Protocol:
(Vakantie)verlof
Auteur:
Hoofd P,O&O
Autorisator:
Raad van Bestuur
Beoordelaars:
Medewerker P,O&O
Goedgekeurd (paraaf) Komende Evaluatiedatum:
December 2014
Dienst P.O&O. / (Vakantie)verlof / december 2012
1
Protocol (Vakantie)verlof
Stichting Vughterstede
2
Inhoudsopgave
1. (Vakantie)verlof
4
2. Extra bovenwettelijke vakantie-uren
6
3
Protocol (Vakantie)verlof Per 1 januari 2013 vervalt het onderscheid tussen vakantieverlof en PLB (Persoonlijk Levensfasebudget). Er is geen apart PLB-budget meer, de (PLB)uren worden omgezet in vakantieverlof. Bij de medewerkers die er in 2012 voor gekozen hebben de PLB uren te gebruiken voor tijdsparen, worden deze uren in 2013 toegevoegd aan het vakantieverlof. Deze uren blijven bovenwettelijke vakantierechten.
1.
(Vakantie)verlof
Opbouw (vakantie)verlof Een fulltime medewerker heeft per kalenderjaar recht op 224 uur basis-vakantieverlof met behoud van salaris. Dit bestaat uit 144 uur wettelijke verlofuren en 80 uur bovenwettelijke verlofuren. Tevens ontvangt een medewerker vanaf 1 januari 2013 extra uren bovenwettelijk vakantieverlof (voorheen PLB) dat gefaseerd wordt ingevoerd. Parttime medewerkers hebben deze rechten naar rato van hun dienstverband. Het verlof wordt maandelijks opgebouwd (1/12e deel van het jaarverlof). Als een medewerker ziek is, wordt er ook (vakantie)verlof opgebouwd. Dit geldt voor zowel wettelijke als bovenwettelijke verlofuren. Medewerkers die tijdens hun ziekteperiode op vakantie gaan en hierdoor geen reintegratieverplichtingen kunnen nakomen moeten hiervoor hun vakantie-uren opnemen (dit kan zowel van wettelijke als van bovenwettelijke verlofuren worden afgeboekt). Indien men tijdens vakantie ziek wordt, dient men direct contact op te nemen met de Dienst P.O&O en de leidinggevende. Voor teruggave van vakantieverzuim is een verklaring van de behandelend arts nodig (zie ‘protocol verzuim voor werknemers’). Tijdens onbetaald verlof (zoals ouderschapsverlof) vindt er geen opbouw van wettelijke en bovenwettelijke vakantie-uren plaats. Bij gedeeltelijk onbetaald verlof vindt de opbouw plaats over de uren waarop de werknemer daadwerkelijk werkt. Inhoud van het (vakantie)verlof Het (vakantie)verlof wordt ook wel aangeduid als het ‘verlofmandje’. Dit bestaat uit het basis (vakantie)verlof en is bedoeld voor het opnemen van verlof voor: - Vakantiedagen; - Feest en gedenkdagen (genoemd in de CAO VVT); - Bijzondere omstandigheden zoals huwelijk, huwelijksjubilea, bevalling echtgenote, overlijden bloed- en aanverwanten; - Calamiteiten en ander kort verzuimverlof, uitgezonderd hierop betreft het direct moeten regelen van zorg bij ziekte van een gezinslid. Opnemen van (vakantie)verlof De wettelijke en bovenwettelijke verlofuren hebben een verjaringstermijn van 5 jaar. Het vakantieverlof dient echter in principe opgenomen te worden in het kalenderjaar waarin de aanspraak op deze uren is ontstaan. Overschrijven van verlofuren naar een volgend kalenderjaar is slechts toegestaan voor het gemiddelde omvang uren dienstverband. - Voor een fulltimer is dit 36 uur; - Voor bijvoorbeeld een medewerker met een dienstverband van gemiddeld 20 uur per week is dit 20 uur.
4
Vakantieverlof dient als volgt opgenomen te worden:
-
1 januari
-
1 juni
1/5 deel vakantie-uren voorjaar
1 juni
-
1 oktober
3/5 deel vakantie-uren zomer
1 oktober
-
15 december
1/5 deel vakantie-uren najaar
Aanvragen voorjaarsvakantie indienen voor 15 september, vaststellen door de leidinggevende uiterlijk 1 oktober; Aanvragen zomervakantie indienen voor 1 november, vaststellen door leidinggevende uiterlijk 15 december; Aanvragen najaarsvakantie indienen voor 15 mei, vaststellen door leidinggevende uiterlijk 1 juni.
