JAARVERSLAG 2003 VAN DE RAAD VOOR VASTGOED RIJKSOVERHEID
1. Inleiding De Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (RVR) bestaat inmiddels tweeënhalf jaar. De Raad bundelt de krachten van vijf overheidsdiensten op het gebied van aankoop, beheer en verkoop van vastgoed. Deze diensten zijn: Dienst Domeinen (ministerie van Financiën), Dienst Landelijk Gebied (DLG: ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGW&T: ministerie van Defensie), Rijksgebouwendienst (RGD: ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) en Rijkswaterstaat (RWS: ministerie van Verkeer en Waterstaat). De directeuren van deze diensten vormen, samen met een onafhankelijk voorzitter en 1 secretaris, de RVR . Het jaarverslag 2003 houdt een beschrijving in van de verrichte activiteiten die zijn voorzien in het werkprogramma 2003 – 2004 van de RVR, aangevuld met die waarvan naderhand is besloten die ter hand te nemen. Het verslag wordt aangeboden aan de bewindslieden namens wie de samenwerking tussen de vastgoeddiensten van het Rijk plaatsvindt. De projectdirectie Vastgoed van het ministerie van Financiën (VG) heeft de RVR ondersteund met het doen van voorstellen, het maken van rapporten, het geven van adviezen en het helpen uitvoeren van RVR-projecten. De projectdirectie wordt gevormd door gedetacheerde medewerkers uit de diensten. Het verslag wordt afgesloten met een korte beschrijving van de wijze waarop de RVR invulling wil geven aan de opdracht uit het SG-beraad om binnen een jaar met operationele voorstellen te komen met betrekking tot taakverdeling, concentratie en vergaande vormen van samenwerking tussen de in de raad deelnemende diensten.
2. Aandachtsgebieden en speerpunten van de RVR De Raad heeft ook dit jaar veel energie gestoken in het vinden van de terreinen waarop samenwerking echt meerwaarde biedt. In het werkprogramma 2003 -2004 van de RVR worden zes aandachtsgebieden onderscheiden, waaruit activiteiten en projecten voortvloeien. Deze zijn: A. Het maken en onderhouden van overlegstructuren. B. Het ontsluiten, ontwikkelen, overdragen en benutten van kennis. C. Het toegankelijk maken en uitwisselen van vastgoedinformatie. D. Het begeleiden van rijksbrede en regionale projecten. E. Het Beleidskader Anticiperend Handelen en het beheren van de leenfaciliteit. F. Het maken van beleid en strategie. Uit de bovenstaande aandachtsgebieden heeft de RVR de volgende speerpunten (prioriteiten) geselecteerd. 1. Ministeriële regeling gemoderniseerde reallocatieprocedure. 2. Ondertekening protocol afstemming aankopen. 3. Advies aan bewindslieden over optimalisatie corresponderende activiteiten. 4. Oprichting kenniskring milieu. 5. Start juridische basisopleiding. 6. Tussenrapportage Tweede Kamer over het project militaire terreinen. 7. Eerste protocol van samenwerking met andere partijen. 8. Plan geografische informatiesystemen rijkseigendommen. 9. Vaststelling geïntegreerde aan- en verkoopplanning 2003-2007. 10. Notitie Tweede Kamer over positie NS Vastgoed. 11. Aanbieding conceptbeleidsstandpunt over risicodragend deelnemen aan bewindslieden. 12. Notitie Tweede Kamer Verkoopbeleid staatsgronden.
1
W. Groothuis, directeur Domeinen; L. Kohsiek, plv. directeur-generaal Rijkswaterstaat (vertegenwoordigt tevens ProRail); H. Mulder, directeur Dienst Landelijk Gebied; J. Fledderus, directeur Dienst, Gebouwen Werken en Terreinen; F. van der Veen, directeur-generaal Rijksgebouwendienst (tot eind 2003); G. Blom, (voorzitter); J. van der Vaart (secretaris).
