RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK KWALITEITSVERBETERING (OKV) BIJ DE osg DE HOGEBERG afdeling VWO TE DEN BURG (TEXEL)
Plaats: Den Burg, gemeente Texel BRIN-nummer: 16KP-0 Hummingbirdnummer: 3476094 Onderzoek uitgevoerd op: 29 november 2012 Conceptrapport verzonden op: 12 december 2012 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 15 februari 2013 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 2 van 11
Documentnr.
1. INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 29 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op de osg De Hogeberg, afdeling vwo te Den Burg om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs zijn opgeheven. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. In het bestuursgesprek op 27 september 2012 zijn met name de voorlopige effecten en resultaten van de schoolontwikkeling besproken. De inspectie heeft, op basis van de meest recente examengegevens (2012), geconstateerd dat bij de afdeling vwo de SE-CE-verschillen aanzienlijk zijn verminderd en de gemiddelde CE-cijfers duidelijk zijn verbeterd. In afwijking van de reguliere beslisregels heeft de Directeur Toezicht van de inspectie ermee ingestemd dat er – mede op grond van de gerealiseerde verbeteringen bij de examencijfers en de waarborging van de kwaliteit van de opbrengsten - reeds in dit stadium een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) kan plaatsvinden. Op grond hiervan heeft de inspectie een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) uitgevoerd. In dit rapport van bevindingen worden de resultaten van het OKV weergegeven. Toezichthistorie Het traject van intensief toezicht is gestart nadat uit de analyses van de inspectie in 2009 is gebleken dat de opbrengsten van de vwo-afdeling onvoldoende zijn geworden. De inspectie heeft dit op 19 november 2009 met het bevoegd gezag besproken (zie verslag d.d. 14-122009). In dat gesprek is de afspraak gemaakt dat de school maatregelen zal nemen om de onvoldoende indicatoren te verbeteren. In een risicoanalyse van de inspectie van het voorjaar van 2010 bleek dat de opbrengsten opnieuw onvoldoende zijn op de vwo afdeling, met name als het gaat om het rendement van de onderbouw en de SE-CE-verschillen. Daarnaast is het gemiddelde CE-cijfer op deze afdeling risicovol. Naar aanleiding hiervan is besloten een kwaliteitsonderzoek uit te voeren op 29 september 2010 om eventuele tekortkomingen en hun mogelijke oorzaken vast te stellen (zie definitief Rapport d.d.15-12-2010). De inspectie heeft vervolgens met het bevoegd gezag en de directie afspraken gemaakt over het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Deze afspraken zijn vastgelegd in een toezichtplan (d.d. 04-112010). Ter voorbereiding van het eerste voortgangsgesprek in 2011 heeft de school een evaluatie opgesteld van de bereikte (voorlopige) examenresultaten. Geconstateerd is dat de afdeling vwo voor het derde achtereenvolgende jaar te grote SE-CE-verschillen heeft. Omdat ook het rendement van de onderbouw nog steeds onvoldoende is, beoordeelde de inspectie de vwo afdeling toen opnieuw als zwak. In februari 2012 heeft de school per 15 november 2011 een overzicht gegeven van de maatregelen ter verbetering van het rendement van de onderbouw. Voorts heeft de inspectie eind januari 2012 een overzicht ontvangen van de afspraken die de school met de verschillende secties heeft gemaakt ter vermindering van de SE-CE-verschillen, resp. ter verbetering van de CE-cijfers. De planning is er opgericht dat de afdeling vwo in september 2012, conform de eerder gemaakte afspraken in het toezichtplan, weer voldoende opbrengsten heeft. De inspectie heeft in september 2012 geconstateerd dat de examenresultaten in 2012 aanzienlijk zijn verbeterd en dat de afspraken hieromtrent uit het toezichtplan zijn gerealiseerd.
16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 3 van 11
Documentnr.
