Directie Stedelijke Bestuursadvisering Directie Concern Financiën/ Afdeling Markt en Overheid
Rapportage onderzoeksfase herpositionering Haven Amsterdam
Directie Stedelijke Bestuursadvisering Directie Concern Financiën / Markt en Overheid Haven Amsterdam Versiebeheer: Versie 2.1 Datum 15 maart 2011
1
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE
2
MANAGEMENT SAMENVATTING
4
1
INLEIDING
10
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
CONTEXT EN BESTUURLIJKE ACHTERGROND BEVINDINGEN DENKFASE OPDRACHT & SCOPE UITGANGSPUNTEN LEESWIJZER
10 11 13 14 14
DEEL A: OMGEVINGSANALYSE
17
2
DE OMGEVING VAN DE AMSTERDAMSE HAVEN VERANDERT
18
2.1 2.2 2.3 2.4
INLEIDING PIJLER VOOR DE GROOT-AMSTERDAMSE EN EUROPESE ECONOMIE LOGISTIEK STELT ANDERE EISEN EN DE SCHAARSTE VAN RUIMTE NEEMT TOE CONCLUSIES
18 18 21 27
3
INTERNATIONALE, NATIONALE EN REGIONALE SAMENWERKING
29
3.1 3.2 3.3 3.4
INLEIDING INTERNATIONALE EN NATIONALE SAMENWERKING REGIONALISERING IN HET NOORDZEEKANAALGEBIED: ÉÉN KANAAL, ÉÉN VISIE. CONCLUSIES
29 29 32 35
4
VERZELFSTANDIGING?
37
4.1 4.2 4.3 4.4
INLEIDING WAAROM VERZELFSTANDIGEN? WAT LEVERT VERZELFSTANDIGEN OP? CONCLUSIES
37 37 39 41
DEEL B: HAALBAARHEIDSANALYSE
42
5
PUBLIEKE TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
43
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
INLEIDING NAUTISCHE TAKEN EN BEVOEGDHEDEN OPENBARE RUIMTE JURIDISCH PLANOLOGISCH KADER RANDVOORWAARDEN CONCLUSIES
43 45 48 54 56 57
6 ONDERNEMINGSSTRUCTUUR, CORPORATE GOVERNANCE & OVERIGE JURIDISCHE ASPECTEN
58
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
INLEIDING ONDERNEMINGSSTRUCTUUR EN STATUTEN NV HAVEN AMSTERDAM PASSENDE BEVOEGDHEIDSVERDELING AVA, RVC EN RVB (STRATEGISCHE) INVLOED EN ZEGGENSCHAP AVA EN RVC ALLE ACTIVITEITEN, ONDERDELEN EN RISICO’S GAAN OVER CONCLUSIES
58 58 60 62 64 66
7
GROND EN TRANSFORMATIE
67
7.1 7.2 7.3 7.4
INLEIDING BEHEERSGEBIED HAVEN AMSTERDAM KADERS VOOR TRANSFORMATIEGEBIEDEN CONCLUSIES
67 67 72 76
2
8
BUSINESS CASE, FINANCIERING EN FISCALITEIT
78
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
INLEIDING BUSINESS CASE NV HAVEN AMSTERDAM FINANCIERING VAN DE NV HAVEN AMSTERDAM OPENINGSBALANS FISCALITEIT CONCLUSIES
78 78 82 85 87 90
9
CONCLUSIES ONDERZOEKSFASE
91
BIJLAGEN
95
BIJLAGE 1: OVERLEGGEN EN SAMENWERKINGSVERBANDEN
96
BIJLAGE 2: AFWEGINGSKADER PUBLIEK/PRIVAAT; LICENCE TO OPERATE
99
BIJLAGE 3: NAUTISCHE TAKEN & BEVOEGDHEDEN
104
BIJLAGE 4: OPENBARE RUIMTE
115
BIJLAGE 5: JURIDISCH PLANOLOGISCH
130
BIJLAGE 6: ONTVLECHTINGSDOCUMENT
135
BIJLAGE 7: JURIDISCHE BIJLAGEN
143
BIJLAGE 8: BRIEF BELASTINGDIENST
149
BIJLAGE 9: WINST EN VERLIESREKENING
151
BIJLAGE 10: BENCHMARK HAVENBEDRIJVEN
153
BIJLAGE 11: PROJECTORGANISATIE
155
BIJLAGE 12: GEÏNTERVIEWDE PARTIJEN
157
3
Management samenvatting Context en bestuurlijke achtergrond De Amsterdamse haven en de stad Amsterdam zijn van oudsher nauw met elkaar verbonden. De haven heeft van begin af aan zeer sterk bijgedragen aan zowel de economische als de stedelijke ontwikkeling van de stad. Ook vandaag de dag vormt de haven een belangrijk onderdeel van de stad Amsterdam. Zeehavens Amsterdam was in 2009 naar jaarlijkse overslag gemeten de vierde haven van Europa met een marktaandeel van 8,1%. De omgeving waarin de Amsterdamse haven zich bevindt is volop in beweging. Tegen deze achtergronden onderzoekt de gemeente Amsterdam hoe Haven Amsterdam, als ontwikkelaar, exploitant en beheerder van de Amsterdamse haven, toekomstbestendig gepositioneerd kan worden. Herpositioneren dient het havenbedrijf in staat te stellen om beter de doelstellingen uit de Havenvisie te realiseren, de internationale concurrentie het hoofd te bieden, de regionale samenwerking verder te bevorderen, lusten en lasten van de haven in de regio evenwichtig te verdelen, de mobiliteit via water en rail te bevorderen, alsmede de stedelijke dynamiek en ontwikkelmogelijkheden te bewaken: een “functioneel sterke haven en een dynamische stad”. De vraag is of en hoe een eventuele verzelfstandiging van Haven Amsterdam tot een overheids-NV hieraan kan bijdragen. In de Denkfase is een eerste analyse gemaakt van de wenselijkheid, de mogelijkheid en de vorm waarbinnen een eventuele verzelfstandiging kan plaats vinden. De Gemeenteraad van Amsterdam heeft op 28 oktober 2009 kennis genomen van de conclusies uit het rapport over de denkfase en ingestemd met de start van de volgende fase, de onderzoeksfase naar de herpositionering. Op 18 februari 2010 heeft de Gemeenteraad van Amsterdam ingestemd met het Plan van Aanpak en de uitgangspunten voor de onderzoeksfase. De belangrijkste constateringen ten aanzien van de wenselijkheid van verzelfstandiging van Haven Amsterdam. De omgeving van de Amsterdamse haven verandert. Internationale, nationale en regionale samenwerking is noodzakelijk De omgeving waarbinnen de Amsterdamse haven functioneert is fundamenteel en structureel aan het veranderen. Er is sprake van een trendbreuk in de zin dat havens meer dan ooit te voren over hun eigen grenzen heen moeten kijken. De logistieke ketens bestaande uit reders, stuwadoors en logistieke dienstverleners, zijn grootschaliger en sterker geworden en zijn in een positie om havens tegen elkaar uit te spelen. Op nationaal en internationaal niveau is daarom samenwerking noodzakelijk om te kunnen concurreren. Vanuit het perspectief van het rijk, is verdere samenwerking tussen de Nederlandse havens eveneens gewenst om de positie van Nederland als Gateway to Europe te versterken. Intercontinentaal goederenvervoer via zee, blijft de voornaamste vorm van transport nu en in de toekomst. De voorspelde toename van zeevracht zal grote druk leggen op de infrastructuur rondom de Amsterdamse en Rotterdamse havens. De aanhoudende groei van goederenvervoer over zee zorgt voor toenemende druk op het wegennet in de Randstad. Om verkeerscongestie en hoge CO2 uitstoot te voorkomen is een verschuiving van natransport van de weg naar de binnenvaart noodzakelijk. Om dit mogelijk te maken is de ontwikkeling van binnenlandterminals, een achterlandstrategie en strategische samenwerking met andere havens vereist. De uitvoering van deze strategische samenwerking en het (gezamenlijk) ontwikkelen van een keten/netwerk van binnenlandterminals kan alleen via een overheids-BV, waarin verschillende partners kunnen participeren. Binnen een gemeentelijke dienst is dit niet mogelijk.
4
Het realiseren van een verschuiving van het vervoer naar het achterland via de weg naar binnenvaart en spoor is cruciaal om te voorkomen dat de wegen in de Randstad overbelast raken en het verkeer daar vast gaat lopen. De beschikbare ruimte voor havenontwikkeling in de regio is schaars en kan alleen op terreinen langs het Noordzeekanaal worden gerealiseerd. Regionalisering in het Noordzeekanaalgebied is het verbreden van de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor regionale havenzaken en het bundelen van kennis en kunde. Dit kan worden bereikt door Haven Amsterdam zodanig organisatorisch in te richten en open te stellen voor andere overheden. Het verschuiven van op- en overslagpatronen gaat niet snel. Het vereist de medewerking van de gehele keten en vereist alternatieve locaties in het achterland. Door een actieve rol te spelen in de ontwikkeling en exploitatie van bestaande en nieuwe binnenhavens is een betere allocatie van goederen mogelijk. De lading kan beter worden bediend in de gehele keten in het achterland en daarmee beter worden verankerd voor Zeehavens Amsterdam. Hiermee wordt de verdiencapaciteit van de gehele logistieke keten verbeterd doordat diepzeekades beter benut worden en meer zeehavengeld genereren. De rol van havenbeheerders als de traditionele „landlord‟ (beheerder) verschuift, gegeven deze ontwikkelingen, dus steeds meer naar een rol als proactieve ketenregisseur en havenontwikkelaar. Hierbij staat de overslag van lading in de Amsterdamse haven niet op zich, maar maakt deze nadrukkelijk onderdeel uit van een uitgebreid en complex internationaal logistiek netwerk waarbij Haven Amsterdam één van de tandwielen is in een groter netwerk. Dit vereist een meer ondernemende rol van de havenbeheerders. Verzelfstandiging Verzelfstandiging is wenselijk voor het toekomstbestendig positioneren van de Amsterdamse haven. Het toekomstbestendig positioneren van de Amsterdamse haven vereist vergaande samenwerking op internationaal, nationaal en regionaal niveau. Hoewel Haven Amsterdam reeds langer samenwerkt met andere partijen is het onvermijdelijk dat de aard van de samenwerking intensiever en formeler zal worden. Succesvolle samenwerking vereist dat Haven Amsterdam ook daadwerkelijk verantwoordelijkheden en belangen kan delen met de gewenste samenwerkingspartners. Verzelfstandiging van Haven Amsterdam tot overheids-NV maakt het delen van belangen en verantwoordelijkheden met (toekomstige) samenwerkingspartners mogelijk: gezamenlijke participaties waarbij verdiensten en risico‟s, lusten en lasten beter worden gedeeld. Verzelfstandiging tot overheids-NV biedt de beste condities voor Haven Amsterdam om een meer ondernemende rol te gaan vervullen en daarbij internationaal, nationaal en regionaal niveau samenwerking aan te gaan met strategische partners. Verzelfstandiging geeft Haven Amsterdam meer mogelijkheid om de meer ondernemende rol van proactieve ketenregisseur en havenontwikkelaar te vervullen via een zakelijke invulling van de organisatie. Het versterkt het ondernemerschap bij Haven Amsterdam en sluit aan bij de wens van het bedrijfsleven voor een meer ondernemende haven. Ten slotte leidt verzelfstandiging van Haven Amsterdam tot verzakelijking, een heldere scheiding van rollen, verantwoordelijkheden en risico´s, bedrijfsmatige aansturing vanuit zakelijke expertise en meer transparantie in de uitvoering tussen gemeentelijke diensten en NV Haven Amsterdam. Tegelijkertijd is een blijvend punt van aandacht dat haven en stad intensief met elkaar blijven samenwerken (zie ook bijlage 1 in het rapport) bij de belangrijke gezamenlijke thema‟s op het gebied van: Ruimtelijke ontwikkeling; Werkgelegenheid; Economisch ontwikkeling; Veiligheid; Milieu; Duurzaamheid; Leefbaarheid; Bereikbaarheid.
5
De belangrijkste voorstellen ten aanzien van de wijze hoe verzelfstandiging van Haven Amsterdam vormgegeven zou kunnen worden. Publieke taken en bevoegdheden Haven Amsterdam is als onderdeel van de gemeentelijke organisatie belast met de uitvoering van diverse overheidstaken. Ook na verzelfstandiging blijft Haven Amsterdam een organisatie met een belangrijke publieke verantwoordelijkheid ten aanzien van het veilig en efficiënt afwikkelen van het scheepvaartverkeer, het realiseren van economische ontwikkeling en werkgelegenheid. In aanmerking nemend dat Haven Amsterdam na verzelfstandiging een overheids-NV zal zijn, is bepaald waar de bevoegdheden het beste belegd kunnen worden en onder welke condities dat kan. Bij de beoordeling of bevoegdheden en taken al dan niet kunnen worden opgedragen aan NV Haven Amsterdam zijn de volgende aspecten gewogen: juridisch mogelijk, beleidsmatig wenselijk, praktische uitvoerbaar, kostenefficiënt. Hieruit is gebleken dat het mogelijk is een goede verdeling van publieke taken te bewerkstelligen, waarbij het publieke belang kan worden geborgd en de integrale bedrijfsvoering van NV Haven Amsterdam in stand kan worden gehouden: De nautische taken worden opgedragen aan NV Haven Amsterdam. De daarmee samenhangende bevoegdheden, inclusief de nautische toezichthoudende en handhavende bevoegdheden, worden gemandateerd aan de Havenmeester. De taak tot het verrichten van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Westpoort wordt opgedragen aan NV Haven Amsterdam. De met het beheer en onderhoud samenhangende bevoegdheden worden, met uitzondering van de burgemeestersbevoegdheden, gemandateerd aan de directeur van NV Haven Amsterdam. De toezicht en handhavende bevoegdheden in de openbare ruimte blijven bij de gemeente en worden uitgevoerd door de Dienst Stadstoezicht, waarbij NV Haven Amsterdam input levert voor het op te stellen handhavingprogramma Westpoort. De bevoegdheden in het kader van de WIOR en WION wordt gemandateerd aan de directeur NV Haven Amsterdam. De taak van feitelijk en juridisch wegbeheer worden opgedragen aan NV Haven Amsterdam, met uitzondering van het hoofdnet auto. De met het wegbeheer samenhangende bevoegdheden worden gemandateerd aan NV Haven Amsterdam. De publieke bevoegdheden ten aanzien van het juridisch planologisch kader en het verlenen van de omgevingsvergunning, de milieu- en bodemvergunning blijven belegd bij de gemeente. De gemeente stelt hierbij de kaders waarbinnen de uitvoering in mandaat door NV Haven Amsterdam geschiedt. Verder geldt het uitgangspunt dat NV Haven Amsterdam het risico draagt voor de schade die voortvloeit uit de uitoefening van de aan haar opgedragen taken en daarmee samenhangende bevoegdheden. NV Haven Amsterdam vrijwaart de gemeente Amsterdam voor eventuele schadeclaims van derden die voortkomen uit de uitoefening van de aan haar opgedragen taken. Ondernemingsstructuur, Corporate Governance & overige juridische aspecten: Er is onderzocht op welke wijze waarop de aansturing van Haven Amsterdam als overheids-NV wordt vormgegeven. Het afwegingskader bij het ontwerpen van de onderneming en het bepalen van de taken en bevoegdheden van Raad van Bestuur (RvB), Raad van Commissarissen (RvC) en Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) is geweest het vinden van een optimale balans tussen voldoende invloed en zeggenschap van de gemeente ten aanzien van NV Haven Amsterdam enerzijds en voldoende vrijheid van NV Haven Amsterdam om de onderneming zelfstandig en slagvaardig te kunnen besturen anderzijds. De onderneming van Haven Amsterdam zal worden ingebracht in de naamloze vennootschap NV Haven Amsterdam, waarvan de statutaire doelomschrijving voldoende
6
is ingekaderd voor de aandeelhouder en voldoende flexibel is voor de directie van NV Haven Amsterdam. Alleen publieke partijen kunnen tot NV Haven Amsterdam toetreden. Er is gezocht naar een passende bevoegdheidsverdeling van de AVA, RvC en RvB. De belangrijkste elementen hieruit zijn: De AVA (= gemeente Amsterdam, zolang geen andere partijen zijn toegetreden) benoemt, ontslaat en schorst de directie van NV Haven Amsterdam. De benoeming van de directie vindt plaats op voordracht van de RvC; De AVA (= gemeente Amsterdam, zolang geen andere partijen zijn toegetreden) benoemt en ontslaat de RvC van NV Haven Amsterdam; Als basis voor de bezoldiging van RvB en RvC zal het nog door Concern Financien/Markt&Overheid te ontwikkelen gemeentebrede beleid voor beloningen van directeuren en commissarissen bij deelnemingen worden gebruikt (naar verwachting gereed in het voorjaar van 2011); Belangrijke sturingsinstrumenten vormen de strategische bedrijfsvisie, het strategisch plan en het investerings- en exploitatieplan; Belangrijke en/of strategische besluiten van (de directie van) NV Haven Amsterdam worden ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC en/of AVA; Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt statutair verankerd; Uitgangspunt van de verzelfstandiging is dat alle activiteiten, onderdelen en risico‟s overgaan naar NV Haven Amsterdam. Er is een juridische due diligence uitgevoerd. Op de belangrijkste onderdelen (Belangrijke contracten, Vergunningen, Subsidies, Milieuverontreiniging, Lopende Procedures en Verzekeringen) zijn geen risico‟s naar voren gekomen die de verzelfstandiging in de weg zouden kunnen staan. Grond en transformatie Er is onderzoek gedaan naar de consequenties van en randvoorwaarden voor de grondinbreng bij NV Haven Amsterdam en op de kaders waarbinnen ook in de toekomst stedelijke transformatie van bestaand havengebied mogelijk worden gemaakt. De grond van het beheersgebied van Haven Amsterdam is samen met de uitvoering van de nautische taken een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen voor Haven Amsterdam. Haven Amsterdam geeft grond uit aan marktpartijen in erfpacht of huur. De omvang van het beheersgebied dat wordt ingebracht en de wijze waarop deze grond wordt ingebracht in het verzelfstandigde havenbedrijf bepaalt de wijze waarop NV Haven Amsterdam kan functioneren in de markt. Het beheersgebied van Haven Amsterdam is onderdeel van Westpoort. De demarcatie van het beheergebied blijft bij inbreng in de NV Haven Amsterdam ongewijzigd. De wijze van inbreng van de gronden buiten Westpoort in NV Haven Amsterdam zal in de uitvoeringsfase nader moeten worden vastgesteld. De inbreng van het economisch eigendom van de grond bij NV Haven Amsterdam middels een voortdurend erfpachtcontract met canon €0 en een tijdsvak van 50 jaar. Hiermee wordt tevens een inbrengvrijstelling voor de overdrachtsbelasting verkregen. Het economisch eigendom van de grond wordt bij verzelfstandiging van Haven Amsterdam ingebracht middels een voortdurend erfpachtcontract tussen de gemeente en NV Haven Amsterdam, waarbij NV Haven Amsterdam de grond als activa zal activeren op haar balans. De voortdurende erfpacht kent tijdvakken van 50 jaar. Over het eerste 50 jarig erfpachttijdvak zal de erfpachter (NV Haven Amsterdam) geen canon verschuldigd zijn. Binnen het kader van het erfpachtcontract met de gemeente mag NV Haven Amsterdam de grond vervolgens in ondererfpacht/huur uitgeven aan de havenondernemers op basis van marktconforme canon. (conform de huidige situatie. Bij het einde van het tijdsvak (over 50 jaar) stellen het Ontwikkelingsbedrijf Amsterdam (OGA) en NV Haven Amsterdam een advies op ten aanzien van de actualisatie van de canon en de herziening van de algemene voorwaarden van het erfpachtcontract. OGA en NV Haven Amsterdam zullen in het advies aan het College een voorstel doen voor de nieuw vast te stellen canon waarin de waardeontwikkeling van de grond in het
7
erfpachtcontract tussen de gemeente en NV Haven Amsterdam tot uitdrukking komt. Het college en de gemeenteraad stellen de actualisatie van de algemene voorwaarden en de canon van het erfpachtcontract tussen de gemeente en NV Haven Amsterdam bestuurlijk vast op basis van het advies. Voortdurende erfpacht vereist dat NV Haven Amsterdam het erfpachtrecht in 50 jaar afschrijft (ten laste van resultaat) en reserveringen moet doen voor een in te stellen/te verhogen canon (hetgeen het resultaat en het aan de aandeelhouder uit te keren dividend zal drukken). De boekhoudkundige detaillering volgt in de uitvoeringsfase. Het is wenselijk dat de inbreng van de grond in NV Haven Amsterdam, toekomstige stedelijke transformatie (ook na 2040) mogelijk maakt. Onder transformatie wordt verstaan het geven van een andere bestemming aan gronden van NV Haven Amsterdam dan een havenbestemming, waardoor de gronden aan NV Haven Amsterdam worden onttrokken. Transformatie kan betrekking hebben op woningbouw, kantoren, infrastructuur (anders dan t.b.v. de Haven), en andere functies. In de nieuwe structuurvisie van de Gemeente Amsterdam zijn specifieke transformatie gebieden in Westpoort benoemd (ten oosten van de A10). Deze mogelijke transformatie van een haven naar een grootstedelijke bestemming moet zo efficiënt en effectief mogelijk zijn, ook als de betreffende gronden zijn ingebracht in een verzelfstandigd havenbedrijf. Algemeen uitgangspunt is dat wanneer de Gemeenteraad een besluit tot transformatie neemt, de grond van NV Haven Amsterdam invorderbaar is op het in het besluit vastgelegd moment. Zo‟n besluit wordt aangeduid als een Transformatiebesluit. De afwegingen die in dit besluit worden gemaakt zijn gebaseerd op een integrale weging van alle effecten (kosten-baten) van de transformatie. Een Transformatiebesluit bevat de afspraken tussen de gemeente en NV Haven Amsterdam over de toegestane activiteiten en het moment van teruglevering van de grond aan de gemeente. Als algemeen uitgangspunt geldt verder het principe dat staat en waarde bij inbreng gelijk is aan de staat en waarde bij teruglevering, met andere woorden de grond wordt om niet, schoon, leeg en goed onderhouden teruggeleverd conform de situatie van inbreng. Tot slot geldt dat ondererfpachtcontracten die nog lopen op moment van teruglevering van de grond gaan over naar de gemeente. Business case, financiering, fiscaliteit, uitgangspunten sociaal plan Alhoewel de aard van de business case niet wezenlijk verandert, heeft verzelfstandiging van Haven Amsterdam de nodige consequenties voor de financiële huishouding van de organisatie. De dienst Haven Amsterdam wordt immers een bedrijf NV Haven Amsterdam. De basis voor de business case van de NV Haven Amsterdam, is de financiële meerjaren prognose (FMP) 2011-2015 en voor de periode hierna de uitgangspunten uit de business e case 2 Zeesluis. Uit de business case blijkt dat de winstafdracht van NV Haven Amsterdam aan Gemeente Amsterdam na de verzelfstandiging naar verwachting op peil blijft. Voor wat betreft de financiering geldt dat een verzelfstandigde NV Haven Amsterdam moet kunnen starten met een in financieel opzicht “gezonde” openingsbalans; dat houdt in dat de vennootschap vanaf het begin solvabel zal moeten zijn en derhalve dient te beschikken over voldoende Eigen Vermogen (EV). Voor NV Haven Amsterdam is, conform het gemeentelijke leningen- en garantiebeleid, externe financiering de eerst aangewezen optie. Aangezien het verwerven van externe financiering voorbereidingstijd en het opbouwen van een track-record ten aanzien van financiële besturing vereist, wordt als uitgangspunt gehanteerd dat NV Haven Amsterdam vanaf 2014 extern gefinancierd zal zijn. Het EV van NV Haven Amsterdam wordt bepaald op basis van een marktconforme solvabiliteit en met het oog op een overzienbaar risicoprofiel voor de gemeente (exposure bij default). Voorwaarde voor externe financiering is dat er een resultaatsverbetering zal zijn die de additionele financieringskosten compenseert. In geval van faillissement van NV Haven Amsterdam of een daarmee vergelijkbare default-situatie kan de gemeente het hoofderfpachtrecht opzeggen. De grond valt dan
8
terug aan de gemeente tegen betaling aan NV Haven Amsterdam van een vergoeding van de waarde van het hoofderfpachtrecht; uitgangspunt voor die waarde is de hoogte van de inbrengwaarde en afschrijving erop van het hoofderfpachtrecht (berekening en hoogte worden nader uitgewerkt in de uitvoeringsfase). De grondinkomsten komen daarmee weer direct ten goede aan de gemeente. Concreet betekent dit dat de kasstromen vanuit de ondererfpachten rechtstreeks naar de gemeente zullen gaan. De fiscale consequenties van verzelfstandiging zijn beheersbaar. Wel zal NV Haven Amsterdam, anders dan als gemeentelijke dienst, overdrachtsbelasting moeten betalen bij de aankoop van onroerende goederen. Belangrijkste afweging geldt voor de inbreng van het hoofderfpachtrecht en het al dan niet verkrijgen van een vrijstelling van de overdrachtsbelasting daarbij. Er is gekeken naar de personele gevolgen bij een verzelfstandiging van Haven Amsterdam die worden opgevangen in het Sociaal Plan. Op basis hiervan is vastgesteld dat er geen beperkingen zijn geconstateerd voor formuleren van een sociaal plan conform gemeentelijke beleid bij verzelfstandigingen. De uitgangspunten voor het sociaal plan zullen, bij een positief besluit over de onderzoeksfase, meegenomen worden in het plan van aanpak voor de uitvoeringsfase. Concluderend geldt, dat in antwoord op de vragen van de Onderzoeksfase, het wenselijk en haalbaar is om Haven Amsterdam te verzelfstandigen tot overheids-NV.
9
1 Inleiding 1.1
Context en bestuurlijke achtergrond
De Amsterdamse haven en de stad Amsterdam zijn van oudsher nauw met elkaar verbonden. De haven heeft van begin af aan een zeer sterk bijgedragen aan zowel de economische als de stedelijke ontwikkeling van de stad. Ook vandaag de dag vormt de haven een belangrijk onderdeel van de stad Amsterdam. De logistiek vormt één van de 1 vijf pijlers onder de economie van de metropoolregio Amsterdam. De Amsterdamse haven presteert daarbij ook goed in verhouding tot de andere havens in Europa en levert 2 een hoge toegevoegde waarde voor de regio. Zeehavens Amsterdam was in 2009 naar jaarlijkse overslag gemeten de vierde haven van Europa en is daarmee samen met de andere havens uit de top 4 van grote strategische waarde voor de bevoorrading van het Europese achterland. Het internationale goederenvervoer blijft groeien en havens zijn de primaire toegangspoort om deze goederenstromen te verwerken, en tevens de mobiliteit via binnenvaart te stimuleren. De omgeving waarin de Amsterdamse haven zich bevindt is volop in beweging. De concurrentie tussen havens neemt toe. Reders en stuwadoors zijn zich in toenemende mate in wereldwijde allianties aan het organiseren. Hierdoor neemt de macht en invloed van de markt toe. Havenbedrijven dienen goed in te spelen op deze veranderingen in de omgeving om ook in de toekomst in staat te zijn hun rol als economische pijler goed te blijven vervullen en Europa bereikbaar te houden. Toenemende schaarste van ruimte (zowel fysiek, als ook milieu) vergt dat Haven Amsterdam intensiever en innovatiever om dient te gaan met de gestelde ambities uit de gemeentelijke Havenvisie (slimme Haven 2008-2020). Hoewel deze Havenvisie is vastgesteld door de gemeente Amsterdam, is de impact regionaal. Daarom is de samenwerking binnen de regio Noordzeekanaal een belangrijke instrument voor het versterken van de concurrentiepositie van de regio als geheel. Tegen deze achtergronden onderzoekt de gemeente Amsterdam hoe Haven Amsterdam, als ontwikkelaar, exploitant en beheerder van de Amsterdamse haven, toekomstbestendig gepositioneerd kan worden. Herpositioneren dient het havenbedrijf in staat te stellen om beter de doelstellingen uit de Havenvisie te realiseren, de internationale concurrentie het hoofd te bieden, de regionale samenwerking verder te bevorderen, lusten en lasten van de haven in de regio evenwichtig te verdelen, de mobiliteit via water en rail te bevorderen, alsmede de stedelijke dynamiek en ontwikkelmogelijkheden te bewaken: een “functioneel sterke haven en een dynamische stad”. De vraag is of en hoe een eventuele verzelfstandiging van Haven Amsterdam tot een overheids-NV hieraan kan bijdragen. Op 29 mei 2009 heeft het college van B&W opdracht gegeven voor verkenning van de meest geschikte positionering van Haven Amsterdam. De belangrijke achterliggende motieven hiervoor waren markontwikkeling, flexibiliteit, regionale, landelijke en mondiale samenwerking. De Gemeenteraad van Amsterdam heeft op 28 oktober 2009 kennis genomen van de conclusies uit het rapport over de denkfase en ingestemd met de start van de volgende 3 fase, de onderzoeksfase naar de herpositionering. Op 18 februari 2010 heeft de gemeenteraad van Amsterdam ingestemd met het Plan van Aanpak en de uitgangspunten voor de onderzoeksfase. Dit vervolgonderzoek dient de gemeenteraad in staat te stellen een volledige afweging te maken en een besluit te nemen over een mogelijke verzelfstandiging van Haven Amsterdam.
1
http://www.metropoolregioamsterdam.nl/ec-PRES.html In de internationale statistieken wordt veelal gesproken over „Zeehavens Amsterdam,‟ waaronder naast de Amsterdamse haven ook de havens van Velsen, Zaandam en Beverwijk vallen. 3 Rapportage Denkfase (BD2009-007682). 2
10
Al vorens in te gaan op de opdracht en scope van de onderzoeksfase, wordt kort stil gestaan bij de belangrijkste bevindingen uit de Denkfase.
1.2
Bevindingen Denkfase
In de Denkfase is een eerste analyse gemaakt van de wenselijkheid, de mogelijkheid, en de vorm waarbinnen een eventuele verzelfstandiging kan plaats vinden. De belangrijkste bevinden uit de Denkfase zijn als volgt: Het is wenselijk om Haven Amsterdam te verzelfstandigen om haar kansen voor het realiseren van de Havenvisie 2020 te maximaliseren. De denkfase laat de volgende voordelen zien: Een betere regionale en nationale samenwerking is een voorwaarde voor het realiseren van de Havenvisie. Alle ambitieterreinen vergen acteren op regionale en nationale schaal. Een organisatievorm op afstand van de gemeente maakt de betere samenwerking mogelijk (rechtspersoonlijkheid en verzakelijking). Na verzelfstandiging ontstaat een zakelijke en transparante relatie tussen de gemeente en Haven Amsterdam. Dit weegt op tegen de relatieve afstand die ontstaat tussen de stad, haar burgers en de haven (als het gaat om gebiedsontwikkeling, stedenbouw, publiek maatschappelijke functies in de haven) en het te stellen vertrouwen in de nieuwe organisatievorm. Het is mogelijk Haven Amsterdam te verzelfstandigen. Op basis van het denkkader uit de nota „Doelgericht op Afstand‟ kan worden geconcludeerd dat Haven Amsterdam: zowel wettelijke als niet-wettelijke publieke taken uitvoert, die op afstand georganiseerd kunnen worden door mandatering; Hierbij is aangegeven welke uitgangspunten kritisch zijn en nader dienen te worden beschreven zoals ook de interactie met gemeentelijke diensten herzien moeten worden bij het op afstand plaatsen van Haven Amsterdam. een groot maatschappelijk belang behartigt, waardoor een te grote afstand (privatisering) zeer ongewenst is; op afstand binnen kaders opereert die door de gemeente worden vastgesteld in diverse rollen, zodat de gemeente voldoende invloed behoudt. Verzelfstandiging in een Overheids-NV blijkt de meest vanzelfsprekende juridische organisatievorm. Het alternatief (de gemeenschappelijke regeling) biedt onvoldoende voordelen. In een vennootschap (NV): kan Haven Amsterdam efficiënter de samenwerkingsverbanden aangaan en structureel vormgeven (door aandelenparticipatie op termijn) waardoor de concurrentiepositie van de Havenregio wordt versterkt; kan door een duidelijke (wettelijk bepaalde) scheiding van rollen, verantwoordelijkheden en risico‟s een zakelijke en transparante relatie bewerkstelligd worden en daarnaast kunnen veel zaken op voorhand worden georganiseerd zonder dat ze regel voor regel in een Gemeenschappelijke Regeling (GR) moeten worden beschreven en getoetst; kunnen zowel de maatschappelijk/commerciële als publieke taken het beste worden ondergebracht; kan de corporate governance het beste en meest eenvoudig worden vormgegeven, gezien het bestaande juridisch kader voor vennootschappen; hebben eventuele nieuwe toetreders in de NV invloed in de bedrijfsstrategie tot en met het mandaat van het aandeelhouderschap en niet in de dagelijkse bedrijfsvoering. De GR geeft nauwelijks meerwaarde ten opzichte van de huidige situatie en blijkt in andere Nederlandse havens in toenemende mate als knellend te worden ervaren in de mondiale concurrentiestrijd tussen havenregio‟s. Deze havens hebben inmiddels besloten om per 2011 over te gaan naar een NV-structuur.
11
Tabel 1.Afweging keuze voor Overheids-NV Criterium GR Transparante en Op maat regelen effectieve Direct samenwerking Samenwerking (geen gefaseerde aanpak) Geschikt voor samenwerking tussen overheden Autonomie en Dubbele petten verzakelijking problematiek Overheden houden invloed op bedrijfsvoering
Geschikt voor alle activiteiten?
Publieke taken, minder
Effectieve aansturing en toezicht
Op maat
commercieel
Overheids-NV Duidelijke richtlijnen Transparante relatie aandelenverhouding en zeggenschap Gefaseerde aanpak mogelijk (eerst 100% gemeente A‟dam) - Wettelijk kader voor scheiding rollen „Licence-to-Operate‟ geeft autonomie met behoud van invloed Publieke invloed t/m aandeelhouderschap (niet op bedrijfsvoering) - Primair geschikt voor economische activiteiten publieke taken mogelijk + Veel beïnvloedingsmogelijkheden Wettelijk kader +
++
+ + + +
++
De tabel hieronder geeft kort de gevonden voordelen en de nader te onderzoeken nadelen weer. Tabel 2: Afweging op afstand plaatsen Haven Amsterdam Voordelen (optimaliseren)
Nadelen (borgen/oplossen)
Delen van verantwoordelijkheden en belangen, lusten en lasten, door middel van de mogelijkheid tot participatie
Bestendigen van toekomstige lading- en inkomstenstromen door aangaan van samenwerkingsverbanden binnen de logistieke ketens; regionaal en (inter)nationaal
Voorkoming van congestie en CO2 uitstoot door substitutie van natransport van de weg naar het water via een achterlandstrategie. Betere regionale samenwerking en intensief ruimtegebruik (nu is de samenwerking te veel een „lappendeken‟): één kanaal, één visie, één haven Juiste bedrijf op de juiste plaats, juiste lading op de juiste plaats Versterking bedrijfsmatige aansturing en risicomanagement door toezicht Raad van Commissarissen. Bestuur en toezicht worden professioneel uitgeoefend door deskundigen op het gebied van het internationale (haven)bedrijfsleven. Duidelijker herkenbaar (zakelijk) profiel richting (inter)nationale samenwerkingspartners, klanten en arbeidsmarkt. Transparante relatie: gemeente stelt de kaders waarbinnen Haven Amsterdam autonomie krijgt („licence-to-operate‟).
Grotere afstand en meer autonomie voor haven houdt in dat er minder mogelijkheden zijn voor „direct hiërarchisch ingrijpen‟. Er moet gewerkt worden op basis van vooraf gestelde kaders. Mogelijk divergerende zienswijzen tussen de havenontwikkeling en de stedelijke ontwikkeling. Mogelijk hogere financieringslasten
Het beeld van voor- en nadelen dat uit de Denkfase naar voren is gekomen heeft voldoende aanleiding gegeven tot nader onderzoek in de Onderzoeksfase. In de onderzoeksfase wordt aangegeven hoe de voordelen worden geoptimaliseerd en de 4 mogelijke nadelen worden geborgd. De onderzoeksfase biedt een verdieping van de vraag of en hoe Haven Amsterdam kan worden verzelfstandigd, voordat een principe besluit kan worden genomen. De bevindingen uit de Denkfase zijn de basis geweest, van waaruit de opdrachtformulering voor de Onderzoeksfase heeft plaats gevonden.
4
De genoemde voordelen worden in verschillende hoofdstukken van dit rapport behandeld. De genoemde nadelen worden behandeld en deels ondervangen op blz.13-14, resp. Hoofdstuk 7.5 en Hoofdstuk 8.3.2
12
1.3
Opdracht & scope
Op voordracht van het College van 15 september 2009, heeft de gemeenteraad op 28 oktober 2009 kennis genomen van het rapport „Uitkomsten denkfase positionering Haven Amsterdam‟ en ingestemd met de start van de onderzoeksfase gericht op finale besluitvorming over de positionering van Haven Amsterdam. Om een goede afweging te kunnen maken over wel of niet verzelfstandigen heeft de gemeenteraad daarom op 21 oktober 2009 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 657) een motie ingediend waarin B&W wordt verzocht: I de “onderzoeksfase” te starten naar de toekomstige positionering van de Haven Amsterdam. II Hierbij rekening te houden met motie Kaplan, De Goede, Van Drooge (GB2009 afd.1 nr 209) Op basis hiervan heeft college opdracht gegeven tot een nader onderzoek inzake de herpositionering van Haven Amsterdam. De opdrachtformulering voor de onderzoeksfase is als volgt geformuleerd in de raadsvoordracht d.d. 18 februari 2010. De hoofdvraag voor de onderzoeksfase is of en hoe Haven Amsterdam verzelfstandigd 5 kan worden tot een 100% overheids NV met Amsterdam als enig aandeelhouder De opdracht voor de onderzoeksfase is om de wenselijkheid en haalbaarheid van de verzelfstandiging met behoud van de voor de gemeente noodzakelijke invloed en zeggenschap te analyseren. Een belangrijk denkraam waarbinnen de onderzoeksfase wordt uitgevoerd is het gemeentelijk beleid ten aanzien van privatiseringen, uitplaatsingen & verzelfstandigingen, 6 deelnemingen en vertegenwoordigingen. Doelgericht op afstand geeft daarbij aan in welke stappen gekomen wordt tot een zorgvuldige afweging van belangen en besluitvorming inzake een mogelijke verzelfstandiging. De onderzoeksfase is tweede fase in het besluitvormingsproces op basis waarvan een principe besluit wordt genomen door de gemeenteraad inzake de wenselijkheid en haalbaarheid van de beoogde verzelfstandiging van Haven Amsterdam. Na een besluit door de gemeenteraad volgt indien van toepassing de Uitvoeringsfase, waarin de feitelijke uitwerking van de verzelfstandiging van Haven Amsterdam van gemeentelijke dienst naar NV plaats vindt. In de eventuele uitvoering van de verzelfstandiging geldt daarbij dat een nauw dialoog met de regio wenselijk is. Reeds in de Havenvisie 2008-2020 is gesteld dat deze visie gaat over de haven van Amsterdam, maar dat de verbondenheid met het gebied aan weerszijden van het Noordzeekanaal tot aan IJmuiden en de havens van Velsen (ook de private), Beverwijk en Zaanstad groot is. De maatregelen die wij treffen hebben invloed op onze omgeving. Andersom geldt dat ook. Indien de gemeenteraad aldus besluit zal in de 5
De afweging om Haven Amsterdam te verzelfstandiging is in eerste instantie een afweging welke gemaakt dient te worden door de gemeenteraad Amsterdam. De impact van de verzelfstandiging en de wens tot regionalisering reikt echter over de Amsterdamse grenzen heen. In een eventuele uitvoering van een verzelfstandiging van Haven Amsterdam zal daarom een intensief dialoog met de regio moeten geschieden. 6 „Doelgericht op Afstand‟, gemeente Amsterdam 2008. Centraal in Doelgericht op afstand staat de behartiging van het publieke belang. De beleidslijnen voor deze behartiging zijn niet veranderd. De ervaringen die hiermee de afgelopen jaren zijn opgedaan, zijn namelijk overwegend positief. Het „nee, tenzij...- principe‟ dat stelt dat de gemeente taken niet zelf uitvoert, tenzij er geen andere mogelijkheden zijn, blijft overeind. De keuze voor „nee, tenzij...‟ in plaats van voor „ja, mits...‟ is bepalend voor de sturingsfilosofie van de gemeente Amsterdam. Dit uitgangspunt kan dogmatisch toegepast worden, maar de beleidslijnen in Doelgericht op afstand lenen zich daar niet voor. De notitie is voor de politiek een handreiking om keuzes te maken op welke wijze publieke belangen behartigd worden. In de afgelopen zes jaar heeft Amsterdam een rijke geschiedenis opgebouwd en goede resultaten geboekt op het snijvlak tussen markt en overheid. Een flink aantal gemeentelijke activiteiten is verzelfstandigd of geprivatiseerd. Denk aan het Stedelijk Museum, de Stadsschouwburg en GVB. En de gemeente Amsterdam is zich de afgelopen jaren steeds meer als actief aandeelhouder op gaan stellen.
13
eventuele uitvoering van de verzelfstandiging van Haven Amsterdam, de regio en het rijk worden betrokken (al dan niet in het perspectief van toekomstige participatie in Haven Amsterdam).
1.4
Uitgangspunten
In dit onderzoek zijn volgende uitgangspunten gehanteerd, zoals vastgelegd in de raadsvoordracht van 18 februari 2010: de kaders voor de onderzoeksfase eerder zijn geformuleerd in de nota „Doelgericht op afstand‟, in het rapport „Uitkomsten denkfase positionering HA‟, in de motie Kaplan, De Goede, Van Drooge, Hoogerwerf, Verweij (Gemeenteblad 2009 afd.1 nr 209). de gemeente heeft volledige zeggenschap over de beslissing andere partijen eventueel op termijn te laten participeren; privatisering, dat wil zeggen participatie door organisaties buiten het publieke domein, wordt uitgesloten; alle activiteiten van Haven Amsterdam gaan over naar de vennootschap, tenzij de gemeente aangeeft dat dit voor specifieke taken niet wenselijk en noodzakelijk is; de gemeente draagt zorg voor de benodigde mandaten om publiekrechtelijke taken uit te laten voeren door de vennootschap; juridisch (bloot) eigendom van grond blijft bij de gemeente die tevens zeggenschap houdt op planologische kaders binnen Amsterdams havengebied. Haven Amsterdam verkrijgt het economisch eigendom voor een verantwoorde, langdurige en marktconforme exploitatie, tenzij de gemeente aangeeft dat dit voor specifieke terreinen niet noodzakelijk is. Medewerkers gaan over volgens principe van „mens volgt werk‟. het is van groot belang is om (pro-)actief de interne en externe stakeholders in het onderzoek te betrekken. Uitgangspunt bij het beantwoorden van de onderzoeksvraag zijn de doelstellingen uit de nota „Slimme Haven‟ – Havenvisie 2008 -2020. De Havenvisie heeft een hoog ambitieniveau wat groei, werkgelegenheid, ruimtegebruik, duurzaamheid en veiligheid betreft. In de periode tussen 2008-2020 wil de gemeente Amsterdam dat overslag bijna verdubbelt naar 124 miljoen ton op bestaande haventerreinen en binnen de bestaande milieuruimte.
1.5 Leeswijzer Deze rapportage is opgebouwd uit twee delen: deel A en deel B. In deel A worden de omgevingsanalyse, aspecten van regionale, nationale en internationale samenwerking behandeld. Deel A gaat in op krachten die van invloed zijn op de huidige en met name de toekomstige positie van de Amsterdamse haven. Deel A gaat derhalve in op het eerste deel van de onderzoeksvraag, namelijk of Amsterdam moet worden verzelfstandigd. De verdere uitwerking van de omgevingsanalyse wordt uitgewerkt in volgende hoofdstukken: De omgevingsanalyse (hoofdstuk 2); De internationale, nationale en regionale samenwerking (hoofdstuk 3); Onderdeel A wordt afgesloten met de conclusies ten aanzien van de wenselijkheid van de verzelfstandiging van Haven Amsterdam (hoofdstuk 4). Deel B heeft betrekking op het tweede deel van de onderzoeksvraag, te weten hoe Haven Amsterdam moet worden verzelfstandigd. Als de beslissing wordt genomen om Haven Amsterdam te verzelfstandigen, komt Haven Amsterdam als NV verder van de gemeente af te staan dan zij als gemeentelijke dienst stond. Borging van de publiekmaatschappelijke ambities en belangen die met de haven gemoeid zijn en die samengaan met de commerciële ambities van NV Haven Amsterdam is een randvoorwaarde voor verzelfstandiging. In de borging hiervan kan de gemeente verschillende rollen aannemen. De gemeente heeft via deze rollen op zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk gebied zeggenschap in de verzelfstandigde Haven. Daarmee wordt deels het eerdergenoemde nadeel
14
ondervangen dat minder sprake kan zijn van „direct hiërarchisch ingrijpen‟ bij NV Haven Amsterdam. Publiekrechtelijke rollen Als mandaatgever: beïnvloeding vindt plaats door het stellen van kaders waaraan de gemandateerde (NV Haven Amsterdam) zich dient te houden, (uiteindelijk) op straffe van intrekking van het mandaat. Als regelgever: beïnvloeding vindt plaats door via de publiekrechtelijke bevoegdheden van de gemeente voorschriften te geven en kaders te stellen waaraan NV Haven Amsterdam zich dient te houden bij de uitvoering van haar activiteiten. Figuur 1. Rollen en zeggenschap gemeente Amsterdam
Privaatrechtelijke rollen Als aandeelhouder en eigenaar van de onderneming: waarbij de gemeentelijke bevoegdheden en invloed (in ieder geval) wettelijk en in de statuten geregeld is. Als eigenaar van de grond: beïnvloeding vindt bijvoorbeeld plaats door het stellen van kaders waarbinnen NV Haven Amsterdam bevoegd is grond te verhuren/in ondererfpacht uit te geven en door het maken van afspraken over de teruglevering van grond aan de gemeente. Als opdrachtgever: beïnvloeding kan bijvoorbeeld plaatsvinden door het vaststellen van product/dienst- en prijsspecificaties en van de voorwaarden waaronder de productie/dienstverlening plaatsvindt. De relatie wordt vormgegeven in een privaatrechtelijke overeenkomst. Als financier: beïnvloeding vindt plaats door het vaststellen van voorwaarden die aan de lening of garantie verbonden zijn. Tot slot is er een aantal overleggen en samenwerkingsverbanden waaraan Haven Amsterdam en Gemeente Amsterdam ook na een verzelfstandiging zullen blijven deelnemen (Bijlage 1). Op die manier behoudt de gemeente dus ook (zogenaamde „soft power‟) zeggenschap en wordt bewerkstelligd dat de haven deel uit blijft maken van de stad. De gezamenlijke inzet van deze rollen dient te leiden tot een onderling samenhangende wijze van sturen en toezicht houden op NV Haven Amsterdam door de gemeente, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van de beleidsdoelstellingen die samenhangen met de haven. In dit systeem dient sprake te zijn van goede checks and balances en countervailing powers. Checks and balances betekent het systeem van afstemming van bevoegdheden en interactie tussen de gemeentelijke overheid en de verzelfstandigde haven, maar ook tussen de organen van NV Haven Amsterdam (raad van bestuur, raad van commissarissen en algemene vergadering van aandeelhouders). Countervailing powers ziet op het bieden van een gezond tegenwicht aan de autonomie van de raad van bestuur van NV Haven Amsterdam. Maar niet alleen tussen gemeente en de verzelfstandigde haven, maar ook binnengemeentelijk dienen deze checks and balances en countervailing powers georganiseerd te worden.
15
Om - ten slotte - te voorkomen dat de haven en de stad met de rug naar elkaar komen te staan, is het belangrijk in de communicatie te benadrukken dat haven en stad één zijn en dat de haven nadrukkelijk onderdeel van de stad is. De uitwerking van deze rollen komt in deel B aan de orde: Als regel- en mandaatgever: Publieke taken en bevoegdheden (hoofdstuk 5); Als opdrachtgever: Publieke taken en bevoegdheden (hoofdstuk 5); Als aandeelhouder: Ondernemingsstructuur & governance (hoofdstuk 6); Als eigenaar van de grond: Grond en Transformatie (hoofdstuk 7); Als financier: Business case, financiering en fiscaliteit (hoofdstuk 8). Afsluitend worden in hoofdstuk 9 de integrale conclusies gepresenteerd van dit onderzoek.
16
Deel A: Omgevingsanalyse
17
2 De omgeving van de Amsterdamse haven verandert 2.1
Inleiding
De toekomst van de Amsterdamse haven hangt samen met de wijze waarop de havenlogistieke functie optimaal en toekomstbestendig wordt ingericht; de wijze waarop de Amsterdamse haven samen met de andere grote Europese havens de grote logistieke stromen naar Europa weet te verwerken en de bereikbaarheid weet te behouden; de wijze waarin regionale schaalvergroting kan worden bewerkstelligd en de mate waarin ondernemerschap kan worden gestimuleerd. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de veranderende omgeving waarbinnen de Amsterdamse haven actief is. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: Pijler voor de groot-Amsterdamse en Europese economie; Logistiek stelt andere eisen en de schaarste van ruimte neemt toe;
2.2
Pijler voor de groot-Amsterdamse en Europese economie
Handel en ondernemerschap al eeuwenlang van strategisch belang voor Amsterdam De geografische ligging van Nederland in de monding van de Europese rivieren-delta e heeft sinds het begin van de 13 eeuw bijgedragen aan een diepgewortelde handelsgeest. De handel per zee heeft een belangrijke impuls gegeven aan de groei en ontwikkeling van de stad Amsterdam en tot op de dag van vandaag is deze rijke historie zichtbaar in de e stad. Al sinds de 16 eeuw zijn internationale handel, innovatie en ondernemerschap verankerd in Amsterdam. Figuur 2. Amsterdamse haven ca. 1544
Figuur 3. Zeehavens Amsterdam 2010
Nog steeds is Amsterdam een belangrijk handelsknooppunt. De Amsterdamse haven heeft een strategische functie, die verder reikt dan de bevoorrading van de eigen stad. Ook de bevoorrading van de regio,delen van Nederland en van Europa behoren tot deze functie. Er is, naast de bevoorrading van consumentengoederen, nog een tweede strategische functie: Amsterdam speelt een belangrijke rol in de Nederlandse en Europese energievoorziening. Zo worden Schiphol (kerosine) en de diverse energiecentrales in Europa bevoorraad dankzij de brandstoffen die worden overgeslagen in en getransporteerd vanuit Amsterdam. Logistieke hub van Europees belang Van alle wereldhandel gaat zo‟n negentig procent over zee. Daarmee zijn zeehavens essentieel voor de wereldhandel. De Amsterdamse zeehaven vormt samen met Schiphol 18
en de stad de Mainport Amsterdam. De Mainports Amsterdam en Rotterdam zijn van nationaal belang omdat zij grote invloed hebben op onze internationale concurrentiepositie. Veel Europese hoofdkantoren en distributiecentra vestigen zich in de regio Amsterdam vanwege de combinatie van het logistieke knooppunt met de kenniseconomie die elkaar hier versterken. Haven en luchthaven komen daarbij steeds dichter bij elkaar te liggen. 7
Transport in gekoelde zeecontainer verandert bloemenhandel De bloemenhandel zal komende jaren sterk veranderen door het toenemend transport van bloemen per gekoelde zeecontainer. Door de veel lagere vrachtkosten voor dit transport in vergelijking met luchtvracht verandert de concurrentieverhouding tussen de regio's waar de bloemen worden geproduceerd. Bovendien zijn bepaalde afzetlanden aan zee of rivieren opeens veel goedkoper te beleveren, en tegen lagere milieulasten. Het zwaarstwegende argument is de betere kwaliteit van bloemen bij transport per gekoelde zeecontainer. Bij luchttransport varieert de temperatuur gedurende het transport sterk, bij zeecontainers kan die op constant een halve graad boven nu worden gehouden. Bij die lage temperatuur staat de ontwikkeling van de bloemen stil en zijn ze lang houdbaar.
De vierde haven van Europa in 2009 De Amsterdamse haven maakt onderdeel uit van de havenregio „Zeehavens 8 Amsterdam‟ . Zeehavens Amsterdam was in 2009 naar jaarlijkse overslag gemeten de vierde haven van Europa met een marktaandeel van 8,1%. Dit marktaandeel bedroeg in 2000 nog 7,0% en in 1990 6,5%. De Amsterdamse haven op zichzelf, dus gemeten zonder de andere zeehavens in het Noordzeekanaalgebied, is de vijfde haven in deze range met een marktaandeel van 6,8%. In 2009 deden 5.347 zeeschepen en een veelvoud daarvan aan binnenvaartschepen de Amsterdamse haven aan. Tabel 2. Top 10 Europese Havens (bron: ESPO) Top 10 van Europese havens (overslag per jaar in mln. ton) Haven Land 2009 2008 2007 2006 1 Rotterdam Nederland 387 421,1 409,1 381,8 2 Antwerpen België 157,6 189,4 182,9 167,4 3 Hamburg Duitsland 110,4 140,4 140,4 134,9 4 Amsterdam Nederland 86,7 94,7 87,6 84,4 5 Novorossiysk Rusland 86,5 81,6 80,9 82,4 6 Marseille Frankrijk 83,1 96 96,3 100 7 Primorsk Rusland 79,1 75,6 74,2 65,9 8 Le Havre Frankrijk 73,7 80,5 78,9 73,9 9 Algeciras Spanje 69,9 74,8 71,8 63,5 10 Bremen Duitsland 63 74,6 69,2 65,1
2005 370,3 160,1 125,7 74,8 70,8 96,6 58,6 74,9 65,7 54,3
2004 352,6 152,3 114,4 73,1 65,5 94,1 53,4 76,2 61,2 52,4
In de huidige periode van economische crisis blijkt dat de positie van Zeehavens 9 Amsterdam stabiel is. Over-all is er een lichte daling van het overslagvolume in 2009 en 10 2010. De economische teruggang in combinatie met de marktontwikkelingen in de containervaart en de beperkingen van de zeetoegang, heeft geleid tot een daling van het volume aan containers. Hoge toegevoegde waarde voor de regio In de metropoolregio Amsterdam is de zeehaven één van de economische pijlers voor de “Gateway to Europe.” In de afgelopen 15 jaar heeft de Zeehavens Amsterdam een belangrijke ontwikkeling doorgemaakt, waarbij de overslag en toegevoegde waarde van de havens voor de regionale economie zich sterk hebben ontwikkeld.
7
http://www.ttm.nl/nieuws/id23432-Transport_in_gekoelde_zeecontainer_verandert_bloemenhandel.html In de internationale statistieken wordt veelal gesproken over „Zeehavens Amsterdam,‟ waaronder naast de Amsterdamse haven ook de havens van Velsen, Zaandam en Beverwijk vallen. 9 Haven Amsterdam volgt de mondiale ontwikkelingen inclusief de economische groeivertraging nauwgezet en blijft zich bezinnen op de juiste koers. De Havenvisie 2008-2020, die draait om de bijdrage van de haven aan de maatschappij, economie en een goede inpassing in de omgeving, is en blijft daarbij leidend. 10 De zeehavengelden lijken zich in 2010 te stabiliseren ten opzichte van 2009. 8
19
Figuur 4. Ontwikkeling van overslag en toegevoegde waarde in Zeehavens Amsterdam 1995-2009
De directe toegevoegde waarde van Zeehavens Amsterdam in 2008 werd vastgesteld op €5,2 mld. en de indirecte op €2,4 11 mld.
De Havenvisie geeft de ambitie weer voor 2020: een groei in de overslag in Zeehavens Amsterdam naar 125 mln. ton, een toegevoegde waarde van € 7 mld., en een marktaandeel van 7,5% voor Zeehavens Amsterdam. Ook met de recente economische groeivertraging lijken deze ambities haalbaar, met dien verstande dat dit perspectief tussen 2020 en 2025 zal zijn bereikt. Werkgelegenheid voor Amsterdam en de regio De directe en indirecte werkgelegenheid van Zeehavens Amsterdam die in het havengebied wordt gecreëerd is van publiek belang. In 2008 hadden in het Noordzeekanaalgebied 64.986 mensen een baan dankzij de haven, waarvan ongeveer de 12 helft in Amsterdam. In verhouding tot het overgeslagen volume is het aantal banen in het Noordzeekanaalgebied ruim 1,5 keer zo hoog als in de Rijn- en Maasmond. Deze werkgelegenheid bestaat voor een groot deel uit arbeid voor lager en middelbaar geschoold personeel. Dit is belangrijk voor de balans van de werkgelegenheid in de stad, omdat andere belangrijke segmenten als zakelijke dienstverlening en creatieve industrie met name werkgelegenheid voor hoger opgeleiden creëren. Figuur 5. Ontwikkeling werkgelegenheid Zeehavens Amsterdam 2002-2008
Figuur 6. Ontwikkeling afdracht Haven Amsterdam 2000-2009
11
Erasmus Universiteit 2010, “Economische betekenis van Nederlandse zeehavens 2008,” in opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Ter vergelijking, de toegevoegde waarde van de Amsterdamse creatieve industrie is in 2007 €1,3 mld. (bron O+S). De toegevoegde waarde van de Rotterdamse haven (in overslag ruim 4,5 keer zo groot als Amsterdam) bedroeg in hetzelfde jaar €15,5 mld. en de indirecte €6,7 mld. 12 Erasmus Universiteit 2010, “Economische betekenis van Nederlandse zeehavens 2008,” in opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
20
Bijdrage aan de gemeente begroting is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld Haven Amsterdam wil een verantwoord rendement halen op de beschikbaar gestelde middelen. Ieder jaar doet Haven Amsterdam een afdracht aan de algemene middelen van de gemeente Amsterdam, waarmee zij de uitvoering van maatschappelijke functies en beleid in de stad mogelijk maakt. In 2009 bedroeg de afdracht €41,2 mln., in 2008 €45,0 13 mln. en in 2007 €46,8 mln. Als gevolg van de economische groeivertraging zal de afdracht in 2010 naar verwachting lager uitvallen dan voorgaande jaren, ca. €36,5 mln. Bijdrage aan het verbeteren mobiliteit en milieu In de Havenvisie is het streven vastgelegd dat de Amsterdamse haven in 2020 tot een van de meest duurzame havens in Europa behoort. Doelstelling is om het vrachtvervoer over de weg van 53% tot 45% terug te brengen, ten faveure van het vervoer over water en per spoor. Hiermee kan de CO2-uitstoot wordt teruggedrongen, waarmee de haven bijdraagt aan de gemeentelijke doelstellingen op dit gebied. Daarnaast wordt het gebruik van schonere scheepsbrandstof gestimuleerd, en waar mogelijk afgedwongen. Nu al werkt Haven Amsterdam met Havenbedrijf Rotterdam en andere Europese havens samen aan het World Ports Climate Initiative en aan projecten zoals het bevorderen van schone scheepvaart. e
De aanleg van de 2 zeesluis is een belangrijke impuls voor Zeehavens Amsterdam en de economie in de regio Op 27 november 2009 is het convenant “planstudie fase zeetoegang IJmuiden” getekend. Deze overeenkomst tussen Rijk, Provincie en Gemeente betekent dat er eind 2016 in principe een nieuwe, grotere sluis gereed is die toegang biedt tot het Noordzeekanaalgebied. De sluis is noodzakelijk voor het realiseren van de doelstelling uit de Havenvisie 2008-2020. De aanleg van deze zeesluis zorgt ervoor dat vanaf 2016 de nieuwste generatie schepen ook in staat zijn om de havens in het Noordzeekanaalgebied aan te doen, dat de toegang tot het Noordzeekanaal minder kwetsbaar is door de aanwezigheid van twee grote sluizen en dat de overslag in de achterliggende havens kan 14 groeien naar 170 mln. ton waar de huidige sluis maximaal 95 mln. ton aan kan.
2.3
Logistiek stelt andere eisen en de schaarste van ruimte neemt toe
De omgeving verandert fundamenteel en structureel De omgeving van Zeehavens Amsterdam is in de afgelopen 15 jaar wezenlijk veranderd. Willen de zeehavens succesvol kunnen blijven opereren als internationaal logistiek knooppunt en pijler voor de economie, dan moet ingespeeld worden op deze veranderingen. Van buiten (mondiaal) naar binnen (regionaal) bezien zijn drie grote trends gaande die van structurele invloed zijn op de wijze waarop havens functioneren. 2.3.1
Schaalvergroting van marktpartijen en toenemende concurrentie
De wereldhandel is de afgelopen decennia sterk gegroeid. In de afgelopen twintig jaar is de omvang van het totale transport per zee meer dan verdubbeld tot ca. 8.178 mln. ton. De verwachting tot 2040 is dat de groei in Noordwest Europa (Hamburg-Le Havre) door zal groeien van ongeveer 1.200 mln. ton overslag in Europa nu, tot bijna 2.500 mln. ton overslag in 2040. Technologische ontwikkelingen in de scheepvaart hebben geleid tot een sterke vergroting van de capaciteit van de schepen. Door fusies en overnames zijn meerdere grote internationale consortia ontstaan. Het effect van deze consolidatie is een toenemende macht en invloed van de betrokken reders, stuwadoors en logistieke dienstverleners. De logistieke keten als geheel is grootschaliger en sterker geworden en heeft een sterke onderhandelingspositie ten opzichte van havens. 13 14
Jaarverslag Haven Amsterdam 2009. (excl. Bijzondere baten). Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de vorm waarin de 2e zeesluis kan worden gerealiseerd.
