Raad voor de Praktijkopleidingen
Jaarverslag 2013
Introductie In het kader van de fusie tussen NOvAA en NIVRA voerden delegaties van de Raad voor de Praktijkopleiding van de NOvAA en het Stagebestuur van het NIVRA sinds 2012 in de commissie Vlot gezamenlijk overleg. In die commissie werden onderwerpen geagendeerd die betrekking hadden op beide praktijkopleidingen. Ook werden in die commissie voorbereidingen getroffen voor de oprichting van een nieuw bestuurlijk orgaan voor de aansturing van de praktijkopleidingen AA en RA. Per 1 januari 2013 is de Wet op het accountantsberoep in werking getreden. Vanaf dat moment werden de praktijkopleidingen AA en RA, met een mandaat van het Bestuur van de NBA, aangestuurd door de Raad voor de Praktijkopleidingen ‘in oprichting’ (de Raad). Vier leden van de voormalige Raad voor de Praktijkopleiding van de NOvAA en vier leden van het voormalige Stagebestuur van het NIVRA vormen samen deze Raad. Per 1 januari 2014 is de status van ‘in oprichting’ veranderd naar ‘opgericht’. Vanaf die datum is de Verordening op de praktijkopleidingen in werking getreden waarin de positie van de Raad voor de Praktijkopleidingen is geregeld. In 2013 was de Raad als volgt samengesteld: -
mw. mr. G.W. Vlot AA RB (voorzitter ad interim) dhr. drs. G.M. Essers RA RC dhr. drs. J.G.D. Heij RA AA dhr. H.B.M. Hollegien AA dhr. drs. J. Kalisvaart AA dhr. drs. J. van Rijn RA dhr. drs. M. Snippe RA AA dhr. L.N.M. Straathof RA mw. E.M. van der Velden AA
Mw. mr. G.W. Vlot AA FB is ad interim technisch voorzitter van de Raad voor de praktijkopleidingen. Zij oefent haar voorzitterstaak uit tot er - naar verwachting in voorjaar 2014 een nieuwe voorzitter voor de Raad is benoemd. De Raad wordt ondersteund door het secretariaat van de afdeling Educatie en Praktijkopleidingen van de NBA. De vergaderingen van de Raad worden tevens bijgewoond door mw. I. Tichelaar en dhr. drs. A. Bonestroo. Eerste aanspreekpunt vanuit de NBA is dhr. J. Buchel.
NBA
2
Raad voor de Praktijkopleidingen
INHOUDSOPGAVE
Introductie 1. Inleiding 2. Toezicht door de CEA 3. Toezicht door de Raad voor de Praktijkopleidingen 4. Rapport AO Consult en de Contourennota 5. Simulaties jaarrekeningcontroles 6. Implementatie competentieprofiel praktijkbegeleider 7. Essayprijs 2012 8. Communicatie met trainees 9. Navision en N@Tschool! 10A. Cijfers praktijkopleiding AA 10B. Cijfers praktijkopleiding RA 11. Vooruitblik
Jaarverslag 2013
3
2 4 4 5 6 7 7 8 8 9 9 10 11
1.
Inleiding
De Raad voor de Praktijkopleidingen (hierna genoemd de Raad) heeft in 2013 zeven keer vergaderd, waarvan eenmaal telefonisch. Extra telefonisch overleg was nodig om te komen tot een nieuwe, gemeenschappelijke Verordening op de praktijkopleidingen die met ingang van 1 januari 2014 in werking is getreden. In 2013 heeft de Raad tweemaal formeel overleg gevoerd met de Commissie Eindtermen Accountantsopleidingen (CEA) in het kader van het toezicht dat de CEA uitoefent op de praktijkopleidingen RA en AA. Dit overleg vindt halfjaarlijks plaats. Op 10 september 2013 heeft de Raad overleg gevoerd met het Bestuur van de NBA. In dat overleg heeft de Raad toegelicht welke stappen er het afgelopen jaar zijn gezet in het kader van het fusieproces. Verder is gesproken over de instroom in en de uitstroom uit de praktijkopleidingen AA en RA. Hierbij is door de Raad onder meer aandacht gevraagd voor de afnemende instroom in de AA-opleiding en voor het knelpunt dat het met name voor AA-trainees steeds moeilijker wordt voldoende ervaring op te doen met werkzaamheden op het gebied van de jaarrekeningcontrole. Tevens is toegelicht hoe uitvoering wordt gegeven aan het toezicht op de realisatie van de praktijkopleidingen door de Raad en door de CEA. 2.
