Jaarverslag
2013
Versie 1.0 Vastgesteld Raad van Bestuur: 15-04-2014 Goedgekeurd Raad van Toezicht: 25-04-2014
Inhoudsopgave Colofon Voorwoord Leeswijzer 1 Bevolkingsonderzoek Midden-West 1.1 Organisatieprofiel 1.2 Missie en visie 1.3 Organisatieontwikkeling 1.4 Ondernemingsraad 1.5 Raad van Toezicht
3 4 5 6 6 6 6 6 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Resultaten 2013 Cliëntperspectief Bedrijfsperspectief Leer- en groeiperspectief Financieel perspectief
8 8 8 9 9
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3
Bevolkingsonderzoek borstkanker Algemeen Resultaten Opkomst en herinneringen Afmeldingen Ontwikkelingen MammoXL Standaard vier mammogrammen Minder-valide cliënten Borstprothesen Best practice Planning Cliënttevredenheidsonderzoek Wetenschappelijk onderzoek MASS-trial DENSE studie Onderzoeken naar CAD en risicostratificatie
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5
Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Algemeen Resultaten Actieve participatie Passieve participatie Afmeldingen Resultaten van uitstrijkjes Ontwikkelingen Scholing doktersassistenten Audits Carcinoomaudit Ketenpartneronderzoek Vernieuwing bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 4.4 Wetenschappelijk onderzoek 4.4.1 IMPROVE
. . . . . . . 2
10 10 10 10 10 10 10 11 11 11 11 11 11 11 12 12 13 13 13 13 13 14 15 15 15 15 15 16 16 16 16
5 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2
Bevolkingsonderzoek darmkanker Algemeen Implementatie bevolkingsonderzoek darmkanker Wetenschappelijk onderzoek Proefbevolkingsonderzoek 4de ronde Family matters
17 17 17 18 18 18
6 6.1 6.1.1 6.1.2 6.2 6.2.1 6.2.2
Cliëntreacties en kwaliteit Cliëntreacties Bevolkingsonderzoek borstkanker Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Kwaliteit HKZ-certificaat Visitatie Bekijkeenheid Utrecht – LRCB
19 19 19 19 19 19 19
7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.2
Landelijke samenwerking Screeningsorganisaties en FSB Algemeen Inkooptrajecten Projecten RIVM
21 21 21 21 21 21
8 8.1 8.2 8.3
Financiën Balans Borstkanker – Staat van baten en lasten 2013 Baarmoederhalskanker – Staat van baten en lasten 2013 Darmkanker – Staat van baten en lasten 2013 Totaal resultaat Bevolkingsonderzoek Midden-West 2013
23 23 23
8.4 8.5
24 24 25
Bijlagen
27
A
Afkortingenlijst
28
B
Organogram
29
C
Samenstellingen in 2013
30
D
Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoeken
31
E
Opkomst borstkanker per gemeente
32
F
Opkomst baarmoederhalskanker per gemeente
33
G
Personeel
34
Colofon Jaarverslag 2013 Vormgeving en opmaak: jacobenjacobus.nl Coördinatie en eindredactie:
[email protected] Bevolkingsonderzoek Midden-West Hoogoorddreef 54-e Gebouw Europlaza 1101 BE Amsterdam t 020 409 66 00 f 020 409 66 66 e
[email protected] i www.bevolkingsonderzoekmidden-west.nl April 2014
. . . . . . . 3
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2013 van Bevolkingsonderzoek Midden-West. Hiermee wordt aan zowel de interne als externe belanghebbenden verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de doelstellingen van het jaar 2013. Het was een jaar vol ontwikkelingen op het gebied van de screening naar kanker. Bevolkingsonderzoek Midden-West ziet deze ontwikkelingen als een inspirerende uitdaging en heeft vanuit de opgebouwde deskundigheid en nimmer aflatende betrokkenheid hieraan een grote bijdrage geleverd. Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker waren we in afwachting van het evaluatierapport van de gezondheidsraad over de verhouding tussen nut en risico’s van deze screening op basis van de internationale wetenschappelijke literatuur. Ondertussen hebben we in 2013 meer dan 240.000 vrouwen op borstkanker gescreend. Eveneens hebben we bijgedragen aan de stand van de wetenschap en innovatie van het bevolkingsonderzoek door de ondersteuning van zes wetenschappelijke onderzoeken. Tevens is een cliënttevredenheidsonderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat onze cliënten onze inspanningen met een 9,1 waarderen. Daar zijn we enerzijds erg trots op terwijl het anderzijds ook leidt tot een plan met verbeterpunten. Want ‘als je stopt met beter worden dan stop je met goed te zijn’ (Confucius). Voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is in 2013 een uitvoeringstoets tot stand gekomen onder leiding van het Centrum van Bevolkingsonderzoek van het RIVM om de vernieuwing van het bevolkingsonderzoek vorm te geven. De gevolgen voor de cliënt, de ketenzorg en de screeningsorganisaties zijn de belangrijkste invalshoek bij de afwegingen geweest voor onze organisatie. De minister van VWS heeft in oktober 2013 besloten tot deze vernieuwing waardoor de tweejarige voorbereidingsfase aangebroken is om de wijzigingen te implementeren. Het wordt een verandertraject waarbij ‘tijdens de verbouwing de winkel open blijft’.
. . . . . . . 4
De invoering van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker heeft in 2013 veel tijd en aandacht gekregen. Om de start van dit derde bevolkingsonderzoek mogelijk te maken moest intern een nieuw organisatieonderdeel opgezet worden met alle facetten die daarbij komen kijken. Landelijk vond zeer veel afstemming plaats met de andere screeningsorganisaties en ketenpartners om tot een uniforme output te komen. Gezien het landelijk bereik van de bevolkingsonderzoeken dient elke cliënt, ongeacht de woonplaats, eenzelfde dienstverlening te krijgen. Het was een project waarbij het besef sterk aanwezig was dat de slogan gold: ‘If you fail to plan, you plan to fail’. De interne organisatie en bedrijfsvoering stond in het teken van het doorontwikkelen van de planning- en controlcyclus. Na een beleidsvoorbereidende fase (eind 2012) van het meerjarenbeleid is 2013 het eerste jaar geweest waarin het voorgenomen beleid tot uitvoering kwam. De resultaten en stappen die daarin zijn gezet zijn weergegeven in dit jaarverslag. Tevens heeft de ontwikkeling van een toekomstbestendige organisatiestructuur prioriteit gekregen en heeft geleid tot een aanpassing van de leidinggevende structuur. Vacatures die hieruit voortvloeiden zijn inmiddels ingevuld waardoor we nu met een vaste ploeg het beleid in 2014 handen en voeten gaan geven.
voorwoord
Tot slot bedank ik alle medewerkers hartelijk voor hun tomeloze inzet in 2013. Zonder hun inspanningen zouden zowel de dagelijkse werkzaamheden als de veranderingen en vernieuwingen niet tot stand zijn gekomen. Graag nodig ik u uit tot verder lezen.
Evelien Bongers MBA Bestuurder April 2014
Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt een algemeen beeld van Bevolkings onderzoek Midden-West in 2013 geschetst. Dit gebeurt in het overzicht van de organisatieontwikkeling en de verslagen van de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht. De resultaten zoals behaald in 2013 staan beschreven in hoofdstuk 2. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 wordt steeds een bevolkings onderzoek onder de loep genomen. Dit betreft het bevolkings onderzoek borstkanker, het bevolkingsonderzoek baarmoeder halskanker en het (nieuwe) bevolkingsonderzoek darmkanker. Sommige onderwerpen die in hoofdstuk 2 al kort benoemd zijn, worden in deze hoofdstukken verder toegelicht. Na een introductie van het betreffende bevolkingsonderzoek volgen de resultaten van 2013, de ontwikkelingen binnen het bevolkingsonderzoek en het wetenschappelijk onderzoek waaraan Bevolkingsonderzoek Midden-West bijdraagt. Gegevens over cliëntreacties en kwaliteitsbeleid zijn te vinden in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7 belicht de landelijke samen werking van Bevolkingsonderzoek Midden-West met de andere screeningsorganisaties en het RIVM. Tenslotte beschrijft hoofdstuk 8 de financiële resultaten van de organisatie. In de bijlagen staan de afkortingenlijst, het organogram, de samenstelling van Raad van Toezicht, Raad van Bestuur, ondernemingsraad en klachtencommissie, een samenvatting van de resultaten van de bevolkingsonderzoeken, voor de bevolkingsonderzoeken borstkanker en baarmoederhalskanker de opkomstcijfers per gemeente en tot slot een overzicht van algemene personeelsgegevens.
. . . . . . . 5
1 Bevolkingsonderzoek Midden-West 1.1 Organisatieprofiel Bevolkingsonderzoek Midden-West voert de bevolkingsonderzoeken naar kanker uit in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. De organisatie heeft als bestuursmodel het Raad van Toezicht-model waarbij de eindverantwoordelijkheid en dagelijkse leiding in handen is van een éénhoofdige Raad van Bestuur met daarnaast een onafhankelijke Raad van Toezicht. De ondernemingsraad vertegenwoordigt het medewerkersperspectief. Het organogram is opgenomen in de bijlagen net als de samenstelling in 2013 van de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur, de ondernemingsraad en de landelijke externe klachtencommissie.
1.2 Missie en visie De missie van de organisatie luidt: “Bevolkingsonderzoek Midden-West draagt door middel van kwalitatief hoogwaardig bevolkingsonderzoek substantieel bij aan een vroegtijdige behandeling van ziekten waaronder kanker met als doel gezondheidswinst te realiseren en sterfte terug te dringen”. De kernwoorden zijn: “kwalitatief hoogwaardig bevolkingsonderzoek” en “vroegtijdige behandeling”. Kwalitatief hoogwaardig betekent dat Bevolkingsonderzoek Midden-West (afgekort als BOMW) streeft naar een state of the art screeningsonderzoek. Dat vraagt om state of the art kennis en competenties van medewerkers en uitvoering van het bevolkingsonderzoek. Ook vraagt dat om kwalitatief hoogwaardige en betrouwbare bijdragen van ketenpartners in de keten screening-diagnostiek-behandeling bij een ongunstige screeningsuitkomst. De visie van BOMW is dat zij vanuit een zelfstandige positie hoogwaardige screeningen kan uitvoeren, coördineren en organiseren die kostenefficiënt zijn. Daarnaast draagt BOMW zorg voor een goede ketenkwaliteit bij een ongunstige uitslag van de screening zowel naar haar samenwerkingspartners toe als naar de cliënt.
1.3 Organisatieontwikkeling Binnen Bevolkingsonderzoek Midden-West wordt gewerkt vanuit de vier perspectieven van de Balanced Score Card: cliëntperspectief, bedrijfsperspectief, leer- en groeiperspectief en financieel perspectief. In 2013 is een Meerjarenbeleid 2013-2016 gemaakt, waarin prioriteit is gelegd bij het bedrijfsvoering perspectief en het leer- en innovatieperspectief. Ook is een jaarplan gemaakt en geëvalueerd en zijn er ieder kwartaal management reviews uitgevoerd. Ter voorbereiding op het jaarplan en de begroting 2014 is een kaderbrief opgesteld. Hiermee is een volwaardige
. . . . . . . 6
planning- en controlcyclus toe stand gekomen. Daarmee is een stevig en betrouwbaar besturingskader neergelegd waardoor tijdig signaleren en bijsturen mogelijk is. Mede naar aanleiding van de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker heeft er in het afgelopen jaar een verandering in de organisatiestructuur plaatsgevonden. Daarbij is de leidinggevende structuur aangepast en hebben er veranderingen in de bezetting plaatsgevonden. In 2013 zijn diverse verbeteringen doorgevoerd waaronder: • aandacht voor de juiste mensen op de juiste plek; • beter in control bij diverse processen en • meer duidelijkheid over verdeling van taken en bevoegdheden. De landelijke samenwerking tussen de screeningsorganisaties is verder geïntensiveerd en geprofessionaliseerd (zie verder hoofdstuk 7).
