Voor nu en later Ondernemingsplan R&B Wonen 2014-2018
regionaal & betrokken
Ondernemingsplan 2014-2018
Voor nu en later Ondernemingsplan R&B Wonen 2014-2018
Ondernemingsplan 2014-2018
Inhoud
1. Inleiding
6
2. De wereld om ons heen
10
2.1 Terugblik voorgaand ondernemingsplan
11
2.2 Volkshuisvestelijke opgaven
11
2.3 De spelregels en de middelen
13
2.4 De beleidsmatige kaders in ons werkgebied
14
2.5 Een blik in de spiegel
20
2.6 Concluderend: belangrijkste opgaven
20
3. Onze missie, visie en kernwaarden
22
4. De volkshuisvestelijke kerndoelen
26
4.1 Aanvaardbare woonlasten
27
4.2 Wonen met zorg
29
4.3 Kwaliteit en duurzaamheid
32
4.4 Leefbare kernen
35
4.5 Positie van de klant
36
5. Over onze manier van werken
38
5.1 Bewoners betrekken
39
5.2 Invloed voor belanghouders
39
5.3 De organisatie
41
6. Essentiële randvoorwaarden
46
6.1 Financiële randvoorwaarden
47
6.2 Risicomanagement
50
6.3 Verankering
51
7. Tot slot
52
Bijlage 1: Overzicht van belanghouders
57
Bijlage 2: Overzicht van strategische doelen
58
Bijlage 3: Uitleg van gebruikte afkortingen en vaktermen
59
Bijlage 4: Overzicht van de tien belangrijkste risico’s
61
Bijlage 5: Productieschema 2014 tot en met 2017
62
Ondernemingsplan 2014-2018
Ondernemingsplan 2014-2018
Borssele
4 1 6
Inleiding Ondernemingsplan 2014-2018
Inleiding
R&B Wonen is een woningcorporatie met ruim 4.400
Daarbij willen we ook meer gebruik maken van beschik‑
verhuureenheden in 22 kernen in de gemeenten Borsele
bare ICT‑voorzieningen.
en Reimerswaal. Die kernen variëren in omvang en karak‑ ter. Daardoor verschilt ook onze werkwijze per kern. We
Dit ondernemingsplan is richtinggevend voor ons huurbe‑
verhuren vooral woningen aan huishoudens met een inko‑
leid en het strategisch voorraadbeleid. Het is ook het
men tot € 34.000. De komende jaren hebben we in het
toetsingskader voor vragen die op ons af komen. We zul‑
bijzonder oog voor wonen met zorg. We willen dat de in‑
len jaarlijks in ons jaarverslag aangeven of we op koers
breng van onze bewoners groter wordt. Om onze missie in
liggen.
de komende jaren te verwezenlijken, versterken we ons kostenbewustzijn. We willen nog slimmer werken, open
Koers in dialoog opgesteld
staan voor nieuwe ontwikkelingen en samenwerking met
De evaluatie van het ondernemingsplan 2010-2014, de
anderen.
visitatie in 2012 en een uitgebreide SWOT-analyse liggen aan de basis van dit nieuwe ondernemingsplan. De
De maatschappij om ons heen beweegt. De woonwensen
SWOT-analyse omvat een verkenning van de omgeving en
zijn anders dan vijf jaar geleden. Ook het speelveld veran‑
een reflectie op het eigen functioneren. Die analyse is ge‑
dert. Onze financiële middelen worden schaarser. Daar‑
deeld met de ondernemingsraad (OR) en met de Raad van
door krijgen we minder ruimte om onze doelen te
Commissarissen (RvC). In overleg met alle medewerkers
realiseren. Deze veranderingen, die uitgebreider worden
formuleerden we onze doelen en bespraken we wat dit
toegelicht in hoofdstuk 2, vragen om een herbezinning op
vraagt van de organisatie. De meeste aandacht ging
onze strategie. We hebben deze bewegingen in de dialo‑
daarbij uit naar de relatie met onze huurders.
gen met onze belanghouders en met alle medewerkers van R&B Wonen vormgegeven. Dit ondernemingsplan toont
De diagnose en het conceptaanbod toetsten we bij onze
onze strategie en de doelen voor de komende vier jaar. De
belanghouders. Omdat zij zich herkennen in de diagnose
belangrijkste verschillen met het voorgaande onderne‑
heeft dat niet geleid tot koerswijzigingen, maar wel tot
mingsplan zijn de toegenomen aandacht voor betaalbaar‑
aanpassing op onderdelen. Het managementteam ver‑
heid en de toevoeging van een kerndoel “wonen met
taalde de voornemens in heldere doelen, zowel voor het
zorg”. In plaats van uitbreiding (bouwen voor de krimp)
volkshuisvestelijke aspect als voor de organisatie. Een
kiezen we nu voor transformatie (slopen en vervangend
aantal medewerkers heeft het concept van het onderne‑
nieuw bouwen). Onze organisatie passen we aan, want we
mingsplan becommentarieerd. Ook is het concept voorge‑
schuiven op van klantgericht naar klantgestuurd werken.
legd aan onze ondernemingsraad, het Woonplatform en de HVRB (de HuurdersVereniging Reimerswaal en
Ondernemingsplan 2014-2018
7
Inleiding
Borsele). In hoofdstuk 7 staan hun reacties op ons nieuwe
stukken 3 en 4 maken duidelijk waar wij de komende vier
ondernemingsplan.
jaar op aangesproken kunnen worden. Het vijfde hoofd‑ stuk geeft aan op welke manier we willen (samen)werken
Leeswijzer
om onze doelen te realiseren. Het gaat over de ontwikke‑
Na de inleiding in hoofdstuk 1 bevat hoofdstuk 2 onze
ling van onze organisatie, de banden met onze belanghou‑
diagnose: welke trends zien we op de woningmarkt, wat
ders en partners en de financiële randvoorwaarden die
verwachten belanghouders, welke veranderingen in het
ervoor moeten zorgen dat we een gezonde organisatie
speelveld zijn er gaande? Maar ook: waar zijn we sterk in
blijven.
en wat vergt, zeker gezien de veranderende omgeving, extra aandacht? Dit leidt tot een aantal opgaven voor de
In de bijlagen staat een overzicht van onze belanghou‑
komende periode.
ders, een resumé van onze strategische doelen, een uitleg van gebruikte afkortingen en vaktermen, een overzicht
Hoofdstuk 3 verwoordt onze missie en visie. Samen vor‑
van onze tien belangrijkste risico’s en ons productie‑
men die het kader voor de volkshuisvestelijke doelen (ons
schema voor de komende periode.
aanbod aan de samenleving) in hoofdstuk 4. De hoofd‑
8
Ondernemingsplan 2014-2018
Yerseke
Ondernemingsplan 2014-2018
Ellewoutsdijk
2 4 10
De wereld om ons heen Ondernemingsplan 2014-2018
De wereld om ons heen
2.1. Terugblik voorgaand ondernemingsplan
ons aanbod aan de samenleving waar te maken. We heb‑
In ons ondernemingsplan 2010-2014 “Kiezen voor Ker‑
ben fors geïnvesteerd in de kwaliteit en duurzaamheid
nen” kozen we voor een interactieve benadering. We de‑
van woningen en in de leefbaarheid van dorpen. Daarbij
den een aanbod aan de samenleving en vroegen onze
hebben we ook geïnvesteerd in maatschappelijk vastgoed.
belanghouders dat aanbod te aanvaarden. Gedurende de looptijd van het ondernemingsplan legden we regelmatig
2.2. Volkshuisvestelijke opgaven
verantwoording aan de belanghouders af. Overeenkom‑ stig de Governancecode Woningcorporaties lieten we ons
Afvlakken bevolkingsgroei Reimerswaal en
eind 2012 visiteren. De visitatiecommissie concludeerde
Borsele1
dat we over de gehele linie ruim voldoende tot goed scoren en trots mogen zijn op het resultaat. De commissie was vol lof over het proces van tot stand komen van het onder‑ nemingsplan en over de wijze waarop de belanghouders hierbij werden betrokken. Ten opzichte van de eerdere visitatie in 2008 was sprake van een duidelijke verbete‑ ring. Daarom hanteerden we bij de totstandkoming van dit ondernemingsplan dezelfde werkwijze. De visitatie‑ commissie deed de volgende aanbevelingen, die zijn ver‑
De provincie Zeeland heeft te maken met een negatieve
werkt in dit ondernemingsplan:
bevolkingsontwikkeling. De ontwikkeling in ons werkge‑
- s cherp blijven monitoren op de relatie tussen opgaven,
bied (de gemeenten Reimerswaal en Borsele) wijkt enigs‑
capaciteit en kwaliteit van de organisatie; - c ontinueren van de realistische kijk op doelstellingen en afspraken en dit beter formeel vastleggen; - a andacht voor de terugkoppeling aan de belanghou‑ ders; - v erkennen van de mogelijkheden om het Woonplatform te versterken; - b ehouden van de dynamiek binnen de organisatie.
zins af van deze trend. Het aantal huishoudens in ons werkgebied zal tot pakweg 2035 nog groeien. Daarna zal het zich stabiliseren tot licht afnemen. Elders in de pro‑ vincie is na 2025-2030 al een dalende tendens in het aan‑ tal huishoudens zichtbaar. Belangrijk is de constatering dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten en binnen gemeenten tussen kernen. Zo kennen we ook in ons werk‑ gebied kernen met een positieve en negatieve ontwikke‑ ling in aantal inwoners en huishoudens.
De afgelopen periode zijn we erin geslaagd om, ondanks de economische crisis en de stagnerende woningmarkt,
1 Bron: “Volkshuisvestelijke analyse” van Gerrichhauzen en Partners van 5 december 2012
Ondernemingsplan 2014-2018
11
De wereld om ons heen
Gemeenten erkennen deze trend en benadrukken de vari‑
den, stelt dat eisen aan de toegankelijkheid en de indeling
atie per kern. Tegelijkertijd zien ze kansen voor arbeids‑
van die woning, maar ook aan de organisatie van de zorg-
migranten, exclusieve woonmilieus en niches.
en dienstverlening. Innovatie, onder andere in de ICT, vergroten de mogelijkheden daartoe. Dit is in ons werkge‑
De gemeenten Borsele en Reimerswaal investeren in
bied extra van belang, omdat de inwoners over het alge‑
marketing van het wonen om dat het migratiesaldo verder
meen honkvast zijn en niet zo snel naar een (grotere) kern
daalt. R&B Wonen zorgt voor een gevarieerd woningaan‑
met meer voorzieningen verhuizen. Ook zullen niches ont‑
bod en relatief korte wachttijden.
staan door groepen ouderen of ouders van kinderen met een beperking die zelf zorg organiseren en daar een pas‑
Vergrijzing en gezinsverdunning zetten door
sende woongelegenheid bij zoeken.
Stagnatie inkomensontwikkeling Waar tot voor kort de voorspellingen een afname van de doelgroep voor woningcorporaties lieten zien, is dat beeld gewijzigd. De inkomensgroei stagneert en de doelgroep is landelijk de afgelopen jaren gegroeid in omvang (tussen 2009 en 2012 met 5%). In de regio2 behoort ongeveer 36% van de huishoudens tot de primaire doelgroep (tot € 33.614) en 18% tot de secundaire doelgroep (tussen Van grote invloed zijn de veranderingen in samenstelling
€ 33.614 en € 43.000). Landelijk liggen deze percentages
van de bevolking. Het aandeel ouderen neemt toe en het
op 41% en 12%3.
aandeel jongeren en jonge gezinnen daalt licht. Samen‑ hangend daarmee neemt het aandeel alleenstaanden toe.
Als de economie weer gaat groeien, moeten we rekening
Dat is van grote betekenis voor de woningvraag. De vraag
houden met hooguit een stabilisatie van de omvang van de
naar reguliere eengezinswoningen zal teruglopen. De dy‑
doelgroep. In een negatiever scenario zal de omvang van
namiek zal verder afnemen. Senioren gaan minder vaak
de doelgroep toenemen. Deze trendbreuk heeft gevolgen
verhuizen en als zij verhuizen gaat de vraag vooral uit
voor de vraag naar sociale huurwoningen. Niet iedereen
naar woningen die geschikt zijn om in te blijven wonen als
zal bij inkomensdaling direct verhuizen, maar op termijn
de mobiliteit afneemt en de vraag naar zorg ontstaat. Deze trend wordt versterkt door de extramuralisering. Als mensen in hun woning blijven wonen als ze ouder wor‑
2 Bestaande uit Borsele, Kapelle, Goes, Noord-Beveland en Rei‑ merswaal 3 Bron: WoON 2012
12
Ondernemingsplan 2014-2018
De wereld om ons heen
zal er zichtbaar een verschuiving plaatsvinden van een
veranderende doelgroepen daarna. Onze woningen staan
koop- naar een sociale huurwoning.
er immers minstens vijftig jaar. Een groei van ons wo‑ ningbezit zien we niet. De stagnatie van de bevolkingsont‑
Bij het ter perse gaan van dit ondernemingsplan werd
wikkeling maakt dat risicovol. Een afname ligt de
overigens duidelijk dat er een Kamermeerderheid is voor
komende beleidsperiode echter ook niet voor de hand: de
een verhoging van de inkomensgrens voor sociale huur
woningmarkt stagneert en de inkomens ontwikkelen zich
van € 34.000,- naar € 38.000,- voor de komende vijf jaar.
niet positief. De groep die is aangewezen op een sociale huurwoning wordt voorlopig nog niet kleiner. De druk op
Beperkte dynamiek op de woningmarkt
de sociale huurvoorraad zal de komende beleidsperiode in
De woningmarkt laat een afnemende dynamiek zien. De
ons werkgebied naar verwachting stabiliseren of nog wat
nieuwbouw is teruggelopen. Mensen aarzelen om over te
toenemen.
gaan tot koop. De financieringsmogelijkheden zijn be‑ perkt en we verwachten dat de waardestijging niet meer
2.3. De spelregels en de middelen
zo zal zijn als vroeger. Veel huishoudens die recent een woning kochten hebben te kampen met een onderwaarde.
Beperken financiële ruimte Waar we in 2.1 constateerden dat huishoudens minder te
Dit alles leidt tot een langere woonduur in de sociale huur‑
besteden hebben aan wonen, geldt dat ook voor de corpo‑
voorraad. De kansen van nieuwe toetreders en van men‑
raties. De verhuurderheffing en de saneringsheffing be‑
sen die een andere huurwoning zoeken nemen af. Deze
perken
ontwikkelingen leiden tot de volgende uitdaging: de wo‑
beleidsperiode verwachten we de geplande opgave te rea‑
ningmarkt wordt meer een vragersmarkt. De consumen‑
liseren. We gaan minder onrendabel bouwen, passen in‑
ten hebben weer wat te kiezen en aanbieders (zoals wij)
novaties toe, besparen op de algemene kosten en kijken
worden gedwongen die consument beter te kennen. Maat‑
kritisch naar de relatie tussen betaalbaarheid en kwali‑
werk en consumentgericht (her)ontwikkelen worden
teit. Bovendien hebben we in de afgelopen periode voor‑
steeds belangrijker.
zieningen getroffen voor plannen die al wel zijn
onze
investeringscapaciteit.
De
komende
voorbereid, maar pas in de komende periode tot uitvoe‑
Concluderend
ring worden gebracht.
