Provinciale Staten van Noord-Holland
Voordracht 123 Haarlem, 21 december 2004 Onderwerp: Actualisatie UNA-projecten 2004
Bijlagen: Bijlage 1: Financieel overzicht UNA-compartiment Bijlage 2: Baggerprogramma Noord-Holland 2004-2008 Bijlage 3: Plannen van aanpak Prioritaire projecten Sociaal en Culturele Infrastructuur Water als Economische Drager 1. Inleiding Bij de Najaarsnota 2004 hebben wij u een kort en bondig overzicht van de UNA-projecten voorgelegd. Evenals voorgaande jaren leggen wij thans aan u een actuele stand van zaken van de UNA-projecten voor. Hierbij maken wij een onderscheid tussen de reeds door uw staten geaccordeerde UNAprojecten (zie punt 2) en de zogenoemde prioritaire UNA-projecten (punt 3). Tenslotte geven wij in het kort aan welke middelen binnen het UNA-compartiment geoormerkt zijn voor de Extra Investeringsimpuls Noord-Holland en Ondergrondse parkeergarage nieuwbouw Dreef (punt 4). In bijlage 1 treft in tabelvorm een financieel overzicht van het UNA-compartiment aan, in bijlage 2 een nadere toelichting op het Baggerprogramma Noord-Holland 2004-2008 en in bijlage 3 de plannen van aanpak van de prioritaire UNA-programma’ s Sociaal en Culturele Infrastructuur en Water als Economische Drager. Tenslotte willen wij u de volgende twee punten onder de aandacht brengen: De financiële verslaglegging over het UNA-compartiment zal geschieden in het kader van de jaarrekening 2004 door middel van een afzonderlijk fondsverslag van het UNAcompartiment; Tevens stellen wij u voor dat dit de laatste keer is dat via een separate voordracht over de stand van zaken inzake het UNA-compartiment aan uw staten wordt gerapporteerd. Wij stellen u voor om, analoog aan de Najaarsnota 2004, voortaan jaarlijks in het kader van de Najaarsnota te rapporteren. Op deze wijze wordt de rapportage gekoppeld aan de planning- en controlcyclus. 2. Reeds geaccordeerde UNA-projecten Op dit moment zijn er door uw staten ten laste van het UNA-compartiment binnen de algemene reserve (voorheen binnen het Fonds Investeringen Noord-Holland - FINH) 15 projecten en drie voorbereidingskredieten geaccordeerd. Voor een overzicht verwijzen wij u naar bijlage 1. Het totale door uw staten beschikbaar gesteld krediet bedraagt € 257.543.600. Het betreft de volgende 15 projecten:
1
1.
Voorfinanciering grondaankoop PEHS (1e tranche) Krediet: € 12.500.000 Vanwege stagnatie in de grondaankopen ten behoeve van de PEHS, vooral als gevolg van inmiddels weer opgeheven aankoopstop vanuit het ministerie van LNV, is het project in de afgelopen jaren stil komen te liggen. Momenteel is de provincie Noord-Holland in IPOverband bezig om met de minister van LNV afspraken te maken om de grondverwerving PEHS op het vereiste niveau te krijgen. In de Programmabegroting 2005 zijn wij nader op deze kwestie ingegaan en hebben wij u het besluit voorgelegd om het reeds door u gevoteerde € 12,5 miljoen te verdubbelen (Realisatie PEHS 2e tranche) ten behoeve van: extra voorfinanciering grondaankoop, daadkrachtige uitvoering; inschakeling particulier natuurbeheer en oplossen van knelpunten in de PEHS. 2.
