provincie groningen commissie welzijn, zorg en cultuur Sekretariaat: Sint Jansstraat 4, 9712 JN Groningen, tel. 050-3164107
Kort verslag van de vergadering van de statencommissie Welzijn, Zorg en Cultuur, d.d. 9 januari 2002. Aanwezig: mw. F. Stavast (Groenlinks), H.H.J. Boer (PvdA), mw. J.W.F. Boon-Themmen (VVD), mw. A.M.K.D. Folkerts (Groenlinks), mw. F.Q. Graper- van Koolwijk (D66), B. Kolk (PvdA), R.C.E. Neef (VVD), H.J.B. Spoeltman (PvdA), mw. C. Visscher-Meijst (GPV/RPF/SGP), J. Warris (GPV/RPF/SGP), mw. A. Vlietstra- van Goor (CDA) en H. Hemmes (SP). Afwezig: P.G. de Vey Mesdagh (D66), R. H. van Biessum (Groenlinks), M.J. Jager (CDA). 1. Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering om 10.00 uur. 2. Regeling van werkzaamheden. De voorzitter zegt dat gedeputeerde Bleker de afgetreden mevr. De Meijer zal vervangen bij de agendapunten 9, 10 en 11. Agendapunt 8 vervalt, omdat dit thuishoort bij de commissie BF. 3. Gelegenheid tot spreken voor niet-statenleden. Hier wordt geen gebruik van gemaakt. 4. Verslag vergadering van 21 november 2001. Mw. Folkerts. Onderaan op blz. 7 moet bij dhr. Boer PvdA te staan. Blz. Zij heeft gezegd dat het onwenselijk en oneigenlijk is als de overhead nu al niet meekan naar de SPC. Wordt verder ongewijzigd vastgesteld. Nav.: Gedeputeerde Bleker zegt nav. een vraag van dhr. Warris dat het overleg over het maatschappelijk activeringswerk nog niet is gevoerd. Toezeggingen: Welzijn en Zorg: Nummer 3 schrappen. Nummer 2: Er komt een officieel verzoek richting Huis voor de Sport en sporttechnisch kader om stimulerend en ondersteunend op te treden. Feitelijk is dit verzoek vanochtend al mondeling gedaan in het overleg van het Huis voor de Sport en de statencommissie en wordt ook opgepakt. Cultuur: Nummer 3 schrappen. 5. Mededelingen gedeputeerde. Drievers Dale. Eerder is al gerapporteerd dat Drievers Dale door verschillende oorzaken een schuld heeft opgebouwd bij de (moeder)stichting Jeugdzorg Groningen. Dit omdat de moederstichting als bank heeft gefungeerd voor de stichting Driversdale. Vorig jaar heeft de provincie gesommeerd om tot een ontvlechting (financieel, personeel en juridisch) te komen. Dit om een eind te maken aan het besteden van jeugdhulpverleningsgelden aan de sector licht verstandelijk gehandicapten. Dit kan alleen als ook het CTG er mee instemt en een bijdrage levert. Het is dus nodig dat Driversdale bij een instelling in de sector verstandelijke gehandicapten wordt ondergebracht. De optie die er was is jammer genoeg niet (of nog niet) 1
gelukt om het bij een Groningse instelling voor verstandelijke gehandicapten onder te brengen. Dit komt door de financiële risico’s die de ontvangende instelling ziet en de onzekerheid over de saneringsbijdrage van het CTG. De druk op Jeugdzorg Groningen is, samen met het Zorgkantoor, opgevoerd om een oplossing te zoeken. De oorzaken van de ontstane schuld heeft volgens de accountant voor een belangrijk deel van doen met de bedrijfsvoering van Driversdale, en met ongemakken als een zeer hoog ziekteverzuim. De accountant geeft ook aan dat de schuld voor een deel veroorzaakt wordt door het feit dat in de beginjaren (van de tijd dat Driversdale onderdeel uitmaakte van stichting Jeugdzorg Groningen) de stichting jeugdzorg te veel overhead heeft toegerekend aan de stichting Driversdale. De opstelling van o.a. het Zorgkantoor is dat voor zover de schuld wordt veroorzaakt door een te hoge toerekening van de overhead vanuit de jeugdhulpverlening er ook een saneringsbijdrage vanuit de jeugdhulpverleningsmiddelen moet komen. Het college van GS heeft zich op het standpunt gesteld dat als aannemelijk kan worden gemaakt dat er inderdaad in de beginjaren te hoge overhead is toegerekend aan de stichting Driversdale dat er voor dat deel er ook een bijdrage van de provincie - uitsluitend voor dat deel - uit de jeugdhulpverleningsmiddelen aan de orde kan zijn. Stichting Jeugdzorg is nu in gesprek met andere landelijk opererende (grote) aanbieders van zorg in de sector van verstandelijke gehandicapten. Binnen 1 a 2 maanden moet het duidelijk zijn of er een andere overnemende partij is. Zodra er zicht is op een oplossingsrichting zal de commissie zeker worden geinformeerd (ook wat betreft de eventuele provinciale bijdrage). Mw. Boon is verbaasd hoe het heeft kunnen gebeuren. Mw. Folkerts. Als de jaarlijkse controle was uitgevoerd was het wel eerder boven water gekomen. Het is teleurstellend dat het niet gelukt is met een Groninger instelling voor een goede plek voor Driversdale te zorgen en dat we moeten uitwijken naar een grote landelijke organisatie. Uiteindelijk maakt ze zich dan ook zorgen over de kwaliteit van de zorg. De gedeputeerde zegt dat er in december 1999 verscherpt financieel toezicht is ingesteld op de stichting Jeugdzorg. Daarbij is o.a. Driversdale naar boven gekomen. Ook vindt hij het jammer dat we er niet met een Groninger instelling uit zijn gekomen. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Er is de laatste maanden van 2001 veel publiciteit geweest over de over wachtlijsten. Ook zijn er plannen de AMK’s te versterken. Landelijk zijn er forse wachtlijsten. De staten hebben in Groningen de laatste twee jaar extra middelen voor de AMK beschikbaar gesteld, omdat verwacht werd dat het aantal meldingen zou stijgen, wat in 2000 en 2001 ook is gebeurd. In 2001 is de stijging 5 % geweest, waar het gaat om het totaal aantal meldingen, adviezen en consulten. Dit was een minder grote stijging dan was verwacht. Op dit moment staan er ca. 20 meldingen op de wachtlijst. De oudste melding dateert van 13 september 2001. De gemiddelde wachttijd op de wachtlijst is ongeveer 50 dagen. Door de extra middelen zal er vanaf februari a.s ook extra capaciteit komen. De wachtlijst doet zich vooral in Oost-Groningen voor. Het probleem is dat er ook wachtlijsten kunnen zijn in de vervolghulpverlening. Dit willen wij de komende weken scherper in beeld krijgen.Nu is er in Den Haag een plan bedacht om de AMK ook meer zelf hulp te laten verlenen. Wij zullen uitzoeken of het mogelijk is dit als experiment ook in Groningen te doen. Als er uitkomsten zijn van dit onderzoek dan zal het college van GS de commissie informeren. Mw. Boon. Als deze stap wordt gezet schep je ook een precedent richting ambulante hulp, crisishulp, enz. binnen het bureau Jeugdzorg. De gedeputeerde zegt dat het wel een bijzondere vorm van hulp is in een bijzondere situatie. Hij is het er mee eens dat het een relatie heeft met de inrichting van het bureau Jeugdzorg. De heer Kolk zegt dat het ook de vraag is waar het geld vandaan komt om die extra hulp te verlenen. De gedeputeerde zegt dat het aantal melding bij het AMK ook wordt beïnvloed door de bekendheid van het AMK. Landelijk is
2
men huiverig voor een publiciteitscampagne. Dit moet niet betekenen dat de relatieve onbekendheid in Groningen zo moet blijven, omdat er in Amsterdam grote wachtlijsten zijn. Dit is ook een bespreekpunt met het AMK. Nav. een vraag van de heer Warris zegt de gedeputeerde voor de volgende commissievergadering een informatieve brief toe over wat er aan de orde is. Het is met name een zorg van Jeugdzorg, provincie en andere hulpverleningsinstellingen, zoals de GGz, Kinder- en Jeugdpsychatrie, Thuiszorg. Mw. Boon vraagt naar kinderen van drugsverslaafde ouders (geen plek bij het AMK). De gedeputeerde zegt toe ook dit er bij te betrekken. 6. Ingekomen stukken. A. IPO. Mw. Folkerts (Groenlinks). Op de IPO agenda van 13 december 2002 stond onder 7A als agendapunt armoedebestrijding en het rapport sociaal op maat 2002. De voorstellen van het IPO waren interessant. Daarentegen waren de ambtelijke adviezen uit Groningen wat terughoudend. Hoe is er in het IPO gediscussieerd? Zij nodigt een ieder uit voor een door haar partij te organiseren kleine conferentie over het thema armoedebestrijding in de statenzaal op 22 maart 2002. De gedeputeerde zegt dat dit onderwerp in IPO land wat geschakeerd ligt. In Groningen is enige terughoudendheid om te veel hooi op onze vork te nemen op dit terrein. Soms denkt spreker of we het soms over andere dingen hebben die soms hetzelfde blijken te zijn. B.2. Bestuurlijk overleg afstemming gemeentelijk jeugdbeleid en provinciaal jeugdbeleid. Mw. Boon (VVD). Het verslag is van april vorig jaar. De volgende ronde is weer in april. Graag het verslag voor de nieuwe ronde eerder naar de commissie. B.3. Mw. Boon. Evaluatieonderzoek 24- uurs hulp jeugdzorg Groningen. Spreker maakt zich zorgen over de Haydenlaan. Is er voortgang in het gesprek met de gemeente Groningen over de huisvesting? De gedeputeerde. Er is nog geen concrete oplossing. Groningen zegt dat zij voor huisvesting voor veel bijzondere groepen moet zorgen. Feitelijk vragen zij enige bestuurlijke solidariteit om dat ook wat te verdelen over de provincie. De gedeputeerde zegt hier verder met de gemeenten over te willen spreken. B.4. Mw. Folkerts (Groenlinks). Provinciale Regiovisie ouderenbeleid 2001-2005. Ook laat ontvangen. Spreker is verheugd dat er voor wat betreft de allochtone ouderen het is gelukt iemand in de stuurgroep te krijgen. 