1
3. Bereikte resultaten bij de speerpunten Bij de hierboven beschreven speerpunten zijn de volgende resultaten bereikt. Ad 1. Ministeriële regeling gemoderniseerde reallocatieprocedure In 2003 heeft een door de RVR ingestelde werkgroep een advies afgerond over de “Reallocatie van Rijksvastgoed”. Het advies is gebaseerd op een uitgebreide interviewronde en een analyse van de huidige situatie. Beschreven is waar de reallocatie goed verloopt en waar spanningsvelden in de uitvoering liggen. Het advies wordt begin 2004 aan de RVR voorgelegd. Belangrijke aanbevelingen zijn onder andere het vervangen van een deel van de bestaande regelgeving rond de reallocatie door een nieuwe ministeriële regeling en het opstellen van een nieuwe beleidsnotitie waarin het reallocatiebeleid uiteen wordt gezet. In de beleidsnotitie zullen onder andere beleidslijnen worden uitgezet om economische overwegingen meer ruimte te geven bij de reallocatie. Ad 2. Ondertekening protocol afstemming aankopen In 2003 heeft de RVR het “protocol operationele afstemming/melding aankopen” ondertekend. Doel van het protocol is het voorkomen van concurrentie tussen rijksdiensten door middel van een betere afstemming. In het protocol wordt een werkwijze overeengekomen over wanneer en hoe afstemming dient plaats te vinden tussen de RVR-partners bij het verrichten van aankopen. Het protocol wordt opgenomen in de administratieve organisatie van de RVR-diensten. Ad 3. Advies aan bewindslieden over optimalisatie corresponderende activiteiten De RVR heeft uitgesproken dat een aantal vastgoedhandelingen in de bedrijfsprocessen van de vastgoeddiensten van het Rijk corresponderend is. Dat wil zeggen: deze handelingen lenen zich voor een bepaalde vorm van samenwerking die een toegevoegde waarde genereert voor de RVR-diensten. In opdracht van de RVR heeft een team onderzoek verricht naar de overeenkomsten in het bedrijfsproces “verwerven van vastgoed”. De belangrijkste conclusies zijn, dat DLG, RWS en ProRail relatief het meest actief zijn met verwerven. De Rgd richt zich vaak op het in eigendom of in huur verkrijgen van gebouwen. Domeinen is veel minder actief met verwerven en DGW&T verwerft (vrijwel) nooit. Bij alle stappen die de vijf VG-diensten bij het verwerven doorlopen, is sprake van overeenkomsten. Die zijn het grootst bij het Bodemonderzoek. Er komen ook verschillen voor. Onder druk van tijdslimieten werken RWS en ProRail met een onteigeningstitel op de achterhand. DLG verwerft meestal op vrijwillige basis. Er blijkt al een aantal samenwerkingsverbanden te bestaan. In aanvulling daarop worden nieuwe kansen onderkend bij het wederzijds profiteren van deskundigheid, marktkennis, doelmatigheid in werkwijze en schaalvoordelen. Die kansen doen zich vooral voor in het voortraject (activiteiten in het kader van het Vooronderzoek). Op het gebied van kennismanagement worden vooral veel kansen gezien bij het samen verzamelen, structureren en evalueren van bestaande kennis en bij het overnemen van bestaande informatie van de ene dienst door de andere. Ten aanzien van de te verrichten activiteiten ziet het onderzoeksteam kansen voor meer afstemming van de ene RVR-dienst met de andere en ook voor het uitbesteden van activiteiten van de ene aan een andere RVR-dienst. De RVR heeft ingestemd met de aanbeveling om de al bestaande samenwerkingsverbanden te intensiveren en uit te breiden. De overige voorstellen worden meegenomen in de gedachtevorming over de toekomst van de RVR (zie onderdeel 6 Toekomst van de RVR). Ad 4. Oprichting kenniskring milieu De RVR heeft besloten een tijdelijke werkgroep “milieu in relatie met vastgoed” in het leven te roepen. Deze werkgroep zal in 2004 starten. Ad 5. Start juridische basisopleiding In 2003 is de Juridische Basisopleiding Vastgoed van start gegaan. In de eerste module van deze cursus wordt het speelveld en de marktpositie van de vastgoedorganisaties van het Rijk belicht. De pilot-cursusgroep voor deze module heeft inmiddels het grootste deel van de workshops gevolgd. De pilot zal in de eerste twee maanden van 2004 worden geëvalueerd. De voorbereiding van de uitvoering van module 2 (het publiekrechtelijk instrumentarium) is in het najaar van 2003 in gang gezet. De eerste cursusgroep voor deze module zal in april 2004 starten.
