APRIL 2014 | # 87
3 | 175 JAAR SPOOR
4 | MKBA EEN GOED HULPMIDDEL
Dit jaar bestaat het spoor 175 jaar. Wat staat er dit jaar allemaal op de planning?
Over de toepassing van de MKBA in de praktijk en de discussie die dit oplevert.
10 | AANTREKKELIJKE INTERNATIONALE TREINREIS
14 | ZP-ER STELT ZICH VOOR
16 | HÉT STATION BESTAAT NIET
ZP-er Peter Schouten stelt zich als eerste voor in een nieuwe reeks interviews met ZP-ers.
ProRail bouwt nieuwe stations en verbouwt bestaande. Toenemend treinverkeer en groeiende reizigersaantallen vragen om toekomstbestendige stations.
De JV bekijkt samen met Natuur&Milieu en ANVR de mogelijkheden rondom internationale treinreizen.
8 | HET REFRESCO PROJECT Het energieverbruik voor de spoorwegsector moet omlaag. Eén mogelijkheid is om lichtere treinen te bouwen.
R A I L F O R U M | 0 3 0 - 3 0 3 5 4 7 0 | I N F O @ R A I L F O R U M . N L | W W W. R A I L F O R U M . N L
RAILFORUM 2014 | NIEUW LEVEN, NIEUWE INSPIRATIE
HET VOORJAAR IS DE TIJD VOOR NIEUW LEVEN, NIEUWE INSPIRATIE EN HET VERLANGEN NAAR DE ZOMER. De nieuwe locatie van ons bureau, direct op station Utrecht Centraal, geeft ons een extra voorjaarsgevoel. Ons eigen kantoor is niet groot maar wel vol energie en kracht. Eigenlijk net zoals het 5-koppige team. Velen van jullie kwamen al langs en de reacties zijn unaniem positief. We zien ook steeds meer van onze relaties in de lounge of zalen van Seats2Meet. En zo geeft Railforum een extra betekenis aan het zijn van een kennisnetwerk. CORINA DE JONGH
“IN HET RELATIEBLAD DUS VOORTAAN DE BLIK VOORUIT” COLOFON HET RELATIEBLAD VAN RAILFORUM VERSCHIJNT IN EEN OPLAGE VAN 2500 EXEMPLAREN. DEZE EDITIE IS TOT STAND GEKOMEN IN SAMENWERKING MET OV-MAGAZINE. ENKELE ARTIKELEN
Voor dit relatieblad bedachten we een andere opzet. Op verzoek leggen we het accent meer op de toekomst en kijken niet meer achterom. Voor verslagen van bijeenkomsten verwijzen we voortaan naar
ZIJN AL EERDER VERSCHENEN IN HET OV-MAG-
www.railforum.nl. Hier staan van al onze bijeenkomsten de
AZINE NUMMER VAN NOVEMBER 2013 EN MAART
presentaties en verslagen. Handig voor zowel de aan- als afwezigen.
2014. EINDREDACTIE | BREGJE TEPPEMA
En zo draagt Railforum bij aan het delen van beschikbare kennis.
VORMGEVING | BREGJE TEPPEMA FOTOGRAFIE OMSLAG | DAVID KRAMER
In het relatieblad dus voortaan de blik vooruit; op het komend
ADRES | MOREELSEPARK 65
programma en op de acties van de diverse kenniskringen en projecten.
POSTBUS 1409, 3500 BK UTRECHT
In het januari nummer publiceerden we enkele vakinhoudelijke
EMAIL |
[email protected] DRUK | MULTICOPY UTRECHT RAILFORUM BESTAAT SINDS 1992 EN IS HET
artikelen over 3KV, RandstadRail en CO2 vermindering op het spoor. Deze artikelen, geschreven door vakgenoten en journalisten, zijn door
ONAFHANKELIJKE KENNISNETWERK VAN
jullie hoog gewaardeerd. Reden voor ons om hier vervolg aan te geven.
RUIM 100 BEDRIJVEN EN ORGANISATIES DIE ACTIEF
In dit nummer dus een artikel over de MKBA, de grote stations en TOD.
ZIJN IN DE BREDE RAILSECTOR. CENTRAAL IN DE VERENIGING STAAT HET UITWISSELEN VAN KENNIS EN ERVARINGEN, OM ZO HET MAATSCHAPPELIJK EN ECONOMISCH RENDEMENT VAN SPOORVERVOER TE VERGROTEN. ACCENT LIGT OP HET VERSNELLEN VAN (PROCES)
We geven ook graag onze leden zelf de ruimte om (inhoudelijke) artikelen aan te leveren. Neem contact met ons op als je zelf een artikel wilt aanleveren.
INNOVATIES. RAILFORUM BIEDT DAARBIJ HAAR DIENSTEN AAN EN ZORGT VOOR AFSTEMMING MET ANDERE SECTOREN, DE POLITIEK EN WETENSCHAP.
2
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
175 JAAR SPOOR Nieuw zijn ook de interviews die bedoeld zijn ter introductie
175 jaar geleden reed de eerste trein over het enige spoor in
van een (vak)collega maar vooral ter inspiratie. Zo laten we
Nederland van Haarlem naar Amsterdam. Nu zoveel jaren later
naast onze nieuwe leden ook de zelfstandig professionals
is het Nederlandse spoornetwerk uitgegroeid tot 7000 kilometer
aan het woord. Daarnaast willen we jullie ook inspireren met
spoor en maken reizigers iedere dag 1.1 miljoen treinritten. De
boeiende verhalen van leden van de S2M community.
afgelopen jaren heeft het spoor een enorme vooruitgang geboekt. Tijd om dus met zijn allen stil te staan bij hoe het begon en hoe
Want heb je jezelf ooit afgevraagd of er wordt nagedacht over
onze toekomst er uit gaat zien.
ons gedrag en mogelijke fatsoensregels voor het gebruik van smartphones? Voor ons als sector interessant omdat ook ieder
Raiforum directeur Corina de Jongh is met trots voorzitter van de
in onze branche een mening heeft over deze fatsoennormen
regiegroep ‘175 jaar spoor’. Alle organisaties die betrokken zijn
in het OV. De schrijfster is net als alle andere S2M leden
bij het spoor zijn uitgenodigd hier aan mee te doen. Er worden
een fervent OV gebruiker. We hebben bij S2M honderden
gedurende het jaar verschillende activiteiten georganiseerd om
huisgenoten die gebruik maken van onze OV diensten. Een
deze vooruitgang te vieren. Zo is er op 20 september een speciale,
leuke uitdaging om de leden van Railforum, de JV en S2M
koninklijk rit van Haarlem naar Amsterdam, zijn er allerlei
met elkaar te verbinden en om jullie met hun verhalen te
historische evenementen gepland en openen veel bedrijven
inspireren.
hun deuren om een kijkje te komen nemen en zijn er diverse publieksacties. Daarnaast is in de herfstvakantie een grootste
De tweede helft van dit jaar krijgt een nog feestelijker tintje.
materieelshow en tentoonstelling in Amersfoort en zal deze plek
We vieren met de hele branche 175 spoor in Nederland. Lees
2 weken lang in het teken staan van 175 jaar spoor.
hiernaast meer over wat er allemaal op de planning staat, en
Op 3 juni is er een informatiemiddag bij Railforum voor alle
waar je kunt aanhaken.
betrokken partijen.
Ik ben er trots op dat Railforum voor deze viering het
Dit gezamenlijke jubileum is voor de hele railsector een kans om
gemeenschappelijke platform mag zijn. Graag tot gauw, bij één
een trots gevoel uit te dragen en te delen met de Nederlandse
van de (jubileum)activiteiten!
bevolking. Het thema is 175 jaar spoor, 175 jaar vooruitgang! Meedoen? Mail naar
[email protected].
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
3
MKBA IS EEN GOED HULPMIDDEL; GEEN DOEL OPZICH | BARRY UBBELS
FOTO | JOLANDA FISSER
MKBA IS EEN GOED HULPMIDDEL; GEEN DOEL OPZICH
AUTEUR | BARRY UBBELS
DE MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE
bereikbaarheidsproblemen op te lossen of om kansen
(MKBA) IS EEN METHODE DIE STEEDS VAKER
te verzilveren. Echter, door de omvang van dergelijke
WORDT TOEGEPAST TER ONDERSTEUNING
projecten en complexe ruimtelijke, economische en
VAN DE BESLUITVORMING OVER AANLEG VAN
maatschappelijke interacties tussen stad en regio
TRANSPORTINFRASTRUCTURELE PROJECTEN DOOR
beïnvloeden dergelijke projecten ook het functioneren van
RIJK, PROVINCIES EN GEMEENTEN. DIT BETEKENT NIET
steden in vele facetten. Hierdoor is het belangrijk dat bij
DAT ER GEEN DISCUSSIE BESTAAT OVER DE TOEPASSING
besluitvorming over bijvoorbeeld de aanleg van een light
VAN DEZE METHODIEK IN DE PRAKTIJK. MET NAME IN
rail project breed wordt vergeleken met alternatieven,
DE REGIO EN STAD WORDT NOG WELEENS GEWORSTELD
waarbij naast de traditionele kosten en baten ook stil wordt
MET DE TOEPASSING VAN HET INSTRUMENT WAARBIJ
gestaan bij ruimtelijke optimalisatie, structuurversterking
RUIMTELIJKE EN REGIONALE EFFECTEN NIET GOED
en visievorming. Goede analytische informatie over effecten
TOT UITDRUKKING KOMEN EN OOK VISIEVORMING NIET
en nut en noodzaak is dan essentieel voor besluitvormers.
