Provinciale Staten VOORBLAD
Onderwerp
Stand van zaken ambulancezorg / beantwoording schriftelijke vragen SP over ambulancevoorziening
SIS-nummer
PS2012-381 / PS2011-743
Agendering (advies Griffie)
Commissie AFW 16 mei 2012
Behandelwijze X
Provinciale Staten
Kaderstellen Controleren Adviseren PS (door commissie) Vaststellen (door PS)
Overleg-/ beslispunten
Uitvoering motie M3
Context
Op 12 oktober 2011 is in de commissie AFW afgesproken dat de beantwoording van de schriftelijke vragen van de SP over de ambulancevoorziening (PS2011-743) wordt geagendeerd zodra het onderzoek naar hoe het nu loopt gereed is (afspraak 23). Bij motie M3 hebben PS op 25 januari 2012 gevraagd een plan van aanpak maken. Bijgaand vindt u achtereenvolgens de beantwoording van de schriftelijke vragen, een notitie van GS over de stand van zaken, een rapportage over de prestaties in 2011 en motie M3 die is aangenomen door PS op 25 januari 2012.
Opmerkingen Griffie Openbare samenvatting van GS
Meer informatie
Gedeputeerde Staten hebben de statennotitie Stand van zaken ambulancezorg vastgesteld en informeren hiermee Provinciale Staten over ontwikkelingen in de wetgeving en over de ambulancezorg in Gelderland in 2011. Zij constateren dat de prestaties voor de regio's Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden respectievelijk vrijwel en geheel aan de landelijke norm voldoen. De prestaties van Gelderland NoordOost blijven nog achter bij de streefwaarde die op basis van het financieringskader haalbaar zou moeten zijn. In het licht van de aanstaande overgang van de provinciale verantwoordelijkheid naar het rijk zien GS geen redenen om middelen vrij te maken om verdere prestatieverbeteringen mogelijk te maken. Zij wijzen daarbij op de reguliere financieringsverantwoordelijkheid die onder de huidige en toekomstige wetgeving bij het rijk ligt en niet bij de provincie Dhr. H. Faber tel. (026) 359 93 13 mail:
[email protected]
GS-besluit: 24-4 /Ontvangen door Griffie: 25-4 /Geplaatst op SIS: 25-4
Gedeputeerde Staten
Antwoord op Statenvragen PS2011-743
Arnhem, 29 november 2011 zaaknummer 2011-017562
De leden van Provinciale Staten Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid P. Lucassen (SP) over de ambulancevoorziening
Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van P. Lucassen toekomen. Inleiding Uit onderzoek van omroep Gelderland is gebleken dat het de afgelopen tijd meer keren en op meer plaatsen is voorgekomen dat ambulances in Gelderland er niet in slaagden om een bestemming in hun navigatiesysteem te vinden. Daardoor kwamen zij onnodig laat op hun bestemming. Daar waar iedere seconde telt als het om acute situaties gaat, is dat een onacceptabele zaak. Er is een reëel risico dat dit in de toekomst door een dergelijk voorval een keer eindigt met een fatale afloop. Het lijkt erop dat de gebruikte navigatiesystemen niet of onvoldoende worden opgewaardeerd met nieuw kaartenmateriaal en software, waardoor ze niet actueel zijn. De SP-fractie heeft in het verleden meer malen aandacht gevraagd voor de aanrijtijden waaraan ambulances in verschillende delen van de provincie nog steeds niet voldoen. Naar aanleiding van deze incidenten stellen we aan het college van GS daarom schriftelijke vragen over de kwaliteit van de ambulancevoorziening in Gelderland. De provincie is immers toezichthouder op de ambulancevoorziening. Vraag 1 Hoe kijkt het college van GS aan tegen de door omroep Gelderland gerapporteerde incidenten van ambulances die o.a. in Wageningen, Winterswijk, Putten, Hoevelaken en Teuge leidden tot een vertraagde aankomst door een haperende navigatie? Antwoord 1 Wij betreuren uiteraard dergelijke incidenten. Uit contacten met de ambulancevervoerders is ons gebleken dat dergelijke incidenten zich slechts sporadisch voordoen. De door u bedoelde incidenten hebben dan ook betrekking op een periode van enkele jaren. Incidenten als deze worden door de ambulancevervoerders uiterst serieus genomen en geanalyseerd en waar mogelijk worden maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Het is gebruikelijk dat melding van het incident plaatsvindt bij de Inspectie Gezondheidszorg, die vervolgens de eventueel noodzakelijke acties onderneemt. Vraag 2 Wat gaat het college van GS - als toezichthouder van de ambulancevoorziening, zeker zo lang het die verantwoordelijkheid nog heeft - doen aan de gesignaleerde misstanden die waarschijnlijk te wijten zijn aan verouderd kaartenmateriaal? Antwoord 2 De provinciale verantwoordelijkheid ten aanzien van ambulancevervoer beperkt zich tot vergunningverlening en de spreiding van ambulanceposten. Ten aanzien van de kwaliteit van de ambulancevoorziening is de Inspectie Gezondheidszorg het toezicht houdende orgaan. Wel monitoren wij periodiek de prestaties voor zover het de aanrijtijden betreft.
Inlichtingen bij dhr. H.P. Faber, telefoonnummer (026) 359 93 13 e-mailadres:
[email protected]
Wij hebben echter op grond van het huidige wettelijke kader geen andere formele sturingsmogelijkheid dan het intrekken van de vergunning. Dit vormt een uiterste middel dat slechts in geval van grove nalatigheid kan worden ingezet. Uit informatie van de ambulancevervoerders is ons gebleken dat de incidenten niet te wijten zijn aan het gebruik van verouderd kaartenmateriaal, noch aan falende navigatiesystemen, maar per geval specifieke technische oorzaken kennen. Van belang is dat steeds passende verbetermaatregelen worden genomen om herhaling te voorkomen. Door de directe betrokkenheid van de Inspectie Gezondheidszorg is sprake van een effectief toezicht hierop. Vraag 3 Op welke wijze gaat het college van GS toezien op de kwaliteit van de ambulanceorganisaties op het punt van het uitvoeren van de noodzakelijke updates? Antwoord 3 In directe zin zien wij hierin geen provinciale verantwoordelijkheid (zie ook onze beantwoording van de vorige vraag). Ook is er geen noodzaak de ambulancevervoerders te overtuigen van het belang van het gebruik van de meest actuele navigatiegegevens. Zij zijn hier ten volle van overtuigd en gebruiken geavanceerde systemen die frequent worden geüpdatet. Zo staan zij in voortdurend contact met de wegbeheerders, waardoor bijvoorbeeld ook tijdelijk gewijzigde situaties, zoals wegafsluitingen, in de navigatiesystemen actueel zijn. Vraag 4 Hoe verhoudt deze kwestie zich tot de al veel langer bestaande tekortkoming dat ambulances in een van de 3 Gelderse regio’s niet de norm voor aanrijtijden haalt? Toelichting: in 2010 was de landelijke norm dat 90% van de ambulances binnen 15 minuten ter plekke is. Echter in Gelderland NO werd die norm niet gehaald (89,3%). Ondanks een relatief lage norm van 90% wordt daar dus niet aan de norm voldaan. Antwoord 4 Zoals u al aangeeft, betreft het hier incidenten die ieder op zich uiteraard zeer te betreuren zijn, maar kwantitatief een verwaarloosbaar effect hebben op het percentage aanrijtijden binnen de norm van 15 minuten. Vraag 5 Wat gaat het college van GS ondernemen om de aanrijdtijden in deze regio te verbeteren? Antwoord 5 Zoals u bekend is, hebben wij de afgelopen drie jaar middels de pilot prestatieverbetering ambulancevervoer ingezet op verbetering van de aanrijtijden. Deze inzet heeft in alle drie de regio's geleid tot een verbetering van de prestaties. Wij blijven alert toezien op het adequaat functioneren van de ambulancevoorzieningen, maar voorzien in afwachting van de toegezegde spoedige inwerkingtreding van de Tijdelijke wet ambulancezorg (streefdatum is volgens het Ministerie van VWS 1 januari 2012, waarmee ambulancevervoer een rijksverantwoordelijkheid wordt) geen nadere specifieke activiteiten onzerzijds. Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris
2
STATENNOTITIE
Aan de leden van Provinciale Staten
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Stand van zaken ambulancezorg HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Beknopte samenvatting Statennotitie: In deze notitie gaan wij in op de stand van zaken van de Tijdelijke wet ambulancezorg en worden de prestaties van de ambulancevervoerders in Gelderland in 2011 belicht. Wij constateren dat de prestaties van de ambulancevervoerders van Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden (vrijwel) voldoen aan de landelijke norm. De prestaties van de ambulancevervoerder Gelderland NoordOost blijven nog achter bij de streefwaarde. Wij gaan verder in op de door Provinciale Staten aangenomen motie over ambulancezorg en komen tot de conclusie dat het niet opportuun is extra provinciale middelen in te zetten ter verbetering van de prestaties. Hierbij wijzen wij erop dat de reguliere financieringsverantwoordelijkheid niet bij de provincie ligt, maar bij het Rijk, c.q. zorgverzekeraars.
===== Aan de leden van Provinciale Staten Met deze notitie willen wij u informeren over landelijke en Gelderse ontwikkelingen op het gebied van de ambulancezorg. Wij gaan in op de prestaties over het jaar 2011 en de context van ambulancezorg als onderdeel van de keten van acute zorg. Tevens gaan wij hier in op motie M3 (d.d. 25 januari 2012) waarin uw Staten ons hebben gevraagd met een plan van aanpak te komen om spoedritten normaliter binnen de normtijd te realiseren en hier bij de voorjaarsnota aandacht aan te schenken. Tijdelijke wet ambulancezorg De Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz) is inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen. Nog niet bekend is op welke termijn behandeling in de Eerste Kamer kan plaatsvinden (de procedurecommissie zal binnenkort de agendering bepalen). Dit betekent ook dat er nog geen duidelijkheid is over de invoeringstermijn van deze wet. In afwachting hiervan blijft de provinciale verantwoordelijkheid (m.n. spreiding en vergunningverlening) conform de huidige Wet ambulancevervoer onverkort van kracht. Wij zullen uiteraard, zodra dat aan de orde is, alle medewerking verlenen aan een zo adequaat mogelijke overdracht van de provinciale verantwoordelijkheden aan het Rijk. Prestaties ambulancevervoer 2011 In afwachting van de inwerkingtreding van de Twaz en daarmee de overdracht van de provinciale verantwoordelijkheden naar het Rijk, hebben wij bureau Repart opdracht gegeven een rapportage te verzorgen over de prestaties van de Gelderse RAV-en (Regionaal ambulancevoorzieningen) over 2011. Deze rapportage is de zevende in een reeks van rapportages over de afgelopen jaren met als doel inzicht te krijgen in de prestaties en met name in de resultaten van de Gelderse pilot prestatieverbetering ambulancezorg. code: 01356031.doc
Inlichtingen bij dhr. H.P. Faber, tel. (026) 359 93 13 e-mailadres:
[email protected]
Vanaf het begin van de pilot in 2008 tot nu is sprake van een duidelijke verbetering in de prestaties. De cijfers laten het volgende beeld zien (spoedritten, zgn. A1-ritten, binnen 15 minuten): RAV-regio Gld-Zuid Gld-Midden Gld-NO
e
2007 84% 86% 85%
2011 1 helft 94% 96% 90%
e
2011 2 helft 94% 95% 90%
Reeds eerder hebben wij u laten weten dat op basis van deze resultaten de pilot als geslaagd mag worden beschouwd. Met de extra provinciale middeleninzet (3 x € 1 miljoen, 2008-2011) is namelijk de dubbele doelstelling van verbetering prestaties en het realiseren van een structureel hogere financiële bijdrage (rijksverdeelmodel) bereikt. Dit betekent echter niet dat hiermee een optimale situatie is bereikt. De prestaties van Gelderland-Zuid en -Midden voldoen (vrijwel) aan de landelijke norm van 95%. Dat geldt echter nog steeds niet voor Gelderland-NO. Gelet op het verdeelmodel dat voor de financiering door de zorgverzekeraars wordt gehanteerd, wordt als streefwaarde voor Gelderland-NO van een prestatieniveau van 92% uitgegaan. Anders gezegd, de verzekeraars gaan op basis van hun financiering uit van een realiseerbare prestatie van 92%. Echter, ook hierop blijft Gelderland-NO tot nu toe achter. Hierna zullen wij nader ingaan op de specifieke situatie ten aanzien van Gelderland-NO. Los daarvan is het van belang te constateren dat de prestatiecijfers een gemiddelde zijn van het gebied als geheel en dat daarbinnen per gemeente forse verschillen optreden. Daarbij is het volgende van belang. Gezien het beperkte budget voor ambulancezorg is een zo efficiënt mogelijke spreiding van ambulances nodig en is het niet mogelijk overal even goede prestaties te leveren. Om zo veel mogelijk mensen zorg te kunnen bieden, wordt gekozen voor risicodekking en niet voor gebiedsdekking. Er wordt bij het bepalen van de benodigde ambulancecapaciteit rekening gehouden met factoren van bevolkingsdichtheid in combinatie met bereikbaarheid. Dit kan er in resulteren dat een kleinere plaats in een uithoek van het gebied een slechtere dekking heeft dan een grotere plaats meer centraal in het gebied. Een gemiddeld langere aanrijtijd van de ambulance betekent echter niet dat geen snelle eerste hulp wordt geboden. Snelle eerste hulp, zo mogelijk binnen enkele minuten, is met name geboden bij hartfalen, verdrinkingen, ernstige bloedingen e.d. In tal van gemeenten zijn flankerende maatregelen genomen bijvoorbeeld door brede inzetbaarheid van AED’s, afspraken over snelle inzet van huisartsen, brandweer en evt. traumahelicopter. Voor meer informatie over de prestaties per gemeente verwijzen wij naar het rapport van Repart (Pilot Ambulancezorg Gelderland, 7-meting, Repart organisatie advies bv, 4 april 2012) (bijlage). Situatie Gelderland-NO De lagere scores van Gelderland-NO zijn vooral te wijten aan de integratie van de meldkamers van RAV Noord- en Oost Gelderland en RAV IJsselland in 2010. De samenvoeging heeft in eerste instantie tot een verslechtering van de prestaties geleid. Dit is te wijten aan de afstemming en het implementeren van nieuwe werkprocessen. De praktijk leert dat dit tijd kost en dat aanloopproblemen langere tijd doorwerken. Andere verklaringen voor de relatief slechte prestaties van Gelderland-NO zijn de sterke toename van het totaal aantal ritten (incl. niet-spoedeisende ritten) bij gelijkblijvende capaciteit en (structureel) de geografische kenmerken van het gebied (uitgestrekte plattelandsgebieden die moeilijk bereikbaar zijn). Verder is en blijft het financieringsniveau een dominant bepalende factor voor de prestaties waardoor de streefwaarde van 92% drie procentpunten onder de algemene landelijke norm van 95% ligt.
