Prospectus SNS Beleggingsfondsen
Prospectus SNS Beleggingsfondsen N.V.
SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Pettelaarpark 120, 5216 PT ’s‑Hertogenbosch Postbus 70053, 5201 DZ ’s‑Hertogenbosch Telefoon 073 - 683 33 33 Fax 073 - 683 36 12 Internet snsbank.nl
1
Inschrijvingsperiode Fonds 21: maandag 12 november 2007 tot en met vrijdag 30 november 2007, 15.00 uur Eerste dag van notering: maandag 3 december 2007 Eerste dag van verhandeling: dinsdag 4 december 2007 Stortingsdatum: donderdag 6 december 2007
Prospectus tevens introductiebericht
betreffende de introductie door emissie van Fonds 21 op Eurolist by Euronext Amsterdam van
gewone aandelen aan toonder, elk groot nominaal € 0,05 in
SNS Beleggingsfondsen N.V. (beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal) gevestigd te ’s‑Hertogenbosch
Het gewone aandelenkapitaal van SNS Beleggingsfondsen N.V. is verdeeld in 30 series, genummerd 1 t/m 30, die ieder hierna als afzonderlijk Fonds worden aangeduid. De onderhavige introductie betreft:
Fonds 21: SNS Optimaal Blauw
De prijs per gewoon aandeel van SNS Optimaal Blauw bedraagt € 25.
Voor het Fonds zullen geen aandeelbewijzen aan toonder worden uitgegeven. De aandelen van het Fonds zijn belichaamd in een global note, een verzamelbewijs dat het geplaatste kapitaal van het betreffende Fonds vertegenwoordigt. De aandelen zijn ten volle gerechtigd tot het dividend over het boekjaar 2007 en volgende boekjaren.
Dit prospectus is tevens het door de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven prospectus van SNS Beleggingsfondsen N.V.
Deze introductie wordt verzorgd door :
SNS Financial Markets
3
Verantwoording en belangrijke informatie SNS Beleggingsfondsen N.V. (hierna: de ‘Vennootschap’) is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal, die is ingericht als een zogenaamd paraplu‑ fonds. Deze structuur houdt in dat de gewone aandelen van de Vennootschap zijn onderverdeeld in verschillende series aandelen, ‘fondsen’ genaamd, waaraan het vermogen van de Vennootschap wordt toegerekend (hierna: de ‘Fondsen’). De Fondsen als zodanig hebben geen rechtspersoonlijkheid; het vermogen is van één en dezelfde rechtspersoon, de Vennootschap. Als beheerder van de Vennootschap treedt op SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. (hierna ‘SBB’). Het prospectus met betrekking tot de Vennootschap en de Fondsen (hierna: het ‘Prospectus’) is onderverdeeld in (i) dit basisprospectus inclusief de bijlagen hierbij (hierna: het Basisprospectus’) en (ii) voor ieder Fonds een supplement inclusief bijlage(n) (het ‘Supplement’). Het Basisprospectus bevat algemene informatie over de Vennootschap en informatie die betrekking heeft op alle Fondsen. In de Supplementen wordt specifieke informatie verstrekt omtrent de Fondsen over onder meer de doelstelling, het beleggingsbeleid en de beleggingstechnieken. Indien er afwijkingen zijn in de tekst van het Basisprospectus ten opzichte van de Supplementen, prevaleert de tekst van de Supplementen. Alle bijlagen bij het Basisprospectus en bij de Supplementen maken onderdeel uit van het Prospectus. Beleggers die geïnteresseerd zijn in de gewone aandelen in de Vennootschap worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan een belegging financiële risico’s zijn verbonden. Beleggers wordt derhalve uitdrukkelijk geadviseerd dit Prospectus zorgvuldig te lezen en kennis te nemen van de volledige inhoud van het Prospectus. De in het Prospectus opgenomen informatie kan niet worden aangemerkt als een beleggingsadvies. Iedere belegger dient rekening te houden met zijn indivi‑ duele omstandigheden alvorens gewone aandelen in de Vennootschap te verwerven en doet er verstandig aan zich te laten adviseren door een onafhankelijke financieel en belastingadviseur onder meer met betrekking tot de structuur van de Vennootschap en de met een belegging in de gewone aandelen van de Vennootschap gepaard gaande risico’s, alsmede in hoeverre een belegging daarin verenigbaar is met diens risicoprofiel. De afgifte en verspreiding van het Prospectus, alsmede het aanbieden, verkopen en leveren van elke serie gewone aandelen kunnen in jurisdicties buiten Nederland onderworpen zijn aan (wettelijke) beperkingen. Personen die in het bezit komen van het Prospectus wordt verzocht zich op de hoogte te stellen van die beperkingen en zich daaraan te houden. Het Prospectus vormt geen aanbod tot het verkrijgen van aandelen of andere effecten en is geen uitnodi‑ ging tot het doen van een dergelijk aanbod, of een verzoek om in te schrijven op enig aandeel in enige jurisdictie waar dit volgens de aldaar toepasselijke regelgeving niet geoorloofd is. De Vennootschap en SBB zijn niet aansprakelijk voor schending van dergelijke regelgeving door een ander, ongeacht of deze een mogelijke koper van aandelen is of niet. Ten aanzien van alle in het Prospectus opgenomen verwijzingen naar (verwachte) rendementen geldt dat de waarde van een aandeel van elke serie gewone aandelen kan fluctueren en dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie bieden voor de toekomst. Ten aanzien van toekomstgerichte verklaringen geldt dat deze naar hun aard risico’s en onzekerheden inhouden aangezien ze betrekking hebben op gebeurtenissen die afhankelijk zijn van omstandigheden die zich in de toekomst al dan niet zullen voordoen. Met uitzondering van de Vennootschap en SBB is niemand gemachtigd informatie te verschaffen of verklaringen af te leggen die niet in het Prospectus zijn opgenomen. Indien zodanige informatie is verschaft of zodanige verklaringen zijn afgelegd, dient op dergelijke informatie of dergelijke verklaringen niet te worden vertrouwd als zijnde verstrekt of afgelegd door de Vennootschap of SBB. De afgifte van het Prospectus en koop, verkoop, uitgifte en inkoop van aandelen in de Vennootschap houden onder geen enkele omstandigheid in dat de in het Prospectus vermelde informatie ook op een later tijdstip dan de datum hiervan nog juist is. De Vennootschap en SBB, zolang zij de beheerder is van de Vennootschap, zullen de gegevens in het Prospectus actualiseren zodra daartoe aanleiding bestaat. Op het Prospectus is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Voor dit product is een financiële bijsluiter opgesteld met informatie over het product, de kosten en de risico’s. Elk Fonds heeft zijn eigen financiële bijsluiter. Loop geen onnodig risico, lees de financiële bijsluiters.
4
InHoudsopgave 1. DEFINITIES
7
2. INLEIDING
8
3. STRUCTUUR
9
De Vennootschap Statutaire doelstelling Fondsen; Beleggingsbeleid Risicoprofiel Kapitaal Stichting SNS Beleggersgiro Stichting Prioriteit SNS Beleggingsfondsen Directie en Beheerder Vergadering van aandeelhouders Ontbinding en vereffening
9 9 9 10 10 10 10 11 11 12
4. WIJZIGING VAN DE VOORWAARDEN
13
5. VERSLAGGEVING
14
6. INFORMATIEVERSTREKKING
15
7. POOLS
16
Algemeen De bewaring Het beheer - Uitbesteding werkzaamheden - Gelieerde partijen - Uitlenen van financiële instrumenten (securities lending)
8. BEPALING INTRINSIEKE WAARDE EN KOERSVORMING
16 16 16 17 17 17
18
Vaststelling van de intrinsieke waarde Compensatie onjuist berekende intrinsieke waarde Koersvorming - Algemeen - Het handelssysteem Euronext Fund Service - Transactieprijs
9. KOSTEN EN VERGOEDINGEN
20
Algemeen Kosten van plaatsing en introductie Totale kostenvergoeding Softdollar-arrangementen Retourprovisies Kosten van deelname in de Fondsen
10. GEGEVENS BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DEELNEMING
18 18 18 18 19 19
Notering aan Euronext Amsterdam Stichting SNS Beleggersgiro Uitgifte van aandelen Inkoop van aandelen Voorschriften over winstuitkering
20 20 20 20 20 20
22 22 22 22 22 22
5
11. RISICOFACTOREN
12. FISCALE ASPECTEN
23 23 25 25 25 25 26 26 26 26 26 27
28
Fiscale structuur Fiscale aspecten voor de belegger
13. OVERIGE INFORMATIE
23
Algemeen Rendementsrisico Inflatierisico Kredietrisico Concentratierisico Risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) Valutarisico Risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen Tegenpartijrisico Verhandelbaarheidrisico Overige risico’s Monitoring risico’s
28 28
30
Algemeen Corporate Governance Code Stembeleid op aandeelhoudersvergaderingen Agent Klachtenregeling Accountantsverklaring Verklaring beheerder
30 30 30 30 31 31 31
14. PERSONALIA
32
15. SUPPLEMENTEN
33
Fonds 3: SNS Nederlands Aandelenfonds Fonds 4: SNS Euro Liquiditeitenfonds Fonds 6: SNS Euro Obligatiefonds Fonds 8: SNS Euro Aandelenfonds Fonds 9: SNS Euro Mixfonds Fonds 10: SNS Hoogdividend Aandelenfonds Fonds 11: SNS Duurzaam Aandelenfonds Fonds 12: SNS Azië Aandelenfonds Fonds 13: SNS Amerika Aandelenfonds Fonds 14: SNS Wereld Aandelenfonds Fonds 15: SNS Euro Vastgoedfonds Fonds 16: SNS Optimaal Paars Fonds 17: SNS Optimaal Geel Fonds 18: SNS Optimaal Oranje Fonds 19: SNS Optimaal Rood Fonds 20: SNS Opkomende Landen Aandelenfonds Fonds 21: SNS Optimaal Blauw
BIJLAGEN:
33 35 37 39 42 44 47 50 53 55 57 60 62 64 67 69 71
74
Tabel I behorend bij supplement van Fonds 3, 4, 6, 8 tot en met 21, paragrafen Vergoeding en K osten Registratiedocument SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Statuten SNS Beleggingsfondsen N.V.
74 75 78
BERICHT VAN INTRODUCTIE FONDS 21 SEPARATE BIJLAGE 1 De jaarrekeningen van SNS Beleggingsfondsen N.V. over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaarbericht 1)
6
Deze bijlage is kosteloos verkrijgbaar bij SBB en is tevens beschikbaar op de Webpagina van SBB op de website van SNS Bank, bereikbaar via: www.snsbank.nl Beleggen Beleggingsfondsen.
90
1 DEFINITIES
In het Prospectus hebben de volgende woorden en afkortingen de daarbij genoemde betekenis. Basisprospectus
et onderdeel van het Prospectus met bijlagen dat algemene informatie bevat over de Vennootschap H en informatie die betrekking heeft op alle Fondsen.
Bgfo
Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft.
Btb
Het Besluit toezicht beleggingsinstellingen 2005, opgegaan in de Wft en het Bgfo.
Euronext Amsterdam
Eurolist by Euronext Amsterdam.
Fonds
E en serie gewone aandelen; ieder Fonds heeft een eigen beleggingsbeleid en een daaraan verbonden specifiek rendements- en risicoprofiel.
Markt in financiële instrumenten
Handelsplatform in de zin van artikel 2, onderdeel 8 MiFID Verordening 2006/1287/EG.
Pettelaar
e naamloze vennootschap Pettelaar Effectenbewaarbedrijf N.V., statutair gevestigd te Utrecht en D met adres 5216 PT ’s‑Hertogenbosch, Pettelaarpark 120.
Pool
E en fonds voor gemene rekening waarin de Fondsen beleggen en waar de activa van de Fondsen feitelijk beheerd worden.
Prioriteit
De Stichting Prioriteit SNS Beleggingsfondsen, statutair gevestigd te ’s‑Hertogenbosch en met adres 5216 PT ’s‑Hertogenbosch, Pettelaarpark 120.
Prospectus
et document overeenkomstig artikel 4:49 lid 1 Wft waarin het aanbod van SNS Beleggingsfondsen N.V. H staat beschreven.
Registratiedocument
et document overeenkomstig artikel 4:48 Wft waarin informatie over SBB is opgenomen. Het docu‑ H ment is opgenomen in een bijlage van dit Prospectus.
SAM
e naamloze vennootschap SNS Asset Management N.V., statutair gevestigd te Utrecht en met adres D te 5216 PT ’s-Hertogenbosch, Pettelaarpark 120.
SBB
e beheerder van de Vennootschap, alsmede de beheerder van de Pools, zijnde de besloten vennoot‑ D schap met beperkte aansprakelijkheid SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V., statutair gevestigd te ’s‑Hertogenbosch en met adres 5216 PT ’s‑Hertogenbosch, Pettelaarpark 120.
SNS
e naamloze vennootschap SNS Bank N.V., statutair gevestigd te Utrecht en met adres te 3521 BJ Utrecht, D Croeselaan 1.
SNS Financial Markets
Bedrijfsonderdeel van SNS.
Supplement
Het onderdeel van het Prospectus dat specifieke informatie bevat over een Fonds.
Vennootschap
e naamloze vennootschap SNS Beleggingsfondsen N.V., statutair gevestigd te ’s‑Hertogenbosch en D met adres 5216 PT ’s‑Hertogenbosch, Pettelaarpark 120.
Webpagina van SBB
www.snsbank.nl Beleggen Beleggingsfondsen.
Wft
De Wet op het financieel toezicht.
Wtb
De Wet toezicht beleggingsinstellingen, opgegaan in de Wft.
T enzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, heeft een begrip dat hiervoor is omschreven in het meer‑ voud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde omschrijving, in het enkelvoud dezelfde betekenis. Tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, heeft een begrip dat hiervoor is omschreven in het enkel‑ voud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde omschrijving, in het meervoud dezelfde betekenis.
7
2 INLEIDING
e Vennootschap is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal, die is ingericht als een D zogenaamd paraplufonds, waarbij de gewone aandelen van de Vennootschap zijn onderverdeeld in verschillende series, de Fondsen. Elk Fonds heeft zijn eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel en koers‑ vorming. Binnen de paraplustructuur van de Vennootschap zijn de volgende Fondsen opgenomen: Fonds 3: SNS Nederlands Aandelenfonds Fonds 4: SNS Euro Liquiditeitenfonds Fonds 6: SNS Euro Obligatiefonds Fonds 8: SNS Euro Aandelenfonds Fonds 9: SNS Euro Mixfonds Fonds 10: SNS Hoogdividend Aandelenfonds Fonds 11: SNS Duurzaam Aandelenfonds Fonds 12: SNS Azië Aandelenfonds Fonds 13: SNS Amerika Aandelenfonds Fonds 14: SNS Wereld Aandelenfonds Fonds 15: SNS Euro Vastgoedfonds Fonds 16: SNS Optimaal Paars Fonds 17: SNS Optimaal Geel Fonds 18: SNS Optimaal Oranje Fonds 19: SNS Optimaal Rood Fonds 20: SNS Opkomende Landen Aandelenfonds Fonds 21: SNS Optimaal Blauw
Daarnaast kunnen ook andere Fondsen worden opgenomen. F onds 1 is in 2001 en de Fondsen 2, 5 en 7 zijn in 2000 omgezet in andere Fondsen van de Vennoot‑ schap. Nadere informatie hierover is opgenomen in Hoofdstuk 3 (‘Structuur’). oor een beschrijving van elk van de hierboven genoemde Fondsen wordt verwezen naar het per Fonds V opgestelde Supplement. I ndien een Fonds wordt geïntroduceerd door uitgifte van aandelen van de desbetreffende serie gewone aandelen, zal bij die gelegenheid een Supplement voor dat Fonds worden opgesteld waarin tevens de specifieke kenmerken van dat Fonds zijn opgenomen. Tevens zal een financiële bijsluiter met betrek‑ king tot een nieuw Fonds worden opgesteld en beschikbaar worden gesteld.
8
3 STRUCTUUR
De Vennootschap
e Vennootschap is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal naar Nederlands recht in D de zin van artikel 2:76 a van het Burgerlijk Wetboek. De Vennootschap is opgericht bij notariële akte op 5 oktober 1995 verleden door mr. P. Klemann, destijds notaris te Rotterdam en thans notaris te Amsterdam. De statuten van de Vennootschap zijn laatstelijk gewijzigd bij akte op 11 mei 2006, even‑ eens verleden ten overstaan van de notaris voornoemd. Voor laatstbedoelde statutenwijziging is de vereiste ministeriële verklaring van geen bezwaar verleend bij beschikking d.d 09 mei 2006, nummer N.V. 531.078. De statuten van de Vennootschap zijn bij het Prospectus gevoegd als bijlage. De Vennootschap is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor OostBrabant te Eindhoven onder nummer 160.79848. De Vennootschap is statutair gevestigd te ’s‑Hertogenbosch en houdt kantoor te ’s‑Hertogenbosch.
Statutaire doelstelling
e Vennootschap heeft ten doel het beleggen van vermogen op een wijze die zich verdraagt met het D fiscale regime voor beleggingsinstellingen in de zin van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, alles met dien verstande dat het vermogen van de Vennootschap zodanig wordt belegd dat de risico’s daarvan worden gespreid teneinde de aandeelhouders van de Vennootschap in de opbrengst te doen delen.
Fondsen; Beleggingsbeleid
et op een specifiek Fonds gestorte of daaraan toe te rekenen vermogen wordt in de Vennootschap H separaat belegd en geadministreerd op een daartoe per Fonds aangehouden (kapitaal)rekening (hierna ‘de Fondsrekening’). erder wordt voor elk Fonds in de administratie een zogenoemde reserverekening aangehouden, V waarop desbetreffende koersverschillen worden geadministreerd, met dien verstande dat indien en voor zover geleden (koers)verliezen het saldo van de reserverekening te boven gaan, afboeking van de Fondsrekening zelf plaatsvindt. et op elk Fonds te storten bedrag en het daaraan toe te rekenen vermogen wordt ten behoeve van het H desbetreffende Fonds belegd. Voor elk Fonds bestaat een afzonderlijk beleggingsbeleid. De Fondsen beleggen hun middelen direct of indirect in Pools. De Pools, waar het feitelijk beheer van de activa van de Fondsen plaatsvindt, hebben de structuur van een fonds voor gemene rekening. Nadere informatie over de Pools is opgenomen in Hoofdstuk 7 (‘Pools’).
Fondsen
SNS Nederlands Aandelenfonds
SNS Amerika Aandelenfonds
SNS Azië Aandelenfonds
SNS Euro Aandelenfonds
SNS Wereld Aandelenfonds
Pools naar asset
Pools
SNS Optimaal Geel
SNS Optimaal Oranje
SNS Optimaal Rood
SNS Optimaal Paars
SNS Euro Mixfonds
Optimaalpool Blauw
Optimaalpool Geel
Optimaalpool Oranje
Optimaalpool Rood
Optimaalpool Paars
Euro Mixpool
SNS Euro Obligatiefonds
SNS Euro Liquiditeitenfonds
SNS Hoogdividend Aandelenfonds
SNS Euro Vastgoedfonds
SNS Duurzaam Aandelenfonds
SNS Opkomende Landen Aan delenfonds
Euro Vastgoedfondsenpool
Duurzaam Aandelenpool Europa
Global Emerging Markets Equity Pool
Hoogdividend Mixpool
Global Equity Mixpool
naar regio
Pools
SNS Optimaal Blauw
Aandelenpool Nederland
Amerika Aandelenpool
Azië Aandelenpool
Euro Aandelenpool
Euro Obligatiepool
Euro Liquiditeitenpool
Hoogdividend Aandelenpool
Situatie per 3 december 2007
et specifieke beleggingsbeleid, de beleggingsvoorwaarden en -restricties worden beschreven in het H Supplement van het betreffende Fonds. S BB is bevoegd tot wijziging van het beleggingsbeleid, de beleggingsrestricties en/of de beleggings‑ voorwaarden. Wijzigingen in het beleggingsbeleid van een Fonds worden niet van kracht voordat drie maanden zijn verstreken nadat mededeling is gedaan aan de (vergadering van) houders van aandelen in het betreffende Fonds. Nadere informatie hierover is opgenomen in Hoofdstuk 4 (‘Wijziging van de voor‑ waarden’).
9
Risicoprofiel
an beleggingen in (een) Fonds(en) zijn financiële kansen, maar ook financiële risico’s verbonden. De A beleggingen van elk Fonds zijn onderhevig aan marktfluctuaties en aan de risico’s die inherent zijn aan beleggingen. Er worden geen garanties gegeven dat de beleggingsdoelstellingen zullen worden gerealiseerd. De intrinsieke waarde van elk Fonds kan zowel stijgen als dalen. Voor nadere informatie over de risico´s verbonden aan (een) Fonds(en) wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 (‘Risicofactoren’) en naar de beschrijving van het risicoprofiel per Fonds, zoals dit is beschreven in het Supplement van het betreffende Fonds.
Kapitaal
et maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap bedraagt per de laatste statutenwijziging de H dato 11 mei 2006 EUR 15.000.000 nominaal, verdeeld in 1 prioriteitsaandeel en 299.999.999 gewone aandelen van elk EUR 0,05 nominaal, welke gewone aandelen zijn verdeeld over 30 series. Een serie gewone aandelen wordt aangeduid als Fonds. Voor een verdere beschrijving van het kapitaal van de Vennootschap wordt verwezen naar de statuten van de Vennootschap. e Vennootschap is een (semi) open end beleggingsinstelling. Dit betekent dat ieder Fonds in beginsel D elke beursdag aandelen zal kunnen uitgeven of inkopen, zoals nader omschreven in de statuten van de Vennootschap, tegen een prijs gebaseerd op de intrinsieke waarde per aandeel van het betreffende Fonds. Nadere informatie hierover is opgenomen in Hoofdstuk 8 (‘Bepaling intrinsieke waarde en koersvorming’) en Hoofdstuk 10 (‘Gegevens betreffende de rechten van deelneming’). e aandelen van de Fondsen 1 tot en met 20 zijn op de hierna volgende data toegelaten tot Eurolist D by Euronext Amsterdam of haar rechtsvoorgangers: Fondsen 1 tot en met 5 30 oktober 1995 Fondsen 6 tot en met 10 20 oktober 1997 Fonds 11 2 november 1998 Fondsen 12 tot en met 14 22 november 1999 Fonds 15 10 juli 2000 Fonds 16 5 maart 2001 Fondsen 17 tot en met 19 21 oktober 2002 Fonds 20 2 juli 2007 p 11 december 2000 zijn de aandelen van Fonds 2 (SNS Obligatiegroeifonds), Fonds 5 (SNS Liquidi‑ O teitengroeifonds) en Fonds 7 (SNS Euro Obligatiegroeifonds) omgezet in aandelen van respectievelijk Fonds 1 (SNS Obligatiedividendfonds), Fonds 4 (SNS Euro Liquiditeitenfonds) en Fonds 6 (SNS Euro Obligatiefonds) en is de notering van de Fondsen 2, 5 en 7 beëindigd. p 1 oktober 2001 zijn de aandelen van Fonds 1 (SNS Obligatiedividendfonds) omgezet in aandelen O van Fonds 6 (SNS Euro Obligatiefonds) en is de notering van Fonds 1 beëindigd. Op 14 juni 2004 is in samenhang met de wijziging van het beleggingsbeleid de naam van Fonds 10 (SNS SpaarPlus Aandelenfonds) gewijzigd in SNS Hoogdividend Aandelenfonds. Op 19 december 2005 is in samenhang met de wijziging van het beleggingsbeleid de naam van Fonds 16 (SNS InnoVisiefonds) gewijzigd in SNS Optimaal Paars.
Stichting SNS Beleggersgiro
aast verhandeling aan Euronext Amsterdam is het eveneens mogelijk om in de Fondsen deel te nemen N door middel van Stichting SNS Beleggersgiro, gevestigd te ’s‑Hertogenbosch. Iedere belegger in de Fondsen kan daartoe bij SNS, SNS Regio Bank N.V. of REAAL Bancaire Diensten (een handelsnaam van SNS Regio Bank N.V.) een rekening openen voor deelname aan het girale systeem. Via Stichting SNS Beleggersgiro kan de belegger ook zijn deelnemingen in de Fondsen onderling omruilen. Het reglement van Stichting SNS Beleggersgiro is beschikbaar via de Webpagina van SBB en ook via www.snsregiobank.nl en www.reaal.nl. Daarnaast zijn de reglementen van Stichting SNS Beleggers‑ giro desgevraagd kosteloos verkrijgbaar bij ieder kantoor van SNS, SNS Regio Bank N.V. te Utrecht, REAAL Bancaire Diensten te Alkmaar en de Stichting zelf. Het adres van Stichting SNS Beleggersgiro is 5216 PT ’s‑Hertogenbosch, Pettelaarpark 120.
Stichting Prioriteit SNS Beleggingsfondsen
et Prioriteitsaandeel wordt gehouden door de Prioriteit, statutair gevestigd te ’s‑Hertogenbosch. De H Prioriteit heeft ten doel het in eigendom verwerven en houden van een prioriteitsaandeel in het kapitaal van de Vennootschap en het uitoefenen van alle aan dat aandeel verbonden rechten, waaronder het uitoefenen van stemrecht en voorts al hetgeen hiermee in de ruimste zin verband houdt. Het bestuur van de Prioriteit bestaat uit: Drs. R.G.J. Langezaal Mr. J. Boven Drs. C.H. van den Bos Mr. M.W.J. Hinssen
10
rs. R.G.J. Langezaal, Mr. J. Boven, Drs. C.H. van den Bos en Mr. M.W.J. Hinssen zijn de bestuurders van D de Prioriteit en daarmede de medebeleidsbepalers van de Vennootschap in de zin van de Wft en de op de Wft berustende uitvoerende regelgeving. De heren Van den Bos en Hinssen verrichten geen andere activiteiten die verband houden met de activiteiten van de Vennootschap naast het zijn van bestuurder van de Prioriteit. De voornaamste door de heren Langezaal en Boven uitgeoefende activiteit buiten de Prioriteit, voorzover deze activiteit verband houdt met de werkzaamheden van de Vennootschap, is het zijn van commissaris van SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. oor de rechten verbonden aan het prioriteitsaandeel wordt verwezen naar de statuten van de Ven‑ V nootschap.
Directie en Beheerder
SBB is statutair bestuurder en treedt op als beheerder van de Vennootschap als bedoeld in artikel 1:1 Wft. SBB beheert en houdt toezicht op de activa van de Vennootschap en de beleggingen en de herbeleggingen van gelden en andere goederen van de Vennootschap. Voorts is SBB bevoegd activa te selecteren, te verkopen, te verhandelen en te investeren voor de Vennootschap. Verder kan SBB accountants, juridische adviseurs en andere deskundigen inschakelen in het kader van de werkzaam‑ heden als beheerder van de Vennootschap en bepaalt SBB het beleid met betrekking tot verkoop of indeling van de beleggingen van gelden en andere activa van de Vennootschap. SBB is ook bevoegd die overeenkomsten aan te gaan die hij nodig acht voor het uitoefenen van zijn werkzaamheden als beheerder van de Vennootschap. SBB is ook beheerder van diverse beleggingsfondsen waarvoor geen vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft is vereist. Voor nadere gegevens omtrent SBB, de groep waartoe SBB behoort, de (mede) beleidsbepalers van SBB en degenen die toezicht houden op het beleid en de algemene zaken van SBB, wordt verwezen naar het Registratiedocument, dat onderdeel uitmaakt van het Prospectus. rs. B. Blocq RA (voorzitter) en B.J. Blom zijn de directeuren van SBB en daarmede de beleidsbepalers D van de Vennootschap in de zin van de Wft en de op de Wft berustende uitvoerende regelgeving. De heer B. Blocq verricht geen andere activiteiten die verband houden met de activiteiten van de Vennootschap naast het zijn van directeur van SBB. De voornaamste door de heer B.J. Blom uitgeoefende activiteit buiten SBB, voorzover deze activiteit verband houdt met de werkzaamheden van de Vennootschap, is het zijn van bestuurder van ASN Beleggingsinstellingen Beheer BV. e leden van de raad van commissarissen en van de directie kiezen domicilie ten kantore van de D Vennootschap. Zij ontvangen van de Vennootschap en van de Beheerder geen vergoeding voor hun werkzaamheden.
Vergadering van aandeelhouders
e jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders wordt binnen zes maanden na afloop van het D boekjaar gehouden. De agenda voor deze vergadering bevat onder andere de volgende onderwerpen: verslag van, en het verlenen van décharge aan, de directieleden voor het door hen gevoerde bestuur over het afgelopen boekjaar; behoudens ingeval uitstel is verleend, de behandeling van de jaarrekening en, voorzover de door de wet voorgeschreven, van het jaarverslag en de overige gegevens als bedoeld in artikel 2:392 Burgerlijk Wetboek; bestemming van eventuele winst; de behandeling van door de directie of door aandeelhouders ingediende voorstellen; het verrichten van al hetgeen de wet overigens voorschrijft.
uitengewone algemene vergaderingen van aandeelhouders van de Vennootschap en vergaderingen B van houders van aandelen van een Fonds worden gehouden zo dikwijls de directie wenselijk acht. Bovendien zal een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders worden gehouden binnen drie maanden nadat voor de directie aannemelijk is dat het eigen vermogen van de Vennootschap is gedaald tot een bedrag gelijk aan of lager dan de helft van het geplaatste kapitaal. aarnaast is de directie verplicht een algemene vergadering bijeen te roepen, zodra de Prioriteit, dan D wel één of meer vergadergerechtigden die gezamenlijk ten minste tien procent (10%) van het totaal aantal stemmen dat kan worden uitgebracht vertegenwoordigen, haar dit schriftelijk onder opgave van de te behandelen onderwerpen verzoeken. Indien alsdan de directie in gebreke blijft een vergadering bijeen te roepen, zodanig, dat deze binnen vier weken na ontvangst wordt gehouden, is ieder van de verzoekers zelf tot bijeenroeping bevoegd met inachtneming van het daaromtrent in de statuten van de Vennootschap bepaalde.
