Jaarverslag 2008
Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling
VOORWOORD De grote onderwerpen die spelen in Amsterdam en de regio hebben uiteraard ook in 2008 hun weerslag gevonden in de activiteiten en producten van de ARS. Het openbaar vervoer en de woningbouw, de Structuurvisie, de Havenvisie, de relatie tot Almere en het Stationseiland kregen de nodige aandacht. Als vervolg op het vorige jaar waren er adviezen over ontwikkelingen rond de Wibautas. Kort gezegd, de ARS had een gewoon, productief jaar, maar enkele zaken springen eruit: In een bijzondere samenwerking met de gemeenteraad kwam er een publieksdebat over de Zuidas. Een inspirerende excursie enige tijd geleden naar Napels heeft geresulteerd in een dvd over het vraagstuk hoe het openbaar vervoer een hoogwaardig alternatief voor de mobiliteit in een oude stad kan zijn. Goede voorbeelden van oplossingen uit Napels werden zo toegankelijk gemaakt. Nu her en der weer plannetjes de kop op steken om stukjes van het IJ af te knabbelen voor het aanleggen van eilanden of bruggen, vond de ARS het gewenst een andere, samenhangende visie in discussie te brengen in de vorm van een Manifest: het IJ als open waterplein in het hart van de stad.
INHOUDSOPGAVE
2
Voorwoord 1 DE Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling
3
4
2 PRODUCTIE 3 BIJLAGEN
5
ESSAY De waterkracht van Amsterdam, een pleidooi voor een bruisende metropool Wouter Veldhuis
12
Het thema Amsterdam Waterstad wordt in een essay van ARS-lid Wouter Veldhuis verder uitgewerkt. Dit essay is een bewerking van presentaties die Wouter Veldhuis bij de PvdA heeft gehouden op een discussieavond in juni 2007 en een fractiebijeenkomst in november 2008. Tot onze grote vreugde heeft de PvdA deze visie al omgezet in een raadsnotitie. Ook in 2009 wil de ARS bijdragen aan een hoogwaardig ruimtelijk beleid. Aan deskundigheid ontbreekt het ons niet, maar de vraag is wel hoe het rendement van ons werk verbeterd kan worden. In welke fase van het planproces kan de ARS iets betekenen, welke vormen van advisering zijn effectief, moeten we (andere) prioriteiten stellen? In de afgelopen jaren is hard gewerkt aan de vormgeving en leesbaarheid van de adviezen (kort en krachtig) en aan de website. Ook wordt in toenemende mate vroeg in de procedure advies gevraagd en gegeven. De mogelijkheden om onze bijdrage aan de besluitvorming verder te verbeteren, zullen in het komend jaar systematisch worden verkend.
14 Evelien Eshuis, voorzitter
1 DE AMSTERDAMSE RAAD VOOR DE STADSONTWIKKELING Vanaf 1957 adviseert de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling (ARS) het gemeentebestuur van Amsterdam. Sindsdien is de ARS uitgegroeid tot een veelzijdig samengestelde raad die vanuit onafhankelijke deskundigheid en een brede samenhangende visie het gemeentebestuur gevraagd en ongevraagd adviseert over het ruimtelijk beleid.
Waarover adviseert de ARS? De ARS komt in actie als er sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen die op het schaalniveau van stad en regio van betekenis zijn. Belangrijke werkvelden zijn ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, openbare ruimte, wonen, recreatie, duurzaamheid en cultuurhistorisch erfgoed.
Wanneer brengt de ARS advies uit? De ARS adviseert op aanvraag van bestuurders en ambtenaren van de centrale stad en de stadsdelen. Het dagelijks bestuur beoordeelt of de aanvraag gehonoreerd kan worden. Daarnaast adviseert de ARS ongevraagd en op basis van een eigen agenda.
Hoe komt een advies tot stand? Eerst wordt het onderwerp gepresenteerd op de maandelijkse plenaire vergadering. Vervolgens wordt in een commissie een conceptadvies voorbereid voor de (volgende) plenaire vergadering. Na de plenaire vaststelling gaat het advies naar de verantwoordelijke bestuurders en wordt het geplaatst op de website. Niet ieder onderwerp waarover de ARS zich buigt, mondt uit in een advies. Soms is het organiseren van een debat of een bezoek aan het plangebied met direct betrokkenen effectiever.
4
Welke commissies heeft de ARS? De ARS heeft vier kerncommissies voor gebiedsgebonden onderwerpen: Amsterdam oude stad (binnen IJ en ringweg) Amsterdam noord en oost Amsterdam zuid en west (beide buiten de ringweg) Stad en regio. Daarnaast zijn er themacommissies voor gebiedsoverstijgende onderwerpen, zoals wonen en groen.
2 PRODUCTIE De ARS heeft in 2008 vier adviezen, negen adviesbrieven, een manifest, een dvd en een verslag van een symposium uitgebracht. Daarnaast hebben we een publieksdebat georganiseerd in samenwerking met ARCAM. De diversiteit aan producten geeft aan dat niet ieder onderwerp waarover de ARS zich buigt vanzelfsprekend tot een advies hoeft te leiden. Soms kan worden volstaan met een (korte) brief, soms is een debat effectiever of een oproep in een manifest. Het schaalniveau waarop de ARS adviseert loopt uiteen van de hele metropoolregio Amsterdam tot een plein of plek in de stad. Ook op het laagste schaalniveau kijkt de ARS meestal verder dan de grenzen van het plangebied door de betekenis van die plek voor de stad in de advisering mee te nemen.
2.1 Metropoolregio Amsterdam Advies over Wonen in de Metropool, Woonvisie Amsterdam tot 2020: Durf te kiezen In de Woonvisie worden veel ambities opgestapeld die ogenschijnlijk moeilijk met elkaar zijn te verenigen. De ARS adviseert duidelijke keuzes te maken en doet hiervoor een aantal aanbevelingen. Vooral de krampachtige houding ten opzichte van de markt is opvallend. De ARS adviseert de markt niet als een probleem te zien, maar als een kans om doelstellingen van de Woonvisie te realiseren.
Resultaat In de nota van beantwoording blijkt de ARS niet alleen te staan in zijn kritiek op het grote aantal
ambities en de weinige keuzes die daarin worden gemaakt. Deze kritiek wordt weerlegd met als motivatie dat de veelheid aan bewoners, doelgroepen en doelstellingen de veelheid aan ambities rechtvaardigt. De aanbeveling van de ARS om meer te profiteren van de markt wordt opgevat als een ondersteuning van het beleid. Brief over de OV-visie 2020/2030 Stadsregio Amsterdam Deze brief sluit aan op een reeks eerdere adviezen over het regionale openbaar vervoer. De ARS is positief over de analyse, de ambities, het toekomstbeeld en de opgaven van de OV-visie en komt met een aantal aanbevelingen ter verbetering van de visie. Deze gaan onder meer over de investeringstrategie, het (niet) ontvlechten van het Amsterdamse metronet, het fijnmazige OV-net, het HOV-(tram)net en P+R terreinen. Juni 2008 is de visie vastgesteld door de regioraad. In de nota van beantwoording wordt uitgebreid ingegaan op de aanbevelingen van de ARS. Onderschreven wordt dat het ontvlechten van het metronet afgewogen moet worden vanuit het belang van huidige en toekomstige reizigers. Het HOV-tramnet wordt als een van de opties meegenomen. Behoud van het fijnmazige onderliggende netwerk wordt als een randvoorwaarde beschouwd. Ook de aanbeveling ten aanzien van de P+R terreinen is overgenomen. Op 11 december heeft ARS-lid Wim Wessels een presentatie over het regionaal openbaar vervoer gehouden tijdens een door GroenLinks georganiseerd politiek café. Advies over het Fijnmazig Openbaar Vervoer Fijnmazig lokaal openbaar vervoer is essentieel voor het functioneren van een leefbare stad. Vooral binnen de
ring voldoet de tram het meest aan de eisen die daaraan gesteld worden (herkenbaar, frequent, comfortabel, weinig overstap). De tram is het best inpasbaar in de dichtbebouwde stad en het minst belastend voor het milieu. De ARS doet suggesties voor de manier waarop een fijnmazig tramnetwerk kan worden ingericht en uitgebouwd. Bijvoorbeeld door ontbrekende schakels in het tramnetwerk aan te leggen en het tramnet niet alleen te richten op het Centraal Station, maar ook op Station Amsterdam Zuid. Verder adviseert de ARS om het fijnmazig tramnet in stand te houden, ook als de Noord/Zuidlijn klaar is en zelfs waar de Noord/Zuidlijn en tramlijnen elkaar lijken te overlappen.