1.4 Ondernemingsraad De ondernemingsraad (OR) heeft in 2013 dertien keer onderling overleg gehad, waaronder één keer een spoedvergadering en zeven keer een vergadering ter voorbereiding van het overleg met de bestuurder. Met de bestuurder zijn zeven overlegvergaderingen gehouden. Bij twee van deze overlegvergaderingen (de zogenaamde Artikel 24-vergaderingen) over het gevoerde en voorgenomen beleid is de Raad van Toezicht aanwezig geweest. Verder heeft er zes keer een landelijk overleg plaatsgevonden met de ondernemingsraden van de overige screeningsorganisaties. Onze ondernemingsraad werd daar vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris. De volgende onderwerpen zijn met de bestuurder besproken: financieel verslag 2012; meerjarenbeleid 2013-2016; meerjarenbegroting 2013-2016; jaarplan 2013; HKZ her-audit; formatieontwikkeling laboranten; vergoeding meerwerk; medewerker tevredenheidsonderzoek; jaarplan Arboned; jaarplan 2014; kaderbrief 2014; begroting 2014; ziekteverzuim en managementreview. De OR heeft een positief advies gegeven over het organisatieontwerp ‘Naar een toekomstbestendige organisatiestructuur’. Instemming is verleend aan: herziening reglement Centrale Interne Bezwaren Commissie (CIBC); klokkenluidersregeling t.b.v. de landelijke screeningsorganisaties; landelijke klachtenregeling en reglement landelijke klachtencommissie, die twee keer ter instemming is aangeboden. De landelijke regeling opleidingsplan MBB-er in de screening is nog niet afgehandeld. Begin 2013 is er voor de OR een ambtelijk secretaris aangesteld. In april en oktober zijn de ondernemingsraadsleden op cursus geweest. Eind december heeft voorzitter Annemarie Fransen-Emond de voorzittershamer overgedragen aan Dennis Bos en heeft secretaris Monica Timmer afscheid genomen.
1.5 Raad van Toezicht In 2013 is de Raad van Toezicht (RvT) in aanwezigheid van de Raad van Bestuur vijf maal in vergadering bij elkaar gekomen. In iedere vergadering heeft de bestuurder verslag gedaan van de stand van zaken van de activiteiten en de financiën ten opzichte van jaarplan en begroting.
zodra er helderheid is over de ministeriële regeling die in het kader van de WNT voor de sector gezondheidszorg van kracht zal worden. In 2013 is er een eerste bijeenkomst geweest van vertegen woordigers uit de Raden van Toezicht van alle regionale screeningsorganisaties. Deze bijeenkomst had een oriënterend karakter en zal in 2014 opnieuw plaatsvinden.
De gestandaardiseerde managementinformatie is een goede basis voor het bespreken van en het verkrijgen van goed inzicht in de gang van zaken. Kwaliteitszorg, klachtenafhande ling en met name de bewaking van de onderzoeksintervallen bij borstkankerscreening hebben daarbij veel aandacht gekregen. De RvT heeft in dat verband kennisgenomen van de positieve uitslag van de kwaliteitsaudit ‘HKZ’. Verder is in alle vergaderingen de voorbereiding voor de invoering van darmkankerscreening aan de orde geweest. In de december vergadering is hierover een presentatie gegeven waarbij de Raad van Toezicht in detail kon kennis nemen van de stand van zaken bij het begin van de landelijke invoering. De financiële rapportages over het 1e, 2e en 3e kwartaal zijn besproken. De rapportage over het 4e kwartaal wordt in de vorm van een jaarrekening 2013 in 2014 op de agenda gezet. In april 2013 is de jaarrekening 2012 en de bijbehorende managementletter van de accountant besproken in aanwezig heid van de accountant. Vervolgens is de jaarrekening 2012 goedgekeurd. In februari heeft de Raad van Toezicht het Meerjarenbeleid dat de bestuurder heeft opgesteld, besproken en goedgekeurd. In het najaar is de Kaderbrief 2014 en het Jaarplan 2014 aan de orde geweest. De daarbij behorende begroting 2014 is in de decembervergadering goedgekeurd. De rapportage interim bevindingen controle 2013 van de accountant wordt in 2014 besproken. De auditcommissie van de Raad van Toezicht heeft alle financiële rapportages, de jaarrekening, de begroting en de meerjarenramingen voorafgaand aan de vergaderingen van de Raad van Toezicht besproken met de bestuurder en de controller van de organisatie. Een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht heeft tweemaal de Overlegvergadering met de Ondernemingsraad en de voorzitter van de Raad van Bestuur (zgn. art. 24-vergadering) bijgewoond. In de septembervergadering is de RvT door de bestuurder op basis van het jaarverslag en het financieel verslag van het jaar 2012 geïnformeerd over de gang van zaken bij de FSB, de gemeenschappelijke organisatie voor facilitaire dienstverlening aan alle regionale screeningsorganisaties. De RvT heeft haar jaarlijkse zelfevaluatie uitgevoerd en de resultaten ervan besproken met de bestuurder. In de april vergadering is de honorering van de RvT besproken met de accountant. De honorering in 2013 valt binnen het kader van de WNT. Besloten is om de bestaande honorering te herijken
. . . . . . . 7
2 Resultaten 2013 Afgeleid van het meerjarenbeleid zijn concrete doelen per perspectief (van het model van de Balanced Score Card) vastgesteld in het jaarplan. In onderstaand verslag wordt specifiek ingegaan op de evaluatie van dit voorgenomen beleid. Hieronder worden de behaalde resultaten benoemd per beleidsonderwerp. Ontwikkelingen en activiteiten die hebben plaatsgevonden in 2013 maar die niet opgenomen waren in het jaarplan, worden vermeld in de overige hoofdstukken. In bijlage D staat een samenvatting van de resultaten van de bevolkingsonderzoeken.
2.1 Cliëntperspectief Verhogen van de klantgerichtheid Om vragen van cliënten te kunnen beantwoorden is het van belang dat medewerkers van BOMW op de hoogte zijn van alle bevolkingsonderzoeken. In 2013 zijn alle voorbereidingen getroffen voor de start in januari 2014 van het bevolkingsonderzoek darmkanker. Hierover zijn de medewerkers op verschillende manieren geïnformeerd, bijvoorbeeld tijdens informatiebijeenkomsten en door middel van een tweewekelijkse nieuwsbrief. Ten behoeve van een goede klachtenafhandeling en om de doorvertaling naar beleid te kunnen maken is een digitale klachtenregistratie ingevoerd. De gegevens die dit systeem oplevert maken onderdeel uit van en worden geanalyseerd in de periodieke managementinformatie. Uit de klachtenregistratie blijkt dat een klein deel van de cliënten aangeeft dat het borstonderzoek als pijnlijk ervaren wordt. Naar aanleiding van deze uitkomst is in de werkoverleggen en in een themabijeenkomst van laboranten extra aandacht besteed aan pijnbeleving. Verder is een cliënttevredenheidsonderzoek gedaan over het bevolkingsonderzoek borstkanker. Cliënten gaven Bevolkingsonderzoek Midden-West hierin een 9,1 als cijfer (zie hoofdstuk 3). Verbeteren van screeningsintervallen bij borstkankerscreening De achterstand in de intervallen voor de uitnodigingen voor het bevolkingsonderzoek borstkanker zijn in 2013 ingelopen. Ook rolstoelgebruikers en minder mobiele cliënten worden tijdig uitgenodigd en zijn opgenomen in het reguliere plannings- en uitvoeringsproces. Vanuit de invalshoeken van capaciteits- en logistiek management is hiervoor het instrument van de Tweejaarsplanning doorontwikkeld. Het vaststellen van een productienorm voor laboranten, een nauwgezette berekening van de omvang van de doelgroep en de personeelsformatie over meerdere jaren hebben geleid tot het vaststellen van de benodigde capaciteit van personeel en onderzoekscentra in relatie tot de planning van ongeveer een half miljoen onderzoeken in een tweejaarscyclus. Proactief bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek De samenwerking met (academische) onderzoekscentra leidt tot product- en procesinnovatie binnen de bevolkingsonderzoeken die bijdraagt aan de missie van onze organisatie.
. . . . . . . 8
Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft bijgedragen aan de volgende wetenschappelijke onderzoeken. • Binnen het bevolkingsonderzoek borstkanker lopen de volgende meerjarige onderzoeken: de MASS-trial, de DENSE studie, onderzoek naar een Computer Aided Diagnostic (CAD) systeem en een onderzoek gericht op risicostratificatie (zie hoofdstuk 3). • Ten behoeve van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker heeft overleg plaatsgevonden over de studie IMPROVE (zie hoofdstuk 4). • Ten aanzien van het bevolkingsonderzoek darmkanker zijn de voorbereidingen gestart van 2 onderzoeken te weten: de vierde ronde van het proefbevolkingsonderzoek darmkanker en het onderzoek Family Matters (zie hoofdstuk 5).
2.2 Bedrijfsperspectief Toekomstbestendig maken van organisatiestructuur Met de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker is een aanpassing van de organisatiestructuur nodig gebleken. Tevens diende de structuur meer in balans te worden gebracht door de stafdiensten te vertegenwoordigen in het 2de echelon en door de span of support bij de managementteamleden beter te verdelen. In het organisatieontwerp is het primair proces leidend geworden waarbij specifiek aandacht geschonken is aan de aansturing van de laboranten door verlaging van de span of support van de hoofden screening, de positionering van het kwaliteitsmanagement en de teams cliënteninformatie en -administratie. De besluitvorming over de nieuwe organisatiestructuur is in 2013 afgerond en de vacatures zijn grotendeels ingevuld. Sturen op resultaten en verbeteren van managementinformatie Het Meerjarenbeleid 2013-2016 en het Jaarplan 2013 zijn in januari vastgesteld. Ook is een planning- en controlcyclus ontwikkeld. Elk kwartaal worden behaalde resultaten gerapporteerd in het MT en daarna besproken met het middenkader. Het systeem van een ‘managementdashboard’ met aanvullende toelichting en analyse per prestatie-indicator heeft veel bijgedragen aan de verbetering van de bedrijfsvoering. De prestatie-indicatoren voor het komend jaar zijn bepaald aan de hand van de opgedane ervaringen in 2013. Opstellen ICT-beleid Diverse projecten en ontwikkelingen op het gebied van ICT hebben de volle aandacht gevergd zoals een verbetertraject in de samenwerking met de beheerder van de kantoorautomatisering, de implementatie van een ‘customer made’ IT-systeem voor het bevolkingsonderzoek darmkanker en het Europese aanbestedingsproject dataverbindingen m.b.t. de landelijke infrastructuur voor het versturen van digitale mammogrammen. Vanwege deze projecten, personele wisselingen en de groei van de afdeling is een pas op de plaats gemaakt met het opstellen van een meerjarig ICT-beleidsplan.
Verbeteren van ketenkwaliteit Voor het verbeteren van de follow-up informatie binnen het bevolkingsonderzoek borstkanker zijn bestanden van Nederlandse kankerregistratie en PALGA gekoppeld met het eigen IT-systeem. Dit proces loopt door in 2014 waarna de handmatige verzameling van follow-up informatie vervangen kan worden door een geautomatiseerde werkwijze. Daarbij is de verdere uniformering van de dataregistratie een terugkerend thema. Middels het project MammoXL wordt de beelduitwisseling van digitale mammogrammen met de ziekenhuizen geautomati seerd (zie hoofdstuk 3). Om de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek baarmoeder halskanker verder te verbeteren, is een landelijk uniform scholingsaanbod voor doktersassistenten ontwikkeld, de Basis Scholingsmodule Cervixscreening (zie hoofdstuk 4). Vernieuwen met bevolkingsonderzoek darmkanker De regionale uitvoering van het landelijk bevolkingsonderzoek darmkanker is in 2013 voorbereid. Het landelijke onderzoek is in januari 2014 gestart. Voor dit nieuwe bevolkingsonderzoek zijn de laatste inzichten verwerkt bij het vormgeven van werkzaamheden en werk processen zoals bij de bouw van het IT-systeem. Dit vergrootte de noodzaak tot het herijken van de bestaande organisatie. De organisatie groeit (nieuwe organisatiestructuur, nieuwe functies, nieuwe mensen) en alle medewerkers dienden op de hoogte gesteld te worden van de ontwikkelingen (introductie van tweewekelijkse interne nieuwsbrief). Kortom, de invoering van het derde bevolkingsonderzoek heeft gezorgd voor veel vernieuwing en beweging welke nog steeds voortduurt. Verbeteren kwaliteitsmanagement De jaarlijkse visitatie in het kader van het bevolkingsonderzoek borstkanker is overeenkomstig de procedure en de eisen van het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) voltooid. In het najaar is een externe HKZ-kwaliteitsaudit voor de borstkanker- en baarmoederhalskankerscreening succesvol afgerond. Het kwaliteitshandboek is duidelijker gerubriceerd en documenten worden in een doorlopend proces geactualiseerd. Het proces van planning en terugkoppeling van interne audits is sterk verbeterd en goed ingevoerd.