11
en oproeping voor een algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap zal ten E minste veertien dagen voor de aanvang van die vergadering geschieden per advertentie in één of meerdere landelijk verspreide Nederlandse dagbladen en in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V., alsmede op de Webpagina van SBB. I n de algemene vergadering van aandeelhouders geeft ieder aandeel recht op het uitbrengen van één stem. Stemrechten verbonden aan de aandelen van beleggers die deelnemen via Stichting SNS Beleg‑ gersgiro komen toe aan Stichting SNS Beleggersgiro. Stichting SNS Beleggersgiro kan tijdens de aandeelhoudersvergaderingen van de Vennootschap het stemrecht verbonden aan de aandelen uit‑ oefenen. Een belegger die zelf het stemrecht wenst uit te oefenen, kan Stichting SNS Beleggersgiro verzoeken een volmacht aan hem te verstrekken ter zake van zoveel aandelen als overeenkomt met zijn deelneming in het girale systeem.
Ontbinding en vereffening
E en besluit tot ontbinding van de Vennootschap kan door de algemene vergadering van aandeelhou‑ ders slechts worden genomen op voorstel van de Prioriteit. De vereffening geschiedt door de directie, indien en voorzover de algemene vergadering van aandeelhouders niet anders bepaalt. an hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van een Fonds is overgebleven, V wordt allereerst aan de Prioriteit het nominale bedrag van het prioriteitsaandeel uitgekeerd. Van het‑ geen daarna resteert wordt uitgekeerd aan de houders van gewone aandelen van het desbetreffende Fonds, in verhouding van het nominale bedrag van door hen gehouden aandelen van het betreffende Fonds.
12
4 WIJZIGING VAN DE VOORWAARDEN
De statuten van de Vennootschap kunnen worden gewijzigd door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap. De algemene vergadering van aandeelhouders kan hiertoe alleen besluiten op voorstel van de Prioriteit. SBB en de Vennootschap, tezamen handelend, kunnen de overige voorwaarden en het Prospectus wijzigen, waaronder begrepen het beleggingsbeleid en de beleggingsrestricties van de Fondsen. E en (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden die gelden tussen de Vennootschap en de aandeelhou‑ ders wordt bekendgemaakt in een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad en in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V. alsmede op de Webpagina van SBB. Een (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden wordt toegelicht op de Webpagina van SBB. W ijzigingen van de voorwaarden die gelden tussen de Vennootschap en de aandeelhouders waardoor rechten of zekerheden van de aandeelhouders worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, of waardoor het beleggingsbeleid wordt gewijzigd, worden tegen degenen die aandeelhouders zijn op het tijdstip van de hierna bedoelde bekendmaking niet ingeroepen voordat drie maanden zijn verstreken na bekendmaking van de wijziging op de wijze zoals hiervoor vermeld. Gedurende deze periode kunnen de aandeelhouders hun aandelen van het betreffende Fonds tegen de gebruikelijke voorwaarden doen inkopen door de Vennootschap voor het betreffende Fonds, onverminderd het daarover bepaalde in het Prospectus, de statuten van de Vennootschap en de overige voorwaarden die gelden tussen de Vennootschap en de aandeelhouders.
13
5 VERSLAGGEVING
et boekjaar van de Vennootschap is gelijk aan het kalenderjaar. De directie maakt jaarlijks binnen H vier maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens door publicatie op de webpagina van SBB openbaar over dat boekjaar, met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek en hetgeen bepaald is in het Bgfo. De jaarrekening bestaat uit een balans, een winst- en verliesrekening alsmede een toelichting. In de jaarrekening van de Vennoot‑ schap, die als separate bijlage onderdeel uitmaakt van het Prospectus, wordt per Fonds ten minste een balans, een winst- en verliesrekening, een kasstroomoverzicht en een toelichting opgenomen. e algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap zal een registeraccountant of D een andere deskundige, als bedoeld in artikel 2:393, lid 1 Burgerlijk Wetboek opdracht geven om de jaarrekening te onderzoeken. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de directie en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer. De verklaring van de accountant zal aan de overige gegevens worden toegevoegd. innen zes maanden na afloop van een boekjaar wordt de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders B gehouden. De agenda voor deze vergadering bevat onder meer de vaststelling van de jaarrekening. innen acht dagen na vaststelling van de jaarrekening legt de directie de jaarrekening neer bij het han‑ B delsregister en wordt aan de aandeelhouders mededeling gedaan waar de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens verkrijgbaar zijn. Indien een jaarverslag gewijzigd is vastgesteld, vermeldt deze mededeling tevens dat het jaarverslag tezamen met de daarop betrekking hebbende verklaring van de accountant door het Fonds kosteloos beschikbaar wordt gesteld aan de aandeelhouders en wordt gepubliceerd op de Webpagina van SBB. J aarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar maakt de directie een halfjaarbericht door publicatie op de webpagina van SBB openbaar over de eerste helft van dat boek‑ jaar met inachtneming van het bepaalde in het Bgfo. Dit halfjaarbericht wordt opgesteld conform de structuur van de jaarrekening. Gelijktijdig met de openbaarmaking van het halfjaarbericht wordt door de directie aan alle aandeelhouders mededeling gedaan van de plaats waar het halfjaarbericht – kos‑ teloos – verkrijgbaar is. e jaarrekeningen en halfjaarberichten luiden in euro. De laatste jaarrekening van de Vennootschap D is gecontroleerd door KPMG Accountants N.V., Burgemeester Rijnderslaan 20, 1185 MC Amstelveen. e jaarrekeningen van de Vennootschap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountants‑ D verklaring en het laatste halfjaarbericht zijn openbaar en op aanvraag kosteloos verkrijgbaar op het kantooradres van de Vennootschap en zullen worden gepubliceerd op de Webpagina van SBB. Deze documenten maken onderdeel uit van dit Prospectus als een separate bijlage. Ieder nieuw halfjaar‑ bericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht in voormelde bijlage bij het Prospectus. Daarnaast zal in deze bijlage iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage zal te allen tijde opvraagbaar zijn bij de Vennootschap (zie Hoofdstuk 6 ‘Informatieverstrekking’ hierboven) voor beleggers die daarover niet reeds beschikken. .
14
6 INFORMATIEVERSTREKKING
e Vennootschap zal mededelingen doen en periodiek informatie verstrekken door publicatie in één D of meerdere landelijk verspreide Nederlandse dagbladen en in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V., alsmede op de Webpagina van SBB. e vergunning van SBB als beheerder op grond van artikel 2:67 Wft en een afschrift van de akte met de D statuten van de Vennootschap liggen ter inzage ten kantore van de Vennootschap en SBB. Een kopie van de vergunning en van de statuten van de Vennootschap is voor een ieder kosteloos verkrijgbaar. Aan een ieder wordt op verzoek tegen ten hoogste de kostprijs verstrekt de gegevens omtrent SBB en de Vennootschap die ingevolge enig wettelijk voorschrift in het handelsregister moeten worden opgenomen en een afschrift van een beschikking van de toezichthouder met betrekking tot de Ven‑ nootschap tot het verlenen van ontheffing om aan het bij of krachtens de Wft bepaalde te voldoen of tot het wijzigen of intrekken van een dergelijke beschikking. an houders van aandelen in de Vennootschap wordt op verzoek tegen ten hoogste de kostprijs verstrekt A een afschrift van de maandelijkse opgave met toelichting van de totale waarde van de beleggingen per Fonds, een overzicht van de samenstelling van de beleggingen per Fonds, het aantal uitstaande aandelen van elk Fonds waarvan aandelen uitstaan en de meest recente intrinsieke waarde van de aandelen van de Fondsen onder vermelding van het moment waarop de bepaling van de intrinsieke waarde plaatsvond (alles als bedoeld in artikel 50 lid 2 Bgfo). adat de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap heeft plaats N gevonden, plaatst SBB een advertentie in ten minste één landelijk verspreid Nederlands dagblad en in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V. teneinde de samenstelling van het vastgestelde dividend over het voorgaande boekjaar te vermelden. In deze advertentie zullen tevens de datum en de wijze van de betaalbaarstelling van het dividend worden vermeld. ctuele informatie over de Fondsen, alsmede het Prospectus, de financiële bijsluiter die is opgesteld A met betrekking tot ieder Fonds, het jaarverslag en het halfjaarbericht, zijn op schriftelijk verzoek koste loos verkrijgbaar bij SBB. Deze informatie, alsmede alle overige relevante informatie (waaronder de dagelijks berekende intrinsieke waarde per aandeel), is tevens beschikbaar op de Webpagina van SBB. Op de Webpagina van SBB is het jaarverslag over de twee voorafgaande boekjaren beschikbaar.
15
7 POOLS
Algemeen
e Fondsen beleggen hun middelen direct in een Pool of indirect in een combinatie van Pools ten D behoeve van een doelmatige uitvoering van het beleggingsbeleid van de betreffende Fondsen. Deze Pools zijn beleggingsfondsen waarvoor geen vergunning op grond van de Wft is vereist. De Pools, dan wel desbetreffende combinatie van Pools, hebben een beleggingsbeleid dat gelijk is aan het beleggingsbeleid van de betreffende Fondsen. Door gebruik te maken van deze Pools kunnen beleg‑ gingen met eenzelfde karakter worden gecombineerd. Hierdoor ontstaan schaalvoordelen voor het portefeuillebeheer (lagere kosten per transactie) ten voordele van de belegger in de Fondsen. eze Pools, waarin de Vennootschap belegt, hebben een beheerder en een bewaarder. SBB treedt op D als beheerder van de Pools. Pettelaar fungeert als bewaarder van de Pools. e Pools worden beheerst door de bepalingen in de overeenkomst van beheer en bewaring. In deze D overeenkomst is onder meer het beleggingsbeleid van de betreffende Pools omschreven. De overeen‑ komst van beheer en bewaring is gesloten tussen SBB, Pettelaar, de Prioriteit en de participanten in de Pools. De Vennootschap, respectievelijk de Pool waarin de Vennootschap belegt, is tezamen met SNS de enige participant in de Pools. SBB is bevoegd om tezamen met Pettelaar en de Prioriteit wijzigingen in de overeenkomst van beheer en bewaring aan te brengen. oor iedere Pool wordt een afzonderlijke administratie gevoerd waarin alle aan een Pool toe te rekenen V mutaties, opbrengsten en kosten van transacties in financiële instrumenten worden opgenomen.
De bewaring
ettelaar, de bewaarder van de Pools, is een naamloze vennootschap en statutair gevestigd te P Utrecht. Pettelaar is opgericht naar Nederlands recht bij notariële akte op 30 december 1991, verleden voor prof. mr. P.J. Dortmond, destijds notaris te Rotterdam. De statuten zijn laatstelijk gewijzigd op 14 oktober 2005, verleden voor mr. P. Klemann, notaris te Amsterdam. De ministeriële verklaring van geen bezwaar is verleend op 11 oktober 2005, onder nummer NV 419.885. Pettelaar is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Oost-Brabant te Eindhoven onder nummer 160.65.710. Pettelaar wordt bestuurd door een directie die bestaat uit: 1. J.M. Koopmans 2. R.W.J. van Schaik Afschriften van de jaarrekening en de statuten zijn kosteloos verkrijgbaar bij Pettelaar.
Het beheer
Uitbesteding werkzaamheden
SBB heeft geen personeel in dienst. Voor haar werkzaamheden als beheerder van de Pools maakt zij gebruik van diensten van derden. De uitgangspunten van de samenwerking met de dienstverlenende instellingen zijn schriftelijk vastgelegd in overeenkomsten. In deze overeenkomsten zijn onder meer bepalingen opgenomen die waarborgen dat SBB kan voldoen aan de eisen welke voortvloeien uit de Wft. Voorts zijn in de overeenkomsten bepalingen opgenomen met betrekking tot prestatienormen, onderlinge informatieverschaffing en de vergoeding. De vergoeding voor uitbestede werkzaamheden komen volledig ten laste van SBB. Het beleggingsbeleid, op basis waarvan het vermogensbeheer van de desbetreffende Pool plaatsvindt, wordt altijd door SBB vastgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de werkzaamheden waarvoor SBB opdracht aan derden heeft gegeven:
Werkzaamheden Dienstverlenende instelling Uitvoering van het vermogensbeheer van Azië Aandelenpool
Schroder Investment Management International Ltd. te Londen (V.K.)
Uitvoering van het vermogensbeheer van Euro Vastgoedfondsenpool
Kempen Capital Management N.V. te Amsterdam
Uitvoering van het vermogensbeheer van alle overige Pools
SAM
S BB heeft onder voorwaarden ingestemd met het verstrekken van opdrachten door SAM aan een derde dienstverlenende instelling voor een deel van het vermogensbeheer van de hieronder genoemde Pool. Voorwaarde is onder meer dat de rechten en bevoegdheden die SBB is overeengekomen met SAM, qua
16
strekking gelijkluidend dienen te zijn voor de dienstverlenende instellingen die op haar beurt door SAM zijn ingeschakeld. Amerika Aandelenpool
T. Rowe Price Global Investment Services Limited te Londen (V.K.)
Uitvoering van de Administratie
SAM
S BB is te allen tijde bevoegd om de samenwerking met genoemde dienstverlenende instellingen te beëindigen en de taken uit te besteden aan andere bevoegde instellingen, dan wel zelf ter hand te nemen. Gelieerde partijen
ij de uitvoering van het beleggingsbeleid kunnen transacties worden verricht met aan SBB gelieerde B partijen. Het kan de volgende transactiesoorten betreffen: valutatransacties, bancaire diensten en bemiddelingsdiensten. Indien transacties worden verricht met gelieerde partijen zullen deze onder marktconforme voorwaarden plaatsvinden. Bij een transactie met een gelieerde partij buiten een gereglementeerde markt, markt in financiële instrumenten of een andere geregelde, regelmatig functionerende, erkende open markt, zal in alle gevallen een onafhankelijke waardebepaling ten grondslag liggen aan de transactie.
Uitlenen van financiële instrumenten (securities lending)
De Pools, alwaar de uitvoering van het beleggingsbeleid feitelijk plaatsvindt, kunnen uitleentransacties aangaan tot een maximum van 100% van de desbetreffende portefeuille. Eventuele overeenkomsten tot uitlening zullen worden aangegaan op grond van de daarvoor gebruikelijke standaard documentatie. Transacties kunnen ook worden aangegaan met gelieerde partijen onder voorwaarden die voor de Pool niet slechter zijn dan marktconforme voorwaarden. Financiële instrumenten zullen alleen aan kredietwaardige tegenpartijen worden uitgeleend onder verkrijging van voldoende en gebruikelijke zekerheden. Gebruikelijke zekerheden zijn onder meer liquide middelen, (staats)obligaties en aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen. Dagelijks zal worden beoordeeld of de verkregen zekerheden nog toereikend zijn in vergelijking met de onderliggende waarde van de uitge‑ leende financiële instrumenten (market-to-market). Indien blijkt dat de verkregen zekerheden niet toereikend zijn in vergelijking met de onderliggende waarden, zullen aanvullende zekerheden worden verkregen. De opbrengsten en kosten uit hoofde van het uitlenen van financiële instrumenten komen geheel ten goede aan, respectievelijk geheel ten laste van de resultaten van de desbetreffende Pools. De kosten hebben betrekking op de uitvoering van de desbetreffende werkzaamheden. Voor deze werkzaamhe‑ den wordt gebruik gemaakt van diensten van gespecialiseerde partijen. In het (half )jaarverslag wordt voor iedere Pool informatie opgenomen over welk gedeelte van de portefeuille is uitgeleend, de aard en de omvang van de ontvangen zekerheden ultimo desbetreffende verslagperiode.
.
17
8 BEPALING INTRINSIEKE WAARDE EN KOERSVORMING
Vaststelling van de intrinsieke waarde
Voor ieder Fonds wordt een afzonderlijke administratie gevoerd waarin alle aan de Fondsen toe te rekenen mutaties, opbrengsten en kosten worden opgenomen. SBB stelt op elke beursdag ten minste eenmaal per dag, en zo dit dienstig wordt geacht meermalen per dag, de totale vermogenswaarde van iedere Fonds in euro vast. Ter verkrijging van de intrinsieke waarde per aandeel wordt de in een Fonds aanwezige totale vermo‑ genswaarde in euro gedeeld door het op het moment van vaststelling uitstaand aantal aandelen van het desbetreffende Fonds. De geschatte kosten per Fonds zullen dagelijks tot uitdrukking worden gebracht in de intrinsieke waarde. In beginsel worden de activa en passiva gewaardeerd naar maatstaven die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. De toegepaste waarderingsgrond‑ slagen van activa en passiva zijn uiteengezet in het (half )jaarverslag. De waarderingsgrondslagen voor de vermogenstitels zijn vermeld in de beschrijving van het beleggingsbeleid van desbetreffend Fonds, als vermeld in het Supplement van desbetreffend Fonds. Elke beursdag wordt de intrinsieke waarde van ieder Fonds ten minste eenmaal gepubliceerd op de Webpagina van SBB. SBB deelt desgevraagd aan een ieder de intrinsieke waarde van de aandelen in het desbetreffende Fonds mee. SBB is in bijzondere omstandigheden gerechtigd de berekening van de intrinsieke waarde van het vermogen van een Fonds tijdelijk op te schorten. Hiervan is onder meer sprake indien de gebruikte middelen van communicatie of berekeningsfaciliteiten niet meer functioneren dan wel de politieke, economische, militaire of monetaire situatie of het opschorten van de handel op de relevante markt in financiële instrumenten verhindert om de intrinsieke waarde te bepalen. SBB zal hiervan onverwijld mededeling doen. De gevolgen hiervan voor de uitgifte en inkoop van aandelen van de Vennootschap zijn beschreven in Hoofdstuk 10 (‘Gegevens betreffende de rechten van deelneming’).
Compensatie onjuist berekende intrinsieke waarde
E en onjuist berekende intrinsieke waarde kan leiden tot een onjuiste uitgiftekoers of onjuiste inkoop‑ koers. Hierdoor kan een niet beoogd financieel nadeel of voordeel ontstaan voor kopers of verkopers van aandelen in het kapitaal van een Fonds of voor een Fonds. Ingeval van een te hoge uitgiftekoers, respectievelijk te lage inkoopkoers ontstaat een financieel nadeel voor een koper, respectievelijk verkoper van aandelen van het betreffende Fonds en een even groot voordeel voor het Fonds. In deze gevallen geschiedt compensatie van het financiële nadeel door het Fonds. De compensatie voor kopers geschiedt in dit geval zo veel als mogelijk in aandelen in het kapitaal van het Fonds. De compensatie voor verkopers geschiedt in geld. Ingeval van een te lage uitgiftekoers, respectievelijk te hoge inkoopkoers ontstaat een financieel voordeel voor een koper, respectievelijk verkoper van aandelen van het betreffende Fonds en een even groot nadeel voor het Fonds (bestaande beleggers). Indien het niet (meer) mogelijk is desbetreffende transacties ongedaan te maken wordt het Fonds door SBB gecompenseerd (in geld). Voorwaarde voor compensatie is dat de afwijking van de gehanteerde intrinsieke waarde ten opzichte van de juiste intrinsieke waarde van materiële omvang is en SBB maximaal dertig kalenderdagen na desbetreffende transactiedatum hierover wordt geïnformeerd. Een afwijking van 1% en meer ten opzichte van de juiste intrinsieke waarde, uitkomend op een afwijkend bedrag van minimaal EUR 100 per transactie, wordt van materiële omvang geacht.
Koersvorming
Algemeen
De Vennootschap heeft een (semi) ‘open-end’ karakter. Dit betekent dat, wanneer de vraag naar aan‑ delen van een Fonds groter is dan het aanbod, bijzondere omstandigheden voorbehouden en zulks ter uitsluitende beoordeling van SBB, het Fonds nieuwe aandelen uitgeeft of ingekochte aandelen opnieuw plaatst. Wanneer het aanbod van een Fonds de vraag overtreft, is de Vennootschap bereid, bijzondere omstan‑ digheden voorbehouden en zulks ter uitsluitende beoordeling van SBB, voor zover in het belang van de aandeelhouders, haar eigen aandelen in te kopen, indien en voor zover dit niet in strijd is met de (statutaire) voorwaarden of wettelijke bepalingen. Indien SBB van mening zou zijn dat bijzondere omstandigheden daartoe noodzaken, kan de uitgifte of inkoop van aandelen in het belang van de Vennootschap en haar aandeelhouders worden gelimiteerd of opgeschort. SBB zal hiervan onverwijld mededeling doen. Voor de beschrijving van de gegevens betreffende de rechten van deelneming wordt verwezen naar hoofdstuk 10 van dit Prospectus.
18
Het handelssysteem Euronext Fund Service
andelen van de Fondsen van de Vennootschap worden met ingang van 26 februari 2007 verhandeld A via Euronext Fund Service (EFS), het handelssysteem voor in Nederland geregistreerde, aan Euronext Amsterdam genoteerde open-end beleggingsinstellingen. In dit systeem vindt één keer per beursdag handel plaats (in EFS derhalve geen doorlopende handel gedurende de beursdag). Uitgangspunt voor de koersvorming is de zogenoemde ‘forward pricing’. Dit houdt in dat alle orders die vóór de sluitingstijd voor het inleggen van orders (cut-off time) zijn ingelegd, tegen de eerstvolgende officieel berekende en door het Fonds afgegeven transactieprijs worden afgewikkeld. Alle tot 16.00 uur op een beursdag in EFS ingelegde orders worden, na acceptatie namens de Ven‑ nootschap, uitgevoerd tegen de voor het Fonds berekende transactieprijs, die op de eerstvolgende beursdag vóór 10.00 uur door SBB is vastgesteld en aan Euronext Amsterdam is aangeleverd. Orders die vanaf 16.00 uur op een beursdag in EFS worden ingelegd, worden voor de uitvoering beschouwd als te zijn ingelegd vóór de cut-off time van de eerstvolgende beursdag. Indien de omstandigheden daartoe noodzaken, kan een order in het belang van de Vennootschap en haar aandeelhouders worden geweigerd. In verband met de tijdige verwerking van orders en de cut-off time van EFS hebben de bij Euronext Amsterdam aangesloten instellingen (waaronder banken) elk een eigen tijdstip vastgesteld waarop deze orders uiterlijk door de betreffende instelling dienen te zijn ontvangen. Raadpleeg daartoe uw adviseur bij de betreffende aangesloten instelling. Voor aandelen die in girale vorm worden aangehouden, ondermeer via Stichting SNS Beleggersgiro, kan een afwijkende cut-off time gelden. Deze is vermeld in het Reglement SNS Beleggersgiro. Dit reglement kan door belangstellenden worden opgevraagd bij Stichting SNS Beleggersgiro.
Transactieprijs
itgifte en inkoop van aandelen geschiedt tegen de voor het Fonds berekende transactieprijs. De bere‑ U kening van de transactieprijs geschiedt zoals hierna is uiteengezet. Uitgifte van aandelen (waaronder tevens herplaatsing van ingekochte aandelen) geschiedt tegen de intrinsieke waarde per aandeel van het betreffende Fonds, verhoogd met een opslag voor kosten verbonden aan belegging van nieuwe middelen. Inkoop van aandelen geschiedt tegen de intrinsieke waarde per aandeel van het betreffende Fonds, verlaagd met een afslag voor kosten verbonden aan verkoop van beleggingen. De aldus vastgestelde koers wordt de ‘transactieprijs’ genoemd. Bij de berekening van de intrinsieke waarde worden de aan een markt in financiële instrumenten genoteerde financiële instrumenten gewaardeerd tegen de slotkoers van de desbetreffende markt in financiële instrumenten na de cut-off time van EFS. Voor Fondsen die beleggen in financiële instrumen‑ ten genoteerd aan markten in financiële instrumenten in Azië en opkomende landen kan de waardering geschieden op basis van fair value pricing, waarbij de intrinsieke waarde wordt geactualiseerd op basis van de ontwikkeling van relevante marktindices. Aan de uitgifte of inkoop van eigen aandelen door het Fonds zijn kosten voor het Fonds verbonden. Deze kosten betreffen directe kosten die samenhangen met de uitgifte of inkoop van eigen aandelen, zoals kosten van commissionairs (‘brokers’) en eventueel ‘marktimpact’. Van marktimpact is sprake indien uitvoering van de orders niet kan plaatsvinden zonder dat daarvan aanmerkelijke invloed op de koersen van de betreffende beleggingen uitgaat. De kosten worden gedekt uit een opslag op de intrinsieke waarde bij een per saldo uitgifte van aandelen in de Vennootschap dan wel een afslag van de intrinsieke waarde bij een per saldo inkoop. De hoogte van de opslag of afslag wordt hierna in de Supplementen van de Fondsen, paragraaf ‘Ver‑ goeding en Kosten’, subparagraaf ‘Kosten bij uitgifte en inkoop aandelen’ vermeld. Bij de vaststelling van de hoogte van de opslag en afslag gaat het om dekking van de door de Ven‑ nootschap te maken gemiddelde transactiekosten op lange termijn bij inkoop of plaatsing van eigen aandelen. Uit oogpunt van transparantie en eenvoud wordt de opslag of afslag uitgedrukt in een vast percentage van de intrinsieke waarde. De hoogte wordt bepaald op basis van reële aan- en verkoop‑ kosten met betrekking tot de financiële instrumenten waarin het Fonds belegt. SBB kan het betreffende percentage aanpassen indien het lange termijn gemiddelde als gevolg van marktomstandigheden is gewijzigd. Deze opslag of afslag komt geheel ten goede aan de Vennootschap, zodat deze daarmee de aan- en verkoopkosten van de onderliggende financiële instrumenten kan voldoen. Zittende beleggers in de Fondsen worden hierdoor beschermd tegen de kosten de Vennootschap moet maken om eigen aandelen uitgeven of in te kopen.
19
9 KOSTEN EN VERGOEDINGEN
Algemeen
De kosten en vergoedingen betreffen kosten van plaatsing en introductie, alsmede de vergoeding van de kosten van de Vennootschap en Pools, de zogenaamde Totale kostenvergoeding. Naast de kosten van de Vennootschap kunnen er voor beleggers kosten verbonden zijn aan deelname in de Fondsen.
Kosten van plaatsing en introductie
De kosten van plaatsing van aandelen, alsmede van de introductie van een nieuw Fonds komen ten laste van SBB. De kosten van oprichting van de Vennootschap zijn reeds afgeschreven.
Totale kostenvergoeding
Elk Fonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. Deze vergoeding dient ter dekking van alle kosten van de Fondsen en de Pools, inclusief de beloning van de vermogensbeheerder van de Pools, de kosten van bewaring van de activa, de accountant, het toezicht, de advieskosten, de marke‑ tingkosten en de kosten van diensten van derden, echter met uitzondering van de transactiekosten zoals aangegeven in het Supplement. Voor de hoogte van deze vergoeding per onderscheiden Fonds, uitgedrukt als percentage op jaarbasis (het Totale kostenpercentage), wordt verwezen naar het Supplement. SBB brengt aan het eind van iedere maand de vergoeding in rekening op basis van 1/12 deel van het percentage op jaarbasis over het totale fondsvermogen van elk Fonds. Deze kosten worden iedere maand achteraf in rekening gebracht en komen rechtstreeks ten laste van de desbetreffende Fondsen. Bij de bepaling van de vermogenswaarde van het Fonds worden de waarderingsmethoden in acht genomen die in het supplement van het Fonds zijn beschreven. Indien ontwikkelingen naar het oordeel van SBB het nodig maken, kan dit percentage worden veranderd (zie ook Hoofdstuk 4, Wijziging van de voorwaarden).
Softdollar-arrangementen
Er kan gebruik worden gemaakt van softdollar-arrangementen. Deze arrangementen betreffen dien‑ sten en producten van financiële dienstverleners, die in het kader van de uitvoering van transacties in financiële instrumenten aan vermogensbeheerders ter beschikking worden gesteld. Deze diensten en producten worden bekostigd uit de opbrengsten van transacties in financiële instrumenten. Indien gebruik wordt gemaakt van softdollar-arrangementen, zal hiervan melding worden gemaakt in de desbetreffende jaarrekening van de Vennootschap.
Retourprovisies
Retourprovisies betreft het terugontvangen of aan derden doorbetaalde deel van de betaalde kosten van een product of dienst. Indien hiervan sprake is zullen deze ten gunste van de Pools komen, ten laste waarvan deze kosten werden gebracht en zal hiervan melding worden gemaakt in de desbetref‑ fende jaarrekening van de Vennootschap.
