RAPPORT VAN BEVINDINGEN
ONDERZOEK BIJ Montessori College Nijmegen-Groesbeek, vmbo-k
Plaats: Groesbeek BRIN-nummer: 00RZ-01 Onderzoeksnummer: 75391 Onderzoek uitgevoerd op: 14, 15 december 2009 en 2 februari 2010 Conceptrapport verzonden op: 10 februari 2010 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 12 april 2010 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
H2839406/2
Documentnr. H2883599 Pagina 2 van 13
1. INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14, 15 december 2009 en 2 februari 2010 een onderzoek uitgevoerd op het Montessori College, locatie Groesbeek, afdeling vmbo-k om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De inspectie heeft voor het Montessori College, locatie Groesbeek in 2009 een risicoanalyse uitgevoerd. Daarbij kwam naar voren dat de opbrengsten van de afdeling vmbo-k onvoldoende zijn en dat er mogelijk tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs in deze afdeling. Uit deze analyse kwam tevens naar voren dat er mogelijk tekortkomingen zijn op het gebied van de naleving van wet- en regelgeving op het Montessori College, locatie Groesbeek. Op 12 november 2009 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse besproken met het bevoegd gezag. Namens het bevoegd gezag was aanwezig mevrouw J. Stam. Uit dit gesprek en uit de beschikbare informatie konden het bevoegd gezag en de inspectie niet eenduidig vaststellen of de onvoldoende opbrengsten samenhangen met mogelijke tekortkomingen in het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de leerlingenzorg. Daarom is door de inspectie besloten om op 14 en 15 december 2009 een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen en om vast te stellen of er mogelijk sprake is van een zeer zwakke schoolsoort. In dit onderzoek wordt ook nagegaan of de school aan een aantal vooraf bepaalde wettelijke voorschriften voldoet. Toezichthistorie In 2006 heeft de inspectie van het onderwijs voor het Montessori College, locatie Groesbeek bij een periodiek kwaliteitsonderzoek vastgesteld dat alle indicatoren, met uitzondering van de indicator ‘activerende werkvormen’, voldoende waren. Tussen 2006 en 2009 zijn diverse gesprekken met het bevoegd gezag gevoerd over alle scholen die onder het bevoegd gezag vallen. De opbrengsten van Montessori College, locatie Groesbeek waren in die periode voldoende. De inspectie heeft op 12 november 2009 in een gesprek met het bevoegd gezag vastgesteld dat op dat moment de kwaliteit van het onderwijs in de afdeling vmbo-k vanwege onvoldoende opbrengsten mogelijk niet op orde was.
Onderzoeksopzet Het onderzoek heeft geleid tot een oordeel op: • de kernindicatoren uit het waarderingskader van de inspectie, waaronder de normindicatoren; • de indicatoren van de opbrengsten van de afdeling vmbo-k. Deze rapportage is gebaseerd op: • onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn waaronder het koersdocument Montessori College ‘Tweede maandag in H2839406/2
Documentnr. H2883599 Pagina 3 van 13
• •
•
september’ 2009, het koerskader Montessori College 2008-2013, de algemene schoolgids Montessori College van juli 2008, een handboek kwaliteit Montessori College, de locatiegids Groesbeek 2009-2010, het schoolplan van locatie Groesbeek 2009, het schoolplan Montessori College Nijmegen-Groesbeek versie juli (2009-2013), het zorgplan van locatie Groesbeek 2009, een zelfevaluatie van locatie Groesbeek over de kaderberoepsgerichte leerweg ten behoeve van het inspectiebezoek, met daarin een overzicht van reparatiemaatregelen en een kwaliteitsplan over hoe de effecten van deze reparatiemaatregelen gemeten worden, onderbouwdocument Groesbeek 20092010, visitatierapport 2009 over de locatie Groesbeek van de Montessori Vereniging, E-MOVOrapport, GGD Nijmegen 2008 en verantwoordingsdocument programmering onderwijstijd 2009-2010, locatie Groesbeek. Lesobservaties op 14, 15 december 2009 en 2 februari 2010 (24 lesdelen). Gesprekken op 14 en 15 december 2009 met het bevoegd gezag, de directie, een aantal leraren, een aantal leerlingen en functionarissen uit de zorg en op 2 februari 2010 een gesprek met de directie over het onderwijsleerproces. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag.