Hermitage Amsterdam Krediet: € 9.075.600 Op 24 februari 2004 is de eerste fase van Hermitage Amsterdam in het gebouw Neerlandia geopend door Prins Willem Alexander. De eerste tentoonstelling was gewijd aan Grieks Goud en tweede nu nog lopende tentoonstelling aan het laatste tsarenpaar Nicolaas en Alexandra. De bezoekerscijfers overtreffen tot nu toe alle positieve verwachtingen. De eerste fase is ongeveer een tiende van wat het totale Hermitage Amsterdam moet worden. De investeringen voor de eerste fase bedragen in totaal € 3.850.000. De provinciale bijdrage hier voor bedraagt maximaal € 2 miljoen en is verleend aan de Stichting Hermitage aan de Amstel. Aan voorschot is een bedrag van € 1.600.000 verstrekt. Voor de tweede fase van Hermitage Amsterdam is een provinciale bijdrage van € 7.075.600,beschikbaar. In het besluit van provinciale staten op 25 april 2002 staat opgenomen deze provinciale bijdrage zal worden heroverwogen wanneer niet op 1 januari 2006 met de fysieke realisatie van het hoofdproject is begonnen. De in totaal benodigde investeringen voor het gehele Hermitage Amsterdam zijn begroot op € 39.500.000. Op 3 februari 2004 hebben wij de vragen beantwoord van de D’66 fractie naar aanleiding van een artikel in het Parool. De vragen hadden betrekking op de realisatiekansen van de totale Hermitage Amsterdam en de ondersteuning van de gemeente Amsterdam aan de realisatie van het totale project. De huidige stand van zaken is als volgt. Amstelhof wordt nu nog gebruikt als verpleegtehuis. Er komt nieuwbouw in Diemen en Nieuw Vennep. Dit komt echter pas begin 2007 beschikbaar. Om er voor te zorgen dat in 2005 met de verbouwing tot museum kan worden begonnen, wordt aan een tijdelijk verhuizing gedacht. Dit zou echter wel uiterlijk 1 juni 2005 beschikbaar moeten komen. In eerste instantie zou dit het Slotervaart Ziekenhuis worden maar dit bleek dit niet mogelijk. Nu wordt door de directie van Veram (Verenigde Amstelhuizen) gedacht aan tijdelijke huisvesting in containerbouw. Als dit echter niet doorgaat zal pas in 2007 met de verbouwing tot museum kunnen worden begonnen want de directie van de Amstelhof wil wel minimaal 2 jaar in een vervangende huisvesting zitten omdat 2 keer verhuizen in een korte periode voor de bewoners een te zware opgave zou zijn. Zolang het mogelijk is dat het gebouw in juni 2005 kan worden opgeleverd, is de Stichting Hemitage aan de Amstel bezig met de bouwvoorbereiding (programma van eisen, architectenkeuze, MER-procedure en artikel 19) In juni 2004 is een uitgangspuntennotitie gemaakt voor de renovatie en verbouwing van Amstelhof. Deze heeft de instemming gekregen van Monumentenzorg en het Staatsmuseum
2
Hermitage in St- Petersburg. Men wil nu het gehele gebouw behouden, inclusief het gedeelte dat in 1970 is gebouwd. In november 2004 is het programma van eisenfase afgesloten met een nieuwe budgetraming. Voor de dekking van de geraamde investering ontbreekt momenteel nog € 19,1 miljoen. De Rijksdienst Monumentenzorg spant zich in voor een forse subsidie. De Stichting is in gesprek met het Rijk over een bijdrage vanuit meerdere departementen. Er vinden gesprekken plaats met het Nationaal Restauratiefonds (NRF) en men onderhandelt met banken over het verlenen van een hypotheek. Afhankelijk van de beschikbaarheid van tijdelijke huisvesting en nodige financiële middelen zijn er twee mogelijke data wanneer Amstelhof als museum kan worden geopend. Als begin 2006 kan worden begonnen met de verbouwing zal het museum medio 2007 worden geopend. Als de bewoners van Amstelhof niet naar een tijdelijke huisvesting gaan kan pas april 2007 worden begonnen met de bouw zodat eind 2008 het museum kan worden geopend. 3.
N201+ Krediet: € 112,8 miljoen Op 25 oktober 2004 hebben uw staten ingestemd met de scope van het project N201+, de kostenraming bij deze scope , de dekking van de kosten en met de (tijd)planning van de uitvoering van het project, zoals vastgelegd het Realisatiebesluit en de Realisatieovereenkomst. Ten behoeve van de uitvoering heeft u ingestemd met een provinciaal aandeel in de totale kosten van het project van € 144,2 miljoen. Van dit krediet is € 112,8 miljoen ten laste gebracht van het UNA-compartiment (inclusief een aanvullende bijdrage ad € 31,3 miljoen). De overige € 424,8 miljoen wordt gedekt uit bijdragen van derden zoals het Rijk en gemeenten. Nadat aan de voorwaarden was voldaan - kostenramingen op Voorontwerp (VO) +-niveau en het afgegeven van subsidiebeschikkingen door de gemeenten - heeft op 24 november 2004 de ondertekening van de Realisatieovereenkomst plaats gevonden. De uitvoering van het project start in 2005 en is afgerond in 2011. 4.
Realisatie Wieringerrandmeer Krediet: € 29.000.000 Eind 2003 is de ontwikkelingscompetitie Wieringerrandmeer gestart. Aan de hand van de inschrijvingsleidraad werden private bedrijven uitgenodigd om hun visie te geven op de ontwikkeling van een randmeer in de gemeenten Wieringen en Wieringermeer. Uiteindelijk bleven er 5 consortia over die uitgenodigd werden om een uitgebreide visie te geven. De jury had vervolgens een rangorde bepaald en daarbij het consortium Lago Wirense op de eerste plaats gezet. In februari van dit jaar (2004) zijn de onderhandelingen gestart met het bedrijvenconsortium Lago Wirense. Deze onderhandelingen werden na het zomerreces afgerond wat resulteerde in de concept-Intentieovereenkomst. Deze werd op 12 oktober 2004 aan Gedeputeerde Staten voorgelegd. De concept-Intentieovereenkomst is een uitgebreide overeenkomst waarin afspraken staan over financiële zaken, grondzaken, aanbestedingsregels etc. Beide onderhandelingspartijen spreken hiermee het vertrouwen uit dat zij de visie haalbaar achten en gezamenlijk willen werken aan een Samenwerkingsovereenkomst. In deze overeenkomst worden zaken in nader detail uitgezocht en wordt de visie vertaald naar een plan.