2
Beoordeling van de prestaties Wij constateren dat de prestaties van de RAV-en Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden respectievelijk vrijwel en geheel voldoen aan de landelijke norm. Wij achten de opvatting van beide RAV-en dat op basis van de huidige middeleninzet nauwelijks een verdere verbetering van de prestaties mogelijk is realistisch. Zij wijzen erop dat de afgelopen jaren met veel inzet en inventiviteit de prestaties op een hoger niveau zijn gebracht en dat nu een zeker optimum is bereikt. Een nog verdere verhoging van de scores zal een onevenredig grote financiële inspanning vereisen (de economische wetmatigheid van de verminderende meeropbrengst). Bovendien is een fixatie op enkel de prestaties van de aanrijtijden niet gewenst. Ambulancezorg vormt een partner in de keten van acute zorg en werkt nauw samen met o.a. huisartsen(posten), verloskundigen, ziekenhuizen en traumacentra. Flankerende maatregelen, zoals de inzet van een AED (Automatische Externe Defibrillator), om ter plekke snel eerste hulp te verlenen, maken daarvan onderdeel uit. Deze samenwerking krijgt concreet vorm in Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) dat door ziekenhuizen met een traumacentrum wordt geïnitieerd (van belang voor Gelderland zijn ziekenhuizen in Nijmegen, Utrecht, Zwolle en Enschede). Verder is ambulancezorg ook een partner in de keten van openbare orde en veiligheid. Dit is van belang in geval van inzet bij grootschalige ongevallen en rampen. Zoals wij al constateerden blijven de prestaties van Gelderland-NO aanzienlijk achter op de landelijke norm en ook achter op de streefwaarde van 92%. Wij verwachten een verdere inspanning van RAV Gelderland-NO om in ieder geval de prestaties op het niveau van de streefwaarde te brengen. Het is ons bekend dat ook de zorgverzekeraar hierop nadrukkelijk stuurt en van Gelderland-NO een plan van aanpak vraagt ter verbetering van de prestaties. Wij zien de zorgverzekeraar in deze als de primair verantwoordelijke partij die eventuele verbeteringsmaatregelen kan afdwingen. Voor een nog verdere verbetering, om de norm van 95% te kunnen realiseren, is een ruimere (structurele) financiering een cruciale randvoorwaarde. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt op rijksniveau op basis van het landelijke verdeelmodel. Bij inwerkingtreding van de nieuwe Twaz ligt de eenduidige verantwoordelijkheid hiervoor zonneklaar bij het Rijk, nl. bij de Minister van VWS. Provinciale verantwoordelijkheid Wij gaan ervan uit dat nu eindelijk, na jarenlange discussies daarover en voorbereidingen daartoe, binnen afzienbare tijd de provinciale verantwoordelijkheid voor de ambulancezorg kan worden overgedragen aan het Rijk. Onze verantwoordelijkheid zal daarmee nog van beperkte duur zijn (tot 1-1-2013?). De wettelijke verantwoordelijkheden die wij hebben, zullen wij in deze periode op een correcte en functionele wijze inzetten. Met de RAV-en zullen wij periodiek contact onderhouden en waar nodig invloed uitoefenen om de kwaliteit van de ambulancezorg verder te verbeteren. Eerder hebben wij in onze Statennotitie van 2010 (zaaknr. 2009-013270) al aangegeven, gelet op de aanstaande overgang naar het Rijk, geen redenen meer te zien om het spreidingsplan te actualiseren. Vooral niet omdat het spreidingsplan voor het Rijk geen enkele relevantie of meerwaarde heeft. Motie M3 In motie M3 wordt ons verzocht: “met een plan van aanpak te komen waarbinnen de norm voor alle aanrijtijden van spoedritten normaliter gerealiseerd kan worden; hieraan bij de voorjaarsnota nadere aandacht te schenken.” In het licht van het voorgaande menen wij dat het gevraagde plan van aanpak zowel in relatie moet staan tot de reguliere (wettelijke) verantwoordelijkheid van de provincie als de in tijd nog beperkte duur van die verantwoordelijkheid.
3
Een soortgelijke aanpak zoals eerder gekozen via de Pilot prestatieverbetering ambulancezorg achten wij daarmee in deze context niet opportuun. De toen gekozen financiële middeleninzet van de provincie had een volstrekt uniek en eenmalig karakter. Een voorstel voor middeleninzet in de ambulancezorg zullen wij daarom bij voorjaarsnota niet aan u voorleggen. Dit betekent echter niet dat wij passief terzijde zullen staan. Wij hebben u geschetst dat wij de uitvoeringspraktijk van de ambulancezorg in Gelderland en met name in de regio Gelderland-NO en daarbij de uitvoering van het plan van aanpak, alert zullen blijven volgen. Tevens zullen wij periodiek (bestuurlijk) overleg entameren en de prestaties monitoren. Indien nodig zullen wij uw Staten informeren over relevante ontwikkelingen en onze inzet daarop. Wij geven u in overweging deze notitie te agenderen in de vergadering van de commissie LFW van 14 mei 2012. Arnhem, 24 april 2012 - zaaknr. 2012-006957 Gedeputeerde Staten van Gelderland J. Markink - plv. Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris
+++++
4
Pilot Ambulancezorg Gelderland 7-meting Pilot ‘Prestatieverbetering Ambulancezorg Gelderland’ 2007-2011
Auteur: Onderwerp: Datum:
Repart organisatie advies B.V. Rapportage 7-meting monitoring- en evaluatieonderzoek Provincie Gelderland 4 april 2012
Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................................ 3 Inleiding .................................................................................................................................... 4 1. Ambulancezorg in Gelderland ............................................................................................ 9 1.1 Algemeen ............................................................................................................................. 9 1.2 Kenmerken werkgebied ..................................................................................................... 10 1.3 Standplaatsen ..................................................................................................................... 12 1.4 Inzet en positionering van ambulances .............................................................................. 13 1.5 Regionale streefwaarde ...................................................................................................... 13 2. Beschrijving van de maatregelen ...................................................................................... 15 2.1 Inleidend ............................................................................................................................ 15 2.2 Maatregelen RAV Gelderland-Zuid .................................................................................. 15 2.3 Maatregelen RAV Gelderland-Midden.............................................................................. 18 2.4 Maatregelen RAV Noord- en Oost-Gelderland ................................................................. 21 3. Beschrijving van prestatiecijfers ...................................................................................... 24 3.1 Inleidend ............................................................................................................................ 24 3.2 Samenvattend overzicht van prestaties .............................................................................. 24 3.3 Prestaties RAV Gelderland-Zuid ....................................................................................... 25 3.4 Prestaties RAV Gelderland-Midden .................................................................................. 27 3.5 Prestaties RAV Noord- en Oost-Gelderland ...................................................................... 29 4. Conclusie ............................................................................................................................. 32 Bijlage 1:Prestatiecijfers per gemeente per RAV ............................................................... 33
2
Voorwoord Wachten duurt lang. Wachten op een ambulance duurt altijd te lang wanneer er sprake is van een spoedgeval. Bij een onbeperkt budget voor ambulancezorg hoeft niemand lang te wachten en kan een perfecte spreiding van ambulances worden gerealiseerd. De realiteit is anders. Er is een budget vastgesteld en op basis daarvan worden keuzes gemaakt ten aanzien van de besteding ervan. De discussie over ambulancezorg kan voor een groot deel herleid worden tot een discussie over de hoogte van het budget en de verdeling ervan. De hoogte van het beschikbare budget bepaalt hoeveel ambulances er kunnen worden ingezet. Op basis hiervan wordt besloten hoe de ambulancecapaciteit over een regio wordt verdeeld. Hierbij spelen diverse landelijke, regionale en plaatselijke belangen een rol. Met ingang van 1 januari 2008 is de Provincie Gelderland een pilot gestart met als doel de ambulancezorg in de provincie te verbeteren. Hiervoor heeft zij EUR 3 miljoen beschikbaar gesteld om maatregelen te financieren die (nog) niet vanuit structurele middelen worden betaald. Repart organisatie advies B.V. heeft opdracht gekregen om deze pilot door middel van een monitoring- en evaluatieonderzoek nauwlettend te volgen en vast te stellen in welke mate de investering van de Provincie daadwerkelijk leidt tot verbeterde prestaties. Gedurende de periode van de pilot is ieder half jaar een meting gedaan van de prestatiecijfers van de Gelderse RAV-en. Deze zijn telkens vastgelegd in een rapportage. In het kader van de pilot is in 2010 voor het laatst subsidie verstrekt aan de RAV-en. Omdat de effecten van sommige in 2010 genomen maatregelen pas in 2011 zichtbaar zijn, is besloten ook de prestaties in 2011 te monitoren. De resultaten zijn verwerkt in deze rapportage. Wij zijn onze dank verschuldigd aan de drie RAV-en voor hun medewerking bij het aanleveren van informatie en het deelnemen aan de interviews. Repart organisatie advies B.V. drs. F.J. van Rantwijk A. Mol MMC
3
Inleiding Introductie De ambulancezorg in Gelderland heeft zich de afgelopen jaren fors ontwikkeld. De Provincie Gelderland heeft tezamen met de RAV-en een bijzondere, maar belangrijke rol gespeeld in dit proces, door middel van het opzetten van de pilot ‘prestatieverbetering ambulancezorg Gelderland’. Deze rapportage gaat daar nader op in. Op basis van de huidige Wet Ambulancevervoer was de Provincie tot en met 2011 weliswaar verantwoordelijk voor het vaststellen van spreidingsplannen en het verlenen van vergunningen, zij was echter niet verantwoordelijk voor de financiering van de ambulancezorg. Het Rijk stelt hiertoe immers landelijk een macrobudget beschikbaar en samen met zorgverzekeraars wordt het geld verdeeld over de 25 verschillende RAV-regio’s. Met het ingaan van de Tijdelijke Wet Ambulancezorg (Twaz) zal de Provincie geen wettelijke rol meer hebben. Tot die tijd heeft zij echter nadrukkelijk positie ingenomen als het gaat om de ambulancezorg in Gelderland. Om de achtergrond van de pilot te kunnen begrijpen, wordt teruggekeken naar de jaren 2006 en 2007. Gemiddeld arriveerde in Gelderland in deze jaren zo’n 85% van de spoedritten (A1) binnen 15 minuten bij een patiënt. Dit is laag, een landelijke streefwaarde van 95% op tijd in aanmerking nemend. Een oorzaak van het presteren van de Gelderse RAV-en lag in de ogen van Provincie Gelderland in het beperkte macrobudget dat landelijk voor ambulancezorg beschikbaar was en de verdeling daarvan over de 25 verschillende RAV-regio’s. Daarom konden de Gelderse RAV-en te weinig ambulancecapaciteit inzetten om adequate ambulancezorg te kunnen bieden. Dit moest anders. Om het Rijk ervan te overtuigen dat een verhoging van het budget en een eerlijkere verdeling ervan noodzakelijk is, heeft de Provincie uit eigen middelen bij wijze van pilot EUR 3 miljoen beschikbaar gesteld om een impuls te kunnen geven aan de kwaliteit van ambulancezorg in Gelderland. Alleen dan kan er betere ambulancezorg worden geboden, kunnen meer spoedritten op tijd zijn en daardoor vermoedelijk meer levens worden gered. Hiermee wil de Provincie aantonen dat meer geld voor ambulancezorg leidt tot verbetering van de prestaties. Verloop van de pilot In 2007 zijn de drie Gelderse RAV-en uitgenodigd voorstellen in te dienen hoe het beschikbare geld van de Provincie kan worden besteed aan prestatieverbetering van de A1-ritten. Op basis hiervan is besloten per 2008 het grootste deel van dit geld (EUR 730.000) toe te kennen aan Gelderland-Zuid en de rest te verdelen over Gelderland-Midden (EUR 220.000) en Noord- en Oost-Gelderland (EUR 40.000). De middelen zijn in Gelderland-Zuid gebruikt voor extra inzet van ambulances in Nijmegen en Tiel en de inzet van een extra motorambulance voor de gehele regio. In Gelderland-Midden is de provinciale subsidie gebruikt voor uitbreiding van de motorambulance-inzet en in de regio Noord- en OostGelderland is in 2008 een onderzoek naar verbetermogelijkheden van de ambulancezorg uitgevoerd. Voor Gelderland-Zuid is de ambitie gesteld dat na afloop van de pilot 90% van de A1-ritten op tijd bij een patiënt is. Een van de voorwaarden van Provincie Gelderland bij de pilot is dat de financiering van maatregelen beëindigd wordt, zodra deze met extra middelen vanuit het Rijk kunnen worden gefinancierd. In de loop van 2009 werd duidelijk dat dit met het referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid 2008 (hierna: S&B) per 1 januari 2009 het geval was, in ieder geval voor de regio’s Zuid en Midden. Daarmee is de tijdelijke uitbreiding van ambulancecapaciteit vanuit de extra middelen vanuit de pilot overgegaan in een structurele bekostiging, één van de impliciete doelen van de Provincie.
4
Mede gezien het feit dat de prestaties van A1-ritten substantieel zijn verbeterd ten opzichte van het begin van de pilot (vanaf 2009 meer dan 90% A1-ritten op tijd ten opzichte van 84% bij aanvang pilot in Gelderland-Zuid) is te spreken over een succesvolle uitkomst van de pilot. Het volgende figuur illustreert dit: 96% 94% 92% 90% 88% 86% 84% 82% 80%
Ambitieniveau
Figuur 1: Prestaties van A1-ritten RAV Gelderland-Zuid
Per 2009 is dus een nieuwe situatie ontstaan, waarbij opnieuw de afweging is gemaakt of en hoe het beschikbare budget van EUR 1 miljoen per jaar voor verbetering van ambulancezorg in Gelderland wordt ingezet. Vanwege het feit dat de ambitie van de Provincie nog niet behaald is, heeft zij besloten om financieel bij te blijven dragen aan verbetermaatregelen waarvoor geen Rijksmiddelen beschikbaar zijn. De RAV-en zijn daarom zowel in 2009 als 2010 in de gelegenheid gesteld om met voorstellen te komen, waarna de Provincie Gelderland heeft besloten welke plannen voor financiering in aanmerking komen. Resumerend naar de Verdeelnotitie 20101 is de pilot in 2009 en 2010 ten opzichte van 2008 dus als volgt veranderd: § Het geld is nu meer evenredig verdeeld over alle Gelderse RAV-en. § In tegenstelling tot in 2008 wordt niet zozeer ingezet op vergroting van de ambulancecapaciteit, maar veel meer op eenmalige investeringen die een verdere impuls kunnen geven aan de verbetering van de prestaties. Inmiddels is de pilot, voor wat betreft haar periode, afgerond. Alle middelen zijn toegekend. In de Verdeelnotities 20092 en 2010 is vastgelegd welke van deze voorstellen voor subsidie in aanmerking komen. Opzet van het onderzoek De vraagstelling voor dit onderzoek is: “Wat is de meerwaarde van de investering door de Provincie Gelderland voor de prestaties van de ambulancezorg in Gelderland?”. Deze vraag valt het gemakkelijkst te beantwoorden als er sprake is van een Ceteris Paribus-situatie: een situatie waarin alle overige omstandigheden gelijk zijn. Dit is nadrukkelijk niet het geval. Daarvoor is de complexiteit van de ambulancezorg te groot en zijn er teveel ontwikkelingen die van invloed zijn op de prestaties. In figuur 2 is het onderzoeksmodel uitgewerkt.
1 2
Bron: Provincie Gelderland, juni 2010 Bron: Provincie Gelderland, oktober 2009
5
B ud getbepaling/ financierin g d oo r het R ijk
Am bu lancecap aciteit
Aan tal u it te v oeren ritten/capaciteitsdruk
Doo r Prov in cie gefinancierde maatregelen
Prestaties
Bijzon dere o mstan digheden
B ed rijfspro cessen
Figuur 2: Onderzoeksmodel
Er worden in de rapportage dus drie hoofdfactoren onderscheiden die van invloed zijn op de prestaties: § Uitbreiding van ambulancecapaciteit (zowel gefinancierd vanuit S&B als Provincie). § Door Provincie gefinancierde maatregelen. § Verbetering van bedrijfsprocessen (al dan niet gefinancierd vanuit de Provincie). Het geheel van deze factoren is van invloed op de prestaties, die daarnaast worden beïnvloed door de capaciteitsdruk van het aantal uitgevoerde ritten en eventuele bijzondere omstandigheden. In dit monitoring- en evaluatieonderzoek wordt de ontwikkeling van de prestaties van de Gelderse RAV-en beschreven. Daarbij wordt aangegeven welke factoren van invloed zijn geweest op deze ontwikkeling. Daar waar mogelijk wordt een verband gelegd tussen de extra inzet van provinciale middelen en de verbetering van de prestaties. In ieder geval wordt een verlaging van de responstijd verwacht. Dit effect zal in ieder geval worden gemeten en beschreven. Periodiek is gerapporteerd over de voortgang van de prestatieverbeteringen van de Gelderse RAV-en. Gedurende drie jaar is ieder half jaar (peildata 1 januari en 1 juli) een meting uitgevoerd en beschreven. In deze rapportage wordt nog een extra laatste meting uitgevoerd, om de effecten van de in 2010 genomen maatregelen te onderzoeken. De 7-meting gaat in op de prestaties van heel 2011.