We staan voor de opgave om ons woningbezit aan te pas‑ sen aan de veranderende wensen van de groeiende groep
De nieuwe Woningwet formuleert de belangrijkste spelre‑
ouderen. Dit moet echter zodanig, dat na de vergrijzings‑
gels voor woningcorporaties. Het werkdomein wordt
golf de woningen ook geschikt (te maken) zijn voor de
enigszins ingeperkt. Woningcorporaties mogen alleen
Ondernemingsplan 2014-2018
13
De wereld om ons heen
nog niet-DAEB-activiteiten ondernemen als de gemeente
Voor ons vergt dit, ook in de ogen van de beide gemeen‑
daarom vraagt en als daarvoor geen commerciële par‑
ten, geen grote verandering. De afgelopen jaren hebben
tijen te vinden zijn.
we al op deze manier met de gemeenten Borsele en Rei‑ merswaal samengewerkt. De veranderingen in wet- en
Grotere impact hebben de spelregels voor het huurbeleid
regelgeving nopen vooralsnog niet tot verandering daarin.
in combinatie met de verhuurderheffing. De mogelijkhe‑
De gemeenten hebben in de gesprekken over dit onderne‑
den voor huurverhoging worden verruimd om de huren
mingsplan aangegeven de goede samenwerking te willen
meer marktconform te krijgen. Omdat onze minister het
continueren en nieuwe prestatieafspraken te willen ma‑
zogenoemde scheefwonen wil tegengaan, krijgen huur‑
ken. Zij waarderen daarin bijzonder de brede insteek van
ders in hogere inkomenscategorieën te maken met hogere
R&B Wonen. We kijken naar het woonklimaat en zijn
huurverhogingen. We mogen daarbij onze eigen afwegin‑
bereid te investeren in leefbaarheid. We zijn daarbij hel‑
gen maken die passen bij de lokale opgaven. De gefaseerd
der in de keuzen die we maken.
oplopende verhuurderheffing beperkt onze eigen afwe‑ gingsruimte aanzienlijk.
2.4. De beleidsmatige kaders in ons
De betaalbaarheid voor onze huurders en mogelijke
Ter voorbereiding op dit ondernemingsplan voerden we
vraaguitval zijn voor ons belangrijke aandachtspunten.
gesprekken met diverse partijen waarmee we samenwer‑
We hebben betaalbaarheid hoog op onze prioriteitenlijst
ken. We vroegen welke opgaven zij in ons werkgebied zien
staan. Daarom zullen we de komende periode scherpere
ontstaan en wat ze daarbij van ons verwachten. Hierna
keuzen moeten maken.
staan de uitkomsten van de gesprekken en bijeenkomsten
werkgebied
met belanghouders en professionele partners. Deze infor‑
Relatie met de gemeente verstevigd
matie is gebruikt voor het benoemen van onze strategi‑
Het regeerakkoord Rutte II spreekt van een sterkere po‑
sche opgaven in de komende vier jaar.
sitie van de gemeenten ten opzichte van de woningcorpo‑ raties. In de uitwerking komt dit neer op een versterking
De Gemeente Borsele formuleert als speerpunt de zorg
van de samenwerking. Corporaties moeten naar redelijk‑
voor een goed leefklimaat in de dorpen, met een goed
heid bijdragen aan het gemeentelijke woonbeleid, zich
basisvoorzieningenniveau, een goede ruimtelijke kwaliteit
daarover verantwoorden en ruim van te voren een meer‑
en het stimuleren van duurzame woningverbetering.
jarenoverzicht tonen waaruit de voornemens blijken. Dit
Naast het inspelen op vergrijzing heeft de gemeente oog
vormt de basis voor het gesprek met de gemeenten.
voor een blijvend aantrekkelijk woonklimaat voor jonge‑ ren en gezinnen. De gemeente vraagt nadrukkelijk
14
Ondernemingsplan 2014-2018
’s-Gravenpolder
Ondernemingsplan 2014-2018
15
De wereld om ons heen
aandacht voor thema’s als levensloopbestendige wonin‑
omvang en kwaliteit van de bouwopgave en de manier
gen en duurzaamheid. Op die terreinen legt de gemeente
waarop prioriteiten moeten worden gesteld. De provincie
de lat hoog. De vergrijzing vraagt om afstemming van het
vindt dat corporaties ook een taak hebben in het bedienen
woonaanbod met voorzieningen en het mogelijk maken
van de (lagere) middeninkomens. Ze verwacht immers
van mantelzorg-woonsituaties.
dat commerciële beleggers niet geïnteresseerd zijn om te investeren in dit segment in Zeeland.
De Gemeente Reimerswaal legt het accent op kwali‑ teitsverbetering van bestaande woongebieden. Er is
Collega-corporaties zien een ontwikkeling waarbij
ruimte voor het inspelen op de lokale woningbehoefte,
huurders met een groeiende zorgbehoefte langer in hun
eerst via inbreiding, dan pas via uitbreiding. De gemeente
(huur)woning blijven wonen. Alle collega’s staan open
gaat uit van stabilisatie tot bescheiden groei van het aan‑
voor samenwerking als een (noodzakelijk) middel om be‑
tal inwoners van de gemeente, maar tussen de afzonder‑
drijfslasten te verlagen, het serviceniveau voor de klanten
lijke kernen verschillen die uitkomsten aanzienlijk.
te verhogen of de volkshuisvestelijke opgave (beter) op
Bijzondere aandacht krijgen eenpersoonshuishoudens,
elkaar te laten aansluiten. Afhankelijk van het ambitie- en
starters, ouderen en nieuwe Zeeuwse (permanente) ar‑
ontwikkelingsniveau varieert de gewenste samenwerking
beidsmigranten. Reimerswaal redeneert vanuit leefbare
van relatief vrijblijvend op thema’s als inkoop en ICT tot
kernen, met behoud van het dorpse karakter, een basisni‑
structureel op HRM-gebied en intensief op gedeelde kern‑
veau van voorzieningen en duurzame levensloopbesten‑
waarden. Fusies worden niet voorzien, maar ook niet na‑
dige woningen. Uitbreiding en kwaliteitsverbetering
drukkelijk uitgesloten.
vragen nadrukkelijk om maatwerk per kern. Met zorgpartijen zien collega’s winst in het uitwisselen De provincie Zeeland staat voor een goed functione‑
van informatie en samenwerking bij het aangaan van
rende woningmarkt met voldoende toekomstbestendige
zorgarrangementen voor cliënten van woningcorporaties
woningen. In haar woonvisie en omgevingsvisie staan
met een beperkte zorgvraag.
speerpunten waarvan de provincie vindt dat ze extra aan‑
16
dacht verdienen. Betaalbaarheid en vergrijzing behoren
Onze partners in zorg en welzijn zien een (grote) vraag
daar ook toe. Binnen de regio’s worden afspraken ge‑
ontstaan naar drempelloze woningen, waar flexibel voor‑
maakt over de invulling van de woonopgaven. Zo werken
zieningen kunnen worden aangebracht. Ze pleiten voor
de gemeenten in de regio Bevelanden aan nieuwe af‑
innovaties en willen daar graag bij betrokken zijn. Vooral
spraken, die kaderstellend zijn voor onze prestatieafspra‑
domotica zien zij als een meerwaarde. Daarbij maken
ken met de gemeenten. Deze afspraken gaan over de
zij de kanttekening dat er specifieke doelgroepen zijn
Ondernemingsplan 2014-2018
De wereld om ons heen
waarbij het gebruik van domotica niet vanzelfsprekend is.
betrokkenheid. Dat blijkt uit het feit dat men graag in‑
Afhankelijk van het aantal voorzieningen dat nodig is bij
spraak wenst bij onderhoud, nieuwbouw en renovatie. In
een woning, mag de huurprijs variëren. Het wordt moeilij‑
dat kader roemt de HVRB onze aanpak in het project “de
ker om intensieve zorg te verlenen in dorpen met weinig of
Witte Molen” in Rilland. We moeten dan wel duidelijk
geen voorzieningen. Daarom is het logisch voor dit type
zijn over de randvoorwaarden en over de kosten van de
zorg, maar ook voor de bijzondere doelgroepen, te kiezen
opties waaruit de huurders kunnen kiezen. Naast betrok‑
voor de grote(re) kernen. De binding met kleinere kernen
kenheid speelt betaalbaarheid dus een belangrijke rol. Om
moet echter niet uit het oog worden verloren. Hier kan
woningen betaalbaar te houden, mogen ze minder luxe
gedacht worden aan het realiseren van woningen die ge‑
uitgevoerd worden. De woningen moeten echter wel ge‑
schikt zijn om zorg te leveren. Voor de lichtere (thuis)
schikt gemaakt (kunnen) worden voor mensen met een
zorg is sprake van een concurrerende markt. Alle partijen
zorgvraag, vooral als straks die personen meer op corpo‑
staan open voor het sluiten van zorgarrangementen voor
raties zijn aangewezen. Ook de ontwikkeling van nultre‑
huurders met een zorgzwaartepakket 1 tot en met (deels)
denwoningen draagt hieraan bij. De betaalbaarheid kan
4. Overigens vinden de zorgpartijen dat de verantwoorde‑
voorts worden bereikt door oog te houden op de uitgaven,
lijkheid voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke
bijvoorbeeld op gebied van leefbaarheid. De primaire
Ondersteuning bij de gemeente ligt. Zij vinden dat zorgin‑
taak daarvoor ligt bij de gemeente. We mogen wel in leef‑
stellingen en woningcorporaties geen rol hebben bij het
baarheid investeren, maar dan in lijn met de huidige prak‑
(mede)financieren van WMO-voorzieningen.
tijk goed doordacht. Voorts bevelen ze aan om meerdere contactvormen aan te bieden, bijvoorbeeld via internet.
Voor het Woonplatform is leefbaarheid een belangrijk
Zij tekenen daarbij aan dat het persoonlijk contact met
onderwerp. Wij mogen daarin blijven investeren, maar
(vooral de oudere) bewoners, aan de balie of bij de huur‑
alleen als het past binnen ons maatschappelijke doel.
der thuis, niet uit het oog verloren mag worden.
Leefbaarheid is in beginsel een taak voor de bewoners zelf. Daarbij speelt de bevolkingssamenstelling echter ook
Rode draden samengevat
een rol. Om tot een goede mix van personen te komen, is
Tegen de achtergrond van de strategische thema’s in dit
het vooral onze taak om te zorgen voor huisvesting van
ondernemingsplan ontstaat op basis van de gesprekken
(lagere) middeninkomens en zorgbehoevenden in de ker‑
en discussies met onze stakeholders het volgende beeld:
nen.
Betaalbaarheid Uit de gesprekken met de HVRB en met onze niet geor-
De belanghouders hebben er begrip voor dat we, ondanks
ganiseerde huurders blijkt een hoge mate van
gemiddeld hogere huurprijzen, zoeken naar een goede
Ondernemingsplan 2014-2018
17
18
Ondernemingsplan 2014-2018
De wereld om ons heen
basiskwaliteit van onze woningen en dat dit ten koste gaat
Leefbaarheid
van de extra’s (het hangtoilet; extra tegelwerk etc.) die
Onder leefbaarheid verstaan we vooral de sociale cohesie,
tot voor kort vanzelfsprekend waren. Uitgangspunt moet
veiligheid en uitstraling van de woonomgeving. Er zijn
zijn een goede basiswoning die voldoet aan de eisen van
meerdere spelers actief op dit gebied. De belanghouders
deze tijd. Er is begrip voor dat wij bij de betaalbaarheid
geven aan dat de primaire verantwoordelijkheid bij de be‑
van woningen vooral kijken naar woonlasten (huur en
woners zelf ligt. Daarnaast vinden zij dat de gemeenten
energie) en niet alleen naar huurlasten.
hierin de belangrijkste rol spelen. We hoeven ons echter
Ook is er breed draagvlak voor het bieden van woningen
niet terug te trekken. Onze werkwijze van de afgelopen
voor middeninkomens, vooral wegens het falen van de
vier jaar met de Kernenfondsen4 en de inzet van een be‑
markt in ons werkgebied. Men ziet het als vanzelfspre‑
scheiden leefbaarheidbudget kan de komende jaren wor‑
kend dat we duurzaamheid hoog in ons vaandel hebben
den voortgezet.
staan en dat we de kosten zoveel mogelijk proberen te beheersen.
Klantbenadering De ervaringen die in de afgelopen periode zijn opgedaan
Wonen met Zorg
met de huurdersparticipatie worden door de belanghou‑
Alle belanghouders zien bij het scheiden van wonen en
ders gewaardeerd en er bestaat veel draagvlak voor het
zorg een rol voor ons weggelegd. Woonzorgzones ont‑
breder inzetten van deze werkwijze. Die participatie kan
staan vooral in de grotere kernen. Onze vaste zorgpart‑
nog worden uitgebreid, bijvoorbeeld door (toekomstige)
ners verzorgen dan veelal ook de lichtere zorg. In de
bewoners bij nieuwbouwplannen te betrekken.
kleinere kernen ligt de markt vooral open voor andere aanbieders, zoals thuiszorgorganisaties. Zorgbehoeven‑
De klantbenadering oogst waardering en kritiek. We wor‑
den willen zelf ook langer in de eigen woning en woonom‑
den gezien als een klantvriendelijke organisatie die oog
geving blijven. Als die woning niet geschikt is, kunnen
heeft voor haar huurders. Een belangrijk kritiekpunt be‑
levensloopbestendige woningen en mantelzorgwoningen
treft de afhandeling van klantvragen. Voor klanten is het
in de diverse kernen een uitkomst bieden. Er is behoefte
soms onduidelijk bij wie ze moeten zijn. Een vast aan‑
aan drempelloze woningen, waarin flexibel voorzieningen
spreekpunt voor alle vragen van de huurders wordt als
aangebracht kunnen worden en zorgarrangementen kun‑
een welkome verbetering gezien. De balie moet in ieder
nen worden geboden. De vraag naar dergelijke woningen
geval deels open blijven, maar door het invoeren van het
zal op termijn ook weer afnemen. Daarom moeten zulke
click-call-face-principe benutten we de mogelijkheden
woningen in de toekomst om te bouwen zijn voor andere doelgroepen. 4 Voorheen aangeduid met 1%-fonds.
Ondernemingsplan 2014-2018
19
De wereld om ons heen
van internet beter en nemen de telefonische meldingen en
is goed. We sturen op vertrouwen en hebben een degelijke
de bezoeken aan de balie af.
planning- en controlcyclus en een solide financieel beleid.
Samenwerking en innovatie
We werken gericht samen met andere partijen om innova‑
Onze belanghouders vragen om ook naar andere manie‑
ties te realiseren en het aanbod voor de huurders te ver‑
ren van werken te kijken. Dat betekent enerzijds meer de
beteren. Financieel staan we er nog goed voor. Het wordt
samenwerking opzoeken met partijen, zowel met woning‑
een uitdaging om deze sterke punten te behouden als de
corporaties als met zorgpartijen, en anderzijds de moge‑
investeringscapaciteit afneemt.
lijkheden onderzoeken om te innoveren. In gezamenlijkheid kunnen problemen beter worden aangepakt en synergie‑
Tegelijkertijd zien we dat de kennis van de klant en de
voordelen worden behaald. Belanghouders staan ook
woningmarkt nog te beperkt is. Onze huurders zijn posi‑
open voor innovaties. Dat wil niet zeggen dat we overal
tief over onze prestaties. Dat wordt ook bevestigd door de
initiatiefnemer in moeten zijn. Ook het toepassen van el‑
continue metingen van het KWH (Kwaliteitscentrum Wo‑
ders ontwikkelde innovaties wordt aanbevolen.
ningcorporaties Huursector). Toch zien we verbetermo‑ gelijkheden bij onze wijze van communiceren. In de
2.5. Een blik in de spiegel
verkennende ronde, maar ook in de gesprekken met me‑
Onze startpositie om de nieuwe uitdagingen aan te kun‑
dewerkers, bleek duidelijk dat onze klanten soms het ge‑
nen is goed. We hebben een kwalitatief goed woningbezit,
voel hebben in de organisatie te verdwalen. Hierdoor
verdeeld over onze 22 kernen. De verhouding tussen de
blijven vragen onbeantwoord en voelen klanten zich niet
prijs en de kwaliteit van ons woningbezit is goed en de
altijd serieus behandeld.
wachttijden zijn relatief kort. We hebben geëxperimen‑
20
teerd met innovaties, bijvoorbeeld op het gebied van
We vinden dat we met (te) smalle functies werken waar‑
duurzaamheidsmaatsregelen, toepassing van biobased
door de slagkracht van de organisatie soms te kort schiet.
technologieën, alternatieve woonvormen en met nieuwe
Dit ondanks de positieve ontwikkelingen in de laatste ja‑
manieren van samenwerken met huurders. Dit is hard no‑
ren. De veranderingen in de woningmarkt en de overige
dig in een tijd dat we met minder middelen nieuwe kwali‑
externe ontwikkelingen dwingen ons deze uitdaging op te
teiten (flexibiliteit, zorggeschiktheid) moeten realiseren.
pakken.
