Aanvullend Prospectus Beleggingsfondsen Achmea Beleggingsfondsen N.V. De Fondsen van Achmea Beleggingsfondsen N.V. worden op donderdag 12 november 2015 (behoudends bijzondere omstandigheden) opgeheven. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van de Beheerder: www.achmeabeleggingsfondsen.nl
Inlegvel bij Aanvullend Prospectus Achmea Beleggingsfondsen N.V. Inlegvel per 20 oktober 2015 Algemeen In de Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders (BAVA) van 27 augustus 2015 is besloten om Achmea Beleggingsfondsen N.V. op een nader te bepalen datum op te heffen. De definitieve datum van opheffing is vastgesteld op donderdag 12 november 2015 (behoudends bijzondere omstandigheden). Tevens is een verzoek tot beëindiging van de beursnotering van de Fondsen van Achmea Beleggingsfondsen N.V. ingediend bij Euronext Amsterdam. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van de Beheerder: www.achmeabeleggingsfondsen.nl.
Inlegvel bij Aanvullend Prospectus Achmea Beleggingsfondsen N.V. Inlegvel per 31 augustus 2015 Algemeen In de Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders (BAVA) van 27 augustus 2015 is besloten om Achmea Beleggingsfondsen N.V. op een nader te bepalen datum op te heffen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar het Informatie Memorandum welke op 10 juli 2015 gepubliceerd is op de website van de Beheerder: www.achmeabeleggingsfondsen.nl. Op deze website vindt u ook de notulen van de BAVA. Wijziging beleggingsbeleid Fondsen Het beleggingsbeleid van de Fondsen is als volgt aangepast (de wijzigingen zijn vetgedrukt weergegeven): Achmea Nederland Aandelenfonds (serie 1) Het Achmea Nederland Aandelenfonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland” voornamelijk in aandelen van aan de Nederlandse beurs genoteerde ondernemingen. Voor een gedeelte kan worden belegd in aandelen van ondernemingen met een beursnotering in de eurozone. Het concentratierisico is hierdoor kleiner dan wanneer volledig in aandelen van aan de Nederlandse beurs genoteerde ondernemingen wordt belegd. Het marktrisico wijzigt echter niet. Bij de samenstelling van de portefeuille wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling over de verschillende sectoren, waarbij wel duidelijke accenten worden aangebracht. De selectie van de individuele ondernemingen vindt met name plaats op basis van de fundamentele factoren zoals: ondernemingsstrategie, competitieve en financiële slagkracht, kwaliteit van het management, winstgevendheid, groeiperspectieven en superieure technologie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een gespreide portefeuille een out performance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de AEX Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. » »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures. Liquiditeiten zijn toegestaan.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam dat gericht onderzoek doet naar ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macroeconomie en de invloeden daarvan op de Nederlandse aandelenmarkt. Naast de Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland kan worden belegd in het Achmea wereldwijd aandelen fonds A. Een dergelijke belegging zal plaatsvinden in het kader van de voorgenomen ontbinding van Achmea Beleggingsfondsen N.V. De Beheerder zal enkel overgaan tot het verkrijgen van (rechten ter zake van) participaties in het Achmea wereldwijd aandelen fonds A (en derhalve het afbouwen van het relatieve belang dat wordt gehouden via de Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland) zodra zij dit in het kader van de uitfasering van Achmea Beleggingsfondsen N.V. nodig en in het belang van de beleggers in het Fonds acht. Het Achmea wereldwijd aandelen fonds A is een subfonds van fonds voor gemene rekening Achmea paraplu fonds A. Achmea Eurolanden Aandelenfonds (serie 2) Het Achmea Eurolanden Aandelenfonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Aandelen Euro” uitsluitend in aandelen van ondernemingen met een beursnotering in de eurozone. De samenstelling van de portefeuille wordt gedomineerd door de sectorkeuze. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling over de verschillende sectoren, waarbij duidelijke accenten worden aangebracht. De selectie van de individuele ondernemingen vindt met name plaats op basis van fundamentele factoren zoals: ondernemingsstrategie, competitieve en financiële slagkracht, kwaliteit van het management, winstgevendheid, groeiperspectieven en superieure technologie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de FTSE World Eurobloc Total Return Index. Dit
betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. » »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures. Liquiditeiten zijn toegestaan.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam dat gericht onderzoek doet naar ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macroeconomie en de invloeden daarvan op de aandelenmarkten in de eurozone. Naast de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro kan worden belegd in het Achmea wereldwijd aandelen fonds A. Een dergelijke belegging zal plaats vinden in het kader van de voorgenomen ontbinding van Achmea Beleggingsfondsen N.V. De Beheerder zal enkel overgaan tot het verkrijgen van (rechten ter zake van) participaties in het Achmea wereldwijd aandelen fonds A (en derhalve het afbouwen van het relatieve belang dat wordt gehouden via de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro) zodra zij dit in het kader van de uitfasering van Achmea Beleggingsfondsen N.V. nodig en in het belang van de beleggers in het Fonds acht. Het Achmea wereldwijd aandelen fonds A is een subfonds van het fonds voor gemene rekening Achmea paraplu fonds A. Achmea Wereld Aandelenfonds (serie 3) Het Achmea Wereld Aandelenfonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld” in ondernemingen genoteerd in ontwikkelde landen in hoofdzakelijk de eurozone, Noord-Amerika en het Verre Oosten (inclusief Japan). Bij de samenstelling van de portefeuille wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling over de verschillende sectoren en regio’s, waarbij wel duidelijke accenten worden aangebracht. De selectie van de individuele ondernemingen vindt met name plaats op basis van fundamentele factoren zoals: ondernemingsstrategie, competitieve en financiële slagkracht, kwaliteit van het management, winstgevendheid, groeiperspectieven en superieure technologie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de MSCI World Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. » »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures. Liquiditeiten zijn toegestaan.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam dat gericht onderzoek doet naar ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macroeconomie en de invloeden daarvan op de aandelenmarkten wereldwijd. Naast de Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld kan worden belegd in het Achmea wereldwijd aandelen fonds A. Een dergelijke belegging zal plaats vinden in het kader van de voorgenomen ontbinding van Achmea Beleggingsfondsen N.V. De Beheerder zal enkel overgaan tot het verkrijgen van (rechten ter zake van) participaties in het Achmea wereldwijd aandelen fonds A (en derhalve het afbouwen van het relatieve belang dat wordt gehouden via de Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld) zodra zij dit in het kader van de uitfasering van Achmea Beleggingsfondsen N.V. nodig en in het belang van de beleggers in het Fonds acht. Het Achmea wereldwijd aandelen fonds A is een subfonds van het fonds voor gemene rekening Achmea paraplu fonds A. Achmea Eurolanden Obligatiefonds (serie 4) Het Achmea Eurolanden Obligatiefonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Obligaties Euro” in obligaties. Deze obligaties hebben een beursnotering in de eurozone en zijn uitgegeven of gegarandeerd door een overheid uit de eurozone. Daarnaast wordt belegd in bedrijfsobligaties die uitgegeven zijn door financiële instellingen en/of ondernemingen met minimaal een investmentgrade rating. Door deze toevoeging van bedrijfsobligaties aan de portefeuille kan een hoger risico ontstaan. Op langere termijn is de verwachting dat deze aanvulling waarde toevoegt. Het beleid kenmerkt zich door een actief beleid met betrekking tot landen/regio, duration, yieldcurvepositonering en debiteurenselectie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de Barclays Capital Euro Aggregate Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat.