6
Verantwoording van gegevens De in deze rapportage benoemde gegevens zijn aangeleverd door de Gelderse RAV-en. Vooraf wordt opgemerkt dat het kan zijn dat de in deze rapportage gepresenteerde cijfers verschillen ten opzichte van eerdere rapportages. Dit heeft twee oorzaken: 1. De ambulancesector is in ontwikkeling als het gaat om het eenduidig rapporteren van cijfers. Het komt voor dat RAV-en in voorgaande rapportages andere selecties hebben gebruikt wanneer zij gegevens aanleverden. 2. De afgelopen jaren is de druk op de RAV-en om goede prestatiecijfers te laten zien steeds groter geworden. Het vergunningverleningstraject in het kader van de Waz heeft dit nog duidelijker gemaakt. De RAV-en zijn zelf ook bezig met het zorgen voor betrouwbare gegevens. Periodiek schonen zij hun database daarom op om vervuilende gegevens eruit te halen die de prestatiecijfers ten onrechte positief of negatief beïnvloeden. In deze rapportage worden tevens gegevens gepresenteerd op gemeenteniveau. Hierbij wordt opgemerkt dat met name voor de gemeenten aan de rand van een werkgebied de gepresenteerde cijfers kunnen afwijken van de werkelijkheid. Dit komt omdat juiste gegevens betreffende grensoverschrijdend verkeer niet beschikbaar zijn. Deze worden dan ook niet gepresenteerd in deze rapportage. Tevens zijn de prestaties van de gemeente Hattem buiten beschouwing gelaten daar deze gemeente in de praktijk nagenoeg volledig door RAV IJsselland wordt bediend. De eindverantwoordelijkheid voor de gemeente Hattem ligt bij RAV Noord- en Oost-Gelderland. Tabel 1: Toelichting gehanteerde tijdperiodes Gebruikt in 0-meting 1-meting 2-meting 3-meting 4-meting 5-meting 6-meting 7-meting de tabellen 1 jan 1 juli 1 jan 1 juli 1 jan 1 juli 1 jan 1 jan 2008 2008 2009 2009 2010 2010 2011 2012 Definiering jan. juli jan. juli jan. juli jan. jaar 2007 meetmoment juni 2008 dec. 2008 juni 2009 dec. 2009 juni 2010 dec. 2010 dec. 2011
Als tijdseenheid wordt uitgegaan van het aantal minuten. De notatie hiervan is (als voorbeeld) 1,47 minuten. Dit komt overeen met 1 minuut en 28 seconden. Definities en omschrijvingen3 Een A1-rit is een spoedeisende rit in opdracht van de centralist van de meldkamer ambulancezorg (hierna: MKA) in geval van acute bedreiging van de vitale functies van de patiënt of in het geval dat dit gevaar pas na beoordeling door het ambulanceteam ter plaatse kan worden uitgesloten. Een A2-rit is een rit in opdracht van de centralist van de MKA naar aanleiding van een zorgvraag, waaruit blijkt dat er geen sprake is van direct levensgevaar, maar waarbij wel sprake kan zijn van (ernstige) gezondheidsschade en de ambulance zo snel mogelijk ter plaatse dient te zijn. Een B-rit is een rit in opdracht van de centralist van de MKA naar aanleiding van een zorgvraag zonder A1- of A2-urgentie en waarbij een tijdstip is afgesproken voor het halen of brengen. Volledigheidshalve is in deze rapportage uitgegaan van prestaties betreffende het spoedvervoer (A1ritten), waarbij meerinzetten, neonatologieritten, overplaatsingen, interklinisch vervoer, GHOR inzetten, MMT inzetten, stand-by ritten, voorwaardenscheppende ritten, loze ritten, geannuleerde ritten en ritten waarbij de tijdregistratie onjuist is buiten beschouwing zijn gelaten. Tevens wordt er niet ingegaan op A2- en B-ritten. Onder bereik A1-ritten wordt verstaan het aantal c.q. percentage ritten dat binnen 15 minuten na het begin van de melding ter plaatse is. In de context van S&B kan het bereik ook worden gezien als het aantal mensen dat vanuit een spreiding van standplaatsen wordt bereikt, gecombineerd met de capaciteit binnen een bepaalde regio. 3
Bron: Ambulances in-zicht 2008
7
De aanname- en uitgiftetijd is de tijdsduur vanaf het begin van de aanname (= het opnemen van de telefoon) door de centralist van de MKA tot het moment waarop de centralist van de MKA het uitvoerende ambulanceteam heeft gealarmeerd. De uitruktijd is de tijdsduur vanaf het moment waarop de centralist van de MKA het uitvoerende ambulanceteam heeft gealarmeerd tot het moment waarop de ambulance na de alarmering vertrekt (= wielen in beweging) met het complete ambulanceteam (ambulancechauffeur + ambulanceverpleegkundige) naar de door de centralist van de MKA aangegeven plaats. De aanrijtijd is de tijdsduur vanaf het moment waarop de ambulance na de alarmering vertrekt met het complete ambulanceteam naar de door de centralist van de MKA aangegeven plaats tot het moment waarop de ambulance arriveert op de door de centralist van de MKA aangegeven plaats zo dicht mogelijk bij de patiënt en waar de ambulance nog kan komen. De responstijd is de tijdsduur vanaf het begin van de aanname door de centralist van de MKA tot het moment waarop de ambulance arriveert op de door de centralist van de MKA aangegeven plaats zo dicht mogelijk bij de patiënt en waar de ambulance nog kan komen (dus: responstijd = tijdsduur aanname- en uitgiftetijd + uitruktijd + aanrijtijd). Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt beschreven hoe de ambulancezorg in Gelderland is georganiseerd. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de maatregelen van de RAV-en die van invloed zijn op de prestaties. Hierin worden zowel de maatregelen uitgewerkt die met behulp van het geld van Provincie Gelderland zijn gefinancierd als overige maatregelen die van invloed zijn op de prestaties. Hoofdstuk 3 is de kern van deze rapportage, in dit hoofdstuk worden de prestaties van de Gelderse RAV-en beschreven. Tot slot worden in hoofdstuk 4 een aantal conclusies getrokken. In de bijlage zijn de prestatiecijfers van de Gelderse gemeenten weergeven.
8
1. Ambulancezorg in Gelderland 1.1 Algemeen De provincie Gelderland is de grootste provincie van Nederland. De provincie telt in totaal 56 gemeenten, waarin in totaal bijna 2 miljoen mensen wonen. In de provincie zijn 14 ziekenhuislocaties gevestigd: in Apeldoorn, Arnhem, Doetinchem, Ede, Harderwijk, Nijmegen (drie ziekenhuizen), Tiel, Velp, Winterswijk, Zaltbommel, Zevenaar en Zutphen. In tabel 2 is het aantal inwoners per gemeente vermeld alsmede de uitvoerende RAV. Tabel 2:Aantal inwoners en uitvoerende RAV per gemeente4 Gemeente Aalten Apeldoorn Arnhem Barneveld Berkelland Beuningen Bronckhorst Brummen Buren Culemborg Doesburg Doetinchem Druten Duiven Ede Elburg Epe Ermelo Geldermalsen Groesbeek Harderwijk Hattem Heerde Heumen Lingewaal Lingewaard Lochem Maasdriel
4
Uitvoerende RAV
Aantal inwoners per 1 jan 2011
NOG NOG Midden Midden NOG Zuid NOG NOG Zuid Zuid Midden NOG Zuid Midden Midden NOG NOG NOG Zuid Zuid NOG NOG NOG Zuid Zuid Midden NOG Zuid
27.439 156.199 148.070 53.026 44.863 25.507 37.677 21.219 26.013 27.584 11.636 56.037 18.097 25.550 108.285 22.310 32.875 26.133 26.224 18.870 44.932 11.762 18.300 16.494 10.878 45.589 33.278 23.970
Gemeente Millingen aan de Rijn Montferland Neder-Betuwe Neerijnen Nijkerk Nijmegen Nunspeet Oldebroek Oost Gelre Oude IJsselstreek Overbetuwe Putten Renkum Rheden Rijnwaarden Rozendaal Scherpenzeel Tiel Ubbergen Voorst Wageningen West Maas en Waal Westervoort Wijchen Winterswijk Zaltbommel Zevenaar Zutphen
Uitvoerende RAV
Aantal inwoners per 1 jan 2011
Zuid NOG Zuid Zuid Midden Zuid NOG NOG NOG NOG Midden NOG Midden Midden Midden Midden Midden Zuid Zuid NOG Midden Zuid Midden Zuid NOG Zuid Midden NOG
5.921 34.976 22.620 11.843 39.788 164.223 26.685 22.659 30.113 39.922 45.953 23.746 31.559 43.982 11.010 1.512 9.327 41.181 9.358 23.703 36.642 18.301 15.336 40.507 29.026 26.643 32.234 47.084
Bron: CBS Statline
9
De ambulancezorg in de provincie Gelderland is geografisch onderverdeeld in drie regio’s; RAV Noord- en Oost-Gelderland, RAV Gelderland-Midden en RAV Gelderland-Zuid. Deze indeling ziet er als volgt uit:
Figuur 3: Overzicht regio-indeling ambulancevoorzieningen
1.2 Kenmerken werkgebied De provincie Gelderland is een relatief lastig gebied om ambulancezorg te verlenen. Dit heeft met name te maken met de geografische kenmerken. Er zijn een beperkt aantal grote, stedelijke gebieden, met daaromheen veel plattelandsgebieden. Daarnaast geldt dat het een langgerekt gebied is en een deel van het grondgebied wordt doorsneden door rivieren. Deze factoren maken dat ambulances vaak grote afstanden moeten overbruggen en dat sommige plaatsen moeilijk te bereiken zijn. Het effect daarvan is lange aanrijtijden voor deze gebieden.
10
De volgende kaarten5 geven meer inzicht in het werkgebied van de RAV-en.
Figuur 4: Werkgebied RAV Gelderland-Zuid
Figuur 5: Werkgebied RAV Noord- en Oost-Gelderland
5
Bron: Jan-Willem van Aalst, samengesteld uit publiek beschikbare geo-data, gepresenteerd op Wikipedia
11
Figuur 6: Werkgebied RAV Gelderland-Midden
1.3 Standplaatsen De beschikbare ambulances van de RAV-en worden zo strategisch mogelijk in het gebied gepositioneerd. Iedere RAV-regio beschikt daarom over een aantal standplaatsen. De ambulances van de RAV-regio’s zijn verspreid over verschillende standplaatsen om op deze manier een optimale spreiding van de beschikbare capaciteit (ambulances) over de regio te realiseren. Deze standplaatsen worden niet statisch gebruikt. Met behulp van Dynamisch Ambulancemanagement probeert de RAV de ambulances ieder moment van de dag zo goed mogelijk te positioneren, waarbij de uitruk van een ambulance direct aanleiding is om de positionering van de andere ambulances te herbepalen.
12
Tabel 3: Overzicht standplaatsen 2011 Standplaatsen Standplaatsen Gelderland- Zuid Gelderland-Midden Culemborg Arnhem
Standplaatsen NO Gelderland Apeldoorn
Druten
Barneveld
Borculo
Geldermalsen
Dieren
Doetinchem
Kesteren
Ede
Elburg
Nijmegen
Elst
Ermelo
Tiel
Renkum
Heerde
Wijchen
Zevenaar
Varsseveld
Zaltbommel
Winterswijk Zutphen
In Beneden-Leeuwen, Waardenburg, Ewijk, Beuningen en Nijmegen-West voorwaardenscheppende locatie.
In IJsseloord en Terschuur permanente uitrukplaatsen.
In Etten, Groenlo, ’t Harde en Vorden permanente uitrukplaatsen. Tijdelijke uitrukplaats in Nunspeet.
1.4 Inzet en positionering van ambulances Het is hierbij belangrijk onderscheid te maken tussen gebiedsdekking en risicodekking. Oftewel, kiezen voor optimale geografische dekking of nadrukkelijker rekening houden met de waarschijnlijkheid van de volgende oproep. Om zoveel mogelijk mensen zorg te kunnen bieden, kiezen de RAV-en voor het laatste. Zo kan het dus voorkomen dat een kleine plaats in een uithoek van een bepaald gebied een slechtere dekking heeft dan een grotere plaats verderop. De RAV-en maken met name in de grensgebieden van het gebied gebruik van elkaars ambulancecapaciteit. Dit wordt grensoverschrijdend verkeer genoemd: § De MKA-centralist heeft inzicht in de ambulancecapaciteit van de andere RAV-en en doet in voorkomende gevallen een beroep op die capaciteit. Hierdoor kan de dichtstbijzijnde ambulance altijd worden ingezet. § Indien een MKA op enig moment de paraatheid in het gebied onvoldoende kan dekken, kan een andere MKA om assistentie worden verzocht. § Een ambulance van een andere RAV-regio, die zich tijdelijk in het werkgebied van de MKA bevindt, kan worden ingezet voor spoedritten die zich op dat moment in het gebied voordoen. 1.5 Regionale streefwaarde In de vorige rapportages werd de term regionale streefwaarde genoemd. Dit is de streefwaarde die per regio kan worden gehaald op basis van de verdeling van het macrobudget voor de ambulancezorg over de 25 verschillende RAV-en. De basis van deze verdeling is het Referentiekader S&B. S&B ging tot 1 januari 2009 uit van een landelijk gemiddeld bereik van 95%. Vanaf 1 januari 2009 geldt voor iedere regio een bereik van 95% (uitgaande van 100% financiering, hetgeen niet het geval is). Daarvoor is aanvullend budget beschikbaar gesteld, dat in de loop van 2009 in overleg met zorgverzekeraars is besteed. Tabel 4 laat de regionale streefwaarden van de Gelderse RAV-en zien6, zoals deze er uitzagen bij aanvang van de pilot en vanaf 2009.
6
Bron: website Provincie Gelderland, cijfers 2007
13
Tabel 4: Regionale streefwaarden Provincie Gelderland bij aanvang pilot en vanaf 2009 RAV-regio Regionale streefwaarde Regionale streefwaarde tot 2009 vanaf 2009 RAV Gelderland-Zuid 90% 95% RAV Gelderland-Midden 94% 95% RAV Noord- en Oost-Gelderland 92% 95% Landelijk gemiddelde 95% 95%
Concreet betekent dit dat bijvoorbeeld Gelderland-Zuid bij aanvang van de pilot een dusdanig budget kreeg toegewezen om ambulances in te zetten, zodat gemiddeld 90% van alle inwoners binnen 15 minuten na melding door een ambulance kon worden bereikt. Op basis hiervan wordt duidelijk dat van tevoren reeds was ingecalculeerd dat RAV Gelderland-Zuid de landelijke streefwaarde van 95% A1-ritten op tijd niet zou gaan halen. Zoals hiervoor omschreven is deze situatie met ingang van 1 januari 2009 veranderd.