3
In dezelfde periode waarin de concept-Intentieovereenkomst tot stand is gekomen, werkten de publieke partijen aan een concept-Bestuursovereenkomst. Hierin staan publiek-publieke afspraken die gelden tot en met de realisatie van het Wieringerrandmeer. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) neemt in beide overeenkomsten niet deel. Het HHNK heeft haar afspraken neergelegd in de zogenaamde Waterovereenkomst. Provinciale Staten en de gemeenteraad van Wieringermeer hebben in december 2004 met grote meerderheid ingestemd met de ondertekening van de overeenkomsten. Het College van Hoofd Ingelanden heeft in diezelfde maand ingestemd met de Waterovereenkomst. De gemeenteraad van Wieringen heeft niet ingestemd met de overeenkomsten. De Stuurgroep Wieringerrandmeer heeft medio december besloten zich te beraden op deze situatie gedurende een periode van vier à vijf weken. Op grond hiervan kan dan zorgvuldig en weloverwogen een beslissing genomen worden over het vervolg. 5.
ISV-programma Noord-Holland 2002-2004 Krediet: € 21.800.000 Het programma bestaat uit vier projecten verspreid over vier gemeenten, de zogenoemde productiehallen. Deze zijn: Zaanstad, Hilversum. Beverwijk en Den Helder. De productiehal bestaat per gemeente uit één of meerdere projecten. Tot nu toe zijn er voor projecten in Zaanstad en Hilversum beschikkingen afgegeven, op zeer korte termijn zullen ook beschikkingen voor Beverwijk afgegeven worden en ook van Den Helder wordt het een en ander op korte termijn verwacht. Enkele projecten zullen vertraging hebben en kunnen pas in 2005 van start. Op 7 december 2004 hebben wij het besluit genomen om de gereserveerde middelen voor activiteiten die niet vóór 1 januari 2005 in uitvoering genomen kunnen worden, maar wel binnen afzienbare tijd, voor de betreffende gemeenten beschikbaar te houden. In uw statencommissie ROV is hierover op 16 december 2004 gesproken. 6.
Ilperveld Integraal Krediet: € 7.750.000 Het krediet voor dit project is door u beschikbaar gesteld onder de conditie dat de financiering voor 1 januari 2006 rond dient te zijn. In 2004 is een aanvraag voor een bijdrage bij het ministerie van VROM ingediend betreffende de (water)bodemsaneringen. Definitief uitsluitsel hierover wordt verwacht in het eerste kwartaal 2005. Inmiddels gaan de voorbereidingen van het project door en is in januari 2005 gestart met de deelsanering Lombok (dit deel was al eerder financieel gedekt met VROM/WBB-budget van het Rijk). In augustus 2004 bent u schriftelijk geïnformeerd over de voortgang van dit project (met name over de voortgang rond het deelproject watersystemen/natuur). Dit onderwerp was geagendeerd voor uw commissie Natuur, Landbouw, Water en Milieu (NLWM) van 27 september jl. (C-agenda). In december 2004 is gestart met een onderzoek om de definitieve keuze van de variant voor het onderdeel Watersysteemen/natuur adequaat te onderbouwen. Begin 2005 zal uw commissie NLWM weer nader over de voortgang worden geïnformeerd. 7.
Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik bedrijventerreinen (HIRB) Krediet: € 23.500.000 Met het Programma Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen (PIRB) wordt een nieuwe stimulans gegeven aan herstructurering, duurzame maatregelen en innovatief ruimtegebruik op Noord-Hollandse bedrijventerreinen. Centraal staat het (her-)inrichten van nieuwe en bestaande bedrijventerreinen (1.000 ha) op zodanige wijze dat 15% ruimtewinst wordt behaald. Middels de deelverordening Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen (HIRB) wordt subsidie verstrekt voor met name concrete investeringen en
4
in mindere mate onderzoek en procesmanagement. Vanuit het UNA-compartiment is een krediet van € 23,5 miljoen beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van het PIRB en de daarbij behorende deelverordening HIRB in de periode 2004-2007. In 2004 is aan 8 projecten in totaal € 5.875 subsidie verleend. De 8 projecten waaraan subsidie is verleend zijn: 5 projecten waar het gaat om fysieke investeringen (maximaal 35% subsidie): - Omvorming Middenhavengebied in IJmuiden gemeente Velsen : € 1.466.062,50; - Herstructurering bedrijventerrein de Pionier te Nieuw-Vennep : € 1.550.000; - Duurzame herstructurering bedrijventerreinen Oostelijke kanaalzone Alkmaar : 1.307.143; - Revitalisering Achtersluispolder in Zaanstad : 1.200.241; - Revitalisering bedrijventerrein Overleek te Medemblik : € 238.000. 2 projecten waar het gaat om procesondersteuning (maximaal 75% subsidie) - Bedrijventerrein Spoorzicht, Nieuw Vennep in de gemeente Haarlemmermeer : € 22.537; - Parkmanagement bedrijventerrein de Weeren in de gemeente Haarlemmermeer : € 20.160. 1 project met de combinatie van onderzoek en procesbegeleiding - Ontwikkeling van een duurzaam agribusinesscomplex in de Wieringermeer : € 70.000. Uit het subsidiebedrag dat is besteed aan fysieke maatregelen (98 %) blijkt de uitvoeringsgerichtheid van deze regeling. Op 13 september 2004 hebben uw staten besloten om in plaats van jaarlijks twee tendermomenten één tendermoment te hanteren. Per 1 maart 2005 wordt de volgende tender gesloten. 8.