Resultaat Het advies is bedoeld als bijdrage aan het Programma van Eisen (PvE) voor de nieuwe openbaar
vervoerconcessie van Amsterdam en Waterland die opgesteld wordt door de Stadsregio Amsterdam. Het PvE moet voorjaar 2009 in concept gereed zijn. Brief over Vertrekpuntennotitie Structuurvisie De ARS pleit ervoor de dilemma’s scherper in beeld te brengen door nu al aan te geven hoe en waar de ruimtelijke opgaven gerealiseerd moeten worden. De Structuurvisie voor Amsterdam zal in een constante wisselwerking met de regio tot stand moeten komen. Daarbij moeten keuzes gemaakt worden die passen in de zeer verschillende scenario’s die denkbaar zijn binnen de toekomstige regionale ruimtelijke ontwikkelingsopgave. De discussie zal moeten gaan over de vraag welke functionele kwaliteiten Amsterdam moet hebben om als centrumstad van de regio succesvol te kunnen zijn. Belangrijk is om te onderzoeken wat de randvoorwaarden en de leidende inrichtingsprincipes voor de verdichtingsopgave zijn.
Conclusies ARS-symposium ‘De topstad bereikbaar’ In een ongedeelde topstad zijn onderwijs, arbeidsmarkt, woningmarkt, verkeer en vervoer en openbare ruimte onlosmakelijk met elkaar verbonden. Over een integrale aanpak van deze beleidsterreinen is gesproken op het jubileumsymposium van de ARS ‘De topstad bereikbaar’ (november 2007). De conclusies zijn samengebracht in een brochure , die naar alle deelnemers aan het symposium en andere bestuurders en vakgenoten is gestuurd.
2.2 Gebiedsgebonden adviezen Brief over Wibaut aan de Amstel, Strategie voor gebiedsontwikkeling In 2008 is ruim 12 miljoen euro voor de Wibautas op de gemeentebegroting gereserveerd en hebben de centrale stad en stadsdeel Oost/Watergraafsmeer projectbureau ‘Wibaut aan de Amstel’ opgericht. In een reactie op de visie van dit nieuwe projectbureau doet de ARS aanbevelingen om de kansen voor een samenhangende aanpak te vergroten. De ARS adviseert ook stadsdeel Centrum de visie te laten dragen en de visie te vertalen naar een planvorm die de regie over de totale samenhang waarborgt. De kwaliteit van de plannen moet worden gestuurd door een supervisieteam. Om de vaart erin te houden adviseert de ARS snel met de herinrichting van de Wibautstraat te beginnen en doet hiervoor een aantal suggesties.
Resultaat In een uitgebreide reactie schrijft projectbureau Wibaut aan de Amstel het ARS-advies als een steun
in de rug te ervaren en een aantal aanbevelingen en suggesties over te willen nemen. Zo zal snel met de herinrichting van de Wibautstraat worden begonnen en worden er stappen gezet om stadsdeel Centrum bij de visie te betrekken.
Resultaat De vertrekpuntennotitie en de reactie van de ARS zijn nog niet behandeld in de gemeenteraad. De
6
brief is vooral bedoeld als inbreng voor de discussie over de Structuurvisie. De thema’s daaruit zijn aan de orde gekomen bij de discussieronde ‘Gesprek met de stad’. De uitkomsten daarvan worden verwerkt in de nota Pijlers Structuurvisie die voorjaar 2009 gereed moet zijn. Daarin staan de hoofdpunten van de ruimtelijke opgaven en de belangrijkste keuzevraagstukken. Advies over Slimme Haven, Havenvisie gemeente Amsterdam 2008 – 2020 De ARS ondersteunt de keuze die in de Havenvisie wordt gemaakt om de verwachte groei tot 2020 te realiseren op bestaand havengebied. Meer activiteiten op eenzelfde grondgebied vragen om grote investeringen van ondernemingen en om een slimme manier van omgaan met de beperkte hoeveelheid ruimte. Dit betekent dat niet alles meer kan en dat er duidelijker keuzes gemaakt moeten worden over het type haven waarnaar wordt gestreefd dan nu in de Havenvisie het geval is. Verder beveelt de ARS aan de aantrekkelijkheid van de haven te vergroten door de stedebouwkundige kwaliteit te verbeteren en door op een aantal strategische plekken functiemenging toe te staan. Ook adviseert de ARS met de regionale partners een langetermijnvisie op te stellen.
Resultaat In de definitieve versie van de Havenvisie is een aantal aanbevelingen van de ARS overgenomen. Zo is
een doorkijk tot 2040 opgenomen, is er meer aandacht voor regionale samenwerking, zijn kaarten met hindercontouren toegevoegd en wordt er beter duidelijk gemaakt welk type haven men nastreeft. De door de ARS voorgestelde verduidelijking van de vestigingscriteria voor bedrijven (o.a. duurzaamheid) en efficiënter grondgebruik zijn uitgewerkt in het Milieubeleidsplan van Haven Amsterdam.
Brief over Reconstructie Mr. Visserplein De centrale stad en stadsdeel Centrum hebben samen een nieuw ontwerp voor het Mr. Visserplein gepresenteerd. De ARS is blij dat er geld is vrijgemaakt om dit verkeersknooppunt nog binnen deze collegeperiode aan te pakken. Dit gebeurt echter zo overhaast, dat de samenhang met de Wibautas en het daarvoor vastgestelde Masterplan over het hoofd wordt gezien. Ook is de stedebouwkundige kwaliteit van het plein buiten beschouwing gelaten. Een zo beperkte blik kan volgens de ARS geen goed resultaat opleveren. De ARS adviseert om ook het deel van de Wibautas dat in stadsdeel Centrum ligt te koppelen aan de planvorming van projectbureau Wibaut aan de Amstel.
Resultaat In antwoord op de brief van de ARS stelt de gemeente dat de reconstructie van het Mr. Visserplein
om financiële redenen in 2009 moet worden uitgevoerd en dat deze termijn niet wordt gehaald als gewacht moet worden op een stedebouwkundig plan. Benadrukt wordt dat het ontwerp van het Masterplan nog steeds het uitgangspunt is voor de inrichting van de op het Mr. Visserplein uitkomende Weesperstraat. Voor de aanbeveling om de planvorming te koppelen aan het projectbureau Wibaut aan de Amstel wordt verwezen naar het Instellingsbesluit Wibaut aan de Amstel. De ARS heeft op uitnodiging zijn standpunt toegelicht aan de raadscommissies van de centrale stad en stadsdeel Centrum op 4 februari 2009.
Zuidas
Het IJ
Publieksdebat Op verzoek van de gemeenteraad heeft de ARS samen met ARCAM een publieksdebat georganiseerd om de Zuidas onder de aandacht te brengen en daarmee maatschappelijke betrokkenheid bij gebruikers, investeerders, bewoners en bezoekers te stimuleren. De discussie ging over vragen als: hoe ziet het besluitvormingsproces eruit, wat ligt al vast en waarover kan nog worden beslist, wat is de betekenis ervan voor de stad, wat zijn de afwegingen bij die beslissingen en wat moet er minimaal vooraf worden geregeld? Voorafgaand aan het debat namen deskundigen van de ARS deel aan een excursie naar de Zuidas voor gemeenteraadsleden.
IJ-manifest Nu het IJ weer een centrale plek in Amsterdam heeft veroverd, roept de ARS met zijn manifest IJ Amsterdam iedereen die bij het IJ betrokken is op om een bijdrage te leveren aan een samenhangende visie op het IJ met zijn beide oevers. In negen stellingen maakt de ARS duidelijk wat er nodig is om optimaal te kunnen profiteren van de kansen die het IJ biedt.
