RAAK TUSSENRAPPORTAGE1
Projecttitel
:
Duurzame ketensamenwerking bij binnenstedelijke bouwprojecten Projectnummer
:
2010-17-19-M
Penvoerder
:
Hogeschool Rotterdam
Raak subsidieperiode
:
september 2011 – september 2013
Rapportageperiode
:
september 2011 – september 2012
Rapportagedatum
:
oktober 2012
Inleiding
Deze tussentijdse rapportage geeft een indruk van de activiteiten welke zijn uitgevoerd in de periode van 1 september 2011 tot 1 september 2012 voor het project Duurzame ketensamenwerking bij binnenstedelijke bouwplaatsen (Verder DKBB). Bij ieder onderdeel wordt aangegeven hoe de gestelde vraag is geïnterpreteerd en hoe daarvoor een antwoord op wordt gegeven. Hierbij wordt de volgende volgorde aangehouden: (1) uitgangssituatie, zoals gesteld in de aanvraag voor het project DKBB, (2) het proces dat is uitgevoerd op dat onderdeel toegelicht met mogelijke afwijkingen ten opzichte van de aanvraag, (3) de resultaten uit het proces. Om de onderdelen waarop gereflecteerd wordt verder te onderbouwen zijn bijlagen bijgevoegd. In de tekst zal naar deze bijlagen verwezen worden. Twee bijlagen zijn hierbij extra van belang - Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen (Excel bestand): Hierin zijn de activiteiten opgenomen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan tenminste één van de projectonderdelen waarop hieronder gereflecteerd wordt. In kolom A staat aangegeven welke activiteit is uitgevoerd, in de kolommen E t.e.m. N staat een korte reflectie op basis van de onderdelen van het project weergegeven. Deze reflectie wordt per onderdeel (indien meer dan gemiddeld relevant) hieronder beschreven. - Overzicht uitgevoerde onderzoeken (PDF bestand): Hierin staan de door studenten uitgevoerde onderzoeken aangeven (kolom 1 t.e.m. 5), waarna de status van het onderzoek wordt aangegeven (kolom 6). In de kolommen 7, 8, 9 en 10 staat de kennisontwikkeling, de meerwaarde voor de beroepspraktijk, onderzoek en onderwijs aangegeven per onderzoek. Op andere onderdelen van het project wordt niet apart per onderzoek gereflecteerd omdat dit ofwel niet relevant is ofwel vanzelfsprekend. Per onderdeel van het project waarop hieronder wordt gereflecteerd worden niet alle onderzoeken of activiteiten behandeld. De belangrijkste activiteiten en/of onderzoeken voor dat onderdeel worden uitgelicht.
Daar waar sprake is van internationale componenten (zoals bij RAAK-internationaal projecten) dienen deze beschreven te worden bij elk hiervoor relevant onderwerp. 1
1.
Vraagarticulatie en vraagsturing
In uw projectvoorstel heeft u aangegeven wat de huidige situatie/problematiek is in de beroepspraktijk en waarom innovaties gewenst en noodzakelijk zijn. Van daaruit is de onderzoeksvraag voor het project geformuleerd waarbij is aangegeven hoe tijdens het onderzoek vanuit de beroepspraktijk kan worden (bij)gestuurd. Wilt u in het onderstaande aangeven (over de periode na definitieve vaststelling van het projectvoorstel): of nadere vraagarticulatie heeft plaatsgevonden en zo ja, tot welke eventuele aanscherpingen dit heeft geleid?; of en zo ja welke eventuele activiteiten zijn verricht om de sturing vanuit het werkveld te optimaliseren?; in hoeverre daarbij is afgeweken van het projectvoorstel en of wezenlijke onderdelen (doelen, activiteiten, resultaten, etc) van het voorstel moeten worden bijgesteld?
Bij het inzicht geven in de vraagarticulatie en de vraagsturing wordt ingegaan op de vragen van de MKB bedrijven die aanleiding hebben gegeven voor de start van dit project (a), waarna de manier waarop vraagsturing vanuit het werkveld heeft plaatsgevonden en in hoeverre dit overeenkomt met het projectvoorstel (b). Ten slotte wordt ingegaan op de nadere vragen die door de bedrijven zijn gesteld in het afgelopen jaar (c). De belangrijkste vragen die gesteld zijn door bedrijven als inbreng in het project zijn naar voren gekomen tijdens de startbijeenkomst in juni 2011, het symposium in maart 2012 en de expertgroep 2 bijeenkomsten van juni 2012 . Het proces van vraagsturing en de resultaten hieruit worden op basis van deze bijeenkomsten beschreven. Ook op andere momenten zijn echter vragen van bedrijven naar voren gekomen, namelijk naar aanleiding van uitgevoerde onderzoeken, overige bijeenkomsten 3 en individuele gesprekken . a, de vraag van de bedrijven bij aanvang van het project In de aanvraag voor het project DKBB is door de bedrijven de hier samengevatte vraag gesteld: Er is een verschuiving van bouwactiviteiten van nieuwbouw naar binnenstedelijke nieuwbouw en vernieuwbouw. Bedrijven in de bouwketen ondervinden problemen door de manier waarop de bouwketen functioneert. Toeleveranciers ervaren onvoorspelbaarheid in de bevoorrading doordat er onvoldoende gedetailleerd wordt gepland. Als gevolg van last-minute plannen is afstemmen van productie en voorraad op de bouwvraag moeilijk. Het grootste probleem voor transporteurs is de lage beladingsgraad, mede veroorzaakt door ‘last-minute’ of, ‘dedicated’ leveringen aan verschillende bouwplaatsen. Daarnaast ondervinden transporteurs onduidelijkheden in de aanlevereisen, de beperkte toegankelijkheid van bouwterreinen en de ongestructureerde communicatie met uitvoerder. De concurrentie is zeer hoog in de bouwsector, waardoor er weinig marges overblijven en steeds meer bedrijven failliet gaan. Daarnaast is geldt in algemeenheid voor alle bedrijven in de bouwketen dat de bedrijven niet weten hoe zij om moeten gaan met eisen die gesteld worden ten aanzien van duurzaamheid. Het oplossen van deze problematiek lijkt uitgesloten zonder een afdoende coördinatie van de bouwprocessen, of zonder een goede onderlinge afstemming of samenwerking. Daarom is het van belang om in binnenstedelijke bouwketens doeltreffende, doelmatige en duurzame oplossingen aan te dragen. B, Proces van vraagsturing vanuit het werkveld en overeenkomsten met het projectvoorstel In de aanvraag voor het project DKBB is aangegeven dat de vraagsturing zal plaatsvinden door het organiseren van expertgroep bijeenkomsten waarbij een hypothetische casus centraal zal staan. Deelnemende bedrijven brachten tijdens de expertgroep bijeenkomsten en symposia de vragen in en bepaalden daarmee de meest belangrijke aandachtspunten bij nadere invulling van de vervolgstappen van het onderzoek. Hiernaast werd onderzoek uitgevoerd bij de deelnemende MKB-bedrijven dat leidde tot verdere scherpstelling van de vragen. 2 3
Zie bijlage, Samenvattingen bijeenkomsten. Zie bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen, kolom E
Tijdens de startbijeenkomst is de vraag vanuit de bedrijven directe input geweest voor de start van 4 het project DKBB . Maart 2012 is een multi-sectoraal symposium georganiseerd bij Bouwend 5 Nederland , waarin met name het project DKBB centraal stond. Aan dit symposium namen 140 professionals uit de bouwlogistieke keten deel, waaronder veel van de bedrijven die deelnemen aan het project DKBB. Bedrijven hebben door middel van deelsessies feedback gegeven op onderzoeken van studenten en middels werksessies (gericht op de bouwlogistieke hub, beslissingondersteunend rekenmodel, GWW en white paper sessie) zijn vragen geïnventariseerd. Op basis van de uitkomsten van het symposium is een vervolgbijeenkomst gehouden in juni 2012 bij 6 TLN . Deze expertgroep bijeenkomst is gevormd naar de onderdelen die tijdens het symposium het sterkst naar voren kwamen als manieren om (een gedeelte van) de bouwlogistieke problematiek op te lossen. Zo zijn drie deelsessies georganiseerd met de onderwerpen: bouwlogistieke hub, bouwticket en contractvorming. De samenstelling van de groepen bij de verschillende deelsessies was wisselend. In opvolging van het symposium en de expertgroep bijeenkomsten zijn verschillende individuele gesprekken gevoerd met bedrijven voor verdere vraagarticulatie. De bijeenkomsten en de individuele gesprekken hebben geleid tot verder onderzoek door studenten vanaf september 2012. Afwijkend in dit proces ten opzichte van de aanvraag is dat tijdens expertgroep bijeenkomsten nog niet is gewerkt met een hypothetische casus. Deze casus en het bijbehorend beslissingsondersteunend rekenmodel bleken echter niet eenvoudig op te stellen. Een eerste poging voor het tot stand brengen van discussie op basis van een casus verzande in algemeenheden. In februari 2013 wordt een volgende expertgroep bijeenkomst georganiseerd op basis van bouwlogistieke ketens. Hierin wordt een hypothetische casus voorgelegd met een beslissingsondersteunend rekenmodel. Verschillende bouwlogistieke oplossingen kunnen op deze manier door ketenpartners worden geanalyseerd. Op basis van de uitkomst van deze expertgroep bijeenkomsten worden vervolgbijeenkomsten georganiseerd. Naar schatting zullen daarna nog twee of drie expertgroep bijeenkomsten nodig zijn om het gewenste inzicht te verkrijgen. C, nadere vragen die door bedrijven gesteld zijn in de loop van het afgelopen jaar Door middel van de startbijeenkomst zijn de vragen van bedrijven geïnventariseerd waarmee onderzoek is gestart vanaf september 2011. In de bijlage waarin deze startbijeenkomst is beschreven zijn de vragen van de bedrijven in de vorm van opdrachten geformuleerd. Hieronder 7 wordt een samenvatting van de praktische onderzoeksvragen per deelnemer weergegeven : - Gemeentewerken Rotterdam: Er is onvoldoende inzicht op welke wijze relaties in de bouwketen de onderlinge afstemming om problemen op te lossen wordt geregeld. - Heddes Bouw en Ontwikkeling: Hoe kan in het transport van bouwprojecten (teveel) gereden kilometers worden gereduceerd? Het lijkt er op dat dit slimmer kan en met meer coördinatie waardoor veel kosten kunnen worden bespaard? - Heddes Bouw en Ontwikkeling: Er zijn te veel knelpunten in het bouwlogistieke proces. Er vinden te veel afstemmingsproblemen plaats tussen de aannemer, de vervoerder en/of de leverancier. Hoe kan het bouwlogistieke proces worden geoptimaliseerd? - Combex transportbedrijf bv: De bereikbaarheid van bouwprojecten is slecht en de afstemming van wat wordt verwerkt en vervoerd is niet geoptimaliseerd op het vlak van de bouwlogistiek. - Stoel milieu bv: De logistiek van het verwerken en transporteren van bouw en restafval van de bouwplaats naar inzamellocaties is slecht ontwikkeld en wordt als gevolg van allerlei regels beleverd. - LeGrand Nederland: Hoe kan een betere planning in de bouwketen tot stand komen zodat er meer rust ontstaat, dus minder kosten? Maar ook minder problemen voor installateurs in bijvoorbeeld montageprojecten. - Hoek transport/ Cargohopper: Hoek Transport stelt zich de vraag welk effect op de kosten het heeft als er meer bouwprojecten betrokken worden bij het BLCU (bouwlogistiek centrum Utrecht). Tevens wil men weten hoe leveranciers betrokken kunnen worden in het project zonder de leveranciers te verplichten van het BCLU gebruik te maken. 4
Zie bijlage, Samenvattingen bijeenkomsten, startbijeenkomst Zie bijlage, Samenvattingen bijeenkomsten, symposium 6 Zie bijlage, Samenvattingen bijeenkomsten, inspiratiesessie juni 2012 7 Zie bijlage, Activiteiten en bijdrage aan projectonderdelen, kolom E 5
-
EVO: Wat zijn de mogelijkheden voor het standaardiseren van verpakkingseenheden van bouwmaterialen? EVO: Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen voor toepassen van binnenvaart in de bouwketen en aangeven van de oplossingen voor de beperkingen? Clockwork BPM: Informatie van verschillende partijen in de bouwketen moet gedeeld worden. Hoe kan informatie tijdig beschikbaar gemaakt worden in de bouwketen? Brink Twente: Waaraan moeten ICT pakketten voor de planning van bouwmaterialen leveranties voldoen en software leveranciers bieden mogelijkheden? Brink Twente: Wat is de meest efficiënte, effectieve en duurzame distributiewijze bouwmaterialen en wat zijn mogelijkheden hierbij voor bouwmaterialen DC’s?