21
Figuur 7. Ontwikkeling wereldhandel 1970-2008
Figuur 8. Prognose ladingstromen Noordwest Europa tot 2040 (Hamburg-Le Havre range in mln. ton)
Bron: Unctad, Review of Maritime Transport
Bron: Dynamar, TNO, Havenbedrijf Rotterdam
De verwachte groei van de totale overslag in Noordwest Europa is van dien aard dat deze niet door een enkele haven geaccommodeerd kan worden. In dit verband geldt dat de top 4 havens een sterke wederzijdse afhankelijkheid hebben om de totale ladingstromen naar Europa te verwerken. Voor het Nederlandse zeehavensysteem is het belangrijk dat er twee grote zeehavens in Nederland zijn. Eén van de redenen hiervoor is dat bij de verwachte ladinggroei Rotterdam en Amsterdam elkaar nodig hebben om de logistieke afhandeling binnen Nederland en Europa mogelijk te maken. Deze kan namelijk niet alleen door de haven van Rotterdam verwerkt worden in verband met ruimtegebrek en congestie. Voor het (internationale) bedrijfsleven is keuzevrijheid tussen verschillende havens van belang. Zij zijn bij voorkeur in meer dan één haven gevestigd. Voor de Nederlandse economie is het voordelig als dit allebei Nederlandse havens zijn. De bereikbaarheid van de Randstad is in toenemende mate een probleem De voorspelde toename van zeevracht zal ook druk leggen op de infrastructuur tussen de havens en het achterland. In het bijzonder voor de havens van Rotterdam en Amsterdam is de congestie van de wegen in de Randstad een probleem. Zowel uit maatschappelijk als uit commercieel oogpunt is het belangrijk voor deze havens om te streven naar een „modal shift‟ waarbij goederen minder per vrachtwagen en meer per spoor en binnenvaartschip vervoerd worden. De havens van Rotterdam en Amsterdam delen grotendeels hetzelfde achterland en dezelfde achterlandverbindingen en werken daarom samen op dit punt middels het maken van afspraken en het gezamenlijk participeren in bijvoorbeeld Keyrail (lees: Betuweroute). De havenbeheerders zijn belangrijke partijen om de gewenste modal shift tot stand te kunnen brengen. 15
De bereikbaarheid Rotterdamse haven via de weg staat nu al onder druk De A15 is de enige rijksweg die toegang geeft tot het havengebied. Gebeurt er een ongeluk, dan ontstaan vaak lange files. Niet alleen op de A15 zelf, maar ook op de toegangswegen. Bovendien ontbreekt op een aantal plaatsen de vluchtstrook, waardoor hulpdiensten ongevallen lastiger kunnen bereiken. Als niemand iets doet, gaat de bereikbaarheid van de Rotterdamse haven en het omliggend gebied achteruit. Dat brengt grotere economische en sociale kosten met zich mee. Eind 2010 start de noodzakelijke verbreding van de A15, de slagader van de haven. Daarnaast maakt de Rotterdamse haven nu bindende afspraken met bedrijven om vergaand multimodaal transport te realiseren (lees: transport via rail en binnenvaart)
Om duurzaam transport te stimuleren en congestie te verminderen is er behoefte aan meer vervoer over water en spoor Voorbeelden van activiteiten die Haven Amsterdam heeft ondernomen om het vervoer over water te stimuleren zijn bijvoorbeeld het rondje IJsselmeer (vergelijkbaar met een OV 15
http://www.verkeersonderneming.nl/home
22
dienst maar dan voor goederen), de ontwikkeling van de AMSbarge (een schip met een containerkraan zodat geen containerterminal nodig is aan binnenwater) en de toekomstige ontwikkeling van binnenvaartterminals in de Flevopolder. AMSbarge AMSbarge (Amsterdam Barge Shuttle) is een logistiek concept om het goederenvervoer over de weg in de noordelijke Randstad te verplaatsen naar vervoer over water. Het is een initiatief van Haven Amsterdam, waarmee middels een speciaal binnenvaartschip met laad- en loskraan lading langs bedrijfsterreinen wordt opgehaald. Hiermee wordt lading naar Amsterdam gehaald en direct transport over weg ontlast. Bij Schiphol zijn overslagfaciliteiten gepland voor de binnenvaart - naast die voor het spoor en distributiefaciliteiten voor het wegvervoer. In de Westzanerpolder, aan de noordkant van het Noordzeekanaal, komt eveneens een overslagterminal voor binnenvaart en shortsea. De dienst die AMSbarge uitvoert, sluit aan op binnenvaart- en zeevaartlijndiensten.
Versterking strategische rol Havens moeten in deze groeiende markt en ten opzichte van de sterke transportallianties een sterkere positie gaan innemen. De concurrentie neemt toe en havens moeten zich ondernemender opstellen in dit krachtenveld. Daarnaast verlangt het bedrijfsleven een optimaal vestigingsklimaat en een goede kwaliteit van het dienstenaanbod. Samenwerking tussen havens in de regio, maar ook tussen (inter)nationale havenregio‟s, biedt in meerdere opzichten kansen om een stevige positie te verankeren. Het vestigingsklimaat wordt door samenwerking verbeterd, gezamenlijke investeringen in e fysieke (bijv. 2 sluis) en digitale infrastructuur (bijv. Portbase) leveren sneller resultaat op 16 waardoor de commerciële positie in de logistieke keten wordt versterkt. Veel havens geven blijk van deze realiteit door met dergelijke samenwerkingsverbanden bezig te zijn. 17
Portbase wil sleutelrol in havenlogistieke informatienetwerken Op 11 maart 2009 is Portbase officieel van start gegaan. Rotterdam en Amsterdam hebben hiermee nu één gezamenlijk Port Community System. Alle bedrijven en overheden in beide havens kunnen voortaan nog efficiënter en eenvoudiger informatie uitwisselen. Dit verbetert ieders concurrentiepositie. Portbase wil de neutrale en betrouwbare spin in het web zijn voor alle logistieke informatie in de Amsterdamse en Rotterdamse havens. Ambitie is bovendien om binnen afzienbare tijd het nationale Port Community System te worden. Portbase wil verder een sleutelrol gaan vervullen in havenlogistieke netwerken. Portbase komt voort uit Port infolink in Rotterdam en PortNET in Amsterdam. 18
Havenbedrijf van Antwerpen sluit samenwerkingsovereenkomst met haven Ivoorkust Het Havenbedrijf van Antwerpen, Port of Antwerp International (PAI) en de havenautoriteiten van San Pedro (Ivoorkust) ondertekenden op 5 oktober een Memorandum of Understanding (MoU). Dit samenwerkingsakkoord voorziet een nauwere commerciële samenwerking. PAI, de internationale dochter van het Havenbedrijf, zal de investeringsmogelijkheden op korte termijn onderzoeken. Daarnaast zal er informatie worden uitgewisseld over de havenactiviteiten en worden er gezamenlijke promotieacties opgezet. De nauwere samenwerking met San Pedro is voor ons belangrijk, zegt Nico Vertongen van PAI. San Pedro is onder meer de belangrijkste cacaohaven van West-Afrika. Een verdere lading- en klantenbinding met Antwerpen zal het uitgangspunt van onze aanwezigheid zijn, aldus Vertongen.
2.3.2
Logistieke patronen verschuiven; lading komt niet vanzelf
Gronduitgifte en ladingoverslag zijn de pijlers van het verdienmodel van Haven Amsterdam. Het aandeel van de overslag is – mede als gevolg van de groei van de overslag – in toenemende mate van belang voor de (variabele) inkomsten van Haven Amsterdam. Tegelijkertijd is de lading „footloose‟. Dat lading in de Amsterdamse haven wordt overgeslagen is niet vanzelfsprekend. Logistieke dienstverleners kijken bijna dagelijks naar de meest optimale transportroutes. Om de inkomsten nu en in de toekomst veilig te stellen moet Haven Amsterdam daarom een actieve rol spelen om bijvoorbeeld
16
Naast versterken van het regionale logistieke klimaat wordt de havenbeheerder ook steeds ondernemender in het versterken van het vestigingsklimaat. Bijvoorbeeld door bijdragen aan het verbeteren van de infrastructurele bereikbaarheid, ICT voorzieningen en het arbeidsklimaat (bijvoorbeeld in nauwe samenwerking met MBO, HBO en universiteiten). 17 http://www.portofrotterdam.com/nl/actueel/Nieuwsbrieven/Haven-inbedrijf/Newsletters/Haven%20in%20bedrijf%20Maart%202009.pdf 18
http://www.havenvanantwerpen.be/portal/page/portal/POA_NL/Actueel/Nieuws/Persberichten/Nieuwsbrief17/MO Us
23
lading uit het natuurlijke achterland te halen. Havens zullen zich ondernemender moeten organiseren om dat te bereiken. Figuur 9. Directe achterland in Noordoost Nederland en de logistieke relaties
Van traditionele ‘landlord’ naar ketenregisseur en havenontwikkelaar Traditioneel is de rol van een havenbedrijf die van een „landlord‟ geweest. De nadruk ligt in dit model op het beheren van het havengebied, het faciliteren van klantvestigingen en het investeren in openbare havengebonden infrastructuur. Gezien de ontwikkelingen in de logistiek en de noodzaak om meer controle en invloed op de logistieke keten te hebben, is deze rol bij veel havens aan het verschuiven naar die van pro-actieve ketenregisseur en havenontwikkelaar. Hierbij staat de overslag van lading in de Amsterdamse haven niet op zich, maar maakt deze nadrukkelijk onderdeel uit van een uitgebreid en complex internationaal logistiek netwerk. Zeehavens Amsterdam is daarbij een van de tandwielen in dat netwerk. Door actief sturing te geven middels samenwerkingsrelaties, allianties en financiële participaties met andere logistieke (inter)nationale regio‟s en het regionale bedrijfsleven, kan de positie van de Amsterdamse haven positief worden beïnvloed en versterkt. Dit is een trend die ook bij andere havens waarneembaar is. 19
Extended gate en blijvende serviceverlening Deepsea containers die nu bij ACT in Amsterdam komen, zullen dit blijven doen binnen het zogenaamde extended gate concept. Hiermee dient ACT als een vooruitgeschoven post voor de deepsea terminals in Rotterdam en Antwerpen. Dit zal ook in de komende tijd zo blijven. ACT zal deze containers op dezelfde vlotte manier blijven behandelen. Extended gate betekent dat de terminal fungeert als regionale draaischijf voor containers die per zeeschip in Rotterdam zijn gekomen. Met binnenvaartschepen, en op termijn als voldoende volume wordt gehaald ook per shortsea, worden deze containers dan verder vervoerd. Door de functie extended gate wordt het mogelijk om voldoende volume aan containers te behalen waarmee de Zeehavens Amsterdam weer aantrekkelijk wordt voor diepzeelijnen. Deze binnenvaart en shortseaschepen hebben geen last van de begrenzingen en omvangbeperkingen van de huidige zeetoegang bij IJmuiden.
Havens zijn zich steeds meer aan het positioneren binnen een breder logistiek ‘huband-spoke’ netwerk Naar analogie met luchthavens, zijn ook zeehavens – met name Rotterdam en Amsterdam – zich steeds meer aan het positioneren als „hubs‟ binnen een breder netwerk. 'Hub' betekent letterlijk spil of as. Vanuit de 'hub' lopen diverse spaken ('spokes'). De spaken staan voor de transportwegen die vanuit de 'hub' uitstralen. Aan het einde van elke spaak zit weer een kleiner knooppunt of satelliethaven. Door actief relaties aan te 19
http://www.portofamsterdam.nl/smartsite22642.dws?highlight=101120116101110100101100
24
gaan met de kleinere of regionale havens ontstaat een fijnmazig netwerk van logistieke toeleveranciers en hoofdknooppunten. De Amsterdamse haven is voor veel goederensoorten een mainport of „hub‟, maar tegelijkertijd speelt de Amsterdamse haven een rol als toeleverancier voor de Rotterdamse haven en vice versa. Vanuit dit perspectief blijkt dan ook dat havens enerzijds elkaars concurrenten zijn, maar nog veel meer onderling verbonden zijn en elkaar nodig hebben. Vanuit nationaal en ook Europees perspectief zijn de Rotterdamse en Amsterdamse zeehavens (deels ook samen met Schiphol) nauw verweven om de logistieke vraag binnen Europa vandaag, maar met name ook in de toekomst, te verwerken. Figuur 10. Onderlinge verbondenheid en relaties van de logistieke systemen tussen havenregio's in Noordwest Europa
Behalve op Amsterdam Airport Schiphol is Schiphol Group in Nederland actief op 3 regionale luchthavens.20 Schiphol is eigenaar en exploitant van de regionale luchthavens Rotterdam Airport en Lelystad Airport en bezitten 51% van de aandelen in Eindhoven Airport. De exploitatie van de regionale luchthavens past in het beleid van Schiphol Group. Regionale vliegvelden zorgen voor aanvullende luchthavencapaciteit binnen het eigen verzorgingsgebied. Ze hebben een belangrijke functie voor de kleine luchtvaart (general aviation) waarvoor op luchthaven Schiphol weinig plaats is. Ze bieden verder een gevarieerd aanbod van internationale lijn- of charterdiensten. Als gevolg van de posities die Schiphol heeft in andere regionale luchthavens, kan Schiphol een actieve rol spelen in het optimaliseren van bepaalde goederensoorten en vluchtschema‟s. Zo kondigde Schiphol recentelijk aan om chartervluchten en vakantievluchten meer vanaf deze regionale luchthaven te willen laten vertrekken. Zodoende kan Schiphol zich binnen de bestaande geluidscontouren meer concentreren op die vluchten die de meeste toegevoegde waarde hebben voor de regio Amsterdam.
Veranderende omgeving vraag meer samenwerking en ondernemerschap De dynamiek in de veranderende omgeving, de onderhandelingskracht van internationale allianties stelt andere eisen aan de rol van havens. Havens moeten zich steeds vaker als ondernemer opstellen om binnen het genoemde krachtenveld proactief lading te winnen voor Amsterdam. Het aangaan van strategische samenwerkingsverbanden in de logistieke keten zijn noodzakelijk voor het bestendigen van de lading en 20
http://www.schiphol.nl/SchipholGroup1/Onderneming/Profiel/Activiteiten/RegionaleLuchthavens.htm. Daarnaast is Schiphol continu actief om op selectieve basis te werken aan het uitbreiden van de internationale positie. Dit doet Schiphol door samen te werken met internationale luchthavens. De deelnemingen en managementcontracten zijn altijd lange termijn samenwerkingsverbanden. Ze zijn gericht op het versterken van de positie van de partner waarbij Schiphol Group naast mogelijke financiële investering altijd een brede toegevoegde waarde inbrengt.
25
inkomstenstromen naar Amsterdam. Het is daarom steeds waarschijnlijk dat dergelijke samenwerkingsinitiatieven buiten de gemeentegrenzen worden georganiseerd en deelname van strategische partners zullen vereisen aangezien de verantwoordelijkheid voor de gewenste ontwikkelingen die individuele partijen zullen overstijgen. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van een gezamenlijke binnenvaart terminal bij Lelystad. In tegenstelling tot havenontwikkeling binnen de gemeentelijke grenzen, beschikt de gemeente Amsterdam hier niet over publiekrechtelijke sturingsmiddelen (bijv. vergunningen, bestemmingsplan) om de ontwikkeling te faciliteren en te sturen. 2.3.3
De beschikbare ruimte voor havenontwikkeling is schaars
De kaart van de Amsterdamse haven is in de afgelopen decennia ingrijpend gewijzigd. Dit komt door een succesvol uitgiftebeleid en door een uitgebreid intensivering- en herstructureringsbeleid. Ook voor de toekomst gaat de Havenvisie primair uit van een intensiveringopgave voor het havengebied, om verdere ontwikkeling te accommoderen. Op basis van de prognose voor de ladingstromen in 2020, is de verwachting dat voor de periode 2011 – 2015 het gemiddelde uitgifteniveau voor nieuwe terreinen op circa 20 hectare per jaar zal liggen. Voor biomassa zal in de periode tot 2020 ongeveer 45 hectare terrein nodig zijn. De komende jaren wordt fors ingezet op herstructurering en intensivering (bijvoorbeeld de verwerving en herontwikkeling van het ADM-terrein). Dankzij intensivering en verwerving binnen bestaand gebied kan de totale groei in overslag tot 2020 opgevangen worden in 21 het huidige havengebied. Figuur 11. Ontwikkeling havengebied Amsterdam 1997-2010
Haventerreinen en diepzeekades zijn strategische gronden en kapitaalintensief Voor de ontwikkeling van haventerreinen is de nabijheid van water met voldoende diepgang een essentiële voorwaarde. Daarom zijn diepzeekades en haventerreinen van unieke strategische waarde; binnen de regio is alleen op terreinen aan het Noordzeekanaal havenontwikkeling mogelijk . De investeringen die gemoeid zijn met het 21
Ook met de recente crisis lijken deze ambities haalbaar, met dien verstande dat dit perspectief tussen 2020 en 2025 zal zijn bereikt.
26
realiseren van kades zijn groot. Diepzeekades dienen immers bestand te zijn tegen zeer zware fysieke lasten. Gegeven deze specifieke waarde van diepzeekades en de achterliggende terreinen is het zaak om deze terreinen optimaal te laten renderen. Het maximaliseren van de diepzeeoverslag is daarbij een belangrijke factor. Hoe meer diepzeeoverslag plaats vindt over een kade, des te meer zeehavengeld wordt gerealiseerd. Vanuit het perspectief van optimaal en intensief ruimte gebruik is het wenselijk om in de diepzeehavens die activiteiten te concentreren die – binnen de contouren van de havenvisie – veel overslag realiseren. Versnippering binnen het Noordzeekanaalgebied Het terreinaanbod in de regio is beperkt en versnipperd. Er zijn slechts enkele locaties waar één aaneengesloten gebied van ruim 20 ha voor kadegebonden bedrijven uitgeefbaar is. Hiermee moet dus zuinig worden omgegaan. De (beperkte) milieuruimte vraagt steeds vaker om intensieve afstemming. Het vraagstuk van terreinontwikkeling in relatie tot milieuruimte is daarmee essentieel voor de havenontwikkeling. Bij internationale reders en stuwadoors speelt de bereikbaarheid voor diepstekende zeeschepen een 22 beslissende rol bij de keuze voor het terrein. Het is daarom wenselijk om de beschikbare locaties binnen het Noordzeekanaalgebied beter te benutten en naar strategische alternatieven te zoeken buiten het Noordzeekanaalgebied. Zodoende kunnen de schaarse haventerreinen exclusief worden gebruikt voor overslag en terreinen verder landinwaarts voor opslag. Intensief ruimtegebruik door regionale samenwerking Intensivering van het grondgebruik kan alleen succesvol zijn als dit integraal met de consequenties voor het milieu en in regionale samenhang wordt gerealiseerd. Het intensiveren van bestaande terreinen vergroot namelijk de druk op bestaande regionale milieucontouren. Intensivering van bestaand haventerreinen moet daarom regionaal worden aangepakt. Haven Amsterdam werkt daarom in regionaal verband actief aan herstructurering en het optimaliseren van milieuzoneringen. Samenwerking van het Noordzeekanaalgebied met andere havenregio’s In 2008 heeft de gemeenteraad van Amsterdam de Havenvisie 2008 – 2020 vastgesteld. De Raad heeft daarmee de visie voor het Amsterdamse deel van de regio vastgesteld. Zij heeft daarbij ook expliciet onderkend een grotere verantwoordelijkheid dan die voor de eigen haven te dragen en dat belangrijke bestuurlijke besluiten op regionaal niveau worden genomen. In de gesprekken met de regiopartners over de Havenvisie is de behoefte aan een regionale visie naar voren gekomen. Het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied zal deze in 2011 gaan opstellen. Voortgaande regionalisering zal door efficiencyverbetering en schaalvoordelen leiden tot verdere economische voordelen. Daarbij kan – in het licht van duurzaamheideisen – makkelijker worden voldaan aan concentratie en gunstige allocatie van bedrijven en inperking van de milieuoverlast. Het Noordzeekanaalgebied (NZKG) zal meer herkend worden als één economische havenzone en zich zowel naar de markt, als naar andere regionale samenwerkingsverbanden en het rijk eenduidig kunnen positioneren. Allianties met andere havens of havengebieden, nationaal en internationaal, worden dan op het niveau van het Noordzeekanaalgebied mogelijk.
2.4
Conclusies De Amsterdamse haven is van strategisch belang voor de bevoorrading van Amsterdam en Europa. Zeehavens Amsterdam zijn in 2009 naar overslag gemeten de vierde haven van heel Europaen leveren daarbij een structurele belangrijke bijdrage aan de economische diversiteit, werkgelegenheid en inkomsten voor de stad Amsterdam, de regio Noordzeekanaalgebied en het Europese achterland. De omgeving waarbinnen de Amsterdamse haven functioneert is fundamenteel en structureel aan het veranderen. Er is sprake van een trendbreuk in de zin dat havens meer dan ooit te voren over hun eigen grenzen heen moeten kijken.
22
Masterplan Noordzeekanaalgebied, „Monitoring Bedrijventerreinen 2008. Onderzoek naar het aanbod en de kwaliteit van bedrijventerreinen in het Noordzeekanaalgebied‟, 2009
27
Intercontinentaal goederenvervoer via zee, blijft de voornaamste vorm van transport nu en in de toekomst. De verwachte groei van de totale overslag in Noordwest Europa is van dien aard dat deze niet door een enkele haven geaccommodeerd kan worden. Om duurzaam transport te stimuleren en congestie te verminderen is er behoefte aan meer multimodaal vervoer over water en spoor. De voorspelde toename van zeevracht zal grote druk leggen op de infrastructuur rondom de Amsterdamse en Rotterdamse havens. Het realiseren van een verschuiving van het vervoer naar het achterland via de weg naar binnenvaart en spoor is essentieel om te voorkomen dat de wegen in de Randstad overbelast raken en het verkeer daar vast gaat lopen. De beschikbare ruimte voor havenontwikkeling in de regio is schaars en kan alleen op terreinen langs het Noordzeekanaal worden gerealiseerd. Haventerreinen en diepzeekades zijn van strategische belang en de ontwikkeling ervan is kapitaalintensief. Door intensief ruimte gebruik en herstructurering wordt groei geaccommodeerd. De rol van haven verandert van een traditionele „landlord‟ naar ketenregisseur en havenontwikkelaar. Havens moeten meer ondernemen. Deze ontwikkelingen vragen om meer ondernemerschap binnen en intensievere samenwerking tussen havens.
28
3 Internationale, nationale en regionale samenwerking 3.1
Inleiding
De haven vertegenwoordigt niet alleen een gemeentelijk belang maar ook een regionaal, landelijk belang en zelfs een internationaal belang. De Rotterdamse en Amsterdamse havens behoren beide tot de top 4 van Europese havens, mede dankzij de gunstige geografisch ligging: aan diep water en met uitstekende waterverbindingen (rivieren en kanalen) naar de rest van Europa. Als enige Europese havens kunnen zij direct via binnenvaart het achterland bedienen. Het niet aan zee liggende achterland is voor de economische ontwikkeling (goedkope consumentengoederen) en energievoorziening (op en overslag van brandstoffen) afhankelijk van goed functionerende havens in beide steden. De overslag in elk van de top 4 havens is zo groot, dat er problemen zouden ontstaan als een van deze havens al dan niet tijdelijk zou wegvallen. De havens hebben elkaar nodig om de Europese bevoorrading ongehinderd in stand te houden. Landelijk speelt de ontwikkeling – die al in gang gezet is – naar een situatie waarbij havens elk hun eigen sterkte ontwikkelen en elkaar aanvullen en daardoor steeds meer elkaars partner zijn in plaats van elkaars concurrent. Deze ontwikkeling, waarbij de Nederlandse havens zich naast concurrenten ook steeds meer als partners ontwikkelen ter bevordering van de logistieke functie van Nederland in Europa, wordt aangemoedigd door de rijksoverheid. Op regionaal schaalniveau spelen vraagstukken ten aanzien van efficiënter gebruik van de gezamenlijke ruimte, integrale beperking van milieuoverlast, kostenverlaging door schaalvergroting, bredere bestuurlijke verantwoordelijkheid en opzetten van gezamenlijke commerciële activiteiten. De uitdaging is om deze nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden te faciliteren en uit te bouwen. Achtereenvolgens wordt in dit hoofdstuk ingegaan op: Internationale en nationale samenwerking. Regionalisering binnen het Noordzeekanaalgebied: één kanaal, één visie.
3.2
Internationale en nationale samenwerking
Het binden van ladingstromen Op nationaal en internationaal niveau is samenwerking noodzakelijk om te kunnen concurreren met andere havens. Om havens goed te laten functioneren, blijven investeringen nodig in de nationale en landsgrenzen overstijgende infrastructuur. Voor de haven is samenwerking met partijen buiten de regio ook nodig om de commerciële positie in de logistieke keten te versterken. Door actief de logistieke stromen te faciliteren, worden de gewenste ladingstromen via Amsterdam vervoerd. Dit is een fenomeen wat zich ook bij andere havens momenteel manifesteert. 23
Rotterdam gaat haven Dordrecht beheren Havenbedrijf Rotterdam gaat de haven van Dordrecht beheren. Havenbedrijf Rotterdam en Dordrecht maakten begin vorig jaar al bekend nauw te willen gaan samenwerken. Volgens het eigen masterplan streeft de gemeente Dordrecht er naar de werkgelegenheid in de zeehaven met 1250 arbeidsplaatsen vergroten en de jaarlijkse exploitatieopbrengst met 1,25 miljoen euro te verhogen en leegstaande terreinen weer in gebruik nemen. Voor Havenbedrijf Rotterdam betekent het akkoord dat het Dordtse havenareaal van naar schatting 130 hectare bij het Rotterdamse totaal (ca. 12.000 hectare) opgeteld kan worden. Het havengebied van Dordrecht is gedeeltelijk verouderd en dringend aan een opknapbeurt toe. Met het areaal in Dordrecht komt HbR iets ruimer in zijn jas te zitten voor de uitgifte van haventerreinen, bijvoorbeeld voor stukgoedactiviteiten. 23
http://www.nieuwsbladtransport.nl/nieuws/id32610-Rotterdam_gaat_haven_Dordrecht_beheren.html
29
Perspectief op meer inkomsten Het verschuiven van op- en overslagpatronen gaat niet snel. Het vereist de medewerking van de gehele keten en vereist alternatieve locaties in het achterland. Door een actieve rol te spelen in de ontwikkeling en exploitatie van bestaande en nieuwe binnenhavens, ontstaat invloed op een betere allocatie: de juiste lading op de juiste plek. Hiermee wordt de verdiencapaciteit voor het gebied als geheel verbeterd. Immers, de diepzeekades worden beter benut en genereren meer zeehavengeld. De lading kan beter worden bediend in de gehele keten in het achterland en daarmee beter worden verankerd voor Zeehavens Amsterdam. Een bijkomend voordeel is dat sommige strategische voorraden die in de regio minder gewenst zijn (bijvoorbeeld kolen) dichter bij de eindgebruiker kunnen worden verplaatst (bijv. Duitsland). Betrokken bij binnenhavens: de juiste lading op de juiste plek Door op strategische locaties in het achterland posities in te nemen, hetzij via participatie in bestaande terminals, hetzij door medeontwikkeling van nieuwe binnenhavens, kan de gehele logistieke keten bediend worden. Dit heeft als belangrijk voordeel dat direct invloed kan worden uitgeoefend op de soort lading en de intensiteit ervan die in het Noordzeekanaalgebied kan worden overgeslagen. Lading die weinig gebruik maakt van diepzeekades kan bijvoorbeeld op alternatieve locaties worden opgeslagen, dan wel dichter bij de eindgebruiker (bijv. het Duitse Ruhrgebied). Door een actieve rol hierin te spelen kunnen Zeehavens Amsterdam deze rol op zich nemen. 24
Samenwerking voor bedrijventerrein Flevokust Haven Amsterdam, gemeente Lelystad en een private ontwikkelaar starten samenwerking voor bedrijventerrein Flevokust. Haven Amsterdam, de gemeente Lelystad en de ontwikkelaar hebben besloten de samenwerking bij de aanleg en exploitatie van een logistiek bedrijventerrein in Lelystad, te onderzoeken. In het gebied Flevokust komt in de toekomst een overslagpunt voor goederen via water. De ontwikkeling van een dergelijke binnenvaart terminal maakt het mogelijk om: Amsterdamse expertise op gebied van Havenontwikkeling in het achterland te benutten Lading uit Noordoost Nederland reeds in een vroeg stadium te verzamelen en via water naar Amsterdam resp. Rotterdam te vervoeren. Lading dichter bij de eindgebruiker op te slaan.
Investeringen in achterland: meer door Europese havenregio’s Het is dus nodig de betrokkenheid bij de havens in het achterland te vergroten. Het is vaak niet gewenst de daamee gepaard gaande financiële risico‟s zelfstandig te dragen. Bij investeringen in het achterland is een veelheid aan partijen betrokken (de gehele „logistieke keten‟). Een gezamenlijk optreden biedt de beste garanties op succes en op beheersing van de risico‟s. Daarnaast kenmerken dergelijke investeringen zich vaak ook door hun bovenregionale, dan wel nationale neveneffecten, die een bredere benadering van partijen dus ook gewenst maakt. Dit betekent dat Zeehavens Amsterdam dergelijke investeringen in gezamenlijkheid met andere havenregio‟s en spelers in de logistieke keten zal moeten oppakken. Haven Amsterdam kan overheids NV als dergelijke investeringen in gezamenlijkheid met andere havenregio‟s en spelers in de logistieke keten veel beter oppakken dan als gemeentelijke dienst. Gezamenlijke exploitatie van Keyrail door Rotterdam en Amsterdam Keyrail exploiteert de Betuweroute, de railverbinding voor goederen die voert van de Nederlandse zeehavens tot de grens met Duitsland. Het bedrijf vervult een belangrijke rol in het goederenvervoer per rail tussen de Nederland en de belangrijke Europese industriële centra. Haven Amsterdam participeert voor 15% in Keyrail samen met Havenbedrijf Rotterdam (35%) en Prorail (50%). Keyrail biedt naast een aantal basisproducten, zoals het ontwikkelen van „spoorpaden‟, het uitwerken van dienstregelingen en begeleiden van transport, ook oplossingen op maat voor vervoerders, verladers en operators. Zo biedt Keyrail actieve verkeersbegeleiding, zodat treinen een overgang niet hoeven te missen. Ook zet zij zich in om de flexibiliteit tussen terminals in het havengebied te vergroten door de dienstregeling te standaardiseren en ad hoc toe te wijzen aan gebruikers.
Europese havenbedrijven verwerven momenteel strategische posities in de logistieke keten De noodzaak om in de logistieke keten, zowel in het voor- als in het achterland, een rol van betekenis te kunnen spelen en om lading voor de eigen haven te verankeren, leidt 24
http://www.portofamsterdam.nl/smartsite24257.dws
30
ertoe dat veel (verzelfstandigde) Europese havenbedrijven bezig zijn om strategische posities te verwerven. Belangrijke drijfveer is daarbij om ook voor de toekomst de effectieve afhandeling van goederen vervoer via het water mogelijk te blijven maken. Er is als het ware momenteel een „scramble‟ in de logistieke keten gaande om strategische posities te verwerven. In Duitsland worden bijvoorbeeld vergaande samenwerkingsafspraken gemaakt met Duisburg, de grootste binnenhaven van Europa. Aangezien veel lading bestemd is voor het Duitse en Europese, achterland is het wenselijk om invloed te behouden in dit zeer belangrijke afzetgebied. Dit geldt niet alleen voor de ladingstromen die Amsterdam aandoen, maar ook voor die in IJmuiden, Velsen, Beverwijk en Zaanstad. Hun havens kunnen bijvoorbeeld groeien aan internationaal belang in de sector, omdat die havens op dat gebied elk een sterke propositie hebben. 25
Rotterdam wil belang in Duisburg Havenbedrijf Rotterdam heeft zich kandidaat gesteld voor de overname van het belang van 33 procent in de haven van Duisburg, dat nu nog in handen is van de Duitse Bondstaat. Topman Hans Smits heeft dit bekend gemaakt: 'Berlijn wil er vanaf, wij hebben onze vinger opgestoken.' Zo'n belang past in de Rotterdamse strategie om meer grip op het achterlandvervoer te krijgen. Rotterdam en Duisburg, veruit de grootste binnenhaven van Europa, lonken al jaren naar elkaar, maar tot een strategisch belang is het tot nu toe niet gekomen. Wel beschikt de Rotterdamse stuwadoor ECT er over een eigen terminal: DeCeTe Duisburg. Rotterdam heeft recentelijk Haven Amsterdam gevraagd om in dit samenwerkingsverband te participeren. Hierbij heeft Rotterdam een voorkeur uitgesproken voor een samenwerking met Amsterdam als NV. De Duitse autoriteiten hebben aangegeven niet enkel van één zeehaven afhankelijk te zijn van één haven in de Rijn-delta en hebben een voorkeur voor een meervoudige participatie.
Nationale en Europese aanmoedigingen voor samenwerking tussen havens Op provinciaal, nationaal en Europees niveau wordt samenwerking tussen havens aangemoedigd. Pieken in Bereikbaarheid van de provincies van de Noordvleugel richt zich op “het verbeteren van het internationale vestigingsklimaat in de Noordvleugel door het realiseren van overslaglocaties voor containervervoer per binnenvaart, leidend tot een 26 verbeterde bereikbaarheid van bedrijfsterreinen in het achterland.” Op landelijk niveau heeft de minister van Verkeer en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer d.d. 28 juni 2010 de rijkspositie ten aanzien van samenwerking tussen havens verwoord: ”Op dit moment werken wij in de Havenalliantie met de zeehavenbeheerders van Rotterdam, Amsterdam, Zeeland en Groningen aan intensivering van de samenwerking tussen zeehavens. We onderzoeken de mogelijkheden voor samenwerking en specialisatie. Daarnaast zijn deze zeehavenbeheerders in een proces van verzelfstandiging. Op termijn creëert dit de mogelijkheid van wederzijdse deelnemingen, waarmee de parallelliteit van belangen 27 versterkt wordt.” Op Europees niveau is er een toename aan Europese en nationale regelgeving voor duurzaamheid, intermodaal vervoer (Motorways of the Sea), milieuaspecten van de haven (bijvoorbeeld schonere brandstof voor zeevaart en binnenvaart) en „safety & security‟. Europa wil de rol van de zeehavens versterken in de TEN-T (Trans Europese Netwerken voor Transport), onder andere door het verstrekken van subsidies. Daarnaast stimuleert Europa de samenwerking tussen havens ten einde de regeldruk terug te dringen. Het Europese beleid richt zich daarbij in toenemende mate op het stimuleren alliantievorming 28 ten behoeve van binnenvaarttransport tussen zeehavens en binnenhavens in Europa. Vergaande samenwerking tussen zeehavens in Nederland en ook internationaal is daarom gewenst en dient verder gefaciliteerd te worden. Havens Rotterdam en Antwerpen gaan meer samenwerken29
25
http://www.nieuwsbladtransport.nl/nieuws/id31245-Rotterdam_wil_belang_in_Duisburg.html Het project is een samenwerkingsverband tussen de Provincies Noord Holland, Flevoland, Utrecht, de gemeenten Amsterdam, Zaanstad, Haarlemmermeer, Almere, Lelystad, de Stadsregio Amsterdam, die 24 gemeenten vertegenwoordigt, de Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland en Haven Amsterdam. Het project wordt deels gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. http://www.bereikbaaroverwater.nl/ 27 http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2010/06/28/201014627briefadvies-raad-verkeer-en-waterstaat-gateway-holland/8950a0fe-d33d-40c7-b3b0-31a06e9d1e4d.pdf 28 http://www.espo.be/pages/ezine.aspx?newsletter=1337 26
29
http://www.nrc.nl/economie/article2459732.ece/Havens_Rotterdam_en_Antwerpen_gaan_meer_samenwerken
31
De topmannen van de havens van Rotterdam en Antwerpen willen dat hun bedrijven nauwer gaan samenwerken. Ze gaan daarvoor op korte termijn met elkaar in gesprek. Dat bevestigen Hans Smits, presidentdirecteur van het Havenbedrijf Rotterdam, en Eddy Bruyninckx, zijn collega van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Rotterdam en Antwerpen zijn de twee grootste havens in de regio van Hamburg tot Le Havre. Ze concurreren direct met elkaar. Ze werden allebei getroffen door de economische crisis. Bruyninckx zegt dat hij zijn collega op informele wijze heeft gepolst over een ontmoeting. „We zijn niet alleen bereid te praten over samenwerking op het vlak van milieu en beveiliging. We denken ook aan concrete projecten in de commerciële sfeer.” Havenbedrijf Rotterdam en Haven Amsterdam hebben recentelijk een Letter of Intent opgesteld, waarin uitgesproken wordt om meer samen te werken.
De Amsterdamse haven zal gesprekken met andere zeehavens in NoordwestEuropa aan moeten gaan om samenwerking te versterken Gezien de sterke dynamiek die er momenteel plaats vindt binnen zeehavens is het ook voor de Amsterdamse havens van belang om de Europese positie binnen de Hamburg-Le Havre range te versterken. Hiertoe zal nadrukkelijk toenadering gezocht moeten worden met andere zeehavens binnen Europa (bijv. Havenbedrijf Rotterdam) en het Rijk en contacten worden geïntensiveerd met private partijen in de regio: Tata en Zeehaven IJmuiden. Commerciële concurrentie tussen havens staat samenwerking op velerlei terrein niet in de weg. Er zijn veel voordelen in samenwerking in termen van kennisdelen, efficiency, optimalisatie in aanwending van resources en optimalisatie van wederzijdse infrastructuur. Daarnaast biedt samenwerking de mogelijkheid om internationale promotie en profilering van de Nederlandse zeehavens vorm te geven en gezamenlijk in Europa de belangen te behartigen. Ten slotte zullen ook met de andere Amsterdamse mainport Schiphol samenwerkingsmogelijkheden worden onderzocht op het gebied van AirportSeaport logistiek.
3.3
Regionalisering in het Noordzeekanaalgebied: één kanaal, één visie.
Het Noordzeekanaal: een economische factor in de regio Het Noordzeekanaal is dé verbinding vanuit zee tussen de aan het water liggende gemeentes. Het biedt de kans op vervoer over water van goederen en passagiers, en van de daarmee samenhangende activiteiten. Het water vormt – via de Oranjesluizen en het Amsterdam Rijnkanaal – de mogelijkheid voor vervoer over water naar bijv. Almere en Lelystad en naar het Europese achterland. De met het diepzee water verbonden gemeentes hebben alle een eigen karakter, eigen economische en ruimtelijke problematiek en een eigen visie op de ontwikkeling van de gemeente zelf en van het omliggende gebied. Vanuit het perspectief van internationaal opererende concerns is het Noordzeekanaalgebied feitelijk één havenregio. Ondernemers zien het Noordzeekanaalgebied al als één economische zone, die in de praktijk nog gekenmerkt wordt door verschillende bestuurlijke loketten. Regionale samenwerking op meer niveaus In de regionale en landelijke ontwikkelingsdiscussies en –visies, wordt consequent gewezen op het belang van samenwerking binnen de regio om de kracht van de regio als een economisch-ruimtelijke zone te benutten en optimaal rendement uit overheidsinvesteringen te halen. Daarin spelen de havens van Velsen/IJmuiden, Beverwijk, Zaanstad en Amsterdam logischerwijs een grote rol, want zij vormen een belangrijke economische pijler binnen het gebied. Momenteel wordt op regionaal niveau al op verschillende manieren samengewerkt. Op bestuurlijk niveau vindt overleg plaats over ruimtelijke en economische vraagstukken in het Bestuursplatform op basis van het Masterplan NZKG. De nautische taken zijn door middel van een gemeenschappelijke regeling ondergebracht bij het Centraal Nautisch Beheer NZKG (CNB). De totstandkoming van een regionale havenverordening is een voorbeeld van verdergaande regionale samenwerking met als doel de regeldruk voor klanten te verminderen en een eenduidige sturing op toezicht- en handhavingstaken mogelijk te maken.
32
Het Centraal Nautisch Beheer (CNB) is een succesvol voorbeeld van een nautische samenwerking in de regio30 Op een aantal thema‟s vindt samenwerking plaats tussen Haven Amsterdam en andere regionale partijen. Een succesvol voorbeeld hiervan is het Centraal Nautisch Beheer. Het CNB is een samenwerking tussen de gemeenten Velsen, Beverwijk, Zaanstad en Amsterdam. In opdracht van het CNB voert Haven Amsterdam de nautische taken zoals de verkeersleiding en milieu- en veiligheidsinspecties uit in het hele Noordzeekanaal, van 12 mijl buitengaats tot de Oranjesluizen. Een ander succesvol voorbeeld op nautisch gebied is de regionale havenverordening. Dat betekent dat er nu in alle havens aan het Noordzeekanaal dezelfde regels gelden voor de zee- en beroepsvaart. Hiervoor hadden afgemeerde schepen in iedere havengemeente te maken met andere kaders en regels op het gebied van milieu, orde en veiligheid.
Ook voor de overheden kan één loket voordelen bieden op het gebied van inzet van mensen en middelen, bundelen van kennis, een aanspreekpunt voor de havenontwikkelingen in de regio. Er is dus sprake van veel samenwerking in de regio en van een gemeenschappelijke onderkenning van het belang daarvan. Er is echter nog geen sprake van een optimaal gebruik van eenheid die de regio op havengebied kan zijn. Met name op het gebied van gezamenlijke internationale marketing, acquisitie en exploitatie van diepzee haventerreinen in de regio valt nog het nodige aan efficiency te winnen. Noordzeekanaalgebied voor klanten één economische zone Om je als havengebied positief te onderscheiden, is een excellent vestigingsklimaat onontbeerlijk. De bereikbaarheid (voor personen en goederen), de ICT-infrastructuur, de scholings- en arbeidsmarkt, de milieuruimte en het economische netwerk zijn allen van belang. Havenregio‟s en havenbedrijven onderscheiden zich als faciliterende logistieke schakels op kwaliteit, voorzieningen en dienstverlening. In de optiek van het bedrijfsleven bestaat het Noordzeekanaalgebied nu te veel uit verschillende organisaties en regelingen over havenontwikkeling (tarieven, vormen van uitgifte van grond). Een organisatie die is ingericht om havenontwikkeling in al zijn facetten te faciliteren, bevordert het gewenste excellente vestigingsklimaat om nieuwe bedrijven aan te trekken en bestaande te behouden. Figuur 12. Regio Noordzeekanaal met de voornaamste Haventerreinen (incl. studielocaties)
30
Twynstra Gudde 2006, “Eindrapport evaluatie CNB.”
33
Regionalisering: op naar bundeling van krachten Als de regio één economische havenzone is, en als de bestuurlijke belangen bijeengebracht kunnen worden, is de volgende vraag: op welke manier kan dit het beste gebeuren? Op dit moment zijn er binnen elk van de gemeente medewerkers verbonden aan de havenexploitatie, het centraal nautisch beheer (een gemeenschappelijke regeling) en organisaties die de grondaankoop, de grondontwikkeling en de grondexploitatie voor hun rekening nemen. Naast de twee particuliere havens in IJmuiden: die van Tata (voorheen Corus) en Zeehaven IJmuiden, heeft van alle gemeenten in de regio enkel de gemeente Amsterdam een afzonderlijk havenbedrijf: Haven Amsterdam. Voor de gemeentebesturen van alle gemeenten binnen het NZKG is het interessant om samen met de andere gemeenten, de provincie, het rijk en de particuliere havens te onderzoeken, hoe de beschikbare kennis en kunde binnen op regionaal niveau kunnen worden gebundeld. Een mogelijkheid daarbij is dat publieke partijen kunnen toetreden, of anderszins betrokken te zijn bij de NV Haven Amsterdam. Uitgaande van een gezamenlijke regionale Havenvisie, gaat het om de volgende taken: Commerciële activiteiten gericht op het verwerven van lading (w.o. het selectiviteitsbeleid) Commerciële activiteiten gericht op de ontwikkeling en exploitatie van havengerelateerde terreinen en van de havenbekkens in de regio (binnen de bestuurlijke kaders) Nautische afhandeling en handhaving (“veilig, vlot en milieuverantwoord”) Marketing van de havenregio (“Zeehavens Amsterdam”) Baten hoger en lasten lager Zo‟n regionaal opererend bedrijf brengt nadelen en voordelen met zich mee. De uitdaging is te zoeken naar een manier om die voor de verschillende besturen goed in kaart te brengen en vast te stellen of door bundeling voor ieder afzonderlijk de baten (zowel financieel als ook maatschappelijk) hoger en de lasten lager worden ten opzichte van de huidige situatie. Indien dat het geval is, is de vorming van een regionaal werkend havenbedrijf niet alleen een gewenste, maar ook een haalbare optie. Andere overheden (o.a. regio gemeenten, provincie, rijk) kunnen vervolgens participeren in zo‟n regionaal opererend bedrijf. Via participatie kan verdere invloed op beleid worden uitgeoefend. Tevens kan dit regionaal functionerend bedrijf de samenwerking aangaan met andere bedrijven in de regio (zoals Tata en Zeehavens IJmuiden). Voor Amsterdam liggen de voordelen op het vlak van efficiëntere ruimtegebruik en gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Voor de andere gemeenten is het beeld meer diffuus. In de ene gemeente spelen beperkte milieuruimte en bereikbaarheid een grote rol, een andere heeft onvoldoende expertise in het rendabel exploiteren van de haven en een derde zoekt naar mogelijkheden om niet alleen haventerreinen maar alle bedrijfsterreinen zodanig te ontwikkelen dat er meer balans komt in de sociale structuur van de gemeente. Daarnaast kunnen alle gemeenten in financiële en maatschappelijke/economische zin profiteren van een hoger rendement dat het gevolg is van een betere exploitatie en gemeenschappelijke acquisitie. Een deel van dat rendement kan geïnvesteerd worden in gezamenlijk belangrijk gevonden maatschappelijk-economische issues zoals herstructurering. Kennis ten aanzien van de promotie, acquisitie, exploitatie kan worden gedeeld; voor kostbare investeringen zoals herstructurering van haven- en industrieterreinen ontstaat een breder draagvlak waarmee het ook voor andere financiers (Rijksoverheid, EU) aantrekkelijker wordt om mee te doen. Maar nadelen zijn er ook. Voor alle gemeenten betekent het overdragen van taken een andere politieke controle op de bedrijfsvoering. De schaalvergroting in bedrijfsmatige zin en de daarbij behorende regionale versterking in bestuurlijke zin, leidt ook tot meer impact op vraagstukken die niet tot de strikte havenontwikkeling horen, maar daarmee wel samenhangen. Voorbeelden zijn: een betere west-oostverbinding, ontwikkeling terreinen buiten woonwijken voor zware industrie en beperking milieuhinder. Doordat de overheden langs het Noordzeekanaal de handen ineenslaan, boeken zij sneller resultaat als er steun van de rijksoverheid of vanuit Europa nodig is.
34
Integrale gebiedsontwikkeling: het juiste bedrijf op de juiste plek Regionalisering biedt kansen voor economische structuurversterking in het algemeen en havenontwikkeling in het bijzonder. Door de schaalgrootte kunnen deze vraagstukken op regionaal niveau worden behandeld. Het gaat dan over locaties van bedrijfsactiviteiten (het juiste bedrijf op de juiste plek), de mogelijkheden voor een efficiënte inrichting van terreinen (nieuw en bestaand) en over een afwegingskader voor de besluitvorming over nieuw terrein. Het effect is dat (bestaande) terreinen efficiënter worden ontwikkeld. Open voor participatie door andere overheden Invloed en participatie van overheden (lokaal, regionaal en nationaal) kan op verschillende manieren worden geregeld. Als er voldoende draagvlak is voor regionalisering zullen de overheden hierover gezamenlijk afspraken maken. Te denken valt aan het opstellen van een regionale visie, het gezamenlijk maken van afspraken over de ontwikkeling en transformatie van haventerreinen, gemeenschappelijke exploitatie, medezeggenschap over het regionaal havenbedrijf via aandeelhouderschap of commissariaat. Verzelfstandiging Zeeland Seaports en Groningen Seaports Zeeland Seaports is tien jaar geleden gevormd uit een fusie van de havenschappen van Vlissingen en Terneuzen. Het Rijk, tot op dat moment deelnemer in beide havenschappen, trok zich gelijktijdig terug. Het Algemeen en Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports wordt gevormd door gedeputeerden en wethouders van de betrokken overheden. Voor Zeeland Seaports zijn de voornaamste drijfveren voor verzelfstandiging tot overheids-NV: De omgeving van Zeeland Seaports verandert snel en ingrijpend. De ontwikkelingen in de mondiale logistieke havenwereld zijn die van consolidatie en schaalvergroting waarbij steeds minder partijen het landschap van de logistieke zeeoverslag beheersen. Havenbeheerders over de wereld reageren hierop door te zoeken naar meer samenwerking en afstemming tussen havens. Nadere scheiding van verantwoordelijkheden gewenst Financiële risico‟s groeien. Het aansturen van een haven wordt complexer en vereist een steeds professioneler toezicht. Groei van de haven impliceert steeds grotere investeringen en dus grotere financiële risico‟s. 31 De aansturing van Zeeland Seaports moet worden geprofessionaliseerd. Bij Groningen Seaports speelde zich een vergelijkbare ontwikkeling af. Om regionale samenwerking te bevorderen werden de lokale havens ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. In Groningen is men van mening dat een NV beter in staat is de (financiële) risico‟s van een dergelijke investering te managen dan via de oude gemeenschappelijk regeling. Groningen Seaports wordt nu ook omgevormd naar een overheids-NV. De provincie en de gemeenten Delfzijl en Eemsmond hebben daartoe besloten om de financiële risico's voor de nu nog betrokken overheden beter af te schermen en de mogelijkheden te vergroten om investeringskapitaal aan te trekken. De bestuurlijke reorganisatie, waar al jaren over werd gesproken, betekent niet dat sprake is van privatisering. De regionale betrokkenheid van de provinciale en gemeentelijke overheden wordt gewaarborgd in de algemene vergadering van aandeelhouders en in de raad van commissarissen. In 2011, worden Zeeland Seaports en Groningen Seaports verzelfstandigd tot overheids-NV.
3.4
Conclusies De aanhoudende groei van het internationale goederenvervoer maakt samenwerking tussen havens op nationaal en internationaal niveau noodzakelijk. De Amsterdamse haven kan zich, of het nu wil of niet, zich hieraan niet onttrekken. Vanuit het perspectief van het rijk, is verdere samenwerking tussen de Nederlandse havens eveneens gewenst om de positie van Nederland als Gateway to Europe te versterken. Het verschuiven van op- en overslagpatronen is complex en vergt tijd. Het vereist de medewerking van de gehele keten en vereist alternatieve locaties in het achterland. Door een actieve rol te spelen in de ontwikkeling en exploitatie van bestaande en nieuwe binnenhavens is een betere allocatie van goederen mogelijk. De lading kan beter worden bediend in de gehele keten in het achterland en daarmee beter worden verankerd voor Zeehavens Amsterdam. Hiermee wordt de verdiencapaciteit van de
31
http://www.zeeland-seaports.com/cms/publish/content/downloaddocument.asp?document_id=707
35
regio en de gehele logistieke keten verbeterd, doordat diepzeekades potentieel beter benut worden en op termijn meer zeehavengeld kunnen genereren. Regionalisering in het NZKG is dus het verbreden van de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor regionale havenzaken en het bundelen van kennis en kunde. Dit kan worden bereikt door Haven Amsterdam zodanig organisatorisch in te richten en open te stellen voor andere overheden. De schaalvergroting in bedrijfsmatige zin en de daarbij behorende regionale versterking in bestuurlijke zin, leidt ook tot meer impact op vraagstukken die niet tot de strikte havenontwikkeling horen, maar daarmee wel samenhangen. Doordat de overheden langs het Noordzeekanaal de handen ineenslaan, boeken zij sneller resultaat als er steun van de rijksoverheid of vanuit Europa nodig is.
36
4 Verzelfstandiging? 4.1
Inleiding
Havenbedrijven hebben te maken met toenemende commerciële eisen uit de logistieke omgevingen, schaarse ruimte, en hoge prestatie verwachtingen ten aanzien van de eigen organisatie. Het krachtenveld is wezenlijk veranderd. De internationale concurrentie in zeehavens neemt toe, logistieke patronen zijn complex en de beschikbare ruimte neemt af. Om ook voor de toekomst de marktpositie, toegevoegde waarde en werkgelegenheid veilig te stellen en te doen groeien kijken havenbedrijven buiten hun traditionele grenzen. Door actief te zijn in de regio en logistieke verbreden havenbedrijven de bestuurlijke betrokkenheid en verankeren ze lading voor de eigen havenregio. Diverse havenbeheerders in Europa zijn als gevolg hiervan verzelfstandigd. Uit de voorgaande twee hoofdstukken blijkt dat een intensievere formele samenwerking in de (inter)nationale logistieke keten enerzijds en sterkere regionale samenwerking en betrokkenheid anderzijds wenselijk is. Haven Amsterdam heeft, of ze dat nu wel of niet wil, met deze ontwikkelingen te maken. Belangrijkste vraag is daarom welke positionering het beste past bij Haven Amsterdam om deze nieuwe ontwikkelingen in de logistieke wereld aan te kunnen: de huidige positionering als gemeentelijke dienst of een verzelfstandigde positie als NV. Het antwoord op de vraag of Haven Amsterdam moet verzelfstandigen, is geen exacte wetenschap. Wel is er sprake van een aantal concrete redenen en een actueel momentum.
4.2
Waarom verzelfstandigen?
Het toekomstbestendig positioneren van de Amsterdamse haven vereist vergaande samenwerking op internationaal, nationaal en regionaal niveau. De ontwikkelingen en groeiverwachtingen in het internationale goederenvervoer zijn dusdanig dat de Europese havens deze niet afzonderlijk kunnen verwerken: havens hebben elkaar nodig. Ook de Amsterdamse haven zal met andere havens en partijen in de logistieke keten moeten samenwerking om de bevoorrading van Nederland en het Europese achterland mogelijk te maken. Alleen dan kan bewerkstelligd worden dat goederen in Amsterdam intermodaal (dus naast de weg, met name via binnenwater en rail) worden verwerkt. Door het aangaan van joint ventures, strategische allianties, financiële verbintenissen, gezamenlijke aangifte systemen, etc. worden de randvoorwaarden voor een excellent vestigingsklimaat en een betere marktpositie gecreëerd. Alleen met een excellent vestigingsklimaat en de juiste intermodale bereikbaarheid kan de Amsterdamse haven ook in de toekomst lading veiligstellen. Hiermee worden inkomsten, economisch en maatschappelijk profijt gegarandeerd. Dergelijke noodzakelijke joint ventures en allianties kunnen veel sneller en eenvoudiger worden aangegaan door een verzelfstandigd havenbedrijf, omdat de zeggenschapsstructuur beter past bij die van de samenwerkingspartijen. Daarnaast maken ontwikkelingen ten aanzien van schaarste van (milieu)ruimte verdere samenwerking in de regio wenselijk. Door regionale samenwerking kunnen de schaarse haventerreinen beter geprofileerd, ontwikkeld en geëxploiteerd worden en kunnen lusten en lasten van de haveneconomie worden gedeeld. Tevens kan de bestuurlijke betrokkenheid voor de havens in de regio worden verbreed (bijv. regionale havenvisie voor de NV Haven Amsterdam). Hoewel Haven Amsterdam reeds langer samenwerkt met andere partijen is het onvermijdelijk dat de aard van de samenwerking intensiever en formeler zal worden Er is al langere tijd sprake van samenwerking tussen havens, maar deze had tot voor kort een meer informeel karakter. De informele samenwerking tussen havens is veelal gericht op gezamenlijke belangenbehartiging en informatie-uitwisseling (bijv. Havenalliantie, 37
Nationale Havenraad, ESPO). In de laatste jaren is tegen de achtergrond van de veranderende marktomstandigheden de focus meer komen te liggen op formele samenwerkingsvormen tussen havenbedrijven. De vrijblijvendheid van de samenwerking wordt vervangen door meer betrokken en bindende samenwerking (bijv. joint ventures tussen havens, participatie in gezamenlijke havenontwikkeling en gezamenlijke productontwikkeling). De consequentie van deze verschuiving naar meer formele samenwerkingsvormen is dat havenbedrijven ook een grotere financiële en operationele betrokkenheid met elkaar krijgen. Figuur 13. Samenwerkingsverbanden tussen havens: nieuwe activiteiten in bestaande markten
Succesvolle samenwerking vereist dat Haven Amsterdam ook daadwerkelijk verantwoordelijkheden en belangen kan delen met de gewenste samenwerkingspartners In de afgelopen jaren zijn er diverse samenwerkingsrelaties opgetuigd met partijen op (inter)nationaal en regionaal niveau. Tot op zekere hoogte is dat mogelijk binnen de bestaande gemeentelijke context. Gegeven de aard van de organisatievorm van Haven Amsterdam als gemeentelijke dienst, is het echter niet mogelijk verantwoordelijkheden en belangen te delen. Immers, derden kunnen geen aandelen nemen in de gemeentelijke dienst Haven Amsterdam. Het effect hiervan is dat bijv. binnen de regio Noordzeekanaalgebied, de belangen en verantwoordelijkheden ten aanzien van de gemeenschappelijke marketing, acquisitie en exploitatie van haventerreinen hoogstens parallel lopen, maar nooit optimaal gedeeld kunnen worden. De regio deelt immers beperkt mee in de lusten van de havenfunctie en ondervindt wel de lasten. Verzelfstandiging van Haven Amsterdam tot overheids-NV maakt het delen van belangen en verantwoordelijkheden met (toekomstige) samenwerkingspartners mogelijk: gezamenlijke participaties waarbij verdiensten en risico‟s, lusten en lasten beter worden gedeeld. In tegenstelling tot een gemeentelijke dienst kunnen andere publieke partijen (provincie, regiogemeenten en rijk) - al of niet op termijn - op verschillende manieren directe betrokkenheid hebben in het wel en wee van de overheids-NV. Dit kan tot uiting komen in het regelen van invloed op de regionale havenvisie het (gezamenlijk ) voordragen van een commissaris of het nemen van aandelen. Verzelfstandiging andere Europese havenbedrijven De veranderende dynamiek in de transportwereld leidt tot een herpositionering van havenbedrijven. Om zich aan te passen aan het veranderende speelveld en sneller in te kunnen spelen op plotselinge veranderingen in de markt hebben veel havenbedrijven zich gebogen over hun positionering. Het havenbeheer in de meeste grote West-Europese zeehavens, waaronder Rotterdam, Antwerpen, Hamburg en (binnenkort) Zeeland en 32 Groningen, is verzelfstandigd. In alle gevallen blijven deze verzelfstandigde havens publieke taken uitvoeren zoals nautisch beheer, wegbeheer, beheer & onderhoud en gebiedsontwikkeling.
32
MTBS 2009, “Haven Amsterdam, zelfstandig of niet?” in opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat
38
Verzelfstandiging Havenbedrijf Rotterdam Tot 2002 was het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (GHR) een gemeentelijke tak van dienst. In juni 2001 verscheen de ambtelijke nota “Hebben en Houden”, waarin een aantal verkenningen met betrekking tot de toekomstige positionering van het GHR werd weergegeven. In dat kader werden een drietal dominante ontwikkelingen geschetst, die aanleiding waren om de positionering te heroverwegen: 1. De gewijzigde concurrentieverhoudingen tussen (mondiale) ondernemingen en tussen havens onderling, die een meer commercieel opereren van het havenbedrijf vereisen; 2. De steeds grotere rol van bovenlokale overheden en m.n. het rijk (regelgeving, infrastructuur); 3. Het zowel fysiek als economisch (partieel) uit elkaar groeien van stad en haven. Mede als gevolg van de geschetste ontwikkelingen was ook de rol van het havenbedrijf veranderd van een relatief passieve landlord tot een pro-actieve mainportmanager. Deze rol verhield zich niet meer tot de huidige positionering, zeker wanneer de geschetste ontwikkelingen werden doorgetrokken. Wijziging van positionering werd meer ingegeven door de noodzaak op de toekomst in te spelen dan door “falen” in heden en verleden en de wijze waarop het GHR tot dan toe bestuurd werd. In het rapport “Ondernemende overheid of overheidsonderneming?”, opgesteld door een ambtelijke werkgroep van de gemeente Rotterdam, werd in 2002 aangesloten bij deze argumentatie, waarbij werd aangegeven dat de werkgroep niet in staat was een waterdichte bewijsvoering voor welk organisatiemodel dan ook te leveren. Voor het GHR betekende een verandering in de positionering ook, dat het bedrijf een nog meer ondernemend karakter moest krijgen met meer ruimte voor (financiering van) toekomstige ontwikkelingen en mede in termen als solvabiliteit en rentabiliteit gestuurd en beoordeeld moet worden. Kostenbeheersing en opbrengstoptimalisatie (mede in het licht van de publieke doelstelling is dat niet hetzelfde als winstmaximalisatie) dienden zowel in het belang van de klanten van het havenbedrijf als in het belang van de stad meer centraal te staan. Het minder ambtelijk en meer zakelijk als onderneming functioneren was dan ook een belangrijk element bij de afwegingen om tot wijziging van de positionering te komen. In de evaluatie werd geconcludeerd dat al vrij snel na de verzelfstandiging de organisatie inderdaad veranderde. Er was sprake van verzakelijking en meer marktgericht werken. Daarnaast nam de transparantie van de taakverdeling tussen gemeente en havenbedrijf toe. Uit gesprekken die in het kader van de Onderzoeksfase gevoerd werden met HbR en verschillende diensten van de gemeente Rotterdam kwam eveneens naar voren dat sprake is van een transparante relatie waarin HbR op een zakelijke wijze opereert binnen de publieke kaders en waarin zowel gemeente als havenbedrijf het belang van samenwerking erkennen.