Kosten van deelname in de Fondsen
Naast de hierboven vermelde kosten van de Vennootschap dient rekening te worden gehouden met andere kosten verbonden aan deelname in de Fondsen. Deze kosten betreffen veelal de kosten van aankoop, verkoop en bewaren van de deelnemingsrechten (aandelen) in de desbetreffende Fondsen en zijn afhankelijk van de tarieven van de bank of beleggingsonderneming waar de transactie plaatsvindt, respectievelijk waar de financiële instrumenten rekening wordt aangehouden. Aan deelname in de Fondsen via het girale systeem van Stichting SNS Beleggersgiro, zoals vermeld in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 10 van het Prospectus, kunnen eveneens kosten zijn verbonden. SNS Bank en SNS Regio Bank N.V., al dan niet handelend onder de naam REAAL Bancaire Diensten, bieden aan beleggers de mogelijkheid om via het girale systeem van Stichting SNS Beleggersgiro deelnemings‑ rechten in de Fondsen te verkrijgen. SNS Beleggingsfondsen N.V. is geen aanbieder van dit girale systeem . SNS Bank NV en SNS Regio Bank bieden het girale systeem van Stichting SNS Beleggersgiro op basis van verschillende reglementen aan. SNS Bank maakt gebruik van het reglement SNS Beleg‑ gersgiro, SNS Regio Bank maakt gebruik van het reglement SNS Regio Beleggersgiro en REAAL Ban‑ caire Diensten het reglement REAAL Beleggersgiro. Elk reglement bevat een eigen kostenstructuur. Hieronder volgt een verkorte weergave van elk van deze kostenstructuren. Deze weergaven en de informatie betreffende de kosten zijn uitsluitend bedoeld voor informatieve doeleinden en zijn ont‑ leend aan de reglementen die gelden per 3 december 2007. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. SBB is niet verantwoordelijk voor de juistheid en de volledigheid van de inhoud van de desbetreffende reglementen en de daarop gebaseerde verkorte weergaven. In geval van verschil‑ len tussen de tekst van de verkorte weergave en de integrale tekst van het desbetreffende reglement, prevaleert de integrale tekst van het van toepassing zijnde meest recente en actuele reglement.
20
De hieronder opgenomen verkorte weergaven van de kostenstructuren hebben uitsluitend betrekking op de kosten gerelateerd aan deelname in de Fondsen via een beleggersgiro van SNS Bank N.V., SNS Regio Bank N.V. of REAAL Bancaire Diensten. Echter, de kosten voor deelname aan het girale systeem van de Stichting SNS Beleggersgiro kunnen bestaan uit meerdere componenten die niet gerelateerd zijn aan de kosten van deelname in de Fondsen, bijvoorbeeld kosten van een opname van tegoeden in geld uit hoofde van verkochte girale effectentegoeden. Raadpleeg daarom altijd de volledige en meest recente en actuele tekst van het betreffende reglement. Voorts kan een aanbiedende bank tijdelijk dan wel structureel in het voordeel van de belegger afwijken van de kostenstructuur zoals deze in het betreffende reglement is vermeld. Raadpleeg daarom tevens de websites van de banken die het girale systeem van Stichting SNS Beleggersgiro aanbieden. De contactgegevens zijn hieronder vermeld. Wijziging van de kostenstructuur zoals opgenomen in de betreffende reglementen is voorbehouden aan de aanbiedende banken (en/of de betreffende beleggersgiro) die deze wijzigingen ten minste drie dagen voorafgaand aan het inwerkingtreden daarvan aankondigen op hun website. SBB zal de verkorte weergave van de kostenstructuren actualiseren zodra daartoe aanleiding bestaat. Kostenstructuur SNS Beleggersgiro
De transactiekosten van een via internet, respectievelijk niet via internet verlopende storting, koop-, verkoop- of ruilopdracht bedragen 0,3%, respectievelijk 0,5% over het transactiebedrag. De transac‑ tiekosten van een via internet verlopende ruilopdracht zijn 0,3% over het transactiebedrag. Voor elke ruilopdracht geldt een minimumbedrag aan kosten van € 5 en een maximumbedrag aan kosten van € 50 per transactie. Voor de uitvoering van de opdracht voor het omzetten van effecten aangehouden bij een andere bank in een giraal effectentegoed bij SNS Bank is de deelnemer geen vergoeding verschuldigd. Voor de opdracht voor het (doen) leveren van het giraal effectentegoed op een door de deelnemer bij een andere bank aangehouden rekening is de deelnemer € 50 per opdracht verschuldigd. Voor meer informatie wordt verwezen naar het Reglement van SNS Beleggersgiro dat is te raadplegen en op te vragen via snsbank.nl Beleggen Beleggingsfondsen Kopen en verkopen link ‘Reglement SNS Beleggersgiro’. De informatie is ook kosteloos op te vragen via 0900 – 1830 (lokaal tarief ) of schriftelijk bij Stichting SNS Beleggersgiro, Pettelaarpark 120, 5216 PT ’s‑Hertogenbosch.
Kostenstructuur SNS Regio Beleggersgiro en REAAL Beleggersgiro
De transactiekosten bij storting of koopopdracht, verkoopopdracht en ruilopdracht zijn voor SNS Regio Beleggersgiro en REAAL Beleggersgiro respectievelijk 0,75%, 0,25% en 0,50% van het transactiebe‑ drag. Voor elke ruilopdracht geldt een minimumbedrag aan kosten van € 5 en een maximumbedrag aan kosten van € 50 per transactie. Voor de uitvoering van de opdracht voor het omzetten van effecten aangehouden bij een andere bank in een giraal effectentegoed bij SNS Bank is de deelnemer geen vergoeding verschuldigd. Voor de opdracht voor het (doen) leveren van het giraal effectentegoed op een door de deelnemer bij een andere bank aangehouden rekening is de deelnemer € 50 per opdracht verschuldigd. Voor meer informatie wordt verwezen naar het Reglement van SNS Regio Beleggersgiro, respectie‑ velijk het Reglement REAAL Beleggersgiro. Het Reglement SNS Regio Beleggersgiro is te raadplegen en op te vragen via snsregiobank.nl Producten & diensten Beleggen Beleggingsrekening link ‘Voorwaarden en Reglementen Beleggingsrekening’ of bij uw SNS Regio Bank intermediair. Het Reglement REAAL Beleggersgiro is te raadplegen en op te vragen via reaal.nl Particuliere producten Beleggen Beleggingsrekening Voorwaarden of bij uw REAAL intermediair. De informatie is ook op schriftelijk verzoek kosteloos op te vragen bij Stichting SNS Beleggersgiro, Pettelaarpark 120, 5216 PT ’s‑Hertogenbosch.
21
10 GEGEVENS BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DEELNEMING
Notering aan Euronext Amsterdam
Ieder Fonds is afzonderlijk toegelaten tot de notering van Euronext Amsterdam. Dit betekent dat de aandelen van ieder afzonderlijk Fonds in beginsel elke beursdag aan Euronext Amsterdam kunnen worden verhandeld en dat een opdracht tot uitvoering van een aan- of verkoop van aandelen van de Vennootschap steeds kan worden gegeven aan een bank of commissionair naar eigen keuze (Zie ook Hoofdstuk 8 (‘Bepaling intrinsieke waarde en koersvorming’).
Stichting SNS Beleggersgiro
Naast verhandeling op Euronext Amsterdam is het eveneens mogelijk om in de Fondsen deel te nemen door middel van Stichting SNS Beleggersgiro. Iedere belegger in de Fondsen kan daartoe bij SNS, SNS Regio Bank N.V. of REAAL Bancaire Diensten (een handelsnaam van SNS Regio Bank N.V.) een rekening openen voor deelname aan het girale systeem.
Uitgifte van aandelen
Uitgifte is op iedere dag waarop Euronext Amsterdam is geopend – hierna te noemen ‘beursdag’ – moge‑ lijk. SBB kan de uitgifte van de aandelen weigeren indien door uitgifte van aandelen een bepaald Fonds niet langer zou voldoen aan een of meer van de vereisten om te worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Uitgifte van aandelen vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in dit Prospectus de intrinsieke waarde van het Fonds niet wordt vastgesteld of redelijkerwijs verwacht kan worden dat uitgifte van aandelen tot gevolg kan hebben dat het belang van de meerderheid van de bestaande aandeelhouders aanzienlijk wordt geschaad. Het bedrag van de tegenprestatie dient uiterlijk voor de uitgifte door het Fonds te zijn ontvangen. Indien betaling plaatsvindt door overboeking dient het over te boeken bedrag uiterlijk op de in de vorige zin bedoelde datum op de bankrekening van het Fonds te zijn bijgeschreven. Indien uitgifte van aandelen via de markt in financiële instrumenten plaatsvindt, dient de tegenprestatie uiterlijk terstond na settlement op de bankrekening van het Fonds te zijn bijgeschreven.
Inkoop van aandelen
Inkoop is mogelijk op iedere beursdag. SBB kan de inkoop van aandelen weigeren indien door de inkoop van aandelen een bepaald Fonds niet langer zou voldoen aan een of meer van de vereisten om te worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Inkoop van aandelen vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in het Prospectus de intrinsieke waarde van het Fonds niet wordt vastgesteld of redelijkerwijs verwacht kan worden dat inkoop van aandelen tot gevolg kan hebben dat het belang van de meerderheid van de bestaande aandeelhouders aanzienlijk wordt geschaad. Behoudens het hiervoor bepaalde en de wettelijke bepalingen, zijn er voldoende waarborgen aanwezig opdat het Fonds aan de verplichting tot betaling van de koopprijs kan voldoen. Het Fonds ontvangt geen dividend of andere uitkeringen op ingekochte aandelen en kan aan ingekochte aandelen geen stemrechten op aandeelhoudersvergaderingen ontlenen.
Voorschriften over winstuitkering
22
onform artikel 25 van de statuten van de Vennootschap bepaalt de directie, onder goedkeuring van C de Prioriteit, voor ieder Fonds afzonderlijk, welk gedeelte van de winst, na aftrek van een uitkering ter hoogte van de wettelijke interest berekend over de nominale waarde van het prioriteitsaandeel, aan de houders van gewone aandelen wordt uitgekeerd. Alle aandelen van een bepaald Fonds delen gelijkelijk in de winst van het betreffende Fonds over het desbetreffende boekjaar. SBB kan ten laste van een Fonds tussentijdse winstuitkeringen doen. Winst‑ uitkeringen en andere uitkeringen worden betaalbaar gesteld op een door SBB te bepalen datum. Door middel van een advertentie in ten minste één landelijk verspreid Nederlands dagblad en in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V. maakt SBB de datum en de wijze van de betaalbaarstelling van het dividend bekend.
11 RISICOFACTOREN
Algemeen
Hierna worden de risicofactoren vermeld die voor beleggers in de Fondsen van betekenis en relevant zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid ervan. Dit houdt tevens in dat niet alle mogelijke risicofactoren zijn vermeld. De risicofactoren, die voor elk specifiek Fonds van betekenis en relevant zijn (het risicoprofiel), zijn vermeld in de beschrijving van het beleggingsbeleid, die in het Supplement van desbetreffend Fonds is opgenomen. De activiteiten van de Vennootschap kunnen voor de Vennootschap en de diverse Fondsen financiële risico’s van verscheidene aard met zich meebrengen. De belangrijkste financiële risico’s van de Ven‑ nootschap komen voort uit het beheer van beleggingsportefeuilles. Aangezien elk Fonds een eigen beleggingsbeleid voert, variëren deze risico’s per Fonds. Ter effectuering van het beleggingsbeleid belegt elk Fonds in participaties van een Pool, dan wel (indirect) in participaties van een combinatie van Pools, waarin de beleggingsportefeuilles zijn ondergebracht. Het risicoprofiel van een Fonds is dan ook afhankelijk van het risicoprofiel van de Pool(s), waarin dit Fonds belegt. Elke Pool belegt in een samenstel van financiële instrumenten met daarbij behorende risico’s, voortvloeiend uit het voor deze Pool geldende beleggingsbeleid. Deze risico’s bestaan uit rendementsrisico, inflatierisico, kredietrisico, risico uitlenen van financiële instrumenten, valutarisico, tegenpartijrisico, verhandelbaarheidrisico en overige risico’s. Onder overige risico’s zijn risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumen‑ ten, bewaargevingrisico, wijzigingsrisico belastingregimes en risico erosie Fondsvermogen en risico ongedeeld Fondsvermogen beschreven. Door de eerder vermelde risicofactoren kan de waarde van de beleggingen van de Vennootschap zowel stijgen als dalen en kunnen beleggers als gevolg hiervan mogelijk minder terugkrijgen dan zij hebben ingelegd of hun gehele inleg verliezen.
Rendementsrisico
Het rendementsrisico betreft het risico dat het rendement van de belegging over de periode van aan‑ koopmoment tot verkoopmoment niet op een eerder moment dan het verkoopmoment vaststaat, noch op enigerlei wijze door de Vennootschap wordt gegarandeerd. Voorts staat niet op enigerlei wijze vast, noch wordt op enigerlei wijze door de Vennootschap gegarandeerd, dat de beleggingsdoelstelling van een Fonds zal worden bereikt. Het rendementsrisico is het gevolg van niet voorzienbare waardefluctuaties van de beleggingen en/of niet voorzienbare fluctuaties van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, interest). De waarde van de beleggingen fluctueert met koerswijzigingen van de financiële instrumen‑ ten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koerswijzigingen. Koerswijzigingen kunnen het gevolg zijn van algemene risicofactoren (marktrisico’s) en van specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico’s). De gevolgen van marktrisico’s zijn in veel gevallen van grotere invloed op de waardeontwikkeling van gespreide beleg‑ gingsportefeuilles dan de gevolgen van specifieke risico’s. Marktrisico’s kunnen verschillen per categorie belegging en deelmarkt binnen een bepaalde categorie. Binnen de categorie aandelen verschillen de marktrisico’s per sector (sectorrisico) en per land (lan‑ denrisico). Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico’s per soort debiteur (overheidsobligaties versus bedrijfsobligaties). De hieronder beschreven marktrisico’s hebben betrekking op voor de Pools relevante beleggingsca‑ tegorieën, namelijk aandelen, vastrentende waarden, vastgoed en liquiditeiten. Zowel marktrisico’s als specifieke risico’s nemen toe door beperking van de spreiding van de beleg‑ gingen tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen. Risico’s kunnen verder toenemen wanneer gebruik wordt gemaakt van (geschreven) optieposities, indien belegd wordt met geleend geld of indien financiële instrumenten worden verkocht die een Pool niet bezit (short selling). Het beleggingsbeleid van de Fondsen en Pools sluit het beleggen met geleend geld uit, evenals het verkopen van financiële instrumenten die de Pools niet bezitten, met andere woorden, ‘short selling’ is niet toegestaan. Evenmin staat het beleggingsbeleid het schrijven van opties toe, tenzij het call opties betreft, die zijn gedekt door onderliggende financiële instrumenten. Door dit beleid is er in beginsel geen risico dat beleggingstransacties tot een negatieve waarde van de beleggingsportefeuille zouden kunnen leiden en een negatief eigen vermogen ontstaat in een Fonds of Pool. Marktrisico aandelen
arktrisico’s voor beleggingen in aandelen worden beïnvloed door een veelheid van factoren, waaronder M de vooruitzichten met betrekking tot de economische groei, het inflatietempo, de prijsontwikkeling op de goederenmarkten (energieprijs) en valutamarkten. Hoe groter de fluctuatie in de ontwikkeling
23
van deze factoren, des te groter het marktrisico is. Naarmate de spreiding over regio’s en sectoren afneemt, neemt het marktrisico toe. Voorts is de mate van ontwikkeling van het land waarop het beleggingsbeleid is gericht van belang voor de omvang van het marktrisico. In zogenoemde opkomende landen met een minder stabiele regering en minder ontwikkelde markten in financiële instrumenten is het marktrisico groter dan het geval is in meer ontwikkelde landen. Het beleid van Fonds 20 en de Global Emerging Markets Equity Pool is gericht op opkomende landen. Het beleggingsbeleid van de overige Fondsen is voornamelijk gericht op beleggingen in ontwikkelde landen.
24
Marktrisico vastrentende waarden
e waarde van beleggingen in vastrentende waarden fluctueert als gevolg van veranderingen in marktren‑ D tes. Voor veranderingen in marktrentes is verandering in de verwachte wijziging van het inflatietempo een belangrijke factor. Stijgt de kapitaalmarktrente ten opzichte van bijvoorbeeld de (vaste) couponrente van een obligatie, dan daalt de waarde daarvan en andersom. Hoe langer de gemiddelde looptijd van een portefeuille vastrentende waarden, des te groter is het marktrisico. Ter beperking van deze risico’s voor Euro Obligatiepool geldt een vaste bandbreedte als toegestane afwijking van de gemiddelde (rentetypische) looptijd van de portefeuille, de zogenoemde duration, ten opzichte van de vergelijkingsmaatstaf.
Marktrisico vastgoed en vastgoedondernemingen
De marktrisico’s voor vastgoed hebben onder meer betrekking op de ontwikkeling van de economische groei in het algemeen (bepalend voor de vraag naar bijvoorbeeld kantoren en winkels), de ontwikkeling van het inflatietempo en de renteontwikkeling. Versnelling van de economische groei is positief voor de waardeontwikkeling van vastgoed. Stijgende rente met als gevolg hogere financieringskosten is een negatieve factor. Toename van de inflatie is een negatieve factor voor de ontwikkeling van de exploita‑ tiekosten van vastgoed en een waardedrukkende factor. Een gedeeltelijke afdekking van dit risico is het beleggen in vastgoedobjecten, waarvan de huur is geïndexeerd op basis van de inflatieontwikkeling. Binnen de vastgoedsector zijn er verschillende deelmarkten te onderkennen, waaronder kantoren, woningen, winkels en bedrijfsmatig onroerend goed. Elke subcategorie heeft een eigen risicoprofiel. Spreiding over categorieën zorgt voor demping van marktrisico’s. Bij beleggingen in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vastgoedondernemingen is tevens sprake van risico’s verbonden aan de vastgoedonderneming naast die verbonden aan de vastgoedbeleggingen van die onderneming. Hieronder is onder meer begrepen het risico verbonden aan de wijze van financiering van de activa van de onderneming. Naarmate bij de financiering meer gebruik wordt gemaakt van vreemd vermogen (‘leverage’) zal het risico toenemen dat bij daling van de waarde van het vastgoed het eigen vermogen van de onderneming meer dan evenredig negatief wordt beïnvloed.
Marktrisico liquiditeiten
oor marktrisico’s van liquiditeiten is voornamelijk de ontwikkeling van de geldmarktrente relevant. De V beleggingsopbrengst van geldmarktinstrumenten is afhankelijk van de hoogte van de geldmarktrente. Ingeval van Euro Liquiditeitenpool is het tarief van de Europese Centrale Bank (ECB) in sterke mate bepalend voor de hoogte ervan. De ECB laat zich voor de bepaling van de hoogte van haar tarieven primair leiden door de door haar ingeschatte ontwikkeling van het inflatietempo. Een hogere infla‑ tieverwachting leidt tot een verhoging van het ECB-tarief en andersom. Ter beperking van deze risico’s voor Euro Liquiditeitenpool geldt een maximum looptijd van individuele waardepapieren.
Specifieke risico’s
Specifieke risico’s hebben betrekking op de risico’s dat de ontwikkeling van de koers van een geselecteerde individuele belegging in werkelijkheid in negatieve zin afwijkt van hetgeen ten tijde van de aankoop van de belegging is ingeschat. Dit risico houdt verband met de mate van effectiviteit van effectenresearch, de daarop gebaseerde analyses en met het tijdig nemen en uitvoeren van beleggingsbeslissingen. De aanpak van het proces van selectie van beleggingen is beschreven in de beschrijving van het beleg‑ gingsbeleid van de betreffende Fondsen en Pools. De specifieke risico’s nemen toe naarmate de beleggingen minder zijn gespreid. Ter beperking van dit risico gelden voor elke Pool spreidingsmaatstaven. SBB monitort de feitelijke uitvoering van het beleg‑ gingsbeleid aan de hand van de analyses van de beleggingsresultaten van de vermogensbeheerder.
Relatief rendementsrisico
De waardefluctuaties van de financiële instrumenten waarin is belegd kunnen in positieve en negatieve zin afwijken van die opgenomen in de vergelijkingsmaatstaf van het Fonds (relatief rendementsrisico). Ingeval sprake is van een negatieve afwijking bestaat het risico dat de doelstelling van een Fonds niet wordt gehaald. Teneinde deze risico’s te beheersen hanteert SBB prestatienormen voor de betreffende vermogensbeheerders en beleggingsrestricties met betrekking tot de uitvoering van het vermogens‑ beheer. Deze beleggingsrestricties beogen een voldoende mate van spreiding van de beleggingen over regio’s, bedrijfstakken, bedrijven en/of beleggingscategorieën (mixfondsen) te bewerkstelligen. Bij beleggingen van Fondsen gericht op bepaalde regio’s (Verenigde Staten, Azië, Europa, Nederland)
worden restricties met betrekking tot de mate van afwijking van de samenstelling van de portefeuille ten opzichte van de vergelijkingsmaatstaf (tracking error restricties) toegepast. Bij vastrentende por‑ tefeuilles worden restricties toegepast met betrekking tot de gemiddelde looptijd van de portefeuille (duration restrictie).
Inflatierisico
Het algemene risico van inflatie houdt in dat de beleggingsopbrengsten worden aangetast door waar‑ devermindering van de munteenheid via inflatie. In het verleden is gebleken dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen, vastgoed) de kans dat deze aantasting van de beleggingsopbrengsten op lange termijn wordt gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement groter is dan ingeval belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). Ingeval van inflatie zijn de nominale beleggingsopbrengsten van beleggingen in vastrentende waarden hoger dan de beleggingsopbrengsten na aftrek van het effect van inflatie, de zogenoemde reële beleg‑ gingsopbrengsten. In de koers van vastrentende waardepapieren is in beginsel met een verwachte ont‑ wikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. Het inflatierisico bij beleggingen in vastrentende waarden houdt dan in dat desbetreffende beleggingsopbrengsten onvoldoende zijn voor compensatie van de werkelijke inflatie. Dit risico is niet afgedekt in Euro Obligatiepool en Euro Liquiditeitenpool.
Kredietrisico
De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Het kredietrisico wordt dan ook wel debiteurenrisico genoemd. Voor de kredietwaardigheid is de door beleggers gemaakte inschatting van de kans op tijdige voldoening van rente- en aflossingsverplichtin‑ gen door de debiteur bepalend. De inschatting wordt niet alleen beïnvloed door factoren die gelden voor een bepaald bedrijf, maar ook door factoren die meer specifiek op een bepaalde bedrijfstak van toepassing zijn. Minder gunstige winstvooruitzichten voor een sector kunnen een negatieve invloed hebben op de inschatting van de kredietwaardigheid van alle bedrijven in die sector. Ter beperking van dit kredietrisico gelden restricties voor de samenstelling van de vastrentende porte‑ feuilles met betrekking tot spreiding over verschillende debiteurencategorieën, de minimale kwaliteit van de debiteur (‘rating’) en voor de omvang van de beleggingen per debiteur. Kredietwaardigheids‑ beoordelingen (‘ratings’) van daarop gespecialiseerde beoordelaars (rating agencies) behoeven niet altijd het reële risico van een belegging weer te geven. De vermogensbeheerder van de Pool kan zijn eigen methode van kredietwaardigheidsanalyse gebruiken naast of in plaats van de beoordelingen van rating agencies. Naast kredietrisico’s bij bepaalde Pools zijn er kredietrisico’s te onderkennen bij de Fondsen. Deze risico’s betreffen voornamelijk kortlopende vorderingen als gevolg van verkooptransacties. Deze kort‑ lopende vorderingen kennen een zeer laag risico aangezien de onderliggende activa slechts worden geleverd tegen gelijktijdige ontvangst van het transactiebedrag.
Concentratierisico
Een Pool kan zijn beleggingen concentreren in ondernemingen die opereren in hetzelfde land, dezelfde regio, sector of in dezelfde markt of concentreren in een bepaalde onderneming. Als gevolg hiervan is de spreiding van de beleggingsportefeuille van de betreffende Pool beperkt. De oorzaak van concen‑ tratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het gevoerde beleggingsbeleid. Voorts kan een con‑ centratierisico zijn veroorzaakt door de omvang en samenstelling van het voor belegging beschikbare beleggingsuniversum. Een kleiner beleggingsuniversum leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum. Het concentratierisico houdt dan in dat bepaalde gebeurtenissen die deze onderneming(en) raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille van de Pool dan indien de mate van concentratie geringer is.
Risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending)
De financiële instrumenten van een Pool kunnen eventueel worden uitgeleend tot een maximum van 100% van de desbetreffende portefeuille. Overeenkomsten tot uitlening worden aangegaan op grond van de daarvoor gebruikelijke standaard documentatie. Transacties kunnen ook worden aangegaan met gelieerde partijen onder voorwaarden die voor de Pool niet slechter zijn dan marktconforme voorwaarden. Financiële instrumenten kunnen alleen aan kredietwaardige tegenpartijen worden uitgeleend onder verkrijging van voldoende en gebruikelijke zekerheden. Gebruikelijke zekerheden zijn onder meer liquiditeiten, (staats)obligaties en aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven. Dagelijks zal worden beoordeeld of de verkregen zekerheden nog toereikend zijn in vergelij‑ king met de onderliggende waarde van de uitgeleende financiële instrumenten (market-to-market). Het risico dat de inlener niet kan voldoen aan zijn verplichting tot teruggave van de geleende financiële instrumenten op de afgesproken datum wordt aanzienlijk beperkt doordat alleen aan kredietwaardige tegenpartijen wordt uitgeleend en doordat voldoende zekerheden zullen worden verkregen. Een marktrisico kan ontstaan indien de tegenpartij niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Ingeval van uitwinning van verkregen zekerheden kunnen de uitgeleende waarden worden teruggekocht tegen
25
de dan geldende koers. Daarnaast zijn enkele operationele risico’s verbonden aan het uitlenen van financiële instrumenten, zoals non settlement van instructies, verkoop van uitgeleende financiële instrumenten door de Pool zonder tijdige recall en onjuiste afwikkeling van corporate actions op uitgeleende financiële instrumenten. Door een goede administratieve organisatie en interne controle worden deze operationele risico’s zoveel mogelijk beheerst. De opbrengst van securities lending zal gaan naar de betreffende Pool die bij de securities lending is betrokken.
Valutarisico
De waarde van beleggingen in aandelen en vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikke‑ lingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden, voor zover dit niet beleggingen in euro betreft. Bovenop het marktrisico komt dan het risico dat met betrekking tot de valuta wordt gewonnen of verloren. De waarde van een valuta kan zodanig dalen ten opzichte van de euro dat een positief beleggingsresultaat (meer dan) teniet wordt gedaan.
Risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen
Indien en voorzover het beleggingsbeleid dit toestaat, kan een Pool haar vermogen beleggen in andere beleggingsinstellingen. In dat geval is een Pool dan ook afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering van het beleggingsbeleid en het risicoprofiel van deze andere beleggingsinstellingen. De Fondsen hebben hierop in beginsel geen invloed. Deze risico’s worden beheerst door te kiezen voor gerenommeerde, onder wettelijk toezicht staande fondsbeheerders, het toepassen van spreiding van beleggingen in beleggingsinstellingen van verschillende fondsbeheerders en door monitoring van de geselecteerde beleggingsinstellingen.
Tegenpartijrisico
Een uitgevende instelling of een andere tegenpartij kan in gebreke blijven. Bij aan- en verkooptransacties met betrekking tot financiële instrumenten zullen over het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ont‑ vangst van de tegenprestatie. Voorts is er tegenpartijrisico bij valutatransacties. Deze risico’s worden beperkt door selectie van tegenpartijen met voldoende kredietwaardigheid.
Verhandelbaarheidrisico
De mate van verhandelbaarheid van de aandelen van de Fondsen hangt voornamelijk samen met de mate van verhandelbaarheid van de financiële instrumenten waarin de Fondsen beleggen. Alle Fondsen beleggen hoofdzakelijk in financiële instrumenten die aan een officiële gereglementeerde markt in financiële instrumenten zijn genoteerd, merendeels in zogenoemde ontwikkelde landen. In het algemeen is dan ook sprake van een zodanige verhandelbaarheid van financiële instrumenten dat aan- en verkopen van financiële instrumenten tijdig kunnen worden uitgevoerd. De mate van verhandelbaarheid van de financiële instrumenten waarin wordt belegd, hangt onder meer samen met de transactievolumes op de markt in financiële instrumenten. Deze neemt toe naarmate deze volumes groter zijn. De verhandelbaarheid is van invloed op de hoogte van de feitelijke aankoopen verkoopkoersen. Ter beperking van de verhandelbaarheidrisico’s wordt in het algemeen belegd in goed verhandelbare, aan een markt in financiële instrumenten genoteerde financiële instrumenten . Euro Liquiditeitenpool belegt tevens in deposito’s. Bij beleggingsbeslissingen wordt onder meer de omzet op de markt in financiële instrumenten van de betreffende financiële instrumenten meegewogen. Tevens wordt de omvang van het vrij verhandelbare aandelenkapitaal (‘free float’) bij beleggingen in aandelen en wordt de omvang van de uitstaande lening bij beleggingen in obligaties meegewogen. Deze hoge mate van verhandelbaarheid vormt tevens de basis voor het tijdig realiseren van de uitkering bij inkoop van eigen aandelen door de Vennootschap. Onder bijzondere omstandigheden zal een Fonds voor korte of langere tijd geen aandelen kunnen uitgeven of inkopen. Oorzaken hiervan kunnen onder meer zijn het disfunctioneren van de markt in financiële instrumenten (bijvoorbeeld door computerstoringen) waaraan het Fonds is genoteerd (Euronext Amsterdam) of het disfunctioneren van een of meer markten in financiële instrumenten, waaraan de beleggingen van het Fonds zijn genoteerd.
