ARS
Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling
Advies over de Visie Verdubbeling Oosterpark
Advies over de Visie Verdubbeling Oosterpark
Aan:
Dagelijks Bestuur en Raad van stadsdeel Oost-Watergraafsmeer College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam Gemeenteraad van Amsterdam
Juni 2009 Serie 2009, nr. 312 (09)
ADVIES OVER DE VISIE VERDUBBELING OOSTERPARK
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING EN AANBEVELINGEN
3
I.
INLEIDING
5
II.
BETEKENIS VAN HET OOSTERPARK
5
III.
HET PARKONTWERP
6
VERANDERENDE FUNCTIES EN GEBRUIK
7
IV.
Indeling naar clusters Voormalige Amstelbrouwerij Entrees in het park De Hoteltoren V.
DE REALISERING
9
COLOFON Over de ARS De Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling is sinds 1957 een onafhankelijk adviesorgaan van de gemeente Amsterdam en geeft (gevraagd en ongevraagd) adviezen aan het centrale stadsbestuur van Amsterdam en de verschillende stadsdeelbesturen. De adviezen handelen over vraagstukken als: stedebouw, ruimtelijke ordening, economie, volkshuisvesting, verkeer & vervoer en openbare ruimte. Dit advies is op 27 mei 2009 vastgesteld door de ARS op zijn plenaire ledenvergadering. Verder gebruik van dit advies staat ieder vrij, mits dit gebeurt met bronvermelding.
van het ARS-advies over de Visie op de Verdubbeling Oosterpark De Visie ‘Verdubbeling Oosterpark’ bevat originele en inspirerende voorstellen die het mogelijk maken met betrekkelijk weinig middelen grote verbeteringen te bereiken. De Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling heeft daarom waardering voor de visie, maar adviseert wel beter gebruik te maken van de oorspronkelijke kwaliteiten in het ontwerp en daarin niet onnodig te veranderen. De omvang van het Oosterpark wordt in de Visie verdubbeld door het noordelijk deel bij het park te trekken. Dit gebeurt door de hekken om privéterreinen te verwijderen, het park vanaf de Mauritskade toegankelijker te maken en doorzichten te creëren. De gebouwen die er staan worden onderdeel van het park met een ingang in het park. De ARS ondersteunt de in de visie voorgestelde wijze van verdubbeling voor het westelijk deel van het park, maar heeft grote moeite met de aantakking van het noordoostelijk deel. Daar wordt een groot rondlopend hoofdpad aangelegd, waaraan alle gebouwen in het park hun entree krijgen. Volgens de ARS kan de bestaande Oost/West-route door het midden van het Oosterpark geheel in stand blijven en kunnen de gebouwen met lichte aanpassingen in het padenstelsel daarop aangesloten worden. Ondanks kritische kanttekeningen verdient de Visie het uitgevoerd te worden. Om de kans hiertoe te vergroten zullen de eigenaren van de gebouwen in het park vanaf het begin moeten meewerken. In ruil voor een prachtige entree in het park zouden zij zich daarom contractueel moeten binden aan de eindvisie. AANBEVELINGEN 1. Handhaaf het ontwerp van het Oosterpark in gemengde stijl. Deze stijl is nog altijd bruikbaar voor een goed functionerend stadspark en vertegenwoordigt een grote cultuurhistorische waarde. 2. Handhaaf ook de bestaande Oost/West-route en ga meer uit van de huidige potenties en functies. 3. Stel één ontwerper aan die ervoor zorgt dat de centraal vastgelegde uitgangspunten een goede ruimtelijke vertaling krijgen 4. Leg het commitment van de eigenaren van de gebouwen in het park vast in heldere contracten volgens het principe: voor wat hoort wat.
