F O R U M VO O R K AT H O L I E K O N D E R W I J S JA A R G A N G 2
>
NUMMER 4
>
DECEMBER 2003
reflexief Bezielend leiderschap PA G I N A 4
De vraag naar motivatie en inspiratie PA G I N A 7
Spiritualiteit in leiderschap PA G I N A 1 0
Het verlangen naar de zee PA G I N A 1 2
Transformatief leiderschap PA G I N A 1 4
Lerarentekort: wie neemt de leiding? PA G I N A 1 6
Je gaat jezelf de goede vragen stellen PA G I N A 2 0
Binding en vertrouwen PA G I N A 2 2
Ik geef niet zozeer om het uiterlijke
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
TEN GELEIDE
Bezielend leiderschap Na themanummers over ‘de nieuwe leerling’, ‘het nieuwe leren’ en ‘de authentieke leraar’ aandacht voor een andere sleutelfiguur in de schoolorganisatie, de schoolleider.
Van een moderne schoolleider wordt anno 2003 veel verwacht en gevraagd. De roep om onderwijsinnovatie wordt steeds heftiger. Voor de oplossing van allerlei maatschappelijke problemen wordt steeds weer naar de school gekeken. In dat verband hebben scholen meer dan ooit te maken met andere instellingen. Een overheid die zich bovendien terugtrekt op de financiering (en controle) van het onderwijs, leidt tot een grotere financiële en inhoudelijke verantwoordelijkheid van scholen. Daar hoort bij dat scholen meer dan vroeger verantwoording moeten afleggen aan ouders en overheid. De noodzaak voor scholen om zich te profileren wordt kortom groter en groter.
Deze ontwikkelingen vragen dat (katholieke) scholen een heldere eigen visie ontwikkelen op wie ze willen zijn en op basis waarvan ze zich kunnen profileren. Een visie geeft aan wat je belangrijk vindt, verwoordt een ideaal. Een visie geeft richting, rust, een gezicht. Welke rol heeft in dit kader de schoolleider? Ziet de schoolleider de school primair als een systeem dat via procedures en streefcijfers naar de hand te zetten is? Of is de schoolleider erop gericht verbanden te creëren in een school omdat hij die ziet als een leef- en leergemeenschap? Of weet de schoolleider ziel en zakelijkheid te combineren en zorgt hij èn voor de beste resultaten èn weet hij de mensen in de school te inspireren met idealen? In dit nummer opinies, concepten en inspiratie van, voor en over de schoolleider en een reactie op de spirituele visie voor de katholieke school van de NKSR.
DE REDACTIE
PA G I N A 2
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
INHOUD PA G I N A 4
PA G I N A 1 4
Ton Roumen
Frank Seller
Bezielend leiderschap
Het lerarentekort. Wie neemt de leiding?
Inleidend artikel van theoloog en onderwijsadviseur Ton
Column
Roumen. Hij laat zien dat bezielend leiderschap geen modieuze term is, maar een antwoord op vragen uit de
PA G I N A 1 6
onderwijspraktijk. Het hebben van een visie en zicht heb-
Frank Seller
ben op de eigen inspiratie zijn cruciaal voor de huidige
Je gaat jezelf de goede vragen stellen
schoolleider.
In gesprek met Herman Vullings, voorzitter van de centrale directie van de scholengemeenschap Stevensbeek, over
PA G I N A 7
onderwijsinnovatie en de rol van de schoolleider daarin.
J.Wessel Ganzevoort Spiritualiteit in leiderschap
PA G I N A 2 0
De woorden spiritualiteit en leiderschap zijn in de plaats
Paul Boersma
gekomen van de begrippen bewustzijn en manager.
Binding en vertrouwen
Samenvatting van de Titus Brandsma-lezing 2003
Een reactie op de visietekst ‘Verbinden en vertrouwen’ van
van J. Wessel Ganzevoort.
de Nederlandse Katholieke Schoolraad.
PA G I N A 10
PA G I N A 2 2
Gerrit-Jan Meulenbeld
Bert ten Berge s.j.
De ziel erin brengen doe je niet door
Geloven in de school
een pamflet neer te leggen
In deze rubriek gaat Bert ten Berge op zoek naar de inspira-
Hoe zien ouders de rol van de schoolleider? Drie leden van
tie van mensen in het onderwijs. Dit keer een interview met
de ouderraad van het Mgr. Frenckencollege in Oosterhout
Lucy van Aubel, bovenschools manager van de Stichting
aan het woord.
Katholiek Onderwijs Leiden.
PA G I N A 1 2
Jos Roemer
PA G I N A 2 3
Colofon
Transformatief leiderschap in de katholieke basisschool Schoolleiders zijn de sleutelfiguren in processen van schoolontwikkeling. Transformatief leiderschap duidt op
PA G I N A 2 4
Bezinning
eigenschappen die schoolleiders in staat stellen die processen te sturen.
Reflexief
F O R U M VO O R K AT H O L I E K O N D E R W I J S
Reflexief = ‘door reflectie kennend’, synoniem van bespiegelend. Dat laatste is afgeleid van het substantief ‘reflex’ wat ondermeer weerschijn, weerspiegeling, spiegelbeeld betekent. Reflexief is op zoek naar de achtergronden bij actuele ontwikkelingen in onderwijs en samenleving, signaleert trends en tendensen en probeert deze te duiden vanuit een kritische èn katholieke invalshoek. PA G I N A 3
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
In recente rapporten wordt gewezen op het belang van de scholing van competenties en vaardigheden van schoolleiders.1 Deze scholing is van groot belang om directeuren adequaat toe te rusten voor hun complexe en lastige taak. In de actuele praktijk blijkt deze scholingsvraag een opmerkelijke toespitsing te krijgen door de vraag te stellen naar de morele en spirituele aspecten van leiderschap. Wanneer schoolleiders deze vraag aan de orde stellen, geven ze ermee aan naar wegen te zoeken om de bezielende dimensie van hun functie verder te ontwikkelen. Centraal staat de vraag welke waarden belangrijk zijn en hoe de schoolleider op basis van deze waarden mensen binnen de school zodanig kan inspireren dat dit een positieve invloed heeft op de onderwijskwaliteit, de relaties tussen mensen en de sfeer op school.
TON ROUMEN
Theoloog en onderwijsadviseur
Bezielend
leiderschap Van een bureaucratische naar een
school. De voor de school betekenisvolle waarden komen
bezielende schoolorganisatie
tot uitdrukking in de formulering van de visie van de school.
Steeds vaker wordt de vraag gesteld of er voldoende bezieling en inspiratie leeft binnen organisaties. Deze vraag geldt
Visie als vergezicht
in het bijzonder voor management en directie. Van hen
De schoolleiding wordt geconfronteerd met veel dilemma’s.
wordt verwacht dat ze op geïnspireerde wijze leidinggeven
Welke consequenties heeft de toename van het aantal al-
1] Met name wordt hier verwezen
aan het personeel. De vraag naar goed en bezielend leider-
lochtone leerlingen op school voor de onderwijskwaliteit, de
naar de volgende documenten:
schap lijkt op gespannen voet te staan met de vigerende
onderlinge relaties en de identiteit? Ook de vraag hoe te
Integrale scholing in school-
schoolcultuur die gekenmerkt wordt door ambtelijke en
handelen bij een aanhoudend tekort aan leraren is een veel-
management (maart 2001);
bureaucratische procedures. Maar ‘ziel’ en ‘zakelijkheid’ zijn
gestelde vraag die niet gemakkelijk te beantwoorden is.
Professionalisering van schoolleiders
twee kanten van één medaille. In toenemende mate vinden
Deze dilemma’s vragen om een oplossing. Ieder afzonderlijk
in het voortgezet onderwijs (decem-
scholen waarden als authenticiteit, creativiteit, individua-
dilemma moet vanuit zijn eigen vraagstelling worden
ber 2000) en: Leidinggeven aan de
liteit en gemeenschap belangrijk en willen daar binnen de
behandeld. Daarnaast kunnen problemen en dilemma’s van
school als gemeenschap (Sleegers
schoolorganisatie aandacht aan besteden. Scholen die zich
de school vanuit een visie worden opgelost.
e.a., 2001).
minder willen laten leiden door ambtelijke en bureaucrati-
Een visie geeft aan wat belangrijk is in je leven, in je werk.
2] M. van den Brink, Spirituele ont-
sche regels en een overgang willen maken naar een
Een visie verwoordt een ideaal. Door dit ideaal worden
wikkeling van mens en organisatie in
waardeorganisatie dienen dus na te gaan welke waarden
mensen bewogen. Overigens is die visie nooit helemaal
zeven fasen. Deventer: Ankh-Hermes,
belangrijk zijn om hun bezieling tot uitdrukking te brengen.2
scherp: ze heeft het karakter van een blauwdruk en gaande-
2002; J. Wessel Ganzevoort,
Binnen deze ontwikkeling is het de taak van de schoolleider
weg, al doende, zal pas duidelijk worden hoe die visie
Spiritualiteit in leiderschap.
om de vraag naar bezinning en bezieling een plaats te
geconcretiseerd en geoperationaliseerd kan worden. Een
Nijmegen: Titus Brandsma Instituut /
geven.
visie geeft aan wat je te doen staat. Een visie geeft overi-
Uitgeverij Valkhof Pers, 2003.
Als de school de overgang wil maken van een bureaucrati-
gens ook aan wat je vooral moet laten en beschermt je
3] A. Grün, Bezielend leidinggeven.
sche naar een bezielende organisatie zal zij zich niet meer in
daarmee tegen nodeloze en overbodige acties. Wie zich
Baarn/Tielt: Ten Have/Lannoo, 2002,
hoofdzaak laten bepalen door procedures, papieren en pro-
alleen maar bezighoudt met alledaagse problemen en
p.127.
tocollen. Zij zal de ambtelijke cultuur moeten relativeren en
dilemma’s is aan het troubleshooten, motiveert mensen niet
4] L. van Gennip & W. Kuijpers.
de vraag naar belangrijke waarden centraal moeten stellen
en brengt zo geen wezenlijke veranderingen tot stand. Een
‘Authentiek leiderschap’. In: Reflexief,
en nagaan hoe die waarden betekenis krijgen binnen de
visie is dus ook efficiënt en kan de gemoedsrust bevorde-
uitgave van de NKSR, juni 2003, nr 2.
PA G I N A 4
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
ren. Een visie betekent bovendien dat mensen keuzes
Een waardevolle visie
maken, zeker als het om lastige dilemma’s gaat. Een visie
In een visie wordt zichtbaar door welke inspiratie(s) de
plaatst duidelijkheid boven bedrijvigheid. Maar vaak is het
schoolleider zich laat leiden. Daarvoor is een reflectie nodig
omgekeerd en lijkt bedrijvigheid belangrijker dan duidelijk-
op de waarden die de schoolleider belangrijk vindt. Wat
heid. Deze bedrijvigheid moet dan camoufleren dat er geen
houdt zo’n reflectie in? In de reflectie staat de vraag centraal
doel meer is. Mark Twain schreef hierover: ‘Toen ze hun doel
waarom de schoolleider handelt zoals hij handelt. Naar zijn
uit het oog verloren hadden, verdubbelden ze hun inspan-
kern is het de vraag naar de motivatie en de inspiratie. Een
ningen.’ Schoolleiders moeten daarom hun doel altijd
antwoord op de vraag waarom de schoolleider handelt
scherp voor ogen houden. Dan zullen ze consequent en van-
zoals hij handelt geeft met andere woorden zicht op de
uit een zekere rust hun werk doen.
waarden en motieven die aan het handelen ten grondslag
3
liggen. Waarden verklaren het doen en denken van mensen. Handelen is namelijk altijd waardegeoriënteerd handelen en leiderschap is waardegeoriënteerd leiderschap.4 De verheldering van belangrijke waarden is niet slechts voorbehouden aan schoolleiders. Ook leraren en andere geledingen binnen de school kunnen aan het gesprek deelnemen. Een verheldering van waarden door één bepaalde groep binnen de school heeft daarmee een verbreding naar andere geledingen als vervolg. De door de schoolleiders van belang geachte waarden hebben immers consequenties voor andere geledingen binnen de school. Het gaat hier dan ook om de vraag welke waarden op instemming kunnen rekenen en breed gedragen worden. Behalve het bepalen van het gemeenschappelijke draagvlak geeft het gesprek over betekenisvolle waarden ook inzicht in de inspiratie en de motivatie van schoolleiders en leraren.