Toezicht door de CEA
De CEA houdt toezicht op de praktijkopleidingen aan de hand van een eigen toezichtkader. Bij haar toezichthoudende werkzaamheden kiest de CEA naast enkele vaste toezichtactiviteiten ook voor een themagerichte benadering. De afgelopen twee jaren heeft de CEA als themaonderzoeken de volgende zaken nader bekeken: 1. de uitvoering van simulaties van de jaarrekeningcontroles (praktijkopleiding AA) (2012). 2. de uitvoering van de vrijstellings- en gelijkstellingsverzoeken (praktijkopleidingen AA en RA) (2012). 3. De beoordeling van de geschiktheid van praktijkopleidingsplaatsen (2013). Omdat de afronding van de twee eerste onderzoeken in 2013 heeft plaatsgevonden, is hier in het jaarverslag van de Raad voor de Praktijkopleiding AA van 2012 niet over gerapporteerd. Het jaarverslag van het Stagebestuur RA in 2012 bevat de terugkoppeling met betrekking tot het tweede genoemde themaonderzoek wel. Hiervoor wordt dan ook verwezen naar dit jaarverslag. Ten aanzien het eerstgenoemde themaonderzoek naar de uitvoering van de simulaties van de jaarrekeningcontroles voor de AA-praktijkopleiding is de CEA positief. Wel heeft zij aangegeven van mening te zijn dat op het punt van evaluatie verbetering op zijn plaats is. Mede naar aanleiding hiervan zijn in 2013 nieuwe evaluatieformulieren geïntroduceerd. Met betrekking tot de vrijstellingsverzoeken voor de praktijkopleiding AA is opgemerkt dat de procedure goed functioneert, maar dat in het dossier de overwegingen op grond waarvan de vrijstelling wordt verleend beter vastgelegd moeten worden. In het kader van haar themaonderzoek naar de beoordeling van de geschiktheid van praktijkopleidingsplaatsen AA en RA heeft de CEA een drietal RA en een drietal AA dossiers bij drie verschillende stagebureaus beoordeeld. Zij heeft hierbij gekeken naar de opzet en het bestaan van de beheersingsmaatregelen omtrent deze beoordeling en geconstateerd dat bij deze dossiers de beoordeling van de praktijkopleidingsplaatsen AA en RA in voldoende mate plaatsvindt. Deze beoordeling is volgens de CEA echter niet altijd expliciet zichtbaar gedocumenteerd in het dossier. In navolging van haar bevindingen zullen wij stagebureaus vragen deze beoordeling explicieter zichtbaar te maken in de praktijkopleidingsdossiers en bezien of hiervoor voor beide
NBA
4
Raad voor de Praktijkopleidingen
praktijkopleidingen een (extra) voorziening in N@Tschool! kan worden opgenomen. Thans wordt bij de RA praktijkopleiding aan de beoordelaar bij de beoordeling van het semesterverslag steeds gevraagd aan te geven of de praktijkopleidingsplaats voldoet. Naast de specifieke onderzoekthema’s heeft de CEA regulier toezicht gehouden, onder meer door middel van het bijwonen van enkele beoordelingsbezoeken aan stagebureaus. De verbeterpunten die hieruit naar voren zijn gekomen, zijn door de Raad opgepakt. 3. Toezicht door de Raad Onder verantwoordelijkheid van de Raad wordt met behulp van twee Commissies Kwaliteitsbewaking voor de praktijkopleidingen AA en RA toezicht gehouden op de kwaliteit van beide praktijkopleidingen. Beide commissies functioneren op dit moment nog op basis van verschillende mandaten en met verschillende bevoegdheden. Een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van beide commissies en de ambtelijk secretaris, hebben in het najaar 2013 een advies opgesteld voor de Raad over harmonisatie van de toezichtregelingen voor beide praktijkopleidingen en over eventuele samenvoeging van beide commissies. Dit advies zal in februari 2014 aan de Raad worden uitgebracht en worden toegelicht. In 2013 is er voor de praktijkopleiding AA op 27 van de in totaal 226 examens (eindgesprekken) specifiek toezicht uitgeoefend. In 2013 is er voor de praktijkopleiding RA op 44 van de in totaal 457 mondelinge examens specifiek toezicht uitgeoefend. De belangrijkste bevindingen uit het toezicht op de examens van de praktijkopleiding AA zijn: 1. De kwaliteit van de examens is verbeterd ten opzichte van 2012: examens worden beter voorbereid, er wordt meer ingegaan op het portfolio, er zijn meer spreiding van onderwerpen en een betere opbouw van het examen, het eindoordeel wordt zichtbaar afgewogen. 