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
H2839406/2
Documentnr. H2883599 Pagina 4 van 13
2. BEVINDINGEN MONTESSORI COLLEGE, LOCATIE GROESBEEK 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten. Resultaten 1 1.1 * De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-k. 1.3 * De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4 * Bij de opleiding vmbo-k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
2
3
4
5
3
4
Leerstofaanbod 1 2.1 * De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten. 2.2 * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s. 2.3 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. 2.4 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. 2.5 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
H2839406/2
2
Documentnr. H2883599 Pagina 5 van 13
Tijd 1 3.1 3.2 3.3
De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
2
3
4
3
4
Schoolklimaat 1
2
4.1 De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. 4.4 * De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school. 4.7 * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. 4.8 * De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen.
Didactisch handelen 1 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
2
3
4
3
4
Afstemming 1 6.1 De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
H2839406/2
2
Documentnr. H2883599 Pagina 6 van 13
Zorg 1
2
7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
3
4
Begeleiding 1
2
8.1 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
3
4
8.2 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.3 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. 8.4 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden.
Kwaliteitszorg 1 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten. 9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. 9.9 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. 9.10 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 9.11 De school heeft inzicht in de sterke en zwakke punten van de eigen organisatie. 9.12 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 9.13 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 9.14 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken.
H2839406/2
2
3
4
Documentnr. H2883599 Pagina 7 van 13
Wet- en regelgeving 1 N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24a en 24c). N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24 en 24c). N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 10h). N4 Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31). N5 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5).
H2839406/2
2
3
4
Documentnr. H2883599 Pagina 8 van 13
2.2 Beschouwing Algemeen Beeld De inspectie beoordeelt de onderwijskwaliteit van het Montessori College Groesbeek, vmbo-k als zeer zwak, vanwege het feit dat de opbrengsten en drie normindicatoren onvoldoende zijn. Het gemiddelde centraal examencijfer en het rendement in de bovenbouw zijn over een periode van drie jaren te laag. De drie onvoldoende normindicatoren zijn: • De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. • De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. • De school voert de zorg planmatig uit. Zes van de 14 indicatoren van het aspect kwaliteitszorg zijn eveneens onvoldoende beoordeeld: er is een gebrek aan evaluatie en borging in het onderwijsaanbod en de toetsing. Twee onvoldoende indicatoren betreffen de voorwaarden voor kwaliteitszorg. De school geeft in haar zelfevaluatie een mogelijke verklaring voor de zwakke resultaten. Door personele wisselingen in het management- en onderwijsteam was er in de bovenbouw veel aandacht nodig voor de invoering van het nieuwe onderwijsconcept Paradigma G, vooral bij de exacte vakken. Dit zijn juist de vakken met de laagste gemiddelde centraal examencijfers. Een tweede oorzaak volgens de school is dat er in de bovenbouw onderpresteerders waren die zakten dan wel afstroomden. De inspectie signaleerde tijdens haar onderzoek de volgende (mogelijke) oorzaken: • Op grond van het lesbezoek stelt de inspectie vraagtekens bij de effectiviteit en doelmatigheid van de keuzewerktijdlessen (kwt). Ook trof zij geen specifieke didactiek aan die gebaseerd is op 70-minuten lessen. Taalzwakke leerlingen krijgen bovendien geen specifiek talig aanbod. • De zorg en begeleiding is onvoldoende gestructureerd. De school werkt - ondanks een lwoo-populatie van 40% - niet altijd met voorgeschreven individuele handelingsplannen en de aanwezige dossiers zijn vooral van diagnostische aard. • Zwakke onderdelen van de kwaliteitszorg zijn een gebrek aan evaluatie en borging in het onderwijsaanbod en de toetsing, een onvoldoende professionele schoolcultuur en te weinig betrokkenheid van personeel bij de kwaliteitszorg. De kwaliteit van het onderwijsleerproces wordt niet dusdanig geëvalueerd dat er een compleet beeld ontstaat van de sterke en zwakke kanten van dit proces en van de relatie hiervan met de opbrengsten.
