Reactienota Woonvisie Leeuwarderadeel 2015 – 2020
Bijlage bij het besluit van de raad van de gemeente Leeuwarderadeel van [datum], besluitnummer [pm]
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ................................................................................................ 1. Inleiding...................................................................................................... 2. Indieners van zienswijzen ................................................................................. 3. Ontvankelijkheid............................................................................................ 4. Beantwoording zienswijzen ...............................................................................
3 5 6 6 7
3
4
1. Inleiding Vanaf 9 september 2015 heeft de ontwerp “Woonvisie Leeuwarderadeel 2015 – 2020” gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is een ieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Daarnaast is op 1 september 2015 de “Woonvisie Leeuwarderadeel 2015 – 2020” toegestuurd aan onderstaande overlegpartners / instanties: Provincie Fryslân Gemeente Leeuwarden Gemeente Tytsjerksteradiel Gemeente Littenseradiel Gemeente Franekeradeel Gemeente Het Bildt Gemeente Menaldumadeel Gemeente Harlingen WoonFriesland Wonen Noordwest Friesland Huurdersvereniging De Bewonersraad Dorpsbelang Britsum Dorpsbelang Finkum Dorpsbelang Hijum Dorpsbelang Jelsum / Koarnjum Dorpsbelang Alde Leie Dorpsbelang Stiens Talant Palet Woonzorg Nederland Er zijn twee zienswijzen ontvangen. In voorliggende reactienota is de inhoud van de zienswijzen samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien. Op donderdag 1 oktober 2015 heeft er een BOT sessie met de gemeenteraad plaatsgevonden. De “Woonvisie 2015 – 2020” is gepresenteerd, en de gemeenteraadsleden hebben vragen en opmerkingen gemaakt. De tijdens deze bijeenkomst gestelde vragen en gemaakte opmerkingen worden meegenomen in deze reactienota. Op dinsdag 6 oktober 2015 heeft er een overleg plaatsgevonden met de Plaatselijk Belangen en Dorpsbelangen van de dorpen uit de gemeente. De tijdens deze bijeenkomst gestelde vragen en gemaakte opmerkingen worden meegenomen in deze reactienota. Op donderdag 8 oktober 2015 heeft er een overleg plaatsgevonden met WoonFriesland. Tijdens dit overleg zijn onder andere de vragen en opmerkingen van de gemeenteraad en de Plaatselijk Belangen / Dorpsbelangen besproken. Daarnaast had WoonFriesland nog enkele inhoudelijke aanvullingen en opmerkingen. Bij de besluitvorming van het college en de gemeenteraad over de woonvisie zal eveneens over de zienswijzen worden besloten. Er wordt voorgesteld de zienswijzen conform de reactienota te beantwoorden.
5
2. Indieners van zienswijzen In verband met de privacyregels ingevolge de Wet bescherming persoonsgegevens, wordt de zienswijze van burgers geanonimiseerd. Nr 1 2
Naam Gemeente Leeuwarden Indiener 2
3. Ontvankelijkheid De termijn om zienswijzen in te dienen liep van 9 september 2015 tot en met 20 oktober 2015. De zienswijze van gemeente Leeuwarden is in concept ontvangen binnen de termijn. Buiten de termijn namelijk op 2 november is de enigszins aangepaste, definitieve versie ontvangen. Formeel is deze zienswijze niet ontvankelijk. Voor de volledigheid wordt wel op de zienswijze ingegaan. De zienswijze van indiener 2 is tijdig ingediend en derhalve ontvankelijk.