2. Er slagen nog steeds incidenteel trainees die naar het oordeel van de commissie niet hadden moeten slagen (bijv. onvoldoende kennis over standaard 4410, geen kennis uitgevoerde controleopdrachten etc.). 3. Bij vragen over wet- en regelgeving komen de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving te weinig aan bod. De belangrijkste bevindingen uit het toezicht op de examens van de praktijkopleiding RA zijn: 1. Examinering is in de meeste gevallen van voldoende tot goed niveau. Wel wordt soms de relatie met de actualiteit gemist. 2. Bij de praktijkscripties is een terugkerend probleem dat dilemma’s geringe breedte en diepgang kennen, dan wel dat deze wel in de casus speelden, maar onvoldoende werden herkend of uitgewerkt. Examinatoren vinden het soms moeilijk aan kandidaten over te brengen op welke wijze dilemma’s in de scriptie moeten worden opgenomen en gebruiken dan het examen om op zoek te gaan naar duidelijke dilemma’s. Om hier follow up aan te geven heeft de Raad op 18 november 2013 een goed bezochte (discussie-) bijeenkomst voor scriptiebegeleiders / examinatoren georganiseerd. 3. Bij een drietal examens zijn de kandidaten geslaagd maar had de toezichthouder twijfels over het niveau van de beroepsuitoefening en / of de actuele kennis over het theoretische normenkader van de kandidaten.
Jaarverslag 2013
5
Verder heeft een werkgroep van de Raad mede naar aanleiding van hierboven genoemde bijeenkomst van scriptiebegeleiders en examinatoren duidelijker criteria voor de praktijkscriptie opgesteld. Bij de praktijkscriptiebegeleiders bleek er behoefte aan een nadere uitwerking van de eisen die gesteld worden aan de probleemstelling voor een praktijkscriptie. Bovendien is aan de uitwerking van dilemma’s die in de praktijkscriptie behandeld moeten worden, aandacht besteed. Het advies van de werkgroep zal in januari 2014 worden uitgebracht en tevens worden afgestemd met de Commissie Kwaliteitsbewaking Praktijkopleiding RA. Bovendien heeft de Raad een werkgroep ingesteld die een advies zal uitbrengen over de vraag welke rol de opleidingsinstituten en de stagebureaus zouden kunnen of moeten spelen bij de afronding van de praktijkopleiding. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de praktijkscriptie. Tevens is door deze werkgroep een advies opgesteld over een scherpere scheiding tussen praktijkscriptiebegeleiding en de examinering, waarbij is voorgesteld hiervoor een overgangsperiode van twee jaren te hanteren. De Raad zal in het voorjaar van 2014 beslissingen nemen over de adviezen van beide werkgroepen. Door de Raad wordt ook toezicht uitgeoefend op de stagebureaus. In 2013 zijn de volgende stagebureaus beoordeeld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Crop (RA) ING Groep (RA) PKF Wallast (RA) Joanknecht & Van Zelst (RA en AA) PwC (RA) Audit Rabobank Groep (RA) SNS Reaal Groep (RA) Accountancy Rijksoverheid (RA en AA) BDO (RA en AA)
De Raad heeft geconstateerd dat alle bezochte stagebureaus voldoen aan de beoordelingscriteria. In de in het verslagjaar aangepaste beoordelingssystematiek wordt voor de verschillende onderdelen van een beoordelingsonderzoek uitsluitend een voldoende of onvoldoende beoordeling toegekend. Uit de dossierreviews kwam naar voren dat in het algemeen de kwaliteit van de dossiers bij de stagebureaus voldoende is. Aan enkele stagebureaus is echter wel gevraagd meer expliciet aandacht te geven aan het aantoonbaar maken van de relatie met de eindtermen. De interne organisatie is eveneens bij alle stagebureaus voldoende. Het algemeen oordeel is dat de stagebureaus op voldoende niveau functioneren. De Raad rapporteert haar bevindingen met betrekking tot de beoordelingsbezoeken afzonderlijk aan de CEA. Op basis van de beoordelingsbezoeken die voor de praktijkopleiding AA in 2012 zijn uitgevoerd, is er in 2012 een nieuwe Handreiking voor trainees opgesteld. In 2013 is hieraan in nieuwsbrieven en in bijeenkomsten extra aandacht besteed.