7. Brief GS van december 2001, nr. 2001-19628/51/A.27, IWW, betreffende subsidieverzoek VGD/Heidemijproject Gemeenschapsaccomodaties maken eigen ondernemingsplan. Mw. Visscher. Op het eind van de notitie staat dat de nadruk moet worden gelegd op verbreding en vernieuwing van de functies van de gemeenschapsaccommodaties. Waar bestaat dit uit ? Hoe wordt de professionaliteit ingevuld bij de uitvoering van een ondernemingsplan? Het gaat voornamelijk om vrijwilligers. Hoe kijkt de gedeputeerde aan tegen de voortgang van dit project? Mw. Vlietstra. Een gemeentelijke bijdrage van f 20.000 op een begroting van meer als f 400.000 is weinig. Mw. Boon. Als meer dan 10 accommodaties moeten worden begeleid zal het budget voor dit project weer hoger moeten zijn. Op zich heeft zij daar geen bezwaar tegen. Dhr. Spoeltman. Zijn de dorpshuizen niet blijer met elk f 40.000 in plaats van dit project? Hoe geef je handen en voeten aan goede ondernemingsplannen? Hoeveel invloed heeft de provincie? Beantwoording in eerste termijn: De gedeputeerde. Er worden heel praktische ondernemingsplannen gemaakt. We hopen dat deze ondersteuning zo wervend is zo dat er meer als 10 aanvragen komen. In het gebiedsgericht werken van het POP is een van de activiteiten het hebben van multifunctionele voorzieningen in dorpen. Langs deze lijn kan er dan ook worden gewerkt. Een absolute
3
voorwaarde is dat bij deelname van een gemeenschapsaccommodatie de gemeente ook een bijdrage levert. De gemeente moet zich namelijk committeren. Overigens is co- financiering door gemeenten een steeds weer terug kerend discussiepunt. De gemeenten gaan veelal niet over een nacht ijs. Zodra men dit heeft gedaan gaat dat heb je ze ook mee. Invloed van de provincie ligt veelal in de gedachtegang om meerdere functies aan de accommodaties te koppelen. De professionaliteit is gegarandeerd omdat het ondernemingsplan ook een uitvoeringsparagraaf heeft. 8. Brief GS van december 2001, nr. 2001-19894/51/A.10, IEE, betreffende werk-leertrajecten asielzoekers. Van de agenda afgevoerd. 9. Brief GS van 12 december 2001, nr. 2001-19633/50/A.7, IWW, betreffende het beleidsterrein Groninger Taal en Cultuur. De voorzitter stelt voor dat de fracties in de eerste ronde hun mening geven en in de tweede ronde op elkaar te reageren. Daarna is het aan de gedeputeerde om de conclusies te trekken en aan te geven wat hij meeneemt naar het college van GS. De heer Boer (PvdA). Naar de mening van zijn fractie is het stuk half visie en half programma. Beide is nog niet in de opzet geslaagd. Het is een goede basis voor een gedachtenwisseling. Spreker mist een bezielende visie op de Groninger identiteit. - Rol van de provincie. Volgens ons is de provincie bij uitstek geschikt om een culturele ambitie mede vorm te geven. De bestuurskundige Theo Koomen heeft hier behartenswaardige dingen over gezegd. Hij vindt dat de provincie in het gat moet springen die de ontzuiling heeft achtergelaten en in moet spelen op de kansen die het toegenomen regionalisme biedt. De provincie krijgt meer smoel als het zich meer op het sociaal-cultureel terrein begeeft. - Achtergrond. Vaak wordt gezegd dat we leven in een geglobalisseerde wereld. Afstanden spelen nu bijna geen rol meer. gebeurtenissen aan de andere kant van de wereldflitsen binnen enkele seconden op ons beeldscherm. Tegelijkertijd heeft de geglobaliseerde wereld weinig houvast. Daarom is er de laatste tijd een ware hausse aan belangstelling voor regionale taal, cultuur en identiteit. Muziek te kust en te keur – genre klassiek De Koning en de Dame tot rock van de Heleboel. Streekarchieven, genealogie. boeken over eigencultuur en taal. De nadruk op het "eigene" os groter geworden. - Folklore. Tegelijkertijd heeft het wel iets gecultiveerds. En bij een al te grote nadruk op de eigen identiteit ontstaat het gevaar van in een schulp kruipen. recente uitlatingen omtrent de Groninger taal en cultuur doen ons vrezen dat we de komende tijd behoorlijk gaan navelstaren. In een notitie pleit het CDA voor een stimuleringskrediet om Groninger plaatsnaamborden, gebruiken en namen te financieren. Door het college van GS wordt in een discussienotitie het TV Noord komkommertijd programma "De Boderieder" welhaast als een summum van de Groninger programma's beschouwd. Het riekt allemaal behoorlijk naar folklore en dat is een gemiste kans. - Visie. In onze visie is een heel andere ambitie nodig. We voelen ons Groninger, maar zijn tegelijkertijd wereldburger. In aansluiting daarop streven wij voor de komende jaren naar Groningen als een vrijplaats waar regionale cultuur en identiteit samengaat met een open, vrijzinnig cultureel klimaat. daarvoor hoeven we maar met een schuin oog naar de metropool Hamburg te kijken. een stad als hamburg combineert een kosmopolitische sfeer met een duidelijke regionale identiteit. Hamburg is de enige plaats waar het Ohnsorg theater stukken in alleen maar het "plat" speelt. Tegelijkertijd is Hamburg een open en werelds georienteerde stad. Beide elementen kunnen dus goed samengaan. Die combinatie werelds en regionaal sluit
4
goed aan bij de Groninger geschiedenis. De historicus en filosoof Goffe Jensma geeft dit in een artikel in het Gronings Historisch Jaarboek 2000 kernachtig weer: "Naast elkaar bestaan hier twee beelden, dat van Groningen als industriële internationaal georiënteerde regio en dat van Groningen als platteland." - Huis van de Groninger Cultuur. Niet te min is er op het terrein van de regionale taal, cultuur en geschiedenis sprake van een grote mate aan versnippering; eigen straatje. Organisaties zijn ook vaak heel beperkt qua middelen en menskracht. Vanuit een op te richten "Huis van de Groninger Cultuur" kan coördinatie en professionele ondersteuning plaatsvinden. Wij willen graag betrokken organisaties en ook andere belangstellenden uitnodigen om aan dit concept mede vorm te geven. - Rol Bureau Groninger Taal en Cultuur. Wetenschappelijke kant houden bij de RUG. "Aanpirdjeder" goed onder te brengen in het Huis van de Groninger Cultuur. - Onderwijs. Het Huis van de Groninger Cultuur zou ook aandacht kunnen besteden aan de regionale taal, cultuur en geschiedenis in het onderwijs. Dit dient wat zijn fractie betreft op vrijwillige basis te gebeuren. Wij schrikken namelijk terug voor een van bovenaf opgelegde taal- en cultuurpolitiek. Het onderwijs moet er zelf achter staan. - Visitekaartjes. Daarnaast willen wij graag dat kwalitatief goede, vernieuwende, initiatieven op het gebied van de Groninger taal, cultuur en geschiedenis kunnen rekenen op een stimulans van de provinciale overheid. Via deze initiatieven kunnen nieuwe en bredere doelgroepen worden bereikt. Wat te denken van een verfilming van "De golden kette"? deze 19e eeuwse zedenschets van het Groninger platteland leent zich hier uitstekend voor. Het succes van een streektaalfilm als "Nynke" laat zien dat hier zeker mogelijkheden toe zijn. Operea Ripperda. - Erkenning Nedersaksisch. Het Gronings als streektaal leent zich overigens uitstekend voor een uitbouw van de contacten binnen de Noordwestelijke Europese regio. Het regionale en het internationale komen hier samen. Het Gronings is een onderdeel van het Nedersaksisch dat tot aan Polen en de Deense grens wordt gesproken. De NHI, een samenwerkingsverband van Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Nedersaksen en Bremen, moet het belang van de Nedersaksische taal beter uitdragen. In het verlengde daarvan willen we ons, samen met de provincies Drenthe, Overijssel en Gelderland, hard maken voor erkenning van het Nedersaksisch onder deel III van het handvest voor minderheidstalen in Europa. Bij onze Duitse naburen is het Nrdersaksisch al op een dergelijke manier erkend. - Rol identiteit. Identiteit geeft de provincie een herkenbaar gezicht. De heer C.d.K. Alders: "Er zijn hier zoveel goede dingen. Waar ik mij tegen verzet is dat we het aan niemand vertellen. Het wordt tijd fier rechtop te gaan". Maar anderzijds ook relativerend: niet verschansen, geen wij-zij denken. Een Gronings gezegde zegt weliswaar: Dij nait wil dieken, dij mout wieken. Mor ie mouten joe nait aaltied achter de diekenverschoelen willen! Mw. Vlietstra (CDA). In de statenvergadering hebben we uitgebreid gediscussieerd ver het Bureau Groninger Taal en Cultuur en de Groninger Taal. Groen Links pleitte voor Gronings op school. De PvdA vroeg om een visie op de Groninger taal van het College van GS in de geest van K. ter Laan. De SP wilde meer middelen voor de Groninger Taal en Cultuur. Het CDA heeft om een notitie gevraagd waarin het streektaalbeleid van de provincie duidelijk geformuleerd word. De notitie die nu voorligt is meer beschrijvend van aard dan dat er een duidelijke visie uit spreekt. Gesprekken met streektaalorganisaties en onderwijs hebben nog niet plaatsgevonden. Wel ligt er een voostel om de stimuleringsfunctie die bij het bureau Groninger taal en Cultuur niet goed uit de verf kwam onder te brengen bij een of meerdere instanties in het veld. De CDA fractie heeft wel overleg gehad met de verschillende streektaalorganisaties, wat geresulteerd heeft in een notitie.