4.3 4.3.1
Wat levert verzelfstandigen op? Verzelfstandiging schept de juiste condities voor samenwerking op internationaal, nationaal en regionaal niveau
Verzelfstandiging tot overheids-NV biedt de beste condities voor Haven Amsterdam om een meer ondernemende rol te gaan vervullen en daarbij internationaal, nationaal en regionaal niveau samenwerking aan te gaan met strategische partners. Verzelfstandiging van Haven Amsterdam tot een overheids-NV biedt kansen voor verdergaande samenwerking op regionaal en (inter)nationaal niveau. Bestuurlijke verantwoordelijkheid kan worden verbreed door regiogemeenten, provincie, het Rijk en andere publieke havenbedrijven de mogelijkheid te geven te participeren in een verzelfstandigd Haven Amsterdam. De keuze voor een overheids-NV als besturingsmodel past bij het behartigen van de publieke belangen bij havenontwikkeling en voorziet tevens in een bedrijfsmatige, ondernemingsgerichte aanpak. Verantwoordelijkheden en belangen, lusten en lasten kunnen worden gedeeld. Vraagstukken met een nadrukkelijk bovenlokaal karakter (bijv. intensief ruimte gebruik, herstructureringen en ontwikkeling van intermodaal vervoer) kunnen zo beter worden vormgegeven. Alleen als overheids-NV is het mogelijk om de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor Haven Amsterdam regionaal, nationaal en internationaal te verbreden met strategische partners In de Denkfase zijn meerdere organisatievormen beoordeeld, waaronder naast de NV ook de Gemeenschappelijke Regeling (GR). In de Denkfase is geconstateerd dat een GR geen meerwaarde biedt ten opzichte van de huidige situatie en in andere Nederlandse havens blijkt de GR in toenemende mate als knellend te worden ervaren in de mondiale concurrentiestrijd tussen havenregio‟s. Dit was één van de redenen voor Zeeland Seaports om te verzelfstandigen tot overheids-NV (voorheen GR). In de onderzoeksfase is aanvullend gebleken dat hoewel een Gemeenschappelijke Regeling voor wat betreft de regionale samenwerking theoretisch gezien een optie zou kunnen zijn, deze organisatievorm niet op draagvlak kan rekenen. Daarnaast is een gemeenschappelijke Regeling niet geschikt om ook met andere havenbedrijven, en/of internationaal 39
samenwerkingen aan te gaan. Een Gemeenschappelijke Regeling limiteert derhalve de scope van de toekomstige samenwerkingsmogelijkheden. Ook als gemeentelijke dienst 33 zijn de beoogde samenwerkingsverbanden niet mogelijk. Een overheids-NV vorm kent deze beperkingen niet. Verzelfstandiging maakt vergaande en gelijkwaardige samenwerking in de logistieke keten mogelijk en draagt bij aan de ontwikkeling van intermodaal vervoer Zoals eerder aangegeven is samenwerking in de logistieke keten noodzakelijk om de positie in achterland verder te versterken. Tevens maakt het, het mogelijk om posities in het achterland in te nemen en derhalve opslag van goederen te verplaatsen naar locaties dichter bij afzetmarkten (bijv. Duitsland). Hiermee zal op den duur een verschuiving plaatsvinden van de opslag van goederen naar meer overslag in de Amsterdamse haven (i.c. efficiënt ruimtegebruik). Het aangaan van samenwerkingsverbanden in de logistieke keten en het innemen van strategische posities in het achterland kan in het geval van een verzelfstandigde overheids-NV op basis van gelijkwaardigheid met de andere verzelfstandigde havenbedrijven (ook overheids-NV‟s) plaats vinden. 4.3.2
Verzelfstandiging versterkt het ondernemerschap bij Haven Amsterdam
Amsterdamse bedrijfsleven wil een meer ondernemende haven Het bedrijfsleven in de Zeehavens Amsterdam heeft bij monde van ORAM, VNO-NCW en KvK aangegeven dat men graag zou zien dat Haven Amsterdam meer prikkels krijgt om nog ondernemender en marktgericht te opereren. Hiermee worden de condities geschapen om het vestigings- en ondernemersklimaat in de havenregio te versterken. Haven Amsterdam kan dan ook meer als oplossingsgerichte partner in de logistieke keten optreden. Verzelfstandiging past bij deze wens. Verzakelijking leidt tot heldere scheiding van rollen, verantwoordelijkheden en risico´s De positie van Haven Amsterdam naar haar stakeholders verbetert indien de Haven zich duidelijker zou kunnen profileren als een bedrijfsmatige organisatie. Tegelijkertijd behoudt Haven Amsterdam een onmiskenbare verantwoordelijkheid („accountability‟) richting de overheid en aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Daarbinnen kan NV Haven Amsterdam vervolgens een duidelijke focus op de klant en markt enerzijds, een duidelijk en aantrekkelijk profiel richting de arbeidsmarkt anderzijds organiseren. Haven Amsterdam zal op basis van business cases beoordelen in hoeverre investeringen rendabel zijn en hier zelfstandig moeten beslissen. De tucht van de markt tot een onderbouwing van investeringsbeslissingen disciplineert de organisatie. Zowel risico (verliezen) als rendement (winsten) van het ondernemen zijn dan voor Haven Amsterdam, wat onverlet laat dat de gemeente een rendementseis blijft stellen. Ook rust bij onbehoorlijk bestuur de aansprakelijkheid bij de directie. Het gemeentebestuur blijft uiteraard bestuurlijke verantwoording houden, maar heeft niet langer de directe verantwoordelijkheid over de bedrijfsvoering. Bedrijfsmatige aansturing vanuit zakelijke expertise Een belangrijk verschil tussen een gemeentelijke dienst en een overheids-NV is de aanwezigheid van een Raad van Commissarissen (RvC) naast de directie. De directie van de NV Haven Amsterdam is verantwoordelijk voor de dagelijkse bedrijfsvoering. De RvC houdt vanuit zakelijke en marktexpertise op vakkundige toezicht op de organisatie en adviseert de directie. Uit de gehouden interviews met (verzelfstandigde) bedrijven komt naar voren dat, indien commissarissen met kennis van zaken en ervaring worden 33
Gemeente Amsterdam, „Doelgericht op Afstand‟, 2008. Het publieke belang staat centraal in de afweging of de gemeente kiest voor het oprichten van een deelneming. Hierbij wordt het uitgangspunt „nee, tenzij….‟ gehanteerd. Dit betekent dat de gemeente pas een deelneming aangaat wanneer de behartiging van het publiek belang niet door de markt wordt uitgevoerd of wanneer het publieke belang niet door het geven van een opdracht, subsidie of het stellen van regels door de markt kan worden behartigd. Het aangaan van een deelneming (via het privaatrecht) is dus wel een mogelijkheid om een publiek belang te behartigen, maar heeft niet de voorkeur. Of iets een publiek belang is, is een politieke afweging. Het gaat dus om belangen die het gemeentebestuur wil behartigen, met de gemeentelijke bevoegdheden kan behartigen en waarvoor vervolgens beleid en activiteiten worden ontwikkeld. Dit beleid staat op gespannen voet met de samenwerkingsverbanden die noodzakelijk zijn voor de toekomst van Zeehavens Amsterdam.
40
aangesteld, deze RvC van grote toegevoegde waarde kan zijn bij het versterken van een efficiënte bedrijfsvoering van het bedrijf. Verzelfstandiging draagt derhalve bij aan een meer slagvaardige organisatie. Naast commercieel-zakelijk talent horen ervaring met en betrokkenheid bij de publieke zaak een onderdeel te zijn van de profielschets van commissarissen. Transparantie in de uitvoering tussen gemeentelijke diensten en Haven Amsterdam De wijze van besturen door de gemeente Amsterdam wordt na verzelfstandiging anders. De gemeente is primair verantwoordelijk voor het vaststellen van de kaders, waarbinnen Haven Amsterdam haar bedrijfsvoering organiseert. De gemeente is daarmee kaderstellend en Haven Amsterdam uitvoerend en kan zich richten op het optimaliseren van haar havenprocessen en de daarbij behorende bedrijfsvoering. N.B. De beleidsvorming door de gemeente ten aanzien van de havenfunctie wordt dus nadrukkelijk niet verzelfstandigd. De gemeente blijft eindverantwoordelijk voor het maken en het vaststellen van de beleidskaders (bijv. het vaststellen van bestemmingsplannen), waarbinnen de verzelfstandigde haven haar taken uitvoert. Dit betekent dat de gemeente zich richt op het publieke belang en niet op de dagelijks bedrijfsvoering van de haven. Dit vereist een andere wijze van aansturing vanuit de gemeente richting Haven Amsterdam. Een NV voldoet aan deze wens. Tegelijkertijd is een blijvend punt van aandacht dat haven en stad intensief met elkaar blijven samenwerken (zie ook bijlage 1 in het rapport) bij de belangrijke gezamenlijke thema‟s op het gebied van: Ruimtelijke ontwikkeling; Werkgelegenheid; Economisch ontwikkeling; Veiligheid; Milieu en Duurzaamheid; Leefbaarheid; Bereikbaarheid.
4.4
Conclusies Verzelfstandiging is wenselijk voor het toekomstbestendig positioneren van de Amsterdamse haven. Om de Amsterdamse haven goed toekomstbestendig te positioneren, is het onvermijdelijk dat de aard van de samenwerking van Haven Amsterdam met andere partijen intensiever en formeler zal worden. Hierbij geldt dat succesvolle samenwerking vereist dat Haven Amsterdam ook daadwerkelijk verantwoordelijkheden en belangen kan delen met de gewenste samenwerkingspartners Verzelfstandiging tot overheids-NV biedt de beste condities voor Haven Amsterdam om een meer ondernemende rol te gaan vervullen en daarbij internationaal, nationaal en regionaal niveau samenwerking aan te gaan met strategische partners. Alleen als overheids-NV is het mogelijk om de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor Haven Amsterdam regionaal, nationaal en internationaal te verbreden met strategische partners. Verzelfstandiging geeft Haven Amsterdam meer mogelijkheid om de meer ondernemende rol van proactieve ketenregisseur en havenontwikkelaar te vervullen via een zakelijke invulling van de organisatie. Hoewel een Gemeenschappelijke Regeling daarbij theoretisch gezien een optie zou kunnen zijn, limiteert deze de scope van de toekomstige (inter)nationale samenwerkingsmogelijkheden. Verzelfstandiging tot overheids-NV maakt daadwerkelijk delen van verantwoordelijkheid mogelijk Verzelfstandiging versterkt het ondernemerschap bij Haven Amsterdam en sluit aan bij de wens van het bedrijfsleven voor een meer ondernemende haven. Verzelfstandiging van Haven Amsterdam leidt daarbij tot verzakelijking, een heldere scheiding van rollen, verantwoordelijkheden en risico´s; Bedrijfsmatige aansturing vanuit zakelijke expertise en meer transparantie in de uitvoering tussen gemeentelijke diensten en NV Haven Amsterdam. 41
Deel B: Haalbaarheidsanalyse
Foto: Maurits Daub, Winnaar Telegraaf Havenfotowedstrijd 2010
42
5 Publieke taken en bevoegdheden 5.1
Inleiding
Haven Amsterdam is als onderdeel van de gemeentelijke organisatie belast met de uitvoering van diverse overheidstaken. Ook na verzelfstandiging blijft Haven Amsterdam een organisatie met een belangrijke publieke verantwoordelijkheid ten aanzien van het veilig en efficiënt afwikkelen van het scheepvaartverkeer, het realiseren van economische ontwikkeling en werkgelegenheid. Publieke bevoegdheden zijn per definitie het primaat van de overheid. In aanmerking nemend dat Haven Amsterdam na verzelfstandiging een overheids-NV zal zijn, dient te worden bepaald waar de bevoegdheden het beste belegd kunnen worden en onder welke condities dat kan. Het Plan van Aanpak herpositionering Haven Amsterdam zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld d.d. 18 februari 2010 geeft de volgende richtlijnen: alle activiteiten van Haven Amsterdam gaan over naar de vennootschap, tenzij de gemeente aangeeft dat dit voor specifieke taken niet wenselijk en noodzakelijk is (“alles gaat over, tenzij”); de gemeente draagt zorg voor de benodigde mandaten om publiekrechtelijke taken uit te laten voeren door de vennootschap. Uitgangspunt is een functionele sterke haven en een dynamische stad. De verdeling van taken en bevoegdheden bij verzelfstandiging van Haven dient dit mogelijk te maken. Binnen de gemeente Amsterdam zijn processen gaande die van invloed kunnen zijn op de wijze waarop de relatie tussen gemeente en een verzelfstandigde Haven vorm krijgen. Denk aan de Organisatie Bestuurlijk Toezicht, verzelfstandiging Cition B.V., Structuurvisie, e Regionale Uitvoeringsdienst als opvolger van DMB, de Regionale Havenverordening 2 fase. Wanneer deze processen inhoudelijk van invloed zijn op de onderzoeksfase worden deze benoemd en onderkend. Nadere uitwerking kan volgen in de Uitvoeringsfase van dit onderzoek. Dit hoofdstuk beschrijft de huidige situatie, het afwegingskader, en stelt een verdeling van taken en bevoegdheden van de volgende werkvelden voor: Nautische Taken en Bevoegdheden (o.a. havenmeesterstaken) Openbare Ruimte (o.a. de burgemeestersbevoegdheden, „kleine‟ bevoegdheden m.b.t. de openbare ruimte, beheer & onderhoud, wegbeheer). Juridisch Planologisch (o.a. juridisch planologische bevoegdheden en omgevingsvergunning) Ook het verlenen van alleenrecht en het doorleggen van de aansprakelijkheid naar NV Haven Amsterdam, worden behandeld. Tot slot volgen de beslispunten ten aanzien van taken en bevoegdheden. Een nadere onderbouwing geven de deelnotities Nautische Taken en Bevoegdheden, 34 Openbare Ruimte en Juridisch planologisch kader (zie bijlagen 3, 4, en 5). De bijlage Afwegingskader (bijlage 2) motiveert waarom tot de voorgestelde verdeling van taken en bevoegdheden is gekomen. In het Ontvlechtingsdocument (zie bijlage 6) zijn de acties opgenomen die in de Uitvoeringsfase uitgewerkt worden om de licence to operate vorm te geven.
34
Nota Ruimtelijke ontwikkeling opgesteld i.o.m. DRO, DMB, OGA en Bestuursdienst. Nautische taken met Bestuursdienst, CNB en ministerie van I &M. Openbare ruimte met IVV, OGA, DMB, DST, Bestuursdienst en politie.
43
Afwegingskader Bij de beoordeling of bevoegdheden en taken al dan niet kunnen worden opgedragen aan 35 NV Haven Amsterdam worden de volgende aspecten gewogen : juridisch mogelijk beleidsmatig wenselijk praktisch uitvoerbaar kostenefficiënt Juridisch mogelijk Mandatering van publiekrechtelijke bevoegdheden aan een niet-ondergeschikte is mogelijk tenzij de aard van de bevoegdheid zich verzet. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een bestuursorgaan terughoudend moet omgaan met mandaatverlening aan een niet onder de verantwoordelijkheid van de mandaatgever werkzame persoon in casu de directeur NV Haven Amsterdam (een niet-ondergeschikte). Dit omdat het bestuursorgaan, indien in strijd met het mandaat wordt gehandeld, de uit het hiërarchisch verband voortvloeiende sancties, ontbeert. NB voor alle bevoegdheden die worden gemandateerd aan NV Haven Amsterdam geldt dat dit binnen de gemeentelijke kaders dient te geschieden en dat nadere afspraken moeten worden gemaakt over het borgen van de eindverantwoordelijkheid van de gemeente, een en ander uit te werken in de Uitvoeringsfase. Beleidsmatig wenselijk Wanneer de publiekrechtelijke bevoegdheden worden gemandateerd aan een privaatrechtelijke onderneming met een commerciële doelstelling bestaat een risico van tegenstrijdigheid tussen de commerciële en publieke belangen. Deze tegenstrijdige belangen kunnen een zorgvuldige toepassing van de gemandateerde bevoegdheid in de weg staan, terwijl deze bevoegdheid namens het college/burgemeester wordt uitgeoefend en het college/burgemeester daarvoor ook verantwoordelijk blijft. Dit geldt met name voor taken en bevoegdheden met een sterk publiek en bestuurlijk profiel (zoals openbare orde en veiligheid, ruimtelijke planvorming/bestemmingsplannen). Haven Amsterdam wil een sterk functionerende haven zijn en benoemt integrale bedrijfsvoering als belangrijke conditie. Integrale bedrijfsvoering betekent dat Haven Amsterdam zoveel mogelijk zelf de kerntaken uitvoert die samenhangen met het ontwikkelen, exploiteren en beheren van het havengebied nat én droog. De integrale bedrijfsvoering omvat in de visie van Haven Amsterdam ook de uitoefening in mandaat van publiekrechtelijke bevoegdheden. Het vestigingsklimaat dat mede de internationale concurrentiepositie van Haven Amsterdam bepaalt, wordt positief beïnvloed door een integraal gebiedsbeheer. Het wordt gevoeld als bedreiging voor een sterk functionerende haven als Haven Amsterdam de huidige taken en bevoegdheden niet kan continueren, wat kan leiden tot kwaliteitsverlies en minder service aan klanten van NV Haven Amsterdam. Praktisch uitvoerbaar Gestreefd dient te worden naar werkbare en transparante organisatievormen met zo min mogelijk hulpconstructies bij de uitvoering van publieke taken. Als Haven Amsterdam een aantal rollen en bevoegdheden na verzelfstandiging niet langer uitvoert, is het niet op voorhand duidelijk op welke plaats binnen de gemeente, deze taken en bevoegdheden kunnen worden belegd. Denk aan de nautische bevoegdheden of de opdrachtgeverrol beheer en onderhoud openbare ruimte Westpoort. Kostenefficiënt Haven Amsterdam is op dit moment het best geëquipeerd voor het integrale gebiedsbeheer van het havengebied; hier zit de expertise en de capaciteit, de bekendheid met de wensen van de klanten, zijn de lijnen kort en kan snel gehandeld worden. Input en outcome zijn dicht bij elkaar georganiseerd. Dat leidt tot een efficiënte bedrijfsvoering en kostenbeheersing. Op trends en nieuwe vragen van de klant kan snel geacteerd worden. 35
Vertrekpunt bij verzelfstandiging van Haven Amsterdam is dat het havengebied openbare ruimte blijft. Bij Havenbedrijf Rotterdam is dat ook het geval. Dit in tegenstelling tot het grondgebied van luchthaven Schiphol dat geen openbare ruimte is.
44
Haven Amsterdam als primair belanghebbende spant zich in om de haven optimaal te exploiteren. Per werkveld is onderzocht hoe de weging is van deze aspecten ten opzichte van de betreffende taken en bevoegdheden. Achtereenvolgens worden besproken: nautische taken en bevoegdheden, openbare ruimte en juridisch planologisch kader.
5.2
Nautische taken en bevoegdheden
Binnen de organisatie van Haven Amsterdam is de Nautische Sector verantwoordelijk voor het uitvoeren van de nautische taken. De belangrijkste doelstelling van de Nautische Sector is een vlotte, veilige en milieuverantwoorde afwikkeling van het scheepvaartverkeer in de haven van Amsterdam en in het Noordzeekanaalgebied. Vanuit de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en de openbare orde op grond van de APV en de havenbeveiligingswet heeft de havenmeester een rechtstreekse lijn naar de burgemeester van Amsterdam. De Nautische Sector verricht naast haar werkzaamheden voor de gemeente Amsterdam ook nautische taken voor het Rijk en voor het nautisch samenwerkingsverband van de gemeenten Amsterdam, Beverwijk Velsen en Zaanstad. Dit samenwerkingsverband is in 1994 opgericht als gemeenschappelijke regeling onder de naam openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, verder CNB. De gemeente Amsterdam, het Rijk en het CNB hebben ter uitoefening van de werkzaamheden publiekrechtelijke bevoegdheden gemandateerd aan de havenmeester van Amsterdam en aan de directeur CNB. Deze functies worden vervuld door dezelfde persoon, die tevens hoofd is van de Nautische sector. Bijgaand schema geeft deze werkrelaties weer. Figuur 14. Nautisch beheer in het Noordzeekanaalgebied
nautisch beheer AmsterdamNoordzeekanaalgebied
Regionale havenverordening Noordzeekanaalgebied 2010)
Gemeente Amsterdam
Gemeente Beverwijk
Gemeente Zaanstad
gemeentelijke nautische beheertaken
Rijk (V&W)
HID RWS NoordHolland
Gemeente Velsen
nautische rijkstaken in het Noordzeekanaalgebied
Centraal Nautisch Beheer (CNB)
uitvoering rijks- en gemeentelijke (CNB) nautische beheertaken en ondersteuning
Haven Amsterdam – Nautische Sector
Directeur CNB voert Rijkshavenmeester taken uit en is tevens Port Security Officer
Functie Directeur CNB wordt vervuld door hoofd Nautische Sector Haven Amsterdam
Het hoofd van de Nautische Sector is tevens havenmeester van Amsterdam
Taken nautische sector De werkzaamheden van de Nautische Sector kunnen worden onderscheiden in primaire operationele processen en ondersteunende processen. De primaire operationele processen betreffen de scheepvaartafhandeling en de daarbij behorende toezicht- en handhavingstaken. De ondersteunende processen betreffen beleidsontwikkeling, vessel
45
traffic management services werken circa 165 mensen.
36
en administratieve ondersteuning. Bij de Nautische Sector
Taken en bevoegdheden die worden uitgevoerd namens de gemeente Amsterdam. Het betreft hier voornamelijk het uitoefenen van bevoegdheden op grond van de gemeentelijke havenverordening. Deze verordening is bekend onder de naam „Regionale havenverordening Noordzeekanaalgebied 2010‟, waarbij het regionale betrekking heeft op het feit dat een inhoudelijk en tekstueel identieke verordening is vastgesteld door de afzonderlijke gemeenteraden van de Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad. De taken en bevoegdheden uit de verordening betreffen het gebruik en beheer van de haven met het oog op het beschermen van de belangen op het gebied van openbare orde, veiligheid en milieu. Hieronder vallen ook enkele taken en bevoegdheden op grond van de verordening op het binnenwater die met name betrekking hebben op het ligplaats nemen door woonboten, bedrijfsvaartuigen en overige objecten. De Amsterdamse bevoegdheden zijn door het College van Amsterdam gemandateerd aan de havenmeester, werkzaam bij Haven Amsterdam. Het vaststellen van de verordening is de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad. De beleidskaders en de kaders waarbinnen Haven Amsterdam uitvoering geeft aan het havenbeheer zijn vastgelegd in het mandaat en in de verordening en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregels. Toezicht- en handhavingstaken worden uitgevoerd door daartoe bevoegde medewerkers. Deze taken zijn functioneel gescheiden van de vergunning- en ontheffingverlening. Taken en bevoegdheden die worden uitgevoerd namens het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied (CNB). Het CNB is een gemeenschappelijke regeling die in 1994 is aangegaan door de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad. De vier gemeenten hebben een deel van hun nautische beheertaken via de gemeenschappelijke regeling overgedragen aan het bestuur van het CNB. Het gaat hierbij om de lokale bevoegdheden op basis van de Scheepvaartverkeerwetgeving. Het Dagelijks Bestuur heeft deze bevoegdheden gemandateerd aan de directeur CNB, die ze op zijn beurt heeft doorgemandateerd aan de havenmeester werkzaam bij Haven Amsterdam. De vier CNB-gemeenten hebben, in het kader van de havenbeveiligingwetgeving, de directeur CNB aangewezen als havenveiligheidsfunctionaris. Een aantal medewerkers van Haven Amsterdam zijn aangewezen als toezichthouders op de naleving van de havenbeveiligingwetgeving in alle vier de havens. Van een overdracht van bevoegdheden aan het bestuur van het CNB, zoals bij de bevoegdheden op.grond van de Scheepvaartverkeerswetgeving, is geen sprake. Dit onderwerp wordt verder behandeld in bijlage 3. Op grond van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de EU richtlijn betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (2000/59/EG) hebben de vier CNB-gemeenten gezamenlijk het Havenafvalstoffenplan 37 Noordzeekanaalgebied opgesteld , waarbij Haven Amsterdam namens de vier havengemeenten uitvoering geeft aan de hieruit voortkomende administratieve en financiële taken. Ook voor dit onderwerp geldt dat geen bevoegdheden zijn overgedragen aan het bestuur van het CNB. Taken en bevoegdheden die worden uitgevoerd namens het Rijk. 38 Het CNB is in 1994 een overeenkomst aangegaan met het Rijk over het uitvoeren van rijkstaken en bevoegdheden op water dat in beheer is van het Rijk en dat binnen het CNB-gebied valt. Naar aanleiding van deze overeenkomst is de directeur CNB 36
De afdeling VTMs “Vessel Traffic Mananagement Services” heeft als opdracht het in stand houden, professionaliseren en innoveren van de systemen (VTS-infrastructuur) die nodig zijn voor de afhandeling van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied. Daarbij wordt gebruik gemaakt van moderne middelen ter bevordering van de efficiëntie en veiligheid. De VTS-infrastructuur bestaat globaal uit marifoon, radar, telefonie, computerapparatuur en programmatuur en andere facilitaire zaken. 37 Het Havenafvalstoffenplan Noordzeekanaalgebied omvat de havens van Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad en is in september 2004 vastgesteld door de respectievelijke colleges van burgemeester en wethouders. 38 Overeenkomst van 21 april 1994 inhoudende de regeling van het nautisch beheer in het Noordzeekanaalgebied.
46
gemandateerd om namens de Hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat Noord-Holland rijkshavenmeesterbevoegdheden uit te oefenen. De persoon die de functie van directeur CNB vervult, alsmede diens plaatsvervanger, is hiertoe door de minister van V&W aangesteld als onbezoldigd rijksambtenaar in de functie van afdelingshoofd CNB van RWS dienst Noord-Holland. Deze aanstelling is uitsluitend ten behoeve van het uitvoeren van de aan de directeur CNB gemandateerde bevoegdheden en opgedragen rijkstaken. De directeur CNB is voor het uitoefenen van deze rijkshavenmeestertaken verantwoording verschuldigd aan de HID en/ of de Minister van V&W. Voor het uitvoeren van het Loodsplichtbesluit 1995 is bij ministeriële regeling het Algemeen Bestuur CNB direct aangewezen als bevoegde autoriteit, dus zonder tussenkomst van HID, en bij Koninklijk Besluit is de directeur CNB aangewezen als bevoegd gezag voor het Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen scheepvaartverkeer. De (rijks)havenmeestertaken bij verzelfstandiging Uitgangspunt bij verzelfstandiging is om zowel de Amsterdamse nautische taken en bevoegdheden als de CNB- en rijkstaken uit te laten voeren door de Nautische Sector van Haven Amsterdam NV. Dit komt tegemoet aan de wens in de Noordzeekanaalregio om nautisch gezien één loket te hebben en is tevens in lijn met het model waarvoor ook bij de verzelfstandiging van het Rotterdamse havenbedrijf is gekozen. De havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam NV voert zowel de gemeentelijke- als de rijkstaken op het gebied van nautisch beheer uit, vanuit de overtuiging en ervaring dat daarmee de daad- en slagkracht het beste gediend is. Het nautisch beheer betreft de veilige, vlotte en milieuverantwoorde afwikkeling van het scheepvaartverkeer en omvat naast het uitvoering geven aan de Amsterdamse havenverordening, het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied en de rijkshavenmeestertaken op grond van de nationale scheepvaartverkeerwetgeving. Het Directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken van het Ministerie van V&W opteert voor een uniform aansturingsmodel in alle zeehavens en ziet voor het Noordzeekanaalgebied graag navolging van het Rotterdamse model. Afwegingskader bevoegdheden Juridische toetsing De bevoegdheden op basis van de Regionale havenverordening Noordzeekanaalgebied betreffen deels relatief zware bevoegdheden, zoals het afgeven van vergunningen en ontheffingen ten aanzien van het overslaan van gevaarlijke stoffen, het ligplaats nemen in het oliehavengebied en het ligplaats nemen van een schip waarvan de lading is behandeld met ontsmettingsmiddelen. De havenmeester is door het College tevens gemandateerd tot het toepassen van bestuursdwang. De bevoegdheden op grond van de havenverordening zullen bij verzelfstandiging door het College worden gemandateerd aan de havenmeester, die in dienst is van de NV en daardoor in een niet-hiërarchische verhouding staat tot het gemeentebestuur. Uitgangspunt voor de gemeente Amsterdam is dat met mandatering aan een nietondergeschikte terughoudend dient te worden omgesprongen. De aard van de bevoegdheid verzet zich echter niet tegen een dergelijk mandaat omdat de nautische taken en bevoegdheden bij uitstek een kerntaak zijn van een havenbedrijf. Nautische deskundigheid, kennis en ervaring zijn absolute voorwaarden om deze taken en bevoegdheden op een verantwoorde wijze uit te kunnen voeren. De borging van het publieke belang vindt onder andere plaats door het aangaan van een havenmeesterconvenant. Daarin wordt onder meer bepaald dat de havenmeester voor wat betreft de gemeentelijke nautische beheerstaken rechtstreeks verantwoording aflegt aan het College, wordt het risico voor vermenging van publieke en commerciële belangen op een acceptabele en afdoende wijze ondervangen. Bovendien gaat de havenmeester geen deel uitmaken van de directie van NV HA en is de Nautische Sector, waarvan de havenmeester het hoofd is, ten aanzien van de aan haar opgedragen werkzaamheden relatief onafhankelijk ten opzichte van de overige bedrijfsonderdelen.
47
Het Havenmeesterconvenant Rotterdam kan goed als uitgangspunt dienen voor een vergelijkbaar Havenmeesterconvenant Amsterdam. Uiteraard zal een „Amsterdams model‟ ruimte moeten bieden aan de specifieke kenmerken van het nautisch beheer in de Noordzeekanaalregio Medewerkers van de Nautische Sector kunnen worden aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) en als toezichthouder. De aanwijzing als BOA betreft de opsporing van strafbare feiten en loopt niet via de gemeente maar via de Minister van Justitie. De aanwijzing als toezichthouder, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de havenverordening, loopt wel via een aanwijzing door het College. De toezichthouder kan ook een niet-ambtenaar zijn, al zal met het verlenen van deze bevoegdheid door het bestuursorgaan terughoudend worden omgesprongen. Omdat de havenbeambten in continudienst vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week, aanwezig zijn in het havengebied ligt aanwijzing als toezichthouder echter wel voor de hand. Ten aanzien van de nautische bevoegdheden die door de gemeente zijn overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied verandert er na verzelfstandiging van Haven Amsterdam niet veel. Het bestuursorgaan CNB blijft verantwoordelijk voor de uitoefening van deze bevoegdheden en zal er mee in moeten stemmen dat de directeur CNB geleverd wordt door een verzelfstandigd havenbedrijf. Het bestuursorgaan CNB zal daarom medeondertekenaar zijn van het eerder genoemde havenmeesterconvenant. Voor wat betreft de taken en bevoegdheden die samenhangen met openbare orde en veiligheid is er juridisch geen beletsel om de aanwijzing tot havenveiligheidsfunctionaris aan de directeur CNB en het plaatsvervangend hoofd van de Nautische Sector in stand te laten. Deze functionaris heeft immers geen eigen publiekrechtelijke bevoegdheden. De werkzaamheden in het kader van de Havenbeveiligingswet worden uitgevoerd door NV HA, maar de bevoegdheden blijven bij de burgemeester. Ten aanzien van de bestrijding en beheersing van incidenten- en calamiteiten heeft de havenmeester van de NV geen bijzondere publiekrechtelijke bevoegdheden en er is juridisch gezien dan ook geen beletsel om de adviserende en faciliterende werkzaamheden na verzelfstandiging te kunnen blijven uitvoeren. Beleidsmatig wenselijk De kerntaak van de haven betreft de afhandeling van de scheepvaart. Zonder nautische taken is een havenbedrijf moeilijk denkbaar. In die zin ligt het voor de hand en is het wenselijk dat de nautische bevoegdheden bij NV HA komen te liggen. Indien het aansturingsmodel wordt gevolgd zoals dat in Rotterdam wordt gebruikt, gaat het bovendien om een in de praktijk bewezen model dat de instemming heeft van het gemeentebestuur van Rotterdam en het Ministerie van V&W. Praktisch uitvoerbaar en kostenefficiënt De huidige nautische bedrijfsvoering wordt gecontinueerd. Haven Amsterdam is hiertoe volledig geëquipeerd. Er zijn thans geen andere onderdelen van de gemeente Amsterdam denkbaar waar het specifieke nautische takenpakket van de Nautische Sector ondergebracht zou kunnen worden. Bovendien is er sprake van een beproefd concept, immers, het Rotterdamse havenbedrijf is sinds 2004 verzelfstandigd en ook als NV worden de nautische taken en publiekrechtelijke bevoegdheden naar tevredenheid van betrokken partijen uitgevoerd.
5.3
Openbare Ruimte
Hoe de taken en bevoegdheden te verdelen die betrekking hebben op de „droge‟ openbare ruimte in het Westpoortgebied? Uitgangspunt bij verzelfstandiging is dat het door de NV economisch te exploiteren havengebied openbare ruimte blijft.
48
Figuur 15. Westpoortgebied
Westpoort heeft een status aparte in het bestuurlijke stelsel van gemeente Amsterdam. Het beheergebied van Haven Amsterdam is het enige gebied dat niet toebedeeld is aan een stadsdeelbestuur maar rechtstreeks onder B&W Amsterdam valt. Bestuurlijk valt het gebied Westpoort, bestaande uit het havengebied en de deelgebieden Sloterdijk I, II en III, Telepoort en de Heining die door OGA worden ontwikkeld, onder de portefeuilles Haven en Westpoort, die nu bij één wethouder zijn ondergebracht. De openbare ruimte van geheel Westpoort is bij Haven Amsterdam in beheer en onderhoud. In de loop van 20 jaar heeft Haven Amsterdam veel taken gekregen en publiekrechtelijke bevoegdheden uitgeoefend. Dit is voor een deel geschied vanuit de wens van Haven Amsterdam om zoveel mogelijk integraal de regie te voeren over het havengebied. Voor een ander deel heeft HA hiermee problemen voor de stad opgelost. Zo voert Haven Amsterdam na de opheffing van de Dienst Amsterdam Beheer, nu drie jaar geleden, in opdracht van B&W de regie over het beheer en onderhoud van geheel Westpoort. Via mandaatverlening door B&W is Haven Amsterdam bevoegd beslissingen te nemen op aanvragen tot verlening van vergunningen en ontheffingen en worden o.a. verkeersbesluiten genomen. In 2009 zijn er bij Haven Amsterdam 322 vergunningaanvragen binnengekomen. Hiervan zijn er 307 toegewezen. Het merendeel van de vergunningen betreft tijdelijke objectvergunningen, tijdelijke verkeersmaatregelen en opbreekvergunningen i.v.m. kabels, leidingen en toebehoren. Aan de hand van vier hoofdactiviteiten volgen hieronder de taken en bevoegdheden met betrekking tot de openbare ruimte in Westpoort. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: 1. Feitelijk beheer & onderhoud 2. Openbare Orde & Veiligheid 3. Vergunningverlening, toezicht en handhaving 4. Wegbeheer 5.3.1
Feitelijke beheer & onderhoud
Uitgangspunt bij verzelfstandiging is dat de taken die samenhangen met het beheer en onderhoud van Westpoort overgaan naar NV Haven Amsterdam. Dit geldt voor beide delen van Westpoort; het havengebied en het gebied dat door OGA wordt ontwikkeld. Het beheer en onderhoud in Westpoort betreft onder andere: het beheer van de infrastructuur conform de Nota Stedelijke Infrastructuur parkeerbeheer 49
beheer kades, oevers en afmeervoorzieningen beheer en onderhoud van groen en bomen afvalinzameling en schoonhouden van de openbare ruimte (ook graffiti) gladheidbestrijding op het onderliggend wegennet baggeren havenbekkens/ bakbeheer (zie nautische notitie) betonning/ bebording langs en op de vaarweg (zie nautische notitie) Een schoon, veilig en goed onderhouden gebied is een voorwaarde voor een aantrekkelijk en goed ondernemersklimaat. Dat de klanten in Westpoort waardering hebben voor de kwaliteit van het beheer blijkt onder meer uit het feit dat Beheer Westpoort in zowel 2008, 39 2009 als 2010 de ORAM-prijs voor het best onderhouden bedrijventerrein binnen de gemeente Amsterdam in de wacht heeft gesleept. Bijkomend voordeel van een integrale gebiedsbenadering is dat er kosteneffectief kan worden gewerkt. Beheer en onderhoud in OGA-deel Westpoort Haven Amsterdam voert de regie over het feitelijke beheer en onderhoud van het Westpoortgebied. Het beheer en onderhoud van het OGA-gebied binnen Westpoort is bij de opheffing van de Dienst Amsterdam Beheer door B&W aan Haven Amsterdam toegewezen. Deze dienst voerde tot drie jaar geleden het beheer en onderhoud uit. Haven Amsterdam en OGA geven aan dat het, gelet op het huidige hoge kwaliteitsniveau van beheer en onderhoud, wenselijk is de huidige werkwijze te continueren. Afwegingskader Zowel beleidsmatig als uit praktisch oogpunt als mede vanuit kostenefficiëntie, zijn er geen argumenten om het beheer en onderhoud niet bij NV Haven Amsterdam neer te leggen. Er zijn ook geen zwaarwegende juridische argumenten die zich verzetten tegen opdrachtverlening door het gemeentebestuur van Amsterdam aan NV Haven Amsterdam voor beheer en onderhoud van het Westpoortgebied mits de aanbestedingsrechtelijke aspecten goed belegd zijn. Overigens zal ook na verzelfstandiging NV Haven Amsterdam niet zelf de werkzaamheden uitvoeren maar de opdracht hiervoor met inachtneming van de aanbestedingsregels, in de markt zetten. Net als bij mandaatverlening geldt ook hier dat een besluit of een verordening, mocht daartoe aanleiding zijn, ook weer kan worden ingetrokken. 5.3.2
Openbare orde en Veiligheid
Burgemeesterbevoegdheden In de huidige situatie zijn er nauwelijks burgemeesterbevoegdheden gemandateerd aan Haven Amsterdam. Het verlenen van een evenementenvergunning voor de locatie Veemkade is wel door de burgemeester gemandateerd aan de directeur Haven Amsterdam. Het voorstel is om deze bevoegdheid over te hevelen naar Stadsdeel Oost of DMB. De burgemeestersbevoegdheden, veelal opgenomen in de APV, blijven bij de gemeente omdat de aard van deze bevoegdheden voornamelijk betrekking hebben op de openbare orde. Om deze reden is het gelet op de aard van bevoegdheid niet wenselijk om dit type bevoegdheden te mandateren aan NV Haven Amsterdam. Gedeputeerde Staten (GS) kunnen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein ontheffing verlenen van het verbod om te landen of te stijgen met een luchtvaartuig, anders dan van of op een luchthaven. De ontheffing wordt niet verleend dan nadat GS over de aanvraag tot ontheffing overleg hebben gevoerd met de burgemeester van de gemeente waarin het betreffende terrein ligt. Voor Westpoort wordt de NV Haven geautoriseerd om op te treden als overlegpartner met GS voor zover het een ontheffing op grond van de regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen betreft. De aard van het overleg vereist een grondige kennis van het gebied/ terrein en de (on)mogelijkheden daarvan. Als gebiedsbeheerder kent HA het Westpoortgebied als geen 39
Ondernemersvereniging ORAM is de belangenbehartiger voor het bedrijfsleven in de regio Amsterdam. ORAM is lid van de ondernemerskoepel VNO-NCW.
50
ander. Beleidsmatig is het daarom wenselijk HA te machtigen het overleg met GS te voeren. De handhaving in Westpoort betreft verschillende beleidsterreinen zodat er op verschillende niveaus overleg en samenwerking plaatsvindt. Er is sinds 2003 een kerngroep Westpoort die bestaat uit vertegenwoordigers van de betrokken gemeentelijke diensten en de politie (regiopolitie en KLPD). Omdat het een coördinerende rol betreft en er geen bevoegdheden aan vast hangen is het voorstel de kerngroep Westpoort te continueren. 5.3.3
Vergunningverlening, toezicht en handhaving
Vergunningen en ontheffingen m.b.t. orde en veiligheid Naast de burgemeestersbevoegdheden in het kader van de openbare orde zijn er bevoegdheden met betrekking tot orde en veiligheid die B&W toebehoren en kleine vergunningen op basis van de APV, zie bijlage 4 Openbare Ruimte. Afwegingskader De bevoegdheden met betrekking tot het gebruik van de openbare ruimte zijn nauw verbonden met een integraal beheer van de openbare ruimte. De beheerder kan in uitzonderingsgevallen ontheffing/vergunning verlenen van een aantal verboden uit de APV. Dit betreft allemaal zaken die beeldbepalend zijn voor de openbare ruimte. Er bestaat verschil van inzicht over de mandatering van deze bevoegdheden aan NV Haven Amsterdam. Juridisch is het mogelijk om het verlenen van vergunningen- en ontheffingen te mandateren aan een niet-ondergeschikte. De aard van de bevoegdheid verzet zich daar in dit geval niet tegen. Er is discussie gevoerd over de beleidsmatige wenselijkheid. Tegenstanders van mandaatverlening aan NV HA vinden dat het uitoefenen van publieke bevoegdheden niet bij een onderneming met winstoogmerk hoort vanwege mogelijke belangenverstrengeling en daarmee samenhangende integriteitconflicten. Voorstanders menen dat gebiedsbeheer en het verlenen van kleine vergunningen in elkaars verlengde liggen en dat er niet geknipt moet worden in operationele processen. Gezien de verwevenheid tussen het dagelijks beheer en de verlening van kleine vergunningen en ontheffingen is het vanuit pragmatisch oogpunt aan te raden de directeur NV Haven Amsterdam hiervoor een mandaat te verlenen. Bevoegdheden in kader van handhaving en toezicht In de huidige situatie wordt handhaving en toezicht in de openbare ruimte Westpoort uitgeoefend door de daartoe bevoegde toezichthouders en handhavers van de gemeentelijke Dienst Stadstoezicht (DST). Haven Amsterdam is, conform de stadsdelen, namens B&W de opdrachtgever van DST. Jaarlijks stelt Haven Amsterdam op basis van een risicoanalyse, een uitvoeringsprogramma op „Handhaving en Toezicht Westpoort‟. Afwegingskader Alle partijen (Haven, DMB, Dienst Stadstoezicht, OOV en DJZ) pleiten voor voortzetting van de huidige werkwijze waarbij Dienst Stadstoezicht als opdrachtnemer het toezicht houdt en de APV en milieuregelgeving handhaaft. Het voorstel is dat Dienst Stadstoezicht, als toekomstige centrale handhavingorganisatie, in opdracht van het College van B&W een handhavingprogramma Westpoort opstelt, mede op basis van input van Haven Amsterdam / NV HA en DMB. De Dienst Stadstoezicht valt als nieuwe Centrale Dienst Handhaving rechtstreeks onder B&W en is verantwoording verschuldigd aan de wethouder Westpoort. Omdat handhaving en toezicht bij de gemeente (blijven) liggen is er ook geen discussie over bestuursdwangbevoegdheden. Het is evident dat deze bij de gemeente blijven.
Afvalstoffenverordening, Verordening op de straathandel
51
Voor wat betreft de huisvuilinzameling leent de bevoegdheid om een inzameldienst aan te wijzen zich, gelet op de aard van de bevoegdheid, niet voor mandatering. Dat gebeurt ook niet in de huidige situatie. Gelet op de rol van NV HA als integraal gebiedsbeheerder is het efficiënt om de huidige bevoegdheden van Haven Amsterdam op grond van de Afvalstoffenverordening en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2009 Westpoort te behouden. Deze betreffen het vaststellen van dagen, tijden en plaatsen waarop klein chemisch afval afzonderlijk kan worden aangeboden en het voorkomen van diffuse milieuverontreiniging. Ambulante handel Op grond van de Verordening op de straathandel is Haven Amsterdam bevoegd tot het verlenen van een staanplaatsvergunning (bv. snack- of haringkraam) en het instellen van een ventverbod. Bevoegdheden in kader van WIOR en WION Vergunningverlening, handhaving en toezicht in de openbare ruimte van Westpoort beslaat een groot aantal verschillende taken. Een tweetal taakvelden raken direct de verantwoording van IVV als beheerder van de stadsinfrastructuur, de WIOR en de WION. De Verordening Werken in de openbare ruimte (WIOR) beschrijft de regels en richtlijnen voor het werken in de openbare ruimte van Amsterdam. In Westpoort betreft dat vooral wegwerkzaamheden, vaak in samenhang met werkzaamheden aan de ondergrondse infrastructuur. De Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION), ook wel bekend als de grondroerdersregeling, geeft voorschriften voor de verplichte informatieuitwisseling over de ligging van kabels en leidingen. In het kader van de rol van NV Haven Amsterdam als integraal gebiedsbeheerder wordt voorgesteld de bevoegdheden van WIOR en WION te mandateren aan de directeur NV Haven Amsterdam. 5.3.4
Wegbeheer
Verzelfstandiging van Haven Amsterdam vraagt om duidelijke afspraken op het gebied van infrastructuur. Het wegbeheer bestaat uit juridisch wegbeheer en feitelijk wegbeheer. Het juridisch wegbeheer omvat het nemen van publiekrechtelijke besluiten op grond van de Wegenverkeerswet, het Reglement verkeerstekens en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer. Het feitelijk wegbeheer betreft het onderhoud, de aanleg en de vervanging van wegen in het onderliggende wegennet en fietspaden. Als het gaat om het wegbeheer in Westpoort zal er ten aanzien van taken en bevoegdheden die samenhangen met verkeerssystemen, zoals (verkeers)verlichting, reclame, (dynamische) bewegwijzering en openbare tijdsaanduiding niets veranderen. Deze berusten in de huidige situatie bij IVV, evenals het beheer en onderhoud ervan. Dit geldt ook voor de taken en bevoegdheden van de stadsregisseur en de bevoegdheden ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en exceptioneel transport. Juridisch en feitelijk wegbeheer zijn nauw met elkaar verbonden. Het gaat om de wijze waarop de wegbeheerder op een verantwoorde, controleerbare, manier vorm geeft aan zijn zorgplicht zodat de veiligheid en de bruikbaarheid van de weg gewaarborgd zijn. Het juridisch wegbeheer richt zich vooral op de vraag wie bevoegd is op grond van welke wettelijke regelingen (en daarmee als eerste aanspreekbaar) terwijl het feitelijk wegbeheer zich vooral richt op de vraag hoe in de praktijk uitvoering wordt gegeven aan de zorgplicht bij het onderhoud en de vervanging van wegen en in welke mate men voor het doen of nalaten aansprakelijk kan worden gesteld. Deze onderlinge samenhang laat zich het best beschrijven als functioneel beheer, die tot uiting komt in de samenwerking tussen HA en gemeentelijke partijen. Basis van deze samenwerking wordt gevormd door kaderstellende gemeentelijke richtlijnen in de vorm van besluiten en stedelijke nota‟s. Juridisch wegbeheer
52
Leidraad voor de huidige situatie is de Nota Stedelijke Infrastructuur uit 2006 die beschrijft hoe de verdeling van bevoegdheden en taken in de openbare ruimte tussen de centrale stad en de stadsdelen is geregeld. De nota Stedelijke Infrastructuur vermeldt dat de bevoegdheden op het gebied van de openbare ruimte bij de stadsdelen liggen en dat het havenbedrijf en (indertijd) Westpoortbeheer daarbij een bijzondere positie innemen. “Zij maken deel uit van de centrale stad, maar zijn net als de stadsdelen wegbeheerder.” Dit betekent dat in de huidige situatie Haven Amsterdam juridisch wegbeheerder is van het wegennet in Westpoort. Afwegingskader Haven Amsterdam geeft aan na verzelfstandiging, gelet op haar rol als integraal gebiedsbeheerder, haar taken en bevoegdheden ten aanzien van het wegbeheer te willen continueren. Vanuit het oogpunt van pragmatisme en kostenefficiëntie pleit daar veel voor. Beleidsmatig hoeft er geen belemmering te zijn mits NV Haven Amsterdam zich houdt aan de kaders die de gemeente Amsterdam heeft vastgesteld. Onderkend wordt het risico dat de commerciële belangen van NV Haven Amsterdam een zorgvuldige afweging van de publieke belangen, zoals verkeersveiligheid, bereikbaarheid, doorstroming, milieuhinder/kwaliteit van leefomgeving, bij de uitoefening van de bevoegdheden in de weg zouden kunnen staan. Het is theoretisch denkbaar dat NV Haven Amsterdam een autonome koers vaart die botst met de gemeentelijke belangen. Dit potentiële risico kan ondervangen worden, zo is de mening van IVV en Haven Amsterdam, door afspraken te maken over waarborgen. Het Ministerie van Verkeer & Waterstaat (Infrastructuur en Milieu) heeft desgevraagd aangegeven dat bevoegdheden ten aanzien van het juridisch wegbeheer gemandateerd kunnen worden aan een niet-ondergeschikte, zoals NV Haven Amsterdam, mits voldoende gewaarborgd. Het gaat hierbij om bevoegdheden op basis van de verkeerswetgeving die het wegbeheer betreffen, i.c. de bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten en verkeersmaatregelen. Juridisch gezien is het mogelijk om het juridisch wegbeheer te mandateren aan NV Haven Amsterdam. De eindverantwoording van het juridisch wegbeheer blijft te allen tijde bij de gemeente. Borging van de verantwoordelijkheid van de gemeente vindt plaats door: Afstemming vindt van te voren plaats in de lokale verkeerscommissie en altijd in directe, wettelijk verplichte, samenspraak met de verkeerspolitie. Met betrekking tot de hoofdnetten fiets en auto, op basis van het Coordinatiestelsel via de WWU (Werkgroep Werk in Uitvoering), vindt vooraf afstemming plaats in de Centrale Verkeerscommissie. Hierin wordt samengewerkt tussen IVV, Verkeerspolitie, GVB, Brandweer, OGA en (NV) HA. Om haar taak goed uit te kunnen voeren dient NV Haven Amsterdam in staat te worden gesteld om te overleggen met alle relevante partners binnen en buiten de gemeente. Hierover worden nadere afspraken gemaakt, bijvoorbeeld met betrekking tot deelname CVC (Centrale VerkeersCommissie) en verkeerscommissie Westpoort. Alle verkeersbesluiten die Haven Amsterdam neemt worden in samenspraak met de gemeente (IVV) gepubliceerd volgens wettelijke richtlijnen. Bezwaar en beroep De uitvoering van de publiekrechtelijke bevoegdheden biedt belanghebbenden de gebruikelijke wettelijke mogelijkheden van bezwaar en beroep. De wetgever dwingt hiermee af dat verkeersbesluiten weloverwogen genomen worden. NV Haven Amsterdam kan de verkeersbesluiten in mandaat blijven nemen en is daarbij eveneens gebonden aan de toepasselijke wettelijke regelingen. De eindverantwoording van de gemeente is geborgd door de uitgebreide sturing en controle vooraf en de aansprakelijkheid van de gemeente wordt gedekt in een overeenkomst tussen NV Haven Amsterdam en gemeente. Daarbij wordt ook geregeld dat NV Haven Amsterdam de gemeente vrijwaart voor eventuele aansprakelijkheden. De gemeentebrede verkeersveiligheidsmonitor kan gebruikt worden om vast te stellen dat de verkeersveiligheid in Westpoort goed is geregeld. Dit beoordelingsmiddel betreft niet alleen het beheer maar in veel grotere mate de manier waarop de openbare ruimte is ontworpen.
53
Feitelijk wegbeheer Feitelijk wegbeheer, in de zin van onderhoud en vervanging van wegen is een uitvoeringstaak waaraan geen publiekrechtelijke bevoegdheden zijn verbonden. Voor wat betreft het hoofdnet auto berust de verantwoordelijkheid voor groot onderhoud en reconstructies bij de centrale stad. Beheer is een absolute noodzaak om Westpoort op een veilige manier bereikbaar te houden zonder dat dit de leefbaarheid aantast. Beheer is de permanente zorg voor het langdurig instandhouden en het aanpassen aan zich geleidelijk wijzigende omstandigheden. Deze zorg betekent dat de beheerder ook toezicht houdt op het gebruik en dit gebruik reguleert. De beheerder is aangewezen om op te treden als vertegenwoordiger van de eigenaar en in die rol verantwoordelijk voor de infrastructuur. Afwegingskader Het voorstel is de taak van het feitelijk wegbeheer middels een overeenkomst tussen NV Haven Amsterdam en gemeente neer te leggen bij NV Haven Amsterdam. NV Haven Amsterdam heeft een zelfstandige rol die uitgevoerd wordt op basis van vooraf voren met de gemeente overeengekomen beheersnormering, met een controle achteraf. Betaald Parkeren Cition B.V. voert middels een overeenkomst met Haven Amsterdam het parkeerbeheer uit in Westpoort. In de huidige situatie vloeien inkomsten uit parkeergelden naar het Mobiliteitsfonds en, anders dan bij de stadsdelen, naar de algemene middelen van de gemeente. Haven Amsterdam spreekt de voorkeur uit om met betrekking tot betaald parkeren gelijk gesteld te worden met de stadsdelen. Dat wil zeggen dat de parkeergelden, na afdracht aan het Mobiliteitsfonds, toekomen aan NV Haven Amsterdam. Dit houdt wel in dat, anders dan nu het geval is, NV Haven Amsterdam zelf de kosten zal moeten dragen. Hierdoor zal NV Haven Amsterdam, nog meer dan nu, geprikkeld worden om de handhaving van het betaald parkeren nog kostenbewuster uit te laten voeren. Cition B.V. is een verzelfstandigde gemeentelijke organisatie, voortkomend uit de dienst Stadstoezicht. Over de toekomst van het beheer van het betaald parkeren in de gemeente zal in 2011 bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden. Er zijn nog veel onzekerheden met betrekking tot de datum waarop dit alles gaat plaatsvinden dus ook tot verwante onderwerpen als publieksbalie, vergunningverlening, geldgaring, afhandeling van bezwaren, naheffingsaanslagen en contractbeheer. De fiscale heffing van het parkeergeld blijft een gemeente bevoegdheid, de vraag is wel wie het parkeergeld gaat innen. NV Haven Amsterdam opteert wat betreft Westpoort om de inning uit te voeren, gelet op haar rol als gebiedsbeheerder. Over dit onderwerp kan nog geen beslispunt worden voorgelegd.
5.4
Juridisch planologisch kader
In de huidige situatie wordt het maken van het juridisch planologisch instrumentarium uitgevoerd in samenwerking tussen de dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) en Haven Amsterdam. Het omvormen van Haven Amsterdam naar een NV Haven Amsterdam vraagt om een duidelijke afbakening van wie wat doet en wie waarvoor verantwoordelijk is op dit terrein. De NV Haven Amsterdam wordt verzelfstandigd om haar missie zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren. Bij haar taak hoort het (her)ontwikkelen van gronden en kades. De ontwikkelrol spitst zich toe op werkzaamheden die elders in de stad voor wat betreft de locatieontwikkeling door het OGA worden uitgevoerd. NV Haven Amsterdam is daarmee voor de uitoefening van haar taak, net als het OGA afhankelijk van de mogelijkheden die het juridische planologische kader biedt. Haven Amsterdam wil inspelen op ontwikkelingen in de markt en dat vraagt, net als elders in de stad, om geregelde bijstellingen en aanpassingen van het juridisch planologisch kader. Dit vereist een subtiele afstemming tussen gemeente en NV Haven Amsterdam. Om te kunnen ontwikkelen en klanten te kunnen bedienen is de Haven afhankelijk van de
54
medewerking van de gemeente als het juridisch planologisch kader geactualiseerd en/ of aangepast moet worden. In de samenwerking met NV Haven Amsterdam moet hiervoor iets geregeld worden, binnen het kader van de verantwoordelijkheid en bevoegdheden als bovengesteld. Het gaat om een basisprincipe met bijkomende afspraken om zaken goed te laten lopen ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkeling van het havengebied. 5.4.1
Overwegingen
Juridische aspect Het vaststellen van bestemmingsplannen is een publieke taak waarvoor de verantwoordelijkheid ligt bij het gemeentebestuur van Amsterdam. Beleidsmatig wenselijk Doel van bestemmingsplannen is het scheppen van juridisch planologische kaders voor de ruimtelijke ontwikkelingen die mogelijk zijn binnen de gemeente. Via de bestemmingsplannen wordt door de gemeente bepaald welke functies wel en niet ontwikkeld mogen worden binnen het havengebied. Hiermee wordt een kader gevormd waarbinnen NV Haven Amsterdam functies kan aantrekken. Samenwerking / proces DRO en Haven Amsterdam (en andere betrokken gemeentelijke diensten) hebben een jarenlange ervaring in het gezamenlijk maken van ruimtelijke keuzes en het opstellen van bestemmingsplannen. Het is beider wens deze samenwerking te continueren. NV Haven Amsterdam is als gebiedsbeheerder/ontwikkelaar afhankelijk van een correcte c.q. actuele bestemmingsplannen op basis van het gemeentelijke ruimtelijk beleid zoals opgenomen in de structuurvisie. Kennis en expertise van specifieke havenzaken en daaraan gerelateerde ruimtelijke ontwikkeling liggen voor een groot deel bij NV Haven Amsterdam. NV Haven Amsterdam zal deze kennis en expertise beschikbaar stellen voor het opstellen van bestemmingsplannen. Bij initiatieven vanuit de markt of andere ontwikkelingen is het voor Amsterdam en NV Haven Amsterdam van belang binnen een redelijke termijn snel en adequaat te kunnen handelen. Bijzondere positie Amsterdamse haven De havenfunctie heeft betrekking op een aanzienlijk deel van het Amsterdamse grondgebied en derhalve ook op een deel van de bestemmingsplannen binnen de gemeente. Gegeven het feit dat het primaat voor het vaststellen van bestemmingsplannen ambtelijk bij DRO ligt, is het wenselijk om werkbare samenwerkingsafspraken te hebben tussen DRO en NV Haven Amsterdam gezien de bijzondere positie van NV Haven Amsterdam als bedrijf dat grond uitgeeft in ondererfpacht aan derden. NV Haven Amsterdam is voor het uitoefenen van zijn taak afhankelijk van goed uitgewerkt en toegepast planologisch kader door de gemeente. 5.4.2
Afspraken
Opdrachtgeverschap DRO is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de bestemmingsplannen en/of structuurvisie. Om dit opdrachtgeverschap goed te kunnen invullen, is het noodzakelijk dat DRO over expertise bezit m.b.t. de havenfunctie. Samenwerking en borging belangen NV Haven Amsterdam Tijdigheid: via meerjarenplanningen maken NV Haven Amsterdam en DRO afspraken over het moment waarop bestemmingsplannen worden geactualiseerd door DRO. Vooroverleg: gegeven de bijzondere relatie tussen gemeente en NV Haven Amsterdam is het wenselijk om bij het opstellen van het bestemmingsplan door DRO, NV Haven Amsterdam nauw te betrekken bij het formuleren van de contouren van het nieuwe bestemmingsplan en/of structuurvisieonderdelen die invloed hebben op het beheergebied en functioneren van de haven. Op deze wijze kan NV Haven Amsterdam reeds vroegtijdig de havenkennis inbrengen in de uitwerking van de bestemmingsplannen en relevante structuurvisie onderdelen.
55
Inhoudelijkheid: DRO stelt het bestemmingsplan en/of structuurvisie op. NV Haven Amsterdam levert de benodigde informatie voor de bestemmingsplan wijziging. DRO toetst de door NV Haven Amsterdam gewenste ontwikkelingen aan vigerend gemeentelijk ruimtelijk beleid zoals opgenomen in de structuurvisie en maakt een afweging met alle overige belangen. DRO maakt deze afwegingen vooraf kenbaar aan NV Haven Amsterdam. DRO legt een voorstel aan het gemeentebestuur voor met daarin opgenomen de afwegingen. Indien NV Haven Amsterdam zich niet kan vinden in de gemaakte afweging legt DRO het voorstel voor aan het College van B&W met daaraan toegevoegd het advies van NV Haven Amsterdam zodat de integrale eindafweging gemaakt kan worden door het gemeentebestuur. Nieuwe initiatieven Zowel Haven als DRO kunnen tussentijds nieuwe ontwikkelingen initiëren. Daarvoor vindt regulier overleg en afstemming (minimaal 1 keer in de maand) plaats tussen NV Haven Amsterdam, DRO, DMB en OGA zodat alle relevante partijen goed op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen. Indien geen gedeelde visie over de gewenste ontwikkeling ontstaat, kan HA een verzoek voor het initiatief indienen bij het College van B&W. DRO brengt dit verzoek, inclusief DRO advies, in voor besluitvorming bij het College van B&W. Externe nieuwe ontwikkelingen of bouwaanvragen afwijkend op bestemmingsplannen worden op wenselijkheid en te kiezen procedure besproken in een nog op te richten Intaketeam, bestaande uit DMB, DRO, OGA. NV Haven Amsterdam heeft een adviesfunctie aan het intaketeam. Budget Bij de gemeente ligt de verantwoordelijkheid voor de kosten van: de wettelijke tienjaarlijkse actualisatie van bestemmingsplannen en het voorzien in projectbesluiten. het opstellen van bestemmingsplannen en projectbesluiten die op instigatie van de gemeente, tussentijds geproduceerd worden. borgen van kennis bij DRO met betrekking tot havenzaken NV Haven Amsterdam is verantwoordelijk voor de kosten van bestemmingsplannen en projectbesluiten die voortkomen uit door haar geïnitieerde ontwikkelingen.
5.5
Randvoorwaarden
Aansprakelijkheid Het uitgangspunt is dat NV Haven Amsterdam het risico draagt voor de schade die voortvloeit uit de uitoefening van de aan haar opgedragen taken en daarmee samenhangende bevoegdheden. NV Haven Amsterdam vrijwaart de gemeente Amsterdam voor eventuele schadeclaims van derden die voortkomen uit de uitoefening van de aan haar opgedragen taken op zowel nautisch-martitiem gebied, als op het gebied van het beheer van het onderhoud van de openbare ruimte en het feitelijke en juridische wegbeheer. Uitsluitend recht Alle taken die aan NV Haven Amsterdam worden opgedragen (zoals nautisch-martitieme taken, beheer en onderhoud openbare ruimte, wegbeheer etc) zijn in beginsel aanbestedingsplichtig. Om dit te voorkomen zal de gemeente een uitsluitend recht aan 40 NV Haven Amsterdam verstrekken . Een dergelijk recht houdt in dat door de gemeente 40
Om met succes een beroep te doen op een uitsluitend recht dienen een aantal randvoorwaarden in acht genomen te worden: De gemeente Amsterdam neemt bij het verlenen van het uitsluitend recht een passende mate van openbaarheid in acht, bijvoorbeeld door het voornemen ertoe te plaatsen op de besluitenlijst. De gemeente Amsterdam geeft kaders mee waarbinnen het uitsluitend recht kan worden uitgeoefend en kan NV HA verzoeken te rapporteren over de wijze waarop van het aan haar verleende recht gebruikt gemaakt wordt. NV HA neemt bij het uitvoeren van haar taken als nautisch beheerder de bepalingen van het EG recht in acht en maakt geen misbruik van een machtspositie, bijvoorbeeld door het hanteren van onbillijke prijzen of contractuele voorwaarden.
56
Amsterdam aan NV Haven Amsterdam het recht wordt voorbehouden om binnen een bepaald geografsich gebied een dienst te verrichten of een activiteit uit te oefenen. Omkeerbaar Zowel het verlenen van een mandaat als het verlenen van alleenrecht zijn omkeerbaar. De gemeente behoudt dus het recht om de gemandateerde taken en bevoegdheden weer in te trekken.