4. Rapport AO Consult en de Contourennota In 2013 is door het bureau AO Consult op verzoek van de Raad een onderzoek uitgevoerd onder alle AA- en RA-trainees. Dit onderzoek is uitgevoerd om zicht te krijgen op de door trainees ervaren knelpunten in hun praktijkopleiding. In het rapport komen veel aspecten van beide praktijkopleidingen aan de orde, zoals de bruikbaarheid van theoretische vakken in concrete praktijksituaties, de rol van werkgevers bij de praktijkopleidingen, knelpunten en positieve punten van beide praktijkopleidingen en de mate waarin ethiek, ICT, PKI en communicatieve vaardigheden in beide praktijkopleidingen aan bod komen.
NBA
6
Raad voor de Praktijkopleidingen
De Raad heeft naar aanleiding van het onderzoek gezorgd voor een nadere explicitering van de opbouw van de praktijkopleiding AA. Deze nadere explicitering wordt verwerkt in het opleidingsprogramma dat per 1 mei 2014 ingevoerd zal worden. Een werkgroep van de Raad vertaalt de overige bevindingen van AO Consult naar een didactisch model waarmee enkele belangrijke knelpunten kunnen worden geëlimineerd. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan de aandacht die tijdens de praktijkopleiding aan communicatieve vaardigheden en ICT wordt besteed. Hiervoor zal een externe partij worden ingehuurd. In de loop van 2014 zal de werkgroep hierover een advies aan de Raad uitbrengen. Het nieuwe didactische model moet de huidige opleidingsmodellen voor de praktijkopleidingen AA en RA op termijn gaan vervangen. Gestreefd wordt naar implementatie hiervan in combinatie met het van kracht worden van nieuwe – door de CEA vast te stellen – eindtermen voor de praktijkopleidingen. De bevindingen en het advies van AO Consult ondersteunen de inzet van de Raad om meer onderscheid te gaan maken tussen een controlerend accountant en een adviserend accountant (MKB-accountant), omdat uit het rapport nadrukkelijk blijkt dat het verrichten van controleopdrachten voor AA-trainees vaak problematisch is. Eén op de drie AA-trainees geeft aan dat er binnen de eigen werkomgeving onvoldoende controle-opdrachten zijn. Eind 2013 heeft het Bestuur van de NBA samen met de CEA een contourennota over het toekomstige opleidingsmodel opgesteld. In deze nota wordt een opleidingsmodel voorgesteld, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen de controlerend accountant en de meer op bedrijfsvoering en advieswerkzaamheden gerichte accountant. Het onderzoek van AO Consult is tevens geraadpleegd in het kader van het opstellen van de contourennota. De Raad is positief over het in de contourennota voorgestelde opleidingsmodel en zal graag bijdragen aan de verdere uitwerking van de praktijkopleidingen in lijn met dit model.
