Regio journaal Stadsregio Amsterdam
juni 2012
Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad, Zeevang.
Inspraak Amstelveenlijn van start Pagina 3
Interview: Mona Keijzer over Jeugdzorg Pagina 4 0$*$=,1( 217'(.1225'+2//$1'9$1$)+(7:$7(5
+LSL\RZ[L WSLRRLUVT HHU[LSLNNLU
events
)PQaVUKLYLZ[YLLR WYVK\J[LU RHSLUKLY V]LYUHJO[PUNLU
:OVWWLU L[LUKYPURLU aPLU KVLU
Magazine voor de watertoerist Pagina 8
Pilot Verbeterd Toezicht OV succesvol verlopen De Stadsregio Amsterdam is blij met de resultaten die zijn behaald in de pilot Verbeterd Toezicht Openbaar Vervoer. Tijdens de pilotperiode bleek het aantal incidenten 16 % lager, het aantal zwaardere incidenten in die periode is met 23% verminderd. Ook is het veiligheidsgevoel van het personeel toegenomen. Een goed resultaat, dat op dinsdag 12 juni bekend is gemaakt. De pilot is uitgevoerd door de gezamenlijke vervoerbedrijven in twaalf concessiegebieden verdeeld over Randstad-Noord, Zuid-Holland en Brabant. Daarin werd een groep van 60 toezichthouders in het openbaar vervoer gericht ingezet op basis van incidenten en praktijkervaringen. Binnen de Stadsregio zijn de concessies Zaanstreek en Amstel-Meerlanden opgenomen in het project. Bij vergelijking van twee gelijke perioden van zes maanden verminderde het aantal geregistreerde incidenten in de Zaanstreek van 54 naar 34 (dit is minimaal 37%). In Amstel-Meerlanden verminderde het aantal in-
cidenten van 255 naar 193 (dit is minimaal 24%). De werkwijze in de pilot sluit goed aan op de visie van portefeuillehouder Wiebes om toezichthouders nauwkeurig en efficiënt in te zetten, rekening houdend met risicovollere plekken en tijdstippen. Opdrachtgevers en financiers van het project zijn naast de Stadsregio Amsterdam, de ministeries van BZK en I&M, de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland, het samenwerkingsverband regio Eindhoven en de gemeente Almere. De Stadsregio zal ook in de komende jaren veel aandacht geven aan het efficiënt inzetten van middelen voor een goed niveau van veiligheid in het openbaar vervoer. Inlichtingen: Florence Bloemkolk, tel. (020) 527 37 68
[email protected] Het rapport is te vinden op de website van de Stadsregio Amsterdam: www.stadsregioamsterdam.nl bij Aan de orde.
Regiojournaal 06.12 Stadsregio Amsterdam
Pagina 2
Snelfietsroute Amsterdam - Zaanstad dichterbij Het college van B&W van de gemeente Amsterdam stemde onlangs in met de plannen voor het aanleggen van een snelfietsroute. Met dit belangrijke besluit kan het project ‘Snelfietsroute Amsterdam – Zaanstad’ door naar de volgende fase. De snelfietsroute is een initiatief van de gemeenten Amsterdam en Zaanstad, Stadsregio Amsterdam, Stadsdeel Noord en de Fietsersbond. Ook is het onderdeel van het programma Fiets Filevrij van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Met de circa 21.000 pendelaars lijkt de snelfietsroute een uitkomst. Steeds meer mensen stappen op de fiets. De initiatiefnemers hopen dan ook dat met de aanleg van de route, de filedruk rondom genoemde plaatsen afneemt. Het te ontsluiten fietspad zorgt voor een directe, comfortabele fietsverbinding tussen Zaanstad en Amsterdam aan de noord-
kant van het IJ. De route dient ook als ontsluiting van het nieuw te ontwikkelen recreatiegebied bij de Noorder IJplas. De planning is afhankelijk van de realisatie van de werkzaamheden van Rijkswaterstaat rondom de tweede Coentunnel. Waarschijnlijk is de fietsroute medio 2014 gereed. De totale kosten voor het project bedragen circa € 2,1 miljoen. Het Rijk draagt daaraan € 1,35 miljoen bij. De geschatte bijdrage van de Stadsregio is € 690.000. Het eerste deel van de snelfietsroute is inmiddels door de gemeente Zaanstad gerealiseerd. Inlichtingen: Maarten Bakker, tel. (020) 527 37 71
[email protected]
Gezinnen krijgen nieuwe kansen op sociale huurwoning De woningcorporaties in de stadsregio Amsterdam hebben een deel van hun sociale huurwoningen opengesteld voor gezinnen met een inkomen tot en met ¼38.532. Door Europese regelgeving was het voor de meeste woningzoekenden met een jaarinkomen boven € 34.085 niet meer mogelijk een sociale huurwoning te huren. De corporaties doen hier iets aan omdat vooral gezinnen met een laag middeninkomen nu tussen wal en schip vallen: het inkomen is te hoog voor sociale huur en te laag voor de vrije sectorhuur of een koopwoning.