6
4. Reactie op bijeenkomsten en Beantwoording zienswijzen BOT sessie gemeenteraad 1 oktober 2016 Belangrijkste vragen / opmerkingen: a. De “wachtlijst” van 3 jaar op een huurwoning is te lang. WoonFriesland zou woningen bij kunnen bouwen of geen huurwoningen meer kunnen verkopen, om in te lopen op de wachtlijst. b. Op bladzijde 15 zou de opmerking over de duurdere huurwoningen stelliger gemaakt kunnen worden. c. De grafiek op bladzijde 17 is een “treurige” grafiek, waarvan de lijn sterk daalt. Kan dit ook anders? d. In de het laatste hoofdstuk (Resumé) wordt gesproken over de bewoners van Leeuwarderadeel. We zijn er ook voor mensen die hier willen gaan wonen. Wellicht toevoegen “huidige en toekomstige” bewoners. Reactie: a. WoonFriesland geeft aan dat er tegenwoordig niet meer wordt gesproken over “wachtlijst” maar over zoekduur. Voor de gemeente Leeuwarderadeel geldt dat deze termijn zeker geen 3 jaar meer betreft. Onderstaand wordt de zoekduur per huurklasse aangegeven in weken. Deze onderverdeling in klassen vloeit voort uit het wettelijke “passend toewijzen”. De zoekduur voor gemeente Leeuwarderadeel wordt weergegeven en de gemiddelde zoekduur binnen alle gemeenten waar WoonFriesland woningen verhuurt. De conclusie is dat de zoekduur voor 3 van de 4 klassen lager is dan gemiddeld, waarmee onze gemeente dus goed scoort. Leeuwarderadeel gemiddeld WF Goedkope huurwoning (< € 403,06) 18,9 weken 42,6 weken Betaalbaar laag (> € 403,07 en < € 576,87) 36,0 weken 42,1 weken Betaalbaar hoog (> € 576,88 en < € 618,24) 30,1 weken 38,7 weken Bereikbaar (> € 618,24 en < € 710,68) 51,2 weken 48,1 weken Als een potentiele huurder beslist in een bepaalde straat of wijk wil wonen, kan de wachttijd wel langer zijn.
b. Op bladzijde 15 staat: “Conclusie 5.1: Gemeente Leeuwarderadeel volgt de bovengenoemde ontwikkelingen nauwgezet. Daar waar nodig, en mogelijk, kan de gemeente actie ondernemen. Wellicht kunnen inbreidingslocaties benut worden voor duurdere huurwoningen. De mogelijkheden hiervoor worden onderzocht.” De zin “Wellicht …huurwoningen” zal worden aangepast tot “De inbreidingslocaties kunnen worden benut voor duurdere huurwoningen.”
7
c. Onderstaande grafiek is op blz 17 opgenomen:
De blauwe lijn lijkt tot een nullijn te dalen. Echter, op de Y-as daalt het aantal niet tot nul, maar tot 9.500. De Y-as zou langer gemaakt kunnen worden, maar wij kiezen er voor dit niet te doen. Door het hier toe te lichten, is het voldoende duidelijk gemaakt. d. In de Résumé staat: “Het doel is dat er voor iedere inwoner van Leeuwarderadeel een geschikte woning is, zowel voor reguliere bewoners, als voor doelgroepen (ouderen, mensen met een beperking, statushouders) en dat de kwantiteit en kwaliteit van de woningen op peil blijft.” Deze zin zal als volgt aangepast worden: “Het doel is dat er voor iedere (toekomstige) inwoner van Leeuwarderadeel een geschikte woning is, zowel voor reguliere bewoners, als voor doelgroepen (ouderen, mensen met een beperking, statushouders) en dat de kwantiteit en kwaliteit van de woningen op peil blijft.”
Overleg Plaatselijk Belangen en Dorpsbelangen Belangrijkste vragen / opmerkingen: a. Ouderen zouden graag in de dorpen blijven wonen, ook als ze meer zorg nodig hebben en minder mobiel zijn. Nu verhuizen ouderen vaak naar Stiens. Kunnen woningen ook geschikt gemaakt worden voor bewoning door ouderen en minder mobiele mensen, levensloopbestendig? b. De jeugd wil graag in eigen dorp blijven wonen, in een betaalbare huurwoning. In de dorpen zijn niet veel huurwoningen beschikbaar, er worden ook huurwoningen verkocht. Is het mogelijk minder woningen te verkopen zodat de jeugd grotere kans heeft op een huurwoning? c. In Hijum is nog een inbreidingslocatie bij De Kampioen. Er is weerstand vanuit het dorp om hier woningen te ontwikkelen. d. Aan de Loane in Hijum staan huurwoningen waarvan in het verleden is gezegd dat er in 2015 duidelijkheid zou komen over sloop of renovatie. Is hier al meer over bekend? e. Basisschool De Homeie in Britsum staat met ingang van komend schooljaar leeg. Is het een idee om ouderen te huisvesten in dit pand? f.
