Radius College INHOUDSOPGAVE

Radius College Jaarverslag 2012

Jaarverslag 2012

Radius College Jaarverslag 2012

Radius College | Jaarverslag 2012

INHOUDSOPGAVE

1

1 V O O R W O O R D ..................................................................................................... 2 2 D I R E C T I E V E R S L A G ........................................................................................... 3 2.1 S T R A T E G I E ........................................................................................................ 3 2.2 R E A L I S A T I E V A N S P E E R P U N T E N ........................................................................... 3 3 P R E S T A T I E S 2 0 1 2 ................................................................................................ 6 3.1 W E T T E L I J K E V E R E I S T E N ...................................................................................... 6 3.2 O P B R E N G S T E N ................................................................................................... 7 AANTAL STUDENTEN .................................................................................................. 7 RENDEMENT .......................................................................................................... 10 VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS (VSV) .......................................................................... 12 3.3 O N D E R W I J S P R O C E S .......................................................................................... 15 3.3.1 P R O G R A M M A ............................................................................................ 15 SAMENHANG .......................................................................................................... 15 MAATWERK ........................................................................................................... 15 3.3.1 L E R E N I N D E O N D E R W I J S I N S T E L L I N G .......................................................... 15 DIDACTISCH HANDELEN ............................................................................................. 15 LEERTIJD............................................................................................................... 16 LEEROMGEVING ...................................................................................................... 16 3.3.2 B E G E L E I D I N G ............................................................................................ 17 INTAKE EN PLAATSING ............................................................................................... 17 STUDIELOOPBAANBEGELEIDING .................................................................................... 17 ZORG .................................................................................................................. 17 3.3.3 L E R E N I N D E B E R O E P S P R A K T I J K ................................................................ 17 3.4 E X A M I N E R I N G .................................................................................................. 18 3.5 O N D E R W I J S T E A M S ........................................................................................... 19 4 K W A L I T E I T ........................................................................................................ 24 4.1 K W A L I T E I T S Z O R G ............................................................................................. 24 4.2 B E O O R D E L I N G ................................................................................................. 24 5 B E D R I J F S V O E R I N G ........................................................................................ 27 5.1 F I N A N C I Ë N ....................................................................................................... 27 5.2 P E R S O N E E L ..................................................................................................... 28 5.3 H U I S V E S T I N G ................................................................................................... 32 5.4 O N D E R S T E U N E N D E D I E N S T E N ........................................................................... 33 5.5 T A A L E N R E K E N E N ........................................................................................... 37 6 V O O R U I T B L I K N A A R 2 0 1 3 ............................................................................ 40

1 VOORWOORD 2012 werd voor het Radius College gekenmerkt als ‘een beetje een jaar van pas op de plaats en recapitulatie’. De razendsnelle ontwikkelingen van de afgelopen jaren noopten daartoe. Het managementteam heeft in een meerdaagse sessie een evaluatie van de afgelopen jaren gemaakt en beleid voor de toekomst in contouren omschreven. Met name de enorme snelle onderwijsontwikkeling moet in een rustiger vaarwater komen. De economische crisis doet overigens ook een duit in het zakje als het gaat om ‘de pas op de plaats’, immers verschillende opleidingen in de bouw, infra, schilderen en in mindere mate ook installatietechniek staan onder druk. Gelukkig zijn de contacten met het bedrijfsleven in het jaar daarvoor sterk aangetrokken en blijft het bedrijfsleven geïnteresseerd in het Radius College. Het resultaat daarvan is een consolidatie van het aantal inschrijvingen. Zoals echter de eerste zin al doet vermoeden is het inderdaad ‘een beetje’ de pas op de plaats. De innovatie van het onderwijsconcept zelf zet zich met de nieuwe inzichten in het puberbrein wel door en ook de Radius Academie voedt in het jaar 2012 de professionalisering in ruime mate.


Frans Bleumer, algemeen directeur.

2

2 DIRECTIEVERSLAG 2.1 Strategie Het Radius College, met de hoofdvestiging in Breda, verzorgt technisch middelbaar beroepsonderwijs op niveau 1 t/m 4, van assistentenniveau tot middenkaderniveau. De opleidingen zijn geclusterd in vijf afdelingen en bijna 3100 studenten worden opgeleid in de beroepsopleidende en beroepsbegeleidende leerweg in een groot aantal opleidingsrichtingen. Het onderwijs wordt aangeboden in vijf afdelingen: Afdeling A met de studierichtingen Werktuigbouw/Installatietechniek, Elektrotechniek en Gespecialiseerde Aannemerij; Afdeling B met de richtingen Mediavormgeving en ICT; Afdeling C met Bouwkunde, Infra en Schilderen; Afdeling D met de richtingen Engineering, Transport&Logisitiek en Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent; Afdeling E met Motorvoertuigentechniek, Schadeherstel/Mobiele Werktuigen en Laboratoriumonderwijs. In ons onderwijsconcept hebben we in de afgelopen jaren al duidelijk gemaakt hoe we gericht zijn op het aanzetten tot zelfstandige denken leeractiviteiten. Het didactisch concept van het Radius drukt in de kern het vermogen uit om het lerend vermogen van studenten te stimuleren. Het Radius College hanteert een integrale aanpak van onderwijs-, personeels- en organisatiebeleid. Innovatie vraagt voortdurend om een algeheel herontwerp van: •

de inrichting van het onderwijs: de ontwikkeling van een onderwijsconcept, een curriculumopbouw, op basis van de nieuwe kwalificatiestructuur, waarin de voortgang in de ontwikkeling van de leerloopbaan van de student centraal staat, een valide toetsen exameninrichting, inclusief een door het personeel gedragen systeem van kwaliteitszorg

•

de ontwikkeling van de professionaliteit van het personeel, toegespitst op de diversiteit aan vereiste nieuwe ‘rollen’ van het onderwijspersoneel, maar ook onderwijsondersteunend personeel en management (onderwijskundig leiderschap)

•

de ontwikkeling van de professionaliteit van de organisatie, de afstemming tussen respectievelijk administratie, beheer, beleid, management en het primaire proces, feitelijk de ondersteuning van het primaire proces. Dat vraagt om de organisatie van een duidelijke front- en back office, ondersteuning, teamvorming, enz.


2.2 Realisatie van speerpunten

3

De speerpunten uit het jaarplan 2012 worden hieronder weergegeven, met daarnaast wat er het afgelopen jaar is gerealiseerd.

Doorontwikkeling CGO

De medewerkers van Onderwijs&Innovatie hebben met behulp van breinleerprincipes alle onderwijsvormen voorzien van didactische hulpmiddelen. Binnen de Radius Academie zijn deze principes uitgelegd en geoefend door docenten. Deze operatie betekent een sterke doorontwikkeling van het onderwijs concept.

Kwaliteitszorg

In 2012 zijn alle teams aan de slag gegaan met het vullen van Yucan. Het instrument gaat ons helpen om de verantwoording naar externen beter op orde te kunnen krijgen en moet uiteraard ook leiden tot een sterker kwaliteitsbesef bij alle medewerkers.

Aansluiting bedrijfsleven

In 2012 is de uitwisseling tussen teams en bedrijfsleven over de content van de opleidingen in sommige gevallen verschoven naar een één op één situatie. Zo heeft Engineering o.a. direct contact met het bedrijf Perfetti Van Melle om een verdiepingsslag te maken op het curriculum. Dat de aansluiting sterk verbetert blijkt ook uit de directe contacten die leiden tot maatwerktrajecten zoals die voor Geo-ICT (ICT in landmeetkunde), Abemec (een groot mechanisatiebedrijf binnen Mobiele werktuigen), Croon (een maatwerktraject voor engineering), een aangepaste autotechnicusopleiding voor de Bredase DealerAssociatie 9BDA). In alle gevallen heeft dit geleid tot een grote tevredenheid en positieve reacties bij de interne audits.

Doorlopende leerlijnen

Vanaf 2009 lopen er al meerdere afspraken met VMBO waarin we hebben opgenomen dat VMBO-ers die een bepaalde uitstroomrichting hebben gekozen binnen het Radius College een half tot een jaar verkorting hebben in hun gekozen leerroute. We lijken ‘het beleid’ vanuit het ministerie (Focus op Vakmanschap) daar in voor te zijn. De verschillende afspraken die we hebben met Dongemond over elektrotechniek, met Scala over ICT, met Munnikenheide over Motorvoertuigentechniek en Bouw, met de Techmavo van Newman over Mediavormgeving en met Tessenderlandt over het ‘Puberbrein’, zijn inmiddels verder doorgevoerd. Zo heeft de samenwerking met Tessenderlandt zelfs geleid tot afspraken over de didactische bekwaamheden van docenten. De bedoeling daarvan is didactische aanpassingen te maken om beter om te kunnen gaan met het puberbrein binnen school.

Professionalisering

Doelstelling voor 2012 was dat docenten meer aandacht moesten gaan schenken aan de studieloopbaan van de student. Binnen de Radius Academie zijn trainingen opgezet voor een methodische wijze van begeleiding waarin de student geleerd wordt zelf verantwoordelijk te worden voor zijn studieloopbaan. Bijna alle studieloopbaanbegeleiders hebben die trainingen ook doorlopen. Daarnaast zijn er trainingen geweest op onderwijsuitvoering en toetsing.


Onderwijs

4

Professionalisering (vervolg)

Specifieke trainingen zoals: - training tot assessor (2 groepen, i.s.m. Hobéon) - training tot BPV-begeleider - training collega-trainer - scholing Studieloopbaanbegeleiding (verzuim, ComTak) Op het gebied van onderzoek en innovatie bestaat er een begeleidingscommissie onderzoek voor de Universiteit Utrecht en Twente en loopt het project “Bekwaamheidsdossier voor het personeel”

Personeel

Teamontwikkeling

Er is een projectplan opgesteld in samenwerking met de afdeling O&I, welke door het MT is vastgesteld. Er zijn KPI's geformuleerd waar de resultaatverantwoordelijke teams mee moeten werken. Er is een training ontwikkeld om als team zich te kunnen ontwikkelen naar resultaatverantwoordelijke team.


De trainingen voor de teams zijn onlangs (januari 2013) pas gestart en zijn dus niet meer gerealiseerd in 2012.

5

3 Prestaties 2012 Er wordt voldaan aan de wettelijke vereisten inzake zorgplicht informatievoorziening, onderwijsovereenkomst, praktijkovereenkomst, VSV- en RMC-meldingen, klachtenregelingen examens en vertrouwenszaken, wet BIO, 850 uren norm, vrijwillige bijdrage en toegankelijkheid. In de zorgplicht informatievoorziening wordt o.a. voorzien door de nieuwe Digitale InformatieGidsen en voor de eerdere cohorten middels de Onderwijs- en Examenregelingen. De zorgplicht informatievoorziening vervangt de wettelijke verplichting tot het hanteren van een onderwijs- en examenregeling (OER). De gebruikte modellen voor de onderwijsovereenkomst en praktijkovereenkomst zijn op ROC-niveau juridisch getoetst en vastgesteld; er zijn procedures om ervoor te zorgen dat onderwijs- en praktijkovereenkomsten tijdig ondertekend worden. Met de invoering van ComTak wordt de aan- en afwezigheid digitaal geregistreerd. Vanuit het StudentCarrièreBureau is er intensief contact met de leerplichtambtenaar en worden eventuele uitschrijvingen onderzocht en begeleid. De interne organisatie en registratie voldoet aan de eisen en werkwijze van het landelijke verzuimloket. De wijze van handelen bij uitschrijvingen wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, artikel 8.1.3. Dit geldt ook voor de benodigde uitschrijvingdocumenten in het studentendossier. Alle examens vinden plaats onder de regelgeving uit het Centrale Examenreglement dat op ROCniveau is vastgesteld; op ROC-niveau er is ook voorzien in een Commissie van Beroep voor de Examens. Er is een klachtenregeling voor deelnemers (m.b.t. klachten over seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en pesten) en er is een deelnemersstatuut (regelt de rechten en plichten van de deelnemers). De bekwaamheidseisen voor leraren in de wet BIO worden gebruikt bij de beoordeling van de docenten (beroepsgerichte en vakinhoudelijke competenties, pedagogisch-didactische vaardigheden). Het Radius College vraagt aan haar studenten geen vrijwillige bijdragen. Vanuit de WEB hebben de instituten een opdracht tot toegankelijkheid voor kansarme groepen. Instroom van vmbo-leerlingen zonder diploma is mogelijk op niveau 1, daarna is er de mogelijkheid om door te stromen. Met name de ICT- en Laboratoriumopleidingen herbergen veel studenten met LGF (leerlinggebonden financiering). Voor deze studenten wordt extra ondersteuning en begeleiding gegeven. Naast specifieke software (Kurzweil) voor studenten met dyslexie , wordt er extra (individuele) taalondersteuning geboden voor taalzwakkeren. Gebouwtechnisch zijn er aanpassingen gemaakt voor studenten met lichamelijke beperkingen; zo is er een verzorgingsruimte gecreëerd en zijn er rolstoelaanpassingen gemaakt. Interne controles van Onderwijs- en Examenregelingen/Digitale InformatieGidsen, planning en realisatie van onderwijstijd, gebruik van onderwijsovereenkomst en praktijkovereenkomst, inschrijvingen en diploma’s zijn uitgevoerd door de stafmedewerker Audit & Control. Daarnaast hebben de ROC-audits (thema-audits examinering en brede audits op het hele toezichtkader van de onderwijsinspectie) geleid tot een verbreding van het inzicht in de kwaliteitsstandaarden van de onderwijsinspectie.