H2839406/2
Documentnr. H2883599 Pagina 9 van 13
Toelichting Opbrengsten De inspectie beoordeelt het gemiddelde resultaat van de opbrengsten gemeten over de afgelopen drie jaren als onvoldoende. Het gemiddelde centraal examencijfer is over een periode van drie jaren te laag. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de lage centraal examencijfers bij de exacte vakken. Daarnaast is het rendement van de bovenbouw over een periode van drie jaar sterk gedaald naar de laagste score (percentiel 25). De school tekent hierbij aan dat de vergelijking met referentiescholen voor een deel mank gaat, omdat een aanzienlijk deel van de leerlingen problemen heeft waar maatschappelijk werk bij betrokken is, terwijl het voedingsgebied van de school niet aangemerkt is als armoede- en probleemcumulatiegebied. De eerder genoemde zelfevaluatie geeft twee mogelijke oorzaken voor de onvoldoende opbrengsten. De invoering van Paradigma G verliep door wisselingen van personeel in het management en onderwijsteam langzamer dan voorzien, vooral bij de exacte vakken. Dit zijn juist de vakken met de laagst gemiddelde centraal examencijfers. Vooral de aansluiting van het ‘leergebied mens en natuur’ uit de onderbouw op de bovenbouwvakken nask, biologie en wiskunde laat nog te wensen over. Een tweede oorzaak volgens de school is, dat er in de bovenbouw onderpresteerders waren die zakten dan wel afstroomden. Uit schoolse gegevens blijkt dat in de groep leerlingen die zijn blijven zitten, de leerlingen met een kaderberoepsgerichte leerweg die zijn gestart in een kader/theoretisch beroepsgerichte leerweg zijn oververtegenwoordigd. Dit fenomeen wordt nog nader geanalyseerd. De school maakt melding van verbetermaatregelen die zij reeds neemt, zoals een extra module rekenen, meer vaklessen in de bovenbouw en de invoering van leerlingenbesprekingen. Deze maatregelen werpen mogelijk hun vruchten af. Uit gegevens van de school blijkt dat in het examenjaar 2009 de cijfers CE verbeterd zijn. De inspectie merkt bij deze analyse van de school nog op dat tijdens het onderzoek van de inspectie bleek, dat door betrokkenen nog andere mogelijke oorzaken werden genoemd - zoals de determinatie en de effectiviteit van lessen en zorg en begeleiding. Aanwezige kwantitatieve gegevens van de school bevestigen deze uitspraken niet. Kwaliteitszorg De evaluatie van het onderwijsleerproces is onvoldoende, want deze vindt uitsluitend in het kader van personeelsbeleid plaats. De evaluatie is daardoor te eenzijdig gericht op de rol van de docent. De kwaliteit van het onderwijsleerproces wordt niet dusdanig geëvalueerd dat er een compleet beeld ontstaat van sterke en zwakke kanten van dit proces en van de relatie hiervan met de opbrengsten. Borging van de lespraktijk en de toetsing is eveneens onvoldoende. Zo worden bijvoorbeeld competenties van leerlingen verschillend meegewogen. De activiteiten en verantwoordelijkheden van docenten staan te zeer op zichzelf. Dit geldt in sterkere mate voor de bovenbouw. Een ander aandachtspunt voor de kwaliteitszorg vormt de uitwerking van artikel 17 Wet op het voortgezet onderwijs betreffende burgerschap en integratie. De school heeft de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap niet uitgewerkt op basis van een vastgestelde visie en hier in geen beleid geformuleerd, met aandacht voor te bereiken doelen, evaluaties en verantwoording. Voor wat betreft de voorwaarden voor een goede kwaliteitszorg oordeelt de inspectie dat deze deels toereikend zijn. Men erkent dat ontwikkeling van een professionele schoolcultuur en de
H2839406/2
Documentnr. H2883599 Pagina 10 van 13
aansturing van het team vanuit een breed gedragen onderwijsvisie en een daaraan gekoppeld systeem van kwaliteitszorg prioriteit moet hebben. De school zal daarbij voorrang geven aan verbetering van dié onderdelen van de kwaliteitszorg die ten eerste zicht bieden op de relatie tussen de opbrengsten en het onderwijsproces en de zorg en begeleiding en die ten tweede de vraag beantwoorden of de maatregelen die de school neemt en nog gaat nemen om de resultaten te verbeteren de juiste en meest effectieve zijn. Op dit moment stelt men nog niet de juiste prioriteiten en evalueert men onvoldoende de schoolontwikkelingen. Montessori College Groesbeek heeft de volgende onderdelen van haar kwaliteitszorg goed ontwikkeld. De planvorming is schoolbreed uitgerold. Op de diverse niveaus zijn de plannen goed uitgewerkt en verbonden met de visie op het onderwijs. Het nog jonge team vmbo-k is bezig zijn teamplan vorm te geven. Ook de evaluatie van resultaten is voldoende. De schoolleiding houdt de resultaten van de leerlingen periodiek tegen het licht en bespreekt ze met docenten en zorgfunctionarissen. De inspectie ondersteunt de constatering van de directie dat het noodzakelijk is deze besprekingen uit te breiden met leerlingenbesprekingen met aandacht voor de vaak belemmerende groepsdynamiek bij de algemeen vormende vakken.