2.3 Leer- en groeiperspectief Sturen op competenties medewerkers De werving en selectie van diverse nieuwe medewerkers en functies is een intensief proces geweest. In de loop van het jaar is dit proces minder vaak uitbesteed en heeft steeds meer ‘in house’ plaatsgevonden. Bij de keuze van de wervingskanalen is ingespeeld op de mogelijkheden die internet biedt. Er zijn in 2013 nieuwe functiebeschrijvingen gemaakt, waarbij ook bestaande functiebeschrijvingen zijn geactualiseerd. Veel aandacht is besteed aan het beleid voor deskundigheids bevordering om medewerkers in de gelegenheid te stellen zich verder te ontwikkelen en aan veranderende eisen ten aanzien van hun functioneren te kunnen voldoen. In verschillende werkoverleggen is het helder vastleggen van afspraken en het stellen van haalbare doelen verbeterd. De verbeterslag binnen de overlegstructuur met de laboranten zal na invulling van de vacatures bij het leidinggevend kader zijn beslag krijgen. Bijlage G geeft een algemeen personeelsoverzicht.
2.4 Financieel perspectief Financiële rapportages In 2013 zijn de periodieke financiële rapportages tegen het licht gehouden en verbeterd door verbetering van de toe lichting en verdieping van de analyses. Relevante financiële indicatoren zijn via de managementreviews beschikbaar voor leidinggevenden. Traject tariefsherijking Het Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM laat eens in de 2 jaar onderzoek doen naar de tarieven van de uitvoeringskosten van de screeningsorganisaties die gehanteerd worden voor de bevolkingsonderzoeken naar borst- en baarmoederhalskanker. Deze frequentie van onderzoek heeft te maken met de regelmatige wijzigingen in de opzet en kosten(structuur) van deze bevolkings onderzoeken. In 2013 is wederom gestart met een traject van tariefsherijking dat in 2014 moet leiden tot de vaststelling van een nieuwe kostenstructuur en tarief voor 2015.
Huisvesting vast onderzoekscentrum Amsterdam en hoofdkantoor De verhuurder van het vaste onderzoekscentrum voor borstkankerscreening in Amsterdam heeft de huurovereen komst met de hoofdhuurder opgezegd per september 2014. In 2013 is BOMW daarom gestart met het zoeken van een nieuwe locatie voor dit onderzoekscentrum. Door de groei van de organisatie is het aantal werkplekken in het hoofdkantoor uitgebreid door een effectiever ruimte gebruik. Dit is nog beperkt mogelijk waardoor regelmatig het effect gemonitord wordt van de uitrol van het bevolkings onderzoek darmkanker op de personele formatie en benodigde werkplekken.
. . . . . . . 9
3 Bevolkingsonderzoek borstkanker 3.1 Algemeen Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker worden alle vrouwen in de leeftijd van 50 tot en met 75 jaar iedere twee jaar uitgenodigd om deel te nemen. Bevolkingsonderzoek Midden-West is verantwoordelijk voor het gehele proces van het bevolkingsonderzoek: van inplannen en uitnodigen van de vrouwen tot en met de uitslag van het onderzoek. Via de gemeentelijke basisadministratie ontvangt Bevolkingsonderzoek Midden-West de NAW-gegevens van de vrouwen. Afhankelijk van hun postcode worden zij op één van de twee vaste of veertien mobiele onderzoekscentra uitgenodigd voor het maken van mammogrammen. Na beoordeling van de mammogrammen door twee radiologen verstrekt Bevolkingsonderzoek Midden-West de uitslag aan de vrouw. Als er een afwijking is gevonden op het mammogram wordt ook de huisarts op de hoogte gebracht en wordt de vrouw via de huisarts verwezen voor verder onderzoek in het ziekenhuis.
Tabel 1 Verdeling redenen van afmelding Afmeldingen
2013
Medisch borst
4.745
Niet uitnodigen – bevestiging
4.181
Principe
3.843
Pijnlijk
1.209
Verhinderd
671
Niet nuttig
234
Straling
224
Verhuisd
219
Ervaring
150
Kanker
58
Amputatie
15
Niet uitnodigen – aanvraag
8
Interval carcinoom
4
Overige
5.947
Totaal
21.508
Tabel 2 Verwijscijfers
3.2 Resultaten 3.2.1 Opkomst en herinneringen In 2013 zijn in totaal 319.653 vrouwen uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek borstkanker en hebben er 240.899 vrouwen deelgenomen. Het opkomstpercentage kwam daarmee uit op 75,36%. De opkomstcijfers per gemeente staan in bijlage E. In 2013 is aan 24.874 vrouwen een herinneringsuitnodiging gezonden. Cliënten die de laatste onderzoeksronde(n) niet hebben deelgenomen, ontvangen een uitnodiging zonder datum. Zij kunnen dan bellen om een afspraak te maken.
3.2.2 Afmeldingen De cliënten krijgen een uitnodiging om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Een deel van hen neemt contact op met de infolijn om hun afspraak te maken, te verzetten of om de afspraak te annuleren. Ook kunnen cliënten zich schriftelijk afmelden. In 2013 hebben 78.754 cliënten geen gebruik gemaakt van hun uitnodiging. Het aantal (telefonische en schriftelijke) afmeldingen bedroeg 21.508, de non-respons 57.246. Op het totaal van 319.653 uitnodigingen is de non-respons 17,9% en het afmeldpercentage 6,7%. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de voornaamste afmeldredenen. In tabel 2 staan de verwijscijfers gepresenteerd.
. . . . . . . 10
Verwijscijfers
2013
2012
2011
Aantal verwijzingen
5.445
5.415
5.413
Verwijscijfer %
2,3
2,3
2,5
Verwijscijfer in 1e ronde %
4,7
4,6
4,9
Verwijscijfer in vervolgronde %
1,9
2,0
2,1
Aantal opgespoorde borstkankers
*
1.764
1.393
Detectiecijfer ‰
*
7,4
6,7
* nog onbekend
3.3 Ontwikkelingen 3.3.1 MammoXL Het project MammoXL heeft als doel het verbeteren van informatieoverdracht in de Mammacare-keten. MammoXL zorgt voor een snelle beschikbaarheid van beelden en screeningsverslagen voor chirurgen en radiologen in ziekenhuizen. Het doel is dat alle ziekenhuizen via een webportal of een zogeheten XDS-constructie de screeningsmammogrammen ter beschikking hebben voordat de verwezen cliënt het ziekenhuis bezoekt voor haar eerste afspraak. De pilot is gestart in 2012. In 2013 is begonnen met de uitrol van het project. Deze procesverbetering is aan alle ziekenhuizen in ons werkgebied aangeboden. Hiervoor zijn overeenkomsten getekend om de privacy- en andere aspecten van deze gegevensuitwisseling te regelen. Tevens heeft instructie en begeleiding van de ziekenhuizen over de ICT-technische aspecten plaatsgevonden. Eind 2013 waren nagenoeg alle overeenkomsten getekend en de vele technische problemen afgerond. De verwachting is dat in de eerste helft van 2014 alle ziekenhuizen de overstap kunnen maken naar de digitale wijze van beeld- en verslaguitwisseling door middel van MammoXL.
3.3.2 Standaard vier mammogrammen
3.3.6 Cliënttevredenheidsonderzoek
Tot aan de overgang naar de digitale mammografie werd door alle screeningsorganisaties in de eerste ronde het mammo grafie onderzoek altijd in twee richtingen uitgevoerd te weten: mediolateraal-oblique (MLO) en cranio-caudale opname (CC). In de vervolgrondes werd standaard een MLO opname gemaakt en werd vervolgens bekeken of de CC-opname ook nood zakelijk was. Bij de overgang van analoge naar digitale mammografie heeft Bevolkingsonderzoek Midden-West dit beleid voortgezet. Vervolgens is een positief advies gegeven door de Gezondheidsraad aangaande standaardonderzoek in twee richtingen. De minister heeft in juli 2013 op verzoek van alle screeningsorganisaties de vergunning voor het bevolkingsonderzoek borstkanker aangepast waardoor het standaard uitvoeren van CC-opnamen bij vervolgsscreenings onderzoeken geïmplementeerd kon worden in de tweede helft van 2013.
In april 2013 heeft het cliënttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. De algemene tevredenheid van de cliënten van BOMW is gescoord met een 9.1. In vergelijking met de vorige meting (9.0) een lichte verbetering en ook iets boven het landelijk gemiddelde van de screeningsorganisaties (9.0). De onderzoeksuitkomsten tonen een hoge tevredenheid op het gebied van bereikbaarheid van de infolijn en de kennis en bejegening van de medewerkers aldaar. De laboranten scoren goed op vriendelijkheid en behulpzaamheid. Er zijn ook enkele aandachtspunten uit het onderzoek naar voren gekomen betreffende pijn, leeftijdsgrenzen en website. Aan de beleving van (compressie)pijn bij het maken van borstfoto’s is aandacht geschonken in een themabijeenkomst door een pijnconsulent van het Erasmus Medisch Centrum. Verbeterpunten gaan we binnen onze organisatie invoeren.
3.3.3 Minder-valide cliënten Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft ervoor gezorgd dat het grootste deel van de minder-valide cliënten binnen het bevolkingsonderzoek borstkanker kan worden onderzocht. Hiervoor zijn de mobiele onderzoekscentra uitgerust met een rolstoellift. Ook wordt voor deze cliënten meer tijd gepland.
3.3.4 Borstprothesen Het bevolkingsonderzoek borstkanker bestaat uit het maken van röntgenfoto’s (mammogrammen) van de borsten. Ook vrouwen met prothesen kunnen deelnemen. Afhankelijk van de plaats en afmeting van de prothese kan het zijn dat een deel van het borstweefsel niet goed te zien is en daarom niet te beoordelen. Als er onvoldoende borstweefsel te beoordelen is, worden vrouwen na het bevolkingsonderzoek hierover door Bevolkingsonderzoek Midden-West geïnformeerd. Bij de meeste vrouwen met borstprothesen is het borstweefsel op de röntgenfoto’s wel beoordeelbaar. In 2013 is er landelijk een nieuwe procedure voor cliënten met borstprothesen ontwikkeld. Deze procedure is ingebed in de werkprocessen en wordt vanaf januari 2014 uitgevoerd.
Verder volgen we nieuwe technische ontwikkelingen die mogelijk pijnvermindering opleveren. De afdeling communicatie heeft de voorlichting over leeftijdsgrenzen verbeterd en er wordt gewerkt aan een landelijke website om onze cliënten van een zo goed mogelijke dienstverlening te voorzien.
3.4 Wetenschappelijk onderzoek 3.4.1 MASS-trial De MASS-trial (Modified Assessment in Service Screening) is een wetenschappelijk onderzoek naar effecten en kosten van een aangepaste verwijsstrategie voor vrouwen die via het bevolkingsonderzoek borstkanker verwezen worden naar het ziekenhuis. De studie is uitgevoerd door het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) in samenwerking met Bevolkingsonderzoek Midden-West, Oost, Zuid en Zuid-West en het Radboudumc.
In 2012 is een landelijk project van de screeningsorganisaties van start gegaan om de functionele complexiteit van het ICTsysteem van bevolkingsonderzoek borstkanker te reduceren door een uniforme planning van screeningsonderzoeken te ontwikkelen en te implementeren. Dit planningsproces omvat het inplannen en uitnodigen van meer dan een miljoen cliënten per jaar. Op basis van best practice werkprocessen zijn in 2013 veranderingen in de planning doorgevoerd. De belangrijkste
In de huidige screeningspraktijk gaan alle verwezen vrouwen naar het ziekenhuis voor nader onderzoek. Soms kunnen de radiologen niet met zekerheid zeggen of verwijzing naar het ziekenhuis nodig is en is aanvullend onderzoek nodig. Door deze groep vrouwen een mammogram en/of een echografie aan te bieden binnen het bevolkingsonderzoek hoeft een deel van de vrouwen niet meer naar het ziekenhuis. Dit aanvullende onderzoek wordt uitgevoerd door de screeningsradioloog. Cliënten waarvan de uitslag wordt bijgesteld worden alsnog verwezen naar het ziekenhuis waar een complete diagnostiek en eventueel behandeling plaatsvindt. In totaal hebben 365 vrouwen deelgenomen waarvan 114
resultaten zijn een reductie in planningsinstellingen, dag profielen, doelgroepdefinities en variatie in de capaciteits planning per dag waardoor er een stabielere planning per onderzoekscentrum en betere benutting van personeels capaciteit ontstaat.
deelnemers uit de regio Midden-West komen. De onderzoekers wilden weten of vrouwen tevreden zijn met deze aangepaste manier van verwijzen. Ook hebben zij gemeten in welke mate vrouwen spanning en onzekerheid ervaren. Tevens werden de kosten en de effectiviteit onderzocht.
