basis van dienstverlening komt vanuit dit grondwetsartikel. Jongeren die niet worden toegelaten vanwege hun donkere huidskleur in een discotheek. Een gehandicapte die niet op fatsoenlijke wijze haar opleiding kan volgen in het grote schoolgebouw vanwege haar rolstoel. Geen promotie krijgen vanwege je godsdienst. Het zijn voorbeelden van discriminatie die, ondanks de grondwet, dagelijks voorkomen. We zullen u eerst meenemen in onze dagelijkse praktijk, zodat u zelf een beeld krijgt wat discriminatie volgens de wet inhoudt. Daarna laten we u graag aan het woord. Met het dialoogmodel in ons achterhoofd maken we er een interessante avond van.” Het bovenstaande is een beschrijving van de workshop zoals die op woensdagavond door diverse
14
mensen is gevolgd. Ondanks dat diverse mensen al een intensief programma achter de rug hadden met de mensen van NSWAS, waren de mensen blij deze workshop gevolgd te hebben. Het was een dynamische workshop waarbij je aan het denken werd gezet. Sommigen vonden het jammer dat het om 22.00 uur al afgelopen was.
15
Cases Nigeriaanse man krijgt geen woning
te zijn in de onderlinge verhoudingen. Art.1 NOG suggereert dat buurtbemiddeling wellicht een oplossing kan bieden. De Poolse familie ziet hier vanaf.
Een Nigeriaanse man is van mening dat een woningbouwvereniging hem een woning weigert vanwege zijn afkomst. Bij navraag blijkt dat de woningbouwvereniging heldere criteria hanteert voor het toewijzen van een woning. Eén daarvan is dat iemand economische binding moet hebben binnen de betreffende gemeente/ regio. De man voldoet niet aan dit criterium; discriminatie is in dit geval niet aan de orde. De man blijft van mening dat zijn afkomst de reden is waarom hij de woning niet krijgt.
‘Marokkanen zijn dieven!’ Een vrouw neemt contact op met Art.1 NOG en vertelt dat er in de klas van haar zoon discriminerende uitlatingen zijn gedaan, zoals: “Marokkanen zijn dieven. Ze stelen fietsen en auto’s. Je moet ze niet vertrouwen.” Art.1 luistert naar haar verhaal en vraagt of zij dit op school heeft aangekaart. Dit was nog niet het geval. De vrouw benadert alsnog de school. De school lost de situatie naar tevredenheid op.
Geen ‘zwarte’ voor deze baan Een Antilliaanse man krijgt bij een sollicitatie een afwijzing van een uitzendbureau. Onbedoeld ontvangt hij een e-mailwisseling tussen intercedenten, waarin staat dat men geen ‘zwarte’ mag bemiddelen voor de functie waarop de man heeft gesolliciteerd. De klachtbehandelaar van Art.1 NOG brengt de man in contact met een advocaat, die een civiele procedure start. Deze zaak is nog niet afgesloten.
Poolse vrouw gepest Een vrouw vertelt dat zij in de wijk waar ze woont wordt gepest, omdat zij uit Polen komt. Vaak krijgt zij te horen dat zij terug moet naar haar eigen land. Art.1 NOG neemt direct contact op met de wijkagent. Er speelt veel in de betreffende wijk. De wijkagent neemt contact op met de meldster en schakelt buurtbemiddeling in om de partijen met elkaar in gesprek te brengen.
Burenruzie Gevoel van discriminatie
Een Poolse familie is in conflict met de buren. De buren roepen dat ze maar terug moeten naar hun eigen land. Maar er blijkt meer aan de hand
Een man voelt zich gediscrimineerd. Beveiligingsmedewerkers ontzeggen hem
16
anders paste beter binnen het gevraagde profiel. Het bedrijf laat zien dat de samenstelling van zijn werknemers qua leeftijd divers is. Art.1 koppelt het verhaal van de werkgever aan de melder. Die is teleurgesteld, maar had de reactie van het bedrijf wel verwacht.
toegang tot een festivalterrein omdat hij een hond bij zich heeft. Vooral de manier waarop de beveiligingsmedewerkers met hem omgaan, geeft hem dat gevoel. Dit is echter geen wettelijke grond. Art.1 NOG adviseert hem gebruik te maken van de klachtenregeling van het beveiligingsbedrijf waar de medewerkers werkzaam zijn.
Discriminatie wegens afkomst Een melder is van mening dat hij wordt gediscrimineerd door de gemeente en het UWV. Zijn uitkering is stopgezet, terwijl hij ziek was. Hij kan geen feiten aandragen waaruit blijkt dat hij gediscrimineerd zou zijn. Het is een gevoel dat niet gebaseerd is op concrete gebeurtenissen. Door goed naar zijn verhaal te luisteren, blijkt dat hij ondersteuning nodig heeft van de Sociaal Raadslieden of maatschappelijk werk. Art.1 verwijst hem door naar MW IJsselstreek en SR IJsselstreek.