Resultaat De ARS heeft het IJ-manifest bij diverse organisaties die betrokken zijn bij het IJ gepresenteerd. In
februari 2009 verscheen in Ons Amsterdam een artikel over het IJ-manifest. Mogelijk komt er in 2009 een vervolg.
Resultaat Het debat in de Raadzaal van het Stadhuis werd door ruim honderd mensen bezocht, waaronder
bewoners, politici, ambtenaren en zakelijk geïnteresseerden. Het bewonersplatform Zuidas organiseerde op 31 mei een Zuidas-conferentie, waaraan ook de ARS heeft deelgenomen.
8
Advies over de Zuidas: Visie 2007 + Programma’s van Eisen De ARS vindt dat de ambities uit de Visie onvoldoende bindend zijn vastgelegd in de PvE’s. Een bestemmingsplan biedt aan alle partijen meer rechtszekerheid. Verder doet de ARS aanbevelingen voor de inrichting van het gebied. Belangrijk is dat er een eigen Amsterdamse sfeer ontstaat. Een stelsel van openbare ruimten dat de meerdere niveaus rond het station met elkaar verbindt met functiemenging op alle schaalniveaus en beperkte ondergrondse loopafstanden, kan hieraan bijdragen. Een uiteengelegd station met meerdere volwaardige in/ uitgangen verdient de voorkeur boven een centraal stationsgebouw als icoon. Vrije tram/busbanen in een rechthoek rondom het station met haltes bij de in/uitgangen, maken een busstation en eindpunten van tramlijnen overbodig. De ARS adviseert niet vast te houden aan een gemiddeld woonoppervlak van 120 m2 en 30% sociale woningbouw, maar juist te kiezen voor veel variatie en flexibiliteit. Ten slotte adviseert de ARS de Zuidas ook tijdens de bouwfase zo snel mogelijk deel uit te laten maken van het dagelijks stadsleven in Amsterdam.
Resultaat In de raadsbehandeling van 25 juni is een reeks van moties en amendementen, waaronder over
de ARS-aanbevelingen, ingediend. Er wordt ingezet op vastlegging van ontwikkelingen in één of meer bestemmingsplannen met het Projectbesluit als noodzakelijk middel voor de voortgang. Het college houdt vast aan een compact en dus geen uiteengelegd station. Voor de haltes van bus en tram wordt verwezen naar nader onderzoek door de Stadsregio naar het bus- en tramnet na opening van de Noord/Zuidlijn. De Amsterdamse sfeer en het samenhangend stelsel van openbare ruimten moeten in een nog op te stellen beeldkwaliteitplan worden opgepakt. De precieze mate van functiemenging en de plintinvulling wordt overgelaten aan de Zuidasonderneming. Functies zullen in het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan worden opgenomen. Om de Businesscase (met het Rijk) sluitend te maken wordt in de dokzone geen sociale woningbouw opgenomen, maar wel in de flanken. Uiteindelijk is de gemeenteraad akkoord gegaan met de stedebouwkundige plannen voor de Zuidas. Het beoogde akkoord tussen het Rijk, de gemeente en de banken over de financiering is er (nog) niet gekomen, waardoor de planvorming in een impasse is geraakt.
Brief over Stedenbouwkundig Plan Driehoek Kop Java Het plan om op de strook van het Java-eiland een nieuwe ‘tijdelijke’ brede school te bouwen vindt de ARS geen goed idee. De bebouwing van de gehele kop van het Java-eiland moet vanwege de unieke ligging aan het IJ voorbehouden blijven aan bijzondere publiekgerichte bestemmingen in een toegankelijke en openbare omgeving. Het plan om een hotel op de driehoek te ontwikkelen past daar wél in. Voor de school moet gezocht worden naar andere mogelijkheden op het eiland.
Resultaat Op 25 juni besluit de gemeenteraad dat de strook in het belang voor de stad gereserveerd blijft voor
een landmark en dat de brede school wordt gehuisvest in de driehoek, mogelijk gecombineerd met een hotel. In mei is een commissie ingesteld om alle ideeën te inventariseren voor deze strook. Brief over plannen en ontwikkelingen CS en Stationseiland De ARS onderschrijft de ambitie van de plannen voor de vernieuwing van het Centraal Station en het Stationseiland, maar constateert dat er serieuze knelpunten zijn: de openbare toegankelijkheid van het stationsgebouw, de aansluiting op de stad, de invulling van de IJhal en de realisering van de stallingsplaatsen voor fietsers. De ARS doet een dringend beroep op de gemeente om bij deze knelpunten de regie stevig in handen te nemen.
Resultaat Uit een schriftelijke reactie van de wethouder blijkt dat het belang van een openbaar toegankelijk
station door de gemeente, NS en Prorail wordt gedeeld, maar dat de haalbaarheid nog moet worden besproken. De verantwoordelijkheid voor de invulling van de IJhal legt de gemeente bij de ontwikkelaar. De door de ARS geconstateerde meerwaarde van een fietsenstalling onder het stationsgebouw, aansluitend bij de fietspassage, wordt door de gemeente onderschreven, maar is volgens berekeningen van Prorail onbetaalbaar. De gemeente onderzoekt nog naar mogelijkheden voor een haalbare oplossing.
Pleinen
geïnformeerd over plannen voor de Houthavens en het Hembrugterrein en in Zaanstad over het nieuwe centrumgebied Inverdan en de ontwikkelingen langs de Zaan.
Brief over Burgerinitiatief Stadionplein Brief over het Stedebouwkundig Plan (SP) Stadionplein Na eerder te hebben geadviseerd over het plan van bureau OMA (nr.13, augustus 2007), is de ARS in 2008 door stadsdeel Oud-Zuid gevraagd over nog twee plannen voor het Stadionplein te adviseren: het Burgerinitiatief (een alternatief voor het plan van OMA van de Buurtgroep Stadionplein en omgeving) en het Stedebouwkundig Plan, waarin elementen uit het plan van OMA en het Burgerinitiatief zijn samengebracht. In het Burgerinitiatief is de oost/west-as goed opgepakt. Er ontstaat echter een te groot plein met weinig kans op levendigheid. De beperkte bouwhoogten beperken de mogelijkheden voor architectonische accenten en de grandeur die past bij een plein met deze omvang en op deze plek in de stad. Positief in het Stedebouwkundig Plan is het schrappen van het Cultuurgebouw uit het OMA-plan. Maar ook dit plan biedt weinig kans op een levendig plein met een passende uitstraling. Bovendien is het plan zowel architectonisch als programmatisch te gedetailleerd. Concluderend adviseert de ARS om op korte termijn voor een planvorm te kiezen met ruimere definiëringen, die zich richten op het goed functioneren van de openbare (plein)ruimte.
ARS-agenda 2008 Net als in voorgaande jaren heeft de ARS in maart zijn eigen agenda uitgebracht met een aantal hoofdthema’s waaraan het gemeentebestuur volgens de ARS meer aandacht zou moeten besteden. In 2008 waren de thema’s het metropolitane landschap, het fijnmazig openbaar vervoer, het Stationseiland, de Zuidas en monofunctionele kantoorparken. Symposium Cerdà vs. Amsterdam Tijdens een op 11 januari door de Dienst Ruimtelijke Ordening georganiseerd symposium heeft ARS-lid Wouter Veldhuis een presentatie gegeven over de relatie tussen het stedebouwkundig plan van Ildefons Cerdà voor Barcelona en de Westelijke Tuinsteden van Amsterdam. Logo en website In 2008 zijn de voorbereidingen gestart voor de introductie van de nieuwe huisstijl en website in januari 2009.
Resultaat De aanbevelingen van de ARS zijn bij de behandeling van het Stedebouwkundig Plan door de
stadsdeelraad niet overgenomen. Strategienota Surinameplein Voor de lange termijn vraagt de ARS stedelijke ontwikkelingen als de verdichtingsopgave, P&R voorzieningen, transformatie van Westelijke Tuinsteden en de A10 te verwerken in een Visie voor het plein. De randvoorwaarden voor deze visie kunnen al op korte termijn worden vastgesteld aan de hand van de bestaande kwaliteiten van het plein. Het gaat hierbij om het verbeteren van de openbare ruimte en het verkeer, maar ook van de zuidelijke pleinwand, door daar voor een bouwvorm te kiezen die aansluit op de nieuwbouw van het Andreas ensemble.