5
Haar fractie gaat er in deze notitie van uit dat het stimuleren van het gebruik van het Gronings in de eerste plaats een taak is van de provincie, hoewel de gemeenten hierin natuurlijk ook een taak hebben. Het Gronings is een taal die gebruikt wordt in het sociale verkeer, daarom moet het stimuleren van het gebruik van het Gronings dichtbij de burger gebeuren. Hij/zij moet hier dus invloed op kunnen uitoefenen. A. Het CDA pleit dan ook voor het instellen van een Stimuleringskrediet voor de Groninger Taal, waaruit burgers, organisaties, verenigingen en gemeenten een bijdrage kunnen ontvangen wanneer ze iets ondernemen om de Groninger taal zichtbaar te stimuleren. De fractie denkt hierbij aan een krediet van tenminste 75.000 Euro. B. Ook op het gebied van het onderwijs doet de fractie voorstellen. We kunnen natuurlijk de scholen niet verplichten.We kunnen ze het wel zo leuk als mogelijk maken. Haar fractie is benieuwd hoe de gedeputeerde aankijkt tegen ons voorstel om met de Pabo's in overleg te gaan. C. Goede samenwerking tussen organisaties op het gebied van de streektaal is essentieel. Men moet duidelijk weten wie wat doet. Hier ligt een regietaak voor de provincie. Wanneer de organisaties en het onderwijsveld elkaar kennen en van elkaar weten wat ze te bieden hebben is kans op succes veel groter. Ons voorstel is: Provincie pak die regietaak op en organiseer allereerst voor alle betrokkenen op het gebied van de Groninger taal een workshop. Hoe wordt hier tegenaan gekeken? D. Het Bureau Groninger Taal en Cultuur. De doelstelling van het college van GS komt hier overeen met de visie van de CDA- fractie. Breng een scheiding aan tussen het wetenschappelijke deel en de stimuleringsfunctie op provinciaal niveau. Het stimuleren van het gebruik van de Groninger Taal moet dichtbij de burger gebeuren. De fractie stelt dan ook voor dit bij voorkeur te doen bij de Stichting Grunneger Taol en de daarbij aangesloten organisaties. Hierover moeten natuurlijk goede en duidelijke afspraken worden gemaakt. Eventuele haken en ogen moeten goed worden bekeken, evenals de financiële gevolgen. De CDA fractie hecht grote waarde aan het wetenschappelijke deel van onze streektaal. Wetenschap en praktijk kunnen niet zomaar floreren. Tussen het Bureau Groninger Taal en Cultuur en de organisatie die de stimuleringsfunctie gaat overnemen moet een goede en hechte samenwerking ontstaan. Wij vragen het college van GS dan ook te bekijken en in hun notitie mee te nemen hoe deze samenwerking het beste gestalte kan krijgen, door het aanwijzen van vertegenwoordigers namens de provincie in een Adviesraad of anderszins. E. Erkenning van het Nedersaksisch onder Hoofdstuk III van het Handvast. Haar fractie is blij met de passage dat de provincie blijft streven naar deze erkenning. De Rijksoverheid moet op het Groningse spoor gezet worden en niet op het Friese spoor. Uit het bestuurlijk overleg van mei 2000 tussen de Stuurgroep en de Staatssecretaris blijkt dat de laatste nog niet is overtuigd en dat de beleidspraktijk en het ambitieniveau van de provincies in overeenstemming zijn met tenminste 35 letters uit het Handvest. Is er inmiddels alweer overleg geweest tussen de leden van de stuurgroep? En is hier een verslag van dat aan de leden van de statencommissie kan worden toegestuurd? In de collegenotitie wordt gesproken over het oprichten van een Noordelijk Consultatief Advies orgaan om de erkenning dichterbij te brengen en de vraag die hierbij gesteld wordt is of zo'n orgaan de erkenning daadwerkelijk dichterbij brengt. Tevens staat er dat zo'n orgaan nodig is voor de erkenning. Uit het overleg met de staatssecretaris (mei 2000) komt ook al naar voren dat hij het beleid van de regionale taal primair tot de verantwoordelijkheid rekent van de bevolking en de decentrale overheden binnen het betreffende taalgebied. Om de democratische besluitvorming ten aanzien van het Nedersaksisch door raden en staten te waarborgen, beveelt de
6
staatssecretaris het instellen van een Interprovinciaal Consultatief orgaan aan, dat de decentrale overheden adviseert over het beleid inzake het nedersaksisch. Hoe moet zo'n orgaan er uit zien? Is het net zoiets als het Bertie foar in Friesland? met welke opdracht stuur je zo'n Orgaan op pad? In het overleg met de staatssecretaris is ook aangegeven dat er in voorkomende gevallen een beroep kan worden gedaan op de deskundigheid die er is bij het ministerie van Binnenlandse Zaken op het gebied van het Handvest en de Europese fondsen als Interreg. Is dit nu niet zo'n moment om in overleg te gaan en te vragen wat de verdere voorwaarden voor erkenning zijn indien voldaan is aan het instellen van zo'n consultatief orgaan? Mw. Folkerts (Groenlinks). De voorliggende notitie van het college van GS is bedoeld voor gedachtevorming en om de uitgangspunten en doelstellingen met elkaar vast te stellen. Daarna komt het college van GS met een concreet voorstel. Dit betekent dat wat er nu op tafel ligt dus niet de beloofde visie is. Op zich is de procedure wel in lijn met zoals we dat in de statencommissie WZC wel op,meer beleidsterreinen doen. De statencommissie wordt nu in een vroeg stadium bij de meningsvorming betrokken. Het is jammer dat er niet in het stuk staat welke visie in het verleden ten grondslag heeft gelegen aan het aanstellen van een streektaalfunctionaris en het subsidiëren van de Stichting Groninger taal en het instellen van de Groningana-subsidie. Spreker zegt erg benieuwd te zijn in hoeverre die visie nu nog geldig zou kunnen zijn. Haar fractie is het eens met de notitie over het feit dat de provincie de eerstaangewezen overheid is om het behoud en het gebruik van de Groninger taal op verschillende maatschappelijke terreinen te bevorderen. De steektaal is een belangrijk onderdeel va n onze regionale cultuur. Behoud van die streektaal is van belang voor het zelfvertrouwen en zelfbewustzijn van de Groninger bevolking. Steeds minder Groningers spreken het nog, mede omdat het vroeger werd gezien als niet nodig of niet gewenst zelfs. Men dacht dat het nadelig was voor het foutloos leren van de Nederlandse taal. Tegenwoordig is dat anders. Onderzoek heeft uitgewezen, dat mensen die hun moedertaal goed beheersen ook beter een tweede taal leren spreken en schrijven. - De huidige stand van zaken. Het Bureau Groninger taal en Cultuur. Er wordt vastgesteld dat het onderzoek naar de grammatica niet goed uit de verf is gekomen, evenals de afspraak mbt. de stimulering van de streekcultuur. Haar fractie is nog steeds van mening dat daarover geen onderbouwing is gegeven door het college van GS. Jaarverslagen van het bureau over de afgelopen 4 jaar geven een heel ander beeld van de werkelijkheid en heeft haar fractie gesterkt in het standpunt van vorig jaar dat de korting op de subsidie onterecht was. Uitgangspunten: - Het Bureau Groninger Taal en Cultuur is een basisvoorziening. Taken: onderzoek naar en vastleggen van de taal en haar historie en wetenschappelijk onderwijs aan studenten, om wetenschappelijk onderzoek naar de taal te blijven garanderen en bevorderen. Het Bureau moet zich ontwikkelen tot een wetenschappelijk kenniscentrum. Waarom is de stimulering van de streekcultuur weggehaald bij het bureau? Ons lijkt het erg kunstmatig om de aanjaagfunctie weg te halen en de velden zo strikt te gaan scheiden; er is door het bureau veel onderzoek gedaan met behulp van heel veel mensen in de provincie, dat heeft ook een enorme draagvlak en belangstelling gegenereerd voor de activiteiten, zowel van het bureau als ook van de andere streektaalorganisaties. Wetenschap en het dagelijkse leven kunnen elkaar juist versterken. Volgens haar fractie is Simon Reker echt een begrip in de provincie Groningen, waar op kan worden gebouwd. Goede afspraken voor het vervolg zijn erg belangrijk. Het is