14
2. Beschrijving van de maatregelen 2.1 Inleidend In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de maatregelen die de RAV-en hebben uitgevoerd om de prestaties te verbeteren. De besteding van het budget vanuit Provincie Gelderland is beschreven, maar ook andere maatregelen. Overigens zonder hierbij de pretentie te hebben volledig te zijn in de beschrijvingen. Vanwege de wijzigingen in het referentiekader S&B, zoals in de inleiding besproken, is het beschikbare budget in 2009 en 2010 verdeeld over de drie RAV-en en zijn er meer incidentele maatregelen gefinancierd. In 2011 heeft Provincie Gelderland geen budget verstrekt in het kader van de pilot ‘Prestatieverbetering Ambulancezorg Gelderland’. Tabel 5 laat de financiële verdeling van de afgelopen jaren zien. Tabel 5: Verdeling budget pilot van de Provincie Gelderland over de RAV-en 2008 2009 2010 Gelderland-Zuid
EUR 730.000
EUR 272.704
Gelderland-Midden
EUR 220.000
EUR 230.000
Noord- en Oost-Gelderland
EUR 40.000
EUR 451.755
EUR 472.400 EUR 432.889
In dit hoofdstuk is de beschrijving van de maatregelen per RAV uitgewerkt. 2.2 Maatregelen RAV Gelderland-Zuid 2.2.1 Maatregelen in 2008 RAV Gelderland-Zuid kon in 2008 van het voordeel gebruikmaken dat zij het grootste deel van het beschikbare budget (EUR 730.000) van de pilot van de Provincie kreeg toegewezen, waarmee zij alle ingediende plannen kon realiseren. Vanuit de analyse dat een capaciteitstekort de belangrijkste oorzaak is van het aantal overschrijdingen, heeft RAV Gelderland-Zuid besloten om het geld maximaal in te zetten voor capaciteitsuitbreiding door middel van extra ambulancediensten en wel op die plekken waar in aantal de meeste overschrijdingen zijn. Deze keuze impliceert een verbetering van de dekkingsgraad voor het grootste aantal inwoners in de regio, zodat zoveel mogelijk huidige overschrijdingen worden gereduceerd. De volgende uitbreiding van ambulancecapaciteit is met behulp van de Provincie mogelijk gemaakt: §
§
§ §
Een extra parate ambulancedienst voor het gebied Nijmegen. Dit is een sterk verstedelijkt gebied met een groot aantal inwoners. Tegelijk is dit het gebied waar veel B-vervoer is. Hierdoor wordt er een groot beroep gedaan op de beschikbaarheid van ambulances. Door aan deze omgeving een extra ambulancedienst toe te voegen, kan beter worden geborgd dat er een ambulance beschikbaar is bij een spoedrit. Een extra parate ambulancedienst voor het gebied West-Betuwe met standplaats Tiel. In dit gebied zijn veel 1-wagenstandplaatsen. Wanneer deze ambulance bezet is, is de regio direct niet meer gedekt. Daarnaast heeft deze regio ook relatief veel B-vervoer. Door aan deze omgeving een extra ambulancedienst toe te voegen, kan beter worden geborgd dat er een ambulance beschikbaar is bij een spoedrit. Een extra parate motorambulancedienst. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de bezettingsgraad van de auto’s hoger te houden. Door een extra motorambulancedienst toe te voegen, kan de gehele regio beter worden bereikt. Het plaatsen van een voorwaardenscheppende locatie in Beneden-Leeuwen. Dit is een plek waar een ambulance kan wachten tot deze weer moet uitrukken voor een melding. Er zijn een aantal facilitaire zaken voor de ambulancebemanning aanwezig en er kunnen voorraden worden aangevuld. Dynamisch Ambulancemanagement is hierdoor beter mogelijk. Met deze maatregel kunnen een aantal bovenliggende gemeenten beter worden bereikt. Er kan budgetneutraal gebruik worden gemaakt van de brandweerkazerne in Beneden-Leeuwen. 15
Per 1 april 2008 zijn de extra ambulancediensten (inclusief de motor) operationeel. De voorwaardenscheppende locatie in Beneden-Leeuwen is per september 2008 in gebruik genomen. Al met al heeft RAV Gelderland-Zuid in 2008 grote stappen kunnen zetten als het gaat om het verbeteren van ambulancezorg in de regio. 2.2.2 Maatregelen in 2009 Als gevolg van het nieuwe referentiekader S&B heeft RAV Gelderland-Zuid met de zorgverzekeraars afgesproken dat de extra ambulancediensten, zoals deze met behulp van de Provincie tijdelijk zijn gefinancierd, per 2009 structureel worden gefinancierd. Naast het voordeel van uitbreiding van de capaciteit in 2008 heeft dit als voordeel dat de extra structurele capaciteit vanuit S&B direct in gebruik kan worden genomen, als het ware een vliegende start. Voor verdere verbetering van de prestaties en van daaruit het aanwenden van het voor 2009 beschikbare budget vanuit de Provincie is niet zozeer gekeken naar verdere uitbreiding van de paraatheid, maar naar een aantal eenmalige investeringen die een verdere impuls aan de prestaties kunnen geven. In 2010 zijn met behulp van de subsidie van de Provincie een tweetal trajecten in gang gezet: § Ontwikkeling van risicokaarten. Om Dynamisch Ambulancemanagement nog beter toe te kunnen passen, is opdracht gegeven risicokaarten te ontwikkelen, waarin op basis van de ritgegevens over de laatste jaren wordt aangegeven in welk deel van de regio de kans op een spoedmelding het grootst is. Hiermee worden ambulances in een gebied gepositioneerd op basis van de meest waarschijnlijke, eerstvolgende melding. Op basis hiervan geeft het meldkamersysteem een inzetvoorstel dat niet zozeer is gebaseerd op geografische dekking, maar op risicoanalyse. Dit project voert RAV Gelderland- Zuid samen uit met RAV Gelderland-Midden. De ontwikkeling van de risicokaarten is voor RAV Gelderland-Zuid eind 2011 afgerond. De ingebruikname en daarmee een positief effect op de resultaten wordt in de loop van 2012 verwacht. §
Alle ambulances zijn voorzien van City navigator. De navigatiesystemen die werden gebruikt, zijn niet specifiek bedoeld en ontwikkeld voor hulpverleningsdiensten. Inmiddels zijn dergelijke systemen wel op de markt. Het aangeschafte systeem maakt het mogelijk een melding met alle bijbehorende informatie vanuit de meldkamer digitaal door te zenden naar een ambulance. Hiermee daalt de kans op fouten en ontstaat er tijdwinst. Ook wordt de locatie digitaal naar de ambulance doorgestuurd, waarna de computer zelf de route naar de locatie plant. Tevens kan de apparatuur worden voorzien van software die het mogelijk maakt om via het touchscreen verkeersremmende en blokkerende maatregelen te beïnvloeden. In de loop van 2010 zijn de ambulances uitgerust met een werkende CityNav-installatie. Door wat aanloopproblemen zijn de resultaten hiervan in de prestaties niet eerder dan in 2011 zichtbaar.
2.2.3 Maatregelen in 2010 RAV Gelderland-Zuid heeft voor 2010 een gezamenlijk subsidieverzoek ingediend met RAV Gelderland-Midden. Dit sluit aan bij de nauwe samenwerking tussen beide RAV-en op het gebied van paraatheid, patiëntenzorg en bedrijfsvoering. Een deel van de projecten wordt in beide regio’s uitgevoerd, andere voornemens betreffen uitsluitend één van beide regio’s. Het beschikbare budget vanuit de Provincie voor 2010 heeft het mogelijk gemaakt een aantal initiatieven in gang te zetten die anders niet mogelijk waren. Deze zijn voor RAV Gelderland-Zuid: § Planmodule B-vervoer. Door het inzetten van aparte ambulances voor het gepland vervoer zijn er meer ambulances beschikbaar voor aanvragen met een spoedeisend karakter. Beide regio’s hebben besloten om voor het planbare vervoer elk twee specifieke ambulances in te zetten die op basis van te voren vastgestelde protocollen rond indicatiestelling en competentieniveau van de medewerkers worden ingezet. Door toepassing van een ‘online’ planmodule kunnen ziekenhuizen en andere instellingen zelf op een door hen gewenst tijdstip een ambulance reserveren, binnen de grenzen van de beschikbaarheid van ambulances voor besteld vervoer.
16
Door op deze wijze te sturen ‘aan de voorkant’ worden pieken, die ontstaan door gelijktijdige aanvragen voor besteld vervoer en voor spoedeisend vervoer, tot een minimum beperkt. Voor verdere verbetering van het planbaar vervoer wordt een planmodule aangeschaft, worden afspraken gemaakt met ketenpartners en vindt implementatie van het systeem plaats. Begin 2011 is een start gemaakt met dit project. §
Herallocatie standplaats Elst naar Oosterhout. De samenwerking tussen Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden moet vooral gestalte krijgen in het gebied van de Nijmeegse Waalsprong (Lent en Oosterhout) en in de gemeenten Lingewaard, Overbetuwe en Neder-Betuwe. De RAV-en hebben zich voorgenomen in dit gebied de samenwerking te optimaliseren door een gezamenlijke exploitatie van een ambulancepost. Er is gekozen voor een standplaats aan de A15 ter hoogte van de afslag Oosterhout/Elst. Voor Gelderland-Midden betekent dit verplaatsing van de standplaats De Aam te Elst (waarvan het huurcontract afloopt) en voor Gelderland-Zuid kan de nieuwe post worden aangemerkt als een nieuwe uitruklocatie. De verplaatsing vindt in april 2012 plaats. De Provincie heeft bijgedragen aan een aantal eenmalige opstartkosten.
§
VDC-systeem: Bediening van roadbarriers, slagbomen en garagedeuren. RAV Gelderland-Midden beschikt in haar ambulances over een systeem waarmee roadbarriers, slagbomen en de eigen garagedeuren op afstand kunnen worden geopend. In een aantal gemeenten zijn obstakels voorzien van een ontvanger, zodat zij vanuit de ambulance kunnen worden geopend. Ook RAV Gelderland-Zuid wil tot dit systeem overgaan. Dit betekent dat bij 22 ambulances de voertuigcomputers moeten worden voorzien van software en dat er een zender/ontvanger in de voertuigen moet worden ingebouwd. Daarnaast moeten er zenders en/of ontvangers worden geplaatst op 30 deuren van standplaatsen.
2.2.4 Maatregelen in 2011 In 2011 is geen subsidie vanuit Provincie Gelderland verstrekt in het kader van de pilot ‘Prestatieverbetering Ambulancezorg Gelderland’. Wel heeft RAV Gelderland-Zuid diverse maatregelen genomen om de prestaties in 2011 verder te verbeteren. § §
§
VDC-systeem. In 2011 is de implementatie voltooid van het VDC-systeem, waarmee roadbarriers, slagbomen en de eigen garagedeuren op afstand kunnen worden geopend. Schuifregelmodule meldkamer. In 2011 is voor het eerst gewerkt met een nieuwe schuifregelmodule die de centralist attendeert en adviseert met betrekking tot het verplaatsen van ambulances om de dekkingsgraad op peil te houden. De criteria waarop de schuifregels zijn gebaseerd, zijn nu ingegeven door de centralisten. In de toekomst worden historische data aan de module toegevoegd. Naar verwachting levert dat een nog groter positief effect op. De schuifregelmodule wordt in samenwerking met RAV Gelderland-Midden gerealiseerd. Inzet extra motor. In 2011 heeft RAV Gelderland-Zuid een tweede motor aangeschaft om nog meer snelheidswinst te kunnen boeken in het landelijke gebied.
Los van de hierboven benoemde maatregelen is RAV Gelderland-Zuid constant bezig met de verbetering van de bedrijfsprocessen. Voorbeelden van thema’s waarmee de RAV de afgelopen jaren bezig is geweest, zijn: §
§ § §
Het moment van uitgeven van een A1-rit is vervroegd. Zodra duidelijk is dat een patiënt een A1rit nodig heeft, wordt de ambulancebemanning opgeroepen, terwijl de centralist nog bezig is met uitvragen. Hierdoor wordt een aanzienlijke tijdswinst behaald (zoals in hoofdstuk 3 staat beschreven). Er is een nieuwe, meer geavanceerde versie van GMS, het computersysteem van de meldkamer. Dit zorgt er onder andere voor dat de snelst beschikbare ambulance wordt ingezet. Dynamisch Ambulancemanagement wordt steeds beter en meer gedetailleerd toegepast. Toenemende ervaring en het bijbehorende leereffect van de organisatie om met de extra capaciteit en de verandering van werkprocessen om te gaan. 17
§
§
Sinds 2010 heeft RAV Gelderland-Zuid een medewerker vrijgemaakt om zich volledig te richten op de prestatiecijfers en prestatieverbetering. Deze medewerker koppelt resultaten direct terug en confronteert betrokkenen met aandachtspunten. Centralisten krijgen elke maand hun eigen prestaties te zien en beelden op de meldkamer kunnen worden teruggespoeld om te kijken wat er is gebeurd. Veelal worden probleemsituaties gezamenlijk teruggekeken en geëvalueerd. Teamleiders ontvangen elke dag een lijst met overschrijdingen. Mogelijkheden om de uitruktijd te verbeteren, worden onderling besproken. Mede dankzij de genoemde maatregelen heeft een cultuurverandering plaatsgevonden. Medewerkers zijn zich bewuster van de gevolgen van hun eigen handelen, men vindt het normaal om elkaar aan te spreken en de beroepstrots en -normen zijn verder ontwikkeld. RAV Gelderland-Zuid heeft diverse maatregelen genomen om de zorg ter plaatse in ‘probleemgebieden’ (regio’s met relatief veel overschrijdingen) te verbeteren. Hierdoor zijn deze gebieden minder afhankelijk van mobiele zorg. De samenwerking met huisartsen is nadrukkelijk gezocht en zij zijn uitgerust met meer apparatuur dan de gemiddelde huisarts, waardoor zij beter in staat zijn spoedeisende hulp te verlenen. Daarnaast zijn er AED-netwerken opgericht.
2.3 Maatregelen RAV Gelderland-Midden 2.3.1 Maatregelen in 2008 RAV Gelderland-Midden heeft in 2008 met behulp van de subsidie van de Provincie een extra motorambulance ingezet. Ook zorgverzekeraars hebben hier voor een deel aan bijgedragen. Deze motorambulance is per september 2008 operationeel geworden. Daarnaast is er eind 2008 een extra ambulance bijgekomen die specifiek wordt ingezet voor B-vervoer. 2.3.2 Maatregelen in 2009 In 2009 is binnen RAV Gelderland-Midden veel gebeurd als het gaat om verbetering van de prestaties. De ambulancecapaciteit is uitgebreid, de Provincie heeft een financiële impuls gegeven en voor wat betreft de interne bedrijfsprocessen is een uitgebreid werkplan opgesteld en gerealiseerd om de prestaties verder te verbeteren. De motorambulance, zoals deze in 2008 door de Provincie is gefinancierd, is per 2009 structureel gefinancierd door de zorgverzekeraars. De ambulancecapaciteit is in 2009 als volgt uitgebreid: § Per 1 juni 2009 is er een extra ambulance bijgekomen die specifiek wordt ingezet voor B-vervoer. Omdat besteld ambulancevervoer voor bepaalde categorieën kan worden volstaan met minder hoog opgeleide medewerkers en ambulances die zijn uitgerust met minder apparatuur kunnen meer ambulances beschikbaar blijven voor spoedvervoer. Hiermee zijn er in de regio nu twee auto’s voor besteld vervoer beschikbaar. § Met ingang van 28 september 2009 (ingang nieuw werkrooster) is de paraatheid in de nachtdiensten met twee ambulances uitgebreid naar in totaal zeven ambulances. Hierdoor is onder andere het gebied rondom Dieren beter gedekt. Het beschikbare budget vanuit de Provincie Gelderland is in 2009 uitgebreid ten opzichte van 2008. De volgende maatregelen zijn genomen: § Inzet van een Rapid Responder (8 uur per dag en 7 dagen per week) om te worden ingezet in de twee gebieden met de grootste knelpunten. Dit zijn Dieren-Noord (waarmee tevens een knelpunt in het gebied van RAV Noord- en Oost-Gelderland wordt opgelost) en in voorkomende gevallen van capaciteitsproblematiek in Loenen. Met deze subsidieverlening is bijgedragen aan een verdere prestatieverbetering van de ambulancezorg in de genoemde regio’s, hetgeen een extra inzet is bovenop de paraatheid op basis van de productieafspraken met de zorgverzekeraars.