Het symposium heeft in het teken gestaan van de eerste resultaten uit onderzoeken. Vraagsturing heeft decentraal plaatsgevonden in de vorm van feedback op lopende projecten van studenten. De vragen en opmerkingen van de bedrijven op basis van deze presentaties zijn meegenomen door de studenten. De werksessies hebben concreet de volgende vragen opgeleverd: - Hoe kan een beslissingsondersteunend rekenmodel worden opgezet zonder te verzanden in teveel details? - Welke mogelijkheden zijn er op het gebied van samenwerking en contractvorming? - Heeft een bouwlogistieke uitvoerder als centrale regisseur een toegevoegde waarde? - Wat is het programma van eisen dat gesteld moet worden aan een bouwlogistieke hub? - Heeft het aanstellen van een logistiek manager vanaf de aanbestedingsfase nut? - Hoe kan afstemming tussen leveranciers en de bouwplaats georganiseerd worden? Naar aanleiding van deze vragen is in juni 2012 een vervolgsessie georganiseerd in de vorm van een expertgroep bijeenkomst waarin de onderwerpen bouwlogistieke hub, bouwticket en contractvorming centraal stonden. Deze bijeenkomst heeft concreet de volgende vragen opgeleverd: - Gekeken moet worden of toepassing van een bouwticket overal zinvol is. Belangrijk bij het toepassen van het bouwticket is ook hoe om te gaan met urgente leveringen. - Om het bouwticket verder te verspreiden is het belangrijk om een standaard bouwticket te ontwikkelen. - Geloof dat het bouwticket een oplossing kan bieden voor afleverings-, communicatie- en afstemmingsproblemen moet ontwikkeld worden. Door een standaard te ontwikkelen en pilots waaruit resultaten zichtbaar worden zal verder vertrouwen in het gebruik van een bouwticket in de bouwlogistieke keten toenemen. - Er moet een partij zijn die het bouwticket als aanpak en methode willen dragen zodat onderzoek kan plaatsvinden en er pilot projecten gestart kunnen worden. - Workx heeft de specifieke vraag hoe het aantal ad-hoc leveringen gereduceerd kunnen worden (via een systematischer aanpak). Dit is nodig om het bouwticket bruikbaar te maken. - De voordelen van de bouwlogistieke hub wordt ingezien, maar gezien de cultuur en de huidige werkwijze zullen partijen in de bouwketen verder overtuigd moeten worden. Dit kan door monitoring van (succesvolle) pilotprojecten, doorrekening van de effecten en het om tafel brengen van betrokkenen - Bedrijven hebben behoefte aan nader inzicht in de werking van bouwlogistieke hubs en stellen daarom voor een bezoek aan bouwlogistieke hubs in Londen voor kennisuitwisseling te organiseren. - DHL Supply Chain heeft aangegeven dat zij input wil leveren voor verder onderzoek op basis van hun ervaring met bouwlogistieke hubs in Londen. Zij willen ook graag een onderzoek naar de mogelijkheid om een dergelijke hub op te starten in Nederland. - Partijen geven aan dat meer onderzoek nodig is om de aanbestedingsprocedures en de rol van inkoop bij gemeentes, aannemers en toeleveranciers te onderzoeken.
2.
Netwerkvorming
In het projectvoorstel heeft u aangegeven binnen welk netwerk het project zou gaan plaatsvinden en welke belangen elk van de partners binnen het netwerk heeft. Ook zou de duurzaamheid van de netwerkvorming worden geborgd. Wilt u in onderstaande aangeven welke activiteiten in dit verband (tot nu toe) zijn verricht en waartoe dat in termen van de beoogde netwerkvorming heeft geleid? Wilt u ook aangeven in hoeverre daarbij is afgeweken van het projectvoorstel en of wezenlijke onderdelen (doelen, activiteiten, resultaten, etc) van het voorstel moeten worden bijgesteld? Bij het inzicht geven in de netwerkvorming wordt ingegaan op het netwerk in de aanvraag voor dit project is aangegeven (a), waarna wordt aangegeven hoe netwerkvorming is georganiseerd in het afgelopen jaar (b). Ten slotte wordt aangegeven wat het huidige netwerk van bedrijven en instellingen is dat betrokken is bij het project DKBB (c). De belangrijkste activiteiten die zijn uitgevoerd om het netwerk voor het project te vergroten zijn het 8 symposium in maart 2012 en de expertgroep bijeenkomsten van juni 2012 geweest. De manier van het organiseren van de netwerkvorming en de resultaten hieruit worden dan ook op basis van deze bijeenkomsten beschreven. Ook op andere momenten zijn echter partijen toegevoegd aan het netwerk, namelijk naar aanleiding van uitgevoerde onderzoeken, overige bijeenkomsten en 9 individuele gesprekken . A, het netwerk bij aanvang van het project De aanvraag is ontwikkeld in samenwerking met TLN, EVO, Bouwend Nederland, Programma Duurzame Logistiek/Connekt, HIBIN, TNO en de TU-Delft. De consortiumpartners vormen het platform Logistiek in de bouw. De deelnemende MKB-bedrijven zijn voorgesteld door de brancheverenigingen die in het platform zetelen om hun betrokkenheid bij innovaties in de bouwketen en/ of om hun grote interesse om innovaties in de bouwketen tot stand te brengen. De MKB-bedrijven die deelnemen aan dit onderzoek, vertegenwoordigen hiermee de gehele bouwketen: van toeleverancier (HIBIN), aanvoer bouwmaterialen (TLN en EVO) tot het daadwerkelijke bouwen (Bouwend Nederland). B, proces van netwerkvorming en overeenkomsten met het projectvoorstel In de aanvraag voor het project DKBB is aangegeven dat het project past in de structuur die beoogd wordt in het platform “Logistiek in de Bouw”. Dit platform wordt breed ondersteund door de participerende leden en zal tijdens het onderzoek maar ook na het onderzoek er zorg voor dragen dat de kennis op de juiste wijze wordt ontwikkeld en een afdoende kwaliteit heeft wordt gecirculeerd naar de achterban van de leden. Vanuit het platform worden bedrijven, verenigingen en kennisinstellingen betrokken bij het toepassingsgericht onderzoek. Door de inzet van de deelnemende bedrijven en de het platform “Logistiek in de Bouw” is de bouwlogistieke keten geactiveerd om deel te nemen aan het symposium, maart 2012 en de expertgroep bijeenkomsten, juni 2012. Tijdens deze bijeenkomsten zijn rondetafels en een afsluitende borrel georganiseerd waardoor bedrijven met elkaar en met de consortiumpartners van het project DKBB in contact zijn gekomen. In het komende jaar zullen de opgebouwde relaties verder versterkt worden door rondom specifieke bedrijven in bouwketens expertgroep bijeenkomsten te organiseren. Door middel van het afsluitende symposium wordt verwacht dat aanvullende bedrijven enthousiast worden voor het onderwerp en duurzaam betrokken worden bij verdere ontwikkeling van bouwlogistieke ketens. C, het huidige netwerk van bedrijven en instellingen die betrokken zijn Bij het symposium waren in totaal 140 professionals uit de bouwlogistieke keten aanwezig. Tijdens de daaropvolgende expertgroep bijeenkomst van juni 2012 zijn 29 professionals uit de bouwlogistieke keten aanwezig geweest. In totaal zijn na het symposium en deze expertgroep bijeenkomst 36
8 9
Zie bijlage, Samenvattingen bijeenkomsten. Zie bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen, kolom F
bedrijven aangemeld als RAAK deelnemer (waarvan 29 MKB bedrijven) en zijn 160 bedrijven en 10 instellingen betrokken bij het project DKBB . De bedrijven die actief deel hebben genomen aan het project DKBB zijn nagenoeg allen bedrijven die een rol vervullen in de bouwlogistieke keten. De publieke instellingen die zijn betrokken, zijn opdrachtgevers en regelgevers, zoals gemeentes en Rijkswaterstaat. Zij bepalen voor een belangrijk deel de randvoorwaarden waarbinnen de bouwprocessen worden vormgegeven. Hiernaast zijn, mede door de extra impuls die is verkregen door het project DKBB aan het onderwerp bouwlogistiek twee partijen aangehaakt bij het platform Logistiek in de bouw, namelijk Hogeschool van Amsterdam en Rijkswaterstaat.