7
ook belangrijk het eens te worden met de RUG op dit front. Daarbij is de RUG zelf verantwoordelijk voor het wetenschappelijke deel. - Streektaalorganisaties. Kostverloren (meer experimentele projecten) en koepel Grunneger Taol en cultuur in Scheemda (inventariseren wat ze gedaan hebben en dan kijken wat ze na 2004 zouden kunnen doen). Zou het niet goed zijn deze organisaties eens samen om de tafel te vragen en met het Bureau in overleg te gaan om te komen tot een zinvolle en creatieve taakverdeling? - Streektaalorganisaties moeten actief deel gaan nemen aan de Regionale Cultuurplannen. (bijv. 1000 jaar Westerkwartier). Het zou aardig zijn een overzicht te krijgen van wat er op streektaalgebied zoal gebeurt in de verschillende regionale cultuurplannen. - Impuls aan Gronings in het basisonderwijs. Dit aanhangen bij de cultuureducatiegedachten van de provincie. Dit klinkt goed, maar is erg afhankelijk hoe de nieuwe aanpak zal gaan werken. Haar fractie is daar sceptisch over. Er moet wel aandacht komen voor goed Gronings. In ieder geval zou het goed zijn als er in vervolg op ander onderzoek dat er is gedaan in het land naar de problemen van tweetaligheid, bijv. in Rotterdam aan de Erasmusuniverstiteit (prof. Veenman) ook in onze provincie zulk onderzoek zou plaatsvinden. Tenslotte is de taalachterstand in onze provincie een punt van zorg voor de scholen. Daarin zou moeten worden geïnvesteerd. Hierover is een goed overleg met het onderwijs dan ook een eerste vereiste. - Particuliere initiatieven gericht op kinderen en jongeren. Dit is prachtig en ondersteuning waard. De notitie geeft aansprekende voorbeelden. Het is een goed idee om het op elkaar af te stemmen. Zie het voorgestelde overleg. - De media stimuleren een rol te vervullen, met name RTV Noord. Misschien kunnen ze betrokken worden bij het overleg en van daaruit gestimuleerd worden? - Artistiek gebruik van de taal bevorderen. Dit moeten we vooral doen en er extra middelen voor uittrekken. Stimuleren door kleine, minder commerciele publicaties mogelijk te maken in plaats van bijv. de Groningengana-subsidies weg te bezuinigen. - Erkenning van het Nedersaksisch onder hoofdstuk 3 van het Europees Handvest voor minderheidstalen. Kunnen de gezamenlijke provincies er niet iets harder aan trekken? Dat lijkt haar fractie de kortste klap. Overigens moeten we het in Groningen eerst op orde hebben. Pas dan kunnen we overtuigend de rest van de wereld te lijf. - We hebben met belangstelling kennis genomen van de CDA-voorstellen. Er zitten veel creatieve gedachten in, waarvan een aantal zeker de moeite waard zijn om meegenomen te worden. We komen dan wel uit op een flink wat ruimer budget. Haar fractie schrikt daar niet van, maar vraagt zich nu wel af waarom de CDA-fractie het vorig jaar nog akkoord is gegaan met de door gevoerde bezuinigingen. We moeten er in Groningen nu eerst goed voor zorgen het in Groningen op orde te hebben voordat we de rest van de wereld er mee te lijf kunnen gaan. De heer Neef (VVD). Een lang verhaal en de Groningse taal en cultuur lijkt hem een tegenstelling. Op zich kan hij zich vinden in deze startnotitie als discussiestuk over de Groninger taal en cultuur. Afstemming is zeker nodig. Bij de vaststelling van de Cultuurnota bleek reeds dat er aan de communicatie met de partners wel een beetje schortte. Hij wil graag nader in beeld hoe het nu zit met het Europese Handvest. Hier wordt al lang in de staten over gesproken. De tekst in deze notitie is nog niet helder genoeg. De NHI zou hierin een rol kunnen spelen. Aan de ene kant wordt gesteld dat erkenning mogelijk zou moeten zijn op basis van de verankering van de taal in het dagelijkse leven. Tegelijkertijd wordt gesteld dat het oprichten van het consultatief orgaan noodzakelijk is voor de erkenning en de vraag gesteld of het überhaupt zinnig is vanwege de houding van het Rijk. Het zou een goed vorstel
8
zijn dit punt er gewoon uit te halen en op een rij te zetten of het wel of niet kan. Welke wegen gaan we dan belopen als het niet kan. Als het wel kan moeten we het met elkaar (met onze buren aan de andere kant van de grens) ook snel met enthousiasme gaan doen. Het is heel goed dat regionale initiatieven worden gestimuleerd. Zie de relatie met de regionale cultuurplannen, de cultuurnota. Er gebeurt gewoon erg veel. Het is dan ook goed aan te sluiten bij de dingen die gebeuren, zonder al vast met compleet nieuwe structuren, enz. te komen. Dit heeft te maken met de eigenheid van de regio, het presenteren van de provincie Groningen. Het is natuurlijk ook goed met elkaar vast te stellen wat je wilt. Dit ontbreekt in de voorliggende startnotitie. De vraag of je wilt dat meer mensen Gronings gaan spreken of wil je er voor gaan zorgen dat er in ieder geval meer respect komt voor het Gronings (dat het in ieder geval niet mensen weerhoudt Gronings te gebruiken). We moeten nait soezen, maor daon. Mw. Visscher. Haar fracties kunnen zich goed aansluiten bij de notitie van het CDA en wat mw. Vlietstra in deze vergadering heeft gezegd. Onze fracties hebben bij de Cultuurnota al aangegeven de Groninger Taal en Cultuur een belangrijke item te vinden. Er moet nog veel gebeuren. Een workshop zou een goede methode zijn om van elkaar te horen wat er allemaal wordt gedaan. Mw. Graper. Net als voor de andere fracties is het Gronings ook voor haar fractie belangrijk. Het moet wel in de maatschappij zelf staan. De Groningse cultuur is een onderdeel wat Groningers met elkaar zijn. Dat moet het ook vooral blijven. We moeten er voor waken dat we het Gronings willen creëren. Dan heb je het niet meer over waar het om gaat, namelijk de Groninger cultuur in brede zin. Waar het wel om gaat is het bewaren van de Groninger taal en cultuur die we hebben. Dat moeten we waarderen op datgene wat het is. Het moet worden ondersteund. Dit betekent de organisaties die zich er mee bezig houden van genoeg ondersteuning te voorzien. In die zin kan haar fractie zich in grote lijnen vinden in de notitie zoals die door het college van GS is opgesteld. We moeten dan ook gewoon aan de slag gaan. De heer Hemmes. Sluit zich aan bij de woorden van de heer Neef, namelijk nait soezen, maor daon. Spreker zegt Spreker zegt te horen dat alle fracties de Groninger taal en cultuur belangrijk vinden. Ergens verbaast hem dat. Vorig stemden alle fracties in de staten, op die van Groenlinks en de SP na, in met de bezuinigingen. Mw. Vlietstra zegt dat de reden was dat de betrokken instantie zich niet had gehouden aan de gemaakte afspraken. De heer Hemmes vervolgt. Een motie over de Groninger taal en cultuur werd ook niet aangenomen. Als we alle prima plannen van het CDA en de PVDA waar willen maken praten we over heel veel geld. Dan moeten we nu nu met kleine bedragen aankomen. Stel als we de helft van het bedrag voor de Giro voor een bepaalde periode in de Groninger taal en cultuur steken. De discussie over de beleidsnotitie heeft geen enkele zin als er geen goed financieel plaatje bij is. Spreker roept de andere fracties op nu eens goed in te zetten, omdat we anders te laat zijn. Misschien zijn we al te laat. De gedeputeerde stelt voor de duidelijkheid enkele vragen aan de vergadering; om in staat te zijn een goede beleidsnotitie te maken. Het is hem duidelijk geworden dat de Groninger staten op dit moment een stevige ambitie hebben waar het gaat om het stimuleren van de Groninger Taal en Cultuur. Dit dient dan ook financieel door de staten te worden vertaald. Anders is het, zoals oud-gedeputeerde Remes het vaak zei, blazen en meel in de mond houden. Vragen: - Moeten we inzetten op bundeling van de particuliere initiatieven of gaat het voornamelijk om het gebundeld aanbieden van de ondersteuning van de diverse particulier georganiseerde initiatieven/verenigingen, enz.