ALTIJD TERUGKEERT IN DE MKBA. In de Nederlandse praktijk van de afgelopen jaren is de Op de Middag van de Light Rail is in januari door Railforum/
maatschappelijke kosten-batenanalyse een belangrijk
Panteia een workshop georganiseerd waarbij verbetering
onderdeel van het analytisch instrumentarium. Dit
van besluitvorming en de rol van de MKBA daarin centraal
instrument wordt gewaardeerd aangezien de toepassing
stond. Hieronder worden de belangrijkste resultaten
structureert en het besluitvormingsproces verzakelijkt,
besproken (die breder toepasbaar zijn dan specifiek voor
maar er is ook sprake van kritiek. Vooral in de regio
lightrail projecten), aangevuld met eigen inzichten van de
herkennen beleidsmakers en bestuurders hun visie vaak
auteur.
niet in de resultaten van een MKBA, en hebben ze vaak de indruk dat niet alle effecten een plaats hebben gekregen.
Aanleg van nieuwe transportinfrastructuur of het verbeteren van bestaand openbaar vervoer
Dit resulteert in twijfel over geschiktheid en beperkt
in steden of regio’s worden vaak geïnitieerd om
draagvlak, wat resulteert in een exercitie waarbij de MKBA
4
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
MKBA IS EEN GOED HULPMIDDEL; GEEN DOEL OPZICH | BARRY UBBELS
een doel op zich wordt voor financiering. Dit kan nooit de
doel op zich maar als een hulpmiddel voor besluitvorming
bedoeling zijn.
in regio en stad gezien moet worden. Daarbij moet vanaf de start van het proces duidelijk gemaakt worden wat de doelen
Deze discussie vormde aanleiding voor Railforum en Panteia
van een project zijn en hoe eventuele project effecten daaraan
om de rol van de MKBA in besluitvorming op de agenda te
bij kunnen dragen. Het is duidelijk dat bepaalde effecten
zetten van de Middag van de Light Rail, en uitdagingen en
moeilijk kunnen worden gemeten en dus niet goed in een
verbetering voor besluitvorming te benoemen. Hierbij speelde
MKBA tot uitdrukking komen. Het ligt niet voor de hand om
ook de recente discussies in de praktijk over besluitvorming
dan geforceerd te gaan monetariseren om het maar zoveel
van enkele light rail projecten een rol (denk aan de Uithoflijn
mogelijk mee te nemen in de MKBA. Daarvoor hebben we
en regio tram Groningen). Natuurlijk is de discussie niet
op dit moment gewoon onvoldoende kennis en lopen we het
alleen relevant voor light rail, deze gaat breder en geldt voor
risico bepaalde effecten onterecht niet mee te nemen in de
allerlei ruimtelijke investeringen in stad en regio. De discussie
besluitvorming.
tijdens de workshop werd gevoed door presentaties vanuit de theorie (door Gerbert Romijn van het CPB naar aanleiding van
Effecten op ruimtelijke ontwikkelingen, leefomgeving en
het rapport Plannen voor de Stad) en de praktijk (door Pim
aansluiting bij visievorming en beleid moeten niet vergeten
Uijtdewilligen van de Stadsregio Rotterdam, ervaringen met de
worden, maar buiten de MKBA gehouden worden. Het is
Hoekse Lijn (waar overigens geen MKBA voor is uitgevoerd)).
hiervoor essentieel om te bepalen hoe het project bijdraagt aan deze aspecten en hoe dit zich verhoudt tot lokale en
De discussie leerde dat de MKBA een bruikbaar hulpmiddel
regionale doelen en omgevingen (waarbij het CPB rapport een
is voor de besluitvorming. Een light rail project kan leiden tot
handreiking biedt). Een MKBA (mits opgesteld vanuit het juiste
een verbetering van de bereikbaarheid en betrouwbaarheid in
perspectief en juiste gevoel voor de stedelijke situatie) levert
een stedelijke context. Deze effecten zijn goed te kwantificeren
dan informatie vanuit een welvaartsperspectief, maar wordt
en te monetariseren zijn en vinden dus een plaats in de
aangevuld met andere (kwalitatieve) informatie.
MKBA. De uitdagingen liggen op het terrein van de ruimtelijk economische effecten (die wel worden meegenomen,
Dit geeft besluitvormers bredere inzichten in projecteffecten
maar waarvoor aanvullende empirische kennis gewenst
en helderheid in mogelijke bijdrage aan bepaalde
is) en effecten ten aanzien van leefbaarheid en stedelijke
beleidsdoelen. Indien gewenst kunnen prioriteiten worden
ontwikkeling. Tevens ontstaat discussie omdat regionale
toegevoegd en effecten voor bepaalde doelgroepen worden
projecten kunnen zorgen voor herverdeling van welvaart welke
onderscheiden. Dit sluit aan bij het bredere mobiliteitsbeleid
op nationaal niveau geen toename impliceren. Daarnaast
dat tegenwoordig gevoerd wordt door steden en regio’s en
blijft transparantie van het instrument een aandachtspunt.
gestimuleerd wordt door Europese richtlijnen (voor duurzaam
Toen we op zoek gingen naar mogelijke verbeterpunten in de
mobiliteitsbeleid). Hierbij wordt ingezet op een integrale
besluitvorming bleek dat de MKBA een wel erg overheersende
aanpak gebaseerd op breed draagvlak. Dit vereist inzicht in
rol speelt en het meer als een van de elementen gezien moet
bredere maatschappelijke effecten (niet alleen economisch,
worden, waarbij daarnaast ruimte wordt gegeven aan de
maar ook sociaal) voor verschillende doelgroepen.
andere effecten. Men kan dan denken aan een multi-criteria
Bovenstaande benadering sluit hier prima op aan en kan
achtige benadering waarbij kwantitatieve en kwalitatieve
regionale en lokale besluitvormers verder helpen.
elementen meegenomen worden en tevens prioriteiten kunnen worden benoemd.
Dr. Barry Ubbels, senior consultant bij Panteia en lid van de stuurgroep Do LightRail
Samenvattend kunnen we stellen dat de MKBA niet als een
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
5
TOD MAAKT STEDEN DUURZAMER EN MOOIER | MARC MAARTENS
TOD MAAKT STEDEN DUURZAMER EN MOOIER AUTEUR | MARC MAARTENS EIGENLIJK BESTAAT TRANSIT ORIENTED DEVELOPMENT IN
baat bij grotere knopen met beter ov en meer fietsvoorzieningen. Het
NEDERLAND ALLEEN NOG OP PAPIER: STEDENBAANPLUS IN
versterken van knopen voorkomt investeringen in nieuwe hov-lijnen,
ZUID-HOLLAND EN STADSREGIORAIL IN ARNHEM NIJMEGEN.
laat meer mensen duurzaam reizen en houdt waardevolle gebieden
WAT HOUDT TOD IN, WAAR KOMT HET VANDAAN EN WAT KUNNEN
open.
WE ERMEE?
Onderzoeken tonen aan dat veel mensen graag in een ov- of fietsgeoriënteerde omgeving wonen. Minder parkeerplekken
Transit-oriented development is een samenhangende aanpak van
betekent vaak ook een lagere totaalprijs. Aan de andere kant
ruimtelijke inrichting plus infrastructuur op het vlak van planning,
beseffen mensen vaak nauwelijks dat ze in een TOD-gebied
financiering en exploitatie. Kort door de bocht is TOD het ontwikkelen
wonen. Christa Hubers, postdoc aan de TU Delft, onderzoekt nu de
rond (knooppunten van) stadsgewestelijk railvervoer, met dat ov dus
aantrekkelijkheid van TOD-gebieden voor (potentiële) bewoners.
als ruggengraat en aanjager van stedelijke ontwikkeling.
Bestaat er zoiets als ‘transit-oriented living’? Is er markt voor TOD?
Architect-stedenbouwkundige Peter Calthorpe formuleerde TOD begin jaren negentig als ‘een regionaal netwerk van leefomgevingen
Portland Oregon
rond haltes van hoogwaardig openbaar vervoer, gekarakteriseerd
De term TOD stamt uit de Verenigde Staten. Daar is het concept een
door hogere bouwdichtheden, gemengde functies en menselijke
reactie op het ongelimiteerd uitdijen van steden: urban sprawl. Die
maat’. Transit is de Amerikaanse term voor stadsvervoer. TOD is dus
autosteden moesten compacter, gezelliger en leefbaarder worden.
‘op het ov gerichte ontwikkeling’. Het enige dat de afgelopen kwart
Hét voorbeeld is Portland Oregon, een agglomeratie van 25 bij 25
eeuw is veranderd, is dat TOD niet alleen om het ov draait, maar ook
kilometer. Light rail, eigenlijk de Duitse Stadtbahn, beleefde daar
om duurzaam vervoer. De fiets voor korte ritten, de e-bike voor ritten
zijn revival. Portland telt nu vier lightraillijnen en twee tramlijnen.
tot 15 kilometer en hoogwaardig ov (liefst rail) tot 30 à 40 kilometer.