3.1 Wettelijke vereisten

6

3.2 Opbrengsten Aantal studenten Zoals aangegeven in de inleiding had het Radius per oktober 1 2012 bijna 3100 bekostigde studenten. De verdeling over de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) is per (sub)team weergegeven in onderstaande tabel.


AANTAL STUDENTEN 2012 NAAR TEAM EN LEERWEG

7

Team

BBL

BOL

Totaal

AKA

35

22

57

Gespecialiseerde Aannemerij

447

1

448

Bouwkunde

144

103

247

Elektrotechniek

142

15

157

Engineering

13

259

272

ICT

39

409

448

Infra

96

26

122

Installatietechniek

148

148

Laboratoriumonderwijs

218

218

Mediavormgeving

221

221

Mobiele Werktuigen

148

10

158

Motorvoertuigentechniek

185

67

252

Schadeherstel

28

9

37

Schilderen

46

35

81

Transport&Logisitiek

124

5

129

Werktuigbouwkunde

102

Totaal

1697

102 1400

3097

De ontwikkeling in de loop van de jaren in de studentenaantallen (per 1 oktober van het betreffende jaar) vertoont het onderstaande beeld waarbij is af te leiden dat het totaal aantal studenten in 2012 ten opzichte van 2011 wat betreft BOL-studenten is gestegen en het aantal BBL-studenten is verder gedaald. De BBL-daling, ingezet in 2008, wordt dit jaar met name veroorzaakt door de afname bij de sectoren die ook de economische crisis nogal te leiden hebben zoals Infra, Bouwkunde,

1

Op basis van de tweede voorlopige BRON-foto nr. 284 d.d. 02.03.2013

Gespecialiseerde Aannemerij, Installatietechniek en Elektrotechniek. De stijging in de BOL doet zich met name voor in de niveau 4 opleidingen van Engineering en Laboratoriumonderwiijs (ca. +20%). ONTWIKKELING AANTAL STUDENTEN 2005-2012 Jaar

BOL

BBL

Totaal

2005

1450

1426

2876

2006

1423

1557

2980

2007

1312

2065

3377

2008

1246

2241

3487

2009

1358

2014

3372

2010

1291

1906

3197

2011

1283

1784

3067

2012

1400

1697

3097

Grafisch ziet het beeld van de jaren 2005 t/m 2012 er dan als volgt uit:

Aantal studenten 2500 2000 1500 1000

0 2005

BOL BBL

2006

2007

2008

2009

2010

2011

BBL BOL 2012


500

8

De inschrijvingen verdeeld naar niveau en leerweg geven voor 2012 het volgende beeld: AANTAL STUDENTEN NAAR NIVEAU EN LEERWEG Niveau

BOL

BBL

Totaal

1

39

37

73

2

238

745

979

3

81

671

758

4

1042

244

1285

Totaal

1400

1697

3097

Binnen de beroepsopleidende leerweg heeft niveau 4 het grootste aandeel, binnen de beroepsbegeleidende leerweg niveau 2 en 3.

Aantal studenten naar niveau en leerweg 4

Niveau

3

2

1 0 BBL


BOL

9

200

400

600 Aantal studenten

800

1000

1200

Rendement Het rendement van de opleidingen wordt tot uitdrukking gebracht d.m.v. de indicatoren jaarresultaat en diplomaresultaat. RENDEMENT Niveau

Jaarresultaat Radius College

Inspectienorm

Diplomaresultaat Radius College

Inspectienorm

1

89,8%

60,7%

85,7%

45,1%

2

75,7%

56,5%

71,9%

45,2%

3

78,2%

65,3%

91,2%

67,3%

4

75,2%

64,2%

79,6%

67,3%

Totaal

76,7%

79,1%

Het Radius College heeft geen bedrijfsgroepen; een onderscheid bij rendement naar met en zonder bedrijfsgroepen is dus niet relevant. De indicator Jaarresultaat wordt berekend als het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die het instituut verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat is het percentage studenten dat met een diploma (kan ook eerder behaald zijn) het instituut verlaat ten opzichte van alle studenten die in dezelfde periode het instituut verlaten. Het diplomaresultaat bij niveau 1 en 2 is in het algemeen lager doordat succesvolle opstroom naar een hoger niveau (na het behalen van het diploma van het hogere niveau) leidt tot een waardering op dat hogere niveau. Het jaarresultaat kent dit nadeel niet; bij het jaarresultaat worden alleen diploma’s uit het teljaar meegenomen, waardoor dit een beter beeld geeft van de onderwijsprestatie van het teljaar zelf dan bij het diplomaresultaat.

Het gemiddelde jaarresultaat steeg van 72,3% (2010/2011) naar 76,7% en het gemiddelde diplomaresultaat van 72,6% naar 79,1%. Het Radius College haalt daarmee binnen ROC West-Brabant de hoogste rendementen. In absolute aantallen zijn de gediplomeerden en ongediplomeerden, zoals ze meetellen voor de berekening van het jaarresultaat, volgens onderstaande tabel over de vier opleidingsniveaus verdeeld. Daarbij is in de kolom ‘Diploma behaald’ per student die het instituut verlaten heeft, het hoogst behaalde diploma opgenomen; dit diploma kan in eerdere jaren behaald zijn waarbij als verslagperiode 1 oktober 2011 tot 1 oktober 2012 geldt. In 2010/2011 was het aantal studenten zonder diploma nog 509.


Geconcludeerd kan worden dat het Radius op alle niveaus zowel bij het jaarresultaat als het diplomaresultaat ruim boven de rendementsnorm van de onderwijsinspectie uit komt. Het rendement van de niveau 1 opleiding AKA wordt nog positief beïnvloed door studenten die geen diploma hebben behaald maar wel een baan hebben gevonden; bovenstaand jaarresultaat van niveau 1 is slechts gebaseerd op de behaalde diploma’s.

10

JAARRESULTAAT Niveau

Diploma behaald

Zonder diploma

Rendement

1

44

5

89,8%

2

556

178

75,7%

3

359

100

78,2%

4

334

110

75,2%

totaal

1293

393

76,7%

In absolute aantallen zijn de gediplomeerden en ongediplomeerden, zoals ze meetellen voor de berekening van het diplomaresultaat, als volgt over de vier opleidingsniveaus verdeeld: DIPLOMARESULTAAT Niveau

Diploma behaald

Zonder diploma

Rendement

1

30

5

85,7%

2

384

150

71,9%

3

258

25

91,2%

4

336

86

79,6%

1008

266

79,1%

Totaal

In de kolom ‘Diploma behaald’ zijn de behaalde diploma’s opgenomen die door de studenten behaald zijn in de periode 1 oktober 2011 tot 1 oktober 2012. In 2010/2011 was het aantal studenten dat zonder diploma het instituut verliet nog 379.

Ontwikkeling aantal diploma’s


VASTGESTELDE DIPLOMA’S NAAR NIVEAU 2008-2012

11

Jaar

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

Totaal

2008

65

526

280

268

1139

2009

81

719

404

247

1451

2010

75

629

400

291

1395

2011

39

491

379

309

1218

2012

45

568

372

340

1325

In 2012 was het percentage bekostigde diploma’s 95% (2010 en 2009 92% en 2011 93%). Het percentage bekostigde diploma’s wordt beïnvloed door het in hetzelfde kalenderjaar behalen van meer dan een diploma door een student (kwam bij de eindtermgerichte opleidingen in de richtingen Elektrotechniek en Installatietechniek regelmatig voor) en door het uitreiken van diploma’s op basis van EVC-rapportages (vanuit o.a. de samenwerking met Fundeon, een ontwikkeling van de laatste jaren met name door de landelijke promotie van ervaringscertificaten). BEKOSTIGDE EN TOTAAL AANTAL DIPLOMA’S NAAR NIVEAU

Team AKA

Bek.

Niveau 2

Tot.

30

Bek.

2

Tot.

Bek.

Niveau 4

Tot.

Bek.

Totaal

Tot.

Bek.

30

Gespec. Aannemerij Bouwkunde

Niveau 3

2

Electrotechniek

Tot.

30

30

208

212

64

75

14

18

286

305

50

56

52

60

38

39

142

157

41

41

17

17

24

24

82

82

42

42

42

42

Engineering ICT

23

23

35

35

75

75

133

133

Infra

34

43

11

25

21

21

66

89

Installatietechniek

18

24

52

54

10

10

80

88

2

2

26

26

28

28

36

36

36

36

Laboratoriumond. Mediavormgeving Mobiele Werktuigen

39

39

23

23

8

8

70

70

Motorvoert.techn.

38

38

34

36

23

23

95

97

6

6

7

7

3

3

16

16

8

18

1

1

2

2

34

34

Transport&Logistiek

42

42

19

19

13

13

74

74

Werktuigbouwkunde

26

26

18

18

44

44

543

568

335

372

1258

1325

Schadeherstel Schilderen

Eindtotaal

13

45

13

45

335

340

Voortijdig schoolverlaters (VSV) De laatste jaren zijn er binnen het Radius College een aantal gerichte maatregelen getroffen om de uitval te beperken. De belangrijkste zijn onderwijskundig van aard. Door veranderingen in het onderwijs zelf (didaktiek) is het onderwijs aantrekkelijker geworden. Daarnaast hebben we een aantal verkortingen in het studieprogramma doorgevoerd waardoor er minder overlap is met het VMBO en demotivatie (‘hebben we al gehad’) wordt voorkomen. De invoering van het werken in kleine groepen verhoogt de veiligheid en verkleint daarmee ook de uitval, immers de sociale


Niveau 1

12

controle in kleine groepen is toegenomen en verzuim valt sneller op. We hebben studieloopbaanbegeleidingsuren vast opgenomen in het rooster en docenten zijn getraind in gespreksvoering en coaching. Wanneer een student tot 23 jaar gedurende een schooljaar het onderwijs verlaat zonder startkwalificatie (een HAVO- of VWO-diploma, of MBO-2 diploma of hoger), dan wordt deze student gerekend tot voortijdig schoolverlater (VSV’er). Jaarlijks wordt er op 1 oktober (T) gekeken welke studenten het voorgaande jaar (T-1) stonden ingeschreven. Wanneer een studenten op 1 oktober (T) niet meer ingeschreven staat en nog niet in het bezit is van een startkwalificatie, dan is dit volgens de definitie een voortijdig schoolverlater. Studenten die gedurende het schooljaar uitvallen, maar op 1 oktober ook weer zijn ingeschreven worden niet beschouwd als voortijdig schoolverlater . Studenten die, zonder een startkwalificatie, doorstromen als examendeelnemer of als overige nietbekostigde deelnemer worden geteld als nieuwe vsv’er. Dit geeft een verhogend effect op het aantal vsv’ers. Ook jongeren die een diploma mbo-1 én een betaalde baan hebben, worden noodgedwongen als vsv’er meegerekend. Zij zijn volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs geen vsv’er, maar worden wel in het DUO vsv-cijfer meegeteld. Dit, omdat in BRON (Basisregister Onderwijsnummer ) nog geen arbeidsmarktgegevens zijn opgenomen en niet is te zien welke vsv’er een betaalde baan heeft. FACTSHEET VSV VSV 05/06

212

Doelstelling reductie 11/12 40%

85

Maximum VSV-ers 11/12

127

Werkelijk aantal VSV 11/12 voorlopige opgave DUO

167

Werkelijk in % van maximum

131,5%


Het werkelijk aantal vsv’ers in procenten van het maximum vsv’ers in 200g/2010 was 175% bij een reductiedoelstellig van 30%, in 2010/2011 bij een reductiedoelstelling van 40% was het 149%. Het cijfer over 2011/2012 laat opnieuw een sterke daling zien: 131,5% (in absolute aantallen van 190 naar 167).