Bronnen van inspiratie De zoektocht naar de inspiratie en motivatie voert naar de bronnen van de eigen ervaringen en het daarop gebaseerde handelen. Deze bronnen zijn existentieel en religieus. De bronnen van het waardegedreven handelen zijn te vinden in de biografie van schoolleiders en leraren, de cultuur waarin zij leven en de traditie waarvan zij deel uitmaken. Deze bronnen kunnen worden ontsloten. Via ervaringen wordt het beroepsverhaal in relatie gebracht met de cultuur en de traditie. Zij kunnen een profetisch perspectief aanreiken voor de eigen ervaringen.
Zo kan het profetisch perspectief worden verkend van de bijbelse parabel over de herder die zijn negenennegentig schapen in de steek laat teneinde dat ene, verloren schaap te redden. Evenzeer kan het profetisch perspectief worden verkend in de parabel van de verloren zoon waar de vader zijn verloren zoon hartelijk verwelkomt en de oudste zoon (die steeds bij zijn vader is gebleven) zich benadeeld voelt. Ve r v o l g o p p a g i n a 6
PA G I N A 5
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
heid en onderdrukking. Vaak worden deze thema’s zichtbaar op het moment van een belangrijke verandering die gepaard gaat met een doorgang in het leven. Aspecten van het persoonlijke levensverhaal of beroepsverhaal resoneren in universele verhalen die zijn overgeleverd en een belangrijke plaats innemen in onze cultuur. Deze verhalen weerspiegelen individuele levensthema’s zoals het verlangen naar vrijheid, de ambitie om held te worden, het vermijden van valkuilen van hoogmoed en egoïsme, de angst voor eenzaamheid. Via wegwijzende verhalen is het dus mogelijk na te gaan welke waarden belangrijk zijn. Verhalen kunnen een bevestiging inhouden van belangrijke waarden; ze kunnen evenzeer een correctie inhouden. Waar het om gaat is het met elkaar in verband brengen van persoonlijke waarden, gemeenschappelijke waarden en wegwijzende verhalen met als doel tot bewustwording te komen van belangrijke waarden en eventueel nieuwe perspectieven te
Alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de
Ve r v o l g v a n p a g i n a 5
vinden voor het onderwijskundig handelen.
Wat betekent dit perspectief voor de zorg die scholen willen
Bewustwording en transformatie van waarden als doel
realiseren en met name de zorg voor de leerlingen die
De verheldering van dragende waarden aan de hand van
zwakker zijn en uit de boot dreigen te vallen? Is het perspec-
inspiratiebronnen en verhalen heeft bewustwording en
tief bevestigend ten aanzien van het gebruikelijke handelen
transformatie tot doel. Dit houdt in dat schoolleiders en
of is het eerder corrigerend of vernieuwend? Ontsluiting
leraren op een andere manier naar zichzelf, de ander en de
van de bronnen kan derhalve bijdrage tot de verdere
school leren kijken. Het is als in het verhaal Le Petit Prince
bewustwording van motieven en overtuigingen en kan
van Antoine de Saint-Exupéry - een verhaal over de zoek-
gevolgen hebben voor het handelen.
tocht van mensen naar geluk - waar de vos tegen de kleine
ogen onzichtbaar
prins zegt: ‘Alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenInspiratie en verhalen
lijke is voor de ogen onzichtbaar’.6 Het gaat hier om een
De zoektocht naar de inspiratiebronnen loopt via verhalen.
transformatie van waarden. Voor de vos is het de verande-
De verheldering van waarden via een conceptuele analyse
ring om niet langer te kijken met de ogen maar met het hart
en inventarisatie heeft als nadeel dat er een opsomming
waardoor hij de werkelijkheid anders bekijkt. Anders
plaatsvindt van woorden en begrippen die het verband met
gezegd: waarden die eerst belangrijk waren, komen in een
de realiteit en de motieven van mensen kan maskeren. De
ander licht te staan of worden minder belangrijk. Waar een
één zal respect belangrijk vinden, een ander veiligheid.
overmaat van activisme en drukte aan de orde is, kan men
Maar wat betekent dit? Zijn het geen nietszeggende begrip-
gaan denken en handelen in termen van rust en veiligheid.
pen? Waarden krijgen pas betekenis als de achterliggende
Wie op school veel fragmentering en versplintering ervaart,
verhalen aan de orde komen. Waarden liggen immers inge-
kan de blikrichting wenden in de richting van verbonden-
5] T. Roumen, Wie kust mij wakker?
bed in verhalen. Het gaat dan om twee soorten verhalen.
heid. Wie handelt vanuit macht kan deze invloed transfor-
Hoe verhalen een weg wijzen naar
Enerzijds is er het ervaringsverhaal, de biografie, de
meren in authentiek gezag. Wie altijd gedacht heeft dat
vrijheid en geluk. Deventer:
beroepsbiografie van de leraar en de schoolleider.
‘hard werken’ een belangrijke waarde is, ontdekt wellicht
Ankh-Hermes, 2003.
Daarnaast is er het verhaal zoals dat zijn neerslag heeft
dat ‘luisteren’ en ‘goede aandacht geven’ belangrijkere
6] A. de Saint-Exupéry, De kleine
gekregen in de cultuur en de traditie. Bedoeld wordt hier
waarden zijn en bovendien ook meer effect sorteren.7 Leren
prins, Rotterdam: Ad Donker, 1951,
wegwijzende verhalen zoals sprookjes, mythen, legenden
kijken met andere ogen, leren kijken met het hart, is hier-
p.59.
en religieuze verhalen.5
mee te formuleren als de waardegeoriënteerde taak van al
7] W. Derkse, Een levensregel voor
In de verhalen van mensen tonen zich existentiële thema’s
diegenen die het onderwijs op bezielende wijze vorm en
beginners, Tielt: Lannoo, 2000.
van verlangen en vrees, van lukken en mislukken, van vrij-
inhoud geven.
PA G I N A 6
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
Spiritualiteit in leiderschap J. WESSEL GANZEVOORT
Woorden als spiritualiteit en leiderschap worden veel vaker gebruikt dan twintig jaar geleden, zegt hoogleraar en organisatiekundige J. Wessel Ganzevoort. Toen gebruikten we woorden als bewustzijn en manager. Dat duidt volgens hem op een aantal veranderingen in de samenleving.
In de eerste plaats hebben de Grote Verhalen ofwel de
men van spiritualiteit zien we in bedrijven? Wat is leider-
J. WESSEL GANZEVOORT
–ismen in de ogen van veel mensen flink aan waarde inge-
schap en welke rol heeft het leiderschap in het ontwikkelen
was organisatieadviseur.
boet. Deze werden gestuwd door instituties als kerken, vak-
van spiritualiteit in organisaties? Onder organisaties ver-
Nu is hij hoogleraar
bonden, politieke partijen. Die boden de volgelingen een
staat hij non-profit en profit bedrijven waarin mensen wer-
Organisatiedynamiek en
consistente set van waarden en gedragsregels en een per-
ken met een zeker overeengekomen doel.
–innovatie aan de Universiteit van Amsterdam.
spectief op de toekomst. Deze instituties zijn vanaf de jaren zestig afgekalfd. Mensen verbinden zich niet meer zo
Verschijningsvormen van spiritualiteit in organisaties
Zijn werkterreinen zijn
gemakkelijk met de Grote Verhalen, maar blijven levensvra-
In welke gevallen spreken we van spiritualiteit in organisa-
strategie, leiderschap,
gen houden. Reflectie op handelen en ervaren is kennelijk
ties? Het woord spiritualiteit wordt nogal eens gebruikt als
topstructuur en organisatie-
een menselijke eigenschap die bijdraagt aan de kwaliteit
we iets willen aanduiden waarvan we wel een intuïtie heb-
ontwerp vanuit een humaan
van leven. Naast deze behoefte is er ook meer ruimte (in tijd
ben, maar niet precies kunnen zeggen wat we bedoelen.
perspectief.
en geld) om te reflecteren op levensvragen. In het weten-
Spiritualiteit wordt ook gebruikt als substituut voor het
schapsbedrijf zien we schoorvoetend de erkenning dat de
woord ‘geloof’, omdat mensen zich niet willen identificeren
empirie niet het laatste woord heeft. Een laatste ontwikke-
met institutionele religie. Onder spiritualiteit wordt ook eso-
ling betreft de aandacht in organisaties voor de onbestuur-
terie verstaan, aandacht voor al of niet verlichte meesters
baarheid, de chaos, de onbeheerste complexiteit.
en hun leer of aandacht voor parapsychologie. Aandacht
Organisaties worden niet langer beschouwd als beheersba-
voor waarden wordt in verband gebracht met spiritualiteit.
re machines, maar als levende organismen waar individuele
In, veelal grote, bedrijven worden kernwaarden en gedrags-
mensen werken met behoefte aan bewegingsvrijheid en
codes geformuleerd. Synchroniciteit (toeval bestaat niet) en
vermogen tot creativiteit. Bij het nieuwe, door sommigen
zin- en betekenisgeving worden gekoppeld aan spiritualiteit.
postmodern genoemde beeld van organiseren past het
Ook organisaties kunnen zich bezighouden met de zinge-
begrip leiderschap.
vings- of bestemmingsvraag. Het antwoord wordt naast
Deze ontwikkelingen bieden geen volledig verklaringskader,
logisch redeneren ook gegeven vanuit ervaringen.
meent Wessel Ganzevoort, maar wel voldoende aanleiding
Spiritualiteit en zelfactualisatie worden in een adem
om verder te kijken naar vragen als: welke verschijningsvor-
genoemd: worden wie je bent en doen waarvoor je
Ve r v o l g o p p a g i n a 8
Een verkenning van de betekenis van spiritualiteit voor leiderschap en organisaties
PA G I N A 7
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
Ve r v o l g v a n p a g i n a 7
>
NUMMER 4
gekomen bent. Wessel Ganzevoort wil niet onderscheiden
Verschil tussen essentie en vorm
welk verschijnsel wel of niet terecht met spiritualiteit ver-
Mensen en organisaties, zegt Wessel Ganzevoort, hebben
bonden wordt. Hij wil het oordeel daarover opschorten,
‘essentiële kwaliteiten’ en ‘vorm kwaliteiten’. Essentiële kwa-
omdat spiritualiteit naar zijn opvatting de meest individuele
liteiten betreffen de zielskenmerken, datgene wat iemand of
beleving is die hij zich voor kan stellen. Er bestaat geen
een organisatie echt is, vormkwaliteiten de persoonlijkheid,
definitie of objectieve maatstaf.
dat wat direct zichtbaar of kenbaar is. Bij het opvoeden van kinderen komt het onderscheid tussen essentie en vorm ook
De toeschouwer, coach, leraar intervenieert niet
Levensopgave
aan de orde. Sommige ouders zijn in staat om het kind te
Wessel Ganzevoort kwam begin jaren tachtig op een punt
aanvaarden zoals het in essentie is, maar corrigeren wel het
dat hij het dagelijks leven, gedragswetenschappelijke inzich-
gedrag van het kind, datgene wat het doet. Het belang van
ten en spirituele beleving met elkaar wilde integreren. Het
het onderscheid is dat essentie niet ontworpen kan worden.
werk van A.H. Almaas bracht hem verder. Volgens Almaas
Essentie beweegt, is niet statisch, maar ook niet zomaar te
hebben mensen het vermogen door middel van zelfreflectie
veranderen, in tegenstelling tot de vorm, persoonlijkheid of
tot inzicht over en ervaring van hun essentie en de Essentie
gedrag. Verandering van vorm is een verandering van a naar
te komen. De toeschouwer, coach, leraar intervenieert niet,
b. Verandering van essentie is een (lang) proces van ontwik-
geeft geen advies en probeert vrij van projectie te blijven.