Onze organisatie is uitgegroeid tot een compacte maar
2.6. Concluderend: belangrijkste opgaven
degelijke en complete organisatie met enthousiaste en
Op basis van de SWOT analyse zetten we voor de ko‑
vakbekwame medewerkers. De onderlinge samenwerking
mende beleidsperiode de volgende opgaven centraal:
Ondernemingsplan 2014-2018
De wereld om ons heen
- Focus op klant en maatschappij;
vorm en hen intensiever betrekken bij de ontwikkeling van
- B eheren, consolideren en transformeren van bestaand
onze plannen.
bezit; - Samenwerken met vertrouwen;
De complexiteit neemt toe door veranderingen in be‑
- Samenwerken vanuit eigen kracht.
staande woongebieden, combinaties met zorg, invloed voor de klant en behoud van betaalbare kwaliteit. Som‑
Het ondernemingsplan 2010-2014 stelde de ontwikkeling
mige zaken kunnen misschien opgelost worden in samen‑
van een aanbod gestuurde naar een vraag gestuurde or‑
werking met collega-corporaties of andere partners. We
ganisatie centraal. Daarvoor is inmiddels een basis ge‑
zorgen voor een compacte, maar bij de omvang van onze
legd, maar hierin is nog een flinke slag te maken. De
opgave passende complete en professionele organisatie.
urgentie wordt versterkt door de ontwikkelingen in ons
We leggen verbanden met derden om innovatie kracht bij
werkgebied. De bevolkingsgroei vlakt af, de vergrijzing
te zetten en aanvullende producten en diensten (zoals
zet onverminderd door en de koopkrachtontwikkeling
zorg) voor onze klant te realiseren.
stagneert. Daardoor verwachten we voorlopig geen af‑ name van de doelgroep. De extramuralisering van de zorg
De komende hoofdstukken van dit ondernemingsplan ge‑
leidt tot nieuwe opgaven en wellicht tot nieuwe doelgroe‑
ven aan wat we willen bereiken en welke strategie we
pen. We beschouwen de (permanente) arbeidsmigranten
daarvoor gaan volgen.
niet als aparte doelgroep, maar als reguliere afnemers van onze huurwoningen. Grote uitbreidingsopgaven zijn er niet meer in ons werk‑ gebied. Waar we in de afgelopen jaren nog hebben ge‑ bouwd, staat de komende periode veel meer in het teken van beheren en transformeren van het bestaande woning‑ bezit. De ontwikkelingen op de woningmarkt stellen eisen aan onze informatievoorziening, aan onze manier van werken en van samenwerken. We willen klant- en marktinforma‑ tie beter benutten, de klant meer laten kiezen in contact‑
Ondernemingsplan 2014-2018
21
Hansweert
3 4 22
Onze missie, visie en kernwaarden Ondernemingsplan 2014-2018
Onze missie, visie en kernwaarden
Dit hoofdstuk verwoordt onze missie, visie en kernwaar‑
We zien het belang van een goede sociale huursector
den, als kader voor de kerndoelen en strategie die in het
waar mensen met een laag inkomen goed kunnen wonen,
volgende hoofdstuk zijn uitgewerkt.
ook als sprake is van een zorgvraag. Gezien de ontwikke‑ lingen in het werkgebied is uitbreiding van de sociale
R&B Wonen: voor nu en later
huursector niet nodig. De wachttijden zijn acceptabel, want de meeste mensen vinden binnen een jaar (en vaak
R&B Wonen is een maatschappelijk woonbedrijf met de
sneller) een geschikte woning. Alleen voor specifieke wen‑
nadruk op het verhuren van passende woningen aan de
sen moeten gegadigden wat langer wachten. Gezien de
(primaire en secundaire) doelgroep. We hebben extra
afgenomen koopkracht en de aard van ons werkgebied is
aandacht voor mensen met een noodgedwongen bijzon-
een beperking van ons woningbezit voorlopig ook nog niet
dere woonbehoefte. Samen met bewoners en partners
aan de orde. Dat betekent dat we, met inachtneming van
werken we voor nu en later aan leefbare kernen.
de uitgangspunten zoals die zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4.1, onze huren gematigd houden en dat we innovatief zijn
Visie
om betaalbare kwaliteit te leveren. Onder gematigde
Vanuit bovenstaande missie is onze visie voor de komende
huren verstaan we een gemiddelde van 75% van de maxi‑
periode als volgt:
maal redelijke huur. We investeren gericht in duurzaam‑
1. We zijn een woonbedrijf met de nadruk op het verhu‑
heid waar kansen liggen om de woonlasten te beperken.
ren van woningen aan de primaire en secundaire doel‑
We vinden het belangrijk om ook voor de lage middenin
groep. We zien duurzaamheid als een middel voor het
komens aanbod te hebben. Dit is een groep met een rede‑
optimaliseren van woonlasten.
lijk kwetsbare positie op de woningmarkt. Aanbod in dit
2. We staan ook voor wonen met zorg.
segment is nodig om dynamiek in de sociale huurvoorraad
3. We zijn medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid
te houden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan doorstroming
van onze kernen. 4. Onze huurders krijgen invloed op de dienstverlening en
als het inkomen toeneemt. We benutten daarvoor de mo‑ gelijkheden die de wetgeving ons biedt.
de woonsituatie. 5. We zijn flexibel en robuust.
Binnen de doelgroep is sprake van een grote diversiteit
6. We presteren naar vermogen.
aan wensen en mogelijkheden die te maken heeft met in‑
7. We zijn professioneel en innovatief.
komen, samenstelling van de huishoudens en zorgbe‑ hoefte. We willen een variatie aan huisvesting aanbieden en daarom de komende jaren nog meer inzicht verwerven in de vraag. We benutten daarvoor de ogen en oren van
Ondernemingsplan 2014-2018
23
Onze missie, visie en kernwaarden
onze medewerkers en zetten nieuwe media in. Ook geven
financiële rendement mag zijn. Uitgangspunt is het be‑
we de klant meer invloed om de eigen woonsituatie mede
houden van een gezonde financiële positie. Bij het priori‑
vorm te geven.
teren van de gewenste maatschappelijke effecten laten we ons leiden door dit ondernemingsplan. Het accent ligt
Onze ervaringen in de afgelopen periode willen we in onze
op betaalbaarheid en vervolgens op de geschiktheid voor
reguliere werkwijzen verankeren. Vanzelfsprekend bin‑
zorgbehoevenden. Per kerndoel benoemen we kritische
nen kaders: betaalbaarheid staat immers voorop.
succesfactoren en prestatie-indicatoren om het realise‑ ren van onze doelen te monitoren. Investeringen in woon‑
We zijn een plattelandscorporatie met bezit in 22 kernen
omgeving, maatschappelijk vastgoed en in buurt- en
met elk een eigen karakter. Onze inzet verschilt per kern,
wijkgericht werken gebeuren vanuit het principe van we‑
samenhangend met de kenmerken van en de verwachte
derkerigheid en proportionaliteit met de gemeenten en
ontwikkelingen in iedere kern. De bestaande structuur, de
maatschappelijke partners.
vraag van de klant, onze kennis van de markt en de visie van de gemeenten zijn daarbij leidend.
Ons werkgebied bestaat uit Reimerswaal en Borsele. Daar ligt onze primaire focus. We sluiten activiteiten bui‑
24
Bij onze keuzen kijken we niet alleen naar het financiële,
ten deze gemeenten niet uit, maar zullen dat slechts doen
maar nadrukkelijk ook naar het maatschappelijke effect.
als daar aantoonbaar behoefte aan is en het aansluit bij
Hoe gunstiger het maatschappelijke effect, hoe lager het
de inzet van onze collega’s ter plekke.
Ondernemingsplan 2014-2018
Onze missie, visie en kernwaarden
Kernwaarden (onze stijl) Passend bij de visie geven de volgende kernwaarden stu‑ ring aan ons denken en handelen. We zijn: - sociaal betrokken; - met het gezicht naar klant en maatschappij; - betrouwbaar, transparant en integer; - ondernemend, kostenbewust en professioneel. We hanteren het principe: verbeter de wereld, begin bij jezelf. We zullen onze bijzondere aandacht voor onze klanten en de maatschappij verder versterken. We willen (nog) meer met het gezicht richting klant en maatschap‑ pij staan. In die zin willen we graag sociaal betrokken zijn en blijven. Begrippen als betrouwbaar, transparant en integer moeten geen loze kreten zijn, maar inhoud en betekenis hebben. Ook voelen wij de noodzaak om onder‑ nemend en professioneel te zijn. We willen het kostenbe‑ wustzijn binnen onze organisatie en bij onze ketenpartners verder vergroten. We zijn innovatief. Niet als doel op zich, maar vanuit de wetenschap dat innovatie nodig is om met beperkte mid‑ delen complexe opgaven aan te pakken. Het bevestigt bovendien ons imago van een aantrekkelijke werkgever. Op specifieke punten nemen we het voortouw. Waar mo‑ gelijk maken we gebruik van ervaringen die elders zijn opgedaan.
Ondernemingsplan 2014-2018
25
Heinkenszand
4 26 26
De volkshuisvestelijke kerndoelen Ondernemingsplan 2014-2018
De volkshuis vestelijke kerndoelen
Dit hoofdstuk beschrijft in een aantal kerndoelen ons
We vinden het belangrijk dat mensen met een bescheiden
aanbod aan de samenleving. De hoofdstukken 5 en 6 gaan
inkomen goed kunnen wonen en kunnen kiezen op de wo‑
in op de kerndoelen die te maken hebben met organisatie,
ningmarkt. Huisvesten van die doelgroep is immers onze
samenwerking en financiën. De kerndoelen samengevat:
kerntaak. We zorgen voor een betaalbare huurvoorraad van voldoende omvang, gevarieerd naar type, kwaliteit en
1. We zorgen voor voldoende woningen met aanvaardbare woonlasten voor de primaire (verzamelinko-
prijs. We gaan uit van consolidatie van de totale sociale huurvoorraad in de komende beleidsperiode.
men tot € 34.229) en secundaire doelgroep (van € 34.229 tot € 43.000). In die volgorde. 2. We zorgen voor adequate huisvesting van mensen met een (toekomstige) zorgvraag.
We maken daarover prestatieafspraken met de gemeen‑ ten. Voor een goede slaagkans is het nodig dat regelmatig woningen beschikbaar komen voor nieuwe verhuur.
3. Onze woningen hebben een goede basiskwaliteit en zijn duurzaam. 4. We nemen onze verantwoordelijkheid voor leefbare kernen. 5. We kennen onze klant en geven de klant een sterkere positie bij nieuwbouw en vernieuwing.
Belangrijk voor het verwezenlijken van dit kerndoel is het
huurprijsbeleid. De prijs van de woning is afhankelijk van de kwaliteit. De prijs baseren we op het woningwaarde‑ ringssysteem. De minister heeft aangekondigd dat sys‑ teem aan te passen door de WOZ-waarde van de woning mee te wegen in het bepalen van de maximale huur. De
4.1. Aanvaardbare woonlasten
ligging en marktwaarde van de woning, maar ook het voorzieningenniveau in de kern spelen dan een belangrij‑
Kerndoel 1:
kere rol. We streven naar een gemiddelde huurprijs van
We zorgen voor voldoende woningen met aanvaard-
75% van de totale maximale huur (nu is dat 66%). Bij
bare woonlasten voor de primaire (verzamelinkomen
het vaststellen van onze streefhuren houden we er reke‑
tot € 34.229) en secundaire doelgroep (van € 34.229
ning mee dat onze primaire doelgroep in aanmerking kan
tot € 43.000). In die volgorde.
blijven komen voor huurtoeslag. De secundaire doelgroep kan daar geen aanspraak op maken. Voor de hogere inko‑
We zien dat door de negatieve koopkrachtontwikkeling de
mens passen we, zolang de minister dat faciliteert, de in‑
doelgroep voor woningcorporaties de komende periode
komensafhankelijke huurverhoging toe.
zal toenemen. De grote verschillen in inkomens en de re‑ gels voor de huurtoeslag vragen om variatie in prijs en
We kiezen voor een woonlastenbenadering waarin we ook
kwaliteit.
de energielasten betrekken. Voor de huurder gaat het om
Ondernemingsplan 2014-2018
27
De volkshuis vestelijke kerndoelen
de combinatie: huur en energielasten. Dat bepaalt of een
op zoveel mogelijk kwaliteit, ook voor de doelgroep. Dat
woning betaalbaar is. We brengen het energieverbruik in
is in deze tijd niet meer haalbaar. We willen onze wonin‑
ons woningbezit in beeld om daar meer inzicht in te krijgen.
gen wel bereikbaar houden voor onze doelgroep. We wer‑ ken aan een sobere maar degelijke basis, met
Om betaalbaarheid te borgen en onrendabele investerin‑
keuzepakketten voor gegadigden die daar geld voor over
gen te reduceren, kijken we kritisch naar de kwaliteit. De
hebben. Door te innoveren in de (ver)bouw proberen we
afgelopen decennia is (in heel Nederland) sterk ingezet
kwaliteit betaalbaar te houden (zie 4.3).
Doel
KSF
PI
Norm
1.1 Voldoende bereikbare woningen voor de doelgroep
Voldoende sociale huurwoningen
Aantal woningen tot de huurtoeslaggrens
=> 95% van het totale woningbezit
Wonen
Voldoende woningen tot de kwaliteitskortingsgrens en tot de aftoppingsgrenzen
Te bepalen in het streefhuurbeleid
Streefhuurbeleid gereed januari 2014
Wonen
Een beperkt aanbod geliberaliseerde woningen voor de secundaire doelgroep
Aandeel woningen boven de huurtoeslaggrens
Maximaal wettelijke toegestane percentage
Wonen
1.2 Voldoende passende woningen beschikbaar
Voldoende vrijkomend aanbod voor woningzoekenden
Wachttijd / zoektijd
Gemiddeld maximaal 12 maanden
Wonen
De primaire doelgroep heeft prioriteit bij toewijzing van sociale huurwoningen
Aandeel toewijzingen aan de doelgroep
Ten minste 90% van de DAEB-woningen
Wonen
Zo min mogelijk belemmeringen in de spelregels voor onze woningzoekenden.