Overige risico’s
26
Risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten
Het risico bij afwikkeling van transacties in financiële instrumenten betreft het risico dat een afwik‑ keling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de verkochte respectievelijk gekochte financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht plaatsvindt (‘settlement risk’). Alle transacties in financiële instrumenten van vermogensbeheerders worden uitsluitend na constate‑ ring van voldoende omvang en de juistheid van de tegenwaarde afgewikkeld. Levering van financiële instrumenten vindt uitsluitend plaats tegelijk met de ontvangst van de opbrengst (‘levering tegen beta‑ ling’). Betaling van gekochte financiële instrumenten vindt uitsluitend plaats tegelijk met ontvangst van de gekochte financiële instrumenten.
Bewaargevingrisico
De activa van de Pools worden bewaard door een bewaarder als bedoeld in artikel 1: 1 Wft. In beginsel bestaat het risico van verlies van in bewaring gegeven activa als gevolg van insolvabiliteit, nalatig‑ heid of frauduleuze handelingen van de bewaarnemer of van een onderbewaarnemer. Ter beperking van dit risico heeft de bewaarder interne controlemaatregelen getroffen en stelt kwaliteitseisen aan geselecteerde (onder)bewaarnemers.
Monitoring risico’s
Wijzigingsrisico belastingregimes
Het wijzigingsrisico met betrekking tot belastingregimes houdt in hoofdlijnen in dat een overheid de belastingwetgeving in ongunstige zin voor een Fonds of een Pool verandert, waardoor de waarde van de beleggingsportefeuille en/of de waarde van het eigen vermogen van een Fonds of Pool op een of andere wijze negatief worden beïnvloed. Het is niet uitgesloten dat de wet of wetsinterpretatie verandert al dan niet met terugwerkende kracht. Het is daardoor mogelijk dat additionele belastin‑ gen verschuldigd worden, inclusief eventuele bronheffingen met betrekking tot betaalbaar gestelde dividenden of rente, die niet voorzienbaar waren ten tijde van het uitbrengen van het Prospectus of ten tijde van aankoop, waardering of verkoop. Dit risico neemt toe naarmate meer wordt belegd in landen met minder stabiele regeringen en democratische procedures bij de totstandkoming van (belasting)wetgeving. De Pools beleggen in overwegende mate in landen waar deze minder gunstige externe factoren niet van toepassing zijn. Niettemin geldt het wijzigingsrisico belastingregimes met betrekking tot alle beleggingen in alle landen.
Risico erosie Fondsvermogen
De Vennootschap heeft de status van fiscale beleggingsinstelling. Teneinde deze status te kunnen behouden dient jaarlijks de fiscale winst geheel aan de aandeelhouders te worden uitgekeerd. De fiscale jaarwinst kan onder omstandigheden hoger uitkomen dan de winst zoals deze op grond van de regels die gelden bij het opstellen van de statutaire jaarrekening, wordt berekend. Daarnaast kan een Fonds onder omstandigheden een beleid voeren waarbij meer dividend wordt uitgekeerd dan het jaarresultaat. Als gevolg hiervan is het mogelijk dat het vermogen van de beleggingsinstelling door een dividenduitkering meer afneemt dan de omvang van de jaarwinst. Dit risico wordt beperkt door een actief herbeleggingsbeleid van het Fonds.
Risico ongedeeld Fondsvermogen
De Vennootschap is één juridische entiteit met een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Fonds gevolgen kan hebben voor de andere Fondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in het geval van vereffening van een Fonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt omgeslagen over de andere Fondsen. Gezien de aard van de beleggingen en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van ieder Fonds overwegend met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten. SBB heeft het vermogensbeheer van de Pools uitbesteed aan diverse vermogensbeheerders. Met deze partijen is een vermogensbeheerovereenkomst gesloten, waarin de beleggingsrestricties zijn uitgewerkt. Deze beleggingsrestricties zijn een gedetailleerde en concrete uitwerking van de in het Prospectus vermelde restricties aan het beleggingsbeleid. De vermogensbeheerders bewaken middels hun risicomanagementsysteem de beleggingsportefeuilles zodat deze steeds voldoen aan bedoelde restricties. SBB toetst op basis van rapportages van de vermogensbeheerders of voldaan wordt aan de overeen‑ gekomen beleggingsrestricties.
27
12 FISCALE ASPECTEN
Fiscale structuur
Vennootschapsbelasting
De Vennootschap opteert voor de status van fiscale beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dit nader uitgewerkt is in het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640). Dit houdt in dat de Vennootschap geen vennootschapsbelas‑ ting verschuldigd is (0%-tarief ) indien aan de in de wet en het besluit genoemde voorwaarden wordt voldaan. De voorwaarden met betrekking tot de hoedanigheid van aandeelhouders van de Vennootschap houden onder meer in dat geen enkel natuurlijk persoon een belang van 25% of meer in (één van de Fondsen van) de Vennootschap mag hebben. Tevens mag niet een belang van 25% of meer in (één van de Fondsen van) de Vennootschap berusten bij een lichaam of meerdere verbonden lichamen waartoe directieleden van de Vennootschap in dienstbetrekking staan. Voorts mag niet 45% of meer van de aandelen in (één van de Fondsen van) de Vennootschap berusten bij een lichaam dat is, dan wel twee of meer gelieerde lichamen die zijn, onderworpen aan een (Nederlandse of buitenlandse) winstbelasting, of waarvan de winst bij de gerechtigden tot het vermogen of de winst van dat lichaam in een dergelijke winstbelasting zijn betrokken. Hierbij wordt een uitzondering gemaakt voor lichamen met de status van fiscale beleggingsinstelling waarvan de aandelen officieel zijn toegelaten tot Eurolist Amsterdam. Één van de voorwaarden voor de status van fiscale beleggingsinstelling is daarnaast dat de Vennoot‑ schap de voor uitdeling beschikbare winst van de betreffende Fondsen, exclusief onder andere het saldo van koerswinsten en koersverliezen op financiële instrumenten, onder aftrek van een deel van de beheerkosten, binnen acht maanden na afloop van het boekjaar aan de aandeelhouders van de betreffende Fondsen uitkeert (de doorstootverplichting). Het positieve saldo van koerswinsten en koersverliezen op beleggingen wordt toegevoegd aan de herbeleggingsreserve. Een eventueel negatief saldo dient ten laste van de herbeleggingsreserve te komen.
Dividendbelasting
Op dividenduitkeringen aan haar aandeelhouders dient de Vennootschap in beginsel 15% dividendbe‑ lasting in te houden. De op ontvangen dividenden ingehouden Nederlandse dividendbelasting kan de Vennootschap in beginsel geheel terugvorderen van de Nederlandse fiscus, vooropgesteld dat de Vennootschap de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is. 1
Omzetbelasting
De door SBB aan de Vennootschap in rekening gebrachte Totale kostenvergoeding is vrijgesteld voor de heffing van omzetbelasting. In dit kader heeft afstemming met de Belastingdienst plaatsgevonden.
Buitenlandse Bronbelasting
Op dividenden uitgekeerd op buitenlandse beleggingen zal veelal een bronbelasting door het betreffende bronland zijn ingehouden. Indien Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten met het bronland, kan mogelijk het bronbelastingtarief op grond van het belastingverdrag worden verlaagd. Afhankelijk van het betreffende belastingverdrag zal het Fonds in beginsel om een (gedeeltelijke) teruggaaf van de ingehouden bronbelasting (tot aan het verdragstarief ) kunnen verzoeken bij de buitenlandse belastingautoriteiten. Voor de resterende buitenlandse bronbelasting (het verdrag‑ starief ) kan de Nederlandse fiscus onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming verlenen.2
Europese Spaarrenterichtlijn
In 2003 heeft de Raad van de Europese Unie de richtlijn aangenomen voor de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen (hierna: de Europese Spaarrenterichtlijn). Het doel van de Europese Spaarrenterichtlijn is om inkomsten uit spaargelden in de vorm van rente die vanuit een lidstaat worden betaald aan natuurlijke personen, die hun woonplaats in een andere lidstaat hebben, te belasten volgens het nationale recht van het woonland. De Europese Spaarren‑ terichtlijn en de daarmee samenhangende Nederlandse implementatiewetgeving leiden niet tot een renseigneringsverplichting voor de Vennootschap.
De Pools
De Pools zijn niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Alle activa en passiva, alsmede de resultaten, worden rechtstreeks toegerekend aan de houders van participaties in de Pools, waaronder de Vennootschap. Over de fiscale aspecten van de Vennootschap bestaat overeenstemming met de fiscale autoriteiten.
1)
In het belastingplan 2008 is voorgesteld om binnen de dividendbelasting een afdrachtvermindering in te voeren in plaats van de huidige terugvorderingsmogelijkheid. Deze afdrachtvermindering houdt in dat de Vennootschap op de door haar af te dragen dividendbelasting (die is ingehouden op dividenduitkeringen door de Vennootschap) een vermindering zou mogen toepassen, in beginsel ter grootte van de dividendbelasting/bronbelasting die ten laste van haar is ingehouden op ontvangen dividenduitkeringen. 2) De voorgestelde regeling die onder voetnoot 1 wordt vermeld, zal dan in de plaats van de huidige faciliteit van tegemoetkoming komen.
28
Fiscale aspecten voor de belegger
Nederlandse particuliere beleggers
Ten aanzien van de in Nederland wonende particuliere aandeelhouders wordt er hierna vanuit gegaan dat er geen sprake is van een aanmerkelijk belang (in het algemeen: tezamen met de fiscale partner een belang van 5% of meer), dat de aandelen niet gerekend (behoeven te) worden tot een onderne‑ mingsvermogen, dat met betrekking tot de aandelen geen resultaat uit overige werkzaamheden wordt behaald en dat de aandelen niet worden aangehouden in het kader van een levensloopregeling. De inkomsten uit sparen en beleggen worden op grond van de Wet Inkomstenbelasting 2001 geplaatst en belast in box 3. De vermogensrendementsheffing in deze derde inkomensbox gaat niet uit van de werkelijk behaalde inkomsten, maar van fictieve inkomsten, het zogenoemde forfaitaire rendement. Dit forfaitaire rendement wordt gesteld op 4% van de gemiddeld op twee peildata (in beginsel 1 januari en 31 december van het betreffende jaar) aanwezige nettorendementsgrondslag (bezittingen minus schulden in box 3). Dit rendement wordt vervolgens belast naar een tarief van 30%, zodat de jaarlijkse belastingdruk 1,2% van het gemiddelde vermogen bedraagt. Een deel van het totale vermogen is vrij‑ gesteld. Dit heffingvrije vermogen bedraagt € 20.014 (tarief 2007) per persoon. Voor fiscale partners is deze fiscale vrijstelling gezamenlijk € 40.028 (tarief 2007). Voor de in Nederland woonachtige particuliere belegger zal ook het in de Vennootschap belegde ver‑ mogen worden belast volgens voornoemde methode. De waarde van deze aandelen wordt gesteld op de slotnotering van de Officiële Markt van de Effectenbeurs Euronext Amsterdam N.V. op de peildata (in beginsel 31 december van het betreffende en het voorafgaande jaar). Deze slotnotering is vermeld in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V. Ter zake van een dividenduitkering door de Vennootschap wordt geen inkomstenbelasting geheven bij de particuliere belegger. Wel zal in beginsel 15% dividendbelasting door de Vennootschap worden ingehouden op de dividenduitkeringen. Deze dividendbelasting kan door particulieren in beginsel volledig worden verrekend met de verschuldigde inkomstenbelasting.
Nederlandse lichamen
Een belang in de Vennootschap dat wordt aangehouden door een in Nederland gevestigd vennootschaps‑ belastingplichtig lichaam kwalificeert niet voor de deelnemingsvrijstelling. Dividenden (behoudens voor zover sprake is van meegekocht dividend) en (gerealiseerde) vermogenswinsten worden dan ook belast met vennootschapsbelasting. Eventuele verliezen zijn aftrekbaar. De dividendbelasting die de Vennootschap heeft ingehouden op de dividenduitkeringen kan door ven‑ nootschapsbelastingplichtige lichamen in beginsel volledig worden verrekend met de verschuldigde vennootschapsbelasting.
Buitenlandse aandeelhouders
Buitenlandse aandeelhouders worden in beginsel niet belast met inkomstenbelasting of vennoot‑ schapsbelasting, mits de aandelen niet toerekenbaar zijn aan een Nederlandse onderneming en niet kwalificeren als een aanmerkelijk belang. De dividendbelasting is in de regel verrekenbaar met de in het woon- of vestigingsland verschuldigde belasting. De beschrijving van de fiscale aspecten is gebaseerd op de stand van de wetgeving en jurisprudentie van 5 november 2007, met uitzondering van maatregelen die met terugwerkende kracht worden ingevoerd. Het vorenstaande geeft een overzicht van de belangrijkste fiscale aspecten van de Vennootschap en van de beleggingen daarin. Het vormt geen advies voor een specifieke persoonlijke situatie. Het verdient aanbeveling daarvoor een belastingadviseur te raadplegen.
29
13 OVERIGE INFORMATIE
Algemeen
De Vennootschap is niet betrokken bij enige rechtszaak of arbitrage, noch zijn enige gerechtelijke procedures tegen de Vennootschap aangekondigd, die een nadelig effect kunnen hebben op de financiële positie van de Vennootschap.
Corporate Governance Code
De Vennootschap is een institutionele belegger als bedoeld in artikel 5:86 Wft en is daarom verplicht mededeling te doen in zijn jaarverslag, of op zijn website of aan het adres van de aandeelhouders over de naleving van de Nederlandse Corporate Governance Code. De Vennootschap doet daarom eenmaal per jaar in het jaarverslag mededeling van de wijze waarop deze Code wordt nageleefd, dan wel waarom daarvan wordt afgeweken.
Stembeleid op aandeelhoudersvergaderingen
De Pools met beleggingen in aandelen hebben de mogelijkheid om als aandeelhouder op aandeel‑ houdersvergaderingen van ondernemingen te stemmen op voorstellen van het bestuur van deze onderneming. Voor het gebruikmaken van dit stemrecht is beleid ontwikkeld, waarvan de hoofdpunten hieronder zijn vermeld. De uitvoering van het stembeleid is uitbesteed aan SAM. Daarbij maakt SAM gebruik van de diensten van een externe adviseur, een onafhankelijke consultant, gespecialiseerd op het gebied van het beoordelen van de corporate governance van ondernemingen. Deze adviseur geeft stemadviezen die gebaseerd zijn op richtlijnen waarin tal van internationale codes en ‘best practice’ aanbevelingen, alsmede opvat‑ tingen van grote institutionele beleggers zijn verwerkt. Bij ernstig tekortschieten door de onderneming wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in desbetreffende aandeelhoudersvergadering tegen te stemmen. Voor het feitelijk uitbrengen van stemmen wordt voorzover wettelijk toegestaan gestemd bij volmacht (‘proxy voting’). De hoofdpunten van de gehanteerde richtlijnen voor het stembeleid kunnen als volgt worden samen‑ gevat: One share, one vote Met betrekking tot de rechten en belangen van de aandeelhouders, wordt uitgegaan van het principe ‘one share one vote’. Hieronder vallen onder meer de rechten van de aandeelhouders bij een uitbreiding van het aandelenkapitaal ingeval van bijvoorbeeld fusies of overnames of een inkrimping van het kapitaal ingeval van bijvoorbeeld share buy-back programma’s. Transparantie De kwaliteit en de reikwijdte van de informatie over de gang van zaken van de onderneming dienen te zijn gericht op het verkrijgen van een adequate basis voor een gefundeerd oordeel over de onderneming. Dit geldt voor de publicatie van de jaarcijfers en de toelichting daarop door accountants, berichten aangaande fusies en acquisities, alsmede voor voorzienbare ontwikke‑ lingen en vooruitzichten. Voorts wordt informatie verlangd waaruit blijkt dat voldaan wordt aan standaarden op het gebied van sociaal beleid en milieubeleid. Transparantie is in dit verband een sleutelbegrip. Kwaliteit en beloning ondernemingsbestuur Er worden eisen gesteld onder meer aan de kwaliteit van bestuurders en aan het proces van hun benoeming. Voorts dient de omvang van hun beloning in verhouding te staan tot die van verge‑ lijkbare posities in de markt en dient de samenstelling van beloning niet in strijd te zijn met de belangen van de onderneming. Onafhankelijkheid toezicht en accountant Degenen die belast zijn met het toezicht op het bestuur (raad van commissarissen) dienen een onafhankelijke positie in te nemen. Ter bevordering van de onafhankelijkheid van de externe accountant worden beperkingen gesteld aan het aandeel van andere dan controle werkzaamheden ten behoeve van de desbetreffende onderneming. In het (half )jaarverslag van de Vennootschap wordt op hoofdlijnen de stemverantwoording over de betreffende verslagperiode vermeld. Voorts wordt een meer gedetailleerde stemverantwoording opgenomen op de Webpagina van SBB.
Agent
30
e Vennootschap is met SNS Financial Markets overeengekomen dat deze laatste als agent zal fungeren. D De agent is er voor verantwoordelijk om de aan- en verkoopopdrachten zoals die zijn ingelegd in het orderboek van de markt in financiële instrumenten overeenkomstig de voorwaarden zoals vermeld in dit Prospectus (en het betreffende Supplement) te beoordelen en namens SBB te accepteren of te weigeren.
Na sluiting van het orderboek zal de agent het saldo van alle aan- en verkooporders doorgeven aan SBB. De ‘transactiekoers’ waartegen deze aan- en verkooporders de volgende beursdag worden afgerekend wordt door SBB, door tussenkomst van de agent, aangeleverd bij Euronext Amsterdam. De positie van SNS Financial Markets als agent, is vastgelegd in een overeenkomst tussen onder andere de Vennootschap en SNS Financial Markets.
Klachtenregeling
Indien u klachten heeft ten aanzien van SNS Beleggingsfondsen N.V. en de Fondsen dan kunt u deze klachten uitsluitend schriftelijk richten tot SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V., Postbus 70053, 5201 DZ ’s‑Hertogenbosch.
Assurance-rapport
Aan SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Opdracht en verantwoordelijkheden
ij hebben de assurance-opdracht aangaande de inhoud van het prospectus SNS Beleggings W fondsen N.V. uitgevoerd. In dit kader hebben wij onderzocht of het prospectus d.d. 8 november 2007 van SNS Beleggingsfondsen N.V. te ’s-Hertogenbosch ten minste de ingevolge artikel 4:49 lid 2 a tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. Deze assuranceopdracht is gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Ingevolge artikel 4:49 lid 2 a van de Wet op het financieel toezicht dient het prospectus alle gegevens te bevatten die noodzakelijk zijn voor beleggers om zich een oordeel te vormen over de beleggings‑ instelling en de daaraan verbonden kosten en risico’s. Aangezien onbekend is welke gegevens voor individuele beleggers noodzakelijk zijn is het niet mogelijk de volledigheid van de op te nemen gege‑ vens vast te stellen. De verantwoordelijkheden zijn als volgt verdeeld: De beheerder van de SNS Beleggingsfondsen is verantwoordelijk voor de opstelling van het pros‑ pectus dat ten minste de ingevolge de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat; Het is onze verantwoordelijkheid een conclusie te verstrekken zoals bedoeld in artikel 4:49 lid 2 c van de Wet op het financieel toezicht.
Werkzaamheden
Ons onderzoek is verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 ‘Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie’. Op basis daarvan hebben wij de door ons in de gegeven omstandigheden noodzakelijk geachte werkzaamheden verricht om een conclusie te kunnen formuleren. Wij hebben, voor zover redelijkerwijs mogelijk, getoetst of het prospectus de ingevolge artikel 4:49 lid 2 a tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat.
Conclusie
Op grond van onze werkzaamheden en het gestelde in de paragraaf ‘Opdracht en verantwoordelijkheden’ komen wij tot de conclusie dat het prospectus naar onze mening ten minste de ingevolge artikel 4:49 lid 2 a tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. Amstelveen, 8 november 2007 KPMG ACCOUNTANTS N.V. M.J. Vredenduin RA
Verklaring beheerder
SBB verklaart dat SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. en de Vennootschap voldoen aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels en het Prospectus voldoet aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels. ’s‑Hertogenbosch, 8 november 2007, SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. B. Blocq B.J. Blom
31
14 PERSONALIA
Directie SNS Beleggingsfondsen N.V.
SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Pettelaarpark 120 5216 PT ’s‑Hertogenbosch Postbus 70053 5201 DZ ’s‑Hertogenbosch Telefoon 073 - 683 33 33 Fax 073 - 683 36 12 www.snsbank.nl
Directie SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V.
Drs. B. Blocq RA, voorzitter B.J. Blom, lid
Raad van Commissarissen SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V.
Drs. R.G.J. Langezaal Mr. J. Boven
Bewaarder
Pettelaar Effectenbewaarbedrijf N.V. Pettelaarpark 120 5216 PT ’s‑Hertogenbosch
Accountant
KPMG Accountants N.V. Burgemeester Rijnderslaan 20 1185 MC Amstelveen
Fiscaal adviseur
KPMG Meijburg & Co Belastingadviseurs Burgemeester Reijnderslaan 20 1185 MC Amstelveen
Juridisch adviseur
De Brauw Blackstone Westbroek N.V. Tripolis 300 Burgerweeshuispad 301 1076 HR Amsterdam
Beleggingsadviseur
SNS Asset Management N.V. Pettelaarpark 120 5216 PT ’s‑Hertogenbosch
Betaalkantoor
SNS Bank N.V. Pettelaarpark 120 5216 PT ’s‑Hertogenbosch
32
15 Supplementen
Fonds 3: SNS Nederlands Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Nederlands Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Nederlands Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermo‑ gensgroei op de lange termijn uit beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen die zijn genoteerd aan Euronext Amsterdam. Het beleggingsbeleid van SNS Nederlands Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat ten minste gelijk is aan dat van de AEX-herbeleggingsindex (de benchmark). Daartoe belegt het Fonds uitsluitend in Aandelenpool Nederland. Deze Pool belegt in een gespreide portefeuille aandelen en aan aandelen gerelateerde producten. De benchmark van de Aandelenpool Nederland is gelijk aan die van SNS Nederlands Aandelenfonds. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte mark‑ tontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggings‑ beleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Nederlands Aandelenfonds.
Vermogenstitels
Aandelenpool Nederland belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van (middel-)grote ondernemingen die aan Euronext Amsterdam zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, obligaties met warrants en/of andere aan aandelen gerelateerde vermo‑ genstitels. Het vermogen van Aandelenpool Nederland is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Selectie en spreiding
Bij de selectie van beleggingen wordt gebruik gemaakt van fundamenteel beleggingsonderzoek. Dit onderzoek bestaat uit kwantitatieve en kwalitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over diverse bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s kan Aandelenpool Nederland gebruik maken van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Aandelenpool Nederland worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Aandelenpool Nederland niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspresta‑ ties van Aandelenpool Nederland. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Vergoeding
Waardering
Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaar‑ deerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden markt‑ conforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Nederlands Aandelenfonds ten minste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Nederlands Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogens‑ waarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Nederlands Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
33
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van het SNS Nederlands Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Nederlands Aandelenfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Nederlands Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Nederlands Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Neder‑ lands Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Nederlands Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Nederlands Aandelenfonds zijn: rendementsrisico inflatierisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Nederlands Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 5,6% 2005: 29,8% 2006: 15,0% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Nederlands Aandelen‑ fonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Nederlands Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
34
Fonds 4: SNS Euro Liquiditeitenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Euro Liquiditeitenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Liquiditeiten‑ fonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit inkomsten uit beleggingen in geldmarktinstrumenten met zeer lage beleggingsrisico’s. Het beleggingsbeleid van SNS Euro Liquiditeitenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan het rendement dat behaald kan worden op basis van de Minimum Bid Rate of the Main Refinancing Operation of the European Central Bank (de benchmark). Daartoe belegt het Fonds de toevertrouwde middelen uitsluitend in Euro Liquiditeitenpool. De bench‑ mark van Euro Liquiditeitenpool is gelijk aan die van SNS Euro Liquiditeitenfonds. De Pool belegt in een gespreide portefeuille rentedragende vermogenstitels met zeer lage risico’s inzake debiteuren, looptijd en valuta. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Liquiditeitenfonds.
Vermogenstitels
Looptijd
Euro Liquiditeitenpool belegt de toevertrouwde middelen onder andere in termijndeposito’s, kas‑ geldleningen, medium term notes, obligaties, certificates of deposit, commercial paper en/of andere geldmarktinstrumenten. Het vermogen van de Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Voor zover van toepassing zijn de vermogenstitels voornamelijk aan gereglementeerde markten in Europa genoteerd. Belegd wordt in vermogenstitels met een resterende rentetypische looptijd van maximaal 2 jaar.
Debiteuren
Euro Liquiditeitenpool belegt uitsluitend in debiteuren met een laag risico. Tenminste 70% van het poolvermogen wordt belegd in vermogenstitels van financieel gezonde, onder wettelijk toezicht staande financiële ondernemingen, of in vermogenstitels ten laste van of gegarandeerd door supranationale, centrale of lagere overheden. In deze categorie geldt geen maximum per debiteur. Voor het overige wordt voornamelijk belegd in debiteuren van zeer goede kwaliteit. Bij de beoorde‑ ling van de kwaliteit van debiteuren en schuldbewijzen wordt voornamelijk gebruik gemaakt van informatie van zogenoemde ‘rating agencies’, waaronder Standard & Poor’s of Moody’s. Belegd wordt in de hierboven vermelde vermogenstitels met een beoordeling van deze rating agencies van mini‑ maal ‘A’. Ten aanzien van deze categorie geldt per debiteur een beperking van maximaal 10% van het poolvermogen.
Valuta
Euro Liquiditeitenpool belegt in vermogenstitels luidend in euro en in andere valuta. Voor zover wordt belegd in de vermogenstitels luidend in andere valuta dan in euro, worden de hiermee samenhangende valutarisico’s geheel afgedekt naar euro. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van renterisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Euro Liquiditeitenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd, tenzij het een tijdelijke financiering betreft in het kader van een repotransactie of termijntransactie. Het is niet toegestaan waardepapieren te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering
Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt of indien de koersvorming niet representatief wordt geacht, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Euro Liquiditeitenfonds ten minste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
35
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding
SNS Euro Liquiditeitenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermo‑ genswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Liquiditeitenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Liquiditeitenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Euro Liquiditeitenfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Liquiditeitenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Liquiditeitenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Liquiditeiten‑ fonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Liquiditeitenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Liquiditei‑ tenfonds zijn: rendementsrisico kredietrisico inflatierisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële risico’s (securities lending) risico erosie Fondsvermogen risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Euro Liquiditeitenpool kent geen valutarisico. Voor zover wordt belegd in andere valuta van lidstaten van de Economische Monetaire Unie (EMU), worden de hiermee samenhangende risico’s geheel afgedekt naar euro. Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Liquiditeitenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 1,5% 2005: 1,7% 2006: 2,3%
36
Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Liquiditeitenfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Liquiditeitenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De Bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Fonds 6: SNS Euro Obligatiefonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Euro Obligatiefonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Obligatiefonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat bestaat uit zowel vermogensgroei als inkomsten uit een gespreide portefeuille beleggingen in vastrentende waarden, die voornamelijk zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instrumenten. Het beleggingsbeleid van SNS Euro Obligatiefonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van iBoxx € Overall (de benchmark). Daartoe belegt het Fonds uitsluitend in Euro Obligatiepool. De benchmark van Euro Obligatiepool is gelijk aan die van SNS Euro Obliga‑ tiefonds. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van ver‑ wachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Obligatiefonds.
Vermogenstitels
Euro Obligatiepool belegt in obligaties en andere verhandelbare vastrentende schuldbewijzen, die voornamelijk zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instru‑ menten. Het vermogen van de Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Looptijd
Ter beperking van marktrisico’s zal de gewogen gemiddelde rentetypische looptijd (duration) van de portefeuille maximaal 20% mogen afwijken van de duration van de benchmark.
Debiteuren
Euro Obligatiepool belegt in obligaties en andere verhandelbare schuldbewijzen uitgegeven door debi‑ teuren van goed geachte kwaliteit, zogenoemde ‘investment grade beleggingen’. Bij de beoordeling van de kwaliteit van debiteuren en schuldbewijzen wordt voornamelijk gebruik gemaakt van informatie van zogenoemde ‘rating agencies’, waaronder Standard & Poor’s of Moody’s. Volgens Standard & Poor’s vallen obligaties en andere schuldbewijzen met een rating AAA, AA,A en BBB onder investment grade (rating Moody’s: Aaa, Aa, A en Baa). Om het debiteurenrisico te beperken worden randvoorwaarden gesteld aan de samenstelling van de portefeuille met betrekking tot de verdeling over de verschillende debiteurencategorieën. Maximaal 15% van het poolvermogen kan worden belegd bij één debiteur, niet zijnde overheid. Hierdoor ontstaat een breed gespreide portefeuille, met een gematigd debiteurenrisico.