2
Ad 6. Tussenrapportage Tweede Kamer over het project militaire terreinen Het project Herbestemming militaire terreinen is begin 2003 gestart. Doel van het project is om door middel van een geïntegreerde benadering méér opbrengsten uit de her te bestemmen terreinen te halen (bijvoorbeeld door het creëren van rode randen bij groene ontwikkelingen). Met de meeropbrengsten moeten onder andere de (sloop-)kosten worden gedekt die het Rijk moet maken om groene bestemmingen te realiseren. Om te komen tot een goede nulmeting en om de financiële consequenties in beeld te krijgen is een quickscan gemaakt. In deze quickscan zijn de opbrengsten geschat van de overtollig te stellen militaire objecten en is een inschatting gemaakt van het totaal van de (sloop-)kosten. Inmiddels zijn de eerste bestuurlijke overleggen gevoerd met de provincies, omdat deze vanuit hun verantwoordelijkheden op het gebied van de ruimtelijke ordening in de uitvoeringsfase een centrale rol vervullen. Aangezien de quickscan meer tijd vergde dan aanvankelijk was voorzien is nog geen tussenrapportage van het project aan de Tweede Kamer gezonden. Ad 7. Eerste protocol van samenwerking met andere partijen De RVR heeft criteria vastgesteld voor het aangaan van allianties met instanties als ProRail, COA, SBB, Colleges Bouw en Sanering Ziekenhuisvoorzieningen, OCW, provincies, gemeenten, Kadaster en andere beheerders van vastgoed, die binnen het werkterrein van de departementen vallen. Aan de hand van die criteria kan worden bepaald, of en zo ja op welke wijze samenwerking met zo’n instantie nuttig is. Kernvoorwaarde voor het aangaan van een alliantie is steeds, dat er sprake moet zijn van een wederzijds belang. Daarvan uitgaande wordt met de vastgoedinstanties besproken, of het loont de vaak al lopende contacten voort te zetten in een bepaalde samenwerkingsvorm of overlegvorm. Er is nog geen protocol van samenwerking met andere partijen ondertekend. Ad 8. Plan geografische informatiesystemen rijkseigendommen In het eerste en tweede kwartaal van 2003 is, met ondersteuning van de Rijksgebouwendienst, onderzoek gedaan om inzicht te verkrijgen in de (on)mogelijkheden om tot een meer gestructureerde vorm te komen van informatie-uitwisseling over huidige en toekomstige vastgoedposities van de RVRpartijen. Geconcludeerd werd dat het belang van een centraal inzicht (RVR) in de vastgoedposities van de RVR-diensten - vooral in relatie tot beleidsontwikkeling – breed wordt onderschreven. Gelet op het takenpakket van de individuele diensten bestaat er op operationeel (decentraal) niveau echter geen noodzaak tot integratie van informatiesystemen. Verder is geconcludeerd dat: • er (nog) geen geschikte vastgoedstandaard en/of geschikt informatiesysteem is dat rijksbreed wordt gebruikt; geadviseerd is aan te sluiten bij de ontwikkeling van het rijksbrede Informatiemodel Ruimtelijke Ordening; • de uitwisseling van actuele eigendomsposities en aan- en verkoopplannen binnen het project Ruimtelijke Analyse verder kan worden geoptimaliseerd met behulp van kadastrale informatie. Ad 