Er zijn hoofdknopen, regionale knopen, knopen bij subcentra en
De bedoeling van TOD is dat mensen die wonen of werken bij
overstapknopen, elk met een eigen functie.
hoogwaardig ov veel vaker het ov en de fiets pakken in plaats van
Metropoolregio’s als het Amerikaanse Portland, het Canadese
de auto. Gewoon omdat ze dan sneller en makkelijker op hun
Vancouver en Kopenhagen laten zien dat succesvol TOD een
bestemming komen. TOD maakt stedelijke gebieden duurzamer,
reeks juridische, financiële en sociaalculturele prikkels vereist.
menselijker en mooier. Want zonder auto’s is het al gauw rustiger,
Zoals stedenbouwkundige Rob van der Bijl van lightrail.nl zegt:
schoner en veiliger.
“Voorwaarde is een fatsoenlijk regionaal bestuur, fatsoenlijke regionale planning en fatsoenlijk regionale financiering. Daar
StedenbaanPlus
ontbreekt het aan in Nederland.” Er rijden treinen tússen steden,
Het programma StedenbaanPlus in Zuid-Holland is een mooi
en bussen, trams en metro’s ín steden, maar light rail in stedelijke
voorbeeld van het streven naar TOD. De nadruk lag op verdichting
regio’s ontbreekt grotendeels.
rond stations, zodat de Sprinter op de hoofdas Leiden–Dordrecht elke
Groeikernen
10 minuten kan gaan rijden. Nu is dat nog elk kwartier. De ‘Plus’ in de naam betekent dat het niet alleen gaat om de trein, maar om de hele
TOD is een jonge loot aan de stam van planologisch beleid voor
keten. Dus ook fietspaden en stallingen, hoogwaardig ov (R-net), light
samenhang tussen ruimtelijke ontwikkeling en infrastructuur. Het
rail (metro, RandstadRail, TramPlus) en looproutes.
beleid loopt van groeikernen (jaren ’70) via compacte steden (jaren
Het organiseren van TOD blijft lastig. Zo is het Programmabureau
’80) en Vinex-wijken (jaren ’90) tot sleutelprojecten rond grote
StedenbaanPlus sinds 1 januari opgeheven. Bestuurders van
stations (jaren ’00). De kern van TOD is de waarde die de ontwikkeling
verschillende regio’s moeten nu de kar trekken, vooral via regionaal
oplevert. Bestemmingen als kantoren, theaters, winkelcentra en
overleg over economie en wonen. De afspraken beperken zich niet
ziekenhuizen profiteren van goed ov én leveren tegelijk genoeg
alleen tot stations en moeten minder vrijblijvend worden.
klandizie voor het ov.
Alle overheden hebben eigen taken en bevoegdheden voor ruimte
In Nederland hebben we groeikern-infra in plaats van TOD, zoals
en mobiliteit. Rijk, provincie en gemeenten kiezen niet automatisch
de Flevolijn naar Almere en de Zoetermeerlijn. Dat zijn nieuwe
voor ov- en fietsnetwerken, maar investeren graag in wegen.
spoorlijnen met relatief veel stations en nieuwe wijken eromheen.
Ontwikkelingen rond stedelijke knooppunten zijn voor gemeenten
Nieuw spoor werd naar de groeikern gebracht in plaats van de
duurder dan bouwen ‘in het weiland’. De maatschappij heeft juist
groeikern naar het spoor. Zo kregen ook Capelle aan den IJssel en
6
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
TOD MAAKT STEDEN DUURZAMER EN MOOIER | MARC MAARTENS
ILLUSTRATIE | PROVINCIE NOORD-HOLLAND EN VERENIGING DELTAMETROPOOL Spijkenisse hun aantakking op de Rotterdamse metro.
Bertolini vormen inconsequent bestuur, onvoldoende kennis en
Een ander voorbeeld is de sneltram Utrecht–Nieuwegein. “Ook dat
financiële barrières nu vaak een belemmering.
is geen TOD”, oordeelt Van der Bijl. “Die lijn gaat niet down town naar de Utrechtse binnenstad, biedt geen dwarsverbinding naar
Noord-Holland
een andere windrichting en kreeg pas later een grote P+R halte:
De provincie Noord-Holland heeft met de Vereniging Deltametropool
Westraven.”
en bureau APPM de potentie in kaart gebracht van zestig NS-
Houten is al een beter voorbeeld. Dat verrees aan de spoorlijn
stations en vier busstations. In een straal van 1200 meter rond
Utrecht–’s-Hertogenbosch, met korte fietsroutes naar het
die 64 knooppunten liggen bouwplannen klaar voor kantoren,
station. Het centrum van het nieuwe Houten verschoof naar het
voorzieningen en woningen die samen een stad als Haarlem
stationsgebied.
beslaan. Maar afstemming ontbreekt. “Alle gemeenten richten zich op dezelfde markten en zitten elkaar in de weg, zodat er nauwelijks
Stadsregioraillijn
iets van hun plannen terecht komt”, schetste agent Paul Gerretsen
‘Knooppuntontwikkeling’ is ook geen TOD. Dat gaat over intensiever
van Vereniging Deltametropool op de Middag van Light Rail van
bouwen rond grote knopen, terwijl TOD het complete netwerk van
Railforum. “Als je die plannen afstemt en het eens wordt over de
rail, fiets én knooppunten bestrijkt. RandstadRail (Zuidvleugel)
volgorde – wat mag eerst – dan loopt het machientje meteen al veel
en Randstadspoor (Utrecht) komen in de buurt, maar missen de
beter.”
samenhang met regionale stedelijke ontwikkeling en verbindingen
Een aantal gemeenten op de Zaanlijn (Alkmaar–Amsterdam)
met subcentra. Zo is de Uithoflijn (tram van Utrecht centrum naar
probeert dat nu in praktijk te brengen. Omdat oude industrie
universiteitscomplex) eerder DOT (development oriented transit). Je
wegtrekt en nieuwe stadscentra in de maak zijn, is daar veel potentie
brengt de tram naar de bestemming in plaats van De Uithof naar de
voor interessante woon- en werkmilieus.
trein. Naast StedenbaanPlus is het tweede goede voorbeeld van
Van der Bijl verwacht dat er in Nederland hooguit vijf tot tien
TOD in Nederland de geplande Stadsregioraillijn Doetinchem–
stedelijke regio’s zijn waar TOD werkt: “De metropoolregio’s
Arnhem–Nijmegen–Wijchen. Aan die zware as liggen stations in
Amsterdam en Rotterdam-Den Haag en de stadsregio’s Arnhem
het middelpunt van nieuwe leefomgevingen als Arnhem Zuid en
Nijmegen, Eindhoven en Utrecht. En eventueel de regio’s Groningen-
Nijmegen Noord (Waalsprong).
Assen, Maastricht, Twente en Zwolle.” De economische crisis dwingt
Samen met de Vrije Universiteit, Radboud Universiteit Nijmegen
tot scherpere keuzes over de functie van stations. “Kantoren kampen
en TU Delft doet professor Luca Bertolini van de Universiteit van
met leegstand en nieuwe kantoren zorgen voor kannibalisatie.
Amsterdam onderzoek naar kansen en belemmeringen voor TOD in
Ministeries krimpen en het Rijk stoot panden af. Alleen de echte
de Metropoolregio Amsterdam, Gelderland en de Stadsregio Arnhem
superlocaties blijven over. Bij winkels zie je hetzelfde: veel leegstand.
Nijmegen. De nadruk ligt op succesfactoren voor invoering. Volgens
Ook daar gaan alleen de succeslocaties het redden.”