9
- Onderzoek en ondersteuning. Voor de sport det de RUG en de ALO onderzoek. Interesseante projecten zijn bijv. het Galm- en Scala methode bedacht en ontwikkeld. Vervolgens wordt de feitelijke invoering door het Huis voor de Sport gedaan. Staat u wat betreft het gemaakte onderscheid tussen wetenschap en ondersteuning zo'n soort model voor. - Ondersteuning gebeurt door menskracht. Aan wat voor bedrag denkt de commissie om zo'n Huis voor de taal en cultuur in de kunnen richten? Moeten we dan dezelfde richting op als het Huis voor de Sport. U zegt dat Groninger taal ook lokaal is. Moeten we dan samen met de gemeenten optrekken? - Onderwijs. Wilt u een meer vrijblijvend aanbod op de scholen, bijv.in de trant van cultuureducatie? Of wilt u een meer gerichtere aanpak door mbv. het onderwijs en de opleiders in het onderwijs tot een gerichter stimuleren van de Groninger taal en cultuur te komen. Anders gezegd., U vraagt en wij leveren. Of wij proberen de vragen te stimuleren de vraag te stellen om iets te leveren. - Een Stimuleringskrediet is op zich duidelijk. - Het is niet goed nu op het verleden in te gaan. Daarbij gaat het om waarderingen. - Er zal worden uitgezocht hoe het nu precies zit met hoofdstuk van het Europees Handvest. Vragen in tweede termijn: De heer Boer (PvdA). Versnippering. Het is niet de bedoeling alle (vrijwilligers)organisaties in een mal te dwingen. Het is wel de bedoeling bepaalde dingen gebundeld aan te bieden (een zekere coördinatie en activiteitenkalander). Voor onderzoek en ondersteuning is het model van het Huis voor de Sport wel iets (namelijk wetenschap en praktijk). Menskracht. Bij het neergelegde idee van zijn fractie weten wij echt wel dat daar een aantal fte's achter weg komen. Dit zal heus veel beperkter zijn dan bij het Huis voor de Sport. De voorstellen moeten echter eerst draagvlak vinden bij de verschillende organisaties.In het vooroverleg van zijn fractie met de organisaties is heel duidelijk de behoefte gebleken aan coordinatie en ondersteuning. Het aantal fte's is ter nadere invulling. Zijn fractie realiseert dat er een prijskaartje aan vastzit. De gedeputeerde vraagt of spreker het over 1, 2 of 3 fte's heeft? De heer Boer zegt dit nu niet te willen zeggen. Eerst moet er voldoende steun zijn voor het idee. Nu is de visie en nog niet de gedetailleerde uitwerking aan de orde. De heer Hemmes vraagt wat de PvdA fractie er voor over heeft. Tonnen of miljoenen.? De heer Boer zegt dat we de kerk wel in het midden van het dorp moeten laten. We hebben het niet over miljoenen. De heer Hemmes zegt dat de PvdA fractie de hakken nu al weer in het zand zet. De heer Boer. Met betrekking tot het onderwijs moeten we reëel zijn. Breed of heel gericht. Aan de aspecten van de Groninger taal en cultuur en geschiedenis moet in zijn volle breedte aandacht worden besteed. Niet alleen gericht op taal. je moet namelijk het draagvlak vinden binnen het onderwijs. Niet elke leraar op een basisschool is in staat dat goed te geven. We zullen het dan ook meer in de breedte moeten zien. Het voorstel van het CDA voor het instellen van een simuleringskrediet wordt nog al nadrukkelijk verbonden aan het Gronings op plaatsnaamborden. Groningse plaatsnamen op de plaatsnaamborden vindt zijn fractie folklore, wat dus niet moet. Strips en opera's in het Gronings zijn akkoord. Er zal een duidelijk programma moeten komen voor het Stimuleringskrediet waar de gelden aan beschikbaar worden gesteld. Voor wat betreft de regietaak is zijn fractie het met het CDA eens. Wat betreft interprovinciaal samenwerken denkt spreker dat Groningen zich heel goed kan aansluiten bij de reeds gezette stappen door Overijssel. Graag wil hij van Groenlinks horen over het wetenschapsaspect in relatie tot het voorstel voor het Huis voor de Groninger Taal en Cultuur. Is het met de VVD eens dat we dat van het Handvest op een rij moeten krijgen. D66 geeft ondersteuning aan de lijn van niet te gecultiveerd, maar er wel aandacht aan te schenken.
10
Mw. Vlietstra (CDA). Terzake van de versnippering. We moeten niet iets zwaars creëren voor de coördinatie. Het particulier initiatief moet niet worden beknopt. De organisaties moeten weten, wie, waar en wat mee bezig zijn. De Groninger Archieven en het Bureau Groninge r taal moeten van elkaar weten dat ze een taalcursus organiseren. Daarnaast is er een verschil in kwaliteit. De Groninger zangers zijn vak goed, maar de teksten minder. Wat betreft het Huis voor de Groninger taal en Cultuur. Dit moet niet zo zwaar worden opgezet als het Huis voor de Sport. Het heeft zijn voor en tegen. Het is van absoluut belang dat de Groninger taal dicht bij de burger staat. Als er een Huis voor de Groninger Taal en Cultuur zou komen dat moet dit niet in de stad worden geplaatst, maar in de provincie (bijv. Scheemda). Als er op deze manier een Huis voor de Groninger Taal en Cultuur zou komen van een beperkte omvang (niet te veel fte's) dan heeft zij daar alle vrede mee. Via het onderwijs is taal en cultuur goed aan elkaar te koppelen. De scholen hebben echter terzake een absolute vrijheid. Het kan wel worden gestimuleerd. Van tweetalige plaatsnaamborden zijn er veel voorbeelden in Europa. Waarom zouden we dat in Groningen niet doen? Het benoemen van geuzennamen kan ook. Een idee is ook het aanbieden van het eerste echte Groninger stripboek bij de opening van het stripmuseum. De ideeën moeten uit de bevolking komen, want daar leeft de taal. Voor een Groninger opera zou je aanspraak op het grote evenementenkrediet kunnen doen. Bijv. bij de opening van de Euroborg. Het uitzoeken hoe het zit met het Europese Handvest is ook een goede zaak. Haar fractie stelt voor: - dat er op zeer korte termijn, voor de volgende commissievergadering, dat er overleggen zijn met de streektaalorganisaties, het bureau Groninger Taal en Cultuur en het onderwijs. - dat op korte termijn de Stuurgroep Erkenning bij elkaar geroepen wordt om te bekijken wat het concrete nut is van een IPO-orgaan voor de Erkenning. - dat naar aanleiding van deze discussie en de overleggen met het veld en onderwijs er voor behandeling van de Voorjaarsnota in PS er een beleidsnotitie van het college van GS met financiële voorstellen ligt. Mw. Folkerts (Groenlinks) zegt het door mw. Vlietstra geschetste tijdpad erg ambitieus te vinden. Dit is te kort door de bocht als je het veld op een goede manier wilt horen en erbij betrekken. Mw. Vlietstra (CDA) zegt dat de tijd wel dringt, want anders zijn we weer een jaar verder. Mw. Folkerts. Mbt. de aanpak van de versnippering denkt haar fractie meer aan het faciliteren en proberen te coördineren. Het scheiden van het wetenschappelijke onderzoek en het stimuleren van de Groninger Taal en Cultuur. Haar fractie is huiverig dit al te strikt uit elkaar te trekken. Voor het onderzoek naar grammatica in het veld bijvoorbeeld heb je veel mensen nodig. Het zou dan ook jammer zijn dit onderzoek los te maken van de stimulering. Het kweekt namelijk veel goodwill en binding. De omvang van de ondersteuning/facilitering is afhankelijk van het overleg met het veld. Zij denkt zelf meer in tonnen dan aan miljoenen. Haar is altijd geleerd dat je niet kunt bouwen zonder dat je leert van de in het verleden gemaakte fouten. Het onderwijs. Zij geeft de voorkeur aan een vrij aanbod voor het onderwijd/de opleiders. Overleg met het onderwijs is belangrijk. Het is ook goed onderzoek te doen naar reeds gedane onderzoek mbt. tweetaligheid. Dit ook in relatie tot de laatste tijd verschenen berichten over een onderwijsachterstand in onze provincie. Het alleen maar aanhaken bij cultuureducatie is haar zeker te mager. Folkore is voor haar minder negatief als blijkt uit de uitlatingen van de heer Boer. Op folklore kunnen namelijk ook veel zaken worden gebouwd. In verschillende delen van de provincie zijn er folkloristische gebruiken. Mensen echten daar aan. In het CDA voorstel zitten heel aardige ideeën. Het is goed dat het college dit meeneemt en te laten verweven in concrete plannen. Is het mogelijk het SONT de status te geven van het consultatief orgaan. Je moet geen nieuwe dingen optuigen als dat niet nodig is. Het is goed alles mbt. de erkenning nog eens goed op een rij te zetten.