Slaagkans minima
=> 90% van de toewijzingen van DAEBwoningen
Wonen
Toewijzingsregels
Alle regels helder beargumenteerd
Wonen
Norm conform SVB-beleid dat begin 2014 wordt vastgesteld
Wonen
Tevredenheid na nieuwe verhuur
Uitslag enquêtes, minimaal eens per jaar, => 95% vanaf 2014
Wonen
Periodiek woningmarktonderzoek
In overleg met gemeenten en provincie (indien aansluiting bij WoON elke 3 jaar)
Wonen
Registratie en analyse woonruimteverdeelgegevens
Methode gereed op 1 augustus 2014
Wonen
Netto Huur/WOZ-waarde
Gevarieerd per kern, uit te werken in huurbeleid, gebruik makend van kernvisies
Wonen
% van maximaal redelijke huur, uitgaande van WWS met (extra) oog voor ligging en energiekwaliteit
Gemiddeld maximaal 75%
Wonen
Woningzoekenden vinden de woning passend Verhuurbaarheid
Inzicht in de vraag van (potentiële) woningzoekenden
28
eigenaar
1.3 Een goede prijs/kwaliteit verhouding
Onze woningen hebben een goede prijskwaliteitverhouding
Definiëren basiskwaliteit en keuzeopties
Gereed op 1 augustus 2014
Wonen
1.4 Gematigde woonlasten.
Woningzoekende heeft inzicht in de woonlasten van de beschikbare huurwoningen
Informatie over huur, servicekosten en (naar label gestandaardiseerde) energielasten
Informatie bij elke advertentie m.i.v. 1 augustus 2014
Wonen
We geven huurders inzicht in de mogelijkheden voor het verkrijgen van huurtoeslag
Bij nieuwe verhuur specifieke informatie
Iedere nieuwe huurder inlichten
Wonen
Periodiek info op website (algemene informatie)
Jaarlijks en bij wijzigingen
Wonen
Vroegtijdig signaleren van mogelijke betaalbaarheidsproblemen
Doorgeven signalen aan gemeente en participeren in maatschappelijk overleg
Deelname maatschappelijk overleg
Wonen
Beperken huurachterstanden
Niveau 2013 minstens consolideren
Wonen
Ondernemingsplan 2014-2018
4.2. Wonen met zorg
De volkshuis vestelijke kerndoelen
gevolgen voor de verantwoordelijkheden en risico’s van corporaties en zorginstellingen en vraagt om een nauwere
Kerndoel 2:
samenwerking.
We zorgen voor adequate huisvesting van mensen met een (toekomstige) zorgvraag.
Scheiden van wonen en zorg is op 1 januari 2013 ge‑ start voor de zorgzwaartepakketten VV 1 en VV 2
De vergrijzing en de extramuralisering leiden tot een gro‑
(sector verpleging en verzorging), GGZ 1 en GGZ 2
ter beroep op (sociale) huurwoningen waarin begeleiding
(geestelijke gezondheidszorg) en voor VG 1 en VG 2
of zorg geleverd kan worden . Die behoefte kan variëren
(verstandelijk gehandicaptenzorg). Per 2014 wordt
van een ‘gewone’ woning waar thuiszorg op afspraak be‑
ook ZZP VV 3 geëxtramuraliseerd voor nieuwe cliën‑
schikbaar is, via allerlei tussenvormen tot woningen
ten. Per 2015 worden ZZP VG 3 en GGZ 3 voor nieuwe
waarin 24-uurs zorg aanwezig is. Ook bij de laatste vorm
cliënten geëxtramuraliseerd. Volgens de plannen zal
gaan steeds meer huurders zelf de huur betalen. Dit heeft
vanaf 2016 sectorbreed sprake zijn van scheiden wonen
5
5 Bron: “Volkshuisvestelijke analyse” van Gerrichhauzen en
zorg voor nieuwe cliënten/herindicaties ZZP 4.
Partners van 5 december 2012
Doel
KSF
PI
Norm
eigenaar
4.1 Investeren in leefbaarheid als onderdeel van de samenleving en op basis van wederkerigheid
Betrokken gemeenten
Een prestatieafspraak per gemeente over de inzet, omvang en randvoorwaarden van het Kernenfonds
Nieuwe afspraak in 2014
Bestuurder
Goed proces van samenwerking met de gemeenten
Het proces wordt geagendeerd en geëvalueerd in bestuurlijk overleg
Tevredenheid over de werkwijze (volgens bestuurlijk overleg en uitkomsten volgende visitatie)
Bestuurder
Gedragen afspraken
Afspraken worden nagekomen
Bestuurder
4.2 Bevorderen van kwaliteit van wonen en woonomgeving samen met bewoners, gemeenten en andere partijen
Bewoners zijn betrokken bij wonen en woonomgeving
Herijken van de kernvisies samen met bewoners en andere partners
In 2014 voor alle kernen een kernvisie, herijken in 2015 en 2017
Wonen
Onze ervaringen uit succesvolle projecten met bewonersparticipatie zijn vertaald in een standaard plan van aanpak voor bewonersparticipatie
Plan van aanpak gereed eerste kwartaal 2014
Wonen
Meten tevredenheid bewoners bij projecten en vertalen van de lessen in verbetering plan van aanpak
Bij alle projecten die starten vanaf 2014
Wonen
Bewoners zijn tevreden met de werkwijze
Gemiddeld voldoende en maximaal 15% onvoldoende
Wonen
Meten tevredenheid inwoners wonen en woonomgeving
Eerste kwartaal 2014 methode gereed, vervolgens minstens één keer per jaar meten
Wonen
Score tevredenheid inwoners
Gemiddeld voldoende en maximaal 15% onvoldoende
Wonen
Bewoners zijn tevreden over wonen en woonomgeving
Ondernemingsplan 2014-2018
29
De volkshuis vestelijke kerndoelen
Onze grootste opgave ligt in onze huidige voorraad: we
- a anbrengen van communicatie-infrastructuur verbon‑
vinden het belangrijk dat mensen met een zorgvraag zelf‑
den met de alarmeringssystemen van de zorgaanbie‑
standig kunnen blijven wonen. We kiezen voor steeds meer nultredenwoningen die geschikt zijn of eenvoudig zijn aan te passen om zorg in te verlenen. We werken sa‑ men met zorgaanbieders die direct in de behoefte aan zorg kunnen voorzien. We voelen ons mede verantwoor‑
ders; - a anbrengen van beugels, douchestoel en verhoogd toi‑ let (ten laste van de WMO); - a anbrengen van slim sluitsysteem (veilige toegang voor zorg en mantelzorg);
delijk voor het ontwikkelen van specifieke woonvormen en
- mogelijkheid om elektrisch te koken;
de beschikbaarheid van zorgvastgoed. De realisatie en
- aanbrengen van brandalarm.
het beheer hiervan doen we in beginsel alleen als er sprake is van een langdurige huurovereenkomst.
We vergroten het aanbod nultredenwoningen dat ge‑ schikt is voor zorg door verouderd bezit te vervangen. We
We vinden het belangrijk dat mensen met een zorgvraag
benutten en ontwikkelen vastgoed gerelateerde innova‑
die willen huren snel een woning beschikbaar hebben
ties om het leveren van adequate zorg in meer woningen
waarin deze zorg geleverd kan worden. Daarom breiden
efficiënter mogelijk te maken. Welke woningen hiervoor
we onze voorraad nultredenwoningen geschikt voor zorg
getypeerd kunnen worden bepalen we in overleg met de
uit. Onder een nultredenwoning verstaan we woningen
zorgpartijen. Zij kunnen aangeven of in een woning de
waarvan de entree zonder traplopen bereikbaar is en bin‑
mogelijkheid voor totale zorg kan worden geboden. Daar‑
nen alle primaire vertrekken (keuken, sanitair, de woon‑
uit blijkt ook op welke kernen het accent zal liggen als het
kamer en minimaal één slaapkamer) zonder trap bereikt
gaat om wonen met intensievere zorg. De intensiteit zal
kunnen worden .
per kern verschillen. Dat hangt samen met het voorzienin‑
6
genaanbod en de bereikbaarheid. Door allerlei technolo‑ Voor een nultredenwoning geschikt voor zorg geldt als eis
gische vernieuwing gaat nabijheid een minder grote rol
dat de woning rolstoeltoegankelijk is, dat er minimaal één
spelen.
slaapkamer en een badkamer gelijkvloers is en dat de vol‑ gende zorgopties flexibel toe te voegen zijn:
We vinden het belangrijk dat mensen met een indicatie snel over een geschikte woning kunnen beschikken. Doel is dat ZZP 1 en 2 geïndiceerden binnen 6 maanden over een geschikte woning kunnen beschikken. Geïndiceerden
6 Daarmee volgen we de definitie van het ministerie van BZK.
met ZZP 3 en deels 4 zouden binnen 3 maanden over een
Dat betekent dat een eengezinswoning met traplift ook aan
geschikte woning moeten kunnen beschikken. Daartoe
deze definitie kan voldoen.
30
Ondernemingsplan 2014-2018
De volkshuis vestelijke kerndoelen Doel
KSF
PI
Norm
eigenaar
Inzicht omvang en ontwikkeling op hoofdlijnen
Gereed in december 2014
Wonen
Inzicht variatie en eisen (in overleg met zorgaanbieders)
Gereed in maart 2014
Wonen
Aandeel sociale huurwoningen dat een nultredenwoning is
Ten minste 26% is eind 2017 nultredenwoning
VOB
PvE voor nultredenwoningen
April 2014
Wonen
Aandeel sociale huurwoningen dat geschikt is voor zorg
Ten minste 20%. Uit te werken in de kernvisies.
VOB
PvE voor basisniveau woning geschikt voor zorg
April 2014
Wonen
Innovaties t.b.v. optimalisering zorgverlening in woning
90% van ZZP 1 t/m 3 kan in 2017 in onze woningen wonen
VOB
Definiëren en uitwerken opties, in samenspraak met zorgaanbieders
April 2014
Wonen
Tijdig kunnen aanbrengen
binnen een maand na verzoek
VOB
Afspraken met gemeenten over aanbrengen aanpassingen die onder de Wmo vallen
Opnemen in prestatieafspraken 2014
Wonen
Wachttijd op een nultredenwoning of woning geschikt voor zorg
6 maanden voor ZZP 1 en 2
Wonen
3 maanden voor ZZP 3 en deels 4
Wonen
December 2014
Wonen
Vanaf 2014
Wonen
Maatwerk op verzoek van klanten of zorgaanbieders
Conform desbetreffende businesscase
Wonen
Zekerheid dat thuiszorg geleverd kan worden
Afspraken met alle (thuiszorg) partijen over het leveren van zorg in huurwoningen
2014, vervolgens jaarlijks actualiseren
Wonen
Verkennen verdere samenwerking op strategisch niveau
Samenwerkingsovereenkomst met zorgaanbieders
Uiterlijk in 2015 een beleidskader over samenwerking met zorgaanbieders
Wonen
Inzicht in vraag (omvang, 2.1 variatie, eisen) Voldoende geschikte woningen voor mensen met een variabele zorgvraag Voldoende nultredenwoningen Voldoende woningen geschikt voor zorg
Extra zorgopties in een woning geschikt voor zorg
2.2 Beschikbaarheid geschikte woningen
Voldoende vrijkomende nultreden- en zorgwoningen voor woningzoekenden met een indicatie
2.3 Specifiek zorgvastgoed op aanvraag en wanneer langdurig noodzakelijk
Uitwerken voorwaarden en Voldoende aanbod voor specifieke groepen die zorg mogelijkheden of begeleiding nodig hebben Communiceren dat R&B Wonen open staat voor vragen
2.4 Afstemming met zorgaanbieders over de beschikbaarheid van zorg
Ondernemingsplan 2014-2018
31
De volkshuis vestelijke kerndoelen
maken we maatwerk binnen ons systeem van woonruim‑
4.3 Kwaliteit en duurzaamheid
teverdeling. We verlenen geen urgentie aan deze groep, omdat senioren zonder indicatie ook hun kansen op dit
Kerndoel 3:
type woning moeten behouden en om een mix te krijgen
Onze woningen hebben een goede basiskwaliteit en zijn
van vitale en minder vitale senioren in het belang van de
duurzaam.
leefbaarheid. De afgelopen jaren hebben we behoorlijk geïnvesteerd in De variatie aan wensen zal toenemen. We willen daar
de kwaliteit van onze woningen. We hebben daarbij ge‑
(binnen duidelijke randvoorwaarden) graag in voorzien.
streefd naar een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau. De
Het kan gaan om zorgaanbieders die vormen van wonen
komende periode moeten we –gezien de nadruk op
met collectieve- of zorgruimten nodig hebben, zoals bij‑
markthuren, de opgave in betaalbaarheid en de beperk‑
voorbeeld begeleid wonen voor mensen met een beper‑
tere investeringsruimte- onze definities van kwaliteit her‑
king.
zien. We vinden het daarbij belangrijk dat: - a lle woningen beschikken over een basiskwaliteit, die
Wij verwachten met onze partners in zorg en welzijn dat
tenminste voldoet aan de wettelijke eisen en past bin‑
bepaalde bijzondere doelgroepen vaker een woonvorm
nen de financiële randvoorwaarden. We ontwikkelen
zoeken voor bijvoorbeeld kinderen met een handicap of
een variatie aan mogelijkheden voor extra kwaliteit,
ouderen die samen zorg willen organiseren en een daarbij
tegen de daarbij behorende prijs. De huurders kunnen
passende woonvorm zoeken. Voorbeelden zijn co-housing
op die manier zelf een afweging maken in wat ze voor
of meergeneratiewoningen.
extra kwaliteit over hebben; - w e via innovatie de prijs/kwaliteitverhouding verbete‑
We staan voor wonen, maar niet voor zorg. De kosten van de zorgopties leggen we bij de daarvoor verantwoorde‑ lijke partijen. Voor onze huurders is de combinatie van wonen met zorg van belang. We nemen daarom de regie in de samenwerking met verschillende zorgaanbieders en
ren; - h uurders meer invloed krijgen bij groot onderhoud en nieuwbouw; - d e huurders tevreden zijn met de kwaliteit van onze woningen.
met de gemeenten. Daarbij gaan we uit van de gegroeide praktijk. We maken met zorgpartijen afspraken over zorgverlening en met de gemeenten over woningaanpas‑ singen die binnen de Wmo vallen.
32
Ondernemingsplan 2014-2018
De volkshuis vestelijke kerndoelen
Doel
KSF
PI
Norm
eigenaar
3.1 Onze woningen hebben een goede basiskwaliteit
We herzien ons PvE voor basiskwaliteit en de eisen per doelgroep
Nieuwe PvE’s aanwezig en bekend bij medewerkers
2014
VOB
Onze huurders zijn tevreden met de kwaliteit van de woning
Tevredenheid (te meten)
=> 7,8 vergelijkbaar met de normering van het Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH)
Wonen
Onze woningen zijn aantrekkelijk voor woningzoekenden
Aantal reacties per vrijkomende woning
95% heeft ten minste 10 reacties
Wonen
Vervangen verouderde woningen naar nultredenwoningen
250 eind 2017
VOB
Transformeren 3.2 Toekomstbestendiger maken van onze voorraad Innovatie
Gebruik van bouwconcepten 50% van de nieuwbouwproductie bij (vervangende) nieuwbouw
VOB
Behoefte is in beeld
Zie 5.3
Wonen
Prestaties van complexen zijn in beeld
Jaarlijkse evaluatie
VOB
Eens per 4 jaar herijken aan de hand van nieuw vast te stellen doelportefeuille
VOB
Label
In 2020 ten minste gemiddeld energielabel B, voor komende beleidsperiode van laag naar hoog C
VOB
Handelen op verzoeken van huurders
Op elk verzoek volgt een gesprek en (gemotiveerde) reactie/ handelen
Wonen
Woning verduurzamen bij mutatie en actie zonneenergie
Eind 2017 heeft onze voorraad een index van 1,371
VOB
Actie zonne-energie
Jaarlijks minimaal 200 woningen voorzien van zonnepanelen
VOB
De huurverhoging als gevolg van een investering in duurzaamheid moet in verhouding staan tot de mogelijke energiebesparing (huurder).