Leerling geweigerd vanwege ‘volwassen uitstraling’ Een leerling is op een school geweigerd vanwege zijn lengte en volwassen uitstraling. Art.1 NOG adviseert om een klacht in te dienen, en ondersteunt daarbij. Meldster neemt contact op met de onderwijsinspectie en een extern vertrouwenspersoon. Er is een gesprek met de school. De school vond het ten opzichte van medeleerlingen niet verantwoord om de jongen toe te laten vanwege zijn lengte en volwassen uitstraling. Uiteindelijk besluit de melder toch een andere school te kiezen voor de leerling. Art.1 brengt de school op de hoogte van deze melding en de registratie ervan. De voorlichter van Art.1 benadert de school voor gastlessen over ongelijke behandeling en discriminatie.
Buitengesloten in de buurt Een man voelt zich buitengesloten door buurtbewoners. Hij heeft een cafetaria en buurtgenoten vallen hem stelselmatig lastig. Hij denkt dat dit te maken heeft met zijn afkomst. Art.1 adviseert om contact op te nemen met buurtbemiddeling. De man geeft aan dat hij niet met de buurtbewoners in gesprek wil.
Leeftijdsdiscriminatie Een man solliciteert op een functie; hij past binnen het gevraagde profiel. Een paar weken later ontvangt hij een brief waarin staat dat hij is afgewezen voor de functie. De man heeft het vermoeden dat hij is afgewezen vanwege zijn leeftijd. Art.1 NOG legt contact met de betreffende organisatie. Volgens het bedrijf heeft leeftijd geen rol gespeeld bij de afwijzing. Iemand
17
Art.1 NOG binnen regionaal en landelijk verband Landelijke positie
politieregio’s gaan samenwerken in de regio Nederland Oost.
Om verschillende redenen is de landelijke vereniging tegen discriminatie Art.1 vanaf 2011 opgehouden te bestaan. De aangesloten antidiscriminatiebureaus hebben getracht samen tot een nieuwe vereniging te komen. Helaas is dit niet gelukt. De ruim 20 antidiscriminatievoorzieningen in Nederland zijn nu ondergebracht in de Samenwerkende Antidiscriminatiebureaus Nederland (SAN) of de Landelijke Branchevereniging van Antidiscriminatiebureaus (LBA). Beide koepelorganisaties streven naar het voorkomen en bestrijden van discriminatie via het dialoogmodel, waarbij de professionaliteit van de hulpverlener grote aandacht krijgt. Art.1 NOG is sinds medio 2011 aangesloten bij de SAN.
Door de goede en nauwe samenwerking met de politie en tussen de antidiscriminatiebureaus onderling, willen de vier antidiscriminatiebureaus kijken op welke schaal er samenwerking mogelijk is, en waar dit zou kunnen leiden tot efficiënter werken en kostenbesparingen. Dit ook gezien de gemeentelijke bezuinigingen waarin in de toekomst rekening gehouden moet worden.
Regionaal Discriminatie Overleg (RDO) Regelmatig is er overleg tussen politie, Openbaar Ministerie en Art.1 NOG over discriminatiezaken. Dit overleg heet het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO). In dit overleg wordt stilgestaan bij bijzondere zaken waarbij het strafrecht kan worden ingezet.
Herindeling politieregio en de gevolgen daarvan voor Art.1 NOG Het ministerie van Veiligheid en Justitie wil per 2012 een nieuwe indeling van de politieregio’s in Nederland. Op dit moment sluit Art.1 NOG aan bij de regio Noord en Oost Gelderland.
Daarnaast wordt er gekeken naar mogelijke trends in de regio en of daar voor de betrokkenen een rol is weggelegd om daarop preventief of reactief te reageren. De afgelopen twee jaren zijn daarbij vertegenwoordigers van de 22 gemeenten aanwezig geweest. Het OM heeft aangeven om vanaf juni 2011 te kiezen voor een andere manier van samenwerking. Het RDO blijft bestaan als regio-overleg om discriminatiezaken
In de politieregio Gelderland Midden werkt Art.1 Gelderland Midden en in de politieregio Gelderland Zuid werkt Ieder1gelijk. Daarnaast werkt Art.1 Overijssel voor de twee politieregio’s Twente en IJsselland, in Overijssel. De vijf
18
op casusniveau te bespreken. Daarnaast zal vanuit dit casusoverleg een analyse worden gemaakt waarbij er op provinciaal niveau kan worden gekeken naar de algemene trends en de mogelijkheden om gemeenten of andere spelers te betrekken bij het oplossen van zaken of preventief in te grijpen. De gemeenten hebben geen directe rol meer in het overleg tussen OM, politie en ADB. In 2012 zal het eerste strategisch provinciaal overleg plaatsvinden.