13

Van de 167 door DUO opgegeven studenten kan vermeld worden dat een aantal studenten niet als VSV’er aangemerkt behoeven te worden bij de definitieve cijfers (na vaststelling van het assurancerapport door de accountant). Bij de definitieve cijfers worden nog in mindering gebracht 2 studenten met een nieuwe bekostigde inschrijving en 4 studenten die alsnog een startkwalificatie hebben behaald. Van de resterende 161 hebben er nog 2 een diploma op niveau 1 AKA behaald. De voornaamste reden van voortijdig schoolverlaten zijn te verdelen in persoonsgebonden redenen en redenen die te maken hebben met de school/opleiding. Persoonlijke redenen student In de hoofdcategorie “Persoonsgebonden” vallen 79 studenten. Vanwege gezondheidsaspecten(ziekte) konden 3 studenten de opleiding niet meer aan; bij 24 studenten was de reden van uitval gelegen in persoonlijke beperkingen (onvoldoende capaciteit);

bereikbaarheid was 1 keer de reden van uitval, gedrag 13 keer (8 afspraken niet nakomen, 3 langdurige afwezigheid, 2 agressief gedrag) . De voornaamste redenen van uitval in deze categorie was ten gevolge van motivatieaspecten (24 studenten); dit is echter wel een halvering t.o.v. vorig jaar. Nader beschouwd ging het bij motivatie om 3 studenten die een verkeerd beeld van het beroep hadden, 11 die een verkeerd beeld van de opleiding hadden en 10 die een voorkeur hadden voor andere activiteiten. Bij omgevingsaspecten (14 studenten) ging het in 2 gevallen om financiële beperkingen, geen leerbedrijf/ontslag bij 9 studenten, vanwege andere verplichtingen 2 en relationele problemen 1.

Maatregelen terugdringing vsv Ten opzichte van het aantal vsv’ers van 2009/2010 (259) was er in 2010/2011 al een vermindering van 69 vsv’ers (180); In 2011/2012 heeft de verdere afname zich doorgezet: -/- 23 (167). Dit is o.a. bereikt door een aantal eerder in gang gezette maatregelen: *Digitaal mutatieformulier: Eind 2010 is een nieuw digitaal mutatieformulier ingevoerd dat er tot moet leiden dat het invullen en aanleveren van mutaties uniform gebeurt en dat de redenen vastgelegd worden conform de uitschrijfredenen in Edictis zodat een nog zuiverder beeld ontstaat van de werkelijke uitvalredenen. Het mutatieformulier is beschikbaar via de Radius-portal voor de studieloopbaanbegeleiders waarbij de vaste gegevens gevuld worden vanuit Edictis-export. *Training studieloopbaanbegeleiders: In de training voor studieloopbaanbegeleiders via de Radius Academie wordt zeer nadrukkelijk aandacht besteed aan de begeleiding van de student tijdens zijn studieloopbaan zodat vroegtijdig signalen opgevangen kunnen worden bij dreigende uitval. Verdere professionalisering van voorlichting en intake. *Begeleidingsmodule Edictis en ComTak: Inrichting en gebruik van de begeleidingsmodules met scholing voor de studieloopbaanbegeleiders, *Overstapmogelijkheden: Tussen opleidingen is overstap mogelijk gedurende het schooljaar, het inrichten van zogenaamde kansklassen, intensieve samenwerking met Kellebeek College i.h.k.v. Matchpoint en met het Servicecentrum voor Studie en Beroep *Verzuimprotocol: Sterke focus op verzuim (inclusief meldingen verzuimloket); er is een intern Radiusprotocol geschreven inclusief trainingen voor studieloopbaanbegeleiders op basis van het verzuimprotocol van de samenwerkende gemeenten in West-Brabant. *VSV als KPI: maandelijks worden de teams geïnformeerd m.b.t. de actuele stand van zaken rondom vsv.


School-/opleidingsgebonden oorzaak In de hoofdcategorie “Opleidings-/schoolgebonden” vallen 80 uitvallers, waarbij het opleidingsniveau in 31 gevallen de reden was (27 inhoud opleiding bevalt niet, 2 problemen met medestudenten, 1 begeleidng onvoldoende en 1 ongunstig rooster); instellingsaspecten (moeilijk bereikbaar) was voor 1 student de reden en 48 keer een administratieve reden.

14

3.3 Onderwijsproces 3.3.1 Programma Samenhang De prestatie-indicatoren (wat studenten moeten kunnen) uit de kwalificatiedossiers zijn de basis voor de proeve van bekwaamheid (waar studenten bewijzen wat ze kunnen), op basis van de proeve en de indicatoren wordt het curriculum (wat ze daar voor moeten doen) van elke opleiding gebouwd. Studenten kunnen dan in een studievoortgangsmeter met behulp van bewijs- en registratiekaarten (hoe ver ben ik al) direct aangeven welke prestatie-indicatoren ze al beheersen om voor zichzelf en de docent te monitoren hoe ver ze zijn in de opbouw van hun portfolio. De prestatie-indicatoren zijn de resultante van de werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier. Het curriculum is opgebouwd uit relevante praktijksituaties. Didactische samenhang In de opleiding doorlopen studenten drie fases van opleiden: -

probleemgestuurd, waar studenten vooral de nadruk leggen op de betekenis van praktijksituaties

-

projectgestuurd, waar studenten de nadruk leggen op voorbereiding en uitvoering van praktijkopdrachten en

-

procesgestuurd, waar studenten steeds meer de nadruk leggen op reflectie op de wijze van uitvoeren.

In deze fases van opleiden gebruiken we een mix van onderwijsvormen waardoor we tegemoet komen aan verschillende leerstijlen. Maatwerk Er bestaat bij nagenoeg alle opleidingen de mogelijkheid om tussentijds in- en uit te stromen. Overstappen bij een verkeerde keuze kan tot een jaar met een beperkt aantal inhaalprogramma’s. In beide leervarianten BOL en BBL bestaat er de mogelijkheid om te versnellen binnen het opleidingsprogramma. Maar er bestaat ook de mogelijkheid om te verdiepen. Studenten krijgen de mogelijkheid om binnen werkvormen meer stof uit te diepen. Op deze wijze komen we tegemoet aan verschillende onderwijsbehoeften.


3.3.1 Leren in de onderwijsinstelling

15

Didactisch handelen Alle werkvormen kennen een gelijke basisstructuur: -

Studenten starten met een instructie of demonstratie of praktijkcase in een kleine groep (ongeveer 12 studenten) onder begeleiding of aansturing van een docent,

-

vervolgens werken studenten zelfstandig of in groepjes een opdracht in zelfstudie uit of gaan oefenen of uitproberen onder begeleiding van een instructeur of docent

-

en sluiten af met een evaluatie, demonstratie of uitleg van wat ze bestudeerd of geoefend of uitgeprobeerd hebben en krijgen dan feedback van hun docent.

Het bovenstaande vindt plaats in een dagdeel en kan onderdeel zijn van een weer groter project of opdracht. De werkvormen zijn samenhangend en stimulerend en verschuiven in de loop van de studie van betekenisgericht naar toepassingsgericht naar veranderingsgericht. Studenten leren respectievelijk analyseren en te plannen en uitvoeren en te reflecteren. Het didactisch handelen en de begeleiding zijn daar op afgestemd. In de eerste fase een sterke sturing met uitleg en instructie waarin studenten leren analyseren en problematiseren. In de 2e fase is het didactisch handelen meer trainend en coachend, de student leert steeds meer zelfstandigheid aan. De 3e fase is gericht op reflectie waar de student kwaliteitsnormen leert stellen. Leertijd Er sprake van doelmatige studiebelasting. Er is een adequate afwisseling tussen een meer theoretische benadering van een praktijksituatie en meer praktische benadering. Deze afwisseling werkt stimulerend en levert meer leerrendement op. Binnen het Radius College wordt gewerkt met het roosterprogramma gpUNTIS. Op basis van de roostervoorstellen van de opleidingsteams, binnen de kaders van het Radius-onderwijsconcept, worden de perioderoosters gemaakt. Vanuit gpUNTIS is d.m.v. rapportages de geplande en gerealiseerde onderwijstijd te monitoren. De roosters worden geïmporteerd in het presentiesysteem ComTak, de docenten registreren aan- en afwezigheid per leseenheid. Studieloopbaanbegeleiders krijgen automatisch bericht wanneer hun studenten bepaalde verzuimnormen overschrijden. Leeromgeving Er is afgelopen jaar, maar ook in de jaren daarvoor, veel geïnvesteerd in hardware (machines en computers). De werkplaatsen zijn bijzonder goed geëquipeerd. De informatievoorziening voor studenten verloopt via narrowcasting, de Digitale Informatiegids op de Portal en via de studieloopbaanbegeleiders. Uit enquêtes en panelgesprekken blijkt dat er sprake is van voldoende sociale en fysieke veiligheid. In de omgang is dat merkbaar; het aantal geregistreerde incidenten is in het afgelopen jaar licht toegenomen. Het Radius heeft een klachtenregeling waarbij studenten een kaartje kunnen invullen met de garantie dat men binnen twee weken een reactie op de klacht krijgt. Klachten worden rechtstreeks door de directeur uitgezet en/of afgehandeld en geregistreerd.

In het kalenderjaar 2012 zijn er 39 (2011: 36) incidenten geregistreerd in de ‘incidentenmonitor’. Het betrof: - ongeval zonder letsel 5 - ongeval met zeer licht letsel 16 - ongeval met ernstig letsel 2 - bijna ongeval 2 - gebrek of mankement 2 - anders 12 Alle incidenten hebben de status ‘afgesloten’. Nadere verslaglegging vindt plaats in het ARBOjaarverslag. Het Radius College heeft een goedgekeurd ARBO-beleidsplan, een schoolveiligheidsplan en een calamiteitenplan inclusief ontruimingsplan.


Geregistreerde incidenten

16

3.3.2 Begeleiding Intake en plaatsing Het Radius kent een vaste intakeprocedure. Er zijn centrale intakebijeenkomsten waar informatie gegeven wordt over het Radius College en de opleidingen. Bij de intake is de AMN-test (capaciteiten- en motivatietest) een veelgebruikt instrument. De uitkomsten zijn informatie voor de studieloopbaanbegeleider. Er wordt een individueel intakegesprek gevoerd met studenten die specifieke zorg nodig hebben en met studenten die erom vragen of die moeite hebben met het maken van een opleidingskeuze. Er wordt gebruik gemaakt van het vmbo-doorstroomformulier waarop gegevens over de voorafgaande schoolloopbaan zijn vastgelegd. Op vmbo-scholen wordt voorlichting gegeven over de opleidingen. Studieloopbaanbegeleiding De studieloopbaanbegeleiders binnen het Radius College zijn inmiddels allemaal geschoold in het voeren van portfoliogesprekken. Daarnaast zijn een aantal studieloopbaanbegeleiders geschoold in het voeren van loopbaandialogen. Een overkoepelend studentbegeleidingsbureau, het StudentCarrièreBureau, coördineert en begeleidt de studieloopbaanbegeleiders bij vragen en problemen. Zorg Het StudentCarrièreBureau (SCB) verzorgt de 2e en 3e lijns zorg in het kader van preventie en interventies bij risicoleerlingen. De studieloopbaanbegeleiders zijn voorgelicht en getraind in het begeleiden van studenten met een autistiforme aandoening. Veel studenten met LGF hebben zo’n indicatie. Het hoofd SCB heeft intensief contact met de leerplichtambtenaar en 2e en 3e lijns zorginstellingen. Afgelopen jaar is er voor het Radius College een nieuwe zorgstructuur doorgevoerd. Per team is er nu een trajectbegeleider zorg aangesteld. Het is de SLB-er met voor zijn team extra aandacht en afstemming voor zorgstudenten. Deze trajectbegeleider zorg heeft nauw contact met het hoofd SCB. Er wordt (samen met de studieloopbaanbegeleider en trajectbegeleider zorg) uitvoering gegeven aan het verzuimprotocol en verzuimbeleid. 3.3.3 Leren in de beroepspraktijk


Vanaf het begin van de opleiding lopen studenten al stage (BOL). Het uitgangspunt hierbij is zo snel mogelijk voldoende notie krijgen van het beroep (juiste keuze gemaakt?) en leerstof te plaatsen in de context (weten waar je het voor nodig hebt).