11
De heer Neef (VVD). De VVD- fractie is ambitieus in het benutten van het bestaande. Het vorig jaar heeft zijn fractie bij de Cultuurnota een rekensommetje gemaakt, waaruit bleek dat het beleid terzake van Groninger Taal en Cultuur er niet zo slecht van af kwam. De regionale cultuurplannen geven de ruimte. De mensen zijn echter nog niet allemaal op dat spoor gezet. Er zal een spanningsveld zijn tussen de ambitie en het kunnen in het onderwijs. De aansluiting bij de cultuureducatie lijkt hem een heel juiste. Het hangt erg van de persoonlijke ambitie en enthousiasme van docenten, waar dan ook in het onderwijs. Voor hem is de mening van het veld erg van belang hoe het veld denkt over het uit elkaar halen van de Aanpirdjeder en de onderzoeker. Dit kan in de inspraak naar voren komen. Ooit is er het idee geweest om alle instanties die met de regionale cultuur bezig zijn in een huis fysiek onder te brengen. Waarom maken we het idee van de PvdA niet eerst virtueel en portaal met links naar alle organisaties. Mocht er later behoefte blijken aan fysieke bundeling dan kunnen we dat alsnog doen. Er is heel veel mogelijk op de nu op tafel gelegde ambities waar te maken. Hij pleit er voor te bekijken hoe dit in bestaande kanalen kan worden ondergebracht, alvorens zijn fractie bereid zal zijn meer geld in dit onderwerp te steken. Spreker zegt te denken dat er veel meer geld beschikbaar is voor allerlei plannen op dit beleidsterrein. Mw. Visscher. Haar fracties is voor het meer geld steken in de Groninger Taal en Cultuur. Zij waren ook tegen de bezuiniging. Zij heeft er geen zicht op of het tonnen of miljoenen moet worden. Het is wel logisch dat er meer geld moet komen. Overigens zul je altijd eerst terug moeten kijken hoe het beleid is geweest. Er zijn fouten gemaakt. Het veld is onvoldoende gehoord en er is te weinig coördinatie geweest. Laten we het u beter doen. Hoor het veld. Ze zegt zo geen mening te hebben over een Huis voor de Groninger Taal en Cultuur. Dat is naar haar mening ook afhankelijk van wat het veld wil. Haar fracties zijn er op tegen het Gronings verplicht te stellen op scholen. Het begrip verleiden is beter toepasbaar. Opleggen roept weerstand op. In Friesland bijvoorbeeld wordt het opgelegd door een kleine groep, die heel veel invloed heeft. De weg van de cultuureducatie is een heel goede manier om het Gronings te stimuleren. Het veld moet eens serieus worden gehoord. Mw. Graper (D66). Het Huis voor de Groninger Taal en Cultuur. We moeten er voor waken dat er aan het veld wordt opgelegd. Als de organisaties het willen regelen ze het wel zelf. Daarbij kunnen ze ook naar de provincie toekomen met de vraag te helpen dit te organiseren. Een workshop bijvoorbeeld is een actieve manier om de partijen bij elkaar te brengen of een weg te vinden om partijen bij elkaar te brengen die dat misschien nu nog niet kunnen. Iedere organisatie heeft zelf de keuze de samenwerking op te zoeken en op die manier blijft de Groninger taal iets van de mensen zelf en niet iets wat we met elkaar in het provinciehuis bedenken. Het idee van een Stimuleringskrediet is sympathiek. Het is echter niet een taak van de provincie om zelf een opera in het Gronings te gaan schrijve n. Ook moeten we niet toe naar plaatsnaamborden in het Gronings. We moeten geen beleid maken, omdat het grappig en leuk is. De heer Hemmes (SP). Zegt goede moet te hebben dat we deze keer wat extra aan de Groninger Taal en Cultuur doen. Hij is er ook geen voorstander van de Groninger taal te verplichten op scholen. Het is wel goed als het wordt gestimuleerd. We moeten ook bij de jongeren beginnen. Spreker zegt het met mw. Vlietstra eens te zijn dat er weinig goede teksten zijn voor Groninger liedjes. De provincie zou het voortouw kunnen nemen voor een liedjesfestival met het betere lied. Met het huidige aanbod in het Groninger leid wordt de Groningen jeugd niet aangesproken. Plaatsnaamborden alleen in het Gronings is niet goed. Wat goed zou kunnen is de Groningse naam onder de Nederlandse naam.
12
De gedeputeerde. De vervolgprocedure. De uitgesproken ambities worden breed gedragen in de statencommissie. Dit kan financiële gevolgen kunnen hebben; namelijk extra geld. Daarom stelt de gedeputeerde de volgende procedure voor. In de Voorjaarsnota wordt opgenomen een heel globale beschrijving van twee aspecten die zijn aangedragen. Namelijk het versterken van de ondersteunings- en stimuleringsfunctie (Huis voor de taal en Cultuur), zonder de precie ze vorm op dat moment aan te kunnen geven. En een vertaling van de gedachte van het Stimuleringskrediet particuliere initiatieven. De te maken beleidsnotitie vergt een goed overleg met de diverse organisaties die op dit terrein in Groningen actie zijn. Het college van GS zal zich inspannen om de voorbereiding van die notitie zorgvuldig te doen (met voldoende overleg). Dat kan betekenen dat de beleidsnotitie op dezelfde datum voor de statenvergadering kan worden geagendeerd als de Voorjaarsnota, maar daarover durft de gedeputeerde geen zekerheid te geven. Dat is namelijk ook afhankelijk van de tijd die nodig is voor het zorgvuldige overleg met het veld. Voor de financiële gevolgen is van belang goed mee te nemen de gedachten die door de heer Neef naar voren zijn gebracht. Namelijk dat extra inzet soms ook kan gebeuren door het geld wat je nu reeds besteed voor de Groninger taal en Cultuur gerichter of anders in te zetten, dan wel door geld dat je verder voor andere doeleinden in het Cultuurbudget hebt om daar een plakje van af te halen. Het kan ook nog betekenen dat je extra beslag op de vrije middelen pleegt, wat dat in de Voorjaarsnota aan de orde moet komen. Als het college van GS met een voorstel komt over de ondersteuning, het Huis voor de Taal en Cultuur en het Stimuleringskrediet zal de financiële vertaling daarvan in ieder geval die meerdere componenten bevatten. Soms misschien met een nul bedrag, maar er moet dan in ieder geval worden aangegeven dat het niet kan uit een bestaand krediet/herschikking, enz. Spreker zal naar het college van GS terugkoppelen dat de staten een stevige ambitie hebben op dit terrein. Namelijk dat ze een intensivering van de beleidsinzet willen. Dat staat los van allerlei leuke suggesties over opera's, huizen voor de Groningen Taal en Cultuur, plaatsnaamborden, enz. Mw. Folkerts (Groenlinks). Er moet nu geen onzekerheid gaan ontstaan over subsidiestroompjes. De gedeputeerde zegt kennis te hebben genomen van de bijdrage van de VVD. Namelijk dat in den brede moet worden gekeken hoe de extra inzet financieel mogelijk maakt. De voorzitter stelt vast dat het college van GS met een nieuwe notitie komt. 10. Brief GS van 6 december 2001, nr. 2001, nr. 2001-18.228/48/A.29, IWW, betreffende versterking culturele instellingen dmv. adoptie van een slotavond van het Festival di Groningen en bevordering cultuurtoerisme plus een brief van het college van GS van 3 januari 2002. De heer Warris (GPV/RPF/SGP) betreurt het dat dit agendapunt niet in de laatste statenvergadering is afgehandeld. Een opmerking van de gedeputeerde is dat het evenementenbeleid een "tricky" onderwerp is, waarop je gemakkelijk kunt uitglijden. De kern van deze behandeling is waar de 1 miljoen gulden extra naar toe moet. Naar de Giro di Groningen (zoals in de statencommissie BF werd gedacht) of aan cultuur en toerisme aanpalende onderwerpen/activiteiten. Als we teruggaan naar november 1999 (de eerste presentatie in de statencommissie) wordt er over een bijdrage van de overheden van 1,7 miljoen gulden gesproken. Dat bedrag is volgens de heer Hoek niet alleen voor de Giro bedoeld, maar ook voor andere activiteiten. De gedeputeerde heeft daar gezegd dat het een goed evenement kan worden met ook andere elementen, zoals cultuur, toerisme en
13