19
Bijlage: cijfers R e g io n a le d is c rim in atie c ijfe rs N o o rd O o s t G e ld e rla n d 20 1 1 to ta a l a a n ta l k la c h te n A alten
klach t v an in g ezeten e over vo orva l over vo orva l in d e in a ndere totaa l gem eente gem eente
klach t v an n ietin g ezeten e o v er v o o rv al in d e g em een te
to taal
2
0
2
1
3
A pe ld oorn
33
2
35
11
46
B erk ellan d
2
0
2
1
3
B ronck horst
4
0
4
1
5
B rum m en
0
1
1
1
2
D oetinchem
11
0
11
3
14
E lb urg
1
0
1
1
2
E pe
2
1
3
1
4
E rm elo
2
0
2
0
2
H arderw ijk
6
2
8
6
14
H attem
2
0
2
0
2
H eerde
1
0
1
0
1
Lochem
1
0
1
0
1
M ontferla nd
1
0
1
1
2
N unspe et
3
1
4
1
5
O ldebro ek
0
0
0
0
0
O ost G elre
0
0
0
2
2
O ude IJsselstreek
4
2
6
2
8
P utten
0
0
0
3
3
V oorst
1
0
1
1
2
W intersw ijk
2
0
2
0
2
Z utphe n
8
1
9
4
13
20
Grond
2010
Aard
2011
2010
2011
Arbeidscontract (fulltime/ parttime)
-
-
Bedreiging
2
Arbeidsduur
-
1
Brandstichting
1
-
Burgerlijke staat
2
-
Doelbekladding
2
1
19
15
Gewelddadige groepsconfrontatie
1
-
3
1
103
76
Geslacht Godsdienst
18
5
Mishandeling
9
7
Omstreden behandeling
22
21
Onbekend
1
-
8
12
Overig
1
2
21
8
Overige gewelddadige uitingen
1
1
1
Vernieling
1
-
57
52
173
139
Handicap/ Chronische ziekte Leeftijd Nationaliteit Niet wettelijke gronden Politieke overtuiging Ras
4 49
48
Seksuele gerichtheid
8
6
Uiterlijke kenmerken (niet wettelijk)
6
5
166
129
Totaal*
Vijandige bejegening Totaal*
* Het totale aantal in deze tabel kan afwijken van het totale aantal klachten. Een klacht kan namelijk over discriminatie in meerdere vormen (aard) gaan, waardoor er verschil ontstaat in het totaal aantal klachten.
* Het totale aantal in deze tabel kan afwijken van het totale aantal klachten. Een klacht kan namelijk over discriminatie op meerdere gronden gaan, waardoor er verschil ontstaat in het totaal aantal klachten.
Overzicht voorlichtingen Art.1 NOG 2011 Plaats
Maatschappelijk terrein Arbeidsmarkt
6
2010
17
7
51
B eek bergen
3
-
14
-
Apeldoorn
2011 51
Voortgezet onderwijs
Basisonderwijs
Buurt/Wijk
20
17
B ronck horst
Collectieve voorziening
19
13
B rum m en
6
-
Commerciële dienstverlening
13
11
E erbe ek
4
-
12
2
E rm elo
4
-
Huisvesting
5
6
E lb urg
14
4
Media en Reclame
8
1
E pe
10
4
12
6
G roenlo
4
-
Openbare ruimte
6
10
H arderw ijk
9
4
Overig
4
1
t H arde
Politie
2
1
H attem
2
-
Privésfeer
3
4
H eerde
10
6
Publieke en politieke opinie
3
1
N unspe et
2
-
Sport en recreatie
5
1
T w ello
-
4
Vreemdelingendienst/OM
-
1
W arnsveld
6
9
163
126
17
7
107
37
Horeca
Onderwijs
Totaal*
Z utphe n T o taal aan tal g ro ep en
* Het totale aantal in deze tabel kan afwijken van het totale aantal klachten. Een klacht kan namelijk over discriminatie op meerdere maatschappelijke terreinen gaan, waardoor er verschil ontstaat in het totaal aantal klachten.
21
-
Art.1 Noord Oost Gelderland Brinklaan 268 Postbus 884 7301 BC Apeldoorn T 0900 2 354 354 www.art1no-gelderland.nl
u en wij jv_art1-nog_04-2012