17

StagePlaza (het bureau binnen het Radius College voor de organisatie van stageplaatsen en bezoeken) bereidt de studenten en leerbedrijven voor op de beroepspraktijkvorming, zorgt voor een passende plaatsing en werkinhoud, maakt afspraken met het leerbedrijf over hun begeleiding, volgt en bewaakt de uitvoering van de afspraken en zorgt voor reflectie op de leerervaring.

3.4 Examinering Met ingang van het schooljaar 2011/2012 is de toets-/beoordelingsstructuur van het Radius College fundamenteel veranderd: de summatieve portfoliobeoordelingen zijn vervangen door formatieve portfoliovoortgangsgesprekken en de proeves van bekwaamheid zijn nog het enige kwalificerende exameninstrument. Via de ‘crebovolger’, een tool ontworpen door het Radius College, wordt de ontwikkeling van een opleiding/crebo gemonitord. Op deze manier kunnen de onderdelen die van belang zijn in de (interne) horizontale en verticale verantwoording gemonitord worden. De crebovolger geeft voor de ontwikkeling en verantwoording van een opleiding een aantal acties aan, zoals wie is eigenaar; is het crebo actueel/wordt het uitgevoerd; is het geoperationaliseerd in prestatie-indicatoren, is er een volledig toetsplan, toetsmatrijs en zijn er Proeven van bekwaamheid; is er formatieve toetsing en een portfolio (registratiekaarten); is er informatie voor studenten (gevuld in DIG2); is Yucan gevuld.

In 2012 is een thema-audit examinering gehouden door een intern ROC-auditteam onder leiding van een externe leadauditor bij de opleidingen Betonboorder, Middenkader Engineering en ICTBeheerder. De onderzochte examenstandaarden 2 t/m 6 (examenproducten en examenprocessen) bij Betonboorder werden allemaal met een voldoende gekwalificeerd. Bij Middenkader Engineering waren volgens het auditteam de werkprocessen van kerntaak 3 en 4 niet met een geschikte toetsvorm geëxamineerd; beter zou zijn om de proeve van bekwaamheid over deze kerntaken in de beroepspraktijk uit te voeren i.p.v. gesimuleerd op school. Het instrumentarium voldoet wel aan de dekkingseisen voor de kerntaken 1 en 2. Het gehele instrumentarium voldoet verder aan de eisen voor cesuur en de toetstechnische eisen. De deskundigheid van betrokkenen is voldoende. De eindconclusie m.b.t. de examinering van ICT beheerder is dat deze niet voldoet aan de eisen omdat de gekozen toetsvorm (een groepsopdracht) volgens het auditteam niet geschikt is en omdat een deugdelijk verloop van de beoordeling niet is geborgd. De cesuur en de toetstechnische kwaliteiten van de proeve van bekwaamheid zijn voldoende. De deskundigheid van betrokkenen is geborgd, de afname verloopt deugdelijk en de integrale kwaliteit van examinering wordt voldoende geborgd. Op de aangegeven verbeterpunten zijn onder regie van de Centrale Examencommissie verbeteracties in gang gezet wat heeft geleid tot verbeterde examenproducten voor Middenkader Engineering en ICT-Beheerder. Het nieuwe Handboek Examinering CGO is in december 2011 door de Centrale Examencommissie vastgesteld. Binnen het Radius college is er per afdeling een examencommissie. De formele verantwoordelijkheid voor de wettelijke taken in het kader van de examinering ligt bij de Centrale Examencommissie. De meeste taken worden gedelegeerd aan de afdelingsexamencommissies, die daarmee de feitelijke verantwoordelijkheid dragen t.a.v. de opleidingen/opleidingsteams die onder die afdeling vallen. Per opleidingsteam is er een adviescommissie examens die zorgdraagt voor het DIG = Digitale Informatie Gids, een flexibel digitaal instrument om (papieren) OER’s, informatiegidsen en regelgeving overzichtelijk samen te voegen tot één geheel. 2


Ter voorbereiding op inspectieonderzoeken naar de kwaliteit van examinering en ter voorbereiding op interne examenaudits wordt er een zelfevaluatie (zie Kwaliteitszorg) opgesteld door het onderwijsteam waarvan een of meerdere opleidingen opgenomen zijn in de steekproef.

18

op een zorgvuldige wijze doorlopen van de examenprocedures voor de hen toegewezen opleidingen. Elke afdelingsexamencommissie stelt jaarlijks een rapportage op waarin verslag gedaan wordt van o.a. de vergaderingen, afname examens, beoordelingen, klachten, interne audits, onderzoek naar examenkwaliteit door de inspectie en verbeteracties. De examensecretaris neemt deel aan het Netwerk Examinering van het ROC. Uit de resultaten van de JOB-monitor en het alumni-onderzoek blijkt dat onze studenten tevreden zijn over de examinering. 3.5 Onderwijsteams In deze paragraaf wordt per opleidingsteam in hoofdlijnen beschreven wat er heeft gespeeld in 2012, welke ontwikkelingen in gang gezet zijn, welke speerpunten en voorgenomen beleid gerealiseerd zijn zoals bijvoorbeeld opgenomen in teamplannen enz. Gespecialiseerde Aannemerij De trend van het afgelopen jaar is onmiskenbaar dat er steeds minder instroom is van studenten in de reguliere vakopleiding. Bedrijfstrajecten krijgen een steeds groter aandeel waarbij de samenwerking in de uitvoering met BGA-Boxtel in gang is gezet. Afstemming met en ondersteuning van de BGA-coaches/-instructeurs is opgezet en verder vindt er scholing en intervisie plaats. Ook de samenwerking met het bedrijfsleven in de bedrijfstrajecten is verder geïntensiveerd, met name richt zich dit op de opbouw van het curriculum en het opnemen van bedrijfsspecifieke onderdelen.


Installatietechniek In 2012 zijn er in samenwerking met verschillende bedrijven incompany-trajecten opgezet voor o.a. Leidinggevend monteur en deze trend zal zich in 2013 voortzetten. Ten behoeve van het praktijkgericht werken is er een projectlokaal ingericht en voor de opleiding servicemonteur is er in het praktijklokaal een “duurzame hoek” gerealiseerd met zonneboilers, warmtepompen, HRE-ketels, lage temperatuurverwarming, CO2-gestuurde ventilatie etc.

19

Werktuigbouwkunde In het najaar is er een onderzoek gedaan bij bedrijven en studenten naar de behoefte en arbeidsmarktrelevantie voor een niveau 4 opleiding. Die uitkomst was positief en er wordt nu in samenwerking met het bedrijfsleven gewerkt aan de bouw van het curriculum. De praktijkruimte is het afgelopen jaar grondig vernieuwd met o.a. een nieuw kantbank, watersnijmachines en lasapparatuur. Elektrotechniek Er is een goede samenwerking met Installatiewerk; veel studenten zijn in dient bij InstallatieWerk of worden door hen begeleid, we houden gezamenlijk studentenbesprekingen en we delen samen met hen de praktijkruimte. Op het gebied van nieuwe opleidingen zijn de opleiding tot Elektrotechnisch tekenaar en Werkvoorbereider elektrotechniek ontwikkeld. Op het gebied van eigen scholing zijn een aantal scholingsdagen gevolgd op het gebied van brandmeldsystemen, alarmsystemen, bussystemen en zonnepanelen. Aansluitend op deze scholing is ook de outillage aangepast met de aanschaf van een drietal brandmeldsystemen en met de installatie van zonnepanelen. Verder zijn er ten behoeve van het zo realistisch mogelijk aan hun competenties

kunnen werken door de niveau 2 studenten, in het projectlokaal boxen ingericht voorzien van een Halyesterverdeelinrichting, Itho ventilatiebox en een set gereedschap. Ter verbetering van de overstap vmbo-mbo zijn er gesprekken gevoerd met het Munnikenheide College en het Dongemond College. Intern verzorgen we voor de ict-studenten instructie in de technische kant van het aanleggen van een data-netwerk.

Mediavormgeving In 2012 is de opleiding in Oosterhout gestopt en is de gehele opleiding in Breda ondergebracht. Wel is het Studentenbedrijf GAAV-design in Oosterhout achtergebleven en draait met studenten ook om studenten kans te geven te leren ondernemen. Concentratie leidt tot kwaliteitsverhoging van de totale opleiding. De studentbedrijven hebben een aantal studenten die opdrachten in de mediaproductie verwezenlijken voor echte klanten. In Breda is het studentenbedrijf Madhouse Design actief en heeft daar naast ondernemen ook de doelstelling te excelleren kwaliteit. Op verschillende podia moet het werk van Radiusstudenten opvallen, een goed voorbeeld is de inzending voor Onderwijsstad Breda waarvoor een spraakmakend filmpje is ingezonden. Er is ook gestart met het eerste jaar te veranderen en nu te starten met een ‘bootcamp’ en daarna te werken aan hogere eisen te stellen aan de producten die de studenten afleveren. De eerste ervaring met BriljantNet waar de eerste jaars allemaal een 4 weekse stage lopen zijn positief. Deze verandering wordt daarom voortgezet in het tweede leerjaar. Alle eerste jaars zijn ook gebruik gaan maken van ComTak om de bewijskaarten digitaal te maken. Dit hulpmiddel maakt een einde aan de papieren dossiers die de studenten de afgelopen jaren produceerden. Met dit digitale portfolio wordt het mogelijk in 2013 over te stappen naar de Studievoortgangsmeter.


ICT Binnen ICT zijn de opleidingen herverdeeld en anders ingericht. Binnen niveau 3 is de zelfstandige manier van eigen maken van de leerstof vervangen door een manier van begeleiden en sturen zoals die voorheen alleen bij niveau 2 werd toegepast. Hierdoor is een niveau 2/3 traject gecreëerd waarbij versnellen en vertragen gemakkelijker is geworden, hierdoor is de uitval op met name niveau 3 geminimaliseerd. Qua faciliteiten is bij de opleidingen van niveau 2 en 3 gekozen voor het concept ‘bring your own device’: de school hoeft minder te investeren, studenten zijn zuiniger op de hardware, kunnen apparaten kiezen die hen het beste passen, kunnen apparaten personaliseren. Op het gebied van studentenbegeleiding was de SOM-groep (Structuur Op Maat) een speerpunt; er wordt aan deze groep (met o.a. dyslexie, dyscalculie, ADD en ODD) extra structurele begeleiding en ondersteuning gegeven. Het is gemakkelijker geworden om aan studenten maatwerk aan te bieden, zo is de proeve van bekwaamheid aangepast zodat die ook als ‘losstaande’ tool gebruikt kan worden bij o.a. zij-instromers. In het nieuwe schooljaar is er ook gestart met het opnieuw inrichten van het eerste leerjaar niveau 4, met als doel de studenten beter voor te bereiden op het kiezen van hun uitstroomrichting. De eerste stap (studenten kiezen gedurende leerjaar 1 hun uitstroomkeuze en krijgen een maatwerkkeuzeprogramma) is opgezet en uitgevoerd. De volgende cohorten gaan deze keuze aan het eind van de eerste periode al maken en zullen daardoor in het eerste jaar instromen in “Media en beheer” of “Media en ontwikkeling”. Ten behoeve van de in 2011 gestarte opleiding Geo-ICT is projectgeld toegekend gekregen waardoor verdere uitwerking kan plaatsvinden. Er zijn afspraken gemaakt om de doorlopende leerlijn vmbo-mbo4 verder uit te werken.

20

Bouwkunde Begin 2012 verwelkomden we vanwege de hernieuwde samenwerking met het SSPB Breda de terugkeer van zo’n 180 bbl-studenten Timmeren, Metselen en Tegelzetten van het Markiezaat College naar het Radius College. Met grote en professionele inzet van het team is deze overname, hoewel niet geheel probleemloos, succesvol voltooid. De intake voor het nieuwe schooljaar werd samen met het SSPB voltooid met een belangrijke rol voor de warme overdracht vanuit de vmbo’s en het gebruik van de AMN-testen. De studenten van de opleiding Middenkaderfunctionaris scoorden landelijk hoog met hun inzendingen voor de Bouwtalentwedstrijd Balkenmonde. Dankbaar en trots werden de complimenten van de Raad van Bestuur in ontvangst genomen. Er zijn contacten gelegd voor beroepspraktijkvorming in het buitenland en er werd een studiereis naar Hamburg ondernomen. In het nieuwe schooljaar werd verder de opleiding Kaderfunctionaris Uitvoering gestart. Er is er een toename te constateren in van EVC’s voor zittend personeel; op dit gebied wordt nauw samengewerkt met Kenniscentrum Fundeon. Schilderen Het team Schilderen heeft de volgende speerpunten gerealiseerd: het vullen van de crebovolger met alle opleidingen, de onderwijsplanning duidelijker maken voor de studenten. Verder stond het inspectieonderzoek Staat van de Instelling centraal en de daaruit voortvloeiende verbeteracties zoals het herschrijven van de proeve van bekwaamheid voor kerntaak 2. Ook is in gang gezet het ‘smarter’ maken van het teamplan en het regelmatig monitoren van de realisatie. De voorgenomen verbeteringen voor het onderwijs van niveau 1, zoals herzien van curriculum, onderwijsmatrijs en toetsplan, het aanvullen van onderwijsproducten, zijn nog niet gehaald. Dit heeft nadrukkelijk aandacht gekregen in het teamplan 2013.