Baggerprogramma Noord-Holland 2004-2008 Krediet: € 10.000.000 Voordat de uitvoering van het baggeren kan starten is het in het kaart brengen van de huidige situatie noodzakelijk. Dit onderzoek is eind 2004 afgerond waarna de uitvoering wordt gestart. De uitvoering dient zorgvuldig plaats te vinden. Aanbestedingsprocedures vergen veel tijd en ook het zoeken naar verwerkingsopties en bronnen van medefinanciering is complex en tijdrovend. Eind 2004 zijn de meeste onderzoeken gereed. In 2004 zal de uitvoering starten met het traject Schagen-Stolpen en later de cluster nautische knelpunten (bij Purmerend, Cruquius, Hillegom en Alkmaar) en het traject Alkmaar -de Zaan. Door de aanloopproblemen zijn niet alle beschikbare middelen voor 2004 ad € 5 miljoen besteeden schuiven derhalve door naar 2005. In het kader van de Programmabegroting 2005 heeft u aanvullend een extra krediet van € 5 miljoen ten laste van het UNA-compartiment beschikbaar gesteld hetgeen de UNA-bijdrage op een totaal van € 10 miljoen brengt. Voor een uitvoerige toelichting verwijzen wij u naar bijlage 2. 9.
Vernieuwingsimpuls Openluchtrecreatie Krediet:€ 20.000.000 Op 8 december 2003 hebben uw staten besloten een krediet beschikbaar te stellen van € 20 miljoen ten laste van de UNA middelen voor de uitvoering van het UNA Programma voor de realisatie van de Vernieuwingsimpuls Openluchtrecreatie. Het programma is gericht op het verhogen van de kwaliteit van de leefomgeving, zodat Noord-Holland een aantrekkelijke vestigingsplaats blijft voor mensen en bedrijven. Het moet zorgen voor de aanleg, instandhouding, bereikbaarheid, kwaliteitsverbetering, vernieuwing,
5
veiligheid en intensiever gebruik van bestaande en nieuwe voorzieningen voor openluchtrecreatie. Het programma kent daartoe vier doelen: 1. Vervangen en vernieuwen van bestaande openluchtrecreatievoorzieningen 2. Het realiseren van betere recreatieverbindingen van stedelijke gebieden met gebieden die voor recreatie belangrijk zijn 3. Het realiseren van extra kwaliteit van openluchtrecreatievoorzieningen 4. Het realiseren van integrale projecten. Het Programma past in de Agenda Recreatie en Toerisme 2004-2007, die uw staten op 16 februari 2004 in hoofdlijnen hebben vastgesteld. Tegelijkertijd hebben uw staten op 8 december 2003 de Deelverordening vernieuwingsimpuls openluchtrecreatie vastgesteld. Deze dient ertoe om de beschikbare € 20 miljoen via subsidieverlening te besteden aan projecten die zijn gericht op (één van) de genoemde vier doelen, door middel van 4 inschrijvingen met een subsidieplafond van € 5 miljoen elk. In januari 2004 is eerste inschrijving geweest. Er zijn 65 aanvragen ingediend, waarvan er 24 voldeden aan de subsidiecriteria. Deze konden alle gehonoreerd worden binnen het subsidieplafond. In totaal is voor € 4.753.678 verplichtingen aangegaan. Het gaat om 9 projecten van 6 gemeenten en 15 projecten van 6 recreatieschappen. Van het totale bedrag wordt ongeveer 2/3 besteed aan vervanging van voorzieningen en 1/3 aan betere verbindingen. Voor volgende drie inschrijvingen resteert dus nog een bedrag van € 15.246.322. De tweede inschrijving was in oktober 2004; de besluitvorming hierover vindt plaats in januari 2005. De derde en vierde inschrijving zijn voorzien voor oktober 2005 en oktober 2006. Jaarlijks informeren wij u over de resultaten van het Programma in het kader van de jaarrapportages over de uitvoering van de Agenda Recreatie en Toerisme 2004-2007. In 2007 vindt een eindevaluatie plaats van de uitvoering van de Agenda; hierin is dan ook een evaluatie opgenomen van het gehele programma Vernieuwingsimpuls Openluchtrecreatie. Projecten behorend tot het Programma Sociale en Culturele Infrastructuur 10.