5. Simulaties jaarrekeningcontroles In 2012 is de Raad van start gegaan met het aanbieden van de simulaties van de jaarrekeningcontroles. Deze voorziening is ontwikkeld voor AA-trainees die in hun eigen beroepspraktijk moeilijk aan geschikte controle-opdrachten kunnen komen. De simulaties worden in opdracht van de NBA uitgevoerd door de Hogeschool Arnhem en Nijmegen in samenwerking met Full Finance. In 2013 zijn er zes simulaties van jaarrekeningcontroles uitgevoerd. In het totaal hebben er 66 trainees aan de simulaties deelgenomen. Twee van de kandidaten zijn gezakt. Bij de uitvoering van de simulaties van de jaarrekeningcontroles waren vier externe beoordelaars betrokken: - dhr. H. Hollegien AA (tevens waarnemer namens de Raad) - dhr. G. van IJzendoorn AA - dhr. B. Kraan AA - dhr. E. Jonkheijm AA. Eind 2012 heeft de Raad de simulaties van de jaarrekeningcontroles geëvalueerd. Geconstateerd werd dat het niveau van de deelnemers sterk verschilt. Om deze verschillen enigszins te verminderen, is er een instaptoets ontwikkeld. Aan alle kandidaten wordt aangeboden de toets te maken, maar aan kandidaten met relatief weinig controle-ervaring wordt deze mogelijkheid nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. De antwoorden worden bij de NBA beoordeeld. Indien de toets onvoldoende wordt gemaakt, kan een tweede toets worden gemaakt. De resultaten van de toets zullen een rol spelen, wanneer een beoordelaar bij de
Jaarverslag 2013
7
uitvoering van de simulatie-opdracht constateert dat een trainee op de grens van een voldoende / onvoldoende opereert. De twee toetsen zijn eind 2013 beschikbaar gekomen en geïmplementeerd. In 2013 zijn op basis van de evaluatie van de Raad tevens nieuwe evaluatieformulieren geïntroduceerd. Uit deze evaluaties blijkt, dat de simulaties van de jaarrekeningcontroles inhoudelijk zeer goed worden gewaardeerd. Verder blijkt dat deelnemers van mening zijn dat zij de informatie over de cursus relatief laat van de NBA ontvangen, waardoor zij zich maar kort van tevoren op de deelname kunnen voorbereiden. Intern wordt nagegaan of de inschrijfprocedure kan worden verbeterd. Naast toezicht door de CEA heeft de Raad ook een eigen visitatie uitgevoerd. Gekeken is naar de content en de uitvoering. De visitator heeft vastgesteld dat de simulatieomgeving een geloofwaardige controle-omgeving is. Wel is geconstateerd dat de controle-attitude bij de deelnemers zeer wisselend is. Met de instaptoets wordt getracht het startniveau van de deelnemers enigszins op hetzelfde niveau te brengen.
6. Implementatie competentieprofiel praktijkbegeleider In 2012 is het competentieprofiel voor praktijkbegeleiders door de Raad vastgesteld. Hiermee wordt beoogd het niveau van de begeleiding van trainees te verhogen. Begin 2013 heeft een klankbordgroep van de Raad voorstellen ontwikkeld voor de implementatie van het competentieprofiel. De Raad heeft deze voorstellen overgenomen. In de eerste helft van 2013 is via de nieuwsbrieven voor de praktijkopleidingen AA en RA en via een artikel in de Accountant aandacht besteed aan het competentieprofiel voor praktijkbegeleiders. Op 11 september 2013 heeft de Raad voor alle stagebureaus een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd, waarin toegelicht is dat ieder stagebureau een eigen implementatievoorstel mag opstellen. Er zijn tijdens deze bijeenkomst ‘best practices’ gepresenteerd van de stagebureaus van BDO en Baker Tilly Berk. Bij deze twee kantoororganisaties wordt een relatie gelegd tussen het profiel voor de praktijkbegeleider en het interne HRM-systeem. Aan alle overige stagebureaus is vervolgens gevraagd om vóór 1 januari 2014 schriftelijk aan te geven op welke wijze het profiel binnen de eigen organisatie wordt ingevoerd. Enkele stagebureaus hebben de Raad verzocht om wat meer tijd voor het opstellen van het plan. Verwacht mag daarom worden dat de implementatie van het profiel bij alle stagebureaus in de eerste helft van 2014 afgerond zal worden. 