3.3.5 Best practice Planning
. . . . . . . 11
Een deel van de onderzoeksuitkomsten is in 2013 beschikbaar gekomen. De gemiddelde kosten van het aanvullende onderzoek bij vrouwen in de controlegroep (via huisarts naar multidisciplinair onderzoek in het ziekenhuis) zijn gemiddeld 342 euro en in de interventiegroep (snel aanvullend onderzoek door screeningsradioloog) 189 euro. De kosten-effectiviteitsanalyse laat zien dat de interventie de meest efficiënte, kostenbesparende strategie is. In 2014 worden de uitkomsten verwacht van de meting van de psychologische consequenties van doorverwijzen.
3.4.2 DENSE studie De DENSE studie is een wetenschappelijk onderzoek dat binnen het bestaande bevolkingsonderzoek borstkanker plaatsvindt en wordt gecoördineerd vanuit het Julius Centrum van het UMC Utrecht. Bij dit landelijke project zijn alle screeningsorganisaties intensief betrokken. Eén op de drie borsttumoren wordt niet via het bevolkingsonderzoek, maar tussen twee screeningsronden in ontdekt. Deze zogenaamde intervaltumoren zijn vaak al verder gevorderd bij diagnose en laten een slechtere overleving zien. Intervaltumoren komen vaker voor bij vrouwen met zeer dicht borstweefsel (klier- en bindweefsel). Bovendien hebben vrouwen met dicht borstweefsel een groter risico op borstkanker. Het doel van de DENSE studie is om bij vrouwen met zeer dicht borstweefsel de aanvullende waarde van een MRI (Magnetic Resonance Imaging) in het bevolkingsonderzoek te onderzoeken: vermindering van het aantal intervalcarcinomen en voorkoming dat teveel vrouwen onnodig worden verwezen voor nader onderzoek. Ook wordt de kosteneffectiviteit van de MRI-screening onderzocht. De DENSE studie betreft een cohort van ongeveer 5.000 vrouwen. Vanuit Bevolkingsonderzoek Midden-West waren in december 2013 1.372 cliënten initieel geïdentificeerd als geschikt voor de MRI groep. Hiervan waren
. . . . . . . 12
uiteindelijk 720 cliënten geïncludeerd voor een MRI. De (eerste) onderzoeksuitkomsten van de DENSE studie worden verwacht in 2016.
3.4.3 Onderzoeken naar CAD en risicostratificatie Er is een overeenkomst gesloten tussen (de afdeling radiologie van) het Radboudumc en Bevolkingsonderzoek Midden-West om samen te werken in het kader van twee onderzoeksprojecten, te weten het door de KWF Kankerbestrijding gefinancierde project ‘Towards an independent automated reader of screening mammograms’ en het internationale EU project ASSURE, ‘Adapting Breast Cancer Screening Strategy Using Personalised Risk Estimation’. In het KWF project wordt onderzoek gedaan naar ontwikkeling van CAD systemen (Computer Assisted Diagnostic system) die de kwaliteit van de beoordeling van mammogrammen kunnen verbeteren. Dit is belangrijk omdat het voorkomt dat borstkanker onopgemerkt blijft terwijl het achteraf gezien wel zichtbaar blijkt te zijn. Door een computer te laten meekijken met de radiologen kan het aantal foutieve beoordelingen worden verminderd. De computer moet dan wel leren de mammogrammen even goed te beoordelen als de beste radiologen. Daarbij is de beschikbaarheid van grote databases met mammogrammen vereist. Deze stelt Bevolkingsonderzoek Midden-West beschikbaar. In het project ASSURE werken tien partners samen aan ontwikkeling en evaluatie van technieken voor verbetering van borstkankerscreening. Doel is om screening op maat te leveren, waarbij niet alle vrouwen op gelijke wijze gescreend worden. Het is bekend dat mammografie minder effectief is als de borstdensiteit hoog is, terwijl juist bij vrouwen met hoge densiteit het risico op borstkanker groter is. Door de densiteit nauwkeurig te meten kan aangegeven worden bij welke vrouwen aanvullend onderzoek nodig is. Met name wordt onderzoek gedaan naar methoden voor screening met 3D echografie scanners en naar screening met MRI.
4 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 4.1 Algemeen Alle vrouwen van 30 tot en met 60 jaar krijgen iedere vijf jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoeder halskanker. Ze krijgen de mogelijkheid om een uitstrijkje te laten maken bij hun huisartspraktijk. Het uitstrijkje wordt beoordeeld in een laboratorium. Daarna ontvangt de vrouw een brief met de uitslag. Soms wordt er een afwijking ontdekt in het uitstrijkje. Dan is vervolgonderzoek nodig om te kijken of er echt iets aan de hand is. Bij een afwijking neemt de huisarts contact op met de vrouw en verwijst haar voor verder onderzoek naar het ziekenhuis. Bij een lichte afwijking wordt het uitstrijkje na zes maanden herhaald. Bevolkingsonderzoek Midden-West verzorgt het versturen van de meeste uit nodigingen en de uitslagbrieven. Een aantal huisartsen verzendt de uitnodigingen zelf. Daarnaast heeft Bevolkings onderzoek Midden-West een rol in de kwaliteitsborging door het auditen van de laboratoria die de uitstrijkjes onderzoeken en zorgdragen voor monitoring- en evaluatiegegevens.
Tabel 3 Bruto-opkomst per geboortecohort Geboortejaar
Bruto uitnodigingen SO & ZUHA*
Aantal uitstrijkjes
Bruto opkomst%
1953
24.056
14.078
58,52%
1958
28.119
16.858
59,95%
1963
32.460
18.944
58,36%
1968
33.892
19.103
56,36%
1973
30.833
16.246
52,69%
1978
29.037
13.061
44,98%
1983
29.296
11.748
40,10%
207.693
110.038
52,98%
5.307*
3.514
66,21%
0
27.645**
213.000
141.197
Subtotaal Overige geboortejaren Uitnodiging eerder dan 2013 Totaal
66,29%
* In enkele specifieke omstandigheden worden ook vrouwen uit overige
4.2 Resultaten
geboortejaren uitgenodigd. ** D it aantal uitstrijkjes heeft betrekking op vrouwen die in eerdere jaren een uitnodiging hebben ontvangen. De uitnodiging is 5 jaar geldig.
4.2.1 Actieve participatie In 2013 zijn 207.693 vrouwen geboren in 1953, 1958, 1963, 1968, 1973, 1978 en 1983 uitgenodigd voor het bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker. Daarvan reageerden 110.038 vrouwen op de uitnodiging door het laten maken van een uitstrijk (52,98%). In tabel 3 worden de resultaten getoond per geboortecohort en de overige geboortejaren op peildatum 1 april 2014, inclusief de opkomst van cliënten uitgenodigd door de zelfuitnodigende huisarts (ZUHA). De gemiddelde opkomst bij de zelfuitnodigende huisarts is 67,9%.
Netto-opkomst/non-respons Voor de berekening van de netto-opkomst/non-respons wordt gebruik gemaakt van het aantal afmeldingen van vrouwen uitgenodigd in 2013. Deze afmeldingen worden afgetrokken van het bruto aantal uitnodigingen, waarna het netto aantal uitnodigingen (tabel 4 kolom 5) het resultaat is. Vervolgens wordt het totaal aantal uitstrijkjes gedeeld door het netto aantal uitnodigingen. Het uiteindelijke resultaat is dat de netto-opkomst 72,11% is en de non-respons 27,89.
4.2.2 Passieve participatie Als een vrouw geen uitstrijkje laat maken, maar wel een antwoordkaart retour zendt met reden van niet-deelname wordt gesproken van een passieve participatie. Met behulp van de passieve participatie worden de netto-opkomst/ non-respons en de beschermingsgraad uitgerekend.
. . . . . . . 13
Tabel 4 Netto-opkomst per geboortecohort Geboortejaar
Aantal uitnodigingen
Aantal afmeldingen
Afmeldingen %
1953
24.056
2.056
8,55
22.000
63,99
36,01
1958
28.119
2.028
7,21
26.091
64,61
35,39
1963
32.460
2.077
6,40
30.383
62,35
37,65
1968
33.892
1.652
4,87
32.240
59,25
40,75
1973
30.833
1.912
6,20
28.921
56,17
43,83
1978
29.037
3.261
11,23
25.776
50,67
49,33
1983
29.296
3.891
13,28
25.405
46,24
53,76
5.307
306
5,77
5.001
70.27
29,73
213.000
17.183
8,07
195.817
72,11
27,89
Overige Totaal
Netto doelgroep Netto opkomst %
Non-respons%
Beschermingsgraad Er zijn vrouwen die zich afmelden, omdat hun baarmoedermond is verwijderd (UE) of omdat zij recent een uitstrijkje (RU) hebben laten maken (buiten het bevolkingsonderzoek). Met behulp van deze afmeldredenen kan de beschermingsgraad worden berekend (tabel 5). De berekening is als volgt: het aantal afmeldingen UE en RU wordt opgeteld bij het aantal uitstrijkjes (tabel 3 kolom 3). Dit aantal gedeeld door het aantal uitnodigingen geeft de beschermingsgraad. De beschermingsgraad komt dan voor 2013 uit op 56,42%. Tabel 5 Beschermingsgraad per geboortecohort UE + RE
Totaal
Beschermingsgraad
1953
Geboortejaar
Aantal uitnodigingen Uterus extirpatie (UE) Recente uitstrijk (RE) 24.056
348
461
809
14.887
61,88
1958
28.119
437
669
1.106
17.964
63,89
1963
32.460
515
826
1.341
20.285
62,49
1968
33.892
340
763
1.103
20.206
59,62
1973
30.833
137
751
888
17.134
55,57
1978
29.037
41
649
690
13.751
47,36
1983
29.296
10
571
581
12.329
42,08
5.307
2
102
104
3.618
68,17
213.000
1830
4.792
6.622
120.174
56,42
Overige geboortejaren Totaal*
* Exclusief uitnodigingen eerder dan 2013 verstuurd.
4.2.3 Afmeldingen In de groep van de jongere vrouwen, tussen de 30 en 40 jaar, is de overwegende reden van niet-deelname het zwanger zijn of net bevallen op het moment van de uitnodiging (tabel 6).
Tabel 6 Passieve participatie per geboortecohort Geboortejaar
. . . . . . . 14
Zwanger / bevallen
Uitstel andere reden
Deelname volgende ronde
Wil in toekomst geen uitnodiging meer
Totaal
1953
1
993
21
232
1.247
1958
0
686
31
205
922
1963
1
564
31
140
736
1968
37
400
22
90
549
1973
579
340
35
70
1.024
1978
2.077
397
44
53
2.571
1983
2.705
493
49
63
3.310
Totaal
5.400
3.873
233
853
10.359
4.2.4 Resultaten van uitstrijkjes In tabel 7 staan de resultaten van de uitstrijkjes van het merendeel (14 van de 15) van de laboratoria uit de regio Midden-West in het jaar 2013. Deze resultaten zijn ingedeeld naar uitslag: herhalen in verband met onvoldoende materiaal (Pap 0), normaal (Pap 1), geringe dysplasie (Pap 2/3a1 met een vervolgadvies), matige en ernstige dysplasie (Pap 3am resp. Pap 3b of hoger met een direct verwijsadvies) als percentages van het totaal aantal beoordeelbare uitstrijkjes. In totaal zijn er vanuit het bevolkingsonderzoek baarmoeder halskanker in de regio Midden-West 2.501 vrouwen (met matige en ernstige dysplasie) ‘direct’ verwezen. Het is ten tijde van dit verslag nog niet duidelijk hoeveel van de 4.208 vrouwen met een vervolgadvies op basis van geringe dysplasie mogelijk in tweede instantie (op grond van een tweede of derde uitstrijkje) verwezen worden (‘indirect’). Uit andere evaluaties blijkt dit tussen de 20% - 30% te zijn. Het percentage 0,00% carcinomen is op basis van N=4.
gebruik werd gemaakt van niet gevalideerde HPV testmethode. Hieruit volgde de aanbeveling aan deze laboratoria om over te stappen naar een gevalideerde HPV testmethode. In de opvolging van deze aanbevelingen in 2013 is door de RCP gerapporteerd dat deze 3 laboratoria allen overgegaan zijn op een gevalideerde HPV testmethode
4.3.3 Carcinoomaudit In 2012 is de carcinoomaudit geïntroduceerd voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Deze carcinoom audit dient om inzicht te krijgen in de negatief voorspellende waarde van het bevolkingsonderzoek. Met andere woorden: hoe groot is de kans op baarmoederhalskanker ondanks reguliere deelname aan het bevolkingsonderzoek? Verder wordt er inzicht verkregen of de uitstrijkjes die initieel als nietafwijkend zijn beoordeeld, in de herbeoordelingprocedure een andere diagnose opleveren. Ook komen andere problemen aan het licht, bijvoorbeeld wel een afwijkende uitslag maar geen adequate follow-up.