keling en ontvouwing. Waar de ontwikkeling toe leidt weten
Wel is de toeschouwer in volledige aandacht. Verder stelt hij
we niet. Het verleden speelt in ieder geval een belangrijke
dat ieder mens een superego heeft dat functioneert als een
rol. Organisaties hebben de neiging hun verleden minder
stoorzender en mensen afhoudt van het vinden van hun
relevant te vinden, maar de eigen biografie is essentieel om
ware zelf. Het (geïnternaliseerde) superego vormt en ver-
verandering op essentieel niveau op gang te brengen. In de
vormt het ego, waardoor weliswaar overleefd kan worden,
westerse samenleving zijn we niet gewend ons te concentre-
maar mensen ook gestoord en geremd raken in hun ontwik-
ren op het essentiële proces. We willen heldere doelen. We
keling. Veel mensen identificeren zich met hun superego en
houden er niet van op weg te gaan zonder te weten waar we
projecteren dit op leidinggevenden en andere significante
uitkomen. Ontwikkeling op essentieel niveau kan vergaande
personen in de organisatie. Een groot misverstand van lei-
consequenties hebben op het niveau van de vorm. Er kan
ders is dat zij menen te moeten voldoen aan die projecties.
blijken dat er een groot verschil is tussen de waarden die we
Almaas meent dat de ontwikkeling van het individu niet
uitdragen en de waarden die we feitelijk hebben.
zozeer gaat over de ontwikkeling van het ego of de persoonlijkheid, maar over de ontwikkeling van de ziel. Als er ont-
De lerende en levende organisatie
vouwing en ontwikkeling op zielsniveau plaatsvindt, dan
Voor Wessel Ganzevoort is de levende en lerende organisa-
lossen vervormde egostructuren op en nemen ze een vorm
tie de beste context voor spirituele ontwikkeling, voor ont-
aan die authentiek gedrag mogelijk maakt. Voor Almaas is
wikkeling op essentieel niveau. Het is het alternatief voor
er geen onderscheid tussen psychologische en spirituele
het industriële paradigma dat nog steeds het denken over
ontwikkeling. Het schisma tussen religie en (gedrags)weten-
organiseren en leiderschap beheerst.
schap ontstaan in de Verlichting was begrijpelijk en wenselijk, maar daardoor is het spirituele element uit de psycholo-
Maar wat is een organisatie en hoe functioneert die? Voor
gie verdwenen. Almaas overbrugt die kloof.
Wessel Ganzevoort is een organisatie geen ding, maar een
In zijn werk staat het begrip Essentie centraal. De Essentie is
constructie die bestaat uit de verschillende beelden die de
het absolute en het leven. Hij gebruikt het woord God als
deelnemers hebben van de organisatorische werkelijkheid.
externe instantie niet, maar wijst er wel op dat we van het
Die beelden worden uitgewisseld en veranderen daardoor.
goddelijke zijn afgescheiden. Het vinden van de Essentie is
De deelnemers zitten niet in de organisatie, maar zijn de
de levensopgave van mensen. Hij legt daarbij grote nadruk
organisatie, zonder hen valt de organisatie weg. Het collec-
op het dagelijkse leven. Het actief deelnemen aan de wereld
tief van deelnemers in een organisatie is niet de optelsom
is de echte levensopgave.
van individuen, maar heeft een eigen dynamiek. De deelne-
Hoe kunnen we nu spiritualiteit herkennen als onderstroom
mers kunnen niet alleen worden gezien als mensen met
van leven en werken, van leiderschap en organiseren?
handen en hersens, maar ook met hart en ziel. Kortom als unieke individuen. Zij hebben bovendien een diepgewortel-
PA G I N A 8
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
de behoefte zich te ontwikkelen, als medewerkers van een
voor waarden. Klassieke opvattingen over management
organisatie, maar ook als mens. Werken is een essentiële
worden gedomineerd door normen: budgetten, procedures
Deze tekst is een samen-
invulling van het leven van mensen.
enz. Worden die niet nageleefd, dan worden ze bijgesteld of
vatting van J.Wessel
Hoe ziet de levende en lerende organisatie er uit? Die is niet
verscherpt. We stellen de normen niet ter discussie.
Ganzevoort, Spiritualiteit
doelgericht, maar gericht op bestemming, dat wil zeggen de
Daardoor blijven we in een cirkel ronddraaien. Om de cirkel
in leiderschap, Een verken-
unieke waarde die de organisatie toevoegt aan zijn omge-
te doorbreken moeten we aan het eendimensionale model
ning van de betekenis van
ving. Doelstellingen gaan over de vraag wat er behaald en
van normering en toezicht een dimensie toevoegen. De
spiritualiteit voor leider-
gehaald moet worden. Bij bestemming gaat het om de
dimensie van de waarden. Waarom doen we iets zoals we
schap en organisaties.
vraag welke waarde er voort te brengen is voor welke
het doen? Een sterke nadruk op waarden blijkt in de praktijk
Titus Brandsmalezing 2003
belanghebbenden. Welke functie vervult de organisatie voor
de noodzaak om te normeren en regels te stellen belangrijk
Valkhof Pers / Titus
haar omgeving? En niet: welke producten of diensten
te reduceren. Het geven van vrijheid is een volgende voor-
Brandsma Instituut
brengt ze voort? De omgeving wordt niet beschouwd als
waarde. Dit blijkt een positief effect te hebben op de creati-
Nijmegen
een domein van reactie, maar van creatie. De organisatie
viteit en productiviteit. Maar wil men zoveel mogelijk auto-
ISBN 90 5625 1511
draagt dus bij aan de omgeving, kan hem mede bepalen.
noom in de uitvoering zijn dan moet er helderheid in de
Een levende organisatie is dan ook geen gesloten systeem,
bestemming en waarden zijn. Een vierde voorwaarde is het
maar een orgaan in netwerken. Hij leeft van verbinding,
organiseren van terugkoppeling. Wessel Ganzevoort: “De
interactie en relaties. Lerende organisaties bieden ruimte
gezondheid van een sociaal systeem wordt bepaald door de
voor individuele en collectieve reflectie.
mate van zuiverheid en directheid van de terugkoppelingen tussen de organisatie en omgeving en van de terugkoppe-
Leiderschap
lingen binnen de organisatie”. Alleen zo leren mensen.
Tegenwoordig wordt nogal eens de suggestie gewekt dat
Mensen moet worden geleerd adequaat feedback te vragen
management dat erop gericht is zorg te dragen voor efficiënt lopende processen, gedateerd is. Het Tayloriaanse 1
en te geven. Leiderschap geeft erkenning en respect van
model zou hebben afgedaan. Als alternatief wordt gewezen
ties voor leiderschap is het creëren van psychologische vei-
op dienend, coachend of lerend leiderschap. Wessel
ligheid, dat wil zeggen dat hun integriteit beschermd wordt.
wie iemand in essentie is. Een van de belangrijkste condi-
Ganzevoort wijst erop dat Taylor’s model aanvulling behoeft, een aanvulling die recht doet aan het feit dat organisaties
Persoonlijk ontwikkelingsproces
[1] Het Tayloriaanse model verwijst
bemenst worden door mensen met niet alleen handen en
Wat moeten leiders doen om bovenstaande voorwaarden te
naar een organisatiewijze waarin de
hersens, maar ook met harten en zielen. Hij heeft het over
scheppen? Wessel Ganzevoort beschouwt leiderschapsont-
nadruk ligt op het zo efficiënt moge-
‘complete mensen’. Een aanvulling die organisaties erkent
wikkeling als een opgave die ieder mens op zich kan
lijk inrichten van het productieproces,
als levende en lerende organisaties.
nemen, ofschoon de ene persoon misschien meer aanleg
met als gevolg dat regels en proce-
heeft dan de andere. De belangrijkste opgave is zelfwording
dures de boventoon voeren. Daarbij
In de opvatting van Wessel Ganzevoort is leiderschap het
of realisatie van je essentie. Leiderschap is leren zien en
is ook sprake van een sterke stan-
vermogen van een individu, een leider, om mensen
worden wie je bent en dat is een spiritueel proces. Het is
daardisering. Vertaald naar het onder-
a) zicht te geven op de (collectieve) bestemming door voort-
niet het wegcijferen van jezelf, maar juist het ervaren wat
wijs betekent dit dat de lesstof en de
durend te wijzen op de unieke waarde van de organisatie
het ‘zelf’ is. Hij voegt eraan toe dat leiderschap niets te
manier waarop deze wordt aangebo-
b) de leden van de organisatie te inspireren die bestemming
maken hoeft te hebben met charisma, verstaan als een uit-
den, ook gestandaardiseerd is. Dat
te realiseren door niet alleen de missie te verkondigen,
straling van kracht, overtuiging en wil. Zeer effectieve lei-
gebeurt via een rooster, met voor
maar ook de gevoelens die daarmee verbonden zijn te
ders zijn bescheiden, in crisissituaties zijn charismatische
ieder leerjaar dezelfde vakken die in
delen en
leiders misschien weer effectief. Zelfwording is succesvoller
bepaalde tijdseenheden worden
c) de condities daarvoor te scheppen.
wanneer je dat doet vanuit een bepaald conceptueel kader
onderwezen. Na enige tijd gaan leer-
of een levensbeschouwing. Het kader geeft de wegen aan
lingen aan een nieuw onderdeel van
Welke condities zouden er moeten worden geschapen?
waarlangs we kunnen zoeken, maar mag niet voorschrijven
het productieproces beginnen. In het
Het eerste is een goede formulering van bestemming. Die
wat we moeten vinden. Het proces van zelfwording vergt
onderwijs zien we nu een sterke
benadrukt niet alleen de uniciteit, maar moedigt ook aan
tot slot discipline. We zullen er dingen voor moeten doen
behoefte aan variëteit en de mogelijk-
een iets te realiseren dat beter is dan wat anderen doen.
die we niet altijd aangenaam vinden of waarvoor we menen
heid om in te kunnen spelen op indi-
Goed leiderschap impliceert ook een voortdurende aandacht
geen tijd te hebben: mediteren, studeren, op retraite gaan.
viduele behoeftes.
PA G I N A 9
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
De ziel erin brengen doe je niet door een pamflet neer te leggen Welke opvattingen hebben ouders over de schoolleider? Wat verwachten zij van hem of
bezig zijn en op dat terrein iets aanzwengelen. Daarin past
haar? Het belangrijkste is, vinden Michel van Nispen, Chrétien Vandenbooren en Frank van
ook de recente thema-avond over waarden en normen.
de Broeck, dat de schoolleider de buitenwereld de school binnenhaalt en andersom. De school moet een duidelijke en herkenbare positie innemen in de regionale samenleving en
Niet alleen voor het eindexamen
de schoolleider is daarvoor verantwoordelijk. Scholen zijn vaak erg op zichzelf gericht.