18
§
Om Dynamisch Ambulancemanagement nog beter te kunnen toepassen, is opdracht gegeven om risicokaarten te ontwikkelen waarin op basis van de ritgegevens over de laatste jaren wordt aangegeven in welk deel van de regio de kans op een spoedmelding het grootst is. Hiermee worden ambulances in een gebied gepositioneerd op basis van de meest waarschijnlijke, eerstvolgende melding. Op basis hiervan geeft het meldkamersysteem een inzetvoorstel dat niet zozeer is gebaseerd op geografische dekking, maar op risicoanalyse. Dit project voert RAV Gelderland-Midden tezamen uit met RAV Gelderland-Zuid. De risicokaarten voor RAV Gelderland-Midden waren eind 2011 nog niet volledig ontwikkeld en hebben derhalve nog geen bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de prestaties.
Als het gaat om de verbetering van de bedrijfsprocessen was 2009 voor RAV Gelderland-Midden een intensief jaar. In het werkplan van begin 2009 is beschreven welke projecten uitgevoerd gaan worden om de prestaties te verbeteren, met als uiteindelijke doelstelling een bereik van 97% van de A1-ritten op tijd. Vervolgens is van ieder kwartaal door middel van een rapportage beschreven welke voortgang is geboekt. Onder andere de volgende maatregelen zijn uitgewerkt: § Werken aan bewustwording. Door continu inzichtelijk en bespreekbaar te maken hoe de performance zich ontwikkelt, zowel op RAV-niveau, als op team- en individueel niveau, wordt er een gezamenlijke focus gelegd op het verbeteren van prestaties. Hiertoe zijn Ambuweb in combinatie met een rittendata-module (Dundas) aangeschaft, waardoor het mogelijk is individuele prestaties inzichtelijk te maken en hierop beter te sturen. Onder andere de verbetering van de uitruktijden is onderwerp in het bewustwordingsproces. § Faciliteren en betrekken van de medewerkers. Door de medewerkers te betrekken bij het verder vormgeven van de organisatie en het creëren van de noodzakelijke randvoorwaarden hebben zij invloed op “het gereedschap” waarmee zij werken. Om medewerkers meer bij zaken te kunnen betrekken, is de communicatiestructuur aangepast. § Manier van aansturing. De veranderingen binnen RAV Gelderland-Midden vroegen om een andere leiderschapsstijl. Hier is nadrukkelijk aan gewerkt, zowel als het gaat om het aanspreken als om het stimuleren en betrekken van medewerkers op gedrag en functioneren. § Roosterplanning. Om een goede continuïteit van de paraatheid te kunnen garanderen, is na een langdurig proces in overleg met medewerkers een geheel nieuw basisrooster opgesteld. Deze is zodanig ingericht, dat maximale effectiviteit wordt bereikt en voldoende flexibiliteit is ingebouwd om afwezigheid als gevolg van bijvoorbeeld ziekteverzuim en scholing op te kunnen vangen. Dit rooster is per 28 september 2009 in werking getreden en heeft het onder andere mogelijk gemaakt dat er twee extra nachtdiensten bij zijn gekomen, zoals hiervoor beschreven. § Stringenter toepassen van Dynamisch Ambulancemanagement. Dit vraagt om een cultuuromslag, zowel bij de meldkamer als de operationele dienst. Door Dynamisch Ambulancemanagement nadrukkelijker toe te passen en ambulances strategischer in de regio te positioneren, ontstaat zowel een reductie van de uitruktijd als van de aanrijtijd. Per 28 september 2009 zijn hiertoe nieuwe werkafspraken gemaakt. 2.3.3 Maatregelen in 2010 Hiervoor is aangegeven dat RAV Gelderland-Midden voor 2010 een gezamenlijk subsidieverzoek heeft ingediend met RAV Gelderland-Zuid. Het beschikbare budget vanuit de Provincie voor 2010 heeft het mogelijk gemaakt een aantal initiatieven in gang te zetten die anders niet mogelijk waren. Deze zijn voor RAV Gelderland-Midden: § Planmodule B-vervoer. Door het inzetten van aparte ambulances voor het gepland vervoer zijn er meer ambulances beschikbaar voor aanvragen met een spoedeisend karakter. Beide regio’s hebben besloten om voor het planbare vervoer elk twee specifieke ambulances in te zetten die op basis van te voren vastgestelde protocollen rond indicatiestelling en competentieniveau van de medewerkers worden ingezet. Door toepassing van een ‘online’ planmodule kunnen ziekenhuizen en andere instellingen zelf op een door hen gewenst tijdstip een ambulance reserveren, binnen de grenzen van de beschikbaarheid van ambulances voor besteld vervoer. Door op deze wijze te sturen ‘aan de voorkant’ worden pieken, die ontstaan door gelijktijdige aanvragen voor besteld vervoer en voor spoedeisend vervoer, tot een minimum beperkt.
19
§
§
§
Voor verdere verbetering van het planbaar vervoer wordt een planmodule aangeschaft, worden afspraken gemaakt met ketenpartners en vindt implementatie van het systeem plaats. Begin 2011 is een start gemaakt met dit project. Herallocatie standplaats Elst naar Oosterhout. De samenwerking tussen Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden moet vooral gestalte krijgen in het gebied van de Nijmeegse Waalsprong (Lent en Oosterhout) en in de gemeenten Lingewaard, Overbetuwe en Neder-Betuwe. De RAV-en hebben zich voorgenomen in dit gebied de samenwerking te optimaliseren door een gezamenlijke exploitatie van een ambulancepost. Er is gekozen voor een standplaats aan de A15 ter hoogte van de afslag Oosterhout/Elst. Voor Gelderland-Midden betekent dit verplaatsing van de standplaats De Aam te Elst (waarvan het huurcontract afloopt) en voor Gelderland-Zuid kan de nieuwe post aangemerkt worden als een nieuwe uitruklocatie. De verplaatsing vindt april 2012 plaats. De Provincie heeft bijgedragen aan een aantal eenmalige opstartkosten. Uitruklocatie Barneveld. In Barneveld heeft Gelderland-Midden een standplaats gevestigd. De situering hiervan ten opzichte van de gemeente Nijkerk, die later aan het verzorgingsgebied van Gelderland-Midden is toegevoegd, is echter niet optimaal. In overleg met de gemeente Barneveld is nu besloten, naast continuering van de standplaats, een extra uitrukpost te situeren aan de A1. Hiermee kunnen zowel verbeteringen worden gerealiseerd in de aanrijtijden in de gemeente Nijkerk, als in een aantal kernen van de gemeente Barneveld. De uitruklocatie Barneveld is in 2011 gerealiseerd. De Provincie heeft bijgedragen aan een aantal eenmalige opstartkosten. Uitruklocatie Velperbroekcircuit. Een verdere verbetering van de prestaties in Gelderland-Midden is te bereiken met de positionering van een ambulance nabij het Velperbroekcircuit. De RAV heeft in 2011 de uitruklocatie IJsseloord gerealiseerd. De Provincie heeft bijgedragen aan een aantal eenmalige opstartkosten.
2.3.4. Maatregelen in 2011 Een aantal voornemens en besluiten uit 2010 zijn uitgevoerd in 2011. Daarnaast zijn een aantal aanvullende maatregelen genomen door RAV Gelderland-Midden. § §
§ §
Beïnvloedingssysteem verkeerslichten. Sinds 2011 heeft RAV Gelderland-Midden de beschikking over een systeem waarmee verkeerslichten vanuit de ambulance op groen kunnen worden gezet. Schuifregelmodule meldkamer. In 2011 is voor het eerst gewerkt met een nieuwe schuifregelmodule die de centralist attendeert en adviseert met betrekking tot het verplaatsen van ambulances om de dekkingsgraad op peil te houden. De criteria waarop de schuifregels zijn gebaseerd, zijn nu ingegeven door de centralisten. In de toekomst worden historische data aan de module toegevoegd. Naar verwachting levert dat een nog groter positief effect op. De schuifregelmodule wordt in samenwerking met RAV Gelderland-Zuid gerealiseerd. Interne klankbordgroep. RAV Gelderland-Midden heeft een interne klankbordgroep samengesteld die de prestaties analyseert en aan de hand daarvan adviezen geeft. Wijzigingen in soorten en aantallen capaciteit. In 2011 is besloten één van de twee solodiensten overdag op te heffen, omdat hier nauwelijks ritten voor waren. De solodienst wordt nu ’s avonds en in het weekend ingezet. Momenteel wordt nagedacht over de standplaats Zevenaar. RAV Gelderland-Midden zou hier graag continu willen beschikken over een ambulance om de prestaties te verbeteren. Er is echter tot nu toe geen geld beschikbaar voor een extra voertuig.
20
2.4 Maatregelen RAV Noord- en Oost-Gelderland 2.4.1 Maatregelen in 2008 Het jaar 2008 stond voor de RAV-regio Noord- en Oost-Gelderland voor een belangrijk deel in het teken van de integratie van de twee ambulancediensten die voorheen in het gebied actief waren van Connexxion Ambulancezorg. Dit waren ambulance- en taxibedrijf Zoet en AmbulanceZorg Noord- en Oost-Gelderland (AzNOG), diensten die voorheen separaat in de regio actief waren. Per 1 oktober 2008 is Connexxion Ambulancezorg dus de enige aanbieder van ambulancezorg in de RAV-regio Noord- en Oost-Gelderland. Toen de Provincie Gelderland in 2007 de plannen bekend maakte voor deze pilot en de RAV-en uitnodigde hiertoe voorstellen in te dienen, werd er uiteindelijk een gezamenlijk voorstel ingediend door de ambulancediensten samen met de GHOR. Onder andere vanwege de organisatorische ontwikkelingen in het gebied en het feit dat het voorstel op tal van punten nog nader onderzocht en uitgewerkt moest worden, is de RAV-regio Noord- en Oost-Gelderland in 2008 vrijwel niet in aanmerking gekomen voor de provinciale subsidie. Wel heeft de Provincie geld beschikbaar gesteld voor een onderzoek naar verbetermogelijkheden van ambulancezorg. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vastgelegd in het rapport ‘Blijf Ademen’. 2.4.2 Maatregelen in 2009 Als vervolg op het rapport ‘Blijf Ademen’ is eind 2008 nader onderzoek verricht naar de overschrijdingen van de aanrijtijd in de regio Noord- en Oost-Gelderland. Op basis van de uitkomsten van beide onderzoeken, is een plan van aanpak opgesteld om te komen tot verbetering van de prestaties. Dit plan van aanpak is in 2009 uitgerold. RAV Noord- en Oost-Gelderland heeft op basis van het referentiekader S&B 2008 extra geld toegewezen gekregen om de ambulancecapaciteit in de regio te vergroten. Hierdoor zijn zowel het aantal beschikbare ambulances uitgebreid, alsmede het aantal standplaatsen en uitrukposten. Ook heeft de Provincie Gelderland de volgende uitbreiding van capaciteit mogelijk gemaakt: § Inzet van een Rapid Responder (8 uur per dag en 7 dagen per week) die wordt ingezet in het gebied Apeldoorn. Met de subsidieverlening wordt bijgedragen aan een verdere verbetering van de ambulancezorg in de regio, hetgeen een extra inzet is bovenop de paraatheid op basis van de productieafspraken met de zorgverzekeraars. Deze Rapid Responder is per 15 mei 2009 operationeel. Naast de uitbreiding van de ambulancecapaciteit heeft RAV Noord- en Oost-Gelderland in 2009 en begin 2010 veel aandacht besteed aan verbetering van de bedrijfsprocessen en specifiek aan de meldkamerprocessen. Aanvullend aan het financieren van een Rapid Responder heeft de Provincie Gelderland ook voor een tweetal andere omvangrijke verbeterprojecten subsidie verleend: § Uitvoeren van een quickscan en begeleiding van een verbetertraject op de meldkamer. Eerst is een quickscan uitgevoerd, waarin wordt ingegaan op de cultuur van de meldkamer en een aantal adviezen worden aangegeven om cultuurinterventies te plegen. Vervolgens is een verbetertraject op de meldkamer ingezet, gericht op het verbeteren van de operationele werkprocessen. Hierin wordt onder andere aandacht besteed aan het plannen van besteld vervoer en het toepassen van Dynamisch Ambulancemanagement. Gedurende een periode van een half jaar (tot april 2010) is er twee dagen per week een externe adviseur op de meldkamer aanwezig geweest. Dit heeft onder andere geleid tot de volgende zaken: o Gescheiden aanname en uitgifte. Hierdoor heeft degene die de ritten plant een beter overzicht hetgeen ten goede komt aan de planning van de ritten, een verkorting van de tijd tussen aanname en uitgifte oplevert en een optimalisatie van de inzet van capaciteit betekent. o Gebruik van een ritdatamodule. Individuele prestaties worden inzichtelijk gemaakt, waardoor beter gestuurd kan worden op de oorzaak van vertragingen.
21
o o
o §
Nieuwe schuifregels. Alle schuifregels (“inzet van ambulance B bij afwezigheid van ambulance A en verder”) zijn opnieuw beoordeeld. Hierdoor worden beschikbare ambulances beter ingezet. Ambulances zijn beter zichtbaar omdat er vaker een puls (signaal) wordt uitgezonden naar de centrale. De pulsvertraging is nu een halve minuut, daar waar deze eerst een minuut was. Doordat er actueler zicht is op de locatie van een voertuig is het beter mogelijk Dynamisch Ambulancemanagement toe te passen. Automatische inzetvoorstellen. Hiermee geeft het meldkamersysteem zelf aan welke ambulance het snelst aanwezig kan zijn bij een patiënt. Dit is sinds Q3-2010 operationeel.
Aanschaf en implementatie van een ondersteunend softwaresysteem voor de meldkamer. Dit systeem zorgt voor een gestructureerde, eenduidige aanname- en uitgiftesystematiek, hetgeen zowel de kwaliteit, uniformiteit als snelheid ten goede komt. Vanwege de integratie per 1 oktober 2010 van de meldkamer van Noord- en Oost-Gelderland met IJsselland in een Meldkamer OostNederland is de aanschaf van dit systeem op verzoek van RAV IJsselland uitgesteld.