Stadsregio Amsterdam Regiojournaal 06.12
De corporaties stellen een deel van hun woningen met drie of meer kamers en een huur van € 561,99 tot en met € 664,66 open voor gezinnen met een laag middeninkomen. De regeling is voor gezinnen met minimaal één volwassene en minimaal één kind jonger dan 18 jaar, met een toetsingsinkomen van € 34.086 tot en met € 38.532. Hierbij wordt het inkomen van de kinderen niet meegerekend.
ben beëindigd. Nu kunnen sommige uitgeschreven woningzoekenden door de nieuwe maatregel toch weer reageren op sociale huurwoningen. Deze groep kan de oude inschrijving opnieuw laten activeren, inclusief de tot de uitschrijving opgebouwde inschrijftijd. Dit heractiveren is gratis, de jaarlijkse verlengingskosten moeten wel worden betaald.
Inschrijving gratis heractiveren Er zijn woningzoekenden met een inkomen boven de € 34.085 die na 1 januari 2011 hun WoningNet-inschrijving heb-
Inlichtingen: Sanne van der Lelij, tel. (020) 527 37 17
[email protected]
Pagina 3
Inspraak op plannen vernieuwing Amstelveenlijn Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam heeft op 7 juni de plannen voor de vernieuwing van de Amstelveenlijn vrijgegeven voor inspraak. Belangstellenden kunnen tussen 9 juni en 21 juli hun zienswijze op de plannen indienen bij de Stadsregio. De Stadsregio, gemeente Amsterdam, gemeente Amstelveen en stadsdeel Zuid hebben de ambitie de Amstelveenlijn om te bouwen tot hoogwaardige tramlijn, bestaande uit twee takken. Volgens de plannen moet er een tramverbinding komen tussen Amstelveen Westwijk en omgeving Leidseplein en één tussen Amstelveen Binnenhof en het Amstelstation. Veilig, snel, betrouwbaar en comfortabel De nieuwe tramlijn wordt veiliger, sneller en betrouwbaarder dan de huidige lijn 51. Om de veiligheid te vergroten, is het nodig diverse maatregelen door te voeren, waaronder het ongelijkvloers maken van drie kruispunten van de Beneluxbaan: Sportlaan, Zonnestein en Rembrandtweg. Voor de snelheid en betrouwbaarheid wordt gestreefd naar zoveel mogelijk gebruik van vrije trambanen. Er komen minder haltes dan nu en de tram krijgt voorrang op het
overige verkeer. Daardoor komen de reizigers minuten sneller op hun bestemming dan nu het geval is. Ook het reizigerscomfort wordt verbeterd, onder andere door hoogwaardige voertuigen en makkelijk toegankelijke haltes voor iedereen. Bij de haltes komen meer fietsenstallingen waardoor het overstappen van de fiets op de Amstelveenlijn makkelijker wordt. Snel naar Station Zuid Door haltes op te heffen wordt de reistijd korter en krijgen de wijken waar de Amstelveenlijn rijdt een snellere verbinding met Station Zuid, dat de komende jaren uit zal groeien tot een van de belangrijkste OV-knooppunten van Nederland. Daarom vervallen in de plannen de haltes Spinnerij, Gondel, Marne, Amstelveen Centrum en A.J. Ernststraat. Op Station Zuid komt een snelle overstap op onder andere de trein, Noord/Zuidlijn en de Ringlijn. De perrons liggen op 100 tot 150 meter loopafstand vanaf de halte van de Amstelveenlijn. Binnen de ring zijn de plannen minder vastomlijnd. Richting Leidseplein wordt grotendeels het tracé van tramlijn 5 gevolgd. Op dit traject staan de haltes Stadionweg, Apollolaan en Van Baerlestraat ter discussie om de snelheid van de lijn te waarbor-