9. Vaststelling geïntegreerde aan- en verkoopplanning 2003-2007 In april 2003 is het project Ruimtelijke Analyse vastgoedplannen en grondbezit rijksoverheid afgerond. In het kader van dit project is het rapport “Ruimtelijke Analyse Vastgoedverkeer” verschenen alsmede het “Advies over beheer en ontwikkeling ruimtelijke analyse’. Naast deze twee rapporten is ook kaartmateriaal uitgebracht. Dit project is uitgevoerd door DLG onder begeleiding van de begeleidingsgroep waarin de RVR-diensten vertegenwoordigd waren. Resultaat van dit project is dat voor het eerst een landsdekkend ruimtelijk beeld verkregen is van het bezit en de aankoop- en verkoopplannen van de vastgoeddiensten van het Rijk. Het project heeft in de zomer van 2003 een vervolg gekregen door het ontwikkelen en implementeren van een eenvoudig Geografische Informatiesysteem voor het raadplegen en analyseren van de verzamelde ruimtelijke informatie. Dit project is uitgevoerd door DLG in opdracht van de RVR. Deze applicatie is eind 2003 op cd-rom beschikbaar gekomen om te worden verspreid onder de RVRdiensten. Ad 10. Notitie Tweede Kamer over positie NS Vastgoed In 2003 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat mede namens de Staatssecretaris van Financiën naar aanleiding van de motie Dijsselbloem een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de stations en het vastgoed van de NS. De motie stelt dat het juridische eigendom van grond- en vastgoedbezit van NS in publieke handen zou moeten komen, dat de stations op het hoofdspoornet met de vervoersconcessie aan de NS kunnen worden uitgegeven en dat het overige onroerend goed onder beheer van Domeinen gebracht zou moeten worden. Volgens de motie zou de regering de voor- en
3
nadelen en de juridische en beleidsmatige aspecten van de overdracht nader in beeld moeten brengen. In de brief concluderen de bewindslieden dat gezien de grote juridische, beleidsmatige en financiële consequenties verbonden aan een eigendomsoverdracht, de voorkeur wordt gegeven aan het maken van afspraken met de N.V. NS om de veronderstelde problemen op te lossen. Ten aanzien van het uitgeven van stations op het hoofdspoornet met de vervoersconcessie verwijzen de bewindslieden naar de evaluatie van de Spoorwegwet in 2006. Ad 11. Aanbieding conceptbeleidsstandpunt over risicodragend deelnemen aan bewindslieden In 2003 is de taskforce PPS bij gebiedsontwikkeling ingesteld. Binnen de RVR is besloten het onderwerp risicodragend deelnemen onder de taskforce te brengen. Alle RVR-leden nemen inmiddels aan de taskforce deel. Momenteel wordt er een beleidskader risicodragend participeren voorbereid dat naar verwachting medio 2004 gereed is en aan de bewindslieden zal worden aangeboden. Ad 12. Notitie Tweede Kamer Verkoopbeleid Staatsgronden In het afgelopen jaar heeft Domeinen een onderzoek gestart ten behoeve van de herijking van het verkoopbeleid agrarische domeinen. Als gevolg van de noodzakelijke interdepartementale afstemming heeft de rapportage enige vertraging opgelopen. De rapportage zal in 2004 naar de Tweede Kamer worden verstuurd.