10
Resultaat Bestuurlijk overleg tussen stadsdelen De Baarsjes en Oud-Zuid en de centrale stad heeft ertoe geleid
dat het ambitieniveau van de Stategienota zal worden verhoogd. De Dienst Ruimtelijke Ordening is gevraagd een stedebouwkundige visie op het plein en omgeving te ontwikkelen. Ook de effecten van de P&R-voorziening op de aanvoerroutes worden onderzocht.
2.3 Overige activiteiten Dvd: Naples, a new approach to public transport Eerder bezocht de ARS Napels om te zien hoe daar een grote sprong voorwaarts is gemaakt met het openbaar vervoer. De ARS was vooral getroffen door de alomvattende aanpak. Omdat openbaar vervoer en stationslocaties ook in Amsterdam volop in de belangstelling staan, heeft de ARS de ervaring uit Napels beschikbaar gesteld in vorm van een dvd. Hierin worden vier lessen gepresenteerd die inspirerend kunnen zijn voor de Amsterdamse beleidspraktijk. Excursie Zaanstad Op vrijdag 3 oktober heeft de ARS met een veerpont Zaanstad bezocht. Onderweg werden de leden
IN 2008 UITGEBRACHTE PRODUCTEN VAN DE ARS 306 (01) (02) (03) (04) (05) (06) (07) 307 (08) (09) (10) 308 (11) (12) (13) (14) (15) (16) 309 (17)
Advies over Wonen in de Metropool Woonvisie Amsterdam tot 2020: Durf te kiezen jan. 2008 Brief over Burgerinitiatief Stadionplein jan. 2008 Brief over de OV-visie 2020/2030 Stadsregio Amsterdam jan. 2008 Brief over Stedenbouwkundig Plan Driehoek Kop Java maart 2008 Conclusies symposium ‘De Topstad bereikbaar’ april 2008 Brief over Wibaut aan de Amstel, Strategie voor gebiedsontwikkeling april 2008 Publieksdebat over de Zuidas (& verslag) 4 april 2008 Advies over de Zuidas: Visie 2007 & Programma’s van Eisen mei 2008 Dvd: Naples a new approach to public transport mei 2008 Brief over de Concept-Strategienota Surinameplein juni 2008 Advies over Slimme Haven, Havenvisie gemeente Amsterdam 2008 - 2020 juni 2008 Manifest ‘IJ Amsterdam’ okt. 2008 Brief over plannen en ontwikkelingen CS en Stationseiland sept. 2008 Brief over Vertrekpuntennotitie Structuurvisie nov. 2008 Brief over Reconstructie Mr. Visserplein nov. 2008 Brief over het Stedebouwkundig Plan Stadionplein dec. 2008 Daar komt de tram! Advies over het Fijnmazig Openbaar Vervoer dec. 2008
3 BIJLAGENN
3.2 Samenstelling kern- en themacommissies
3. 3 Vergaderfrequenties plenair, bestuur en commissies
Kerncie Stad & Regio: Eshuis (voorzitter), A. Jonker (secretariaat) Bach, Bertolini, Dijkstra, Dwars, Eshuis, M. Jonker, Van Leeuwen, Tiemersma, Wessels
In 2008 vonden tien plenaire vergaderingen plaats en acht vergaderingen van het Dagelijks Bestuur. Daarnaast zijn twee vergaderingen ingelast ten behoeve van een snelle procedure. Er waren 38 vergaderingen van kern- en themacommissies.
Kerncie Oude Stad: Brouwer (voorzitter), Burgmeijer (secretariaat) Annaert, Bach, Bierenbroodspot, Blok, Postma, Van Velzen, Versteijlen, De Vries, Wijnen
3.4 Samenstelling en functies secretariaat
3.1 Samenstelling raad, dagelijks bestuur per december 2008: Dagelijks Bestuur
Deskundigheid
1 2 3 4
Cultureel maatschappelijk Planologie Architectuur, stedebouw Verkeer en vervoer, planologie, bestuur Bestuursdienst dRO
mw. drs. E. Eshuis (vz) mw. ir. S.H. Blok ir. T. Postma ir. W. Wessels mw. I. de Freitas drs. J.F.W. Smit
Overige leden
12
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
E.A.M. Annaert ir. B. Bach s.h.o. mw. ir. S.A. Bentinck prof. dr. ir. L. Bertolini mw. drs.J.Bierenbroodspot mw. drs. P. Brouwer drs. A. Buys mw. ing. V.N.M. Dietz prof. ir. Tj. Dijkstra ir. F.J. van Dongen drs. ing. J. Draaisma
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
dhr. drs. R.F. Dwars ir. R.J. van Leeuwen ir. H. Michel prof. dr. E. Nozeman W. Oosterveld drs. J.H.M. Steijn drs. D.N. Tiemersma ir. G.B. Urhahn mw. M.P. van Veen ir. W. Veldhuis mw. drs. A.C. van Velzen ir. L.A.J.M. Versteijlen ir. O. Vlaanderen drs. J.J. de Vries drs. ing. C.A. Westra mw. ir. R.C.M. Wijnen
Onroerend goed, (binnenstedelijke) herontwikkelingen, functiemenging Verkeer & vervoer, stedebouw & publieke ruimte Stedebouw, architectuur, gebiedsontwikkeling, huisvestingstrategie Verkeer & vervoer, planologie Cultuurbehoud Architectuur- en stedebouwgeschiedenis Wonen Landschapsarchitectuur Architectuur, stedebouw Architectuur, stedebouw Wonen, bewonersgroepen, broedplaatsen, opbouwwerk & collectief particulier opdrachtgeverschap Ruimtelijke economie, verkeer & vervoer Landschapsarchitectuur Woningbouw, stedebouw, projectontwikkeling. Bedrijfsleven, onderwijs, vastgoedmarkten, voorzieningenplanning Bouwmanagement Economie Milieu & ruimtelijke ordening Stedebouw Maatschappelijke organisaties, wonen Stedelijke herstructurering, regionaal ontwerp, cultuur/infrastructuur en ruimte Cultuur Projectontwikkeling Architectuur, stedebouw Verkeer & vervoer Milieu & energie Gebiedsontwikkeling
Afgetreden leden in 2008: ing. R. Ambags, mw. drs. M.L.A. Boel, mw. ir. Y. Feddes (tussentijds afgetreden), mw. G. Hettinga, drs. M.E. Jonker (tussentijds afgetreden), drs. M.E. La Rose , dr. ir. N. de Vreeze
Kerncie Noord/Oost: Dijkstra (voorzitter), A. Jonker (secretariaat) Bentinck, Van Dongen, Draaisma, Van Leeuwen, Nozeman, Steijn, Urhahn, Westra Kerncie Zuid/West: Vlaanderen (voorzitter), Burgmeijer (secretariaat) Buys, Dietz, Feddes, Michel, Oosterveld, Postma, Steijn, Van Veen, Veldhuis, De Vries Themacommissie Napels: Jonker (secretariaat), Bertolini, Van Velzen Themacommissie 50 jaar ARS: Grünhagen (secretariaat), Boel, Eshuis, Nozeman Themacommissie IJ: Grünhagen (secretariaat) Dijkstra, Van Leeuwen, Michel, Veldhuis, Wessels Themacommissie Haven: Nozeman (voorzitter), Jonker (secretariaat) Draaisma, Dwars, Steijn, Urhahn Themacommissie Groen: Tiemersma (voorzitter), Jonker (secretariaat) Eshuis, Van Leeuwen, Dijkstra, Dietz Themacommissie Fijnmazig Openbaar Vervoer: Wessels (voorzitter), Jonker (secretariaat) Bach, Bertolini, Van Velzen, De Vries
Het secretariaat bestaat uit een secretaris, twee beleidsmedewerkers en een secretariaatmedewerkster. De bezetting is 3.32 fte. in totaal. De secretaris geeft leiding aan het secretariaat en is verantwoordelijk voor het personeelsbeleid, de planning, de budgettering, de verslaglegging en de productie van de raad. Daarnaast ondersteunt hij de raad en het dagelijks bestuur in het voorbereiden en uitvoeren van de werkzaamheden en draagt hij bij aan de agendazetting, initiatieven en profilering van de ARS onder meer door het opbouwen en onderhouden van een relevant netwerk. De beleidsmedewerkers leveren inhoudelijke bijdragen aan adviezen en bereiden ze voor, organiseren en verslaan vergaderingen, onderhouden contacten, verzorgen documentatie en andere werkzaamheden in de faciliterende en ondersteunende sfeer. De secretariaatmedewerkster neemt de organisatorische en ondersteunende werkzaamheden voor haar rekening op het gebied van financieel beheer, archiefbeheer, organisatie en verslaglegging van vergaderingen en andere besluiten van het dagelijks bestuur. Secretaris: dhr. drs. H.C. Grünhagen Beleidsmedewerkers: dhr. ir. A. Burgmeijer & dhr. drs. A. Jonker Secretariaatsmedewerkster: mw. drs. W. Teeken
3.5 Positionering secretariaat Het secretariaat van de ARS is bij gemeenteraadsbesluit van 1 juni 2006 ondergebracht bij de Bestuursdienst Amsterdam.