ARS-Advies over de Visie Verdubbeling Oosterpark, juni 2009
SAMENVATTING EN AANBEVELINGEN
SAMENVATTING
3
ARS-Advies over de Visie Verdubbeling Oosterpark, juni 2009
4
ADVIES OVER DE VISIE VERDUBBELING OOSTERPARK
I. INLEIDING De Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling (ARS) juicht het idee uit de Visie ‘Verdubbeling Oosterpark’ om het noordelijke deel van het Oosterpark beter bij het park te betrekken zeer toe. We voldoen daarom graag aan de vraag van stadsdeel OostWatergraafsmeer om over deze visie te adviseren. De nieuwe opzet, die beoogt het park vanaf de Mauritskade toegankelijker te maken, doorzichten te creëren, hekken te verwijderen en thans bestrate delen een groen karakter te geven, vormt daartoe een goed uitgangspunt. Ook het voornemen de gebouwen functioneel en visueel meer op het park te betrekken kan een verrijking betekenen, zowel voor de gebruikers en bezoekers van die gebouwen als voor de parkgebruikers. Zo kunnen met betrekkelijk weinig middelen grote verbeteringen worden bereikt. II. BETEKENIS VAN HET OOSTERPARK Het Oosterpark is een belangrijke stedelijke voorziening, zowel voor het stadsdeel als voor de hele stad. Het werd aan het eind van de negentiende eeuw ontworpen als een multifunctioneel vroeg “Volkspark”, waarin de wandelfunctie werd gecombineerd met ontspanning als sport, spel en educatie. Leonard Springer, die onder de Nederlandse tuin- en landschapsarchitecten als één der grootste ontwerpers wordt beschouwd, maakte daartoe gebruik van de toen moderne landschapsstijl. Door het samenbrengen van landschappelijke én formele gedeelten kwam hij tot de zogenaamde Gemengde Stijl. Dit is terug te vinden in de hoofdopzet voor het Oosterpark en heeft naar de mening van de ARS nog altijd grote potenties en bepaalt mede de cultuurhistorische waarde van dit stadspark. Ook vrijwel alle in het Oosterpark staande gebouwen zijn cultuurhistorisch en/of architectonisch waardevol. Daaronder bevinden zich veel beschermde monumenten. Ook de uit 1967 daterende Hoteltoren van het Tropeninstituut is inmiddels een – beoogd - gemeentelijk monument. Om deze reden geeft de ARS hierna een globale analyse van de waarde en mogelijkheden van het oorspronkelijk aangelegde park en van de inrichting en het gebruik gedurende zijn intussen ruim 100-jarige geschiedenis in relatie tot de visie ”Verdubbeling Oosterpark”. We eindigen met suggesties om de realiseringskans van dit ambitieuze plan te vergroten.
ARS-Advies over de Visie Verdubbeling Oosterpark, juni 2009
5
III. HET PARKONTWERP Met het oorspronkelijk ontwerp won Springer een omstreeks 1890 door de gemeente Amsterdam uitgeschreven prijsvraag voor een multifunctioneel stadspark, dat het gehele gebied waarvoor de Visie is ontwikkeld beslaat. Een wezenlijk kenmerk van dit ontwerp is de combinatie van een formeel gedeelte, dat wordt omarmd door een veel groter landschappelijk vormgegeven gedeelte. Het noordoostelijke deel is dat formele deel, het zuidelijke en het westelijke deel van het park hebben een landschappelijk karakter.
Plan Springer (1893). De in de Visie voorgestelde wijze van aantakken van het westelijke deel van de noordelijke strook aan het zuidelijke parkdeel door het landschappelijke karakter daarvan voort te zetten, acht de ARS de juiste benadering. 1 Een ingrijpend aspect van de Visie betreft het inbrengen van een groot rondlopend hoofdpad, dat alle gebouwen in het noordoostelijke deel van het park aansluit en adresseert om betere mogelijkheden te bieden voor hoofdentrees van de gebouwen in het park. Met dit deel van de Visie heeft de ARS grote moeite. In tegenstelling tot wat in de Visie wordt beweerd, zou met de realisering van dit pad en een daarbij passende land1 Het plan van het stadsdeel voor een kinderboerderij vindt de ARS in dit verband overigens onlogisch, omdat dit een mooie, op het oorspronkelijke padenplan teruggrijpende aansluiting frustreert. Een dergelijke aansluiting zou de aantasting van dit padenplan door de bouw van het Laboratorium voor de Gezondheidsleer kunnen verzachten.