Onderwijsleerproces De inspectie zet op grond van haar lesbezoeken vraagtekens bij de effectiviteit en doelmatigheid van de keuzewerktijdlessen. Zij nam waar dat de leerlingen onvoldoende worden uitgedaagd. De school heeft geen volledige leerlijn van ‘leerlingcompetenties’ om de keuzewerktijdlessen goed te kunnen benutten. De urgentie van zo’n volledige leerlijn is er, gegeven het feit dat de leerlingen meerdere lesuren (van 40-minuten) per week aan keuzewerktijd (kwt) besteden. Enkele jaren geleden zijn lesuren van 70-minuten ingevoerd voor de vak- en leergebieden. Deze langere lessen vragen om een specifieke didactiek. Dit heeft de inspectie nog onvoldoende gezien. Vaak werken leerlingen een groot deel van de lestijd zelfstandig aan opdrachten. In te veel lessen gedragen leerlingen zich passief en wachten af of ze op hun gedrag aangesproken worden. Daarbij komt dat in relatief veel lessen de lestijd niet altijd efficiënt benut wordt. Ook beginnen de lessen soms te laat. Docenten zorgen in vrijwel alle gevallen voor goede uitleg; klassikale uitleg neemt relatief weinig tijd in. De inspectie constateert dat, hoewel 40% van de leerlingen een lwoo-beschikking heeft, de school geen afgestemd en specifiek aanbod heeft vastgelegd voor taalzwakke leerlingen, enkele individuele aanzetten van docenten daargelaten. Het Montessori College Groesbeek heeft in de afgelopen periode haar aandacht sterk gericht op pedagogische doelstellingen. Uit de zelfevaluatie van de school, het visitatierapport van de Montessori Vereniging en het GGD-rapport over de E-MOVO enquêteresultaten uit 2008 blijkt dat dit positieve effecten heeft gehad: leerlingen gaan graag naar deze school, worden gekend en de lessen kenmerken zich over het algemeen door een goede pedagogische sfeer en door ontspannen, respectvolle relaties tussen leraren en leerlingen. De aanstelling van een dagcoördinator, de inrichting van een time-out voorziening en de invoering van herstelrecht dragen concreet bij aan een goed pedagogisch klimaat. Wel hanteren docenten in de onderbouw andere (minder strenge) regels dan docenten in de bovenbouw en neemt men de leerling daar veel bij de hand.
H2839406/2
Documentnr. H2883599 Pagina 11 van 13
Zorg en begeleiding Het aantal leerlingen met sociaal-maatschappelijke problemen is volgens de school stijgende. Dat betekent dat het aantal leerlingen met leerachterstanden of meer individuele onderwijsbehoeften toeneemt. De inspectie is van oordeel dat een goede structuur in de zorg en begeleiding ontbreekt. Zo werkt de school ondanks een lwoo-populatie van 40% nog steeds niet altijd met de voorgeschreven individuele handelingsplannen en zijn de aanwezige dossiers vooral van diagnostische aard. Dankzij de persoonlijke inzet van zorgfunctionarissen en mentoren zijn de leerlingen tevreden met de verleende zorg en begeleiding. Maar van belang is dat verdere structurering en borging ervoor zorgt dat alle leerlingen toereikende zorg en begeleiding ontvangen. Wel heerst op de school een zorgzame cultuur die een formele basis heeft gevonden in een zorgplan dat een heldere lijn aanbrengt in de leerlingbegeleiding op het vlak van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De mentor vervult op deze school een centrale rol in de begeleiding en coaching van de leerlingen. De leerlingen zijn - zoals eerder gezegd - erg tevreden over hun mentor. Wet- en regelgeving De inspectie heeft vastgesteld dat de school aan de verplichting tot het indienen van de wettelijke documenten heeft voldaan. Voorafgaand aan het kwaliteitsonderzoek heeft het bevoegd gezag een verantwoording van de geprogrammeerde onderwijstijd voor het schooljaar 2009-2010 aan de inspectie overhandigd. Op grond hiervan concludeert de inspectie dat de school voldoet aan de eisen die de wet daar aan stelt.
H2839406/2
Documentnr. H2883599 Pagina 12 van 13
3. TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan Montessori College Groesbeek, vmbo-k een aangepast arrangement zeer zwak toe. De afdeling valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit uiterlijk in augustus 2011 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het derde kwartaal van 2011 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. In aanvulling hierop maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en eventueel tussentijdse onderzoeken naar bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen. De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: • de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen; • de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; • het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen. Er zijn geen tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften. Het bevoegd gezag herkent zich in de bevindingen van de inspectie en onderschrijft de noodzaak maatregelen te nemen die opheffing van de geconstateerde tekortkomingen als doel hebben. De minister wordt van de geconstateerde tekortkoming(en) op de hoogte gesteld.
H2839406/2
Documentnr. H2883599 Pagina 13 van 13