3.6 Financiering De secretaris van de ARS, dhr. drs. H.C. Grünhagen, is budgethouder. De Jaarrekening van de ARS voor 2008 is opgenomen in de Jaarrekening van de Bestuursdienst.
Essay
De waterkracht van Amsterdam, een pleidooi voor een bruisende metropool.
14
Wouter Veldhuis
Op 22 april 2008 werden de plannen voor de Amsterdamse WaterExpo definitief in de ijskast gezet. De manifestatie die de metropool Amsterdam in 2010 op spectaculaire wijze had moeten lanceren als internationale Waterhoofdstad maakte afgelopen jaar een harde buiklanding. Wat ging er mis? Wat is er overgebleven van de fantastische plannen? Zijn de kansen op een aantrekkelijke en innovatieve waterstad nu definitief verkeken? Dit essay verkent de kansen voor een beter en aantrekkelijker Amsterdam, laverend tussen de failliete boedel van de WaterExpo, de rijke geschiedenis van onze waterstad en het water dat altijd aanwezig is in ons alledaagse leven. Markering peilput Normaal Amsterdams Peil
De wereld van de waterconsument Amsterdam is een waterstad, misschien wel uit nood geboren, omdat handelsroutes over water nu eenmaal betrouwbaarder waren en verder reikten dan routes over land. Lange tijd was het water in de stad een levendig netwerk dat net zo intensief werd gebruikt als de pleinen en straten. Deze tijden zijn al lang voorbij. Wie nu bruisend water zoekt in Amsterdam bezoekt de Waterwinkel aan de Roelof Hartstraat. Deze winkel is een geduchte concurrent voor het onbeperkt stromende Amsterdamse leidingwater. De Waterwinkel is grootleverancier van watercontainers voor op de werkplek met gekoeld bronwater uit de Belgische Ardennen. Ook verkoopt de Waterwinkel een uitgebreid assortiment water in flessen uit diverse herkomstgebieden: Highland Spring uit Schotland met een ietwat turfachtige smaak staat gebroederlijk naast het frisse Pineo uit Spanje. De vormgeving van de flessen leidt de waterconsument snel naar het meest aansprekende product. Net als bij parfums en auto’s is het uiterlijk van het product minstens zo belangrijk als de inhoud.
16
Zomerse zaterdag op de Prinsengracht
Een bezoek aan de Waterwinkel maakt duidelijk dat de eerste menselijke levensbehoefte niet meer simpelweg vervuld wordt door het openen van een keukenkraan. De waterconsument wordt veeleisender en dat beperkt zich niet alleen tot drinkwater. De waterconsument drukt een steeds belangrijker stempel op de stad. De Prinsengracht is op zomerse zondagen zo druk dat het wel lijkt of elke pieremachochel is gebouwd om mee te flaneren op de grachten. Door de toenemende waterrecreatie op het IJ komt de verkeersveiligheid op deze drukste binnenvaartroute van Nederland steeds meer in het gedrang. Door de massale ontdekking van de tijdelijke stranden van IJburg is het op mooie zomerse dagen minstens zo druk als op de stranden van Bloemendaal. In de beginfase genoot IJburg meer bekendheid als badplaats dan als woonwijk. De afgelopen koude winter is er een ware burgerbeweging opgestaan die het recht opeist om te kunnen schaatsen op de Keizersgracht, ten koste van de lucratieve tochten met rondvaartboten. Maar ook als de winter niet zo koud is zijn er tal van mogelijkheden om te schaatsen. Amsterdam heeft sinds de jaren zestig het hele winterseizoen ijs op de Jaap Edenbaan. En dit jaar was het ook op verschillende andere plekken in de stad mogelijk om rondjes te rijden op kleine tijdelijke ijsbanen. Tenslotte kan de echte liefhebber van winterpret naar SnowPlanet in Spaarnwoude, waar met behulp van water een van de langste overdekte skipistes van Europa is gemaakt. Deze hedendaagse consumptiecultuur is volkomen vervlochten met ons dagelijks leven. Primaire condities voor een veilig en gezond leven worden als vanzelfsprekend beschouwd. Geen enkele Amsterdammer staat er bij stil dat het leidingwater een geavanceerde ‘blend’ is van water uit de Utrechtse Heuvelrug en de waterleidingduinen ten zuiden van Zandvoort. Weinig feestgangers op een grachtensloep zullen beseffen dat de grachten zonder een complex rioleringssysteem en regelmatig spuien zo smerig zouden zijn dat niemand
Strand IJburg
IJspret bij IJburg (foto Inge Paeßens)
er voor zijn plezier over zou varen. Weinigen weten dat de aanleg en het onderhoud van kaden en bruggen zo kostbaar is dat het voorstel om alle grachten te dempen vanuit financieel oogpunt alleszins redelijk is. Geen enkele toerist op de Dam beseft dat het levende standbeeld precies op de plek staat waar een ondergronds ijkpunt het Normaal Amsterdams Peil markeert. Alleen de oplettende passant bij de oostentree van het Stadhuis kent het reliëf op de muur dat duidelijk maakt dat Amsterdam onder water zou staan als het systeem van dijken, pompen en sluizen niet meer werkt.
Een civiel en cultureel kunstwerk1
Borneo Sporenburg
Eeuwenlang is gestreden tegen overstromingen, watervervuiling en de waterwolf. Sinds de stichting van Amsterdam is gewerkt aan een verfijnd civieltechnisch kunstwerk van grachten, havens, trekvaarten en kanalen. Wie nu door Amsterdam loopt, ziet dat het water met veel liefde en zorgvuldigheid in de stad is opgenomen en een onlosmakelijk deel van het stadsbeeld is geworden. Amsterdam is terecht trots op de grachten, meren, rivieren, bruggen, sluizen en tunnels die symbool staan voor de perfecte beheersing van het water in laag Nederland. De Zuiderzeewerken en de Oranjesluizen beschermen de stadsregio tegen overstromingen zodat mensen er veilig kunnen wonen. De gereguleerde waterstanden in de polders maken een optimale agrarische bedrijfsvoering mogelijk. Stevige rivierdijken beschermen het achterland tegen het wassende water van de rivieren en de robuuste duinenrijen aan de kust beschermen tegen overstromingen vanuit de zee. Na de realisatie van de Zuiderzeewerken en Deltawerken leefde enige tijd de gedachte dat Nederland af was. Inmiddels weten wij dat het leven in een delta alleen maar mogelijk is als wij ons blijven aanpassen aan de dynamiek van het water. De komende opgaven in het waterbeheer liegen er niet om. De zeespiegelstijging, bodemdaling, verzilting en de verwachting omtrent de klimaatveranderingen zijn enkele voorbeelden van waterkrachten die de komende honderd jaar een grote impact zullen hebben op het watersysteem en daarmee op de ruimtelijke ordening van stadsregio’s als Amsterdam2. Grote nieuwe inspanningen en investeringen in het civieltechnische waterkunstwerk zijn noodzakelijk om de primaire levenscondities van droge voeten en schoon water te kunnen blijven garanderen. Er is echter reden genoeg voor optimisme. Door het eeuwenlang sleutelen aan het watersysteem lijkt de technische inventiviteit onbegrensd.