Natuurlijk is de school in de eerste plaats een leer- en leefgemeenschap, reageren de heren, maar wel met 1200 verschillende individuen, er is geen sprake van een homogene
GERRIT-JAN MEULENBELD
De eigen rol van ouders is die van belanghebbende. Ouders
groep. Misschien moet je wel spreken van verschillende
zijn geen consumenten, leerlingen zijn in de eerste plaats
gemeenschappen. Uiteraard zijn er manieren om die
de consument, maar ouders willen wel zoveel mogelijk
gemeenschap te bevorderen. Zo werd vroeger op deze
invloed op de omstandigheden waarin hun kinderen
school niet gesurveilleerd in de pauzes. Daardoor werd het
opgroeien. Dat geldt dus ook voor de school. In een bestuur
contact tussen leraren en leerlingen veelal beperkt tot de
of medezeggenschapsraad sta je voor het totaal en is je
lessituatie en was er weinig uitwisseling. Dat is nu anders.
invloed het grootst. Op die plekken ben je vooral bezig om
Verder kent de school veel buitenschoolse activiteiten die
de kwaliteit van het onderwijs te garanderen. In de ouder-
bijdragen aan de gemeenschapsbevordering.
raad kun je je meer richten op aspecten die direct met de
Een school is ook een onderneming. Iedere organisatie, of
kinderen te maken hebben. Je kunt meer beschouwelijk
die nu op winst gericht is of een publieke taak heeft, staan middelen ter beschikking die moeten leiden tot bepaalde eindresultaten. Die middelen wil je zo efficiënt mogelijk inzetten om het doel te bereiken. Een school is in die zin
Het Mgr. Frencken College (MFC) in Oosterhout is een zelfstandige school voor VWO en
een onderneming. Het belangrijkste doel van de school is
HAVO met ongeveer 1260 leerlingen en meer dan 110 medewerkers. Het ‘Frencken’ is als
echter leerlingen voor te bereiden op hun toekomstig leven,
katholieke school in 1953 opgericht en is al sinds 1956 een school voor jongens én meisjes,
op een plek op de arbeidsmarkt, maar ook in sociaal en
wat voor die tijd bijzonder was. De school heeft in de afgelopen decennia een enorme groei
relationeel opzicht. Niemand zit op de school om alleen het
doorgemaakt; van iets meer dan 30 leerlingen toen, tot de kleine 1300 van nu. De ouder-
eindexamen te halen. Soms kan het wat efficiënter, denken
raad van het MFC bestaat uit dertien personen. Deze heeft niet alleen zitting in de mede-
deze ouders.
zeggenschapsraad, maar ook twee zetels in het schoolbestuur. Recent heeft de ouderraad een avond georganiseerd rond het thema ‘Waarden en normen’ met Mgr. Muskens en René
Pamflet werkt niet
Diekstra. De avond werd bezocht door 160 ouders en 20 docenten. De ouderraad bezint
Iedere onderneming formuleert een visie, een missie. Die
zich op een vervolg.
geeft richting, is het uitgangspunt voor het beleid, voor de jaarplannen. Het is aan de schoolleider om het proces van
Chrétien Vandenbooren heeft een studerende dochter en een zoon op 4 vwo van het mgr.
visieontwikkeling te initiëren, op gang te brengen en er
Frecnkencollege. Hij werkt als leidinggevende bij de Raad voor de Kinderbescherming.
draagvlak voor te krijgen. Dat laatste is in een school mis-
Frank van de Broeck is voorzitter van de Ouderraad. Een van zijn twee kinderen zit op het
schien nog wel belangrijker dan ergens anders, juist omdat
Frenckencollege. Beroepsmatig is hij actief met bedrijfsopleidingen. Michel van Nispen
iedereen zich zo betrokken voelt bij wat er in school
heeft drie dochters waarvan er een op het Frencken zit. Hij is vestigingsmanager van een
gebeurt. De schoolleider moet zelf in ieder geval een helde-
Europees distributiecentrum.
re visie hebben, enthousiast zijn en dat aan leraren en
PA G I N A 1 0
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
tie. Ouders kiezen vaak voor een katholieke school, niet omdat die expliciet katholiek is, maar omdat ze weten dat een aantal zaken in ieder geval niet kunnen of juist wel mogelijk zijn. Op het Mgr. Frenckencollege bijvoorbeeld is drankgebruik absoluut taboe. Anderzijds heeft de school veel aandacht voor zwakke leerlingen, zodat de school hoge slagingspercentages heeft. Katholiek is dan een soort kwaliteitsgarantie.
Katholiek is
Het profiel van de schoolleider
dan een soort
Behalve dat de schoolleider iemand is met een heldere eigen visie, moet hij weten wat er in de omgeving van de school speelt. Hij moet niet bang zijn om de buitenwereld
kwaliteits-
binnen te halen. Hij is in staat te anticiperen op ontwikkelingen in de buitenwereld en stelt zich pro-actief op. Hij moet
garantie
zich bewust zijn van de positie van de school en de school op de kaart kunnen zetten. Een goede leider is ook iemand die zich bewust is van zijn eigen gedrag, van zijn sterke en zwakke kanten en hij kan hierop reflecteren. Iemand die enthousiasme kan overdragen, inlevingsvermogen heeft, ouders kunnen overbrengen. De ziel erin brengen doe je
sterke communicatieve vaardigheden heeft, dat wil zeggen
niet met het neerleggen van een pamflet. Je moet wel aan-
dat hij zowel een gesprek kan voeren met een brugklasser
geven waar je naartoe wilt, maar de weg daarnaar moet je
als met de commissaris van de koningin. In moderne ter-
niet stap voor stap willen uitschrijven. Het is als met een
men: hij moet ‘een people manager’ zijn. Hij hoeft niet per
groep drenkelingen die op een onbewoond eiland terecht-
se afkomstig te zijn uit het onderwijs. Dat ligt aan de
komen. Het belangrijkste is niet dat je de drenkelingen leert
omstandigheden. De beste docent is niet de beste leider.
hoe ze een boot moeten bouwen, maar dat ze gaan verlan-
Maar hij moet wel de ‘mores’ van het onderwijs kennen.
gen naar de zee. Dan komt de boot vanzelf tot stand.
Het is wellicht ook beter wanneer de schoolleider voor niet langer dan vijf jaar benoemd wordt op dezelfde school. Bij
Katholieke cultuur
gelijke geschiktheid geven de drie vertegenwoordigers van
Het is niet altijd expliciet in hoeverre de katholieke oor-
de ouderraad de voorkeur aan een schoolleider met een
sprong en signatuur van het Mgr. Frenckencollege invloed
katholieke levensovertuiging.
hebben op het proces van visieontwikkeling. Veel ouders en docenten belijden het geloof niet actief. Maar de katholieke cultuur die Oosterhout en omgeving kenmerkt, kleurt ook de school. De Oosterhoutse gemeenschap is ietwat behoudend, dus de school loopt niet voorop bij onderwijsinnovaPA G I N A 1 1
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
Transformatief leiderschap in de k De term ‘transformatief leiderschap’ duikt in de onderwijskundige literatuur regelmatig op. De achtergrond hiervan is dat
schoolleiders gezien worden als sleutelfiguren in processen van schoolontwikkeling. Met transformatief leiderschap bedoelt
men die eigenschappen van schoolleiders, die hen in staat stellen processen van schoolontwikkeling te sturen. Wanneer we
spreken over processen van schoolontwikkeling, bedoelen we dan ook processen van identiteitsontwikkeling? En hebben we
het dan over twee aparte processen of zien we een verband tussen deze twee processen? Spreken we wellicht over één
proces van integrale schoolontwikkeling, waarbij de identiteitsvraag geïntegreerd is in de ontwikkeling van de school?
JOS ROEMER
In de concrete praktijk in zuid-west Nederland kunnen we
Drie kenmerken van transformatief leiderschap:
transformatieve schoolleiders aantreffen, die op deze
a. de schoolleider kan samenwerking stimuleren
geïntegreerde manier werk maken van schoolontwikkeling.
b. de schoolleider kan een gezamenlijke visie bevorderen
In het navolgende zullen we eerst een drietal kenmerken
c. de schoolleider kan schoolontwikkeling vanuit identiteits-
van transformatief schoolleiderschap weergeven.
perspectief bevorderen.
Vervolgens zullen we deze eigenschappen illustreren met voorbeelden uit die praktijk. We zullen afsluiten met een blik
We zullen deze kenmerken illustreren aan de hand van voor-
in de toekomst.
beelden uit de praktijk van het katholiek basisonderwijs. In deze voorbeelden laten we zien hoe uitdagingen zowel van-
Wat is transformatief schoolleiderschap
uit de samenleving als vanuit de overheid op transformatie-
Een transformatief schoolleider weet transformaties te
ve wijze kunnen worden aangepakt.
bewerkstelligen. Hij/zij bezit het vermogen om leerkrachten en hun individuele opvattingen, waarden en competenties
De uitdaging van een van kleur veranderende school
aaneen te smeden tot een hecht team dat gezamenlijk de
Op basis van demografische berekeningen en sociaal-cultu-
schouders zet onder de taak om de school tot een betere
rele rapporten van de gemeente constateert schoolleider
leeromgeving te maken. Hij/zij kan dus een cultuur van
Robert-Jan dat zijn school wat betreft leerlingenpopulatie
samenwerken laten groeien. Tevens kan de schoolleider deze
met een behoorlijke snelheid zal veranderen. Door ‘derden’
samenwerking doelgericht maken. Hij/zij heeft het vermogen
wordt de school al ‘een zwarte school’ genoemd. “Wat doen
om te bevorderen dat er een gezamenlijke visie ontstaat en
we?”, zo vraagt Robert-Jan aan zijn team. “Wachten we af of
dat deze visie in concrete doelstellingen vertaald wordt. Zo
gaan we de uitdaging aan?” Samen met de identiteitsbege-
draagt de schoolleider eraan bij dat scholen niet alleen voor-
leider wordt een proces gestart om als team van leerkrach-
bereid zijn op alle ontwikkelingen die er vanuit de samenle-
ten de school een nieuw gezicht te geven.
Jos Roemer is hoofd
ving en vanuit de overheid op hen afkomen (reactief zijn).
Aan deze thematiek wordt speciaal een studieochtend
Identiteit en Onderwijs bij
Hij/zij transformeert de school tot een school die anders is
gewijd. De ochtend begint met een bezinnend moment
onderwijsbureau AKROS in
geworden en daardoor de uitdagingen aankan (pro-actief
waarin de Bergrede (Mt 5, 1-12) wordt gelezen; de vrije ver-
Bergen op Zoom en weten-
zijn). En tegelijk is de school toch dezelfde gebleven. Vanuit
taling zorgt voor een link met de situatie waar de school
schappelijk medewerker van
een identieke ‘missie’ kan de school in de nieuwe omstan-
zich in bevindt.
het IKO (instituut
digheden op aangepaste wijze onderwijs verzorgen. De iden-
Vervolgens worden de leerkrachten uitgenodigd om (crea-
Katholiek Onderwijs) in
titeit van de school houdt het schip als het ware op koers
tief) te verbeelden hoe de school er over vijf jaar bij staat.
Nijmegen.
temidden van de soms stormachtige ontwikkelingen.
Daarna wordt van de teamleden gevraagd om op te schrij-
PA G I N A 1 2
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
katholieke basisschool Het wennen aan onze schoolcultuur gaat heel snel
ven en uit te wisselen welke concrete doelstellingen (per
stellingen en ieders persoonlijke bijdrage. Aan de onder-
bouw) deze droom tot werkelijkheid kunnen maken. Deze
wijsbegeleider van de regionale onderwijsbegeleidings-
doelstellingen worden geformuleerd op het niveau van het
dienst wordt vervolgens ondersteuning gevraagd bij het
werken met de leerlingen, op het niveau van het team-func-
werk maken van de gewenste competenties.
tioneren, op het niveau van het leven en werken binnen de school en op het niveau van de eigen ontwikkeling als leer-
De uitdaging van de onderwijskundige vernieuwing
kracht.
Naar aanleiding van een gesprek met de onderwijsinspec-
Tenslotte wordt de leerkrachten gevraagd op te schrijven
teur heeft Marian besloten dat ze een extra impuls wil
over welke persoonlijke en team-bouwstenen ze reeds
geven aan de onderwijskundige competenties van haar
beschikken en welke ze willen ontwikkelen (bouwstenen
team. Het team werkt nog maar kort in deze samenstelling
zijn: het ervaren van zin in de hele onderneming, het heb-
samen, want de school is het resultaat van een fusie. Ook
ben van competenties, het ervaren van gedragenheid en het
de verhuizing naar een nieuw schoolgebouw, twee direc-
beschikken over voldoende zelfvertrouwen).
teurswisselingen en enkele personele veranderingen hebben voor nogal wat onrust gezorgd.