10
Zie bijlage, Overzicht deelnemende bedrijven
3.
Kenniscirculatie
In het projectvoorstel is aangegeven hoe de kennis tussen de verschillende partijen zou moeten 'stromen' en wat de inbreng en rol van de verschillende partners zou zijn. Ook is aangegeven hoe het project de duurzaamheid van de kenniscirculatie zou borgen. Daarnaast is ingegaan op de disseminatie naar stakeholders buiten het consortium. Wilt u in onderstaande aangeven welke activiteiten in dit verband (tot nu toe) zijn verricht en welke resultaten zijn behaald. Wilt u ook aangeven in hoeverre daarbij is afgeweken van het projectvoorstel en of wezenlijke onderdelen (doelen, activiteiten, resultaten, etc) van het voorstel moeten worden bijgesteld? Bij het inzicht geven in de kenniscirculatie wordt ingegaan op kenniscirculatie zoals dit in de aanvraag voor dit project is aangegeven (a), waarna wordt aangegeven hoe kenniscirculatie is georganiseerd in het afgelopen jaar (b). A, kenniscirculatie zoals dit in de aanvraag is aangegeven In de aanvraag voor het project DKBB is aangegeven dat dit project een onderdeel is van het platform Logistiek in de bouw. Dit platform geeft in de opzet een duurzame vorm aan het ontwikkelen en delen van kennis en innovatie rondom de gestelde problematiek. De expertgroep bespreekt en onderzoekt de opgestelde casus tijdens een expertgroep bijeenkomst, waarin de problemen worden verhelderd. Tevens zal er bij (MKB-) bedrijven toegepast onderzoek worden gedaan. De bevindingen uit het onderzoek worden gepresenteerd tijdens een symposium dat twee maal (één per jaar) wordt georganiseerd en tijdens expertgroep bijeenkomsten. De oplossingen, bijeenkomsten en symposia kunnen vervolgens weer verdere onderzoeksvragen oproepen. Hiermee is een continu proces van kennisontwikkeling en kennisdeling gewaarborgd. Buiten de aanpak en de instrumenten die zijn gekozen wordt de kenniscirculatie ook gevoed doordat de lectoren van Sustainable Solutions, en de vertegenwoordigers van Bouwend Nederland, EVO, TLN, HIBIN, TNO en de TU- Delft hun uitgebreide netwerk aanspreken. Hiermee worden verdere vragen uit de praktijk binnen het project gebracht en kennis vanuit het project gedeeld met hun netwerk. Resultaten die behaald worden uit de expertgroep bijeenkomsten en onderzoeken worden gepubliceerd op de website “Logistiek in de bouw” welke bij de start van het onderzoek gelanceerd zal worden. Daarnaast worden notulen van de bijeenkomsten en de symposia naar de deelnemers aan de bijeenkomsten en symposia gestuurd. B, de vormgeving van kenniscirculatie in het project Belangrijke activiteiten die zijn uitgevoerd om kenniscirculatie te organiseren is het symposium in 11 maart 2012 en de expertgroep bijeenkomsten van juni 2012 geweest. Ook is de opzet van 12 communicatie rondom het project DKBB en het platform Logistiek in de bouw van belang voor de kenniscirculatie. De kenniscirculatie wordt dan ook op basis van het symposium, de expertgroep bijeenkomst in juni 2012 en de communicatie beschreven. Op alle andere manieren heeft echter ook kenniscirculatie plaatsgevonden, bijvoorbeeld tijdens de uitvoering van onderzoeken, individuele 13 gesprekken en andere bijeenkomsten . De bijdrage die het symposium van maart 2012 heeft geleverd aan de kenniscirculatie is: - Er is een schets gegeven aan alle deelnemers door het platform logistiek in de bouw, met als hoofdspreker Age Vermeer over het belang van bouwlogistiek. - 5 presentaties zijn gegeven door studenten over onderzoek in het kader van het project. Dit waren presentaties met betrekking tot het BLCU, SCOR ketenanalyse, Planning van infrastructurele werken en twee presentaties ten aanzien van het bouwlogistieke rekenmodel waren presentaties met betrekking tot het BLCU, SCOR ketenanalyse, Planning van infrastructurele werken en twee presentaties ten aanzien van het bouwlogistieke rekenmodel - Lopende onderzoeken hebben sturing gekregen van bedrijven door directe feedback op de presentatie of naar aanleiding van de daaropvolgende parallelle sessies. 11
Zie bijlage, Samenvattingen bijeenkomsten en bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen Zie bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen 13 Zie bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen, kolom G 12
-
-
Vier parallelle sessies met expertgroep bijeenkomsten zijn georganiseerd waarbij de deelnemers kennis hebben genomen over de onderwerpen bouwlogistieke hub, planning infrastructurele werken, white paper sessie en het bouwlogistiek rekenmodel. Op basis hiervan hebben deelnemers gediscussieerd. Het eindresultaat is een mindmap geweest. Verder inzicht is verkregen in de problematiek op deze gebieden. Er is een plenaire een afsluiting gehouden met terugkoppeling uit de expertgroep bijeenkomsten. Er is uitgebreid de ruimte geboden voor borrelen. Dit heeft een belangrijke meerwaarde gebracht voor ongedwongen het uitwisselen van kennis. De resultaten van de het symposium zijn gedeeld met de deelnemers middels het versturen van verslagen van de bijeenkomsten. Ook zijn deze verslagen geplaatst op de site “logistiek in de bouw”. Updates op deze site worden gedeeld via twitter, @logistiekidbouw.
De bijdrage die de expertgroep bijeenkomst van juni 2012 heeft geleverd aan de kenniscirculatie is: - Studenten hebben een introductie van het onderwerp gegeven op basis van hun onderzoeken. Dit ter inleiding van de onderwerpen Bouwlogistieke hub, bouwticket en contractvorming - Drie sessies zijn georganiseerd waarbij de deelnemers kennis hebben genomen over de onderwerpen bouwlogistieke hub, bouwticket en samenwerking/ contractvorming. Op basis hiervan hebben deelnemers gediscussieerd. Verder inzicht is verkregen in de mogelijkheden en de problematiek van het invoeren van de aangedragen best-practices. - Er is uitgebreid de ruimte geboden voor napraten. Dit heeft een belangrijke meerwaarde gebracht voor ongedwongen het uitwisselen van kennis. - De resultaten van deze expertgroep bijeenkomst zijn gedeeld met de deelnemers middels het versturen van verslagen van de bijeenkomsten. - Ook zijn deze verslagen geplaatst op de site “logistiek in de bouw”. Updates op deze site worden gedeeld via twitter, @logistiekidbouw. De bijdrage die de communicatie levert aan de kenniscirculatie is - dat kennis wordt ontsloten naar stakeholder binnen en buiten het project DKB middels de website “Logistiek in de bouw14”, de LinkedIn groep Logistiek in de bouw en het twitter-account @logistiekidbouw; - Consortiumpartners hun uitgebreide netwerk aanspreken om verdere vragen uit de praktijk binnen het project te brengen en kennis vanuit het project te delen met hun netwerk. - Dat consortiumpartners kennis delen door publicaties in nieuwsbrieven en vakbladen te plaatsen In het afgelopen jaar is het maken van de website en de oplevering hiervan moeilijk gebleken. Om de ontsluiting van kennis via dit kanaal tijdelijk mogelijk te maken is in maart 2012, vóór het symposium een tijdelijke site gecreëerd. Deze tijdelijke site wordt per september 2012 meer structureel onderhouden en gevoed. Een professionele site is in ontwikkeling en wordt voor 2013 opgeleverd en in gebruik genomen. Een Wiki is hiermee ook niet in gebruik al hoewel de tijdelijke website ruimte biedt voor het plaatsen van best-practices. Hierbij moet ook aangemerkt worden dat van de bekende best-practices er nog te weinig diepgaand inzicht is om de best-practice te delen op de website. In het komende jaar zal de website nader ingevuld worden en verplaatst worden naar een professioneel ingerichte omgeving. Tevens zal de website en de LinkedIn discussiegroep worden gebruikt om kennis te verzamelen, te verwerken en te delen. Kenniscirculatie zal ook tot stand worden gebracht door een werkbezoek samen met enkele MKB ondernemers aan een bouwlogistieke hub in Londen, door twee á drie expertgroep bijeenkomsten rondom de hypothetische casus en door een symposium.
14
http://logistiekindebouw.wordpress.com/
4.
Kennisontwikkeling
In het projectvoorstel is aangegeven hoe het project aansluit bij state-of-the-art kennis op het onderzoeksthema en op landelijk aanwezige kennis. Het voorstel bevatte een onderzoeksopzet met fasering en deelactiviteiten en benoemde de methodes van onderzoek die ingezet worden voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Wilt u in onderstaande aangeven in hoeverre het onderzoek reeds heeft geleid tot nieuwe kennis en inzichten en welke (onderzoeks)activiteiten in dit verband (tot nu toe) zijn verricht en welke resultaten zijn behaald. Wilt u ook aangeven in hoeverre daarbij is afgeweken van het projectvoorstel en of wezenlijke onderdelen (doelen, activiteiten, resultaten, etc) van het voorstel moeten worden bijgesteld?