18
Diezelfde eeuwenoude ervaring heeft ons geleerd dat het heel goed mogelijk is om het nuttige met het aangename te verenigen. Prachtige voorbeelden zijn de oude droogmakerijen. Zo was bij de drooglegging van de Watergraafsmeer, naast het gevaar van oeverafslag, de creatie van een ideale woonplaats voor rentenierende Amsterdammers het belangrijkste motief om de droogmakerij te realiseren. Aan het einde van de 17e eeuw werden hier vele hofplaatsen en pleziertuinen aangelegd. Ook de grachtengordel is bij uitstek een voorbeeld van een nuttig waternetwerk dat tegelijkertijd een ongeëvenaard aantrekkelijk stadsbeeld 1
Sloterplas
Letterlijk is een kunstwerk iets dat door de mens is gemaakt. In het alledaagse taalgebruik is een kunstwerk het product van de schone kunsten zoals de bouwkunst, schilderkunst, muziek en poëzie. Een kunstwerk is echter ook een door menselijke techniek tot stand gekomen werk. Vooral ingenieurs gebruiken vaak het woord kunstwerk om viaducten, bruggen, tunnels en sluizen aan te duiden. 2 Zie : Deltacommissie, Samenwerken met water, Den Haag september 2008
Noorder Amstelkanaal
Westelijk Havengebied
opleverde. Deze traditie leeft voort tot op de dag van vandaag. De majestueuze Sloterplas is zandafgraving, waterberging en stadspark tegelijkertijd. De recente plannen voor de kustverdediging gaan uit van een forse versterking van de duinenrijen en het ontwikkelen van nieuwe recreatielandschappen en natuurgebieden. De noodzakelijke verbetering van de waterkwaliteit en veiligheid in en rondom het IJmeer en Markermeer wordt gecombineerd met de ontwikkeling van natuurgebieden, recreatielandschappen en een verbeterde verbinding met de omliggende steden en dorpen.3 En bij de zoektocht naar meer capaciteit voor waterberging in de veenweidegebieden in de Randstad wordt tegelijkertijd verkend of deze prachtige landschappen beter toegankelijk gemaakt kunnen worden voor de groeiende bevolking in de aangrenzende steden.
20 Water Republic In het dagelijks leven is de consumptieve behoefte aan watervermaak sterker dan het besef dat het veel tijd en geld zal kosten om ook in de toekomst droge voeten en schoon water te kunnen garanderen. Net als in de Waterwinkel gaat het minder om de utiliteit en inkapseling van water en meer om de toegevoegde waarde die water kan hebben voor de kwaliteit van het leven. Er zal gezocht moeten worden naar oplossingen die droge voeten garanderen en tegelijkertijd de ruimte bieden voor water als object van lust en liefde. Het watervraagstuk maakt onderdeel uit van het integrale culturele vraagstuk naar de wijze hoe er in Nederland de komende tijd gewoond, gewerkt, gerecreëerd, kortom geleefd wordt. In Amsterdam wordt de laatste jaren veel gesproken over de ontwikkeling van een metropoolregio met een sterke internationale profilering. Daarvoor is een schaalsprong noodzakelijk die zonder de stadsregio niet gemaakt kan worden4. Op zoek naar een sterke bindende factor en regionale identiteitsdrager is de afgelopen 3
Zie bijvoorbeeld SAMM, 24 inrichtingsvoorstellen Markermeer en IJmeer, Lelystad, februari 2009.
4
Zie: Plan Amsterdam nr 4, Metropool in ontwikkeling, Bestemming Amsterdam, Amsterdam augustus 2008.
jaren met groot enthousiasme geprobeerd om het water als verbindend element te introduceren. Ondersteund door Job Cohen en Lodewijk Asscher is in 2007 en 2008 gewerkt aan een meerjarenprogramma om de metropoolregio Amsterdam te ontwikkelen tot het centrum voor internationale waterkennis en innovatieve waterprojecten; de Water Republic. De initiatiefnemers, verenigd in de Stichting Amsterdam WaterExpo 2010, stellen: “Met Water Republic kan Nederland, met de metropool Amsterdam als gastheer, een optimistische en blijvende bijdrage leveren aan water als mondiale opgave en wereldwijd herkend worden als het centrum voor alles wat met water te maken heeft.” 5 Het eerste concrete hoogtepunt was gepland tijdens de WaterExpo 2010. In dat jaar zouden de stad en de regio volledig in het teken staan van water. De manifestatie liep van IJmuiden, via Zaanstad en Amsterdam tot Almere, met elkaar verbonden door water. Het was een aaneenschakeling van reeds lopende maar ook veel nieuwe ambitieuze projecten. Denk daarbij aan de feestelijke start van de bouw van de nieuwe sluizen bij Velsen, nieuwe openbaar vervoersnetwerken over water, de revitalisatie van haventerreinen, de bouw van nieuwe woonwijken in het water, de herontwikkeling van de Stelling van Amsterdam en de realisatie van een permanent expodorp in het IJ. De plannen voor de WaterExpo 2010 werden door verschillende partijen en groeperingen enthousiast ontvangen. Binnen een paar maanden tijd leek het idee van de WaterExpo uit te groeien tot de gouden greep om de wensen van de Amsterdamse metropoolregio concreet gestalte te geven. Het optimisme werd zelfs zo groot dat er al voorzichtig gespeculeerd werd over de mogelijke kroning van (water)koning Willem Alexander in 2010. Net zo onverwacht als het aanvankelijk succes van de Stichting Amsterdam WaterExpo 2010 was de uiteindelijke ondergang. Omdat het schip slechts aan één zijde geladen was, maakte het in 2008 slagzij. Alle partijen 5
Stichting Amsterdam WaterExpo 2010, Water Republic, Amsterdam 2007.
wilden graag meedoen omdat de WaterExpo werd gezien als slim middel om met de eigen plannen een grote stap vooruit te zetten. De bereidheid zelf ook een bijdrage te leveren aan andere projecten en aan het gemeenschappelijke doel van de metropoolregio ontbrak echter. Wat overbleef was een aantal mooie en kostbare projecten die weinig opbrengsten genereerden. Op 22 april 2008 stuurde Elco Brinkman, als voorzitter van de stichting, een brief waarin hij concludeert dat “de voorstellen als geheel niet realiseerbaar zijn in 2010. Het ontbrak de meeste voorstellen aan voldoende financiële dekking en/of er was nog geen organisatorisch kader. Ook constateren wij onvoldoende internationale exposure.” De brief wordt afgesloten met de overtuiging dat “de kansen die water de regiometropool Amsterdam biedt zich op een ander moment in een andere vormen zullen laten verzilveren”.
De kracht van het concrete waterproject Nadat de Stichting WaterExpo 2010 haar taken heeft beëindigd is het stil geworden rondom het water in de Amsterdamse Metropoolregio. De ideeën over een innovatieve waterrijke metropool verdienen echter een tweede kans. Water blijft immers de belangrijkste kracht van de Amsterdamse regio. Overleven in een waterrijke stad blijft de komende honderd jaar de belangrijkste ruimtelijke opgave. Genieten van schoon en aantrekkelijk water blijft voor toekomstige generaties een belangrijke drijfveer om in Amsterdam te leven. De vraag is dus of het ook mogelijk is om met minder zware middelen meer aandacht te krijgen voor de bijzonder waterrijke kwaliteiten van de stad. Ik denk van wel. Juist door klein te beginnen kan met veel minder financiële risico’s gewerkt worden aan een bruisend Amsterdam. In plaats van in te zetten op eenmalige evenementen met internationale allure kan gericht worden gezocht naar projecten die de waterbeleving in het dagelijks leven versterken en op de langere termijn een belangrijke bijdrage leveren aan de herontdekking van de waterkracht van Amsterdam.