ARS-Advies over de Visie Verdubbeling Oosterpark, juni 2009
6
schappelijke aanleg van dit parkgedeelte het karakter van het oorspronkelijke ontwerp van Springer voor het noordoostelijke deel van het Oosterpark worden verlaten. Strikt genomen is dit gedeelte van het park overigens nooit volgens het ontwerp aangelegd. Springers kreeg echter omstreeks 1916 ook de opdracht voor de inrichting van het park, samenhangend met de bouw van het toenmalige Koloniaal Instituut, dat in de plaats kwam van de geruimde Oude Oosterbegraafplaats. Daarbij borduurde hij voort op zijn oorspronkelijke, formele, ontwerp voor dit parkdeel, dat daar een as laat zien met aan beide zijden daarvan een aansluitende symmetrische inrichting.2 Deze as maakte een subtiele knik in zuidelijke richting min of meer evenwijdig aan de Linnaeusstraat en eindigde bij de muziektent.3 Ook de in de loop van de 20e eeuw volgende ontwikkelingen voegden zich in deze karakteristieke ruimtelijke opbouw en dragen nu bij aan het eigen karakter, de waarde en de bruikbaarheid van het noordoostelijke deel van het park. Deze oorspronkelijke as (vanaf de Muiderpoort) heeft dus effect gehad op zowel de oriëntatie als de situering van het KIT-gebouw en vervolgens - na de knik - ook op de wijze van inpassen van de hoteltoren uit 1967 en de huidige invulling met het kinderbad. De hoofdstructuur van het park is hier nog steeds beleefbaar en zou gemoderniseerd en/of aangevuld kunnen worden met andere functies.4 Samenhangend met het voorgestelde rondlopend hoofdpad zou ook de bestaande, thans goed functionerende, O/W-as moeten vervallen. De huidige vormgeving van de parktoegang aan de ’s Gravensandestraat bewerkstelligt dat deze centraal door het park gelegen route nu voor een breed publiek een ontspannen schouwspel vormt van wandelen, skaten, flaneren en fietsen. De ARS ziet geen enkele winst in het opheffen van deze, ook uit het oorspronkelijke ontwerp stammende, verbinding en ook daarom geen aanleiding om de padenstructuur in dit gedeelte van het park te herzien, maar pleit er juist voor deze blijvend als uitgangspunt te nemen voor de nieuwe inrichting. De opgave om de overige gebouwen in het noordelijk deel op het park te laten aansluiten kan ook met secundaire routes bereikt worden. Een meer ondergeschikte aanpassing aan het oorspronkelijke padenstelsel van Springer biedt daartoe ruime mogelijkheden. IV. VERANDERENDE FUNCTIES EN GEBRUIK De Visie presenteert inspirerende voorbeelden van het ‘openen’ van het park aan de noordzijde die het verdienen ten uitvoer te komen. Bij de haalbaarheid van een aantal daarvan zet de ARS echter vraagtekens. Indeling naar clusters Behalve naar veranderend gebruik van de gebouwen zijn voor de parkruimten in het noordelijk deel ook een aantal thema’s toegedacht. Het gaat om drie hoofdclusters: 2
Deze as ligt eerst in de lijn van de brug over de Buitensingelgracht en ter plaatse van de hoofdas van de Oude Oosterbegraafplaats, die in 1891 werd gesloten, maar waar daarna nog grafrust moest worden gerespecteerd. Het KIT-gebouw, met name de aan de achterzijde uitstekende Koningszaal, ligt in deze asrichting. 3 In het oorspronkelijke ontwerp knikt de as door middel van een rotonde. De van het oorspronkelijke Springer-ontwerp deel uitmakende O/W-as is voor de muziektent volledig recht en staat daar loodrecht op. Hierdoor is het parkgedeelte tussen de O/W-as en het KIT een duidelijk bepaalde ruimte. 4 Het kinderbad functioneert uitstekend en het beeld zou hier alleen al met de verwijdering van de hooggeplaatste keermuren daaromheen hersteld kunnen worden. Ook andere invullingen westelijk van dit parkgedeelte verder het park in zouden kunnen worden opgefrist en functioneel verbeterd..
ARS-Advies over de Visie Verdubbeling Oosterpark, juni 2009
7
Spelen, Sport en Cultuur. Dit lijkt nogal opgelegd en is wellicht te stringent vanuit een ideaalgedachte ontstaan. Het wordt in elk geval niet voldoende beargumenteerd. Er wordt geen invulling van de Cultuurcluster gegeven. Het verplaatsen van het goed functionerende kinderbadje naar de cluster Spelen ten zuiden van het Arenahotel betekent kapitaalsvernietiging. Voormalige Amstelbrouwerij Het slopen van het bedrijfsverzamelgebouw aan de Mauritskade, waardoor het karakteristieke stallengebouw van de voormalige Amstelbrouwerij vrij komt te liggen, levert een aantrekkelijke entree en een fraai diep zicht in het park op. Het is de bedoeling dat het brouwerijgebouw een van de zwaartepunten van het nieuwe