Valuta
Euro Obligatiepool belegt tenminste 75% in vastrentende vermogenstitels luidend in euro. Vastren‑ tende vermogenstitels luidend in euro, uitgegeven door landen of bedrijven niet behorende tot de Eco‑ nomische en Monetaire Unie (EMU) zijn toegestaan. Daarnaast mag maximaal 25% belegd worden in valuta van landen waarvan de verwachting bestaat dat deze zullen toetreden tot de EMU. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Euro Obligatiepool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd, tenzij het een tijdelijke financiering betreft in het kader van een repotransactie of termijntransactie. Het is niet toegestaan om vermogenstitels te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.
37
SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Vergoeding
Waardering
Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt of indien de koersvorming niet representatief wordt geacht, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Euro Obligatiefonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Euro Obligatiefonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogens‑ waarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Obligatiefonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Obligatiefonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Euro Obligatiefonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
38
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Obligatiefonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Obligatiefonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Obligatiefonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Obligatiefonds dalen.
De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Obligatie‑ fonds zijn: rendementsrisico kredietrisico inflatierisico tegenpartijrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico erosie Fondsvermogen risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes Verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Obligatiefonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrin‑ sieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 6,4% 2005: 4,3% 2006: -0,7% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Obligatiefonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Obligatiefonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De Bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Fonds 8: SNS Euro Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Euro Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instrumenten. Het beleggingsbeleid van SNS Euro Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement dat tenminste gelijk is aan dat van de MSCI Europe Standard Index Total Return (de benchmark). Het Fonds belegt uitsluitend in Euro Aandelenpool. De benchmark van Euro Aandelenpool is gelijk aan die van SNS Euro Aandelenfonds. De Pool belegt voornamelijk in een gespreide portefeuille Europese aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels zoals hieronder is vermeld. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Aandelenfonds.
Vermogenstitels
Euro Aandelenpool belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van (middel) grote ondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten van een lidstaat van de Europese Unie, Zwitserland of Noorwegen zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, obligaties met warrants en/of andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels, waaronder aan een markt in financiële instrumenten genoteerde en niet aan een markt in financiële instrumenten genoteerde beleggingsproducten op basis van relevante indices (indexproducten). Het vermogen van Euro Aandelenpool is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
39
Selectie en spreiding
Bij de selectie van beleggingen wordt gebruik gemaakt van fundamenteel beleggingsonderzoek. Dit onderzoek bestaat uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over diverse bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer. Hieronder is een overzicht opgenomen van de landen, die deel uitmaken van de bovenvermelde benchmarks. Landenverdeling MSCI Pan-Euro Index Total Return per 1 oktober 2007:
Landenverdeling MSCI Europe Standard Index Total Return per 1 oktober 2007:
Verenigd Koninkrijk Frankrijk Duitsland Zwitserland Spanje Nederland Italië Zweden Finland België Griekenland Denemarken Noorwegen Ierland Luxemburg Oostenrijk Portugal
Verenigd Koninkrijk Frankrijk Duitsland Zwitserland Spanje Italië Nederland Zweden Finland België Noorwegen Denemarken Griekenland Ierland Oostenrijk Luxemburg Portugal
32,7% 14,4% 12,9% 9,8% 6,3% 5,6% 5,5% 3,3% 2,5% 1,8% 1,0% 0,9% 0,9% 0,8% 0,8% 0,4% 0,4%
32,3% 13.9% 12.2% 9,5% 6,0% 5,5% 5,3% 3,7% 2,8% 1,8% 1,5% 1,3% 1,1% 1,1% 0,8% 0,7% 0,5%
Valuta
Euro Aandelenpool belegt onder meer in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in andere landen dan in landen die de euro als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van het Engelse pond tegenover de euro. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Euro Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Vergoeding
Waardering
Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaar‑ deerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden markt‑ conforme waarderingsmethoden toegepast (EBITDA, p/e-ratio etc.). Niet-genoteerde indexproducten worden gewaardeerd op basis van de desbetreffende intrinsieke waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaalwettelijke voorschriften zal SNS Euro Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Euro Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogens‑ waarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
40
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Euro Aandelenfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Aandelenfonds dalen. De specifieke risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Aandelenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 7,0% 2005: 22,2% 2006: 16,8% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Aandelenfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De Bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
41
Fonds 9: SNS Euro Mixfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Euro Mixfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Mixfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen en vastren‑ tende waarden, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instrumenten. SNS Euro Mixfonds belegt daartoe uitsluitend in Euro Mixpool. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Euro Mixpool is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Euro Mixfonds een neutraal risicoprofiel. De benchmark van SNS Euro Mixfonds is gelijk aan die van Euro Mixpool. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Euro Mixpool belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 50% van de bench‑ mark van Euro Aandelenpool MSCI Europe Standard Index Total Return) en 50% van de benchmark van Euro Obligatiepool (iBoxx € Overall). In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Mixfonds.
Vermogenstitels
Euro Mixpool belegt in Euro Obligatiepool (zie fonds 6) en Euro Aandelenpool (zie fonds 8). Hierbij wordt een standaardverdeling aangehouden van 50% Euro Obligatiepool en 50% Euro Aandelenpool. Op basis van verwachte marktontwikkelingen kunnen de onderlinge verhoudingen worden gewijzigd, waarbij een bandbreedte van plus of min 5% ten opzichte van deze verdeling is toegestaan. Het ver‑ mogen van de Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Valuta
Euro Mixpool voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valu‑ tarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Euro Mixpool belegt.
Afgeleide instrumenten
Euro Mixpool kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuil‑ lebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Euro Mixpool belegt.
Overig
De beleggingen van Euro Mixpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toege‑ staan beleggingen te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Euro Mixpool belegt (Euro Obliga‑ tiepool en Euro Aandelenpool) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. De beleggingen van Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Vergoeding
Waardering
De participaties van de Pools waar Euro Mixpool in belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Euro Mixfonds tenminste de voor uitdeling beschik‑ bare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Euro Mixfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoe‑ ding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Mixfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
42
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Mixfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Euro Mixfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemid‑ delde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Mixfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Mixfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Mixfonds is niet gegaran‑ deerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Mixfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Mixfonds zijn: rendementsrisico kredietrisico valutarisico inflatierisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen Verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Mixfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 6,7% 2005: 13,3% 2006: 8,2% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Mixfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Mixfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarreke‑ ningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De Bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
43
Fonds 10: SNS Hoogdividend Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Hoogdividend Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Hoogdividend Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat bestaat uit dividendinkomsten en vermogensgroei op de lange termijn, uit een gespreide portefeuille beleggingen in aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan officiële gereglementeerde markten in financiële instrumenten in Europa en Noord-Amerika. Valutarisico’s worden tenminste voor 80% afgedekt naar euro. Het beleggingsbeleid van SNS Hoogdividend Aandelenfonds is gericht op het behalen van een ren‑ dement op lange termijn, dat tenminste gelijk is aan dat van de vergelijkingsmaatstaf (benchmark). De benchmark is een samengestelde index, die bestaat uit 50% van de MSCI Europe in Euro Daily Net Index Total Return en 50% MSCI USA in Euro Daily Net Index Total Return. Daartoe belegt het Fonds uitsluitend in Hoogdividend Mixpool.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding
SNS Hoogdividend Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermo‑ genswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Hoogdividend Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transac‑ tiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instru‑ menten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Hoogdividend Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Hoogdividend Aandelenfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Hoogdividend Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Hoogdividend Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Hoogdividend Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Hoogdividend Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Hoogdividend Aandelenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen Verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
44
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Hoogdividend Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 10,9% 1 2005: 13,6% 2006: 17,3% 1)
Op 14 juni 2004 is SNS SpaarPlus Aandelenfonds omgevormd naar SNS Hoogdividend Aandelenfonds. In verband hiermee is het rendement van SNS Hoogdividend Aandelenfonds berekend over de periode 14 juni 2004 tot en met 31 december 2004.
Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Hoogdividend Aande‑ lenfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Hoogdividend Aandelenfonds over de afgelopen twee jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste twee boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De Bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Hoogdividend Mixpool Beleggingsbeleid
Algemeen
Hoogdividend Mixpool belegt uitsluitend in Hoogdividend Aandelenpool en - afhankelijk van marktom‑ standigheden – tot maximaal 10% van de activa van Hoogdividend Mixpool in Euro Vastgoedfondsen‑ pool (zie Fonds 15). De benchmark van Hoogdividend Mixpool is gelijk aan de benchmark van SNS Hoogdividend Aandelenfonds.
Vermogenstitels
Het vermogen van Hoogdividend Mixpool is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Hoogdividend Mixpool.
Valuta
Hoogdividend Mixpool kan, uitsluitend in aanvulling op het valutabeleid van de Pools waarin wordt belegd, een eigen valutabeleid voeren. Het uitgangspunt voor dit eigen valutabeleid is dat valutarisico’s voor tenminste 80% worden afgedekt naar euro.
Afgeleide instrumenten
Hoogdividend Mixpool kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Hoogdividend Mixpool belegt.
Overig
De beleggingen van Hoogdividend Mixpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toestaan beleggingen te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Hoogdividend Mixpool belegt is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Vergoeding Kosten
Waardering
De participaties van de Pools waar Hoogdividend Mixpool in belegt, worden gewaardeerd tegen intrin‑ sieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Hoogdividend Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgelegd volgens het Besluit Beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Beheervergoeding Algemeen
Voor het beheer van het vermogen van Hoogdividend Mixpool zal SBB geen vergoeding ontvangen. Aan Hoogdividend Mixpool worden geen kosten berekend.
45
Hoogdividend Aandelenpool Beleggingsbeleid
Algemeen
Het beleggingsbeleid van SNS Hoogdividend Aandelenpool is gericht op het behalen van een rende‑ ment op lange termijn, dat tenminste gelijk is aan dat van de vergelijkingsmaatstaf (benchmark). De benchmark van Hoogdividend Aandelenpool is gelijk aan die van Hoogdividend Mixpool. Hoogdividend Aandelenpool belegt in een gespreide portefeuille aandelen en – voorzover passend in het beleggings‑ beleid – in andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels, genoteerd aan een officiële markt in financiële instrumenten in landen gelegen in Europa en Noord-Amerika. Bij de samenstelling van de beleggingsportefeuille van Hoogdividend Aandelenpool wordt onder andere geselecteerd op aandelen van bedrijven met een relatief hoog en stabiel dividendrendement. Daarbij wordt gestreefd naar een beleggingsportefeuille met een dividendrendement dat op jaarbasis minimaal 1% hoger is dan het dividendrendement van de benchmark. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte mark‑ tontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggings‑ beleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Hoogdividend Aandelenfonds.
Vermogenstitels
Hoogdividend Aandelenpool belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van (middel)grote ondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten van een lid‑ staat van de Europese Unie, Noorwegen, Zwitserland, alsmede van de Verenigde Staten van Amerika of Canada zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, warrants en/of andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels. Het vermogen van de Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Spreiding
Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over diverse landen, bedrijfs‑ takken en bedrijven. Deze spreiding heeft tot gevolg dat de koersontwikkeling van een individuele onderneming slechts in beperkte mate in het totale beleggingsresultaat van Hoogdividend Aande‑ lenpool tot uitdrukking komt.
Valuta
Hoogdividend Aandelenpool belegt onder meer in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van de Amerikaanse dollar en het Engelse pond tegenover de euro. Deze uit beleggingen voortkomende valutarisico’s zullen voor tenminste 80% worden afgedekt naar euro. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Fondsselectie
De selectie van aandelen van bedrijven waarin wordt belegd, geschiedt primair op basis van bedrijfs‑ specifieke criteria (bottom-up) en secundair op basis van macro-economische en sectorcriteria (topdown). Bij deze selectie wordt gebruik gemaakt van kwantitatieve en kwalitatieve analyses, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan de kwaliteit van het dividendbeleid van de onderneming. De selectie zal naast het hiervoor genoemde vooral zijn gericht op aandelen van ondernemingen met een goede verhandelbaarheid en een relatief hoge dividenduitkering. Als gevolg van het selectieproces kan de samenstelling van de portefeuille sterk afwijken van die van de benchmark.
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Hoogdividend Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Hoogdividend Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering
46
Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaar‑ deerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden markt‑ conforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Fonds 11: SNS Duurzaam Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Duurzaam Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Duurzaam Aande‑ lenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogens‑ groei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instrumenten. Het beleggingsbeleid van SNS Duurzaam Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement dat op lange termijn tenminste gelijk is aan dat van de MSCI Europe Standard Index Total Return (de benchmark). Het Fonds belegt uitsluitend in Duurzaam Aandelenpool Europa. De benchmark van Duurzaam Aan‑ delenpool Europa is gelijk aan die van SNS Duurzaam Aandelenfonds. De Pool belegt voornamelijk in een gespreide portefeuille Europese aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels zoals hieronder is vermeld. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Duurzaam Aandelenfonds.
Vermogenstitels
Duurzaam Aandelenpool Europa belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen en aan aandelen gerelateerde vermogenstitels van bedrijven die zijn opgenomen in het beleggings‑ universum. Dit beleggingsuniversum betreft op duurzaamheidsaspecten beoordeelde bedrijven (zie hierna onder ‘Beleggingsuniversum’) waarvan de aandelen zijn genoteerd aan een officiële markt in financiële instrumenten van een lidstaat van de Europese Unie, Zwitserland of Noorwegen. Het ver‑ mogen van Duurzaam Aandelenpool Europa is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Beleggingsuniversum
Het beleggingsuniversum van Duurzaam Aandelenpool Europa wordt samengesteld op basis van duurzaamheidsonderzoek, waarvan de hoofdlijnen hieronder zijn uiteengezet.
Duurzaamheidsonderzoek
Duurzaam Aandelenpool Europa belegt in ondernemingen die relatief gezien binnen de sector waartoe ze behoren, bovengemiddelde prestaties leveren op het gebied van duurzaam ondernemen. Hiervoor worden per bedrijfssector de duurzaamheidsprestaties gemeten van de grootste Europese aan een markt in financiële instrumenten genoteerde ondernemingen uit de betreffende sector. Beoordeling op duurzaamheidsprestaties geschiedt op basis van economische criteria (profit), sociale criteria (people) en milieucriteria (planet) en criteria met betrekking tot controversiële activiteiten. Het gaat daarbij om het verkrijgen van een geïntegreerd oordeel over alle onderzochte duurzaamheidsa‑ specten. Het onderzoek naar en de beoordeling van de duurzaamheidsprestaties van de ondernemin‑ gen worden uitgevoerd door een multidisciplinair research team van SNS Asset Management.
Profit
De invalshoek ‘Profit’ richt zich op de onderneming als economische organisatie. Strategie, manage‑ ment & organisatie en verantwoord bestuur (corporate governance) zijn daarbij de sleutelbegrippen. Van een goed bestuurde onderneming wordt onder meer verwacht dat zij beschikt over ondernemings‑ principes (‘business principles’) en een gedragscode (‘code of conduct’) waarin omschreven wordt wat de missie en het doel van de onderneming zijn en welke visie zij heeft op de relevante stakeholders. De diepgang en de mate van verankering in het bedrijf zijn hierbij van belang voor de oordeelsvorming. Voorts wordt onderzocht op welke wijze wordt omgegaan met de belangen van (minderheids)aan‑ deelhouders. Daarbij wordt de feitelijke situatie getoetst aan breed aanvaarde ‘corporate governance principles’ en ‘codes of best practice’. Verder wordt de kwaliteit van de onderneming en van het management onderzocht. Daarbij wordt onder meer de helderheid en de haalbaarheid van de strategie, de operationele kwaliteit en efficiency, de kwaliteit van de innovatie, de marktbewerking en marktpositionering, alsmede het financierings‑ beleid beoordeeld.
People
De invalshoek ‘People’ wordt onderscheiden in intern en extern sociaal beleid. Intern sociaal beleid betreft de investering in het personeel van de onderneming. Human Resource Management en Health & Safety zijn hier de belangrijkste onderwerpen. Een onderneming kan via personeelsbeleid, training, opleiding en ontwikkeling en het betrekken van het personeel bij de gang van zaken van de onderne‑ ming wezenlijk bijdragen aan de versterking van haar innovatieve kracht en reputatie.
47
Extern sociaal beleid heeft betrekking op de wijze waarop de onderneming zich manifesteert in haar maatschappelijke omgeving en welke bijdrage zij daaraan levert. Een belangrijke component hiervan is het mensenrechten- en arbeidsrechtenbeleid in zogenaamde risicolanden. Voor de beoordeling leveren onder meer de United Nations Norms on Business & Human Rights belangrijke criteria. Sponsoring en ondersteuning van de lokale gemeenschap zijn aanvullende thema’s. Planet
Voor de invalshoek ‘Planet’ onderscheiden we in navolging van de World Business Council for Sus‑ tainable Development het milieubeleid voor ‘upstream’, ‘gate-to-gate’ en ‘downstream’. Naast een beoordeling van de algemene milieustrategie en het management van milieuaspecten gaat het hier om de milieuaspecten aan de inkoopkant van de onderneming (inkoop grondstoffen, producten en diensten), milieu-aspecten binnen de poort van de onderneming waar de producten en diensten tot stand komen (milieuvriendelijkheid verwerkingswijzen) en milieu-aspecten bij het gebruik van de producten en diensten (afvalverwerking. Onderliggende gedachte is dat afval, emissies en vervuiling wijzen op inefficiënties in het productieproces en dus vormen van verspilling zijn, die (ook voor de klant) geen waarde toevoegen.
Controversiële activiteiten
Ondanks goede duurzaamheidsprestaties kunnen controversiële activiteiten zoals het gebruik van gedwongen arbeid of onverantwoorde vormen van kinderarbeid, aanleiding geven om niet in een onderneming te beleggen.
Spreiding
Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over diverse landen, sectoren (bedrijfstakken) en bedrijven. Daarbij gelden de volgende beperkingen: 1. Een belegging in één onderneming zal op het moment van aankoop minder dan 5% van het aan‑ delenkapitaal in die onderneming omvatten; 2. Een belegging in één onderneming zal op het moment van aankoop niet meer dan 10% van het belegde vermogen van het Duurzaam Aandelenpool Europa omvatten. Hieronder is een overzicht opgenomen van de landen, die deel uitmaken van de bovenvermelde benchmarks.
48
Landenverdeling MSCI Pan-Euro Index Total Return per 1 oktober 2007:
Landenverdeling MSCI Europe Standard Index Total Return per 1 oktober 2007:
Verenigd Koninkrijk Frankrijk Duitsland Zwitserland Spanje Nederland Italië Zweden Finland België Griekenland Denemarken Noorwegen Ierland Luxemburg Oostenrijk Portugal
Verenigd Koninkrijk Frankrijk Duitsland Zwitserland Spanje Italië Nederland Zweden Finland België Noorwegen Denemarken Griekenland Ierland Oostenrijk Luxemburg Portugal
32,7% 14,4% 12,9% 9,8% 6,3% 5,6% 5,5% 3,3% 2,5% 1,8% 1,0% 0,9% 0,9% 0,8% 0,8% 0,4% 0,4%
32,3% 13.9% 12.2% 9,5% 6,0% 5,5% 5,3% 3,7% 2,8% 1,8% 1,5% 1,3% 1,1% 1,1% 0,8% 0,7% 0,5%
Valuta
Duurzaam Aandelenpool belegt onder meer in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van het Engelse pond tegenover de euro. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Duurzaam Aandelenpool Europa worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Duurzaam Aandelenpool Europa niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Vergoeding
Waardering
Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaar‑ deerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden markt‑ conforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Duurzaam Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Duurzaam Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogens‑ waarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Duurzaam Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Duurzaam Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Duurzaam Aandelenfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Duurzaam Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Duurzaam Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Duurzaam Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Duurzaam Aandelenfonds dalen.
49
De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Duurzaam Aan‑ delenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Duurzaam Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 7,8% 2005: 21,8% 2006: 16,2% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Duurzaam Aandelenfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Duurzaam Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De Bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Fonds 12: SNS Azië Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Azië Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Azië Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde markt in financiële instrumenten in Azië. Het beleggingsbeleid van SNS Azië Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van de MSCI All Countries Far East Free Index Total Return (de benchmark). Het Fonds belegt uitsluitend in Azië Aandelenpool. De benchmark van Azië Aandelenpool is gelijk aan die van SNS Azië Aandelenfonds. De Pool belegt in een gespreide portefeuille aandelen en aan aandelen gerelateerde producten in het Verre Oosten (Japan en de rest van Azië). Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte mark‑ tontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggings‑ beleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Azië Aandelenfonds.
Vermogenstitels
Azië Aandelenpool belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van (middel-) grote ondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten in het Verre Oosten zijn genoteerd. Uit efficiencyoverwegingen kan bovendien voor een deel van het poolvermogen worden belegd in beleggingsinstellingen. De management fees die in rekening worden gebracht in deze beleg‑ gingsinstellingen, worden door de betreffende fondsaanbieders gerestitueerd aan Azië Aandelenpool. Informatie over desbetreffende beleggingsinstellingen, waaronder informatie over de kosten, wordt opgenomen in het (half )jaarverslag van SNS Beleggingsfondsen N.V. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, obligaties met warrants en/of andere aan aan‑ delen gerelateerde vermogenstitels. De middelen van deze Pool zijn zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
50
Selectie en spreiding
Bij de selectie van de beleggingen wordt gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over diverse landen, bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer. Hieronder is een overzicht opgenomen van de landen, die deel uitmaken van de benchmark. Landen‑ verdeling MSCI All Country Far East Free Index per 1 oktober 2007: Japan China Korea Taiwan Hong Kong Singapore Maleisië Indonesië Thailand Filippijnen
58,3% 10,8% 10,3% 7,6% 5,9% 3,2% 1,6% 1,0% 0,9% 0,4%
Valuta
Azië Aandelenpool belegt in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van de Japanse Yen tegenover de euro. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Azië Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Azië Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Vergoeding
Waardering
Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaar‑ deerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden markt‑ conforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Azië Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Azië Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogens‑ waarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Azië Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
51
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Azië Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Azië Aandelenfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Azië Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Azië Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Azië Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Azië Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Azië Aandelen‑ fonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen Verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Azië Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrin‑ sieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 6,9% 2005: 38,4% 2006: 0,0% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Azië Aandelenfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Azië Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De Bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
52
Fonds 13: SNS Amerika Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Amerika Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Amerika Aandelen‑ fonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van onder‑ nemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde markt in financiële instrumenten in Noord-Amerika. Het beleggingsbeleid van SNS Amerika Aandelenfonds is tot en met 31 december 2007 gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van de MSCI USA in Euro Daily Net Index Total Return (de benchmark). Vanaf 1 januari 2008 is het beleggingsbeleid van SNS Amerika Aandelenfonds gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van de S&P 500 Net Total Return. SNS Amerika Aandelenfonds belegt uitsluitend in Amerika Aandelenpool. De benchmark van Amerika Aandelenpool is gelijk aan die van SNS Amerika Aandelenfonds. Amerika Aandelenpool belegt in een gespreide portefeuille aandelen en aan aandelen gerelateerde producten. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Amerika Aandelenfonds.
Vermogenstitels
Amerika Aandelenpool belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van (middel-)grote ondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten van de Verenigde Staten van Amerika of Canada zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, obligaties met warrants en/of andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels, waaronder aan een markt in financiële instrumenten genoteerde en niet aan een markt in financiële instrumenten genoteerde beleggingsproducten op basis van relevante indices (indexproducten). Het vermogen van deze Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Selectie en spreiding
Bij de selectie van de beleggingen wordt gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Valuta
Amerika Aandelenpool belegt in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van de Amerikaanse dollar tegenover de euro. De valutari‑ sico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Amerika Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Amerika Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering
Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaar‑ deerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden markt‑ conforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Amerika Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
53
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding
SNS Amerika Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermo‑ genswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Amerika Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Amerika Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Amerika Aandelenfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Amerika Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Amerika Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Amerika Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Amerika Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Amerika Aande‑ lenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Amerika Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: -1,2% 2005: 20,5% 2006: 3,5% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Amerika Aandelenfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Amerika Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
54
Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Fonds 14: SNS Wereld Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Wereld Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Wereld Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille in verhandelbare aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan officiële gereglementeerde markten in financiële instrumenten wereldwijd. SNS Wereld Aandelenfonds belegt daartoe uitsluitend in Global Equity Mixpool. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Global Equity Mixpool is de specifieke verdeling over de verschillende regio’s, zoals deze hieronder onder ‘Vermogenstitels’ is vermeld. De benchmark van SNS Wereld Aandelenfonds is gelijk aan die van Global Equity Mixpool. Deze bench‑ mark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Global Equity Mixpool belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 40% van MSCI USA in Euro Daily Net Index Total Return tot en met 31 december 2007, vanaf 1 januari 2008 S&P 500 Net Total Return, 40% van MSCI Europe Standard Index Total Return en 20% van MSCI All Countries Far East Free Index Total Return. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Wereld Aandelenfonds.
Vermogenstitels
Global Equity Mixpool belegt in Amerika Aandelenpool (zie Fonds 13), Euro Aandelenpool (zie Fonds 8) en Azië Aandelenpool (zie Fonds 12). Hierbij wordt een verdeling aangehouden die in lijn ligt met het economisch belang van de drie regio’s Amerika, Europa en het Verre Oosten binnen de wereldeco‑ nomie. Het bruto binnenlands product van de landen in die regio’s is hierbij richtinggevend. Thans is de verdeling (‘neutrale weging’): 40% Euro Aandelenpool, 40% Amerika Aandelenpool en 20% Azië Aandelenpool. Op basis van verwachte marktontwikkelingen kunnen de onderlinge verhoudingen worden gewijzigd waarbij een bandbreedte van plus of min 5% per Pool ten opzichte van deze verdeling is toegestaan. Het staat de beheerder vrij om de vaste verdeling te heroverwegen en deze te wijzigen indien de verdeling naar oordeel van de beheerder niet meer in voldoende mate het economische belang weerspiegelt dat de drie regio’s innemen binnen de wereldeconomie. Het vermogen van Global Equity Mixpool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Valuta
Global Equity Mixpool voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Global Equity Mixpool belegt.
Afgeleide instrumenten
Global Equity Mixpool kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Global Equity Mixpool belegt.
Overig
De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Global Equity Mixpool belegt (Euro Aandelenpool, Ame‑ rika Aandelenpool, Azië Aandelenpool) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering
De participaties van de Pools waar Global Equity Mixpool in belegt, worden gewaardeerd tegen intrin‑ sieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
55
Vergoeding
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Wereld Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Wereld Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogens‑ waarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Wereld Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Wereld Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Wereld Aandelenfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Wereld Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Wereld Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Wereld Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Wereld Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Wereld Aande‑ lenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
56
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Wereld Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 3,9% 2005: 24,2% 2006: 7,8% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Wereld Aandelenfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Wereld Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Fonds 15: SNS Euro Vastgoedfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Euro Vastgoedfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Vastgoedfonds een rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit beleg‑ gingen in een gespreide portefeuille verhandelbare aandelen van vastgoedondernemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde markt in financiële instrumenten in Europa. Daartoe belegt het Fonds uitsluitend in Euro Vastgoedfondsenpool. De benchmark van Euro Vast‑ goedfondsenpool is gelijk aan die van SNS Euro Vastgoedfonds. Euro Vastgoedfondsenpool belegt voornamelijk in ‘vastgoedaandelen’. Hieronder worden verstaan goed verhandelbare participaties, dan wel (certificaten van) aandelen in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vastgoed‑ fondsen en -ondernemingen. Vastgoedmarkten worden beïnvloed door algemeen economische ontwikkelingen maar worden ook sterk lokaal bepaald. Het beleggingsbeleid van Euro Vastgoedfondsenpool is daarom zowel ‘bottom-up’ gericht (waarbij wordt gekeken naar micro-economische aspecten), als ‘top-down’ gericht (waarbij macro-economische aspecten centraal staan). Een actief beleggingsbeleid wordt gevoerd om gebruik te kunnen maken van de verschillende cycli van Europese vastgoedmarkten en verwachte marktont‑ wikkelingen.
Benchmark
Het beleggingsbeleid van SNS Euro Vastgoedfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van de herwogen Global Property Research 250 Europe Index (de bench‑ mark). De Global Property Research 250 Europe Index wordt herwogen om het grote belang van het Verenigd Koninkrijk in verhouding te brengen met de andere vastgoedmarkten, waardoor een meer evenwichtig beleggingsbeleid mogelijk is. De wegingen van de andere landen zijn gerelateerd aan de vrij verhandelbare marktkapitalisaties en zijn derhalve dynamisch van aard.
Spreiding
Het totaal van de beleggingen per land in procenten van het totaal belegde vermogen van Euro Vast‑ goedfondsenpool (‘landenweging’) dient binnen bepaalde bandbreedtes te blijven. Deze bandbreedtes luiden als volgt: voor een landenweging in de benchmark van 10% en meer is een afwijking van 50% ten opzichte van de benchmarkweging toegestaan; voor een landenweging van 2,5% tot 10% is een afwijking van 100% ten opzichte van de bench‑ markweging toegestaan; voor een landenweging in de benchmark minder dan 2,5% geldt een minimale portefeuilleweging van 0% en een maximale portefeuilleweging van 5%. De bandbreedtes voor de spreiding van de beleggingen over verschillende landen zijn zo gekozen dat onevenwichtigheid wordt voorkomen met behoud van de benodigde ruimte voor actief management. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Vastgoedfonds.