22
Ter illustratie heb ik vier kansrijke concrete projecten nader uitgewerkt. Alle vier de projecten zijn ogenschijnlijk klein, maar kunnen stuk voor stuk uitgroeien tot belangrijke bouwstenen van de metropoolregio Amsterdam. Ieder project heeft een korte tijdshorizon en kan bij wijze van spreken morgen worden gestart.
Project 1 – Een monument voor het NAP Nederland is trots op zijn vernuft, handelsgeest en internationale relaties. Het is daarom verwonderlijk dat er nooit een monument is opgericht voor het Normaal Amsterdams Peil. Net als Greenwich is het NAP een internationale standaard die de wereld meetbaar heeft gemaakt. In 1683 werd in opdracht van burgemeester Hudde het nulniveau van het Amsterdams Peil vastgelegd. Hij liet in acht sluizen merkstenen aanbrengen. De definitie van het AP luidt vanaf 1683 tot heden: 9 voet en 5 duim beneden het merk op de dijkpeilstenen van burgemeester Hudde. Van deze stenen is alleen de steen in de Eenhoornsluis nog overgebleven. Bij Koninklijk Besluit van 1818 geldt het Amsterdams Peil als referentiehoogte voor heel Nederland. Sinds de nationale metingen rond 1891 zijn nieuwe nauwkeurige peilmerken aangebracht en spreekt men van het Normaal Amsterdams Peil. Ongeveer tegelijkertijd heeft men in Duitsland besloten om het NAP als standaard te hanteren. Sinds 1955 geldt het NAP als het standaard referentiepeil voor alle nationale waterpasnetwerken in Europa. Omdat ons land permanent in beweging is wordt er met enige regelmaat een nauwkeurigheidswaterpassing verricht. Om de betrouwbaarheid van het systeem te vergroten zijn er in de loop der tijd verschillende ondergrondse peilmerken aangebracht. Bij de waterpassing van 1950-1959 werd voor het laatst gebruik gemaakt van de enige overgebleven bruikbare peilsteen van burgemeester Hudde. De hoogte van deze peilsteen werd bij die gelegenheid overgebracht naar de Dam. Het peilpunt is nu de bovenkant van een bolvormige kop van een bronzen bout op een 22 meter lange heipaal, ongeveer 1 meter onder het plaveisel. Sindsdien geldt het punt op de Dam als internationaal referentiepunt van het NAP. De peilsteen in de Eenhoornsluis is inmiddels een monument en ter plekke van het referentiepunt op de Dam is in het plaveisel een markering opgenomen. De vraag is echter of deze plek op de Dam, met zoveel internationale betekenis, niet meer aandacht verdient. De situatie leent zich er goed voor. De Dam is één van de meest internationale pleinen van de stad en wordt door vrijwel iedere toerist bezocht. Een monument voor het NAP kan een grote bijdrage leveren aan het internationale imago van Amsterdam als waterhoofdstad. Tegelijkertijd is het een logische plek om, in het hart van de historische stad, waar de Amstel letterlijk afgedamd werd, stil te staan bij alle noodzakelijke kennis en kunde waarmee deze moeilijk bewoonbare plek ontwikkeld is tot één van de mooiste watersteden ter wereld.
Project 2 – Zuiver water uit een bruisende stad Eenhoornsluis met de Dijkpeilsteen van Burgemeester Hudde
Kraanwater is oninteressant. Ten onrechte. Verschillende tests hebben aangetoond dat het Amsterdams leidingwater mee kan komen met de meest exclusieve bronwatermerken ter wereld. Ook in Nederland wordt het Amsterdams leidingwater gerekend tot het meest gezonde en smakelijke. Dit is een enorme prestatie, want het water is een fabrieksmatige “blend” van geïnfiltreerd Rijnwater uit de waterleidingduinen en kwelwater
uit de Bethunepolder bij Loosdrecht. Dagelijks wordt zo’n 260.000 m3 drinkwater geproduceerd en gedistribueerd door een leidingnetwerk van 2.700 km lengte. In totaal gebruiken ruim één miljoen mensen Amsterdams leidingwater. En dit is allemaal nagenoeg onzichtbaar in het dagelijks leven. Veel van dit prachtige water wordt gedachteloos gebruikt om het toilet te spoelen, te douchen, de afwas te doen en de tuin te besproeien. Slechts een klein deel wordt daadwerkelijk geconsumeerd. Sterker nog, een groot aantal mensen drinkt liever duur bronwater uit een fles dan goedkoop water uit de kraan. In restaurants en cafés wordt hoofdzakelijk gebotteld bronwater geschonken.
Terras aan de
24
Het kan ook anders. Bordeaux kent zijn wijnen, Sarronno en Sorrento hun likeuren, Glenfiddich zijn Whisky, Bittburg zijn bier en Spa zijn bronwater. Er zijn verschillende goede voorbeelden van producten die dezelfde naam hebben als de plaats van herkomst. Het mes snijdt hier aan twee kanten. Het product lift mee op de naamsbekendheid van de locatie en Prinsengracht de locatie profiteert van het imago van het product. Nu zijn er al meerdere merken die duidelijk verbonden zijn met Amsterdam. Ajax is een belangrijke en Heineken is door zijn “experience” opnieuw een echt Amsterdams merk geworden. Beide merken leveren een enorme bijdrage aan de internationale bekendheid van de stad. Maar de naamsbekendheid van Amsterdam kan nog veel groter worden als er ook producten zijn die de naam van de stad dragen. Het kaasmerk Old Amsterdam is een goed voorbeeld. Zou het niet mooi zijn als de zoute nasmaak van deze kaas weggespoeld kan worden met een glas fris zuiverend Amsterdams water dat net zo exclusief is? Het Amsterdams drinkwater verdient het om trots op te zijn. Het is fris, gezond en het product van één van de beste drinkwaterbedrijven ter wereld. Laten we beginnen met de introductie van een mooie fles, die past bij de kwaliteit van ons zuivere drinkwater en de bruisende stad: een fles Fresh Amsterdam. Stap twee is de infiltratie van de markt. Om te beginnen kunnen alle gemeentelijke diensten overstappen op Fresh Amsterdam. Maar ook een gerichte selectie van theaters, musea en andere culturele instellingen zal leiden tot een groeiende bekendheid van het merk. Vervolgstap is een uitbreiding van de markt door het gebottelde water ook te laten schenken in de Amsterdamse horeca en bij grote bedrijven met internationale klandizie, zoals Schiphol en de KLM. De laatste stap is de nationale en internationale consumentenmarkt. Mocht het product aanslaan dan wordt er op vele fronten succes geboekt. Ten eerste krijgt de stad Amsterdam een sterker imago als vooruitstrevende waterstad. Ten tweede gaan er meer mensen Amsterdams drinkwater drinken, waardoor naar verhouding minder kostbaar water gebruikt wordt om het toilet te spoelen. En ten derde genereert Fresh Amsterdam meer winst voor de drinkwaterproducent, waardoor er blijvend geïnvesteerd kan worden in de technologie van drinkwaterproductie, zonder dat de prijs voor het kraanwater hoeft te stijgen.
Het IJ
Project 3 – De waterverbindingen van de metropoolregio Een waterstad heeft goed vervoer over water. Het waternetwerk van Amsterdam is ooit bedacht als een wezenlijk onderdeel van de infrastructuur van de stad. Op dit moment wordt het netwerk onvoldoende benut. Havensteden zoals Stockholm en Hamburg hebben een goed ontwikkeld netwerk van moderne veren. Rotterdam heeft een aantrekkelijk systeem met taxiboten. Het vervoer over water is efficiënt en maakt het tegelijkertijd mogelijk om de stad op een geheel andere wijze te beleven. Amsterdam blijft internationaal gezien hopeloos achter bij andere waterrijke metropolen terwijl er voldoende potenties aanwezig zijn. Nu de contouren van alle ontwikkeling langs de IJ-oevers steeds duidelijker zichtbaar worden, groeit de noodzaak na te denken over een nieuw vervoersnetwerk dat alle ontwikkelingen onderling en met de rest van de stad verbindt. In het manifest “IJ Amsterdam” stelt de ARS dat het IJ een centrale plek kan zijn “in een wijdvertakt vervoersnetwerk over water. Alles ligt klaar, alleen een visie ontbreekt”6. Het water van het IJ is een infrastructuurnetwerk op zichzelf, wat nog ontbreekt is een goede exploitatie. Met de ontwikkelingen op de NDSM-werf, de Houthavens, Buiksloterham, Westerdokseiland, Overhoeks, Oosterdokseiland, IJplein, Hamerstraatterrein, Java eiland, KNSM-eiland en het Zeeburgereiland moet er ruim voldoende draagvlak zijn om een hoogfrequent verensysteem te exploiteren. Een dergelijk systeem vraagt relatief weinig voorinvesteringen en levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van nieuwe, levendige ontmoetingsplekken ter plaatse van de landingspunten. 6
Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling, IJ Amsterdam, Amsterdam oktober 2008.