» » »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures. Liquiditeiten zijn toegestaan. De debiteurenkwaliteit is minimaal “BBB”, dan wel van gelijkwaardig niveau. Hierbij is de benchmark methodologie leidend voor de definitie van de ratings. Dit betekent dat de ratings afkomstig moeten zijn van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch (onder toezichtstaande ratingagencies). In geval van drie ratings is de middelste rating leidend. In geval van twee ratings is de laagste rating leidend.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam, dat onder meer gericht is op onderzoek naar macro-economische veranderingen in de eurozone alsmede de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Naast de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro kan worden belegd in het Achmea mixfonds zeer voorzichtig A. Een dergelijke belegging zal plaats vinden in het kader van de voorgenomen ontbinding van Achmea Beleggingsfondsen N.V. De Beheerder zal enkel overgaan tot het verkrijgen van (rechten ter zake van) participaties in het Achmea mixfonds zeer voorzichtig A (en derhalve het afbouwen van het relatieve belang dat wordt gehouden via de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro) zodra zij dit in het kader van de uitfasering van Achmea Beleggingsfondsen N.V. nodig en in het belang van de beleggers in het Fonds acht. Het Achmea mixfonds zeer voorzichtig A is een subfonds van het fonds voor gemene rekening Achmea paraplu fonds A. Achmea Eurolanden Mixfonds (serie 5) Het Achmea Eurolanden Mixfonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Aandelen Euro” uitsluitend in aandelen van ondernemingen met een beursnotering in de eurozone. De samenstelling van de portefeuille wordt gedomineerd door de sectorkeuze. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling over de verschillende sectoren, waarbij duidelijke accenten worden aangebracht. De selectie van de individuele ondernemingen vindt met name plaats op basis van fundamentele factoren zoals: ondernemingsstrategie, competitieve en financiële slagkracht, kwaliteit van het management, winstgevendheid, groeiperspectieven en superieure technologie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de FTSE World Eurobloc Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. » »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures. Liquiditeiten zijn toegestaan.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam dat gericht onderzoek doet naar ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macroeconomie en de invloeden daarvan op de aandelenmarkten in de eurozone. Het Achmea Eurolanden Mixfonds belegt daarnaast ook in de “Beleggingspool Achmea Obligaties Euro”. Via deze pool wordt belegd in obligaties. Deze obligaties hebben een beursnotering in de eurozone en zijn uitgegeven of gegarandeerd door een overheid uit de eurozone. Daarnaast wordt belegd in bedrijfsobligaties die uitgegeven zijn door financiële instellingen en/of ondernemingen met minimaal een investmentgrade rating. Door deze toevoeging van bedrijfsobligaties aan de portefeuille kan een hoger risico ontstaan. Op langere termijn is de verwachting dat deze aanvulling waarde toevoegt. Het beleid kenmerkt zich door een actief beleid met betrekking tot landen/regio, duration, yieldcurvepositonering en debiteurenselectie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de Barclays Capital Euro Aggregate Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. » » »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures. Liquiditeiten zijn toegestaan. De debiteurenkwaliteit is minimaal “BBB”, dan wel van gelijkwaardig niveau. Hierbij is de benchmark methodologie leidend voor de definitie van de ratings. Dit betekent dat de ratings afkomstig moeten zijn van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch (onder toezichtstaande ratingagencies). In geval van drie ratings is de middelste rating leidend. In geval van twee ratings is de laagste rating leidend.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam, dat onder meer gericht is op onderzoek veranderingen in de eurozone alsmede de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt.
naar macro-economische
Naast de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro en de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro kan worden belegd in het Achmea mixfonds gemiddeld A. Een dergelijke belegging zal plaats vinden in het kader van de voorgenomen ontbinding van Achmea Beleggingsfondsen N.V. De Beheerder zal enkel overgaan tot het verkrijgen van (rechten ter zake van) participaties in het Achmea mixfonds gemiddeld A (en derhalve het afbouwen van het relatieve belang dat wordt gehouden via de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro en de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro) zodra zij dit in het kader van de uitfasering van Achmea Beleggingsfondsen N.V. nodig en in het belang van de beleggers in het Fonds acht. Het Achmea mixfonds gemiddeld A is een subfonds van het fonds voor gemene rekening Achmea paraplu fonds A.
Inlegvel bij Aanvullend Prospectus Achmea Beleggingsfondsen N.V.