Bij het inzicht geven in de kennisontwikkeling wordt ingegaan op de fasering en deelactiviteiten die in de aanvraag voor dit project zijn aangegeven (a), waarna wordt aangegeven hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden in het afgelopen jaar en de mogelijke afwijkingen hierbij ten opzichte van de aanvraag (b). Ten slotte wordt aangegeven wat de resultaten uit het onderzoek binnen het project DKBB zijn (c). De belangrijkste activiteiten die zijn uitgevoerd met betrekking tot het onderzoek zijn de onderzoeken welke zijn uitgevoerd door de studenten. De manier waarop het onderzoek heeft plaatsgevonden alsook de resultaten hieruit worden beschreven. Ook met andere activiteiten is echter onderzoek 15 uitgevoerd, onder andere tijdens expertgroep bijeenkomsten, het symposium en andere activiteiten . A, de fasering en deelactiviteiten die in de aanvraag zijn aangegeven Om uiteindelijk te komen tot oplossingen voor geconstateerde problemen in binnenstedelijke bouwlogistieke ketens zijn 4 centrale vragen opgesteld. Deze centrale vragen vormen ook grofweg de projectfasering. De centrale vragen en de fasering hierbij zijn: - Jaar 1 (fase 1 en 2), inventarisatie: Welke belangrijke problemen op het gebied van samenwerking, coördinatie en afstemming tussen MKB-bedrijven in bouwketens zijn te onderkennen en op welke wijze hebben zij invloed op de effectiviteit, efficiency en duurzaamheid van bouwlogistieke processen van binnenstedelijke bouwprojecten? - Jaar 2 (fase 3), analyse: Welke oplossingen op het gebied van samenwerking, coördinatie en afstemming tussen MKB-bedrijven in bouwketens kunnen worden ontwikkeld en op welke wijze hebben zij invloed op de effectiviteit, efficiency en duurzaamheid van bouwlogistieke processen van binnenstedelijke bouwprojecten? - Jaar 2 (fase 3), synthese: Hoe kan het effect van de voorgestelde oplossingen op het gebied van samenwerking, coördinatie en afstemming tussen MKB-bedrijven in bouwketens met betrekking tot de effectiviteit, efficiency en duurzaamheid van bouwlogistieke processen van binnenstedelijke bouwprojecten worden bepaald en hoe scoren de opgestelde oplossingen? - Jaar 2 (fase 4), evaluatie: Hoe kunnen de voorgestelde oplossingen op het gebied van samenwerking, effectiviteit, efficiency en duurzaamheid, worden geïmplementeerd bij de (deelnemende) MKB-bedrijven en in de bouwlogistieke processen van binnenstedelijke bouwprojecten? B, proces van onderzoek en de overeenkomsten met het projectvoorstel In het afgelopen jaar heeft de nadruk in het onderzoek gelegen in het beantwoorden van de eerste centrale vraag waarin inventarisatie van de problematiek centraal staat. Om het onderzoek direct vanaf september 2011 op te starten is vanaf juni 2011 geworven voor het invullen van de stage opdrachten die bedrijven beschikbaar hebben gesteld tijdens de startbijeenkomst (zie punt 1, vraagarticulatie en vraagsturing). Hiermee zijn direct per september 2011 zeven studenten gestart met de (inventarisatie) opdrachten bij verschillende bedrijven. In het afgelopen jaar zijn de volgende 16 onderzoeken gestart : - Heddes, efficiënte logistiek; - Heddes, transportcoördinator; - Heddes, model voorspelling en afstemming bouwtransporten; - EVO, verhogen beladingsgraad; 15 16
Zie bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen, kolom H Zie bijlage, Overzicht uitgevoerde onderzoeken
-
Hoek Transport, bouwlogistiek centrum levering van goederen aan de bouwplaats; Hoek Transport, afhandeling van goederen op de bouwplaats; TLN, planning bij infrastructurele werken; Connekt, Keuzemodel aan- afvoer bouwmaterialen; Connekt; Mourik, Binnenvaart en bouwstromen; Stoel Milieu, Afval vanaf bouwplaats; Combex, Campus Hogeschool van Amsterdam (HvA); VBK, Contractvorming; VBK, SCOR onderzoek; Brink Twente, Overslagconcepten bouwmaterialen; Legrand Nederland, planning toeleverancier; Waal, SCOR onderzoek; Kenniscentrum, Inventarisatie aanvoer op de bouwplaats; Gemeentewerken Rotterdam, netwerk inventarisatie; Gemeentewerken Rotterdam, bouwverkeer en luchtkwaliteit; TU Delft, keuzemodel bouwlogistiek; Kenniscentrum/ Gemeentewerken Rotterdam, inventarisatie voor hypothetische casus; Kenniscentrum, Werkvoorbereiding versus uitvoering; Kenniscentrum, Duurzaam proces bij ontwerp; Kenniscentrum, Contracten in de bouw; Kenniscentrum, BIM en afstemming; Kenniscentrum, Invloed van architect op bouwproces; Kenniscentrum, Aan- en afvoerstromen; IBB, Keuzevak, Inventarisatie bouwverkeer Rotterdam; IBB, Keuzevak, Inventarisatie bouwlogistiek; Lectoraat logistics, Inventarisatie best-practices bouwlogistiek; Lectoraat logistics, bouw van een hypothetische casus; Lectoraat logistics, Environmental impacts of construction site logistics.
Ook de consortiumpartners voeren onderzoeken uit en ontwikkelen kennis op het gebied van bouwlogistiek. Zo heeft TNO in opdracht van TLN een onderzoek gedaan naar trends in 17 bouwlogistiek en heeft TNO eveneens een rapport geschreven over bouwlogistieke oplossingen 18 voor binnenstedelijk bouwen waarin veel van de huidige best-practices in Nederland aangehaald worden. Veel onderzoeken hebben een inventariserende functie gehad en hebben daarmee waardevolle input geleverd voor het project DKBB. Veel van de onderzoeken waren ook gericht op het vinden van oplossingen voor de problemen. Hiermee is in het afgelopen jaar ook een voorzichtige start gemaakt met de analyse en de synthese. Dit heeft ervoor gezorgd dat de mogelijke oplossingsrichtingen en benodigdheden daarvoor in grote lijnen bekend zijn. Om logistieke oplossingen in de bouwlogistieke keten verder te onderzoeken zullen in het komend jaar de volgende onderzoeken plaatsvinden: - Uitvoeren van ketenanalyses aan de hand van het SCOR model om de huidige processen verder in kaart te brengen; - Opstellen van een beslissingsondersteunend doorrekenmodel van bouwlogistieke oplossingen. Hiermee zullen kosten, baten en de CO2 uitstoot worden doorgerekend. Hiermee kunnen beslissingen genomen worden over logistieke maatregelen en over het verdienmodel per schakel in de bouwlogistieke keten; - Opstellen van een hypothetische casus van een binnenstedelijke bouwplaats met verschillende bouwopgaven waarop de verschillende bouwlogistieke oplossingen kunnen worden getoetst; - Rondetafelgesprekken op basis van de hypothetische casus met ketens van bedrijven; - Ondersteunende onderzoeken bij bedrijven die deelnemen aan de rondetafelgesprekken; - Uitvoeren van een pilot project met toepassing van een bouwlogistieke hub. Ondersteunend hieraan zullen de onderzoeken naar literatuur en de internationale vergelijking op het 17
Merriënboer, S. Van, ea., Trends in bouwlogistiek, kansen voor vervoerders van bouwmaterialen, Delft, april 2012 18 Quak, H., ea., Bouwlogistieke oplossingen voor binnenstedelijk bouwen, Delft, september 2011
gebied van binnenstedelijke bouwlogistiek verder uitgevoerd worden. Daarnaast worden ondersteunend ook de volgende onderzoeken opgestart: - Onderzoek naar de rol van gemeentes rondom regelgeving bij binnenstedelijke bouwlogistiek; - Best-practices op het gebied van binnenstedelijke bouwlogistiek worden verder in kaart gebracht (Heijmans); - Onderzoek naar de mogelijkheid voor consolidatie door transportbedrijven (Brink transport); - Onderzoek naar het afgestemmen van de aanlevering aan de bouwplaats door toeleveranciers (Strukton). C, de resultaten uit het onderzoek In bijlage, samenvattingen uitgevoerde onderzoeken zijn de samenvattingen te vinden van de belangrijkste onderzoeken die tot nu zijn afgerond. De resultaten voor het project DKBB worden 19 hieronder weergegeven : - Beschrijving van de huidige situatie voor de aanlevering van bouwmaterialen aan een bouwplaats op basis van diverse indicatoren. Een gewenste situatie, met in gebruik name van een bouwlogistieke hub is geschetst waarbij kosten, duurzaamheid en risico’s zijn beschreven. - Beschrijving van de huidige situatie voor de distributie van goederen op de bouwplaats zelf. Een gewenste situatie in combinatie met een bouwlogistieke hub op basis van het logistieke concept is geschetst. - Inzicht in bepaling transportkosten in tarieven van de toeleveranciers (6-15% van de inkoopprijs; extra tarief voor niet overeengekomen deelleveringen) - Een overzicht van knelpunten met betrekking tot de aanlevering van goederen op de bouwplaats in verschillende fases van het bouwproject aan de hand van observaties en interviews. - Een beschrijving van de huidige situatie voor de aanlevering van bouwmaterialen aan een bouwplaats op basis van het logistiek concept. Een gewenste situatie met toepassing van een logistiek coördinator is geschetst waarbij een summiere kosten/ batenanalyse is opgesteld. - Een schema met daarin activiteiten die plaatsvinden op de bouwplaats, in dit geval voor projecten die groot onderhoud uitvoeren. Aan deze activiteiten zijn de gevolgen voor het transport van en naar de bouwplaats beschreven. - Een inventarisatie van de theorie over de traditionele en bouwteam samenwerkingsvormen. Een duidelijke inventarisatie van de voor en nadelen van deze contractvormen. Daarnaast een overzicht van de praktijk gebaseerd op de twee projecten van VBK van de contractvormen traditioneel en bouwteam. Ook deze zijn vergelijken met de theorie en levert voor- en nadelen op die ondersteund worden door de theorie. - Een rekenmodel dat inzicht geeft in de CO2 uitstoot bij verschillende logistieke maatregelen die genomen kunnen worden in het bouwlogistieke proces. In dit rekenmodel kunnen parameters ingesteld worden. Het rekenmodel is getest p basis van een fictief project op basis van de traditionele manier van organiseren en aan de hand van het toepassen van de afbouwbox. - Een inventarisatie van bestaande best-practices voor bouwlogistieke toepassingen in Nederland, zoals Vracht door gracht (Mokum Mariteam), Bundelen in consolidatiecentrum (JuBi B.V.) en Afbouwbox (Brink Transport). - Inzicht in de huidige situatie van aanlevering in de ruwbouwfase van een bouwproject. Aan de hand va een rekenmodel is een nieuwe situatie met bouwlogistieke hub doorgerekend en is een logistiek concept opgesteld met gebruik van de bouwlogistieke hub. - Een rekenmodel dat de te verwachte vervoersbewegingen in kilometers voorspelt. Hieraan gekoppeld kunnen transportkosten en de milieubelasting worden doorgerekend. - Bouwlogistiek model dat d.m.v. input gegevens uit Bouwplanning, Bouwopgave, Voertuiggegevens, kosten per km, afstand logistieke hub tot snelweg en locatie bouwproject resultaten genereert m.b.t. beladingsgraad, kosten per actor, totale kosten en totaal afgelegde afstand. - SCOR ketenbeschrijvingen van twee bouwbedrijven waarin de bouwlogistieke processen zijn beschreven, de mogelijke metrics en best-practices uit het SCOR model die bruikbaar zijn voor bouwlogistieke processen zijn aangegeven.