Extramuralisering: deze alinea is erg stellig geformuleerd (5.1). Kan dit genuanceerd worden?
8
g. In de Woonvisie is een paragraaf opgenomen over verrommeling van tuinen en erven. Wat wordt daar mee bedoeld? Is er een lijst met criteria? Reactie: a. Deze vraag is voorgelegd aan WoonFriesland. WoonFriesland doet onderhoud aan de woningen, maar om financiële redenen veelal geen groot onderhoud meer. Het aanpassen van de plattegrond van de woning zodat de woning geschikter is voor ouderen wordt niet bij regulier onderhoud gedaan. Dit soort werkzaamheden vallen onder groot onderhoud of renovatie. De meeste woningen in het bezit van WoonFriesland zijn up-to-date, en komen voorlopig niet in aanmerking voor groot onderhoud of het aanpassen van de plattegrond. Woningen zullen dus niet levensloopbestendig gemaakt worden. Geschikte huisvesting voor ouderen in de dorpen is een onderwerp om op te nemen in de prestatieafspraken tussen gemeente en corporatie. b. WoonFriesland zal bekijken of de te verkopen woningen in de dorpen eerst aangeboden kunnen worden aan bewoners uit het dorp, net als in Feinsum: “bij mutatie eerst aanbieden voor huur (ingezetenen) daarna verkoop”. Op het moment van het schrijven van deze reactienota is er nog geen duidelijkheid vanuit WoonFriesland, de directie van WoonFriesland moet zich over dit onderwerp buigen. Aangezien de gemeente dit wel een belangrijk onderwerp vindt, komt dit aan de orde bij het maken van prestatieafspraken met WoonFriesland. Deze prestatieafspraken zullen worden gemaakt na vaststelling van de WoonVisie. c. Er is op dit moment geen concrete belangstelling voor het bouwen van woningen nabij De Kampioen. Gezien de demografische ontwikkeling ligt het niet in de lijn der verwachting dat deze locatie ontwikkeld wordt. Mocht zich een belangstellende melden, dan worden de verschillende belangen afgewogen en besluit het college al dan niet mee te werken aan een verzoek. d. Deze vraag is voorgelegd aan WoonFriesland. De uitkomst hiervan is dat de woningen voor 2016 nog niet opgenomen zijn in het programma voor groot onderhoud / kwaliteitsverbetering. Voor 2017 en verder is de planning nog niet bekend. Ambtelijk is bij WoonFriesland aangedrongen op spoedige duidelijkheid en het spoedig inplannen van werkzaamheden. Overigens loopt het regulier onderhoud wel gewoon door. Groot onderhoud / kwaliteitsverbetering van de woningen aan de Loane zal worden opgenomen in de prestatieafspraken tussen gemeente en corporatie. e. Er wordt op dit moment gewerkt aan een visie over de gemeentelijke gebouwen en de mogelijkheden van deze gebouwen. In dat kader zullen we het idee om ouderen te huisvesten in De Homeie doorgeven aan de gemeentelijk gebouwenbeheerder. De gemeente zal het pand naar verwachting niet zelf ontwikkelen. Ook voor ouderenhuisvesting geldt, dat zich hiervoor dan een partij bij de gemeente kan melden om het pand te kopen / ontwikkelen. Alvorens aan herbestemming of herinvulling mee te werken, zal wel onderzocht moeten worden wat het effect van een nieuwe functie op de omgeving is. f.
In deze alinea wordt uitgelegd wat het begrip extramuralisering inhoudt. De uitleg van dit begrip kan niet genuanceerd worden. De zinnen die daarop volgen zijn niet stellig geformuleerd.
g. Er is geen lijst met criteria wat onder verrommeling valt, het gaat om algemeen geldende normen. Als voorbeeld kan genoemd worden dat tuinen volledig verhard worden, in die gevallen wordt een tuin soms gebruikt als parkeerplaats of als opslag van spullen, hetgeen niet wenselijk is. Ieder geval wordt apart bekeken. In voorkomende gevallen zullen de bewoners er op aangesproken worden.