gen. Richting Amstel wordt vanaf Station RAI het tracé van lijn 4 en lijn 12 gevolgd. Op dit traject staan de haltes Dintelstraat, Waalstraat en Amsteldijk ter discussie. Richting 2020 Tijdens de verbouwing moet de Amstelveenlijn blijven rijden. Waar nodig wordt vervangend openbaar vervoer ingezet op delen van het traject. In 2020 moet de nieuwe Amstelveenlijn een feit zijn. Inspraak Het inspraakdocument is in te zien bij de Stadsregio en de betrokken gemeenten en stadsdelen en te downloaden op www. amstelveenlijn.nl. Op de site staat een reactieformulier, maar er kan ook gereageerd worden per e-mail of post. Daarnaast worden er op 25 juni, 2, 3 en 5 juli inspraakavonden georganiseerd waar mensen mondeling kunnen inspreken. Het antwoord op de zienswijzen wordt uiterlijk 1 oktober 2012 gepubliceerd. Inlichtingen: Karin Sweering, tel. (020) 527 37 69
[email protected]
Regiojournaal 06.12 Stadsregio Amsterdam
Pagina 4
Mona Keijzer, wethouder Jeugd van de gemeente Purmerend, over de decentralisatie van de Jeugzorg:
‘Mensen moeten één keer hun verhaal kunnen vertellen’
Hoe wordt de hulp dicht bij huis geregeld? ‘Bij de Centra voor Jeugd en Gezin kunnen mensen terecht voor laagdrempelige en vrijwillige hulp. In Purmerend willen we de zwaardere problematiek, zoals de gedwongen hulpverlening en de zogenaamde drang en dwangmaatregelen, daar niet bij hebben. Mensen gaan deze centra dan mijden en dat willen we juist niet. Verder zullen we meer eigen kracht conferenties inzetten, daarbij vindt hulp via het eigen sociale netwerk van een gezin plaats. Op voorwaarde dat de veiligheid van het kind en
‘De zwaardere zorg moeten we zoveel mogelijk gezamenlijk organiseren’ de overlast voor de buurt gewaarborgd zijn, is een eigen kracht conferentie een hele goede oplossing. Waar we als gemeenten nog over nadenken, is hoe we de toegang tot de zwaardere zorg gaan regelen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een zorgloket of een WMO-loket, daar moeten we nog keuzes over maken.’
Vanaf 1 januari 2015 gaat de jeugdzorg over van de Stadsregio naar de gemeenten. De zestien gemeenten zijn druk bezig met de voorbereidingen van de decentralisatie. Wethouder Mona Keijzer vertelt wat dit voor haar gemeente betekent, wat er gaat veranderen en welke keuzes nog gemaakt moeten worden. Wat wordt straks de grootste verandering voor ouders en kinderen die hulp nodig hebben? ‘Wat er in Purmerend verandert, is dat ouders hun verhaal niet steeds weer opnieuw hoeven te vertellen aan de hulpverleners. Wat wij willen bereiken, is dat er voor een gezin één vertrouwenspersoon komt. Die wordt het aanspreekpunt en houdt contact met de andere betrokken instellingen. Dan hoeven mensen maar één keer hun verhaal te vertellen in plaats van vijftien keer zoals nu soms het geval is. De afgelopen periode heb ik als wethouder, evenals de ambtenaren, regelmatig meegelopen met de instellingen en gezinnen die hulp krijgen. Bij die bezoeken zie je dat mensen pas echt open kunnen zijn wanneer ze iemand vertrouwen. Als je constant met verschillende hulpverleners te maken hebt, dan komt dat vertrouwen er niet en zijn mensen minder geneigd om te vertellen wat er precies speelt.’ Krijgt een kind straks in de ene gemeente wel dezelfde kwaliteit zorg als in de andere? ‘Ook nu zijn er al verschillen in de manier waarop gemeenten hun hulp organiseren. In de ene gemeente werken andere organisaties dan in de andere. Die werken allemaal vanuit hun eigen kennis en kunde. De gedachte achter de decentralisatie van de jeugdzorg is dat de zorg naar een overheidsniveau gaat dat dichter bij de burger staat, zodat de hulp dichtbij huis kan worden georganiseerd. De manier waarop dat wordt uitgevoerd, ziet er in een Amsterdamse wijk anders uit dan in bijvoorbeeld Middenbeemster.’