57
Er gelden de volgende beperkingen: 1. Op het moment van aankoop van een vastgoedaandeel zal het belang van de belegging niet meer bedragen dan 5% van het aandelenkapitaal van die onderneming. 2. Een belegging in een vastgoedaandeel zal niet groter zijn dan de weging van dit vastgoedaandeel in de benchmark plus maximaal acht procentpunt. Vermogenstitels
Euro Vastgoedfondsenpool belegt voornamelijk in aandelen van vastgoedondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten van een lidstaat van de Europese Unie, Noorwegen of Zwitserland zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties en warrants van vastgoedondernemingen. Het vermogen van deze Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Fondsselectie
Op basis van fundamentele analyses worden vastgoedondernemingen en -fondsen geselecteerd die voldoen aan bepaalde eisen met betrekking tot locatie, kwaliteit en spreiding van de vastgoedporte‑ feuille, het management, toekomstige cashflows, waarderingsmethode en dergelijke.
Valuta
Euro Vastgoedfondsenpool belegt onder meer in aan en markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van vastgoedondernemingen in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van het Engelse pond tegenover de euro. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valu‑ taposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Euro Vastgoedfondsenpool worden in beginsel niet met vreemd vermogen gefinan‑ cierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Euro Vastgoedfondsenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Vergoeding
Waardering
Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaar‑ deerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden markt‑ conforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal het SNS Euro Vastgoedfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Euro Vastgoedfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogens‑ waarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Vastgoedfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
58
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Vastgoedfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Euro Vastgoedfonds per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Vastgoedfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Vastgoedfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Vastgoedfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Vastgoedfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Vastgoed‑ fonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico concentratierisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Vastgoedfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrin‑ sieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 39,9% 2005: 25,8% 2006: 47,6% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Vastgoedfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Vastgoedfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennootschap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaarbericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
59
Fonds 16: SNS Optimaal Paars Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Optimaal Paars is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Paars een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingscategorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk aandelen van een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen, alsmede obligaties en liquiditeiten. SNS Optimaal Paars belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Paars. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Paars is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Optimaal Paars een zeer offensief risicoprofiel. De benchmark van SNS Optimaal Paars is gelijk aan die van Optimaalpool Paars. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Paars belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 90% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en 10% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15). In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Paars.
Vermogenstitels
Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Paars uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Obligaties Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Vastgoed Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); Aandelen Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en Global Emerging Markets Equity Pool (zie Fonds 20).
Verdeling over beleggingscategorieën
In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Paars over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte marktont‑ wikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Paars Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Minimale weging 0% 0% 5% 80%
Neutrale weging Maximale weging 0% 2,5% 0% 7,5% 10% 15% 90% 95%
De beleggingen in aandelen geschieden via Global Equity Mixpool en – tot een maximum van 10% van de feitelijke weging in de categorie aandelen – via Global Emerging Markets Equity Pool. Het vermogen van Optimaalpool Paars is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Paars. Valuta
Optimaalpool Paars voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Paars belegt.
Afgeleide instrumenten
Optimaalpool Paars kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleg‑ gingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Paars belegt.
Overig
De beleggingen van Optimaalpool Paars worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Paars belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Optimaalpool Paars direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogens‑ titels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
60
Vergoeding
Waardering
De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Paars belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Paars tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Optimaal Paars is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoe‑ ding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Paars en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Paars verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Optimaal Paars per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemid‑ delde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Paars krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Paars of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Paars is niet gega‑ randeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Optimaal Paars dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Optimaal Paars zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
61
Rendement
Vanaf 2005 heeft SNS Optimaal Paars het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend: 2005: 1,3% 1 2006: 11,3% 1
) Op 19 december 2005 is SNS InnoVisiefonds omgevormd naar SNS Optimaal Paars. In verband hiermee is het rendement van SNS Optimaal Paars berekend over de periode 19 december 2005 tot en met 31 december 2005.
Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Paars, alsmede van de baten en lasten van SNS Optimaal Paars over het afgelopen jaar zijn vervat in de jaarrekening over het laatste boekjaar, en de op die jaarrekening betrekking hebbende verklaring en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Fonds 17: SNS Optimaal Geel Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Optimaal Geel is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Geel een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingscategorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk obligaties, liquiditeiten en aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen. SNS Optimaal Geel belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Geel. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Geel is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Optimaal Geel een defensief risicoprofiel. De benchmark van SNS Optimaal Geel is gelijk aan die van Optimaalpool Geel. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Geel belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 65% van de benchmark van Euro Obligatiepool (zie Fonds 6), 15% van Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4), 15% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en 5% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15). In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Geel.
Vermogenstitels
Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Geel uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Verdeling over beleggingscategorieën
Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); Global Equity Mixpool (zie Fonds 14).
In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Geel over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte marktont‑ wikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Geel Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Minimale weging 0% 50% 0% 10%
Neutrale weging Maximale weging 15% 30% 65% 80% 5% 10% 15% 20%
Het vermogen van Optimaalpool Geel is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Geel.
62
Valuta
Optimaalpool Geel voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Geel belegt.
Afgeleide instrumenten
Optimaalpool Geel kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleg‑ gingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Geel belegt.
Overig
De beleggingen van Optimaalpool Geel worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Geel belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Optimaalpool Geel direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Vergoeding
Waardering
De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Geel belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Geel tenminste de voor uitdeling beschik‑ bare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Optimaal Geel is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoe‑ ding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Geel en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Geel verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Optimaal Geel per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemid‑ delde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Geel krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Geel of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Geel is niet gegaran‑ deerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Optimaal Geel dalen.
63
De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Optimaal Geel zijn: rendementsrisico kredietrisico inflatierisico tegenpartijrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico erosie Fondsvermogen risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Optimaal Geel het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 6,5% 2005: 8,0% 2006: 3,0% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Geel, alsmede van de baten en lasten van SNS Optimaal Geel over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarreke‑ ningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Fonds 18: SNS Optimaal Oranje Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Optimaal Oranje is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Oranje een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingscate‑ gorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk obligaties, aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen, alsmede liquiditeiten. SNS Optimaal Oranje belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Oranje. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Oranje is de specifieke verdeling over de verschillende beleg‑ gingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Optimaal Oranje een neutraal risicoprofiel. De benchmark van SNS Optimaal Oranje is gelijk aan die van Optimaalpool Oranje. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Oranje belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 55% van de benchmark van Euro Obligatiepool (zie Fonds 6), 40% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en 5% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15). In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Oranje.
64
Vermogenstitels
Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Oranje uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); Global Equity Mixpool (zie Fonds 14).
Het vermogen van Optimaalpool Oranje is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Oranje. Verdeling over beleggingscategorieën
In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Oranje over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte markt‑ ontwikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Oranje Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Minimale weging 0% 45% 0% 35%
Neutrale weging Maximale weging 0% 5% 55% 65% 5% 10% 40% 45%
Valuta
Optimaalpool Oranje voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Oranje belegt.
Afgeleide instrumenten
Optimaalpool Oranje kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleg‑ gingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Oranje belegt.
Overig
De beleggingen van Optimaalpool Oranje worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Oranje belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Optimaalpool Oranje direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermo‑ genstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Vergoeding
Waardering
De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Oranje belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Oranje tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Optimaal Oranje is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoe‑ ding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Oranje en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
65
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Oranje verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Optimaal Oranje per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemid‑ delde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Oranje krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Oranje of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Oranje is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betref‑ fende SNS Optimaal Oranje dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Optimaal Oranje zijn: rendementsrisico kredietrisico valutarisico inflatierisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes verhandelbaarheidrisico risico erosie Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Optimaal Oranje het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 7,2% 2005: 13,2% 2006: 4,8% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Oranje, alsmede van de baten en lasten van SNS Optimaal Oranje over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarreke‑ ningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
66
Fonds 19: SNS Optimaal Rood Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Optimaal Rood is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Rood een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingscategorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk aandelen van aan een markt in financiële instru‑ menten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen, obligaties alsmede liquiditeiten. SNS Opti‑ maal Rood belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Rood. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Rood is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscate‑ gorieën heeft SNS Optimaal Rood een offensief risicoprofiel. De benchmark van SNS Optimaal Rood is gelijk aan die van Optimaalpool Rood. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Rood belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 65% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14), 25% van Euro Obligatiepool (zie Fonds 6) en 5% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15). In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Rood.
Vermogenstitels
Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Rood uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Verdeling over beleggingscategorieën
Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en Global Emerging Markets Equity Pool (zie Fonds 20).
In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Rood over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte marktont‑ wikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Rood Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Minimale weging 0% 15% 5% 60%
Neutrale weging Maximale weging 0% 5% 25% 35% 10% 15% 65% 70%
De beleggingen in aandelen geschieden via Global Equity Mixpool en - tot een maximum van 10% van de feitelijke weging in de categorie aandelen – via Global Emerging Markets Equity Pool. Het vermogen van Optimaalpool Rood is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Rood. Valuta
Optimaalpool Rood voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Rood belegt.
Afgeleide instrumenten
Optimaalpool Rood kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleg‑ gingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Rood belegt.
Overig
De beleggingen van Optimaalpool Rood worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Rood belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. In de Pools waarin Optimaalpool Rood direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
67
Vergoeding
Waardering
De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Rood belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Rood tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale Kostenvergoeding
SNS Optimaal Rood is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoe‑ ding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Rood en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Rood verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Het niveau van de kosten van SNS Optimaal Rood per 31 december 2006, gerelateerd aan haar gemid‑ delde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2006) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Rood krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Rood of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Rood is niet gegaran‑ deerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Optimaal Rood dalen. De specifieke risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Opti‑ maal Rood zijn: rendementsrisico valutarisico inflatierisico kredietrisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
68
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Optimaal Rood het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2004: 7,4% 2005: 19,0% 2006: 9,5% Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Rood, alsmede van de baten en lasten van SNS Optimaal Rood over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarreke‑ ningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Fonds 20: SNS Opkomende Landen Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Opko‑ mende Landen Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in zoge‑ noemde opkomende landen, zoals hierna is beschreven. Het beleggingsbeleid van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van de MSCI Emerging Markets Free Index (de benchmark). Het Fonds belegt daartoe uitsluitend in Global Emerging Markets Equity Pool. De benchmark van Global Emerging Markets Equity Pool is gelijk aan die van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds. Deze Pool belegt in beleggingsinstellingen van gerenommeerde beheerders in de markt die beleggen in een gespreide portefeuille van aandelen en hieraan gerelateerde vermogens‑ titels van ondernemingen die genoteerd zijn aan markten in financiële instrumenten van landen of regio’s die bezig zijn zich in snel tempo te ontwikkelen tot moderne industriestaten, de zogenaamde Opkomende Landen (‘emerging markets’). Het is Global Emerging Markets Equity Pool toegestaan zowel te beleggen in aan markten in financiële instrumenten genoteerde als in niet aan een markt in financiële instrumenten genoteerde (semi-) open end beleggingsinstellingen.
Selectie en spreiding
Het beleggingsbeleid van Global Emerging Markets Equity Pool richt zich voornamelijk op het selec‑ teren van beleggingsinstellingen met een actief portefeuillebeheer, die naar verwachting een beter rendement dan hun benchmark zullen behalen. In voorkomende gevallen kan worden belegd in één of meer beleggingsinstellingen met een passieve beheerstijl. Om geselecteerd te worden moet de beleggingsinstelling aan bepaalde kwantitatieve en kwalitatieve criteria voldoen. Kwantitatieve criteria zijn onder meer de toegevoegde waarde van de fondsbeheerder in termen van rendement en risico ten opzichte van een referentie-index over een langere periode en de consistentie van het gevoerde beleggingsbeleid. Voorts is de omvang van het beheerde vermogen van de beleggingsinstelling een kwantitatief criterium. Selectiecriteria van kwalitatieve aard richten zich vooral op de kwaliteit van het beleggingsproces, de administratieve systemen, de ervaring en kwaliteit van de fondsmanager (‘skills’). De rendementsontwikkeling en de bij de selectie toegepaste criteria van de beleggingsinstellingen waarin is belegd, worden periodiek getoetst en geëvalueerd, de zogenoemde ‘monitoring’. Op grond hiervan kan de allocatie tussen de verschillende beleggingsinstellingen worden aangepast en wijziging worden aangebracht in de geselecteerde beleggingsinstellingen.
Valuta
Global Emerging Markets Equity Pool belegt in beleggingsinstellingen, waarvan de beleggingen voor‑ namelijk plaatsvinden in aandelen van bedrijven gevestigd in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan. Hiermee wordt rekening gehouden bij de selectie van de beleggingsinstellingen.
69
Afgeleide instrumenten
Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig
De beleggingen van Global Emerging Markets Equity Pool worden niet met vreemd vermogen gefinan‑ cierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door de onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Waardering
a. Beleggingsinstellingen Deelnemingsrechten van beleggingsinstellingen met een notering aan een markt in financiële instru‑ menten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Ook is waardering tegen intrinsieke waarde toegestaan. Deelnemingsrechten van beleggingsinstellingen zonder notering aan een markt in financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen desbetreffende intrinsieke waarde. b. Overige vermogenstitels Overige Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogentitels en afgeleide instru‑ menten worden gewaardeerd tegen de laatste bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid
Vergoeding
Conform de fiscaalwettelijke voorschriften zal SNS Opkomende Landen Aandelenfonds tenminste de voor de uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen acht maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren. Totale kostenvergoeding
SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is voor het beheer een Totale kostenvergoeding aan SBB verschuldigd, zoals beschreven in Hoofdstuk 9. Het daarbij toegepaste tarief op jaarbasis, het Totale kostenpercentage, is weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand achteraf in rekening gebracht en berekend op basis van de vermogenswaarde van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds per het einde van de betreffende maand. Global Emerging Markets Equity Pool belegt in beleggingsinstellingen, die mogelijk een beheerver‑ goeding aan hun beheerder zijn verschuldigd. Deze beheervergoeding komt direct ten laste van de intrinsieke waarde van deze beleggingsinstelling en daarmee indirect ten laste van de intrinsieke waarde van de Pool. SBB vergoedt de Pool deze beheervergoeding uit de door haar ontvangen Totale kostenvergoeding. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Opkomende Landen Aan‑ delenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten van het Fonds komt overeen met de som van de in rekening gebrachte bedragen ter zake van de Totale kostenver‑ goeding.
Kosten
70
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto)prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de markprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds verwerkt. De gehanteerde op- en afslag zijn vermeld in tabel I en komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Risicofactoren
Op (half )jaarbasis wordt het niveau van de kosten van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds per einde periode aan haar gemiddelde intrinsieke waarde gerelateerd. Dit betreft de Total Expense Ratio. Als gevolg van het feit dat SNS Opkomende Landen Aandelenfonds nog geen volledige periode bestaat kan deze waarde nog niet worden weergegeven. De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Opkomende Landen Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Terug‑ gave van de inbreng in SNS Opkomende Landen Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder ver‑ melde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Opkomende Landen Aan‑ delenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Opkomende Landen Aandelenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Als gevolg van het feit dat SNS Opkomende Landen Aandelenfonds nog geen volledig boekjaar bestaat, kan geen vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds, alsmede van de baten en lasten van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds over de afgelopen drie jaren worden gegeven. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de webpagina van SBB. De bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
Fonds 21: SNS Optimaal Blauw Beleggingsbeleid
Algemeen
Het doel van SNS Optimaal Blauw is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Blauw een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingsca‑ tegorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk obligaties, liquiditeiten en aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen. SNS Optimaal Blauw belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Blauw. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Blauw is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Optimaal Blauw een zeer defensief risicoprofiel. De benchmark van SNS Optimaal Blauw is gelijk aan die van Optimaalpool Blauw. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Blauw belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 42% van de benchmark van Euro Obligatiepool (zie Fonds 6), 50% van Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4), 5% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en 3% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15).
71
In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Blauw. Vermogenstitels
Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Blauw uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Verdeling over beleggingscategorieën
Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); Global Equity Mixpool (zie Fonds 14).
In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Blauw over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte marktont‑ wikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Blauw Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Minimale weging 35% 27% 0% 0%
Neutrale weging Maximale weging 50% 65% 42% 57% 3% 6% 5% 10%
Het vermogen van Optimaalpool Blauw is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Blauw. Valuta
Optimaalpool Blauw voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Blauw belegt.
Afgeleide instrumenten
Optimaalpool Blauw kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleg‑ gingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Blauw belegt.
Overig
De beleggingen van Optimaalpool Blauw worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Blauw belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Optimaalpool Blauw direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogensti‑ tels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingspres‑ taties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering
Dividendbeleid
Vergoeding
De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Blauw belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde. Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Blauw tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Totale kostenvergoeding
SNS Optimaal Blauw is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoe‑ ding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Blauw en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2006 wordt weergegeven in Tabel I.
72
Kosten
Transactiekosten
Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerea‑ liseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen
De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, res‑ pectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Blauw verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
Op (half )jaarbasis wordt het niveau van de kosten van SNS Optimaal Blauw per einde periode aan haar gemiddelde intrinsieke waarde gerelateerd. Dit betreft de Total Expense Ratio. Als gevolg van het feit dat SNS Optimaal Blauw nog geen volledige periode bestaat kan deze waarde nog niet worden weergegeven.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Blauw krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Blauw of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Blauw is niet gega‑ randeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Optimaal Blauw dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Optimaal Blauw zijn: rendementsrisico kredietrisico inflatierisico tegenpartijrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico erosie Fondsvermogen risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Als gevolg van het feit dat SNS Optimaal Blauw nog geen volledig boekjaar bestaat, kan geen vergelij‑ kend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Blauw, alsmede van de baten en lasten van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds over de afgelopen drie jaren worden gegeven. Ieder nieuw halfjaarbericht zal in de plaats komen van het oude halfjaarbericht. Daarnaast zal iedere nieuwe jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring in de plaats komen van de jaarrekening van de Vennootschap met bijbehorende accountantsverklaring van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage, bestaande uit de jaarrekeningen van de Vennoot‑ schap over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaar‑ bericht, is gepubliceerd op de Webpagina van SBB. De Bijlage zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij SBB voor beleggers die daarover niet reeds beschikken.
73
Bijlagen:
Tabel I behorend bij supplement van Fonds 3, 4, 6, 8 tot en met 20, paragrafen Vergoeding en Kosten Fonds
Totalen kostenpercentage
Afslag
Opslag
Total Expense Ratio 2006
Som van de kosten in euro’s in 2006
SNS Nederlands Aandelenfonds
1,00%
-0,15%
+0,15%
0,87%
3.504.000
SNS Euro Liquiditeitenfonds
0,60%
-0,05%
+0,05%
0,58%
292.000
SNS Euro Obligatiefonds
0,70%
-0,05%
+0,05%
0,67%
2.835.000
SNS Euro Aandelenfonds
1,00%
-0,15%
+0,15%
0,87%
1.699.000
SNS Euro Mixfonds
0,90%
-0,10%
+0,10%
0,90%
3.436.000
SNS Hoogdividend Aandelenfonds
1,25%
-0,15%
+0,15%
1,22%
382.000
SNS Duurzaam Aandelenfonds
1,25%
-0,15%
+0,15%
1,32%
371.000
SNS Azië Aandelenfonds
1,25%
-0,20%
+0,20%
1,25%
356.000
SNS Amerika Aandelenfonds
1,00%
-0,15%
+0,15%
0,96%
161.000
SNS Wereld Aandelenfonds
1,05%
-0,15%
+0,15%
0,99%
1.208.000
SNS Euro Vastgoedfonds
1,25%
-0,30%
+0,30%
1,03%
1.427.000
SNS Optimaal Geel
1,00%
-0,10%
+0,10%
0,90%
319.000
SNS Optimaal Oranje
1,10%
-0,10%
+0,10%
1,06%
421.000
SNS Optimaal Rood
1,20%
-0,15%
+0,15%
1,35%
174.000
SNS Optimaal Paars
1,25%
-0,15%
+0,15%
1,83%
172.000
SNS Opkomende Landen Aandelenfonds
1,75%
-0,20%
+0,20%
-
-
SNS Optimaal Blauw
0,75%
-0,05%
+0,05%
-
-
74
Registratiedocument van SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Dit is het registratiedocument van SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V., als bedoeld in artikel 4:48 Wet op het financieel toezicht. Het hierin bepaalde heeft uitsluitend betrekking op de aanbieding van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen waarvoor een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2:65 Wet op het financieel toezicht. Dit registratiedocument zal worden gewijzigd of worden aangevuld indien en voorzover de wet dit eist.
1.
Definities In dit registratiedocument zullen de volgende woorden of afkortingen de daarbij genoemde betekenis hebben. Bgfo Bpr Btb 2005 BW SNS SNS REAAL Wft Wtb
2.
Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft Besluit prudentiële regels Wft Besluit toezicht beleggingsinstellingen 2005, opgegaan in de Wft en het Bgfo Burgerlijk Wetboek SNS Bank N.V. SNS REAAL N.V. Wet op het financieel toezicht Wet toezicht beleggingsinstellingen, opgegaan in de Wft
Algemene gegevens betreffende SBB Algemene informatie over SBB S BB is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te ’s‑Hertogenbosch. De vennootschap is opgericht naar Nederlands recht bij notariële akte op 29 mei 1989. SBB is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Oost-Brabant te Eindhoven, onder nummer 160.7168. Op 14 april 2006 is door de Autoriteit Financiële Markten de vergunning op grond van artikel 2:67 Wft verleend. Informatie over de groep waartoe SBB behoort SBB is een dochteronderneming (100%) van SNS. SNS is, als 100% deelneming onderdeel van SNS REAAL. SNS REAAL is het resultaat van onder meer een fusie in mei 1997 tussen SNS Groep N.V. (hoofdzakelijk een bankconcern) en REAAL Groep N.V. (hoofdzakelijk een verzekeringsconcern). De meerderheid van aandelen die zijn uitgegeven door SNS REAAL zijn eigendom van Stichting Beheer SNS REAAL. Organogram SNS REAAL
Stichting Beheer SNS REAAL
Derden
SNS REAAL N.V.
SNS Bank N.V.
REAAL Verzekeringen N.V.
SNS REAAL Invest N.V.
SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V.
Gegevens betreffende de personen die het beleid van SBB (mede) bepalen De directie van SBB bestaat uit: 1. drs. B. Blocq RA, voorzitter van de directie 2. B.J. Blom Deze personen bepalen het dagelijks beleid van SBB.
75
Toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van SBB wordt gehouden door de raad van commissarissen die bestaat uit: 1. drs. R.G.J. Langezaal, tevens lid van de Hoofddirectie SNS 2. mr. J. Boven, tevens lid Hoofddirectie REAAL Verzekeringen N.V. Het beleid van SBB wordt mede bepaald door SNS. De directie van SNS bestaat uit: 1. mr. M.W.J. Hinssen, voorzitter 2. drs. C.H. van den Bos RA, vice-voorzitter 3. drs. R.G.J. Langezaal 4. H.K. Kroeze RA, CFO 5. drs. M. Menkveld Het beleid van SNS wordt mede bepaald door SNS REAAL. De directie van SNS REAAL bestaat uit: 1. drs. S. van Keulen, voorzitter 2. drs. C.H. van den Bos RA 3. mr. M.W.J. Hinssen 4. R.R. Latenstein van Voorst MBA, CFO et beleid van SNS REAAL wordt mede bepaald door Stichting Beheer SNS REAAL. Het bestuur van Stichting Beheer SNS REAAL bestaat uit de volgende H personen. Onder de naam wordt de belangrijkste (ex-)functie van de bestuurder vermeld: 1. R. Zwartendijk (voorzitter), Commissaris van Koninklijke Numico N.V. en Nutreco Holding N.V. 2. J.M. Overmeer, (vice-voorzitter), Commissaris van Amvest Vastgoed B.V. en Blue Sky Group B.V. 3. J. den Hoed RA, Commissaris van Connexxion en ASMI 4. prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, Hoogleraar burgerlijk recht Radboud Universiteit Nijmegen 5. H. Muller, Voormalig Federatiebestuurder en penningmeester van de FNV
3.
De werkzaamheden SBB SBB treedt op als beheerder van beleggingsinstellingen inclusief het beleggen en beheren van aan beleggingsinstellingen toebehorende vermogens. Concreet voert SBB het beheer over en, voor zover van toepassing, is statutair bestuurder van, SNS Beleggingsfondsen N.V. Tevens is SBB beheerder van diverse beleggingsfondsen waarvoor geen vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft is vereist. SNS Beleggingsfondsen N.V. is een beleggings‑ maatschappij met veranderlijk kapitaal. Deze beleggingsmaatschappij is gestructureerd als een zogenaamd ‘paraplufonds’ en heeft het karakter van een (semi-) open-end beleggingsinstelling. SNS Beleggingsfondsen N.V. belegt in financiële instrumenten. De diverse beleggingsfondsen waarvoor geen vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2:65 Wft kennen allen de structuur van een fonds voor gemene rekening, zijn (semi-) open-end en beleggen eveneens allen in financiële instrumenten. SNS REAAL De strategie van SNS REAAL is gericht op het creëren van een volledig geïntegreerde bank- en verzekeringsinstelling om op die wijze gebruik te kunnen maken van gecombineerde marketingactiviteiten en vaardigheden. Dit ‘all finance’ concept wordt aangeboden via een breed assortiment van distribu‑ tiekanalen gebruikmakend van merken die sterk gepositioneerd zijn. Distributie van bank- en verzekeringsproducten, waaronder beleggingsfondsen, vindt plaats via het kantorennet van SNS en onafhankelijke intermediairs. Daarnaast zijn internet en callcenters belangrijk voor de distributie. adere informatie omtrent (de activiteiten van) SNS REAAL is te vinden op de website: www.snsreaal.nl. Op deze website vindt u eveneens de meest N actuele financiële informatie. Deze informatie maakt geen deel uit van dit registratiedocument.
4.
Financiële gegevens SBB Tot 1 januari 2006 SNS REAAL heeft een verklaring als bedoeld in artikel 2:403 lid BW afgegeven waarin zij verklaart zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de uit rechtshandelingen van SBB voortvloeiende schulden. Op grond hiervan zijn de financiële gegevens van SBB over de boekjaren tot 1 januari 2006 opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van SNS REAAL, welke is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en waarbij een verklaring van een accountant is gevoegd. Een verklaring van een accountant dat de afzonderlijke jaarrekening van SBB over de afgelopen boekjaren is onderzocht, is daarom niet voorhanden. Na 1 januari 2006 S BB stelt vanaf 1 januari 2006, op grond van het bepaalde in artikel 4:51 Wft, haar eigen jaarrekening en halfjaarcijfers op. De jaarrekening en half‑ jaarcijfers kunnen worden geraadpleegd op de webpagina van SBB, bereikbaar via de website van SNS (www.snsbank.nl). Aan de jaarrekening wordt ook de in artikel 2:393 lid 5 BW bedoelde accountantsverklaring toegevoegd. Verklaring eigen Vermogen oor KPMG Accountants N.V. is op 17 januari 2006 een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven inzake het beschikbare vereiste minimum D eigen vermogen van SBB per 30 november 2005 zoals opgenomen in artikel 4 lid 1 en 2 Btb 2005, thans artikel 48 sub c Bpr. Via de webpagina van SBB op www.snsbank.nl, kan de hierboven genoemde accountantsverklaring worden geraadpleegd.
76
5.
Informatieverstrekking De jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens Het boekjaar van SBB is gelijk aan het kalenderjaar. De jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, zoals de accountantsverklaring en de winstbestemming, van SBB worden jaarlijks, binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, aan de Autoriteit Financiële Markten gezonden. De openbaarmaking van de stukken vindt plaats door publicatie op de webpagina van SBB. SBB meldt in een of meer landelijk verspreide dagbladen dat de genoemde stukken voor de beleggers in de door SBB beheerde beleggingsinstellingen op verzoek kosteloos verkrijgbaar zijn bij SBB. Halfjaarcijfers J aarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar, verstrekt SBB de halfjaarcijfers aan de Autoriteit Financiële Markten en maakt SBB haar halfjaarcijfers openbaar door publicatie op de webpagina van SBB. SBB meldt in een of meer landelijk verspreide dagbladen dat de halfjaarcijfers voor de beleggers in de door SBB beheerde beleggingsinstellingen op verzoek kosteloos verkrijgbaar zijn bij SBB. Statuten De statuten van SBB zijn op de webpagina beschikbaar. De statuten zijn voor de beleggers in de door SBB beheerde beleggingsinstelling ook kosteloos verkrijgbaar bij SBB. Het kantooradres van SBB is Pettelaarpark 120, 5216 PT ’s‑Hertogenbosch. Het postadres van SBB is Postbus 70053, 5201 DZ ’s‑Hertogenbosch. Prospectus Ten aanzien van SNS Beleggingsfondsen N.V. en ten aanzien van de diverse beleggingsfondsen waarvoor geen vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2:65 Wft heeft SBB een prospectus als bedoeld in artikel 4:49 lid 1 Wft beschikbaar. Het prospectus van SNS Beleggingsfondsen N.V. is gepubliceerd op de webpagina van SBB en kosteloos verkrijgbaar bij SBB op het bovenvermelde adres. Website Via de website van SBB, www.snsbank.nl, kunnen de volgende documenten worden geraadpleegd: de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens van SBB de halfjaarcijfers van SBB het prospectus van SNS Beleggingsfondsen N.V. de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens van SNS Beleggingsfondsen N.V. de halfjaarcijfers van SNS Beleggingsfondsen N.V. de vergunning van SBB dit registratiedocument de gegevens bedoeld in artikel 50 lid 2 Bgfo
6.