4. Overige resultaten Regio-RVR’s Transacties van vastgoed van de Rijksoverheid worden uitgevoerd in de regio. De regionale vastgoeddiensten overleggen daarover vaak in steeds wisselende samenstellingen over het verwerven, beheren en afstoten van vastgoed. Gebleken is, dat er sterke behoefte bestaat aan structuur daarin. Daarom heeft de RVR vier Regio-RVR's opgericht: • Regio-RVR in Noord: Groningen, Friesland en Drenthe, • Regio-RVR in Oost: Overijssel, Gelderland en Flevoland, • Regio-RVR in Zuid: Noord-Brabant, Zeeland en Limburg, • Regio-RVR in West: Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland. Gelet op de betrokkenheid van Almere bij ontwikkelingen in de Randstad wordt nog bezien, of Flevoland onder kan worden gebracht in de Regio-RVR in West. De Regio-RVR's zullen zich naar verwachting vooral richten op het richting geven aan overlegstructuren, stimuleren van het benutten van kennis en ervaring van de vastgoeddiensten, uitwisselen van vastgoedinformatie, sturing geven aan regionale projecten en het signaleren van ontwikkelingen die relevant zijn voor vastgoedbeleid. Een Regio-RVR is samengesteld uit regionale directeuren van de RVR-diensten en ProRail. De voorzitters van de vier Regio-RVR's zijn: • de Regionale manager DLG in de Regio-RVR in Noord, • de Regionale Directeur Domeinen in de Regio-RVR in Oost, • de Regionale Directeur Domeinen in de Regio-RVR in Zuid, • de HID-RWS voor Utrecht in de Regio-RVR in West. Naar binnen toe is de voorzitter sponsor van de Regio-RVR, naar buiten toe - richting andere overheden en vastgoedinstanties - treedt de voorzitter op als het boegbeeld van de Regio-RVR. Elke Regio-RVR wordt ondersteund door een uit een RVR-dienst afkomstige accountmanager die tevens secretaris is van de Regio-RVR. In de Regio-RVR in West zijn in verband met omvang en complexiteit van de Randstad twee accountmanagers benoemd. Project Vastgoedkennis en Opleidingen Bij het project Vastgoedkennis en Opleidingen werden – naast de start van de Juridische basisopleiding - de volgende resultaten bereikt: • Op 3 juni werd de RVR-studiedag “meervoudig ruimtegebruik” gehouden. Vijfenzestig medewerkers van de vijf RVR-diensten, de Belastingdienst en Prorail namen deel. Van de inhoud van de gehouden presentaties is een boekje gemaakt dat werd verspreid onder de genoemde diensten en degenen die aan de studiedag deelnamen.
4
• • • •
•
•
De resultaten van het kennisstructuuronderzoek voor wat betreft het bedrijfsproces verwerving, werden aan de RVR gerapporteerd. De RVR stemde in met de conclusies en aanbevelingen van de projectgroep. Voortgegaan werd met de ontwikkeling van de gewenste opleiding vastgoedeconomie. Een voorstel over een wijziging van de aanpak heeft de RVR begin december goedgekeurd. Deze opleiding zal nu in de vorm van een pilot worden ontwikkeld. De Kennis- en Opleidingengids 2004-2005 werd gemaakt en onder de RVR-diensten verspreid. Medewerkers van de RVR-diensten namen actief deel aan de werkzaamheden van de Stichting Register Taxateurs OZ, ten einde te bewerkstelligen dat voor de totale taxateursbranche objectieve vakbekwaamheidseisen in werking treden en landelijke registers van de gecertificeerde taxateurs worden bijgehouden. Het onderzoek naar de behoefte aan een RVR-kenniskring “grondverwerving en onteigening” heeft geleid tot het besluit van de RVR om een 100-vragenboekje te maken over deze onderwerpen, alsmede over de leerstukken nadeelcompensatie, planschade en bouwschade, ten behoeve van medewerkers van de RVR-diensten die op dit gebied werkzaam zijn. Een begin werd gemaakt met het onderzoek naar de behoefte aan een tweede 100vragenboekje over de bescherming van het cultureel erfgoed (archeologie, gebouwde monumenten en landschappen/landschapselementen van cultuurhistorische waarde) bij het vastgoedbeheer van het Rijk en de planvorming inzake grote infrastructurele projecten, zulks in verband met de beleidsnota Belvedere, het Verdrag van Malta en het onlangs bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediende wetsvoorstel ter implementatie van genoemd verdrag.