2.4.3 Maatregelen in 2010 Connexxion Ambulancezorg is in 2010 verder gegaan met het verbetertraject dat in 2009 is ingezet. Hiermee is gefaseerd gewerkt aan verbetering van bedrijfsprocessen en optimalisatie van spreiding en uitbreiding van ambulancecapaciteit. Dit is een doorlopend proces. Het beschikbare budget vanuit de Provincie voor 2010 heeft het mogelijk gemaakt een aantal initiatieven in gang te zetten die anders niet mogelijk waren. Deze zijn: § Continuering van de subsidieverstrekking voor de Rapid Responder voor de periode van nog een jaar. Deze wordt met name ingezet in de kern Apeldoorn. Sinds 2011 ontvangt RAV Noord- en Oost-Gelderland geen subsidie meer voor de Rapid Responder en is deze opgenomen in de reguliere exploitatie. § Aanschaf en implementatie KAR. KAR staat voor ‘Korte Afstands Radio’. Met het KAR-systeem kan een ambulance een signaal uitzenden naar verkeerslichten, waarmee een ‘persoonlijke groene golf’ kan worden gecreëerd. Hierdoor kan de ambulance makkelijker doorrijden. Dit werkt positief op de verkeersveiligheid, zowel voor de ambulance als voor de overige weggebruikers. Daarnaast zorgt het voor een reductie van de aanrijtijd. Met de subsidie van de Provincie zijn alle ambulances per september 2010 voorzien van een KAR-module. De effecten hiervan zijn met name in de stedelijke gebieden zichtbaar. Dit heeft vanzelfsprekend te maken met het feit dat in landelijke gebieden relatief weinig verkeerslichten staan. § Aanschaf en implementatie Mobiele Data Terminal (MDT). Met de MDT wordt het spraakcontact tussen centralist en ambulancebemanning zoveel mogelijk gereduceerd. De informatie over het incident en de patiënt wordt vanuit de meldkamer direct digitaal doorgezonden naar de ambulance. Ook wordt met de meegezonden plaatsaanduiding het routenavigatiesysteem aangestuurd. Het systeem verkort de verwerkingstijd en brengt de ambulance sneller op de plaats van bestemming. Dit leidt tot een reductie van de faalkans, tijdswinst in de uitruk en een efficiëntere werkwijze voor de centralist. In het najaar zijn de ambulances waar nog geen MDT is ingebouwd, er met de subsidie van de Provincie van voorzien. § Aanschaf en implementatie Flister. Flister is een systeem waarbij een signaal wordt uitgezonden op de specifieke FM-radiobanden van autoradio’s van voertuigen die zich binnen een straal van 200 meter van een ambulance bevinden. Op de radio zal een signaal voor de bestuurder hoorbaar zijn en er zal een tekstbericht op de radiodisplay worden weergegeven. Met dit systeem worden de verkeersdeelnemers tijdig in de gelegenheid gesteld te anticiperen op de aankomende ambulance, waardoor de verkeersveiligheid en de aanrijtijden kunnen verbeteren. Er zijn inmiddels diverse pilots met Flister geweest. In 2010 was het nog niet zeker of er vanuit het Ministerie van VWS goedkeuring verleend ging worden om Flister te gaan gebruiken. In dat geval zou de Provincie subsidie geven op de aanschaf en implementatie van Flister in alle ambulances. Inmiddels wordt ingezet op een ander systeem dan Flister (BlauwBlauw; zie paragraaf 2.4.4).
22
De subsidie vanuit de Provincie Gelderland in 2009 en 2010 draagt in belangrijke mate bij aan het verbeteren van de bedrijfsprocessen binnen RAV Noord- en Oost-Gelderland. Zij heeft in 2009 en 2010 grote stappen gezet als het gaat om het verbeteren van de ambulancezorg in Noord- en OostGelderland. Gevolgen samenvoeging Meldkamer Oost Nederland De samenvoeging in een gezamenlijke meldkamer met RAV IJsselland heeft een negatieve invloed op de prestaties van Q4-2010 en heel 2011. Dit is verklaarbaar vanwege het samenbrengen van twee systemen, twee culturen en twee manieren van werken. De prestatiecijfers, zoals hierna beschreven, laten mede daardoor een daling zien in de prestaties over Q4-2010. In 2011 verbeteren de prestaties weer, maar staan deze nog wel onder druk door de integratie van de meldkamers. 2.4.4 Maatregelen in 2011 In 2011 heeft RAV Noord- en Oost-Gelderland een aantal maatregelen genomen die erop gericht zijn de prestaties te verbeteren. §
§
§
§
Planningstool. Het afgelopen jaar is het project REPRO gestart waarin verschillende partijen (zoals academische instellingen, RAV-en, gebruikers) samenwerken om te komen tot een planningstool voor ambulancediensten. Connexxion Ambulancezorg, waar RAV Noord- en OostGelderland onderdeel van uitmaakt, is één van de partners. Het nieuwe systeem kan uitrekenen wat de optimale locaties van de standplaatsen en de spreiding van ambulances over de standplaatsen zijn. Daarnaast worden softwaremodules ontwikkeld die meldkamercentralisten real-time advies geven over de optimale spreiding van ambulances in de regio en toewijzing aan incidenten. Ambulancepost Harderwijk. In Harderwijk is een nieuwe ambulancepost in aanbouw die het mogelijk maakt om Putten, Elspeet (Gemeente Nunspeet) en Vierhouten (Gemeente Nunspeet) beter te bedienen. Voorheen moest er vanuit de post in Ermelo naar deze plaatsen gereden worden, waardoor de aanrijtijden relatief lang waren. Naar verwachting is de nieuwe standplaats in het voorjaar van 2013 gereed. Tot die tijd is er in Nunspeet een tijdelijke uitrukplaats ingericht. Nieuwbouw Apeldoorn. In Apeldoorn worden twee nieuwe posten gebouwd. De nieuwe post in Apeldoorn Noord zal naar verwachting in 2012 gereed zijn. Het is de bedoeling dat de nieuwbouw in Zuid (Post Zuid) de huidige hoofdpost van de regio Noord- en Oost-Gelderland per januari 2013 vervangt. BlauwBlauw. BlauwBlauw is een waarschuwingssysteem naast de sirene en het zwaailicht. Het bestaat uit een zender in de ambulance en een ontvanger in de auto van andere weggebruikers. De zender stuurt een signaal vooruit dat een aantal ledlampjes bij de ontvanger activeert en de automobilist waarschuwt dat een ambulance met spoed nadert. Aanvankelijk wilde RAV Noorden Oost-Gelderland het systeem Flister invoeren. Dit is een vergelijkbaar systeem als BlauwBlauw, maar zendt een signaal uit op de autoradio’s van voertuigen die zich binnen een straal van 200 meter van een ambulance bevinden. Inmiddels is gebleken dat BlauwBlauw diverse voordelen heeft ten opzichte van Flister. Zo activeert de BlauwBlauw zender in de ambulance uitsluitend de ontvangers van voertuigen die voor de ambulance rijden. Tegemoetkomend verkeer, automobilisten op zijwegen of bewoners van omliggende woningen ontvangen geen signaal. Daarnaast stoort BlauwBlauw niet op autoradio’s of telefoons. In september 2011 tekenden Connexxion Ambulancezorg en Made For Traffic (de ontwikkelaar van BlauwBlauw) een intentieovereenkomst om in februari 2012 te starten met een praktijkproef met het systeem.
23
3. Beschrijving van prestatiecijfers 3.1 Inleidend In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van de prestaties van de Gelderse RAV-en. Vervolgens wordt beschreven welke factoren hierop van invloed zijn geweest. Daar waar mogelijk wordt het verband gelegd tussen de gefinancierde maatregelen vanuit de Provincie en de verbetering van de prestaties. Allereerst wordt een totaaloverzicht weergegeven van de prestaties van de Gelderse RAV-en. Daarna wordt per RAV ingegaan op de prestatieontwikkeling. 3.2 Samenvattend overzicht van prestaties Figuur 7 laat voor de drie Gelderse RAV-en een verbetering van de prestaties zien. Bij alle drie de RAV-en is sinds het begin van de pilot een stijgende lijn zichtbaar, die aan het eind afvlakt. De prestaties van RAV Gelderland-Zuid tonen een verbetering tot en met de eerste helft van 2010. In de tweede helft van 2010 blijven de prestaties gelijk met het voorgaande half jaar. In de eerste helft van 2011 vindt weer verbetering plaats, waarna de prestaties de rest van het jaar gelijk blijven. De prestaties van RAV Gelderland-Midden tonen eveneens een verbetering tot en met de eerst helft van 2010. In de tweede helft van 2010 blijven de prestaties gelijk met het voorgaande half jaar. In de eerste helft van 2011 vindt weer verbetering plaats, waarna de prestaties in de tweede helft van het jaar licht dalen. De prestaties van RAV Noord- en Oost Gelderland tonen vooral sinds 2009 een duidelijke stijging. De tweede helft van 2010 zijn de prestaties verslechterd. In 2011 zijn de prestaties weer op het niveau van de eerste helft van 2010 en blijven deze constant. 96%
Streefwaarde Midden bij aanvang pilot
94%
Streefwaarde NOG bij aanvang pilot
92%
Streefwaarde Zuid bij aanvang pilot
90% 88% 86% 84% 82% 80%
heel 2007
jan-juni 2008
juli-dec 2008
jan-juni 2009
juli-dec 2009
jan-juni 2010
juli-dec 2010
jan-juni 2011
juli-dec 2011
Gelderland-Zuid
84%
85%
86%
91%
92%
93%
93%
94%
94%
Gelderland-Midden
86%
87%
90%
90%
92%
95%
95%
96%
95%
NO-Gelderland
85%
85%
84%
86%
89%
90%
89%
90%
90%
Figuur 7: Bereik A1-ritten Gelderse RAV-en
Alle RAV-en hebben te kampen met het slechte weer van het einde en begin van 2009 en 2010. Met name in de maanden december tot en met februari is dit effect in de cijfers terug te zien. Aanrijtijden stijgen, vanwege het feit dat ambulances niet zo hard kunnen rijden en de motorambulance niet kan worden ingezet. In de eerste weken van 2011 waren de weersomstandigheden ook slecht. Dit effect is echter niet direct in de cijfers van het eerste kwartaal van 2011 terug te zien.
24
3.3 Prestaties RAV Gelderland-Zuid 3.3.1 Productiecijfers Alvorens de prestaties van RAV Gelderland-Zuid te bespreken, wordt ingegaan op het aantal uitgevoerde ritten. Dit is weergegeven in tabel 6. Het aantal uitgevoerde ritten heeft immers een directe relatie met de prestaties. Een toename van het aantal ritten bij een gelijkblijvende ambulancecapaciteit gaat ten koste van de prestaties. Andersom geldt dat een afname van het aantal ritten bij een gelijkblijvende capaciteit ten gunste van de prestaties komt. Tot 2010 neemt het totaal aantal ritten sinds 2007 ieder jaar toe. Het aantal A1-ritten kende de grootste toename. In 2011 zijn zowel het totaal aantal ritten als het aantal A1-ritten licht afgenomen. Ten opzichte van de uitgangssituatie is het totaal aantal ritten met 14% gestegen en is het aantal A1-ritten met 32% gestegen. In de rapportage van de 2-meting is nadrukkelijk ingegaan op het effect van de volumetoename op de prestaties. Het aantal uitgevoerde A2-ritten is sinds 2007 ieder jaar toegenomen. Ten opzichte van de uitgangssituatie is het aantal uitgevoerde B-ritten heel licht (1%) gedaald. Tabel 6: Aantal uitgevoerde ritten RAV Gelderland-Zuid7 Gelderland-Zuid 2007 2008 A1
2009
2010
2011
10555
11430
12602
12420
+12%
+8%
+10%
-1%
6688
6657
6961
7311
7466
0%
+5%
+5%
+2%
10304
10389
9885
10547
10166
+1%
-5%
+7%
-4%
27601
28276
30460
30052
+5%
+2%
+8%
-1%
9401
Verschil/jaar A2 Verschil/jaar B Verschil/jaar Totaal
26393
Verschil/jaar
3.3.2 Prestatiecijfers Aan het begin van dit hoofdstuk is in figuur 7 het percentage A1-ritten dat op tijd bij een patiënt was van de Gelderse RAV-en weergegeven. Tabel 7 gaat nog nauwkeuriger in op de prestatieontwikkeling van RAV Gelderland-Zuid. Hierin valt op dat het bereik met bijna 10 procentpunt (ijkpunt Q4-2011) is verbeterd ten opzichte van de uitgangssituatie van de pilot. De prestaties waren het beste in het eerste kwartaal van 2011, met een bereik van 94,5%. Tabel 7: Prestatieontwikkeling per jaar RAV Gelderland-Zuid Prestatieontwikkeling RAV Gelderland-Zuid 2007 2008 2009 Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
2010 Q2
2011 Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
84,0% 85,0% 90,3% 91,3% 92,3% 91,2% 92,5% 93,3% 93,8% 91,8% 94,5% 93,6% 94,2% 93,9%
Een aanvullende prestatie-indicator is de gemiddelde responstijd van de A1-ritten. Hiermee wordt aangegeven hoeveel tijd er tussen de eerste melding en de uiteindelijke aankomst bij de patiënt zit. In de responstijd zitten een aantal verklarende elementen voor het aantal ritten dat al dan niet op tijd bij een patiënt is. Tabel 8 laat dit zien voor RAV Gelderland-Zuid.
7
Voor de aantallen ritten zoals deze voor de drie RAV-en zijn opgenomen, geldt dat dit ritten zijn in het eigen verzorgingsgebied met de eigen voertuigen, zonder de VWS-, geannuleerde-, loze- en stand-by ritten.
25
Tabel 8: Uitgesplitste responstijd RAV Gelderland-Zuid RAV Gelderland-Zuid
heel 2007
Aanname- en uitgiftetijd Uitruktijd Aanrijtijd Responstijd
2,04 1,19 8,04 11,27
jan-juni 2008 2,04 1,09 7,89 11,02
juli-dec 2008 1,96 1,05 7,82 10,83
jan-juni 2009 1,78 0,98 7,42 10,18
juli-dec 2009 1,68 0,98 7,27 9,93
jan-juni 2010 1,62 0,82 7,25 9,69
juli-dec 2010 1,69 0,78 7,25 9,72
jan-juni 2011 1,70 0,75 7,02 9,47
juli-dec 2011 1,78 0,72 6,89 9,39
Gemiddeld zijn ambulances in het tweede halfjaar van 2011 1,88 minuut sneller bij een patiënt ter plaatse dan dit in 2007 het geval was. Deze verbetering valt voor het grootste deel toe te schrijven aan de aanrijtijd: deze kent een verbetering van 1,15 minuut. Zowel in de eerste als tweede helft van 2011 is de aanrijtijd verder verbeterd ten opzichte van 2010. De aanname- en uitgiftetijd is in totaal met 0,26 minuut verbeterd ten opzichte van het begin van de pilot. Opvallend is dat de aanname- en uitgiftetijd sinds juli 2010 weer toeneemt. De uitruktijd was al relatief laag, deze is gedurende de periode van de pilot verder gedaald. 3.3.3 Verklaring voor de verbetering van de prestaties De prestatiecijfers van RAV Gelderland-Zuid laten sinds 2008 een stijging zien. Deze verbetering is ingezet in het tweede kwartaal van 2008 (niet gepresenteerd in deze rapportage), het moment waarop de ambulancecapaciteit dankzij de Provincie is uitgebreid. Doordat er meer ambulances kunnen worden ingezet, is het mogelijk om de regio beter af te dekken, hetgeen ten goede komt van de aanrijtijden. Daarnaast wordt het voor de centralist makkelijker om het werk te doen, omdat er meer middelen zijn om in te zetten. Dit geldt ook voor het toepassen van Dynamisch Ambulancemanagement. Kijkend naar de cijfers, dan is in 2008 een basis gelegd waar in 2009 de vruchten van geplukt zijn. Immers, in 2009 is de ambulancecapaciteit op zichzelf niet uitgebreid, hoogstens de financieringsvorm is veranderd en structureel geworden. Doordat in 2008 de middelen zijn aangeschaft, extra personeel is aangenomen en de organisatie gewend heeft kunnen raken aan de nieuwe situatie, heeft RAV Gelderland-Zuid in 2009 als het ware een vliegende start kunnen maken. Dit is in de prestatiecijfers duidelijk terug te zien. Na 2009 verbeteren de gemiddelde prestaties in 2010 en 2011 gestaag verder. Mede door het vrijmaken van een medewerker om de prestaties te monitoren en terug te koppelen heeft een cultuurverandering plaatsgevonden onder de medewerkers van RAV Gelderland-Zuid. Aangenomen mag worden dat deze cultuurverandering bijgedragen heeft aan de verbetering van de prestaties sinds 2010. De implementatie van het VDC-systeem en het toerusten van alle ambulances met een City navigator heeft in 2011 een positieve bijdrage geleverd aan de prestaties. De schuifregelmodule heeft waarschijnlijk al een positief effect gehad op de prestaties in 2011, maar zal nog meer impact hebben als historische gegevens aan de module worden toegevoegd. In de cijfers is tevens het effect zichtbaar van de processen die zich op de meldkamer hebben afgespeeld. De aanname- en uitgiftetijd is gedaald, onder andere door het vroeger uitgeven van A1ritten, maar ook doordat er steeds beter gewerkt wordt met GMS, het computersysteem van de meldkamer. Voor de toename van de aanname- en uitgiftetijden sinds juli 2010 is geen logische verklaring. De maatregelen die RAV Gelderland-Zuid heeft genomen om de zorg ter plaatse te verbeteren, leiden niet tot een verbetering van de prestaties van de ambulancezorg. Wel hebben deze maatregelen een positief effect op de tijd die verstrijkt voordat zorg wordt verleend in spoedgevallen.