7. Essayprijs 2012 (praktijkopleiding AA) Aan alle stagebureaus is de vraag voorgelegd of hun externe beoordelaars een essay beoordeeld hebben, waarvan zij van mening zijn dat deze in aanmerking komt voor de essayprijs 2012. De geselecteerde essays worden voorgelegd aan de leden van de Raad. Op 5 december 2013 is de prijs voor het beste essay uit 2012 verstrekt aan dhr. G. Petit. Aan de uitreiking is aandacht besteed in de Accountant. De prijs bestond uit een plexiglas award met inscriptie, een cadeaubon en een bos bloemen. 8. Communicatie met trainees Voor de trainees zijn in 2013 vijf nieuwsbrieven uitgebracht. Iedere nieuwsbrief verschijnt in twee varianten: één voor de praktijkopleiding AA en één voor de praktijkopleiding RA. Op deze manier kan naast gemeenschappelijke berichten ook aandacht worden gegeven aan opleidings-
NBA
8
Raad voor de Praktijkopleidingen
specifieke berichten. In de nieuwsbrieven is aandacht besteed aan de verplichte cursus PKI, de introductie van het competentieprofiel voor praktijkbegeleiders, de fusie tussen de Raad voor de praktijkopleiding van de NOvAA en het Stagebestuur van het NIVRA, de nieuwe Handreiking voor AA-trainees, de uniformering van de terminologie, de workshops praktijkscriptie- en examen, de examendata, de data van de simulaties van jaarrekeningcontroles etc.
9. Navision en N@Tschool! NOvAA en NIVRA werkten met verschillende applicaties. Nu beide organisaties samen zijn gegaan in de NBA, is door de NBA een traject ingezet gericht op de implementatie van één nieuw gezamenlijk ERP-systeem, Navision genaamd. De implementatie vordert gestaag. Invoering van Navision maakt verdere harmonisatie van de praktijkopleidingen AA en RA mogelijk. Te denken valt bijvoorbeeld aan de wijze waarop beide praktijkopleidingen vanuit de afdeling Educatie en Praktijkopleidingen kunnen worden ondersteund en de mogelijkheid om interne procedures te harmoniseren. Verwacht wordt dat de implementatie van Navision voor de praktijkopleidingen AA en RA in 2014 zal worden afgerond. In de loop van 2013 is de elektronische leeromgeving N@Tschool! geactualiseerd voor de AApraktijkopleiding en inmiddels vrijwel geheel operationeel voor de RA-praktijkopleiding, zodat nu ook de meeste stagebureaus en RA-trainees van deze applicatie gebruik kunnen maken.
10A. Cijfers praktijkopleiding AA Op 31 december 2012 waren er 1774 trainees ingeschreven, op 31 december 2013 waren dit er 1625, een afname van 149 trainees. Er zijn in 2013 252 trainees gestart met de praktijkopleiding. Het afgelopen jaar zijn 217 trainees tussentijds gestopt met hun praktijkopleiding. Het aantal geslaagden in 2013 is 15 lager dan in het voorgaande jaar. Het totale aantal trainees is als gevolg in de loop van 2013 afgenomen ten opzichte van 2012. In 2013 hebben 32 trainees een eindverslag (oude stijl) ingestuurd. Daarvan zijn er uiteindelijk 28 trainees geslaagd (slagingspercentage 87,5 %). In 2013 hebben de tweede externe beoordelaars de portfolio’s van 194 trainees beoordeeld. Er zijn 153 trainees van de ‘nieuwe stijl’ geslaagd (slagingspercentage is 78%). In het totaal zijn er dus 181 trainees geslaagd. Er zijn 19 vrijstellingsverzoeken behandeld waarvan er 13 zijn gehonoreerd, 2 gedeeltelijk gehonoreerd, 3 afgewezen, 1 verzoek is nog in behandeling. Van de vrijstellingsverzoeken zijn er 2 voor ‘Situaties van Assuranceopdrachten’ aangevraagd, waarvan er nog geen één is gehonoreerd, omdat beide verzoeken nog in behandeling zijn i.v.m. verzochte aanvullingen.