Stadsregio Amsterdam Regiojournaal 06.12
De gemeenten bereiden de decentralisatie gezamenlijk voor, hoe verloopt dit proces tot nu toe? ‘Ik ben positief over hoe we dit met elkaar doen. In de stadsregio hebben we de stuurgroep decentralisatie Jeugdzorg om met elkaar af te stemmen. In de regio Zaanstreek-Waterland bespreken de portefeuillehouders Jeugd het onderwerp ook regelmatig. Als gemeenten proberen we de zwaardere zorg zoveel mogelijk gezamenlijk te organiseren. Wat we samen kúnnen doen, moeten we samen wíllen doen. En laten we dan eindelijk ook onze subsidie systematieken op elkaar afstemmen. Gaan we de jeugdzorg sub-
‘We hebben al genoeg kwaliteitseisen’ sidiëren, gaan we aanbesteden of gaan we aan contractvorming doen? Ook die keuze moet nog gemaakt worden. In Purmerend zijn we erg gecharmeerd van het bestuurlijk aanbesteden, waarbij je contracten sluit nadat je met de instelling in gesprek bent geweest. Dan kun je vertellen wat je als opdrachtgever precies nodig hebt en met elkaar tot een redelijke prijs komen. We willen in elk geval af van het systeem waarbij de organisaties leidend zijn en uitgaan van wat er nodig is in een gezin. Gelukkig zien we ook bij de instellingen een grote bereidheid om hierover mee te denken.’ Welke veranderingen vinden er nu al plaats? ‘De transitie is een doorlopend proces waar we middenin staan. Onlangs heeft portefeuillehouder Lodewijk Asscher voorgesteld om de ambulante zorg (de niet-residentiële zorg red.) nu al naar de gemeenten over te dragen. In Purmerend hebben we dat met beide handen aangegrepen en dus worden we hier vanaf 1 januari 2013 zelf verantwoordelijk voor. Zo komt de overdracht steeds een stapje dichterbij. We vinden het wel jammer dat de AWBZ begeleiding is uitgesteld. We weten inmiddels dat veel gezinnen met jeugdzorg ook gebruik maken van andere zorg zoals zorg die vanuit de AWBZ. Als je dat in totaal naar de gemeente overbrengt
Pagina 5
kun je slimme combinaties maken in het hulpaanbod.’ Hoe staat u tegenover het landelijke beleid voor de jeugdzorg? ‘Onlangs heeft de staatssecretaris een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over extra kwaliteitseisen die gesteld zouden moeten worden aan de jeugdzorg. Hebben we nog niet genoeg kwaliteitseisen en protocollen, vraag ik me dan af. We hebben al een goede kwaliteitscertificering en als je dit steeds zwaarder maakt, kweek je een papieren tijger. Dat kost ontzettend veel tijd en geld en leidt tot meer bureaucratie. Ook in Den Haag moet er vertrouwen zijn in gemeenten, instellingen en gezinnen dat we met elkaar een goede kwaliteit jeugdzorg leveren. Als dat vertrouwen er niet is, krijgen we weer met extra eisen en discussies te maken, waarmee het innova-
tieve vermogen om het anders te organiseren wordt gesmoord. Hetzelfde geldt voor de bezuinigingen: we moeten het met 10 % minder doen in de jeugdzorg. Dat is nodig en het is ook mogelijk, maar geef dan wel de ruimte om de jeugdzorg zo in
‘Risicoloos leven bestaat niet’ te richten dat het bij een wijk of gemeente past. En dat lukt niet met een blauwdruk vanuit Den Haag.’ Wat zijn uw aandachtspunten voor de komende tijd? ‘Waar het op aankomt, is dat we de jeugdzorg zó weten te organiseren dat we dichtbij de gezinnen, zonder bureaucratische ballast kunnen doen wat nodig is. Dat we vertrouwen weten te geven aan de gezinnen. Instellingen trekken gezamenlijk
Gemeenten kiezen voor voortzetting van samenwerking in de Stadsregio Het kabinet is gevallen en de afschaffing van de WGR plus is controversieel verklaard. Wat betekent dit voor de regionale samenwerking? Opheffing van de WGR plus per 1 januari 2013 is in elk geval niet meer aan de orde. Naar aanleiding van de regeringsplannen is een proces op gang gekomen waarbij bestuurders en raden zich hebben bezonnen op de samenwerking. Voor zichzelf hebben ze vastgesteld dat ze aan die samenwerking hechten en deze willen versterken. De plannen van het kabinet waren voor bestuurders en raadsleden aanleiding om regelmatig bij elkaar te komen om hier-
op. Niet vanuit hun specifieke organisatiedoel, maar vanuit wat goed is voor het gezin. En het allerbelangrijkste: kunnen we met zijn allen accepteren dat risicoloos leven niet bestaat? Het maakt niet uit hoe goed je het regelt, er zullen helaas dingen misgaan. Ik denk dat het de grootste uitdaging van deze tijd is om dat te kunnen accepteren. Hoe triest soms ook’. Wat is uw persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp jeugdzorg? ‘Ik ben zelf moeder en ik weet hoe heerlijk het is als het goed gaat met je kinderen. En wat de zorgen zijn als dat niet het geval is. Daar waar het niet vanzelf loopt, moeten we mensen helpen de regie weer op te pakken zodat ze hun eigen leven kunnen leiden. Díe zorg moet goed ingericht zijn.’