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
7
MET HET REFRESCO PROJECT OP WEG NAAR LICHTERE TREINEN | MARTIJN WOLF
MET HET REFRESCO PROJECT OP WEG NAAR LICHTERE TREINEN AUTEUR | MARTIJN WOLF HET VERMINDEREN VAN ENERGIEVERBRUIK EN CO2 UITSTOOT IN DE TRANSPORTSECTOR IS EEN BELANGRIJK AANDACHTSPUNT OP DE EUROPESE POLITIEKE AGENDA EN GEWENST VANUIT DE MAATSCHAPPIJ. OOK HET ENERGIEVERBRUIK VOOR DE SPOORWEGSECTOR ZAL OMLAAG MOETEN. EÉN MOGELIJKHEID IS OM LICHTERE TREINEN TE BOUWEN MET BEHULP VAN NIEUWE MATERIALEN, ZOALS COMPOSIETEN. Composieten zijn materialen opgebouwd uit twee of meer componenten met sterk verschillende fysische of chemische eigenschappen. Wanneer ze gecombineerd worden ontstaat een materiaal met eigenschappen die anders zijn dan de afzonderlijke bestanddelen. Het toepassen van composieten gebeurt meestal omdat er lichter kan worden geconstrueerd en er toch voldoende sterkte kan worden gerealiseerd. Ook kunnen op een eenvoudiger manier dan bij bijvoorbeeld metalen constructies complexe vormen gemaakt worden. Composieten worden al zeer veel toegepast voor de bouw van scheepsrompen, windturbine bladen maar ook voor zwembaden, opslagsilo’s en bruggen. Binnen REFRESCO wordt voornamelijk gekeken naar versterkte kunststoffen, zoals vezelversterkte polymeren maar een ‘composiet’ kan ook een combinatie zijn van metaal en kunststof of beton met stalen wapening. Vezelversterkte polymeercomposieten bevatten bijvoorbeeld vezels van koolstof, glas, aramide of natuurlijke vezels en bezitten hierdoor eigenschappen die afwijkend zijn van isotrope materialen (mechanische eigenschappen in alle richtingen gelijk) zoals metalen. De meest kenmerkende eigenschap van deze composieten is dat ze in de vezelrichting zeer sterk zijn maar in de richting dwars op de vezel vaak minder sterk zijn. Dit zorgt ervoor dat er anders geconstrueerd zal moeten gaan worden dan tot nu toe werd gedaan bij gebruik van metalen. Ook de validatie criteria die worden gebruikt om composieten te beoordelen vereisen niet alleen andere soort tests en analyses, dan die bij metalen, maar vereisen ook het gebruik van verschillende simulatie-instrumenten en modellen. Binnen de spoorwereld worden al lange tijd composieten gebruikt voor interieurdelen. Echter, de kennis en ervaring met toepassing van composieten binnen de spoorwereld is beperkt tot voornamelijk deze nietdragende constructiedelen. Om een treincasco volledig van composiet te bouwen is nog veel nieuwe kennis nodig en de regelgeving daarvoor moet nog ontwikkeld worden. Een eerste stap om dit te bereiken is in september 2013 gezet met de start van het Europese onderzoeksproject REFRESCO:
8
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
MET HET REFRESCO PROJECT OP WEG NAAR LICHTERE TREINEN | MARTIJN WOLF
‘Towards a REgulatory FRamework for the usE of Structural new materials in railway passenger and freight CarbOdyshells.’ Het doel van REFRESCO is om de basis te leggen voor de regelgeving en het certificeringsproces voor toepassing van composiet materialen in rollend materieel. Dit project wordt uitgevoerd onder het 7e kader programma van de Europese commissie (http://ec.europa.eu/research/fp7/index_en.cfm) en heeft een looptijd van 2.5 jaar met een budget van €4.6 M. Composiet materialen worden zoals gezegd al toegepast in andere industrieën zoals de vliegtuigindustrie. Dit is de afgelopen tientallen jaren ontwikkeld en er is veel ervaring opgedaan. Ook in de scheepsbouw past men al regelmatig composiet materiaal toe. REFRESCO gaat gebruik maken van de al aanwezige kennis. Op basis van de gevonden informatie wordt een “gap-analysis” uitgevoerd ten opzichte van de huidige spoorregelgeving. Hiermee wordt inzicht verkregen in wat nu ontbreekt en welke gegevens uit andere industrieën gebruikt kunnen worden. Het onderzoek zal zich in eerste instantie richten op de onderwerpen sterkte en botsbestendigheid, brand, geluid en trillingen, verbindingstechnieken, EMC en onderhoudbaarheid. REFRESCO bestaat uit 18 partners uit België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Spanje, Engeland en Zwitserland met ieder hun eigen, specifieke inbreng: •
Lloyd’s Register Rail in Utrecht met haar specialistische kennis van regelgeving en certificering,
•
Leveranciers van spoorwegmaterieel: o.a. Alstom, Bombardier en Siemens
•
Universiteiten en onderzoeksinstituten: o.a. Newcastle University, Tecnalia en DLR, Duits luchtvaart- en ruimtevaartonderzoekscentrum,
•
Voor inbreng van materiaal- en ontwerpspecifieke kennis: Astrium, Dupont en TWI,
•
Spoorwegmaatschappijen: SNCF en UIC, de internationale vertegenwoordiging van spoorwegmaatschappijen en infrabeheerders,
•
Overall projectleiding is in handen van UNIFE, de internationale vertegenwoordiging van de spoorwegindustrie.
De komende tijd kan de voortgang van het project worden gevolgd via de website www.refresco-project.eu. Hier zullen ook alle uitkomsten van het project worden gepubliceerd. Meer informatie over het project is op te vragen bij Martijn Wolf, consultant bij Lloyd’s Register Rail (
[email protected]).
A350 XWB FUSELAGE PANEL | © AIRBUS.COM/PHOTOGALLERY
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
9
JV | DE AANTREKKELIJKE INTERNATIONALE REIS Dit jaar willen de Jonge Veranderaars echte veranderingen doorvoeren. Aan de hand van verschillende problemen proberen zij mee te denken over de oplossing. Zo kwam vanuit JV’ers Christian Nobel (Natuur & Milieu) en Marije Poel (Royal HaskoningDHV) het verzoek aan JV om mee te denken over internationale treinreizen. Welke kansen liggen er op dit gebied? Een gesprek met Christian Nobel, projectleider mobiliteit en energie (Natuur & Milieu), Gerben Hardeman, Manager Duurzaam Toerisme (ANVR) en David Kramer (voorzitter JV). ANVR (Algemene Nederlandse Vereniging van Reisondernemingen) treedt als brancheorganisatie op voor de reisbranche. Zij zien verschillende aspecten van toerisme waarin al veel met duurzaamheid gedaan wordt. Er zijn veel positieve impacts gerelateerd aan toerisme maar er zijn ook negatieve impacts. Eén daarvan is de CO2 uitstoot, waar de transport het grootste aandeel in heeft; dit is het meest vervuilende aspect. Een mooie kans zien zij in het aanbieden van internationale treinreizen voor hun reizigers, zodat ook zij aan de EU-ambities voor CO2-reductie van verkeer en vervoer kunnen gaan voldoen. Gerben: “We moeten proactief reageren op de ambities van de EU. We dienen te kijken naar waar we onze verantwoordelijkheid nemen om bij te dragen aan CO2 reductie. De treinreis moet dus aantrekkelijker gemaakt worden.” Maar waar zitten dan de problemen nu rondom het internationale treinreizen? Gerben: “Het ontbreekt ten eerste aan een centraal boekingssysteem. Er is nu geen mogelijkheid hetzelfde voor elkaar te kunnen krijgen zoals het bij de luchtvaart georganiseerd is. Nu gaan de boekingen voor trajecten zoals London, Parijs en Berlijn via NS Internationaal. Maar de meer ingewikkelde trajecten gaan vaak via de experts van de Treinreiswinkel. Dit is echter geen geautomatiseerd traject maar een tijdrovende handmatig proces. Dit moet dus veel gemakkelijker kunnen.” David: “Dit is wel simpel te realiseren met het boekingssysteem wat de luchtvaart ook gebruikt. Zo laat je de reiziger direct zien wat het kost. Er moet transparantie komen in al die systemen.” Maar dit systeem introduceren, daar lijkt de spoorbranche nog niet klaar voor. Het is een relatief duur systeem en geen enkele partij ziet er nu de kansen van.
‘DE REIS ZELF BLIJFT HET PROBLEEM ’
10
Maar dit is niet het enige probleem. Gerben: “De marketing omtrent het internationale treinreizen moet meer gaan inspelen op de beleving van de reis. Die is veel meer aanwezig dan wanneer je in een vliegtuig stapt. Het ontbreekt dan weer aan het gemak van een vliegreis, want als je over moet stappen moet je zelf al je bagage dragen. Er is geen centraal incheck punt voor bagage in een trein. Dit is wat mensen, vaak ouderen, tegenhoudt om een treinreis met overstap te boeken.” Vaak wordt er een vergelijking getrokken tussen de luchtvaart en de spoorsector. De drie mannen concluderen dat het grote verschil zit in het feit dat de luchtvaart altijd al internationaal gericht is, en het treinverkeer in eerste instantie nationaal gericht is. Daarnaast spelen er ook politieke belangen mee. We kunnen de luchtvaart dus niet zomaar vergelijken met de trein. Christian: “Maar hoe kunnen we dan toch het treinverkeer aantrekkelijker maken?” Het voorbeeld over de opmars van de TGV in Frankrijk wordt aangehaald. Gerben: “Het grootste gedeelte binnenlandse reizen is overgenomen door TGV. Binnenlands
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