Tabel 7 Resultaten van uitstrijkjes Herhalen Normaal
2,25% 95,26%
Geringe dysplasie
2,97%
Matige dysplasie
1,44%
Ernstige dysplasie
4.3 Ontwikkelingen
0,33%
Carcinomen
0,00%
4.3 Ontwikkelingen 4.3.1 Scholing doktersassistenten In 2013 is Bevolkingsonderzoek Midden-West gestart met de Basis Scholingsmodule Cervixscreening (BSC). Deze scholing is gericht op doktersassistenten die uitstrijkjes maken in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Dit jaar zijn 5 cursussen georganiseerd waar 83 cursisten aan deelgenomen hebben. Daarnaast is de scholing gegeven op een scholingsdag voor de opleiding tot doktersassistente. Daaraan namen 22 cursisten deel. De verplichte scholing is ontwikkeld door de beroepsgroepen, het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG), het Rijksinstituut voor Volks gezondheid en Milieu (RIVM), de Nederlandse Vereniging voor Doktersassistenten (NVDA), Nederlandse Vereniging voor Pathologen (NVVP), Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en de screeningsorganisaties. De BSC maakt nu onderdeel uit van het reguliere scholingsaanbod voor de huisartspraktijken.
In 2013 is een beperkte carcinoomaudit uitgevoerd in de regio Midden-West. Daarbij is, zoals de richtlijn voorschrijft, gekeken naar baarmoederhalskanker die primair gediagnosticeerd zijn in het jaar 2009 t/m 2011 in het Academisch Medisch Centrum. Het AMC is het belangrijkste verwijscentrum in de regio Midden-West voor behandeling van patiënten met een cervixcarcinoom. Bij elke patiënt met cervixcarcinoom die behandeld werd in het AMC, is teruggekeken of het cervix carcinoom primair is vastgesteld in het AMC en hoe de relatie is met de voorgeschiedenis van het uitstrijkje. Er is gekeken of een uitstrijkje is gemaakt op medische indicatie (z.g. indica tieve uitstrijk, bijv. bij klachten) dan wel in het kader van het bevolkingsonderzoek (BVO). Daaruit bleek dat in de periode 2009-2011 2 carcinomen zijn gediagnosticeerd dankzij deelname aan en 1 carcinoom ondanks deelname aan het bevolkingsonderzoek.
4.3.4 Ketenpartneronderzoek
4.3.2 Audits
Door de screeningsorganisaties is een landelijke vragenlijst ontwikkeld om te inventariseren hoe de organisatie en werkwijze door huisartsen rondom het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker binnen verschillende huisartsen praktijken wordt uitgevoerd. De vragenlijst is landelijk onder huisartsen uitgezet. De resultaten waren in het najaar bekend. Voor Bevolkingsonderzoek Midden-West leidde het onderzoek tot een aantal aanbevelingen aan de huisartspraktijken op het terrein van: regelmatige bijscholing van de uitstrijkers (door middel van de Basis Scholing Cervixscreening), reinigings procedures, werkwijze bij afmelding en digitalisering van registratie- en uitnodigingsproces. De praktijkondersteuners
Follow-up audits 2012 In 2012 hebben audits plaatsgevonden bij laboratoria die uitstrijkjes voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhals kanker beoordelen. Uit de door de Regionaal Coördinerend Patholoog (RCP) uitgevoerde visitaties van de laboratoria in 2012 is gebleken dat in een drietal pathologielaboratoria
van Bevolkingsonderzoek Midden-West zullen hierin hun ondersteuning en bijdrage leveren bij het bezoeken van de huisartspraktijken. Tevens zijn er praktijken die veel handmatig werk verrichten met betrekking tot het registreren van uitnodiging en deelname en het versturen van herinneringen. Het advies is om waar mogelijk dit te digitaliseren.
. . . . . . . 15
4.3.5 Vernieuwing bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Een belangrijk aspect bij de vernieuwing van bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is het wijzigen van de primair beoordeling van de uitstrijkjes op het Humaan Papillomavirus (HPV) in plaats van cytologisch. Een langdurige infectie met hoog risicotypen van het Humaan Papillomavirus (hrHPV) kan voorstadia van baarmoederhalskanker veroorzaken. Vroege opsporing van voorstadia van baarmoederhalskanker met hrHPV-screening als primaire test is goed te organiseren en uit te voeren. Dit blijkt uit een zogeheten uitvoeringstoets naar dit bevolkingsonderzoek, uitgevoerd door het Centrum voor Bevolkingsonderzoek. Het voorgestelde bevolkingsonderzoek is bedoeld voor vrouwen van 30 tot en met 60 jaar. Zij worden iedere vijf jaar door de screeningsorganisaties uitgenodigd om bij de huisartsenvoorziening een uitstrijkje te laten maken. Vrouwen die niet reageren, ontvangen een zelfafnameset om zelf thuis materiaal af te nemen. Indien resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar de zelfafnameset positief zijn, kan de zelfafnameset bij de uitnodiging ingezet worden. Het afgenomen materiaal wordt getest op de aanwezigheid van hrHPV. Vrouwen van 40 en 50 jaar die hrHPV-negatief getest zijn, krijgen pas na tien jaar een nieuwe uitnodiging. Als hrHPV aanwezig is, wordt gekeken of er ook sprake is van afwijkende cellen (cytologische beoordeling). Afhankelijk hiervan vindt verwijzing naar de gynaecoloog of vervolgonderzoek bij de huisartsenvoorziening plaats. Vrouwen die in aanmerking komen voor vervolgonderzoek ontvangen een uitnodiging van de screeningsorganisaties. De hrHPV-test en de cytologische beoordeling vinden plaats in een beperkt aantal screeningslaboratoria. Het voorgestelde bevolkingsonderzoek levert extra gezondheidswinst op en de uitvoeringskosten zijn lager dan het huidige bevolkingsonderzoek.
. . . . . . . 16
Deze kosten worden verder verlaagd door de zelfafnameset al bij de uitnodiging in te zetten. Op basis van de uitvoeringstoets heeft het ministerie van VWS in oktober 2013 besloten tot vernieuwing van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker door middel van hrHPVscreening. Begin 2014 zal een voorbereidingstijd van 2 jaar starten om deze veranderingen voor te bereiden en te implementeren waardoor in 2016 het bevolkingsonderzoek nieuwe stijl uitgevoerd kan worden.
4.4 Wetenschappelijk onderzoek 4.4.1 IMPROVE Een aantal onderzoekscentra en screeningsorganisaties hebben overleg gevoerd over een onderzoeksdesign dat voortbouwt op eerdere onderzoeken met de zelfafnameset binnen het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker waarin de afname van de HPV-test bij de huisarts vergeleken wordt met afname thuis door de deelnemer zelf. Het doel van de studie is te onderzoeken of een hrHPV-test door middel van een uitstrijkje bij de huisarts (HA) in het reguliere bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vervangen kan worden door een hrHPV-zelfafname test. Hier ligt een relatie met het besluit van de minister tot vernieuwing van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. In tegenstelling tot eerdere onderzoeken richt het onderzoeksvoorstel zich op de gehele doelgroep en niet alleen op de non-responders. Dat heeft gevolgen voor de inrichting van de werkprocessen. In 2014 wordt het overleg over de vormgeving en uitvoering van dit onderzoek voortgezet.
5 Bevolkingsonderzoek darmkanker 5.1 Algemeen Darmkanker is één van de meest voorkomende soorten kanker. Een bevolkingsonderzoek darmkanker kan ongeveer 2.400 sterfgevallen per jaar voorkomen. Daarom heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) besloten het bevolkingsonderzoek darmkanker in te voeren. In 2013 zijn de voorbereidingen afgerond voor de invoering van dit bevolkingsonderzoek. Eind 2013 is in de regio Zuid-West een pilot uitgevoerd. Op 13 januari 2014 is het bevolkings onderzoek darmkanker landelijk gestart. Het bevolkingsonderzoek darmkanker is bedoeld voor iedereen van 55 tot en met 75 jaar. Deze groep mensen ontvangt elke twee jaar een uitnodiging. Tot 2019 wordt het bevolkings onderzoek gefaseerd ingevoerd. Bij het bevolkingsonderzoek darmkanker ontvangen genodigden een buisje waarmee thuis vier maal in de ontlasting wordt geprikt. Deze ontlasting wordt in een laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van sporen van humaan bloed, die kunnen wijzen op (voorlopers van) darmkanker. Er kan ook niets of iets anders aan de hand zijn, zoals een darmontsteking of aambeien. Om dat uit te zoeken is er een kijkonderzoek in de darm nodig (coloscopie). Bevolkingsonderzoek Midden-West nodigt de deelnemers uit, informeert en verwijst de deelnemers die een ongunstige uitslag hebben. De capaciteitsplanning van de coloscopiecentra is ook belegd bij de screeningsorganisatie evenals de kwaliteitsborging van dit bevolkingsonderzoek door het auditen en toelaten van endoscopisten, coloscopiecentra, pathologen en PA-laboratoria aan de hand van landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria.
5.2 Implementatie bevolkingsonderzoek darmkanker In 2013 is het plan van aanpak voor de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker met goed gevolg doorlopen. Dit was een omvangrijk en complex project met elementen als aanbestedingstrajecten, vergunningaanvraag, contracteringen van diverse partijen, informatieverstrekking aan diverse stakeholders, inrichting van de organisatie en het creëren van de bijbehorende werkplekken. Speciale aandacht is besteed aan de communicatie. Alle inspanningen hebben er toe geleid, dat in januari 2014 het bevolkingsonderzoek van start kon gaan. Bevolkingsonderzoek Midden-West is binnen zijn regio verantwoordelijk voor het vervullen van taken op het gebied van selectie, uitnodiging, uitvoering, verwerking van en communicatie over de uitslag en de verwijzing. Daarnaast is Midden-West verantwoordelijk voor monitoring en borging van de kwaliteit, conform de landelijk gestelde kwaliteitseisen, van de gehele keten: het bevolkingsonderzoek zelf, maar ook het vervolgonderzoek in coloscopiecentra en pathologielaboratoria. Tevens is Midden–West verantwoordelijk voor het vervullen van taken op het gebied van communicatie (met doelgroep en professionals) en voor gegevensbeheer en -levering ten behoeve van registratie, monitoring en evaluatie.
. . . . . . . 17
Met de voorbereiding van dit nieuwe bevolkingsonderzoek is eind 2011 gestart. Per 1 september 2012 is een projectleider aangesteld belast met de regionale invoering en het mede organiseren van de landelijke invoering. Het gestructureerd overleg met directie, management en de interne projectgroep over de regionale en landelijke voortgang van de voorbereiding is in 2013 gecontinueerd. Eind 2013 was Bevolkingsonderzoek Midden-West klaar om begin 2014 te kunnen starten met het bevolkingsonderzoek. Activiteiten in 2013 In het kader van de voorbereiding op de invoering zijn in 2013 onder meer de volgende activiteiten uitgevoerd: • Toelatingsaudits bij 25 coloscopiecentra en 13 pathologielaboratoria door respectievelijk de Regionaal Coördinerend Maag Darm Lever-arts (RCMDL), de Regionaal Coördinerend Patholoog, de regionaal projectleider en de adviseur kwaliteit. In vervolg hierop is eind 2013 naar 23 zorginstellingen een samenwerkingsovereenkomst verzonden en zijn de dertien pathologielaboratoria (in deze regio) opgenomen in het landelijk Register van geselecteerde pathologie-laboratoria voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. Een aantal coloscopiecentra zal in de loop van 2014 gaan deelnemen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker. • Veel aandacht is besteed aan het informeren van de coloscopiecentra over de invoering en kwaliteitseisen van dit bevolkingsonderzoek. • Deelname aan en aansturing van landelijke werkgroepen onder andere op het terrein van inrichting werkprocessen en het opzetten van een auditingsysteem in samenwerking met de regionaal Coördinerend Maag Darm Leverartsen. • Met de interne projectgroep is de implementatie van dit bevolkingsonderzoek binnen Midden-West voorbereid. Medewerkers (waaronder een regionaal coördinerend patholoog) zijn aangetrokken, ingewerkt en voorbereid op de start van het nieuwe bevolkingsonderzoek. • Door middel van informatiebijeenkomsten en het regelmatig verspreiden van informatie zijn alle medewerkers erbij betrokken, zodat zij allen basale informatie kunnen verschaffen over dit bevolkingsonderzoek.