5.6
Conclusies
T.a.v. verdeling taken en bevoegdheden De nautische taken worden opgedragen aan NV Haven Amsterdam. De daarmee samenhangende bevoegdheden, inclusief de nautische toezichthoudende en handhavende bevoegdheden, worden gemandateerd aan de Havenmeester. De taak tot het verrichten van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Westpoort wordt opgedragen aan NV Haven Amsterdam. De met het beheer en onderhoud samenhangende bevoegdheden worden, met uitzondering van de burgemeestersbevoegdheden, gemandateerd aan de directeur van NV Haven Amsterdam. De toezicht en handhavende bevoegdheden in de openbare ruimte blijven bij de gemeente en worden uitgevoerd door de Dienst Stadstoezicht, waarbij NV Haven Amsterdam input levert voor het op te stellen handhavingprogramma Westpoort. De bevoegdheden in het kader van de WIOR en WION wordt gemandateerd aan de directeur NV Haven Amsterdam. De taak van feitelijk en juridisch wegbeheer worden opgedragen aan NV Haven Amsterdam, met uitzondering van het hoofdnet auto. De met het wegbeheer samenhangende bevoegdheden worden gemandateerd aan NV Haven Amsterdam. De publieke bevoegdheden ten aanzien van het juridisch planologisch kader en het verlenen van de omgevingsvergunning, de milieu- en bodemvergunning blijven belegd bij de gemeente. Randvoorwaarden Opdracht te geven tot het uitwerken van een voorstel voor het opbouwen van haven specifieke deskundigheid binnen de gemeente om de rol van mandaatgever en opdrachtgever van NV Haven Amsterdam goed te kunnen vervullen. NV Haven Amsterdam draagt het risico voor de schade die voortvloeit uit de uitoefening van de aan haar opgedragen taken en daarmee samenhangende bevoegdheden. NV Haven Amsterdam vrijwaart de gemeente Amsterdam voor eventuele schadeclaims van derden die voortkomen uit de uitoefening van de aan haar opgedragen taken. De gemeente Amsterdam verleent NV Haven Amsterdam een uitsluitend recht voor het verrichten van een dienst of het uitoefenen van een taak (nautisch, beheer & onderhoud openbare ruimte en wegbeheer). De budgetten en of vergoedingen welke gemoeid zijn met de uitvoering van de toebedeelde taken gaan over naar NV Haven Amsterdam. 41 Ontvlechtingsdocument. Na instemming van de gemeenteraad met verzelfstandiging van Haven Amsterdam worden de taken en bevoegdheden die opgedragen dan wel gemandateerd worden aan NV Haven Amsterdam nader uitgewerkt. Per thema worden afspraken gemaakt over de gemeentelijke kaders waarbinnen NV Haven Amsterdam gaat werken, financiering, looptijd, outcome, rapportageplicht, wijze van samenwerking en escalatietraject. Daarnaast zijn de relaties met andere overheden en partijen buiten de gemeente Amsterdam geïnventariseerd. Daar waar noodzakelijk zullen in de uitvoeringsfase aanvullende afspraken worden gemaakt.
41
Zie bijlage 6 Ontvlechtingsdocument
57
6 Ondernemingsstructuur, Corporate Governance & overige juridische aspecten 6.1
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de mogelijke ondernemingsstructuur, de corporate governance van een verzelfstandigd Haven Amsterdam en overige juridische aspecten bij een verzelfstandiging van Haven Amsterdam. Het begrip corporate governance omvat de wetten en regels die van toepassing zijn op het besturen van een vennootschap, alsmede de vennootschapsrechtelijke inrichting van NV Haven Amsterdam. Een belangrijk onderdeel vormt daarbij de sturende en toezichthoudende rol van de gemeente Amsterdam als aandeelhouder en als behartiger van het publieke belang. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de wijze waarop de aansturing van Haven Amsterdam als overheids-NV wordt vormgegeven. Vragen die daarbij aan de orde zijn geweest zijn onder meer: Wat is de statutaire doelstelling van NV Haven Amsterdam? Wat is de rol van de RvB, RvC en AVA en wat zijn hun bevoegdheden? Hoe verlopen benoeming en ontslag van RvB en RvC? Hoe zit de strategische, operationele en financiële planvorming van NV Haven Amsterdam in elkaar? Welke (strategische) invloed en zeggenschap hebben de RvC en AVA? Hoe wordt maatschappelijk verantwoord ondernemen verankerd bij NV Haven Amsterdam? Het afwegingskader bij het ontwerpen van de onderneming en het bepalen van de taken en bevoegdheden van RvB, RvC en AVA is geweest het vinden van een optimale balans tussen voldoende invloed en zeggenschap van de gemeente ten aanzien van NV Haven Amsterdam enerzijds en voldoende vrijheid van NV Haven Amsterdam om de onderneming zelfstandig en slagvaardig te kunnen besturen anderzijds.
6.2
Ondernemingsstructuur en statuten NV Haven Amsterdam
In principe zullen alle activiteiten van Haven Amsterdam worden ingebracht in één vennootschap, NV Haven Amsterdam, eventueel met een aantal werkmaatschappijen. Voorts zullen de bestaande deelnemingen van HA (zoals bijvoorbeeld Hallum Cruise BV, Hallum BV, RON NV, Waterkant, ALG, Investeringsmaatschappij Noordzeekanaalgebied, EMA, Keyrail) worden ondergebracht in het concern van NV Haven Amsterdam. Voor grote projecten of investeringen buiten het Amsterdamse havengebied kan NV Haven Amsterdam eventueel aparte BV‟s oprichten. In de uitvoeringsfase zal - mede op basis van advies van de gemeenteadvocaat – de ondernemingsstructuur verder uitgewerkt worden, waarbij onder meer evenwicht moet worden gevonden tussen een praktisch werkbare structuur enerzijds en verstandige risicocompartimentering (bijv. via werkmaatschappijen) anderzijds.
58
Figuur 16. Ondernemingsstructuur NV Haven Amsterdam
Doel van de verzelfstandiging is dat er meer samengewerkt kan worden met regionale, nationale en internationale partners. Voor zo‟n toetreding zullen verschillende randvoorwaarden gelden (waaronder in ieder geval inbreng van geld en/of grond), zowel politiek-strategische als juridisch-fiscale. Meerdere modellen van toetreding van andere aandeelhouders zijn mogelijk. Elk heeft zijn eigen voor- en nadelen. Op het moment van verzelfstandiging zal nog niet bekend zijn of, wanneer en hoe andere aandeelhouders zullen toetreden. Op dit moment wordt ermee volstaan dat uit het onderzoek is gebleken dat de ondernemingsstructuur van één vennootschap (eventuele) toekomstige toetreding van andere partijen mogelijk maakt. Uiteindelijk beslist de gemeente als aandeelhouder over een eventuele toetreding van deze partijen. Alleen publieke partijen kunnen aandeelhouder zijn van NV Haven Amsterdam. De statuten van NV Haven Amsterdam zullen bepalen dat aandeelhouders slechts kunnen zijn publiekrechtelijke rechtspersonen, vennootschappen waarin de aandelen uitsluitend (direct of indirect) door publiekrechtelijke rechtspersonen worden gehouden of de vennootschap zelf. Deze bepaling zorgt ervoor dat NV Haven Amsterdam het karakter van een “overheids-NV” krijgt en behoudt. Met private partijen (waaronder bijvoorbeeld Zeehaven IJmuiden N.V. en Tata) kunnen samenwerkingsverbanden worden aangegaan. De statutaire doelomschrijving is voldoende flexibel voor directie en voldoende ingekaderd voor aandeelhouder De belangrijkste statutaire doelstellingen van NV Haven Amsterdam zijn: het (doen) uitoefenen van het havenbedrijf en in dat kader de positie van het Amsterdamse haven- en industriecomplex in regionaal, nationaal en internationaal perspectief zowel op de korte als de lange termijn te versterken; de bevordering van een effectieve, veilige en efficiënte afhandeling van het scheepvaartverkeer en het zorgdragen voor nautische en maritieme orde en veiligheid, alsmede het optreden als bevoegde havenautoriteit in het Amsterdams havengebied; de ontwikkeling, aanleg, beheer en exploitatie van het haven- en industriegebied in de regio Amsterdam, en ter ondersteuning daarvan, het ontplooien van (haven)activiteiten in het buitenland, in de ruimste zin van het woord; Zie voor volledige doelstelling Bijlage 7, Annex A. Deze doelstelling geeft de directie van NV Haven Amsterdam voldoende flexibiliteit en tegelijkertijd voor de aandeelhouder voldoende waarborg dat NV Haven Amsterdam zich richt op de door de aandeelhouder gewenste activiteiten.
59
6.3
Passende bevoegdheidsverdeling AVA, RvC en RvB
Het verlichte structuurregime biedt een goede en gebruikelijke basis voor de verdeling van bevoegdheden. 42 De structuurregeling is op grond van de wet van toepassing op NV Haven Amsterdam . NV Haven Amsterdam zal drie organen hebben, te weten de Raad van Bestuur („RvB‟, ook wel directie), de Raad van Commissarissen („RvC‟) en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders („AVA‟). Omdat de Gemeente Amsterdam enig aandeelhouder van NV Haven Amsterdam is, kan gekozen worden voor het zogeheten „verlichte’ structuurregime. Het enige verschil met het volledige structuurregime is dat in het verlichte regime de AVA de directie benoemt, in plaats van de RvC in het volledige structuurregime. De overige kenmerken van een (verlicht) structuurregime zijn: Benoeming en ontslag van de leden van de RvC door de AVA op voordracht van de RvC. Schorsing van de leden van de RvC door de RvC zelf. De AVA en de ondernemingsraad hebben aanbevelingsrechten met betrekking tot de voordracht van leden voor de RvC. Voor één derde van de commissarissen dient de RvC de aanbeveling van de ondernemingsraad te volgen, tenzij de RvC op gegronde redenen bezwaar maakt tegen de aanbevolen persoon. Mogelijkheid voor de AVA om op gegronde redenen het vertrouwen in de gehele RvC op te zeggen en daarmee alle leden van de RvC te ontslaan. Bepaalde besluiten van de RvB zijn wettelijk aan de goedkeuring van de RvC onderworpen (zie Bijlage 7, annex B). RvB: de rol van bestuurder De taak van het bestuur bestaat uit de leiding van de dagelijkse gang van zaken, het plannen maken voor de toekomst, strategie bepalen en beleid uitstippelen. Het bestuur van NV Haven Amsterdam en het beheer over eventuele dochtervennootschappen behoort exclusief tot het domein van de directie. Voorts vertegenwoordigt de directie NV Haven Amsterdam, waarbij in de statuten een “twee handtekeningenstelsel” is opgenomen. Dit betekent dat de directeur individueel geen rechtshandelingen mag aangaan. RvC: de rol van toezichthouder De RvC heeft primair de taak het houden van toezicht op het beleid van de directie en op de algemene gang van zaken binnen de desbetreffende vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Daarnaast heeft hij een rol als adviseur en klankbord voor de directie. De RvC heeft een wettelijk goedkeuringsrecht met betrekking tot bepaalde besluiten van de directie van NV Haven Amsterdam (Bijlage 7, Annex B). Daarnaast zal in de statuten van NV Haven Amsterdam en haar werkmaatschappijen worden opgenomen dat bepaalde strategische besluiten eveneens onderworpen zijn aan goedkeuring van de RvC (Bijlage 7, annex B). AVA: Amsterdam in de rol van (indirect) aandeelhouder en eigenaar In beginsel heeft de AVA de rol van hoogste orgaan van de vennootschap. Aan haar komen alle bevoegdheden toe die niet via de statuten of de wet aan andere organen zijn toebedeeld. Zo stelt de AVA de jaarrekening vast en beslist zij over statutenwijziging en ontbinding van de vennootschap. De AVA van NV Haven Amsterdam wordt gevormd door de enig aandeelhouder de Gemeente Amsterdam. De bevoegdheid om te beslissen hoe de rechten van de Gemeente Amsterdam als aandeelhouder aangewend worden, komt op basis van de 42
NV Haven Amsterdam voldoet aan de volgende drie criteria van 2:153 BW: (i) Het bedrag van haar geplaatste kapitaal en haar reserves bedragen ten minste € 16 miljoen; (ii) NV Haven Amsterdam of een werkmaatschappij heeft een verplichte ondernemingsraad ingesteld; (iii) Bij NV Haven Amsterdam en haar werkmaatschappijen zijn in de regel ten minste 100 werknemers in Nederland werkzaam.
60
Gemeentewet toe aan het College van Burgemeester en Wethouders. Indien beslissingen ingrijpende gevolgen voor de Gemeente Amsterdam hebben, zal de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld worden haar wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van het College te brengen. De statuten van NV Haven Amsterdam en haar werkmaatschappijen zullen bepalen dat bepaalde (strategische) besluiten van de directie onderworpen zijn aan goedkeuring van de AVA van NV Haven Amsterdam (Bijlage 7, annex C). Hierdoor kan de Gemeente Amsterdam direct dan wel indirect zeggenschap uitoefenen over dergelijke strategische besluiten. RvB: Benoeming, schorsing en ontslag door de AVA. De directie zal bestaan uit ten minste drie en ten hoogste vijf personen. In het verlichte regime benoemt, schorst en ontslaat de AVA de leden van de RvB. Binnen dit regime is gekozen voor een systeem waarbij de benoeming plaatsvindt op voordracht van de RvC. In deze opzet hebben zowel de RvC (vanuit hun controlerende positie) als de AVA (vanuit het financiële en het publieke belang) een belangrijke positie in de benoeming van directeuren. Het publieke belang van de haven is groot. Er is gewaarborgd dat de gemeente de uiteindelijke beslissing neemt over benoemingen van diegenen die deze publieke belangen behartigen. Tegelijkertijd zorgt deze variant ervoor dat de RvC, die de onderneming goed kent, een concrete voordracht voor de benoeming van een directeur aan de AVA kan doen. In verband met de afwezige RvC op het moment van verzelfstandiging zal, anders dan hierboven vermeld, de gemeente Amsterdam bij oprichting bepalen hoe de directie samengesteld zal zijn. Ter voorkoming van dubbele petten-problematiek is het “nee, tenzij-beleid” van de gemeente bij Amsterdamse deelnemingen in de statuten scherp aangezet door op te nemen dat bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren van één van de aandeelhouders geen directeur kunnen zijn. Ook voor de afhankelijke maatschappijen zal dit gelden. RvC: benoeming en ontslag door AVA, schorsing door RvC. De RvC zal bestaan uit ten minste drie en ten hoogste zeven personen. Deze omvang wordt als passend beschouwd voor de omvang van het bedrijf. De leden van de RvC worden, op voordracht van de RvC, benoemd door de AVA. Ook hierbij is, ter voorkoming van dubbele petten-problematiek het “nee, tenzij-beleid” van de gemeente bij Amsterdamse deelnemingen is in de statuten scherp aangezet door op te nemen dat bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren van één van de aandeelhouders geen commissaris kunnen zijn. Ook voor de afhankelijke maatschappijen zal dit gelden. De AVA en de ondernemingsraad hebben aanbevelingsrechten met betrekking tot de voordracht van leden voor de RvC. Voor één derde van het aantal commissarissen dient de RvC de aanbeveling van de ondernemingsraad te volgen, tenzij de RvC op gegronde redenen bezwaar maakt tegen de aanbevolen persoon. Een commissaris kan door de RvC worden geschorst. De AVA kan, op gegronde redenen, het vertrouwen in de gehele RvC opzeggen en daarmee alle leden van de RvC ontslaan. Profiel en samenstelling RvC wordt vastgelegd in een profielschets. Voor de samenstelling van de RvC van NV Haven Amsterdam wordt een profielschets opgesteld waarin de vereiste competenties en ervaring van de commissarissen worden benoemd. De gezamenlijke commissarissen dienen ter realisatie van de statutaire doelstelling van NV Haven Amsterdam bijvoorbeeld op de volgende vlakken over bestuurlijke ervaring en netwerken te beschikken:
61
Haven(exploitatie en -ontwikkeling) Logistiek, Energie, Petrochemie Strategie, Financiën, Juridisch, Personeel & Organisatie Duurzaamheid, Milieu, Maatschappelijk verantwoord ondernemen, Innovatie
De profielschets wordt vastgesteld en kan nadien gewijzigd worden door de RvC. De vaststelling en iedere daaropvolgende wijziging wordt besproken in de AVA en met de ondernemingsraad van NV Haven Amsterdam. In verband met de afwezige RvC op het moment van verzelfstandiging zal, anders dan hierboven vermeld, de gemeente Amsterdam bij oprichting bepalen hoe de RvC samengesteld zal zijn. Bezoldiging RvB en RvC Na verzelfstandiging ligt de bevoegdheid voor het vaststellen van het bezoldigingsbeleid van de RvB en de bezoldiging van de RvC bij de AVA. De bezoldiging van de RvB wordt, met inachtneming van het bezoldigingsbeleid, vastgesteld door de RvC. De wethouder Deelnemingen heeft aan Concern Financiën/Markt&Overheid opdracht gegeven gemeentebreed beleid te ontwikkelen voor beloningen van directeuren en commissarissen bij deelnemingen. Dit beleid is naar verwachting in het voorjaar van 2011 gereed voor besluitvorming. Het gemeentebrede beloningsbeleid voor deelnemingen zal worden afgewacht en vervolgens in de uitvoeringsfase als basis worden gebruikt voor verdere inrichting van het bezoldigingsbeleid bij NV Haven Amsterdam.
6.4
(Strategische) invloed en zeggenschap AVA en RvC
Belangrijke sturingsinstrumenten vormen de strategische bedrijfsvisie, het strategisch plan en het investerings- en exploitatieplan Als belangrijk instrument voor de realisatie van de strategische invloed van de Gemeente Amsterdam op NV Haven Amsterdam is ervoor gekozen aan te sluiten bij de huidige beleidsstukken van Haven Amsterdam. In de statuten wordt vastgelegd dat het bestuur van NV Haven Amsterdam de volgende stukken opstelt:
een strategische bedrijfsvisie (met een horizon van 12 jaar) waarin de directie in grote lijnen haar visie ten aanzien van de haven, haar doelstellingen en de te volgen strategie van de vennootschap en haar afhankelijke maatschappijen in de komende twaalf jaar vastlegt; een strategisch plan (met een horizon van 4 jaar) waarin de visie van de directie van NV Haven Amsterdam ten aanzien van de te volgen strategie van NV Haven Amsterdam en haar eventuele dochtervennootschappen in de komende vier jaar wordt vastgelegd. In dit plan wordt onder meer aangegeven op welke terreinen de vennootschap en haar afhankelijke maatschappijen actief zullen zijn en in welke geografische gebieden, alsmede de doelen van de vennootschap en haar afhankelijke maatschappijen, hoe de doelen naar verwachting zullen worden gerealiseerd en welke ingrijpende wijzigingen ten aanzien van de organisatiestructuur en de bedrijfsvoering de directie wenst door te voeren met betrekking tot de vennootschap en haar afhankelijke maatschappijen. In het strategisch plan wordt ook aandacht besteed aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (zie verder in deze paragraaf). een investerings- en exploitatieplan (voor komende kalenderjaar), waarvan deel uitmaakt een meerjaren investeringsprogramma, begroting, treasuryplan. Hierin worden de plannen voor het bereiken van de in de strategische bedrijfsvisie en het strategisch plan opgenomen doelstellingen geconcretiseerd en meetbaar gemaakt voor het volgende kalenderjaar.
De strategische bedrijfsvisie wordt in ieder geval iedere 12 jaar opnieuw opgesteld, c.q. geactualiseerd en ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC en de AVA. Ook tussentijdse
62
wijzigingen in de strategische bedrijfsvisie dienen voorgelegd te worden aan de RvC en de AVA. Ook het strategisch plan en het investerings- en exploitatieplan zullen aan de RvC en de AVA ter goedkeuring worden toegezonden. In de uitvoeringsfase zal de frequentie van het voorleggen van het strategisch plan en het detailniveau van zowel het strategisch plan als het investerings- en exploitatieplan worden uitgewerkt. Met deze afspraken is de directie leidend in het opstellen van de strategische bedrijfsvisie, strategisch plan en investerings- en exploitatieplan. De directie zal echter naar eigen inzicht anderen, bijvoorbeeld gemeentelijke diensten, vooraf betrekken bij de totstandkoming van de strategische bedrijfsvisie. En, gezien de goedkeurende rol van de 43 AVA , zal de directie er naar verwachting voor zorgen dat het stuk zodanig is, dat er in de AVA geen problemen ontstaan. De directie heeft zich in de strategische bedrijfsvisie te houden aan de publiekrechtelijke kaders. Onder meer de Havenvisie en gemeentebrede Structuurvisie vormen daarmee uitgangspunt en randvoorwaarde voor de door de directie op te stellen strategische bedrijfsvisie. NB: het bovenstaande gaat nadrukkelijk niet over de Havenvisie. De Havenvisie blijft ook na verzelfstandiging van Haven Amsterdam een publiekrechtelijk stuk dat door de gemeente wordt opgesteld en geaccordeerd. De Havenvisie is een ruimtelijkeconomische structuurvisie op het havengebied. Deze visie kan al dan niet een onderdeel vormen van de gemeentebrede Structuurvisie. Belangrijke en/of strategische besluiten van (de directie van) NV Haven Amsterdam worden ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC en/of AVA De statuten van NV Haven Amsterdam en haar werkmaatschappijen zullen bepalen dat bepaalde (strategische) besluiten van de directie onderworpen zijn aan goedkeuring van de AVA van NV Haven Amsterdam (Bijlage 7, Annex C). Hierdoor kan de Gemeente Amsterdam direct dan wel indirect zeggenschap uitoefenen over dergelijke strategische besluiten. Daarnaast zal in de statuten van NV Haven Amsterdam en haar werkmaatschappijen worden opgenomen dat bepaalde strategische besluiten eveneens onderworpen zijn aan goedkeuring van de RvC (Bijlage 7, Annex B). Deze zeggenschap van de AVA en de RvC kan op hoofdlijnen als volgt schematisch worden weergegeven: Directie stelt voor/is bevoegd tot
Strategische bedrijfsvisie Strategisch plan Investerings- en exploitatieplan (IEP) Jaarrekening (Rechts)handelingen tot en met EUR [..] miljoen
(Rechts)handelingen voorzien in IEP tussen EUR [..] en [..] miljoen (Rechts)handelingen voorzien in IEP tussen EUR [..] en [..] miljoen (Rechts)handelingen niet voorzien in IEP tussen
RvC stelt vast/keurt goed
AVA stelt vast/ keurt goed
43
In de Gemeentewet is vastgelegd dat het College van B&W bevoegd is tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (art. 160, lid 1, sub e). Het nemen van besluiten als aandeelhouder valt hieronder. Na verzelfstandiging is gemeente Amsterdam enig aandeelhouder, als enig aandeelhouder vormt het College van B&W daarmee de facto de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). Na toetreding van derden als aandeelhouder is dit niet meer het geval, aangezien het aandeelhouderschap dan gedeeld wordt met anderen en de aandeelhouders gezamenlijk de AVA vormen.
63
EUR [..] en [..] miljoen
(Rechts)handelingen boven EUR [..] miljoen Controversiële, principiële, ingrijpende of branchevreemde (rechts)handelingen Uitgifte van terrein groter dan [..] ha Aangaan/verbreken duurzame samenwerking Transacties met betrekking tot strategische activa Toetreding aandeelhouders
De drempelbepalingen (in de tabel nu nog aangegeven met [..]) zullen nader worden ingevuld in de uitvoeringsfase. De hoogte van deze drempels is onder meer afhankelijk van de wijze waarop NV Haven Amsterdam uiteindelijk gefinancierd zal worden: Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt statutair vastgelegd Eind 2009 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen waarin het college opgedragen wordt: Bij de oprichting van een nieuwe gemeentelijke BV/100% deelneming voorwaarden op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen op te nemen in de oprichtingsstatuten. Het college heeft aangegeven deze motie uit te voeren. Om hieraan invulling te geven bij de verzelfstandiging van Haven Amsterdam is statutair opgenomen dat de directie een jaarverslag opstelt met betrekking tot het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) van de vennootschap. Het opstellen van een MVO-jaarverslag betreft verslaglegging áchteraf. Derhalve wordt ook statutair vastgelegd dat het onderwerp MVO vóóraf aan de RvC en AVA wordt voorgelegd in het strategisch plan (met een horizon van 4 jaar). Als sluitstuk op de corporate governance worden nadere gedragsregels/ afspraken gemaakt Als sluitstuk op de corporate governance, zoals hiervoor omschreven, zullen nog nadere afspraken en gedragsregels over de (werk)verhouding tussen RvB, RvC en de AVA vastgelegd worden. Indien overgegaan wordt op de uitvoeringsfase zal dan onder meer een directiereglement en een RvC-reglement opgesteld worden.
6.5
Alle activiteiten, onderdelen en risico‟s gaan over
Alle activiteiten, onderdelen en risico’s gaan over naar NV Haven Amsterdam Bij de verzelfstandiging gaan alle activiteiten en onderdelen van Haven Amsterdam naar de nieuw op te richten NV Haven Amsterdam, tenzij uitdrukkelijk uitgezonderd. Dit zal gebeuren door middel van een activa/passiva transactie. De gemeente Amsterdam zal de onderneming van Haven Amsterdam ten titel van inbreng ter volstorting van de aandelen inbrengen in NV Haven Amsterdam. Voor de inbreng is in beginsel vereist (i) een 44 beschrijving van hetgeen wordt ingebracht, vergezeld van (ii) een accountantsverklaring . Het uitgangspunt bij de verzelfstandiging met betrekking tot de risicoverdeling is dat alle risico‟s met betrekking tot de activiteiten en de onderneming van vóór en na de verzelfstandiging overgaan op c.q. voor rekening en risico zijn van NV Haven Amsterdam. Uitzondering op dit uitgangspunt zijn risico‟s en schade (met name milieuverontreiniging) die verband houden met de Tweede Wereldoorlog. NV Haven Amsterdam zal de gemeente Amsterdam vrijwaren van claims van derden die verband houden met de activiteiten van NV Haven Amsterdam In verband met bovengenoemde risicoverdeling zal de NV Haven Amsterdam de gemeente Amsterdam vrijwaren van claims van derden. De vrijwaring dient onder meer de volgende risico‟s te dekken: Verplichtingen die voortvloeien uit lopende procedures (rechtsgedingen); 44
Hoewel voor de inbreng in NV Haven Amsterdam geen beschrijving van die inbreng noch een accountantsverklaring vereist is, valt het te overwegen op vrijwillige basis een dergelijke beschrijving op te stellen en een accountantsverklaring te verzoeken. Hiermee kan het risico van bestuurdersaansprakelijkheid gemitigeerd worden in het kader van de verzelfstandiging.
64
Alle (daadwerkelijke) kosten, alle verplichtingen en alle aansprakelijkheden die ontstaan door gebruik van de door gemeente Amsterdam aan NV Haven Amsterdam gegeven volmacht om vermogensbestanddelen na de oprichtingsdatum te leveren dan wel over te nemen. Voor alle verplichtingen en aansprakelijkheden die ontstaan doordat gemeente Amsterdam overeenkomstig door NV Haven Amsterdam gegeven instructies bevoegdheden uitoefent. Voor alle nadelige gevolgen die ontstaan door gebruik van de volmacht van de gemeente Amsterdam aan NV Haven Amsterdam om haventerrein in ondererfpacht uit te geven. Aansprakelijkheid voortvloeiende uit milieuverontreiniging van haventerreinen, met uitzondering van milieuverontreiniging als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. Claims van het personeel van Haven Amsterdam; Aansprakelijkheid voortvloeiende uit vergunningen Flora en Faunawet waarvoor wettelijke aansprakelijkheid geldt. Aansprakelijkheid voor opstallen die zich op haventerreinen bevinden. Aansprakelijkheid voortvloeiende uit contracten van Haven Amsterdam. Aansprakelijkheid voortvloeiend uit de werkzaamheden van de Havenmeester; Aansprakelijkheid die voortvloeiend uit het beheer van de wegen, riolen, leidingen en aansluitleidingen, voor zover opgedragen aan NV Haven Amsterdam; Verplichtingen uit onrechtmatige daad, wanprestatie en uit persoonlijke zekerheden zoals borgtocht, hoofdelijke aansprakelijkheid, et cetera;
Uitgevoerde (juridische) due diligence In het kader van de onderzoeksfase van de herpositionering van NV Haven Amsterdam heeft een juridisch due diligence plaatsgevonden met betrekking tot de belangrijkste onderdelen, namelijk:
Belangrijke contracten; Vergunningen; Subsidies; Milieuverontreiniging; Lopende procedures en; Verzekeringen
In de juridische due diligence zijn de eventuele juridische risico‟s en obstakels voor een verzelfstandiging van Haven Amsterdam in kaart gebracht. Daaruit is het volgende naar voren gekomen: Belangrijke contracten Haven Amsterdam heeft een selectie gemaakt van haar belangrijkste contracten, bestaande uit huurcontracten, erfpachtcontracten, samenwerkingsverbanden en service contracten. Deze contracten heeft Clifford Chance beoordeeld op a. specifieke beperkingen overdraagbaarheid, b. change of control-bepalingen en c. ontbindings- en/of opzeggingsbepalingen. Uit deze beoordeling is gebleken dat slechts in een beperkt aantal gevallen de contractspartij(en) van Haven Amsterdam actief dient/dienen in te stemmen met de contractsoverneming door NV Haven Amsterdam van de Gemeente. Gelet op dit beperkte aantal gevallen voorziet Clifford Chance weinig risico's voor wat betreft de overneming van de diverse contracten door NV Haven Amsterdam. Vergunningen Haven Amsterdam heeft een overzicht gemaakt van aan haar verleende vergunningen, ontheffingen en beschikkingen. Vervolgens heeft Clifford Chance beoordeeld of deze kunnen worden overgedragen aan NV Haven Amsterdam. Uit deze beoordeling zijn geen noemenswaardige risico‟s naar voren gekomen ten aanzien van de overdracht aan NV Haven Amsterdam. Subsidies Haven Amsterdam heeft een overzicht gemaakt van subsidiegelden die zij op dit moment op grond van acht aan haar verleende subsidies ontvangt. Vervolgens heeft Clifford
65
Chance beoordeeld of deze subsidies door de Gemeente kunnen worden overgedragen aan NV Haven Amsterdam. Uit deze beoordeling volgt dat zes subsidies kunnen worden overgedragen aan NV Haven Amsterdam. Één subsidie is niet overdraagbaar, maar de vaststelling van deze subsidie vindt hoogstwaarschijnlijk plaats vóór de verzelfstandiging van Haven Amsterdam. Milieuverontreiniging, lopende juridische procedures, verzekeringen Daarnaast zijn de milieuclaims in kaart gebracht, alsmede alle lopende juridische procedures met derde partijen en verzekeringen. Uit de juridische due diligence (met ondersteuning van Clifford Chance) zijn geen risico‟s naar voren gekomen die de verzelfstandiging in de weg zouden kunnen staan.
6.6
Conclusies
In dit hoofdstuk is aan de orde gekomen dat het mogelijk is om Haven Amsterdam te laten verzelfstandigen tot een overheids-NV, waarbij het volgende geldt: Alle activiteiten en onderdelen van Haven Amsterdam inclusief de bijbehorende risico‟s en verantwoordelijkheden worden ingebracht in de naamloze vennootschap NV Haven Amsterdam met een passende statutaire doelomschrijving; Alleen publieke partijen kunnen aandeelhouder worden van NV Haven Amsterdam; De AVA (= gemeente Amsterdam, zolang geen andere partijen zijn toegetreden) benoemt, ontslaat en schorst de directie van NV Haven Amsterdam. De benoeming van de directie vindt plaats op voordracht van de RvC; De AVA (= gemeente Amsterdam, zolang geen andere partijen zijn toegetreden) benoemt de leden van de RvC (op voordracht van de RvC) en kan, op gegronde redenen, het vertrouwen in de gehele RvC opzeggen en daarmee alle leden van de RvC ontslaan; De bezoldiging van de RvB en RvC wordt in de uitvoeringsfase bepaald op basis van het gemeentebrede beleid ten aanzien van beloningen van directeuren en commissarissen bij deelnemingen. Na verzelfstandiging ligt de bevoegdheid voor het vaststellen van het bezoldigingsbeleid van de RvB en de bezoldiging van de RvC bij de AVA. De bezoldiging van de RvB wordt, met inachtneming van het bezoldigingsbeleid, vastgesteld door de RvC; Belangrijke sturingsinstrumenten op NV Haven Amsterdam vormen de strategische bedrijfsvisie, het strategisch plan en het investerings- en exploitatieplan; Belangrijkste strategische besluiten van (de directie van) NV Haven Amsterdam worden ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC en/of AVA; Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt statutair verankerd; Uit het uitgevoerde juridische due diligence op de belangrijkste onderdelen (Belangrijke contracten, Vergunningen, Subsidies, Milieuverontreiniging, Lopende Procedures en Verzekeringen) zijn geen risico‟s naar voren gekomen die de verzelfstandiging in de weg zouden kunnen staan.
66
7 Grond en transformatie 7.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de consequenties van en randvoorwaarden voor de grondinbreng bij NV Haven Amsterdam. Allereerst wordt ingegaan op de demarcatielijnen van het beheergebied van Haven Amsterdam en de voorwaarden waarbinnen het havenbedrijf gronden kan exploiteren. Tevens wordt ingegaan op de kaders waarbinnen ook in de toekomst stedelijke transformatie van bestaand havengebied mogelijk worden gemaakt. Achtereenvolgens komen aan de orde: Beheergebied Haven Amsterdam; Hoofdrecht van erfpacht en ondererfpachtrechten; Kaders voor transformatiegebieden. De grond van het beheersgebied van Haven Amsterdam is samen met de uitvoering van de nautische taken een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen voor Haven Amsterdam. Haven Amsterdam geeft grond uit aan marktpartijen in erfpacht of huur. De omvang van het beheersgebied dat wordt ingebracht en de wijze waarop deze grond wordt ingebracht in het verzelfstandigde havenbedrijf bepaalt de wijze waarop NV Haven Amsterdam kan functioneren in de markt. De wijze waarop de grond wordt ingebracht is tevens bepalend voor de hoogte en de wijze van financiële afdracht van NV Haven Amsterdam aan de gemeente als aandeelhouder. In de nieuwe structuurvisie van de Gemeente Amsterdam zijn specifieke transformatie gebieden in Westpoort benoemd (ten oosten van de A10). Deze mogelijke transformatie van een haven naar een grootstedelijke bestemming moet zo efficiënt en effectief mogelijk zijn, ook als de betreffende gronden zijn ingebracht in een verzelfstandigd havenbedrijf.
7.2 7.2.1
Beheersgebied Haven Amsterdam Westpoort 45
Het beheersgebied van Haven Amsterdam (gele zone) is onderdeel van Westpoort. Daarnaast is Haven Amsterdam verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van geheel Westpoort, incl. de gebiedsdelen buiten het eigen ontwikkelgebied (blauwe zone). OGA is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het overige (blauwe) gebied in Westpoort, dit betreft met name Sloterdijk I, Telepoort, II,III, IV(De Heining). De beheerstaken en planologische worden in dit hoofdstuk verder niet behandeld, deze worden behandeld in het hoofdstuk 5 over publieke taken en bevoegdheden van Haven Amsterdam. In dit gebied voert Haven Amsterdam de regie op gebied van: Marketing, acquisitie, ontwikkeling, exploitatie en beheer van het havengebied; Het verhuren of uitgeven in erfpacht van grondpercelen, gebouwen en overige onroerende goederen, accountmanagement, prijsbeleid en contractbeheer. Het verhuren of uitgeven in erfpacht van waterpercelen, kades en steigers, inclusief acquisitie, prijsbeleid (voor zowel zeehavengeld als voor erfpacht en huur) en contractbeheer. Het opstellen en uitvoeren van het prijsbeleid erfpacht en huur, zeehavengeld en in de toekomst binnenhavengeld en het innen van deze gelden. 45
Daar waar in deze rapportage wordt gesproken over de inbreng van gronden en/of het havengebied, wordt in dit licht het “gele” gebied bedoeld. Daarnaast heeft de gemeente gronden en opstallen in de Houtrakpolder en de Inlaagpolder in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude in eigendom welke in de concept structuurvisie genoemd zijn inzake een mogelijke toekomstige havenuitbreiding. Deze gronden en opstallen welke beheerd worden door Haven Amsterdam zijn in pacht en huur uitgegeven voornamelijk voor agrarisch gebruik. Men moet zich realiseren dat Westpoort het enige grootschalige bedrijfsterrein in de Metropool Regio Amsterdam is waar ruimte is voor de vestiging van grote en milieuruimte vragende (haven-) bedrijvigheid. Het is een geluidgezoneerd gebied.
67
Het (mede) toezicht houden op veiligheid op het land, bijvoorbeeld in het kader van ISPS. Figuur 17.Beheergebied Haven Amsterdam en Westpoort
De demarcatie van het beheergebied (geel) blijft bij inbreng bij NV Haven Amsterdam ongewijzigd.
7.3
Grondinbreng in de NV Haven Amsterdam e
Amsterdam heeft een lange historie voor wat betreft het erfpachtstelsel. Sinds eind 19 eeuw hanteert de gemeente de regel dat grond in erfpacht wordt uitgegeven en sindsdien is ca. 80% van alle grond in de gemeente (bloot) eigendom van de gemeente. Het huidige algemeen geldende erfpacht stelsel - zoals in 1999 bekrachtigd door de gemeenteraad - heeft tot doel:
De waarde vermeerdering van de grond komt ten goede aan de gemeenschap; De overheid bepaalt mede hoe de grond wordt gebruikt; En kan hierdoor maatschappelijk ongewenste ontwikkelingen tegengaan. Binnen Amsterdam zijn er twee gemeentelijke diensten die het Amsterdamse erfpachtstelsel toepassen. OGA is verantwoordelijk voor de uitgifte van grond in het stedelijk gebied en Haven Amsterdam voor de gronduitgifte in havengebieden.
Haven Amsterdam geeft sinds de tweede helft van de vorige eeuw gronden in tijdelijke erfpacht uit. Bij tijdelijke erfpacht houdt het erfpacht recht op na 50 jaar en vervalt de grond weer volledig terug naar de eigenaar, i.c. de gemeente/Haven Amsterdam. De mogelijkheid bestaat dat een erfpachter het recht heeft op een verlenging van nogmaals 50 jaar tegen geactualiseerde voorwaarden.46 OGA geeft gronden in voortdurende erfpacht uit. Bij voortdurende erfpacht is het recht niet in de tijd beperkt. Wel is er sprake van tijdsvakken die het moment van actualisatie van de canon en Algemene Voorwaarden aangegeven. Dit is meestal een keer per 50 jaar. Amsterdam kent geen eeuwigdurende erfpacht. Eeuwigdurende erfpacht lijkt in veel opzichten op het voortdurende erfpacht, met dien verstande dat er geen sprake is van een periodiek actualisatiemoment. In het hoofderfpachtrecht worden eenmalig (op het moment van verzelfstandiging) de kaders geschetst, waarbinnen NV Haven Amsterdam tot in de eeuwigheid mag opereren47. Tussentijds kan de
46
Haven Amsterdam geeft niet alleen percelen in erfpacht uit, maar verhuurt ook percelen. Voor de leesbaarheid van deze notitie is dat niet op iedere plek expliciet benoemd. 47 Ook bij Havenbedrijf Rotterdam is de grond eeuwigdurend ingebracht.
68
aandeelhouder sturen op de afdracht via het dividendbeleid – want vast te stellen door de aandeelhouder)48. In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste verschillen tussen de systemen op een rij gezet.
Eigendom Gebied Looptijd/einde recht Tijdsvak Actualisatie canon en Algemene voorwaarden Indexatie
Tijdelijk Gemeente Havengebied 0-50 jaar (evt. met verlengingsoptie) 0 - 50 jaar Bij (her)afsluiting nieuw erfpachtcontract
Voortdurend Gemeente Rest van de stad voortdurend
Eeuwigdurend Gemeente Havengebied Voortdurend
50 jaar Na einde tijdsvak (i.c. elke 50 jaar)
n.v.t. n.v.t.
Jaarlijks indexcanon; indexatie kan tegen opslag worden uitgesloten; afkoop mogelijk voor 50 jaar
Jaarlijks indexcanon); 10 of 25 jaar vaste canon en afkoop voor 50 jaar zijn mogelijk
Afdracht vindt plaats via dividend van de NV.
De uitgangspunten voor de wijze waarop de grond wordt ingebracht in de NV Haven Amsterdam: A. De Gemeente blijft juridisch eigenaar van de grond. Alleen het economisch eigendom wordt ingebracht bij NV Haven Amsterdam. De gemeente blijft juridisch eigenaar van de grond. B. NV Haven Amsterdam heeft als één van haar kerntaken het uitgeven van terreinen in ondererfpacht dan wel verhuur aan de havenondernemers op basis van een marktconforme canon of huur en binnen de kaders van algemene voorwaarden uit het erfpachtcontract met de gemeente. NV Haven Amsterdam draagt zijn opbrengsten via dividend af aan de aandeelhouders. Haven Amsterdam geeft gronden aan klanten uit in (onder)erfpacht (max. 50 jaar) onder AV2007 (dit zijn de algemene erfpachtvoorwaarden die van toepassing zijn verklaard bij nieuwe contracten). Bij het afsluiten van nieuwe contracten brengt Haven Amsterdam op dat moment een marktconforme canon in rekening voor de klant. De opbrengsten draagt Haven Amsterdam via het dividend af aan de aandeelhouder(s) (voor de gemeente gaat het dividend naar de algemene middelen conform huidige situatie) C. Het is wenselijk voor de gemeente om de waardeontwikkeling van de grond te kunnen behouden en deze ten goede te laten komen aan de gemeenschap. D. Het bepalen van de bestemming van de grond is een publieke taak. De gemeente behoudt daarom zeggenschap over de bestemming van de grond via de structuurvisie en de uitwerking daarvan in de bestemmingsplannen. De gemeente behoudt de zeggenschap over het planologisch juridisch instrumentarium. Op die manier kan de gemeente via de structuurvisie en de uitwerking daarvan in bestemmingsplannen de bestemming van de grond in het beheergebied van de Haven bepalen en indien gewenst daarop sturen. E. In geval van faillissement van NV Haven Amsterdam of een daarmee vergelijkbare situatie kan de gemeente het erfpachtrecht opzeggen en valt de grond (inclusief grondinkomsten) terug aan de gemeente tegen betaling aan NV Haven Amsterdam van een vergoeding (inbrengwaarde grond en de afschrijving erop). Haven Amsterdam krijgt in de erfpacht alleen de beschikking over het economisch eigendom van de grond. Het juridisch eigendom van de grond blijft bij de gemeente. In geval van faillissement van NV Haven Amsterdam of een daarmee vergelijkbare default-situatie kan de gemeente het erfpachtrecht opzeggen. De grond valt dan terug aan de gemeente tegen betaling aan NV Haven Amsterdam van een vergoeding van de waarde van het erfpachtrecht;. Uitgangspunt voor die waarde is de hoogte van de 48
Publieke rechtspersonen zijn thans vrijgesteld van dividendbelasting.
69
inbrengwaarde (en de afschrijving erop) van het erfpachtrecht (berekening en hoogte worden nader uitgewerkt in de uitvoeringsfase). De grondinkomsten komen daarmee weer direct ten goede aan de gemeente. Hiermee wordt verzekerd dat de grond niet in handen van derden kan vallen. Dit laatste wordt geborgd via een defaultbepaling die is gebaseerd op het voorbeeld van de Haven Rotterdam en wordt opgesteld door de Gemeenteadvocaat. De houdbaarheid van deze bepaling is juridisch getoetst, maar kanttekening is dat hierover vooralsnog geen jurisprudentie is. De inbreng van het economisch eigendom van de grond bij NV Haven Amsterdam middels een voortdurend erfpachtcontract met canon €0 en een tijdsvak van 50 jaar. De wijze van inbreng wordt bepaald door een aantal factoren: Het vinden van aansluiting bij het voortdurende stelsel dat binnen de gemeente Amsterdam gehanteerd wordt; Het verkrijgen van een inbrengvrijstelling voor de overdrachtsbelasting van de belastingdienst; Het realiseren van een solide en continue bedrijfsvoering door de NV Haven Amsterdam. Op basis van de bovenstaande overweging wordt voorgesteld om de grond middels een voortdurende erfpacht in te brengen in de NV Haven Amsterdam. Het economisch eigendom van de grond wordt bij verzelfstandiging van Haven Amsterdam ingebracht middels een voortdurende erfpachtcontract tussen de gemeente en NV Haven Amsterdam, waarbij NV Haven Amsterdam de grond als activa zal activeren op haar balans. Voor zover gronden thans door de gemeente in tijdelijke (onder) erfpacht zijn uitgegeven aan derden, zal de voortdurende erfpacht aan NV Haven Amsterdam worden gevestigd onder opschortende voorwaarde van het eindigen van de lopende tijdelijke erfpachten. De voortdurende erfpacht kent tijdvakken van 50 jaar. Over het eerste 50 jarig erfpachttijdvak zal de erfpachter (NV Haven Amsterdam) geen canon (€0,- euro) verschuldigd zijn. Het voortdurend erfpachtcontract tussen de gemeente en NV Haven Amsterdam wordt voor onbepaalde tijd afgesloten (vergelijkbaar met de duur van andere voortdurend erfpachtcontracten binnen Amsterdam). In de eerste 50 jaar vindt de afdracht aan de gemeente plaats middels een dividend. Een winstafdracht (vergelijkbaar met de huidige vorm) via dividend heeft als gevolg dat het dividend gelijkmatig kan meegroeien met de resultaatsontwikkelingen van NV Haven Amsterdam. Dividend is dus in tegenstelling tot canon resultaatsafhankelijk. Hogere uitgifteprijzen vertalen zich direct in een hoger resultaat van NV Haven Amsterdam. Het resultaat van de onderneming wordt als dividend jaarlijks uitgekeerd aan de aandeelhouder. De Belastingdienst heeft middels een brief van 1 maart 2011 aangegeven dat het bovenstaande voorstel op goedkeuring mag rekenen voor het verkrijgen van de inbrengvrijstelling voor de overdrachtsbelasting (zie bijlage) die geldig is tot 1/1/2013. Binnen het kader van het erfpachtcontract met de gemeente mag NV Haven Amsterdam de grond vervolgens in ondererfpacht/huur uitgeven aan de havenondernemers op basis van marktconforme canon. (conform de huidige situatie) NV Haven Amsterdam heeft de beschikking over de grond nodig wil ze in staat blijven om gronden aan klanten in erfpacht uit te kunnen geven. Dit strookt met het door de gemeenteraad goedgekeurde plan van aanpak (18 februari 2010): “Haven Amsterdam verkrijgt het economisch eigendom voor een verantwoorde, langdurige en marktconforme exploitatie, tenzij de gemeente aangeeft dat dit voor specifieke terreinen niet noodzakelijk is.”
70
Binnen de kaders van het erfpachtrecht kan NV Haven Amsterdam haar bedrijfsvoering organiseren. In geval van Haven Amsterdam is het erfpachtrecht de uitgangspositie waarbinnen NV Haven Amsterdam aan afzonderlijke klanten ondererfpachtrechten aanbiedt. Bij het einde van het tijdsvak (over 50 jaar) stellen het Ontwikkelingsbedrijf Amsterdam (OGA) en NV Haven Amsterdam een advies op ten aanzien van de actualisatie van de canon en de algemene voorwaarden van het erfpachtcontract. In het geval van actualisatie van de canon ná de initiële periode van 50 jaar zal de continuïteit van de bedrijfsvoering van de NV Haven Amsterdam worden gewaarborgd. Bij de feitelijke actualisatie van de canon wordt een aantal kaders gehanteerd: de gemeente hanteert een canon die een goede bedrijfsvoering mogelijk maakt (OGA en Haven Amsterdam zullen hiertoe aanvullende concrete en meetbare criteria voor evt. actualisatie van de canon formuleren); De waarde ontwikkeling van de gronden wordt gebenchmarked ten opzichte van andere internationale havens in de range Hamburg-Le Havre. OGA en NV Haven Amsterdam zullen in het advies aan het College een voorstel doen voor de nieuw vast te stellen canon waarin de waardeontwikkeling van de grond in het erfpachtcontract tussen de gemeente en NV Haven Amsterdam tot uitdrukking komt. Het college en de gemeenteraad stellen de actualisatie van de algemene voorwaarden en de canon van het erfpachtcontract tussen de gemeente en NV Haven Amsterdam bestuurlijk vast op basis van het OGA advies. Voortdurende erfpacht heeft mogelijk als gevolg dat NV Haven Amsterdam het erfpachtrecht in 50 jaar afschrijft (ten laste van resultaat) en reserveringen moet doen voor een in te stellen/te verhogen canon (hetgeen het resultaat en het aan de aandeelhouder uit te keren dividend zal drukken). De wijze waarop boekhoudkundig wordt geanticipeerd op de actualisatie van de canon na 50 jaar wordt uitgewerkt in de uitvoeringsfase. Dit wordt gedaan door verschillende vergelijkbare constructies in beeld te brengen. Uitgangspunt is dat de oplossing hierbij budgettair neutraal voor de gemeente is en een gezonde solvabiliteit voor de onderneming geborgd is. 7.3.1
Overige haven relevante gronden buiten Westpoort
De gemeente Amsterdam heeft grondposities in de Inlaagpolder en de Houtrakpolder in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Dit zijn twee gebieden ten westen van het huidige Westpoort, die op termijn ontwikkeld kunnen worden als uitbreidingsgebied voor havenontwikkeling. Deze gronden worden momenteel beheerd door Haven Amsterdam. Een deel van de gronden in de Houtrakpolder is in het verleden door de gemeente verkocht aan het Rijk ten behoeve van natuurontwikkeling. Bij een deel van de verkoop is het terugkoop recht voor de gemeente bedongen indien de gronden nodig zijn voor havenontwikkeling. Voor deze gronden en het terugkooprecht zijn er drie opties: Optie 1: de assets gaan in eigendom over naar NV Haven Amsterdam. Deze optie is vergelijkbaar met grondposities bij andere gemeenten in de regio die worden ingebracht in NV Haven Amsterdam, zoals in geval van Lelystad. De optie beantwoordt dan ook volledig aan de belangen van NV Haven Amsterdam. De gemeente geeft haar planologische en financieel relevante positie op. Voor de gemeente vervalt de directe invloed, anders dan als aandeelhouder. De waardestijging van de grondposities komt toe aan NV Haven Amsterdam. Het (eigen) vermogen van NV Haven Amsterdam neemt toe, wat leidt tot waardestijging van de aandelen van de aandeelhouder (lees de gemeente). De directe winst uit de exploitatie valt via dividend toe aan de aandeelhouder (lees de gemeente). Optie 2: de assets gaan gedeeltelijk/voorwaardelijk over naar NV Haven Amsterdam. Bijvoorbeeld door een erfpachtuitgifte van het Amsterdamse grondeigendom aan NV Haven Amsterdam en een optie op erfpacht in geval de gronden van het Rijk terug worden gekocht voor havenontwikkeling. In de erfpachtvoorwaarden kunnen zodanige
71
afspraken worden gemaakt dat de belangen van NV Haven Amsterdam en de gemeente worden geborgd. Optie 3: de assets blijven bij de gemeente. Deze optie beantwoordt het beste aan de belangen van de gemeente. Het houdt de onderscheiden mogelijkheden open, keuzes kunnen in een latere fase worden gemaakt. De belangen van NV Haven Amsterdam worden in deze optie geschaad; het strategisch belang van de grondpositie voor havenontwikkeling komt bij NV Haven Amsterdam te vervallen. De wijze van inbreng van de gronden buiten Westpoort in NV Haven Amsterdam zal in de uitvoeringsfase nader moeten worden vastgesteld.
7.4 7.4.1
Kaders voor transformatiegebieden Inleiding
In de loop der jaren is er altijd een natuurlijke dynamiek geweest tussen stadsontwikkeling en havenontwikkeling. Wanneer haventerreinen niet meer aan het gewenste niveau voldeden en de stad uitbreidingsmogelijkheden zocht voor woning- of kantorenbouw, vond transformatie van het gebied plaats. Een voorbeeld hiervan is het Oostelijk havengebied. De layout daar voldeed niet langer aan de eisen van de moderne, dieper stekende schepen. Tegelijk zocht de stad uitbreidingsmogelijkheden voor woningen en kantoren. Daarmee heeft het oostelijk havengebied een woonbestemming gekregen. Het is belangrijk om deze natuurlijke dynamiek tussen havenactiviteiten en stedelijke ontwikkeling ook na verzelfstandiging te behouden en er een balans tussen te vinden. Uitgangspunt bij verzelfstandiging is dat de Gemeente de grond inbrengt bij NV Haven Amsterdam, waarbij NV Haven Amsterdam de grond zal activeren op haar balans. NV Haven Amsterdam geeft de grond vervolgens in ondererfpacht/huur aan de klanten. Het is echter van belang dat de inbreng van de grond in NV Haven Amsterdam, toekomstige stedelijke transformatie (ook na 2040) niet onnodig belemmert. Om dat doel te kunnen bereiken is het wenselijk dat gronden aan NV Haven Amsterdam kunnen worden onttrokken indien deze getransformeerd zullen worden. Transformatie kan betrekking hebben op woningbouw, kantoren, infrastructuur (anders dan t.b.v. de Haven), en andere functies. 7.4.2
Transformatie Havenstad
In Haven-Stad en de concept Structuurvisie Amsterdam 2040 is het havengebied binnen de ring A10 ("Havenstad") reeds aangewezen als transformatiegebied. Er zijn vooralsnog twee scenario‟s voor Havenstad in opgenomen, één waarbij havenactiviteiten gecombineerd worden met woningbouw (scenario 2) en één waarbij havenactiviteiten volledig plaatsmaken voor woningbouw (scenario 3). Vanuit die transformatie bezien moeten nu acties die één of beide scenario‟s belemmeren/ bemoeilijken / op kosten jagen, worden vermeden. Voor de economische eigenaar van het gebied (NV Haven Amsterdam, maar ook andere grondeigenaren) kan dat beperkingen opleveren voor het verdienend vermogen. Deze impact dient zoveel als mogelijk in beeld te worden gebracht. Mede op basis daarvan moet worden bepaald welke activiteiten NV Haven Amsterdam in het licht van de mogelijke scenario‟s (nog) niet kan ondernemen c.q. welke activiteiten slechts in overleg met de gemeente kunnen worden ondernomen. De conserverende werking treedt in beginsel in op het moment dat de Structuurvisie door de Gemeenteraad is vastgesteld. In dit verband dient nog gewezen te worden op het convenant 49 Houthaven/NDSM-werf ; op basis van dit convenant zal de gemeente tot 21 januari 2029 geen feitelijke uitvoering geven aan woningbouw in de Houthavens. Met betrekking tot de twee genoemde transformatiescenario‟s kunnen in het kader van de verzelfstandiging tussen de gemeente en NV Haven Amsterdam al tamelijk specifieke afspraken worden vastgelegd. 49
Overeenkomst tussen de gemeente Amsterdam, stadsdeel Amsterdam Noord, stadsdeel Westerpark, Provincie Noord Holland en Cargill B.V., ICL Fertilizers Europe C.V. en Eggerding B.V, datum 21 januari 2009.
72
In de volgende paragrafen is in grote lijnen beschreven op welke wijze de hiervoor bedoelde transformatiegedachte zal worden vormgegeven. 7.4.3
Algemene uitgangspunten
Algemeen uitgangspunt is dat wanneer de Gemeenteraad een besluit tot transformatie neemt, de grond van NV Haven Amsterdam invorderbaar is op het in het besluit vastgelegd moment. Zo‟n besluit zal worden aangeduid als een Transformatiebesluit. In een Transformatiebesluit worden onder andere de momenten van teruglevering vastgelegd/omschreven. In de paragraaf over het Transformatiebesluit (zie hieronder) worden de andere aspecten van een Transformatiebesluit toegelicht. Als algemeen uitgangspunt geldt verder het principe dat staat en waarde bij inbreng gelijk is aan de staat en waarde bij teruglevering, met andere woorden de grond wordt om niet, schoon, leeg en goed onderhouden teruggeleverd conform de situatie van inbreng. Wat dit betekent is in de paragraaf Inhoud Transformatieafspraken (zie hieronder) verder uitgewerkt. In het Hoofderfpachtcontract worden de algemene voorwaarden vastgelegd waaronder de gronden (in het Havengebied) aan NV Haven Amsterdam worden uitgegeven. De inbreng en de „teruglevering‟ van gronden ten behoeve van transformatie passen binnen deze algemene voorwaarden. De specifieke voorwaarden met betrekking tot een transformatie kunnen onderdeel uitmaken van de nader vast te stellen bijzondere voorwaarden van het Hoofderfpachtcontract. Dit zal in de uitvoeringsfase dienen te gebeuren. De werkwijze, uitgangspunten en (proces)afspraken met betrekking tot transformatie zullen worden vastgelegd in een overeenkomst tussen NV Haven Amsterdam en de gemeente. Deze overeenkomst zal door partijen worden aangegaan bij de oprichting van NV Haven Amsterdam (dat wil zeggen: de verzelfstandiging van Haven Amsterdam). De transformatievoorwaarden in het hoofderfpachtcontract en de afspraken in deze overeenkomst worden samen de „Transformatieafspraken‟ genoemd. De hoofdlijnen van hetgeen in de Transformatieafspraken zal worden opgenomen zijn hieronder beschreven. 7.4.4
De procedure: Transformatiebesluit
In het Amsterdamse ruimtelijk planproces (Plaberum) neemt de Gemeenteraad het startbesluit voor ruimtelijke transformaties. In het systeem van Plaberum wordt een dergelijk startbesluit een "strategiebesluit" genoemd en gaat dit direct vooraf aan de volgende fasen van het Plaberum. Het strategiebesluit opent ook de weg tot stedelijke middelen. Het systeem van Plaberum is niet één op één toepasbaar op de in dit hoofdstuk bedoelde transformatiesituaties. In die situaties is het van belang dat het startbesluit voor de transformatie in een vroeger stadium wordt genomen, zodat de economisch eigenaar van het desbetreffende gebied (NV Haven Amsterdam, maar ook andere grondeigenaren) daarmee rekening kan houden. Om bovengenoemde reden wordt als startbesluit het Transformatiebesluit geïntroduceerd. Dit Transformatiebesluit kan worden gezien als een vooruitgeschoven, overkoepelend strategiebesluit. Het Transformatiebesluit bevat, naast de momenten van teruglevering 50 (zie hierboven) , de strategische keuze en bijbehorende afwegingen die aan de orde zijn met betrekking tot de realisatie van de transformatie. De afwegingen die in dit besluit worden gemaakt zijn gebaseerd op een integrale weging van alle effecten van de transformatie. Onderdeel van deze kosten-baten analyse van de transformatie zijn de alternatieve (opportunity) opbrengsten van een voortzetting van de havenbestemming in de gebieden, die naar een woonbestemming transformeren. Het gaat daarbij om de structurele inperkingen als gevolg van het kleinere havenoppervlak na 50
De daadwerkelijke teruglevering van de grond is onderdeel van het ruimtelijk planproces (Plaberum).
73
de teruglevering van de grond. Ook de inperking van het verdienend vermogen van NV Haven Amsterdam als gevolg van een kleinere bewegingsruimte in de fase voorafgaand aan de transformatie – frictie inperkingen als gevolg van het transformatiebesluit tot aan de teruglevering - maakt onderdeel uit van de afwegingen die aan het Gemeentebestuur moeten worden voorgelegd. Andere elementen die in het Transformatiebesluit aan de 51 orde moeten komen, zijn de alternatieve locaties voor havenbestemmingen , business case zeesluis, haalbaarheid nieuwe infrastructuur, noodzakelijke veranderingen milieuwet- en regelgeving, aanpassingen convenant Houthaven-NDSM terrein etc. Het Transformatiebesluit detailleert verder de afspraken tussen gemeente en NV Haven Amsterdam over de activiteiten van NV Haven Amsterdam (mbt bijvoorbeeld het investeringsbeleid en de contractvorming, met name met betrekking tot de toegestane looptijd van nieuwe/ hernieuwde contracten met klanten van NV Haven Amsterdam) vanaf dat moment tot aan de daadwerkelijke teruglevering van de grond. Het Transformatiebesluit dient te berusten op een degelijke planologische grondslag en wordt daarom pas genomen nadat de onderliggende structuurvisie (die in de transformatie voorziet) onherroepelijk is goedgekeurd door de gemeenteraad. Indien in het Transformatiebesluit wordt afgeweken van de vigerende Structuurvisie is het wenselijk dat belanghebbenden hun zienswijze kunnen ventileren. Om te vermijden dat alleen daarom een nieuwe stedelijke Structuurvisie zou moeten worden opgesteld, valt te denken aan het -voorafgaand aan het Transformatiebesluit - opstellen van een gebiedsstructuurvisie. De tijd gelegen tussen het nemen van het Transformatiebesluit en de teruglevering van de grond van NV Haven Amsterdam aan de gemeente kan de transformatieperiode worden genoemd. In die periode ligt het beheer en de dagelijkse exploitatie van de betreffende deelgebieden bij NV Haven Amsterdam. Met betrekking tot zaken die een langere horizon hebben is, nadat het transformatiebesluit is genomen, de regie op de te transformeren gebieden een gezamenlijke opgave van gemeente en NV Haven Amsterdam. Belangen die daarbij spelen zijn het minimaliseren van frictie-inperkingen (NV Haven Amsterdam), een goede voorbereiding van de transformatie en het minimaliseren van transformatiekosten (gemeente). Overigens geldt ook voor de periode tussen Structuurvisie en Transformatiebesluit dat het contractbeheer en de dagelijkse exploitatie van de betreffende deelgebieden bij de NV Haven Amsterdam ligt en dat zaken met betrekking tot een langere horizon een gezamenlijke opgave van gemeente en NV Haven Amsterdam zijn, opdat de transformatie niet onnodig wordt bemoeilijkt. De rolverdeling in de regie wordt nader gedefinieerd in het Transformatiebesluit. 7.4.5
Inhoud Transformatieafspraken
Over teruglevering van grond zullen in het kader van de verzelfstandiging ook inhoudelijke afspraken worden gemaakt, die bijvoorbeeld betrekking hebben op de staat en waarde bij teruglevering. Deze procedureafspraken zullen op het moment van teruglevering in acht worden genomen. Vanuit de gedachte van een teruglevering om niet, schoon, leeg en goed onderhouden gronden), zijn hieronder een aantal in de Transformatieafspraken op te nemen hoofdaspecten van die teruglevering geformuleerd. A. Overdracht gronden Gronden worden ten behoeve van de transformatie om niet teruggeleverd. Haven blijft beheerder van de nautische ruimte. Het (eigen) vermogen van NV Haven Amsterdam wordt naar rato afgeboekt (cq de waarde van de betreffende gronden wordt afgeboekt)
51
In de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en het Masterplan Noordzeekanaalgebied is beleid geformuleerd over zeehaventerreinen in de provincie NH. Eventueel nieuw terrein ligt per definitie buiten de gemeente Amsterdam; realisatie hiervan is aan besluitvorming van de provincie en van één of meerdere regio-gemeenten onderhevig. Bij de afwegingen die aan het Gemeentebestuur moeten worden voorgelegd, hoort te worden vermeld in hoeverre hierover met de provincie en de betrokken regio-gemeente(n) overeenstemming bestaat.