19
Zie ook bijlage, overzicht uitgevoerde onderzoeken, kolom ‘kennisontwikkeling’ en bijlage, Samenvattingen uitgevoerde onderzoeken
5.
Meerwaarde voor de beroepspraktijk
In het projectvoorstel heeft u aangegeven wat het project oplevert aan meerwaarde voor de beoogde beroepspraktijk. Wilt u in onderstaande aangeven welke activiteiten in dit verband (tot nu toe) zijn verricht en welke resultaten zijn behaald. Denk hierbij ook aan: nieuwe producten, prototypes, businessconcepten, softwaretoepassingen e.d. Wilt u ook aangeven in hoeverre daarbij is afgeweken van het projectvoorstel en of wezenlijke onderdelen (doelen, activiteiten, resultaten, etc) van het voorstel moeten worden bijgesteld?
Bij het inzicht geven in de meerwaarde voor de beroepspraktijk wordt ingegaan op deze meerwaarde zoals deze in de aanvraag voor dit project is aangegeven (a), waarna wordt aangegeven welk proces hierbij is doorlopen in het afgelopen jaar en de mogelijke afwijkingen hierbij ten opzichte van de aanvraag (b). Ten slotte wordt aangegeven wat de resultaten voor de beroepspraktijk in het kader van het project DKBB zijn (c). De meerwaarde voor de beroepspraktijk is vooral geleverd met de bijeenkomsten en de onderzoeken. De expertgroep bijeenkomsten, het symposium en sessies die hebben plaatsgevonden met bedrijven, samen met andere activiteiten die zijn uitgevoerd, hebben een meerwaarde geleverd voor de beroepspraktijk. De twee expertgroep bijeenkomsten (november 2011 en juni 2012) worden 20 hieronder in dit kader behandeld . De onderzoeken waar voor de beroepspraktijk direct de 21 meerwaarde is geleverd zijn voornamelijk het onderzoek naar de bouw van de Amstel campus (project 8) en de onderzoeken naar het BLCU (projecten 4 en 5) geweest. Deze twee onderzoeken zullen hieronder eveneens worden behandeld. Ook andere projecten hebben meerwaarde geleverd voor de beroepspraktijk, zie hiervoor de eerder aangehaalde bijlage. A, meerwaarde voor de beroepspraktijk zoals deze in de aanvraag is aangegeven In de aanvraag van het project DKBB is in algemeenheid aangegeven dat de uitkomsten van het project moeten leiden tot duurzamere, effectievere en efficiëntere bouwketens bij die MKB-bedrijven die de voorgestelde implementatieplannen ook daadwerkelijk uitvoeren. Specifieker is aangegeven dat de onderzoeken die worden uitgevoerd bij de (MKB-) bedrijven direct inzicht zullen geven en wellicht tot verbetermogelijkheden leiden voor deze bedrijven. Tevens is aangegeven dat de expertgroep bijeenkomsten het bewustzijn van MKB-bedrijven zullen verhogen over de bouwlogistieke processen. Voorbeelden van mogelijke uitkomsten welke zijn aangegeven in de aanvraag zijn: - Een betere beladingsgraad van bestelbusjes in de afbouwfase leidt tot een betere capaciteitsbenutting (efficiency) en tegelijkertijd voor minder overlast in de omgeving (duurzaamheid). - Het anders aansturen en communiceren in projecten, waardoor veel van de ervaren problemen bij MKB-bedrijven in de bouwketen worden weggenomen. - Het anders aansturen en communiceren in projecten kan zorgen voor een doorlooptijdverkorting (effectiviteit) en daardoor is de hinder in voor de omgeving meer beperkt (duurzaamheid). - Afstemming van de aanvoer van bouwmaterialen aan projecten die tegelijkertijd in hetzelfde gebied worden uitgevoerd, kan tot een grote (verwachting is wel 20%) reductie in de bouwgerelateerde stromen zorgen. - Implementatie van een Lean and Green traject waarmee door efficiënter te werken er minder CO2 uitstoot is. B, het proces om te komen tot meerwaarde voor de beroepspraktijk en de overeenkomsten met het projectvoorstel In de aanvraag van het project DKBB is aangegeven dat onderzoeken bij de deelnemende (MKB-) bedrijven worden uitgevoerd die mogelijk direct inzicht geven en wellicht tot verbetermogelijkheden leiden voor de MKB-bedrijven waar het onderzoek is uitgevoerd. Ook is aangegeven dat de expertgroep bijeenkomsten en de symposia moeten leiden tot een verhoogd bewustzijn van (MKB-) bedrijven over de bouwlogistieke processen. 20 21
Zie bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen, kolom I Zie bijlage, Overzicht uitgevoerde onderzoeken, kolom ‘meerwaarde beroepspraktijk’
Onder andere de expertgroep bijeenkomsten van november 2011 en juni 2012 hebben sterke meerwaarde gehad voor het bedrijfsleven. Bedrijven hebben aangegeven dat deze bijeenkomsten van grote meerwaarde zijn voor de bedrijven in verband met de netwerkvorming en inzichten over mogelijkheden in de bouwlogistieke keten. Tijdens deze bijeenkomsten zijn contacten tussen bedrijven gelegd voor verdere initiatieven en is bewustwording van mogelijke oplossingen gekweekt. De onderzoeken zijn in algemeenheid uitgevoerd bij bedrijven en hebben daarmee tot doel direct een antwoord te geven op vragen die gesteld worden door bedrijven. Twee onderzoeken waarbij de resultaten voor de bedrijven duidelijk zijn, zijn de onderzoeken naar het BLCU en de Amstel Campus Hogeschool van Amsterdam. In het komende jaar zullen onderzoeken uitgevoerd worden die moeten leiden tot de beloofde op te leveren producten waaronder het bouwlogistieke procesmodel, een hypothetische casus en een beslissingsondersteunend rekenmodel. Ook zullen nieuwe expertgroep bijeenkomsten worden georganiseerd, een afsluitend symposium en een werkbezoek aan bouwlogistieke hubs in Londen. Met onder andere deze activiteiten wordt in het komende jaar er een belangrijke meerwaarde aan de beroepspraktijk geleverd. C, de meerwaarde voor de beroepspraktijk dat is gecreëerd in het afgelopen jaar Bij de expertgroep bijeenkomst van november 2011 is gang van zaken rondom het project besproken, hiermee hebben de bedrijven meer inzicht in de gang van zaken met betrekking tot het project gekregen. Ook is er door een presentatie van de studenten die stage lopen bij Hoek Transport/ Heijmans in het kader van het BLCU een concrete koppeling gemaakt tussen Hoek transport, Heijmans, Brink Transport en Afbouwbox. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in gesprekken over toepassing van Afbouwbox informatiesysteem bij een mogelijk bouwlogistiek centrum in Utrecht voor Heijmans. Bij de expertgroep bijeenkomst van juni 2012 zijn drie presentaties gegeven van voorbeelden hoe de best-practices bouwticket, bouwlogistieke hub en samenwerking/ contractvorming kunnen worden gebruikt om te komen tot efficiëntere, effectievere en/of meer duurzame bouwlogistieke processen. Dit heeft bij de deelnemende partijen geleid tot: - Inzicht in de toepassingen van de besproken best-practices voor de beroepspraktijk. - Bedrijven hechten veel waarde aan het werken aan het netwerk en het vinden van gelijkgestemden. - Een discussie over de best-practice bouwlogistieke hub in Londen en de wens/noodzaak om hier een werkbezoek aan af te leggen. - Bewustwording van de nut en noodzaak van bouwlogistiek voor de partijen in de bouwketen Het onderzoek naar de BLCU heeft plaatsgevonden van september 2011 tot februari 2012. Dit onderzoek heeft voor de partijen met betrekking tot het onderzoek de aan meerwaarde volgende opgeleverd: - Beschrijving van de huidige situatie (diverse indicatoren) en de gewenste situatie van aanleveringen aan de bouwplaats. - Beschrijving van de huidige situatie goederen, retour, afval en knelpunten en de gewenste situatie van afhandeling van goederen op de bouwplaats. - Een beschrijving van risico’s met betrekking tot het BLCU zijn beschreven - Een Bouw Logistiek rekenmodel is opgesteld, duurzaamheid van het bouwtransport is meetbaar gemaakt - Een bijproduct is dat samenwerking in de keten zijdelings is onderzocht. Gesprekken zijn gevoerd met toeleveranciers, samenwerking blijkt moeizaam - Studenten hebben contacten gelegd met afbouwbox, waarna partijen over toepassing hebben gesproken. Het onderzoek naar de bouwprocessen van de Amstel Campus, Hogeschool van Amsterdam heeft plaatsgevonden van februari 2012 tot juli 2012. Dit onderzoek heeft voor de partijen met betrekking tot het onderzoek aan meerwaarde het volgende opgeleverd: - Een volledige inventarisatie van bouwlogistieke processen - Gedetailleerde kwantitatieve data over aanlevering in de ruwbouw - Een simulatie van de resultaten bij het gebruik van een BLC, in kosten en CO2 uitstoot
-
BLC lijkt goed bruikbaar en zorgt voor reductie van 1,9% op transportkosten in ruwbouwfase. In afbouwfase grote reductie verwacht. Hiernaast heeft de student tijdens de expertgroep bijeenkomst van juni 2012 zijn bevindingen gepresenteerd. Dit onderzoek heeft daarmee een belangrijke input gegeven in de beeldvorming over bouwlogistieke hubs voor de aanwezige partijen.
6.