Onderzoeksopzet In dit onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) zijn de normindicatoren van het waarderingskader onderzocht, waarbij de nadruk heeft gelegen op de tekortkomingen uit het verleden en mogelijke risico´s die eerder in het definitieve rapport van bevindingen (d.d. 15-12-2010) worden genoemd. Naast deze kwaliteitsaspecten heeft de inspectie een aantal wettelijke aspecten onderzocht. Dit Rapport van Bevindingen is gebaseerd op : Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Bestudering van analyses en evaluaties van eigen onderzoek van de school, zoals notities over verbetering van de kwaliteit van de schoolexamens, analyse examenresultaten, plan van aanpak ter verbetering van het rendement van de onderbouw, tussenrapportages, verantwoording onderwijstijd, etc. Onderzoek op locatie, waarbij schooldocumenten zijn bestudeerd; de onderwijspraktijk is geobserveerd; gesprekken met de directie, de zorgcoördinator en met docenten van de afdeling vwo zijn gevoerd. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie, de teamleiders en het bevoegd gezag.
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader 2011 Voortgezet Onderwijs, alsmede de werkinstructie ‘Actief burgerschap en sociale integratie’ (febr. 2008). Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 4 van 11
Documentnr.
2.
BEVINDINGEN OKV BIJ osg DE HOGEBERG AFDELING VWO
2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten. Resultaten 1 1.1
* De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau
dat mag worden verwacht. 1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vwo.
2
3
5
1.3
* De leerlingen van de opleiding vwo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4 * Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
4
*)
*) In het opbrengstenoordeel 2012 van de inspectie wordt een driejarig gewogen gemiddelde vermeld van 0,69 punt. Bij het opbrengstenoordeel van 2013 zal dit voldoende zijn.
Leerstofaanbod 1 2.1
* De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan
2.2
de wettelijke vereisten. * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s.
2.3
2
* De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.
3
4
16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 5 van 11
Documentnr.
Tijd 1 3.1
De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt.
3.2
Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt.
3.3
De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
2
3
4
Schoolklimaat 1 4.4
4.7 4.8
2
* De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het
3
4
gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
* De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen.
Didactisch handelen 1 5.1
* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
5.2
* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
5.3
* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
2
3
4
Afstemming 1 6.1
De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen.
6.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op
6.3 6.4
2
3
4
verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Begeleiding 1 7.1
7.2
2
* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
3
4
16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 6 van 11
Documentnr.
Zorg 1 8.1
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt
8.2
de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. * De school voert de zorg planmatig uit.
2
3
4
Kwaliteitszorg 1 9.1 9.2
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
9.6
De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten.
2
3
4
Wet- en regelgeving
Ja*) N1
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO
Nee N
N2
art. 24a en 24c). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO
J
N3
art. 24 en 24c). Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de
J
N4
verplichte onderdelen (WVO art. 10h). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten
J
N5
(Eindexamenbesluit art. 31). De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5).
J
*) Bij de indicatoren N2 tot en met N4 wordt het oordeel J (Ja) gegeven als het betreffende document door de inspectie is ontvangen. De inhoud van deze documenten is niet getoetst aan de wettelijke vereisten.
2.2 Beschouwing
16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 7 van 11
Documentnr.