Aanvragen voor vakantie worden via de mail en/of schriftelijk ingediend bij de leidinggevende. Deze vakantieaanvragen worden door de leidinggevende via de mail en/of schriftelijk bevestigd aan de medewerkers. Indien de medewerker geen vakantieaanvraag indient bij de leidinggevende voor de genoemde data, kan zijn/haar vakantie, door de leidinggevende vastgesteld worden binnen de ruimte die het rooster biedt waarbij de medewerker zijn voorkeur aan kan geven binnen de dan nog vrije periode. De vaststelling moet tijdig bekendgemaakt worden aan de betrokken medewerker. In de periode 15 december tot 1 januari kan geen vakantieverlof opgenomen worden, tenzij de dienst het toelaat. Voor een vakantieaanvraag van meer dan drie weken in het voor- of naseizoen is toestemming van de leidinggevende nodig. In het hoogseizoen (van 1 juni t/m 30 september) kan als regel niet meer dan drie weken vakantie worden opgenomen, tenzij de dienst het toelaat. Vakantieplanning gebeurt op een zodanige wijze dat zowel rekening wordt gehouden met de wensen van de medewerkers als met belangen van de organisatie. Indien een medewerker het niet eens is met zijn/haar vakantieplanning kan de medewerker daartegen bezwaar aantekenen. Het bezwaar wordt besproken in het M.T. Om teleurstelling te voorkomen dient men eerst vakantie in de organisatie te regelen, alvorens afspraken te maken met o.a. het reisbureau, boeken via internet, vrienden etc.
5
2.
Extra bovenwettelijke vakantie-uren
Opbouw extra bovenwettelijke vakantie-uren De werknemer heeft per kalenderjaar en afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het betreffende kalenderjaar bereikt, naast het vakantieverlof recht op het navolgende aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Vanaf 2017 geldt voor iedereen extra bovenwettelijke vakantie-uren van 35 uur per jaar. De extra bovenwettelijke vakantie-uren zijn naar rato dienstverband, het overzicht hieronder is op basis van een fulltime dienstverband. Leeftijd
Basis-vakantieuren
18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 t/m 29 jaar 30 t/m 39 jaar 40 t/m 44 jaar 45 t/m 49 jaar 50 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar
224 uur 224 uur 224 uur 224 uur 224 uur 224 uur 224 uur 224 uur 224 uur
2013 6 uur 6 uur 6 uur 6 uur 13 uur 20 uur 25 uur 32 uur 32 uur
2014 12 uur 12 uur 12 uur 12 uur 19 uur 26 uur 28 uur 32 uur 32 uur
2015 18 uur 18 uur 18 uur 18 uur 25 uur 32 uur 32 uur 32 uur 32 uur
2016 24 uur 24 uur 24 uur 24 uur 32 uur 32 uur 32 uur 32 uur 32 uur
2017 35 uur 35 uur 35 uur 35 uur 35 uur 35 uur 35 uur 35 uur 35 uur
Overgangsregeling 50-55 jaar Werknemers die op 31 december 2011 in dienst zijn bij een werkgever die valt onder de CAO VVT, van 50 jaar tot 55 jaar, hebben bij het bereiken van de leeftijd van 55 jaar recht op onderstaande extra bovenwettelijke vakantie-uren (op fulltime basis): Geboren in: 1961 1960 1959 1958 1957
extra bovenwettelijke vak.uren bij het bereiken leeftijd van 55 jaar 45 55 60 70 80
Overgangsregeling 55 jaar en ouder Werknemers die zijn geboren tussen 1947 en 1956 ontvangen vanaf 2012 tot de uitdiensttreding jaarlijks 93 extra bovenwettelijke vakantie-uren (op fulltime basis). Werknemers die vóór 1 januari 2009 in dienst waren bij een verpleeg- en verzorgingshuis en de leeftijd hadden bereikt van 55 jaar, ontvangen tot de uitdiensttreding jaarlijks 111 extra bovenwettelijke vakantie-uren (op fulltime basis). Oproepkrachten bouwen ook extra bovenwettelijke vakantie-uren op, deze worden echter maandelijks uitbetaald. Medewerkers met een zogenaamd min/maxcontract bouwen extra bovenwettelijke vakantieuren op: voor het minimaal aantal uren geldt dezelfde regeling als voor werknemers met een parttime dienstverband. Voor meeruren geldt dat de extra bovenwettelijke vakantie-uren maandelijks worden uitbetaald. Medewerkers die volledig arbeidsongeschikt zijn, hebben een volledige opbouw van wettelijke en bovenwettelijke vakantie-uren. Ook voor deze medewerkers geldt dat zij indien mogelijk (vakantie)verlof op moeten nemen .
6