Vervanging van SBB S BB is naast beheerder tevens bestuurder van SNS Beleggingsfondsen N.V. De bepalingen die de vervanging van SBB als bestuurder regelen, zijn opgenomen in artikel 15 van de statuten van SNS Beleggingsfondsen N.V. Hieronder volgt een samenvatting van de betreffende regels: de schorsing en ontslag van een bestuurder vindt plaats door de algemene vergadering van aandeelhouders van SNS Beleggingsfondsen N.V.; indien het voorstel tot schorsing, dan wel ontslag is uitgegaan van de prioriteitsaandeelhouder, kan de algemene vergadering van aandeelhouders
met volstrekte meerderheid van stemmen hiertoe besluiten; een voorstel tot schorsing, dan wel ontslag van de prioriteitsaandeelhouder, kan de algemene vergadering van aandeelhouders hiertoe besluiten met een meerderheid van tenminste twee/derden van de uitgebrachte stemmen, welke meerderheid meer dan de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt; indien de algemene vergadering van aandeelhouders een bestuurder heeft geschorst, dient zij binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten, hetzij tot ontslag, hetzij tot opheffing of handhaving van de schorsing; de benoeming van een nieuwe bestuurder vindt plaats door de algemene vergadering van aandeelhouders; de prioriteitsaandeelhouder is bij benoeming van een nieuwe bestuurder bevoegd tot het opmaken van een bindende voordracht; de bindende voordracht wordt opgenomen in de oproeping tot de algemene vergadering van aandeelhouders. zonder
7.
Intrekking vergunning S BB verklaart dat van een door haar ingediend verzoek aan de Autoriteit Financiële Markten tot intrekking van haar vergunning, mededeling zal worden gedaan in tenminste één landelijk verspreid dagblad en in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V. of aan het adres van iedere belegger van een in de door SBB beheerde beleggingsinstelling, alsmede op haar webpagina.
77
STATUTEN van: SNS Beleggingsfondsen N.V. gevestigd te ’s‑Hertogenbosch d.d. 11 mei 2006.
Naam. Zetel. Typering.
Artikel 1. 1.1. D e naamloze vennootschap draagt de naam: SNS Beleggingsfondsen N.V. 1.2. De vennootschap is gevestigd te ’s‑Hertogenbosch. 1.3. De vennootschap is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal in de zin van artikel 76a, Boek 2, Burgerlijk Wetboek.
Doel.
Artikel 2. 2.1. D e vennootschap heeft ten doel het beleggen van vermogen op een wijze die zich verdraagt met het fiscale regime voor beleggingsinstellingen in de zin van de Wet op de Vennootschapsbelas‑ ting 1969, alles met dien verstande dat het vermogen van de vennootschap zodanig belegd wordt dat de risico’s daarvan worden gespreid teneinde de aandeelhouders van de vennootschap in de opbrengst te doen delen. 2.2. De vennootschap is bevoegd tot het verrichten van al hetgeen dat met de hiervoor omschreven doeleinden verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
Duur.
Artikel 3. De vennootschap duurt onbepaalde tijd voort.
Kapitaal.
Artikel 4. 4.1. H et maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt vijftien miljoen euro (EUR 15.000.000, ), verdeeld in én (1) prioriteitsaandeel en dertig (30) series gewone aandelen, aan‑ geduid 1 tot en met 30, alle van nominaal vijf eurocent (EUR 0,05, ). Een serie aandelen wordt hierna aangeduid als fonds. Fonds 1 bestaat uit een (1) gewone aandeel; fonds 2 bestaat uit een (1) gewone aandeel; fonds 3 bestaat uit tien miljoen vijfhonderd duizend (10.500.000) gewone aandelen; fonds 4 bestaat uit vier miljoen (4.000.000) gewone aandelen; fonds 5 bestaat uit een (1) gewone aandeel; fonds 6 bestaat uit achtentwintig miljoen vijfhonderd duizend (28.500.000) gewone aandelen; fonds 7 bestaat uit een (1) gewone aandeel; fonds 8 bestaat uit tien miljoen vijfhonderd duizend (10.500.000) gewone aandelen; fonds 9 bestaat uit vijfentwintig miljoen vijfhonderd duizend (25.500.000) gewone aandelen; fonds 10 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 11 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 12 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 13 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 14 bestaat uit vijftien miljoen (15.000.000) gewone aandelen; fonds 15 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 16 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 17 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 18 bestaat uit vijftien miljoen (15.000.000) gewone aandelen; fonds 19 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 20 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 21 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 22 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 23 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 24 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 25 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 26 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 27 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 28 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 29 bestaat uit eenhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 30 bestaat uit eenhonderd eenenveertig miljoen negenhonderdnegenennegentigduizend negenhonderdvijfennegentig (141.999.995) gewone aandelen. 4.2. De gestorte bedragen op de gewone aandelen behorende tot ieder fonds zullen per desbetref‑ fend fonds worden geboekt op de daartoe per fonds aangehouden rekening, verder te noemen fondsrekening, die met hetzelfde cijfer wordt aangeduid als het desbetreffende fonds. De gelden van deze rekeningen alsmede de met het desbetreffende fonds corresponderende reservereke‑ ning, bedoeld in artikel 25, worden afzonderlijk belegd en geadministreerd ten behoeve van de houders van gewone aandelen van het desbetreffende fonds. 4.3. Waar in deze statuten gesproken wordt van aandelen en aandeelhouders, zijn daaronder zowel het prioriteitsaandeel als de gewone aandelen, respectievelijk zowel de houder van het priori‑ teitsaandeel als de houders van gewone aandelen begrepen, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk blijkt.
78
4.4. H et bestuur kan bij een uitgifte van gewone aandelen van een bepaald fonds besluiten tot uit‑ gifte van meer gewone aandelen van dat fonds dan het aantal gewone aandelen van het desbe‑ treffende fonds dat is begrepen in het maatschappelijk kapitaal, waarbij het maximum aantal gewone aandelen van het desbetreffende fonds dat kan worden uitgegeven gelijk is aan het aantal gewone aandelen begrepen in het maatschappelijk kapitaal dat ten tijde van de uitgifte niet is uitgegeven. Het hiervoor in dit lid bedoelde besluit kan alleen worden genomen onder de opschortende voorwaarde dat het bestuur de deponering als bedoeld in lid 7 heeft gedaan. 4.5. Bij een uitgifte als bedoeld in lid 4 wordt het in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantal gewone aandelen van het fonds waarvan de desbetreffende gewone aandelen worden uitgege‑ ven verhoogd met het aantal gewone aandelen waarmee het aantal uitgegeven gewone aande‑ len van dat fonds het ten tijde van de uitgifte in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantal gewone aandelen van dat fonds overschrijdt. 4.6. Bij een besluit tot uitgifte als bedoeld in lid 4 bepaalt het bestuur op welke aantallen gewone aandelen van de in het maatschappelijk kapitaal begrepen fondsen het aantal als bedoeld in lid 5 in mindering wordt gebracht. Door de uitgifte als bedoeld in lid 4 komt het totale aantal als bedoeld in lid 5 in mindering op de aantallen gewone aandelen van de in het maatschappelijk kapitaal begrepen fondsen als is bepaald in het bestuursbesluit bedoeld in de vorige zin. 4.7. Het bestuur zal onverwijld na een besluit als bedoeld in lid 4 bij het handelsregister waarin de vennootschap is ingeschreven een mededeling deponeren waarin hij vermeldt: a. het aantal waarmee het in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantal gewone aandelen van het desbetreffende fonds is verhoogd als gevolg van de in lid 4 bedoelde uitgifte; en b. de aantallen waarmee de in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantallen gewone aan‑ delen van de desbetreffende fondsen zijn verminderd als gevolg van de in lid 4 bedoelde uitgifte. Het bestuur zal vervolgens onverwijld van de deponering als hiervoor bedoeld mededeling doen aan de toezichthoudende autoriteit als bedoeld in de Wet toezicht beleggingsinstellingen.
Uitgifte van aandelen. Voorkeursrecht.
Artikel 5. 5.1. Het bestuur besluit tot verdere uitgifte van aandelen. 5.2. Het bestuur stelt de tijdstippen, de koers en de verdere voorwaarden van uitgifte vast, met inachtneming van het overigens daaromtrent in deze statuten bepaalde. 5.3. Uitgifte van aandelen geschiedt nimmer beneden pari, onverminderd het bepaalde in artikel 80, lid 2, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. 5.4. Aandeelhouders hebben bij uitgifte van aandelen geen voorkeursrecht op uit te geven aandelen, tenzij in het besluit tot uitgifte anders wordt bepaald. 5.5. Indien en zolang aandelen in de vennootschap niet zijn genoteerd aan de Amsterdamse Effec‑ tenbeurs, is voor de uitgifte van aandelen op naam vereist een daartoe bestemde notariële akte met inachtneming van het bepaalde in artikel 86, Boek 2, Burgerlijk Wetboek.
Storting.
Artikel 6. 6.1. A andelen worden slechts tegen volstorting uitgegeven. 6.2. Storting moet in geld geschieden, voorzover niet een andere inbreng is overeengekomen. Stor‑ ting in vreemd geld kan slechts geschieden met toestemming van de vennootschap. Met storting in vreemd geld wordt aan de stortingsplicht voldaan voor het bedrag, waartegen het gestorte bedrag vrijelijk in Nederlands geld kan worden omgewisseld op de dag van storting. Inbreng anders dan in geld moet onverwijld geschieden na het nemen van het aandeel. 6.3. Het bestuur is zonder goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders – hierna te noemen: de algemene vergadering – doch na vooraf verkregen goedkeuring van de houder van het prioriteitsaandeel – hierna ook te noemen: de prioriteit – bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen, als bedoeld in artikel 94, lid 1, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. Artikel 7. 7.1. Het bestuur kan, op de tijdstippen en onder de voorwaarden, als door hem te bepalen, de ven‑ nootschap volgestorte aandelen in haar eigen kapitaal onder bezwarende titel doen verkrijgen, met dien verstande dat het geplaatste kapitaal van de vennootschap, verminderd met het bedrag van de aandelen die zij zelf houdt, ten minste een/tiende van het maatschappelijk kapitaal moet bedragen. 7.2. Het bestuur besluit tot vervreemding van de door de vennootschap verworven aandelen in haar eigen kapitaal. Ten aanzien van zodanige vervreemding is het bepaalde in artikel 5 van over‑ eenkomstige toepassing, met dien verstande dat zodanige vervreemding ook beneden pari zal kunnen geschieden. 7.3. D e vennootschap kan aan aandelen in haar eigen kapitaal geen recht op enige uitkering ontlenen; evenmin ontleent zij enig recht op een zodanige uitkering aan aandelen waarvan zij de certifica‑ ten houdt. Bij de berekening van de verdeling van een voor uitkering op de aandelen bestemd bedrag tellen de aandelen die de vennootschap in haar eigen kapitaal houdt niet mede, tenzij op zodanige aandelen een vruchtgebruik of een pandrecht rust ten behoeve van een ander dan de vennootschap.
Inkoop en vervreemding van eigen aandelen.
79
7.4. V oor een aandeel dat toebehoort aan de vennootschap of aan een dochtermaatschappij daarvan kan in de algemene vergadering geen stem worden uitgebracht; evenmin voor een aandeel waar‑ van een van hen de certificaten houdt. Vruchtgebruikers en pandhouders van aandelen die aan de vennootschap of een dochtermaatschappij toebehoren, zijn evenwel niet van hun stemrecht uitgesloten, indien het vruchtgebruik of het pandrecht was gevestigd voordat het aandeel aan de vennootschap of de dochtermaatschappij toebehoorde. De vennootschap of een dochtermaat‑ schappij kan geen stem uitbrengen voor een aandeel waarop zij een recht van vruchtgebruik of een pandrecht heeft. Bij de vaststelling in hoeverre de aandeelhouders stemmen, aanwezig of vertegenwoordigd zijn, of in hoeverre het aandelenkapitaal verschaft wordt of vertegenwoordigd is, wordt geen reke‑ ning gehouden met aandelen, waarvan door de wet wordt bepaald dat daarvoor geen stem kan worden uitgebracht.
Kapitaalvermindering.
80
Artikel 8. 8.1. D e algemene vergadering kan, op voorstel van het bestuur, met inachtneming van het bepaalde in artikel 99, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, besluiten tot vermindering van het geplaatste kapi‑ taal door intrekking van aandelen of door het bedrag van de aandelen bij statutenwijziging te verminderen. In dit besluit moeten de aandelen, waarop het besluit betrekking heeft, worden aangewezen en moet de uitvoering van het besluit zijn geregeld. Een besluit tot intrekking, mits met terugbetaling van hun nominale bedrag, kan slechts betref‑ fen: a. aandelen, die de vennootschap zelf houdt, of waarvan zij de certificaten houdt; b. alle gewone aandelen van fonds 1; c. alle gewone aandelen van fonds 2; d. alle gewone aandelen van fonds 3; e. alle gewone aandelen van fonds 4; f. alle gewone aandelen van fonds 5; g. alle gewone aandelen van fonds 6; h. alle gewone aandelen van fonds 7; i. alle gewone aandelen van fonds 8; j. alle gewone aandelen van fonds 9; k. alle gewone aandelen van fonds 10; l. alle gewone aandelen van fonds 11; m. alle gewone aandelen van fonds 12; n. alle gewone aandelen van fonds 13; o. alle gewone aandelen van fonds 14; p. alle gewone aandelen van fonds 15; q. alle gewone aandelen van fonds 16; r. alle gewone aandelen van fonds 17; s. alle gewone aandelen van fonds 18; t. alle gewone aandelen van fonds 19; u. alle gewone aandelen van fonds 20; v. alle gewone aandelen van fonds 21; w. alle gewone aandelen van fonds 22; x. alle gewone aandelen van fonds 23; y. alle gewone aandelen van fonds 24; z. alle gewone aandelen van fonds 25; aa. alle gewone aandelen van fonds 26; bb. alle gewone aandelen van fonds 27; cc. alle gewone aandelen van fonds 28; dd. alle gewone aandelen van fonds 29; ee. alle gewone aandelen van fonds 30.
Gedeeltelijke terugbetaling op aandelen kan ook plaatsvinden uitsluitend ten aanzien van: a. de gewone aandelen van fonds 1; b. de gewone aandelen van fonds 2; c. de gewone aandelen van fonds 3; d. de gewone aandelen van fonds 4; e. de gewone aandelen van fonds 5; f. de gewone aandelen van fonds 6; g. de gewone aandelen van fonds 7; h. de gewone aandelen van fonds 8; i. de gewone aandelen van fonds 9; j. de gewone aandelen van fonds 10; k. de gewone aandelen van fonds 11; l. de gewone aandelen van fonds 12; m. de gewone aandelen van fonds 13; n. de gewone aandelen van fonds 14; o. de gewone aandelen van fonds 15; p. de gewone aandelen van fonds 16; q. de gewone aandelen van fonds 17; r. de gewone aandelen van fonds 18; s. de gewone aandelen van fonds 19; t. de gewone aandelen van fonds 20; u. de gewone aandelen van fonds 21; v. de gewone aandelen van fonds 22; w. de gewone aandelen van fonds 23; x. de gewone aandelen van fonds 24; y. de gewone aandelen van fonds 25; z. de gewone aandelen van fonds 26; aa. de gewone aandelen van fonds 27; bb. de gewone aandelen van fonds 28; cc. de gewone aandelen van fonds 29; dd. de gewone aandelen van fonds 30. Een gedeeltelijke terugbetaling moet naar evenredigheid op alle betrokken aandelen geschieden. Van het vereiste van evenredigheid mag worden afgeweken met instemming van alle betrokken aandeelhouders. 8.2. De algemene vergadering kan, indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal ter verga‑ dering is vertegenwoordigd, een besluit tot kapitaalvermindering slechts nemen met een meer‑ derheid van ten minste twee/derden der uitgebrachte stemmen. De oproeping tot een vergadering, waarin een in dit lid bedoeld besluit wordt genomen, geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 19, lid 3. 8.3. Een besluit tot kapitaalvermindering behoeft bovendien de goedkeuring, voorafgaand of gelijk‑ tijdig, van de vergadering van elke groep houders van aandelen van eenzelfde soort aan wier rechten afbreuk wordt gedaan. Op de oproeping tot en de besluitvorming in een dergelijke ver‑ gadering is het in lid 2 bepaalde van overeenkomstige toepassing.
Aandelen. Aandeelhoudersregister. Gemeenschap.
Artikel 9. 9.1. D e aandelen zijn op een door het bestuur te bepalen wijze genummerd. Het prioriteitsaandeel luidt op naam. De gewone aandelen luiden ter keuze van de houder, hetzij op naam, hetzij aan toonder. Voor aandelen op naam worden geen aandeelbewijzen afgegeven. De aandeelhouder, die tenaamstelling van een gewoon aandeel aan toonder of aantoonderstel‑ ling van een gewoon aandeel op naam verlangt, doet aan het bestuur een schriftelijk verzoek daartoe. De tenaamstelling van een gewoon aandeel aan toonder vindt eerst plaats na overlegging en onder gelijktijdige intrekking van het desbetreffende aandeelbewijs. Voor de tenaamstelling en voor de aantoonderstelling worden door de vennootschap geen kosten in rekening gebracht. 9.2. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle houders van aandelen op naam zijn opgenomen, met vermelding van de soort van de aandelen, het op ieder aandeel gestorte bedrag, de datum waarop zij de aandelen hebben verkregen, de datum van erkenning of betekening, en voor wat betreft de gewone aandelen, het fonds waartoe die aandelen behoren. In het register worden tevens de namen en adressen opgenomen van hen die blijkens medede‑ ling aan de vennootschap een recht van vruchtgebruik of een pandrecht op de aandelen hebben, met vermelding of aan hen aan de desbetreffende aandelen verbonden rechten overeenkomstig de leden 2, 3 en 4 van de artikelen 88 en 89, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, toekomen en, zo ja, welke, alsmede met vermelding van de datum waarop zij het recht hebben verkregen en de datum van erkenning of betekening.
81
9.3. Het register wordt regelmatig bijgehouden. Iedere aantekening in het register wordt getekend door, indien er meer dan een bestuurder in functie is, door twee bestuurders, en, indien er slechts een bestuurder in functie is, door die bestuurder. Voor de toepassing van de vorige zin geldt het facsimile van een handtekening als eigenhandige ondertekening. 9.4. Het bestuur verstrekt desgevraagd aan een aandeelhouder, een vruchtgebruiker en een pand‑ houder kosteloos een niet verhandelbaar uittreksel uit het register met betrekking tot zijn recht op een aandeel op naam. Rust op het aandeel een recht van vruchtgebruik of een pandrecht, dan vermeldt het uittreksel aan wie de in de leden 2, 3 en 4 van de artikelen 88 en 89, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, bedoelde rechten toekomen. 9.5. Het bestuur legt het register ten kantore van de vennootschap ter inzage van de aandeelhouders, alsmede van de vruchtgebruikers en pandhouders aan wie de in lid 4 van de artikelen 88 en 89, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, bedoelde rechten toekomen. 9.6. Iedere houder van aandelen op naam, zomede een ieder, die een recht van vruchtgebruik of pandrecht op die aandelen heeft, is verplicht aan het bestuur zijn adres op te geven. 9.7. Indien aandelen tot een gemeenschap behoren, kunnen de gezamenlijke deelgenoten zich slechts door een schriftelijk door hen gezamenlijk daartoe aangewezen persoon tegenover de vennootschap doen vertegenwoordigen.
Aandeelbewijs voor gewone aandelen aan toonder.
Artikel 10. 10.1. Alle gewone aandelen aan toonder worden per fonds belichaamd in één aandeelbewijs 10.2. Bij de inschrijving op uit te geven gewone aandelen ontvangt degene die jegens de vennootschap recht op een gewoon aandeel verkrijgt een recht terzake van een gewoon aandeel aan toonder op de hierna bepaalde wijze. 10.3. De vennootschap doet de in lid 1 bedoelde aandeelbewijzen voor de rechthebbende(n) bewaren door het Nederlands Centraal Instituut voor Giraal Effectenverkeer, zijnde het centraal instituut in de zin van de Wet giraal effectenverkeer (hierna: ‘Necigef’). 10.4. De vennootschap kent aan een rechthebbende een recht terzake van een gewoon aandeel toe doordat (a) Necigef de vennootschap in staat stelt een aandeel op het desbetreffende aandeel‑ bewijs bij te (doen) schrijven en (b) de rechthebbende een aangesloten instelling, als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer (hierna: ‘Aangesloten Instelling’) aanwijst, die hem dienovereen‑ komstig als deelgenoot (hierna: ‘Deelgenoot’) in het verzameldepot in de zin van de Wet giraal effectenverkeer, crediteert. 10.5. Onverminderd het bepaalde in artikel 19, lid 8 is het beheer over de aandeelbewijzen onher‑ roepelijk aan Necigef opgedragen en is Necigef onherroepelijk gevolmachtigd namens de rechthebbende(n) ter zake van de desbetreffende aandelen al het nodige te doen, waaronder aanvaarden, leveren en medewerken aan bijschrijving op en afschrijving van de aandeelbewij‑ zen. 10.6. Indien een Deelgenoot van de Aangesloten Instelling uitlevering wenst van een of meer gewone aandelen aan toonder tot ten hoogste een hoeveelheid waarvoor hij Deelgenoot is, zal (a) Neci‑ gef bij akte de aandelen aan de rechthebbende leveren, (b) de vennootschap de levering erken‑ nen, (c) Necigef de vennootschap in staat stellen de aandelen van het desbetreffende aandeel‑ bewijs af te (doen) schrijven, (d) de desbetreffende Aangesloten Instelling de rechthebbende dienovereenkomstig als Deelgenoot in haar verzameldepot debiteren en (e) de vennootschap de houder als houder van een aandeel op naam in het aandeelhoudersregister (doen) inschrijven. De vennootschap mag de aandeelhouder die zijn aandelen op naam of aan toonder doet stel‑ len op grond van het bepaalde in dit lid of in lid 7 niet meer dan de kosten daarvan in rekening brengen. 10.7. Een houder van een gewoon aandeel op naam kan dit te allen tijde aan toonder doen stellen doordat (a) de rechthebbende dit aandeel bij akte aan Necigef levert, (b) de vennootschap de levering erkent, (c) Necigef de vennootschap in staat stelt een aandeel op het desbetreffende aandeelbewijs bij te (doen) schrijven, (d) een door de rechthebbende aangewezen Aangesloten Instelling de rechthebbende dienovereenkomstig als Deelgenoot in haar verzameldepot credi‑ teert en (e) de vennootschap de rechthebbende als houder van het desbetreffende aandeel uit het aandeelhoudersregister uitschrijft/doet uitschrijven. 10.8. Ieder aandeelbewijs wordt eigenhandig getekend door een bestuurder. 10.9. Indien een aandeelbewijs in het ongerede is geraakt, kan daarvoor door het bestuur een dupli‑ caatbewijs worden uitgegeven, onder zodanige voorwaarden als het bestuur daaraan zal verbin‑ den. Na uitgifte van dit stuk, dat het woord duplicaat zal dragen, is het oorspronkelijke stuk ten opzichte van de vennootschap waardeloos.
Certificaathouders.
Artikel 11. 11.1. A an de vruchtgebruiker of pandhouder van aandelen, die geen stemrecht heeft, komen niet de rechten toe, die door de wet zijn toegekend aan houders van met medewerking van een vennoot‑ schap uitgegeven certificaten van aandelen. 11.2. Waar hierna in deze statuten van certificaathouders wordt gesproken, worden daaronder ver‑ staan de personen, die ingevolge lid 4 van artikel 88 of artikel 89, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, in samenhang met het in lid 1 bepaalde, de rechten hebben die door de wet zijn toegekend aan houders van met medewerking van een vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen.
82
11.3.De vennootschap is niet bevoegd mede te werken aan de uitgifte van certificaten van aandelen in haar kapitaal.
Oproepingen, kennisgevingen en mededelingen.
Artikel 12. 12.1. A lle oproepingen van of kennisgevingen aan aandeelhouders of certificaathouders in de zin, als bedoeld in artikel 11, geschieden bij advertentie in ten minste één landelijk verspreid dagblad, alsmede, indien en zolang aandelen in de vennootschap zijn genoteerd aan de Amsterdamse Effectenbeurs, in de Officiële Prijscourant van de Vereniging voor de Effectenhandel te Amster‑ dam. 12.2. Mededelingen en kennisgevingen, welke krachtens de wet of de statuten aan de algemene ver‑ gadering moeten worden gericht, kunnen geschieden door opneming, hetzij in de oproeping tot een algemene vergadering, hetzij in een stuk, dat ter kennisneming ten kantore van de ven‑ nootschap, alsmede op een plaats te Amsterdam is neergelegd, mits daarvan in de oproeping melding wordt gemaakt. Aandeelhouders, alsmede certificaathouders in de zin als bedoeld in artikel 11, kunnen van een zodanig stuk alsdan kosteloos afschrift verkrijgen.
Wijze van levering van aandelen op naam.
Artikel 13. 13.1. I ndien en zolang aandelen in de vennootschap zijn genoteerd aan de Amsterdamse Effecten‑ beurs, is voor de levering van aandelen op naam of van een recht van vruchtgebruik op aandelen op naam, danwel de vestiging of afstand van een recht van vruchtgebruik of van een pandrecht op aandelen op naam vereist een daartoe bestemde akte met inachtneming van het bepaalde in artikel 86c, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. Behoudens in het geval dat de vennootschap zelf bij de rechtshandeling partij is, kunnen, indien de eerste zin van dit lid toepassing vindt, de aan een aandeel verbonden rechten eerst worden uitgeoefend nadat: a. de vennootschap de rechtshandeling heeft erkend; of b. de akte aan de vennootschap is betekend, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 86c, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. 13.2. Indien en zolang aandelen in de vennootschap niet zijn genoteerd aan de Amsterdamse Effecten‑ beurs, is voor de levering van aandelen op naam of van een recht van vruchtgebruik op aandelen op naam, dan wel de vestiging of afstand van een recht van vruchtgebruik of van een pandrecht op aandelen op naam vereist een daartoe bestemde notariële akte met inachtneming van artikel 86, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. Behoudens in het geval dat de vennootschap zelf bij de rechtshandeling partij is, kunnen, indien de eerste zin van dit lid toepassing vindt, de aan een aandeel verbonden rechten eerst worden uitgeoefend nadat: a. de vennootschap de rechtshandeling heeft erkend; b. de akte aan de vennootschap is betekend; of c. de vennootschap de rechtshandeling eigener beweging heeft erkend door inschrijving in het aandeelhoudersregister; alles met inachtneming van het bepaalde de artikelen 86a en 86b, Boek 2, Burgerlijk Wetboek.
Bestuur.
Artikel 14. 14.1. D e vennootschap wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit een door de prioriteit te bepa‑ len aantal van een of meer bestuurders. Een rechtspersoon kan tot bestuurder worden benoemd. 14.2. De prioriteit is bevoegd in haar daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven bestuursbe‑ sluiten aan haar goedkeuring te onderwerpen. Artikel 15. 15.1. Bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering. 15.2. Indien moet worden overgegaan tot benoeming van een bestuurder, zal de prioriteit een bin‑ dende voordracht opmaken, als bedoeld in de volgende zin. Te dien einde zal het bestuur de prioriteit uitnodigen om binnen acht weken een voordracht op te maken, zodanig dat voor elke benoeming een keuze kan worden gedaan uit ten minste twee voorgedragen personen, welke voordracht bindend zal zijn, behoudens het bepaalde in artikel 133, tweede lid, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. Deze voordracht wordt in de oproeping tot de algemene vergadering, waarin de benoeming aan de orde wordt gesteld, opgenomen, dan wel in de oproeping wordt medegedeeld, dat niet of niet tijdig een voordracht is opgemaakt. Is een bindende voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is de algemene vergadering in haar benoeming vrij. 15.3. Bestuurders kunnen te allen tijde geschorst en ontslagen worden door de algemene vergade‑ ring bij een besluit, genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, indien het voorstel tot schorsing, dan wel ontslag is uitgegaan van de prioriteit. 15.4. Bestuurders kunnen zonder een voorstel, als in lid 3 bedoeld, te allen tijde worden geschorst en ontslagen door de algemene vergadering op grond van een besluit, genomen met een meerder‑ heid van ten minste twee/derden der uitgebrachte stemmen, welke meerderheid meer dan de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. 15.5. Ten aanzien van het nemen van een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag van een bestuur‑ der is het bepaalde in artikel 120, lid 3, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, niet van toepassing.
83
15.6. Indien de algemene vergadering een bestuurder heeft geschorst, dient zij binnen drie maanden na ingang der schorsing te besluiten, hetzij tot ontslag, hetzij tot opheffing of handhaving der schorsing; bij gebreke daarvan vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving der schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbij ten hoogste worden gehand‑ haafd voor drie maanden, ingaande op de dag, waarop de algemene vergadering het besluit tot handhaving heeft genomen. Indien de algemene vergadering niet binnen de in de vorige zin gestelde termijn tot ontslag of tot opheffing der schorsing heeft besloten, vervalt de schorsing. Een geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan. 15.7. Ingeval van belet of ontstentenis van een of meer bestuurders zijn de overblijvende bestuurders of is de enig overblijvende bestuurder voorlopig met het bestuur belast. Ingeval van belet of ontstentenis van alle bestuurders is de persoon, die de prioriteit daartoe zal aanwijzen, voorlopig met het bestuur belast. Ingeval van ontstentenis neemt de in de vorige zin bedoelde persoon zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen teneinde een definitieve voorziening te doen treffen. 15.8. De prioriteit stelt de beloning en de verdere voorwaarden, waaronder de bestuurders hun dien‑ sten casu quo arbeid verrichten, vast.