. . . . . . . 18
5.3 Wetenschappelijk onderzoek 5.3.1 Proefbevolkingsonderzoek 4de ronde Het AMC en het Erasmus MC hebben in samenwerking met Bevolkingsonderzoek Zuid-West en Bevolkingsonderzoek Midden-West een subsidieaanvraag ingediend bij respectievelijk ZonMw en het RIVM om een 4de ronde van het proefbevolkingsonderzoek darmkanker uit te voeren. Hiermee zal het proefbevolkingsonderzoek darmkanker bij de voorlopercohorten in de regio’s Amsterdam en Rijnmond worden voortgezet (omvang 24.000 personen die nu ruim zeven jaar gevolgd worden). Er wordt onderzocht wat de diagnostische opbrengst van de 4de ronde FIT-screening (Fecal Immunochemical Test) is, het aantal intervalcarcinomen bij deelnemers en niet-deelnemers en het deelnamepercentage. Ook wordt een vergelijking gemaakt van de testkarakteristieken van twee verschillende FITs (FOB-Gold en OC-sensor die in landelijk bevolkingsonderzoek darmkanker gebruikt gaat worden) en wordt er gekeken naar het percentage FITpositieven dat een coloscopie ondergaat per type intakegesprek (drie vormen). Het jaar 2013 stond in het teken van het verkrijgen van een vergunning voor de uitvoering van dit onderzoek en in het treffen van voorbereidingen. De vierde ronde van het proefbevolkingsonderzoek zal in 2014 uitgevoerd worden.
5.3.2 Family matters In een kwart van de gevallen van darmkanker gaat het om een erfelijke vorm. In het onderzoek “Family matters” wordt onderzocht hoe personen met een erfelijk risico tijdig opgespoord kunnen worden om zo de juiste preventieve darmcontroles te krijgen. De start van het landelijk bevolkingsonderzoek darmkanker biedt daar een goede gelegenheid voor. In het project wordt bekeken of het (mee) sturen van een vragenlijst over erfelijke darmkanker een goede manier is om deelnemers met een familiair verhoogd risico te herkennen. Het onderzoeksproject wordt gesubsidieerd door de maag-, lever- en darmstichting en zal worden uitgevoerd door het AMC in samenwerking met BOMW.
6 Cliëntreacties en kwaliteit Bevolkingsonderzoek Midden-West nodigt cliënten uit reacties en ervaringen bij de organisatie bekend te maken. Dit kan via telefoon, email, website, reactieformulier ‘Uw mening telt!’ en schriftelijk. De screeningsorganisatie stelt de reacties van cliënten op prijs, want deze feedback biedt de mogelijkheid om de geboden dienstverlening te evalueren: • Hoe ervaart de cliënt de dienstverlening? • Wat is er goed gegaan? Wat kan of moet beter? • Waar zitten aanknopingspunten om de dienstverlening te verbeteren?
6.1 Cliëntreacties Veruit de meeste reacties van cliënten hadden in 2013 betrekking op het bevolkingsonderzoek borstkanker (1.525). Er kwamen 10 reacties over het bevolkingsonderzoek baar moederhalskanker binnen. Voor cliënten van het bevolkings onderzoek borstkanker is er een lage drempel om te reageren, aangezien reactieformulieren in de onderzoekscentra aanwezig zijn. Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft een interne procedure voor de behandeling van cliëntreacties die een klacht bevatten. Als de reacties intern niet naar tevredenheid afgehandeld kunnen worden, kunnen cliënten met hun klacht naar de landelijke klachtencommissie.
6.1.2 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker In 2013 hebben 141.197 cliënten deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Er zijn 10 reacties binnengekomen over dit bevolkingsonderzoek. Deze reacties gaan over de uitslagbrief en de kosten na door verwijzing.
6.2 Kwaliteit In 2013 heeft Bevolkingsonderzoek Midden-West veel geïnvesteerd in haar kwaliteitsbeleid. De instrumenten om kwaliteit te monitoren en te verbeteren zijn effectiever ingezet. Hierdoor is de organisatie nog sterker gericht op het continu verbeteren van haar dienstverlening.
6.2.1 HKZ-certificaat In het najaar is een externe audit gehouden voor zowel het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker (BMHK) als het bevolkingsonderzoek borstkanker (BK) door certificerende instelling DNV. Naar aanleiding hiervan is de certificering weer verlengd. Rondom de HKZ certificering zijn verbeteringen aangepakt op de volgende gebieden: • De werkwijze van interne auditing • FONA beleid en registratie • De aanschaf van applicaties voor het monitoren van helpdeskvragen en documentbeheer • Proces van leveranciersbeoordelingen
6.1.1 Bevolkingsonderzoek borstkanker In 2013 zijn er 240.899 cliënten gescreend. Er zijn 1.525 reacties binnen gekomen (0,63%). Binnen de reacties onder scheiden we complimenten, klachten, vragen en suggesties: Complimenten
654
(42,9%)
Klachten
674
(44,2%)
Vragen
150
(9,8%)
47
(3,1%)
Suggesties
De 674 klachten in 2013 hebben betrekking op de volgende onderwerpen: Standplaats/locatie
326
(48,4%)
Administratie/organisatie
125
(18,5%)
Pijn (incl. positieve en negatieve bejegening)
119
(17,7%)
Bejegening
53
(7,9%)
Verwonding
21
(3,1%)
8
(1,2%)
3
(0,4%)
19
(2,8%)
Medisch Leeftijdsgrenzen Overig
Reacties over standplaats/locatie gaan vaak over de reisafstand voor cliënten. Pijn bij het onderzoek blijft een belangrijk onderwerp waar de cliënt een reactieformulier voor invult. Soms in combinatie met een positieve of negatieve bejegening.
6.2.2 Visitatie Bekijkeenheid Utrecht – LRCB Het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) voert in opdracht van het Rijksinstituut voor Volks gezondheid en Milieu (RIVM) een aantal taken uit binnen het bevolkingsonderzoek borstkanker, waaronder het uitvoeren van medisch-inhoudelijke en fysisch-technische kwaliteits bewaking en het accrediteren en registreren van professionals werkzaam in het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. In het kader van optimalisatie en borging van het bevolkings onderzoek voert het LRCB een continue fysisch-technische kwaliteitscontrole uit op de beeldvormende systemen. De medisch-inhoudelijke kant wordt periodiek getoetst door middel van visitaties. In 2013 is een visitatieprotocol vastgesteld van toepassing op de fysisch-technische en medisch-inhoudelijke kant van het bevolkingsonderzoek op borstkanker. Het gaat hierbij dus om de geleverde kwaliteit van de beeldvormende apparatuur, de performance van de MBB’ers in de screening en de performance van de screeningsradiologen. De performance van deze professionals wordt hierbij op groepsniveau beoordeeld en niet op individueel niveau.
. . . . . . . 19
In 2013 heeft een visitatie plaatsgevonden op de bekijkeenheid Utrecht, Gooi en Flevoland (BE Utrecht). Aan de hand van de geconstateerde verbeterpunten is een plan van aanpak opgesteld om de fysisch-technische en medisch-inhoudelijke kwaliteit te borgen.
. . . . . . . 20
7 Landelijke samenwerking 7.1 Screeningsorganisaties en FSB 7.1.1 Algemeen Vanuit het oogpunt van kwaliteitsverbetering, efficiency en effectiviteit werken de vijf screeningsorganisaties in Nederland op een aantal gebieden nauw met elkaar samen. Dit gebeurt door middel van verschillende samenwerkingsvormen waaronder de coöperatie Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken (FSB). De samenwerking in FSB-verband kent een zware ITcomponent: beheer en (her)ontwikkeling van informatie systemen ter ondersteuning van de bevolkingsonderzoeken naar kanker; realiseren of verbeteren van data-uitwisseling met ketenpartners van de screeningsorganisaties. Voor de uitvoering van gezamenlijke taken op het terrein van IT heeft FSB de Landelijke Beheerorganisatie (LBO) opgericht. Daarnaast is FSB de afgelopen jaren benut voor gezamenlijke inkoop- en aanbestedingstrajecten en voor uitvoering van het project arbeidsmarktontwikkeling laboranten (AMOL). Door de groei en ontwikkeling van de screeningsorganisaties zijn, met name als gevolg van het derde bevolkingsonderzoek darmkanker, de taken en verantwoordelijkheden van de LBO toegenomen. In 2013 is de LBO verder ontwikkeld, zodat aan de nieuwe eisen tegemoet kan worden gekomen. Hiervoor zijn nieuwe functies en een nieuwe organisatiestructuur van de LBO ingericht. Tevens is de planning en controlcyclus met de bijbehorende jaarstukken doorontwikkeld. Voor een volledig overzicht van de activiteiten van het FSB wordt verwezen naar het jaarverslag. Hieronder zullen de inkoop- en project activiteiten eruit gelicht en kort aangeduid worden.
7.1.2 Inkooptrajecten De screeningsorganisaties hebben gekozen voor een gezamen lijke inkoop van de dataverbindingen, het onderhoud van de mobiele onderzoekscentra en het cliënttevredenheids onderzoek bevolkingsonderzoek borstkanker. Het Europese aanbestedingstraject voor de dataverbindingen is in 2013 afgerond waarna de implementatie-fase heeft plaatsgevonden. De landelijke infrastructuur van glasvezel verbindingen waarover de digitale mammogrammen verstuurd worden is in december opgeleverd. Het betreft de ICTondersteuning van een kritisch werkproces binnen de borstkankerscreening waarbij hoge eisen worden gesteld aan de beschikbaarheid van deze infrastructuur. Het project is succesvol afgerond met een tijdige en probleemloze overgang van leverancier. Eind 2013 zijn de voorbereidingen gestart voor de Europese aanbesteding van het groot onderhoud van de mobiele
een fase van landelijke ontwikkeling waarna een fase van regionale implementatie per screeningsorganisatie volgt waardoor een intensieve samenwerking tussen het LBO en de regionale screeningsorganisaties plaatsvindt. Belangrijke projecten waarbij het FSB-LBO betrokken is geweest zijn: MammoXL, Best practice Planningsmethode (zie hoofdstuk 3), de bouw van Colonis (zie hoofdstuk 5), Datawarehouse, informatiebeveiligingsbeleid en de 2de pilot Screenings assistent MB-er in de screening. Hieronder volgt een toelichting over de 3 laatstgenoemde projecten. PALGA, stichting DICA, IKNL, de 5 screeningsorganisaties en het RIVM hebben een intentieverklaring datawarehouse kankerscreening ondertekend. Hierin is vastgelegd dat deze partijen in onderhandeling zijn over de inrichting van een datawarehouse waarin de benodigde gegevens voor monitoring en evaluatie voor alle bevolkingsonderzoeken worden gekoppeld en de benodigde gegevensverwerkingen op één plek worden samengebracht. De partijen onderstrepen het belang van een goede bewaking van kwaliteitsdoelstellingen via monitoring en evaluatie van specifieke kwaliteitsindicatoren van de bevolkingsonderzoeken. Op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP/ Artikel 13) is vereist dat screeningsorganisaties passende technische en organisatorische maatregelen nemen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies en tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Medio 2013 heeft FSB besloten te starten met het project informatiebeveiliging. Uitgangspunt is dat screeningsorganisaties zo spoedig mogelijk voldoen aan de NEN7510 norm en de vereisten van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Naar verwachting zal de doorlooptijd van het project circa twee jaar zijn. Er is een plan van aanpak en een notitie Informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld door het FSB-bestuur. Doel van de 2de pilot Screeningsassistent MB-er in de screening is het onderzoeken van functiedifferentiatie bij de laboranten als oplossingsrichting voor arbeidsmarktkrapte (als deelproject van project AMOL). De resultaten maar ook de beperkte opzet van de 1ste pilot heeft geleid tot het besluit om een vervolg te geven aan het opleiden van MBO-ers voor de screening. In 2013 heeft de projectvoorbereiding plaatsgevonden waaronder de werving van 8 MBO-ers die opgeleid gaan worden bij Bevolkingsonderzoek Zuid-West en Bevolkingsonderzoek Midden-West.