breedtesport. Daarna is er in de Voorjaarsnota, enz. een bedrag van f 1 miljoen gulden gereserveerd als bijdrage. In november 1999 is er gediscussieerd over de definitieve bijdrage van 1 miljoen gulden. De gedeputeerde ging toen niet van een extra 1 miljoen gulden uit (terwijl dit wel in de bijbehorende begroting stond). De Giro zou gewoon doorgaan zonder die extra miljoen gulden. Er werd nog naar fondsen gezocht. De indruk was dat het met de sponsering niet storm liep. Hoe gaat dat nu? In de bewuste brief van het college zijn een aantal zaken genoemd, zoals cultuur, sport en het publieksfestival. Zijn fracties hebben toen gezegd de ene miljoen gulden meer dan genoeg te vinden voor het brede terrein wat zou worden bediend met dat geld. Zijn fracties wilden niet verder gaan dan dat ene miljoen gulden. De tweede miljoen gulden was voor zijn fracties niet aan de orde. Nu ligt er een brief over de versterking van de cultuur en het cultuurtoerisme. Op 3 januari 2002 krijgen we nog een nadere brief met wat meer uitleg over wat allemaal is bedacht (waarschijnlijk met de organisaties en instellingen). Het was zuiverder geweest als er vanuit de organisaties de vraag was gekomen een aantal activiteiten te ondersteunen. In de Commissie Bestuur en Financiën leefde het algehele gevoel om het tweede miljoen liever niet aan de orde te stellen. Maar werd erbij gezegd het evenement moet wel doorgaan. We kregen gelukkig de geruststellende bemoediging van de gedeputeerde dat het ook zonder die tweede miljoen gewoon doorging en dat de gedeputeerde ook niet zo goed begreep waar het om ging, wat de ambities van de Stichting waren. De fracties zijn en blijven verbaast en vol onbegrip over de voorstellen die na de Commissievergadering Bestuur en Financiën voorgelegd zijn. Verbaast zijn ze ook nog steeds over het feit dat andere fracties niet hebben meegewerkt om dit onderwerp in de Statenvergadering van 12 december 2001 te behandelen. De fracties hadden dit onderwerp in de Statenvergadering willen behandelen, dit past ook prima in een dualistisch stelsel. Wij vinden dat de tweede miljoen op een flauwe wijze wordt voorgelegd en het dilemma van het hele verhaal legt het college bij ons als fracties neer. Zeggen de fracties nee dan kan dat opgevat worden dat ze de culturele instellingen in brede zin niet willen ondersteunen. Zeggen ze ja dan hebben ze sterk de indruk dat de gevoerde procedure weggepoetst wordt. De fractie wil dit onderwerp in de volgende Statenvergadering opnieuw aan de orde hebben en het daar bediscussiëren. Mw. Graper (D66) plaatst in eerste instantie opmerkingen over de procedure. Gelezen de verslagen van de Commissievergadering Bestuur en Financiën leek het college te doen dat er voor het tweede miljoen geen enkele aanvraag bij hen bekend was. Op 6 december ontvangen wij echter al een brief. Dat is de snelste procedure die ooit is gelopen van aanvraag van een miljoen tot een brief van het college. Het college had er verstandiger aangedaan de brief beter voor te bereiden en beter te onderbouwen. In de brief van 6 december staat nadrukkelijk dat het belangrijk is nu actie te ondernemen. De nadruk ligt op de tijdsdruk. Ook dat heeft de D66-fractie verbaasd aangezien in mei al bekend was dat de Giro eraan zat te komen. Vervolgens horen de staten een half jaar niks, is er een discussie in de statencommissie en binnen twee weken ligt er een brief. De inhoud van de brief wekt het idee dat het niet om de Giro gaat maar om de activiteiten erom heen. Dit zijn aspecten die in mei ook al vast in gang konden worden gezet. Er had dan misschien een brie f gelegen waarbij de meerderheid van de Staten het idee zou hebben dat het een goede zaak is. Bovendien hadden we al financiering kunnen regelen in de begroting. Nu gaan we een voorbeslag nemen op de voorjaarsnota terwijl wij nog niet weten hoeveel middelen er zullen zijn. Vorig jaar bij de cultuurnota heeft de CDK nadrukkelijk uitgelegd dat voorbeslagen op de voorjaarsnota gevaarlijk zijn omdat je nooit weet wat de situatie zal zijn en wat er zal gebeuren. Wij vinden het erg opvallend dat dit nu wel opeens lijkt te kunnen. Daarnaast vindt de fractie het opvallend dat het college niet om een statenbesluit heeft gevraagd, er wordt niet eens een advies van de commissies gevraagd. De brief heeft slechts een informerende status.
14
De fractie heeft het vermoeden dat het college de Staten niet om een mening durft te vragen. De beslissing lijkt te worden genomen bij de voorjaarsnota. Dit is na afloop van de Giro zelf. Wat gaat er gebeuren als de Staten op dat moment de prioritering toch anders gaat leggen. M.b.t. het cultuurtoerisme zal de D66- fractie in de commissievergadering EZ vragen stellen. Het cultuurgedeelte komt hier aan de orde. Over de eerste miljoen is heel duidelijk gezegd dat het meer is dan sport alleen. Dat was ook een voorwaarde. Ook in de brief van 6 december staat nadrukkelijk dat het eerste miljoen is voor het hele programma inclusief cultuur. Wat gaat er aan culturele evenementen precies gebeuren met het eerste miljoen. Het programma is al redelijk rond. Het college stelt voor een programma- item te adopteren. De fractie vraagt welke gevolgen het heeft als de provincie dat programmaonderdeel niet gaat adopteren. Wat is de toegevoegde waarde voor ons als provincie om die avond te adopteren? Wat gaat het de provincie precies opleveren? Een half miljoen is veel geld voor cultuur. Vorig jaar hebben we een miljoen gesponsord voor Via Dorkwerd en Bleu Moon. Dat duurde de hele maand. Nu gaat het om één avond en een half miljoen. Wat gaat er precies met het geld gebeuren? Op de laatste drie vragen wil de fractie eerst een antwoord hebben voordat ze haar oordeel geeft over de hele situatie. Mw. Folkerts (Groenlinks) geeft aan dat het zwaartepunt in de commissievergadering BF komt te liggen. Eigenlijk wordt de staten niets gevraagd. Dat is merkwaardig omdat het om veel geld gaat. Ze gaat ervan uit dat er alsnog een voordracht komt om het tweede miljoen in de staten te kunnen vastleggen mocht het daartoe komen. Het heeft de fractie hogelijk verbaasd dat na de evaluatie van Via Dorkwerd en Bleu Moon dezelfde haastfouten gemaakt worden. Verbazend is ook dat ineens deze portefeuille erbij betrokken wordt. De Groenlinksfractie heeft dezelfde cultuurvragen als D66. Daarnaast wil mw. Folkerts graag kwijt dat dit een schrijnende tegenstelling is met een eerder verzoek van het NNO van een ton structureel. Dit bleek toen absoluut niet te kunnen. De heer Hemmes (SP) constateert dat bij brief van 6 december nogmaals om een miljoen voor de Giro wordt gevraagd. De fractie blijft het uiterst teleurstellend vinden dat de collegepartijen het niet mogelijk gemaakt hebben dit onderwerp in de Statenvergadering te bespreken. Nu staat de brief op de agenda van drie statencommissies. De fractie is het er niet mee eens dat zo'n spektakel grotendeels met gemeenschapsgeld gefinancierd wo rdt. De heer Hemmes stelt dat de meerderheid van de Staten akkoord is gegaan met het eerste miljoen. De SP kon niet anders dan zich daarbij neerleggen. Nu blijkt dat er nog een miljoen bij moet. In de commissievergadering van 23 november stond dit miljoen nog op de begroting van de Giro, en wel voor culturele activiteiten. Er was alom verbazing en niemand stond te juichen. De constructie waarvoor nu is gekozen, zij het via een omweg, om alsnog een miljoen ten gunste van de Giro te laten komen is een spel die de SP verwerpt. De SP is er van overtuigd dat de directie van de Giro veel meer is beloofd dan het college waar kon maken. De commissie wordt nu bijna voor een voldongen feit geplaatst. De SP is van mening dat, als het om zulke bedragen gaat en er veel weerstand bestaat, het onderwerp in de Statenvergadering moet worden behandeld als we Provinciale Staten nog langer serieus willen nemen. Dhr. Hemmes geeft aan dat de mening van de SP-fractie t.o.v. de Giro duidelijk is. Volgens de fractie is en blijft het een commercieel evenement en om in een dergelijk evenement meer dan vijf miljoen gulden gemeenschapsgeld te steken op een begroting van zeven miljoen gulden is te gek voor woorden. Dhr. Hemmes vertelt dat de SP in deze mening niet alleen staat. N.a.v. de publiciteit over ons standpunt zijn er bij de SP tientallen ondersteunende reacties binnengekomen.