In dit voorbeeld neemt Robert-Jan het initiatief om de uitda-
Marian besluit om zowel aan de identiteitsbegeleider als
ging die er vanuit de samenleving op zijn school afkomt aan
aan de onderwijsbegeleider te vragen haar en het team te
te pakken. Hij vraagt zijn team om mee te denken en hij
begeleiden bij dit proces van schoolontwikkeling. In een
nodigt hen uit om hardop te dromen hoe de school er over
voorbereidend gesprek tussen Marian en de beide school-
vijf jaar uitziet. Deze positieve (hoop en vertrouwen uitstra-
begeleiders komt naar voren dat het goed zou zijn als er op
lende) benadering (die aan het begin van de studieochtend
de eerste plaats gezorgd wordt voor rust en samenhang. Er
nog eens wordt bevestigd) hoort bij de school. Het kleurt
komt zoveel op de school af en ze moeten zoveel zaken
hun identiteit. Robert-Jan laat het vervolgens niet alleen bij
oppakken, dat het team moedeloos dreigt te worden.
dromen, er wordt direct doorgevraagd naar concrete doel-
Deze rust en samenhang moet tot stand komen door
Ve r v o l g o p p a g i n a 1 4 2
PA G I N A 1 3
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
Ve r v o l g v a n p a g i n a 1 3
gebruik te maken van een beeld. De school/het team wordt in dit beeld vergeleken met een
Lerarentekort:
veerkrachtig huis. Over vijf jaar zal de school alle uitdagingen glansrijk doorstaan hebben, omdat het team ‘heeft gestaan als een huis’. En dit staan als een huis is het resultaat van een aantal bouwstenen (kamers in het huis): gedragenheid, zingeving, vaardigheden, zelf-
In de herfstvakantie presenteert het NOS-journaal op
vertrouwen en humor.
alleraardigste wijze een item over het lerarentekort. Het
In een studiemiddag, waarbij zowel de identiteitsbegeleider als de onderwijsbegeleider een
Rythoviuscollege in Eersel heeft de hand weten te leggen op
rol vervullen, vraagt Marian aan het team of ze op basis van het geschetste beeld alle taken
een oud-leerlinge die al tijdens haar economiestudie les komt
op willen pakken. Het team wisselt vervolgens uit hoe ze het beeld van het huis ervaren: er
geven en dat vreselijk aardig en boeiend vindt. Dat straalt ze
wordt geconstateerd dat de kamer van de gedragenheid extra aandacht vraagt.
in beeld ook uit. De school lost zo het eigen probleem van een
Eén van de eerste dingen die ze willen oppakken is het aantal schoolregels. Ze hebben er in
ontbrekende docent op. De suggestie is dat elke school zo het
de loop van de afgelopen twee jaar nogal wat afgesproken. Die gaan nu allemaal op de
eigen probleem en dus met alle scholen samen het maat-
schop. Wat zijn de belangrijkste zaken voor ons in het omgaan met elkaar en de kinderen? Dát willen we in één of enkele positief geformuleerde regels vastleggen. Marian bespreekt gedurende het hele proces met de identiteitsbegeleider hoe ze het hele proces van verandering aanstuurt. “Past mijn wijze van leiderschap bij het beeld van het huis?” De leerkrachten tasten af hoe ze gedragenheid kunnen bevorderen bij het leren van de vaardigheid om gedifferentieerde instructies te geven (de school maakt werk van adaptief onderwijs). Marian bewaakt dat de zin van deze onderneming geregeld besproken wordt.
PERSPECTIEVEN Welke praktijken worden in deze twee voorbeelden zichtbaar, die misschien een voorbode zijn van een andere invulling van schoolleiderschap?
Twee zaken springen in het oog. Op de EERSTE plaats vertrekken beide schoolleiders duidelijk van de overtuiging dat ze te maken hebben met één proces van schoolontwikkeling. En voor dit ene proces vragen ze om begeleiding bij experts die vanuit diverse invalshoeken hun licht laten schijnen. De schoolleider verlangt nadrukkelijk dat de ondersteuners van zijn/haar school samenwerken en hun begeleidingsinzet op elkaar afstemmen. Wellicht krijgt de term ‘brede identiteit’, die al langer bestaat, hier voor het eerst een volwassen uiterlijk. Op de TWEEDE plaats vertrekken beide schoolleiders vanuit de vraag: wie zijn we en wat willen we? Bij beide is duidelijk het besef aanwezig dat je veranderingen pas kunt verwerken als je weet waarin je identiek blijft. Overigens zien we deze beweging in onze regio bij meer schoolleiders en schoolbesturen. Het aangaan van ingrijpende veranderingen (invoering IPB, invoering van een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling, onderdeel worden van een brede-school) vraagt om bezinning wat je eigenlijk wilt als school, waar je voor staat en wie je wilt zijn voor de leerlingen en de omgeving. Pas dan kun je keuzes maken.
Veel lichten moeten op groen staan om de geschetste ontwikkeling tot stand te brengen. Van belang is dat leerkrachten gevoelig zijn voor de identiteitsvraag, dat schoolleiders deze transformatieve rol willen en kunnen opnemen, de identiteitsbegeleiders deze integrale ondersteuning kunnen en willen bieden en dat de reguliere onderwijsbegeleiders zien hoe ‘interdisciplinaire’ samenwerking mogelijk kan zijn. Áls de tijd dan rijp is en aan al deze voorwaarden is voldaan, kan ‘integrale schoolontwikkeling vanuit een identiteitsperspectief’ een enorme impuls krijgen. PA G I N A 1 4
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
wie neemt de leiding? schappelijk probleem van het lerarentekort op kan lossen. Schitterend. Een paar dagen eerder heeft directeur Rico Monasso van SBO, het Sectorbestuur Arbeidsmarkt en Onderwijs, ons op de voorpagina van De Volkskrant laten weten dat er op dit moment helemaal geen lerarentekort meer bestaat. Het ziekteverzuim is met 0,8 % verminderd en vanwege de economische tegenspoed zoeken bevoegde docenten weer een baan in het onderwijs. In de maanden ervoor heeft minister Van der Hoeven herhaaldelijk laten weten het lerarentekort als het grootste probleem en de grootste dreiging te zien die op ons onderwijssysteem af komt. In de begroting dient daarvoor extra geld te worden uitgetrokken. De scholen kunnen met dat beetje meer geld de instroom adequaat begeleiden en opleiden.
FRANK SELLER
Welk van deze berichten heeft de grootste
>
functiedifferentiatie binnen en naast de leraarsfunctie;
indruk gemaakt op u?
>
flexibilisering van de inzetbaarheid van onderwijsperso-
Ik stel u natuurlijk voor een onmogelijke opgave. Zeker als u
neel via bekwaamheden in plaats van bevoegdheden.
één van de berichten hebt gemist of pas uit de tweede of
Zullen we het dus toch van zij-instroom moeten hebben?
derde hand erover hebt gehoord. Toch is het ook dan een
Precies één week na de derde dinsdag in september zwijgt
aardige oefening die afweging van onvergelijkbare groothe-
de directeur van SBO daarover in het Volkskrantinterviewtje.
den te maken.
Hij zegt wel: “Van echte tekorten is op dit moment geen sprake. …… Het tekort kan over enkele maanden weer toe-
De minister wordt gezien als diegene die leiding geeft aan
slaan, maar ik durf geen voorspellingen meer te doen.” Is
het nationaal onderwijsbeleid. Ze legt er tenminste verant-
er dan geen probleem meer van de minister? Niets meer
woording over af. Ik vind dat ze fundamenteel gelijk heeft
over gehoord of gelezen.
als ze stelt dat bij gebrek aan leraren de kwaliteit van onderwijs in gevaar komt. Dat is kern van haar beleid. Op basis
Moeten we het dan van het probleemoplossend vermogen
daarvan zijn in het hoofdlijnenakkoord van het kabinet
van scholen hebben? Het Rythoviuscollege in Eersel zet de
Balkenende II extra middelen beschikbaar gesteld en dat
toon en het NOS-journaal maakt daarover een prachtig zon-
nog wel in sterk contrast met het algemene bezuinigings-
dagmiddag-bij-de-thee-item en plaatst de nieuwe docente
en bespaarbeleid.
en de school in een vriendelijk licht. Zo worden leraren tij-
Maar nu de details uit de onderwijsbegroting voor 2004. De
dens hun studie bevoegd en bekwaam en dat kunnen scho-
minister schrijft: ‘Om het aantal openstaande vacatures
len best zelf, kijk zelf maar. Wat aandacht voor knellende
terug te dringen, wordt ingezet op het tegengaan van de uit-
arbeidsomstandigheden, zwaarte van de taak en stress als
stroom uit het onderwijs, het bevorderen van de instroom
gevolg van conflicten met leerlingen en een kopje thee
en een betere benutting van het beschikbare potentieel.’
doen wonderen.
Prima geformuleerd, tonen van krachtig leiderschap. Ik ga dus later met pensioen, dat wel.
Ik vind het schitterend wat ze in Eersel doen, maar zag ik ze
Maar dan gaat de tekst na acht regels verder: ‘Het realiseren
nou verantwoordelijkheid nemen?
van deze doelstelling is de eerste verantwoordelijkheid van
Als scholen zich de eerstverantwoordelijken vinden, wat
de scholen. Zij zullen daarbij worden ondersteund met
doen dan de ouders, leerlingen en personeelsleden? Als die
diverse maatregelen,….…’
eens hun verantwoordelijkheid nemen en het waanzinnig
In het rijtje opgesomde maatregelen vind ik voorlichting en
hoge doubleerpercentage in het Nederlandse voortgezet
een imagocampagne op plaats-1, maatregelen gericht op
onderwijs van 10% halveren tot 5%, dan komen daardoor
zij-instroom op plaats-5 en professionalisering van de
2000 leraarsbanen vrij. Sterker nog, als ze doubleren tot nul
schoolleiders op plaats-9.
reduceren, dan geldt dat ook voor het lerarentekort.
Het gaat toch om meer leraren? Gelukkig vind ik ook nog de
Zo wordt het beschikbare potentieel benut.
volgende maatregelen: PA G I N A 1 5
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
In een bijeenkomst voor schoolleiders raakte ik in gesprek met Herman Vullings, voorzitter van de centrale directie van de SG Stevensbeek met vestigingen in Stevensbeek en Boxmeer. We spraken over buitenschools leren, over het bestaande schoolsysteem en over kernteams in een school en over leiding geven aan een school die op weg is in een vernieuwingstraject. De vraag die we nog niet aan de orde stelden was of leiderschap dan een andere dimensie krijgt en wat de rol van de maatschappij is bij het ontwikkelingsproces in zo’n situatie. Een inspirerend gesprek en een reden om het voort te zetten in Stevensbeek, verder te praten in de school zelf met de vraag of een buitenstaander er ook iets van kan zien of de relatie tussen leerlingen en school anders is, of de innovatie ook op te snuiven is.
FRANK SELLER
Je gaat jezelf de goede vragen stellen Een prachtige herfstmorgen en de ochtendzon priemt scherp door de ramen van de rectors-
hebben wel statistieken gemaakt van uitval en gezegd dat het
kamer. De gordijnen moeten het licht van buiten filteren. Daardoor komt aan de westzijde
ons zorgen baart. Maar welk kind heeft daar iets aan gehad?
het weidse Noord-Brabantse akkerland in beeld met hier en daar een windkerende bomenrij.
We hebben een systeem dat gebaseerd is op uniformiteit en
Een uitzicht dat blijkbaar aan onze eigen jeugd herinnert, aan onze eigen schooltijd en aan
selectie. Die elementen hebben iets van een lopende band:
de school zoals die was.
allemaal cohorten van 30, allemaal hetzelfde leerboek, hetzelfde programma, allemaal dezelfde regelmatige toetsing en aan het eind van het schooljaar voor een deel van het
PA G I N A 1 6
We moeten de bestaande standaard voor scholen achter ons
cohort de opdracht hetzelfde allemaal nog een keer te doen.
laten. Ik geloof dat daarin veel elementen zitten die weinig of
Het systeem hebben we nu zo lang, dat we er van uit gaan
geen rekening houden met de toekomst; dat die standaard
dat het leerstofjaarklassensysteem het enig zaligmakende
een symbool is van de tijd achter ons. We hebben de leer-
systeem is. Maar, uniformiteit en selectie verdragen zich
plicht als maar langer gemaakt en ons nooit echt zorgen
slecht met individuele groei en zelfontplooiing.
gemaakt over de leerlingen die afvallen of uitvallen. Ja, we
We hebben zelf, als leerling dan, in de jaren ’60 en ’70, de
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
jaren van zelfontplooiing meegemaakt. We kunnen daarom
een school binnen, dan lijkt het of er niets is veranderd.
ook maar moeilijk met kritiek daarop uit de voeten, vanwe-
Aan ons, aan de school, de taak het instituut school grondig
ge onze eigen schoolervaringen. Wij ervoeren het systeem
te herzien.
als stimulerend in de schoolgemeenschap waar we met elkaar de toekomst optimistisch tegemoet zagen.