JV | DE AANTREKKELIJKE INTERNATIONALE REIS vliegverkeer in Frankrijk is daardoor drastisch gedaald. Het komt niet eens meer in mensen op om het vliegtuig te nemen. Het is gemakkelijk, je kunt doorwerken, je hebt geen gedoe. Dan wordt het voor mensen in hun hoofd zo veel makkelijker.” David: “We denken in Nederland voornamelijk aan de trein voor een ritje naar het centrum van Amsterdam. Er zijn te hoge parkeerkosten, dus dan neem ik voor dat half uurtje de trein”. Christian vraagt zich af of we dan in Nederland niet te cynisch zijn voor een positief beeld over treinen? Gerben: “We zijn zo’n klein landje eigenlijk. Als je Duitsland, Frankrijk of Spanje neemt, daar kun je grote slagen mee halen met hoge snelheidstrein t.o.v. vliegverkeer. Dit zijn veel grotere landen waar ook echt tijdswinst te behalen valt.” Maar hoe verleid je dan mensen om een duurzamere keuze te maken? Christian: “Vaak is prijs daar een hele belangrijke motivatie voor. Daarmee creëer je een basis voor keuzes van mensen, die blijft hangen in een nieuwe cultuur. Dat zou idealiter zijn als je over heel Europa gaat nadenken.” David vraagt zich of we dit zouden moeten willen. “Niemand gaat 13 uur in een trein zitten als je in 1 uur kunt vliegen. Het is in dit soort gevallen niet zozeer een kwestie van trein of vliegtuig, maar je stelt de keus open voor degene die dit willen. Maar de gemiddelde Nederlander die maar een weekje op vakantie gaat, die gaat niet 2 dagen aan de reis verspillen. Dus je moet realistisch zijn. Of de EU zegt: we steken de komende jaren al het geld in trans Europese netwerken en dan hebben hogesnelheidslijnen overal. Dan is het een ander verhaal.” Christian reageert hier op en is het er mee eens dat we niemand de trein in kunnen duwen omdat dit beter is voor het milieu, en je kunt je zelfs nog afvragen of dit ook daadwerkelijk zo is. “Dat je met een treinrit veel minder CO2 uitstoot dan met een vlucht is voor niemand reden om de trein te pakken. Je verleidt mensen tot duurzame keuzes door ze aantrekkelijker en goedkoper te maken. Daarin is er wel nog heel veel mogelijk in de railsector. Zelfs zonder investering in HSL lijnen kun je de reistijd van A’dam naar Milaan heel erg omlaag brengen. Gewoon door maatschappijen en netwerkoperators beter met elkaar te laten praten en betere diensten te laten leveren.” Om internationaal treinreizen aantrekkelijker te maken hoef je niet naar lange afstanden te kijken. Gerben: “Er liggen wel mogelijkheden als we kijken naar waar je de grootste impact kunt bereiken. Als we kijken naar de aantrekkelijke vakantielanden voor Nederlanders dan zijn dit omringende landen, tot 1500km. Die zijn goed per trein te bereiken.” Dit zijn aantrekkelijke vakantielanden bij 3 groepen: • Degene die steeds minder waarde hechten aan bezit en geen bezit hebben van auto’s • Ouderen: 65+ die vaak wel nog een auto hebben maar de langere afstanden niet zo graag meer rijden • Hardwerkende mensen die uitgerust aan willen komen op vakantie
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
‘JE KUNT DOORWERKEN, JE HEBT GEEN GEDOE
11
JV | DE AANTREKKELIJKE INTERNATIONALE REIS Bij deze doelgroepen liggen zeker nog mogelijkheden. Je moet het reizen dan wel gemakkelijker voor ze organiseren en met name op de voordelen gaan communiceren. Bijvoorbeeld dat ze met de trein ook naar Bordeaux kunnen komen waar een milieuvriendelijke auto voor ze klaar staat. Of dat het vervoer naar de camping toe geregeld is. Je moet daarin ook je grotere koffers en spullen mee kunnen nemen. Op basis van gemak zaken voor het comfort van de klant. Hoe ontzorg je ze? De vakantie moet en kan dan ook echt beginnen in de trein. Dat zijn de uitdagingen waar we voor staan. Denk daarbij ook aan de populairste vakantiebestemmingen: hoe kun je daar wat aan doen? Ook met de drukte van de files in het hoogseizoen? David denkt dat de stap die hiervoor zit nog belangrijker is. Eerst moet de relatie tussen KLM, Schiphol & NS hersteld worden. “Relatief simpele dingen als bagageafhandeling moeten gewoon door die drie partijen samen geregeld worden.” Christian: “Dit is eigenlijk een belachelijk voor de hand liggende geweldige marktkans. Wie laat die kans dan nu liggen?” David: “Ik denk dat dit meer heeft te maken met dat High Speed Alliance mislukte. Daarom moet eerst het vertrouwen terug gebracht worden. Daarnaast ziet de markt (nog) geen gat.” Wat zouden netwerken zoals ANVR en Jonge Veranderaars kunnen doen? Beide organisaties proberen partijen bij elkaar te brengen. Gerben: “Je hebt vaak verschillende belanghebbenden nodig om tot de kern van het probleem te komen en daar een oplossing voor te vinden. Door een netwerkbelang kun je eerder tot een oplossing komen.” Wie
zouden we nu bij elkaar moeten brengen wil er iets gaan bewegen op het gebied van internationale treinreizen? David ziet het liefst dat we over onze grenzen heen kijken. “Niet alleen Nederlandse partijen uitnodigen, maar een Europese. Die moet je bij elkaar halen en enthousiast zien te krijgen. Lufthansa, RyanAir, spoorwegmaatschappijen etc. Er spelen ongelofelijk veel belangen mee, dus probeer die er ook zo veel mogelijk bij te betrekken. Het is daarnaast ook belangrijk dat de zusters van ANVR in andere landen aanwezig zijn. Alle partijen met alle belangen moeten vertegenwoordigd worden.” Christian is het met David eens: ‘De valkuil is dat ieder land vanuit zijn eigen perspectief goede ideeën zit te bedenken, terwijl we uiteindelijk allemaal hetzelfde belang hebben. Iedereen staat nu voor zijn eigen reizigers, terwijl dit dezelfde reiziger is. Milieuorganisaties in heel Europa staan te trappelen om samen met luchtvaart- en spoorwegmaatschappijen en de reisbranche naar oplossingen te zoeken. Spoorvervoer slim, makkelijk en aantrekkelijk maken voor zo veel mogelijk reizen binnen Europa, daar gaat het om. Volgens mij zitten de markt en de politiek te springen om het gouden initiatief wat de markt in beweging brengt. Dat willen we voor elkaar krijgen.’ De Jonge Veranderaars organiseren in samenwerking met Natuur&Mileu en ANVR een activiteit over dit onderwerp op vrijdag 13 juni van 14.00 – 17.00 uur. Je kunt je nu al aanmelden via www.jongeveranderaars.nl.
V.l.n.r. CHRISTIAN NOBEL, GERBEN HARDEMAN, DAVID KRAMER
12
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
LEDENNIEUWS
NIEUWE PARTNER IN KENNIS | ROVC ROVC is marktleider op het gebied van trainingen en oplei-
tor behoefte is aan een technische en praktijkgerichte opleider
dingen voor technisch Nederland. Jaarlijks volgen meer dan
waar de techniek centraal staat. Momenteel inventariseren zij
13.000 mensen een praktijkgerichte opleiding bij ROVC. Het
de precieze opleidingsbehoefte binnen de sector zodat we hier
opleidingsaanbod is zeer uitgebreid en omvat naast uiteenlo-
ons (huidige) opleidingsaanbod nog beter op kunnen afstemmen.
pende technische vakgebieden ook trainingen op het gebied
Dit nieuwe initiatief is gebaseerd op basis van de specifieke be-
van communicatie, management en veiligheid.
hoeften en trends in de railsector. Ook vinden zij aansluiting bij de kenniskring Boeien & Binden.
Zij zijn gespecialiseerd in volwassenonderwijs. Bij het ROVC worden mensen opgeleid om het geleerde direct in de praktijk
Meedenken over dit nieuw op te zetten initiatief? Neem dan con-
toe te passen. Onze docenten van cursussen, trainingen en
tact op met Arno Doornenbal via
[email protected].
MBO-opleidingen zijn altijd mensen uit de praktijk. Deskundigen die zelf met de spreekwoordelijke voeten in de klei hebben gestaan. Praktijkvoorbeelden ondersteunen de theorie en het geleerde kan direct worden geoefend in onze unieke practi-
Meer informatie over ROVC vind je op
cumfaciliteit: 2750 m2 praktijkruimte in Ede met complete,
www.rovc.nl .
moderne installaties en diverse mobile practicuminstallaties. Aansluiting op de dagelijkse praktijk is altijd het uitgangspunt! Bij het ROVC hebben ze geconstateerd dat binnen de railsec-
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
ARNO DOORNENBAL
13
WIE ZIJN DE LEDEN VAN ONS ZP-NETWERK? | PETER SCHOUTEN SINDS 2013 HEEFT RAILFORUM EEN ZP-NETWERK MET ONGEVEER 60 LEDEN. WIE ZIJN ZE, WAT DRIJFT ZE, WAT HEBBEN ZE TE BIEDEN? IN DE KOMENDE NUMMERS WORDEN ONZE ZP’ERS GEÏNTERVIEWD. IK WAS ALS EERSTE AAN DE BEURT. CORINA DE JONGH NAM HET INTERVIEW AF. DE VOLGENDE INTERVIEWS NEEM IK AF EN BENADER DE LEDEN VAN HET ZP-NETWERK DAARVOOR. LEDEN MOGEN MIJ NATUURLIJK OOK ZELF BENADEREN, DAN MAKEN WE EEN AFSPRAAK. VOORSTELLEN Van huis uit ben ik planoloog, maar heb het merendeel van mijn ervaring liggen in verkeer en vervoer, en dat vanuit verschillende invalshoeken: ambtelijk adviseur, politiek bestuurder, zelfstandige. Ik werk voor decentrale overheden en soms voor bedrijven op het gebied van verkeer/ vervoer, soms op het snijvlak met gebiedsontwikkeling.
Ik geef strategisch advies en werk als projectleider of
PETER SCHOUTEN
Schoutenconsult www.schoutenconsult.nl |
[email protected]
geworden van het Railforum ZP-netwerk.
interim-manager. Door mijn bestuurlijke verleden weet ik bij projecten “hoe de hazen lopen” en kan ik de processen
STERKE PUNTEN
eromheen ook begeleiden.
In de afgelopen periode merk ik dat er behoefte is aan mijn kennis en ervaring vanuit zo verschillende invalshoeken
WAAROM
waardoor ik goed de wat abstracte wereld van beleid kan
De stap naar ZP’er nam ik door wat ik bij meer belangrijke
verbinden met de dagelijkse praktijk. Verder heb ik een
keuzes doe. Ik stel me dan voor dat ik echt oud ben, terugkijk
“vlotte pen” en heb ik bij projecten gevoel voor de processen
en me afvraag of ik tevreden over gemaakte keuzes ben.
eromheen en de politieke omgeving.