over van gedachten te wisselen. Ook een commissie van de regioraad is met dit thema aan de slag gegaan. Daarbij stond de vraag centraal hoe binnen het door het Rijk aangegeven kader de samenwerking vorm zou moeten krijgen. Voortzetting van het verband van de Stadsregio had de voorkeur maar de plannen waren ook aanleiding om ideeën te formuleren die de samenwerking op bepaalde punten vernieuwen. Over de manier waarop die versterking kan plaatsvinden zijn echter verschillende gedachten. Sommigen denken aan verbreding waarbij bijvoorbeeld samenwerking met gemeenten als Almere en Haarlem in beeld komt, anderen denken aan het sterker verbinden van de Stadsregio met de gehele metropoolregio Amsterdam, aan inhoudelijke uitbreiding van het werkterrein of aan versterking van de democratische legitimiteit. De Regioraad zal zich op 26 juni opnieuw over dit onderwerp buigen en de dialoog met de gemeenten is hiermee nog niet ten einde. Voor het eind van het jaar wil het dagelijks bestuur een dag organiseren voor raadsleden en leden van de colleges om de resultaten en ambities van de Stadsregio te bespreken.
Afscheid van Fonds BONRoute:
Veel profijt voor de regio, ook al is het anders gegaan dan voorzien Vanuit het fonds BONRoute zijn over een periode van tien jaar ruim 140 projecten uitgevoerd ter verbetering van de bereikbaarheid in de noordelijke Randstad. Daarvoor is ruim ¼ 300 miljoen uit het fonds uitgekeerd. Het Fonds BONRoute dateert uit 2001 toen de overheden in de Noordelijke Randstad en het Rijk het convenant ‘Bereikbaarheidsoffensief Noordelijke Randstad’ ondertekenden.
den worden gerealiseerd zijn: busbanen voor de Zuidtangent, de Nieuwe Bennebroekerweg in Haarlemmermeer, P+R-terreinen, reizigersinformatiepanelen, fietspaden, fietsenstallingen bij stations en diverse doorstromingsmaatregelen. Ook grote projecten zoals de tweede Coentunnel , de N201 en de Noord/Zuidlijn ontvingen bijdragen uit het fonds.
Voorbeelden van projecten die met bijdragen uit dit fonds kon-
lees verder op pagina 6
Regiojournaal 06.12 Stadsregio Amsterdam
Pagina 6 vervolg van pagina 5 De verwachting was het fonds te vullen door de opbrengsten van de tolpoortjes die toenmalig minister Netelenbos als proef wilde instellen in de regio Amsterdam. Bovendien was het Rijk bereid om eenmalig het bedrag dat de overheden in de regio gezamenlijk zouden inbrengen, in het fonds te verdubbelen tot een maximum van 250 miljoen gulden. Veel overheden bleken daartoe bereid: provincies, grote gemeenten, maar ook kleinere gemeenten zoals Beemster, Wormerland, Aalsmeer. Het fonds had een eigen, breed samengesteld bestuur. De Stadsregio trad op als beheerder van het fonds. De tolpoortjes en spitsheffingen zijn uiteindelijk niet gerealiseerd, maar er ontstond wel een fonds uit de eenmalige stortingen waarmee belangrijke bereikbaarheidsprojecten zijn uitgevoerd, dat anders niet tot stand zou zijn gekomen. De oprichting en de vulling van het fonds toonde ook aan dat de overheden in de noordelijke Randstad met elkaar in staat waren tot goede en niet vrijblijvende onderlinge samenwerking.