Balans tussen huurverhoging en mogelijke energiebesparing
Wonen Huurverhoging niet hoger dan de (gestandaardiseerde/ vooraf volgens standaarden ingeschatte) mogelijke energiebesparing
Een investering in duurzaamheid moet in verhouding staan tot de mogelijke huurverhoging en het indirecte rendement. De waardestijging moet passen binnen de kaders van de samenstelling van de portefeuille in prijsklassen
Balans tussen investering en (direct en indirect) rendement
Een gemiddeld rendement van minstens 50%
F&C
Effect van onderhoudsingrepen in beeld
Businesscase maken voor groot onderhoud
Groot onderhoud met levensduurverlenging is rendabel
VOB
Programma van Eisen opstellen voor onderhoud
Gereed in 2014
VOB
Strategisch voorraad beleid sluit aan bij woningbehoefte
3.3 Onze woningen zijn duurzaam, wat de betaalbaarheid ten goede komt
Voldoen aan convenant energiebesparing Aedes-Woonbond-Rijksoverheid
Verbeteren van het energielabel
3.4 Effectiviteit onderhoudsuitgaven verbeteren
Basiskwaliteit bij onderhoud bepalen
Ondernemingsplan 2014-2018
33
De volkshuis vestelijke kerndoelen
Definities van onderhoud:
We zorgen voor een zorgvuldig proces met de desbetref‑
Planmatig onderhoud: onderhoud wat periodiek aan
fende huurders en voor een leefbare situatie in de periode
een woning (of complex) wordt uitgevoerd, zoals ver‑
van herhuisvesting (onder meer via tijdelijke verhuur). Bij
vanging van goten, keukens, badkamers, uitvoeren van
de uitwerking van de plannen zullen we zien dat door de
schilderwerk etc. De werkzaamheden leiden niet tot een
jaarlijkse verkoop van twintig bestaande woningen de
huurverhoging en in beginsel niet tot een levensduurver‑
huidige omvang van ons bezit (circa 4.400 verhuureenhe‑
lenging.
den) licht krimpt. Omdat we voldoende voorraad bouw‑
Grootonderhoud: onderhoud (vaak een combinatie van
rijpe grond hebben, kopen we in beginsel geen grond meer
diverse planmatige werkzaamheden) aan een woning
in uitbreidingslocaties.
(of complex). De werkzaamheden leiden meestal niet tot een huurverhoging, maar wel tot een levensduurver‑
We vinden het belangrijk dat onze woningen duurzaam
lening.
zijn, niet in het minst omdat dit de betaalbaarheid ten
Renovatie/woningverbetering: onderhoud waarmee het
goede komt. We hebben ons via het Convenant Energie‑
comfort van de woning (of complex) vergroot wordt,
besparing Corporatiesector gecommitteerd aan de op‑
zoals duurzaamheidsmaatregelen, extra kamer, aan‑
gave onze voorraad eind 2020 naar een energieprestatie
bouw etc. De werkzaamheden leiden tot een huurverho‑
index te brengen van gemiddeld B (een index van 1,25).
ging en kunnen leiden tot een levensduurverlenging.
Onze voorraad heeft eind 2012 een index van 1,6 (onder in label C). Om de gewenste sprong te maken naar gemid‑
Ook de komende beleidsperiode zullen we fors investeren
deld B resteert dus nog 7 jaar. Om deze doelstelling te
in planmatig en groot onderhoud. Groot onderhoud doen
bereiken zetten we het volgende in:
we alleen nog rendabel. De komende beleidsperiode
- d e transformatieopgave (vervangen verouderde wonin‑
renoveren we niet meer. Om de gewenste kwaliteit te rea‑
gen door nieuwe) leidt tot een forse verbetering;
liseren vervangen we verouderde complexen door nultre‑
- b ij mutatie verduurzamen we de vrijkomende woning
denwoningen. Deze transformatie is nodig om onze
en passen we de streefhuur aan op het nieuwe ener‑
voorraad geschikt te maken voor de toenemende extra‑ murale zorgvraag.
gielabel; - w e stellen ons ten doel circa 200 woningen per jaar te voorzien van zonnepanelen.
De komende beleidsperiode verwachten we circa 300 wo‑
34
ningen te vervangen. Daarvan bouwen we er 250 terug
We realiseren ons dat de investeringen in duurzaamheid
als nultredenwoning. Het productieschema is als bijlage
niet geheel rendabel kunnen zijn. Via innovaties streven
bij dit ondernemingsplan gevoegd.
we ernaar de kosten te beperken. We lopen daarin niet
Ondernemingsplan 2014-2018
De volkshuis vestelijke kerndoelen
voorop, maar maken gebruik van bewezen oplossingen.
beteren. Ook wij hebben daarin een verantwoordelijkheid.
We kiezen voor het investeren in die complexen waar het
Dit betreft de buurten waarin wij woningen hebben en
rendement (ook voor de huurder) het hoogst is.
gebouwen met een functie die op de kern of buurt is ge‑ richt. Woningcorporaties moeten dienstbaar zijn aan het
We vinden dat de huurverhoging als gevolg van investe‑
publieke belang van hun werkgebied, waarbij de rol en
ringen in duurzaamheid in verhouding moet staan tot de
inbreng van de gemeenten wordt versterkt7. In dit opzicht
mogelijke energiebesparing. Met het oog op draagvlak bij
zien we geen grote verandering in aanpak. Wel moeten
onze huurders zullen we dat ook inzichtelijk maken. Daar‑
we, gezien de beperking van onze investeringsruimte, kri‑
bij maken we gebruik van modellen die al zijn ontwikkeld
tisch naar onze financiële inzet kijken.
in de sector. We vinden het belangrijk dat bewoners zich thuis voelen Besparen op de energielasten hangt in belangrijke mate
in hun buurt. We vinden dat leefbaarheid een zaak is van
af van het gedrag van de huurder zelf. Daar ligt nadruk‑
de gehele gemeenschap. Als onderdeel van die gemeen‑
kelijk ook een verantwoordelijkheid. Wij kunnen daarbij
schap voelen wij ons medeverantwoordelijk voor de leef‑
faciliteren door informatie te geven over de energielasten
baarheid van de kernen waarin wij bezit hebben. Bij
bij advertenties en bij mogelijke energiebesparing door
investeringen in leefbaarheid vanuit het Kernenfonds
bepaalde maatregelen (op verzoek).
gaan wij uit van het principe van wederkerigheid en een directe of indirecte link met onze volkshuisvestelijke op‑
Zoals in hoofdstuk 3 aangegeven verschilt onze inzet per
gave.
kern. Onze visie op de kernen herijken we in overleg met gemeenten en bewoners.
In de afgelopen periode hebben we goede ervaringen op‑ gedaan met de inzet van het Kernenfonds (voorheen
4.4. Leefbare kernen
1%-fonds) en de middelen voor leefbaarheid. Ook in de komende beleidsperiode zullen we hiervoor middelen vrij‑
Kerndoel 4:
maken, maar we bevriezen de omvang omdat onze finan‑
We nemen onze verantwoordelijkheid voor leefbare
ciële ruimte krapper is geworden.
kernen. We maken op basis van dit ondernemingsplan in goede We zien dat de leefbaarheid in onze kernen, relatief ge‑
samenwerking met beide gemeenten nieuwe prestatieaf‑
zien, heel goed is. Dat neemt niet weg dat inzet nodig is
spraken over onze productie, het kernenfonds en de
om de leefbaarheid goed te houden en waar nodig te ver‑ 7 Zie rapport: de vrijblijvendheid voorbij
Ondernemingsplan 2014-2018
35
De volkshuis vestelijke kerndoelen
middelen voor leefbaarheid. Deze afspraken gaan over de
ontstaan op het gebied van leefbaarheid. Denk aan over‑
inzet, omvang en overige randvoorwaarden. Voor het
last, toenemende betalingsproblemen en het verdwijnen
kernenfonds zetten we (weer) in op wederkerigheid. We
van gemeenschapsvoorzieningen, zoals wijk- en buurthui‑
formuleren de afspraken concreet. Daardoor ontstaat
zen. Door de afnemende investeringskracht van gemeen‑
een basis om de prestatieafspraken te evalueren en zo
ten lopen we het risico dat er een groter beroep op ons
nodig bij te stellen.
wordt gedaan. Maar ook wij krijgen door de invoering van de verhuurderheffing te maken met een aanzienlijke las‑
We vinden het belangrijk dat onze bewoners betrokken
tenverzwaring. Dit kan spanningen opleveren. We willen
zijn bij de woonomgeving. Daarom zullen we de kernenvi‑
geen valse verwachtingen wekken bij het vernieuwen van
sie en het afsprakenkader periodiek in overleg met alle
de prestatieafspraken. De rol en inbreng van de gemeente
relevante stakeholders herijken.
bij het beleid van corporaties zijn versterkt. Dat vraagt om goede stuurmanskunst van de bestuurders.
We verbreden de ervaringen die we opdeden met bewo‑ nersparticipatie in projecten, zoals de Witte Molen en de
4.5. Positie van de klant
Officierswijk. We vertalen de lessen in een plan van aan‑ pak voor nieuwe projecten en meten telkens methodisch
Kerndoel 5:
onder bewoners of ze tevreden zijn met de aanpak en het
We kennen onze klant en geven de klant een sterkere
resultaat. We benutten de uitkomsten voor verbetering
positie bij nieuwbouw en vernieuwing (participatie).
van de aanpak (plan, do, check, act). We zien dat de klant steeds mondiger wordt. De woning‑ Uiteindelijk gaat het er om dat onze bewoners tevreden
markt verandert. Daarom willen we nauwer aansluiten bij
zijn over wonen en hun woonomgeving. We meten perio‑
de wensen van onze klanten en hen (langer) aan ons bin‑
diek de tevredenheid over de woning en de woonomge‑
den. We vinden het belangrijk dat we onze klanten goed
ving. Ook daarvoor zetten we een standaard methode in,
kennen. We hebben veel informatie in huis, maar benut‑
waarbij we gebruik maken van ervaringen van colle‑
ten die nog onvoldoende. We zorgen ervoor dat we onze
ga-corporaties.
informatie systematiseren en analyseren, zodat deze di‑
Het rijk hevelt taken over naar de gemeente, stelt minder
verbinding tussen operationele- en sturingsinformatie.
rect beschikbaar is als dat nodig is. Ook leggen we de geld beschikbaar voor de uitvoering van de Wet Maat‑
36
schappelijke Ondersteuning en scheidt wonen en zorg.
We vinden het nodig om onze primaire klantprocessen
Deze ontwikkelingen hebben als risico dat er problemen
klantvriendelijker en efficiënter te maken. We laten onze
Ondernemingsplan 2014-2018
De volkshuis vestelijke kerndoelen
klanten kiezen uit meerdere vormen van contact (click-
waar we met bewonersparticipatie hebben geëxperimen‑
call-face), waardoor we klantgestuurd en efficiënt kun‑
teerd in een plan van aanpak voor alle projecten die na
nen werken. We zorgen voor één contactpersoon per
2014 starten.
klant en een soepele samenwerking tussen afdelingen voor het beantwoorden van de vragen (zie ook hoofdstuk 5). De tevredenheid van de klant is daarbij doorslagge‑ vend. Deze blijven we meten, maar we heroverwegen onze aansluiting bij KWH, want we willen meer nadruk leggen op de vragen die we zelf versturen. We vinden het belangrijk dat onze bewoners meepraten over de woning en de woonomgeving. Zij weten immers het beste wat een goede woning en aantrekkelijke woon‑ omgeving is. We vertalen de ervaringen van projecten
Doel
KSF
PI
Norm
Eigenaar
5.1 Tevreden klanten ten aanzien van de contacten met R&B Wonen
Variatie in contactmogelijkheden
Inrichten klantcontactcentrum op basis van click-call-face
Gereed in 2015
Wonen
Vergroten aandeel digitale contacten
50% van het klantcontact verloopt online in 2016
Wonen
Tijdige afhandeling
Wonen 98% van de vragen zijn binnen 7 kalenderdagen afgehandeld, te behalen in 2015, gemiddeld binnen 3 dagen
Zo veel mogelijk digitaal
70% van de online vragen zijn online afgehandeld, norm bereiken in 2017
Wonen
Belonen trouwe huurders
Een beloningssysteem opzetten voor trouwe huurders. Gereed in 2016
Wonen
Adequate behandeling klantvragen
5.2 Bewonersparticipatie bij onderhoud en nieuwbouw
Huurdersinspraak bij onderhoud versterken
Facetbeleid ontwikkelingen
Beleid is in 2014 gereed
VOB
Huurdersinspraak bij nieuwbouw versterken
Facetbeleid ontwikkelingen
Pilot opzetten in 2014
VOB
Beleid is in 2015 gereed
VOB
5.3 Inzicht in de woningbehoefte en woonwensen
Meer weten van de wensen van onze huurders
Klantpanels per doelgroep
Gereed in 2015, minimaal 1x per jaar
Wonen
Digitale raadpleging onder huurders
Minimaal 2x per jaar vanaf 2016
Wonen
Verbeteren van de managementinformatie
Informatie opnemen in kwartaalinformatie 2015 (in relatie tot opzetten KCC)
F&C
Intake/exitgesprekken (of handelingen) benutten
Minimaal 35% respons op evaluatievraag
Wonen
Ondernemingsplan 2014-2018
37
Hoedekenskerke
5 4 38
Over onze manier van werken Ondernemingsplan 2014-2018
Over onze manier van werken
5.1. Bewoners betrekken
hun directe belangen aan de orde zijn. Dat kan zijn op ons
We vinden het belangrijk onze huurder een stem te geven.
initiatief of op initiatief van bewoners zelf. Dit vraagt om
Dat begint bij de individuele huurder als klant voor ver‑
andere, aanvullende vormen (bijvoorbeeld klantpanels),
huur van onze woningen. Eerder in dit ondernemingsplan
waarbij we ook de mogelijkheden van social media breder
schetsten we onze ambities voor participatie op project‑
zullen inzetten. Deze aanpak bespreken we met de HVRB
niveau.
om te zorgen dat de informele en de formele participatie
Dat begint ook bij de huurder als coproducent van leef‑
elkaar versterken.
baarheid. Het Kernenfonds en de middelen voor leefbaar‑ heid spelen daarin een belangrijke rol.
5.2. Invloed voor belanghouders Naast onze huurders beschouwen we ook andere partijen
We zien onze huurders echter niet alleen als klant, maar
als belanghouder. In de eerste plaats zijn dat de gemeen‑
ook als inwoner van een kern en van een gemeente. Zij
ten. Daarnaast gaat het om zorgaanbieders, maatschap‑
kunnen ons vertellen wat knelpunten en wensen zijn. Die
pelijke organisaties, dorpsraden, collega-corporaties en
informatie hebben we hard nodig om onze keuzen te ma‑
hogere overheden. Een bijzondere plek neemt het Woon‑
ken en te onderbouwen.
platform in. Daarin zijn verschillende belanghebbenden vertegenwoordigd.