74
52
evenals de aandelen van de aandeelhouder. De teruglevering van de gronden heeft dientengevolge geen financiële gevolgen voor de grondexploitatie. B. Boekwaarde andere activa Op basis van het Transformatiebesluit stemt NV Haven Amsterdam het investeringsbeleid af op de nog beschikbare periode (tot 2030), waardoor ervoor gezorgd kan worden dat er geen onnodige grote investeringen met een te lange afschrijvingstermijn gedaan worden. Het ligt voor de hand dat na het transformatiebesluit overleg tussen NV Haven Amsterdam en gemeente plaatsvindt over de investeringen in het transformatiegebied, onder andere met het oog op aard en omvang van de investeringen die na transformatie nog functioneel zijn. Bij teruglevering wordt een overzicht gemaakt van de relevante activa (bv infra, kades opstallen) en de nog resterende boekwaarde per activapost. NV Haven Amsterdam levert de activa “as is” (goed onderhouden) terug en ontvangt daarvoor de dan geldende 53 boekwaarde . Deze wordt ten laste van de gemeentelijke grondexploitatie gebracht. Bij de bepaling van de voor dit doel relevante boekwaarde wordt uitgegaan van de gedane investeringen minus afschrijvingen conform het gemeentelijk afschrijvingsbeleid. C. Bodemverontreiniging Haven Amsterdam verwacht dat voor het betreffende deelgebied er weinig tot geen bodemverontreiniging speelt. Dit moet nog verder onderzocht worden. De Minervahaven bijv. is op basis van de Amsterdamse Bodemkwaliteitskaart op onderdelen ernstig verontreinigd, maar geschikt voor bedrijfsfuncties., Bij beëindiging van een erfpacht is het de verantwoordelijkheid van de erfpachter om de grond terug te leveren in de staat, die in het erfpachtcontract is vastgelegd. In het algemeen is dat de staat van de grond bij afsluiting van het contract. Toezicht en handhaving op teruglevering berust dan bij NV Haven Amsterdam. Indien de erfpachter in gebreke blijft of er geen veroorzaker bekend is, dan zal NV Haven Amsterdam saneren tot het niveau van een bedrijfsterrein. De bedrijfsreserve bodemverontreiniging van NV Haven Amsterdam wordt hierbij betrokken. De extra kosten om te saneren tot het niveau voor een woongebied zijn voor rekening van de grondexploitatie. Er is een beperkt aantal locaties met verontreiniging (bv oorlogsschade) waar geen voorziening voor is en waar geen verantwoordelijke voor is aan te wijzen. Deze saneringskosten voortvloeiende uit oorlogsschade komen ten laste van de gemeente. Van de bedrijven die een contractduur hebben tot na de terugleverdatum, zal onderzocht worden of er bij deze bedrijven een (te verhalen) saneringsopgave ligt. In geval van een saneringsopgave zal dat door de gemeente worden meegenomen in de onderhandelingen over een eventuele uitkoop. D. Bedrijven met een contract na de terugleverdatum Uitgangspunt is dat NV Haven Amsterdam na een Transformatiebesluit geen contacten meer afsluit die langer lopen dan de hiervoor genoemde transformatieperiode. Bestaande contracten met bedrijven met een contractduur na de terugleverdatum, gaan over van NV Haven Amsterdam naar de gemeente op het moment van de daadwerkelijk teruglevering. De gemeente besluit vervolgens over continuering of uitkoop van het contract. De kosten voor uitkoop (incl. verhuiskosten) worden door de gemeente meegenomen in de grondexploitatie. De kosten van uitkoop zijn een resultaat van onderhandelingen tussen de gemeente en het betreffende bedrijf. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor hun herinvestering op de nieuwe locatie. NV Haven Amsterdam faciliteert de uitplaatsing van bedrijven naar andere gebieden binnen het havengebied, indien fysiek mogelijk en zonder dat daarvoor door NV Haven Amsterdam een financiële vergoeding, anders dan de grondprijs voor de nieuwe vestigingslocatie voor het uitgeplaatste bedrijf, wordt bedongen. Een optie is om (pas) in het Transformatiebesluit de voorwaarden voor deze facilitering vast te leggen. Uitplaatsing van bedrijven moet in samenhang worden gezien met een mogelijke uitbreiding van de Haven. Afspraken hieromtrent worden in de uitvoeringsfase 52
De teruglevering van grond heeft derhalve als mogelijk gevolg dat tevens het resultaat structureel lager kan worden. Verslechtering van het resultaat heeft gevolgen voor het rendementsverwachtingen van de NV Haven. De aandeelhouder, de gemeente, dient dit te accepteren. 53 Dit is lager dan de economische waarde.
75
uitgewerkt. E. Verwijdering van opstallen Bij beëindiging van een erfpacht is het de verantwoordelijkheid van de erfpachter om de grond terug te leveren in de staat, die in het erfpachtcontract is vastgelegd. In veel contracten is sprake van teruglevering vrij van gebouwen en bouwwerken. Toezicht en handhaving op teruglevering berust dan bij NV Haven Amsterdam. Indien de erfpachter geen verplichting heeft tot levering vrij van gebouwen en bouwwerken, draagt NV Haven Amsterdam zorg voor een tijdelijke invulling van de opstallen tot aan teruglevering, dan wel voor de sloop van gebouwen en bouwwerken. Eventuele kosten en inkomstenderving vallen onder het aspect “Inkomensschade” (zie hieronder). Van de bedrijven die een contractduur hebben tot na de terugleverdatum, wordt het verwijderen van de opstallen door de gemeente meegenomen in de onderhandelingen over een eventuele uitkoop. Over opstallen die in eigendom van NV Haven Amsterdam zijn, is er overleg met de gemeente over de overdracht. De kosten van dan te verwijderen opstallen komen ten laste van de grondexploitatie van de gemeente. F. Inkomensschade Het Transformatiebesluit detailleert verder de afspraken tussen gemeente en NV Haven Amsterdam over de activiteiten van NV Haven Amsterdam (mbt investeringsbeleid en contractvorming bijv) vanaf het moment van het besluit tot aan de daadwerkelijke teruglevering van de grond. Deze afspraken zullen over het algemeen een negatief effect hebben op de bedrijfsvoering van NV Haven Amsterdam in de periode tot aan de daadwerkelijke teruglevering van de gronden. Het gaat hier over de effecten die hierboven zijn omschreven als frictie inperkingen als gevolg van het Transformatiebesluit tot aan de teruglevering. Gronden kunnen slechts tijdelijk opnieuw uitgegeven worden en er zal meer leegstand optreden en er is een kans op minder inkomsten uit zeehavengeld omdat klanten niet meer bereid zullen zijn (grote) investeringen te doen. Naarmate de periode tussen transformatiebesluit en teruglevering langer is, zullen de negatieve effecten groter zijn. De frictie-inperkingen vallen binnen de bedrijfsvoeringsrisico‟s van NV Haven Amsterdam. De financiële gevolgen worden niet gecompenseerd door de grondexploitatie, maar komen ten laste van het uitkeerbare resultaat (en dus de rentabiliteit) van NV Haven Amsterdam. Zoals eerder opgemerkt worden de frictiekosten wel inzichtelijk gemaakt bij het Transformatiebesluit. 7.4.6
Reikwijdte transformatieafspraken
De hiervoor beschreven transformatiesystematiek en Transformatieafspraken op grond waarvan de gemeente havengronden kan invorderen is niet alleen van toepassing op het gebied Havenstad, maar op het gehele havengebied. Het is daarnaast goed denkbaar dat de gemeente in de toekomst ook (haven)gebieden nodig heeft voor andere ontwikkelingen dan stedelijke transformatie, namelijk infrastructurele of soortgelijke projecten (bijvoorbeeld de aanleg van light rail). In de uitvoeringsfase zullen ook voor dat soort „transformaties‟ soortgelijke afspraken (als beschreven in paragraaf 7.5.2 e.v.) uitgewerkt moeten worden.
7.5
Conclusies De grond van het beheersgebied van Haven Amsterdam is samen met de uitvoering van de nautische taken een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen voor Haven Amsterdam. Haven Amsterdam geeft grond uit aan marktpartijen in erfpacht of huur. 54 Het beheersgebied van Haven Amsterdam is onderdeel van Westpoort. Daarnaast is Haven Amsterdam verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van geheel Westpoort, incl. de gebiedsdelen buiten het eigen ontwikkelgebied.
54
Daar waar in deze rapportage wordt gesproken over de inbreng van gronden en/of het havengebied, wordt in dit licht het “gele” gebied bedoeld. Daarnaast heeft de gemeente gronden en opstallen in de Houtrakpolder en de Inlaagpolder in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude in eigendom welke in de concept structuurvisie
76
De inbreng van het economisch eigendom van de grond bij NV Haven Amsterdam middels een voortdurende erfpachtcontract met canon €0 en een tijdsvak van 50 55 jaar. Dit kan rekenen op instemming van de belastingdienst. Transformatie Het is wenselijk dat de inbreng van de grond in NV Haven Amsterdam, toekomstige stedelijke transformatie (ook na 2040) mogelijk maakt. Onder transformatie wordt verstaan het geven van een andere bestemming aan gronden van NV Haven Amsterdam dan een havenbestemming, waardoor de gronden aan NV Haven Amsterdam worden onttrokken. Transformatie kan betrekking hebben op woningbouw, kantoren, infrastructuur (anders dan t.b.v. de Haven), en andere functies. Algemeen uitgangspunt is dat wanneer de Gemeenteraad een besluit tot transformatie neemt, de grond van NV Haven Amsterdam invorderbaar is op het in het besluit vastgelegd moment. Zo‟n besluit wordt aangeduid als een Transformatiebesluit. Als algemeen uitgangspunt geldt verder het principe dat staat en waarde bij inbreng gelijk is aan de staat en waarde bij teruglevering, met andere woorden de grond wordt om niet, schoon, leeg en goed onderhouden teruggeleverd conform de situatie van inbreng. De Transformatieafspraken aangaande de overdracht van gronden, omgaan met boekwaarden, bodemverontreiniging, bedrijven met een contract na de terugleverdatum, verwijdering van opstallen en inkomensschade worden in het kader van de verzelfstandiging contractueel vastgelegd.
genoemd zijn inzake een mogelijke toekomstige havenuitbreiding. Deze gronden en opstallen welke beheerd worden door Haven Amsterdam zijn in pacht en huur uitgegeven voornamelijk voor agrarisch gebruik. 55 Zie bijlage 8 voor de brief van de belastingdienst.
77
8 Business case, financiering en fiscaliteit 8.1
Inleiding
De verzelfstandiging van de NV Haven Amsterdam heeft de nodige consequenties voor de financiële huishouding van de organisatie. De dienst Haven Amsterdam wordt immers een bedrijf NV Haven Amsterdam. Hoewel de aard van de business case niet wezenlijk verandert (de haven is en blijft een plek waar zeelading wordt overgeslagen, Haven Amsterdam verdient na verzelfstandiging nog steeds haar geld met erfpacht, huur en zeehavengeld), speelt er een aantal financiële consequenties een rol van betekenis. Op hoofdlijnen spelen vier financiële thema‟s een rol bij de verzelfstandiging, te weten: de business case van NV Haven Amsterdam; de financiering; de fiscaliteit; de kosten van de verzelfstandiging Uitgangspunt bij een verzelfstandiging is om de financiële consequenties van verzelfstandiging voor de aandeelhouder te beperken. Dat wil zeggen een goede beheersing van de kosten van het verzelfstandigingsproces en een goede governance op de prestaties van het bedrijf na verzelfstandiging.
8.2
Business Case NV Haven Amsterdam
De Financiële Meerjaren Prognose 2011-2015 is uitgangspunt voor de winstafdracht. De business case voor de NV Haven Amsterdam geeft een beeld van de verwachte financiële prestaties van het bedrijf. De operationele exploitatie van Haven Amsterdam zal door de verzelfstandiging niet ingrijpend veranderen. De activiteiten op het gebied van havenontwikkeling en nautisch beheer blijven van kracht. De verzelfstandiging is met name van belang voor de toekomstige concurrentiepositie en continuïteit van Haven Amsterdam, en heeft daarmee een gunstig effect op de lange termijn resultaatontwikkeling van Haven Amsterdam. Verzelfstandiging is gericht op het realiseren van betere (inter)nationale en regionale samenwerkingsrelaties enerzijds en meer ondernemerschap anderzijds. Betere samenwerking, versterken van de concurrentiekracht en meer marktconform kunnen opereren heeft naar te verwachten een positief effect op het lange termijn verdienvermogen van Haven Amsterdam (dat wil zeggen de inkomsten kant). Meer ondernemerschap draagt bij tot grotere efficiency in de bedrijfsvoering en beheersing van de kostenkant. Beide aspecten verhogen voor de aandeelhouder de winstgevendheid van de onderneming. Echter, kwantificering van deze ontwikkelingen is speculatief. Nieuwe inkomstenstromen als gevolg van toekomstige samenwerkingsrelaties per definitie zijn sterk afhankelijk van de aard en omvang van de gerealiseerde samenwerking. Deze zijn nu nog onbekend. In de business case is dus geen effect meegenomen van deze ontwikkelingen. Wel kan hierbij onderzoek van de Rotterdamse rekenkamer aangehaald worden. De rekenkamer trok in haar rapport 'Deelnemen en wegblijven' (2009; aldaar pagina 51) de conclusie dat Havenbedrijf Rotterdam in haar eerste vier jaar als onafhankelijke onderneming betere cijfers (in resultaat, overslag en uitgifte van terreinen) heeft laten zien dan in de laatste drie jaren als gemeentelijke tak van dienst. Deels is dit te verklaren uit conjuncturele ontwikkelingen. Voor het andere deel houdt het – zonder dat dit uitputtend onderzocht is – mogelijk verband met de verzelfstandiging. De business case voor de verzelfstandiging gaat derhalve uit van het continueren van de bestaande operationele exploitatie, maar is in de presentatie van de winst- en verliesrekening aangepast voor nieuwe boekhoudkundige wetmatigheden zoals die
78
56
gelden voor een NV. De basis voor de business case van de NV Haven Amsterdam, is 57 de financiële meerjaren prognose (FMP) 2011-2015 en, voor de periode hierna, de e uitgangspunten uit de business case 2 Zeesluis. Hierin zijn de voornaamste afwegingen ten aanzien van de groei ontwikkeling van Zeehavens Amsterdam gevalideerd (o.a. de toekomstige overslag en omzetontwikkeling) voor de periode tot en met 2040. In de bestuurlijk vast te stellen FMP 2011-2015 zullen de prognoses van Haven Amsterdam als diensttak opgenomen worden. Echter, alle cijfers, tabellen en grafieken in dit hoofdstuk (ook waar “FMP 2011-2015” staat) zijn een weergave van de situatie ná verzelfstandiging. Met betrekking tot de inrichting van de business case spelen op voorhand een aantal afwegingen een belangrijke rol: Het is wenselijk dat de waarde van de onderneming en de winstafdracht op zowel korte als lange termijn op peil worden gehouden, Het is van belang dat de waarde van de ingebrachte grond en strategische activa (waaronder activa die nodig zijn voor de uitvoering van wettelijke taken) voor de aandeelhouder voldoende beschermd zijn, De ingebrachte grond, c.q. het hoofdrecht van erfpacht mag niet als gevolg van een faillissement van NV Haven Amsterdam of soortgelijke situaties in handen van derden komen, Regionalisering door de toetreding van andere publieke aandeelhouders is mogelijk, Een bedrijfsmatige aansturing en marktconforme inrichting van de organisatie van NV Haven Amsterdam wordt gegarandeerd. 8.2.1
Winstafdracht
De business case laat zien dat de winstafdracht van NV Haven Amsterdam aan Gemeente Amsterdam na de verzelfstandiging naar verwachting minimaal op peil blijft ten opzichte van wat er in deze Financiële Meerjaren Prognose (FMP) vastgesteld zal worden. Wel zal de samenstelling van de winstafdracht (rente, dividend) na de 58 verzelfstandiging veranderen. Dit komt door de omzetting van vreemd vermogen in eigen vermogen en het marktconforme rentepercentage op gemeentelijke leningen. Per saldo heffen deze effecten elkaar op. In de FMP 2011-2015 zijn voor NV Haven Amsterdam de volgende ontwikkelingen geraamd:
56
De boekhoudkundige regels van een tak van dienst zijn gebonden aan het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De boekhoudkundige regels voor een NV zijn gebonden aan de Regels voor de Jaarverslaglegging (RJ). 57 Ten tijde van het opstellen van dit rapport is de FMP nog niet bestuurlijk vastgesteld. Dit hoofdstuk gaat uit van de cijfers die begin januari ingediend zijn door Haven Amsterdam bij ConcernFinanciën. Indien van toepassing, zullen, na vaststelling van de FMP, de cijfers aangepast worden. 58 In deze business case wordt uitgegaan van een doelsituatie waarbij het EV €150 mln. bedraagt ten opzichte van een VV van €370mln. Er zijn meerdere manieren waarop het EV vermogen tot stand kan worden gebracht. In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van een conversie van Vreemd Vermogen in Eigen Vermogen bij de start van de NV Haven Amsterdam. Een alternatief scenario is het aanwenden van het resultaat van de onderneming om gemeentelijke leningen af te lossen, waarmee (na een periode van een paar jaar) een gelijk eindresultaat voor wat betreft het Eigen Vermogen wordt bereikt. In de uitvoeringsfase zal de optimale manier worden bepaald om voldoende Eigen Vermogen te creëren. Hierbij dient tevens rekening gehouden te worden met de inbrengvereisten van de vrijstelling overdrachtsbelasting.
79
bedragen x € mln.
realisatie prognose 2009
2010
FMP
FMP
FMP
FMP
FMP
2011
2012
2013
2014
2015
Totaal bedrijfsopbrengsten
113
110
115
120
124
127
132
Totaal operationele kosten
45
46
46
46
47
48
49
Totaal afschrijvingen
15
14
16
17
18
18
19
Totaal rentelasten (inbreng EV in 2012)
12
15
17
15
16
17
17
Winstafdracht
42
36
37
41
42
44
47
In combinatie met de balans van NV Haven Amsterdam (zie hiervoor pararaaf 8.5) 59 resulteert deze resultaatontwikkeling in de volgende kengetallen : Kengetallen
Return on capital employed (EBIT/(EV + interest dragend VV) ROE (Resultaat na belastingen/EV) Solvabiliteit (EV/TV) Solvabiliteit (EV+vergoeding bij default)/TV Interest Coverage ratio (net interest/EBITDA) Net debt / EBITDA ratio
60
Prognose 2010
FMP 2011
FMP 2012
FMP 2013
FMP 2014
FMP 2015
8,1% 44,4% 11,9% 52,6% 0,28,5
8,4% 47,1% 11,3% 50,7% 0,28,1
8,6% 18,2% 32,0% 70,8% 0,25,8
8,7% 18,8% 31,4% 69,6% 0,25,8
9,0% 19,7% 30,8% 68,5% 0,1 5,7
9,4% 21,1% 30,5% 68,1% 0,1 5,5
De solvabiliteit (Eigen Vermogen/ Totale Vermogen) geeft een gemiddelde waarde van meer dan 30%. Voor bedrijven in de logistieke sector is een solvabiliteit van gemiddeld tussen de 40 tot 50% gebruikelijk. Indien de solvabiliteit inclusief de vergoeding over de grond bij een default-situatie wordt berekend (Eigen Vermogen + vergoeding/ Totale Vermogen) dan is het gemiddelde percentage naar verwachting minimaal conform het gemiddelde in de logistieke sector. Deze solvabiliteit lijkt voldoende te zijn voor financiering van leningen op de markt. De meerjaren resultaatontwikkeling van NV Haven Amsterdam wordt in de uitvoeringsfase nader bepaald en vastgesteld, waarbij de impact van de volgende onderwerpen op de meerjarenbegroting wordt meegenomen: Westpoortbeheer Transformatiegebieden Zeesluis Financieringsstructuur 8.2.2
Inkomsten
Erfpacht: De komende 5 jaar zullen er gemiddeld jaarlijks 15 hectare nieuwe terreinen worden uitgegeven. Daarnaast zullen er contracten expireren waarbij Haven Amsterdam nieuwe voorwaarden zal stellen ten aanzien van prijs en intensief ruimtegebruik. De 2 gemiddelde erfpachtcanon per m zal dan ook de komende jaren groeien omdat 2 bestaande contracten met een gemiddelde erfpachtcanon van € 5,42 per m (prijspeil 2 2009) worden vervangen door nieuwe contracten met een hoger tarief van € 6,50 per m . De totale opbrengsten uit erfpacht groeien van € 56,6 mln. in 2009 naar € 67 mln. in 2015. Dit is een gemiddelde jaarlijkse groei van 3,2%. Havengeld: De inkomsten uit binnenhavengeld groeien mee met de zeeoverslag en worden jaarlijks gecorrigeerd met de inflatie. Totale opbrengsten uit havengeld groeien van € 45,0 mln. in 2010 naar € 55,3 mln. in 2015. Dit is een gemiddelde jaarlijkse groei 59
De resultaat ontwikkeling wordt tevens een beïnvloed door de wijze waarop het Eigen Vermogen wordt gecreëerd. (zie noot 58). Indien gekozen wordt voor een ingroei van het Eigen Vermogen middels een resultaatsbestemming, zullen de genoemde ratio‟s wijzigen en pas na een aantal jaren op het getoonde niveau komen. De optimale kapitaalsopbouw, wordt in de uitvoeringsfase verder uitgewerkt. Return on capital employed (EBIT/(EV + interest dragend VV) Solvabiliteit (EV+vergoeding bij default)/TV Interest Coverage ratio (net interest/EBITDA) 60 Net debt / EBITDA ratio
Rotterdam 2009 7,8% 66% 0,2 3,2
80
van 3,3 %. De overslag van goederen zal stijgen van circa 72 miljoen ton in 2010 naar 93 miljoen ton in 2015. De inning van binnenhavengeld beroepsvaart gaat per 2011 over naar Haven Amsterdam en de inkomsten en inningskosten worden vanaf 2011 dan ook volledig bij Haven Amsterdam verantwoord. Overige inkomsten betreffen met name het Haven Afvalstoffen Plan en inkomsten uit baggerstort en afvalverwerking. Deze inkomsten zijn na 2010 geïndexeerd met 1,75%. In de uitvoeringsfase zullen tevens de inkomsten behorende bij de in mandaat uit te voeren publieke taken vastgesteld moeten worden en gealloceerd worden aan NV Haven Amsterdam. De fiscale heffing van het parkeergeld blijft een gemeente bevoegdheid, de vraag is wel wie het parkeergeld gaat innen. NV Haven Amsterdam opteert wat betreft Westpoort om de inning uit te voeren, gelet op haar rol als gebiedsbeheerder. Zoals in paragraaf 5.3.4 is vemeld kan over dit onderwerp nog geen beslispunt worden voorgelegd. . Concluderend blijkt uit de business case dat er na een verzelfstandiging een gezonde groei in de omzetontwikkeling is en blijft voor Haven Amsterdam. 8.2.3
Uitgaven
Herinrichting organisatie: Bij de verzelfstandiging wordt ervan uitgegaan dat de gemeentelijke dienst Haven Amsterdam 1 op 1 overgaat naar de NV en dat de medewerkers overgaan volgens het principe „mens volgt werk‟. Gegeven de voorgestelde uitvoering van publieke taken door de NV Haven Amsterdam (zie hoofdstuk 5) zijn er geen noemenswaardige personele consequenties te verwachten. Het uitgangspunt in de business case is dus dat op het moment van verzelfstandiging de formatie gelijk zal zijn aan de huidige formatie van Haven Amsterdam als gemeentelijke dienst. Loon en personeelskosten: De totale loon- en personeelskosten bedroegen in 2009 € 29 mln. en bestaan uit: Lonen (€ 20,4 mln.) Sociale lasten (€ 4,9 mln.) Overige personeelskosten (€ 2,3 mln.) Inhuur personeel van derden (€ 0,8 mln. in FMP 2011-2015) De loon- en personeelskosten zijn in de FMP jaarlijks geïndexeerd met 1,75%. Er zijn geen eenmalige of structurele effecten als gevolg van de verzelfstandiging opgenomen. In de business case is er vanuit gegaan dat de aanspraken van de huidige werknemers ten aanzien van hun bestaande arbeidsrechtpositie bij Haven Amsterdam gelijkwaardig zullen zijn aan de situatie na een eventuele verzelfstandiging. Kosten primaire processen: De kosten van de primaire processen betreffen onderhoudskosten van de infrastructuur en overige activa (o.a. schepen Nautische Sector) en het Haven Afvalstoffen Plan (HAP). Deze kosten zijn in de FMP geïndexeerd met 1,75%. Overige kosten: Deze kosten omvatten de energiekosten, belastingen, huisvestingskosten, ICT, vervoerskosten en marketingkosten en zijn in de FMP geïndexeerd met 1,75%. 8.2.4
Investeringen
De investeringen zijn gebaseerd op een herijking van het Meerjaren Investeringen Programma (MIP) van Haven Amsterdam 2010-2014. Voor de periode na 2014 wordt vooralsnog in de FMP uitgegaan van het investeringenniveau 2014. In 2009 is gestart met het vormen van een voorziening voor de gemeentelijke investeringsbijdrage in de nieuwe zeesluis bij het concern. Deze voorziening is in meerjarenbegroting van het concern.
81
Bedragen x € 1.000
Prognose investeringen
8.2.5
2010 42.295
2011 47.611
2012 28.788
2013 28.334
2014 21.320
2015 21.320
Kosten voor ontvlechting
Ontvlechtingkosten: De ontvlechtingkosten zijn geïnventariseerd. De gevolgen van ontvlechting kunnen in drie categorieën worden weergegeven: A. Geen of zeer geringe gevolgen Op het gebied van inkoop van het huishoudelijk apparaat (alles wat nodig is om het werk mogelijk te maken zoals computers, telefoons, dienstauto‟s, meubilair, et cetera) hoeven er geen grote gevolgen te zijn. B. Gemiddelde gevolgen: Goede voorbeelden hiervan zijn de huisstijl, klachtencoördinatie en -afhandeling, het Contact Center Amsterdam, handhaving, besluitvorming van NV Haven Amsterdam et cetera. Per onderdeel zal in de uitvoeringsfase naar een passende oplossing gezocht moeten worden. C. Omvangrijke gevolgen. Haven Amsterdam is nu gebonden aan een aantal gemeentelijke systemen vanuit een verplichte deelname. Een goed voorbeeld hiervan is het P-net van het servicehuis Personeel. Bij uittreding uit P-net dient Haven Amsterdam een afkoopsom te betalen aan het Servicehuis Personeel. Een ander gevolg is het overdragen van het archief bij verzelfstandiging. Dit betekent dat het archief volledig overdraagbaar moet worden gemaakt als gevolg van de richtlijnen van de Archiefwet. Daar staat tegenover dat de bijdrage aan het Contact Center Amsterdam (waar alle telefonische vragen voor de Gemeente Amsterdam binnenkomen) wegvalt. In de uitvoeringsfase worden de gevolgen nader uitgewerkt. 8.2.6
Uitgangspunten sociaal plan
In samenwerking met Concern organisatie is gekeken naar de personele gevolgen bij een verzelfstandiging van Haven Amsterdam die worden opgevangen in het Sociaal Plan. Tevens is een vergelijking op hoofdlijnen van de arbeidsvoorwaarden gemaakt (NRGA, CAO Havenbedrijf Rotterdam, CAO Schiphol). Op basis hiervan is vastgesteld dat er geen beperkingen zijn geconstateerd voor formuleren van een sociaal plan conform het gemeentelijke beleid bij verzelfstandigingen. In de huidige situatie maakt Haven Amsterdam deel uit van de gemeente Amsterdam en worden de onderhandelingen met de vakbonden gevoerd in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden en vervolgens worden de decentrale Gemeente Amsterdam onderhandelingen gevoerd door Concern Organisatie. De uitgangspunten voor het sociaal plan zullen, bij een positief besluit over de onderzoeksfase, meegenomen worden in het plan van aanpak voor de uitvoeringsfase.
8.3
Financiering van de NV Haven Amsterdam
De diensttak Haven wordt momenteel centraal gefinancierd middels het omslagstelsel van de gemeente Amsterdam. Dit omslagstelsel, waarbij gemeentelijke diensten of bedrijven 61 de omslagrente betalen, is verplicht en staat uitsluitend open voor gemeentelijke onderdelen. Na verzelfstandiging is Haven Amsterdam geen onderdeel meer van de gemeente, waardoor het omslagstelsel voor de verzelfstandigde Haven niet meer open 61
De hoogte van de omslagrente is gebaseerd op de gemiddelde financieringskosten van de gemeente. Momenteel bedraagt de gemiddelde rente 4,0%.
82
staat. De financieringsstructuur geeft inzage in de wijze waarop de NV Haven Amsterdam zelfstandig gefinancierd kan worden. 8.3.1
Financieringsstructuur
Hieronder is een aantal uitgangspunten voor de financiering gedefinieerd: 1.
Een verzelfstandigde NV Haven Amsterdam moet kunnen starten met een in financieel opzicht “gezonde” openingsbalans; dat houdt in dat de vennootschap vanaf het begin solvabel zal moeten zijn en derhalve dient te beschikken over voldoende Eigen Vermogen (EV). Dit wordt in de volgende paragraaf (Openingsbalans) nader uitgewerkt.
2.
De mate waarin door NV Haven Amsterdam bij banken Vreemd Vermogen (VV) kan worden aangetrokken hangt af van met name drie criteria: a. solvabiliteit (i.v.m. financiële stabiliteit); b. rentabiliteit (i.v.m. terugbetaal capaciteit); c. zekerheden (i.v.m. eventueel faillissement). Vreemd vermogenverstrekkers zullen niet genegen zijn om „blanco‟ financieringen (d.w.z. zonder zekerheden) te verstrekken, mede ingegeven door de hieraan verbonden consequentie om als bank zelf meer EV aan te moeten houden (Baselakkoorden m.b.t. “core tier 1 ratio”: een maat voor de kapitaalsterkte waaraan een bank moet voldoen, die mede bepaald wordt door de aard van de zekerheden).
3.
De gemeente Amsterdam behoudt het juridisch (bloot) eigendom van de gronden. De gronden worden in hoofderfpacht uitgegeven aan NV Haven Amsterdam. NV Haven Amsterdam kan deze gronden op basis van dit “hoofderfpachtrecht” exploiteren. Doordat de gemeente bij het inroepen van de default-bepaling de inbrengwaarde (/- de eventuele afschrijving erop) van het hoofdrecht van erfpacht dient te vergoeden wordt bewerkstelligd dat de externe financiers de zekerheid hebben dat zij hun vorderingen daarop kunnen verhalen. Tegelijkertijd wordt door bovengenoemde constructie voorkomen dat de grond, c.q. het hoofdrecht van erfpacht in handen van derden terecht kan komen (curator, schuldeisers, kopers).
4.
Ten einde de continuïteit van de bedrijfsvoering van NV Haven Amsterdam te waarborgen is het noodzakelijk dat bij een eventueel onttrekken van activa uit NV Haven Amsterdam als gevolg van de eerder genoemde transformatieafspraken, afspraken worden gemaakt over de gewenste rentabiliteit en solvabiliteit van NV Haven Amsterdam. Aanvullend geldt dat daar waar onttrekking van activa als gevolg van het transformatiebesluit nadelige effecten heeft op het resultaat van de NV Haven Amsterdam, deze effecten tot uiting zullen komen in een gereduceerd dividend en aanpassing van de rentabiliteitseis voor de NV Haven Amsterdam.
5.
De meerjarenresulaatontwikkeling is uitgangspunt voor het dividendbeleid. Het gemiddelde resultaat uit de meerjarenprognose als percentage van het Eigen Vermogen zal de basis zijn voor het dividendbeleid naar de aandeelhouder toe. Hiermee wordt door de NV Haven Amsterdam naar de aandeelhouder een vast, jaarlijks terugkerend dividend uitgekeerd. Het eventuele overgebleven resultaat, mag middels een resultaatsbestemming worden toegevoegd aan het Eigen Vermogen van de NV Haven Amsterdam onder voorbehoud van besluitvorming in de AVA.
8.3.2
Externe of gemeentelijke financiering
Verzelfstandiging van Haven Amsterdam impliceert dat de onderneming haar activiteiten op marktconforme basis voortzet op afstand van de gemeente. Dit leidt tot onderstaande conclusies: 6.
Het algemene uitgangspunt van het gemeentelijke leningen- en garantiebeleid is om als gemeente zeer terughoudend te zijn met het verstrekken leningen of
83
garanties. Letterlijk staat in het beleid: “Een gemeentelijke lening wordt alleen verstrekt indien de instelling zelf onvoldoende zekerheden heeft om een geldlening via een commerciële bank (zonder gemeentegarantie) aan te trekken.” En: “Het verkrijgen van een gunstiger rentepercentage is op zich geen argument om een gemeentelijke lening te verstrekken.” Achterliggende gedachte van dit beleid is dat de gemeente geen bankier is en daarom niet in concurrentie met banken treedt. Uitgangspunt is daarmee: “nee, tenzij…”. Tevens zal, ingeval de gemeente een lening zou verstrekken, voldoen moeten worden aan de Europese regelgeving. Voorkomen moet worden dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Dit betekent dat de rente die de gemeente in rekening zou brengen bij NV Haven Amsterdam qua % vergelijkbaar moet zijn als wanneer deze NV leent bij een private bank, waardoor de rentevergoeding voor de NV zal toenemen. Deze extra opslag op de huidige rente die de gemeente de NV in rekening brengt wordt in mindering gebracht op het dividend. Aangezien de gemeente echter de ontvanger is van deze extra opslag, is dit voor de gemeente qua ontvangsten uit de NV neutraal. 7.
Externe financiers zijn onafhankelijk ten aanzien van het onderwerp van een investeringsvoorstel. Zij beoordelen een investeringsvoorstel zuiver op basis van de door middel van de investering te realiseren bedrijfseconomische rendementsdoelstellingen. Daarnaast beschikken externe financiers over deskundigheid ten aanzien van projectfinanciering en (internationale) deelnemingen. Tevens investeren externe financiers gericht in het verwerven van kennis van het specifieke taakgebied van NV Haven Amsterdam ten behoeve van het deskundig kunnen beoordelen van investeringsaanvragen. De combinatie van deze kennisgebieden betekent voor NV Haven Amsterdam dat de externe financier een extra deskundige sparringpartner zal zijn bij de optimale uitvoering van haar lange termijn bedrijfsstrategie en de investeringsbeslissing dus strakker op rendement getoetst zal worden.
8.
Conform het leningen- en garantiebeleid zal NV Haven Amsterdam extern gefinancierd moeten worden. Externe financiering kan niet eerder gerealiseerd zijn dan 2014: Aangezien het verwerven van externe financiering voorbereidingstijd en het opbouwen van een track-record ten aanzien van financiële besturing vereist. De uiteindelijke samenstelling van de financiering zal in overleg met Gemeente Amsterdam tot stand komen, onder twee voorwaarden: een externe financier rekent voor NV Haven Amsterdam naar verwachting een hogere rente dan dat de gemeente voor haar leningen betaalt. Per saldo is externe financiering van NV Haven Amsterdam voor de gemeente dus duurder dan gemeentelijke financiering. Dit financiële nadeel dient door NV Haven Amsterdam gecompenseerd te worden door aantoonbare kwalitatieve en kwantitatieve verbeteringen die externe financiering oplevert (bijv. de impuls omdat de bank een extra deskundige sparringpartner voor de NV is). bekeken zal worden of een minder hoge rentevergoeding voor financiering door derden mogelijk is door een gefaseerde aanpak, waarbij niet direct en volledig geherfinancierd wordt. De „default bepaling‟ (zie punt 7e) wordt integraal onderdeel van leningovereenkomsten met eventuele externe financiers, zo zal er geen twijfel kunnen ontstaan hoe groot het exposure van de Gemeente voor en na „faillissement‟ zal zijn.
9.
Een verzelfstandigde NV Haven Amsterdam start met een in financieel opzicht “gezonde” openingsbalans; dat houdt in dat de vennootschap vanaf het begin solvabel zal moeten zijn en derhalve zo spoedig mogelijk dient te beschikken over voldoende Eigen Vermogen binnen de voorwaarden die het ministerie van Financien aan de vrijstelling voor overdrachtsbeslasting stelt. De (waarderings) grondslagen voor de openingsbalans zullen uiteraard voldoen aan de wettelijke eisen. Het Eigen Vermogen van NV Haven Amsterdam wordt bepaald op basis van een
84
marktconforme solvabiliteit (40-50%) en met het oog op een overzienbaar risicoprofiel voor de gemeente (exposure bij default). Dit leidt ertoe dat de kapitaalschuld die de gemeente nu in de balans van Haven Amsterdam heeft staan (circa €500 miljoen) voor een deel zal worden omgezet in Eigen Vermogen. Dit zal gebeuren door gedurende de eerste jaren na de verzelfstandiging middels „winstbestemming‟, een deel van het door de gemeente gefinancierde vermogen (in de orde van grootte van EUR 150 mln) af te lossen met de winsten die met de bedrijfsuitoefening worden behaald. Het overige zal als Vreemd Vermogen in de openingsbalans worden opgenomen. 10. Totdat NV Haven Amsterdam volledig extern gefinancierd is, verstrekt de gemeente vreemd vermogen. Hierbij moet voorkomen worden dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Dit betekent dat de rente die de gemeente in rekening brengt bij NV Haven Amsterdam qua percentage vergelijkbaar moet zijn als wanneer de NV leent bij een private vermogenverstrekker.
8.4
Openingsbalans
De openingsbalans geeft een indicatie van de wijze waarop de NV Haven Amsterdam bij oprichting financieel gestructureerd is en de wijze waarop de vermogenspositie is opgebouwd. Als uitgangspunt voor de toelichting op de beoogde balans van NV Haven Amsterdam is de balans van Haven Amsterdam d.d. 31 december 2009 gehanteerd. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de huidige balans en kan de toekomstige openingsbalans worden vormgegeven. In de uitvoeringsfase zal de verdere verdieping van de voorgestelde vermogensopbouw worden uitgewerkt, alsmede de mogelijkheden en kosten van herfinanciering van het benodigde vreemd vermogen, uitgaande van een nog nader vast te stellen overgangsperiode. Huidige balans De huidige balans (ultimo 2009) van Haven Amsterdam ziet er als volgt uit (vereenvoudigd, getallen afgerond op € 25 miljoen): Activa Grond Overige materiële vaste activa Financiële vaste activa Belegde bestemmingsreserve Vlottende activa
275 225 20 80 75
Totaal
675
Passiva Bestemmingsreserve62 Voorzieningen Vreemd vermogen Vlottende passiva
80 25 520 50 675
Om te komen tot een openingsbalans voor NV Haven Amsterdam zijn de onderstaande uitgangspunten toegepast; a. Vergoeding voor de Grond/ het Hoofderfpachtrecht door gemeente bij het 63 inroepen van de default-bepaling. De hoogte van de vergoeding door de gemeente bij faillissement is gelijk aan de inbrengwaarde (-/- de eventuele afschrijving erop). De inbrengwaarde van grond en overige activa wordt in de openingsbalans bepaald. b. Bestemmingsreserve (afgekochte canon ad. € 100 miljoen). Deze bestemmingsreserve zal in de nieuwe situatie als voorziening worden opgenomen. De voorziening zal jaarlijks gedeeltelijk vrijvallen aan de omzet (vergelijkbaar met de huidige situatie). De bestemmingsreserve zelf moet worden belegd conform de FIDO-wetgeving. Bij eventueel faillissement zal deze reserve (voor zover deze niet is uitgeput) verloren gaan voor de aandeelhouders. 62
Betreft afkoopsommen van erfpachttermijnen. Erfpacht kan afgekocht worden voor maximaal 2 x 50 jaar. Als een klant erfpacht afkoopt, wordt de afkoopsom in een reserve opgenomen en jaarlijks valt dan de jaarcanon vrij uit de reserve. 63 Vergoeding is ter waarde van de grond excl. overige materiële vaste activa (kades, steigers, etc.). In de uitvoeringsfase kan worden bepaald of de default-bepaling enkel betrekking heeft op de grond, of ook op de overige materiële activa verbonden aan die grond. De vergoeding kan hierop worden aangepast.
85
Opgemerkt wordt dat momenteel door klanten van Haven Amsterdam over het algemeen een jaarlijkse erfpacht betaald wordt en minder gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid tot afkoop van deze erfpacht. c.
Inbreng EV en openingsbalans: Het EV van NV Haven Amsterdam wordt bepaald op basis van een marktconforme solvabiliteit en met het oog op een overzienbaar risicoprofiel voor de gemeente (exposure bij default). De minimale norm voor de solvabiliteit is gebaseerd op een vergelijking met andere ondernemingen in de logistieke sector, namelijk tussen 40-50% (zie ook paragraaf 8.2.1). e
d. De kapitaallasten die betrekking hebben op de 2 Zeesluis worden, ook na een verzelfstandiging van Haven Amsterdam, verantwoord bij de Concern Controller van de gemeente Amsterdam. Belangrijkste reden om tot deze constructie over te liggen ligt in het feit dat NV Haven Amsterdam deze kosten niet mag activeren. Deze kosten zouden dan in één keer in de jaarrekening van NV Haven Amsterdam moeten worden opgenomen wat een sterk negatief effect heeft op de winst en daarmee de dividenduitkering voor de aandeelhouder. e. Het hoofderfpachtrecht wordt voor de huidige boekwaarde ingebracht (er vindt 64 dus geen herwaardering van de ingebrachte grond plaats). Dit leidt tot de volgende vereenvoudigde nieuwe balans (uitgaande bovenstaande 65 balans per ultimo 2009). Activa Grond/Hoofderfpachtrecht Overige materiële vaste activa Financiële vaste activa Belegde bestemmingsreserve Vlottende activa
275 225 20 80 75
Totaal
675
Passiva Eigen vermogen Bestemmingsreserve Voorzieningen Vreemd vermogen Vlottende passiva
150 80 25 370 50 675
Door investeringen in 2010 en 2011 zal de openingsbalans afwijken van de hierboven genoemde waarden, welke gebaseerd zijn op de balanswaarden ultimo 2009. De omvang van het in te brengen eigen vermogen zal echter wel zoveel mogelijk in lijn zijn met de genoemde uitgangspunten en met de indicatieve waarde van € 150 mln. De geprognosticeerde balans 2011-2015 is daarmee als volgt:
64
Voortdurende erfpacht heeft mogelijk als gevolg dat NV Haven Amsterdam afschrijft op het erfpachtrecht (ten laste van resultaat) en wellicht reserveringen moet doen voor een in te stellen/te verhogen canon (hetgeen het resultaat en het aan de aandeelhouder uit te keren dividend zal drukken). Wenselijkheid van afschrijving, noodzaak tot reserveringen en boekhoudkundige detaillering en alternatieven zullen in de uitvoeringsfase nader onderzocht worden (o.a. met een accountant). Uitgangspunt is dat de oplossing hierbij budgettair neutraal voor de gemeente is, en de solvabiliteit voor de onderneming op peil blijft. 65 Hierbij wordt uitgegaan van een doelscenario met een Eigen Vermogen van €150mln. in relatie tot het Totale Vermogen, middels een conversie van Vreemd Vermogen naar Eigen Vermogen. In de uitvoeringsfase zullen tevens alternatieve vormen voor de aanwas van Eigen Vermogen worden beoordeeld, zoals de opbouw middels resultaatsbestemming en aflossing van gemeentelijke leningen.
86
BALANS (bedragen x € 1.000)
index
jan. 2010
jan. 2011
jan. 2012
jan. 2013
jan. 2014
jan. 2015
Materiële vaste activa - grond/terreinen Materiële vaste activa - overige Financiële vaste activa Totaal vaste activa
nvt cf. investeringen -1,75%
275.000 225.000 100.000 600.000
275.000 253.477 98.250 626.727
275.000 285.448 96.531 656.978
275.000 297.108 94.841 666.950
275.000 307.616 93.182 675.798
275.000 310.479 91.551 677.030
Vorderingen Overige vlottende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa
cf. pacht/huur cf. vorderingen correctie met VV
25.000 5.000 45.000 75.000
25.844 5.169 45.000 76.013
26.970 5.394 20.000 52.364
27.927 5.585 20.000 53.513
29.020 5.804 20.000 54.824
30.179 6.036 20.000 56.215
675.000
702.740
709.343
720.463
730.622
733.245
inbreng in 2012 -1,75%
0 80.000 80.000
0 78.600 78.600
150.000 77.225 227.225
150.000 75.873 225.873
150.000 74.545 224.545
150.000 73.241 223.241
tot 2014 vanaf 2014 1,75%
520.000
540.997
406.277
416.871
25.000 545.000
25.438 566.435
25.883 432.159
26.336 443.206
427.808 26.796 454.604
429.411 27.265 456.677
cf. investeringen cf. pacht/huur
10.000 40.000 50.000
11.257 41.351 52.608
6.806 43.153 49.959
6.699 44.684 51.383
5.041 46.431 51.472
5.041 48.287 53.328
675.000
697.643
709.343
720.463
730.622
733.245
Totaal activa
Eigen vermogen Afkoopsommen Totaal eigen vermogen Langlopende schuld GA Langlopende schuld VV Voorzieningen Totaal langlopende verplichtingen Crediteuren Overige vlottende passiva Totaal vlottende passiva Totaal passiva
8.5
Fiscaliteit 66
Vanuit fiscaal perspectief zijn er drie belangrijke onderwerpen die van belang zijn bij het vormgeven van de nieuwe organisatie: Vennootschapsbelasting Overdrachtsbelasting Dividendbelasting 8.5.1
Vennootschapsbelasting
De Gemeente Amsterdam is momenteel niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting met betrekking tot de onderneming die door Haven Amsterdam wordt gedreven. Als gevolg van de verzelfstandiging verandert Haven Amsterdam van een direct (gedreven) overheidsbedrijf naar een indirect overheidsbedrijf, waarvan de Gemeente Amsterdam (bij oprichting) enig aandeelhouder is. Omdat het type onderneming geen wijziging ondergaat heeft dit voor de belastingplicht geen gevolgen, mits de aandelen niet in handen komen van een private partij. Ter vergelijking; Havenbedrijf Rotterdam NV, waarvan de aandelen in handen zijn van de Nederlandse Staat en de Gemeente Rotterdam, is volgens haar jaarverslag 2008 eveneens niet belastingplichtig voor de heffing van vennootschapsbelasting. In de ons omringende landen geldt in meeste gevallen wel een belastingplicht voor (zee)havens. Belgische havens zijn vrijgesteld van de heffing van vennootschapsbelasting, maar worden onderworpen aan de heffing van rechtspersonenbelasting. Ook voor Duitse, Franse en Engelse (zee)havens geldt een belastingplicht. Ontwikkeling Vennootschapsbelasting overheidsbedrijven Omdat de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor overheidsbedrijven concurrentieverstoring tussen activiteiten van private en publieke met zich mee kan brengen, is in 2007 voorgesteld om de belastingplicht van overheidsbedrijven te „moderniseren‟. Daarbij speelt tevens de Europese regelgeving met betrekking tot staatssteun een rol. In 1997 is de Europese Commissie een onderzoek gestart naar de vennootschapsbelastingvrijstelling voor overheidsbedrijven (ondermeer) in Nederland. Dit heeft tot op heden echter nog niet tot concrete acties van de Commissie geleid. 66
Ernst & Young, „Fiscale consequenties verzelfstandiging Haven Amsterdam‟, 29 maart 2010.
87
In voornoemd voorstel worden ondermeer havenbedrijven expliciet genoemd als (dienstverlenende) overheidsbedrijven waarvan het maar zeer de vraag is of deze terecht zijn vrijgesteld van de heffing van vennootschapsbelasting. Het voorstel bevat vier varianten om de belastingplicht van overheidsbedrijven uit te breiden, waarvan de ondernemingsvariant op dit moment nader wordt onderzocht. Op basis van deze variant ontstaat zowel belastingplicht voor directe overheidsbedrijven voor zover deze een onderneming drijven als voor indirecte overheidsbedrijven die in een BV of NV worden gedreven. Door de invoering van deze variant zal Haven Amsterdam zowel voor als na de verzelfstandiging aan de heffing van vennootschapsbelasting worden onderworpen. Overigens is het aannemelijk dat Haven Amsterdam, in ieder geval na de verzelfstandiging, de vrijstelling eveneens verliest door de invoering van één van de andere varianten. Het is op dit moment nog niet bekend op welke termijn meer duidelijkheid over de invoering van belastingplicht voor overheidsbedrijven valt te verwachten.
Voor NV Haven Amsterdam is tot slot de deelnemingsvrijstelling van belang. Op grond van de deelnemingsvrijstelling blijven de voordelen – zowel positief als negatief – die worden ontvangen uit hoofde van een deelneming (zoals dividenden en vermogenswinsten) in beginsel buiten de heffing van de vennootschapsbelasting. Van een deelneming is – kort gezegd – sprake indien de belastingplichtige een belang van ten minste 5% in een vennootschap houdt. Conclusie vennootschapsbelasting Vanuit het oogpunt van de vennootschapsbelasting maakt het in principe geen verschil of – na het moment van invoering van belastingplicht voor overheidsbedrijven – Haven Amsterdam als direct overheidsbedrijf wordt voortgezet, dan wel in een NV wordt ondergebracht. 8.5.2
Overdrachtsbelasting
Ter zake van de verkrijging van onroerende zaken, of rechten waaraan deze zijn onderworpen, is overdrachtbelasting (6% van de boekwaarde) verschuldigd. Echter, voor overheden, waaronder gemeentes, geldt een subjectieve vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Voor NV Haven Amsterdam geldt deze subjectieve vrijstelling niet. NV Haven Amsterdam zal dus, anders dan als gemeentelijke dienst, overdrachtsbelasting moet betalen bij de aankoop van onroerende goederen. Voor de overdrachtsbelasting geldt dat de verkrijging van het economische eigendom, of een recht van erfpacht belastbaar is. Voor zover er sprake is van een bouwterrein in de zin van de btw, is de verkrijging vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Er geldt ook een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting indien de overdracht een overdracht van een onderneming inhoudt. Dit is de zogenoemde inbrengvrijstelling. Om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen is het van belang dat de Gemeente de volledige onderneming overdraagt aan NV Haven Amsterdam. Voor de toepassing van de vrijstelling is het niet noodzakelijk dat de juridische eigendom overgaat. In een resolutie van de Staatssecretaris van Financiën van eind 2005 wordt goedgekeurd dat de vrijstelling ook van toepassing is als alleen de economische eigendom van de onroerende zaken wordt ingebracht. Ernst & Young benadrukt dat het in dit kader van groot belang is dat de economische eigendom van alle grondposities wordt ingebracht. Als er minder wordt ingebracht loopt de overdrachtsbelastingvrijstelling snel gevaar. Overigens dient te worden opgemerkt dat de inbrengvrijstelling niet van toepassing is als de economische eigendom wordt ingebracht tegen schulderkenning van de koopsom. Er is dan namelijk geen sprake van een inbreng tegen uitreiking van aandelen. Bestaande schuld verhoudingen tussen inbrenger en NV Haven Amsterdam kunnen wel worden gecontinueerd. Ervan uitgaande dat NV Haven Amsterdam de gronden in erfpacht wil kunnen uitgeven, zal zij zelf over de volle eigendom, de economische eigendom, of een recht van erfpacht moeten beschikken. Aangezien de overdracht van de volle eigendom is uitgesloten zou de gemeente een voortdurend (hoofd)recht van erfpacht kunnen vestigen ten behoeve van NV Haven Amsterdam, dan wel de grond als economisch eigendom inbrengen.
88
Om in aanmerking te komen voor de inbrengvrijstelling is een organisatiestructuur benodigd die aanspraak kan maken op de uitzonderingsregel voor overdrachtbelasting, namelijk de “inbreng van het gehele bedrijf”. Hiervoor is het nodig dat de activa in lijn wordt ingebracht met de exploitatieactiviteiten. Als de grond en de exploitatie ineens ingebracht worden in dezelfde NV, dan is het mogelijk om voor de inbrengvrijstelling in aanmerking te komen. Indien er gekozen wordt om de activa in een afzonderlijke entiteit te plaatsen is het daarbij niet mogelijk om de grond in een afzonderlijke BV te plaatsen naast de exploitatieorganisatie (horizontale lijn), maar wel mogelijk om dit als afzonderlijke holding met grondpositie en daaronder de exploitatieorganisatie (in verticale lijn) in te brengen. Wel is het van belang dat bij een eventuele holding de directie van de exploitatie één op één de directie van de holding vormt. Conclusie overdrachtsbelasting NV Haven Amsterdam zal, anders dan als gemeentelijke dienst, overdrachtsbelasting moet betalen bij de aankoop van onroerende goederen. De Belastingdienst en het Ministerie van Financiën hebben bevestigd dat de inbrengvrijstelling overdrachtsbelasting kan worden verkregen indien de grond wordt ingebracht middels een voortdurend erfpachtrecht waarbij de canon €0,- bedraagt. 8.5.3
Dividendbelasting
Over de uitkeringen van dividenden aan de aandeelhouders van een lichaam moet door dat lichaam in beginsel dividendbelasting worden ingehouden. Het tarief bedraagt momenteel 15%. De inhouding van dividendbelasting kan (ondermeer) achterwege blijven indien de aandeelhouder de deelnemingsvrijstelling toe kan passen op de voordelen die uit de deelneming worden verkregen. Haven Amsterdam heeft momenteel geen aandeelhouders, zodat de uitkering van dividend en de inhouding van dividendbelasting niet aan de orde is. De NV zal daarentegen rekening moeten houden met de inhouding van dividendbelasting over uitkeringen aan de Gemeente Amsterdam, omdat op deze uitkeringen geen inhoudingvrijstelling van toepassing is. De Gemeente kan als publieke organisatie vervolgens verzoeken om een teruggaaf, zodat alsnog het brutobedrag aan dividend wordt ontvangen. Dit verzoek moet binnen drie jaar na afloop van het kalenderjaar waarin het dividend beschikbaar is gesteld worden ingediend. Overigens kan deze gang van zaken leiden tot een tijdelijke liquiditeitsnadeel voor de ontvanger van het dividend. NV Haven Amsterdam ontvangt dividenden van haar deelnemingen, waarover in beginsel dividendbelasting verschuldigd is. In het geval geen sprake is van belastingplicht voor de vennootschapsbelasting is het niet mogelijk om de deelnemingsvrijstelling toe te passen waardoor de inhouding van dividendbelasting niet achterwege mag blijven. NV Haven Amsterdam kan de Belastingdienst verzoeken om een teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting. Conclusie dividendbelasting Vanuit het oogpunt van de dividendbelasting maakt het in principe niet uit of Haven Amsterdam in de huidige vorm wordt voortgezet of in een NV wordt ondergebracht. De uitkeringen van dividenden door de NV Haven Amsterdam aan Gemeente Amsterdam is in beginsel onderworpen aan de heffing van dividendbelasting, maar deze heffing vormt geen kostenpost omdat deze door de gemeente kan worden teruggevraagd. 8.5.4
Overige belastingen
Belastingsoort omzetbelasting
Consequentie van verzelfstandiging op belastingdruk Geen. Vanuit een btw-perspectief zal NV Haven Amsterdam en de werkmaatschappijen een fiscale eenheid (één ondernemer) moeten vormen voor de btw, zodat over onderlinge leveringen en diensten geen btw is verschuldigd. NV Haven Amsterdam is geen publiekrechtelijk lichaam en zal haar taken – inclusief haar overheidstaken – dus als ondernemer uitoefenen. Dit betekent dat met de Gemeente contracten gesloten moeten worden voor dienstverlening. Deze werkwijze is BTW-neutraal doordat de Gemeente de aan de Haven betaalde BTW kan terugvorderen.
89
loonheffingen
Geen. De gevolgen voor de loonheffingen die de verzelfstandiging van NV Haven Amsterdam met zich meebrengen liggen voornamelijk in de uitvoerende sfeer. Op het moment dat het wenselijk is dat het personeel in dienst zal treden bij de NV Haven Amsterdam is het van belang om voorafgaand aan de feitelijke overgang te bepalen onder welke voorwaarden het personeel meegaat.
lokale heffingen
Geen. De doorbelasting aan bedrijven wordt al door NV Haven Amsterdam gedaan. In de uitvoeringsfase zal gekeken worden of in de verzelfstandigde situatie wijzigingen optreden voor het doorbelasten van deze belastingen aan de bedrijven.
8.6
Conclusies De business case laat zien dat de winstafdracht van de NV Haven Amsterdam aan Gemeente Amsterdam na de verzelfstandiging naar verwachting op peil blijft. Er zijn geen beperkingen geconstateerd voor formuleren van een sociaal plan conform het gemeentelijke beleid bij verzelfstandigingen. De uitgangspunten voor het sociaal plan zullen, bij een positief besluit over de onderzoeksfase, meegenomen worden in het plan van aanpak voor de uitvoeringsfase. Externe financiering is de eerst aangewezen optie. Aangezien het verwerven van externe financiering voorbereidingstijd en het opbouwen van een track-record ten aanzien van financiële besturing vereist, wordt als uitgangspunt gehanteerd dat NV Haven Amsterdam vanaf 2014 extern gefinancierd zal zijn. Het EV van NV Haven Amsterdam wordt bepaald op basis van een marktconforme solvabiliteit en met het oog op een overzienbaar risicoprofiel voor de gemeente (exposure bij default). In geval van faillissement van NV Haven Amsterdam of een daarmee vergelijkbare default-situatie kan de gemeente het hoofderfpachtrecht opzeggen. De grond valt dan terug aan de gemeente tegen betaling aan NV Haven Amsterdam van een vergoeding van de waarde van het hoofderfpachtrecht; uitgangspunt voor die waarde is de hoogte van de inbrengwaarde en afschrijving erop van het erfpachtrecht (berekening en hoogte worden nader uitgewerkt in de uitvoeringsfase). De grondinkomsten komen daarmee weer direct ten goede aan de gemeente. De grondinkomsten komen daarmee weer direct ten goede aan de gemeente. Concreet betekent dit dat de kasstromen vanuit de ondererfpachten rechtstreeks naar de gemeente zullen gaan. De Belastingdienst en het Ministerie van Financiën hebben bevestigd dat de inbrengvrijstelling overdrachtsbelasting kan worden verkregen indien de grond wordt ingebracht middels een voortdurend erfpachtrecht waarbij de canon €0,- bedraagt.
90
9 Conclusies onderzoeksfase De omgeving verandert: De Amsterdamse haven is van strategisch belang voor de bevoorrading van Amsterdam en Europa. Zeehavens Amsterdam zijn in 2009 naar overslag gemeten de vierde haven van heel Europa en leveren daarbij een structurele belangrijke bijdrage aan de economische diversiteit, werkgelegenheid en inkomsten voor de stad Amsterdam, de regio Noordzeekanaalgebied en het Europese achterland. De omgeving waarbinnen de Amsterdamse haven functioneert is fundamenteel en structureel aan het veranderen. Er is sprake van een trendbreuk in de zin dat havens meer dan ooit te voren over hun eigen grenzen heen moeten kijken. Intercontinentaal goederenvervoer via zee, blijft de voornaamste vorm van transport nu en in de toekomst. De verwachte groei van de totale overslag in Noordwest Europa is van dien aard dat deze niet door een enkele haven geaccommodeerd kan worden. Om duurzaam transport te stimuleren en congestie te verminderen is er behoefte aan meer multimodaal vervoer over water en spoor. De voorspelde toename van zeevracht zal grote druk leggen op de infrastructuur rondom de Amsterdamse en Rotterdamse havens. Het realiseren van een verschuiving van het vervoer naar het achterland via de weg naar binnenvaart en spoor is essentieel om te voorkomen dat de wegen in de Randstad overbelast raken en het verkeer daar vast gaat lopen. De beschikbare ruimte voor havenontwikkeling in de regio is schaars en kan alleen op terreinen langs het Noordzeekanaal worden gerealiseerd. Haventerreinen en diepzeekades zijn van strategische belang en de ontwikkeling ervan is kapitaalintensief. Door intensief ruimte gebruik en herstructurering wordt groei geaccommodeerd. De rol van haven verandert van een traditionele „landlord‟ naar ketenregisseur en havenontwikkelaar. Havens moeten meer ondernemen. Deze ontwikkelingen vragen om meer ondernemerschap binnen en intensievere samenwerking tussen havens. Internationale, nationale en regionale samenwerking is noodzakelijk De aanhoudende groei van het internationale goederenvervoer maakt samenwerking tussen havens op nationaal en internationaal niveau noodzakelijk. De Amsterdamse haven kan zich, of het nu wil of niet, zich hieraan niet onttrekken. Vanuit het perspectief van het rijk, is verdere samenwerking tussen de Nederlandse havens eveneens gewenst om de positie van Nederland als Gateway to Europe te versterken. Het verschuiven van op- en overslagpatronen is complex en vergt tijd. Het vereist de medewerking van de gehele keten en vereist alternatieve locaties in het achterland. Door een actieve rol te spelen in de ontwikkeling en exploitatie van bestaande en nieuwe binnenhavens is een betere allocatie van goederen mogelijk. De lading kan beter worden bediend in de gehele keten in het achterland en daarmee beter worden verankerd voor Zeehavens Amsterdam. Hiermee wordt de verdiencapaciteit van de regio en de gehele logistieke keten verbeterd, doordat diepzeekades potentieel beter benut worden en op termijn meer zeehavengeld kunnen genereren. Regionalisering in het NZKG is dus het verbreden van de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor regionale havenzaken en het bundelen van kennis en kunde. Dit kan worden bereikt door Haven Amsterdam zodanig organisatorisch in te richten en open te stellen voor andere overheden. De schaalvergroting in bedrijfsmatige zin en de daarbij behorende regionale versterking in bestuurlijke zin, leidt ook tot meer impact op vraagstukken die niet tot de strikte havenontwikkeling horen, maar daarmee wel samenhangen. Doordat de overheden langs het Noordzeekanaal de handen ineenslaan, boeken zij sneller resultaat als er steun van de rijksoverheid of vanuit Europa nodig is.