Infra In 2012 zijn de voorbereidingen gestart voor het opzetten van de opleiding BBL-4 Landmeetkunde in samenwerking met Bureau Zondag en de BOB (Behartiging Opleidingen Bouwnijverheid). De daadwerkelijk start vond plaats in januari 2013 met een groep van 20 studenten. Naast uitbreiding met BBL-Landmeten kenmerkte het jaar zich vanwege de economische crisissituatie door een teruglopend studentenaantal bij de overige opleidingen. De voorgenomen doorontwikkeling van de opleiding BOL-4 Middenkader Infra en BBL-2 Opperman Bestratingen is doorgeschoven t.g.v. extra benodigde inzet op het primair proces. Bredere inzetbaarheid van de docenten is wel gerealiseerd kunnen worden.

21

Engineering Het curriculum van de opleiding Middenkader Engineering Technicus is deels aangepast en wordt verder doorontwikkeld. De afsluitende proeves van bekwaamheid voor de drie richtingen gaan aan het eind van dit schooljaar voor het eerst afgenomen worden. Met de diverse sectoren uit de branche is overleg opgestart en de samenwerking wordt verder uitgebreid. Dit gaat ook leiden tot de inzet van externen bij de examinering en de deelname van het bedrijfsleven in de adviescommissie examens. De inzetbaarheid van de teamleden wordt verbeterd door scholing en bedrijfsstages; dit was ook nodig vanwege het terugdringen van de boventalligheid in het team. Transport&logistiek De focus lag op de curricula van de verschillende opleidingen en de proeves van bekwaamheid. Een

belangrijke ontwikkeling binnen de opleiding Chauffeur Goederenvervoer is dat de wettelijke vereisten zijn ingebouwd in het curriculum. Daarnaast zijn twee nieuwe curricula ontwikkeld (omdat niet iedere student dezelfde onderdelen hoeft te volgen) waardoor het aanbod nu geschikt is voor studenten zonder C-rijbewijs, voor studenten met rijbewijs voor 2009 behaald en voor studenten met rijbewijs na 2009 behaald. Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent Voor de vier aangeboden uitstromen van Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent zijn nieuwe proeves van bekwaamheid ontwikkeld: voor motorvoertuigentechniek, metaal, ict en transport&logistiek. Verder was het herschrijven van onderwijsmateriaal voor de algemene vaardigheidstrainingen een speerpunt.

Schadehersteltechniek Het team schadeherstel is in 2012 doorgegaan met het ontwikkelen van nieuw onderwijsmateriaal in het Radiusconcept. Er is ook nieuwe inventaris aangeschaft: nieuwe MIG/MAG-lasapparatuur voor zowel lassen van metaal als hardsolderen met CUSi en verder een complete nieuwe elektronische meet- en richtbank volgens de nieuwste technologie van Car-o-liner. De opleidingen schadeherstel hebben in het beroepenveld een goede naam gekregen in de afgelopen jaren en we mogen constateren dat deze positieve geluiden zich uitbreiden wat leidt tot een intensieve interactie tussen het Radius en het bedrijfsleven. Dit is juist nu belangrijk omdat de schadeherstelmarkt krimpt, leerwerkplekken worden schaarser, maar tegelijkertijd een tekort aan vakmensen in de nabije toekomst voorkomen moet worden.


Motorvoertuigentechniek Contacten met het bedrijfsleven vormen een belangrijke schakel. Er zijn leermeesteravonden gehouden met workshops ComTak en Electude en ook Innovam heeft een leermeesteravond verzorgd; er is een klankbordgroep met het bedrijfsleven. Om mogelijke samenwerking te verkennen is er contact met het Markiezaat College, waarbij het delen van kennis en middelen besproken wordt. De doorlopende leerlijn met het vmbo Munnikenheide College wordt verder ontwikkeld en de contacten met andere vmbo-scholen worden uitgebreid. Een van onze leerbedrijven, Van TilburgBastiaanen Groep in Breda, is verkozen tot beste leerbedrijf van het jaar in de mobiliteitsbranche. Bij de Brandweer Breda hebben we vier trainingen verzorgd over alternatieve brandstoffen en aandrijvingen. Op het gebied van inventaris en inrichting is er een vermogensruimte en een testbank geplaatst waardoor het nu mogelijk is om auto’s belast te testen (dit geeft met name een upgrade van de niveau 4 opleidingen); BAM Rail heeft ons een Deutz-motor geschonken; er is een extra opslagzolder geplaatst en ingericht. De huidige onderwijsmaterialen worden verder doorontwikkeld en materiaal van Electude en Delta Press wordt toegevoegd aan het onderwijsmateriaal fase 2. Met IBKI wordt samengewerkt om te komen tot uitbesteding van de proeves van bekwaamheid op niveau 3 en 4. Met alle eerstejaars studenten is het Louwman Museum met ’s werelds oudste privécollectie automobielen in Den Haag bezocht; bijzonder goed ervaren door studenten en docenten. Het team heeft diverse trainingen gevolgd op het gebied van mobiliteit in beweging, heftruck, hybride usa en lezingen gevolgd van de vereniging van automobieltechnici ATC.

22


Mobiele werktuigen Het jaar 2012 betekende voor mobiele werktuigen een jaar van groei. Deze groei ontstond door een toenemende ‘landelijke’ bekendheid, door bedrijfs- en opleidingstrajecten en door een constante focus van het team op de innoverende techniek binnen de branche. Op het gebied van onderwijs is er gestart met een BOL niveau 2 opleiding met de daarbij behorende optimalisatie van het curriculum en onderwijsmaterialen. Deze optimalisatie heeft ook plaats gevonden bij de huidige onderwijsproducten. Er is hard ingezet op evaluatie, herschrijven en/of doorontwikkeling van de reeds aanwezige onderwijsproducten en de proeves van bekwaamheid zijn aangepast aan de meest recente eisen van de onderwijsinspectie. Intern is het OBMech-traject opgestart en extern is de incompany-opleiding bij Abemec opgestart. Door het organiseren van leermeesteravonden is er constructief gewerkt aan het implementeren van het Radiusonderwijsconcept binnen de leerbedrijven. Hierdoor is het mogelijk gemaakt dat er externe beoordelaars worden ingeschakeld bij de proeves van bekwaamheid en dat er in onze werkplaats een constante voorziening is van machines met hedendaagse innoverende techniek. Op het gebied van professionalisering zijn er diverse trainingen en opleidingen gevolgd zoals collega-trainer, vakbeursvoorlichter, Bever PowerAll werkplaatsmanagementsysteem, heftruckcertificaat, PDA-traject en HBO-studies. Om de focus (via Yucan-zelfevaluatie en Radiuscrebovolger) binnen het team op kwaliteit te leggen wordt het teamplan gestructureerd toegepast om zo een continue verbetering te krijgen volgens de PDCA-cyclus. Voor 2013 gaat mobiele werktuigen zich oriënteren binnen de nieuwe opleidingsstructuur van het Centraal Orgaan Mechanisatiebedrijven en de federatie Agrotechniek, die op dit moment een convenant hebben opgestart met alle betrokken partijen waaronder het Radius College. In maart 2013 wordt er ook gekeken of het team Mobiele werktuigen de monteurs van het segment “Greenkeepers” (tuin en park) landelijk kan opleiden.

23

Laboratoriumonderwijs 2012 kenmerkte zich door een forse toename van het studentenaantal van bijna 20% in leerjaar 1 en 2. Dit leidt ook tot een grotere behoefte aan stageplaatsen waardoor de regio noodzakelijkerwijs groter wordt (inmiddels het gebied tussen Antwerpen-Goes-Rotterdam-Amsterdam-UtrechtNijmegen-Eindhoven); met name was extra inspanning nodig voor pathologie en klinische chemie. Fusies van ziekenhuislaboratoria en schaalvergroting en verdergaande automatisering in de chemische industrie zorgt voor spanning op de arbeidsmarkt en op de beschikbaarheid van bpvplaatsen. Er is druk op de onderwijsuitvoering door de verlaging van de bekostigingsfactor. Begin van het jaar is de risico-inventarisatie met een groot aantal benoemde prioriteiten aangeboden. De aanpak van de benoemde prioriteiten is langzaam op gang gekomen. In april hebben er enkele ontruimingen plaatsgevonden n.a.v. een verdachte geur. Na grondige analyse is geen directe oorzaak gevonden in het uitvoeren van het laboratoriumwerk. Studenten geven o.a. middels de landelijke JOBmonitor dan tevreden te zijn met het geboden onderwijs. De rendementscijfers stemmen tot tevredenheid en binnen het werkveld is men tevreden over de kwaliteit van de opleiding en de afgestudeerden (rapport Kenniscentrum PMLF en Bedrijvenonderzoek ROC WB).

4 KWALITEIT 4.1 Kwaliteitszorg Met ingang van schooljaar 2012/2013 is de organisatie van kwaliteitszorg binnen het Radius College gewijzigd. Gezien de ontwikkeling naar resultaatverantwoordelijke teams is er niet langer een Radiuswerkgroep Kwaliteitszorg met een vertegenwoordiger vanuit elke afdeling, maar is de kwaliteitszorg nu belegd bij elke resultaatverantwoordelijk team. Binnen elke afdeling is er een geschoolde en gecertificeerde auditor t.b.v. de interne ROC-audits. De kwaliteit van het onderwijs wordt regelmatig, mede aan de hand van toetsbare doelen beoordeeld en verantwoord en waar nodig op grond van toereikende maatregelen verbeterd. Binnen de teams wordt het instrument ‘Yucan Kwaliteitsmanager’ (een webapplicatie dat het instituut ondersteunt bij zelfevaluaties, audits en het opstellen en beheren van verbeterplannen) ingezet om met behulp van een zelfevaluatie inzicht te geven in de geleverde kwaliteit. Yucan is opgebouwd volgens het INK-model en bevat alle kwaliteitscriteria waaraan volgens het toezichtkader van de onderwijsinspectie voldaan moet worden. Aan het eind van2012 hebben alle onderwijsteams een zelfevaluatie inclusief verbeterplan opgesteld. Daarnaast wordt door de teams het instrument ‘Crebovolger’ gebruikt waarmee gestandaardiseerd de ontwikkeling van een opleiding/crebo gemonitord kan worden. De Crebovolger geeft voor de ontwikkeling en verantwoording van een opleiding een aantal acties aan, zoals wie is eigenaar; is het crebo actueel/wordt het uitgevoerd; is het geoperationaliseerd in prestatie-indicatoren, is er een volledig toetsplan, toetsmatrijs en zijn er proeven van bekwaamheid; is er formatieve toetsing en een portfolio (registratiekaarten); is er informatie voor studenten (gevuld in DIG 3); is Yucan gevuld.

Het Radius heeft in 2011 de webapplicatie Digitale InformatieGids (DIG) in gebruik genomen. Hiermee kunnen de studenten al hun opleidingsgegevens raadplegen via de portal. DIG heeft als voornaamste functie een flexibel instrument te zijn om (papieren) OER’s, informatiegidsen en regelgeving overzichtelijk samen te voegen tot één (digitaal) geheel. Een opleidingsdossier bestaat uit 3 lagen: een ‘top-level’ sjabloon, waarvan de inhoud centraal wordt bepaald door ROC WB; een collegesjabloon dat een instituutsaanvulling is op de ROC-tekst en als derde laag het dossier zelf. Voor het schooljaar 2011/2012 hebben alle opleidingen hun informatie in de vorm van een DIG aangeboden.

In het voorjaar van 2012 waren de opleidingen Betonboorder, Middenkader Engineering Technicus en ICT-Beheerder onderwerp van de interne examenaudit; dit betreft de examenstandaarden 2 t/m 6 van de onderwijsinspectie. De resultaten zijn vermeld onder 3.4 Examinering. In 2012 is er geen brede interne audit geweest omdat het Radius College met de opleiding Gezel Schilder, via een steekproef bepaald, op 4 en 5 oktober 2012 heeft deelgenomen aan een ROC-breed kwaliteitsonderzoek door de onderwijsinspectie, de zogenaamde Staat van de Instelling.