We versterken onze participatiestructuur. Daarbij varië‑ ren we naar schaalniveau (individueel, complex, wijk,
We benaderen onze belanghouders actief en betrekken
kern, bedrijf) en thema. We vinden het belangrijk daarin
hen bij het opstellen van ons beleid. Met de gemeenten
ruimte te geven aan bewoners die niet structureel willen
maken we prestatieafspraken. Met andere partijen
participeren, maar wel incidenteel op het moment dat
werken we bij voorkeur projectmatig samen. Dat kan
Doel
KSF
PI
Norm
Eigenaar
6.1 Een goed overleg met de huurders
Betrokken huurders
Een betrokken HVRB
Voldoen aan overlegwet
Bestuurder
Voldoen aan samenwerkingsovereenkomst
Bestuurder
Huurders zijn tevreden met de aangeboden vormen van participatie, anders dan nieuwbouw en/of onderhoud
Participatiebeleid met daarin verbreding van participatievormen (zoals klantenpanels)
Gereed in 2015
Wonen
Uitwerken van een gelegenheid tot aandragen van aandachtspunten en ideeën op moment dat het de huurder past
Gereed in 2016
Wonen
Inzicht in de prioriteiten van de Dorpsraden
Alle kernen periodiek bezocht
Eens per twee jaar
Wonen
Ondernemingsplan 2014-2018
39
40
Ondernemingsplan 2014-2018
Over onze manier van werken
uitgroeien tot structurele strategische vormen, zodat
willen bedienen. Dit is een organisatiebrede opgave, maar
daadwerkelijke afstemming van ambities op langere ter‑
het zwaartepunt ligt vooral op de afdeling Wonen.
mijn mogelijk wordt. Vanwege de ontwikkelingen op het gebied van wonen en zorg denken we daarbij in de eerste
De omslag van een uitbreidings- naar een transformatie‑
plaats aan zorgaanbieders.
opgave en de vermindering van onze investeringskracht door maatregelen van de rijksoverheid, hebben vooral
5.3. De organisatie
gevolgen voor de afdelingen Vastgoedontwikkeling en -beheer en Wonen.
Inleiding Onze organisatie moet de komende jaren voldoende zijn
Gezien de beperkte investeringskracht willen we onze be‑
toegerust om het aanbod aan de samenleving te verwe‑
drijfskosten nog meer beheersen en op termijn verlagen.
zenlijken. De afgelopen jaren hebben we een behoorlijke
De komende periode nemen we onze bedrijfsvoering on‑
slag gemaakt in het professionaliseren van onze organi‑
der de loep. Daaronder verstaan we alles wat wij inzetten
satie. De komende beleidsperiode zetten we dat voort,
voor tevreden klanten. Denk daarbij aan personeel, in‑
waarbij de nadruk vooral komt te liggen op het versterken
koop, organisatie, financiën, automatisering, communi‑
en moderniseren van onze klantoriëntatie. Dat is nodig
catie en huisvesting (PIOFACH).
gezien de verbeterpunten in de contacten met de klant. Het is ook nodig, omdat we onze klanten beter willen ken‑
We gaan hierna in op onze organisatiefilosofie en op de
nen, hen meer inspraak willen geven en meer op maat
wijze waarop wij het contact met onze klanten willen
Doel
KSF
PI
Norm
Eigenaar
6.2 Effectieve samenwerking met belanghouders
We hebben onze belanghouders in beeld
Check omgevingsverkenning als tussenevaluatie en als input voor nieuw ondernemingsplan
Tweejaarlijks
Bestuurder
Belanghouders tevreden over de (motivatie van) keuzen
Visitatie
Visitatie in 2016. Uitkomst minstens gelijk aan die van 2012
Bestuurder
In gesprek met vertegenwoordigers van belanghouders
Periodiek gesprek Woonplatfom
Minstens drie keer per jaar
Bestuurder
Periodiek gesprek belangrijkste belanghouders
Minstens twee keer per jaar
Bestuurder
Doelen en spelregels zijn helder vastgelegd
Nieuwe prestatieafspraken
2014
Bestuurder
De gemeente is tevreden over de manier van samen werken
Evaluatie prestatieafspraken en manier van samen werken
Jaarlijks
Bestuurder
6.3 Effectieve samenwerking met gemeenten
Ondernemingsplan 2014-2018
41
Over onze manier van werken
versterken en moderniseren. Vervolgens schetsen we in
Versterking en modernisering van het klantcontact
het kort de gevolgen hiervan voor het personeel en voor
Ons huidige klantenconcept dateert uit een tijd waarin
onze automatisering. Deze personele gevolgen en bijbeho‑
huurders een afhankelijkheidsrelatie hadden ten opzichte
rende ambities werken we uit in een organisatieplan. Om‑
van R&B Wonen. De moderne klant is mondiger en heeft
dat we onze bedrijfslasten ook kunnen verlagen door
zelf of via (klein)kinderen toegang tot moderne commu‑
samen te werken, zullen we hier ook op ingaan. Tot slot
nicatiemiddelen. Het gebruik van social media is niet
behandelen we de wijze waarop we de communicatie met
langer het exclusieve domein van de nieuwe generatie.
onze klanten willen versterken. Onze bedrijfshuisvesting
Daarom kunnen we een vernieuwingsslag in onze dienst‑
voldoet uitstekend en krijgt de komende periode geen pri‑
verlening maken door gebruik te maken van het principe
oriteit.
click-call-face. Deze toepassing willen we combineren met het stroomlijnen van onze klantprocessen met als
Organisatiefilosofie
doel een halvering van het aantal (deels overbodige) fy‑
1. We sturen met vertrouwen.
sieke klantcontacten in 2017. De tijd die hierdoor vrij‑
2. We zijn kostenbewust.
komt willen we benutten voor het versterken van de
3. We zijn ondernemend.
kwaliteit van de contacten.
4. We zijn professioneel. 5. We zijn laagdrempelig.
We willen een vast aanspreekpunt regelen voor onze
6. We hebben een platte organisatie.
huurders. De medewerkers klant en omgeving worden
7. We denken en werken in het belang van onze klanten.
voor hen het enige aanspreekpunt. Deze medewerkers ha‑ len de benodigde informatie op bij de overige medewer‑
De komende jaren willen we de managementstijl “sturen
kers in onze organisatie. Ons managementteam werkt al
met vertrouwen” continueren en verbreden naar “sa‑
langer volgens het rollenmodel. Elke manager speelt on‑
menwerken met vertrouwen”. Hier hoort een platte orga‑
der regie van de directeur-bestuurder zijn rol door strak
nisatie bij waarin de verantwoordelijkheden zo laag
vanuit zijn eigen discipline te werken en te denken. Op die
mogelijk zijn belegd. Dat is alleen mogelijk als we profes‑
manier ontstaat de goede diepgang in discussies en ko‑
sioneel, kostenbewust en (maatschappelijk) onderne‑
men alle facetten aan bod. Dat rollenmodel willen we ook
mend zijn. In het belang van onze klanten willen we
in de rest van onze organisatie doorvoeren. Door zo te
anders, maar in ieder geval laagdrempelig, denken en
werken denken we de kwaliteit van onze dienstverlening
werken.
te verbeteren. Tevreden klanten en een efficiëntere af‑ handeling van vragen zijn daarbij onze einddoelen.
42
Ondernemingsplan 2014-2018
Over onze manier van werken
Randvoorwaarde: adequate automatisering
De gevolgen voor het personeel
Een goede informatievoorziening is een essentiële voor‑ waarde voor het versterken van de relatie met de klant en
Wonen
het verbeteren van de interne afstemming. Dit realiseren
Het halveren van de fysieke contactmomenten, de invoe‑
we door de inzet van adequate automatisering op alle ni‑
ring van de medewerker klant en omgeving en het werken
veaus te borgen.
in een platte organisatie heeft vergaande gevolgen voor de inrichting van de afdeling wonen. Het stelt ook hoge
Uiterlijk in 2017 functioneren alle externe klantproces‑
eisen aan onze medewerkers. Deze medewerkers bepalen
sen volgens het click-call-face principe. Om optimaal ge‑
voor een groot deel het gezicht van R&B Wonen in onze
bruik te kunnen maken van “click” zullen interne
kernen. Helaas heeft de klussendienst niet gebracht wat
processen waar mogelijk worden gedigitaliseerd en ge‑
we hier van hadden verwacht. Daarom bouwen we die
standaardiseerd. Informatie en documenten ontsluiten en
dienstverlening af. We gaan onderzoeken of er taken door
delen we via portals op onze website.
onze woonservicemedewerkers uitgevoerd kunnen wor‑ den die nu op een hoger niveau in de organisatie zijn be‑
We onderzoeken welke externe en interne processen we in
legd. We verwachten dat de formatie van deze dienst
eerste instantie kunnen digitaliseren met welke ict-toe‑
kleiner kan worden. We zullen daarbij gebruik maken van
passingen en welke investering hiervoor nodig is.
natuurlijk verloop als gevolg van pensionering.
Hierdoor faciliteren we voor onze medewerkers ook het tijd- en plaatsonafhankelijk werken.
Vastgoedontwikkeling en -beheer De afdeling Vastgoedontwikkeling en -beheer vormt zich
Communicatie en cultuur
om van een op nieuwbouw en onderhoud georiënteerde
Al deze voornemens stellen behoorlijke eisen aan onze
afdeling, naar een op transformatie en onderhoud geori‑
medewerkers om te veranderen en samen te werken. Het
ënteerde afdeling. In de afgelopen beleidsperiode hebben
vraagt ook een goede communicatie. Zowel binnen als
we het bestaansrecht van een eigen afdeling vastgoedont‑
buiten de organisatie. Hierbij kunnen de moderne (social)
wikkeling gekoppeld aan een rendementseis. Die eis houdt
media een belangrijke rol kunnen vervullen.
in dat de kosten van de afdeling gemiddeld worden gedekt door de genormeerde bedragen die ten laste van de pro‑ jecten en onderhoudsbudgetten komen. Ook in de ko‑ mende periode zullen we dit uitgangspunt zoveel mogelijk hanteren, maar omdat de productie terugloopt wordt dat moeilijker. Daarom zoeken we naar andere oplossingen.
Ondernemingsplan 2014-2018
43
Over onze manier van werken
We zien mogelijkheden om op beperkte schaal en binnen
Samenwerking en inzet flexibele schil
de wettelijke kaders tegen kostprijs inzet te plegen voor
We zijn een compacte maar ook complete en professio‑
derden. Er moet daarbij wel een directe link te leggen zijn
nele organisatie. We leggen verbanden met derden om
met de werkzaamheden van R&B Wonen. Ook sluiten we
innovatie kracht bij te zetten. We willen aanvullende pro‑
vormen van samenwerking niet uit. Dit alles met als doel
ducten en diensten (zoals zorg) voor onze klant realise‑
om de opgebouwde kennis voor onze organisatie te be‑
ren. We zijn bereid daartoe concessies te doen, maar dan
houden.
moet er wel een duidelijk volkshuisvestelijk of organisato‑ risch belang tegenover staan. We staan open voor alle
Financiën & Control
vormen van samenwerking, waarbij de huidige Zeeuwse
De afdeling Financiën en Control is in de afgelopen peri‑
samenwerking (Zuidwest Samen) de basis is. Met het oog
ode kwalitatief versterkt en verjongd zonder de formatie
op de organisatorische continuïteit op de langere termijn
uit te breiden. Het huidige hoofd van de afdeling bereikt
zullen wij de mogelijkheden verkennen voor het aangaan
aan het einde van de nieuwe beleidsperiode de pensioen‑
van strategische allianties met partners die complemen‑
gerechtigde leeftijd. We zullen op zijn vervanging antici‑
tair aan ons zijn.
peren.
BBO In de afdeling Beleids- en Bestuursondersteuning (BBO) zijn diverse zelfstandig (samen)werkende professionals ondergebracht. De afdeling heeft haar bestaansrecht in de afgelopen periode bewezen. De medewerkers van de afdeling vallen voortaan rechtstreeks onder de direc‑ teur‑bestuurder. Daardoor vervalt de functie van afde‑ lingshoofd. Het in de vorige beleidsperiode in gang gezette ontwikkelproces is nog niet volledig is afgerond. Omdat er ook een behoorlijke veranderopgave ligt om het nieuwe klantconcept te implementeren zetten we tijdelijk externe hulp in.
44
Ondernemingsplan 2014-2018
Ondernemingsplan 2014-2018
45
Kruiningen
6 46
Essentiële randvoorwaarden Ondernemingsplan 2014-2018
Essentiële randvoorwaarden
6.1. Financiële randvoorwaarden
nemen om binnen afzienbare tijd weer boven de gestelde
R&B Wonen is financieel gezond, heeft voldoende vermo‑
ondergrens te komen.
gen om haar ambities in de toekomst waar te maken en wil naar vermogen blijven presteren.
Ondanks de lastenverzwaringen door de verhuurderhef‑ fing en de saneringsheffing houden we onze investerings‑
Om in de toekomst financieel gezond te blijven, voeren we
capaciteit zo veel mogelijk op peil door een mix van de
een zorgvuldig financieel beleid. De organisatie heeft vol‑
volgende maatregelen:
doende vermogen om haar toekomstige maatschappelijke
– onze nieuwbouw is voortaan minder onrendabel;
ambities waar te maken. We handhaven het uitgangspunt
– ons groot onderhoud is voortaan volledig kostendek‑
dat positieve exploitatieresultaten worden ingezet om (deels) onrendabel te investeren. In de komende planperi‑ ode vinden we een bescheiden verlaging van onze solvabi‑ liteit acceptabel, maar dat mag niet ten koste gaan van de positieve beoordeling van het Centraal Fonds Volkshuis‑ vesting (CFV) en een gunstige kredietbeoordeling door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
kend als gevolg van de levensduurverlening; – we besparen op onze algemene kosten, waaronder onze personeelsformatie; – we verkopen de komende jaren gemiddeld 20 woningen per jaar; – we hanteren het instrument van inkomensafhankelijke huurverhogingen, zolang onze gemiddelde huur lager is dan 75% van de maximale huur.
In de berekening van de bedrijfswaarde van ons woning‑ bezit is alleen rekening gehouden met de verhuurderhef‑
Elke investering vergt een bewuste keuze. In de periode
fing in 2013. Volgens het Woonakkoord loopt die heffing
2010-2014 heeft de IRR‑benadering als afwegingskader
gefaseerd fors op. Voor de jaren vanaf 2014 moet de hef‑
voor nieuwe investeringen goed en transparant gewerkt.
fing nog parlementair worden behandeld. De kans dat dit
Door de structurele lastenverzwaringen komt onze finan‑
doorgaat is gestegen, omdat het kabinet hierover over‑
ciële slagkracht onder druk te staan. De categorie-inde‑
eenstemming verkreeg met Aedes, koepelorganisatie van
ling zoals het WSW die in 2010 nog hanteerde, is
de Nederlandse woningcorporaties. Onze solvabiliteit
vervallen, mede als gevolg van de invoering van de Euro‑
verslechtert sowieso als de verhuurderheffing vanaf 2014
pamaatregel en het onderscheid tussen DAEB- en
in de berekening van de bedrijfswaarde tot uitdrukking
niet-DAEB-activeiten.
komt. Voor onze solvabiliteit op basis van bedrijfswaarde hanteren we een ondergrens van 20%. Een lagere stand
De huidige IRR-benadering hebben we daarom herover‑
is tijdelijk toegestaan, maar dan moeten we maatregelen
wogen. Voor de komende periode hanteren we voor nieuwe investeringen een IRR‑eis van 3% als ondergrens
Ondernemingsplan 2014-2018
47
Essentiële randvoorwaarden
en/of een nader te bepalen maximale onrendabele inves‑
De rol van het Centraal Fonds Volkshuisvesting wordt be‑
tering.
perkt en die van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) uitgebreid. De minister wil het toezicht op wo‑
Bij de bedrijfswaarde van een huurwoning zijn de varia‑
ningcorporaties naar zich toe trekken. Het WSW krijgt
bele lasten een vast onderdeel van de berekening. Voor
een grotere rol bij de sanering van corporaties. Het gaat
businesscases, die gedurende het nieuwe ondernemings‑
vooral om het beoordelen van saneringsplannen en het
plan worden vastgesteld, gaan we uit van een normbe‑
berekenen van saneringssteun.
drag per woning aan variabele lasten conform de uitkomsten van de laatst vastgestelde begroting.