7.2 RIVM
onderzoekscentra van alle screeningsorganisaties.
7.1.3 Projecten In het kader van efficiency (één keer het wiel uitvinden) en effectiviteit (uniforme input leidt tot uniforme output) zijn een aantal projecten door de vijf screeningsorganisaties in Nederland gezamenlijk uitgevoerd. De projecten kennen veelal
De beleidsafstemmingsgroep (BAG) is het overlegorgaan van de screeningsorganisaties met het RIVM. In de BAG zijn in 2013 de beleidskaders, regels en richtlijnen voor de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken aan de orde geweest. Ook was de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker weer een belangrijk thema. Daarnaast heeft op het gebied van baar
. . . . . . . 21
moederhalskankerscreening het overleg zich veelal geconcentreerd op de aanpassing van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, waartoe de minister van Volksgezondheid (VWS) in 2013 heeft besloten. Ten aanzien van het bevolkingsonderzoek borstkanker is de adviesvraag van de minister aan de Gezondheidsraad voor een (periodieke) evaluatie van de effectiviteit en doelmatigheid van dit bevolkingsonderzoek aan de orde geweest. Ook is besloten tot het standaard maken van vier mammogrammen per cliënt tijdens de vervolgrondes. De vernieuwing van de IT-systemen voor de bevolkingsonderzoeken borstkanker en baarmoederhalskanker was tevens een belangrijk onderwerp van overleg. Ten slotte is gesproken over de visie op communicatie van het RIVM en de rol van de screeningsorganisaties in de communicatie over de bevolkingsonderzoeken. De screeningsorganisaties hebben een strategisch kader voor communicatie ontwikkeld, waarvan crisiscommunicatie een onderdeel is.
. . . . . . . 22
8 Financiën 8.1 Balans 2013
2012
ACTIVA Materiële vaste activa
6.201.501
7.212.213
Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa
1.376.089
Liquide middelen
5.260.206
3.385.629 2.936.924
Totaal Activa
6.636.295
6.322.553
12.837.796
13.534.766
PASSIVA Eigen vermogen Egalisatie reserve
2.218.693
2.253.310
Bestemmingsreserve ICT
461.578
725.000
Bestemmingsreserve Verbetering bevolkingsonderzoek BO borstkanker
620.000
620.000
Reserve & reserveringen
3.300.271
3.598.310
Voorzieningen
1.279.807
1.203.175
Totaal eigen vermogen
4.580.078
4.801.485
Langlopende verplichtingen
3.283.687
3.053.552
Kortlopende schulden en overlopende passiva Belastingen
394.698
359.593
Crediteuren
1.106.445
1.146.234
Nog te betalen vergoedingen Overige schulden en overlopende passiva
530.849
916.587
2.942.040
3.257.316
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal Passiva
4.974.032
5.679.729
12.837.796
13.534.766
8.2 Borstkanker – Staat van baten en lasten 2013 Resultatenrekening in Euro
Realisatie 2013
Begroot 2013
Realisatie 2012
Baten Subsidie RIVM Borstkanker
15.071.126
15.172.075
14.178.603
Subsidie RIVM Baarmoederhalskanker
-
-
-
Subsidie RIVM Darmkanker
-
-
-
15.071.126
15.172.075
14.178.603
4.846.616
4.577.914
4.504.004
-
-
-
Kosten personeel in relatie tot logistiek
1.205.216
1.225.653
1.301.744
Kosten personeelsondersteuning primair proces (directie)
1.501.496
1.068.197
1.681.932
Kosten beoordeling
1.407.408
1.515.060
1.472.841
Kosten beoordeling radiologen
1.407.408
1.515.060
1.472.841
Kosten beoordeling laboratoria
-
-
-
5.449.445
4.934.100
5.549.936 255.964
Totaal Baten Kosten Kosten personeel in relatie tot opname (laboranten) Kosten uitvoering onderzoek derden (huisartsen)
Uitvoeringskosten screening Huisvestingskosten
255.293
216.125
Organisatiekosten
964.275
1.161.789
709.542
15.629.750
14.698.837
15.475.964
-558.623
473.238
-1.297.361
Totaal kosten Resultaat
. . . . . . . 23
8.3 Baarmoederhalskanker – Staat van baten en lasten 2013 Resultatenrekening in Euro
Realisatie 2013
Begroot 2013
Realisatie 2012
Baten Subsidie RIVM Borstkanker Subsidie RIVM Baarmoederhalskanker
-
-
-
7.964.516
6.554.832
7.206.216
Subsidie RIVM Darmkanker Totaal Baten
-
-
-
7.964.516
6.554.832
7.206.216
Kosten Kosten personeel in relatie tot opname (laboranten)
-
-
-
1.713.878
1.469.479
1.614.733
Kosten personeel in relatie tot logistiek
290.100
235.620
237.531
Kosten personeelsondersteuning primair proces (directie)
577.420
410.845
716.582
3.632.266
2.941.389
3.235.823
Kosten uitvoering onderzoek derden (huisartsen)
Kosten beoordeling Kosten beoordeling radiologen
-
-
-
Kosten beoordeling laboratoria
3.632.266
2.941389
3.235.823
1.027.511
935.000
966.438
97.885
83.125
106.699
Uitvoeringskosten screening Huisvestingskosten Organisatiekosten
373.640
461.420
277.552
7.712.700
6.536.878
7.158.357
251.816
17.954
47.860
Realisatie 2013
Begroot 2013
Realisatie 2012
Subsidie RIVM Borstkanker
-
-
-
Subsidie RIVM Baarmoederhalskanker
-
-
-
Subsidie RIVM Darmkanker
1.406.899
2.033.112
60.714
Totaal Baten
1.406.899
2.033.112
60.714
Kosten personeel in relatie tot opname (laboranten)
-
-
-
Kosten uitvoering onderzoek derden (huisartsen)
-
-
-
Kosten personeel in relatie tot logistiek
159.371
125.227
-
Kosten personeelsondersteuning primair proces (directie)
331.788
167.970
-
-
-
-
Kosten beoordeling radiologen
-
-
-
Kosten beoordeling laboratoria
-
-
-
482.946
800
-
39.154
33.250
-
Totaal kosten Resultaat
8.4 Darmkanker – Staat van baten en lasten 2013 Resultatenrekening in Euro Baten
Kosten
Kosten beoordeling
Uitvoeringskosten screening Huisvestingskosten Organisatiekosten Totaal kosten Resultaat
. . . . . . . 24
384.871
2.197.057
178.478
1.398.131
2.524.304
178.478
8.768
-491.192
-117.764
8.5 Totaal resultaat Bevolkingsonderzoek Midden-West 2013 Resultatenrekening in Euro
Realisatie 2013
Begroot 2013
Realisatie 2012
Baten Subsidie RIVM Borstkanker
15.071.126
15.172.075
15.287.631
Subsidie RIVM Baarmoederhalskanker
7.964.516
6.554.832
7.206.216
Subsidie RIVM Darmkanker
1.406.899
2.033.112
60.714
24.442.542
23.760.019
21.445.533
Kosten personeel in relatie tot opname (laboranten)
4.846.616
4.577.914
4.504.004
Kosten uitvoering onderzoek derden (huisartsen)
1.713.878
1.469.479
1.614.733
Kosten personeel in relatie tot logistiek
1.654.688
1.586.499
1.539.275
Kosten personeelsondersteuning primair proces (directie)
2.410.704
1.647.012
2.398.515
Kosten beoordeling
5.039.674
4.456.449
4.708.664
Kosten beoordeling radiologen
1.407.408
1.515.060
1.472.841
Kosten beoordeling laboratoria
3.632.266
2.941.389
3.235.823
6.959.902
5.869.900
6.516.374
392.333
332.500
365.662
1.722.785
3.820.265
1.165.572
24.740.581
23.760.019
22.812.798
Incidentele baten
-
-
-
Incidentele lasten
448.000
-
2.191.000
149.961
-
823.734
-298.039
-
-1.367.266
Totaal Baten Kosten
Uitvoeringskosten screening Huisvestingskosten Organisatiekosten Totaal kosten Incidentele baten en lasten
Genormaliseerd resultaat boekjaar Resultaat boekjaar
1
2
1 Het genormaliseerde resultaat is het jaarresultaat zonder incidentele baten en lasten 2 Het resultaat boekjaar is het jaarresultaat inclusief incidentele baten en lasten
De presentatie van enkele posten is ten opzichte van vorig jaar aangepast ten behoeve van de inzichtelijkheid. Toelichting In de afgelopen 2 boekjaren heeft Bevolkingsonderzoek Midden-West een negatief resultaat behaald door diverse incidentele lasten. Het genormaliseerde resultaat in zowel 2012 als 2013 is ruim positief geweest.