Jaartal
Aantal AA-trainees einde jaar
Aanmeldingen
Tussentijds gestopt
Geslaagden
2012
1774
312
159
196
2013
1625
252
217
181
Jaarverslag 2013
9
Actief in 2013
Totaal
Tot 1 jaar ingeschreven
249
1 tot 2 jaar ingeschreven
297
2 tot 3 jaar ingeschreven
323
3 tot 4 jaar ingeschreven
274
4 jaar en langer ingeschreven
482
Eindtotaal
1625
10B. Cijfers praktijkopleiding RA Op 31 december 2013 waren 3649 trainees ingeschreven (op 31 december 2012 waren dit 3518 trainees). Er zijn in 2013 688 trainees gestart met de praktijkopleiding (een toename van 122 ten opzichte van 2012). Het afgelopen jaar zijn 106 trainees tussentijds gestopt met hun praktijkopleiding. In 2013 zijn hebben 457 trainees die zich aangemeld voor het examen. Daarvan zijn 451 trainees geslaagd (slagingspercentage 98,7%).
Jaartal
Aantal RA-trainees einde jaar
Aanmeldingen
Tussentijds gestopt
Geslaagden
2012
3518
560
619*
479
2013
3649
688
106
451
* In 2012 is het RA-trainee bestand “opgeschoond” in samenhang met invoering van N@Tschool!. Hierbij is een groot aantal langdurig niet actieve trainees uitgeschreven, zodat het aantal tussentijds gestopte trainees in dit jaar uitzonderlijk hoog was. Actief in 2013
Totaal
Tot 1 jaar ingeschreven
739
1 tot 2 jaar ingeschreven
534
2 tot 3 jaar ingeschreven
480
3 tot 4 jaar ingeschreven
464
4 jaar en langer ingeschreven
1432
Eindtotaal
3649
NBA
10
Raad voor de Praktijkopleidingen
11. Vooruitblik In 2014 zal het competentieprofiel voor praktijkbegeleiders door alle stagebureaus in gebruik worden genomen. In het verlengde hiervan wordt het ontwikkelen van een nieuw competentieprofiel voor de beoordelaars opgepakt. Het harmoniseren van beide praktijkopleidingen zal verder gestalte krijgen. In 2014 zullen alle uitingen, zowel op de website als in de brochures, in één format worden opgenomen. Procedures en werkwijzen zullen steeds verder in elkaar geschoven worden op het moment dat Navision in gebruik is genomen. Bovendien zal in 2014 aandacht worden besteed aan de geharmoniseerde regelgeving. De nieuwe Nadere Voorschriften voor de praktijkopleidingen AA en RA zijn waar mogelijk gelijkgeschakeld. Om alle wijzigingen goed te communiceren zal een apart communicatietraject worden opgezet. Verder pakt de Raad enkele specifieke vraagstukken aan. Zo zal verder worden gewerkt aan de positionering van de praktijkscriptie en de rol die de opleidingen, de stagebureaus en de NBA spelen bij de begeleiding en examinering ervan. Tot slot zal veel aandacht worden geschonken aan de toekomst van de accountantsopleidingen. De contourennota van de NBA en de CEA zal daarbij de leidraad vormen. Een nieuw opleidingsmodel moet de opleiding tot accountant toekomstbestendig maken. Het didactische model, de formulering van nieuwe eindtermen, het opstellen van nieuwe beroepsprofielen en een nieuwe positionering van de praktijkopleidingen ten opzichte van de theoretische opleidingen worden in het kader van het nieuwe opleidingsmodel het komende jaar in diverse gremia besproken. De Raad heeft ten aanzien van deze onderwerpen een eigen verantwoordelijkheid en zal haar standpunten ten aanzien van deze onderwerpen het komende jaar bij gelegenheid kenbaar maken.
Jaarverslag 2013
11