91
Verzelfstandiging: Verzelfstandiging is wenselijk voor het toekomstbestendig positioneren van de Amsterdamse haven. Om de Amsterdamse haven goed toekomstbestendig te positioneren, is het onvermijdelijk dat de aard van de samenwerking van Haven Amsterdam met andere partijen intensiever en formeler zal worden. Hierbij geldt dat succesvolle samenwerking vereist dat Haven Amsterdam ook daadwerkelijk verantwoordelijkheden en belangen kan delen met de gewenste samenwerkingspartners. Verzelfstandiging tot overheids-NV biedt de beste condities voor Haven Amsterdam om een meer ondernemende rol te gaan vervullen en daarbij internationaal, nationaal en regionaal niveau samenwerking aan te gaan met strategische partners. Alleen als overheids-NV is het mogelijk om de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor Haven Amsterdam regionaal, nationaal en internationaal te verbreden met strategische partners. Verzelfstandiging geeft Haven Amsterdam meer mogelijkheid om de meer ondernemende rol van proactieve ketenregisseur en havenontwikkelaar te vervullen via een zakelijke invulling van de organisatie. Hoewel een Gemeenschappelijke Regeling daarbij theoretisch gezien een optie zou kunnen zijn, limiteert deze de scope van de toekomstige (inter)nationale samenwerkingsmogelijkheden. Verzelfstandiging tot overheids-NV maakt daadwerkelijk delen van verantwoordelijkheid mogelijk Verzelfstandiging versterkt het ondernemerschap bij Haven Amsterdam en sluit aan bij de wens van het bedrijfsleven voor een meer ondernemende haven. Verzelfstandiging van Haven Amsterdam leidt daarbij tot verzakelijking, een heldere scheiding van rollen, verantwoordelijkheden en risico´s; Bedrijfsmatige aansturing vanuit zakelijke expertise en meer transparantie in de uitvoering tussen gemeentelijke diensten en NV Haven Amsterdam. Publieke taken en bevoegdheden: De nautische taken worden opgedragen aan NV Haven Amsterdam. De daarmee samenhangende bevoegdheden, inclusief de nautische toezichthoudende en handhavende bevoegdheden, worden gemandateerd aan de Havenmeester. De taak tot het verrichten van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Westpoort wordt opgedragen aan NV Haven Amsterdam. De met het beheer en onderhoud samenhangende bevoegdheden worden, met uitzondering van de burgemeestersbevoegdheden, gemandateerd aan de directeur van NV Haven Amsterdam. De toezicht en handhavende bevoegdheden in de openbare ruimte blijven bij de gemeente en worden uitgevoerd door de Dienst Stadstoezicht, waarbij NV Haven Amsterdam input levert voor het op te stellen handhavingprogramma Westpoort. De bevoegdheden in het kader van de WIOR en WION wordt gemandateerd aan de directeur NV Haven Amsterdam. De taak van feitelijk en juridisch wegbeheer worden opgedragen aan NV Haven Amsterdam, met uitzondering van het hoofdnet auto. De met het wegbeheer samenhangende bevoegdheden worden gemandateerd aan NV Haven Amsterdam. De publieke bevoegdheden ten aanzien van het juridisch planologisch kader en het verlenen van de omgevingsvergunning, de milieu- en bodemvergunning blijven belegd bij de gemeente. Ondernemingsstructuur, Corporate Governance & overige juridische aspecten: Alle activiteiten en onderdelen van Haven Amsterdam inclusief de bijbehorende risico‟s en verantwoordelijkheden worden ingebracht in de naamloze vennootschap NV Haven Amsterdam met een passende statutaire doelomschrijving; Alleen publieke partijen kunnen aandeelhouder worden van NV Haven Amsterdam; De AVA (= gemeente Amsterdam, zolang geen andere partijen zijn toegetreden) benoemt, ontslaat en schorst de directie van NV Haven Amsterdam. De benoeming van de directie vindt plaats op voordracht van de RvC; De AVA (= gemeente Amsterdam, zolang geen andere partijen zijn toegetreden) benoemt de leden van de RvC (op voordracht van de RvC) en kan, op gegronde redenen, het vertrouwen in de gehele RvC opzeggen en daarmee alle leden van de RvC ontslaan; 92
De bezoldiging van de RvB en RvC wordt in de uitvoeringsfase bepaald op basis van het gemeentebrede beleid ten aanzien van beloningen van directeuren en commissarissen bij deelnemingen. Na verzelfstandiging ligt de bevoegdheid voor het vaststellen van het bezoldigingsbeleid van de RvB en de bezoldiging van de RvC bij de AVA. De bezoldiging van de RvB wordt, met inachtneming van het bezoldigingsbeleid, vastgesteld door de RvC; Belangrijke sturingsinstrumenten op NV Haven Amsterdam vormen de strategische bedrijfsvisie, het strategisch plan en het investerings- en exploitatieplan; Belangrijkste strategische besluiten van (de directie van) NV Haven Amsterdam worden ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC en/of AVA; Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt statutair verankerd; Uit het uitgevoerde juridische due diligence op de belangrijkste onderdelen (Belangrijke contracten, Vergunningen, Subsidies, Milieuverontreiniging, Lopende Procedures en Verzekeringen) zijn geen risico‟s naar voren gekomen die de verzelfstandiging in de weg zouden kunnen staan. Grond: De grond van het beheersgebied van Haven Amsterdam is samen met de uitvoering van de nautische taken een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen voor Haven Amsterdam. Haven Amsterdam geeft grond uit aan marktpartijen in erfpacht of huur. Het beheersgebied van Haven Amsterdam is onderdeel van Westpoort. Daarnaast is Haven Amsterdam verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van geheel Westpoort, incl. de gebiedsdelen buiten het eigen ontwikkelgebied. De inbreng van het economisch eigendom van de grond bij NV Haven Amsterdam middels een voortdurende erfpachtcontract met canon €0 en een tijdsvak van 50 jaar. Dit kan rekenen op instemming van de belastingdienst voor de inbrengvrijstelling overdrachtsbelasting. Transformatie Het is wenselijk dat de inbreng van de grond in NV Haven Amsterdam, toekomstige stedelijke transformatie (ook na 2040) mogelijk maakt. Onder transformatie wordt verstaan het geven van een andere bestemming aan gronden van NV Haven Amsterdam dan een havenbestemming, waardoor de gronden aan NV Haven Amsterdam worden onttrokken. Transformatie kan betrekking hebben op woningbouw, kantoren, infrastructuur (anders dan t.b.v. de Haven), en andere functies. Algemeen uitgangspunt is dat wanneer de Gemeenteraad een besluit tot transformatie neemt, de grond van NV Haven Amsterdam invorderbaar is op het in het besluit vastgelegd moment. Zo‟n besluit wordt aangeduid als een Transformatiebesluit. Als algemeen uitgangspunt geldt verder het principe dat staat en waarde bij inbreng gelijk is aan de staat en waarde bij teruglevering, met andere woorden de grond wordt om niet, schoon, leeg en goed onderhouden teruggeleverd conform de situatie van inbreng. De Transformatieafspraken aangaande de overdracht van gronden, omgaan met boekwaarden, bodemverontreiniging, bedrijven met een contract na de terugleverdatum, verwijdering van opstallen en inkomensschade worden in het kader van de verzelfstandiging contractueel vastgelegd. Business case, financiering en fiscaliteit: De business case laat zien dat de winstafdracht van de NV Haven Amsterdam aan Gemeente Amsterdam na de verzelfstandiging naar verwachting op peil blijft. Er zijn geen beperkingen geconstateerd voor formuleren van een sociaal plan conform het gemeentelijke beleid bij verzelfstandigingen. De uitgangspunten voor het sociaal plan zullen, bij een positief besluit over de onderzoeksfase, meegenomen worden in het plan van aanpak voor de uitvoeringsfase. Externe financiering is de eerst aangewezen optie. Aangezien het verwerven van externe financiering voorbereidingstijd en het opbouwen van een track-record ten aanzien van financiële besturing vereist, wordt als uitgangspunt gehanteerd dat NV Haven Amsterdam vanaf 2014 extern gefinancierd zal zijn. 93
Het EV van NV Haven Amsterdam wordt bepaald op basis van een marktconforme solvabiliteit en met het oog op een overzienbaar risicoprofiel voor de gemeente (exposure bij default). In geval van faillissement van NV Haven Amsterdam of een daarmee vergelijkbare default-situatie kan de gemeente het hoofderfpachtrecht opzeggen. De grond valt dan terug aan de gemeente tegen betaling aan NV Haven Amsterdam van een vergoeding van de waarde van het hoofderfpachtrecht; uitgangspunt voor die waarde is de hoogte van de inbrengwaarde (-/- de afschrijving erop) van het hoofderfpachtrecht (berekening en hoogte worden nader uitgewerkt in de uitvoeringsfase). De grondinkomsten komen daarmee weer direct ten goede aan de gemeente. De grondinkomsten komen daarmee weer direct ten goede aan de gemeente. Concreet betekent dit dat de kasstromen vanuit de ondererfpachten rechtstreeks naar de gemeente zullen gaan. De fiscale consequenties van verzelfstandiging zijn beheersbaar. Wel zal NV Haven Amsterdam, anders dan als gemeentelijke dienst, overdrachtsbelasting moet betalen bij de aankoop van onroerende goederen.
94
Bijlagen Bijlage 1: Overleggen en samenwerkingsverbanden Bijlage 2: Afwegingskader publiek/privaat; Licence to Operate Bijlage 3: nautische taken & bevoegdheden Bijlage 4: Openbare Ruimte Bijlage 5: Juridisch Planologisch Bijlage 6: Ontvlechtingdocument Bijlage 7: Juridische Bijlagen Bijlage 8: Brief belastingdienst Bijlage 9: Winst en verliesrekening Bijlage 10: Benchmark havenbedrijven Bijlage 11: Projectorganisatie Bijlage 12: Geïnterviewde partijen
95
Bijlage 1: Overleggen en samenwerkingsverbanden In dit overzicht worden de belangrijkste diverse samenwerkingsverbanden en overleggen genoemd waarin Haven Amsterdam op dit moment participeert. Het doel is dat na een verzelfstandiging deze deelname gecontinueerd wordt. Tijdens de uitvoeringsfase zal deze deelname verder worden uitgewerkt qua afspraken en procedures. Overleg / Samenwerking Gemeentelijk Afstemmingsoverleg stadsdelen
Deelnemers
Karakter overleg ( bijv. afstemming, adviserend, besluitvormend)
Frequentie
Deelname na verzelfstandiging?
Onder andere met Stadsdeel West, Stadsdeel Centrum, Stadsdeel Noord, projectbureau Houthaven, HA
Onder andere afstemming werkzaamheden Minervahaven / Houthaven inclusief feitelijke uitvoering beheerstaken op grensgebied en in havenwater binnen stadsdeel Afstemming
Maandelijks
ja
2-maandelijks
ja
Afstemming en besluitvormend
Naar behoefte
ja
Besluitvormend tbv bouwvergunningen
2-wekelijks meestal per mail/fax 6 x per jaar
ja
kwartaalsgewijs
ja
2 maandelijks
ja
Regionaal overleg over ruimtelijke ontwikkeling afstemming nieuwe ontwikkelingen kantoren en bedrijfsterreinen Afstemmen en adviseren
kwartaalsgewijs
ja
2-maandelijks
ja
Afstemming en beleid
2-maandelijks
ja
Besluitvormend inzake welstand en
3-wekelijks
ja
Ambtelijke werkgroepen (oa black spots, bomen, ecologie) Bestuurlijk stelsel Ondergrondse Infrastructuur Bouwberaad
Diverse beheer, ecologie periodiek overleg met dRO en MCA Diverse gemeentelijke diensten Amsterdam Div gemeentelijke diensten, HA
Kerngroep Duurzaamheid
Oa DMB, DRO, OGA, DIVV, EZ, AEB, HA DRO, DIVV, HA
Overleg Railgoederenvervoer Overleg Algemeen directeuren (OAD) Plabeka
Stuurgroep Bereikbaarheid Stuurgroep ROER Welstandscommissie Westpoort
Directeuren gemeentelijke diensten Gemeente Amsterdam, Almere, Haarlem, Haarlemmermeer, Zaanstad, Provincie Flevoland, NH, Stadsregio, KvK Diensten binnen gemeente betrokken bij bereikbaarheid (EZ, dRO, dIVV en HA) Diensten betrokken bij ruimtelijke ontwikkeling (o.a. dIVV, dRO, EZ, HA) dRO, DMB, Haven
Afstemmen,adviseren, samen projecten initiëren Overleg over ontwikkeling regionaal rail en specifiek goederen vervoer Beleidsvormend en voorbereiden
ja
96
(WCW) Westpoortoverleg Westpoort, beheer van (diverse werkgroepen t.b.v. beheer Westpoort, o.a. aanleg nieuwe infrastructuur, verkeerscommissie, ecologie overleg, evenementen overleg, kabels en leidingen, Teleport, verkeerslichten) Regionaal Bestuursplatform Masterplan Noordzeekanaalgebied Bestuurlijk Overleg Rampenbestrijding
Oa OGA, DRO, DMB, HA Deelnemers verschilt per werkgroep, o.a. OGA, dRO, dIVV, staddeels West, HA
reclame Afstemming en beleidsvorming Afstemming, besluit en besluitvorming
maandelijks Periodiciteit verschilt per werkgroep
ja ja
NZK-gemeenten, Provincie NH, KvK, RWS NH, Zeehaven IJmuiden, Corus Veiligheidsregio‟s , politiekorpsen en OOV ambtenaren van de NZK gemeenten, GOR diensten Burgermeesters van de NZK gemeenten NZK-gemeenten en betreffende havenmeesters
Afstemmen en adviseren, beleidsvoorbereiding Afstemmend
4 keer per jaar
ja
3 per jaar
ja
Afstemmend/besluitvormend
1 a 2 per jaar
ja
Beleid en besluitvormend
Verschild per overleg
ja
Afstemming en beleid, adviserend
kwartaalsgewijs
ja
Besluitvormend, Afstemmend Afstemmend/adviserend
4 per jaar 2 per jaar
ja ja
Informatie uitwisseling, gezamenlijke kennisproductie begeleidingsgroep van de studie welke in opdracht van EZ Amsterdam wordt uitgevoerd
3 a 4 keer per jaar
ja
Studie wordt jaarlijks herhaald, klankbordgroep komt onregelmatig bijeen
ja
Maatschappelijke Klankbordgroep Masterplan Noordzeekanaalgebied Ondernemersvereniging Amsterdam (ORAM) Ondernemingsvereniging Westpoort
ORAM, bedrijfsleven, havenmeester en nautisch dienstverleners Zeehavens Nederland Havenmeesters van de NZK gemeenten Milieucentrum Amsterdam, Milieufederatie NH Dienst EZ, Schiphol, gemeenten Haarlemmemeer, Haarlem, Amstelveen, lelystad, Hilversum, Amsterdam, provincies NH en Flevoland, ING, Stadsregio, , Rabobank, KvK. Milieucentrum Amsterdam, Milieufederatie NH, Regionaal bedrijfsleven, haven en industrie, HA is overigens geen lid Idem, als ORAM
adviserend
4x per jaar
ja
Kwartaalsgewijs overleg directie HA met bestuur ORAM Naar behoefte
ja
Overleg Brandweer AA
HA en brandweer AA
Regionale ontwikkeling haven en industrie Regionale ontwikkeling haven en industrie Afstemmend
3 a 4 per jaar
ja
Burgemeestersplatform NZK Centraal Nautisch Beheer (CNB) (diverse overleggen, o.a. Algemeen en Dagelijks Bestuur, havenmeestersoverleg NZKG) Commissie scheepsbewegingen Directeuren Overleg Zeevaart Havenmeestersoverleg NZK Informeel havenoverleg met milieugroeperingen Klankbordgroep Metropoolstudie
ja
97
Periodiek overleg RWS (inclusief daaronder vallende uitvoerende werkgroepen en andere overleggen)
RWS
Uitvoeringswijze werken in Rijkswater
2 x per jaar, verschild per werkgroep
ja
Projectgroep masterplan Noordzeekanaalgebied
Ambtenaren van provincie en NZK gemeenten, Zeehavens IJmuiden, Tata, KVK, , RWS en min EZ Rijksheren van Nederland Veiligheidsregio‟s , politiekorpsen en OOV ambtenaren van de NZK gemeenten Regiopolitie, KLPD, Brandweer, Douane, Koninklijke Marechaussee, HA
Afstemmen en adviseren
3 a 4 x per jaar
ja
afstemmend Afstemmend/besluitvormend
Formeel 1 a 2 per jaar 3 a4 per jaar
ja ja
adviseren van het bevoegd gezag over het certificeren van havenfaciliteiten
10x per jaar
ja
Oa havens, gemeentes, ministeries, havenbedrijfsleven
Nationaal beleid op gebied van transport en zeehavens
Verschilt per commissie, gemiddeld ieder kwartaal
ja
Nederlandse Haven meesters Nationale zeehavens, Ministteries I&M, EZ
Afstemming en beleid groei zeehavens ladingstromen 2020 – 2040, daarvan afgeleid groei behoefte aan ruimte en onderzoek naar verdere samenwerking
3-maandelijks kwartaal
ja ja
Europese zeehavens
Beleidsontwikkeling EU in kader transport en zeehavens
Verschilt per commissie, 2 tot 5 x per jaar
ja
Internationale zeehavens
Afstemming en beleid
ja
Havenbeheerders uit NL en internationaal (Europa en wereldwijd)
Projecten initiëren en uitvoeren op het gebied van duurzaamheid en intermodaal vervoer
Verschilt per commissie, 1 – 4 keer per jaar Verschilt per project, iig 1x per jaar
Rijksherenoverleg Taskforce Havenveiligheid Toetsteam Port Security (valt onder het CNB) Nationaal Nationale Havenraad HA neemt deel aan: Commissie Statistiek Werkgroep Economie en Leefbaarheid Werkgroep tarieven loodswezen Grond en bagger Rijkshavenmeester overleg Zeehavenalliantie 2040
Internationaal European Sea Ports Organisation (ESPO) (commissies op gebied van economie, bereikbaarheid en intermodal, statistieken, port governance) IAPH (wereldwijde organisatie voor zeehavens) World Port Climate Initiative (WPCI) (is ondergebracht bij IAPH)
ja
98
Bijlage 2: Afwegingskader publiek/privaat; licence to operate Haven Amsterdam is als onderdeel van de gemeentelijke organisatie belast met de uitvoering van diverse overheidstaken. Ook na verzelfstandiging blijft Haven Amsterdam een organisatie met een belangrijke publieke verantwoordelijkheid ten aanzien van het veilig en efficiënt afwikkelen van het scheepvaartverkeer, het realiseren van economische ontwikkeling en werkgelegenheid. Publieke bevoegdheden zijn per definitie het primaat van de overheid. In aanmerking nemend dat Haven Amsterdam na verzelfstandiging een overheids-NV zal zijn, dient te worden bepaald waar de bevoegdheden het beste belegd kunnen worden en onder welke condities dat kan. Het Plan van Aanpak herpositionering Haven Amsterdam zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld d.d. 18 februari 2010 geeft de volgende richtlijnen: alle activiteiten van Haven Amsterdam gaan over naar de vennootschap, tenzij de gemeente aangeeft dat dit voor specifieke taken niet wenselijk en noodzakelijk is (“alles gaat over, tenzij”); de gemeente draagt zorg voor de benodigde mandaten om publiekrechtelijke taken uit te laten voeren door de vennootschap. Uitgangspunt is een functionele sterke haven en een dynamische stad. De verdeling van taken en bevoegdheden bij verzelfstandiging van Haven Amsterdam dienen dit mogelijk te maken. Bij de uitwerking stuiten we op de principiële discussie of publieke bevoegdheden wel overgedragen kunnen worden aan een overheids-NV. En indien dit juridisch mogelijk is, op de vraag of het wenselijk is dat publieke bevoegdheden worden overgedragen aan een privaatrechtelijke onderneming. En zo ja, onder welke voorwaarden dit kan geschieden. Over de onderwerpen die in de matrix zijn opgenomen is overleg gevoerd met de betrokken gemeentelijke diensten. Daarnaast is gebruik gemaakt van de ervaring die de gemeente Rotterdam heeft opgedaan met de verzelfstandiging van Havenbedrijf Rotterdam in 2003. Een extra reden om het Rotterdamse model te bestuderen is dat het ministerie van Infrastructuur & Milieu streeft naar uniformiteit in de aansturing en organisatie van de Nederlandse zeehavens en daarbij het Rotterdamse model als voorbeeld stelt. Deze bijlage beschrijft de huidige situatie, het afwegingskader, en stelt een verdeling van taken en bevoegdheden voor. Een nadere uitwerking geven de deelnotities Ruimtelijke 67 ontwikkeling, Nautische taken en bevoegdheden en Openbare ruimte . 2
Huidige situatie
HA heeft een status aparte in het bestuurlijke stelsel van gemeente Amsterdam. Het is het enige gebied dat niet toebedeeld is aan een stadsdeelbestuur maar rechtstreeks onder B&W Amsterdam valt. De wethouder Haven en Westpoort bestuurt het havengebied en het deelgebied Westpoort dat door OGA wordt ontwikkeld en bij Haven Amsterdam in beheer en onderhoud is. In de loop van 20 jaar heeft Haven Amsterdam veel taken en bevoegdheden gekregen als ware zij een stadsdeel. Dit is voor een deel geschied vanuit de wens van Haven 67
Nota Ruimtelijke ontwikkeling opgesteld i.o.m. DRO, DMB, OGA en Bestuursdienst. Nautische taken met Bestuursdienst, CNB en ministerie van I &M. Openbare ruimte met IVV, OGA, DMB, DST, Bestuursdienst en politie.
99
Amsterdam om zoveel mogelijk integraal de regie te voeren over het havengebied. Voor een ander deel heeft Haven Amsterdam hiermee problemen voor de stad opgelost. Zo voert Haven Amsterdam na de opheffing van de Dienst Amsterdam Beheer drie jaar geleden, in opdracht van B&W, de regie over het beheer en onderhoud van geheel Westpoort. Via mandaatverlening door B&W is Haven Amsterdam bevoegd beslissingen te nemen op aanvragen tot verlening van vergunningen en ontheffingen en worden o.a. verkeersbesluiten genomen. In 2009 zijn er bij Haven Amsterdam 322 vergunningaanvragen binnengekomen. Hiervan zijn er 307 toegewezen. Het merendeel van de vergunningen betreft tijdelijke objectvergunningen, tijdelijke verkeersmaatregelen en opbreekvergunningen i.v.m. kabels, leidingen en toebehoren. De nautische sector van Haven Amsterdam voert zowel taken uit in opdracht van de gemeente Amsterdam als via een gemeenschappelijke regeling voor de Noordzeekanaalgemeenten als voor het Rijk. De taken en bevoegdheden uit de gemeentelijke havenverordening zijn door het College gemandateerd aan de havenmeester van Haven Amsterdam. De nautische sector voert daarnaast taken en bevoegdheden uit namens het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer 68 Noordzeekanaalgebied (CNB). Het CNB is een gemeenschappelijke regeling die in 1994 is aangegaan door de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad. De havenmeester van Amsterdam is tevens adjunct-directeur Haven Amsterdam. Deze is ook directeur CNB en onbezoldigd rijksambtenaar van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Op deze wijze zijn alle publieke verantwoordelijkheden in het gehele Noordzeekanaalgebied ondergebracht bij één en dezelfde persoon, die verantwoording aflegt aan het bestuursorgaan die het betreffende mandaat heeft verleend. Deze samenballing van nautische functies in een persoon is niet uniek, ook Haven Rotterdam kent deze constructie. Vanuit de verantwoordelijkheid voor de veiligheid heeft de havenmeester een rechtstreekse lijn naar de burgemeester van Amsterdam (openbare orde- en veiligheidstaken). Afwegingskader Bij de beoordeling of bevoegdheden en taken al dan niet kunnen worden overgedragen 69 aan NV Haven Amsterdam worden de volgende aspecten gewogen : juridisch mogelijk beleidsmatig wenselijk praktische uitvoerbaar kostenefficiënt 3.1 Juridisch Overdracht van publiekrechtelijke bevoegdheden aan een niet-ondergeschikte is mogelijk. Het is echter de vraag of het ook altijd wenselijk is. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een bestuursorgaan terughoudend moet omgaan met mandaatverlening aan een niet onder de verantwoordelijkheid van de mandaatgever werkzame persoon in casu de directeur NV Haven Amsterdam (een niet-ondergeschikte). Dit omdat het bestuursorgaan, indien in strijd met het mandaat wordt gehandeld, de uit het hiërarchisch verband voortvloeiende sancties, ontbeert. Hierbij moet worden benadrukt dat in alle gevallen wel de mogelijkheid bestaat om het mandaat in te trekken, bijvoorbeeld in het geval NV Haven Amsterdam handelt in strijd met de aanwijzingen. Een algemeen uitgangspunt is dat de bevoegdheid die wordt gemandateerd moet liggen in de sfeer van de kerntaken van NV Haven Amsterdam. Wanneer de publiekrechtelijke bevoegdheden worden gemandateerd aan een privaatrechtelijke onderneming met een commerciële doelstelling bestaat een risico van tegenstrijdigheid tussen de commerciële en publieke belangen. Deze tegenstrijdige belangen kunnen een zorgvuldige toepassing van de gemandateerde bevoegdheid in de 68
Een gemeenschappelijke regeling is een publiekrechtelijke rechtspersoon Vertrekpunt bij verzelfstandiging van Haven Amsterdam is dat het havengebied openbare ruimte blijft. Bij Havenbedrijf Rotterdam is dat ook het geval. Dit in tegenstelling tot het grondgebied van luchthaven Schiphol dat geen openbare ruimte is. 69
100
weg staan, terwijl deze bevoegdheid namens het college/burgemeester wordt uitgeoefend en het college/burgemeester daarvoor ook verantwoordelijk blijft. In de mandaatregeling dienen afspraken gemaakt et worden over de kaders waarbinnen het mandaat kan worden uitgeoefend en over de wijze van conflictoplossing. De aard van de taken en bevoegdheden zijn van invloed op de vraag naar mandatering. Beoordelingscriteria om te bepalen of een bevoegdheid via mandaat aan een nietondergeschikte kan worden verleend zijn: 1. de aard van de bevoegdheid moet zich lenen voor mandaat aan een nietondergeschikte; 2. strijdt het belang van de niet-ondergeschikte, die de bevoegdheid namens het college uitoefent, mogelijkerwijs met het belang van de gemeente? Vermijd dubbele pettenproblematiek en maak afspraken over escalatietraject bij geschil tussen gemeente en NV Haven Amsterdam; 3. de niet-ondergeschikte directeur zou geen vergunning/ontheffing aan de verzelfstandigde NV Haven Amsterdammoeten kunnen verlenen. Deze beoordelingscriteria leiden ertoe dat bijvoorbeeld burgemeestersbevoegdheden op het vlak van openbare orde en veiligheid niet kunnen worden gemandateerd aan NV Haven Amsterdam en bevoegdheden uit de APV, Afvalstoffenverordening, Verordening op de Straathandel, wel kunnen worden gemandateerd. 3.2 Beleidsmatig Indien het juridisch mogelijk is om een bevoegdheid of taak te mandateren dan wel over te dragen aan NV Haven Amsterdam, dan is het vervolgens de vraag of het beleidsmatig ook wenselijk is. Dit geldt met name voor taken en bevoegdheden met een sterk publiek en bestuurlijk profiel (zoals openbare orde en veiligheid, ruimtelijke planvorming/bestemmingsplannen). Gemeenschappelijke belangen gemeente en Haven Amsterdam Een functionele en sterke haven die optimaal rendeert binnen de juridische en beleidsmatige kaders. Economische belangen: omzetoptimalisatie en werkgelegenheidscomponent Imago Amsterdam als logistiek distributiecentrum Duurzaamheid Belangen gemeente Amsterdam De uitoefening van publieke bevoegdheden hoort bij de overheid en een democratisch gekozen bestuur. Kan het college voldoende in staat worden gesteld risico‟s te managen in het havengebied en strategisch te sturen op een door de stad gewenste richting? Is het College voldoende in staat om verantwoording af te leggen over ontwikkelingen in Haven Amsterdam aan de raad? Heldere en transparante sturingen verantwoordingsrelatie is hiervoor wenselijk. Het commerciële belang botst mogelijk met het publieke belang. Er kan een „conflict of interest‟ ontstaan waardoor een zuivere en onpartijdige belangenafweging niet meer gegarandeerd is. Eenduidige aansturing voor de ondernemers in het gebied Westpoort. De benoeming van de portefeuille Westpoort, onderstreept het belang van de stad om zoveel als mogelijk één loket te wensen voor de ondernemers in het gebied. Belang Haven Amsterdam Ten behoeve van een veilige, vlotte en milieuverantwoorde afwikkeling van de scheepvaart is het van belang dat de nautische beheertaken en daarmee samenhangende bevoegdheden, bij de haven zijn georganiseerd. Haven Amsterdam wil een sterk functionerende haven zijn en benoemt integrale bedrijfsvoering als belangrijke conditie. Integrale bedrijfsvoering betekent dat Haven Amsterdam zoveel mogelijk zelf de kerntaken uitvoert die samenhangen met het ontwikkelen, exploiteren en beheren van het havengebied nat én droog. De integrale bedrijfsvoering omvat in de visie van Haven Amsterdam ook de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden. Het vestigingsklimaat dat mede de internationale 101
concurrentiepositie van Haven Amsterdam bepaald, wordt positief beïnvloed door een integraal gebiedsbeheer. Het wordt gevoeld als bedreiging voor een sterk functionerende haven als Haven Amsterdam de huidige taken en bevoegdheden niet kan continueren, hetgeen kan leiden tot kwaliteitsverlies en minder service aan klanten van NV Haven Amsterdam. Voor het Westpoortgebied is Haven Amsterdam aangewezen als integraal gebiedsbeheerder en ontwikkelaar. Dit is een praktische en pragmatische benadering en biedt als groot voordeel voor de belanghebbenden (ondernemingen/gebruikers) binnen het gebied dat er één loket is waar publieke zaken die het beheer betreffen geregeld kunnen worden. Bovendien is het efficiënt dat de organisatie die de openbare ruimte beheert ook de partij is die de vergunningen verleent. Indien taken en bevoegdheden worden overgedragen en gemandateerd aan NV Haven Amsterdam, zal in een overeenkomst worden vastgelegd onder welke condities dit geschied. Een mandaat dient bijvoorbeeld uitgevoerd te worden binnen de gemeentelijk vastgestelde kaders. 3.3 Praktische uitvoerbaarheid Bij de afweging of een taak bij de gemeente dan wel de NV Haven Amsterdam kan worden ondergebracht, speelt praktische uitvoerbaarheid een rol. Gestreefd dient te worden naar werkbare en transparante organisatievormen met zo min mogelijk hulpconstructies bij de uitvoering van publieke taken. Als Haven Amsterdam een aantal rollen en bevoegdheden afstoot, is het niet op voorhand duidelijk op welke plaats binnen de gemeente, deze taken en bevoegdheden kunnen worden belegd. Denk aan de nautische bevoegdheden of de opdrachtgeversrol beheer en onderhoud openbare ruimte Westpoort. De gemeente heeft geen toegang meer tot specifieke havenkennis en -kunde. Belangrijk is afspraken te maken over het delen van kennis door Haven Amsterdam met gemeente. Gemeente zal moeten investeren in opbouwen van gemeentelijke expertise over havenfunctie. 3.4 Kostenefficiëntie Haven Amsterdam is op dit moment het best geëquipeerd voor het integrale gebiedsbeheer van het havengebied; hier zit de expertise en de capaciteit, de bekendheid met de wensen van de klanten, zijn de lijnen kort en kan snel gehandeld worden. Input en outcome zijn dicht bij elkaar georganiseerd. Dat leidt tot een efficiënte bedrijfsvoering en kostenbeheersing. Op trends en nieuwe vragen van de klant kan snel geacteerd worden. Haven Amsterdam als primair belanghebbende spant zich in om de haven optimaal te exploiteren. Indien ervoor wordt gekozen taken en bevoegdheden van Haven Amsterdam bij de gemeente te beleggen, zal moeten worden bezien welke gevolgen dat voor de arbeidscapaciteit van de gemeente enerzijds en van NV Haven Amsterdam anderzijds, heeft.
102
gemeente
NV Haven
Opmerkingen
Burgemeesters-bevoegdheden X B&W-bevoegdheden openbare orde en veiligheid Handhaving en toezicht Nautische taken en bevoegdheden Structuurvisie en bestemmingsplannen Omgevingsvergunning (WABO) APV openbare ruimte WIOR en WION Hoofdinfrastructuur weg en rail Verkeerssystemen: ver-lichting, reclame, wegbe-wijzering, stadsregis-seur, gevaarlijke stoffen, exceptioneel transport Juridisch wegbeheer
Via mandaat X Havenmeester X X
Status aparte, regelen via havenmeesterconvenant Nauwe samenwerking en afstemming NV HA Straks Regionale UitvoeringsDienst
Via mandaat Via mandaat
Met nadrukkelijke waarborgen
Via mandaat
Met nadrukkelijke waarborgen
X X
Feitelijk wegbeheer (taak)
Opdracht
WIOR en WION Uitvoering Milieu c.q Bodem- en evenementenvergunningen Beheer Westpoort (taak)
Via mandaat
Met nadrukkelijke waarborgen
Uitsluitend recht verlenen aan NV HA
Zie huidige mandaat Westpoort
Afvalstoffenverordening; - Inzameldienst - Bevoegdheden Verordening op de Straathandel Parkeerbeheer Heffing parkeergelden Inning gelden Uitvoering parkeerbeheer
X
X Via mandaat Via mandaat
Overeenkomst Relatie met gebiedsbeheer
X X CITION en straks?
Nog in onderzoek
103
Bijlage 3: Nautische taken & bevoegdheden Inleiding Deze notitie gaat in op het nautische takenpakket van Haven Amsterdam in relatie tot mogelijke verzelfstandiging. Binnen de organisatie van Haven Amsterdam is de Nautische Sector verantwoordelijk voor het uitvoeren van de nautische taken. De Nautische Sector verricht naast haar werkzaamheden voor de gemeente Amsterdam ook nautische taken voor het Rijk en voor het nautisch samenwerkingsverband van de gemeenten Amsterdam, Beverwijk Velsen en Zaanstad. Dit samenwerkingsverband is in 1994 opgericht als gemeenschappelijke regeling onder de naam openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, verder CNB. De gemeente Amsterdam, het Rijk en het CNB hebben ter uitoefening van de werkzaamheden publiekrechtelijke bevoegdheden gemandateerd aan de havenmeester van Amsterdam en aan de directeur CNB. Deze functies worden vervuld door dezelfde persoon, die tevens hoofd is van de Nautische Sector. De belangrijkste doelstelling van de Nautische Sector is een vlotte, veilige en milieuverantwoorde afwikkeling van het scheepvaartverkeer in de haven van Amsterdam en in het Noordzeekanaalgebied. De notitie gaat in op de vraag hoe bij verzelfstandiging van Haven Amsterdam de nautische publiekrechtelijke bevoegdheden op een verantwoorde wijze geborgd kunnen worden. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de taken en de rol die de Nautische Sector heeft op het gebied van openbare orde en veiligheid. Ook wordt kort ingegaan op de vaststelling en inning van het (zee)havengeld. Na een overzicht van de huidige organisatie van het nautisch beheer in Amsterdam en de Noordzeekanaalregio wordt, naar Rotterdams voorbeeld, ingegaan op een „havenmeesterconvenant‟ als instrument waarmee borging van de publieke belangen vorm en inhoud kan worden gegeven. De wenselijkheid om publieke bevoegdheden over te dragen aan een verzelfstandigd havenbedrijf wordt aan de hand van een viertal afwegingscriteria besproken. Ten slotte wordt een aantal beslispunten voorgelegd die, gelet op de voorgestelde oplossingsrichting, nadere uitwerking en/of besluitvorming behoeven. Huidige situatie De werkzaamheden van de Nautische Sector kunnen worden onderscheiden in primaire operationele processen en ondersteunende processen. De primaire operationele processen betreffen de scheepvaartafhandeling en de daarbij behorende toezicht- en handhavingstaken. De ondersteunende processen betreffen beleidsontwikkeling, vessel 70 traffic management services en administratieve ondersteuning. Bij de Nautische Sector werken circa 165 mensen. Niet behorend tot de primaire processen van de nautische sector, maar wel sterk gerelateerd aan het nautische, zijn de onderwerpen zeehavenhavengeld en onderhoud kades, vaarweg en havenbekkens. Op deze punten wordt aan het eind van dit hoofdstuk ingegaan. De taken en bevoegdheden die de Nautische Sector van Haven Amsterdam voor verschillende bestuursorganen uitvoert kunnen als volgt worden ingedeeld (fig.1):
70
De afdeling VTMs “Vessel Traffic Mananagement Services” heeft als opdracht het in stand houden, professionaliseren en innoveren van de systemen (VTS-infrastructuur) die nodig zijn voor de afhandeling van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied. Daarbij wordt gebruik gemaakt van moderne middelen ter bevordering van de efficiëntie en veiligheid. De VTS-infrastructuur bestaat globaal uit marifoon, radar, telefonie, computerapparatuur en programmatuur en andere facilitaire zaken.
104
Taken en bevoegdheden die worden uitgevoerd namens de gemeente Amsterdam. Het betreft hier voornamelijk het uitoefenen van bevoegdheden op grond van de gemeentelijke havenverordening. Deze verordening is bekend onder de naam „Regionale havenverordening Noordzeekanaalgebied 2010‟, waarbij het regionale betrekking heeft op het feit dat een inhoudelijk en tekstueel identieke verordening is vastgesteld door de afzonderlijke gemeenteraden van de Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad. De taken en bevoegdheden uit de verordening betreffen het gebruik en beheer van de haven met het oog op het beschermen van de belangen op het gebied van openbare orde, veiligheid en milieu. Hieronder vallen ook enkele taken en bevoegdheden op grond van de verordening op het binnenwater die met name betrekking hebben op het ligplaats nemen door woonboten, bedrijfsvaartuigen en overige objecten. De Amsterdamse bevoegdheden zijn door het College van Amsterdam gemandateerd aan de havenmeester, werkzaam bij Haven Amsterdam. Het vaststellen van de verordening is de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad. De beleidskaders en de kaders waarbinnen Haven Amsterdam uitvoering geeft aan het havenbeheer zijn vastgelegd in het mandaat en in de verordening en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregels. Toezicht- en handhavingstaken worden uitgevoerd door daartoe bevoegde medewerkers. Deze taken zijn functioneel gescheiden van de vergunning- en ontheffingverlening. Na punt 3 wordt kort ingegaan op recente ontwikkelingen ten aanzien van de Regionale Havenverordening. Taken en bevoegdheden die worden uitgevoerd namens het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied (CNB). Het CNB is een gemeenschappelijke regeling die in 1994 is aangegaan door de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad. De vier gemeenten hebben een deel van hun nautische beheertaken via de gemeenschappelijke regeling overgedragen aan het bestuur van het CNB. Het gaat hierbij om de lokale bevoegdheden op basis van de Scheepvaartverkeerwetgeving. Het Dagelijks Bestuur heeft deze bevoegdheden gemandateerd aan de directeur CNB, die ze op zijn beurt heeft doorgemandateerd aan de havenmeester werkzaam bij Haven Amsterdam. De vier CNB-gemeenten hebben, in het kader van de havenbeveiligingwetgeving, de directeur CNB aangewezen als havenveiligheidsfunctionaris. Een aantal medewerkers van Haven Amsterdam zijn aangewezen als toezichthouders op de naleving van de havenbeveiligingwetgeving in alle vier de havens. Van een overdracht van bevoegdheden aan het bestuur van het CNB, zoals bij de bevoegdheden op.grond van de Scheepvaartverkeerswetgeving, is geen sprake. Dit onderwerp wordt verder behandeld in hoofdstuk IV.. Op grond van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de EU richtlijn betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (2000/59/EG) hebben de vier CNB-gemeenten gezamenlijk het Havenafvalstoffenplan 71 Noordzeekanaalgebied opgesteld , waarbij Haven Amsterdam namens de vier havengemeenten uitvoering geeft aan de hieruit voortkomende administratieve en financiële taken. Ook voor dit onderwerp geldt dat geen bevoegdheden zijn overgedragen aan het bestuur van het CNB. Taken en bevoegdheden die worden uitgevoerd namens het Rijk. Het CNB is in 1994 een 72 overeenkomst aangegaan met het Rijk over het uitvoeren van rijkstaken en bevoegdheden op water dat in beheer is van het Rijk en dat binnen het CNB-gebied valt. Naar aanleiding van deze overeenkomst is de directeur CNB gemandateerd om namens de Hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat Noord-Holland rijkshavenmeesterbevoegdheden uit te oefenen. De persoon die de functie van directeur CNB vervult, alsmede diens plaatsvervanger, is hiertoe door de minister van V&W aangesteld als onbezoldigd rijksambtenaar in de functie van afdelingshoofd CNB van 71
Het Havenafvalstoffenplan Noordzeekanaalgebied omvat de havens van Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad en is in september 2004 vastgesteld door de respectievelijke colleges van burgemeester en wethouders. 72 Overeenkomst van 21 april 1994 inhoudende de regeling van het nautisch beheer in het Noordzeekanaalgebied.
105
RWS dienst Noord-Holland. Deze aanstelling is uitsluitend ten behoeve van het uitvoeren van de aan de directeur CNB gemandateerde bevoegdheden en opgedragen rijkstaken. De directeur CNB is voor het uitoefenen van deze rijkshavenmeestertaken verantwoording verschuldigd aan de HID en/ of de Minister van V&W. Voor het uitvoeren van het Loodsplichtbesluit 1995 is bij ministeriële regeling het Algemeen Bestuur CNB direct aangewezen als bevoegde autoriteit, dus zonder tussenkomst van HID, en bij Koninklijk Besluit is de directeur CNB aangewezen als bevoegd gezag voor het Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen scheepvaartverkeer. Ontwikkelingen Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied In maart 2010 is een projectgroep van start gegaan met als opdracht het doorontwikkelen van de Regionale havenverordening. Opdrachtgever voor het project is de directeur CNB. Dit project loopt parallel aan de onderzoeksfase naar verzelfstandiging, maar staat daar verder los van. Het is wel relevant om dit project in deze notitie te noemen. In de projectgroep zijn de vier CNB-gemeenten vertegenwoordigd. De doelstelling is een verlaging van de administratieve lastendruk, te realiseren door een zgn. „kapstokverordening‟. In plaats van talloze ontheffing- en vergunningverplichtingen in de verordening op te nemen wordt volstaan met het vaststellen van een, op basis van de verordening, uitgewerkt reglement. Naast het doen van een tekstvoorstel voor de verordening is de opdracht aan de projectgroep om een aantal scenario‟s uit te werken die betrekking hebben op de vaststelling- en wijzigingsbevoegdheid van de verordening en het reglement. Deze scenario‟s zullen variëren tussen enerzijds de huidige praktijk, waarin de respectievelijke gemeenteraden de verordening en de colleges de reglementen vaststellen, en anderzijds een model waarbij de gemeenteraden van de CNB-deelnemers hun verordenende bevoegdheid met betrekking tot havenbeheer overdragen aan het Algemeen Bestuur van het CNB. Uiteraard zijn het de vier gemeenteraden die zullen moeten instemmen met het uiteindelijke voorkeursscenario.
nautisch beheer AmsterdamNoordzeekanaalgebied
Regionale havenverordening Noordzeekanaalgebied 2010)
Gemeente Amsterdam
Gemeente Beverwijk
Gemeente Zaanstad
gemeentelijke nautische beheertaken
Rijk (V&W)
HID RWS NoordHolland
Gemeente Velsen
nautische rijkstaken in het Noordzeekanaalgebied
Centraal Nautisch Beheer (CNB)
uitvoering rijks- en gemeentelijke (CNB) nautische beheertaken en ondersteuning
Haven Amsterdam – Nautische Sector
Directeur CNB voert Rijkshavenmeester taken uit en is tevens Port Security Officer
Functie Directeur CNB wordt vervuld door hoofd Nautische Sector Haven Amsterdam
Het hoofd van de Nautische Sector is tevens havenmeester van Amsterdam
Havengeld Het vaststellen en innen van het zeehaven- en kadegeld is een ander soort bevoegdheid dan de taken en bevoegdheden die samenhangen met het nautisch beheer. De zeevaart is zeehaven- en kadegeld verschuldigd aan de gemeente Amsterdam voor het gebruik 106
van de haveninfrastructuur en de nautische dienstverlening. De heffing kent sinds 2009 een privaatrechtelijke grondslag. Door het College zijn algemene voorwaarden zeehavengeld vastgesteld met een daarbij behorende tarieventabel. De tarieventabel wordt jaarlijks aangepast en door het College vastgesteld. De voorstellen voor tariefswijzigingen worden gedaan door de Commerciële Sector (CS) van Haven Amsterdam, in overleg met de Nautische Sector en de afdeling Bedrijfseconomische en Financiële Zaken (BFZ). Bij verzelfstandiging zal de bevoegdheid tot het vaststellen van de algemene voorwaarden zeehavengeld en de tarieventabel overgaan naar NV Haven Amsterdam. Het binnenhavengeld, dat verschuldigd is door de beroepsbinnenvaart, is (nog steeds) een gemeentelijke belasting. De grondslag is de Verordening Binnenhavengeld Beroepsvaart. Tot op heden wordt deze belasting namens B&W geïnd door de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam. Haven Amsterdam ontvangt een deel van de inkomsten. Vanaf 1 januari 2011 wordt deze heffing overgenomen door Haven Amsterdam. De verwachting is dat het binnenhavengeld voor de beroepsvaart in de nabije toekomst eveneens via algemene voorwaarden geïnd gaat worden. Bij verzelfstandiging zullen de taken en bevoegdheden ten aanzien van binnenhavengeld, ongeacht de grondslag van heffing, meegaan naar NV Haven Amsterdam. Beheer en onderhoud Een optimaal gebruik van de haven en van de havenvoorzieningen door de scheepvaart is alleen mogelijk wanneer het beheer en onderhoud blijvend op een kwalitatief hoog niveau worden uitgevoerd. De havenbekkens en het vaarwater moeten op voldoende diepte worden gehouden en de afmeervoorzieningen dienen in een goede staat van onderhoud te verkeren. Het technisch beheer van de internationale hoofdtransportas (rijksvaarweg) die door het Afgesloten IJ loopt wordt op grond van een onderhoudscontract tussen de gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat door en voor rekening van Haven Amsterdam uitgevoerd. Deze onderhoudsovereenkomst, die onder andere ook de nautische bebording en vaarwegmarkering betreft, kan met telkens 5 jaar worden verlengd. Het op diepte houden van de havenbekkens in Westpoort, de zwaaiplaatsen voor de zeecruiseschepen en de IJhaven tot de Jan Schaeferbrug wordt in opdracht van Haven Amsterdam uitgevoerd. Voor het overige water in het Afgesloten IJ, voor zover gelegen buiten de rijksvaarweg, hebben de gemeente en de stadsdelen een eigen verantwoordelijkheid, waarbij Haven Amsterdam toeziet op voldoende diepte op (lig)plaatsen die gebruikt worden door de beroepsbinnenvaart, zoals in het Oostelijk Havengebied. In de uitvoeringsfase dient te worden uitgewerkt en afgesproken hoe de (financiële) verantwoordelijkheden m.b.t. het op diepte houden na verzelfstandiging worden belegd. Bij de exploitatie van de haven behoort ook het beheren van een aantal baggerstortplaatsen. Voor baggerstortplaatsen die vol zijn is er een nazorgverplichting ten behoeve waarvan bij een voorziening is ingericht. Ten aanzien van de financiële verplichtingen die daaruit volgen zullen in de uitvoeringsfase afspraken gemaakt moeten worden tussen provincie, gemeente en Haven Amsterdam. Openbare kades en afmeervoorzieningen die bestemd zijn voor- en gebruikt worden door de beroepsvaart maken onderdeel uit van de bedrijfsvoering van Haven Amsterdam. Voor wat betreft kades en voorzieningen die buiten Westpoort zijn gelegen, bijvoorbeeld de kades rond het Java-eiland, is HA niet verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de kades, maar wel voor de aanwezige (afmeer)voorzieningen en walstroomvoorzieningen ten behoeve van de beroepsvaart. Een uitzondering hierop is de kade voor de passagiersterminal PTA, waar Haven Amsterdam wel verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van zowel de horizontale als de verticale kade. In de uitvoeringsfase dient te worden uitgewerkt welke locaties, in welke mate, onder de bedrijfsvoering van NV Haven Amsterdam vallen.
107
De (rijks)havenmeestertaken bij verzelfstandiging Uitgangspunt bij verzelfstandiging is om zowel de Amsterdamse nautische taken en bevoegdheden als de CNB- en rijkstaken uit te laten voeren door de Nautische Sector van Haven Amsterdam NV. Dit komt tegemoet aan de wens in de Noordzeekanaalregio om nautisch gezien één loket te hebben en is tevens in lijn met het model waarvoor ook bij de verzelfstandiging van het Rotterdamse havenbedrijf is gekozen. De havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam NV voert zowel de gemeentelijke- als de rijkstaken op het gebied van nautisch beheer uit, vanuit de overtuiging en ervaring dat daarmee de daad- en slagkracht het beste gediend is. Het nautisch beheer betreft de veilige, vlotte en milieuverantwoorde afwikkeling van het scheepvaartverkeer en omvat naast het uitvoering geven aan de Amsterdamse havenverordening, het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied en de rijkshavenmeestertaken op grond van de nationale scheepvaartverkeerwetgeving. Het Directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken van het Ministerie van V&W opteert voor een uniform aansturingsmodel in alle zeehavens en ziet voor het Noordzeekanaalgebied graag navolging van het Rotterdamse model. Havenmeesterconvenant Rotterdam Het borgen van de publieke belangen die samenhangen met het uitvoeren van de nautische beheertaken kan vorm gegeven worden door met de verantwoordelijke bestuursorganen en de overige betrokken partijen een havenmeesterconvenant overeen te komen. Een dergelijk convenant, met bindende en afdwingbare afspraken, is een beproefd en werkbaar instrument. Bij de verzelfstandiging van het Rotterdamse havenbedrijf is door het Rijk, de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam NV en de havenmeester van Rotterdam in december 2003 het Convenant inzake publieke taken Havenbedrijf Rotterdam N.V. op het gebied van nautisch beheer overeengekomen, ofwel het Havenmeesterconvenant Rotterdam. Dit convenant heeft als doel om afspraken te maken over onder meer de volgende onderwerpen: het opdragen van de havenmeesterbevoegdheden aan de bij de NV werkzame havenmeester van Rotterdam op een wijze die verzekert dat deze bevoegdheden onafhankelijk van de overige (commerciële) taken van de NV worden uitgeoefend; een (juridisch) kader vormen voor sturing en toezicht op de uitvoering van de havenmeestertaken; het waarborgen van de continuïteit van de havenmeestertaken en de verantwoording van de daarvoor bestemde publieke middelen, alsmede boekhoudkundige transparantie met betrekking tot de publieke en private activiteiten van de NV; het functioneren van een overleg-, verantwoordings- en informatiestructuur op beleidsmatig, operationeel en financieel gebied; het vastleggen van overige samenwerkingsafspraken met niet bij het convenant betrokken partijen, noodzakelijk voor een optimale uitoefening van de havenmeestertaken. Het Havenmeesterconvenant Rotterdam kan goed als uitgangspunt dienen voor een vergelijkbaar Havenmeesterconvenant Amsterdam. Uiteraard zal een „Amsterdams model‟ ruimte moeten bieden aan de specifieke kenmerken van het nautisch beheer in de Noordzeekanaalregio. Hieronder volgt een beschrijving van een aantal essentiële onderdelen uit het Rotterdamse convenant die de onafhankelijke positie van de nautisch beheerder onderstrepen. Binnen Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR NV) is een afzonderlijke divisie ingericht, de Rotterdam Port Authority (RPA), voor de uitoefening van de havenmeestertaken en bevoegdheden. Het hoofd van de RPA is tevens havenmeester van Rotterdam. De RPA draagt zorg voor een vlotte, veilige, schone en beveiligde afwikkeling van het scheepvaartverkeer. Het personeel van RPA legt voor de nautische werkzaamheden uitsluitend verantwoording af aan de havenmeester. De RPA heeft overigens geen eigen rechtspersoonlijkheid en is qua bedrijfsvoering integraal onderdeel van de NV. De RPA is wat betreft organisatie en bemanning vooral ingericht op ondersteuning van de operationele nautische dienstverlening. De RPA heeft een eigen staf en een afdeling
108
Publieke Verantwoording. Het aantrekken van mensen en middelen (bv. patrouillevaartuigen), de externe communicatie en perswoordvoering lopen via de NV. Met betrekking tot de nautische (rijks)taken presenteert Havenbedrijf Rotterdam NV aan de minister van V&W respectievelijk de gemeente Rotterdam een jaarlijks voortschrijdend conceptbeleidsplan voor een periode van vier jaar, alsmede een conceptbegroting voor het komende jaar, het jaarverslag en de jaarrekening. De havenmeester van Rotterdam, in dienst van Havenbedrijf Rotterdam NV, geeft met betrekking tot de publieke taken aan welke output (prestaties) door RPA wordt geleverd om de gewenste outcome (streefwaarden) te bereiken en welke input (investeringen, personele-, materiële- en organisatorische voorzieningen) daarvoor noodzakelijk is. Na intensief overleg tussen de gemeente Rotterdam en HbR NV is overeengekomen dat schade of aansprakelijkheid voortvloeiend uit de uitoefening van de nautisch-maritieme taken door RPA voor rekening en risico van HbR NV zijn. Dit is niet vastgelegd in het havenmeesterconvenant, maar in een tussen gemeente en HbR NV gesloten „Operationele Havenovereenkomst‟. Deze overeenkomst is een bijlage bij de akte van oprichting van HbR NV. Door de Bestuursdienst Rotterdam en door de havenmeester van Rotterdam is aangegeven dat deze bepaling als positief effect heeft dat het de positie van de havenmeester binnen de NV versterkt en dat het thema veiligheid hiermee tot een kerntaak van de bedrijfsvoering is gemaakt. De havenmeester van Rotterdam maakt geen deel uit van de directie van HbR NV, maar is wel lid van het directieteam. Het directieteam komt twee wekelijks bijeen waarbij alle besluitvorming ten aanzien van beleid en ontwikkeling aan de orde komt. Het hoofd van de RPA wordt, na instemming door de gemeente Rotterdam, door de directie van HbR NV benoemd. De gemeente kan overigens alleen instemmen nadat de minister van V&W schriftelijk heeft toegestemd met de benoeming. Na de benoeming tot hoofd RPA draagt de gemeente er zorg voor dat het College het hoofd van RPA aanwijst als havenmeester van Rotterdam. De Amsterdamse situatie De Nautische Sector van Haven Amsterdam is als organisatieonderdeel vergelijkbaar met de RPA. Het hoofd van de sector heeft met betrekking tot zijn havenmeesterbevoegdheden rechtstreekse lijnen met de betreffende bestuursorganen en heeft de beschikking over een eigen staf en een eigen nautische beleidsafdeling. Voor wat betreft de borging van een onafhankelijke positie van de Nautische Sector bij verzelfstandiging geeft het hiervoor besproken Rotterdamse havenmeesterconvenant goed bruikbare aanknopingspunten Met betrekking tot het nautisch beheer in Amsterdam en de Noordzeekanaalregio zijn er een aantal verschillen aan te geven ten opzichte van de Rotterdamse situatie: De bevoegdhedenstructuur wijkt af. In de Noordzeekanaalregio valt het havenmeesterschap van Amsterdam niet samen met het rijkshavenmeesterschap. De rijkshavenmeestertaken zijn belegd bij de directeur van het CNB, die deze taken namens de Minister V&W en/of de HID RWS NH uitvoert. De directeur CNB is hiervoor in persoon aangesteld als onbezoldigd rijksambtenaar van V&W. In Rotterdam zijn de rijkshavenmeestertaken bij besluit van de Minister van V&W direct opgedragen aan de havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam NV. In de Noordzeekanaalregio ligt het zeesluizencomplex IJmuiden. Dit rijkswaterstaatswerk wordt bemand en bediend door medewerkers van Haven Amsterdam op grond van een overeenkomst tussen het Rijk en het openbaar lichaam CNB. Het zeesluizencomplex heeft naast een functie voor de geleiding van de scheepvaart tevens een waterkerende functie, een functie in het kader van de waterhuishouding en is tevens van belang voor het wegverkeer. Het Hoofd Waterdistrict van RWS NH is formeel de beheerder van de sluizen als waterstaatkundig werk, maar bemoeit zich niet met de dagelijkse gang van zaken en de daarbij behorende taken. Het waterstaatkundig beheer heeft in voorkomende bijzondere gevallen voorrang boven het nautisch beheer. Het ligt overigens voor de hand om het beheer van de sluis als waterstaatkundig werk niet mee te nemen in een
109
havenmeesterconvenant, maar om hierover separaat afspraken te maken met de beheerder. Zo‟n convenant heeft immers betrekking op borging van de belangen die samenhangen met het nautisch beheer. Het waterstaatkundig beheer In de Noordzeekanaalregio zal naast het havenbedrijf, de havenmeester, de gemeente en het Rijk ook het bestuursorgaan CNB als partij bij een havenmeesterconvenant betrokken zijn. Om dit mogelijk te maken is een overzichtelijk aantal wijzigingen nodig in de bestaande mandaatbesluiten, in de gemeenschappelijke regeling CNB en in de overeenkomst tussen de Minister V&W en de CNB dd.21/4/1994. Door het Directoraatgeneraal Luchtvaart en Maritieme Zaken van V&W (DGLM) wordt inmiddels een conceptconvenant voorbereid. De uitgangspunten hiervan komen overeen met de lijn van deze notitie. Het opstellen van het havenmeesterconvenant valt verder niet binnen de scope van de onderzoeksfase. Openbare orde en veiligheid Met betrekking tot het thema openbare orde en veiligheid (OOV) op het water is Haven Amsterdam in beeld in het kader van de havenbeveiligingswetgeving en op het gebied van incidentbestrijding en calamiteiten. Havenbeveiligingswet Deze wet uit 2004 heeft betrekking op de verbetering van de beveiliging van havens en havenfaciliteiten en is een voortvloeisel van de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. Havenfaciliteiten dienen over een gecertificeerd beveiligingsplan te beschikken. Zonder een dergelijk plan is het niet toegestaan om een schip op of af te gaan en mogen geen goederen worden overgeslagen. De bevoegde autoriteit in de zin van de Havenbeveiligingswet is de burgemeester. Naast het certificeren van beveiligingsplannen voor faciliteiten stelt de burgemeester onder meer een havenveiligheidsplan voor de haven en het havengerelateerde gebied op, voert hij periodiek veiligheidsbeoordelingen uit en wijst hij een havenveiligheidsfunctionaris aan. Deze functionaris, ook Port Security Officer (PSO) genoemd, vervult de rol van contactpunt voor kwesties die verband houden met havenveiligheid. In de praktijk komen de werkzaamheden van de PSO neer op het uitvoeren van het voorbereidende werk van de bevoegde autoriteit. Dit bestaat onder andere uit het toetsen van de beveiligingsplannen alvorens deze door de burgemeester gecertificeerd kunnen worden. In de Noordzeekanaalregio is hiervoor een toetsingsteam ingesteld waarvan de leden afkomstig zijn uit verschillende organisaties zoals de regionale politie AmsterdamAmstelland, regionale brandweer Amsterdam-Amstelland, Koninklijke Marchaussee, Douane, Korps Landelijke Politiediensten en Haven Amsterdam. Het toetsingsteam heeft naast haar adviestaak verder geen eigen formele bevoegdheden. De burgemeesters van de vier CNB-gemeenten hebben de directeur CNB aangewezen als PSO. Als diens plaatsvervanger is aangewezen het plaatsvervangend hoofd van de Nautische Sector van Haven Amsterdam. De PSO heeft verder geen eigen publiekrechtelijke bevoegdheden, maar is wel de belangrijkste adviseur van de burgemeester in kwesties die de havenveiligheid betreffen. De werkzaamheden van de PSO worden, voor zover het de gemeente Amsterdam betreft, afgestemd met de afdeling OOV van de Bestuursdienst. OOV is het contactpunt tussen de PSO en de burgemeester. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Rotterdam zijn er door de burgemeesters van de CNBgemeenten geen bevoegdheden uit de Havenbeveiligingswet gemandateerd aan de PSO. Met het toezicht op de naleving van de Havenbeveiligingswet kunnen door het College aangewezen personen worden belast. Door de Colleges van de vier CNB-gemeenten zijn een tweetal medewerkers van Haven Amsterdam als toezichthouder Port Security aangewezen. De bevoegdheid tot bestuurlijke handhaving, als vervolg op de toezichtstaken, ligt bij de burgemeester. Incidentbestrijding en calamiteiten Taken die door Haven Amsterdam worden uitgevoerd in het kader van incidentbestrijding en bij beheersing van calamiteiten op het water betreffen vooral het adviseren van de burgemeester en het ondersteunen van hulpdiensten.