Nieuwbouw Regionaal Historisch Centrum Hoorn Krediet: € 250.000 Op 27 mei 2003 heeft u Staten besloten om als onderdeel van het UNA-Programma Sociaal en Culturele Infrastructuur een bijdrage van maximaal € 250.000 beschikbaar te stellen aan de gemeente Hoorn voor de totstandkoming van het Regionaal Historisch Centrum WestFriesland te Hoorn. Conform de subsidietoekenning zou uiterlijk 31 januari 2004 met de uitvoering van het project gestart dienen te worden en uiterlijk 31 maart 2005 zou het project moeten worden opgeleverd. De bouw heeft echter vertraging opgelopen. De juridische procedure rond de bouwvergunning is echter afgerond en op 26 november 2004 is met de bouw begonnen. De verwachte oplevering van het gebouw wordt nu zomer 2006. 11.
Revitalisering Sluis bij Kudelstaart Krediet: € 490.000 Project is in uitvoering en zal medio 2005 worden opgeleverd.
6
12.
Museum Pest- en Dolhuys Haarlem Krediet: € 900.000 Op 23 juni 2004 hebben uw Staten besloten een bijdrage van maximaal € 900.000 beschikbaar te stellen voor de realisering van het museum van de Psychiatrie Pest en Dolhuys. Exclusief de kosten voor het cascoherstel (€ 1.781.829,-), die de gemeente Haarlem voor haar rekening neemt zijn de totale kosten geraamd op € 2.781.839,-. De officiële opening van het museum staat gepland op 26 januari 2005. Het is de bedoeling dat het museum vanaf 10 november 2004 open zal zijn voor publiek. 13.
Projectplan Sportinfrastructuur Noord-Holland Krediet: € 1.500.000 De beschikking voor het eerste projectjaar is op 20 juli 2004 afgegeven aan Sportservice Noord-Holland. In de beschikking aan Sportservice is opgenomen dat binnen 13 weken na elk projectjaar, een voortgangsrapportage moet worden ingezonden. Dit betekent dat de eerste voortgangsrapportage pas op 1 april 2005 beschikbaar is. Voor de eerste vier sportondersteuningspunten zijn regiocoördinatoren aangesteld. Zij zijn begonnen met de opzet van
de regionale sportondersteuningspunten. 14.
EBH-project Haarlem Krediet: € 1.400.000 De beschikking zal in januari 2005 worden afgegeven. De bouwvoorbereidingen zijn van start gegaan, namelijk grondsanering rondom de te restaureren en her te bestemmen gebouwen.. Cascoherstel van de twee door de provincie gesubsidieerde onderdelen zal in de eerste helft van 2005 van start gaan. 15.
Renovatie en her bestemming De Adelaar Krediet: € 728.000 Op 6 december 2004 hebben uw staten besloten om de subsidierelatie met de gemeente Zaanstad aan te gaan. Daarmee is aan uw randvoorwaarde met betrekking tot de vereiste rechtspersoon voldaan. Doorgang van het project is nu alleen nog afhankelijk van een acceptabele belastingregeling voor de particuliere investeerders. Het project zal bij een gunstige belastingregeling van start gaan in het eerste kwartaal van 2005. De subsidiebeschikking is in december 2004 afgegeven.
3. Prioritaire UNA-projecten Door uw staten is in de voorafgaande jaren een aantal projecten als zogenoemde prioritaire UNA-project aangewezen. Voor de meeste daarvan, zoals bijvoorbeeld de N201+, hebben uw staten inmiddels een definitief besluit genomen. Momenteel resteren er vijf prioritaire UNAprojecten zoals Zeepoort IJmond. De inhoudelijke en financiële kaders van een prioritair UNA-project zijn nader uitgewerkt maar het project is nog niet besluitrijp om als kredietvoorstel aan uw staten voor te leggen. Voor ieder prioritair project is een indicatieve UNA-bijdrage aangegeven om aan uw staten inzicht te geven in de hoogte van de eventuele provinciale financiële bijdrage aan het project. De definitieve provinciale bijdrage kan echter afwijken van de thans aangegeven indicatieve bijdrage. Een indicatieve bijdrage leidt niet tot een harde reservering binnen het UNAcompartiment. Immers, prioritaire UNA-projecten kunnen nog worden ingetrokken, bijvoorbeeld indien er zich betere of urgentere projecten aandienen. Met het PS-besluit om een project als prioritair UNA-project aan te wijzen machtigt u ons om met inachtneming van de met u afgesproken uitgangspunten een prioritair UNA-project
7