3

DIG = Digitale Informatie Gids, een flexibel digitaal instrument om (papieren) OER’s, informatiegidsen en regelgeving overzichtelijk samen te voegen tot één geheel.


4.2 Beoordeling

24

De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader BVE 2012. Het onderzoek omvatte onderzoek en analyse van documenten, analyse van de zelfevaluatie en onderzoek op locatie, waaronder gesprekken met studenten, docenten en directie/management, observatie onderwijspraktijk en bestudering van schooldocumenten. “De onderwijskwaliteit kenmerkt zich door een inspirerende en evenwichtige uitvoering van het onderwijs. Het onderwijsteam is zeer betrokken bij het onderwijsproces en de studenten en er wordt alert en kwaliteitgedreven gehandeld, in een respectvolle en open sfeer. Hierdoor wordt het onderwijsproces als goed beoordeeld. Het examenproces wordt evenwel als onvoldoende beoordeeld. De reden hiervoor ligt in het besluit om bij een eindtermgerichte examinering een competentiegerichte diploma te verstrekken. Ook voldoet het exameninstrument voor kerntaak 2 daardoor niet. De kwaliteitsborging is nog in ontwikkeling, deze voldoet momenteel niet aan de gestelde criteria. Hieronder lichten wij per gebied de belangrijkste bevindingen toe. Over gebied 1 van het Toezichtkader, het onderwijsproces, was de inspectie heel positief. “De opleiding is samenhangend opgebouwd op basis van de vereisten van het kwalificatiedossier.


De studenten zijn enthousiast en weten goed waartoe zij opgeleid worden en wat het kwalificatiedossier inhoudt. Er wordt gewerkt met projectgestuurd onderwijs, met daarin een sterke balans tussen theorie en praktijk. Met maximaal 12 studenten per groep is er sprake van een kleinschalige setting, waarbinnen op basis van een duidelijke pedagogisch didactische visie het onderwijs op een uitdagende wijze vorm krijgt. Er is een zeer ruime mogelijkheid voor differentiatie. Versnellen of vertragen kan op het niveau van de individuele student. Verdieping of verrijking is ook mogelijk door middel van meer specialistische opdrachten op school of in de beroepspraktijkvorming, waar nodig door een tijdelijke overgang naar een ander bpv-bedrijf. Voor taal en rekenen wordt aangesloten bij het niveau en de ambitie van de student, zodat studenten eventueel aanvullend een vreemde taal kunnen leren. De begeleiding door de docenten is effectief, de studenten worden gestimuleerd tot werkelijk leren en krijgen gerichte feedback. De schriftelijke informatievoorziening naar de student is wel voor verbetering vatbaar. In de studiegids is per schooljaar 2012/2013 een verbetering aangebracht in de informatie over het programma en het kwalificatiedossier, toch is deze informatie summier en spreekt weinig de taal van de student. De mondelinge uitleg en voorlichting aan het begin van de studie echter geeft voor de studenten wel voldoende duidelijkheid.”

25

Verbeterpunten komen voort uit de beoordeling van gebied 2 Examinering en diplomering (toetsinstrument kerntaak 2), gebied 3 Opbrengsten (onvoldoende vanwege grote aantal tussentijdse uitvallers door economische situatie bij bedrijfstraject), gebied 4 Kwaliteitsborging (teamplan moet ‘smarter’). Gebied 5 Naleving wettelijke vereisten is voldoende beoordeeld. In 2012 is het tweede Bedrijvenonderzoek (BOZ) binnen ROC West-Brabant gehouden (eerder in 2009). Het BOZ maakt onderdeel uit van de Planning en Control cyclus, is gebaseerd op het INKmodel en meet de tevredenheid van BPV-biedende bedrijven. De respondenten worden na een vooraankondiging per mail of brief uitgenodigd om de vragenlijst digitaal in te vullen. Samengevat, er zijn resultaten op teamniveau beschikbaar, waren de resultaten als volgt:

Rubriek/vraag

RC

Afd. A

Afd. B

Afd. C

Afd. D

Afd. E

Planning en opstart

3,5

3,3

3,4

3,5

3,6

3,6

Verwachtingen

3,2

3,1

3,0

3,4

3,3

3,4

Inhoud

3,4

3,2

3,2

3,5

3,4

3,5

Beoordelen van de beroepspraktijk

3,3

3,1

3,1

3,5

3,2

3,4

Examineren in de beroepspraktijk

3,5

3,6

3,3

3,7

3,3

3,6

Wetgeving en administratieve processen

3,2

3,1

2,9

3,3

3,3

3,3

Ontwikkelingen in het MBO

2,9

2,9

2,7

3,0

2,8

3,0

Relatiebeheer

3,4

3,3

3,3

3,7

3,4

3,5

Rapportcijfer begeleiding beroepspraktijk

6,1

5,6

5,4

6,7

6,2

6,3

Responspercentage

30%

19%

28%

33%

35%

35%

Respons absoluut

377

54

69

59

97

98

Een score lager dan 3,0 of een rapportcijfer lager dan 6,0 is een aandachtspunt en daar zijn verbeteracties op geformuleerd door de betreffende teams welke zijn opgenomen in hun teamplannen.


In het najaar van 2012 is binnen ROC West-Brabant een interne audit op maatwerktrajecten gestart, een uitvloeisel van een onderzoek door de onderwijsinspectie naar maatwerktrajecten bij P3 Transfer. Binnen het Radius College is onderzoek gedaan naar de maatwerktrajecten bij CROON (cohort 2011 en cohort 2012 bij de opleiding Middenkader Engineering BBL) en Abemec (cohort 2012 bij de opleiding Technicus Mobiele Werktuigen BBL). Op dit moment is er nog geen eindrapport beschikbaar, maar de mondelinge terugkoppeling heeft in ieder geval positieve reacties opgeleverd.

26

5 BEDRIJFSVOERING 5.1 Financiën Verantwoording van geoormerkte gelden Stagebox en Innovatiebox De regelingen Innovatiebox en Stagebox hadden als doel om de onderwijsinnovatie in het mbo te versterken en het aantal stage- en simulatieplaatsen voor moeilijk plaatsbare deelnemers te bevorderen en de begeleiding van deze deelnemers te verbeteren Totaal was er vanuit Stagebox in 2012 beschikbaar € 378.002; hiervan is in totaal voor € 224.125 besteed. De besteding was als volgt verdeeld: stageplaatsenacquisitie € 3.025 en simulatieplaatsen € 221.100. Nog te besteden in 2013 blijft € 153.877. Stageplaatsenacquisistie: ten behoeve van o.a. acquisitie van nieuwe stagebedrijven en het gelijktijdig aanhalen van de banden met het bedrijfsleven in de regio worden bedrijven actief bezocht. Simulatieplaatsen: voor de studenten in opleiding waarvoor niet (tijdig) een geschikte stageplaats beschikbaar is, worden simulatieplaatsen ingericht zodat zij toch hun praktijkervaring kunnen opdoen. Vanuit Innovatiebox (bedoeld om onderwijsinstellingen de mogelijkheid te bieden innovaties op te pakken en te realiseren, gericht op kennisdeling en kennisoverdracht, waarbij het kan gaan om vernieuwing op een al bestaand innovatieresultaat) was er uit 2011 nog een bedrag van € 22 te besteden; de totale besteding in 2012 bedroeg € 160.550. Overige geoormerkte subsidies


Schoolmaatschappelijk werk, deze subsidie wordt verstrekt ten behoeve van schoolmaatschappelijk werk in de instelling, erop gericht dat deelnemers met psychosociale problemen die een voorspoedige schoolloopbaan in de weg staan, tijdig en professioneel geholpen worden dan wel worden doorverwezen naar gespecialiseerde hulp. De toegekende subsidie voor 2012 bedroeg € 126.000, totaal is er besteed € 140.440..

27

Nederlandse taal & rekenen, deze subsidie heeft tot doel om structureel een verhoging te realiseren van de taalen rekenvaardigheden van de studenten (zie gedetailleerde beschrijving 5.5, blz. 37); de ontvangen subsidie in 2012 was € 203.542 (zie 5.5), totaal besteed € 382.823. PDA Zij-instroom: in de WEB staat aangegeven onder welke voorwaarden een leraar benoemd kan worden die niet in het bezit is van een onderwijsbevoegdheid; dankzij een speciaal uitgestippelde route (het zij-instroomtraject) kan de kandidaat meteen voor de klas en wordt tevens in staat gesteld om zijn bevoegdheid binnen 2 jaar te behalen. Subsidie € 22.880, totaal is er € 40.680 besteed.

5.2 Personeel Het totale personeel is te verdelen in de categorieën vast en tijdelijk. Verdeling vast-tijdelijk personeel Radius Meetmoment

Aard

FTE

FTE in %

AANTAL

1-1-2011

Vast

134,2

76,2%

155

Tijdelijk

41,9

23,8%

47

Totaal

176,1

Vast

138,7

85,2%

158

Tijdelijk

24,0

14,8%

28

Totaal

162,7

Vast

143,5

91,1%

166

14,0

8,9%

16

1-1-2012

1-1-2013

Tijdelijk

157,5

Totaal

De gemiddelde FTE-omvang blijft in de jaren 2010 t/m 2012 nagenoeg gelijk n.l. 0,87. Dit geldt zowel voor vast als tijdelijk personeel. In de loop van 2012 zijn 7 personen van het vast personeel ingestroomd in het FPU/ABP keuzepensioen. De deelname aan Bapo is gedurende het gehele jaar nagenoeg constant en heeft een omvang van 8,5 fte.

Vast-tijdelijk in % 100% 90%

23,8

14,8

8,9

80% 60%

Tijdelijk

50% 40%

76,2

85,2

91,1

30% 20% 10% 0%

1-1-2011

1-1-2012

1-1-2013

Vast


70%

28

Naast het vast en tijdelijk personeel worden er ook derden (personeel niet in loondienst, zzp’ers, inzet bureaus t.b.v. onderwijsontwikkeling enz.) ingehuurd voor een bedrag van € 1.454.1821 waarvan ruim 82,5% direct en 17,5% indirect. In 2009 was inhuur derden € 1.973.358 en in 2010 € 1.938.411; afgerond was daarvan driekwart direct en een kwart indirect. De verdeling in direct (onderwijzend) en indirect (ondersteunend) personeel: Verdeling direct-indirect personeel Radius Meetmoment

Aard

FTE

FTE in %

AANTAL

1-1-2011

Direct

128,9

73,2%

147

Indirect

47,1

26,8%

55

Totaal

176,1

Direct

120,9

74,3%

136

Indirect

41,8

25,7%

50

Totaal

162,7

Direct

119,5

75,9%

137

Indirect

38,0

24,1%

45

Totaal

157,5

1-1-2012

1-1-2013

Direct-indirect in fte 129

120,9

140

119,5

120


FTE

100

29

80 60

47,1

Indirect

41,8

40

Direct

38

20

Direct

0 1-1-2011

1-1-2012

Indirect 1-1-2013

De verhouding man-vrouw is als volgt: Verhouding man-vrouw Radius Meetmoment

Aard

FTE

FTE in %

AANTAL

1-1-2011

Man

122,8

69,7%

133

Vrouw

53,3

30,3%

69

Totaal

176,1

Man

116,9

71,9%

127

Vrouw

45,8

28,1%

59

Totaal

162,7

Man

113,3

71,9%

122

Vrouw

44,2

28,1%

60

Totaal

157,5

1-1-2012

1-1-2013

Verhouding man-vrouw 2012 28% Man Vrouw

72%

De leeftijdsopbouw is eind 2012 als volgt (met ter vergelijking voorgaande jaren 2010 en 2011): Leeftijdsopbouw Radius in fte

Categorie

fte

1-1-2012 %

fte

1-1-2013 %

fte

%

20-29 jaar

19,4

11,0%

16,3

10,0%

16,1

10,2%

30-39 jaar

33,8

19,2%

33,0

20,3%

37,1

23,6%

40-49 jaar

37,3

21,2%

42,0

25,8%

32,0

20,3%

50-59 jaar

57,4

32,6%

48,4

29,7%

46,5

29,5%

60-69 jaar

28,2

16,0%

23,0

14,2%

25,8

16,4%

Totaal

176,1

162,6

157,5


1-1-2011

30

Leeftijdsopbouw in fte 20-29

leeftijdscategorie

30-39

1-1-2013

40-49

1-1-2012 1-1-2011 50-59

60-69 0

10

20

30 aantal FTE

40

50

60


Ziekteverzuim Het verzuimpercentage geeft aan welk deel van de werktijd in een maand verloren is gegaan wegens verzuim. Hiertoe wordt de factor ziekte per maand gedeeld door de totale werktijdfactor per maand. Bij de berekening van het verzuimpercentage wordt het zwangerschaps- en bevallingsverlof niet meegenomen.