26
Tijdswinst tov 2007 -0,26 -0,47 -1,15 -1,88
3.3.4 Effect van maatregelen Provincie Gelderland Ja, de investeringen van Provincie Gelderland hebben bijgedragen aan de prestatieverbetering van RAV Gelderland-Zuid. Dit is in 2008 duidelijk zichtbaar geworden toen RAV Gelderland-Zuid met behulp van de Provincie haar capaciteit kon uitbreiden. Zoals in de inleiding reeds is verwoord, is de pilot van Provincie Gelderland op basis van hetgeen in Gelderland-Zuid is gebeurd (aantoonbare verbetering van de prestaties en vervolgens de structurele financiering vanuit S&B) een succes. In 2009 en 2010 bestaan de gefinancierde maatregelen uit het uitrusten van alle ambulances met een City navigator en VDC-systeem, de ontwikkeling van risicokaarten, het ontwikkelen van een planmodule en het creëren van de nieuwe standplaats in Oosterhout. Inmiddels beschikken alle ambulances over de City navigator en het VDC-systeem, wat een positieve invloed heeft gehad op de prestaties. Deze verbetering is in 2011 zichtbaar geworden. Naar verwachting zullen de risicokaarten in de loop van 2012 in gebruik worden genomen. De planmodule is nog niet gereed, waardoor het effect van deze maatregel pas later duidelijk wordt. In april 2012 wordt de nieuwe standplaats Oosterhout geopend, waarmee ook deze maatregel effect kan gaan sorteren. Al met al is het doel van de pilot ruim behaald. 3.4 Prestaties RAV Gelderland-Midden 3.4.1 Productiecijfers Alvorens de prestaties van RAV Gelderland-Midden te bespreken, wordt ingegaan op het aantal uitgevoerde ritten. Dit is weergegeven in tabel 9. Het aantal uitgevoerde ritten heeft immers een directe relatie met de prestaties. Een toename van het aantal ritten bij een gelijkblijvende ambulancecapaciteit gaat ten koste van de prestaties. Andersom geldt dat een afname van het aantal ritten bij een gelijkblijvende capaciteit ten gunste van de prestaties komt. Het aantal uitgevoerde ritten is gedurende de periode van de pilot jaarlijks toegenomen; met 16% ten opzichte van 2007. Opvallend is de stijging van het aantal A2-ritten over de jaren heen (41%). Het aantal uitgevoerde A1-ritten is met uitzondering van 2010 jaarlijks toegenomen. Het aantal B-ritten is in 2011 ten opzichte van 2010 afgenomen, maar is over de hele pilot genomen licht gestegen (4%). Tabel 9. Aantal uitgevoerde ritten RAV Gelderland-Midden Gelderland-Midden 2007 2008 2009 A1
12801
Verschil/jaar A2
6851
Verschil/jaar B
9902
Verschil/jaar Totaal Verschil/jaar
29554
2010
2011
13066
14003
13965
14424
+2%
+7%
0%
+3%
7819
8187
9150
9688
+14%
+5%
+12%
+6%
10534
10318
11154
10297
+6%
-2%
+8%
-8%
31419
32508
34269
34409
+6%
+3%
+5%
0%
3.4.2 Prestatieontwikkeling Aan het begin van dit hoofdstuk is in figuur 7 het percentage A1-ritten dat op tijd bij een patiënt was van de Gelderse RAV-en weergegeven. Tabel 10 gaat nog nauwkeuriger in op de prestatieontwikkeling van RAV Gelderland-Midden. Hierin valt op dat het bereik met ruim 9 procentpunt (ijkpunt Q4-2011) is verbeterd ten opzichte van de uitgangssituatie van de pilot. De prestaties waren het beste in het eerste kwartaal van 2011, met een bereik van 95,6%. De cijfers laten tot 2011 ieder jaar een duidelijke sprong zien. Gemiddeld is in 2011 nog een lichte verbetering gerealiseerd ten opzichte van 2010.
27
Tabel 10: Prestatieontwikkeling per jaar RAV Gelderland-Midden Prestatieontwikkeling RAV Gelderland-Midden 2007 2008 2009 2010 Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
Q2
2011 Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
86,0% 87,0% 89,8% 90,2% 90,9% 93,9% 95,2% 95,3% 95,2% 94,5% 95,6% 95,5% 95,1% 95,4%
Een aanvullende prestatie-indicator is de gemiddelde responstijd van de A1-ritten. Hiermee wordt aangegeven hoeveel tijd er tussen de eerste melding en de uiteindelijke aankomst bij de patiënt zit. In de responstijd zitten een aantal verklarende elementen voor het aantal ritten dat al dan niet op tijd bij een patiënt is. Tabel 11 laat dit zien voor RAV Gelderland-Midden. Tabel 11: Uitgesplitste responstijd RAV Gelderland-Midden RAV Gelderland-Midden heel 2007 Aanname- en uitgiftetijd Uitruktijd Aanrijtijd Responstijd
2,00 1,74 7,24 10,98
jan-juni 2008 1,90 1,59 7,32 10,81
juli-dec 2008 1,89 1,47 7,09 10,45
jan-juni 2009 1,83 1,32 7,12 10,27
juli-dec 2009 1,65 1,02 6,90 9,57
jan-juni 2010 1,39 0,83 8,02 10,24
juli-dec 2010 1,58 0,86 8,25 10,69
jan-juni 2011 1,52 0,70 6,73 8,95
juli-dec 2011 1,51 0,68 6,72 8,91
Gemiddeld zijn ambulances in het tweede half jaar van 2011 2,07 minuut sneller ter plaatse dan in de uitgangssituatie. Deze verbetering is het meest toe te schrijven aan de daling van de uitruktijd met 1,06 minuut. Daarnaast is de aanname- en uitgiftetijd met 0,49 minuut gedaald. Wat opvalt is de stijging van de aanrijtijd in 2010. Deze is hoger dan in alle andere jaren, waardoor de responstijd in 2010 stijgt. Dit is niet consistent met de verbetering van het bereik. Op basis van de gegevens is hiervoor geen verklaring te vinden. In 2011 is de aanrijtijd sterk verbeterd en wordt een winst van 0,52 minuut ten opzichte van 2007 gerealiseerd. 3.4.3 Verklaring voor de verbetering van de prestaties In Gelderland-Midden zijn op verschillende momenten impulsen gegeven aan de prestaties. Interessant is het om te kijken of er een verband is tussen het ingaan van een maatregel en het verbeteren van de prestaties. Er heeft zich met name in 2009 een constant proces afgespeeld van verbetering in de bedrijfsprocessen. De belangrijkste hiervan zijn: § § §
Beter positioneren van de ambulances via het stringenter toepassen van Dynamisch Ambulancemanagement Meer bewustwording onder het personeel ten aanzien van het belang van goede responstijden. Dit is vooral zichtbaar in de reductie van de uitruktijd. Vergroten beschikbaarheid van ambulances door een knip te maken tussen A- en B-vervoer. Dit leidt tot een grotere beschikbaarheid voor A-vervoer.
Zowel in de loop van 2009 als 2010 zijn de effecten van bovenstaande verbeteringen terug te zien in de prestatiecijfers. De aanrijtijden zijn in deze periode niet verbeterd, maar de aanname- en uitgiftetijden en de uitruktijden wel. Het in gebruik nemen van het beïnvloedingssysteem voor verkeerslichten heeft een positief effect gehad in 2011. De schuifregelmodule heeft waarschijnlijk ook al een positief effect gehad op de prestaties in 2011, maar zal nog meer impact hebben als historische gegevens aan de module worden toegevoegd. De nieuwe uitruklocatie IJsseloord heeft een positief effect gehad in 2011. Zo is onder andere het bereik in de gemeente Rheden verbeterd. De nieuwe uitruklocatie in Barneveld is in 2011 in gebruik genomen. Naar verwachting zijn de prestatieverbeteringen zichtbaar in 2012.
28
Tijdswinst tov 2007 -0,49 -1,06 -0,52 -2,07
3.4.4 Effect van maatregelen Provincie Gelderland De investering van de Provincie in Gelderland-Midden in de vorm van de motorambulance is in 2008 zeker zichtbaar in de prestatieverbetering in de tweede helft van 2008. Omdat deze motorambulance per 1 januari 2009 structureel wordt gefinancierd door zorgverzekeraars, is deze investering een succes gebleken. In 2009 en 2010 bestaan de gefinancierde maatregelen uit de ontwikkeling van risicokaarten, het ontwikkelen van een planmodule, het creëren van de nieuwe standplaats in Oosterhout, Barneveld en IJsseloord. De nieuwe uitruklocatie in Barneveld is in 2011 in gebruik genomen. Naar verwachting zijn de prestatieverbeteringen zichtbaar in 2012. De nieuwe uitruklocatie IJsseloord heeft in 2011 al een positief effect gehad op de prestaties voor onder andere de gemeente Rheden. De ontwikkeling van de risicokaarten en de planmodule is nog niet voltooid, waardoor het effect van deze maatregelen nog niet duidelijk is. In april 2012 wordt de nieuwe standplaats Oosterhout geopend, waarmee ook deze maatregel effect kan gaan sorteren. 3.5 Prestaties RAV Noord- en Oost-Gelderland 3.5.1 Productiecijfers Alvorens de prestaties van RAV Noord- en Oost-Gelderland te bespreken, wordt eerst ingegaan op het aantal uitgevoerde ritten. Dit is weergegeven in tabel 12. Het aantal uitgevoerde ritten heeft een directe relatie met de prestaties. Een toename van het aantal ritten bij een gelijkblijvende ambulancecapaciteit gaat ten koste van de prestaties. Andersom geldt dat een afname van het aantal ritten bij een gelijkblijvende capaciteit ten gunste van de prestaties komt. Het aantal uitgevoerde ritten laat jaarlijks een constante groei zien. Ten opzichte van het begin van de pilot is het totaal aantal uitgevoerde ritten met ruim 11% toegenomen. Deze stijging zit in het aantal uitgevoerde A1- en A2-ritten. Het aantal A1 ritten stijgt gestaag over de jaren en is in 2011 met 21% gegroeid ten opzichte van 2007. Het aantal B-ritten blijft tot 2011 qua aantal redelijk gelijk en vertoont in 2011 een daling van 7%. Tabel 12: Aantal uitgevoerde ritten RAV Noord- en Oost-Gelderland Noord- en Oost2007 2008 2009 Gelderland A1 14424 15075 15860 Verschil/jaar A2
11784
Verschil/jaar B
12498
Verschil/jaar Totaal Verschil/jaar
38706
2010
2011
16143
17407
+5%
+5%
+2%
+8%
11923
12534
13502
14343
+1%
+5%
+8%
+6%
12521
12190
12204
11373
0%
-3%
0%
-7%
39519
40584
41849
43123
+2%
+3%
+3%
+3%
3.5.2 Prestatieontwikkeling Aan het begin van dit hoofdstuk is in figuur 7 het percentage A1-ritten dat op tijd bij een patiënt was van de Gelderse RAV-en weergegeven. Tabel 13 gaat nog nauwkeuriger in op de prestatieontwikkeling van RAV Noord- en Oost-Gelderland. Tot de tweede helft van 2010 laten de prestatiecijfers een constante verbetering zien. Wat opvalt is een verslechtering van de prestaties in het vierde kwartaal van 2010. In 2011 verbeteren de prestaties weer en liggen deze net boven het niveau van de eerste helft van 2010. Dit maakt dat het bereik met 5 procentpunt (ijkpunt Q4-2011) is verbeterd ten opzichte van de uitgangssituatie. De prestaties waren het beste in het tweede kwartaal van 2010 (91,2%). Tabel 13: Prestatieontwikkeling RAV Noord- en Oost-Gelderland
29
Prestatieontwikkeling RAV Noord- en Oost-Gelderland 2007 2008 2009 Q1
Q2
2010 Q3
Q4
Q1
Q2
2011 Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
85,0% 85,0% 85,2% 85,9% 88,5% 90,2% 88,7% 91,2% 90,1% 87,0% 90,6% 90,1% 90,4% 90,0%
Een aanvullende prestatie-indicator is de gemiddelde responstijd van de A1-ritten. In de responstijd zitten een aantal verklarende elementen voor het aantal ritten dat al dan niet op tijd bij een patiënt is. De volgende tabel laat dit zien voor RAV Noord- en Oost-Gelderland. Tabel 14: Uitgesplitste responstijd RAV Noord- en Oost-Gelderland RAV Noord- en OostGelderland Aanname- en uitgiftetijd Uitruktijd Aanrijtijd Responstijd
heel 2007 2,30 1,56 6,99 10,85
jan-juni 2008 2,35 1,45 7,02 10,82
juli-dec 2008 2,21 1,44 7,27 10,92
jan-juni 2009 2,10 1,25 6,94 10,29
juli-dec 2009 1,90 1,00 6,87 9,77
jan-juni 2010 1,72 0,73 6,88 9,33
juli-dec 2010 1,93 0,93 7,13 9,99
jan-juni 2011 2,03 0,87 6,84 9,74
juli-dec 2011 2,19 0,84 6,93 9,96
Gemiddeld zijn ambulances in het tweede halfjaar van 2011 0,89 minuut sneller bij een patiënt dan in de uitgangssituatie het geval was. De grootste tijdswinst zit in de daling van de uitruktijd. De aanname- en uitgiftetijden zijn tot het tweede halfjaar van 2010 ook gedaald. De aanrijtijd blijft redelijk constant over de hele periode. In het begin van 2010 was het verschil van de totale responstijd met de uitgangspositie nog 1,52 minuut. De aanname- en uitgiftetijden zijn sinds de tweede helft van 2010 elk halfjaar toegenomen. De uitruktijden zijn eveneens toegenomen in de tweede helft van 2010, maar in 2011 weer licht gedaald. 3.5.3 Verklaring voor de ontwikkeling van de prestaties In hoofdstuk 2 zijn de maatregelen van RAV Noord- en Oost-Gelderland beschreven. De effecten van deze maatregelen op de prestaties worden hieronder nader beschreven. Het jaar 2008 stond voor de regio in het teken van samenvoeging en het bouwen aan een nieuwe organisatie. Vanaf 2009 is er een duidelijke kentering zichtbaar als het gaat om de prestaties van de regio. In een periode van anderhalf jaar is het bereik van de A1-ritten gestegen van 84% eind 2008 naar 90% halverwege 2010. De verklaring voor de verbetering van de prestaties zit, zoals het onderzoeksmodel (figuur 2) reeds aantoonde, in het geheel der dingen. Er kan gesteld worden dat het effect van maatregelen van de Provincie loopt via de hoofdfactoren van het onderzoeksmodel. Allereerst heeft de uitbreiding van ambulancecapaciteit, zowel vanuit S&B als vanuit de door de Provincie gesubsidieerde Rapid Responder ervoor gezorgd dat er meer middelen beschikbaar zijn om goede ambulancezorg te kunnen bieden. Dit maakt het beter mogelijk om de regio af te dekken en Dynamisch Ambulancemanagement toe te passen. Daarnaast heeft RAV Noord- en Oost-Gelderland in de interne organisatie een omvangrijk verbetertraject ingezet dat zowel betrekking heeft op de cultuur als de manier van werken. De daling van de aanname- en uitgiftetijd, maar vooral ook van de uitruktijd is hier een resultante van. De verklaring voor de verslechtering van de prestaties aan het eind van 2010 kan voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan de integratie van de meldkamers van RAV Noord- en Oost Gelderland en RAV IJsselland. Op zichzelf is het logisch dat een samenvoeging aan het begin eerst leidt tot een verslechtering van de prestaties. De processen moeten op elkaar worden afgestemd en in de praktijk worden ingesleten. Ook in 2011 heeft de integratie nog een nadelig effect op de prestaties. Dit is ook zichtbaar in de toegenomen aanname- en uitgiftetijden. De uitruktijden verbeteren sinds 2011 weer langzaam. 30
Tijdswinst tov 2007 -0,11 -0,72 -0,06 -0,89
De sterke toename van het aantal ritten in met name 2011 bij een gelijkblijvende capaciteit, heeft een negatief effect op de prestaties. De toename zorgt ervoor dat de dekking afneemt en de mogelijkheden voor Dynamisch Ambulancemanagement beperkt zijn. Een andere verklaring voor het feit dat RAV Noord- en Oost-Gelderland minder presteert dan de andere twee RAV-en van Gelderland ligt in de geografische kenmerken van de regio. Noord- en OostGelderland bestaat uit veel uitgestrekte plattelandsgebieden die moeilijk te bereiken zijn. Het is onduidelijk welk effect de ingebruikname van KAR (Korte Afstands Radio) en MDT (Mobiele Data Terminal) hebben. Dit komt omdat dit effect niet geïsoleerd waarneembaar is. Diverse factoren (integratie meldkamers, sterke toename van het aantal ritten) hebben al een negatieve invloed op de prestaties, waardoor het onduidelijk is welk positief effect andere maatregelen eventueel hebben. 3.5.4 Effect van maatregelen Provincie Gelderland De investering van de Provincie Gelderland is duidelijk zichtbaar in de prestatieverbetering van Noord- en Oost-Gelderland. Met name het gefinancierde verbetertraject op de meldkamer is van grote invloed geweest. Hoewel het effect van de financiering van de Rapid Responder niet als separaat uit de cijfers te destilleren is, heeft deze in positieve zin bijgedragen aan de prestaties in Apeldoorn, het gebied waar het grootst aantal inwoners van de regio woont. Het effect van de overige maatregelen die met behulp van de Provincie zijn gefinancierd (KAR en MDT) is moeilijk vast te stellen. Dit komt doordat andere factoren (integratie meldkamers, sterke toename van het aantal ritten) de prestaties over 2011 negatief beïnvloeden. Het is niet mogelijk om het effect van de maatregelen uit de totale cijfers te filteren.