Meerwaarde voor het onderwijs
In het projectvoorstel heeft u aangegeven wat het project oplevert aan meerwaarde voor het onderwijs binnen uw en eventuele andere hogescholen. Wilt u in onderstaande aangeven welke activiteiten in dit verband (tot nu toe) zijn verricht en welke resultaten zijn behaald. Wilt u ook aangeven in hoeverre daarbij is afgeweken van het projectvoorstel en of wezenlijke onderdelen (doelen, activiteiten, resultaten, etc) van het voorstel moeten worden bijgesteld?
Bij het inzicht geven in de meerwaarde voor het onderwijs wordt ingegaan op deze meerwaarde zoals deze in de aanvraag van dit project is aangegeven (a), waarna wordt aangegeven welk proces hierbij is doorlopen in het afgelopen jaar en de mogelijke afwijkingen hierbij ten opzichte van de aanvraag (b). Ten slotte wordt aangegeven wat de resultaten voor het onderwijs in het kader van het project DKBB zijn (c). De meerwaarde voor het onderwijs is, evenals bij de meerwaarde voor de beroepspraktijk tot uiting voornamelijk bijeenkomsten als ook de onderzoeken. De expertgroep bijeenkomsten, het symposium en sessies die hebben plaatsgevonden zijn samen met studenten georganiseerd en hier hebben studenten ook presentaties gegeven. Het symposium (juni 2012) wordt hieronder specifiek 22 23 behandeld . De onderzoeken waar voor het onderwijs een duidelijke meerwaarde is geleverd zijn onder andere het stage onderzoek naar de transportcoördinator bij Heddes bouw en ontwikkeling (project 2) en het SCOR onderzoek bij Waal (project 14). Ook andere projecten hebben meerwaarde geleverd voor het onderwijs, zie hiervoor de eerder aangehaalde bijlage. A, meerwaarde voor het onderwijs zoals deze in de aanvraag is aangegeven In de aanvraag van het project DKBB is in algemeenheid aangegeven dat het project DKBB aan de bouwkunde opleiding, de docenten en studenten een vergroot inzicht kan geven in de bouwprocessen en de kansen die hierin liggen. Aangegeven is dat het project de opleidingen logistiek, de docenten en de studenten een vergroot inzicht geven in processen die niet sterk repeterend zijn en het project ook een verrijkt beeld zal geven van het beroep van de logisticus. Specifieker is aangegeven dat met dit project kennis opgebouwd wordt op het gebied van bouwlogistieke processen van binnenstedelijk bouwen. Deze kennis is nu niet aanwezig. De opleidingen bouwkunde en logistiek zullen de verworven kennis kunnen inbedden in de curricula, en dan met name in de minoren. Het samenwerkings- en procesmodel, één van de op te leveren producten, kan worden geïntegreerd in de volgende minoren binnen de hogeschool Rotterdam: - Minor Uitvoerend Bouwbedrijf; - Minor Supply Chain Management; - Minor Inkoop; - Minor Management en consultancy. Tevens werken de opleidingen aan het verankeren van duurzaamheid in de curricula. Businesscases die aantonen dat duurzaamheid en efficiëntie hand in hand gaan zijn belangrijk om de plaatsing van duurzaamheid in de curricula te verantwoorden en de plaats in het curriculum te verhelderen en te verstevigen. B, het proces om te komen tot meerwaarde voor het onderwijs en de overeenkomsten met het projectvoorstel In de aanvraag voor het project DKBB is aangegeven dat vooral voor Hogeschool Rotterdam en de TU-Delft kennis wordt gegenereerd dat toegepast zal worden in het onderwijs. In het geval van het uitvoeren van onderzoek binnen het onderwijs worden de studenten en docenten van verschillende opleidingen (vooral logistiek en bouwkunde) tijdelijk verbonden aan het project. In het afgelopen jaar zijn vele onderzoeken binnen de curricula van de opleidingen van Hogeschool Rotterdam, Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Arnhem Nijmegen en TU-Delft uitgevoerd in het kader van het project DKBB. Deze onderzoeken zijn overwegend uitgevoerd in het kader van stage22 23
Zie bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen, kolom K Zie bijlage, Overzicht uitgevoerde onderzoeken, kolom ‘meerwaarde onderwijs’
en afstuderen, PI-projecten en BA thesis trajecten. Vanuit de studenten uit de logistieke en bouwkunde opleidingen is te merken dat er bij de studenten een besef is dat de bouwlogistieke keten kansen en mogelijkheden voor hen biedt. Enkele aankomende logistici zijn enthousiast over het onderwerp, de mogelijkheden en de branche. Dit uit zich ondermeer in enthousiasme bij de uitvoering van stage- en afstudeeropdrachten, PI projecten en opdrachten vanuit de minoren SCM en Uitvoerend bouwbedrijf. Een duidelijke graatmeter is hierbij dat studenten bouwkunde en logistiek al geïnformeerd hebben naar mogelijkheden om vanaf februari 2013 in deze richting af te studeren. In het komende jaar zullen onderzoeken uitgevoerd worden voornamelijk door studentassistenten, door middel van afstuderen en in het kader van PI projecten. Een specifieke verdere aansluiting met onderwijs wordt gezocht door bij het project Europese distributie van de opleiding Logistiek, enkele projectgroepen te laten werken met de casus van het onderzoek naar de transportcoördinator. De leerdoelen van dit specifieke project sluiten namelijk naadloos aan op een gedeelte van de onderzoeksvraag vanuit deze casus. In het komende jaar zal in het kader van het project DKBB ook een bijeenkomst worden georganiseerd voor studenten en docenten. Tijdens de expertgroep bijeenkomsten en het symposium zijn docenten en studenten namelijk niet specifiek uitgenodigd geweest. Aan een dergelijke bijeenkomst is vanuit het onderwijs behoefte om inzichtelijk te maken voor studenten en docenten wat het project DKBB inhoudt, maar ook om in algemeenheid onderzoek vanuit het kenniscentrum meer aandacht te geven. C, de meerwaarde voor het onderwijs dat is gecreëerd in het afgelopen jaar In totaal zijn 135 studenten direct betrokken geweest bij het project en hebben 14 docenten 24 bijgedragen middels stage- en afstudeerbegeleiding of projectgroepbegeleiding . In het afgelopen jaar zijn dus een behoorlijk aantal studenten middels onderzoeken en het keuzevak ‘Logistiek in de Bouw’ betrokken bij het project. Enkele studenten hebben hun onderzoek gepresenteerd tijdens het 25 symposium (juni 2012) en ook zijn de studenten die in het kader van het afstuderen betrokken waren bij het onderzoek aanwezig geweest bij het symposium. 26
De directe bijdrage van het symposium aan het onderwijs is : - Studenten zijn vanuit hun onderzoeken betrokken bij de organisatie en de uitvoering van het symposium; - In de uitvoering van het onderzoek hebben zij directe sturing van meerdere bedrijven gekregen; 27 - Een film die op basis van dit symposium is gemaakt geeft een goede introductie voor voorlichting en vakken die in het kader van het project worden gegeven; - Inzichten uit de expertgroep bijeenkomsten hebben geleid tot nieuwe projecten zoals een onderzoek van Hogeschool van Amsterdam naar de rol van gemeentes in bouwlogistiek, een onderzoek naar inbound logistics bij Strukton en een onderzoek naar de best-practices in bouwlogistiek bij Heijmans (allen start laatste kwartaal 2012). De meerwaarde voor het onderwijs dat het onderzoek naar de mogelijkheden voor een transportcoördinator heeft, is: - De student is in het kader van stage werkzaam geweest bij het bedrijf; - De student heeft een aanzet gegeven om de goederen die geleverd worden op de bouwplaats te onderzoeken op basis van karakteristieken van de goederen. Vervolgonderzoek kan hierop plaatsvinden; - Mogelijkheden voor vervolgonderzoek in het kader van project Europese distributie van de opleiding logistiek. De meerwaarde voor het onderwijs dat het SCOR onderzoek bij Waal heeft opgeleverd is: - Een projectgroep uit de minor SCM heeft gewerkt aan deze opdracht 24
Zie bijlage, Totaalbestand KPI DKBB tussenrapportage Te weten: PI-projectgroep planning infra; SCOR projectgroep Waal; stagiairs mbt BLCU; BA thesis student Sebastian Derikx, bouwlogistiek rekenmodel. 26 Zie bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen, kolom K 27 http://www.youtube.com/user/logistiekidbouw 25
-
De uitvoering geeft aanleiding om in jaar 2 van het project ketens te beschrijven met SCOR De uitwerking geeft een voorbeeld van bouwlogistieke ketens en een SCOR beschrijving dat gebruikt wordt tijdens colleges in de minoren SCM voltijd en deeltijd
7.
Meerwaarde voor onderzoek
In het projectvoorstel heeft u aangegeven wat het project oplevert aan meerwaarde voor het onderzoek binnen uw en eventuele andere hogescholen/kennisinstellingen. Wilt u in onderstaande aangeven welke activiteiten in dit verband (tot nu toe) zijn verricht en welke resultaten zijn behaald. Wilt u ook aangeven in hoeverre daarbij is afgeweken van het projectvoorstel en of wezenlijke onderdelen (doelen, activiteiten, resultaten, etc) van het voorstel moeten worden bijgesteld?