Communicatie Teneinde de RVR met allerlei middelen bekendheid te geven, hebben de volgende (doorlopende) acties plaatsgevonden. • Er is een adressengids 2004 voor de RVR uitgebracht. • Op het internet wordt bij de website van het ministerie van Financiën via een doorklikmogelijkheid een website voor de RVR bijgehouden, waarop belangrijke basisinformatie en nieuws over nieuwe ontwikkelingen en producten zijn te vinden. • Er wordt voor gezorgd dat in de vastgoedbladen van de diensten regelmatig aandacht wordt besteed aan RVR-activiteiten. • Er wordt een standaard power point presentatie van de RVR onderhouden die voor presentatiedoeleinden regelmatig wordt gebruikt. • Er is voorlichtingsmateriaal van de RVR gemaakt voor representatiedoeleinden. • Er zijn drie nieuwsbrieven over de RVR uitgebracht. Kadaster In 2003 is onder leiding van Domeinen gewerkt aan een kwaliteitsverbetering van de registraties bij het Kadaster. Deze kwaliteitsverbetering komt tot stand in samenwerking met de overige vastgoedbeherende departementen en het Kadaster. In 2003 hebben de regionale directies van de RVR-diensten alle eigendommen van de Staat gecontroleerd wat betreft tenaamstelling. In het eerste kwartaal van 2004 worden deze verbeteringen bij het Kadaster doorgevoerd. Een waarborgprocedure voor het registreren van de juiste kadastrale tenaamstellingen is eveneens ontwikkeld en moet door de RVR-diensten in de toekomst gevolgd worden. In 2003 is in het project Ruimtelijke Analyse ook samengewerkt met het Kadaster wat betreft eigendomsgegevens van de Staat. Dit heeft geleid tot gesprekken met het Kadaster over het ‘ruimer’ ter beschikking stellen van kadastrale gegevens tussen de RVR-diensten onderling. Almere Medio 2003 is de RVR akkoord gegaan met de conclusies en aanbevelingen van een rapport van de werkgroep grondstrategie Almere. Deze werkgroep was in 2002 ingesteld onder regie van de RVR. Naar aanleiding van de conclusies en aanbevelingen heeft de RVR de werkgroep gevraagd de grondstrategieën een stap verder uit te werken. Hieraan is gevolg gegeven onder leiding van het projectbureau Toekomst Almere dat in 2003 belast was met het opstellen van het Integraal Ontwikkelingsplan Almere.
5
Werkbezoeken Werkbezoeken werden gebracht aan de regionale directie IJsselmeerpolders van Domeinen in verband met de ontwikkelingen bij Almere en aan de RGD en de gemeente Den Haag met het oog op de vastgoedontwikkelingen bij het Centraal Station van Den Haag. Voorts werd een werkbezoek gebracht aan het Verenigd Koninkrijk om zicht te krijgen op samenwerkingsverbanden aldaar tussen de vastgoeddiensten. Het verslag van dit werkbezoek is te vinden op de site van de projectdirectie Vastgoed (www.minfin.nl/vastgoed). Regionale conferenties In 2003 werden twee regionale conferenties voor de regio’s west (provincies Noord-Holland, ZuidHolland en Utrecht) en noord (provincies Groningen, Friesland en Drenthe) gehouden. Aan de regionale conferenties namen deel het management en naaste medewerkers van de regionale kantoren. In 2002 werden regionale conferenties gehouden voor de landsdelen Oost en Zuid. De regionale conferenties hebben geleid tot een intensievere operationele samenwerking (zie het onderwerp regio RVR‘s). Stedenteams Het projectteam Vastgoedstrategie Haaglanden heeft zijn eindrapport aangeboden aan de RVR. Daarin zijn projecten met interdepartementale samenhang onderkend. Bij deze projecten geeft het stedenteam verder sturing en inhoud aan de samenwerking tussen de regionale vastgoeddiensten van de RVR, wanneer dat nuttig en noodzakelijk is. Verder is gebleken, dat het formuleren