31
4. Conclusie In dit monitoring- en evaluatieonderzoek is gedurende een periode van vier jaar de prestatieontwikkeling van de Gelderse RAV-en onder de loep genomen. Hierin zijn drie hoofdfactoren onderscheiden die van invloed zijn op de prestaties: § Uitbreiding van ambulancecapaciteit (zowel gefinancierd vanuit S&B als Provincie). § Door Provincie gefinancierde maatregelen. § Verbetering van bedrijfsprocessen (al dan niet gefinancierd vanuit de Provincie). Hierbij zijn het aantal uitgevoerde ritten en eventuele bijzondere omstandigheden meegenomen als indirect beïnvloedende variabelen. Onderstaand figuur toont het succes van de pilot. Gemiddeld zijn in Gelderland ten opzichte van 2007 ruim 8 procentpunt meer ambulances op tijd. Voor Gelderland-Midden en Gelderland-Zuid samen is dit zelfs bijna 10 procentpunt. Dit is een aanzienlijke verbetering die concreet mensenlevens heeft gered. 96%
Streefwaarde Midden bij aanvang pilot
94%
Streefwaarde NOG bij aanvang pilot
92%
Streefwaarde Zuid bij aanvang pilot
90% 88% 86% 84% 82% 80%
heel 2007
jan-juni 2008
juli-dec 2008
jan-juni 2009
juli-dec 2009
jan-juni 2010
juli-dec 2010
jan-juni 2011
juli-dec 2011
Gelderland-Zuid
84%
85%
86%
91%
92%
93%
93%
94%
94%
Gelderland-Midden
86%
87%
90%
90%
92%
95%
95%
96%
95%
NO-Gelderland
85%
85%
84%
86%
89%
90%
89%
90%
90%
Figuur 8: Bereik A1-ritten Gelderse RAV-en
In de afgelopen vier jaar is er veel gedaan om de prestaties te verbeteren. Alle Gelderse RAV-en hebben hard gewerkt om dit voor elkaar te krijgen. Er is nadrukkelijk aandacht besteed aan het verbeteren en optimaliseren van de bedrijfsprocessen. Dit is zichtbaar in zowel de daling van de aanname- en uitgiftetijden, als vooral ook in de uitruktijden. Met het referentiekader 2008 hebben alle RAV-en in 2009 structureel extra ambulancecapaciteit ingezet. Met behulp van geld van de Provincie Gelderland zijn een aantal andere capaciteitsuitbreidingen gerealiseerd. Hierdoor zijn er meer ambulances beschikbaar om bij een spoedmelding in te zetten. Met geld van de Provincie Gelderland zijn een aantal eenmalige investeringen gefinancierd die een verdere impuls aan de prestaties hebben gegeven en nog zullen gaan geven. Van een deel van deze maatregelen zal het effect in de loop van 2012 zichtbaar worden. Een belangrijke constatering tijdens het onderzoek is dat interventies tot prestatieverbetering leiden. Tegelijk blijkt het niet mogelijk het individuele effect van maatregelen te meten. Het geheel van maatregelen leidt tot verbetering van de prestaties, waarbij de Provincie in dit proces zowel als aanjager en als financier een belangrijke rol heeft gehad. Concluderend mag worden opgemerkt dat de doelstelling van de pilot ruim is behaald.
32
Bijlage 1:Prestatiecijfers per gemeente per RAV RAV Gelderland-Midden Gemeente
Jaar 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011
Arnhem
Barneveld
Doesburg
Duiven
Ede
Lingewaard
Nijkerk
Overbetuwe
Renkum
Rheden
Rijnwaarden
Rozendaal
Aantal A1-ritten 3.501 3.880 3.741 3.708 1.035 1.274 1.116 1.184 195 246 193 224 417 520 456 458 1.994 2.245 2.144 2.165 603 666 693 713 572 688 682 754 721 835 783 787 588 709 645 684 858 1.059 965 1.000 150 33 207 187 34 194 32 35
% < 15 min
95,50% 96,50% 98,30% 98,80% 82,51% 91,60% 93,90% 95,00% 71,80% 76,00% 92,70% 91,50% 89,50% 93,30% 96,70% 98,70% 89,60% 93,50% 96,00% 96,00% 85,10% 88,70% 89,60% 90,00% 70,34% 89,40% 92,20% 92,60% 80,70% 86,00% 92,00% 92,00% 82,30% 91,10% 94,60% 92,30% 76,80% 82,60% 93,80% 94,90% 64,70% 93,90% 77,30% 74,90% 70,60% 70,60% 90,60% 97,10%
Aanrijtijd Responstijd in min. in min. 5,52 8,97 5,35 8,30 5,43 7,80 5,35 7,57 6,75 9,98 6,73 9,40 6,87 9,08 6,53 8,60 10,20 13,57 9,72 12,90 8,12 10,85 9,25 11,47 8,15 11,55 8,00 10,90 7,72 9,92 7,37 9,43 6,22 9,50 6,65 9,43 6,18 8,42 6,22 8,27 8,85 12,33 9,02 11,92 8,87 11,27 8,83 11,12 9,95 13,22 8,90 11,63 9,25 11,53 9,48 11,62 8,68 12,10 8,48 11,47 8,05 10,40 8,00 10,23 8,33 11,73 7,77 10,57 7,27 9,55 7,43 9,67 8,83 12,30 8,03 10,98 6,90 9,38 7,02 9,10 9,17 13,00 7,67 11,17 11,32 13,67 11,58 13,63 11,72 15,23 11,05 14,18 7,45 9,82 6,70 8,98
33
RAV Gelderland-Midden (vervolg) Gemeente
Jaar 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011
Scherpenzeel
Wageningen
Westervoort
Zevenaar
Aantal A1-ritten 119 135 121 136 572 642 586 631 219 233 237 249 499 652 584 603
% < 15 min
76,52% 84,40% 89,30% 89,00% 83,79% 92,70% 96,40% 95,20% 90,40% 95,70% 97,00% 98,00% 92,00% 91,60% 94,50% 97,70%
Aanrijtijd Responstijd in min. in min. 9,58 12,75 9,97 12,77 9,75 11,93 10,27 12,48 8,30 11,67 7,92 10,68 7,47 9,68 7,68 9,83 7,97 11,55 7,63 10,50 7,52 9,78 6,58 8,63 6,33 9,70 6,15 2,37 6,07 8,45 6,25 8,38
RAV Gelderland-Zuid Gemeente
Jaar 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011
Beuningen
Buren
Culemborg
Druten
Geldermalsen
Groesbeek
Heumen Lingewaal Maasdriel
Millingen aan de Rijn Mook en Middelaar Neder-Betuwe
Neerijnen
Nijmegen
Aantal A1-ritten 427 504 438 465 341 405 450 449 431 395 475 457 347 305 325 325 488 490 546 516 447 442 441 477 284 268 295 280 83 336 389 429 434 97 97 120 98 131 118 343 373 456 461 118 136 192 223 3.494 3.731 3.719 3.573
% < 15 min
83,61% 90,87% 90,87% 95,48% 75,07% 82,72% 88,67% 88,20% 77,03% 78,23% 80,63% 84,68% 81,84% 91,15% 95,69% 96,62% 81,76% 90,41% 92,12% 95,54% 85,46% 90,27% 88,44% 91,61% 84,15% 90,30% 92,54% 96,79% 55,42% 83,33% 84,83% 88,81% 93,09% 7,22% 13,40% 17,50% 16,33% 73,28% 78,81% 79,59% 85,52% 87,28% 93,06% 63,56% 81,62% 92,19% 95,52% 94,53% 98,20% 98,60% 98,71%
Aanrijtijd Responstijd in min. in min. 9,85 12,92 8,85 11,55 8,64 11,07 8,35 11,92 10,27 13,13 9,73 12,47 9,22 11,51 9,18 12,40 10,80 12,90 9,65 12,55 9,95 12,52 8,78 12,47 6,77 9,66 6,12 8,57 5,84 8,03 5,28 8,73 8,53 11,48 7,59 10,28 6,98 9,51 6,63 10,53 8,89 12,04 8,88 11,79 9,22 11,77 8,48 11,92 8,92 12,09 8,75 11,56 8,28 10,87 8,00 11,57 12,38 16,62 9,91 13,07 9,39 11,84 9,35 11,54 8,75 12,38 15,98 19,61 15,16 18,20 14,97 17,51 15,12 18,57 10,88 13,96 10,60 13,24 9,18 11,97 8,44 11,02 8,96 11,34 8,07 11,77 11,26 14,25 10,44 12,92 8,43 10,69 9,13 12,17 6,04 9,27 5,65 8,37 5,48 7,95 5,45 8,68
35
RAV Gelderland-Zuid (vervolg) Gemeente
Jaar 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011
Tiel
Ubbergen
West Maas en Waal
Wijchen
Zaltbommel
Aantal A1-ritten 804 825 821 860 213 213 245 235 313 348 336 341 704 814 815 790 368 404 479 418
% < 15 min
86,69% 95,03% 96,71% 96,86% 87,32% 88,73% 92,65% 92,34% 71,25% 85,34% 87,20% 87,10% 83,95% 89,80% 93,50% 93,67% 83,42% 89,60% 89,14% 94,98%
Aanrijtijd Responstijd in min. in min. 7,11 9,94 6,37 8,99 6,37 8,69 6,13 9,38 9,09 12,23 8,68 11,70 8,74 11,40 8,60 12,03 10,91 14,04 9,43 11,95 8,69 10,99 8,93 12,53 7,78 10,89 7,27 10,03 6,87 9,28 6,33 10,13 7,14 9,97 6,56 8,96 6,86 9,21 6,57 9,92
RAV Noord- en Oost-Gelderland Gemeente
Jaar 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011
Aalten
Apeldoorn
Berkelland
Bronckhorst
Brummen
Doetinchem
Elburg
Epe
Ermelo
Harderwijk
Aantal A1-ritten 404 406 429 453 3.105 3.427 3.536 3.408 612 618 588 573 732 706 719 743 383 379 253 322 1.019 1.150 1.138 1.187 423 456 415 462 677 740 760 810 525 615 541 594 814 799 852 925
Hattem 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011
Heerde
Lochem
341 380 374 374 475 543 516 455
Aanrijtijd Responstijd in min. in min. 72,30% 9,55 13,72 78,10% 9,48 13,05 81,10% 12.63 19.22 75,50% 9,53 13,03 88,90% 6,23 9,95 91,20% 5,77 10,22 92,40% 5.95 8.87 92,70% 6,05 9,22 81,70% 8,38 11,72 82,50% 8,05 11,20 84,70% 8.18 17.72 81,80% 8,30 11,53 72,80% 9,13 13,20 83,10% 8,30 11,93 87,50% 7.70 10.73 87,30% 7,90 11,13 60,10% 10,07 13,82 66,50% 9,38 12,92 75,10% 9.25 12.32 69,90% 9,50 12,98 92,80% 5,60 9,53 94,40% 5,40 10,02 93,90% 5.72 8.75 96,20% 6,03 8,98 93,90% 5,35 8,38 93,90% 5,38 8,35 94,00% 5.35 8.5 96,10% 5,28 8,17 83,30% 8,13 11,55 84,10% 7,63 13,33 83,60% 8.25 11.13 90,60% 7,80 10,73 91,00% 5,85 9,57 94,50% 5,58 9,00 96,30% 5.15 7.78 95,30% 5,35 8,60 93,50% 5,18 8,82 93,90% 5,23 8,82 95,80% 5.88 8.65 96,90% 5,75 8,67 Buiten beschouwing gelaten 85,60% 7,33 10,77 86,60% 7,58 10,28 83,40% 8.23 11.2 86,40% 7,45 10,33 65,30% 9,83 13,82 65,20% 9,88 13,25 73,30% 10.25 13.18 78,20% 9,37 12,63 % < 15 min
37
RAV Noord- en Oost-Gelderland (vervolg) Gemeente
Jaar 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011 2008 2009 2010 2011
Montferland
Nunspeet
Oldebroek
Oost Gelre
Oude IJsselstreek
Putten
Voorst
Winterswijk
Zutphen
Aantal A1-ritten 416 456 539 542 568 543 443 441 432 429 446 458 484 507 697 674 705 804 428 458 423 409 175 176 192 137 474 515 536 595 895 963 954 964
% < 15 min
82,50% 85,30% 82,20% 77,30% 78,30% 82,10% 91,90% 91,80% 93,50% 93,70% 90,10% 92,40% 93,20% 92,10% 79,90% 85,20% 89,50% 92,00% 82,20% 84,70% 92,40% 90,20% 70,90% 66,50% 63,50% 68,60% 90,50% 91,70% 90,30% 89,20% 96,90% 98,00% 96,60% 97,00%
Aanrijtijd Responstijd in min. in min. 8.90 12.60 8,28 11,53 9,17 12,40 9,00 12,58 9.40 12.30 8,92 11,82 7,47 10,48 6,93 10,22 7.37 10.27 7,30 10,45 7,45 10,90 6,90 10,02 7.18 10.5 7,22 10,48 8,47 12,40 7,42 10,92 6.77 9.82 6,48 9,68 8,40 12,17 7,48 11,32 6.63 9.63 6,95 10,10 10,17 13,93 9,77 13,85 10.13 13.75 9,80 13,45 6,28 9,78 6,20 9,32 6.30 9.15 6,87 10,08 4,20 7,98 4,17 7,25 4.85 7.63 4,93 9,53