Vanzelfsprekend zullen wij voldoen aan de wettelijke be‑ palingen. Veranderingen in regelgeving zullen zeer waar‑
Een mix van DAEB- en niet-DAEB-woningen kan helpen
schijnlijk aanleiding zijn om dit ondernemingsplan te
om aan de minimale IRR-eis van 3% te voldoen. In die
herzien. Het is te prematuur om nu al op mogelijke wijzi‑
gevallen vinden we dat bij zo’n mix het aantal
gingen te anticiperen.
niet-DAEB-woningen in beginsel niet meer mag zijn dan 25% van het aantal verhuureenheden in het project. Op
Extern oordeel
basis van deze uitgangspunten denken we de voorgeno‑
Ook extern wordt gekeken naar ons functioneren en naar
men transformatieopgave te kunnen realiseren.
onze financiële situatie. Zowel het Centraal Fonds Volks‑ huisvesting (CFV) als het Waarborgfonds Sociale Wo‑
Om volkshuisvestelijk goed te opereren moeten onze kas‑
ningbouw (WSW) beoordelen onze financiële situatie als
stroompositie, solvabiliteit en liquiditeit goed zijn. We
goed. Die status willen we handhaven. Het CFV heeft met
houden hier intern zicht op door de planning- en control‑
ingang van 2013 het continuïteitsoordeel afgeschaft.
cyclus te onderhouden en waar mogelijk verder te verbe‑
Voortaan richten de beoordelingen zich meer op het kwa‑
teren. We hebben onze risico’s in kaart, proberen die
litatief en kwantitatief duiden van risico’s en het plegen
risico’s zoveel mogelijk te vermijden dan wel te verminde‑
van interventies om de risico’s te voorkomen of te verklei‑
ren en nemen tijdig maatregelen om ze te beheersen.
nen. Een voorbeeld daarvan is het derivatentoezicht. Het oordeel van het WSW moet zodanig zijn dat al onze soci‑
Veranderende omstandigheden/compliance
ale investeringen volledig borgbaar zijn. Dat garandeert
Onlangs is een parlementaire enquête gestart om het
een eenvoudige manier van financieren tegen aantrekke‑
functioneren van woningcorporaties te onderzoeken.
lijke condities.
Zeer waarschijnlijk levert die enquête aanbevelingen op voor nieuwe spelregels voor woningcorporaties.
48
Ondernemingsplan 2014-2018
Essentiële randvoorwaarden
Beperking bedrijfskosten
ningmarkt is niet florissant en speelt ook ons parten. De
In de komende planperiode willen we ons bedrijf nog doel‑
kopers van onze woningen uit de bestaande voorraad zijn
matiger voeren en een bezuiniging op onze algemene kos‑
meestal starters. De aankoopprijzen van onze woningen
ten realiseren. Onder meer doen we dat door minstens
vormen meestal geen belemmering om de financiering
10% op onze personeelskosten ten opzichte van 2013 te
rond te krijgen. In de komende planperiode zetten we in
besparen. We handhaven het uitgangspunt van een regie‑
op een verkoop van (gemiddeld) twintig bestaande wonin‑
organisatie met een flexibele schil.
gen per jaar. Voor onze bestaande woningen kiezen we in beginsel niet voor maatschappelijk gebonden eigendom
Grondbank
(zoals bijvoorbeeld Koopgarant).
Na de sloop van bestaande complexen hevelen we de vrij‑ komende grond over in de grondbank. Als die grond later
Inkomensafhankelijke huurverhogingen en
wordt bestemd voor vervangende nieuwbouw, brengen we
huursombenadering
die grond voor een genormeerd bedrag in de projectadmi‑
De minister wil het scheefwonen aanpakken. Daarom en
nistratie in. Dit voorkomt dat projecten onevenredig
om het voor corporaties mogelijk te maken een deel van
zwaar belast worden door het gegeven van een maatvoe‑
de lastenverzwaringen als gevolg van de verhuurderhef‑
ring van de kavel grond die niet logisch en passend is voor
fing te compenseren, maakte de minister met ingang van
de geplande nieuwbouw.
2013 inkomensafhankelijke huurverhogingen mogelijk. Zolang de minister dat faciliteert en zolang wij met onze
Gelet op de huidige woningmarkt zullen wij in de komende
huren gemiddeld onder de grens van 75% van de maxi‑
planperiode niet de gehele voorraad bouwrijpe vrije sec‑
male redelijke huur zitten, willen wij onze huren inko‑
torgrond (op 1 januari 2013 was die voorraad 22.394
mensafhankelijk blijven verhogen.
m²) aan particulieren verkopen. Als de boekwaarde door rentebijschrijvingen hoger uitvalt dan de marktwaarde,
De minister heeft toegezegd dat vanaf 2015 bij huurverho‑
moeten we de komende periode rekening houden met ver‑
gingen de huursombenadering mag worden toegepast. Dat
liesnemingen.
instrument willen wij actief inzetten om lage huren - in ver‑ gelijking tot de puntenwaardering voor de desbetreffende
Verkoop van woningen
woning - versneld naar het gewenste niveau te brengen.
Om onze nieuwbouwopgave te realiseren is het noodzake‑ lijk dat wij jaarlijks bestaande woningen verkopen. Die
Zowel bij de inkomensafhankelijke huurverhogingen als
verkopen baseren wij op ons strategisch voorraadbeleid.
bij de huursombenadering houden we de verhuurbaarheid
Zij genereren kasstromen en boekwinsten. De huidige wo‑
van onze woningen nauwlettend in de gaten.
Ondernemingsplan 2014-2018
49
Essentiële randvoorwaarden
6.2. Risicomanagement
Met ingang van onze begroting 2013 hebben we het aan‑
Risico’s horen bij het realiseren van doelstellingen. Som‑
tal financiële parameters uitgebreid. Het verdient aanbe‑
mige risico’s willen we voorkomen, andere accepteren we
veling om in de komende planperiode de parameters
zolang de continuïteit van onze organisatie niet in gevaar
verder uit te breiden, zodat in onze begroting en jaarreke‑
komt en we kunnen voldoen aan onze financiële randvoor‑
ning inzicht ontstaat in:
waarden. Hoewel we de afgelopen periode flinke stappen
Financiële ratio’s
Norm
Toelichting
Solvabiliteitsratio
> 20%
Geeft aan of de corporatie in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen.
Rentedekkingsfactor
> 1,5
Geeft aan in hoeverre de corporatie in staat is aan haar renteverplichtingen te voldoen.
Loan to value
< 75%
Geeft de verhouding weer tussen externe financiering en bedrijfswaarde.
Cashflowratio
>1
Geeft aan of de corporatie aan haar verplichingen van rente en aflossing kan voldoen.
Exploitatierendement
> 2,5%
Geeft het rendement in het verslagjaar weer op basis van de berekende bedrijfswaarde.
Doel
KSF
PI
Norm
Eigenaar
7.1 R&B Wonen is financieel gezond
Een positieve beoordeling van het Centraal Fonds Volkshuisvesting
Voldoende
F&C
Een gunstige kredietbeoordeling door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw We hanteren voor onze solvabiliteit een ondergrens
Voldoen aan de criteria van het CFV om een positieve beoordeling te verkrijgen Een volledige borging voor de financiering van alle DAEBactiviteiten
Kredietwaardig
F&C
R&B Wonen is in staat om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen
=> 20%
F&C
7.2 We hebben voldoende vermogen om onze ambities in de toekomst waar te maken
Solvabiliteit We zetten positieve exploitatieresultaten in om (deels) onrendabel te investeren
Voldoende rendement om (deels) onrendabel te investeren
Herstructurering/nieuwbouw van 300 woningen in 2014-2018
F&C
We presteren naar vermogen
Onze nieuwbouw is voortaan minder onrendabel
Gemiddeld bedrag per verhuureenheid
IRR > 3%, of maximaal bedrag onrendabel per verhuureenheid
VOB
We handhaven onze capaciteit om te investeren
We besparen op algemene kosten
Besparing op personele kosten
=> 10% ten opzichte van 2013
Bestuurder
We realiseren verkoopopbrengst uit bestaand bezit
Verkoop bestaande woningen
Gemiddeld 20 per jaar
Wonen
We realiseren meer huuropbrengst
Inkomensafhankelijke huurverhoging
Zolang onze gemiddelde huur =< 75% van de maximale huur volgens het huidige woningwaarderingssysteem
Wonen
Risico’s in beeld
Risico-inventarisatie is compleet
Aandacht in managementrapportages over risico’s
F&C
Beheersingsmaatregelen
Beheersingsmaatregelen genomen
Aandacht in managementrapportages over risicobeheersingsmaatregelen
F&C
Organisatie is risicobewust
Actieve inbreng van alle afdelingen
Voldoende input in managementrapportages
F&C
7.3 We integreren risicomanagement in onze bedrijfsvoering en creëren een risicobewuste organisatie
50
Financiële parameters
Ondernemingsplan 2014-2018
Essentiële randvoorwaarden
hebben gezet, willen we risicomanagement verder in onze
strument om de bijstellingen in het programma concreet
bedrijfsvoering integreren en een risicobewuste organisa‑
aan te geven. We voegen daarom voortaan een rubriek
tie creëren.
“bijstellingen ondernemingsplan” aan de kaderbrief toe.
Risico’s kunnen een belemmering vormen voor de doel‑
De doelen en werkwijzen in dit ondernemingsplan vertalen
stellingen die we willen realiseren waarmee we invulling
we in facetbeleid en in afdelingsplannen. De komende peri‑
geven aan onze missie en visie. Daarom willen we de risi‑
ode gaan we bijvoorbeeld een nieuw streefhuurbeleid op‑
co’s beheersen. Dat realiseren we door de risico’s te iden‑
stellen, vernieuwen we het strategisch voorraadbeleid en
tificeren en door beheersmaatregelen te nemen,
werken we aan een organisatieplan. Ook herijken we sa‑
ondersteund door een risicobewuste organisatiecultuur.
men met de gemeenten en de dorpsraden de visie op de kernen. Ook daarin zullen onze kerndoelen herkenbaar zijn.
Wij vinden dat het accepteren van risico’s een resultante is van een bewust keuzeproces waarbij de financiële con‑
Deze uitwerking op papier moet ook herkenbaar zijn in
tinuïteit is geborgd. Onze prima solvabiliteit is ook een
ons dagelijks handelen. Dan hebben we het niet alleen
risicobuffer die een afgewogen risicobereidheid accepta‑
over de ‘stenen die we stapelen’, maar ook over de manier
bel maakt.
waarop we samenwerken en waarop we omgaan met onze klanten. De eerder genoemde kernwaarden zijn leidend.
Wij willen het rapporteren over risico’s een vast onder‑ deel laten zijn van onze managementinformatie. Als aan‑
We volgen de voortgang via managementrapportages en
zet voor het verder uitrollen van het risicomanagement
jaarlijks staan we uitgebreider stil bij de resultaten in het
zijn van onze kritische succesfactoren zoveel mogelijk de
jaarverslag. Halverwege de periode van dit onderne‑
risico’s geïnventariseerd en de beheersingsmaatregelen
mingsplan raadplegen we onze belanghouders. Over vier
beschreven. Deze vertaling is essentieel om systematisch
jaar kijken we uitgebreider terug.
in de managementinformatie te kunnen rapporteren over risico’s als onderdeel van de reguliere planning- en con‑
We kijken niet alleen of de geplande activiteiten zijn gere‑
trolcyclus.
aliseerd, maar ook of deze daadwerkelijk hebben bijge‑ dragen aan de beoogde doelen: hebben onze klanten
6.3. Verankering
inderdaad meer keuze? Krijgen mensen met een zorgbe‑
Bij het uitwerken van dit plan vertalen we de doelen in
hoefte tijdig een passende woning? Leveren de investerin‑
acties en projecten en maken we de cirkel rond door te
gen in duurzaamheid de gewenste energiebesparing op?
monitoren en te evalueren. In de jaarlijkse kaderbrief
Enzovoort. Als dat niet of onvoldoende het geval is, zullen
noemen wij de uitgangspunten voor de nieuwe begroting.
we de aanpak heroverwegen, om te zorgen dat de doelen
Die kaderbrief zien wij als een voor de hand liggend in‑
alsnog bereikt worden.
Ondernemingsplan 2014-2018
51
Ovezande
7 52
Tot slot Ondernemingsplan 2014-2018
Tot slot
Advies huurdersvereniging Reimerswaal en
Advies woonplatform
Borsele (HVRB)
Het woonplatform heeft met plezier en enthousiasme
De HVRB is van oordeel dat het nieuwe ondernemings‑
kennis genomen van de uitgangspunten van dit onderne‑
plan van R&B Wonen getuigt van visie en ambitie. Het
mingsplan. In de ogen van het woonplatform is R&B Wo‑
nieuwe ondernemingsplan geeft zicht op de nieuwe ont‑
nen er prima in geslaagd om ondanks de lastige
wikkelingen en R&B Wonen speelt daar goed op in.
conjuncturele en politieke ontwikkelingen de diverse –soms ook uiteenlopende– belangen van alle stakehol‑
R&B Wonen is er in geslaagd om in het ondernemings‑
ders op uitstekende wijze samen te brengen. Het plan ge‑
plan alle zaken te behandelen die door bewoners en de
tuigt van visie en inzicht en sluit goed aan bij de visie van
HVRB zijn ingebracht. Enkele aansprekende voorbeelden
het woonplatform op de trends en ontwikkelingen in het
daarvan zijn de speerpunten klantgerichtheid en goed
werkgebied. Wij wensen bestuur en medewerkers veel
overleg met huurders en de huurdersvereniging.
succes bij de uitvoering hiervan.
De HVRB is blij dat R&B Wonen de verhuurdersheffing
Joke Boonman,
niet volledig doorbelast aan de huurders. De woonlasten
voorzitter woonplatform
staan al behoorlijk onder druk als gevolg van hogere huurverhogingen en bezuinigingen op huurtoeslagen. De ontwikkeling van de inkomens en uitkeringen blijven daar fors bij achter. Met de begrenzing van gemiddeld 75% van de maximaal redelijke huur op basis van het huidige woningwaarderingssysteem kan de HVRB leven. Dat R&B Wonen ook behoorlijk in haar eigen vlees durft te snijden getuigt van lef. Wel vraagt de HVRB aandacht voor de werkdruk. Het krimpen van de formatie mag niet leiden tot een onevenredige werkdruk, verhoogd ziekte‑ verzuim of een tragere afdoening van brieven en verzoe‑ ken.