Het nieuwe netwerk van veerverbindingen op het IJ vraagt wel om een omslag in het denken over het IJ. De huidige veren zijn letterlijk verbindingen die het IJ oversteken. In die zin zijn ze vergelijkbaar met de functie van een brug, het IJ is een barrière die overwonnen wordt. Het nieuwe netwerk van veerverbindingen gebruikt het IJ juist als de verbindende factor. Boten varen niet langer heen en weer, maar volgen een route met stopplaatsen en overstappunten, net als alle andere openbaar vervoerverbindingen. Bovendien is het goed mogelijk om een verschil te maken tussen snelverbindingen, die alleen de belangrijkste locaties aandoen, en gewone veren die op alle stopplaatsen komen. Een dergelijk netwerk is bijzonder flexibel en kan, afhankelijk van de ontwikkelingen langs de IJ-oevers, aangepast worden. Een uitbreiding naar Zaanstad is goed mogelijk, zeker na de herontwikkelingen in de Zaanse havens en een verbinding naar IJburg en Almere blijft een interessante optie als de Oranjesluizen geopend kunnen worden.
Project 4 - Spetterend Amsterdam In een vlak land staat het water stil in sloten, grachten en kanalen. Stilstaand water is gecontroleerd water. Dit geeft de Nederlander een veilig gevoel en heeft als voordeel dat het makkelijk gebruikt kan worden als transportmiddel en ’s winters sneller bevriest, zodat er geschaatst kan worden. In veel andere culturen wordt stilstaand water minder positief gewaardeerd. Als een Nederlander rustig vaarwater ziet, ruikt menig buitenlander alleen maar een vieze stinksloot. In veel andere culturen wordt stilstaand water immers geassocieerd met insecten, besmettingsgevaar, stank en buikklachten. Stromend water staat daarentegen voor zuiverheid, vruchtbaarheid en levenslust. Het is dus ook niet zo verwonderlijk dat vrijwel ieder Frans dorp een gemeenschappelijke wasplaats heeft met stromend water en ieder Italiaans plein gesierd wordt met een fontein.
26
Fontein Osdorpplein (foto Ivan Nio)
Steeds meer Amsterdammers hebben tijdens vakantiereizen en stedentrips gezien dat een mooie fontein een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van een plein of park. Rondom fonteinen ontstaan vaak aantrekkelijke ontmoetingsplekken met een specifieke atmosfeer. Terug in Amsterdam vragen zij zich af waarom hier eigenlijk nauwelijks fonteinen zijn. En de reislustige Amsterdammer is niet de enige. Vooral in wijken met grote Turkse en Marokkaanse bevolkingsgroepen groeit de vraag naar stromend water in de openbare ruimte. Ook voor toeristen is een goede fontein een belangrijk attractiepunt in de stad. De impact van een goede fontein kan enorm zijn. Een mooi voorbeeld is de nieuwe fontein in het Millenniumpark van Chicago. Deze fontein heeft een vergeten stukje groen in één keer getransformeerd tot een dynamische ontmoetingsplek waar toeristen, zakenmensen, omwonenden en kinderen door elkaar lopen en naar elkaar kijken. Amsterdam heeft geen fonteinencultuur. Maar de laatste jaren is er veel veranderd. Een mooi voorbeeld is de fontein voor Hotel Americain op het Leidseplein. De fontein valt misschien niet bij iedereen in de smaak, maar is wel bijzonder populair. Sinds de oude (kapotte) fontein is vernieuwd, bruist het op dit stukje Leidseplein als nooit tevoren. Mensen kiezen nu bewust om hier te gaan zitten en ook het terras van Hotel Americain heeft plotseling een grote aantrekkingskracht gekregen. Een ander goed voorbeeld is de watercascade op het Westergasfabriekterrein. Dit is een geliefd kralensnoer van zitplekken, speelplekken, ontdekkingsroutes en terrasjes waar erg veel mensen op af komen, ongeacht het weer. Ook de fontein op het Osdorpplein is een dierbare plek die door veel mensen gekoesterd wordt. Op mooie dagen ontstaat hier een fascinerend theater
Cascade Westergasfabriekterrein
van spelende kinderen in de fontein, ouders die met elkaar praten op de randen van de fontein en oudjes die vanaf een bankje het schouwspel waarnemen en met elkaar van commentaar voorzien. Een stad die water serieus neemt verdient meer fonteinen. Dit is overigens goed te combineren met het streven van de Gemeente Amsterdam om een Amsterdamse traditie voor de inrichting van de openbare ruimte te ontwikkelen: de “Puccinimethode”7. Deze methode gaat er van uit dat 80% van de Amsterdamse openbare ruimte ingericht wordt volgens een eenvoudige, maar kwalitatief goede standaard. Circa 20% van de openbare ruimte verdient door zijn bijzondere betekenis of functie ook een bijzondere inrichting. Dit zijn dus ook de plekken waar de nieuwe fonteinen van Amsterdam een plek moeten krijgen. Een koppeling tussen een gemeentelijk fonteinenprogramma en de Puccinimethode ligt erg voor de hand en biedt grote kansen om de bijzondere plekken in de stad ook echt een bijzondere kwaliteit te geven.
Tot slot Overal is water. Men moet er alleen nog op geattendeerd worden. De hierboven genoemde voorstellen zijn er op gericht om het water middels simpele projecten beter zichtbaar te maken in het dagelijks leven. Het zijn stuk voor stuk projecten die de reeds aanwezige kwaliteiten van de stad beter benutten. Als deze, of vergelijkbare waterprojecten, slagen worden de inwoners en bezoekers van Amsterdam steeds bewuster van de betekenis van water voor een aantrekkelijke en gezonde stad. En daarmee groeit ook de internationale betekenis van Amsterdam als waterrijk centrum van een bruisende metropoolregio.
28
Wouter Veldhuis Architect/partner bij MUST stedebouw, Amsterdam Lid van de ARS Dit essay is een bewerking van presentaties die Wouter Veldhuis bij de PvdA heeft gehouden op een discussieavond in juni 2007 en een fractiebijeenkomst in november 2008.
7
Dienst Ruimtelijke Ordening, Puccinimethode, Amsterdam oktober 2007.
COLOFON Over de ARS De Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling is sinds 1957 een onafhankelijk adviesorgaan van de gemeente Amsterdam en geeft (gevraagd en ongevraagd) adviezen aan het centrale stadsbestuur van Amsterdam en de verschillende stadsdeelbesturen. De adviezen handelen over vraagstukken als: stedebouw, ruimtelijke ordening, economie, volkshuisvesting, verkeer & vervoer en openbare ruimte. Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling Postadres Postbus 1316 1000 BH Amsterdam Bezoekadres Jodenbreestraat 25, kr. 3C-25 Telefoon 020 552 2720 Fax 020 552 2722 E-mail
[email protected] Website www.ars-amsterdam.nl Vormgeving Omslag foto Kleine omslagfoto Foto’s Drukwerk
Papyr tekst & vorm, Amsterdam Marion Fischer Wouter Veldhuis Wouter Veldhuis, tenzij anders vermeld Grafische Communicatie Zwarthoed April 2009
Jaarverslag 2008
Essay De waterkracht van Amsterdam, een pleidooi voor een bruisende stad Wouter Veldhuis