31

Om trends in verzuimcijfers te ontdekken wordt het 12-maands voortschrijdend gemiddelde gehanteerd. Hiertoe worden de verzuimpercentages van de 11 maanden voorafgaand aan de maand waarvan verslag wordt gedaan, in de berekening meegenomen. Het voortschrijdend verzuimpercentage voor het Radius als geheel was eind december 3,36% (vorig jaar 3,49%) Het voortschrijdend verzuimpercentage voor het direct personeel ligt op 3,23% en voor het indirect personeel ligt het op 3,7%. Het ROC WB-normpercentage is 4%. Alle maanden van 2012 lag het voortschrijdend gemiddelde verzuimpercentage onder de ROC WB-norm. De verzuimpercentages per maand in 2012 variëren tussen 1,45% (augustus) en 4,75% (september).In 2012 is er uitdrukkelijk aandacht besteed aan het volgen van de afwezige zieke medewerker. Er verder heeft een wisseling van bedrijfsarts plaats gevonden. Met het percentage nul-verzuim (het percentage medewerkers dat zich in 2012 niet ziek heeft gemeld) van 39,8% over 2012 voldoen we nog niet aan de ROC WB-norm van 45%. De verzuimfrequentie geeft het gemiddeld aantal verzuimmeldingen per medewerker in een maand weer. Hierbij tellen alleen alle nieuwe ziekmeldingen in de betreffende maand mee. De voortschrijdende verzuimfrequentie was 1,34 (ROC WB-norm 1,30).

5.3 Huisvesting

-

-

-

Locatie Biesdonkweg: bouw gerelateerde opleidingen, waar we willen aansluiten bij onze samenwerkingspartner BouwSchool Breda (voormalig SSPB). o Bouw o Infra (weg uit Etten-Leur, locatie Munnikenheiweg opheffen) o Electro (weg uit locatie Terheijdenseweg 350) o Installatie (weg uit locatie Terheijdenseweg 350) o Schilders (weg uit locatie Kleine Krochten, locatie opheffen) o Betonstaalvlechten (weg uit Etten-Leur, locatie opheffen) Locatie Terheijdenseweg 350 (huidige hoofdlocatie) o Engineering o Metaal (reeds aanwezig + weg uit Etten-Leur, locatie opheffen) o Motorvoertuigentechniek o Mobiele werktuigen o Schadehersteltechniek (weg uit locatie Hekven, locatie opheffen) o ICT o Transport en Logistiek Locatie Terheijdenseweg 348 o Laboratoriumonderwijs o Mediavormgeving


Het hoofdgebouw aan de Terheijdenseweg voldoet onvoldoende aan de normen voor modern onderwijs. Dat geldt ook voor een aantal locaties van het Radius College elders. Gezien de het feit dat de plannen voor nieuwbouw voor het Radius voelbaar verder achterop raken (het economisch en politieke tij zit niet echt mee) kunnen investeringen op gebied van huisvesting niet verder uitgesteld worden. De behoeften aan onderwijsruimten in ons onderwijsmodel is redelijk eenvoudig te duiden: enerzijds hebben we behoefte aan kleine onderwijsruimten, een veilige leeromgeving waar in kleine groepen gewerkt kan worden (communicatie, overleg, analyse, van praktijkcases, enz). Anderzijds is er behoefte aan grote praktijkruimten waarin voorbereide praktijkcases bestudeerd, uitgewerkt en/of geoefend kunnen worden. Zo hebben we in 2012 een aantal kleine PGO-ruimten opgeknapt en ingericht. Daarnaast hebben we in 2012 ook een inventarisatie gemaakt voor een ingrijpende herschikking en/of opheffing van onze dislocaties. Zo denken we voor de komende jaren veel voordeel te kunnen behalen op onze exploitatie. Onze plannen richten zich op twee hoofdlocaties en een dislocatie (i.p.v. 6 dislocaties nu):

32

5.4 Ondersteunende diensten


StagePlaza De dienstverlening van StagePlaza is gedurende 2012 verder uitgebouwd: de eerste VMBO’ers autotechniek van het Munnikenheide College in Etten-Leur zijn met succes door StagePlaza uitgeplaatst naar erkende leerbedrijven in de regio. Binnen het Radiusconcept zou een student vier keer per jaar bezocht moeten worden op zijn werkplek door een BPV-begeleider. Uit de resultaten van de planner, die sinds 2011 actief is binnen StagePlaza, blijkt dat dit voor een aantal teams nog niet haalbaar is. De BPV-begeleider heeft naast BPV-taken ook andere rollen in het primair proces. Het blijkt dat deze activiteiten lastig te combineren zijn, wat zijn invloed heeft op de frequentie van de stagebezoeken. Om de kwaliteit van dienstverlening te kunnen blijven waarborgen is het voorstel gedaan dat StagePlaza, naast acquisitie en matching ook de BPV-begeleiding gaat uitvoeren voor een aanzienlijk deel van de Radiusstudenten. Hiermee verwachten we naast een aanzienlijke kwaliteitsverbetering ook een efficiencyslag te kunnen maken door BPV-begeleiders regionaal in te gaan zetten. Lopende het jaar is er gewerkt aan een implementatieplan en een intern opleidingstraject voor de medewerkers. Naast reguliere activiteiten is er gewerkt aan het implementeren van het BPV-proces in ComTak, het studentenvolgsysteem van het Radius College.

33

PR&Communicatie Na jaren van uitbreiding van de totale PR- en Communicatielijn van het Radius College is vorig jaar de aanpak ingezet voor verdieping en verbetering van diverse onderdelen. Er is bijzondere aandacht geweest voor meer interne communicatie naar studenten toe via portal en narrowcasting. Er verschijnen nu wekelijks meer actuele nieuwsberichten via de verschillende kanalen en ook maken medewerkers vaker gebruik van het aanbod om de bijzondere verrichtingen van hun studenten te presenteren. In september 2011 is Radiusbreed begonnen met opleiding en instructie van vak- en beursvoorlichters; in het najaar van 2012 is deze lijn voortgezet door in kleine groepjes de nieuwe voorlichters instructie te geven. Ook in het najaar van 2013 wordt naar eenzelfde aanpak gestreefd. Er wordt gewerkt aan de bouw van een nieuwe Radius-website waarmee gestreefd wordt naar een betere promotie van het Radius College als geheel en het onderwijsconcept in het bijzonder. Recent onderzoek van de MBO Raad wijst uit dat potentiële studenten zich het meest en het liefst laten informeren via de website. Het PR-budget staat onder druk als gevolg van een ROCtaakstelling, hetgeen de creativiteit prikkelt en dwingt om de keuzes erg scherp te maken. In 2013 wordt een begin gemaakt met het opstellen van een PR-Beleidsplan met een bijpassend kostenoverzicht. Facilitair & Arbo De facilitaire afdeling (conciërge, OLC, repro en magazijn) heeft de nodige efficiëntieverbeteringen doorgevoerd. Zo zijn de processen van werken verbeterd en is er kritisch gekeken naar inzet van materialen, middelen en personen. Van een aantal tijdelijke personeelsleden is afscheid genomen en hiervoor zijn een aantal interne ROC WB-personeelsleden voor terug gekomen. Vanaf 1 november 2012 vallen het OLC, de repro en het magazijn niet meer onder de dienst facilitair maar onder aansturing van afdelingsmanagement,. Daarnaast zijn er binnen ROC WB op facilitair gebied een aantal Europese aanbesteding geweest. Hierdoor hebben we in 2012 een aantal nieuwe leveranciers (o.a. meubilair, catering) waardoor, naast een nog intensiever contact, er op financieel gebied de

nodige besparingen zijn gerealiseerd. Naast deze besparingen heeft er ook een kwaliteitsverbeteringen plaatsgevonden welke in de diverse gebouwen van het Radius College merkbaar zijn. Begin januari zijn er nieuwe risico-inventarisaties gedaan en is er een plan van aanpak gemaakt voor de gebouwen aan de Terheijdenseweg 348 en 350. Op 14 maart 2012 heeft er een groot incident plaatsgevonden op het gebouw aan de Terheijdenseweg 348. Het gebouw is ontruimd omdat er een vreemde niet te herleiden geur zich in het gebouw bevond. Tijdens de ontruiming heeft de professionele dienstverlening de situatie opgeschaald naar een GRIP 1 incident. Naar aanleiding van dit incident heeft er een grootschalig onderzoek plaatsgevonden. Alle mogelijke oorzaken die het incident zouden kunnen veroorzaken zijn onderzocht en uitgesloten. Helaas is er geen aantoonbare oorzaak gevonden. Naar aanleiding van dit incident zijn er diverse bijeenkomsten (in samenwerking met de GGD) geweest voor studenten en docenten in het kader van nazorg. Verder is er ook voor individuele gevallen gezorgd. Deze ontruiming heeft er toe bijgedragen om een grote opschoningsactie te houden binnen de praktijklokalen van het Laboratoriumonderwijs. In het afgelopen jaar is er een externe installatieverantwoordelijke aangesteld. Deze is verantwoordelijk voor aanpassingen en werkzaamheden aan de laagspannningsintallatie en overige elektrische installaties. De incidentenregistratie heeft zoals voorgaande jaren digitaal plaats gevonden. Vanaf het nieuwe schooljaar is hiervoor het programma TIMO in gebruik genomen. De incidenten welke geregisterd zijn, zijn meestal “kleinere” incidenten geweest. Deze zijn afgehandeld en er zijn, indien mogelijk, maatregelen getroffen om een herhaling van dergelijk incidenten te voorkomen. Vanaf 1 mei heeft het Radius College een nieuwe cateraar, deze biedt een ruimer assortiment van gezondere producten en daarnaast worden deze producten gepromoot door scherpe aanbiedingen. Onderwijs & Innovatie De resultaten op de vijf onderscheiden werkgebieden voor 2012 zijn als volgt.

Doelstelling

Uitgevoerde activiteit 2012

Trainingen verzorgen die de bekwaamheid van het personeel verbetert op het gebied van: - toetsing (uitvoeren en ontwikkelen) - onderwijs (uitvoeren en ontwikkelen) - studieloopbaanbegeleiding (uitvoeren) - gesprekstechnieken

Algemeen: Doorontwikkelen digitaal trainingbeheer via webapplicatie Radius Academie: http://academie.radiuscollege.nl - opgestart gebruik maken van beeldmateriaal - trainingsaanbod koppelen aan bekwaamheidsdossier docenten Specifieke trainingen: - Toetsontwikkelaars begeleiden in het ontwikkelen - Training voor en lesobservaties bij de collega-trainers - Opzetten training in het kader van Resultaatverantw teams - Assessorentraining in samenw met Hobéon (tweede groep) - Training “Hoe om te gaan met laag niveau studenten” - BPV-platvormbijeenkomsten - Training loopbaangerichte reflectiegesprekken - Training OLC-medewerkers - Trainen BGA m.b.t. Inspectieproef opleiden en toetsen.


1. Trainen en/of scholen van docenten(teams)

34

2. Onderwijskundig beleid & onderzoek Doelstelling


Landelijk beleid vertalen naar de Radius situatie

Radius:

Verzorgen en ondersteunen van kwalitatief en kwantitatief onderwijsonderzoek

-SLB-evaluatie opgesteld -Verantwoordelingsdocument Versnellen opgesteld Project Puberbrein: -Opleveren iconen activerend onderwijs i.s.m. Tessenderl. -Onderzoek naar resultaten activerend leren i.s.m. Universiteit Utrecht

3. Doorontwikkelen Radius Concept in samenwerking met docenten Doelstelling


Verbeteren en aanvullen van:

Beoordelingsstructuur doorontwikkelen:

- onderwijsvormen - toetsvormen - leertrajectondersteunende vormen

-Bekwaamheidstoets -Studievoortgangmeter (in Comtak) Opgestart handboeken en sjablonen “opfrissen” Opzet digitale beeldenbieb bij onderwijsvormen

4. Implementatie Radius Concept Doelstelling


Vragen die gesteld worden vanuit de organisatie rondom het Radius Concept beantwoorden

Implementeren beoordelingsstructuur: -Bijwonen van Proeve van Bekwaamheid op school Doorontwikkelen crebovolger: -Onderhoudt plegen aan de crebovolger Informatieverstrekking aan studenten. Werkgroep is opgestart. Informatieverstrekking aan studieloopbaanbegeleiders: -Uitreiken van map “informatie voor de SLB’er”


Producten in de onderwijsdatabase metadateren. Idee is ontwikkeld.