9
Overleg WoonFriesland Belangrijkste vragen / opmerkingen: a. WoonFriesland geeft aan dat de Woonvisie een concreet document is. Concreter dan gebruikelijk is. Deze Woonvisie gaat wat dat betreft al sterk richting prestatieafspraken, bijvoorbeeld op het punt van de te verkopen woningen. b. WoonFriesland geeft aan dat het “passend toewijzen” al ingaat per 1 januari 2016 (blz18) c. De in de Woonvisie genoemde wachtlijst / wachttijd klopt niet meer. Bovendien wordt er niet meer gesproken over een wachtlijst maar over “zoekduur”. d. Op pagina 22 staat de term “doelgroep”, hier is niet aangegeven wat er met doelgroep wordt bedoeld. Dit zou gedefinieerd moeten worden.
Reactie: a. Het is de bedoeling van de gemeente om een concreet document op te stellen. Er zal een afspraak met WoonFriesland ingepland worden om een opzet te maken voor de nieuwe prestatieafspraken, op basis van deze geactualiseerde Woonvisie. Aangezien de Woonvisie heel concreet is, vormt deze een goede basis. b. De datum zal worden aangepast. c. De term “wachtlijst” zal worden vervangen door “zoekduur”. Daarnaast zal de genoemde duur worden aangepast aan de gegevens die WoonFriesland aanlevert (zoals opgenomen op blad 7 van deze reactienota) aangezien de nu opgenomen duur van 3 jaar niet meer klopt. d. Het woord “doelgroep” zal worden vervangen door “(toekomstige) inwoner van Leeuwarderadeel”
1. Indiener 1 Gemeente Leeuwarden Zienswijze a. Gemeente Leeuwarden geeft aan dat de wens om in kleine dorpen te bouwen vaak groter is dan de concrete vraag. Voorkomen moet worden dat er te veel planologische ruimte ontstaat. Er zouden nog geen onomkeerbare keuzes gemaakt moeten worden. b. Gemeente Leeuwarden geeft aan dat de verwachte ontwikkeling van de doelgroep (in aantallen) voor sociale huurwoningen niet is benoemd. c. Gemeente Leeuwarden vraagt zich af hoe de vergrijzing uitpakt in Leeuwarderadeel, of en hoe de voorzieningen en het wonen daar op zijn ingericht. Gemeente Leeuwarden wil inspanningen gericht op wonen en zorg afstemmen met gemeente Leeuwarden. d. Gemeente Leeuwarden geeft aan dat voor het thema verduurzaming extra stappen te zetten zouden zijn. De vroege uitbreidingswijken hebben een energielabel dat lager ligt dan C. e. Gemeente Leeuwarden geeft aan graag in een vroegtijdig stadium betrokken te willen worden bij de huisvestingsverordening die gemeente Leeuwarderadeel op gaat stellen.
10
Reactie a. Concreet is er al sprake planologische ruimte in een paar dorpen (Stiens, Jelsum, Alde Leie, Finkum). Zo lang er geen initiatiefnemer is voor de bouw van een woning op de betreffende locatie, wordt er niet gebouwd. Er wordt derhalve niet gebouwd voor leegstand en er vinden geen onomkeerbare ontwikkelingen plaats. In andere dorpen (o.a. Hijum) zijn er wijzigingsbevoegdheden die woningbouw mogelijk maken. Dit betreft altijd een afweging. Ook hiervoor geldt, dat er uitsluitend meegewerkt wordt aan een wijziging van het bestemmingsplan als het voornemen voldoende concreet en haalbaar is. b. De ontwikkeling van het aantal inwoners binnen de doelgroep voor sociale huurwoningen is lastig te benoemen. De doelgroep betreft mensen onder een bepaalde inkomensgrens. Het aantal mensen onder deze grens is sterk afhankelijk van de economische situatie en de verandering daarin. Er is geen onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de economische situatie en de invloed daarvan op het aantal inwoners in de betreffende doelgroep. c. In de Woonvisie zelf en in het Woningbehoefteonderzoek is stilgestaan bij de demografische ontwikkeling en daarmee de vergrijzing. In de Woonvisie is benoemd dat particuliere woningbezitters zelf hun eigen woning aan dienen te passen naar hun behoefte. WoonFriesland beoordeelt bij het renoveren van woningen of er noodzaak is, en of het mogelijk is, de plattegrond van de woning enigszins aan te passen om deze levensloopbestendiger te maken. Dit gebeurt niet altijd, in Stiens is bijvoorbeeld voldoende