Bestuursleden Fonds BON Route
Inlichtingen: Boni Goedhart, tel. (020) 527 37 42
[email protected]
Informatieavond in Hillegom
Informatieavonden Duinpolderweg:
Bewoners denken mee over verbindingsweg N206-A4 Voor de economie is het belangrijk dat het gebied rond de Bollenstreek, Aalsmeer en Schiphol goed bereikbaar blijft. Met een verbindingsweg tussen de N206 en de A4 kan het verkeer buiten de dorpen om rijden. Het verkeer dat door de dorpen heen rijdt zal dan tussen de 15% en 70% afnemen. Hierdoor verbetert de leefbaarheid in de dorpen en kan het verkeer beter doorstromen. De regionale overheden in deze gebieden zijn na onderzoek tot de conclusie gekomen dat deze verbindingsweg het beste in het gebied tussen Hillegom en Bennebroek kan komen. Om te bepalen waar precies, betrekken de overheden bewoners en belanghebbenden bij het project. In mei vonden er informatieavonden plaats voor Beinsdorp/ Zwaanshoek, Hillegom, De Zilk, Vogelenzang en Bennebroek. Doel was om bewoners en belanghebbenden zo goed mogelijk te informeren over het nut en noodzaak van de weg, het tot nu toe doorlopen proces en de verdere planning. Zo komt iedereen op hetzelfde kennisniveau om vervolgens mee te kunnen denken
Stadsregio Amsterdam Regiojournaal 06.12
over de vier mogelijke routes waarlangs de Duinpolderweg aangelegd kan worden. De vijf avonden waren goed bezocht met gemiddeld 200 aanwezigen. Tijdens de avonden zijn er vele vragen beantwoord. Op alle avonden blijkt dat bewoners zich zorgen maken over hun eigen leefklimaat. In het vervolg op de informatieavonden zal er gestart worden met werksessies, waarbij kennis en ideeën ingebracht kunnen worden om tot vier inpassingsvarianten Duinpolderweg te komen.
Inlichtingen: Pieter-Jan Labrijn, (020) 527 37 46
[email protected] Meer informatie over de Duinpolderweg is te vinden op http://www.noord-holland.nl/duinpolderweg.
Pagina 7 Tessa van Wijnen
‘Amstelveen heeft meer betaalbare woningen nodig’ UITGESPROKEN!
Wie is Tessa van Wijnen? ‘Ik woon samen, heb drie jonge kinderen en woon met veel plezier in Amstelveen. Ik heb na mijn studie fysische geografie als onderzoeker hydrologie gewerkt en daarvoor een tijdje als matroos en schipper op de binnenvaart. Nu ben ik docent Aardrijkskunde op een middelbare school. Ik vind het leuk om als leraar met de verschillende kanten van mijn vak bezig te zijn: van vulkanen en bodemsoorten tot aan sociale geografie. In de lesstof gaat het ook over het belang van Stadsregio’s en de internationale trend van regionalisering. Dat bracht me vóór de val van kabinet Rutte in een bijzondere spagaat: aan de ene kant doceer je over de voordelen van WGR+ regio’s terwijl die aan de andere kant door het kabinet werden afgeschaft.’ Hoe ben je in de politiek terecht gekomen? ‘Mijn moeder was vroeger al politiek actief in Zaanstad, dus het was bekend terrein voor mij. Ik was bij Greenpeace en in Wageningen altijd bezig met grote thema’s als ontbossing en klimaatbeheersing maar daarbij doe je steeds uitspraken over andermans achtertuin en dat ging me tegenstaan. Ik vind het geweldig om in Amstelveen te wonen maar ook hier kunnen nog wel dingen verbeterd worden. Meer vrijliggende fietspaden bijvoorbeeld. En als de Amstelveenlijn toch verbouwd gaat worden, dan denk ik daar ook graag over mee. Daarom ben ik de politiek in gegaan, waarbij GroenLinks helemaal in de lijn van mijn interesses lag.’