35

5. Ontwikkelingen op onderwijsgebied bijhouden Doelstelling


In staat zijn laatste ontwikkelingen en trends op onderwijsgebied om te zetten in kansen voor het Radius

-Project “Het Puberbrein” -Project “Bekwaamheidsdossier voor het personeel” -SHL-certificering behaald


StudentCarrièreBureau Er is vanaf de start van het schooljaar 2012-2013 uitvoering gegeven aan de vastgestelde werkwijze StudentCarrièreBureau en uitvoering gegeven aan het verzuimprotocol en –begeleiding. Om een sectorale opvang te kunnen bieden voor de vroegtijdige schoolverlaters wordt er een heroriëntatiegroep opgezet voor het nieuwe schooljaar. Het Radius College geeft verder mede vorm aan de pilot van het M@zzl project. Ook wordt gewerkt aan keuzeprocessen en het ontwikkelen van loopbaancompetenties van studenten, het integraal en structureel onderdeel maken van het onderwijs en de begeleiding. Verdere ontwikkeling van de werkwijze van het StudentCarrièreBureau waarbij gebruik gemaakt wordt van de ervaringen en evaluatiepunten van het huidige schooljaar met als doel meer duidelijkheid te krijgen over de verschillende rollen in het zorgteam staat op de rol voor 2013 evenals het opstellen van een beleidsnotitie Visie op Studieloopbaanbegeleiding en vormgeving van beleid m.b.t. passend onderwijs.

36

5.5 Taal en rekenen Vanuit de ‘Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen mbo’ was in 2012 voor het Radius College € 203.542 beschikbaar. Deze aanvullende bekostiging heeft tot doel om structureel een verhoging te realiseren van de taalen rekenvaardigheden van deelnemers. De middelen kunnen worden besteed aan één of meer van de volgende activiteiten: aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op intensivering van het taalen rekenonderwijs; toetsing van deelnemers; extra onderwijstijd; nieuwe of aangepaste faciliteiten; professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taalen rekenonderwijs; andere activiteiten die gericht zijn op de intensivering van taalen rekenonderwijs. Scholen kunnen hun eigen keuzes maken in de verdeling van de middelen over de verschillende activiteiten en ook in de fasering daarin. Vanuit het inhoudelijke verslag over 2012 vermelden we hier de belangrijkste zaken.


a) Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen Onder begeleiding van Bureau De Vries Taaltrainingen werkte het team Comtec (Communicatietechnieken) tot juli 2012 aan de ontwikkeling van opleidingsspecifieke taaltaken en de implementatie daarvan, met name ontwikkeld voor Motorvoertuigentechniek, Laboratoriumtechniek, Mediavormgeving, ICT, Wegtransport, Logistiek, Bouwkunde, Weg- en waterbouw, Schilderen en Onderhoud, Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Installatietechniek. Onder begeleiding van Uitgeverij Malmberg en door interne scholing zijn we in 2012 gestart met de Rekenmethode Rekenblokken van Malmberg. Deze methode is webbased, brengt eerst het startniveau van de studenten in kaart en zet dan automatisch de individuele routing uit die voorbereidt op het COE Rekenen. De taaltaken Nederlands zijn afgerond in juli 2012, de implementatie ervan loopt redelijk in de pas. De niveau 4 studenten die deelnemen aan COE Rekenen, zijn gestart met Rekenblokken, de eerste bevindingen (evaluatie methode en studententevredenheid) worden in 2013 verwacht.

37

b) Toetsing van deelnemers Het team heeft een beoordelingsinstrument voor elk van de 5 vaardigheden om onze studenten zo optimaal mogelijk voor te bereiden op centrale examen (Lezen en Luisteren) en om onze studenten zo optimaal mogelijk te beoordelen tijdens de instellingsexamens (Gesprek, Presenteren en Schrijven). In 2012 is geëxperimenteerd met verschillende beoordelingsvormen: deelname aan TOA toetsen (Taal en Rekenen), in het bijzonder het toetsen van Gesprekken en Presenteren m.b.v. zelf ontwikkelde beoordelingsinstrumenten. Het team voert m.b.v. zelf ontwikkelde beoordelingsinstrumenten de schoolexamens Spreken en Gesprekken uit. Het team bespreekt periodiek individuele beoordelingen Schrijven en beoordelingen Gesprek/Presenteren met elkaar om de objectiviteit te optimaliseren. De besprekingen worden als positief ervaren en dragen bij tot het verbeteren van die objectiviteit. c) Extra onderwijstijd In 2012 werd de formatie van het team Comtec uitgebreid met 1,7 fte. Daarnaast werd de begeleide onderwijstijd voor alle BOL- en BBL-studenten 60 minuten per week. Het team is uitgebreid met een docent Taal/Rekenen(0,6), een docent Rekenen (0,5) en een administratieve kracht (0,6) die samen 1,7 Fte vertegenwoordigen".

Dat betekent dat alle studenten tijdens hun opleiding in principe iedere week 1 klokuur begeleid taal/ rekenen op hun rooster hebben staan. Het team is daarom uitgebreid met 1,7 Fte, te weten 1 docent Taal, 1 docent Rekenen en 1 administratieve kracht. Door het inzetten van de administratieve kracht werd de begeleide onderwijstijd sterk verbeterd omdat de docenten zich nog beter op de begeleiding konden concentreren. De administratieve handelingen (die ten koste gingen van de onderwijstijd) worden vanaf 2012 aan de medewerker achter de balie overgelaten. We doelen hierbij op toetsen klaarzetten, verwerken resultaten, maken van afspraken mondeling, te woord staan van studenten, organiseren van toetsweken, bekend maken van resultaten/overzichten, enz.

e) Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal Door het Comtec-team zijn voorlichtingsbijeenkomsten Taal en Rekenen gegeven aan de opleidingsteams. Daarmee zijn alle opleidingsteams en het MT op de hoogte gesteld van de landelijke ontwikkelingen en veranderingen op het gebied van de Nederlandse taal en Rekenen waardoor ze beter inzicht hebben gekregen in de problematiek (voorwaarden, eisen, problemen) en waardoor ze voorbereid zijn op de komende COE’s en Instellingsexamens. Door periodiek met het beoordelingsteam Nederlands de individueel uitgevoerde Gesprekken/Presentaties en Schrijven met studenten te bespreken, verbeteren we de objectiviteit en krijgen inzicht in elkaars plus- en verbeterpunten. Deze evaluaties worden als prettig en leerzaam ervaren en leveren een verhoging van de objectiviteit op. Eventueel kunnen extra trainingen beoordelen (intern of extern) ingezet worden bij gebleken onzekerheid of behoefte aan verdere professionalisering. Twee collega’s zijn begonnen aan studie Engels om aan de grotere behoefte aan Engels (nieuwe richtlijnen examens, COE’s Engels) en aan de hogere eisen in niveau 3 en 4 (zie Kwalificatiedossiers) te kunnen voldoen in de toekomst f) Reflectie op behaalde resultaten in relatie tot de beoogde effecten op taalprestaties Voor de Taal- en Rekenacademie was 2012 een overgangs-/startjaar. In de nieuwe opzet waarin 80 studenten tegelijkertijd 1 klokuur per week en een gedeelte individueel thuis aan taal en rekenen kunnen werken, krijgt het taalen rekenonderwijs op het Radius College een behoorlijke impuls. Het aanbod van wekelijkse taalen rekenlessen is een behoorlijke uitbreiding t.o.v. de voorgaande jaren.


d) Nieuwe of aangepaste faciliteiten Op het Radius College is ervoor gekozen om het taalaanbod aan studenten zoveel mogelijk op maat aan te bieden. Studenten volgen voor een groot deel een individueel traject op het gebied van taal en omdat veel programma’s webbased zijn, kunnen studenten ook thuis hieraan verder werken. De Taal- en Rekenacademie biedt ruimte aan 80 computers en beschikt ook over 2 groepsruimten. Wat studenten individueel kunnen verwerken kan in de ruimte met 80 computers gedaan worden. Daarbij zal het vooral gaan om de vaardigheden lezen, luisteren en schrijven. Voor groepsactiviteiten, zoals het oefenen en toetsen van spreken en gesprekken voeren, kan gebruik gemaakt worden van de 2 groepsruimten. Het streven is om in de loop van 2013 concreet vorm te geven aan de groepsactiviteiten voor spreken en gesprekken voeren. In de sfeer van workshops die aansluiten bij de taaltaken in de digitale Ladekast zal dit verder uitgewerkt worden. Ook voor de vaardigheid schrijven worden workshops ontwikkeld om het taalonderwijs aantrekkelijker te maken, omdat de aanwezige computerprogramma’s niet helemaal voldoen. Afwisseling in werkvormen is niet alleen goed voor de ontwikkeling van taal, maar ook voor de motivatie van studenten.

38


Ook de administratieve uitbreiding (0,6 Fte) binnen de Taal- en Rekenacademie en de professionalisering op het gebied van de administratieve verwerking zijn van groot belang bij het volgen van de student. De SLB’er en de student willen graag op elk moment inzage in de stand van zaken Taal en Rekenen, urgenter geworden i.v.m. naderende instellings-/COE-examens. Omdat deelnemers meer met taal en rekenen in aanraking komen en gestimuleerd worden aan die aspecten te werken waarin ze minder goed zijn, is de verwachting dat de taalen rekenprestaties van de deelnemers verbeteren door de maatregelen die hierboven beschreven zijn.

39

6 VOORUITBLIK NAAR 2013 De Raad van Bestuur kent de hoogste prioriteit toe aan de doelstelling ‘basiskwaliteit op orde’. Daarnaast vraagt de beleidsnotitie ‘Focus op vakmanschap’ van het ministerie de nodige aandacht. On antwoord is ‘Goed onderwijs’ en daarmee een strategische keuze. Deze strategie vereist een integrale aanpak van onderwijs- en personeelsbeleid. Onderwijs In ons onderwijsconcept hebben we in de afgelopen jaren al duidelijk gemaakt hoe we gericht zijn op het aanzetten tot zelfstandige denken leeractiviteiten. Voor een verdere doorontwikkeling profiteren we van onze ver doorgevoerde standaardisering van ons onderwijsmodel. Binnen het Radius College hanteren we voor alle opleidingen hetzelfde onderwijsmodel waardoor alle teams dezelfde onderwijsvormen, roosters, begeleidings- en examenmodellen gebruiken. Dat maakt dat we opleidingen kunnen vergelijken en onderliggende processen kunnen vergelijken. Voor de basiskwaliteit kunnen we de processen en inhoud van onderlinge opleidingen met elkaar vergelijken en mogelijk aanpassen. De standaardisering van het concept maakt het voor ons ook redelijk gemakkelijk aanpassingen te maken voor onderwijstijd. De aanpassing die we dienen te maken voor het ‘Actieplan Focus op Vakmanschap’ 4 is daarmee in voorbereiding. Maar ook op de doorontwikkeling van doorlopende leerlijnen, geven we invulling door zowel inhoudelijk als in vorm aansluiting te creëren met verschillende VMBO’s. Daarmee hebben we een van de punten uit Focus op Vakmanschap ook vormgegeven 5. Personeel

4

Actieplan mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015, Rijksoverheid 2012 Uit: Actieplan mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015, pagina 6 6 McDaniel, O. (2010) Op de grens van individuele verantwoordelijkheid en bestuurlijk verlangen. Onderzoek bij 12 MBO-instellingen naar de professionaliteit van de docent CBE Nederland, Amsterdam 7 Uit: Actieplan mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015, pagina 3 5


De ontwikkeling van de professionaliteit van het personeel is een afgeleide van de ontwikkelingen in het onderwijs. Competentiegericht onderwijs vereist nieuwe ‘rollen’ van het onderwijspersoneel en management (onderwijskundig leiderschap). Voor het op orde brengen van de basiskwaliteit is professionalisering van medewerkers noodzakelijk. Om daaraan te werken hebben we binnen de Radius Academie trainingen ontwikkeld als: ‘inspectieproof werken’ ‘studieloopbaanbegeleiding’, ‘portfoliogesprekken voeren’ enz. Daarnaast hebben we vanuit de studie van Olaf McDaniel 6 over de professionaliteit van de docent, instrumenten ontwikkeld om die professionaliteit te vergroten. Ook hier sluiten we aan bij een van de belangrijkste punten uit Focus op Vakmanschap 7.

40

Radius College INHOUDSOPGAVE

Recommend Documents