. . . . . . . 25
. . . . . . . 26
Bijlagen
2013
. . . . . . . 27
A Afkortingenlijst
. . . . . . . 28
BAG BE BK BMHK BSM BVO ColonIS DICA
= = = = = = = =
DK FSB FTE GR HKZ-audit
= = = = =
hrHPV IKNL
= =
LBO
=
LIFO-methode LRCB MammoXL
= = =
MASS-trial
=
MBB’er Ministerie VWS NAW-gegevens OR PALGA
= = = = =
RCMDL RIVM RU RvT SE
= = = = =
SO TCMDL UE WBO ZUHA
= = = = =
Beleidsafstemmingsgroep; overlegorgaan van de screeningsorganisaties met het RIVM bekijkeenheid (radiologengroepen) borstkanker baarmoederhalskanker Basis Scholingsmodule Cervixscreening bevolkingsonderzoek landelijk ICT-systeem ten behoeve van bevolkingsonderzoek darmkanker Dutch Institute for Clinical Auditing: een instituut dat valide meetsysteem beheert en uitrolt en inzicht geeft in de kwaliteit van de medische zorg en verbeterpunten. darmkanker Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken: coöperatie van de vijf screeningsorganisaties in Nederland fulltime-equivalent: rekeneenheid voor de omvang van een dienstverband of de personeelssterkte Gezondheidsraad Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector; stellen kwaliteits- en veiligheidsnormen voor de zorgsector hoog risico humaan papillomavirus welke de vorming van baarmoederhalskanker kan veroorzaken Intergraal Kankercentrum Nederland: het kennis- en kwaliteitsinstituut voor professionals en bestuurders in de oncologische en palliatieve zorg Landelijke beheerorganisatie; draagt zorg voor ICT-ondersteuning, contract- en databeheer ten behoeve van de vijf screeningsorganisaties Life Oriëntations, theorie van communicatietrainingen over het menselijk handelen Landelijke Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek ICT-programma voor de digitale beelduitwisseling tussen de ziekenhuizen en de screeningsorganisaties ten behoeve van het bevolkingsonderzoek borstkanker Modified Assessment of referred women in Service Screening: wetenschappelijk onderzoek naar effecten en kosten ten aanzien van de aangepaste verwijsstrategie voor het bevolkingsonderzoek borstkanker Medisch Beeldvormend en Bestralingsdeskundige Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Naam, Adres en Woonplaatsgegevens Ondernemingsraad Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief: een databank met alle pathologie-uitslagen en een computernetwerk voor gegevensuitwisseling met alle pathologie-laboratoria in Nederland. Regionaal Coördinerend Maag-, Darm- en Leverarts Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Recent Uitstrijkje Raad van Toezicht Screeningseenheid: een (mobiel) onderzoekscentrum waarin de screening van cliënten plaatsvindt ten behoeve van bevolkingsonderzoek borstkanker Screeningsorganisatie Toetsing Coördinerend Maag-, Darm- en Leverarts Uterus Extirpatie (baarmoedermond) Wet op het Bevolkingsonderzoek Zelfuitnodigende huisarts
Hoofd screening
5 teams laboranten
Hoofd screening
5 teams laboranten
P.L.*
Projecten
3 Screeningsgroepen (radiologen)
* P.L. = Projectleider ** Cliëntinformatie/Cliëntadministratie *** RCP = Regionaal Coördinerend Patholoog **** RCMDL = Regionaal Coördinerend Maag-Darm-Leverarts
Hoofd screening
5 teams laboranten
Coördineren radiologen (3)
Cliëntadministratie
Cliëntinformatie
Opleiding
3 teams laboranten
Hoofd CI/CA**
Cliëntinformatie
Hoofd CI/CA**
Cliëntadministratie
Hoofd screening
RCP*** (BMHK/DK)
Praktijkondersteuning Capaciteit & Kwaliteit
Manager Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker/darmkanker
Manager Bedrijfsbureau
Secretariaat & Receptie
Manager Bevolkingsonderzoek borstkanker
Kwaliteit & klachten
Bestuurssecretariaat
RCMDL**** (DK)
Ondernemingsraad
Communicatie
Raad van Bestuur
ICT
Personeel & Organisatie
Raad van Toezicht
Financiën
Controller
B Organogram
. . . . . . . 29
Communicatie
C Samenstellingen in 2013 Raad van Toezicht De heer Dr. Ir. T.J.F. Buunen Mevrouw Mr. M.M. van der Burg De heer Ir. J.G.M. Groenendijk De heer Mr. Dr. H.E.G.M. Hermans Mevrouw Drs. G.H. van der Nat
voorzitter vicevoorzitter
Raad van Bestuur Mevrouw E.J.C. Bongers MBA
Ondernemingsraad Mevrouw A.M. Fransen-Emond Mevrouw M.R. Timmer De heer D. Beijerinck Mevrouw A.M. Zwarter–Warmenhoven Mevrouw A.F. Boere De heer D. Bos Mevrouw S. Dardak
voorzitter secretaris
Landelijke externe Klachtencommissie Mevrouw Mr. E.P. van Dijk Mevrouw Mr. M. Daverschot Mevrouw G. van der Heide-Schoon De heer Dr. L.E.M. Duijm Mevrouw Dr. J.L. Schreutelkamp Mevrouw Drs. J. van der Sleen Mevrouw M.J. Lampert Mevrouw C. Smit-Felten
. . . . . . . 30
voorzitter plaatsvervangend voorzitter deskundige, ex-voorzitter Borstkankervereniging Nederland lid namens de Nederlandse Vereniging voor Radiologie plaatsvervangend lid namens de Nederlandse Vereniging voor Radiologie lid op voordracht OR plaatsvervangend lid op voordracht OR ambtelijk secretaris
D Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoeken Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoek borstkanker
2013
2012
2011
2010
2009
Aantal vrouwen in de doelgroep
687.417
670.231
635.922
642.812
656.792
Aantal uitnodigingen
319.653
310.187
285.632
274.488
264.965
Aantal onderzoeken
240.899
238.849
217.097
215.455
210.405
75,36
76,61
75,77
78,49
79,41
16
16
15
17
16
5.445
5.451
5.413
4.855
4.067
Gemiddeld verwijscijfer %
2,3
2,3
2,5
2,3
1,9
Verwijscijfer eerste onderzoek %
4,7
4,6
4,9
3,7
3,7
Verwijscijfer vervolgonderzoek %
1,9
2,0
2,1
1,9
1,7
Positief voorspellende waarde verwijzing %
nog onbekend
30
26
27
28
Aantal opgespoorde borstkankers
nog onbekend
1.764
1.393
1.258
1.134
Gemiddeld detectiecijfer ‰
nog onbekend
7,4
6,7
6
5,7
2013
2012
2011
2010
2009
Aantal uitnodigingen
213.000
206.824
203.898
208.229
213.159
Aantal onderzoeken
141.197
133.714
122.286
125.294
127.054
66,29
64,65
59,97
60,17
59,00
Gemiddelde opkomst % Aantal onderzoekscentra Aantal verwijzingen
Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
Gemiddelde (bruto)opkomst %
. . . . . . . 31
E Opkomst borstkanker per gemeente Opkomst borstkanker per gemeente Gemeente Almere Alkmaar Amersfoort Amstelveen Amsterdam Baarn Beemster Bergen (NH) Beverwijk Blaricum Bloemendaal Bunnik Bunschoten Bussum Castricum De Bilt De Ronde Venen Den Helder Diemen Drechterland Dronten Edam-Volendam Graft-De Rijp Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo Hilversum Hollands Kroon Hoorn Houten Huizen IJsselstein Koggenland Landsmeer Langedijk Laren Lelystad Leusden Limmen Lopik Medemblik Montfoort Muiden Nieuwegein Noordoostpolder Obdam Oostzaan Opmeer Ouder-Amstel Oudewater Purmerend Renswoude Schagen Schermer Soest Stichtse Vecht Texel Urk Utrecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Velsen
. . . . . . . 32
Aantal uitnodigingen 13.422 13.551 13.588 11.120 53.082 4.031 909 4.061 1 986 1.355 2 2.628 4.756 2.012 4 5.545 4.589 3.740 1 2 2 1 13.827 451 9.062 883 4.605 7.529 2 8.355 2.901 7.178 4.798 1 4.583 1.486 1.810 44 143 6.691 394 2 2.001 1.278 307 1.148 9.204 6.635 1 1.470 1.723 7 1.541 7 635 7.812 837 5.075 4 1 1.726 13.988 4.944 8.795 3
Aantal onderzoeken 9.558 10.471 10.151 8.443 33.101 3.091 771 3.223 1 786 1.074 2 2.252 3.648 1.710 2 4.636 3.391 2.776 1 2 0 1 10.088 357 7.098 654 3.668 6.197 1 6.182 2.235 5.708 3.770 0 3.423 1.247 1.532 38 102 4.740 350 0 1.675 1.131 254 914 6.841 5.450 0 1.213 1.506 2 1.347 2 527 6.581 707 4.063 4 1 1.271 9.199 3.808 7.060 2
Opkomstpercentage 71,21 77,27 74,71 75,93 62,36 76,68 84,82 79,36 100 79,72 79,26 100 85,69 76,7 84,99 50 83,61 73,89 74,22 100 100 0 100 72,96 79,16 78,33 74,07 79,65 82,31 50 73,99 77,04 79,52 78,57 0 74,69 83,92 84,64 86,36 71,33 70,84 88,83 0 83,71 88,5 82,74 79,62 74,33 82,14 0 82,52 87,41 28,57 87,41 28,57 82,99 84,24 84,47 80,06 100 100 73,64 65,76 77,02 80,27 66,67
Vervolg opkomst borstkanker per gemeente Gemeente Waterland Weesp Wijdemeren Wijk bij Duurstede Woerden Wormerland Woudenberg Zaanstad Zandvoort Zeewolde Zeist Zijpe Totaal
Aantal uitnodigingen 1.723 2.867 4.003 2.236 6 2.275 2 16.280 174 2.584 4.217 1 319.643
Aantal onderzoeken 1.450 2.274 3.183 1.807 5 1.918 2 12.590 118 2.041 3.082 0 238.509*
Opkomstpercentage 84,16 79,32 79,52 80,81 83,33 84,31 100 77,33 67,82 78,99 73,09 0
*H et verschil tussen het aantal onderzoeken per gemeente en het aantal deelgenomen vrouwen, vindt haar oorsprong in het moment dat gegevens worden vastgelegd. Het totaal aantal onderzoeken uitgevoerd in 2013 is 240.899. Het aantal onderzoeken per gemeente geeft aan hoeveel vrouwen hebben deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek, op basis van een uitnodiging, ontvangen in 2013.
. . . . . . . 33
F Opkomst baarmoederhalskanker per gemeente Opkomst baarmoederhalskanker per gemeente Gemeente Amsterdam Utrecht Almere Amersfoort Haarlem Zaanstad Haarlemmermeer Alkmaar Hilversum Amstelveen Purmerend Lelystad Hoorn Velsen Nieuwegein Veenendaal Zeist Den Helder Houten Heerhugowaard Woerden Hollands Kroon Stichtse Vecht Soest Utrechtse Heuvelrug Huizen Medemblik Noordoostpolder De Ronde Venen De Bilt Beverwijk Dronten Heemskerk IJsselstein Bussum Castricum Aalsmeer Leusden Uithoorn Bergen (NH) Edam-Volendam Langedijk Diemen Wijk bij Duurstede Heemstede Baarn Wijdemeren Koggenland Schagen Zeewolde Heiloo Vianen Weesp Bloemendaal Enkhuizen Stede Broec Bunschoten Drechterland Rhenen Waterland Zandvoort Naarden Bunnik Urk Wormerland Ouder-Amstel Harenkarspel
. . . . . . . 34
Aantal uitnodigingen 41.809 16.256 10.314 7.696 7.572 7.388 7.180 4.657 4.107 4.054 3.870 3.641 3.385 3.128 3.022 2.829 2.778 2.709 2.610 2.543 2.390 2.250 2.179 2.122 2.064 2.027 2.007 1.975 1.946 1.894 1.872 1.836 1.802 1.756 1.519 1.501 1.465 1.378 1.370 1.325 1.298 1.275 1.234 1.174 1.126 1.092 1.090 1.040 1.021 995 968 955 931 925 913 910 889 858 811 794 776 761 726 725 704 675 638
Aantal onderzoeken 24.444 9.990 6.342 5.151 5.264 4.881 5.108 3.256 2.722 2.570 2.898 2.124 2.600 2.186 1.960 1.823 1.777 1.963 1.867 1.807 1.602 1.657 1.216 1.390 1.419 1.373 1.557 1.244 1.385 1.229 1.224 1.277 1.187 1.159 1.089 1.160 1.041 1.010 995 989 1.035 1.005 867 787 802 704 790 798 703 688 821 620 648 627 641 655 608 642 543 614 482 558 506 343 558 443 531
Opkomstpercentage 58,47 61,45 61,49 66,93 69,52 66,07 71,14 69,92 66,28 63,39 74,88 58,34 76,81 69,88 64,86 64,44 63,97 72,46 71,53 71,06 67,03 73,64 55,81 65,50 68,75 67,74 77,58 62,99 71,17 64,89 65,38 69,55 65,87 66,00 71,69 77,28 71,06 73,29 72,63 74,64 79,74 78,82 70,26 67,04 71,23 64,47 72,48 76,73 68,85 69,15 84,81 64,92 69,60 67,78 70,21 71,98 68,39 74,83 66,95 77,33 62,11 73,32 69,70 47,31 79,26 65,63 83,23
Vervolg opkomst baarmoederhalskanker per gemeente Gemeente Lopik Uitgeest Texel Montfoort Maarssen Woudenberg Opmeer Landsmeer Oudewater Zijpe Laren Landsmeer Oudewater Zijpe Laren Blaricum Eemnes Oostzaan Beemster Graft-De Rijp Muiden Zeevang Haarlemmerliede en Spaarnwoude Schermer Breukelen Renswoude Loenen Totaal
Aantal uitnodigingen 623 620 606 602 585 534 498 493 469 465 454 493 469 465 454 426 421 415 377 302 280 280 247 236 213 198 126 213.000
Aantal onderzoeken 537 425 454 427 585 366 406 372 314 381 291 372 314 381 291 296 323 343 307 234 181 201 165 158 221 143 112 141.197
Opkomstpercentage 86,20 68,55 74,92 70,93 100,00 68,54 81,53 75,46 66,95 81,94 64,10 75,46 66,95 81,94 64,10 69,48 76,72 82,65 81,43 77,48 64,64 71,79 66,80 66,95 103,76 72,22 88,89 66,29
. . . . . . . 35
G Personeel In onderstaande grafiek is het aantal medewerkers in absolute getallen en in FTE weergegeven per maand in 2013. 250
209
211
213
216
218
214
215
212
210
208
208
207
200
141,81
141,52
145,81
Apr-’13
Mei-’13
Jun-’13
Jul-’13
Aug-’13
141,56
140,36
Maa-’13
142,86
137,48
Feb-’13
143,52
138,18
Jan-’13
144,81
137,84
100
137,29
Aantal
150
Okt-’13
Nov-’13
Dec-’13
50
0 Sept-’13
• Aantal medewerkers • Aantal fte
In onderstaande grafiek is de leeftijdsopbouw van de medewerkers van Bevolkingsonderzoek Midden-West weergegeven. Binnen Bevolkingsonderzoek Midden-West is 64% van de medewerkers 50 jaar of ouder. In de leeftijdscategorie tot 35 jaar valt 9,8% van de medewerkers. 3,5 20,4
2,9
4,4 4,17 7,9
13,9 23,8
• • • • • • • • •
Jonger dan 25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 ouder dan 60
19,8
In 2013 bedroeg het verzuim onder het personeel 5,89%. Hiermee is de norm van maximaal 6% verzuim gehaald. Ten opzichte van 2012 is het verzuim licht toegenomen (5,65%).
. . . . . . . 36
. . . . . . . 37