parkontwerp wordt en een invulling krijgt die bijdraagt aan de gewenste openbaarheid van het noordelijk deel van het park. De brouwerij is echter particulier eigendom. Hoe realistisch is het dan dat dit nieuwe zwaartepunt binnen afzienbare tijd echt tot stand komt? Entrees in het park De eigenaren van de gebouwen zullen steeds vanuit de functie voor de gebouwen – en de logistiek daarvan - hun randvoorwaarden stellen. Zij zullen moeten aangeven wat de zones zijn die voor het goed functioneren aan de buitenrand van het park moeten komen. Voor het goed functioneren van elk gebouw zal nagegaan moeten worden waar de openbare delen die aansluiten op het park zoals publiek gerichte functies (kinderspeelplaats en terrassen) en waar de private of gecontroleerde sfeer (met portierscontrole) hun plaats kunnen krijgen. De indeling moet zinvol zijn anders ontstaat het gevaar dat na enige tijd de parkentrees weer dicht gaan. Een voorbeeld waar mogelijk knelpunten bij het interne functioneren kan ontstaan is het centraal gelegen voormalige Laboratorium Gezondheidsleer (UvA-gebouw) dat een theaterfunctie is toegedacht, met een entree in het park. Andere voorbeelden spelen in die gevallen waarbij eigenaren in het park vanwege hun (nog te vestigen) functies voor een terras in het park opteren. Het verdient aanbeveling eerst vast te stellen waar terrasfuncties het beste kunnen komen voordat afzonderlijke vergunningen worden verleend. Het toegankelijk maken met entrees in het park geldt ook voor het nu afgesloten complex van de zogenaamde dubbeltjeswoningen. Het is de vraag of zij gediend zijn met een hek aan de buitenzijde en een verandering van dit afgesloten straatje in een doorgaande toegangsweg het park in. Toen het park werd aangelegd, bestond dit straatje al en het is toen niet in het ontwerp opgenomen. Het parkhek werd op afstand daarachter geplaatst. De Hoteltoren Bij de Hoteltoren komt een aantal aspecten van de problematiek die zich voordoet als initiatieven worden ontwikkeld binnen de gevoelige context van het park samen. Uitbreiding heeft grote invloed op het totaalbeeld van het park en de bruikbaarheid van de parkomgeving van dit gebouw. De nu beoogde verdubbeling van het aantal hotelkamers zal niet alleen de architectuur van het torengebouw aantasten, maar ook een te zware claim leggen op het groengebied. De ARS ondersteunt daarom de aanpak van het stadsdeel om over de plannen advies te vragen aan bureau Monumentenzorg en Archeologie.
ARS-Advies over de Visie Verdubbeling Oosterpark, juni 2009
8
Wanneer uitbreiding per se naast het bestaande hotel moet plaatsvinden zal, teneinde het beeld van dit sierlijke gebouw vanuit het park te kunnen behouden, alleen aan een bescheiden plan voor extra hotelfunctie aan de zijde van de Linnaeusstraat gedacht kunnen worden. Bij een hotel is het van belang dat er kan worden voorgereden en bevoorraad en dat zal eveneens aan de straatzijde moeten plaatsvinden. In de Visie is aan de oostzijde van het hotel een landschappelijke aanleg voorzien, maar deze reststrook van het park zal een meer praktische inrichting moeten krijgen. Zeker als hier een ondergrondse parkeergarage komt, ligt een landschappelijke aanleg niet voor de hand. Aan de parkzijde zullen steeds op creatieve wijzen invullingen van het bestaande karakter gevonden moeten worden. Te denken valt hier aan een besloten tuinruimte tussen het hotel en het KIT. Ook hier zou een terras kunnen komen. V. DE REALISERING Om van het noordelijke deel een mooi en evenwichtig parkgebied te kunnen maken is het van groot belang dat alle eigenaren van de gebouwen en andere belanghebbenden vanaf het begin meewerken aan een totaalplan en dat het tot volledige uitvoering daarvan komt. Dit kan worden gestimuleerd door hen contractueel te binden aan de eindvisie. Op basis van afgesproken randvoorwaarden kan de regie van het planproces dan komen te liggen bij een samenwerkingsverband van gemeente, eigenaren en belanghebbenden. Omdat de gemeente één van de betrokken partijen is, is het inschakelen van extern projectmanagement op zijn plaats. Voor de juiste ruimtelijke vertaling van het gekozen parkontwerp is het aan te bevelen één hoofdontwerper verantwoordelijk te stellen. Het grootste deel van het plangebied is eigendom van de gemeente en veel van de gebouwen in het noordelijke deel vallen onder het regime van erfpacht. Deze sterke positie van de gemeente kan een positieve factor vormen wat betreft de totstandkoming van het beoogde totaalplan.