Ik wist dat ik niet tevreden zou zijn als ik de stap naar zelfstandigheid vanuit een ambtelijke positie niet aangedurfd
TROTS
had. Verder heb ik behoefte aan afwisseling, ben ook vrij vaak
Ik noem drie prestaties waar ik trots op ben, één vanuit mijn
van baan en werkgever gewisseld. Die afwisseling houdt me
ambtelijke, één vanuit mijn politieke, en één vanuit mijn ZP-
nieuwsgierig en dus scherp. Nieuwe ervaringen zijn voor mij
ervaring. Bij de Provincie Zuid-Holland was ik projectleider
de acquisitie, waarbij ik geleerd heb dat het alleen werk op de
voor personenvervoer over water in de regio Rotterdam-
manier die bij jou past. Zo is “koud” acquireren niets voor mij,
Drechtsteden. Het moest van de grond, of liever van het
ik moet het hebben van trouw onderhouden en regelmatig
water af worden opgebouwd. Dat is gelukt en het vaart nog
benaderen van mijn netwerk. Om mijn netwerk te vergroten,
steeds. Als wethouder was ik verantwoordelijk voor de
om kennis te delen en om me te laten verrassen ben ik lid
tracékeus van de Zuid-Tangent door Haarlem. Inpassen van
14
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
een, waar mogelijk, vrije busbaan door een stedelijk gebied is
Natuurlijk ontmoet je dan ook inspirerende mensen, die dus
lastig, maar wel gelukt. Als zelfstandige heb ik onlangs een
vooruitkijken, visie hebben en met tegenspraak kunnen omgaan,
regionale visie op bereikbaarheid voor Zuid-Kennemerland,
die vind ik inspirerend.
de regio rond Haarlem, gemaakt. Het is me gelukt zeer verschillende gemeenten op één lijn te krijgen, een fonds
MOOISTE OV
voor realisering van de projecten tot stand te brengen en de
Het mooiste OV-project is voor mij RandstadRail. Knap om
besluitvorming in alle gemeenteraden rond te krijgen.
zoveel verschillende delen tot één geheel te smeden, en het er ook nog mooi te laten uitzien. Ik heb het laatst nog eens gewoon
BOEIEND
voor mijn plezier gebruikt. En nu lees ik ook nog iets over de
Wat me boeit aan mijn werk is aan iets bijdragen dat ook
gedachte de tram Den Haag-Delft met het Rotterdamse net te
fysiek zichtbaar wordt, concreet zichtbar resultaat dus.
verbinden. Ik gun het de regio dat dit lukt.
Verder zou ik graag eens een klus in een ander land doen. Daarnaast is een opdracht alleen realiseren prima, maar liefst werk ik ingebed in de opdrachtgevende organisatie of samen met een adviesbureau. Daarom werk ik ook het liefste bij een opdrachtgever in huis, dan zie en hoor je het meest.
KENNISPLATFORM DUURZAAM SPOOR | GEZAMENLIJKE VISIE OP CO2-NEUTRAAL SPOOR IN 2050 Verschillende bedrijven en organisaties binnen de spoorsector hebben zich tot doel gesteld om CO2 te reduceren, waarbij sommige de specifieke ambitie hebben uitgesproken om CO2-neutraal te worden. Om deze ambitie breed gedragen te krijgen neemt Railforum samen met NS, ProRail & Arriva het initiatief om een gezamenlijke visie op te stellen op weg naar een CO2 neutraal spoor in 2050. Niet alleen de stip op de horizon, maar ook de stappen ernaar toe zullen samen gedeeld en vastgelegd moeten worden. Juist om die samenwerking te bevorderen. De ambitie is een manifest te schrijven met de opdrachtgevers binnen de spoorsector (infrabeheerders, vervoerders & concessieverleners). Het manifest bevat een stip op de horizon voor 2050 en een stappenplan met doelstellingen naar 2030. De deelnemende partijen geloven er in dat de opdrachtgevers een impuls moeten geven en hebben er vertrouwen in dat de markt dan creatief genoeg is om met oplossingen en innovaties te komen. Precies zoals is gebleken met het succes met de CO2 prestatieladder. Dat neemt niet weg dat in het proces de marktpartijen gevraagd zullen worden mee te denken en bij te dragen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de gehele sector het manifest ondertekent en de gezamenlijke ambitie waar gaat maken. Gevolg hiervan is dat in de gehele keten gewerkt wordt aan hetzelfde doel met betrekking tot CO2 reductie en de grote winst die, juist in de keten en samenwerking te halen is, benut gaat worden.
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
Heb jij ook interessante informatie of heb je kennis over duurzame projecten in de sector? Deel je kennis en informatie dan op www.duurzaamspoor.nl. Duurzaamspoor.nl is bedoeld om informatie en kennis te delen met iedereen in de spoorsector. Hoe meer we weten, hoe meer we kunnen toepassen. Kennisdeling zorgt voor een verdere impuls om sneller en doelgerichter samen te werken aan een sector die klaar is voor de toekomst. Dus registreer je en upload je kennis!
15
HÉT STATION BESTAAT NIET | PIET HEUTS
ILLUSTRATIE | MORS MAATVOERING
‘HÉT STATION BESTAAT NIET’ AUTEUR | PIET HEUTS PRORAIL BOUWT NIEUWE STATIONS EN VERBOUWT
miljard. Tot de meest in het oog springende behoren de zes
BESTAANDE. EEN MEGA-OPERATIE. TOENEMEND
stations die vanwege de aansluiting op de HSL, in het kader van
TREINVERKEER EN GROEIENDE REIZIGERSAANTALLEN
de nieuwe sleutelprojecten (NSP) een metamorfose ondergaan
VRAGEN OM TOEKOMSTBESTENDIGE STATIONS. RONALD
tot OV-terminal. Rotterdam Centraal, Den Haag Centraal,
NOMES, DIRECTEUR STATIONS PRORAIL, MAAKT DE BALANS
Breda, Arnhem, Utrecht Centraal en Amsterdam Zuidas
OP. “DIT PROJECT IS UNIEK.”
hebben straks de internationale allure van een HSL-locatie. Samen met de verbouwing en restauratie van Amsterdam
Enorme afbeeldingen van bouwprojecten aan de wand. Op
Centraal behoren zij tot de kathedralen onder de stations, zegt
tafel een fotoboek met de vijftig stations die tot ons cultureel
een bevlogen Nomes.
erfgoed behoren. Ronald Nomes wijst op de wandplaat waarop de bouwwerkzaamheden van de spoorzone Delft te zien zijn.
Multifunctionele terminals
“Wat we daar aan het doen zijn, is echt bijzonder”, zegt hij.
Toekomstbestendigheid is het sleutelwoord bij de realisatie
“We maken de stad weer heel. Omdat zowel sporen als station
van nieuwe stations en OV-terminals. Veel stations zijn uit hun
ondergronds gaan, is de stad straks niet meer rigoureus
jasje gegroeid. In Utrecht zal het aantal reizigers is 2020 zijn
opgesplitst door het huidige treinviaduct. Daarboven komen
gestegen van 280.000 naar 360.00. In Rotterdam van 110.000
het Stadskantoor, woningen en kantoren. De monumentale
naar 323.000 in 2025 en Amsterdam heeft de teller in 2020
molen De Roos uit 1679 en de middeleeuwse Bagijnetoren
op 310.00 staan. De nieuwe OV-terminals zijn stations waar
hebben we opgepakt, gerestaureerd en tijdelijk verplaatst.”
mensen veilig en comfortabel van A naar B kunnen reizen en kunnen overstappen op andere modaliteiten zoals tram,
ProRail is samen met het ministerie van Infrastructuur en
metro, light rail, bus, taxi, OV-fiets en fiets. Ze kunnen er ook
Milieu, NS Stations en regionale overheden bezig met een
winkelen, vergaderen en comfortabel verblijven. En vaak ook
grootscheepse operatie om stations aan te passen aan de
werken en wonen. Nomes: “Station Breda is een voorbeeld
eisen van de toekomst. Groeiende reizigersaantallen en de
van een multifunctioneel station: reizen, winkelen, wonen en
aansluiting op de HSL nopen tot nieuwbouw en verbouwing
werken onder één dak. Kenmerkend van OV-terminals is dat
van oudere stations. Er lopen zo’n zestig projecten. Kosten: 1
ze een belangrijk onderdeel en aanjager zijn van de stedelijke
16
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
HÉT STATION BESTAAT NIET | PIET HEUTS
ontwikkeling. Ze verbinden stadsdelen met elkaar en vormen
ervaring. De beleving van een reiziger zal op het nieuwe station
knooppunten. Daarom bestaat dé OV-terminal niet. We bouwen
Hoevelaken anders zijn dan in Utrecht.”
in overleg met gemeenten op maat.” Directeur Stations Nomes ligt op koers met ‘zijn’ stations. “We Bij de bouw van nieuwe stations en verbouwing van bestaande
plannen goed.” In 2012 leverde ProRail tien nieuwe stations op:
hanteert ProRail een visie ontwikkeld in samenspraak met
Hoevelaken, Halfweg, Zwanenburg, Arnhem Poort, Hengelo
NS en Bureau Spoorbouwmeester (www.spoorbeeld.nl).