aanbod geschikte woningen voor ouderen. Een eengezinswoning zal dan niet worden aangepast tot levensloopgeschikte woning. Daarnaast is benoemd in de Woonvisie dat welzijn en zorg niet altijd fysiek nabij zijn. Uitgangspunt is dat welzijn en zorg geconcentreerd zijn in het centrum van Stiens. Met name in Stiens zijn er goede mogelijkheden voor het aanbieden van zorg aan huis, door de zorgaanbieders die nu al actief zijn in Stiens. Het afstemmen van de inspanningen op het gebied van wonen en zorg tussen gemeente Leeuwarden en gemeente Leeuwarderadeel is een goed initiatief. d. WoonFriesland is goed bezig met het verduurzamen van hun woningbezit. Ruim 72% van de woningen valt onder klasse A, B of C. Daarnaast hebben alle woningen van Wonen Noordwest Friesland energielabel A. Eigen woningbezitters zijn zelf verantwoordelijk voor het verduurzamen van hun woning. Gemeente Leeuwarderadeel zorgt voor de informatieverstrekking over dit onderwerp, maar gaat niet actief zelf woningen of wijken aanpakken. Dit is de verantwoordelijkheid van de eigenaren. e. Bij het opstellen van de Huisvestingsverordening Leeuwarderadeel zal overleg gevoerd worden met gemeente Leeuwarden. De looptijd van een Huisvestingsverordening is gelijk aan die van een bestuurlijke periode. Kortom, de looptijd van de huisvestingsverordening van Leeuwarderadeel zal eindigen bij de fusie met gemeente Leeuwarden. Gemeente Leeuwarderadeel kan tot 2018, binnen de daarvoor gestelde kaders, naar eigen inzicht een Huisvestingsverordening opstellen.
11
Voorstel / conclusie De zienswijze van de gemeente Leeuwarden vormt geen aanleiding de Woonvisie aan te passen. Waar nodig zal overleg plaatsvinden met de gemeente Leeuwarden.
2. Indiener 2 Indiener gaat in op diverse (deel)onderwerpen, gevolgd door conclusies en aanbevelingen, waarbij veel opmerkingen betrekking hebben op de ontwikkeling van Stiens Oost. Voor Stiens Oost zal een aparte procedure worden doorlopen, waarbij inspraak mogelijk is. Onderstaande betreft dan ook een beknopte samenvatting van de zienswijze. Zienswijze a. Woningbehoefteonderzoek: er wordt aangegeven dat genoemde getallen niet kloppen of niet overeenkomen met elders in het document genoemde getallen. b. Concept Woonvisie: er wordt aangegeven dat in de Woonvisie diverse cijfers van diverse bronnen worden genoemd. Op basis van de provinciale cijfers met betrekking tot de (gewenste) woningvoorraad zouden er geen bouwplannen maar sloopplannen moeten worden gemaakt. Indiener trekt Primos cijfers en de Primos systematiek in twijfel. Daarnaast wordt opgemerkt dat het merkwaardig is dat alleen huurwoningen zijn geïnventariseerd en niet de koopwoningen. Oudere woningeigenaren gaan op een zeker moment huren, wordt gesteld, de vraag wordt gesteld wie dan hun woningen gaat kopen. c. De gewenste woningvoorraad in 2030 wordt door Provincie Fryslân en Primos anders ingeschat. De verschillen zijn dermate groot dat indiener aangeeft dat het verschil te groot is om de gok te nemen, dat het geen goede basis is voor een woningbouwprogramma. Er zou eerder sprake moeten zijn van sloop van woningen. Indiener gaat in op het aantal inwoners en aantal huishoudens in de gemeente en de ontwikkeling daarvan op basis van de cijfers van de Provincie. Indiener geeft aan dat gezinsverdunning in gemeente Leeuwarderadeel minder voorkomt dan elders, waardoor er minder behoefte zal zijn aan woningen. Kortom, indiener vindt dat de huidige woningvoorraad voldoende lijkt voor de eigen bevolking, waarbij in de toekomst de behoefte aan woningen af zal nemen. De waarde van de woningen komt onder druk. d. Indiener geeft aan dat senioren in de nabijheid van het centrum zouden willen wonen en dat er een potentiele vraag is naar seniorenwoningen. Inbreidingslocaties zouden bij voorkeur voor seniorenwoningen moeten worden ingezet. e. Indiener gaat in op de Ladder van Duurzame verstedelijking, dat er al een aantal bestemmingsplannen is gesneuveld op dit onderwerp. f.