verder uit te werken en voor te bereiden voor definitieve besluitvorming in uw staten. Hierbij kunnen wij gebruik maken van het algemeen voorbereidingskrediet UNA op basis van de 1%regeling waarbij ten laste van het algemene voorbereidingskrediet UNA voor ieder project tot 1% van de indicatieve bijdrage voor verdere voorbereiding en uitwerking kan worden ingezet. (Voorbeeld: voor Zeepoort IJmond kan met dit doel tot € 340.000 worden besteed, zijnde 1% van de indicatie UNA-bijdrage ad € 34 miljoen).). Op dit moment zijn er vijf prioritaire UNA-projecten met een totaal aan indicatieve bijdragen van € 98.932.000.: 1. Zeepoort IJmond Indicatieve UNA-bijdrage: € 34.000.000 In januari 2004 heeft regio (provincie, Amsterdam, KvK) bestuurlijk overleg gehad met de minister van V&W over verbetering van de zeetoegang, c.q. de aanleg van een tweede zeesluis. De uitkomst van het overleg was dat de minister nog geen standpunt wil innemen maar aan de regio heeft gevraagd eerst aan te geven welke ruimtelijk economische visie zij heeft op het Noordzeekanaalgebied en welke rol de haven daarin speelt. In deze visie wil de minister tevens de verhouding tot de haven van Rotterdam zien toegelicht. Verder wil de minister dat voor de oplossing van het bereikbaarheidsprobleem van de NZKG-havens niet alleen gekeken wordt naar de aanleg van een sluis maar dat ook (innovatieve) alternatieve oplossingsrichtingen worden onderzocht. De minister vraagt verder ook aan te geven hoe de uitkomsten van de kosten-batenanalyse kunnen worden verbeterd en welke haalbare financieringsmodellen de regio ziet, waarbij zeker niet moet worden voorbijgegaan aan PPSconstructies. Op 18 november zijn de resultaten in een bestuurlijk overleg met de minister gepresenteerd. Dit moet leiden tot een concreet standpunt van de minister met betrekking tot het vervolgtraject ten aanzien van de verbetering van de zeetoegang. •
•
•
• •
Binnen het project Zeetoegang IJmuiden hebben vier werkgroepen zich met beantwoording van de afzonderlijke vragen van de minister bezig gehouden. Vervolgens zijn de resultaten van de werkgroepen samengebracht in een integraal eindrapport dat op 18 november aan de minister is aangeboden. In dit eindrapport wordt het volgende geconcludeerd:De havens in het Noordzeekanaalgebied zijn van wezenlijk belang voor de economie en de werkgelegenheid van de Noordvleugel en voor de internationale concurrentiepositie van Nederland. Het sluizencomplex bij IJmuiden voldoet niet meer. Er is maar één sluis geschikt voor de zeevaart, hetgeen voor met name containerschepen een onoverkomelijk bezwaar is. Die ene sluis neemt bovendien af in beschikbaarheid en zorgt door de groei van vrachtvervoer over zee voor snel oplopende wachttijden voor alle scheepvaart. Tot slot is deze sluis niet breed genoeg voor de nieuwe generatie container- en bulkschepen die de nieuwe 'werkpaarden' worden in de zogeheten Hamburg-Le Havrerange. Er zijn verschillende oplossingsrichtingen. De regio heeft er drie onderzocht: die waarbij de haven activiteiten werden verplaatst naar de andere kant van het sluizen complex, die waarbij een open verbinding met de zee werd gerealiseerd, en die waarbij een nieuwe grote sluis werd aangelegd. Van deze oplossingsrichtingen is alleen de optie van een nieuwe grote zeesluis haalbaar: het is de enige die een evenwicht tussen kosten en baten mogelijk maakt én die uiterlijk in 2015 gerealiseerd kan zijn. Het is wel nodig dat de Middensluis wordt opgeheven en dat de verbeteringsmaatregelen in de voorhaven (ook wel het 'nulplus-alternatief' genoemd) worden afgerond. Een
8
• • • • •
insteekhaven bij de Averijhaven kan een aanvulling op deze maatregelen zijn om de lichter- en overslagfaciliteiten op een duurzame wijze te realiseren. Voor het verdwijnen van de Middensluis zijn compenserende maatregelen nodig en mogelijk. Verdere kostenbeperking is mogelijk door gebruik te maken van innovatieve aanbestedingsvormen. De financiering kan geregeld worden via een (taakstellende) rijksbijdrage, via voorfinanciering door de gemeente Amsterdam, via een PPS-constructie, of via een combinatie van deze mogelijkheden. Als de containerterminal in Amsterdam gaat lopen, moet de verbeterde zeetoegang eerder klaar zijn dan in 2015. Een versnelling van de procedures is dan noodzakelijk. De regio is bereid samen met het rijk vorm te geven aan een krachtige publieke regie over dit project.