Andere basis voor leren
Voor ons was school belangrijk, het was dè plaats waar het
Die herziening zal niet eenvoudig zijn. We hebben ons of we
gebeurde. Maar ook die zelfontplooiing heeft een evolutie
zijn als onderwijsgevenden belast met een jarenlange tradi-
doorgemaakt. Het is niet langer de op het eigen zelf gerichte
tie. Een paar elementen daarvan liggen voor het oprapen.
ontplooiing waar de rest zich aan dient aan te passen. We
>
vinden nu dat zelfontplooiing alleen zin heeft als het in rela-
gevormd en daarna is er in veel gevallen geen wezen-
tie staat met de dingen om ons heen. Zelfontplooiing op zich is betekenisloos; je hebt nodig dat je gespiegeld wordt
We zijn lang geleden door onze onderwijsopleiding
lijke heroriëntatie meer geweest. >
door je omgeving.
We komen uit een systeem waar er voor ons gedacht werd.
>
We zijn getraind in het niet zelf nadenken; we volgen
Betrokkenheid
bijna slaafs de methodes van de uitgevers en de
Kijk eens naar de leerlingen van nu. Is school voor hen dé
technieken van de pedagogische centra.
bron van kennis en vaardigheden? Is dat dé plaats waar
>
voor hen groei van kennis en vaardigheden plaats vindt? Leerlingen anno nu hebben een veel grotere blik op de wereld. Ze zijn in de beeldcultuur niet alleen op woorden
We hebben in onze beroepsgroep geleerd dingen in hoge mate alleen te doen.
>
Uniformiteit en
We ondergaan (vroegere) regelgeving als normatief en vanzelfsprekend.
aangewezen. In onze tijd was de school naast het gezin, de
En als schoolteams hebben we die ervaring lang gedeeld en
buurt en de radio het enige referentiekader voor kinderen.
met elkaar lang goed bevonden. Dan is het een geweldige
En radio was een beetje amusement en ook heel veel infor-
tour de force de schoolwereld anders te benaderen. Ook als
matie. Dat alles werd je toegediend. Radio was voor de
leerlingen in hun gedrag en hun aanpak en hun perceptie
jonge luisteraar een passief gebeuren: er werd uitgezonden
van school daarom vragen. De drang van leerlingen hun
en je kon alleen maar ontvangen.
nieuwsgierigheid te bevredigen is niet meer schoolgericht;
De leerlingen van nu zijn via tv en internet en de achterlig-
er is zoveel meer ruimte en mogelijkheid elders. De kloof
gende interactieve structuur betrokken op alles om hen
tussen leerlingen en docenten groeit en kinderen ervaren in
heen, op de hele wereld. Het dwingt hen steeds het blikveld
hoge mate wat wij met ze willen doen als betekenisloos. Dat
te verbreden, een oordeel klaar te hebben en zich naar de
maakt dat docenten er steeds harder aan willen sleuren om
idee, of soms ook de waan, van de dag te richten. En dat
hetzelfde resultaat te bereiken en vervolgens veel repressie-
niet alleen in woorden en taal, maar ook in beelden en
ver te worden in hun taakopvatting: meer van hetzelfde,
voorbeelden, in gewoontes, activiteiten; dus ook in consu-
meer controle, meer negatieve interactie. Dat betekent meer
mentengedrag.
werk, meer eisen en meer inzet van de kant van de docent
selectie verdragen zich slecht met individuele groei en zelfontplooiing
en dus ook meer verwachtingen. En die komen nu juist niet Als je die twee dingen naast elkaar zet, dan zie je dat de
uit. Daarmee zien docenten het leraarsberoep zwaarder en
natuurlijke zelfontplooiing van kinderen/leerlingen meer
zwaarder worden.
buiten school dan er binnen plaats heeft. De school zal daarbinnen veel scherper moeten sturen op de relatie van jonge-
Vmbo, een weldaad
ren met de mensen om hen heen, op hun relatie met de
Docenten hebben dus niet het idee dat ze door een andere
cultuur, de natuur, de omgeving. Dat betekent dat ook
aanpak hun werk kunnen verlichten. Dat als ze leren voor
reflectie kaderstellend wordt in het onderwijs dat we willen
leerlingen betekenisvoller willen maken, ze zich de vraag
aanbieden. Reflectie die ook noodzakelijk is voor ons als
kunnen stellen: “Hoe doen we het samen?”. Dat ze met elkaar
schoolleiders en schoolteam, docenten en onderwijsonder-
de vraag kunnen stellen: “Hoe kun je leerlingen boeien?”.
steuners. Reflectie die gaat over de zin van leren en over de
Wij hebben als schoolleiding de grote taak het denken los te
effectiviteit van ons schoolsysteem. Je komt geen kantoor
weken, beelden aan te reiken hoe het anders zou moeten, de
of fabriek tegen die hetzelfde is als 20 jaar geleden; kom je
vicieuze cirkel van meer-werk-doen en meer-last-voelen te
Ve r v o l g o p p a g i n a 1 8
PA G I N A 1 7
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
Ve r v o l g v a n p a g i n a 1 7
>
NUMMER 4
doorbreken. Waar het voor de hand ligt dat te doen, is in het
docenten van de avo-vakken hierbij te betrekken. In de sec-
vmbo. In dat opzicht is het een weldaad een vmbo-afdeling
tor techniek onderzoeken de docenten natuur en wiskunde
in de school te hebben.
of zij binnen de werkplekkenstructuur in die ruimte hun vak-
Vmbo-leerlingen richten zich in hun beroepsgerichte oplei-
ken kunnen geven en niet in een algemeen theorielokaal in
ding op de buitenwereld en zien daar een wereld vol tech-
de andere vleugel. Je hebt dit soort bloemen nodig om de
nologische innovatie. Daar willen ze deel aan hebben; vaak
bloei te zien, om verder te komen.
hebben ze een baantje dat hen aanleiding geeft traditionele
Het succes in de afdeling kantoorpraktijk en de afdeling zorg
opleidingselementen als achterhaald aan te duiden. Ze laten
& welzijn heeft het Jenaplanteam van onze vestiging in
zich niet boeien door theorie en gesimplificeerde praktijksi-
Boxmeer aangezet door te denken over de keuzes van leer-
tuaties die daarvan zijn afgeleid. Vmbo-docenten hebben
lingen. Zij willen onderzoeken of en hoe leerlingen meer
door hun beroepsoriëntatie en door stages een veel sterke-
vrijheid kunnen krijgen in hun programma’s. Hun ambitie is
re relatie met de buitenwereld.
dat leerlingen bij projecten kunnen kiezen naar interessege-
Voor vwo/havo leerlingen ligt dat geheel anders. Theorie en
bieden, activiteiten verdeeld over leren met hoofd, hart en
uitwerkingen daarvan boeien hen langer; daaraan is vaak
handen, daarmee hun eigen vorm kunnen geven. De ver-
ook meer te beleven, zit meer kraak en smaak. Niet voor
wachting is dat daarmee de leeromgeving nog sterker
niets duiden we onze lesprogramma’s in de theorievakken
wordt, omdat die aansluit bij wat kinderen zoeken.
vaak aan als zijnde gemaakt volgens een theezakjesmodel. Van het vwo-programma wordt voor havo een nieuw aftreksel gemaakt van hetzelfde zakje en daarna van hetzelfde zakje het vmbo-programma getrokken. In de praktijk
Als we de school verder door lopen in de pauze, zitten de
van het vmbo is het mogelijk nieuwe leeromgevingen te
brugklasleerlingen in de bovenkantine. De meesten ontspan-
maken, waar beroepspraktijk, ict en computergebruik
nen pratend aan tafels, het broodzakje leeggegeten en in de
samen vorm krijgen.
prullenbak op tafel gegooid. Aan de rand van de open ruimte al vast wat jongens half stoeierig en met hun rugzakken vervaarlijk laag hangend op hun billen, elkaar opduwend
Als we door de school wandelen gaan we als eerste naar de afdelingen economie, handel &
naar de volgende les.
administratie. Grote, doorgebroken en aangeklede lokalen die een serie complete werkplekken
In de overblijfruimte beneden aan een tafel zit een meisje
vormen rond de winkelpraktijk en docenten die het leerproces begeleiden en instrumenteren.
met tranen op haar gezicht, dicht tussen twee haar steunen-
Leerlingen die weten wat hen te doen staat, die herkennen wat ze straks in de praktijk weer
de vriendinnen geklemd. Een docent voert een gesprek met
tegenkomen; docenten en leerlingen die elkaar zien als partners in een leerproces en
de meisjes aan tafel; de troost en opluchting is zichtbaar
daardoor feed back als positief kunnen waarderen. Leerlingen die keuzes kunnen maken,
vanaf onze positie.
daardoor zelfstandiger leren en werken, die zich niet laten afleiden door een binnenlopende bezoeker. In de afdeling zorg & welzijn, waar we daarna komen, zijn geen leerlingen meer; de pauze is begonnen. Daardoor is het overzicht over alle werkplekken goed in beeld. De investering
Een gemeenschap van 1700 leerlingen kan eigenlijk niet
in materiaal, structuur en organisatie is extra zichtbaar voor de bezoeker.
bestaan; kun je als schoolleiding ook niet nastreven. Maar door in concentrische cirkels gemeenschapsbevorderend bezig te zijn, voelen leerlingen zich betrokken bij wat er in school gaande is. Ook buiten school komen leerlingen
PA G I N A 1 8
De omslag die docenten moeten maken is reusachtig. De
elkaar tegen. Ze sporten, gaan uit, ontmoeten elkaar in
investering in het maken van lesmateriaal, het inrichten van
werkrelaties en baantjes. Personeelsleden ontmoeten elkaar
de werkplek, de ordening in leerlingactiviteiten, is ontzet-
ook buiten de school in andere situaties in de gemeenschap
tend groot. Maar nu het eenmaal draait, zijn de mensen erg
van dorp en omgeving.
tevreden. Hun rol is veranderd; met hun leerlingen leren ze
Een gemeenschap van meer dan 100 docenten nastreven is,
mee; de ontspanning nu het eenmaal draait is des te groter.
denk ik, ook niet zo vruchtbaar als je denkt aan uniformiteit.
Maar dit is wel het soort uitdaging dat voor avo-docenten
Wij willen het werk organiseren in kleinere teams. In de
niet zo aantrekkelijk is. Toch is het de volgende stap ook de
beide vestigingen samen hebben we zeven teams gevormd.