Gezondheidspark, Groningen Europark, stations aan de
Volgens die visie moeten stations duurzamer, toegankelijker,
Hanzelijn en de MerwedeLingelijn. In 2013 zijn Leidsche Rijn en
veiliger en comfortabeler zijn. De reiziger moet prettig kunnen
Maastricht Noord geopend.
wachten, het liefst in schone en verwarmde wachtruimtes
Op dit moment is een groot aantal stations, zoals Den Haag,
met comfortabel meubilair. Met het programma Prettig
Utrecht, Tilburg, Eindhoven, Breda, Zwolle en Amsterdam een
Wachten (in het kader van ‘Groei op het spoor’) is een miljoen
bouwput. “Bouwen zonder overlast lukt niet”, erkent Nomes.
uitgetrokken om 25 kleinere en middelgrote stations, die op
“Tijdens de verbouwing blijft de winkel open, moet het station
sociale veiligheid minder scoorden, aantrekkelijker te maken.
veilig en toegankelijk zijn. We opereren op een postzegel. Op
Met bijvoorbeeld wifi en groen. Station Gorinchem heeft een
Den Haag Centraal is een heel wybertjesdak gelegd terwijl
verwarmde wachtruimte plus ruimere openingstijden van de
het reizigersverkeer gewoon doorging. In Rotterdam en
restauratie en op station Wolvega kun je prettig wachten bij de
Amsterdam zijn passages gegraven tijdens de treinenloop. We
bloemist.
kunnen overlast niet voorkomen, wel beperken.”
Een ander speerpunt is de veiligheid. Stations moeten schoon, transparant en comfortabel zijn. Verder is er extra aandacht
Om de gevolgen voor de reiziger te minimaliseren heeft
voor fietsplekken. Zo’n 40 procent van de dagelijkse 1,2
ProRail het ‘stationsconcept in tijdelijke situaties’ ontwikkeld.
miljoen reizigers komt met de fiets naar het station. Sinds 2000
Hoe informeer je reizigers en omwonenden? Hoe zorg je voor
worden samen met gemeenten nieuwe stallingen gebouwd
tijdelijke voorzieningen en goede loopstromen? Volgens Nomes
en bestaande stallingen beter benut. Het huidige aantal van
is de informatievoorziening tijdens bouwwerkzaamheden
400.000 stallingsplekken moet komende jaren op 500.000
cruciaal. “Reizigers moeten steeds de meest actuele
uitkomen.
informatie hebben. Niet alleen over buitendienststellingen,
Het laatste speerpunt is de toegankelijkheid van de stations. In
maar ook over eventuele sporen die er tijdelijk uitgaan. Ze
2020 moet 90 procent van de treinreizen zelfstandig zijn af te
moeten weten waar ze aan toe zijn. Bewegwijzering dient
leggen voor mensen met beperking.
duidelijk en uniform te zijn. Ook voor visueel beperkten. Om mensen bij de bouwactiviteiten te betrekken is het beleid
Op koers
op schuttingen te laten zien welke aannemers aan het werk
Nederland telt ruim 400 stations waarvan 80 grote. Daar
zijn. Ook worden vaak tribunes geplaatst zodat het publiek
stapt ook 80 procent van het totale aantal reizigers in en uit.
de werkzaamheden kan volgen. Soms delen we koffie met
Zo’n 200 stations hebben de functie van halte, met enkel een
croissants uit ter compensatie van overlast.”
transfer. Honderd stations hebben beperkte commercie in de vorm van een winkel. Elk station is even belangrijk, betoogt
Ver voordat bouwactiviteiten van start gaan voert ProRail
Ronald Nomes. “De basis, veiligheid en betrouwbaarheid,
in het kader van omgevingsmanagement overleg met
moet bij elk station op orde zijn. Dat is ook de piramidebasis
bewonersorganisatie en plaatselijke reizigersafdelingen.
van ons klantwensenprogramma. Erna volgen afhankelijk van
Reizigersorganisatie Rover is daarover tevreden. “Er is goed
de grootte van het station, snelheid en gemak en comfort en
contact tussen ProRail en onze regionale afdelingen”, zegt
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
17
HÉT STATION BESTAAT NIET | PIET HEUTS
Chris Vonk van Rover. “Zij kennen de situatie ter plekke het beste en weten dus wat er moet gebeuren om de hinder zoveel mogelijk te beperken. Dat werkt goed.” Daarnaast zijn er maandelijkse voorlichtingsavonden en rondleidingen. Nomes: “We bouwen vaak 24-7 in stadscentra, waar de buurt last heeft van de bouwactiviteiten. In overleg proberen we zoveel mogelijk rekening te houden met omwonenden. Schroefconstructies, zoals we in Utrecht gebruiken, geven bijvoorbeeld minder lawaai dan heitechnieken. Materiaal afvoeren via het spoor is minder lawaaiig dan vrachtwagens die door de wijk rijden. We realiseren ons dat we tijdelijk te gast zijn.” Architectonische hoogstandjes Het is uniek dat zoveel grote projecten tegelijkertijd uit de grond worden gestampt, vindt Nomes. Een uitdaging om dit goed te laten verlopen, zegt hij met gevoel voor understatement. Rotterdam Centraal is de eerste van de nieuwe multifunctionele OV-terminals die volgend voorjaar officieel wordt geopend. Trots? “Elk station is me even lief. Maar Rotterdam is bijzonder omdat het het eerste sleutelproject is in een reeks. En vanwege de mooie samenwerking met de gemeente die een deel van het stationsgebied heeft ontwikkeld. Ik denk dat we over dertig jaar nog steeds trots mogen zijn op deze architectonische hoogstandjes.”
GROOTSTE BOUWPROJECTEN Rotterdam Centraal: 2004 begonnen. 2007 sloop oude station. Bouw stationshal, reizigerspassage, fietstunnel- en stallingen. OV-terminal verbonden met metro en RandstadRail. Geopend op 13 maart 2014. Den Haag Centraal: Verbouwing en sloop oude station in 2011 gestart. Nieuw 22 meter hoog glazen dak, nieuwe sporen, perrons, fietsenstallingen, RandstadRailstation. Eind 2014 is het nieuwe station klaar. Arnhem: Sloop oude station 2007. Extra sporen, perrons, perrontunnel, fietsenstalling. OV-terminal in 2015 officieel opgeleverd. Zwolle: Start bouw 2010, vierde perron (Hanzelijn), perrontunnel. Oplevering halverwege 2015. Eindhoven: Rijksmonument (1956). Start bouw 2013. Reizigerspassage, verdubbeling capaciteit. Afronding bouw 2016. Breda: Start bouw voorjaar 2012. Extra HSL-perron, busperron, voetgangerstunnel, parkeergarage, fietsenstalling, kantoren, appartementen, winkels. Gereed: halverwege 2016. Utrecht Centraal: Start 2011. Stationsuitbreiding, nieuwe stationshal, nieuwe verkeersleiderspost, busstation. OV-terminal en DDS-operatie (minder wissels) in 2016 gereed. Spoorzone Delft heet het bouwproject dat in 2009 van start ging. Het huidige viaduct wordt vervangen door een 2300 meter lange tunnelbuis. Ook het station gaat ondergronds. Daar bovenop komen een Stadskantoor, woningen en kantoren. In 2015 rijdt de eerste trein door de spoortunnel en is het station gereed. In 2017 is de tweede tunnelbuis klaar. Dan kan het oude viaduct worden gesloopt. Amsterdam Centraal: 1997 start bouwwerkzaamheden. Renovatie Cuypersgebouw. Fiets- en voetgangerstunnel onder station, twee passages tussen drie bestaande reizigerstunnels, fietsenstallingen, busplatform, Noord-Zuidlijn. Gereed 2020. Amsterdam Zuid: Begin verbouwing eind 2013. Verbreding en verplaatsing trein- en metroperrons en passages. Vergroting capaciteit van 80.000 naar 250.000 dagelijkse reizigers. Project, onderdeel van ZuidasDok, rond 2026-2028 afgerond.
18
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
SMARTPHONE ETIQUETTE | ANKE HANS
Ik wed dat jij, net als ik, afkeurend je hoofd schudt bij het zien van deze foto. Ook wed ik dat jij er, net als ik, regelmatig precies zo bij zit als de reizigers op deze foto. Vervelend gevoel hè, het idee hebben dat je smartphone gebruiken in de trein asociaal is terwijl ook jij je er schuldig aan maakt? Maar wat dóe je eigenlijk precies als je whatsappjes en e-mails in de trein verstuurt? Je verstuurt persoonlijke berichten in een publieke trein. En door persoonlijk te communiceren in een publieke trein, maak je van de trein je comfortzone. Medereizigers inbegrepen. En die medereizigers, dáár gaat het jou om. Stiekem ben je namelijk het liefst in het gezelschap van je medereizigers. Niet omdat je met ze wilt praten. Maar omdat je de mogelijkheid wilt hebben om met ze te praten. Die onzichtbare maar zware wolk van potentieel contact die in jullie coupé hangt, daar is iedereen dol op. Dat jullie allemaal via jullie smartphones contact hebben met mensen die ergens anders zijn, dat is een detail. Bovenal zijn jullie in jullie afzondering met elkaar verbonden.