Wie:
Tessa van Wijnen
Wat:
docent Aardrijkskunde, gemeenteraadslid GroenLinks
Leeftijd:
36 jaar
Hobby’s:
lezen (laatste boek: Wolkengids van Gavin Pretor-Pinney),
Amstelveen, Regioraadslid
fietsen, afspreken met vrienden
goede verbinding met Amsterdam en alle scholen zijn in orde, wat prettig is met jonge kinderen. Maar voor jongeren is het lastiger, er zijn weinig uitgaansgelegenheden en het is moeilijk om aan een woning te komen. Het zijn vooral de regionale thema’s waar ik me voor inzet, zoals wonen. Amstelveen heeft veel dure woningen en veel nieuwbouw die gerealiseerd wordt, is vooral voor senioren en studenten. Maar als je de gemeente levend wilt houden moet je ook jongeren en jonge gezinnen erbij krijgen. Door middel van verdichting of de aanleg van hoogbouw zouden er meer betaalbare woningen bij kunnen komen. Daarmee doe je recht aan de behoefte van de bewoners. Een ander aandachtspunt is het groen. Voor het binnenstedelijk groen wordt goed gezorgd maar op het onderhoud van het groene gebied aan de buitenkant, de Amstelscheg, wordt bezuinigd. We moeten oppassen dat dit gebied niet gaat verrommelen. Het slibt nu langzaam dicht, de landbouwbedrijven breiden hun stallen en opslagruimtes verder uit en de nieuwbouw daar is vaak erg groot. Ik vind dat het een open en aantrekkelijk gebied moet blijven, met meer ommetjes en fietspaden zodat het interessant wordt om er een dagje in de natuur door te brengen.’
Wat vind je van de plannen voor de Amstelveenlijn? ‘De tramvariant had niet onze voorkeur, maar ik ben blij dat er een beslissing is genomen, omdat financiering van de metro niet haalbaar bleek. Wel maken we ons als Wat kan er nog verbeterd worden in Amstelveen? GroenLinks zorgen over het kwaliteitsniveau. Het deel dat door Amstelveen rijdt zal ‘Amstelveen heeft veel groen, er is een
wel snel en comfortabel worden maar van het deel door Amsterdam en de overstap op station Zuid weten we dat nog niet. Ook moeten we nog zien hoe de Amstelveenlijn verwerkt wordt in de nieuwe concessie voor het openbaar vervoer. We willen een snelle, veilige en comfortabele lijn, die aantrekkelijk is voor het woon- en werkverkeer maar waarmee je ook goed Amsterdam in kunt komen. Het besluitvormingsproces gaat nu erg snel, daarom is het belangrijk dat er inspraak komt.’ Hoe ervaar je vergaderingen van de Regioraad? ‘Ik vind het erg leuk om de Regioraad erbij te hebben en te zien hoe dingen in een andere gemeente worden opgepakt. In Amstelveen gaan we bijvoorbeeld redelijk formeel met elkaar om, iets dat ik bij andere gemeenten minder zie. Het is interessant om met verschillende grote en kleine gemeenten samen te werken. Daarbij zijn de vergaderingen zeer efficiënt. Het tempo ligt veel hoger dan bij een gemeenteraadsvergadering, je moet je aandacht er goed bij houden. Tegelijkertijd wordt er bij de besluitvorming gezocht naar evenwicht tussen gemeentelijke belangen en die van politieke partijen.’ Wat is je favoriete plek in de regio? ‘Kinderboerderij Elsenhove. Een geweldige plek om met kinderen naartoe te gaan. Een beetje wandelen, dieren aaien, koffie drinken, kortom: een hele goede plek voor de zondagmiddag.’
Regiojournaal 06.12 Stadsregio Amsterdam
Pagina 8 Stadsregio in het kort
Aan wal: magazine voor de watertoerist Onlangs verscheen de tweede uitgave van het magazine 'Aan Wal'. Hiermee wordt de varende toerist verleid om ook bezienswaardigheden aan land te bezoeken. Het blad geeft informatie over interessante dorpjes, bezienswaardigheden, restaurants en winkelen nabij de waterkant. Een evenementenlijst houdt de lezer van de plaatselijke activiteiten op de hoogte. ‘Aan Wal’ is mogelijk gemaakt door Ontwikkelingsbedrijf NHN, de Stadsregio Amsterdam en de Amsterdamse Vaargids, met als doel het toerisme te stimuleren. Noord-Holland behoort tot de mooiste vaargebieden van Nederland. Het gevarieerde landschap wordt doorkruist door rivieren en kanalen. Weilanden, bloembollenvelden en waterrijke poldergebieden wisselen elkaar af. Niets zo prettig dan al zwervend met de boot de regio te verkennen.