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
Die teams dragen bij aan hun eigen ontwikkeling en werken
municeren, nieuwe ideeën door te geven, problemen van
aan doelen die met hun onderwijs en hun functioneren ver-
oplossingen te voorzien. Ik wil uitstralen dat een school
band houden. Je kunt je dan de vraag stellen of we dan nog
waar mensen niet veranderen, mensen geen fouten mogen
wel één school, een schoolgemeenschap zijn. Het antwoord
maken, een school is met een verkeerde context voor
is dat we dat vanzelfsprekend zijn in hetgeen ons bindt:
betrokken onderwijsmensen.
werken aan en binnen een lerende organisatie die werk
Zo zie ik ook mijn eigen geschiedenis. In de schoolleiding
maakt van onderwijsontwikkeling. Daarvoor is ook nodig
van de jaren tachtig waren organiseren en beheren belang-
dat we elkaar kennen, herkennen en vertrouwen, elkaar
rijke taken; veel mensen werden in de schoolleiding
begrijpen en elkaar ruimte geven. We hebben de mensen
gehaald omdat ze dat goed konden. In de jaren negentig
geplaatst in teams waarin de docenten zo mogelijk al hun
komen er nieuwe ideeën en mechanismes, zoals bijvoor-
lessen geven. Dat is denkend vanuit de oude situatie verve-
beeld de lump sumfinanciering. Dan ga je lezen over mana-
lend, omdat mensen het fijn vinden zowel brugklassen als
gement en je focusseert je op wat je daar ontdekt: vaardig-
examengroepen les te geven. Maar als je echt werk wilt
heden als vooruitzien, plannen. Tot je ontdekt dat het niet
maken van onderwijsontwikkeling dan moet je je kunnen
gaat over wat je wilt, waar je hart ligt.
richten op een groep leerlingen met een bepaalde leerpsy-
Wat doe je eigenlijk als manager? En wat wil je doen als lei-
chologische achtergrond, een kenmerkende leervraag. Dat
der van een onderwijsteam? Je keert terug naar de leraars-
betekent ook dat secties geen belangrijke inbreng meer
vragen van het leraar-zijn.
hebben. Vanuit secties zijn nooit wezenlijke inhoudelijke ver-
Ik ben gaan lezen over lerende organisaties, over reflectie,
anderingen voortgekomen, wel verbeteringen en aanpassin-
over feed backmechanismen. Je tekent in voor advies en
gen, maar nooit een echte omslag in het denken.
training op maat voor de schoolsituatie, want je hebt gezien
De omslag die docenten moeten maken is reusachtig
dat leiderschap andere dingen vraagt. Als leider wil je de Anders organiseren
eigen mensen ‘leren’ hun eigen problemen op te lossen,
De school opnieuw organiseren in teams betekent ook dat
‘leren’ niet afhankelijk te zijn, ‘leren’ in teams te werken. En
je bepaalde erkende waarden uit het verleden ter discussie
in je onschuld en ambitie denk je dat zoiets in 6 maanden
stelt en die vanuit een ander vertrekpunt niet langer hono-
kan, nou ja, zeg 8 maanden.
reert. Denk aan het adagium van de heterogene brugklas.
Een traject van 3 tot 5 jaar is zeker nodig om sturing van
Lang, heel lang, is dat een fundament geweest van elke
bovenaf om te zetten naar sturing in teams, ontwikkelings-
schoolorganisatie, dus ook van de onze. Nu de brugklassers
gesprekken en onderwijsvisie met elkaar te verbinden, eva-
verdeeld zijn over 3 teams in drie onderdelen van de school
luatie en feed back daarop aan te passen, een coachende
is het brugklasonderwijs anders georganiseerd, zijn er van
manier van leidinggeven vorm te geven. Ik hoop dat de
elkaar afwijkende lessentabellen bij voorbeeld.
mensen hier merken dat ik veranderd en gegroeid ben en
Boven de teams blijft het nodig te organiseren en te com-
dat ik het van belang vind dat zij dat ook doen.
Wat bezielt je?
De studieconferentie vindt plaats op 26 maart 2004 in de International School Hilversum ‘Alberdingk Thijm’. De organisatie is in handen van AOb/Sint Bonaventura, AOb/CVHO, KVSC en KBVO, ondersteund door
Een studieconferentie over identiteit en identiteitsbeleving in scholen voor
medewerkers van het ABKO en de Besturenraad.
voortgezet onderwijs – Hilversum > 26 MAART 20 04
In het programma: >
workshops over mogelijkheden rond persoonlijke verdieping
Net als in 2002 en 2003 is de studieconferentie een afwisseling van work-
>
voorbeelden van good practice uit scholen
shops, lezingen en presentaties, discussies en activiteiten. Deelname aan de
>
discussies over programmeringselementen
studieconferentie biedt schoolleiders en identiteitscommissies de gelegenheid kennis te nemen van een breed aanbod, te beproeven of elementen te
Een uitnodiging met het complete aanbod wordt naar de vo-scholen
gebruiken zijn bij identiteitsprogramma's in de eigen school en de mogelijk-
verzonden.
heid met elkaar over het thema te discussiëren.
Verdere informatie over de conferentie bij:
[email protected] PA G I N A 1 9
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
Binding en vertrouwen Spirituele herleving binnen katholieke scholen? PAUL BOERSMA
Diep in ons is iets stervende. Deze droevig stemmende ervaring lijkt een hele generatie te
Godsdienstpedagoog en
verbinden. Wat er nog rest is herinnering. Alleen op christelijke scholen gebeurt het nog:
onderwijsadviseur
een gebed, een lied, een bijbelverhaal. Niet meer zoals vroeger, toen meester Koenen de verhalen vertelde, uit zijn hoofd en zo spannend dat je de brandende oven voelde waarin Sadrach, Mesach en Abednego (u weet wel!) zaten; zeker als je naast de grote centrale verwarming zat. Nu leest juf Douw het bijbelverhaal voor, vertelt ze een spiegelverhaal en gaat het gesprek over onze hete ovens zoals de magnetron.
Ze komen dus nog aan bod, de bijbelverhalen. Maar wat
meen gedeeld zinsverband meer bestaat en dat de mens
steeds minder gezamenlijk beleefd wordt is dat we nog met
dus voor van alles en nog wat zelf verantwoordelijkheid
die bijbelverhalen leven. Dat ze ons betrekken in een bezield
draagt. De overheid vertaalt deze visie rigoureus en zo mag
verband. Dat gevoelen is algemeen. Het geldt voor veel pro-
het jongerenwerk het verder zonder overheidssteun doen.
testantse scholen maar in nog sterkere mate voor rooms-
Red je zelf.
katholieke scholen. Veel leraren stellen daar de vraag naar de rol die de katholieke geloofstraditie speelt in hun onder-
Deze (liberale) kijk op het leven heeft ook het onderwijs eni-
wijs niet meer. Zij zijn, zoals velen in onze samenleving, los
germate in zijn greep gekregen. Daar gaat het om zelfont-
van een religieus geïnspireerd zinsverband, dat hen draagt
plooiing en zelfsturing, zonder dat volwassenen aangeven
en hun handelen richting geeft.
in welke richting. Het draait om het ontwikkelen van competenties als flexibel en autonoom zijn. En vooral om zelfver-
Mensen in onze samenleving delen dergelijke ervaringen
antwoordelijk zijn voor wat je leert en of je leert. De jongere
van gemis. Mensen verbinden zich wel, maar bij gelegen-
van nu wordt geleerd zich als individu staande te houden in
heid, soms, even …
een samenleving die hem of haar geen verbindend en dra-
Van overheidswege zoekt men naar een herleving van ver-
gend verband meer biedt. Het enige wat hij of zij meekrijgt
bindende waarden en normbesef, en spreekt men over het
is eigen verantwoordelijkheid. VERLAMMEND!
ontwikkelen van burgerschapszin en het nemen van de eigen verantwoordelijkheid. Met dat laatste bewerkstelligt
Tegen deze trend in wil de Nederlandse Katholieke
de overheid overigens wat ze wil bestrijden. Namelijk dat de
Schoolraad (het landelijke verband van katholieke scholen)
mens op zichzelf wordt teruggeworpen, dat er geen alge-
een tegenbeweging op gang brengen. Zij dagen hun scholen uit om de spirituele dimensie weer op te diepen en drager te zijn van katholiek onderwijs. Onderwijs dat de jongere niet op zichzelf terugwerpt, maar binding aanreikt
De Nederlandse Katholieke Schoolraad publiceerde eind augustus een visietekst ‘Verbinden
en vertrouwen schenkt.
en vertrouwen’ een spirituele visie op de katholieke school als gemeenschap. Deze tekst was
Op een aantal bijeenkomsten in het land wil de schoolraad
onderwerp van bespreking op vijf seminars in de regio (Nijmegen,Weert, Breda, Utrecht en
het vuur opstoken en scholen een handvat aanreiken tot
Hengelo) waar de NKSR de visie graag wilde toetsen aan de mening van degenen die het
geïnspireerd en spiritueel onderwijs. Ze heeft daartoe deze
katholiek onderwijs dagelijks vormgeven. Op de verschillende bijdragen aan de seminars, de
zomer een visietekst gepresenteerd op katholiek onderwijs.
discussie en de uitkomsten blikken we in de komende uitgave van Reflexief uitgebreid terug.
De raad wil de spirituele dimensie van het katholiek onder-
Bijgaand een reactie op de visietekst van godsdienstpedagoog en onderwijsadviseur Paul
wijs doen herleven zonder terug te grijpen op de vroegere
Boersma die eerder verscheen in het Friesch Dagblad van 4 oktober.
inbedding van de school binnen de kerk.
PA G I N A 2 0
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
De hedendaagse context van de school wordt volop meege-
waarin het leven zich aan hen en binnen in hen mani-
nomen. Een context die erkent dat de leerling van nu maat-
festeert. De tekst spreekt van een narratieve pedagogiek.
staf is, zijn uniciteit inbrengt en gehoord wil worden, maar
Een pleidooi om verhalen meer in het algemeen en de per-
ook recht heeft op geborgenheid.
soonlijke levenservaring in het bijzonder tot focus te maken
Het zeer lezenswaardige visiestuk stelt twee kernwaarden
voor de vernieuwing van het katholieke onderwijs.
centraal: verbinden en vertrouwen. Bij verbinden gaat het
Daarmee is de katholieke school de protestantse school
om de intermenselijke verhoudingen, om de relatie met de
dicht genaderd. Want dat is een school waarin als vanouds
natuur, om de relatie met het verleden en om de verbinding
het verhaal een plek heeft. Maar ik blijf wel zitten met een
met de toekomst. Relaties die niet zonder een mate van ver-
paar vragen. Want als in onze tijd de religieuze verhalen
trouwen kunnen. Voor een gelovige hebben deze waarden
(verhalen waarin God ‘aan het woord komt’) niet meer mee-
ook een ultieme betekenis. Religieus gesproken wortelen ze
spreken in onze eigen verhalen, dan komen ze dus ook niet
in ervaring van de gave Gods, die zichzelf met mensen ver-
meer aan bod als we op authentieke en dus spirituele wijze
bindt ‘om niet’.
vertellen waarom we een magnetron een zegen van onze
Nu beseft de schoolraad, dat deze religieuze notie veel men-
tijd vinden. Vanuit de vertelling van de brandende oven
sen vreemd geworden is. Religie verdwijnt, hoewel hij in
waarin de vrienden van Daniël ongedeerd bleven, overgaan
andere gedaanten ook weer verschijnt. En dus spreekt zij de
op een verhaal over de magnetron, dat zie ik nog wel
scholen niet meer aan als religieuze scholen. In de katholie-
gebeuren, maar het omgekeerde niet.
ke traditie zijn altijd twee bronnen van openbaring erkent.
Intussen heeft de raad wel een belangrijk thema in het
Een sacrale en een seculiere. Zo kan de raad de leraren in
midden van de school gelegd. Namelijk wat leraren willen
hun hoedanigheid van seculiere mensen aanspreken op
betekenen voor leerlingen, niet alleen als docent of als
hun menselijke spiritualiteit. Het visiestuk spreekt van leken-
begeleider van hun leerproces, maar als degene die jonge-
spiritualiteit, een term die geïntroduceerd is door Kees
ren helpt om zich te oriënteren in een wereld vol keuzes en
Waaijman (Spiritualiteit: vormen grondslagen, methoden).
verwarrende betekenissen en hen daarbij meegeeft wat
De leraar wordt uitgedaagd deze menselijke spiritualiteit
goed leven is. Op zulke mensen hebben jongeren recht. En
aan de hand van zijn levensverhaal op authentieke wijze op
daarbij kunnen naast de eigen biografieën juist de verhalen
te delven. Rond geboorte en dood, woning en werk, liefde
uit de bijbelse traditie nog wel eens voor onze seculiere kin-
en leed, relaties en zorg kan de leraar levensechte spiritua-
deren van grote richtinggevende waarde zijn. Ze zetten ons
liteit present stellen in de opvoedingsituatie.
immers vaak op een ander been, vervreemden en verrassen
Als je dat wilt doen, heeft dat consequenties voor het
en helpen juist daardoor zicht te krijgen op wat er toe doet
onderwijs. Het vraagt om vorming van kinderen en jonge-
in het leven, zodat je in binding en loslating, in vertrouwen
ren in het aangaan van relaties (zich te hechten) en om aller-
en wat het vertrouwen weerspreekt, een heel mens blijft.
lei gemeenschappelijke activiteiten. Zijn scholen daartoe wel
Je moet ze natuurlijk dan niet voorlezen, maar vertellen –
voldoende ingericht?, zo vragen de opstellers van de visie
zodat je je er echt aan kunt warmen.
zich af. Er zijn veel werkplekken waar leerlingen zelfstandig
Verbinden & vertrouwen
kunnen werken, maar zijn er ook plekken en tijden waarop
is een uitgave van de
de school als gemeenschap kan worden ervaren?