Na haar MA New Media & Digital Culture aan de Universiteit Utrecht schreef Anke Hans als freelance journalist voor verschillende online platforms over innovatie in technologie, media en communicatie. Uit persoonlijke interesse voor de sociale impact van de smartphone startte ze in 2013 www.notificatiefilosoof.nl, waar ze in wekelijkse smartphoneportretten toewerkt naar de lancering van de Nederlandse smartphone-etiquette op 30 juni a.s. in Meeting Plaza, The World of Society 3.0 in Utrecht.
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87
19
ZIE WWW.RAILFORUM.NL VOOR HET ACTUELE PROGRAMMA
8 MEI SEMINAR OBSOLESCENCE EN SAMENWERKING BIJ RAILMATERIEEL 19 MEI COMMUNICATIE SEMINAR 5 JUNI FIETS & OV, DUBBELE SCHAALSPRONG 30 JUNI
Net zoals onderstaande bedrijven lid worden van Railforum? Kijk voor meer informatie op www.railforum.nl of stuur een email naar
[email protected].
SEMINAR DUURZAAMHEID 6 NOVEMBER JAARCONGRES
LEDEN VAN RAILFORUM 9292 9292 ADSE CONSULTANCY & ENGINEERING 365 B.V. ALOM B.V. ADSE CONSULTANCY & ENGINEERING ALSTOM TRANSPORT B.V. AGENTSCHAP-NL APPM MANAGEMENT CONSULTANTS ALOM B.V. ARCADIS N.V. ALSTOM TRANSPORT B.V. ARRIVA OPENBAAR VERVOER N.V. APPM MANAGEMENT CONSULTANTS ASSET RAIL B.V. ARCADIS N.V. AT OSBORNE B.V. ARN ATOS ARRIVA OPENBAAR VERVOER N.V. BAM RAIL B.V. ASSET RAIL B.V. BEMO RAIL B.V. AT KEARNEY B.V. BESTUUR REGIO UTRECHT AT OSBORNE B.V. BOERCROON ATOS BOMBARDIER TRANSPORTATION BAM RAIL B.V. BONDER RECYCLING EN OVERSLAG B.V. BEMO RAIL B.V. BRUNEL INTERNATIONAL N.V. BESTUUR REGIO UTRECHT CAPGEMINI NEDERLAND B.V. BOER & CROON RUIMT. INVESTERINGEN B.V. CONNEXXION BOMBARDIER TRANSPORTATION CQM BRUNEL INTERNATIONAL N.V. DELTARES BURDOCK BOUW EN INFRA B.V. DHV NPC B.V. CAPGEMINI NEDERLAND B.V. DIENST METRO GEMEENTE AMSTERDAM CONNEXXION DURA VERMEER RAILINFRA B.V. CQM EDILON)(SEDRA DELTARAIL B.V. EURAILSCOUT INSPECTION & ANALYSIS B.V. DELTARES FUJITSU TECHNOLOGY SOLUTIONS B.V. DIENST METRO GEMEENTE AMSTERDAM GEMEENTE UTRECHT DURA VERMEER RAILINFRA B.V. GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM EDILON)(SEDRA GEZAMENLIJKE RANDSTADPROVINCIES EURAILSCOUT INSPECTION & ANALYSIS B.V. GOUDAPPEL COFFENG B.V. FUJITSU TECHNOLOGY SOLUTIONS B.V. GRONTMIJ NEDERLAND B.V. GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM GVB GEZAMENLIJKE RANDSTADPROVINCIES HAVENBEDRIJF AMSTERDAM GOUDAPPEL COFFENG B.V. HEIJMANS N.V. GRONTMIJ NEDERLAND B.V. HP NEDERLAND B.V. GVB HTM PERSONENVERVOER HAVEN AMSTERDAM HUMAN COMPANY HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V. IBM NEDERLAND B.V. HEIJMANS N.V. IMTECH TRAFFIC & INFRA B.V. HP NEDERLAND B.V. INFRASPEED MAINTENANCE B.V. HTM PERSONENVERVOER INNO-V HUMAN COMPANY INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT INTRAFFIC
20
JOULZ B.V. IBM NEDERLAND B.V. KEYRAIL IMTECH TRAFFIC & INFRA B.V. KPN INFRASPEED MAINTENANCE B.V. LLOYD’S REGISTER RAIL EUROPE B.V. INNO-V MAX BÖGL NEDERLAND B.V. INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU JOULZ B.V. MOTT MACDONALD NL B.V. KEMA N.V. MOVARES KEYRAIL NS GROEP LLOYD’S REGISTER RAIL EUROPE B.V. PANTEIA/NEA LOGICA PILZ NEDERLAND MAX BÖGL NEDERLAND B.V. PLUREL MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU PON LOGISTICS B.V. MOBILIS B.V. PRORAIL B.V. MOTT MACDONALD NL B.V. PROVINCIE GELDERLAND MOVARES PROVINCIE NOORD-BRABANT NPC PROVINCIE ZUID-HOLLAND NS PWC PANTEIA/NEA RAIL PARTNER HOLLAND B.V. PILZ NEDERLAND RAILINFRA OPLEIDINGEN PON LOGISTIEK B.V. RAILINFRA SOLUTIONS PRORAIL B.V. RET N.V. PROVINCIE GELDERLAND RIJKSWATERSTAAT PROVINCIE NOORD-BRABANT SCHIPHOL AMSTERDAM AIRPORT PROVINCIE ZUID-HOLLAND SIEMENS NEDERLAND N.V. PWC SPITZKE SPOORBOUW B.V. RAILINFRA OPLEIDINGEN STADLER NETHERLANDS B.V. RAILINFRA SOLUTIONS STADSGEWEST HAAGLANDEN RET N.V. STADSREGIO ARNHEM NIJMEGEN RIJKSWATERSTAAT STICHTING BODEMSANERING NS ROYAL HASKONINGDHV STORK TECHNICAL SERVICES NEDERLAND SCHIPHOL AMSTERDAM AIRPORT STRABAG RAIL GMBH SIEMENS NEDERLAND N.V. STRUKTON RAIL B.V. SPITZKE SPOORBOUW B.V. SWIETELSKY RAIL BENELUX B.V. STADSGEWEST HAAGLANDEN SYNTUS STADSREGIO ARNHEM NIJMEGEN THALES NEDERLAND B.V. STICHTING BODEMSANERING NS TNO STORK TECHNICAL SERVICES TRIBASE STRABAG RAIL GMBH TWYNSTRA GUDDE STRUKTON RAIL B.V. VEOLIA TRANSPORT RAIL B.V. SWIETELSKY RAIL BENELUX B.V. VEREBUS ENGINEERING SYNTUS B.V. VOESTALPINE RAILPRO THALES NEDERLAND B.V. VOLKERRAIL NEDERLAND B.V. VRS RAILWAY INDUSTRY B.V.
PARTNERS IN KENNIS
TNO TRANSTEC ADVISEURS B.V. AUTORITEIT CONSUMENT & MARKT TRIBASE BOUWEND NEDERLAND TWYNSTRA GUDDE CIVOM VEOLIATRANSPORT NEDERLAND B.V. CONNEKT VEREBUS/TUV NORD B.V. DINALOG VIALIS B.V. EUROPOINT B.V. VOESTALPINE RAILPRO FIETSERSBOND VOITH RAILSERVICES B.V. HOLLAND RAIL INDUSTRY B.V. VOLKERRAIL NEDERLAND INFRASITE IN KENNIS PARTNERS IRSE DUTCH SECTION BOUWEND NEDERLAND KENNIS IN HET GROOT (KING) CIVOM KENNISPLATFORM VERKEER EN VERVOER CONNEKT KIVI NIRIA DELFT TOPTECH KONINKLIJK NEDERLANDS VERVOER DINALOG MAATSCHAPPIJ EUROPOINT B.V. VOOR BETER OV MAGLEV INSTITUUT NL i.o. FIETSERSBOND MOVINNIO RAIL INDUSTRY HOLLAND NEDERLANDS INSTITUUT VOOR LASTECHNIEK INFRASITE NEXT GENERATION VERKEER INFRASTRUCTURES KENNISPLATFORM EN VERVOER NL INGENIEURS KENNIS IN HET GROOT (KING) NVDO KIVI NIRIA PROMEDIA GROUP KONINKLIJK NEDERLANDS VERVOER RAIL CARGO INFORMATION NETHERLANDS MAATSCHAPPIJ VOOR BETER OV ROVC TECHNISCHE OPLEIDINGEN MIJN-OV ROVER MOVINNIO SKVV INTERNATIONALE HOGESCHOOL BREDA NHTV STC-GROUP NL INGENIEURS STICHTING HOLLAND SPOOR NMA STICHTING RAILALERT NVDO TRAIL RESEARCH PROMEDIA GROUPSCHOOL TREINREISWINKEL BV RAIL CARGO INFORMATION NETHERLANDS TREINREIZIGER ROVER VEILIG VERKEER NEDERLAND SKVV VERENIGING DO LIGHTRAIL STICHTING RAILALERT VERNIEUWING BOUW STICHTING RAILCOLLEGE VNO-NCW TRAIL RESEARCH SCHOOL TREINREIZIGER.NL VEILIG VERKEER NEDERLAND VERNIEUWING BOUW VNO-NCW
RAILFORUM APRIL 2014 | # 87