Indiener geeft aan dat een bepaalde passage in de Woonvisie discriminerend over kan komen, namelijk dat er gestreefd wordt naar een geschikte woning voor iedereen, ook voor doelgroepen zoals ouderen, mensen met een beperking.
Reactie a. Het Woningbehoefteonderzoek is opgesteld door Companen, een bedrijf dat gespecialiseerd is in adviezen voor (ontwikkelingen op de ) woningmarkt. Er is bij de gemeente geen reden de kwaliteit van het onderzoek in twijfel te trekken. Het klopt dat er verschillende bronnen genoemd worden met betrekking tot de aangehaalde cijfers, dat verklaart dat de cijfers niet overeenkomen. Immers, iedere bron hanteert zijn eigen uitgangspunten.
12
b. Met betrekking tot de (verschillen in) de genoemde cijfers wordt verwezen naar de beantwoording onder a. De huurwoningen zijn geïnventariseerd omdat er, als vervolg op de Woonvisie, prestatieafspraken opgesteld worden met WoonFriesland. De inventarisatie vormt daar onder andere de basis voor. Koopwoningen zijn niet geïnventariseerd omdat de gemeente geen invloed heeft op de kwaliteit, staat van onderhoud, en dergelijke van een koopwoning. Er wordt gesteld dat oudere woningeigenaren op een zeker moment gaan huren, daarbij wordt de vraag gesteld wie de woning van die oudere eigenaren gaat kopen. Ouderen blijven steeds langer zelfstandig wonen, waarbij eventueel zorg aan huis kan worden geboden. Met het systeem van passend toewijzen komen ouderen niet altijd meer in aanmerking voor een sociale huurwoning. Het is daardoor niet langer vanzelfsprekend is dat ouderen hun woning verkopen en in een huurwoning gaan wonen. Mochten ouderen hun woning verkopen, dan is de vraag wie hun woningen gaan kopen, stelt indiener. Maar deze vraag is niet alleen aan de orde als ouderen hun woning verkopen, deze vraag geldt voor iedere woning die te koop wordt aangeboden.
c. In het Woningbehoefteonderzoek zijn cijfers en prognoses van de verschillende instanties meegenomen en meegewogen. De conclusie uit het Woningbehoefteonderzoek is daarmee zorgvuldig tot stand gekomen, waarmee de gemeente op het standpunt staat dat het woningbouwprogramma voldoende onderbouwd is, en dat de bouw van nieuwe woningen (nagenoeg) geen invloed zal hebben op de waardeontwikkeling van bestaande woningen. d. In de Woonvisie is conform het standpunt van indiener aangegeven dat als er rond het centrum van Stiens gebouwd wordt, dit voor senioren of zorggerelateerd zou moeten zijn. In oktober 2015 ligt het voorontwerp bestemmingsplan voor een inbreidingslocatie ter inzage (Stiens – De Wisseling) waarbij zorggerelateerde woningen worden gerealiseerd nabij het centrum. e. Voor de Woonvisie is dit niet aan de orde. Bij het opstellen van een bestemmingsplan voor een bepaalde ontwikkeling wordt ingegaan op de behoefte en het zorgvuldig ruimtegebruik. f.
De bedoelde zinsnede is niet discriminerend. In voorgaande passages doelt indiener zelf ook op woningen geschikt voor ouderen en/of met zorg. Niet iedereen kan in eenzelfde type woning wonen, vandaar dat er voor mensen die wellicht een andere woning dan standaard nodig hebben, onderscheid wordt gemaakt.
Voorstel / conclusie De zienswijze vormt geen aanleiding de Woonvisie aan te passen.
13