Bij het inzicht geven in de meerwaarde voor onderzoek wordt als eerste ingegaan op deze meerwaarde zoals deze in de aanvraag van dit project zijn aangegeven (a), waarna wordt aangegeven welk proces hierbij is doorlopen in het afgelopen jaar en de mogelijke afwijkingen hierbij ten opzichte van de aanvraag (b). Ten slotte wordt aangegeven wat de resultaten voor onderzoek in het kader van het project DKBB zijn (c). Zowel onderzoeken als andere activiteiten leveren meerwaarde voor onderzoek in bij kennisinstellingen. Beide aspecten worden daarom hieronder behandeld. Een belangrijke activiteit die in voorgaande onderdelen nog niet is aangehaald, zijn de bijeenkomsten van het platform Logistiek in 28 de Bouw . Hieronder wordt specifiek ingegaan op de bijdrage van deze bijeenkomsten aan onderzoek. Enkele onderzoeken hebben, als aanleiding, een bijdrage geleverd aan onderzoek in het algemeen. 29 drie onderzoeken geven een bijdrage aan het onderzoek binnen Hogeschool Rotterdam, namelijk het SCOR onderzoek bij Waal (onderzoek 14) en de onderzoeken naar het BLCU (onderzoeken 4 en 5). Hieronder zal daarom ook specifiek ingegaan worden op deze projecten in relatie tot de bijdrage aan het onderzoek. A, meerwaarde voor onderzoek zoals deze in de aanvraag is aangegeven In de aanvraag van het project DKBB is aangegeven dat het project DKBB bijdraagt aan de doelen die het kenniscentrum Sustainable Solutions voor ogen heeft. Het onderzoek past volledig in het zoeken naar oplossingen voor weerbarstige strategische praktijkvraagstukken die multidisciplinair opgelost moeten worden. Aangegeven is dat dit onderzoek voor de koppeling van het bedrijfsleven met het onderwijs. Het toegepast onderzoek zal plaatsvinden door studenten en docentonderzoekers waardoor de opleidingen zich kunnen ontwikkelen en de studenten direct in de praktijk de leerervaring kunnen opdoen. De kennis die wordt ontwikkeld wordt grotendeels door, maar ook voor de MKB-bedrijven ontwikkeld, waardoor de kennis naar zowel het bedrijfsleven als naar het onderwijs en de overige betrokken instellingen wordt verspreid. De verspreiding van kennis uit dit onderzoek zal plaats vinden door expertgroep bijeenkomsten, symposia, publicaties, gastcolleges en verwerking van de uitkomsten in de opleidingen. B, het proces om te komen tot meerwaarde voor onderzoek en de overeenkomsten met het projectvoorstel In de aanvraag voor het project DKBB is aangegeven dat het toegepast onderzoek zal plaatsvinden door studenten en docentonderzoekers, waardoor de opleidingen zich kunnen ontwikkelen en de studenten direct in de praktijk de leerervaring kunnen opdoen. De kennis die wordt ontwikkeld wordt grotendeels door, maar ook voor de MKB-bedrijven ontwikkeld, waardoor de kennis naar zowel het bedrijfsleven als naar het onderwijs en de overige betrokken instellingen wordt verspreid. Hierdoor zal het Kenniscentrum zich verder profileren op het gebied van logistiek in de bouw en bekend komen te staan als Kenniscentrum rondom dit thema en in het algemeen als multidisciplinair Kenniscentrum met de daaraan gekoppelde aanloop van bedrijven die worstelen met vraagstukken op dit gebied. Het project DKBB draagt op alle gebieden bij aan de doelen die het kenniscentrum voor ogen heeft en zorgt voor de koppeling van het bedrijfsleven met het onderwijs.
28 29
Zie bijlage, Activiteiten en bijdragen aan projectonderdelen, kolom J Zie bijlage, Overzicht uitgevoerde onderzoeken, kolom ‘meerwaarde onderzoek’
Bijeenkomsten van het platform Logistiek in de bouw geven in het kader van het project DKBB sturing aan de invulling van het project en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het onderzoek binnen het project maar ook aan onderzoek op het gebied van bouwlogistiek in het algemeen. Onderzoeken die worden uitgevoerd geven nieuwe vragen en voeden hiermee onderzoek. Nieuwe onderzoeken worden geïnitieerd zoals bij de onderzoeken naar het BLCU. Het SCOR onderzoek geeft mogelijkheden tot verdere profilering van de minor SCM op basis van dit onderzoek. Ondanks dat er in aantallen veel studenten betrokken zijn bij het project DKBB (zie voorgaande punt, meerwaarde voor het onderwijs) blijkt het lastig om de vraag naar capaciteit (van studenten) vanuit bedrijven af te stemmen met de capaciteit aan studenten. In het afgelopen jaar is de invulling wel gebeurd maar niet in de mate waarin behoefte was aan studenten en op de momenten dat de behoefte er specifiek was. Hierom is besloten in het komende jaar meer gebruik te maken van studentassistenten, welke overwegend meer flexibel inzetbaar zijn. C, de meerwaarde voor onderzoek dat is gecreëerd in het afgelopen jaar Gedurende de looptijd van het project DKBB zijn de consortiumleden, verenigd als platform Logistiek in de bouw, zes keer bij elkaar gekomen. Deze platformbijeenkomsten vinden tot nu plaats in de vorm van brainstormbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten worden onder andere de grote lijnen voor onderzoek voor het project DKBB mede bepaald. Hiermee hebben bedrijven in de bouwketen indirect (via o.a. de brancheorganisaties) inspraak in de onderzoeken. Tijdens deze platformbijeenkomsten worden tevens de expertgroep bijeenkomsten en de symposia besproken en voorbereid. Als platform wordt tijdens deze bijeenkomsten eveneens afgestemd over onderzoeken die in algemeenheid plaatsvinden bij de kennisinstellingen. Het uiteindelijke doel hierbij is een zodanige afstemming te vinden tussen de kennisinstellingen Hogeschool Rotterdam, Kenniscentrum Sustainable Solutions, TU-Delft, TNO en Hogeschool van Amsterdam dat de partijen elkaar kunnen versterken en aanvullen op het gebied van onderzoek. De meerwaarde voor onderzoek dat het SCOR onderzoek bij Waal heeft geleverd is dat SCOR met dit onderzoek bruikbaar lijkt te zijn als referentiemodel voor alle logistieke processen, ook de niet standaard logistieke processen in de bouw. HR is al zes jaar bezig met dergelijke onderzoeken als enige Hogeschool in Nederland. Deze kennis biedt de mogelijkheid hierop verder te profileren en de SCOR onderzoeken breeduit te zetten in Nederland. Inmiddels is gesproken over mogelijkheden tot publiceren van de bevindingen uit SCOR onderzoeken. De meerwaarde voor onderzoek dat het onderzoek naar het BLCU heeft geleverd is dat Connekt en Hogeschool Rotterdam zijn betrokken om verdere mogelijkheden voor samenwerking voor aanlevering van het muziekpaleis te onderzoeken. Ook zijn op basis van dit onderzoeken gesprekken opgestart tussen Connekt, Hogeschool Rotterdam en de gemeente Utrecht over mogelijkheden voor bouwlogistieke stadsdistributie.
8.
Kwaliteitsborging van het project
In het projectvoorstel heeft u aangegeven hoe de kwaliteit en de voortgang van het project intern zou worden geborgd en hoe kan worden gegarandeerd dat door SIA gevraagde gegevens geleverd kunnen worden. Wilt u in onderstaande aangeven welke activiteiten in dit verband (tot nu toe) zijn verricht en welke resultaten zijn behaald. Wilt u ook aangeven in hoeverre daarbij is afgeweken van het projectvoorstel en of wezenlijke onderdelen (rolverdeling, projectmanagement, inbedding binnen de hogeschool etc.) van het voorstel moeten worden bijgesteld?
Bij het inzicht geven in de interne kwaliteitsborging van het project wordt ingegaan op deze interne kwaliteitsborging zoals deze in de aanvraag voor dit project zijn aangegeven (a), waarna wordt aangegeven welk proces hierbij is doorlopen in het afgelopen jaar en de mogelijke afwijkingen hierbij ten opzichte van de aanvraag (b). Ten slotte wordt aangegeven wat de resultaten op het gebied van kwaliteitsborging in het kader van het project DKBB zijn (c). A, interne kwaliteitsborging van het project zoals deze in de aanvraag is aangegeven In de aanvraag voor het project DKBB is aangegeven dat de projectleider de dagelijkse werkzaamheden leidt. De dagelijkse werkzaamheden zijn in lijn met de besluiten die door de MKBbedrijven en de consortiumpartners tijdens de expertgroep bijeenkomsten genomen zijn. De lector Logistics bewaakt de inhoudelijke en procesmatige voortgang en bereidt dit deel van de expertgroep bijeenkomsten voor. De projectstructuur bestaat dus uit een projectleider voor uitvoering van de besluiten, de lector voor de voorbereiding van de besluitvorming en voor de gespreksleiding op de werkconferenties en een controller voor de rapportage van de financiële voortgang. De lector rapporteert zijn voortgang aan de directeur van het kenniscentrum Sustainable Solutions en de daar aangestelde programma manager. De dagelijkse werkzaamheden van alle docenten en studenten, alsmede de organisatie en voorbereiding van de conferenties en bijeenkomsten zullen door een projectsecretaris worden ondersteund. Per fase zal de lector Logistics in samenspel met de programma manager een assistent projectleider aanwijzen voor de proceskant van het onderzoek. De communicatie van en naar de projectorganisatie zal secretarieel worden ondersteund door het secretariaat van het kenniscentrum Sustainable Solutions. B, het proces van het borgen van de kwaliteit en de overeenkomsten met het projectvoorstel Binnen Hogeschool Rotterdam zijn de lector Logistics, Marcel Ludema en de projectleider en docent logistiek Alexander de Vries aangesteld om het project te leiden. Zij worden bijgestaan door docent bouwkunde, Jaap van der Weide. Verdere ondersteuning vindt plaats in de vorm van een controller voor rapportages en de financiële voortgang. Het secretariaat van het Kenniscentrum Sustainable Solutions zorgen voor ondersteuning bij de dagelijkse werkzaamheden binnen het project DKBB. In het komende jaar zal Jaap van der Weide minder betrokken zijn bij het project vanwege het volgen van een Master opleiding. Ondersteuning van de projectleider en de lector zal georganiseerd worden door de inzet van enkele studentassistenten die zorg ondersteuning zullen bieden op de onderdelen coördinatie, communicatie en rapportages. Om de kwaliteit van onderzoek en link tussen onderzoek en onderwijs te borgen heeft Hogeschool Rotterdam de hoofddocent als functie toegevoegd. Onder andere Alexander de Vries is aangesteld als hoofddocent en heeft de taak gekregen de eisen en wensen aan onderzoeken af te stemmen met de eisen en wensen binnen de curricula van de opleidingen. Een structurele en duurzame relatie tussen onderzoek en onderwijs wordt hiermee tot stand gebracht en kwalitatief uitgebouwd. Dit zal zich onder andere gaan uiten in prestatieafspraken voor het aanleveren van onderzoek en cases uit de praktijk aan het onderwijs en het flexibeler maken van curricula om het doen van onderzoek beter passend te maken binnen het onderwijs, onder andere middels het honoursprogramma. C, resultaten van kwaliteitsborging Activiteiten die in het afgelopen jaar zijn uitgevoerd om de kwaliteit te borgen zijn tweewekelijkse overleggen tussen de lector en de projectleider over de voortgang van het project en de te nemen acties om de doelen van het project te behalen. De doelen zijn zowel de op te leveren producten als het beantwoorden van de vier centrale vragen. Ten aanzien van het project DKBB hebben gesprekken plaatsgevonden tussen de programmadirecteur en de lector onder andere via het
lectorenoverleg. Drie maal is er een overleg geweest tussen de programmamanager van het kenniscentrum en de lector, onder andere met betrekking tot het project DKBB. De projectleider en de programmamanager hebben drie overleggen gevoerd, met name gericht op deze tussenrapportage. Hiernaast zijn verschillende overleggen gevoerd tussen de projectadministratie en de projectleider. Deze gesprekken hebben gezamenlijk geleid tot acties die de kwaliteit van het project borgen. Naast deze gesprekken is er natuurlijk ook informeel overleg met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden. In het komende jaar zullen bovengenoemde structuren aangehouden worden. Om de projectleider meer te ondersteunen zijn per september 2012 studenten-assistenten aangenomen. Zij zullen op deze manier werken aan onderdelen in het project DKBB welke niet binnen de kaders (leerdoelen) van de curricula vallen. Zodoende zijn nu op de volgende gebieden binnen het project DKBB studentassistenten ingezet: - Coördinatie van enkele deelprojecten, zoals het bezoek aan bouwlogistieke hubs in Londen; - Ondersteuning bij het maken van rapportages - Communicatie middels website, twitter, LinkedIn discussiegroep en nieuwsbrief. De studentassistent wordt ondersteund door twee projectgroepen vanuit een minor strategische communicatie die een advies zullen geven hoe de communicatie in het komende jaar vorm gegeven kan worden. Ook zal een advies uitgebracht worden hoe de communicatie na afloop van het project DKBB duurzaam vormgegeven kan worden.