Inlegvel per 1 augustus 2015
Wijziging kosten bij uitgifte en inkoop per 1 augustus 2015 Met ingang van 1 augustus 2015 zijn de kosten bij uitgifte en inkoop van het Achmea Nederland Aandelenfonds, het Achmea Eurolanden Aandelenfonds, het Achmea Wereld Aandelenfonds, het Achmea Eurolanden Obligatiefonds en het Achmea Eurolanden Mixfonds gewijzigd:
Pagina
Fonds
Tot 1 augustus 2015
Vanaf 1 augustus 2015
9
Achmea Nederland Aandelenfonds (serie 1 )
0,245%
0,255%
23
Achmea Eurolanden Aandelenfonds (serie 2)
0,271%
0,276%
37
Achmea Wereld Aandelenfonds (serie 3)
0,289%
0,246%
49
Achmea Eurolanden Obligatiefonds (serie 4)
0,259%
0,181%
64
Achmea Eurolanden Mixfonds (serie 5)
0,305%
0,257%
Achmea Adres XX 1234 XX Plaatsnaam Telefoon (030) 123 45 67 Fax (030) 123 45 67
Inhoudsopgave Aanvullend Prospectus ............................................................................................................................................... 3 Directieverklaring ....................................................................................................................................................... 4 Historie ....................................................................................................................................................................... 5 Achmea Nederland Aandelenfonds (serie 1).............................................................................................................. 6 Inleiding ................................................................................................................................................................. 6 Beleggingsbeleid ................................................................................................................................................... 6 Risico’s ................................................................................................................................................................... 7 Kosten en vergoedingen ..................................................................................................................................... 10 Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten? ............................................................................. 17 Achmea Eurolanden Aandelenfonds (serie 2) .......................................................................................................... 20 Inleiding ............................................................................................................................................................... 20 Beleggingsbeleid ................................................................................................................................................. 20 Risico’s.................................................................................................................................................................. 21 Kosten en vergoedingen ...................................................................................................................................... 24 Kosten ten laste van het Fonds ........................................................................................................................... 27 Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten? ............................................................................. 30 Achmea Wereld Aandelenfonds (serie 3)................................................................................................................. 33 Inleiding ............................................................................................................................................................... 33 Beleggingsbeleid ................................................................................................................................................... 33 Risico’s .................................................................................................................................................................. 34 Kosten en vergoedingen ..................................................................................................................................... 37 Kosten ten laste van het Fonds ........................................................................................................................... 40 Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten? ............................................................................. 43 Achmea Eurolanden Obligatiefonds (serie 4)........................................................................................................... 46 Inleiding ............................................................................................................................................................... 46 Beleggingsbeleid ................................................................................................................................................. 46 Risico’s ................................................................................................................................................................. 47 Kosten en vergoedingen ..................................................................................................................................... 50 Kosten ten laste van het Fonds ........................................................................................................................... 53 Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten?: ............................................................................ 56 Achmea Eurolanden Mixfonds (serie 5) ................................................................................................................... 59 Inleiding ............................................................................................................................................................... 59 Beleggingsbeleid ................................................................................................................................................... 59 Risico’s................................................................................................................................................................... 60 Kosten en vergoedingen ..................................................................................................................................... 64 Kosten ten laste van het Fonds............................................................................................................................ 68 Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten?: ............................................................................ 70
2
Aanvullend Prospectus Achmea Beleggingsfondsen N.V. (beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal), statutair gevestigd te Zaandam, hierna ook te noemen de “Vennootschap”. Achmea Beleggingsfondsen N.V. is een open- end beleggingsinstelling en heeft een paraplustructuur. Dit betekent dat het aandelenkapitaal van Achmea Beleggingsfondsen N.V. is verdeeld over series gewone aandelen (fondsen genaamd). Deze fondsen zijn genoteerd aan Euronext Amsterdam en zijn ten volle gerechtigd tot het dividend over het boekjaar 2000 en volgende boekjaren. Binnen de paraplustructuur zijn op de datum van dit Prospectus de volgende Fondsen opgenomen: Achmea Nederland Aandelenfonds (serie 1), ISIN Code NL0006259970 Achmea Eurolanden Aandelenfonds (serie 2), ISIN Code NL0006259988 Achmea Wereld Aandelenfonds (serie 3), ISIN Code NL0006259996 Achmea Eurolanden Obligatiefonds (serie 4), ISIN Code NL0006260002 Achmea Eurolanden Mixfonds (serie 5), ISIN Code NL0006260010 Dit Aanvullend Prospectus van Achmea Beleggingsfondsen N.V. vormt één geheel met het Basisprospectus van Achmea Beleggingsfondsen N.V.