Op basis van deze conclusies vraagt de regio vervolgens aan de Minister van Verkeer en Waterstaat: 1) het belang van Zeehavens Amsterdam voor de economie van de Noordvleugel en voor de internationale concurrentiepositie van Nederland te erkennen; 2) de verbetering van de zeetoegang te zien als een noodzakelijke voorwaarde om deze positie waar te maken; 3) te onderschrijven dat een goedkope nieuwe sluis de beste oplossing biedt die ook haalbaar is; 4) met de regio te zoeken naar de mogelijkheid om de bouw van een dergelijke sluis te realiseren. De minister heeft bij het in ontvangst nemen van het rapport en begrip getoond voor het standpunt van de regio. Alvorens zij echter een nader besluit ter zake wil nemen wil zij eerst nader advies inwinnen. Onder andere van het CPB op het punt van het realiteitsgehalte van de gepresenteerde kosten-batenanalyse. Bij eerdere sluisplannen bleek uit zo’n CPB-toets een onoverbrugbaar gat tussen kosten en baten. Omdat de regio bij het opstellen van de KBA dit keer aansluiting heeft gezocht bij de door het CPB gehanteerde systematiek, is het niet aannemelijk dat het CPB thans wederom tot een sterk afwijkende conclusie zou komen. Op basis van de ingewonnen adviezen wil de minister dan zo spoedig mogelijk weer overleg om nadere afspraken te maken. De afspraak is gemaakt om begin 2005 (maart) opnieuw een bestuurlijk overleg tussen Rijk en regio te houden, waaraan van Rijkszijde dan meerdere departementen zouden kunnen deelnemen (mogelijk ook VROM, EZ en Financiën). 2. Realisatie PEHS (2e tranche) Indicatieve bijdrage : € 12,500.000 In de Programmabegroting 2005, door uw staten vastgesteld op 15 november 2004, is het project Realisatie PEHS opgenomen met een bedrag van € 12,5 miljoen. Bepaald is dat van de eerste en tweede tranche samen (ad € 25 miljoen) € 16 miljoen wordt ingezet voor voorfinanciering van de verwerving van natuurgebieden t.b.v. de PEHS. De overige € 9 miljoen wordt besteed aan - een daadkrachtige uitvoering van de realisatie van de PEHS, - de gewenste inschakeling van particulieren bij het beheer - het wegnemen van knelpunten in bestaande natuurgebieden waartoe € 1 miljoen voor het ecoduct Zandvoortselaan. Begin 2005 zullen wij een totaalvoorstel aan uw staten
9
voorleggen. Momenteel wordt voorbereid een “Overeenkomst Voorfinanciering grondaankopen PEHS 2005” tussen de provincie en het ministerie van LNV. 3.
Restantbudget Sociaal en Culturele Infrastructuur Indicatieve UNA-bijdrage: € 4.732.000 In uw vergadering van 21 juni 2004 heeft u kennis kunnen nemen van onze brief van 11 mei 2004 (kenmerk 2004-18866). Hierin hebben wij u meegedeeld: voor welke initiatieven wij hebben gekozen die in aanmerking kunnen komen ten laste van het restantbudget Sociaal en Culturele Infrastructuur (€ 4.732.000); op welk moment nadere besluitvorming kan worden verwacht inzake de daadwerkelijke toewijzing en hoogte van de UNA-bijdrage aangaande deze initiatieven. Enkele maanden later, bij brief van 12 oktober 2004 (kenmerk 2004-41583), hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken van dat moment. Van de drie initiatieven waarvan gepland was om daar in het najaar van 2004 een besluit over te nemen, hebben wij er nog twee in beraad gehouden. De voorbereiding van de initiatieven is namelijk nog niet voldoende gevorderd om er een besluit over te kunnen nemen. Het gaat om de Brede Mediatheek en Museum Broekerveiling. Wij willen daar een besluit over nemen in het voorjaar van 2005. Voor het derde initiatief, het Mobiele Jeugdtheater, zullen wij u geen voorstel doen om het initiatief te honoreren. Naar onze inschatting kan niet gewaarborgd worden dat het kostendekkend kan worden geëxploiteerd. Ons besluit om u geen voorstel te doen is kort aan de orde geweest in de vergadering van de Statencommissie Sociale Infrastructuur van 24 november 2004. De commissie heeft ingestemd met ons besluit. Dit houdt in, dat u nadere besluitvorming over alle resterende initiatieven in het voorjaar van 2005 tegemoet kunt zien. Het betreffen de initiatieven: twee Regionaal Historische Centra, Pampus, het Inzichtcentrum voor droogmakerijen en waterbeheer, Brede Mediatheek en Museum Broekerveiling. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij u naar bijlage 3. 3. UNA-ISV 2005-2010 Indicatieve bijdrage:
€ 30.000.000
De € 30.000.000 wordt als volgt gedekt:
€ 19 miljoen ten laste van het prioritair UNA-project ISV-programma NoordHolland 2005-2010;
€ 11 miljoen ten laste van de verhoging van dit ISV-programma ten behoeve van sociale infrastructuur.