Procuratiehouders.
Artikel 16. Het bestuur kan, na verkregen goedkeuring van de prioriteit, aan een of meer personen, al dan niet in dienst der vennootschap, procuratie of anderszins doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid verlenen en aan een of meer personen, als hiervoor bedoeld, en ook aan anderen zodanige titel toe‑ kennen als het bestuur geraden zal achten.
Vertegenwoordiging.
Artikel 17. 17.1. H et bestuur, zomede, indien er meer dan een bestuurder in functie is, twee gezamenlijk hande‑ lende bestuurders, is/zijn bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. Indien er slechts een bestuurder in functie is, wordt de vennootschap vertegenwoordigd door die bestuurder. 17.2. Indien een bestuurder een belang heeft, strijdig met dat der vennootschap, blijft hij, evenals ieder der andere bestuurders, met inachtneming van het in het eerste lid bepaalde bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. Het bestuur behoeft evenwel terzake van de betrokken rechtshandeling de voorafgaande goedkeuring van de prioriteit, met dien verstande, dat het ontbreken van die goedkeuring niet aan of door derden kan worden tegengeworpen, onvermin‑ derd de interne verantwoordelijkheid van de bestuurders.
Algemene vergaderingen van aandeelhouders.
Artikel 18. 18.1. D e jaarlijkse algemene vergadering wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar gehouden. 18.2. De agenda voor deze vergadering bevat de volgende onderwerpen: a. de behandeling van het schriftelijke jaarverslag van het bestuur omtrent de zaken van de vennootschap en het gevoerde beleid; b. het verlenen van décharge aan de bestuurders voor het door hun gevoerde bestuur over het afgelopen boekjaar, onverminderd het bepaalde in artikel 138, Boek 2, Burgerlijk Wetboek; c. de vaststelling van de jaarrekening en – met inachtneming van artikel 25 – de bepaling van de winstbestemming. Voorts wordt in deze vergadering behandeld, hetgeen met inachtneming van artikel 19, lid 3, verder op de agenda is geplaatst. 18.3. Buitengewone algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur het wenselijk acht. Bovendien zal een buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen, zodra de prio‑ riteit, dan wel een of meer personen, gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste tien procent van het totaal aantal stemmen dat kan worden uitgebracht, dit onder mededeling van de te behandelen onderwerpen aan het bestuur verzoeken. Indien geen der bestuurders alsdan een algemene vergadering bijeenroept zodanig, dat zij bin‑ nen vier weken na ontvangst van bedoeld verzoek wordt gehouden, is ieder der verzoekers zelf tot de bijeenroeping bevoegd, met inachtneming van het daaromtrent in de wet en in deze sta‑ tuten bepaalde. 18.4. Binnen drie maanden nadat het voor het bestuur aannemelijk is dat het eigen vermogen van de vennootschap is gedaald tot een bedrag, gelijk aan of lager dan de helft van het geplaatste kapitaal, wordt een algemene vergadering gehouden ter bespreking van zo nodig te nemen maatregelen. Artikel 19. 19.1. De algemene vergaderingen worden gehouden te ’s‑Hertogenbosch of Amsterdam. 19.2. Aandeelhouders, alsmede certificaathouders in de zin, als bedoeld in artikel 11, worden tot de algemene vergadering opgeroepen door een bestuurder; tot zodanige oproeping is tevens het bestuur als zodanig bevoegd. De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die der vergadering.
Plaats. Oproeping. Bijwoning.
84
19.3. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, tenzij de agenda ten kantore van de vennootschap en op zodanige plaatsen – waaronder in ieder geval een plaats te Amster‑ dam – als bij de oproeping zal worden medegedeeld, ter inzage voor aandeelhouders en certifi‑ caathouders – die daarvan alsdan kosteloos afschrift kunnen verkrijgen – wordt nedergelegd en daarvan bij de oproeping mededeling wordt gedaan. Van een voorstel tot statutenwijziging of tot kapitaalvermindering moet – onverminderd het bepaalde in lid 9 – echter steeds bij de oproeping zelf mededeling worden gedaan. De oproeping tot een vergadering, waarin een voorstel tot kapitaalvermindering wordt gedaan, vermeldt voorts het doel van de kapitaalvermindering en de wijze van uitvoering. Indien het betreft een voorstel tot statutenwijziging of kapitaalvermindering wordt tegelijker‑ tijd met de oproeping een afschrift van het voorstel, waarin de voorgestelde statutenwijziging woordelijk respectievelijk waarin het doel van de kapitaalvermindering en de wijze van uitvoe‑ ring is/zijn opgenomen, tot de afloop van de algemene vergadering, waarin het besluit omtrent dat voorstel is genomen, voor iedere aandeelhouder en certificaathouder ter inzage gelegd ten kantore van de vennootschap en op zodanige plaatsen – waaronder in ieder geval een plaats te Amsterdam – als bij de oproeping zal worden medegedeeld. De afschriften zijn op vorenbe‑ doelde plaatsen voor aandeelhouders en certificaathouders gratis verkrijgbaar. Omtrent onderwerpen, ten aanzien waarvan niet is voldaan aan het hiervoor in dit lid bepaalde en waarvan de behandeling niet alsnog op overeenkomstige wijze en met inachtneming van de voor de oproeping gestelde termijn is aangekondigd, kunnen geen geldige besluiten worden genomen. 19.4. Iedere certificaathouder is bevoegd de algemene vergadering bij te wonen, daarin het woord te voeren en stem uit te brengen, doch dit laatste slechts indien hem het stemrecht op de met vruchtgebruik respectievelijk pandrecht bezwaarde aandelen toekomt. 19.5. Aandeelhouders en certificaathouders kunnen zich ter vergadering door een schriftelijk gevol‑ machtigde doen vertegenwoordigen. 19.6. Alvorens tot een vergadering te worden toegelaten moet een aandeelhouder, een certificaathou‑ der of zijn gevolmachtigde een presentielijst tekenen, onder vermelding van zijn naam en, voor‑ zover van toepassing, van het aantal stemmen, dat door hem kan worden uitgebracht. Indien het een gevolmachtigde van een aandeelhouder of een certificaathouder betreft, wordt/worden tevens de naam (namen) vermeld van degene(n), voor wie de gevolmachtigde optreedt. 19.7. Een houder van aandelen op naam, zomede een vruchtgebruiker of een pandhouder van aan‑ delen op naam aan wie het stemrecht op de aandelen toekomt, dan wel zijn gevolmachtigde heeft slechts toegang tot de algemene vergadering, indien hij casu quo degene, voor wie hij optreedt, als zodanig is ingeschreven in het in artikel 9 bedoelde register en de vennootschap van zijn voornemen de vergadering bij te wonen schriftelijk bericht heeft ontvangen ter plaatse en uiterlijk op de dag, gelijk in lid 8 omschreven. 19.8. Wat betreft het stemrecht en/of vergaderrecht van houders van gewone aandelen aan toonder zal de vennootschap als aandeelhouder beschouwen degene genoemd in een schriftelijke verklaring van een Aangesloten Instelling inhoudende dat de in die verklaring per fonds genoemde hoe‑ veelheid gewone aandelen aan toonder behoort tot haar verzameldepot en dat de in de verkla‑ ring genoemde persoon tot de genoemde gewone aandelen Deelgenoot in haar verzameldepot is en tot na de vergadering zal blijven, mits de desbetreffende verklaring tijdig is gedeponeerd ten kantore van de vennootschap of op een door het bestuur te bepalen andere plaats. Het in de vorige zin bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een vruchtgebruiker of pandhouder van aandelen aan toonder, aan wie het stemrecht op de aandelen toekomt, dan wel zijn gevolmachtigde. In de oproeping tot de vergadering zal worden vermeld de plaats waar de verklaring van de Aangesloten Instelling moet worden gedeponeerd en de dag waarop de deponering van de ver‑ klaring van de Aangesloten Instelling uiterlijk moet plaatshebben; deze dag kan niet vroeger worden gesteld dan op de zevende dag voor de dag van de vergadering. 19.9. De oproeping tot een algemene vergadering zal steeds van het hiervoor in de leden 7 en 8 bepaalde melding maken.
Leiding van de vergadering. Notulen.
Artikel 20. 20.1. De algemene vergadering wordt voorgezeten door een door de prioriteit aan te wijzen voorzit‑ ter. De voorzitter wijst de secretaris aan.
85
20.2. Tenzij van het ter vergadering verhandelde een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, wor‑ den daarvan notulen gehouden. Notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris der desbetreffende vergadering, dan wel vastgesteld door een volgende vergadering; in het laatste geval worden zij ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende vergadering ondertekend. In het proces-verbaal casu quo de notulen wordt op basis van de in artikel 19, lid 6 bedoelde presentielijst het aantal ter vergadering vertegenwoordigde aandelen en het aantal uit te bren‑ gen stemmen vermeld; de in artikel 19, lid 6 bedoelde presentielijst maakt geen deel uit van het proces-verbaal casu quo de notulen en zal niet ter beschikking van een aandeelhouder of een certificaathouder in de zin, als bedoeld in artikel 11, worden gesteld, tenzij hij aantoont dat hij daarbij een redelijk belang heeft ter toetsing van een juist verloop van de desbetreffende verga‑ dering. Het proces-verbaal casu quo de notulen liggen na het verlijden van de notariële akte casu quo na de vaststelling door de voorzitter en de secretaris der desbetreffende vergadering in afschrift voor de aandeelhouders en certificaathouders ten kantore van de vennootschap ter inzage. 20.3. De voorzitter der vergadering en iedere bestuurder is te allen tijde bevoegd opdracht te geven tot het opmaken van een notarieel proces-verbaal op kosten der vennootschap. 20.4. Alle kwesties omtrent de toelating tot de algemene vergadering, omtrent de uitoefening van het stemrecht en de uitslag der stemmingen, zomede alle andere kwesties, welke verband houden met de gang van zaken in de vergadering, worden, onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 4, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, beslist door de voorzitter van de desbetreffende vergadering. 20.5. De voorzitter van de desbetreffende vergadering is bevoegd andere personen dan aandeelhou‑ ders en certificaathouders, hun vertegenwoordigers en bestuurders tot de algemene vergadering toe te laten.
Stemrecht.
Artikel 21. 21.1. In de algemene vergadering geeft ieder aandeel recht op het uitbrengen van één stem. 21.2. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt. 21.3. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, tenzij bij de wet of bij deze statuten uitdrukkelijk een grotere meerderheid wordt voorgeschreven. 21.4. De voorzitter bepaalt de wijze van stemming, met dien verstande, dat indien een van de stem‑ gerechtigde aanwezigen dit verlangt, stemming over benoeming, schorsing en ontslag van per‑ sonen bij gesloten, ongetekende briefjes geschiedt. 21.5. Mocht bij stemming omtrent de benoeming van een persoon bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid worden verkregen, dan vindt een nieuwe vrije stemming plaats. Indien ook dan geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, vindt herstemming plaats en wel tussen de twee personen die bij de tweede vrije stemming de meeste stemmen op zich verenig‑ den. Indien twee of meer personen evenveel stemmen op zich hebben verenigd en hierdoor meer dan twee personen voor de herstemming in aanmerking zouden komen, vindt een tussenstemming plaats tussen degenen die bij de tweede vrije stemming het hoogste respectievelijk – en wel na degene op wie het hoogste aantal stemmen werd uitgebracht – het op een na hoogste aantal stemmen op zich verenigden. Leidt een tussenstemming of een herstemming tengevolge van gelijkheid van het aantal uit‑ gebrachte stemmen niet tot een beslissing, dan komt geen besluit tot stand. Indien echter die tussenstemming of herstemming twee personen betreft, die op een bindende voordracht zijn geplaatst, wordt degene van hen, die als eerste op die voordracht wordt genoemd, geacht de meeste stemmen te hebben verkregen. 21.6. Bij staking van stemmen over andere onderwerpen dan de benoeming van personen is het voor‑ stel verworpen.
Vergaderingen van houders van aandelen van een bepaalde soort respectievelijk van houders van gewone aandelen van een bepaald fonds.
Artikel 22. 22.1. Een vergadering van houders van gewone aandelen wordt bijeengeroepen indien zulks door de wet, de statuten, het bestuur of de prioriteit wordt verlangd. Op een dergelijke vergadering is het bepaalde in de artikelen 19 tot en met 21 van overeenkomstige toepassing. 22.2. Besluiten van de prioriteit worden schriftelijk, telegrafisch, per telex of per telecopier geno‑ men. 22.3. Een vergadering van houders van gewone aandelen van een bepaald fonds wordt bijeengeroe‑ pen indien zulks door de wet, de statuten, het bestuur of de prioriteit wordt verlangd. Op een dergelijke vergadering is het bepaalde in de artikelen 19 tot en met 21 van overeenkomstige toepassing.
86
Boekjaar. Jaarrekening.
Artikel 23. 23.1. Het boekjaar van de vennootschap is gelijk aan het kalenderjaar. 23.2. Jaarlijks binnen vier maanden na afloop van elk boekjaar maakt het bestuur een jaarrekening op en legt hij deze voor de aandeelhouders en certificaathouders in de zin, als bedoeld in artikel 11, ter inzage ten kantore van de vennootschap. De jaarrekening gaat vergezeld van de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 24, van het jaarverslag en van de in artikel 392, lid 1, Boek 2, Burgerlijk Wetboek bedoelde overige gegevens, echter, voor wat de overige gegevens betreft, voorzover het daar bepaalde op de ven‑ nootschap van toepassing is. De jaarrekening wordt ondertekend door alle bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgaaf van de reden melding gemaakt. 23.3. De vennootschap zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de in lid 2 bedoelde overige gegevens vanaf de dag der oproeping tot de algemene vergadering, bestemd tot hun behandeling, aanwezig zijn ten kantore van de vennootschap, zomede te Amsterdam, ter plaatse in de oproeping vermeld. De aandeelhouders, alsmede de certificaathouders in de zin, als bedoeld in artikel 11, kunnen die stukken aldaar inzien en daarvan kosteloos een afschrift verkrijgen. 23.4. Indien de algemene vergadering geen kennis heeft kunnen nemen van de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 24, kan de jaarrekening niet worden vastgesteld, tenzij onder de overige gegevens, bedoeld in lid 2, tweede zin, een wettige grond wordt medegedeeld waarom die verklaring ontbreekt.
Accountant.
Artikel 24. 24.1. De algemene vergadering verleent aan een registeraccountant of een andere deskundige, als bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2, Burgerlijk Wetboek – beiden aan te duiden als: accoun‑ tant – de opdracht om de door het bestuur opgemaakte jaarrekening te onderzoeken overeen‑ komstig het bepaalde in artikel 393, lid 3, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening weer. De algemene vergadering kan de aan de accountant verleende opdracht te allen tijde intrek‑ ken. Overigens is ten aanzien van het verlenen van de opdracht, als hiervoor bedoeld, en het intrek‑ ken daarvan, het bepaalde in lid 2 van gemeld artikel 393 van toepassing. 24.2. Het bestuur kan aan de in lid 1 bedoelde accountant of een andere accountant op kosten der vennootschap opdrachten verstrekken.
Winst en verlies.
Artikel 25. 25.1. Uit de winst, die in enig boekjaar is behaald, wordt allereerst, zo mogelijk, aan de houder van het prioriteitsaandeel uitgekeerd een percentage van het nominale bedrag van het door hem gehouden prioriteitsaandeel, gelijk aan de wettelijke interest per het einde van het boekjaar, waarop de uit te keren winst betrekking heeft. 25.2. Voor elk van de fondsen houdt de vennootschap een reserverekening aangeduid met het cijfer van het fonds waarop deze betrekking heeft. 25.3. Van de blijkens de vastgestelde jaarrekening behaalde winst wordt vastgesteld het bedrag dat aan rente en eventueel overig inkomen is behaald op iedere fondsrekening als bedoeld in arti‑ kel 4, lid 2 en op de reserverekening dragende dezelfde cijferaanduiding, zulks na aftrek van de kosten en belastingen ter zake van de op de betreffende fondsrekening gestorte bedragen, alsmede na aftrek van de kosten (daaronder begrepen de beheersvergoeding) van belegging en wederbelegging van de op de desbetreffende fondsrekening en daarmede corresponderende reserverekening gestorte bedragen en uiteindelijk na aftrek van het ten laste van de betrokken fondsrekening komende aandeel in de kosten en lasten van de vennootschap. Het bestuur bepaalt onder goedkeuring van de prioriteit per fonds welk gedeelte van het in de vorige volzin bedoelde bedrag wordt toegevoegd aan de voor het betreffende fonds aangehou‑ den reserverekening. Hetgeen na de in de vorige volzin bedoelde toevoeging resteert, wordt aan de houders van gewone aandelen van het betreffende fonds uitgekeerd en wel in verhouding tot ieders gewone aandelen van het betreffende fonds. (Koers)verliezen geleden op een fondsenrekening als bedoeld in artikel 4, lid 2 worden afge‑ boekt op de reserverekening dragende dezelfde cijferaanduiding en voor zover die onvoldoende groot is, op de fondsrekening zelf. 25.4. De in lid 3 van dit artikel bedoelde kosten en lasten van de vennootschap, daaronder begrepen het op het prioriteitsaandeel uit te keren dividend, worden over de onderscheiden fondsrekenin‑ gen omgeslagen in evenredigheid van die rekeningen en de daarmee corresponderende reser‑ verekeningen per de laatste dag van het boekjaar waarin de kosten en lasten zijn gemaakt. 25.5. Het saldo van iedere reserverekening is bestemd voor houders van gewone aandelen van het desbetreffende fonds en wel in verhouding tot ieders bezit van gewone aandelen van het desbe‑ treffende fonds. 25.6. Uitkeringen ten laste of opheffing van een in lid 2 bedoelde reserverekening kunnen/kan, mits met inachtneming van de leden 8 en 10, te allen tijde geschieden krachtens een besluit van de algemene vergadering, genomen op voorstel van de vergadering van houders van gewone aan‑ delen van het desbetreffende fonds.
87
25.7. Het bestuur zal de reserverekeningen geheel of gedeeltelijk opheffen ter delging van een gele‑ den verlies dat niet is gedelgd overeenkomstig het bepaalde in lid 3 laatste volzin, zulks naar rato van de som van de saldi van ieder van die rekeningen en de daarmee corresponderende fondsrekeningen per de laatste dag van het boekjaar waarin het verlies is geleden. Voor de toepassing van de voorgaande volzin worden de verliezen die overeenkomstig lid 3 laat‑ ste volzin zijn afgeboekt, van de betreffende saldi afgetrokken. 25.8. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen, voorzover haar eigen vermogen groter is dan het geplaatste kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. 25.9. Toevoeging respectievelijk uitkering van winst geschiedt slechts na vaststelling van de jaarreke‑ ning, waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. 25.10. De algemene vergadering is zonder voorafgaande goedkeuring van de prioriteit niet bevoegd tot gehele of gedeeltelijke opheffing van enige reserve te besluiten. Artikel 26. 26.1. Dividenden en andere winstuitkeringen worden betaalbaar gesteld op een door het bestuur te bepalen datum binnen vier weken na de vaststelling ervan. 26.2. De betaalbaarstelling van dividenden en andere winstuitkeringen aan aandeelhouders, de samenstelling van de uitkering, alsmede de wijze van betaalbaarstelling worden bekend gemaakt per advertentie in een landelijk verspreid dagblad. 26.3. Dividenden die binnen vijf jaren, nadat zij opeisbaar zijn geworden, niet in ontvangst zijn geno‑ men, vervallen aan de vennootschap. 26.4. Indien het bestuur, met goedkeuring van de prioriteit, zulks bepaalt, wordt een interimdividend uitgekeerd, mits met inachtneming van het bepaalde in artikel 105, Boek 2, Burgerlijk Wet‑ boek. 26.5. Het bestuur kan, mits met goedkeuring van de prioriteit, besluiten, dat dividend en/of uitkering van reserves geheel of gedeeltelijk in de vorm van een door het bestuur te bepalen aantal aan‑ delen in het kapitaal van de vennootschap kan worden uitgekeerd. Hetgeen aan een aandeel‑ houder van het/de in de vorige zin bedoelde dividend respectievelijk uitkering toekomt wordt hem in contanten of in de vorm van aandelen in het kapitaal der vennootschap, dan wel deels in contanten en deels in de vorm van aandelen in het kapitaal der vennootschap, een en ander, zo het bestuur zulks bepaalt, ter keuze van de aandeelhouder, ter beschikking gesteld, onvermin‑ derd het bepaalde in de volgende zin. Voorzover het bestuur, onder goedkeuring van de prioriteit, de gelegenheid daartoe heeft open‑ gesteld, wordt, zo de vennootschap een agioreserve kent en voorzover een aandeelhouder dat verlangt, het aan hem in de vorm van aandelen ter beschikking te stellen dividend aan hem uitgekeerd ten laste van die agioreserve. 26.6. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd, voorzover de wet dat toestaat.
Statutenwijziging. Ontbinding.
Artikel 27. Een besluit tot wijziging van deze statuten of het besluit tot ontbinding der vennootschap kan door de algemene vergadering slechts worden genomen op voorstel van de prioriteit. Wijzigingen van de statuten waardoor de rechten of zekerheden van aandeelhouders worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, worden eerst van kracht drie maanden na de bekendmaking als bedoeld in artikel 39 lid 2 van het Besluit toezicht beleggingsinstellingen 2005.
Vereffening.
Artikel 28. 28.1. Indien de vennootschap wordt ontbonden ingevolge een besluit van de algemene vergadering, geschiedt de vereffening door het bestuur, indien en voorzover de algemene vergadering niet anders bepaalt. 28.2. De vereffening geschiedt met inachtneming van de wettelijke bepalingen. Tijdens de vereffening blijven deze statuten voorzover mogelijk van kracht. 28.3. Uit hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van de vennootschap is overge‑ bleven, wordt, zo mogelijk, allereerst aan de houder van het prioriteitsaandeel het nominale bedrag van dat aandeel uitgekeerd. Hetgeen daarna resteert wordt als volgt uitgekeerd aan de houders van gewone aandelen: a. de aandeelhouders ontvangen zo mogelijk de saldi van de reserverekening en de fondsre‑ kening, dragende dezelfde cijferaanduiding als die van het door hen gehouden fonds, zulks na aftrek van het ten laste van de betrokken fondsrekening komende aandeel in de kosten, daaronder begrepen de liquidatiekosten en lasten van de vennootschap; b. bedoelde kosten en lasten – daaronder begrepen het in lid 3 bedoelde bedrag – worden over de onderscheiden fondsrekeningen omgeslagen op de wijze als in artikel 25, lid 4 is bepaald, voor zover het in de volgende volzinnen bepaalde geen toepassing vindt. Een liquidatieverlies geleden op een fondsrekening als bedoeld in artikel 4 lid 2 wordt afge‑ boekt op de reserverekening dragende dezelfde cijferaanduiding en voor zover die onvol‑ doende groot is op de fondsrekening zelf. Een eventueel overig liquidatieverlies komt ten laste van de onderscheiden fondsrekeningen naar rato van de som van de saldi van de fonds‑ rekening en de reserverekening per de laatste dag van het boekjaar voorafgaande aan het jaar waarin de vennootschap wordt ontbonden.
88
Voor de toepassing van de voorgaande volzin worden de verliezen die overeenkomstig de tweede volzin zijn afgeboekt, van de betreffende saldi afgetrokken; c. alle uitkeringen, welke ingevolge dit artikel aan de houders van een bepaald fonds worden gedaan, geschieden, ingeval er meerdere aandeelhouders zijn in een fonds, in verhouding van het nominale bedrag van ieders bezit aan gewone aandelen van het betreffende fonds. 28.4. Na de vereffening blijven gedurende zeven jaren de boeken en bescheiden der vennootschap berusten onder degene, die daartoe door de algemene vergadering is aangewezen.
Overgangsbepaling.
Artikel 29. Vanaf de datum dat de directie aan het handelsregister opgave heeft gedaan dat ten minste negentig procent (90%) van het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is geplaatst, bedraagt het maat‑ schappelijk kapitaal dertig miljoen euro (EUR 30.000.000,-) verdeeld in een (1) prioriteitsaandeel en voor het overige verdeeld over de Fondsen naar rato van het aantal gewone aandelen van een Fonds dat ten tijde van de hiervoor bedoelde verhoging is begrepen in het maatschappelijk kapitaal. De directie doet van een opgave aan het handelsregister als bedoeld in dit lid onverwijld mededeling aan de Autoriteit Financiële Markten.
89
Introductie door emissie op Eurolist by Euronext van gewone aandelen aan toonder, elk nominaal groot € 0,05 in: SNS Beleggingsfondsen N.V. (beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal) gevestigd te ’s‑Hertogenbosch Het gewone aandelenkapitaal van SNS Beleggingsfondsen N.V. is verdeeld in 30 series, genummerd 1 t/m 30, die ieder afzonderlijk met Fonds worden aangeduid. De onderhavige introductie betreft: Fonds 21: SNS Optimaal Blauw Alle gewone aandelen aan toonder van Fonds 21 worden belichaamd in één verzamelbewijs Uitgifteprijs De uitgifteprijs bedraagt EUR 25,- per gewoon aandeel van nominaal EUR 0,05. Inschrijving en toewijzing De inschrijving op de gewone aandelen onder de voorwaarden van het prospectus met betrekking tot Fonds 21 staat open vanaf maandag 12 november 2007, 09:00 uur tot en met vrijdag 30 november 2007, 15:00 uur, bij alle kantoren van SNS Bank N.V., SNS Regio Bank N.V. en REAAL Bancaire Diensten (een handelsnaam van SNS Regio Bank N.V.) met dien verstande dat toegelaten instellingen van het handelsplatform van Euronext Amsterdam N.V. uitsluitend kunnen inschrijven bij SNS Financial Markets te Amsterdam. Zekerheid is verkregen ten aanzien van de plaatsing van totaal 200.000 gewone aandelen met betrekking tot Fonds 21 bij een aan SNS REAAL N.V., gelieerde instelling. Het recht wordt voorbehouden tot aan de toewijzing inschrijvingen geheel of gedeeltelijk zonder opgaaf van redenen niet te aanvaarden. Indien zich naar de mening van ondergetekende omstandigheden mochten voordoen, welke het welslagen van de uitgifte en de introductie door emissie van de gewone aandelen aan toonder van Fonds 21 in gevaar zouden kunnen brengen, zal de directie gerechtigd zijn tot aan het moment van toewijzing de uitgifte en introductie niet plaats te laten vinden. Bemiddelingsprovisie Aan toegelaten instellingen van de markt in financiële instrumenten van Euronext Amsterdam N.V. wordt op de stortingsdatum geen provisie vergoed over de effectieve waarde van de door hun bemiddeling toegewezen en geplaatste aandelen. Beursnotering Toelating van de aandelen aan toonder tot de handel op Eurolist by Euronext Amsterdam is aangevraagd. Het ligt in het voornemen van Euronext Amsterdam N.V. de onderhavige aandelen, onvoorziene omstandigheden voorbehouden, op maandag 3 december 2007 tot de handel toe te laten. Notering zal luiden in euro per aandeel. De aan de uit te geven aandelen verbonden rechten nemen een aanvang op de stortingsdatum. De onderhavige aandelen zijn ten volle gerechtigd tot het dividend over het boekjaar eindigend op 31 december 2007 en volgende boekjaren in SNS Beleggingsfondsen N.V. voor zover betrekking hebbend op de aandelen van Fonds 21. Fonds 21: SNS Optimaal Blauw Fondscode 605682 ISIN code NL0006056822 Storting De storting op de toegewezen aandelen dient te geschieden op donderdag 6 december 2007 ten kantore van inschrijving. Nadere informatie SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. is als beheerder van SNS Beleggingsfondsen N.V. in het bezit van een vergunning op grond van de Wet op het financieel toezicht, afgegeven door de Autoriteit Financiële Markten en is opgenomen in het register dat wordt gehouden door de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam. Voor dit product is een financiële bijsluiter opgesteld met informatie over het product, de kosten en de risico’s. Vraag erom en lees hem voordat u het product koopt. Exemplaren van het introductiebericht, prospectus inclusief de statuten van SNS Beleggingsfondsen N.V. en het registratiedocument van SNS Beleggings‑ fondsen Beheer B.V., de financiële bijsluiter en de gepubliceerde jaarrekeningen van SNS Beleggingsfondsen N.V. over de voorafgaande twee jaren zijn kosteloos verkrijgbaar bij SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V., Pettelaarpark 120 te ’s‑Hertogenbosch (5216 PT), SNS Bank N.V. (telefoon 0900 – 1880, www. snsbank.nl), alsmede bij SNS Financial Markets, Nieuwezijds Voorburgwal 162 (1012 SJ) te Amsterdam. De directie, SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. ’s‑Hertogenbosch, 12 november 2007 Deze introductie wordt verzorgd door: SNS Financial Markets
90
(11-06-2008)