9. Algehele planning Verloopt de planning van het project conform het projectvoorstel.
Bij het inzicht geven in de algehele planning en de voortgang van het project wordt ingegaan op deze de planning zoals deze in de aanvraag voor dit project is aangegeven (a), waarna wordt aangegeven welk proces hierbij is doorlopen in het afgelopen jaar en de mogelijke afwijkingen hierbij ten opzichte van de aanvraag (b). A, de planning van het project zoals deze in de aanvraag is aangegeven In de aanvraag van het project DKBB is aangegeven dat er twee lijnen van onderzoek te onderscheiden zijn die naast elkaar lopen, namelijk de expertgroep bijeenkomsten en het toegepaste onderzoek bij (MKB-) bedrijven. Aangegeven is dat tijdens het project er vier expertgroep bijeenkomsten worden gehouden. De expertgroep bijeenkomsten vinden twee keer per half jaar plaats. Tijdens deze expertgroep bijeenkomsten, komen de participerende bedrijven bij elkaar om zich te buigen over de hypothetische praktijkcasus de procesmodellen en de overige uitkomsten van de onderzoeken. Hierbij is aangegeven dat de kennis en input van de expertgroepleden gebruikt zal worden als verdere sturing van het project. Aangegeven is ook dat er tijdens het project toegepast onderzoek bij de bedrijven plaatsvindt. Studenten en docenten van de TU-Delft en Hogeschool Rotterdam doen onderzoek naar de efficiëntie, effectiviteit en duurzaamheid van bouwlogistieke processen van binnenstedelijke bouw. Tevens zou TNO een gedeelte van het onderzoek uitvoeren. B, het doorlopen proces en de overeenkomsten met de planning het projectvoorstel In het afgelopen jaar zijn drie expertgroep bijeenkomsten gehouden en is een symposium georganiseerd (zie bovenstaande punten van reflectie). Kennis vanuit de onderzoeken is ingebracht tijdens deze bijeenkomsten en op basis van de bevindingen is sturing vanuit de bedrijven gegeven. De expertgroep bijeenkomsten en het symposium hebben daarmee sturing gegeven aan het onderzoek en hebben kennis gegenereerd en door deze bijeenkomsten is ook kennis verspreid. Aangegeven is echter dat de expertgroep bijeenkomsten georganiseerd zouden worden rondom een hypothetische casus met betrekking tot bouwlogistieke ketens bij binnenstedelijk bouwen. Deze casus en het bijbehorend beslissingsondersteunend rekenmodel bleek echter niet eenvoudig op te stellen. Een eerste poging voor het tot stand brengen van discussie op basis van een casus verzande in algemeenheden. Door de uitgevoerde onderzoeken is nu een voldoende helder beeld over de bouwlogistieke keten, de kengetallen en de verhoudingen tussen de partijen om een dergelijke casus te bouwen. Ook hebben de onderzoeken verschillende rekenmodellen opgeleverd die allen een gedeelte van de input voor het beslissingsondersteunend rekenmodel kunnen dienen. De hypothetische casus en het beslissingsondersteunende rekenmodel worden in het kalenderjaar 2012 afgerond, waarna in februari 2013 de eerste expertgroep bijeenkomst met als thema de hypothetische casus en het model gehouden zal worden. Onderzoeken zijn onder andere door Hogeschool Rotterdam en TU Delft uitgevoerd bij (MKB-) bedrijven. De onderzoeken hebben in het teken gestaan van inventarisatie (centrale vraag 1) maar lopen ook al voor op de planning door vooruit te lopen op de analyse en de synthese (centrale vragen 2 en 3). Om het komende jaar onderzoeken uit te voeren worden meer studentassistenten ingezet om meer flexibel te reageren op vragen vanuit bedrijven en de behoefte vanuit het project DKBB. TNO en TU-Delft worden volgens planning in het laatste half jaar sterk ingezet voor het deels opstellen en voor de verificatie van de op te leveren producten.
10. Vormgeven van mobiliteit (verplicht voor RAAK-internationale projecten) De samenwerking met de buitenlandse partner(s) wordt beschreven in het project-plan. Kunt u hieronder beschrijven hoe dit in de praktijk verloopt tot nu toe? Welke (belangrijkste) activiteiten zijn in het buitenland verricht in de afgelopen periode? Wat zijn de ervaringen tot nu toe met betrekking tot meerwaarde van kennisopbouw, uitwisseling kennis en realiseren van de beoogde resultaten? Zijn er daarnaast er neveneffecten van de gerealiseerde mobiliteit waarneembaar voor het projectteam of binnen uw hogeschool? Tevens vragen we u in de beantwoording in te gaan of u op koers ligt betreffende de mobilteitsdoelstellingen bij aanvang en/of er bijgestelde plannen zijn.
Niet van toepassing
11. Kwantitatieve gegevens Onderstaande tabel geeft een overzicht van de meetbare resultaten welke zijn behaald in het project tot nu toe. Deze resultaten zijn terug te vinden in Bijlage, “totaalbestand KPI DKBB tussenrapportage” op de eerste pagina. Deze pagina geeft het KPI dashboard weer dat gebruikt wordt om de voortgang van het project halfjaarlijks te monitoren. Deze eerste pagina geeft inzicht in de prestatie-indicatoren, de stand van de indicatoren bij aanvang van het project Duurzame ketensamenwerking bij binnenstedelijke bouwprojecten en de stand van de indicatoren na afloop. Het overzicht is ingedeeld naar vier fases, elke fase is een half jaar van het project. Fase 1 geeft de stand van de prestatieindicatoren op 1 maart 2012, fase 2 geeft de stand op 1 september 2012. Zoals te zien is zijn in deze bijlage aanvullingen gedaan ten opzichte van de indicatoren welke in onderstaande tabel zijn aangegeven. De in het grijs aangegeven indicatoren zijn gericht op de cruciale tijdsinvesteringen uit de begroting van het project. De indicatoren zijn nader onderbouwd in achterliggende pagina’s waarin vooral de bedrijven, 30 contactpersonen en de geïnvesteerde uren door bedrijven zijn weergegeven per categorie bedrijven . Het tweede deel van de onderbouwing betreft de inzet van studenten. Deze inzet is verdeeld naar 31 betaalde inzet en onbetaalde inzet .
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Realisatie tot nu toe
Beroepspraktijk (voor alle regelingen): Het aantal mkb-bedrijven dat actief deelneemt aan het project
29
Het aantal publieke instellingen dat actief deelneemt in het project
11
Het aantal professionals werkzaam bij publieke instellingen dat actief deelneemt in het project
23
Onderwijs (voor alle regelingen): Het aantal docenten dat bij het project betrokken is
14
Het aantal studenten dat bij het project betrokken is
135
Internationalisering (verplicht voor RAAK-internationaal en indien van toepassing voor de andere regelingen): Het aantal studenten dat in het kader van het project een deel van de studie bij een buitenlandse hogeschoolpartner (onderzoeksinstelling/ bedrijf/publieke instelling) volgt
Nvt
Aantal docenten dat in het kader van het project een deel van het collegejaar bij een buitenlandse partner (onderzoeksinstelling/ bedrijf/instelling) aanwezig is
Nvt
Aantal samenwerkingsovereenkomsten voor studenten/docentenuitwisseling met buitenlandse hogeschoolpartners (onderzoeksinstelling/ bedrijf/publieke instelling)
Nvt
Praktijkgericht onderzoek (voor alle regelingen):
30 31
Aantal onderzoeksgroepen van projectpartners (buiten de eigen hogeschool om) met actieve deelname van onderzoekers/medewerkers/studenten in het project
3
Aantal betrokken lectoren (binnen de eigen hogeschool)
2
Aantal betrokken lectoren (werkend bij een van de projectpartners)
1
Zie bijlage, totaalbestand KPI DKBB tussenrapportage, pagina 2 t.e.m. 6 Zie bijlage, totaalbestand KPI DKBB tussenrapportage, pagina 7 t.e.m. 10
Aantal betrokken onderzoekers (binnen eigen hogeschool)
4
Aantal betrokken onderzoekers (werkzaam bij projectpartners)
3
Cofinanciering (voor alle regelingen) Bedrag (in cash+in kind) dat door hogescholen beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van het project bovenop de RAAK bijdrage
35772
Bedrag (in cash+in kind) dat door externe partners beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van het project bovenop de RAAK bijdrage
213045
Instructie: Vul in bovenstaande tabel onder het kopje ‘Realisatie tot nu toe’ het aantal mensen in dat betrokken is bij uw project. Let op: niet in fte, maar in aantal personen. Heeft u vragen over het invullen dit formulier, neemt u dan contact op met: Annemiek van der Kolk via
[email protected]