110
Het ondersteunen van hulpdiensten betreft bijvoorbeeld het op verzoek van de brandweer Amsterdam-Amstelland leveren van bluscapaciteit vanaf het water. Er zijn tussen brandweer en Haven Amsterdam afspraken gemaakt over rol- en taakverdeling bij incidentbestrijding in de haven. Deze afspraken zijn in oktober 2008 door het College vastgesteld en aan de hand hiervan worden door brandweer en Haven Amsterdam investeringen gedaan in personeel en materieel. De brandweer Amsterdam-Amstelland en Haven Amsterdam participeren in het project Amsterdam Mutual Aid System (AMAS). AMAS is opgezet door oliemaatschappijen en opslagterminals in de haven met het doel de brandbestrijding bij grote petrochemische branden te organiseren. De rol die Haven Amsterdam heeft bij incidentbestrijding en calamiteiten binnen Amsterdam en de Noordzeekanaalregio is vastgelegd in een aantal plannen. Het gaat hierbij om het Incidentenplan Haven Amsterdam, het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal en het Crisisplan Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Op verzoek wordt ondersteuning verleend aan de aan het Noordzeekanaal gelegen veiligheidsregio‟s Zaanstreek-Waterland en Kennemerland. Naast ondersteunde taken zal, in voorkomende gevallen, de havenmeester of de directeur CNB bij het bestrijden en/ of beheersen van incidenten en calamiteiten van zijn reguliere nautische bevoegdheden gebruik maken door (verkeers)besluiten te nemen en/of aanwijzingen te geven die gelet op de gegeven situatie noodzakelijk zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan stremming van het scheepvaartverkeer. De afdeling OOV van de Bestuursdienst is, voor zover het de gemeente Amsterdam betreft, het contactpunt bij dreigende of actuele crisissituaties. Het informeren en adviseren van de burgemeester gaat ook via de lijn OOV. Vanwege de rijkshavenmeestertaken die de directeur CNB in het Noordzeekanaalgebied uitvoert is hij benoemd tot Rijksheer voor het ministerie van V&W. Minimaal eenmaal per jaar is de rijkshavenmeester, op uitnodiging van de commissaris van de Koningin, aanwezig bij het rijksherenoverleg van de provincie Noord-Holland. Rijksheren zijn vertegenwoordigers van het rijk in (decentrale) crisissituaties en kunnen daarbij behorende bevoegdheden toebedeeld krijgen, bijvoorbeeld op grond van de Havennoodwet. Bovendien dienen zij goed contact te houden met „hun‟ sector, waaronder valt bewaking van de informatiestroom tussen overheid en de sector en bewaking van wat 73 praktisch/operationeel speelt. Concluderend kan worden vastgesteld dat bij verzelfstandiging van Haven Amsterdam geen wijziging behoeft plaats te vinden in de rol en het takenpakket van de Nautische Sector in het kader van openbare orde en veiligheid. Het gaat hierbij in de eerste plaats om adviserende en ondersteunende werkzaamheden. Uitoefening van publieke bevoegdheden bij crisissituaties en calamiteiten gebeurt op grond van de reguliere nautische mandaten en aanwijzingen. Afwegingskader bevoegdheden Aan de hand van het in de bovenliggende notitie Publiek - Privaat gehanteerde afwegingskader zal hierna de wenselijkheid tot het overdragen van de nautische bevoegdheden en de taken en bevoegdheden in het kader van openbare orde en veiligheid op het water worden besproken, in relatie tot het niet overdragen van deze bevoegdheden. Juridische toetsing (1) De bevoegdheden op basis van de Regionale havenverordening Noordzeekanaalgebied betreffen deels relatief zware bevoegdheden, zoals het afgeven van vergunningen en ontheffingen ten aanzien van het overslaan van gevaarlijke stoffen, het ligplaats nemen in het oliehavengebied en het ligplaats nemen van een schip waarvan de lading is behandeld met ontsmettingsmiddelen. De havenmeester is door het College tevens gemandateerd tot het toepassen van bestuursdwang. 73
Bron: rapport „Rijksheren in het moderne crisismanagement‟, prov.NH, juli 2007.
111
De bevoegdheden op grond van de havenverordening zullen bij verzelfstandiging door het College worden gemandateerd aan de havenmeester, die in dienst is van de NV en daardoor in een niet-hiërarchische verhouding staat tot het gemeentebestuur. Zoals aangegeven in de notitie Publiek-Privaat dient met mandatering aan niet-ondergeschikte terughoudend te worden gesprongen. De aard van de bevoegdheid verzet zich echter niet tegen een dergelijk mandaat omdat de nautische taken en bevoegdheden bij uitstek een kerntaak zijn van een havenbedrijf. Nautische deskundigheid, kennis en ervaring zijn absolute voorwaarden om deze taken en bevoegdheden op een verantwoorde wijze uit te kunnen voeren. De borging van het publieke belang vindt onder andere plaats door het aangaan van een havenmeesterconvenant. Daarin wordt onder meer bepaald dat de havenmeester voor wat betreft de gemeentelijke nautische beheerstaken rechtstreeks verantwoording aflegt aan het College, wordt het risico voor vermenging van publieke en commerciële belangen op een acceptabele en afdoende wijze ondervangen. Bovendien gaat de havenmeester geen deel uitmaken van de directie van NV Haven Amsterdam en is de Nautische Sector, waarvan de havenmeester het hoofd is, ten aanzien van de aan haar opgedragen werkzaamheden relatief onafhankelijk ten opzicht van de overige bedrijfsonderdelen. Medewerkers van de Nautische Sector kunnen worden aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) en als toezichthouder. De aanwijzing als BOA betreft de opsporing van strafbare feiten en loopt niet via de gemeente maar via de Minister van Justitie. De aanwijzing als toezichthouder, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de havenverordening, loopt wel via een aanwijzing door het College. De toezichthouder kan ook een niet-ambtenaar zijn, al zal met verlenen van deze bevoegdheid door het bestuursorgaan terughoudend worden omgesprongen. Omdat de havenbeambten in continudienst vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week, aanwezig zijn in het havengebied ligt aanwijzing als toezichthouder echter wel voor de hand. Ten aanzien van de nautische bevoegdheden die door de gemeente zijn overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied verandert er na verzelfstandiging van Haven Amsterdam niet veel. Het bestuursorgaan CNB blijft verantwoordelijk voor de uitoefening van deze bevoegdheden en zal er mee in moeten stemmen dat de directeur CNB geleverd wordt door een verzelfstandigd havenbedrijf. Het bestuursorgaan CNB zal daarom medeondertekenaar zijn van het eerder genoemde havenmeesterconvenant. Voor wat betreft de taken en bevoegdheden die samenhangen met openbare orde en veiligheid is er juridisch geen beletsel om de aanwijzing tot havenveiligheidsfunctionaris aan de directeur CNB en het plaatsvervangend hoofd van de Nautische Sector in stand te laten. Deze functionaris heeft immers geen eigen publiekrechtelijke bevoegdheden. De werkzaamheden in het kader van de Havenbeveiligingswet worden uitgevoerd door NV Haven Amsterdam, maar de bevoegdheden blijven bij de burgemeester. Ten aanzien van de bestrijding en beheersing van incidenten- en calamiteiten heeft de havenmeester van NV Haven Amsterdam geen bijzondere publiekrechtelijke bevoegdheden en er is juridisch gezien dan ook geen beletsel om de adviserende en faciliterende werkzaamheden na verzelfstandiging te kunnen blijven uitvoeren. Voor zover er bij de opdracht door de gemeente aan NV Haven Amsterdam tot het uitvoeren van de nautische beheertaken sprake zou kunnen zijn van aanbestedingsrechtelijke verplichtingen, kan gewezen worden op de uitzondering die in het aanbestedingsrecht gemaakt wordt voor diensten die worden uitgevoerd op basis van een uitsluitend recht. Een uitsluitend recht wordt bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan aan een, eveneens aanbestedingsplichtige onderneming verleend, waarbij voor die onderneming het recht wordt voorbehouden om binnen een bepaald 74 geografisch gebied een dienst te verrichten of een activiteit uit te oefenen. De gemeente
74
Om met succes een beroep te doen op een uitsluitend recht dienen een aantal randvoorwaarden in acht genomen te worden:
112
Amsterdam kan bij verordening bepalen dat de nautische taken en bevoegdheden uitsluitend worden uitgeoefend door of vanwege de havenmeester. Beleidsmatig wenselijk (2) De kerntaak van de haven betreft de afhandeling van de scheepvaart. Zonder nautische taken is een havenbedrijf moeilijk denkbaar. In die zin ligt het voor de hand en is het wenselijk dat de nautische bevoegdheden bij NV Haven Amsterdam komen te liggen. Indien het aansturingsmodel wordt gevolgd zoals dat in Rotterdam wordt gebruikt, gaat het bovendien om een in de praktijk bewezen model dat de instemming heeft van het gemeentebestuur van Rotterdam en het Ministerie van V&W. Praktisch uitvoerbaar (3) en kostenefficiënt (4) De huidige nautische bedrijfsvoering wordt gecontinueerd. Haven Amsterdam is hiertoe volledig geëquipeerd. Er zijn thans geen andere onderdelen van de gemeente Amsterdam denkbaar waar het specifieke nautische takenpakket van de Nautische Sector ondergebracht zou kunnen worden. Bovendien is er sprake van een beproefd concept, immers, het Rotterdamse havenbedrijf is sinds 2004 verzelfstandigd en ook als NV worden de nautische taken en publiekrechtelijke bevoegdheden naar tevredenheid van betrokken partijen uitgevoerd. Conclusies Gelet op het voorgaande wordt het duidelijk dat het zowel voor de gemeente Amsterdam als voor Haven Amsterdam voordelen biedt om bij verzelfstandiging de nautische taken en bevoegdheden onder te brengen in de NV. Het is niet wenselijk om de nautische taken buiten een verzelfstandigd Haven Amsterdam te organiseren. Geconcludeerd wordt derhalve dat: a) De nautische taken en bevoegdheden met betrekking tot de haven zijn een kerntaak van Haven Amsterdam. Daarom wordt voorgesteld deze taken op te dragen aan NV Haven Amsterdam en de daarbij behorende bevoegdheden te mandateren aan de havenmeester van NV Haven Amsterdam. b) Het publieke belang wordt geborgd door het overeenkomen van een convenant met de bij het nautisch beheer in Amsterdam en de Noordzeekanaalregio betrokken partijen. Het convenant dient een toereikend kader te bieden voor sturing en toezicht op de havenmeestertaken door de gemeente Amsterdam. Binnen NV Haven Amsterdam wordt een apart organisatieonderdeel ingericht voor de havenmeestertaken. Dit komt neer op het herinrichten van de huidige Nautische Sector aan de hand van de condities zoals die opgenomen worden in het havenmeesterconvenant. Afspraken met betrekking tot schade en aansprakelijkheid in de Amsterdamse haven. De aansprakelijkheid voor schade in de haven, voortvloeiende uit de uitoefening van nautisch-maritieme taken, is voor rekening van NV Haven Amsterdam. Door het op deze manier af te spreken wordt het thema veiligheid geborgd in de bedrijfsvoering van NV Haven Amsterdam en wordt de positie van de havenmeester binnen de NV verstevigd. Bij voorkeur wordt het rijkshavenmeesterschap in de Noordzeekanaalregio parallel aan de Rotterdamse situatie ingericht, waarmee voor de grote Nederlandse zeehavens een eenduidig aansturingsmodel geldt. De minister van V&W dient hiertoe de desbetreffende regelgeving en besluitvorming aan te passen.
De gemeente Amsterdam neemt bij het verlenen van het uitsluitend recht een passende mate van openbaarheid in acht, bijvoorbeeld door het voornemen ertoe te plaatsen op de besluitenlijst. De gemeente Amsterdam geeft kaders mee waarbinnen het uitsluitend recht kan worden uitgeoefend en kan NV HA verzoeken te rapporteren over de wijze waarop van het aan haar verleende recht gebruikt gemaakt wordt. NV HA neemt bij het uitvoeren van haar taken als nautisch beheerder de bepalingen van het EG recht in acht en maakt geen misbruik van een machtspositie, bijvoorbeeld door het hanteren van onbillijke prijzen of contractuele voorwaarden.
113
114
Bijlage 4: Openbare Ruimte INLEIDING Deze deelnotitie van het team Mandaten en Verantwoordelijkheden gaat in op de taken en bevoegdheden die betrekking hebben op de „droge‟ openbare ruimte in het Westpoortgebied. Uitgangspunt bij verzelfstandiging is dat het door de NV economisch te exploiteren havengebied openbare ruimte blijft. Westpoort omvat naast het havengebied 75 tevens een deel waarvan de exploitatie wordt uitgevoerd door OGA . Aan de hand van vier hoofdactiviteiten worden de taken en bevoegdheden met betrekking tot de openbare ruimte in Westpoort behandeld. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: Feitelijk beheer & onderhoud Veiligheid Vergunningverlening, toezicht en handhaving Wegbeheer Centraal in deze notitie staat de vraag of de taak beheer en onderhoud Westpoort kan worden overgedragen aan NV Haven Amsterdam en of de daarmee samenhangende publiekrechtelijke bevoegdheden kunnen worden gemandateerd aan NV Haven Amsterdam. Uitgangspunt is een functioneel sterke haven en een dynamische stad. De afweging wordt 76 gemaakt aan de hand van de volgende criteria : 1. juridische toetsing 2. beleidsmatig wenselijk 3. praktisch uitvoerbaar 4. kostenefficiënt Veranderingen in omgeving Binnen de gemeente Amsterdam zijn processen gaande die van invloed kunnen zijn op de wijze waarop de relatie tussen gemeente en een verzelfstandigde Haven vorm krijgen, zoals Organisatie Bestuurlijk Toezicht, verzelfstandiging Cition B.V., Structuurvisie, e Regionale Uitvoeringsdienst als opvolger van DMB, de Regionale Havenverordening 2 fase. Wanneer deze processen inhoudelijk van invloed zijn op de onderzoeksfase worden deze benoemd en onderkend. Nadere uitwerking kan volgen in de Uitvoeringsfase van dit 77 onderzoek. Huidige situatie Voor geheel Westpoort is Haven Amsterdam de gebiedsbeheerder . De werkzaamheden omvatten, naast het feitelijk beheer en onderhoud van de openbare ruimte tevens de publieke bevoegdheid tot het verlenen van vergunningen en ontheffingen en het nemen 78 van o.a. verkeersbesluiten. De sector Infrastructuur & Milieu van Haven Amsterdam heeft ten behoeve van de onderzoeksfase een overzicht opgesteld met circa honderd (publieke) bevoegdheden en taken die de sector uitvoert in het kader van beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De publieke bevoegdheden, die worden uitgevoerd op grond van het Mandaatbesluit Westpoort, betreffen bevoegdheden uit de APV, WIOR-verordening (Werken In De Openbare Ruimte), Bomenverordening, Afvalstoffenverordening, Verordening op de straathandel, de wegenverkeerswetgeving en Telecommunicatiewet. 75
Zie kaart, bijlage 1. Zie voor een explicatie van de criteria de notitie Publiek/Privaat. 77 Bestuurlijk Team, d.d. 29/4/2010. 78 Bouw- en milieuvergunningen, bodemvergunningen en evenementenvergunningen in Westpoort worden afgegeven door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB). Omdat daarin bij verzelfstandiging van Haven Amsterdam geen verandering komt, worden deze vergunningen buiten beschouwing gelaten. 76
115
In 2009 zijn er bij Infrastructuur en Milieu 322 vergunningaanvragen binnengekomen. Hiervan zijn er 307 toegewezen. Het merendeel van de vergunningen betreft tijdelijke objectvergunningen, tijdelijke verkeersmaatregelen en opbreekvergunningen i.v.m. kabels, leidingen en toebehoren. Voorts zijn 19 kapvergunningen verleend. Voor Westpoort is Haven Amsterdam aangewezen als integraal gebiedsbeheerder vanuit de motivatie dat Haven Amsterdam de regie voert over zoveel mogelijk onderdelen van de keten aan activiteiten in het havengebied en één loket biedt aan bedrijven en burgers. Bij het integraal gebiedsbeheer behoort ook het verlenen van vergunningen en ontheffingen. Deze publieke bevoegdheden zijn ingekaderd, in die zin dat ten aanzien van de uitoefening ervan is bepaald dat het geldende beleid, van de gemeente in acht genomen dient te worden. Indien het aangelegenheden betreft die van bijzondere politiekbestuurlijke betekenis zijn, dient vooraf overleg te worden gevoerd met B&W. Terugkerende discussie over principes versus pragmatisme Over een groot deel van de verdeling van taken en bevoegdheden zijn de betrokkenen binnen de gemeente het met elkaar eens. Een terugkerende discussie die bij elk thema met steeds wisselende gesprekspartners zich voordoet gaat over de vraag of het wenselijk is om publieke bevoegdheden te mandateren aan een overheids-NV met een winstoogmerk. Een aantal betrokkenen neemt hierbij het principiële standpunt in dat een private onderneming geen publieke bevoegdheden zou moeten uitoefenen. Dit omdat er sprake kan zijn van botsende belangen: het algemene belang kan strijdig zijn met het belang van een commerciële onderneming. Andere betrokkenen menen dat als je afpelt om welke publieke bevoegdheden het precies gaat - de zogenaamde kleine bevoegdheden die nauw samenhangen met het beheer van het Westpoortgebied - deze om pragmatische redenen het best bij de gebiedsbeheerder, vanzelfsprekend ingekaderd door een aantal waarborgen, kunnen worden belegd. Bovendien kan uiteindelijk elke bevoegdheid die door de gemeente aan NV Haven Amsterdam wordt gemandateerd, mocht daartoe aanleiding bestaan, weer worden ingetrokken. Dat betekent dat de mandaten zoals die in deze notitie worden genoemd omkeerbaar zijn. Aansprakelijkheid Het principe dat bij mandaatverlening van publieke bevoegdheden aan NV Haven Amsterdam wordt gevold is dat de aansprakelijkheid de bevoegdheid volgt. Dit zal er kort gezegd op neerkomen dat NV Haven Amsterdam de gemeente vrijwaart voor eventuele schadeclaims voortkomend uit de uitoefening van de betreffende bevoegdheid. 1. Feitelijke beheer & onderhoud Uitgangspunt bij verzelfstandiging is dat de taken die samenhangen met het beheer en onderhoud van Westpoort overgaan naar NV Haven Amsterdam. Dit geldt voor beide delen van Westpoort; het havengebied en het gebied dat door OGA wordt ontwikkeld. Het beheer en onderhoud in Westpoort betreft onder andere: - het beheer van de infrastructuur conform de Nota Stedelijke Infrastructuur - parkeerbeheer - beheer kades, oevers en afmeervoorzieningen - beheer en onderhoud van groen en bomen - afvalinzameling - schoonhouden van de openbare ruimte (ook graffiti) - gladheidbestrijding op het onderliggend wegennet - baggeren havenbekkens/ bakbeheer (zie nautische notitie) - betonning/ bebording langs en op de vaarweg (zie nautische notitie) Een schoon, veilig en goed onderhouden gebied is een voorwaarde voor een aantrekkelijk en goed ondernemersklimaat. Dat de klanten in Westpoort waardering hebben voor de kwaliteit van het beheer blijkt onder meer uit het feit dat Beheer Westpoort in zowel 2008,
116
79
2009 als 2010 de ORAM-prijs voor het best onderhouden bedrijventerrein binnen de gemeente Amsterdam in de wacht heeft gesleept. Bijkomend voordeel van een integrale gebiedsbenadering is dat er kosteneffectief kan worden gewerkt. In Rotterdam zijn de feitelijke taken die betrekking hebben op het beheer van de openbare ruimte van het havengebied neergelegd bij het havenbedrijf, maar zijn de publieke bevoegdheden niet gemandateerd. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het Rotterdamse havenbedrijf in de periode voorafgaand aan de verzelfstandiging de publieke taken en bevoegdheden ook al nauwelijks uitvoerde. Bovendien zijn in Rotterdam met het verlenen van vergunningen voor kabels en leidingen hoge inkomsten gemoeid. Het levert de stad per jaar, in tegenstelling tot de Amsterdamse situatie, vele miljoenen euro‟s op. Na verzelfstandiging: uitsluitend recht verlenen aan NV Haven Amsterdam Zowel beleidsmatig als uit praktisch oogpunt als mede vanuit kostenefficiëntie, zijn er geen argumenten om het beheer en onderhoud niet bij NV Haven Amsterdam neer te leggen. Er zijn ook geen zwaarwegende juridische argumenten die zich verzetten tegen opdrachtverlening door het gemeentebestuur van Amsterdam aan NV Haven Amsterdam voor beheer en onderhoud van het Westpoortgebied mits de aanbestedingsrechtelijke aspecten goed belegd zijn. Het Deelprojectteam Governance en het advocatenkantoor Clifford Chance hebben zich gebogen over de vraag of de gemeente het beheer en onderhoud van Westpoort openbaar moet aanbesteden. Uit het juridische advies volgt dat er inderdaad sprake is van een aanbestedingsplicht, maar dat dit voorkomen kan worden door het verlenen van een uitsluitend recht door de gemeente aan NV Haven Amsterdam. De gemeente kan in regelgeving of bij besluit vastleggen, bijvoorbeeld in een verordening, dat aan NV Haven Amsterdam het uitsluitend recht wordt toegekend tot het verrichten van beheer en onderhoud in Westpoort. Een dergelijk recht houdt in dat door de gemeente Amsterdam aan NV Haven Amsterdam het recht wordt voorbehouden om binnen een geografisch bepaald gebied (Westpoort) een dienst te verrichten of een activiteit uit te oefenen (beheer en onderhoud). Om met succes een beroep te doen op een uitsluitend recht zal een aantal randvoorwaarden in acht genomen dienen te worden: De gemeente Amsterdam neemt bij het verlenen van het uitsluitend recht een passende mate van openbaarheid in acht, bijvoorbeeld door het voornemen ertoe te plaatsen op de besluitenlijst. De gemeente Amsterdam geeft kaders mee waarbinnen het uitsluitend recht kan worden uitgeoefend en kan NV Haven Amsterdam verzoeken te rapporteren over de wijze waarop van het aan haar verleende recht gebruik gemaakt wordt. NV Haven Amsterdam neemt bij het uitvoeren van haar taken als gebiedsmanager (incl. de aanbestedingen) de bepalingen van het EG recht in acht en maakt geen misbruik van een machtspositie, bijvoorbeeld door het hanteren van onbillijke prijzen of contractuele voorwaarden. Overigens zal ook na verzelfstandiging NV Haven amsterdam niet zelf de werkzaamheden uitvoeren maar de opdracht hiervoor met inachtneming van de aanbestedingsregels, in de markt zetten. Net als bij mandaatverlening geldt ook hier dat een besluit of een verordening, mocht daartoe aanleiding zijn, ook weer kan worden ingetrokken. Beslispunt 1: Het verlenen van een uitsluitend recht tot het verrichten van de taak beheer en onderhoud in Westpoort toekennen aan NV Haven Amsterdam en daarbij een aantal waarborgen, zoals boven genoemd, inbouwen. Nader uit te werken, inclusief de financieringsconstructie, in de uitvoeringsfase.
79
Ondernemersvereniging ORAM is de belangenbehartiger voor het bedrijfsleven in de regio Amsterdam. ORAM is lid van de ondernemerskoepel VNO-NCW.
117
Beheer en onderhoud in OGA-deel Westpoort Haven Amsterdam voert de regie over het feitelijke beheer en onderhoud van het Westpoortgebied. Het beheer en onderhoud van het OGA-gebied binnen Westpoort is bij de opheffing van de Dienst Amsterdam Beheer door B&W aan Haven Amsterdam toegewezen Deze dienst voerde tot drie jaar geleden het beheer en onderhoud uit. Haven Amsterdam en OGA geven aan dat het, gelet op het huidige hoge kwaliteitsniveau van beheer en onderhoud, wenselijk is de huidige werkwijze te continueren. Beslispunt 2: Voor wat betreft het OGA-gebied binnen Westpoort de lijn van beslispunt 1 te kiezen. In de uitvoeringsfase worden tussen Haven Amsterdam en OGA nadere werkafspraken gemaakt, onder andere over kwaliteitseisen, meerjarenplan onderhoud en financiering. 2. Veiligheid Burgemeesterbevoegdheden In de huidige situatie zijn er nauwelijks burgemeesterbevoegdheden gemandateerd aan Haven Amsterdam. Het verlenen van een evenementenvergunning voor de locatie Veemkade is wel door de burgemeester gemandateerd aan de directeur Haven Amsterdam. Het voorstel is om deze bevoegdheid over te hevelen naar Stadsdeel Oost of DMB. De burgemeestersbevoegdheden, veelal opgenomen in de APV, blijven bij de gemeente omdat de aard van deze bevoegdheden voornamelijk betrekking hebben op de openbare orde. Om deze reden is het gelet op de aard van bevoegdheid niet wenselijk om dit type bevoegdheden te mandateren aan NV Haven Amsterdam. Een andere bevoegdheid betreft de rol van de burgemeester bij het instellen van tijdelijke luchthavens. Gedeputeerde Staten kunnen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein ontheffing verlenen van het verbod om te landen of te stijgen met een luchtvaartuig, anders dan van of op een luchthaven. De ontheffing wordt niet verleend dan nadat gedeputeerde staten (GS) over de aanvraag tot ontheffing overleg hebben gevoerd met de burgemeester van de gemeente waarin het betreffende terrein ligt. Voor Westpoort wordt de NV Haven Amsterdam geautoriseerd om op te treden als overlegpartner met GS voor zover het een ontheffing op grond van de regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen betreft. Het betreft hier geen eigen beslissingsbevoegdheid van de burgemeester. De aard van het overleg vereist een grondige kennis van het gebied/ terrein en de (on)mogelijkheden daarvan. Als gebiedsbeheerder kent Haven Amsterdam het Westpoortgebied als geen ander. Beleidsmatig is het daarom wenselijk Haven Amsterdam te autoriseren het overleg met GS te voeren. De handhaving in Westpoort betreft verschillende beleidsterreinen zodat er op verschillende niveaus overleg en samenwerking plaatsvindt. Er is sinds 2003 een kerngroep Westpoort die bestaat uit vertegenwoordigers van de betrokken gemeentelijke diensten en de politie (regiopolitie en KLPD). De kerngroep inventariseert de problemen op het gebied van veiligheid en handhaving in het kader van criminaliteit, stelt de prioriteiten vast en adviseert indien gewenst de subdriehoek. Het Van Traa-team (directie OOV) had hierbij een coördinerende rol. Inmiddels is deze coördinerende rol (en het voorzitterschap) overgenomen door de Gebiedsregisseur Veiligheid, Regelgeving en Handhaving Westpoort bij het Van Traa-team. Eind 2010 is de functie van de Gebiedsregisseur over gegaan naar Haven Amsterdam. De gebiedsregisseur wordt dan Veiligheidscoördinator, zoals bij de stadsdelen, met een directe link naar de Wethouder Westpoort. De Kerngroep Westpoort blijft bestaan. Omdat het een coördinerende rol betreft en er geen bevoegdheden aan vast hangen is het voorstel de kerngroep Westpoort te continueren. Beslispunt 3: a. Bevoegdheden van de burgemeester in het kader van de APV blijven bij de gemeente.
118
b. De bevoegdheid voor het verlenen van een evenementenvergunning voor de Veemkade komt te liggen bij Stadsdeel Oost of DMB. Nader uit te werken in de uitvoeringsfase. c. De NV Haven Amsterdam, als gebiedsbeheerder Westpoort, wordt gemachtigd om op te treden als overlegpartner met de provincie voor zover het een provinciale ontheffing o.g.v. het besluit inrichting en gebruik niet-aangewezen luchtvaartterreinen betreft. 3. Vergunningverlening, toezicht en handhaving. Overige vergunningen en ontheffingen m.b.t. orde en veiligheid Naast de burgemeestersbevoegdheden in het kader van de openbare orde zijn er bevoegdheden met betrekking tot orde en veiligheid die B&W toebehoren. APV - Hoofdstuk 2 - Orde en veiligheid Paragraaf 3 - Hinderlijk gedrag 1. Artikel 2.20: slapen op of aan de weg, ontheffing Paragraaf 6 - Uitoefenen beroep op de weg 2. Artikel 2.50: Ontheffing voor het aanbieden van diensten, ontheffing 3. Artikel 2.52: Inzamelen van geld en goederen (collecte), ontheffing Afweging Vanuit juridisch oogpunt kunnen de B&W-bevoegdheden, binnen de door het bestuur gestelde kaders, worden gemandateerd aan NV Haven Amsterdam, met dien verstande dat indien het een politiek/bestuurlijke aangelegenheid betreft ruggespraak gehouden dient te worden met B&W. Beleidsmatig is het wenselijk deze bevoegdheden, die rechtstreeks verband houden met beheer en onderhoud van het gebied, neer te leggen bij de partij die in het gebied werkzaam is en bij voorkeur direct, zonder procedurele vertraging, moet kunnen ingrijpen. Praktisch gezien en qua kostenefficiëntie is het raadzaam deze bevoegdheden te mandateren aan de partij die er op ingericht is om deze taken uit te voeren. Beslispunt 4 B&W-bevoegdheden uit de APV die in de huidige situatie zijn gemandateerd aan Haven Amsterdam ook na verzelfstandiging te mandateren aan NV Haven Amsterdam, binnen gemeentelijk vastgestelde kaders, richtlijnen en beleid. Nader uit te werken in de uitvoeringsfase. Verlening „ kleine‟ vergunningen en ontheffingen In de huidige situatie zijn op basis van de APV taken en bevoegdheden aan Haven Amsterdam gemandateerd. Het gaat hierbij om het verlenen van vergunningen en ontheffingen en om handhavingstaken. Naast orde en veiligheid liggen deze bevoegdheden op het gebied van het gebruik van de openbare ruimte en milieu. Gebruik openbare ruimte De bevoegdheden met betrekking tot het gebruik van de openbare ruimte zijn nauw verbonden met een integraal beheer van de openbare ruimte. De beheerder kan in uitzonderingsgevallen ontheffing/vergunning verlenen van de hier met name genoemde verboden uit de APV. Dit betreft allemaal zaken die beeldbepalend zijn voor de openbare ruimte. APV - Hoofdstuk 4 - Gebruik openbare ruimte Paragraaf 2 - Voorwerpen 1. Artikel 4.2: Vastmaken van voorwerpen, ontheffing 2. Artikel 4.3: Voorwerpen en stoffen op, aan, in of boven de weg, vergunning Paragraaf 3 - Plakken en kladden
119
3. Artikel 4.7: Plakken en kladden, handhaven Paragraaf 4 - Reclame 4. Artikel 4.12: Verspreiden voorwerpen voor reclamedoeleinden, ontheffing Paragraaf 5 - Werkzaamheden 5. Artikel 4.13: Werkzaamheden in of op de weg, ontheffing 6. Artikel 4.14: Beplantingen, handhaven 7. Artikel 4.17, leden 1 tot en met 5: Verontreiniging van de weg en het water, handhaven Paragraaf 6 - Parkeerexcessen: 8. Artikel 4.20: Parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke, ontheffing 9. Artikel 4.21: Te koop aanbieden van voertuigen, ontheffing 10. Artikel 4.23: Parkeren van reclamevoertuigen, ontheffing 11. Artikel 4.24 lid 1, en lid 3: Parkeren van grote voertuigen, ontheffing 12. Artikel 4.25: Caravans en dergelijke, ontheffing 13. Artikel 4.27: Parkeren van fietsen en bromfietsen, handhaven Milieu HA heeft een beperkt aantal bevoegdheden om te beslissen op aanvragen voor ontheffingen op het gebied van groenvoorzieningen, dieren en de bestrijding van iepziekte. APV - Hoofdstuk 5 - Milieu Paragraaf 4 - Groen 1. Artikel 5.9: Openbare groenvoorzieningen, ontheffing 2. Artikel 5.10: Bestrijding iepziekte, handhaven Paragraaf 5 - Dieren paragraaf 5 (Dieren) behoudens artikel 5.15 (Gevaarlijke of hinderlijke honden) en artikel 5.17 (Geluidhinder door dieren) Afweging Over de bovenvermelde kleine vergunning- en ontheffingverlening is discussie. Juridisch is het mogelijk om het verlenen van vergunningen- en ontheffingen te mandateren aan een niet-ondergeschikte. De aard van de bevoegdheid verzet zich daar in dit geval ook niet tegen. Er is discussie geweest over de beleidsmatige wenselijkheid. Tegenstanders van mandaatverlening aan NV Haven Amsterdam vinden dat het uitoefenen van publieke bevoegdheden niet bij een onderneming met winstoogmerk hoort vanwege mogelijke belangenverstrengeling en daarmee samenhangende integriteitconflicten. Voorstanders menen dat gebiedsbeheer en het verlenen van kleine vergunningen in elkaars verlengde liggen en dat er niet geknipt moet worden in operationele processen. Gezien de verwevenheid tussen het dagelijks beheer en de verlening van kleine vergunningen en ontheffingen is het vanuit pragmatisch oogpunt aan te raden NV Haven Amsterdam hiervoor een mandaat te verlenen. Beslispunt 5 De bevoegdheden uit de APV voor wat betreft openbare ruimte en milieu, die momenteel zijn gemandateerd aan Haven Amsterdam ook na verzelfstandiging te mandateren aan NV Haven Amsterdam, binnen de vastgestelde gemeentelijke kaders, richtlijnen en beleid. Nader uit te werken in de uitvoeringsfase. Bevoegdheden in kader van handhaving en toezicht In de huidige situatie wordt handhaving en toezicht in de openbare ruimte Westpoort uitgeoefend door de daartoe bevoegde toezichthouders en handhavers van de gemeentelijke Dienst Stadstoezicht (DST). Haven Amsterdam is, conform de stadsdelen,
120
namens B&W de opdrachtgever van DST. Jaarlijks stelt Haven Amsterdam op basis van een risicoanalyse, een uitvoeringsprogramma op „Handhaving en Toezicht Westpoort‟. Bovenvermelde werkwijze gaat op korte termijn in de gehele gemeente veranderen als gevolg van het project Organisatie Bestuurlijk Toezicht (OBT). OBT schrijft een heldere scheiding van de functies vergunningverlening en handhaving voor. Zie verder het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving (SPRH) en OBT2 (Eindrapport Programma van Eisen: Organisatie Bestuurlijk Toezicht Gemeente Amsterdam, februari 2010). Handhaving bij gemeente: Dienst Stadstoezicht Alle partijen (Haven, DMB, Dienst Stadstoezicht, OOV en DJZ) pleiten voor voortzetting van de huidige werkwijze waarbij Dienst Stadstoezicht als opdrachtnemer het toezicht houdt en de APV en milieuregelgeving handhaaft. De taken van DST spitsen zich voornamelijk toe op: Afvalcontrole Fiets / wrakken controle Objecten- / vergunningen controle Dierenoverlast Plakcontrole Terrascontrole Parkeren in het groen Crossoverlast Zichtbare surveillances Administratieve vastligging Het voorstel vanuit OBT is dat Dienst Stadstoezicht, als toekomstige centrale handhavingorganisatie, in opdracht van het College van B&W een handhavingprogramma Westpoort opstelt, mede op basis van input van Haven Amsterdam / NV Haven Amsterdam en DMB. Als nieuwe Centrale Dienst Handhaving valt deze rechtstreeks onder B&W en is verantwoording verschuldigd aan de wethouder Westpoort. De vraag is wel wie gaat betalen voor de diensten. Omdat handhaving en toezicht bij de gemeente (blijven) liggen is er ook geen discussie over bestuursdwangbevoegdheden. Het is evident dat deze bij de gemeente blijven. Beslispunt 6 a. De gemeentelijke Dienst Stadstoezicht blijft na verzelfstandiging van Haven Amsterdam de toezicht- en handhavingstaken in Westpoort uitvoeren. b. NV Haven Amsterdam levert input voor het door Dienst Stadstoezicht op te stellen handhavingprogramma Westpoort. Afvalstoffenverordening, Verordening op de straathandel Afvalstoffenverordening Voor wat betreft de huisvuilinzameling leent de bevoegdheid om een inzameldienst aan te wijzen zich, gelet op de aard van de bevoegdheid, niet voor mandatering. Dat gebeurt ook niet in de huidige situatie. Zoals blijkt uit de raadsvoordracht bij de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil westelijk havengebied 2005 voert de reinigingsdienst van stadsdeel Centrum de inzameling en het transport van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsvuil in het Westpoortgebied uit. Als vergoeding voor deze werkzaamheden ontvangt stadsdeel Centrum de opbrengsten van de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht van het Westpoortgebied. Gelet op de rol van NV Haven Amsterdam als integraal gebiedsbeheerder is het efficiënt om de huidige bevoegdheden van Haven Amsterdam op grond van de Afvalstoffenverordening en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2009 Westpoort te behouden. Deze betreffen het vaststellen van dagen, tijden en plaatsen waarop klein chemisch afval afzonderlijk kan worden aangeboden en het voorkomen van diffuse milieuverontreiniging. Door uitoefening van laatstgenoemde bevoegdheid worden bijvoorbeeld vuilniszakken, tuinvuil, maar ook fietswrakken verwijderd die niet in 121
overeenstemming met de regels voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in de openbare ruimte zijn achtergelaten. Beslispunt 7: Situatie zoals die nu is aanhouden, d.w.z. aanwijzen inzameldienst bij gemeente. Wel huidige bevoegdheden binnen gemeentelijk vastgestelde kaders mandateren aan NV Haven Amsterdam. Ambulante handel Op grond van de Verordening op de straathandel is Haven Amsterdam bevoegd tot het verlenen van een staanplaatsvergunning (bv. snack- of haringkraam) en het instellen van een ventverbod. Beslispunt 8 Deze bevoegdheid kan binnen gemeentelijk vastgestelde kaders worden gemandateerd aan NV Haven Amsterdam. In geval van politiek/bestuurlijk gevoelige kwesties dient ruggespraak te worden gehouden met B&W. Bevoegdheden in kader van WIOR en WION Vergunningverlening, handhaving en toezicht in de openbare ruimte van Westpoort beslaat een groot aantal verschillende taken. Een tweetal taakvelden raken direct de verantwoording van IVV als beheerder van de stadsinfrastructuur, de WIOR en de WION. De Verordening werken in de openbare ruimte (WIOR) beschrijft de regels en richtlijnen voor het werken in de openbare ruimte van Amsterdam. In Westpoort betreft dat vooral wegwerkzaamheden, vaak in samenhang met werkzaamheden aan de ondergrondse infrastructuur. De Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION), ook wel bekend als de grondroerdersregeling, geeft voorschriften voor de verplichte informatieuitwisseling over de ligging van kabels en leidingen. WIOR Bevoegdheden WIOR In het Westpoortgebied zijn de bevoegdheden met betrekking tot werken in de openbare ruimte gemandateerd aan HA. Deze bevoegdheden passen binnen het integrale gebiedsbeheer dat Haven Amsterdam in Westpoort voert en omvatten het geven van aanwijzingen en het nemen van besluiten, niet zijnde het vaststellen van nadere regels, op grond van de Verordening Werken in de openbare ruimte (Gemeenteblad 2009, afd. 3A, nr. 145/384, WIOR). Met name: 1. Instemmingsbesluit WIOR, in samenhang met art. 5.4 Telecommunicatiewet; 2. artikel 8 en 9 WIOR: vergunningen voor tijdelijke objecten, verrichten van werkzaamheden, inrichten werkterreinen, opbreken van wegbedekking, kabel- en leidinginfrastructuur en toebehoren aanbrengen en verwijderen. Iets ruimer geformuleerd gaat het hier ook over de uitvoering van de nadere regels die zijn vastgelegd op grond van de WIOR, de algemene uitvoeringsvoorschriften, het coördinatieproces en de financiële regelingen. De WIOR kent vergunningen voor: - wegwerkzaamheden; - graafwerkzaamheden en/of de aanleg van kabels; - opbreekwerkzaamheden uitvoeren in de openbare ruimte, zoals een funderingsonderzoek of het opbreken van de stoep bij een ingrijpende verbouwing. De aanvraagprocedure voor een WIOR-vergunning is verregaand gedigitaliseerd. Via het Digitaal Loket Amsterdam kunnen burgers en ondernemers vergunningen aanvragen. Via een vraagboom wordt vastgesteld welke vergunningen voor bepaalde werkzaamheden vereist zijn.
122
Hoewel het beleidsmatig niet wenselijk is om kabel- en leidingtrace‟s door andere dan gemeentelijke eenheden te laten toewijzen, is het, gelet op het feit dat de onder- en bovengrond onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, vanuit efficientie- en pragmatische overwegingen toch raadzaam om de uitvoering van deze bevoegdheden te koppelen aan de taak van feitelijk wegbeheer. Indien de WIOR-bevoegdheden in Westpoort bij IVV worden ondergebracht leidt dat tot een extra coördinatielaag, hetgeen naar alle waarschijnlijkheid kostenverhogend en minder efficiënt werkt. Borging verantwoordelijkheid gemeente NV HA wordt voor de uitvoering van de WIOR-bevoegdheden gemandateerd, terwijl de eindverantwoording bij de gemeente ligt. De verantwoordelijkheid van de gemeente wordt geborgd door: Sturing en controle vooraf: samenwerking in het Coördinatiestelsel Amsterdam; informeren IVV over voorgenomen vergunningverlening; systematisch vastleggen en voor de gemeente (IVV) inzichtelijk maken van (voorgenomen) vergunningen en besluiten in het kader van de WIOR. Controle achteraf: bij beroep- en bezwaarprocedures adviseert NV Haven Amsterdam de gemeente. Gevolgen van deze procedures voor de gemeente dienen te worden afgedekt in de basisovereenkomst ten aanzien van de verzelfstandiging tussen NV Haven Amsterdam en gemeente. Oplossen van conflictsituaties: in het uiterste geval kan de gemeente een gerichte aanwijzing geven die NV Haven Amsterdam dient op te volgen. Over de dan te volgen procedure en beoordelingscriteria worden tussen NV Haven Amsterdam en gemeente (IVV) afspraken gemaakt moeten worden. Als NV Haven Amsterdam bij herhaling een onjuiste afweging maakt die niet past binnen het gemeentelijke beleid dan kan de gemeente het mandaat, op voorspraak van IVV, intrekken. Afstemming / samenwerking Afstemming vindt van te voren plaats. Voor kleine werken via de loopbrievenprocedure, waarbij alle relevante diensten en bedrijven via e-mail of fax in de gelegenheid worden gesteld te reageren. Voor grote werken via het Coördinatiestelsel. Om haar taak goed uit te kunnen voeren dient NV Haven Amsterdam in staat te worden gesteld om te kunnen overleggen met alle relevante partners binnen en buiten de gemeente. Ook hierover worden afspraken gemaakt. Informatievoorziening De informatieverstrekking over maatregelen met betrekking tot werken in de openbare ruimte vindt plaats conform het Coördinatiestelsel op de website www.bereikbaar.amsterdam.nl. In de uitvoeringsfase zullen bovengenoemde hoofdlijnen verder moeten worden uitgewerkt. WION Op grond van de WION heeft de gemeente als wegbeheerder een aantal bijzondere verplichtingen. Haven Amsterdam rekent, wat Westpoort betreft, een aantal daarvan tot haar verantwoordelijkheid: de gemeente als eigenaar van kabels en leidingen is verplicht op aanvraag van het Kadaster digitaal informatie aan te leveren over de nauwkeurige ligging van gemeentelijke kabels en leidingen (waterleiding, riolering, kabels ten behoeve van verkeerslichten, straatverlichting, GVB, enzovoort); de gemeente moet de registratie van de zogenaamde “weesleidingen” (kabels en leidingen waarvan de eigenaar onbekend is) verzorgen en op verzoek het Kadaster de nauwkeurige ligginggegevens melden; de gemeente als opdrachtgever van graafactiviteiten moet de uitvoerder van de werkzaamheden in staat stellen informatie bij het Kadaster in te winnen over de ligging van kabels en leidingen in de ondergrond.
123
De taak van registratie wordt centraal geregeld door IVV. Binnen de gemeente zijn stadsdelen en overige partners verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de te registreren gegevens. De afdeling GEO-info van Haven Amsterdam is hiervoor gecertificeerd. Borging verantwoordelijkheid gemeente De eindverantwoording voor de WION-bevoegdheden is en blijft gemeentelijk. NV Haven Amsterdam wordt voor de uitvoering van de WION-bevoegdheden gemandateerd. De verantwoordelijkheid van de gemeente wordt geborgd door: Sturing en controle vooraf: samenwerking in het Coördinatiestelsel Amsterdam; informeren IVV over kabels en leidingen conform de WION. Controle achteraf: bij beroep- en bezwaarprocedures adviseert NV Haven Amsterdam de gemeente. Gevolgen van deze procedures voor de gemeente dienen te worden afgedekt in de basisovereenkomst ten aanzien van de verzelfstandiging tussen NV Haven Amsterdam en gemeente. Oplossen van conflictsituaties: in het uiterste geval kan de gemeente een gerichte aanwijzing geven die NV Haven Amsterdam dient op te volgen. Over de dan te volgen procedure en beoordelingscriteria worden tussen NV Haven Amsterdam en gemeente (IVV) afspraken gemaakt. Als Haven Amsterdam bij herhaling een onjuiste afweging maakt die niet past binnen het gemeentelijke beleid dan kan de gemeente het mandaat, op voorspraak van IVV, intrekken. Afstemming / samenwerking Namens de gemeente Amsterdam is IVV aanspreekpunt voor derden in het kader van de WION. Stadsdelen en overige partners binnen de gemeente hebben regelmatig overleg. Om haar taak goed uit te kunnen voeren dient NV Haven Amsterdam in staat te worden gesteld om te kunnen overleggen met alle relevante partners binnen en buiten de gemeente. Ook hierover worden afspraken gemaakt. Informatievoorziening De informatieverstrekking in het kader van de WION geschiedt door de gemeente (IVV). In de uitvoeringsfase zullen deze hoofdlijnen nader worden uitgewerkt en vastgelegd. Beslispunt 9 De uitvoering van de bevoegdheden met betrekking tot WIOR en WION binnen de vastgestelde gemeentelijke kaders te mandateren aan NV Haven Amsterdam en afspraken te maken over hoe de eindverantwoordelijkheid van de gemeente te borgen. Nader uit te werken in de uitvoeringsfase. 4. WEGBEHEER Verzelfstandiging van Haven Amsterdam vraagt om duidelijke afspraken op het gebied van infrastructuur. Het wegbeheer bestaat uit juridisch wegbeheer en feitelijk wegbeheer. Het juridisch wegbeheer omvat het nemen van publiekrechtelijke besluiten op grond van de Wegenverkeerswet, het Reglement verkeerstekens en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer. Het feitelijk wegbeheer betreft het onderhoud, de aanleg en de vervanging van wegen in het onderliggende wegennet en fietspaden. Als het gaat om het wegbeheer in Westpoort zal er ten aanzien van taken en bevoegdheden die samenhangen met verkeerssystemen, zoals (verkeers)verlichting, reclame, (dynamische) bewegwijzering en openbare tijdsaanduiding niets veranderen. Deze berusten in de huidige situatie bij IVV, evenals het beheer en onderhoud ervan. Dit geldt ook voor de taken en bevoegdheden van de stadsregisseur en de bevoegdheden ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en exceptioneel transport.
124
Juridisch en feitelijk wegbeheer zijn nauw met elkaar verbonden. Het gaat om de wijze waarop de wegbeheerder op een verantwoorde, controleerbare, manier vorm geeft aan zijn zorgplicht zodat de veiligheid en de bruikbaarheid van de weg gewaarborgd zijn. Het juridisch wegbeheer richt zich vooral op de vraag wie bevoegd is op grond van welke wettelijke regelingen (en daarmee als eerste aanspreekbaar) terwijl het feitelijk wegbeheer zich vooral richt op de vraag hoe in de praktijk uitvoering wordt gegeven aan de zorgplicht bij het onderhoud en de vervanging van wegen en in welke mate men voor het doen of nalaten aansprakelijk kan worden gesteld. Deze onderlinge samenhang laat zich het best beschrijven als functioneel beheer, die tot uiting komt in de samenwerking tussen Haven Amsterdam en gemeentelijke partijen. Basis van deze samenwerking wordt gevormd door kaderstellende gemeentelijke richtlijnen in de vorm van besluiten en stedelijke nota‟s, zoals bijvoorbeeld: Coördinatiestelsel Amsterdam; Nota Stedelijke Infrastructuur 2006; Meerjarenanalyse infrastructurele projecten op hoofdnetten; Meerjaren infrastructuur programma Amsterdam Amsterdamse OV visie; Meerjaren beleidsplan verkeersveiligheid; Meerjaren beleidsplan fiets; Beleidskader fietsparkeren bij publiekstrekkende bestemmingen; Beleidsplan openbare verlichting; Beleidskader Hoofdnetten; Menukaart parkeerregelingen; Voorrang voor een gezonde stad. Juridisch wegbeheer Huidige situatie Leidraad is de Nota Stedelijke Infrastructuur uit 2006 die beschrijft hoe de verdeling van bevoegdheden en taken in de openbare ruimte tussen de centrale stad en de stadsdelen is geregeld. De nota Stedelijke Infrastructuur vermeldt dat de bevoegdheden op het gebied van de openbare ruimte bij de stadsdelen liggen en dat het havenbedrijf en (indertijd) Westpoortbeheer daarbij een bijzondere positie innemen. “Zij maken deel uit van de centrale stad, maar zijn net als de stadsdelen wegbeheerder.” Dit betekent dat in de huidige situatie Haven Amsterdam juridisch wegbeheerder is van het wegennet in Westpoort. Na verzelfstandiging Haven Amsterdam geeft aan na verzelfstandiging, gelet op haar rol als integraal gebiedsbeheerder, haar taken en bevoegdheden ten aanzien van het wegbeheer te willen continueren. Vanuit het oogpunt van pragmatisme en kostenefficiëncy pleit daar veel voor. Beleidsmatig hoeft er geen belemmering te zijn mits NV Haven Amsterdam zich houdt aan de kaders die de gemeente Amsterdam heeft vastgesteld. Onderkend wordt het risico dat de commerciële belangen van NV Haven Amsterdam een zorgvuldige afweging van de publieke belangen, zoals verkeersveiligheid, bereikbaarheid, doorstroming, milieuhinder/kwaliteit van leefomgeving, bij de uitoefening van de bevoegdheden in de weg zouden kunnen staan. Het is theoretisch denkbaar dat NV Haven Amsterdam een autonome koers vaart die botst met de gemeentelijke belangen. Dit potentiële risico kan ondervangen worden, zo is de mening van IVV en Haven Amsterdam, door afspraken te maken over waarborgen. Het Ministerie van Verkeer & Waterstaat heeft desgevraagd aangegeven dat bevoegdheden ten aanzien van het juridisch wegbeheer gemandateerd kunnen worden aan een niet-ondergeschikte, zoals NV Haven Amsterdam, mits voldoende gewaarborgd. Het gaat hierbij om bevoegdheden op basis van de verkeerswetgeving die het wegbeheer betreffen, i.c. de bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten en verkeersmaatregelen.
125
Borging verantwoordelijkheid gemeente Juridisch gezien is het mogelijk om het juridisch wegbeheer te mandateren aan NV Haven Amsterdam. De eindverantwoording van het juridisch wegbeheer blijft te allen tijde bij de gemeente. Borging van de verantwoordelijkheid van de gemeente vindt plaats door: Sturing en controle vooraf: samenwerking in diverse commissies conform gemeentelijke richtlijnen; accordering concept-verkeersbesluiten door gemeente (IVV); informeren gemeente (IVV) van voorgenomen publicatie; systematisch vastleggen en voor de gemeente (IVV) inzichtelijk maken van (voorgenomen) verkeersbesluiten. Controle achteraf: bij beroep- en bezwaarprocedures adviseert NV Haven Amsterdam de gemeente. Gevolgen van deze procedures voor de gemeente worden afgedekt in de basisovereenkomst ten aanzien van de verzelfstandiging tussen NV Haven Amsterdam en gemeente. Oplossen van conflictsituaties: in het uiterste geval kan de gemeente een gerichte aanwijzing geven die NV Haven Amsterdam dient op te volgen. Over de dan te volgen procedure en beoordelingscriteria dienen NV Haven Amsterdam en gemeente (IVV) nadere afspraken te maken. Als Haven Amsterdam bij herhaling een onjuiste afweging maakt die niet past binnen het gemeentelijke beleid dan kan de gemeente, op voorspraak van IVV, het mandaat intrekken. Afstemming / samenwerking Afstemming vindt van te voren plaats in de lokale verkeerscommissie en altijd in directe, wettelijk verplichte, samenspraak met de verkeerspolitie. Met betrekking tot de hoofdnetten fiets en auto, op basis van het Coordinatiestelsel via de WWU (Werkgroep Werk in Uitvoering), vindt vooraf afstemming plaats in de Centrale Verkeerscommissie. Hierin wordt samengewerkt tussen IVV, Verkeerspolitie, GVB, Brandweer, OGA en (NV) HA. Om haar taak goed uit te kunnen voeren dient NV Haven Amsterdam in staat te worden gesteld om te overleggen met alle relevante partners binnen en buiten de gemeente. Hierover worden nadere afspraken gemaakt, bijvoorbeeld met betrekking tot deelname CVC (Centrale Verkeerscommissie) en verkeerscommissie Westpoort. Informatievoorziening Alle verkeersbesluiten die Haven Amsterdam neemt worden in samenspraak met de gemeente (IVV) gepubliceerd volgens wettelijke richtlijnen. Beslispunt 10: Het juridisch wegbeheer aan NV Haven Amsterdam te mandateren binnen de vastgestelde gemeentelijke kaders en in de uitvoeringsfase de hierboven vermelde waarborgen uit te werken. Bezwaar en beroep De uitvoering van de publiekrechtelijke bevoegdheden biedt belanghebbenden de gebruikelijke wettelijke mogelijkheden van bezwaar en beroep. De wetgever dwingt hiermee af dat verkeersbesluiten weloverwogen genomen worden. NV Haven Amsterdam kan de verkeersbesluiten in mandaat blijven nemen en is daarbij eveneens gebonden aan de toepasselijke wettelijke regelingen. De eindverantwoording van de gemeente is geborgd door de uitgebreide sturing en controle vooraf en de aansprakelijkheid van de gemeente wordt gedekt in een overeenkomst tussen NV Haven Amsterdam en gemeente. Daarbij wordt ook geregeld dat NV Haven Amsterdam de gemeente vrijwaart voor eventuele aansprakelijkheden. De gemeentebrede verkeersveiligheidsmonitor kan gebruikt worden om vast te stellen dat de verkeersveiligheid in Westpoort goed is geregeld. Dit beoordelingsmiddel betreft niet alleen het beheer maar in veel grotere mate de manier waarop de openbare ruimte is ontworpen.
126
Feitelijk wegbeheer Feitelijk wegbeheer, in de zin van onderhoud en vervanging van wegen is een uitvoeringstaak waaraan geen publiekrechtelijke bevoegdheden zijn verbonden. Voor wat betreft het hoofdnet auto berust de verantwoordelijkheid voor groot onderhoud en reconstructies bij de centrale stad. Beheer is een absolute noodzaak om Westpoort op een veilige manier bereikbaar te houden zonder dat dit de leefbaarheid aantast. De woorden „beheer‟ en „onderhoud‟ worden vaak in één adem als synoniem gebruikt. Dit gaat maar ten dele op. Beheer is meer dan alleen onderhoud. Beheer is ook het in goede banen leiden van het gebruik van infrastructuur. Het aanpassen van de infrastructuur aan de gewijzigde omstandigheden behoort eveneens tot de taken van de beheerder. Veel van de relevante strategische keuzes zitten niet alleen in de manier van onderhouden maar in de wijze van beheren. Voor een juiste integrale afweging wordt gekozen voor een systeem met beheerniveaus en niet in onderhoudsniveaus. Op deze wijze wordt een beheervisie gerealiseerd in plaats van een onderhoudsvisie. In de beheervisie worden doelen gesteld waaraan het areaal moet voldoen qua resultaat. Beheer is de permanente zorg voor het langdurig instandhouden en het aanpassen aan zich geleidelijk wijzigende omstandigheden. Deze zorg betekent dat de beheerder ook toezicht houdt op het gebruik en dit gebruik reguleert. De beheerder is aangewezen om op te treden als vertegenwoordiger van de eigenaar en in die rol verantwoordelijk voor de infrastructuur. Borging verantwoordelijkheid gemeente Het voorstel is de taak van het feitelijk wegbeheer middels een overeenkomst tussen NV Haven Amsterdam en gemeente neer te leggen bij NV Haven Amsterdam. NV Haven Amsterdam heeft een zelfstandige rol die uitgevoerd wordt op basis van vooraf voren met de gemeente overeengekomen beheersnormering, met een controle achteraf. Hiervoor moeten worden vastgesteld: meetbare en controleerbare prestatienormen service niveaus afspraken over kennisniveau en ontwikkeling beschrijving van samenwerkingsregelingen Sturing en controle vooraf: samenwerking in diverse commissies conform gemeentelijke richtlijnen; accordering meerjarenplan onderhoud en onderhoudsniveau‟s door gemeente (IVV); verantwoording meerjaren begroting onderhoud door gemeente (CoFin) wordt opgenomen in de deelnotitie Financieel; afspraken over organisatie, kennisniveau en ontwikkeling. Controle achteraf: NV Haven Amsterdam verzorgt onafhankelijke monitoring onderhoudsniveau‟s; beoordeling resultaten monitoring van onderhoudsniveau‟s door gemeente (IVV). Oplossen van conflictsituaties: in het uiterste geval kan de gemeente een gerichte aanwijzing geven die NV Haven Amsterdam dient op te volgen. Over de dan te volgen procedure en beoordelingscriteria worden tussen NV Haven Amsterdam en gemeente (IVV) verdere afspraken gemaakt. Beslispunt 11 NV Haven Amsterdam de opdracht te geven de taak van feitelijk wegbeheerder uit te voeren en dit in een samenwerkingsovereenkomst te regelen. Nader uit te werken in de uitvoeringsfase, inclusief de financiële paragraaf.
127
Aansprakelijkheid wegbeheer Zoals eerder naarvoren kwam geldt ook voor voor het wegbeheer dat de aansprakelijkheid de bevoegdheden volgt. Dit houdt in dat NV Haven Amsterdam de gemeente vrijwaart in het geval van eventuele schadeclaims. De eigenaar van de weg is ook vaak wegbeheerder. De gemeente Amsterdam blijft in juridische zin eigenaar van de weg en daarmee ook aansprakelijk als wegbeheerder. De aansprakelijkheid van de wegbeheerder is in het geding als de weg niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Voor de situatie dat NV Haven Amsterdam het feitelijk wegbeheer uitvoert en de gemeente aansprakelijk wordt gesteld in verband met een gebrek in de weg dient een vrijwaring te worden overeengekomen. Beslispunt 12 De gemeente is als eigenaar van de weg aansprakelijk. NV Haven Amsterdam draagt het risico voor schade, die voortvloeit uit de uitoefening van de aan haar op gedragen taak en bevoegdheden in het kader van wegbeheer. NV Haven Amsterdam vrijwaart de gemeente Amsterdam voor aanspraken van derden die verband houden met het wegbeheer. D. Betaald Parkeren Cition B.V. voert middels een overeenkomst met Haven Amsterdam het parkeerbeheer uit in Westpoort. In de huidige situatie vloeien inkomsten uit parkeergelden naar het Mobiliteitsfonds en, anders dan bij de stadsdelen, naar de algemene middelen van de gemeente. Haven Amsterdam spreekt de voorkeur uit om met betrekking tot betaald parkeren gelik gesteld te worden met de stadsdelen. Dat wil zeggen dat de parkeergelden, na afdracht aan het Mobiliteitsfonds, toekomen aan NV Haven Amsterdam. Dit houdt wel in dat, anders dan nu het geval is, NV Haven Amsterdam zelf de kosten zal moeten dragen. Hierdoor zal NV Haven Amsterdam, nog meer dan nu, geprikkeld worden om de handhaving van het betaald parkeren nog kostenbewuster uit te laten voeren. Cition B.V. is een verzelfstandigde gemeentelijke organisatie, voortkomend uit de dienst Stadstoezicht. Over de toekomst van de uitvoering van het betaald parkeren in de gemeente zal in 2011 bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden. Er zijn nog veel onzekerheden met betrekking tot de datum waarop dit alles gaat plaatsvinden dus ook tot verwante onderwerpen als publieksbalie, vergunningverlening, geldgaring, afhandeling van bezwaren, naheffingsaanslagen en contractbeheer. De fiscale heffing van het parkeergeld blijft een gemeente bevoegdheid, de vraag is wel wie het parkeergeld gaat innen. NV Haven Amsterdam opteert wat betreft Westpoort om de inning uit te voeren, gelet op haar rol als gebiedsbeheerder. De discussie loopt nog.
128
Figuur 18. TAKEN EN BEVOEGDHEDENVERDELING INFRASTRUCTUUR NA VERZELFSTANDIGING Centraal IVV NV HA opmerkingen Hoofdnet auto X Klein onderhoud Autotunnels X Onderliggend wegennet X mandaat Hoofdnet Openbaar vervoer/Rail X Hoofdnet OV/bus X Stedelijke busstations x Afspraak nodig over beheer busstation Sloterdijk Hoofdnet fiets X taak overdragen via overeenkomst Hoofdvaarwegen en secund. Vaarwegen Sluizen en oever-voorzieningen op waterkeringen (Waterstaat-kundige objecten) Bruggen en viaducten (Civieltechnische X hoofdnet Niet-hoofdnet bij objecten) Haven Verkeersregelinstallaties X - Verkeersinformatie-systemen Droog X Budget voor Verkeersinformatiesystemen bewegwijzering nog nat regelen X Openbare verlichting X Stadsilluminatie en klokken X Reclame X X aantal bij Billboardreclame regelen Haven zie APV WIOR (Kabels en leidingen) X vergunningverX mandaat lening WIOR incl. uitvoering BLVC Bureau Stadsregie en stadsregisseur X Geen verandering Stedelijke parkeervoorzieningen X conform Haven opdrachtgever stadsdelen CITION Fietsenstallingen X Aanwijzing routes vervoer gevaarlijke X Overleg tussen IVV, stoffen DMB en Haven Kombesluiten wegverkeerswet X BoSwet X (uitzoeken) Advisering ontheffingverle-ning voor X Overleg tussen IVV, en except.transporten Haven Schade aansprakelijkheid Ligt bij wegbeheerder/NV HA; vrijwaring regelen
129
Bijlage 5: Juridisch planologisch In de huidige situatie wordt het maken van het juridisch planologisch instrumentarium uitgevoerd in samenwerking tussen de dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) en Haven Amsterdam. Het omvormen van Haven Amsterdam naar een NV Haven Amsterdam vraagt om een duidelijke afbakening van wie wat doet en wie waarvoor verantwoordelijk is op dit terrein. Bij de beoordeling of bevoegdheden al dan niet kunnen worden overgedragen aan NV Haven Amsterdam worden de volgende aspecten gewogen: juridische toetsing beleidsmatig wenselijk praktische uitvoerbaarheid kostenefficiëntie Wat betekenen deze aspecten voor de taken, rollen en bevoegdheden op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling en ordening? Over deze vraag is verschillende malen gediscussieerd door medewerkers van Haven Amsterdam, DRO, DMB, Bestuursdienst en 80 OGA . Inhoudsopgave: 1) Huidige werkwijze en samenwerking juridisch planologisch a) Bestemmingsplan (bp) b) projectbesluit c) welstand d) bouwberaad e) milieucontouren 2) Voorstel voor verdeling rollen en bevoegdheden bij verzelfstandiging 3) Beslispunten 1. Huidige werkwijze en samenwerking juridisch planologisch Bij het juridisch planologisch instrumentarium gaat het om bestemmingsplannen en om vrijstellingen daarop in de vorm van projectbesluiten. Het maken van ruimtelijke keuzes en deze juridisch verantwoord vastleggen is een publieke taak. Bestuurlijk valt deze onder 81 wethouder Haven en wethouder RO. Ambtelijk is de DRO de dienst die de bestemmingsplannen opstelt. De bestemmingsplannen op initiatief van Haven Amsterdam vallen onder opdrachtgeverschap van Haven Amsterdam, initiatieven van DRO onder verantwoordelijkheid van DRO. De procedure met digitale publicaties, kennisgevingen, ter inzage leggingen en het organiseren van overleg met de vaste artikel 3.2.2. Wro partners wordt door Haven Amsterdam en DRO in samenwerking georganiseerd. Afgelopen jaren hebben zowel Haven als DRO de plannen via de verantwoordelijk wethouder ingebracht voor de bestuurlijke besluitvorming. Bij Projectbesluiten is de dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) de verantwoordelijke ambtelijke dienst. Dit is analoog aan de werkwijze bij gebieden onder beheer van OGA.