15
De heer Neef (VVD) is van mening dat de financiële middelen betrekking hebben op een stukje Groningen promotie en niet op Gironingen promotie. Het zwaartepunt ligt wat hem betreft bij de commissie BF. Spreker vraagt om de ontbrekende begroting en achterliggende stukken van de door de provincie te adopteren avond. De heer Spoeltman (PvdA) is het ermee eens dat het zwaartepunt van de discussie in de commissie BF thuis hoort. In deze commissie beperkt hij zich tot het onderdeel cultuur. Wel merkt dhr. Spoeltman op dat de procedure geen schoonheidsprijs verdient. De PVDA- fractie vraagt zich af waarom er voor deze instellingen is gekozen en wat de exacte kosten zijn. Als er extra geld naar cultuur gaat kan de PVDA zich daar in vinden. De fractie verwacht echter wel een nadere invulling. Mw. Vlietstra (CDA) vertelt dat haar fractie deze brief ook in de Statencommissies EZ en BF aan de orde zal stellen. Wat betreft het cultuurgedeelte is de CDA- fractie grotendeels positief. De fractie kan meegaan met de mening van GS dat het belangrijk is om de positie van de stad, als culturele hoofdstad van het Noorden, op deze manier te versterken. Ook kan het CDA zich vinden in de gekozen organisaties. Het is een schitterende locatie en een groot deel van de Groninger bevolking wordt in staat gesteld om gratis een culturele activiteit van hoog niveau bij te wonen. Beantwoording in eerste termijn: De gedeputeerde beperkt zich in de beantwoording op de culturele aspecten die aan de orde zijn gesteld. Twee zaken vooraf. Als het college in mei 2001 alle informatie en inzichten zou hebben gehad die ze in de loop van november/december hebben gekregen had het college deze procedure niet gevolgd. De gedeputeerde vindt het begrijpelijk dat er kritische kanttekeningen op deze procedure worden geplaatst. Voor een deel kan het college zich ook scharen achter de kritische kanttekenen bij de procedure. Dat deze procedure nu zo is heeft te maken met voortschrijdende informatie en externe ontwikkelingen. Het college zal meteen na de commissievergadering BF van 11 januari het initiatief nemen voor een stuk t.b.v. de eerstvolgende Statenvergadering. In dit stuk zal het college gebruik maken va n de brieven die er liggen en de opmerkingen en vragen die uit de commissievergaderingen zijn gesteld. Voor wat betreft het miljoen uit het budget Middenevenementen waartoe eerder is besloten, merkt de gedeputeerde op dat hiervoor ook culturele en breedtesport activiteiten worden ontwikkeld. Als de Staten besluiten dat er geen extra geld voor cultuurtoerisme en voor culturele evenementen komt zal het festival, mede met gebruik making van het miljoen uit het evenementenbudget, ook culturele en breedtesport evenementen bevatten. Kortom ook dan gaat het om meer dan alleen 180 wielrenners weg zien rijden. Dan wat betreft de financiële middelen in relatie tot het culturele programma. Het is goed te benadrukken dat wij niet beschikken over een subsidieverzoek voor een cultureel programma. Wat we gedaan hebben is kennis nemen van de eigen ambities van de provincie op het terrein van versterking van de culturele infrastructuur in de stad, versterking van de noordelijke culturele instellingen en nagaan of het globale programma zoals wij dat kennen van festival Gironingen hiertoe mogelijkheden biedt. Het is niet zo dat het college op een subsidieverzoek aandringt. De provincie heeft een globaal program van eisen geformuleerd. Culturele activiteiten die betrekking hebben op Groninger/Noordelijke culturele instellingen, breed toegankelijk (bij voorkeur gratis), op een goede locatie en met een promotionele waarde. Dit leggen wij voor aan partners die voor de uitvoering zorg kunnen dragen. De Stichting Gironingen speelt daar bij een rol als organisator/facilitator. Het gaat erom dat wij kennis hebben van het feit dat als onderdeel van het festival Gironingen er twee publieksavonden in het programma zijn opgenomen in de openlucht met een cultureel karakter. Het college is van mening dat één van
16
de publieksavonden zich zou kunnen lenen om de Noordelijke culturele instellingen een impuls geven, en het bereik te vergroten. Het is niet een al dicht getimmerd programma maar een concept dat ruimte biedt voor onze wensen. Op de vraag of beide avonden ook doorgaan als de provincie, en eventueel ook de gemeente, afziet van een bijdrage ter bekostiging van het culturele deel antwoordt de gedeputeerde dat doorgang dan niet verzekerd is. Ook de kwaliteit is zonder provinciale bijdrage niet verzekerd ook is het niet zeker dat er Noordelijke culturele instellingen aanwezig zullen zijn. Bovendien is de kans kleiner dat het festival voor iedereen toegankelijk is. Bij een publieke bijdrage is er minder noodzaak om prijzen op te leggen aan de bezoekers. Uiteraard moet er op een zakelijke manier worden beoordeeld of er sprake is van een reële prijs/kwaliteitsverhouding. De gedeputeerde is het er niet mee eens dat, zoals wordt gesuggereerd, de provincie inspringt op een gat in de begroting dat is ontstaan door eventueel tegenvallende sponsoringinkomsten. De provincie heeft haar eigen cultuurbeleid waarbij versterking van de eigen instellingen, publieksbereik en de culturele infrastructuur in de stad belangrijk zijn. Het college ziet mogelijkheden om dit een impuls te geven gebruikmakend van het festival Gironingen. Het college heeft geen concreet zicht op de andere subsidies en sponsoringactoren van de Stichting. De provincie heeft haar eigen doelstellingen. Op de vraag waarom het NNO nu wel naar voren komt en een eerder verzoek inzake een structurele bijdrage aan het Noord Nederlands Orkest is afgewezen antwoordt de gedeputeerde dat deze instelling structureel wordt gefinancierd door het Ministerie van OC&W. Nu heeft de provincie, zij het op een andere manier, wel de mogelijkheid om bij te dragen aan de versterking van het NNO. Tot slot geeft de gedeputeerde aan dat het college ervoor zorg zal dragen dat Provinciale Staten op 7 februari aanstaande het volrecht waar het gaat om de bevoegdheid en de besluitvorming verkrijgen. Vragen in tweede termijn: Mw. Vlietstra (CDA) geeft aan dat de CDA- fractie met name positief was omdat de bevolking gratis naar het evenement kon. Uit de woorden van de gedeputeerde blijkt dat nu niet meer zo stellig als in de brief vermeld staat. De gedeputeerde heeft het over bij voorkeur gratis, terwijl dit in de brief als voorwaarde wordt gesteld. Mw. Graper (D66) vraagt de gedeputeerde uit te leggen wat er nu precies gaat gebeuren voor dat half miljoen en wat de toegevoegde waarde voor ons als provincie is. Wat levert het voor de provincie op om het half miljoen in die avond te steken. Bij de brief zou ze graag een begroting en inhoud zien. Mw. Graper blijft het gevoel houden dat het om een avond gaat die al op het programma stond. Ze heeft het idee dat de provincie de avond opkoopt van de stichting Gironingen zodat zij het risico niet meer hoeven dragen. Dhr. Warris (GPV/RPF/SGP) heeft er nog steeds geen goed gevoel over. Gelet op de procedure denkt hij dat het college nie t alles op tafel legt. Hij blijft van mening dat er op een krampachtige manier geprobeerd wordt het tweede miljoen uit te geven. Er wordt nu fl 500.000,-- voor cultuur gereserveerd. Volgens dhr. Warris zullen er dan eerst aanvragen moeten komen van de verschillende stichtingen op basis waarvan het college en eventueel de Staten moeten beoordelen of het binnen het beleidskader is. Hij vraagt zich af of dit hier nog aan de orde komt. Tenslotte merkt hij op dat bij Via Dorkwerd een aanvraag van het NNO om financiële redenen afgeblazen is terwijl het nu bij de Giro wel mogelijk is. Dhr. Hemmis (SP) zou de aanvragen ook graag in de staten terug zien. Ook hij blijft een raar gevoel houden.
17
Mw. Folkerts (Groenlinks) vreest dat als de fractie niet instemt met de fl. 500.000,-- ze als cultuurbarbaren door zou gaan. Dit wil zij ver van zich werpen. Het lijkt haar juist goed en leuk als we met elkaar zouden bedenken om jaarlijks een concert in het Verbindingskanaal met als achtergrond het Groninger museum zouden organiseren en dat we daar als provincie een hoop geld voor over hadden. Dit is volgens haar een onmogelijk scenario. Het verbaast haar dan ook dat dit nu ineens, in het kader van de Giro, zo gemakkelijk zou kunnen. Ze heeft daar moeite mee. Dhr. Spoeltman (PvdA)geeft nogmaals aan het geen bezwaar te vinden dat er een half miljoen gulden aan cultuur wordt besteed i.k.v. de Giro. Wel wil hij graag weten wat er precies met het geld gaat gebeuren. Beantwoording in tweede termijn: Allereerst stelt de gedeputeerde dat, als het complot wat dhr. Warris schetst juist zou zijn, dan moet worden vastgesteld dat het college wel zeer in gebreke blijft bij het nakomen van toezeggingen. De helft van het miljoen gulden is met name bedoeld voor recreatie en promotie en de andere helft voor specifieke culturele activiteiten. Als reactie op de opmerking van mw. Folkerts betreffende de vrees als voor cultuurbarbaar te worden bestempeld als de fractie niet instemt met de voorstellen merkt de gedeputeerde op dat van de zijde van het college cultuurbarbarisme op geen enkele wijze wordt gesuggereerd. Als het nu zo zou zijn dat de formule die nu bedacht wordt met als decor het Groninger Museum in het Verbindingskanaal het openluchtconcert werkt dan kan dat een opmaat zijn voor een jaarlijks concert. Tot slot zegt de gedeputeerde toe dat in het stuk t.b.v. provinciale staten het college de meest actuele informatie opneemt waar het gaat om de inhoud van het culturele programma zoals dat door ons mede mogelijk wordt gemaakt. Op het moment, als de staten akkoord gaan, dringt de tijd. De organisaties die met de uitvoering zijn belast moeten dan ook aan de slag kunnen. Wij kunnen niet daarna nog een keer over de preciese inhoud praten. Wel kan er nog tijd uitgetrokken worden om zienswijzen en suggesties kenbaar te maken op moment dat het definitieve programma rond. Uiteraard zijn een rapportage achteraf en een evaluatie nodig. Zoals vermeldt in de brief is de inzet van het college dat het evenement gratis toegankelijk is. De Voorzitter sluit dit onderwerp af. Het komt in de statenvergadering van 7 februari aanstaande aan de orde. 11. Brief van GS van 12 december, nr. 2001-19.673/50/A.42, IWW betreffende Kunstencentrum Dhr. Warris (GPV/RPF/SGP) vraagt of naast de financiële doorlichting ook inhoudelijke punten worden meegenomen. De gedeputeerde licht toe dat de heer Van Kats nu een ronde maakt langs de ambtelijk- en bestuurlijk betrokkenen en een plan van aanpak opstelt. Zodra er meer informatie over het verdere traject beschikbaar komt krijgen de commissieleden dat ter informatie toegestuurd. Hoewel het accent wel ligt op de financiële kant zal dhr. Van Kats zijn opdracht royaal en ruim invullen 12. Rondvraag • De voorzitter deelt mee dat 13 maart aanstaande 's ochtends gereserveerd is voor een excursie. Suggesties hiervoor zijn welkom. 13. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering.
18