Mw. drs. E. Eshuis (voorzitter)
ARS-Advies over de Visie Verdubbeling Oosterpark, juni 2009
Dhr. drs. H.C. Grünhagen (secretaris)
9
Te bestellen of in te zien op www.ars-amsterdam.nl NUMMER
PRODUCTEN / ADVIEZEN
DATUM
— 312 — — 311 — — — — 310
(10) (09) (08) (07) (06) (05) (04) (03) (02) (01)
Brief over De Mirandastrook Brief over de Visie Verdubbeling Oosterpark Brief over het Stedebouwkundig Plan Omgeving Amstelstation De Toekomst van Zuidoost! Advies over de Scheg tussen Schinkel en Schiphol Brief over de Schaalsprong Almere Brief over de Rode Loper: Nota van Uitgangspunten Brief over Visie Museumkwartier Brief over Concept-Strategienota Toekomstbeeld 1012 Naar een Groene Topstad, Advies over de Hoofdgroenstructuur
309 — — — — — 308 — — 307 — — — — — — 306
(17) (16) (15) (14) (13) (12) (11) (10) (09) (08) (07) (06) (05) (04) (03) (02) (01)
Daar komt de tram! Advies over het Fijnmazig Openbaar Vervoer Brief over het Stedebouwkundig Plan Stadionplein Brief over Reconstructie Mr. Visserplein Brief over Vertrekpuntennotitie Structuurvisie Brief over plannen en ontwikkelingen CS en Stationseiland Manifest ‘IJ Amsterdam’ Advies over Slimme Haven, Havenvisie gemeente Amsterdam 2008-2020 Brief over de Concept-Strategienota Surinameplein Dvd: Naples a new approach to public transport Advies over de Zuidas: Visie 2007 en de Programma’s van Eisen Publieksdebat over de Zuidas (& verslag) 4 Brief over Wibaut aan de Amstel, Strategie voor gebiedsontwikkeling Conclusies van het symposium 50 jaar ARS: De Topstad bereikbaar Brief over het Stedenbouwkundig Plan Driehoek Kop Java Brief over de OV-visie 2020/2030 Stadsregio Amsterdam Brief over het Burgerinitiatief Stadionplein Advies over Wonen in de Metropool Woonvisie Amsterdam tot 2020: Durf te kiezen
— — — — — 305 — — — — — — — — — — — — — 304 — 303
(22) (21) (20) (19) (18) (17) (16) (15) (14) (13) (12) (11) (10) (09) (08) (07) (06) (05) (04) (03) (02) (01)
Symposium 50 jaar ARS: Amsterdam tussen Gisteren en Morgen, deel 2 Brief over de Haalbaarheidsstudie Ferdinand Bolstraat Brief over het Uitvoeringsbesluit Fred. Roeskestraat Publicatie ter ere van 50 jaar ARS: Uitgebreid Amsterdam Brief over het Metropolitane Landschap Advies over het Discussiedocument Voorrang voor een gezonde stad Brief over de Amsterdamse OV-visie 2007-2020 ‘Een enkeltje Topstad’ Brief over het Stedebouwkundig Plan Archiefterrein Brief over Beleidskader Fietsparkeren bij Publiekstrekkende Bestemmingen Brief over Investeringsbesluit Stadionplein Brief over de Wibautas: kansen en aanbevelingen Brief over het Centrumgebied Amsterdam Nieuw West Brief over Wonen: Kansen in de voorraad Reactie op Visie op Hoofdlijnen Openbaar Vervoer in de Stadsregio 2020-2030 Brief over het Uitwerkingsplan Stationslocatie Lelylaan Fietstocht & flitsdebat Wibautas Symposium 50 jaar ARS: Amsterdam tussen Gisteren en Morgen Gids Studiereis Hamburg Brief over Tolhuispark Advies over de Strategienota NDSM-werf Oost Brief over planvorming Parkstad Advies over het Programma van Eisen Westrand ‘Tuinen van West’
juni 2009 juni 2009 mei 2009 april 2009 april 2009 mrt. 2009 mrt 2009 febr 2009 jan. 2009 jan. 2009 dec. 2008 dec. 2008 nov. 2008 nov. 2008 sept.2008 okt.. 2008 juni 2008 juni 2008 mei 2008 mei 2008 april 2008 april 2008 april 2008 mrt 2008 jan. 2008 jan. 2008 jan. 2008
28 nov. 2007 dec 2007 dec 2007 nov. 2007 dec 2007 okt 2007 sept. 2007 sept. 2007 aug 2007 aug 2007 aug 2007 juni 2007 juni 2007 juni 2007 juni 2007 juni 2007 juni 2007 apri 2007 mrt 2007 mrt 2007 mrt 2007 feb 2007
RECENT UITGEBRACHTE ARS-PRODUCTEN
RECENT UITGEBRACHTE PRODUCTEN VAN DE AMSTERDAMSE RAAD VOOR DE STADSONTWIKKELING