80
M.b.t. ruimtelijke ontwikkeling van gronden die onderdeel uitmaken van Havenstad, de zogeheten transitiegronden, loopt een separaat traject. De gemeente is trekker op het moment dat een gebied getransformeerd wordt van een havengebied naar een stedelijk gebied met woon- en werkfunctie. 81 In de huidige situatie is afgesproken dat het bestemmingsplan voorgelegd wordt aan de wethouder RO met de vraag of hij kan instemmen met een procedure via de wethouder Haven of dat hij de reguliere procedure via de commissie RO en inbreng via zijn portefeuille in het college verkiest.
130
1a. Bestemmingsplannen In 2010 en naar verwachting 2011 hebben Haven Amsterdam en DRO vrijwel het gehele gebied van adequate bestemmingsplannen voorzien. Dat betekent dat waarschijnlijk pas over geruime tijd het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen aan de orde zal zijn. Voor die gebieden waar op termijn een transformatie voor handen ligt, worden aparte afspraken gemaakt (Zie Structuurvisie Havenstad). Het initiatief voor deze bestemmingsplannen zal daarvoor in principe niet bij NV Haven Amsterdam zijn gelegen. Voor de overige gebieden wordt vooralsnog gemikt op conserverende bestemmingsplannen die uitvoering van de Havenvisie faciliteren. Tussentijds nieuw beleid en nieuwe gebiedsontwikkelingen worden juridisch planologisch mogelijk gemaakt met bestemmingsplannen of projectbesluiten cq. omgevingsvergunningen. Zie verder onder 2b. 82
1b. Projectbesluit en omgevingsvergunning Bij bouwaanvragen die niet passen binnen het vigerende bestemmingsplan, moet een apart besluit genomen worden. Dit besluit heet in de Wabo een omgevingsvergunning voor het afwijken van een bestemmingsplan of een inpassingsplan. De gehele aanvraag (dus voor alle onderdelen die afwijken van het bestemmingsplan, bouw, milieu, kap, reclame etc.) komt bij inwerking treden van Wabo per 1 oktober 2010 bij DMB te liggen. Dat betekent dat DMB de procedurele afhandeling voert, DRO de ruimtelijke 83 onderbouwingen levert en betrokken bedrijven in principe de benodigde onderzoeken en bouwaanvragen indienen. Haven Amsterdam is adviseur. 1c. Welstand Als service aan de bedrijven in de haven is het Welstands Contact Westpoort (WCW) ingesteld vergelijkbaar aan de spreekuren in de stadsdelen. Dit is een regulier overleg over bouwaanvragen met deelnemers van Haven, DRO, DMB afdeling Bouwtoezicht en DMB Commissie voor Welstand. Deze procedure kan in stand blijven. Definitieve beslissingsbevoegdheid blijft bij Welstand. 1d. Bouwberaad Het Bouwberaad is het orgaan dat besluit over de te voeren procedures m.b.t. vergunningverlening. Het voorzitterschap en secretariaat ligt bij DMB, deelnemers zijn DRO, Brandweer, Welstand en Haven, OGA adviseert schriftelijk. Deze procedure kan gehandhaafd blijven. Dwz. Haven Amsterdam behoudt ruimte om op voor Haven Amsterdam relevante agendapunten te adviseren. 1e. Milieucontouren Met de verzelfstandiging van Haven Amsterdam komt er geen verandering in de huidige verantwoordelijkheden en publiekrechtelijke bevoegdheden ten aanzien van milieucontouren. Over Westpoort liggen allerlei milieucontouren, die zich vaak uitstrekken over een groter gebied dan Westpoort alleen. Te denken valt hierbij aan contouren m.b.t. externe veiligheid (plaatsgebonden risico en groepsrisico), geur, luchtkwaliteit, en geluid (Schiphol en geluidszones). De verantwoordelijkheid voor het vaststellen en beheren van deze zones is in alle gevallen publiekrechtelijk belegd, hetzij bij de rijksoverheid, hetzij bij de provincie, hetzij bij de gemeente (DMB). Haven Amsterdam levert een belangrijke bijdrage aan de beleidsvoorbereiding en kan in voorkomende gevallen initiatiefnemer zijn (bijvoorbeeld Gebiedsvisie Externe Veiligheid). De meest in het oog springende contour is die m.b.t. de geluidszonering. Wettelijk verankerd in bestemmingsplannen en zich uitstrekkend tot ver in de omgeving van Westpoort. De provincie stelt de grenzen van de zone vast waarna deze formeel door de 82
Projectbesluiten worden per 1 oktober 2010 onderdeel van de omgevingsvergunning en hoeven ten gevolge van de Crisis en Herstelwet niet meer binnen een jaar opgevolgd te worden door een bestemmingsplan. 83 Als de gemeente al informatie heeft is dit overbodig. Bedacht moet worden dat voor veel verkeersonderzoek en milieuonderzoek de gemeente, vaak als informatiehouder, veel makkelijker aan informatie kan komen dan een bedrijf of particulier. Het moet wel redelijk zijn wat aan onderbouwing van een bedrijf of particulier gevergd wordt.
131
gemeenten (Amsterdam, Zaanstad en Haarlemmerliede) worden vastgelegd in bestemmingsplannen Voor het beheer van de zone is de provincie eveneens verantwoordelijk, het technisch beheer is uitbesteed aan Amsterdam (DMB). Ook in deze situatie zal met de eventuele verzelfstandiging van het Havenbedrijf geen verandering komen. 2. Voorstel verdeling rollen en bevoegdheden bestemmingsplannen bij verzelfstandiging Doel van de verdeling moet zijn de rollen en bevoegdheden ambtelijk en privaat goed te onderscheiden (juridische aspect) en de bestaande samenwerking en informatieuitwisseling intact te houden (beleidsmatig wenselijk en praktisch). De NV Haven Amsterdam wordt verzelfstandigd om haar missie zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren. Bij haar taak hoort het (her)ontwikkelen van gronden en kades. De ontwikkelrol spitst zich toe op werkzaamheden die elders in de stad voor wat betreft de locatieontwikkeling door het OGA worden uitgevoerd. De NV is daarmee voor de uitoefening van haar taak, net als het OGA afhankelijk van de mogelijkheden die het juridische planologische kader biedt. Haven Amsterdam wil inspelen op ontwikkelingen in de markt en dat vraagt, net als elders in de stad, om geregelde bijstellingen en aanpassingen van het juridisch planologisch kader. Dit vereist een subtiele afstemming tussen gemeente en NV Haven Amsterdam. Om te kunnen ontwikkelen en klanten te kunnen bedienen is de Haven afhankelijk van de medewerking van de gemeente als het juridisch planologisch kader geactualiseerd en/ of aangepast moet worden. In de samenwerking met NV Haven Amsterdam moet hiervoor iets geregeld worden, binnen het kader van de verantwoordelijkheid en bevoegdheden als bovengesteld. Het gaat om een basisprincipe met bijkomende afspraken om zaken goed te laten lopen ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkeling van het havengebied. 2.1 Overwegingen 1. Juridische aspect - Het vaststellen van bestemmingsplannen is een publieke taak waarvoor de verantwoordelijkheid ligt bij het gemeentebestuur van Amsterdam. 2. Beleidsmatig wenselijk - Doel van bestemmingsplannen is het scheppen van juridisch planologische kaders voor de ruimtelijke ontwikkelingen die mogelijk zijn binnen de gemeente. Via de bestemmingsplannen wordt door de gemeente bepaald welke functies wel en niet ontwikkeld mogen worden binnen het havengebied en die vormen daarmee het kader waarbinnen NV Haven Amsterdam functies mag aantrekken. 3. Samenwerking / proces - DRO en Haven Amsterdam (en andere betrokken gemeentelijke diensten) hebben een jarenlange ervaring in het gezamenlijk maken van ruimtelijke keuzes en het opstellen van bestemmingsplannen. Het is beider wens deze samenwerking te continueren. - NV Haven Amsterdam is als gebiedsbeheerder/ontwikkelaar afhankelijk van een correcte c.q. actuele bestemmingsplannen op basis van het gemeentelijke ruimtelijk beleid zoals opgenomen in de structuurvisie. - Kennis en expertise van specifieke havenzaken en daaraan gerelateerde ruimtelijke ontwikkeling liggen voor een groot deel bij NV Haven Amsterdam. NV Haven Amsterdam zal deze kennis en expertise beschikbaar stellen voor het opstellen van bestemmingsplannen. - Bij initiatieven vanuit de markt of andere ontwikkelingen is het voor Amsterdam en Haven van belang binnen een redelijke termijn snel en adequaat te kunnen handelen. 4. Bijzondere positie Amsterdamse haven De haven functie heeft betrekking op een aanzienlijk deel van het Amsterdamse grondgebied en derhalve ook op deel van de bestemmingsplannen binnen de gemeente.
132
Gegeven het feit dat het primaat voor het vaststellen van bestemmingsplannen ambtelijk bij DRO ligt, is het wenselijk om werkbare samenwerkingsafspraken te hebben tussen DRO en NV Haven Amsterdam gezien de bijzondere positie van Haven Amsterdam als bedrijf dat grond uitgeeft in ondererfpacht aan derden. NV Haven Amsterdam is voor het uitoefenen van zijn taak afhankelijk van goed uitgewerkt en toegepast planologisch kader door de gemeente. 2.2 Afspraken Voor de bevoegdheidsverdeling worden daarom de volgende afspraken gemaakt: 1. Opdrachtgeverschap - DRO is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de bestemmingsplannen en/of structuurvisie. Om dit opdrachtgeverschap goed te kunnen invullen, is het noodzakelijk dat DRO over expertise bezit m.b.t. de havenfunctie. 2. Samenwerking en borging belangen NV Haven Amsterdam - Tijdigheid: via meerjarenplanningen maken NV Haven Amsterdam en DRO afspraken over het moment waarop bestemmingsplannen worden geactualiseerd door DRO. - Vooroverleg: gegeven de bijzondere relatie tussen gemeente en NV Haven Amsterdam is het wenselijk om bij het opstellen van het bestemmingsplan door DRO, NV Haven Amsterdam nauw te betrekken bij het formuleren van de contouren van het nieuwe bestemmingsplan en/of structuurvisieonderdelen die invloed hebben op het beheergebied en functioneren van de haven. Op deze wijze kan NV Haven Amsterdam reeds vroegtijdig de havenkennis inbrengen in de uitwerking van de bestemmingsplannen en relevante structuurvisie onderdelen. - Inhoudelijkheid: DRO stelt het bestemmingsplan en/of structuurvisie op. NV Haven Amsterdam levert de benodigde informatie voor de bestemmingsplan wijziging. DRO toetst de door NV Haven Amsterdam gewenste ontwikkelingen aan vigerend gemeentelijk ruimtelijk beleid zoals opgenomen in de structuurvisie en maakt een afweging met alle overige belangen. DRO maakt deze afwegingen vooraf kenbaar aan NV Haven Amsterdam. DRO legt een voorstel aan het gemeentebestuur voor met daarin opgenomen de afwegingen. Indien NV Haven Amsterdam zich niet kan vinden in de gemaakte afweging legt DRO het voorstel voor aan het College van B&W met daaraan toegevoegd het advies van NV Haven Amsterdam zodat de integrale eindafweging gemaakt kan worden door het gemeentebestuur. 3. Nieuwe initiatieven - Zowel NV Haven Amsterdam als DRO kunnen tussentijds nieuwe ontwikkelingen initiëren. Daarvoor vindt regulier overleg en afstemming (minimaal 1 keer in de maand) plaats tussen NV Haven Amsterdam, DRO, DMB en OGA zodat alle relevante partijen goed op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen. Indien geen gedeelde visie over de gewenste ontwikkeling ontstaat, kan NV Haven Amsterdam een verzoek voor het initiatief indienen bij het College van B&W. DRO brengt dit verzoek, inclusief DRO advies, in voor besluitvorming bij het College van B&W. - Externe nieuwe ontwikkelingen of bouwaanvragen afwijkend op bestemmingsplannen worden op wenselijkheid en te kiezen procedure besproken in een nog op te richten Intaketeam, bestaande uit DMB, DRO, OGA. NV Haven Amsterdam heeft een adviesfunctie aan het intaketeam. 4. Budget - Bij de gemeente ligt de verantwoordelijkheid voor de kosten van: o de wettelijke tienjaarlijkse actualisatie van bestemmingsplannen en het voorzien in projectbesluiten. o het opstellen van bestemmingsplannen en projectbesluiten die op instigatie van de gemeente, tussentijds geproduceerd worden. o borgen van kennis bij DRO met betrekking tot havenzaken - NV Haven Amsterdam is verantwoordelijk voor de kosten van bestemmingsplannen en projectbesluiten die voortkomen uit door haar geïnitieerde ontwikkelingen.
133
3. Voorstel verdeling rollen en bevoegdheden overige punten onder 2. bij verzelfstandiging 3a. projectbesluiten / omgevingsvergunning De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven, waarbij DMB de procedurele afhandeling voert, DRO de ruimtelijke onderbouwingen levert en advies levert, NV Haven Amsterdam advies levert aan DMB en DRO. Betrokken bedrijven dienen de benodigde onderzoeken en bouwaanvragen in. 3b. Welstand De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven. De Commissie Welstand en Monumenten is eindverantwoordelijk. NV Haven Amsterdam behoudt het Welstandscontact Westpoort als service voor ondernemers. 3c. Bouwberaad De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven. Het voorzitterschap en secretariaat ligt bij DMB, deelnemers zijn DRO, Brandweer en Welstand. NV Haven Amsterdam en OGA adviseren schriftelijk aan het bouwberaad. 3d. Milieucontouren De huidige rolverdeling kan grotendeels gehandhaafd blijven. Publiekrechtelijke bevoegdheden blijven bij DMB, provincie of rijk. NV Haven Amsterdam geeft advies aan DMB bij het opstellen van nieuw voor NV Haven Amsterdam relevant beleid.
134
Bijlage 6: Ontvlechtingsdocument Overdrachtsdocumenten Wanneer Haven Amsterdam gaat verzelfstandigen zal er een serie overdrachtsdocumenten opgesteld moeten worden. Naast een akte van oprichting moet hierbij onder meer gedacht worden aan een overeenkomst van inbreng, een havenovereenkomst die de verhouding tussen gemeente en NV Haven Amsterdam regelt, het havenmeesterconvenant en de benodigde mandaten. Dit ontvlechtingsdocument onderscheidt de volgende producten: Besluit: het gaat om een besluit van college of raad. Voorbeelden zijn het vaststellen van een verordening door de raad waarbij een uitsluitend recht aan NV Haven Amsterdam wordt verleend of een mandaatbesluit van het college waarbij publieke bevoegdheden aan de directeur of havenmeester van NV Haven Amsterdam worden verleend. Overeenkomst: overeenkomst in privaatrechtelijke zin, bijvoorbeeld de havenovereenkomst tussen NV Haven Amsterdam en gemeente. Procesafspraken: afspraken over de samenwerking en overlegvormen tussen NV Haven Amsterdam en gemeente of andere publieke organisaties. Veelal zullen procesafspraken overigens voortkomen uit of onderdeel zijn van een overeenkomst. Voorbeeld van procesafspraken zijn afspraken tussen gemeente en NV Haven Amsterdam m.b.t. het opstellen van bestemmingsplannen. Als algemeen uitgangspunt bij de overdracht van taken en bevoegdheden aan NV Haven Amsterdam, geldt dat het risico voor aansprakelijkheid meegaat naar NV Haven Amsterdam. In de havenovereenkomst zal dan ook opgenomen worden dat NV Haven Amsterdam de gemeente vrijwaart voor hieruit voortkomende aanspraken van derden. In het ontvlechtingsdocument worden de acties met betrekking tot het sociaal plan voor de medewerkers van Haven Amsterdam verder buiten beschouwing gelaten. Ambtelijke inzet en overleg Als Haven Amsterdam wordt verzelfstandigd is het noodzakelijk bij de gemeente specifieke havendeskundigheid op te bouwen om de rol van mandaatgever en opdrachtgever van Haven Amsterdam goed te kunnen vervullen. Daarnaast is capaciteit nodig om de naleving van de afspraken te controleren. In de uitvoeringsfase zal uitgewerkt worden om welke disciplines het gaat en waar deze capaciteit binnen de gemeentelijke organisatie het best kan worden ondergebracht. Op operationeel en strategisch niveau is periodiek overleg nodig. Zeker het eerste jaar na verzelfstandiging is het raadzaam tweemaal per jaar op directieniveau te overleggen over de afstemming tussen gemeente en NV Haven Amsterdam. In de uitvoeringsfase dient vastgelegd te worden waar het secretariaat belegd wordt van dit periodieke directeurenoverleg. Uitvoeringsfase Na een go-besluit voor verzelfstandiging zal de projectorganisatie die de opdracht krijgt voor de Uitvoeringsfase, een nadere uitwerking aan het ontvlechtingsdocument geven inclusief een personele invulling. Het is raadzaam een format op te stellen dat door de betreffende dienst in overleg met Haven Amsterdam wordt ingevuld. Betrek daarbij de formats die gebruikt zijn bij verzelfstandiging GVB en Haven Rotterdam. Het Projectteam uitvoeringsfase Haven Amsterdam dient de centrale regie over de overdrachtsafspraken te voeren. Bronnen verwijzen naar thematische notities: Jurplan: notitie juridisch planologisch kader, ruimtelijke ontwikkeling Nautisch: notitie nautische taken en bevoegdheden OR: notitie openbare ruimte . Tr: notitie transformatieafspraken,
135
Gr: notitie grondinbreng. Go: Governance Gemeentelijke diensten en stadsdelen Burgemeester en wethouders Aard docu Overeenkomst
Onderwerp Havenovereenkomst
Overeenkomst
Havenmeesterconvenant
Mandaat
Mandaatbesluit Havenmeester
Openbare Orde en Veiligheid Besluit: mandaat
Machtiging Havenbeveiligingswet
Besluit: aanwijzing Besluit_aanwijzing
BOA
Mandaat
Afvalstoffenverordening
Mandaat
Ambulante handel
Afspraak Basisdocument voor verzelfstandiging van Haven Amsterdam. Op te stellen door Bestuursdienst. Het convenant dient een toereikend kader te bieden voor het borgen van de publieke belangen die samenhangen met het uitvoeren van de nautische beheertaken. De gemeente Amsterdam is, met het Rijk, het CNB, NV HA en de havenmeester, één van de ondertekenende partijen. Het college besluit tot aangaan van de overeenkomst. De burgemeester tekent namens de gemeente of machtigt hiertoe de wethouder. (Nautisch) De publiekrechtelijke bevoegdheden o.g.v. de havenverordening en de verordening op het binnenwater worden door B&W gemandateerd aan de havenmeester. College verleent tevens mandaat toepassing bestuursdwang. (Nautisch) Burgemeestersbevoegdheden o.g.v. de APV blijven bij de burgemeester. (OR) Collegebevoegdheden o.g.v. de APV m.b.t. openbare ruimte en milieu in mandaat naar directeur NV HA (OR). NV HA, als gebiedsbeheerder Westpoort, wordt gemachtigd als overlegpartner met provincie voor zover het een provinciale ontheffing o.g.v. het besluit inrichting en gebruik niet-aangewezen luchtvaartterreinen betreft.(OR) Burgemeester is de bevoegde autoriteit in de zin van de Havenbeveiligingswet. De coördinatie en voorbereiding van- en advisering omtrent de besluiten die door de Burgemeester worden genomen geschiedt door de havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer). Burgemeester wijst de havenveiligheidsfunctionaris (PSO) aan. Dit zal de havenmeester of de directeur CNB zijn. (Nautisch) Medewerkers van de Nautische Sector van NV HA worden bij besluit van Justitie aangewezen als BOA voor oa havenverordening en scheepvaartverkeerwetgeving. Behalve het besluit van Justitie dient ook een aanwijzing door het College te worden gegeven(?) (Nautisch). Mandateren huidige bevoegdheden o.g.v. afvalstoffenverordening binnen gemeentelijk vastgestelde kaders (OR) Zie ook: DMB. Mandateren huidige bevoegdheden o.g.v. Verordening op de straathandel (OR) Zie ook: Stadsdeel Centrum / afd. Marktzaken.
Bestuursdienst Amsterdam (juridische zaken) Procesafspraken
Onderwerp Toetsen Havenovereenkomst, convenant, mandaten, overeenkomsten
Afspraak Ondersteuning bieden bij naleving convenant en overige overeenkomsten. .
Bestuursdienst Amsterdam (stedelijke bestuursadvisering) Besluit: verordening
Onderwerp Verlening uitsluitend recht t.a.v. taak beheer en onderhoud Westpoort
Afspraak Het beheer van de openbare ruimte in Westpoort geschiedt door of in opdracht van NV HA. Het verlenen van een uitsluitend recht tot het verrichten van de taak beheer en onderhoud in Westpoort aan NV HA met een aantal waarborgen over kwaliteitsniveaus plus nog uit te werken financieringsconstructie (OR).
136
Procesafspraak
Jaarlijkse rapportage aan bestuur
Procesafspraak
Countervailing power
Besluit en procesafspraak
Transformatiebesluit
Jaarlijkse evaluatie over invulling mandaatregelingen en opdrachten aan NV HA. Bestuursdienst organiseert hiertoe jaarlijks een directie-overleg met alle betrokken gemeentelijke directeuren. SB organiseert en borgt kennis m.b.t. haven t.b.v evaluatie en beoordelen rapportages. Vaststellen van transformatiebesluit, Vastleggen van transformatieafspraken en OGA, DRO en BD SB (Tr)
Bestuursdienst Amsterdam (Openbare Orde en Veiligheid) Procesafspraak
Onderwerp Contactpunt crisissituaties
Afspraak OOV is het contactpunt voor de activiteiten van de PSO en bij incidenten en dreigende of actuele crisissituaties en de lijn naar burgemeester. (Nautisch)
Bestuursdienst Amsterdam (Concern Financiën)
Overeenkomst PM Procesafspraak Overeenkomst
Procesafspraak
Onderwerp Aandeelhouderschap NV HA Havenovereenkomst en havenmeesterconvenant Hoofderfpachtcontract Innovatie- en Duurzaamheidsfonds Algemene voorwaarden havengeld en tarieventabel Nautische beheersafspraken incluis financiële afspraken Inning Parkeergelden
Afspraak Invulling geven aan aandeelhouderschap door afd Markt en Overheid Bewaking naleving overeenkomst en convenant Opstellen hoofderfpachtcontract met OGA en Cofin (Gr) Afspraak maken over continuering Fonds en eventueel mandaat Uitwerkingsfase Afspraak maken over informatieplicht aan College (nautisch) (Financiële) afspraken maken over het beheer van het havengebied, waaronder het op diepte houden van havenbekkens in Westpoort, beheer baggerstortplaatsen en (afmeer)voorzieningen en de walstroomvoorzieningen tbv de beroepsvaart buiten Westpoort (nautisch) Afspraken in relatie tot afdracht van de parkeergelden
Dienst Economische Zaken Onderwerp
Afspraak
Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Procesafspraak
Onderwerp Overlegstructuur
Besluit: Mandaat
WIOR en WION
Besluit: Mandaat en overeenkomst
Juridisch & Feitelijk wegbeheer
Opnemen in Havenovereenkomst
Aansprakelijkheid
Procesafspraken
Verkeerssystemen: verlichting, reclame, wegbewijzering, stadsregisseur, gevaarlijke stoffen, exceptioneel transport
Afspraak Instellen van een regulier afstemmingsoverleg tussen IVV en NV HA m.b.t. het juridisch en feitelijk beheer van het wegennet. (OR) Mandateren van uitvoering van de bevoegdheden met betrekking tot WIOR en WION binnen de vastgestelde gemeentelijke kaders en afspraken te maken over hoe de eindverantwoordelijkheid van de gemeente te borgen (OR) NV HA verkrijgt middels overeenkomst de opdracht voor het uitvoeren van juridisch en feitelijk wegbeheer, incl. condities, eisen en financiele afspraken. Voor het uitvoeren van het juridisch wegbeheer is een mandaat nodig. Mandaat binnen de vastgestelde gemeentelijke kaders (zie nota Stedelijke Infrastructuur) en uitwerken van waarborgen (OR). De gemeente is als eigenaar van de weg aansprakelijk, maar wordt gevrijwaard door NV HA. In de uitvoeringsfase wordt uitgewerkt op welke wijze de gemeente de aansprakelijkheid zal doorleggen naar de NV HA en de gemeente zal vrijwaren voor aanspraken van derden (OR) Huidige situatie wordt gecontinueerd: bevoegdheden en taken blijven bij IVV. Nadere afspraken maken over afstemming met Haven
Dienst Ruimtelijke Ordening Procesafspraak Overeenkomst
Onderwerp Eindverantwoordelijkheid voor de bestemmingsplannen
Afspraak DRO is ambtelijk eindverantwoordelijk voor het opstellen van bestemmingsplannen en de doorgeleiding naar het gemeentebestuur. DRO betrekt NV HA bij het opstellen en de procedure van het bestemmingsplan. Zie de notitie Ruimtelijke ontwikkeling voor aanzet voor een samenwerkingsovereenkomst inclusief afspraken over de
137
kosten die gemoeid zijn met de tienjaarlijkse actualisatie van bestemmingsplannen en het opstellen van bestemmingsplannen en projectbesluiten die op instigatie van de gemeente danwel NV HA tussentijds geproduceerd worden. (Jurplan) Procesafspraak
Projectbesluiten / Omgevingsvergunning
Besluit Procesafspraak Procesafspraak
Transformatieafspraken
Procesafspraak
Instellen intaketeam
Procesafspraak
Geografische Informatie Systemen (GIS)
Bouwberaad
De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven, waarbij DMB de procedurele afhandeling voert, DRO de ruimtelijke onderbouwingen levert en advies levert, NV HA advies levert en betrokken bedrijven in principe de benodigde onderzoeken en bouwaanvragen indienen. (Jurplan) Transformatiebesluit, coproductie van OGA, DRO en BD SB en vastleggen van transformatieafspraken (Tr) De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven. Het voorzitterschap en secretariaat ligt bij DMB, deelnemers zijn DRO, Brandweer en Welstand. Haven en OGA adviseren schriftelijk. (Jurplan) Externe nieuwe ontwikkelingen of bouwaanvragen afwijkend op bestemmingsplannen worden op wenselijkheid en te kiezen procedure besproken in een Intaketeam, bestaande uit DMB, DRO, OGA en NV HA. (Jurplan) Procesafspraken maken over uitwisseling GEO-data (Gr)
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam Onderwerp
Afspraak
Overeenkomst
Hoofderfpachtcontract
Opstellen hoofderfpachtcontract met OGA en Cofin (Gr)
Overeenkomst
Transformatieafspraken
Procesafspraak
Kadastrale inventarisatie grond Bouwberaad
Vastleggen van transformatieafspraken en benoemen van transformatiebesluit, OGA, DRO en BD SB (Tr) Maken van kadastrale inventarisatie door Kadaster (Gr)
Procesafspraak
Overeenkomst
Beheer en onderhoud Westpoortdeel OGA
De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven. Het voorzitterschap en secretariaat ligt bij DMB, deelnemers zijn DRO, Brandweer en Welstand. Haven en OGA adviseren schriftelijk. (Jurplan) Overeenkomst sluiten over beheer en onderhoud over kwaliteitseisen, meerjarenplan onderhoud en financiering. (OR)
Dienst Milieu en Bouwtoezicht Onderwerp
Afspraak
Procesafspraak
projectbesluiten / omgevingsvergunning
De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven, waarbij DMB de procedurele afhandeling voert, DRO de ruimtelijke onderbouwingen levert en advies levert, NV HA advies levert en betrokken bedrijven in principe de benodigde onderzoeken en bouwaanvragen indienen. (RO)
Procesafspraak
Omgevingsvergunning (wabo)/bouw/milieu en bodembevoegdheden
De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven. DMB behandelt de aanvragen omgevingsvergunning en blijft daarnaast haar taken op het gebied van bouw, milieu en bodem uit oefenen (toezicht, handhaving en melding)
Procesafspraak
Milieucontouren
De huidige rolverdeling kan grotendeels gehandhaafd blijven. Publiekrechtelijke bevoegdheden blijven bij DMB, provincie of rijk. NV HA kan partner blijven bij het opstellen van nieuw, voor Haven relevant beleid. (RO)
Evenementenvergunning Veemkade
De bevoegdheid voor het verlenen van een evenementenvergunning voor de Veemkade komt te liggen bij Stadsdeel Oost of DMB. In uitvoeringsfase definitief regelen.
138
Procesafspraak
Bodem-,horeca en evenementenvergunningen
DMB behandelt en voert het daarbij behorende toezicht en handhaving uit. Afspraken maken over afstemming/ coördinatie DMB en NV HA. (OR)
Mandaat
Afvalstoffenverordening
Zie ook: B&W
Procesafspraak
Instellen intaketeam
Externe nieuwe ontwikkelingen of bouwaanvragen afwijkend op bestemmingsplannen worden op wenselijkheid en te kiezen procedure besproken in een Intaketeam, bestaande uit DMB, DRO, OGA en NV HA. (Jurplan)
Dienst Maatschappelijke Ondersteuning Overeenkomst
Onderwerp Havencollege
Afspraak Overeenkomst over continuering
Commissie Welstand en Monumenten Procesafspraak
Onderwerp Welstand
Procesafspraak
Bouwberaad
Afspraak De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven. De Commissie Welstand en Monumenten is eindverantwoordelijk. NV HA behoudt het Welstandscontact Westpoort als service voor ondernemers. (RO) De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven. Het voorzitterschap en secretariaat ligt bij DMB, deelnemers zijn DRO, Brandweer en Welstand. Haven en OGA adviseren schriftelijk. (RO)
Dienst Stadstoezicht Procesafspraak
Onderwerp Handhaving en toezicht openbare ruimte
Afspraak Dienst Stadstoezicht voert de handhaving en toezicht uit, aan de hand van een door DST op te stellen jaarlijks handhavingsprogramma in opdracht van de wethouder Westpoort. Input voor dit jaarprogramma leveren NV HA en DMB. (OR) Bekijken welke (financiële) consequenties dit heeft voor de huidige werkovereenkomst Westpoort-DST.
Stadsarchief Onderwerp
Afspraak Afspraken omtrent overgang van archief.
Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam (VGA) Overeenkomst
Onderwerp Verzekeringsportefeuille
Afspraak Bespreken mogelijkheden voor continuering lopende verzekeringen
Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) Besluit
Onderwerp Inning en Heffing Binnenhavengeld
Afspraak Oa Heffingsambtenaar aanwijzen indien HA eerder verzelfstandigt dan de inning van binnenhavengeld privaatrechtelijk is geregeld.
Gemeentelijke Ombudsman Besluit
Onderwerp Klachtenregeling
Afspraak Raad beskluit over klachtenregeling in Westpoort voor wat betreft het handelen van NV HA in het kader van mandaten van de gemeente Amsterdam.
Stadsdeel Centrum Procesafspraak
Onderwerp Afstemmingsoverleg
Procesafspraak
Evenementenvergunning
Overeenkomst
Inzameldienst afvalstoffen
Mandaat
Ambulante handel
Afspraak HA initieert twee maal per jaar afstemmingsoverleg strategische ontwikkelingen en evenementen tussen HA en 4 betrokken stadsdelen Haven Amsterdam heeft hierin geen formele bevoegdheid, maar een adviserende rol vanuit verantwoordelijkheid (rijks)havenmeester. (Centrum) Overeenkomst sluiten over het ophalen van afvalstoffen en huisvuil in Westpoort. (OR) Zie ook: B&W
139
Stadsdeel Noord Procesafspraak
Onderwerp Afstemmingsoverleg
Afspraak HA initieert twee maal per jaar afstemmingsoverleg strategische ontwikkelingen en evenementen tussen HA en 4 betrokken stadsdelen
Onderwerp Afstemmingsoverleg
Afspraak HA initieert twee maal per jaar afstemmingsoverleg strategische ontwikkelingen en evenementen tussen HA en 4 betrokken stadsdelen
Stadsdeel West Procesafspraak
Stadsdeel Oost Procesafspraak
Procesafspraak
Onderwerp Afstemming over infrastructuur/ inrichting
Afspraak De huidige afstemming zal gecontinueerd worden.
Evenementenvergunning Veemkade
De bevoegdheid voor het verlenen van een evenementenvergunning voor de Veemkade komt te liggen bij Stadsdeel Oost of DMB (nu bij HA). Te regelen in uitvoeringsfase.
Afstemmingsoverleg
HA initieert twee maal per jaar afstemmingsoverleg strategische ontwikkelingen en evenementen tussen HA en 4 betrokken stadsdelen
Politie Amsterdam Amstelland Onderwerp Procesafspraak
Afspraak Geen wijzigingen in relatie en werkwijze.
Gemeentelijk Vervoers Bedrijf Onderwerp Procesafspraak
Afspraak Geen wijzigingen in relatie en werkwijze.
Brandweer Amsterdam Besluit
Onderwerp Ondersteunen van hulpdiensten
Procesafspraak
Bouwberaad
Afspraak Afspraken over rol- en taakverdeling bij incidentbestrijding in de haven. Deze afspraken zijn in oktober 2008 door het College vastgesteld. De brandweer AmsterdamAmstelland en Haven Amsterdam participeren in het project Amsterdam Mutual Aid System (AMAS). AMAS is opgezet door oliemaatschappijen en opslagterminals in de haven met het doel de brandbestrijding bij grote petrochemische branden te organiseren. (Nautisch) De huidige rolverdeling kan gehandhaafd blijven. Het voorzitterschap en secretariaat ligt bij DMB, deelnemers zijn DRO, Brandweer en Welstand. Haven en OGA adviseren schriftelijk. (RO)
WaterNet Procesafspraak
Onderwerp Binnenhavengeld
Afspraak Afspraken indien nodig.
Cition Onderwerp parkeerbeheer
Afspraak Volgen discussie binnengemeentelijk
Prorail Onderwerp Procesafspraak
Afspraak
spoor
140
Andere overheden Ministerie van Infrastructuur en Milieu Besluit
overeenkomst
Onderwerp Aanpassen regelgeving
Afspraak Het rijkshavenmeesterschap parallel aan de Rotterdamse situatie in te richten, waarmee voor de grote Nederlandse zeehavens een eenduidig aansturingmodel geldt. De minister van I&M dient hiertoe de desbetreffende regelgeving en besluitvorming aan te passen. (Nautisch)
Ondertekenen havenmeesterconvenant
De minister van I&M is een van de ondertekenaars van het havenmeesterconvenant.
Ministerie van Veiligheid en Justitie Besluit
Onderwerp Aanwijzen BOA‟s en toezichthouder
Afspraak Medewerkers van de Nautische Sector kunnen worden aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) en als toezichthouder. De aanwijzing als BOA betreft de opsporing van strafbare feiten en loopt niet via de gemeente maar via de Minister van Justitie. Zie ook: B&W (Nautisch)
Koninklijke Landelijke Politie Diensten Onderwerp
Afspraak
Rijkswaterstaat Noord Holland Procesafspraak
Onderwerp Beheer van de sluizen als waterstaatkundig werk Rijkshavenmeestertaken
Besluit: Mandaat
Afspraak Het Hoofd Waterdistrict van RWS NH is formeel de beheerder van de sluizen als waterstaatkundig werk, maar bemoeit zich niet met de dagelijkse gang van zaken en de daarbij behorende taken. (Nautisch) Indien nodig de mandaatregelingen met de HID aanpassen.
Provincie Noord Holland Procesafspraak
Onderwerp Milieucontouren
Afspraak De huidige rolverdeling kan grotendeels gehandhaafd blijven. Publiekrechtelijke bevoegdheden blijven bij DMB, provincie of rijk. NV HA kan partner blijven bij het opstellen van nieuw, voor Haven relevant beleid. (RO)
Overeenkomst
Baggerstortplaatsen
Afspraken maken tav financiële verplichtingen (nautisch)
Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaal Gebied Besluit: Mandaat
Onderwerp Rijkshavenmeesterschap
Afspraak
Port Security Officer (PSO)
De burgemeesters van de vier CNB-gemeenten hebben de directeur CNB aangewezen als PSO. Als diens plaatsvervanger is aangewezen het plaatsvervangend hoofd van de Nautische Sector van Haven Amsterdam. De PSO heeft verder geen eigen publiekrechtelijke bevoegdheden, maar is wel de belangrijkste adviseur van de burgemeester in kwesties die de havenveiligheid betreffen. (Nautisch) Aanpassing van dit besluit.
Overeenkomst Procesafspraak
Besluit
Indien nodig de mandaatregelingen met het Rijk (I&M) aanpassen. De (sub)mandaatregelingen met de havenmeester van HA aanpassen. Het havenmeesterconvenant mede ondertekenen. Minimaal eenmaal per jaar is de rijkshavenmeester (directeur CNB), op uitnodiging van de commissaris van de Koningin, aanwezig bij het rijksherenoverleg van de provincie Noord-Holland)
141
Besluit
Gemeenschappelijke Regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied
Ten aanzien van de nautische bevoegdheden die door de gemeente zijn overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied verandert er na verzelfstandiging van Haven Amsterdam niet veel. Het bestuursorgaan CNB blijft verantwoordelijk voor de uitoefening van deze bevoegdheden en zal er mee in moeten stemmen dat de directeur CNB geleverd wordt door een verzelfstandigd havenbedrijf. Het bestuursorgaan CNB zal daarom medeondertekenaar zijn van het eerder genoemde havenmeesterconvenant. (Nautisch) Wel zal de Gemeenschappelijke Regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied dienen te worden aangepast.
Gemeente Zaanstad Besluit
Onderwerp Aanwijzen toezichthouder PSO
Afspraak Door de Colleges van de vier CNB-gemeenten zijn een tweetal medewerkers van Haven Amsterdam als toezichthouder Port Security aangewezen. (Nautisch) Aanpassen Gemeenschappelijke Regeling NZK
Gemeente Velsen Besluit
Onderwerp Aanwijzen toezichthouder PSO
Afspraak Door de Colleges van de vier CNB-gemeenten zijn een tweetal medewerkers van Haven Amsterdam als toezichthouder Port Security aangewezen. (Nautisch) Aanpassen Gemeenschappelijke Regeling NZK
Gemeente Beverwijk Besluit
Onderwerp Aanwijzen toezichthouder PSO
Afspraak Door de Colleges van de vier CNB-gemeenten zijn een tweetal medewerkers van Haven Amsterdam als toezichthouder Port Security aangewezen. (Nautisch) Aanpassen Gemeenschappelijke Regeling NZK
142
Bijlage 7: Juridische bijlagen Annex A Statutaire doelstelling a. b.
c. d. e. f. g.
het (doen) uitoefenen van het havenbedrijf en in dat kader de positie van het Amsterdamse haven- en industriecomplex in regionaal, nationaal en internationaal perspectief zowel op de korte als de lange termijn te versterken; de bevordering van een effectieve, veilige en efficiënte afhandeling van het scheepvaartverkeer en het zorgdragen voor nautische en maritieme orde en veiligheid, alsmede het optreden als bevoegde havenautoriteit in het Amsterdams havengebied en ter ondersteuning daarvan, het ontplooien van (haven)activiteiten in het buitenland; de ontwikkeling, aanleg, beheer en exploitatie van het haven- en industriegebied in de regio Amsterdam, in de ruimste zin van het woord; het deelnemen in, het financieren van, het samenwerken met en het besturen van vennootschappen en ondernemingen, alsmede het verlenen van adviezen en andere diensten aan vennootschappen en ondernemingen; het verkrijgen, exploiteren en vervreemden en bezwaren van industriële en intellectuele eigendomsrechten, registergoederen en andere vermogensbestanddelen; het financieren, het geven van garanties, het stellen van zekerheden of het zich op andere wijze sterk maken of zich hoofdelijk of anderszins verbinden voor verplichtingen van groepsmaatschappijen; het verrichten van alle handelingen welke met het vorenstaande rechtstreeks of zijdelings verband houden of aan het doel bevorderlijk zijn.
143
Annex B Goedkeuringslijst RvC Besluiten van de directie van NV HA waarvoor op grond van de statuten van NV HA de voorafgaande goedkeuring vereist zal zijn van de RvC van NV HA: a.
het vaststellen en wijzigen van het investerings- en exploitatieplan, strategisch plan en de strategische bedrijfsvisie;
b.
(rechts)handelingen van de vennootschap of een groepsmaatschappij, uitgifte van grond uitgezonderd, die een belang of een waarde te boven gaan van [ ] euro (EUR [ ]), waarbij met elkaar samenhangende (rechts)handelingen als één (rechts)handeling worden beschouwd, tenzij de betreffende (rechts)handeling is voorzien in het goedgekeurde investerings- en exploitatieplan en het belang of de waarde van de desbetreffende (rechts)handeling een bedrag van [ ] miljoen (EUR [ ]) niet te boven gaat;
c.
uitgifte van een terrein groter dan [ ] ha.
d.
het vaststellen van de jaarrekening van afhankelijke maatschappijen van de vennootschap;
e.
het vaststellen van de bezoldiging van bestuurders van afhankelijke maatschappijen van de vennootschap;
f.
het vaststellen en wijzigen van het treasury statuut;
g.
de ontbinding, juridische fusie, juridische splitsing of wijziging van de statuten van een groepsmaatschappij;
h.
zodanige (rechts)handelingen als door de raad van commissarissen duidelijk omschreven en schriftelijk ter kennis van de directie zijn gebracht;
i.
uitgifte en verkrijging van aandelen in en schuldbrieven ten laste van de vennootschap of van schuldbrieven ten laste van een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma waarvan de vennootschap volledig aansprakelijke vennote is;
j.
medewerking aan de uitgifte van certificaten van aandelen;
k.
het aanvragen van toelating van de onder a en b bedoelde stukken tot de handel op een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is dan wel het aanvragen van een intrekking van zodanige toelating;
l.
het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de vennootschap of een afhankelijke maatschappij met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijke vennote in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de vennootschap;
m.
het nemen van een deelneming ter waarde van ten minste een vierde van het bedrag van het geplaatste kapitaal met de reserves volgens de balans met toelichting van de vennootschap, door haar of een afhankelijke maatschappij in het kapitaal van een andere vennootschap, alsmede het ingrijpend vergroten of verminderen van zulk een deelneming;
144
n.
investeringen welke een bedrag gelijk aan ten minste een vierde gedeelte van het geplaatste kapitaal met de reserves der vennootschap volgens haar balans met toelichting vereisen;
o.
een voorstel tot wijziging van de statuten;
p.
een voorstel tot ontbinding van de vennootschap;
q.
aangifte van faillissement en aanvraag van surséance van betaling;
r.
beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers van de vennootschap of van een afhankelijke maatschappij tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek;
s.
ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de vennootschap of van een afhankelijke maatschappij;
t.
een voorstel tot vermindering van het geplaatste kapitaal;
145
Annex C Goedkeuringslijst AVA Besluiten van de directie van NV HA waarvoor op grond van de statuten de voorafgaande goedkeuring vereist zal zijn van de AVA: a.
(rechts)handelingen van de vennootschap of een groepsmaatschappij, uitgifte van grond uitgezonderd: (i) die een belang of een waarde te boven gaat van ten minste [ ] euro (EUR [ ]), waarbij met elkaar samenhangende (rechts)handelingen als één (rechts)handeling worden beschouwd, tenzij de betreffende (rechts)handeling is voorzien in het goedgekeurde investerings- en exploitatieplan en het belang of de waarde van de betreffende rechtshandeling een bedrag van [ ] miljoen euro (EUR [ ]) niet te boven gaat; (ii) die van ingrijpende betekenis kunnen zijn voor de vennootschap of een groepsmaatschappij; (iii) die branchevreemd zijn;
b.
omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap of de onderneming van de vennootschap, waaronder in ieder geval: (i) overdracht van de onderneming of vrijwel de gehele onderneming aan een derde; (ii) het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de vennootschap of een dochtermaatschappij met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledige aansprakelijke vennote in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de vennootschap; en (iii) het nemen of afstoten van een deelneming in het kapitaal van een vennootschap ter waarde van ten minste een derde van het bedrag van de activa volgens de balans met toelichting of, indien de vennootschap een geconsolideerde balans opstelt, volgens de geconsolideerde balans met toelichting volgens de laatst vastgestelde jaarrekening van de vennootschap, door haar of een dochtermaatschappij;
c.
het verstrekken van leningen, borgtochten, garanties, zekerheden en vergelijkbare instrumenten ten behoeve van derden, niet zijnde haar afhankelijke maatschappijen, boven een bedrag van ten minste [ ] miljoen euro (EUR [ ]);
d.
het vaststellen en wijzigen van het investerings- en exploitatieplan, strategisch plan en strategische bedrijfsvisie;
e.
het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten waarbij een beloning wordt toegekend waarvan het bedrag per jaar hoger is dan het door de algemene vergadering te bepalen en schriftelijk ter kennis van de directie gebrachte bedrag (en als mogelijk vastgelegd in het bezoldigingsbeleid), alsmede het treffen van pensioenregelingen en het toekennen van pensioenrechten boven die, welke uit bestaande regelingen voortvloeien;
f.
(rechts)handelingen van de vennootschap of een dochtermaatschappij, welke in strijd zijn met het strategisch plan of het investerings- en exploitatieplan, onverminderd het elders bepaalde in dit lid;
g.
het vestigen van een recht van vruchtgebruik of pandrecht op of het anderszins bezwaren van aandelen in het kapitaal van dochtermaatschappijen van de vennootschap;
h.
uitgifte van een terrein groter dan [ ] ha;
j.
het aangaan van een juridische fusie of splitsing;
146
k.
het uitoefenen van stemrecht op aandelen in het kapitaal van vennootschappen waarin de vennootschap als aandeelhouder deelneemt, voor zover het stemrecht wordt uitgeoefend ten gunste van: (i) het aangaan of goedkeuren van één of meer van de hierboven in dit lid bedoelde rechtshandelingen; (ii) kapitaalvermindering, statutenwijziging, het aangaan van een juridische fusie, splitsing of ontbinding; (iii) het geven van opdracht tot faillietverklaring; of (iv) de uitgifte van aandelen, het toekennen van rechten tot het nemen van aandelen, het delegeren van de bevoegdheid tot uitgifte en het uitsluiten van voorkeursrechten;
l.
het afgeven van een instemmingsverklaring als bedoeld in artikel 2:403 lid 1 onderdeel b. Burgerlijk Wetboek en het aansprakelijk stellen door de vennootschap of een dochtermaatschappij voor de uit rechtshandelingen van andere vennootschappen voortvloeiende schulden als bedoeld in artikel 2:403 lid 1 onderdeel f. Burgerlijk Wetboek;
m.
het vaststellen en wijzigen van het treasury statuut.
n.
de ontbinding, juridische fusie, juridische splitsing of wijziging van de statuten van een groepsmaatschappij; en
o.
zodanige (rechts)handelingen als door de algemene vergadering duidelijk omschreven en schriftelijk ter kennis van de directie zijn gebracht.
147
Annex D Onderwerpen Havenovereenkomst Onderwerp Oprichting NV HA en eventuele werkmaatschappijen
Inbreng Haven Amsterdam
Inbreng activa & passiva
Inbreng grond
Taken & bevoegdheden (Nautisch/Havenmeester), beheer openbare ruimte/Westpoort Ontvlechting Personeel Financiën
Bijlage Akte(n) van oprichting Bankverklaring volstorting Profielschets RvB Profielschets RvC Directiereglement RvC reglement Convenant Directie, RvC, HA, gemeente Inbrengovereenkomst Akte van inbreng Beschrijving inbreng NV HA Accountantsverklaring Overzicht in te brengen overeenkomsten (inclusief huur, lease, onderhoud, samenwerkingsovereenkomsten etc, etc,), Overzicht in te brengen aandelen en deelnemingen Overzicht in te brengen rekening courant vorderingen en banktegoeden Overzicht in te brengen Intellectueel Eigendom beheerd door Haven Amsterdam Overzicht in te brengen vergunningen Overzicht in te brengen subsidies Overzicht in te brengen lopende procedures Overzicht in te brengen verzekeringen Overzicht in te brengen I.T./ITC Overzicht in te brengen inventaris/roerende goederen Overzicht in te brengen materieel Overzicht in te brengen administratie/boekhouding, Overzicht in te brengen rapportages/onderzoeksrapporten Overzicht afspraken met andere diensttakken Volmacht voor vermogensbestanddelen die onderdeel zijn van Haven Amsterdam maar na oprichtingsdatum nog niet geleverd zijn Algemene inbrengvoorwaarden erfpacht Akte (hoofd)recht van erfpacht Volmachten betreffende beheer bestaande erfpacht Transformatieafspraken gemeente - NV HA Havenmeesterconvenant Mandaat aan Havenmeester Overeenkomst van opdracht + SLA‟s Mandaten Verlening aan NV HA van alleenrecht Ontvlechtingsdocument Afspraken t.a.v. werknemers (m.i.v. CAO en sociaal plan) Overeenkomst(en) van geldlening Hypotheekakte hoofdrecht van erfpacht Dividendbeleid NV HA
148
Bijlage 8: Brief Belastingdienst
149
150
Bijlage 9: Winst en Verliesrekening WINST EN VERLIESREKENING (bedragen x € 1.000) Erfpacht terreinen Verhuur van objecten Zeehavengeld Binnenhavengeld Afval/baggerverwerking Overige inkomsten (o.a. HAP) Totaal bedrijfsopbrengsten Groei ten opzichte van voorgaand jaar Loonkosten (intern + extern) Overige personeelskosten Kosten primaire processen (incl. HAP) Overige kosten Totaal operationele kosten Groei ten opzichte van voorgaand jaar
index cf. ketens 1,75% cf. ketens 1,75% 1,75% 1,75%
1,75% 1,75% 1,75% 1,75%
EBITDA Totaal afschrijvingen EBIT Groei ten opzichte van voorgaand jaar
Herijking MIP
realisatie 2009
prognose 2010
FMP 2011
FMP 2012
FMP 2013
FMP 2014
FMP 2015
56.619 3.113 46.037 3.739 928 2.354 112.790
55.509 3.739 44.804 3.587 295 2.525 110.460
57.384 3.422 46.411 4.895 551 2.770 115.432
59.884 3.482 48.911 4.981 310 2.818 120.386
61.009 3.543 50.786 5.068 316 2.867 123.589
62.434 3.605 52.961 5.157 321 2.917 127.395
64.009 3.668 55.286 5.247 327 2.969 131.505
97,9%
104,5%
104,3%
102,7%
103,1%
103,2%
(24.093) (2.007) (3.692) (16.338) (46.130)
(24.581) (2.213) (4.403) (14.606) (45.803)
(25.011) (2.252) (4.309) (14.862) (46.434)
(25.449) (2.291) (4.390) (15.122) (47.252)
(25.894) (2.331) (4.472) (15.386) (48.084)
(26.347) (2.372) (4.555) (15.656) (48.930)
102,9%
99,3%
101,4%
101,8%
101,8%
101,8%
67.981
64.329
69.629
73.952
76.337
79.311
82.575
(14.632)
(13.818)
(15.640)
(17.127)
(17.827)
(18.457)
(18.629)
53.349
50.511
53.989
56.825
58.511
60.854
63.946
94,7%
106,9%
105,3%
103,0%
104,0%
105,1%
(24.665) (2.333) (3.749) (14.063) (44.810)
151
Rentebaten (gem. afkoopsommen en liq mid.) Rentelasten (Lang VV GA) Rentebaten (gem. afkoopsommen en liq mid.) Rentelasten (Lang VV GA; marktconform) Rentelasten (Lang VV extern) Totaal rentelasten Groei ten opzichte van voorgaand jaar Buitengewone baten en lasten Winstafdracht Groei ten opzichte van voorgaand jaar
4,00% 4,00%
5.494 (17.816)
5.494 (20.287)
5.323 (22.289)
5,00%
4.861
4.794
4.727
4.662
5,00% 5,00%
(20.853) (16.059)
(21.408) (16.681)
(21.498) (16.836)
(12.322) inbreng EV in 2012 593 41.620
(14.793)
(16.966)
(20.314) (15.453)
120,1%
114,7%
91,1%
103,9%
103,9%
100,9%
(205) 35.515
37.025
41.375
42.454
44.175
47.112
85,3%
104,3%
111,7%
102,6%
104,1%
106,6%
152
Bijlage 10: Benchmark havenbedrijven Rotterdam HbR
Rechtsvorm
Is een NV. Aandeelhouders: 30% het Rijk 70% Gemeente Rotterdam.
Afmeting haven 10.570 ha. Door MV2 20% groter. Totale lengte Rotterdams havengebied 40 km
Aantal werknemers
Amsterdam HA
Groningen GSP
Zeeland ZSP
Hamburg
Antwerpen
HA is als bedrijf onderdeel van de gemeente Amsterdam. Momenteel loopt een onderzoek naar mogelijke verzelfstandiging tot overheidsNV met Amsterdam als 100% aandeelhouder.
Groningen Seaports is een Gemeenschappelijke Gemeenschappelijke Regeling van Provincie Regeling Zeeland en de gemeenten De aandeelhouders zijn Vlissingen, Terneuzen en 60% Provincie Groningen, Borsele. 20% gemeente Delfzijl de 20% gemeente Eemsmond. Per 1/1/2011 Op dit moment zijn er verzelfstandiging naar NV. gesprekken gaande over verzelfstandiging naar een Overheids NV. Per 1/6/2011 zal verzelfstandiging naar NV gaan plaats vinden.
Hamburg Port Authority (HPA) is verzelfstandigd. Het is een publiekrechtelijke rechtspersoon (Anstalt offentlichen Rechts). Aandeelhouder is Stad Hamburg (100%)
2562 ha. 1.877 ha. haventerrein en 685 ha. vaarwater Totale lengte Amsterdams havengebied ca 11 km
2.600 ha. beheersgebied (haven van Delfzijl en Eemshaven)
4500 ha.
Ca. 7.234 ha.
Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (Port of Antwerp). Rechteroever: Autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid Linkeroever: Cooperatieve Vennootschap. Aandeelhouder rechteroever: Gemeente Antwerpen (100 %) Linkeroever: GHA, gem. Beveren, gem. Zwijndrecht, samenwerkingsverband Land van Waas, Vlaams Gewest Ca. 13.000 ha.
90 werknemers en 50 extern (projectmatig).
72
Ca. 1.800
Ca. 1.668
1.200 HbR 364 Er werken meer dan 60.000 mensen in het gehele Rotterdamse havengebied.
153
Omzet per jaar
ca. € 500 miljoen
ca. € 122 miljoen
Inbreng grond
Alle activa en passiva zijn ingebracht tegen marktwaarde, met uitzondering van de blooteigendom van de terreinen. De gemeente Rotterdam stelt de haventerreinen beschikbaar aan HbR in de vorm van een eeuwigdurende erfpacht om niet. Er wordt geen canon betaald, afdracht vindt plaats middels preferent cumulatief dividend.
In de huidige situatie is grond eigendom van de gemeente Amsterdam. Haven Amsterdam geeft de grond in tijdelijke erfpacht of huur uit aan klanten. Inkomsten uit grond worden afgedragen aan de gemeente via de winstafdracht en een vaste rentevergoeding over de gronden.
2009 ca. € 25 miljoen (2008 ca. € 42 mio) Het blote (lees juridisch) eigendom van de gronden blijft bij de GR, maar het economisch eigendom wordt onder titel van erfpacht ingebracht in de NV. In de erfpachtovereenkomst wordt geregeld dat de overeenkomst nietig is bij faillissement, zodat publiek goed niet in handen van een curator valt. Dividend is uiteraard mogelijk, maar dat gebeurt niet preferent cumulatief.
ca. € 39 miljoen
Ca. €129 miljoen
Ca. € 300 miljoen
Grond is volledig ingebracht in de GR, zowel het juridische als ook het economisch eigendom. Zeeland Seaports is dus eigenaar van de gronden. De gronden gaan mee in de NV.
Bij gelegenheid van de verzelfstandiging heeft de stad Hamburg alle haveninfrastructuur, waaronder de eigendom van de grond, ingebracht. De eigendom van de grond onder de wegen is niet ingebracht.
In Antwerpen gelden voor het Linker- en het Rechterschelde oevergebied afzonderlijke grondregimes. Het Rechterschelde oevergebied wordt beheerd door het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (GHA), het Linkerschelde oevergebied door GHA en de Maatschappij voor het Haven-, Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerschelde oevergebied (MHGIL). GHA heeft de gronden op het Rechterschelde oevergebied in eigendom. De gronden worden in concessie uitgegeven aan havenbedrijven. MHGIL heeft in het verleden de eigendom van de terreinen van de omliggende gemeenten verworven.
154
Bijlage 11: Projectorganisatie Dit onderzoeksrapport is een product van een gemeenschappelijke inzet van Bestuursdienst en Haven Amsterdam. Het is de resultante van de werkzaamheden van een vijftal projectgroepen. Alle deel- en eindproducten zijn eerst voorgelegd aan de stuurgroep (directeur SB, hoofd CoFin/Markt&Overheid, directeur Haven Amsterdam en, namens de Ontwikkelingsalliantie, directeur OGA) en vervolgens aan het bestuurlijk team. Deze gemeenschappelijkheid is belangrijk geweest om de zorgvuldige weging van alle belangen te behartigen.
Onafhankelijke deskundigheid Ook in de (ingekochte) advisering is zorgvuldigheid betracht om beide belangen te vertegenwoordigen. Zo is sprake geweest van twee juridisch adviseurs; NautaDutilh voor de Gemeente en CliffordChance voor Haven Amsterdam. Voor fiscaal advies en de business case is één adviseur ingeschakeld; Ernst & Young aangevuld met specialistische adviezen door MTBS op het gebied van havenlogistiek. Op gebied van aansturing van de nieuwe onderneming is intensief contact geweest met de Gemeente Rotterdam waarbij de coördinatie verzorgd werd door de Rotterdamse beleidsadviseur dhr. Wio Schaap (bestuursdienst Rotterdam). Doelgericht op Afstand De onderzoeksfase is na de denkfase de tweede fase binnen de beleidsnota „Doelgericht op afstand‟. Waar in de denkfase de nadruk ligt op de wenselijkheid en deze middels voorgeschreven stappen in een denkkader is uitgewerkt, ligt in de onderzoeksfase de nadruk op de haalbaarheid. In dit geval zijn in de onderzoeksfase ook de argumenten die betrekking hebben op de wenselijkheid nog eens verder uitgediept. In deze onderzoeksfase wordt geen plan van aanpak voor de uitvoeringsfase gepresenteerd. Besloten is dit een separaat besluit te doen laten zijn zoals er ook tussen denkfase en onderzoeksfase een besluit over het plan van aanpak is genomen.
155
Voor de regeling risicovolle projecten betekent dit dat de basisrapportage (met daarin de risicoanalyse) onderdeel wordt van het plan van aanpak uitvoeringsfase met daarop een toets door een Project advies team (PAT). In het beleidskader Doelgericht op afstand (DOA) is aangegeven op welke wijze een nauwkeurig beeld over haalbaarheid verkregen kan worden. Hiervan is in deze onderzoeksfase op punten afgeweken. De levensvatbaarheid van de activiteit wordt normaal gesproken getoetst aan de hand van een SWOT-analyse. Aangezien de levensvatbaarheid van havenactiviteiten niet ter discussie staat is een traditionele SWOT niet uitgevoerd. Wel is uitgebreid aandacht besteed aan de strategie van de onderneming. Ook van een integrale doorlichting van de bedrijfsvoering is, gezien het trackrecord en de resultaten van Haven Amsterdam, afgezien. Wel is er een juridisch due diligence uitgevoerd met betrekking tot de belangrijkste onderdelen. Een financiële due diligence in de uitvoeringsfase behoort tot de mogelijkheden. De financiële haalbaarheid van de verzelfstandiging komt uitgebreid aan bod in hoofdstuk 8 van het rapport. De uitvoeringsfase Indien de gemeenteraad instemt met de voordracht ter afronding van de onderzoeksfase volgt een besluit “Plan van aanpak uitvoeringsfase”. Nadat de gemeenteraad hiermee instemt start de uitvoeringsfase. Ook de resultaten van deze fase zullen aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Dit is in afwijking van het beleidskader Doelgericht op afstand, waarbij de uitvoeringsfase een college-bevoegdheid is. Hiervoor is gekozen aangezien in de uitvoeringsfase nog cruciale zaken verder uitgewerkt dienen te worden (bijv. statuten).
156
Bijlage 12: Geïnterviewde partijen Gemeente Amsterdam: - dRO - EZ, - OGA - dIVV, - CoFin - Bestuursdienst Amsterdam - OVV - DJZ - DMB - Stadsdelen Centrum, Noord, Oost, West - Stadstoezicht - Gemeentelijk Vervoer Bedrijf Gemeente Velsen Gemeente Beverwijk Gemeente Zaanstad Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Provincie Noord-Holland Projectbureau Masterplan NZKG Gemeente Rotterdam (ds+v, OBR) Havenbedrijf Rotterdam KVK Amsterdam VNO-NCW Amsterdam ORAM Schiphol Group SADC Tata Zeehavens IJmuiden Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied DCMR Milieudienst Rijnmond Ministerie Infrastructuur & Milieu DGLM Politie Amsterdam-Amstelland Twijnstra & Gudde
157