van een overall inhoudelijke strategie voor de regio Haaglanden niet voor de hand ligt gezien het uitlopende karakter van de verschillende (interdepartementale) projecten. En ook, dat de wenselijke strategieën voor de diverse projecten door iedere rijkspartij vanuit een andere invalshoek en op een ander niveau bezien worden. De strategie van het RVR-team Haaglanden is vooral gericht op de samenwerking en afstemming tussen de deelnemende partijen. Indien de gemeente Den Haag benaderd moet worden, kunnen RVR partijen een beroep doen op de RGD die gezien de omvang van haar vastgoedportefeuille daar een sterke positie heeft. De RVR heeft ingestemd met de conclusies en aanbevelingen in het rapport. Het stedenteam Rotterdam heeft eind 2003 haar rapport Vastgoed ontwikkelingen Rotterdam en omgeving uitgebracht. Het doel van het rapport is door middel van een geïntegreerde en planmatige aanpak van vastgoedtransacties in de regio Rotterdam te streven naar een optimaal resultaat voor het Rijk. Een negental projecten is aangewezen waar een gecoördineerde aanpak tussen de RVRdiensten wenselijk is. Het toekomstige RVR-provincieteam Zuid-Holland zal dit verder moeten uitwerken. Van vier stedenteams naar drie provincieteams Over de vier stedenteams heeft de RVR besloten, dat de gebieden die deze teams bestrijken worden uitgebreid tot de provinciegrenzen. De stedenteams Utrecht en Amsterdam gaan de op te stellen vastgoedstrategieën richten op de provincies Utrecht resp. Noord-Holland. De stedenteams Haaglanden en Rotterdam worden samengevoegd tot één provincieteam dat geheel Zuid-Holland bestrijkt. Daarmee acteren in het gebied van de Regio-RVR-West voortaan drie provincieteams. Anticiperend handelen Anticiperend handelen is een instrument om daar waar uit goed koopmanschap kansen liggen, deze te benutten door, onder bepaalde voorwaarden, af te wijken van de reguliere procedures. De RGD leent ten behoeve van anticiperend handelen uit de leenfaciliteit van de RGD. Voor de andere vastgoeddiensten was voor 2003 een budget beschikbaar gesteld van € 34 mln. In 2003 zijn slechts 2 leningen verstrekt (aan de RGD en aan DLG). Een gedegen onderbouwing van het geringe beroep kan nog niet worden gegeven, aangezien er nog geen evaluatie beschikbaar is. Naar de huidige inzichten hangt de verminderde activiteit samen met achterblijvende aankoopbudgetten als gevolg van bezuinigingen (natuuraankopen), het motto “eerst houwen dan bouwen” bij RWS en Prorail en met stabiliserende c.q. dalende grondprijsontwikkelingen.
5. Toekomst van de RVR De RVR bezint zich op zijn toekomst. Behalve voor het afronden van de nu lopende werkzaamheden heeft de Raad in een eerste gedachtewisseling uitgesproken ambities te hebben op het gebied van geconcentreerde dienstverlening, gebiedsontwikkeling en voorwaarden scheppende
6
beleidsontwikkeling. De RVR heeft op zich genomen om mogelijke modellen van andere samenwerking te identificeren, waarbij elk lid één van de volgende 6 thema’s voor zijn rekening heeft genomen: 1. Grond (verwerving en beheer) 2. Gebouwen (verwerving en beheer) 3. Verkopen (incl. daarbij horend tijdelijk beheer) 4. Gebiedsontwikkeling 5. Beleidsbeïnvloeding 6. Kennismanagement en Informatievoorziening De RVR wil daarmee tevens tegemoetkomen aan de opdracht, die het SG-beraad in het kader van het moderniseren van de rijksoverheid heeft afgegeven. Eind 2003 heeft het SG-beraad aan de RVR gevraagd om, binnen een jaar, met operationele voorstellen te komen met betrekking tot taakverdeling, concentratie en verdergaande vormen van samenwerking tussen de in de Raad deelnemende diensten.
7