Wij hebben bij het UNA ISV-programma gekozen voor een extra impuls stedelijke vernieuwing (in de 1e tranche in 4 gemeenten), niet alleen via financiële middelen, maar juist ook via een nauwere samenwerking tussen provincie en gemeenten, middels o.a. inzet van bestuurskracht en deskundigheid (Productiehallen: in de 1e tranche bijvoorbeeld KnoopuntBeverwijk, stationsgebied/monorail). Ook voor de 2e ISV periode zijn UNA-middelen gereserveerd. Voor de besteding van deze € 30 miljoen UNA-ISV-middelen 2005-2009 zullen wij U volgens planning in oktober volgend jaar een integraal voorstel voorleggen, waarbij rekening gehouden wordt met de provinciale ISV-prioriteiten zoals verwoord in het provinciaal beleidskader ISV 2: 'In een gezamenlijke aanpak ligt de oplossing' , Intensief
10
Ruimtegebruik (Task Force intensief ruimtegebruik) en bodemsanering met ICT1-aspecten (Wbb), conform de verschillende moties die door u afgelopen jaar zijn aangenomen met betrekking tot de inzet van dit budget. 5. Noord-Holland Maritiem / Water als Economische Drager Indicatieve UNA-bijdrage: € 17.700.000 Het doel van dit projectenprogramma is om te komen tot een programmatische aanpak van de uitvoering van bestaande en nieuwe projecten in en om vaarwegen in Noord-Holland ter versterking van de economie. Medio 2004 is de inzet van het programma verbreed door het plangebied te vergroten naar heel Noord-Holland. Tevens wordt gewerkt met een shortlist van sleutelprojecten die op korte termijn uitvoeringsgereed zijn en een long list van projecten die binnen drie jaar uitvoeringsgereed zijn. Twee projecten zijn uitvoeringsgereed in 2004 en komen niet meer op de shortlist voor nl. Kolhorn fase 1, Ansjoviskade en de Aquacamping Robbenoordbos. In 2005 heeft de shortlist 7 sleutelprojecten, te weten: 1. Regionaal havengebonden bedrijventerrein Kop van NH (Kooypunt) 2. Herstructurering nat bedrijventerrein Overleek, Medemblik 3. Herinrichting haven van Schagen/ herstructurering Lagedijk (fase 2) 4. Nautisch centrum en jachthaven De Schelphoek, Hoorn 5. Jachthaven en Waterwoningen Zaanstad 6. Stadsbinnenhaven de Schelphoek, Alkmaar 7. Water recreatie knooppunt Kolhorn fase 2
Belangrijk project is de Regionale binnenhaven in de Kop van Noord-Holland, de aanbesteding zal in januari 2005 duidelijk geven over de markttechnische haalbaarheid. Op de long list is een project opgenomen om vervoer over water te stimuleren. Eind 2004 is een project gestart met EVO (landelijke verladers en vervoerders organisatie) om na te gaan hoe in Noord-Holland modal shift (“Hoe vinden verladers en vervoerders de weg naar het water”) uitgevoerd wordt. Doel is in april 2005 acties te formuleren welke de provincie kan ondernemen teneinde intensivering van goederenvervoer over water te bereiken, tevens wordt ism Stichting Amsterdam Cruise Port de projectmatige ontwikkeling van Riviercruisevaart in N-H in gang gezet. . Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij u naar bijlage 3. 4.
Overige aanwending middelen UNA-compartiment
Extra Investeringsimpuls Noord-Holland In het kader van de Programmabegroting 2005 hebben wij aan u ter vaststelling de notitie “Uitgangspunten Extra investeringsimpuls Noord-Holland” voorgelegd. Van de totale investeringsimpuls van € 500 miljoen wordt € 145 miljoen ten laste gebracht van de vrij 1
Intensiveren, Combineren en Transformeren
11
besteedbare UNA-middelen. Van de € 145 miljoen hebben uw staten in oktober 2004 € 31,3 miljoen voor de N201+ beschikbaar gesteld (zie project N201+ onder 1). Er resteert derhalve nog € 113,7 miljoen. Extra investeringsimpuls Noord-Holland ten laste van het UNA-compartiment a. Wegenprojecten (exclusief bijdrage N201+ ad € 31,,3 miljoen, zie B3) € 8.700.000 b. Zorg en Cultuur € 95.000.000 c. Versterking Economie NH Noord via cluster Duurzame Energie € 10.000.000 Totaal € 113.700.000 Ondergrondse parkeergarage Nieuwbouw Dreef Bij motie 10-1 van 2004 heeft u ons opgedragen uit de UNA-middelen maximaal € 7 miljoen te reserveren ten behoeve van de aanleg van een ondergrondse parkeergarage Nieuwbouw Dreef Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, J.J. Schipper, voorzitter H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris
12
Ontwerpbesluit Nr. 123 Provinciale Staten van Noord-Holland; gezien de voordracht van Gedeputeerde Staten inclusief de daarbij behorende bijlagen; gelet op het advies van de statencommissies; besluiten: 1. Kennis te nemen van de stand van zaken met betrekking tot de reeds geaccordeerde UNA-projecten; 2. in te stemmen met de plannen van aanpak van de prioritaire projecten Sociaal en Culturele Infrastructuur en Water als Economische Drager. Haarlem, Provinciale Staten voornoemd,
, voorzitter
, statengriffier
Titel:Vd 123: Actualisatie UNA-projecten 2004 Datum:21-12-2004 Nummer:123
13