Geitenijs en Amstelwijn Voor wie besluit een nachtje niet aan boord te slapen, is een aantal bed & breakfast adressen aan het water geselecteerd. Het zijn bijzondere accommodaties, variërend van op stand tot knus, van stilte tot huiselijke gezelligheid. Ook besteedt ‘Aan Wal’ aandacht aan bedrijven die gespecialiseerd zijn in streekproducten zoals biologische groenten, scharreleieren, schapenkaas, geitenijs of Amstelwijn. ‘Aan Wal’ is gratis verkrijgbaar via de VVV’s en de watersportbedrijven in de regio. Exacte locaties zijn te vinden op www.aanwal.nl. Hier is ook de digitale editie van het magazine te zien. Inlichtingen: Diana van Loenen, tel. (020) 527 37 86
[email protected]
Kennisuitwisseling over duurzame energie uit reststromen Op 25 april organiseerde de Stadsregio samen met de gemeente Purmerend en de Amsterdamse Innovatie Motor een goed bezochte bijeenkomst over het thema ‘duurzame energie uit reststromen’. Gemeenten en bedrijven kwamen met elkaar in contact en konden kennis en ervaringen uitwisselen. Bij duurzame energie uit reststromen gaan restproducten uit productie, zoals plantaardig materiaal of warmte, niet verloren maar worden ze benut voor andere productieprocessen. Tijdens de bijeenkomst werden presentaties gehouden over de stadsverwarming Purmerend, het warmte/koudenetwerk van de gemeente Zaanstad en afval als bron
van grondstoffen bij Van Gansewinkel. Vervolgens gingen de deelnemers aan de slag in twee workshops. Het Afval Energie Bedrijf van Amsterdam behandelde de mogelijkheden om meer energie en grondstoffen uit afval te winnen. Met Urgenda en de gemeente Haarlemmermeer ging het over de ervaringen met hun groengasproject en de mogelijkheden om andere biomassaprojecten van de grond te krijgen. Uit de bijeenkomst kwam naar voren dat je voldoende aanbod en afname van reststromen nodig hebt om een project rendabel te krijgen. Daarvoor is het belangrijk dat mensen zich bewust zijn van de waarde van reststromen. Door hergebruik van reststoffen kunnen veel grondstoffen en fossiele brandstoffen worden bespaard. Hoe sterker dit bewustzijn, hoe groter de bereidheid
Zestien gemeenten samen voor bereikbaarheid, leefbaarheid en economische ontwikkeling. De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang vormen samen de Stadsregio Amsterdam. Deze uitgave is geprint op papier met FSC-keurmerk.
Stadsregio Amsterdam Regiojournaal 06.12
om afval goed te scheiden. Gemeenten kunnen zich aanmelden Het is de bedoeling de bijeenkomst een vervolg te geven. Gemeenten zijn uitgenodigd om, al dan niet samen met andere organisaties en marktpartijen, de Stadsregio te laten weten over welke thema’s en projecten op het gebied van duurzaamheid zij hun kennis en ervaringen willen delen. Hiervoor kunnen zij contact opnemen met Machiel Kouwenberg, tel. 020-5273752,
[email protected]. Wie interesse heeft in een vervolgbijeenkomst over duurzame energie uit reststromen, kan contact opnemen met Ilse van den Breemer van de AIM, via ilse@ aimsterdam.nl.
Colofon Regiojournaal is een uitgave van de Stadsregio Amsterdam. Exemplaren zijn te verkrijgen bij de afdeling communicatie. tel. (020) 527 37 04 Stadsregio Amsterdam Weesperstraat 111 1018 VN Amsterdam Postbus 626 1000 AP Amsterdam tel. (020) 527 37 00, fax. (020) 527 37 77
[email protected] www.stadsregioamsterdam.nl Twitter: @StadsregioA
Eindredactie Hedy Luchtmeyer Bijdragen Saskia Neijzing, Debby Lieuw On, Joop van der Linden, Hedy Luchtmeyer Machiel Kouwenberg Fotografie Theo van Zoggel, Maarten van de Velde, Miranda Smit, Sanne Tiebie, gemeente Purmerend Vormgeving Dutchlabel, Amsterdam Drukwerk Grafinoord BV