Tiede van de Guchte,
waarnemend-voorzitter HVRB
Ondernemingsplan 2014-2018
53
Tot slot
Advies ondernemingsraad
de medewerkers. We vertrouwen erop dat dit voldoende
Het ondernemingsplan is gericht op de toekomst, ambiti‑
aanwezig is.
eus en naar ons gevoel haalbaar. We willen graag onze tevredenheid uiten over de totstandkoming van het onder‑
Er is bij het opstellen van het ondernemingsplan bewust
nemingsplan en onze rol daarin. We constateren dat de
gekozen om niet uitgebreid in te gaan op de gevolgen voor
toegezegde inbreng van de medewerkers ook daadwerke‑
de organisatie en het personeel – in tegenstelling tot het
lijk vorm heeft gekregen, waardoor wij onze rol als pro‑
vorige ondernemingsplan – en dit later in een organisatie‑
cesbewaker goed hebben kunnen invullen. We zijn goed
plan terug te laten komen. We verwachten te worden be‑
meegenomen en zien onze inhoudelijke opmerkingen te‑
trokken bij de totstandkoming van het organisatieplan en
rug in het plan.
zien op onderdelen een advies- of instemmingsaanvraag tegemoet.
Wij zijn blij dat dit ondernemingsplan uitgaat van behoud van werkgelegenheid en zien voor de medewerkers een
De OR van R&B Wonen geeft hierbij dan ook een positief
ontwikkelingsmogelijkheid die uiteindelijk een meer‑
advies op het ondernemingsplan 2014 -2018 “Voor nu en
waarde is voor hun persoonlijke loopbaanontwikkeling.
later”.
Dit vergt flexibiliteit en inzet van de medewerkers met
54
daarbij een stijl van leidinggeven die gericht is op het sti‑
Ankie Capello,
muleren en faciliteren van én aansluit bij de behoefte van
voorzitter ondernemingsraad
Ondernemingsplan 2014-2018
Tot slot
In haar visitatierapport van eind 2012 heeft Ecorys als
overtuigd dat wij ook voor de komende vier jaar weer een
onafhankelijke organisatie R&B Wonen gecomplimen‑
gedragen en goed doortimmerd ondernemingsplan heb‑
teerd voor de interactieve wijze waarop wij onze huurders
ben kunnen maken. U kunt ervan op aan dat wij hier de
en overige stakeholders betrekken bij onze besluitvor‑
komende vier jaar met groot enthousiasme aan zullen
ming. Het was voor ons dan ook vanzelfsprekend dat wij
gaan werken. Ook nu geldt weer dat onze belanghouders
dit ondernemingsplan op dezelfde manier tot stand zou‑
ons hier op mogen afrekenen!
den brengen. Dankzij de grote inbreng van onze betrok‑ ken medewerkers, de huurdersvereniging, de gemeenten
Peter Bevers,
Reimerswaal en Borsele, het woonplatform, onze onder‑
directeur-bestuurder
nemingsraad en alle overige stakeholders ben ik er van
Ondernemingsplan 2014-2018
55
Rilland
7 56
Bijlagen Ondernemingsplan 2014-2018
Bijlage 1: Overzicht van belanghouders
We beschouwen onderstaande partijen als onze belang‑ rijkste belanghouders. In de tweede tabel staat de wijze waarop belanghouders worden betrokken. BELANGHOUDER
PRIMAIR
Gemeente Reimerswaal politiek
X
Gemeente Reimerswaal ambtelijk
X
Gemeente Borsele politiek
X
Gemeente Borsele ambtelijk
X
HVRB
X
Huurderspanel
X
Woonplatform
X
SECUNDAIR
Dorpsraden
TERTIAIR
X
SVRZ
X
Ter Weel
X
KIO
X
Sirjon
X
Philadelphia Zorg
X
Het Gors
X
Zeeuwse Gronden
X
Allévo
X
Provincie Zeeland
X
Stadlander
X
Clavis
X
Woningstichting Woensdrecht
X
Zeeuwland
X
RWS Goes
X VISITATIE
ONDERNEMINGSPLAN
REGULIER
Primaire belanghouder
BELANGHOUDER
X
X
X
Secundaire belanghouder
X
X
X
Tertiare belanghouder
Ondernemingsplan 2014-2018
X
57
Bijlage 2: Overzicht van strategische doelen
1) Voldoende woningen met aanvaardbare woonlasten voor de primaire en secundaire doelgroep, in die volgorde. 1.1 Voldoende bereikbare woningen voor de doelgroep 1.2 Voldoende passende woningen beschikbaar 1.3 Goede prijs/kwaliteitverhouding 1.4 Gematigde woonlasten
7) F inanciële randvoorwaarden
2) Wonen met zorg
7.1 R&B Wonen is financieel gezond 7.2 Voldoende vermogen om onze ambities in de toekomst waar te maken 7.3 We integreren risicomanagement in onze bedrijfsvoering en creëren een risicobewuste organisatie
2.1 Voldoende geschikte woningen voor mensen met een variabele zorgvraag 2.2 Beschikbaarheid geschikte woningen 2.3 Specifiek zorgvastgoed op aanvraag en wanneer langdurig noodzakelijk 2.4 Afstemming met zorgaanbieders over de beschikbaarheid van zorg
6) Over onze manier van werken
3) Kwaliteit en duurzaamheid
6.1 Een goed overleg met de huurders 6.2 Effectieve samenwerking met belanghouders 6.3 Effectieve samenwerking met gemeenten
3.1 Woningen hebben een goede basiskwaliteit 3.2 Toekomstbestendiger maken van onze voorraad 3.3 Woningen zijn duurzaam, wat de betaalbaarheid ten goede komt 3.4 Effectiviteit onderhoudsuitgaven verbeteren
5) Positie van de klant 5.1 Tevreden klanten ten aanzien van contacten met R&B Wonen 5.2 Bewonersparticipatie bij onderhoud en nieuwbouw 5.3 Inzicht in de woningbehoefte en woonwensen
58
4) Leefbare kernen 4.1 Investeren in leefbaarheid als onderdeel van de samenleving en op basis van wederkerigheid 4.2 Bevorderen van kwaliteit van wonen en woonomgeving samen met bewoners, gemeenten en andere partijen
Ondernemingsplan 2014-2018
Bijlage 3: Uitleg van gebruikte afkortingen en vaktermen
Afkorting Uitleg BBO
PIOFACH
de afdeling Beleids- en Bestuursondersteu‑
automatisering, communicatie en huisves‑
ning van Stichting R&B Wonen CFV F&C
Personeel, inkoop, organisatie, financiën, ting
Centraal Fonds Volkshuisvesting
PvE
Programma van Eisen
de afdeling Financiën & Control van Stich‑
RvC
Raad van Commissarissen
ting R&B Wonen
SWOT
Strength, Weaknesses, Opportunities &
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
Threats. Een analyse van sterkten, zwak‑
HRM
Human Resource Management
ten, kansen en bedreigingen
HVRB
Huurdersvereniging Reimerswaal en Bor‑
VG
Verstandelijk Gehandicapt
sele
VOB
de afdeling Vastgoedontwikkeling en
ICT
Informatie en communicatietechnologie
IRR
Internal Rate of Return of effectief rende‑
VV
Verpleging & Verzorging
ment: een getal, meestal uitgedrukt als
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
percentage, dat het nettorendement van
WoON
Woononderzoek Nederland
investeringen in een project weergeeft.
WOZ
Wet waardering Onroerende Zaken
Kwaliteitscentrum Woningcorporaties
WSW
Waarborgfonds Sociale Woningbouw
Huursector
WWS Woningwaarderingsstelsel
KWH
OR Ondernemingsraad
-beheer van Stichting R&B Wonen
ZZP Zorgzwaartepakket
Vakterm Uitleg Aftoppingsgrenzen
De door het ministerie vastgestelde huurprijs tot welk bedrag een huurder gebruik kan maken van huurtoeslag
Basiskwaliteit
De minimale kwaliteit waaraan een woning moet voldoen volgens de wet- en regelgeving
Bewonersparticipatie
Actieve deelname van huurders bij bijvoorbeeld (groot) onderhoud,
transformatie of leefbaarheid van de woonomgeving
DAEB en Niet-DAEB
DAEB-activiteiten zijn diensten van algemeen economisch belang.
Bijvoorbeeld het verhuren van woningen aan huishoudens met een (gezamenlijk) inkomen tot € 34.229,00 en bepaalde vormen van maatschappelijk vastgoed
Ondernemingsplan 2014-2018
59
Bijlage 3: Uitleg van gebruikte afkortingen en vaktermen
Domotica
Huisautomatisering: de integratie van technologie en diensten ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven
Extramuralisering
Het buiten de muren van een zorginstelling leveren van zorg aan zorgbehoevenden
Governance
Het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen, verant‑ woorden en toezicht houden van een organisatie, gericht op een efficiënte en effectieve reali‑ satie van doelstellingen
Huurprijsgrenzen
Grens voor de gereguleerde huursector. Is de huur onder deze grens, dan mag de huur niet hoger zijn dan wat overeenkomt met de kwaliteit van de woning conform het woningwaarde‑ ringsstelsel en is de jaarlijkse huurverhoging gemaximeerd
Kwaliteitskortingsgrens Kwaliteitskortingsgrens is een begrip in de Wet op de Huurtoeslag. Een huur die hoger is dan de kwaliteitskortingsgrens wordt niet meer volledig, maar slechts voor 65%, door huurtoeslag vergoed. Voor 2013 is de kwaliteitskortingsgrens vastgesteld op € 374,44 Liberalisatiegrens
Grens voor de gereguleerde huursector. Is de huur onder deze grens, dan mag de huur niet hoger zijn dan wat overeenkomt met de kwaliteit van de woning conform het woningwaarde‑ ringsstelsel en is de jaarlijkse huurverhoging gemaximeerd
Middeldure huur
Huurwoningen met een huur tussen de huurtoeslaggrens van € 681,02 (in 2014) en € 850,00
Niches
Een kleine, gespecialiseerde markt voor een bepaald product
Nultredenwoning
Een woning die zonder trappen bereikbaar is en waarbij de primaire ruimtes zich op dezelfde woonlaag bevinden. Drempels in de woning zijn laag of ontbreken
Primaire doelgroep
Huishoudens met een inkomen tot de DAEB-grens (€ 34.229 in 2014)
Secundaire doelgroep
Huishoudens met een inkomen tussen € 34.229 (2014) en € 43.000
Sociale huur
Huurwoningen met een huur tot de huurtoeslaggrens (€ 681,02 in 2014)
Streefhuurbeleid
Het beleid voor nieuwe huren die na een huuropzegging gaan gelden voor een nieuwe huurder
Woonmilieu
De omstandigheden en omgeving waarin een persoon woont
Zorgwoning
Woning met speciale, op zorg gerichte voorzieningen
Woonlastenbenadering Het benaderen van de huurprijs als onderdeel van de combinatie van de huur- en energielasten
60
Ondernemingsplan 2014-2018
Bijlage 4: Overzicht van de tien belangrijkste risico’s
In onderstaand overzicht staan de tien belangrijkste risi‑ co’s. Deze risico’s zijn gekoppeld aan de kerndoelen en subdoelen in dit ondernemingsplan.
Kerndoel
Subdoel
Soort risico
Omschrijving risico
1. Aanvaardbare woonlasten
1.1 Voldoende bereikbare woningen voor de doelgroep
financieel
Vraag naar woningen sluit niet aan op het aanbod. Risico leegstand enerzijds en toename wachtlijsten anderzijds
1.3 Een goede prijs/kwaliteit verhouding
financieel
Onze huurprijzen worden te hoog in verhouding tot de kwaliteit
1.4 Gematigde woonlasten
financieel
Woonlasten worden te hoog
2. Wonen met zorg
2.1 Voldoende geschikte woningen voor mensen product met een variabele zorgaanvraag
Aanbod komt niet overeen met de vraag of vraag is anders dan verwacht (verandering ZZP klassen welke zelfstandig moeten blijven wonen)
2.3 Specifiek zorgvastgoed op aanvraag en wanneer langdurig noodzakelijk
financieel
Bestaande huurcontracten voor zorgvastgoed worden niet verlengd, met gevolg leegstand van moeilijk verhuurbaar vastgoed
3. Kwaliteit en duurzaamheid
3.2 Toekomst bestendiger maken van onze voorraad
proces
Transformatieopgave wordt niet volgens planning uitgevoerd
3.4 Effectiviteit onderhoudsuitgaven verbeteren financieel
Fors stijgende bouwkosten
4. Leefbare kernen
4.2 Bevorderen kwaliteit wonen en woonomgeving
financieel
Aantrekkelijkheid woonkern/voorzieningen niveau is ondermaats waardoor woningen niet aantrekkelijk zijn voor woningzoekenden
5. Positie van de klant
5.1 Tevreden klanten t.a.v. de contacten met R&B Wonen
imago
Ontevreden klanten
6. Onze manier van werken
6.3 De organisatie
financieel
Beoogde efficiency/rendementseis wordt niet behaald
Ondernemingsplan 2014-2018
61
Bijlage 5: Productieschema 2014 tot en met 2017
Zoals uit dit ondernemingsplan blijkt is de transformatie‑ opgave een belangrijk speerpunt in de komende vier jaar. In onderstaand overzicht is samengevat welke woningen we per kern slopen en welk aantal woningen wordt herge‑ bouwd. Uit de laatste kolom blijkt dat de meeste wonin‑ gen
die
worden
nieuw
gebouwd
bestaan
uit
nultreden-woningen. Daarmee stemmen we ons aanbod af op de veranderingen in onze doelgroepen.
62
Gemeente Borsele
Baarland
geen acties
aantal sloop
aantal herbouw
waarvan nultreden
Borssele
sloop en nieuwbouw diverse complexen
19
16
16
Driewegen
sloop en nieuwbouw complex
4
4
4
Ellewoutsdijk
sloop complex
2
-
-
Heinkenszand
sloop en nieuwbouw diverse complexen
29
50
50
Hoedekenskerke
sloop complex
8
-
-
Kwadendamme
sloop en nieuwbouw diverse complexen
14
16
16
Lewedorp
sloop en nieuwbouw diverse complexen
16
28
28
Nieuwdorp
sloop en nieuwbouw complex
5
5
5
Nisse
geen acties
-
-
-
Oudelande
geen acties
-
-
-
Ovezande
nieuwbouw complex
‘s-Gravenpolder
sloop en nieuwbouw diverse complexen
-
14
-
31
26
26
‘s-Heer Abtskerke ‘s-Heerenhoek
geen acties
-
-
-
geen acties
-
-
Subtotaal gemeente Borsele
-
128
159
145
Gemeente Reimerswaal
Hansweert
sloop en nieuwbouw diverse complexen
40
aantal herbouw
waarvan nultreden
28
Krabbendijke
sloop en nieuwbouw diverse complexen
28
24
24
Kruiningen
sloop en nieuwbouw diverse complexen
24
19
28
Oostdijk
geen acties
28
-
-
Rilland
sloop en nieuwbouw diverse complexen
-
37
22
22
Waarde
sloop en nieuwbouw complex
Yerseke
sloop en nieuwbouw complex
2
2
2
16
40
Subtotaal gemeente Reimerswaal
8
138
144
112
Totale realisatie in periode ondernemingsplan 2014-2018
266
303
257
aantal sloop
Ondernemingsplan 2014-2018
Ondernemingsplan 2014-2018
Colofon: Basisontwerp/-stramien: BOOM Communicatie, www.boomcommunicatie.nl DTP/opmaak en productie: Drukkerij Gianotten B.V. www.drukkerijgianotten.nl Fotografie personeelsfoto: Limit fotografie, www.limitfotografie.nl
Postadres: Postbus 30 | 4450 AA Heinkenszand T 0113-396400 | F 0113-562081 |
[email protected] | www.renbwonen.nl Ondernemingsplan 2014-2018