Algemeen beeld De onderwijskwaliteit van de afdeling vwo van de osg De Hogeberg te Den Burg is voldoende, omdat uit dit onderzoek is gebleken dat risico’s over de opbrengsten van deze afdeling beperkt zijn én dat - op één na - de normindicatoren voldoende zijn. Ook andere aspecten van de onderwijskwaliteit, zoals het onderwijsleerproces, het schoolklimaat, de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg zijn eveneens als voldoende beoordeeld. Hoewel het onderwijsproces in hoofdlijnen voldoende is, zijn er enkele indicatoren die nog verbetering behoeven. De school leeft de wet- en regelgeving op alle onderzochte punten na, behalve ten aanzien van de vermelding van het vrijwillige karakter van alle aan ouders gevraagde bijdragen (art. 24a WVO). Toelichting Opbrengsten Bij de start van het traject van intensief toezicht in 2010 waren twee opbrengstindicatoren bij de vwo-afdeling van de osg De Hogeberg onvoldoende: de SE-CE-verschillen en het rendement van de onderbouw. Tevens was het gemiddelde CE-cijfer van de vwo-afdeling zeer risicovol. De school heeft mede door de uitvoering van een aantal verbeteracties bereikt, dat de beoordeling van de opbrengsten - na het examen van 2013 - op drie van de vier indicatoren voldoende is. De verbeterde resultaten bij de gemiddelde CE-cijfers bij het examen van 2012 zijn volgens de school onder meer het gevolg van een groter ‘examenbewustzijn’ bij de docenten. Ook is er in de lessen meer aandacht voor examentraining en herhaling van de lesstof gekomen. Bij het examen van 2012 blijkt het effect van de genomen maatregelen: het CE-cijfer is gemiddeld met 0,3 punt gestegen. Uit de gesprekken en documenten concludeert de inspectie dat de school stappen heeft gezet om deze resultaten te borgen, bijvoorbeeld door aanpassingen van het PTA en de monitoring van de gemaakte afspraken door de teamleiders. De tweede indicator die is verbeterd is het verschil tussen het gemiddelde cijfer van het SE en het CE. Door de maatregelen is het SE-CE-verschil bij het examen van 2012 gezakt tot –0,02 punt. In de twee jaar daarvoor was het 0,79 (examen 2010) en 0,53 (examen 2011) punt. Momenteel bedraagt het SE-CE-verschil gerekend over drie examen jaren – volgens het voorlopige opbrengstenoordeel van de inspectie - (afgerond) 0,46 punten. Hiermee worden de opbrengsten van de vwo-afdeling in 2013 door de inspectie als voldoende beoordeeld. Het rendement van de onderbouw, dat wordt berekend over alle afdelingen gezamenlijk, is al sinds 2008 onvoldoende. De oorzaken van de onvoldoende beoordeling hiervan kunnen onder meer worden gevonden in de volgende omstandigheden: a) Relatief veel leerlingen (ca. 55-60%) die in het derde leerjaar van de vmbo-gt opleiding zitten hebben een advies van de basisschool dat hoger is dan vmbo-gt; dat betekent dat meer dan de helft van de vmbo-gt-leerlingen op een voor hen te lage opleiding zitten. Dit wordt bevestigd door de hoge examenresultaten die de leerlingen van deze afdeling jaarlijks scoren. Daarnaast heeft 70-75% van de leerlingen in het derde leerjaar van de havo-opleiding een advies dat hoger is dan havo. Bij de opleiding vmbo-kader heeft 30-35% een advies dat hoger is dan vmbo-kader. b) De basisscholen gaven tot vorig jaar meestal dubbele of (te) brede adviezen (zoals mavo/havo) aan hun leerlingen. Meestal betekent dit dat de leerling dan het niveau heeft van de laagst genoemde opleiding. Door de rekensystematiek van de inspectie werkt dit negatief door in het onderbouwrendement. De school heeft maatregelen genomen om – op de wat langere termijn - het rendement van de onderbouw te verbeteren, zoals een aanscherping van de determinatie, de plaatsing en van de 16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 8 van 11
Documentnr.