Nederlandse Katholieke
Het vraagt ook om verhalen, om tijd en ruimte van ontmoe-
Schoolraad, Den Haag
ting en gesprek. Een dringende noodzaak om jongeren het
(tel. 070 356 81 00)
gevoel te geven van samenhang in de vele fragmenten
www.nksr.nl PA G I N A 2 1
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
GELOVEN IN DE SCHOOL
ten en leerlingen. Probleemkinderen horen thuis bij de directeur, maar klachten van ouders of moeilijk plaatsbare leerlingen komen op mijn bordje terecht. Daarbij hoort het
Waarom hebt u voor het onderwijs gekozen? BERT TEN BERGE S.J.
beleid van ‘Weer samen naar school’ en het ‘Rugzakje’.
Na de HBS aan het Clara College te Heerlen (1969) wilde ik
Kinderen met een handicap (doofheid, zware dyslexie,
naar de Sociale Academie, maar was daar nog een jaar te
ADHD) worden toch in het reguliere onderwijs opgenomen
jong voor. Daarom deed ik de opleiding tot lerares Akte
met extra subsidie voor ambulante ondersteuning vanuit
NXII, wat huishoudvakken en gezondheidskunde inhoudt.
een expertise instituut.
Omdat er toen in het beroepsonderwijs weinig banen
Verder overleggen we als besturen van één katholieke, twee
beschikbaar waren, ben ik de maatschappelijke dienstverle-
protestants christelijke en één openbare school in een
ning ingestapt en heb ik gedurende 11 jaar bij drie r.-k.
achterstandswijk van Leiden met de gemeente om tot één
stichtingen in het land leiding gegeven aan de gezinsverzor-
onderwijsvoorziening op één locatie te komen.
ging. Begin jaren 80 kwamen onze kinderen. Voor het werk
Segregatiebestrijding en het vergroten van de ontwikke-
van mijn man verhuisden we naar Frankrijk. Na terugkeer
lingskansen voor alle kinderen in de wijk zijn de hoofd-
ben ik sociale pedagogiek gaan studeren in Amsterdam,
doelstellingen om te komen tot een Brede School.
richting management en beleid. Vanuit mijn voorzitterschap van de MR van de basisschool van mijn kinderen, hier in
Wat was uw mooiste moment op school?
Leiden, werd ik gevraagd als bestuurslid en vier jaar later
Voor mij zijn mooie momenten als mensen positief en uit
werd ik benoemd tot bestuurscoördinator. Nu ben ik sinds
eigen kracht uit hun problemen geraken. Bijvoorbeeld als
2 jaar samen met een collega bovenschools directeur van
een leerkracht die het niet meer ziet zitten via gesprekken
11 scholen voor primair onderwijs binnen de SKOL met 300
met ons en door ons aangeboden externe coaching tot
man personeel. Mijn portefeuille is personele en onderwijs -
inzicht komt waar het aan ligt. En dan een nieuwe keuze
inhoudelijke zaken.
maakt binnen het onderwijs of daarbuiten en zo weer toekomstperspectief heeft. Ook vind ik het heerlijk als een
Zou u die keuze nu weer maken?
directeur met zijn team vooruitgang maakt en een compli-
Zonder meer. Van jongs af aan ben ik opgevoed met het
ment van de inspectie krijgt. Dat kan betrekking hebben op
idee van een leven lang leren. Dat is aan mijn loopbaan te
het leerlingenaantal, de personele bezetting, onderwijs-
zien. Net zoals de maatschappij, blijft ook het onderwijs zich
inhoudelijke zaken, vernieuwing of uitbreiding van het
steeds vernieuwen en dat daagt uit tot permanente vor-
gebouw etc.
ming. Onlangs heb ik nog een leergang conflictbemiddeling afgesloten. De docent speelt een cruciale rol in het leven en
Waar verlangt u naar?
de ontwikkeling van kinderen. Investeren in het welbevin-
Betere huisvesting en voldoende personeel. Ondanks maat-
den en de professionalisering van die docent is dus uiterst
regelen van het ministerie zoals bijvoorbeeld het stimuleren
belangrijk. Ik motiveer onze leerkrachten om met elkaar te
van zij-instromers, blijft er in de toekomst zeker gezien de
LUCIE VAN AUBEL-VAN
werken aan een goed pedagogisch klimaat op school.
vergrijzing een personeelskrapte en ben je beperkt in je
MELIS, 51 jaar, sinds tien
Daarnaast stimuleer ik hun deskundigheid en professiona-
keuzemogelijkheden. Een positiever imago en een grotere
jaar werkzaam bij de
liteit. Dat doen we via cursussen voor individuele docenten
waardering in Nederland voor het vak van leraar zou ik ook
Stichting Katholiek Onderwijs
of voor het hele team, maar ook via collegiale consultatie
op prijs stellen. En ook, als wat meer mensen, en met name
Leiden, de laatste 2 jaar als
en intervisie, inclusief wederzijds lesbezoek.
vrouwen, een managementfunctie zouden ambiëren en de
bovenschools directeur.
Ik ben hierover in voortdurend contact met de directeuren.
kansen en de verantwoordelijkheid ervan zouden aan-
Getrouwd, 2 zoons: Guido
Ik ben op de scholen aanwezig bij teambesprekingen en als
durven. Directievacatures blijken moeilijk op te vullen.
van 22 en Jeroen van 19 jaar.
er zich problemen voordoen. Wat wilt u kwijt? Wat betekenen de leerlingen voor u?
PA G I N A 2 2
Het ministerie geeft enerzijds aan schoolbesturen meer
Natuurlijk sta ik niet in direct contact met leerlingen, maar
autonomie en streeft naar decentralisatie, maar anderzijds
beleidsmatig. Zoals gezegd ben ik alert op een goede peda-
wenst het door allerlei maatregelen weer meer vat te krijgen
gogische sfeer en een goede wisselwerking tussen docen-
op het onderwijs en met al die regelgeving heb ik moeite.
REFLEXIEF
>
DECEMBER 2003
>
NUMMER 4
Wie zijn uw voorbeelden (personen, inspiratiebronnen) Echt voorbeeldpersonen of idolen heb ik niet. Ik ben ook
COLOFON
niet zo opgevoed van ‘kijk eens naar die of naar die’. Ik ben van mezelfuit gedreven. Mijn ouders hebben me altijd gestimuleerd. Mijn man en mijn zoons geven me de ruimte. Inspiratie haal ik vooral uit gesprekken met mensen, literatuur, artikelen, lezingen, conferenties en cursussen zoals
Reflexief is een uitgave van de Nederlandse Katholieke Schoolraad, forum voor katholiek onderwijs. Reflexief verschijnt driemaandelijks en wordt gratis toegezonden aan schoolbesturen en schoolmanagement, relaties in het onderwijs, de politiek, het maatschappelijk leven en de media. U kunt zich ook abonneren op Reflexief.
onlangs over conflictbemiddeling. REDACTIE Wie zijn dat absoluut niet? Ik heb moeite met mensen die niet sociaal betrokken zijn en alleen aandacht hebben voor zichzelf. Of mensen die zonder reden klagen en te weinig hun best doen dingen van een positieve kant te benaderen en die daarbij geen rekening houden met de positie van anderen.
Bartho Janssen (hoofredacteur) Gerrit-Jan Meulenbeld (eindredacteur) Irma Verbeek (redactieassistent) Merian van Broekhoven Thom Geurts Frank Seller Wilbert van Walstijn
Bent u gelovig? Ik ben vanuit de Limburgse r.-k. traditie opgevoed. Mijn
VASTE MEDEWERKER Bert ten Berge s.j.
vader is de oudste van 11 van een echt katholiek gezin; mijn moeder is op latere leeftijd katholiek geworden. Ik ga hier al 18 jaar naar de oecumenische parochie van de Merenwijk.
FOTOGRAFIE Marc Gijsbers
Maar geloven is voor mij meer dan de traditie waarin je bent opgevoed. Ik geef niet zozeer om het uiterlijke. In iede-
VORMGEVING
re mens schuilt iets wezenlijks en via de godsdienst kun je
Ontwerpwerk, Den Haag
tot dat wezenlijke komen: het binnenste van de mens, zijn ziel, het betere in jezelf. Daar vind ik dan ook de basis voor
DRUK
sociale betrokkenheid, gemeenschapszin en aandacht voor
Drukkerij Berne, Heeswijk
de zwakkeren. Daar vind ik ook de basis voor het respect voor elkaars normen en waarden.
REDACTIEADRES Stadhouderslaan 7
Heeft u daar op school iets aan?
Postbus 82068
Wat ik hierboven beschrijf werkt door in mijn werk, zoals het
2508 EB Den Haag
respectvol samenwerken met wie dan ook, en als het gaat
t. 070 3568115
om achterstandsbeleid met speciale aandacht voor kansar-
f. 070 3467486
me leerlingen. Ik waardeer het dat onze scholen deelnemen
[email protected]
aan projecten voor een goed doel of acties voor een ontwik-
www.nksr.nl
kelingsland. In het verleden kwam ik vaker bij een viering, in mijn huidige functie ontbreekt de tijd. Samen met 2 direc-
ABONNEMENTENADMINISTRATIE
teuren en 2 leerkrachten en met onze identiteitsbegeleider,
Reflexief kost € 12,50 per jaar, los nummer € 3,75.
maak ik deel uit van de commissie identiteit die o.a. voor
Voor informatie en losse nummers: Irma Verbeek, t. 070 3568115,
[email protected]
onze scholen de meest geschikte methodes voor catechese uitzoekt. Daarnaast ben ik betrokken bij het beleid van aan-
COPYRIGHT
name van nieuwe docenten, waarbij het kunnen werken
Overname van artikelen of gedeelten daarvan is toegestaan na voorafgaande toestemming
binnen de katholieke cultuur en meewerken aan catechese-
van de redactie en met bronvermelding.
projecten een voorwaarde is.
ISSN 1570-2588
PA G I N A 2 3
PETER HANDKE
DURF GOED TE KIJKEN. BRENG JE WERK IN GEVAAR. ZOEK DE CONFRONTATIE. MAAR DOE HET ONOPZETTELIJK. WEES NIET DE HOOFDPERSOON. VERMIJD BIJBEDOELINGEN. VERZWIJG NIET. WEES WEEK EN STERK. WEES SLIM, STEEK JE NEK UIT EN VERACHT DE OVERWINNING. KIJK NIET TOE, BEWIJS NIETS, MAAR STA MET ALLE TEGENWOORDIGHEID VAN GEEST OPEN VOOR ANDEREN. LAAT JE OGEN ZIEN, LAAT ANDEREN ERIN KIJKEN, ZORG VOOR RUIMTE EN BESCHOUW IEDER IN ZIJN EIGEN PERSPECTIEF. BESLIS ALLEEN MET HARTSTOCHT. MISLUK RUSTIG. NEEM VOORAL DE TIJD EN BEWANDEL ZIJPADEN. LAAT JE AFLEIDEN. NEEM OM HET ZO TE ZEGGEN VAKANTIE. TREK JE TERUG IN JEZELF ALS JE DAAR ZIN IN HEBT EN GUN JE DE ZON. NEEM JE EIGEN KLEUR AAN. BEN WIE JE BENT. IK VOLG JE.