bevorderingsregels. Ook zijn er afspraken gemaakt met het basisonderwijs om minder dubbele adviezen te geven. Voorts heeft de school – vanaf vorig cursusjaar - de brugperiode bij de havo en het vwo teruggebracht van drie jaar naar twee jaar. Als de school het rendement van de onderbouw daadwerkelijk op een voldoende niveau wil brengen is het - naar de mening van de inspectie - noodzakelijk om met name de leerlingen van het derde leerjaar te plaatsen in de havo en het Vmbo conform de adviezen van de basisschool en niet daaronder. Hierdoor zal een groter deel van de leerlingen in de lessen meer worden uitgedaagd op het niveau dat men aankan, wat ook de motivatie ten goede zal kunnen komen. Kwaliteitszorg De school heeft vanaf september 2010 op de vwo-afdeling een aantal verbeteracties uitgevoerd, waardoor de bewustwording over het belang van goede opbrengsten onder de docenten is toegenomen. Daarnaast heeft de inspectie geconstateerd dat vanuit de schoolleiding de teams beter worden aangestuurd, zodat - via het maken van afspraken - elk examenvak op een passende wijze bijdraagt aan het op peil brengen en houden van de opbrengsten. Maatregelen die de school heeft genomen en die op de langere termijn tot positieve effecten hebben geleid, zijn o.a. het aanscherpen van de determinatie en de overgangsnormen, alsmede het monitoren van de behaalde cijfers voor de schoolexamens. Ook is de wijze van toetsing herzien en zijn de PTA’s van de examenvakken onder de loep genomen (o.a. minder herkansingen en een aangepaste weging van praktische opdrachten en van de normering). Hierdoor is het verschil tussen het cijfer van het SE en het CE kleiner geworden. Meer aandacht voor de examentraining en een intensievere begeleiding van de zwakkere leerlingen hebben eveneens aan de positieve resultaten bijgedragen. De evaluatie en borging van de kwaliteit van het onderwijsleerproces is nog onvoldoende. Momenteel vindt er nog nauwelijks lesbezoek plaats en zijn de kenmerken waaraan een goede les zou moeten voldoen nog niet voldoende concreet uitgewerkt. Deze punten zijn wel in ontwikkeling. Onderwijsleerproces De inspectie waardeert de meeste onderzochte indicatoren van het onderwijsleerproces, zoals schoolklimaat, de basisaspecten van het pedagogisch-didactisch handelen en de zorg en begeleiding, als voldoende. Anderzijds zijn er enkele indicatoren als onvoldoende beoordeeld. Bij het lesbezoek bleek dat de effectiviteit van de les in te veel gevallen te wensen overlaat. Een aantal docenten hebben moeite met het klassenmanagement, geven vooraf geen structuur aan of zorgen er niet voor dat alle leerlingen actief bij de les zijn betrokken. De heterogeniteit van het niveau van de leerlingen in de klas vereist dat de docenten duidelijk rekening houden met de verschillen tussen de leerlingen. De inspectie constateerde dat dit te weinig gebeurt, zowel bij het geven van uitleg als bij de verwerkingsopdrachten in de reguliere lessen. Wel organiseert de school een aantal extra begeleidingsuren voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Onderwijstijd De inspectie beschouwt de onderwijstijd niet alleen als een wettelijke verplichting, maar ook als een kwaliteitsaspect. Uit de verantwoording van de school blijkt dat de school voor alle leerjaren en klassen voldoende tijd heeft geprogrammeerd en gerealiseerd. Maar de incidentele lesuitval door ziekte of vergaderingen was in het afgelopen cursusjaar 2011-2012 met name bij een flink aantal klassen in de eerste drie leerjaren boven de norm van 5% die de inspectie hiervoor hanteert. Om die reden is indicator 3.1 als onvoldoende beoordeeld.
16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 9 van 11
Documentnr.
Naleving De schoolgids voldoet niet aan de vereisten van artikel 24a WVO, omdat uit de tekst over de aan ouders gevraagde bijdragen voor schoolkosten niet expliciet blijkt dat deze gevraagde bijdragen vrijwillig zijn. Ouders dienen een keuze te kunnen maken uit de aangeboden extra voorzieningen. De school heeft toegezegd de teksten over de aan ouders gevraagde bijdragen voor schoolkosten op haar website aan te passen vóór 1 januari 2013.
16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 10 van 11
Documentnr.
3.
TOEZICHTARRANGEMENT
Op grond van de bevindingen van dit onderzoek naar de kwaliteitsverbetering kent de Inspectie van het Onderwijs aan de vwo-afdeling van de osg De Hogeberg te Den Burg het basisarrangement toe. Hiermee wijkt de inspectie beredeneerd af van haar standaard beslisregel. Dit betekent dat de inspectie – na de vaststelling van dit rapport - het intensieve toezicht voor deze afdeling beëindigt en omzet naar basistoezicht. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of andere themaonderzoeken. Mocht de afdeling vwo bij het opbrengstenoordeel van 2013 of daarna onvoldoende zijn, zal de inspectie het basisarrangement aanpassen en nadere afspraken ter verbetering maken met het bestuur.
16KP-0 osg De Hogeberg, afd. VWO te Den Burg - Rapport van Bevindingen OKV – H2839415/4
Pagina 11 van 11
Documentnr.