3
Directieverklaring Belangrijke informatie Dit Aanvullend Prospectus moet worden gelezen in samenhang met, en maakt onderdeel uit van, het Basisprospectus van Achmea Beleggingsfondsen N.V. (tezamen het ‘Prospectus’). Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt hebben begrippen de betekenis die daaraan is toegekend in het Basisprospectus. Beleggers in één van de Fondsen van Achmea Beleggingsfondsen N.V. wordt er nadrukkelijk op gewezen dat aan een belegging financiële risico’s verbonden zijn. Zij dienen dan ook goede nota te nemen van de volledige inhoud van het Basisprospectus alsmede van het Aanvullend Prospectus van Achmea Beleggingsfondsen N.V. De waarde van een Fonds, waarin u belegt, kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Wij willen u erop wijzen dat de waarde van de beleggingen zowel kan stijgen als kan dalen. De mogelijkheid bestaat dat u als belegger minder terugkrijgt dan uw inleg. Loop geen onnodig risico. Lees de Essentiële Beleggersinformatie. De in dit Aanvullend Prospectus opgenomen gegevens zijn, voor zover aan de directie van Achmea Beleggingsfondsen N.V. redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, in overeenstemming met de werkelijkheid en geen gegevens zijn weggelaten, waarvan de vermelding de strekking van dit Aanvullend Prospectus zou wijzigen. Uitsluitend Achmea Beleggingsfondsen N.V. is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de gegevens zoals opgenomen in dit Aanvullend Prospectus. De afgifte en verspreiding van het Prospectus alsmede het aanbieden, verkopen en leveren van de aandelen van elk Fonds kunnen in bepaalde rechtsgebieden onderworpen zijn aan (wettelijke) beperkingen. De beheerder (Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V.) verzoekt personen die in bezit komen van het Prospectus zich op de hoogte te stellen van die beperkingen en zich daaraan te houden. Het Prospectus zijn geen aanbod van enig effect of uitnodiging tot het doen van een zodanig aanbod aan een persoon in enige jurisdictie waar dit volgens de aldaar toepasselijke regelgeving niet is geoorloofd. De beheerder is niet aansprakelijk voor enige schending van enige zodanige beperking door wie dan ook, ongeacht of deze een mogelijke koper van de aandelen van een Fonds is of niet. Het geven van informatie, welke niet is opgenomen in dit Prospectus is slechts voorbehouden aan de Beheerder en Achmea Beleggingsfondsen N.V. Dit Prospectus verschijnt uitsluitend in de Nederlandse taal. Op het Prospectus is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. De verstrekking van het Prospectus impliceert niet dat ook na de datum van het Prospectus de opgenomen informatie nog juist is. Amsterdam, 17 juni 2015 Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V., hierbij vertegenwoordigd door: » M.T. Heijndijk, voorzitter, zelfstandig bevoegd; » Drs. Y.J. de Jong, zelfstandig bevoegd; » Drs. W. van Heerdt, zelfstandig bevoegd.
4
Historie De Vennootschap is opgericht in 2000 en kende 20 fondsen. Het merendeel van de fondsen kende een soortgelijke structuur en beleggingsklasse. Per 14 juni 2008 heeft om die reden een statutenwijziging plaatsgevonden waarbij de verschillende Fondsen zijn geconverteerd naar 5 overblijvende fondsen. Tevens heeft er een hernummering plaatsgevonden van de series aandelen: »
Achmea Nederland Aandelenfonds (serie 1), ISIN Code NL0006259970
»
Achmea Eurolanden Aandelenfonds (serie 2), ISIN Code NL0006259988
» Achmea Wereld Aandelenfonds (serie 3), ISIN Code NL0006259996 »
Achmea Eurolanden Obligatiefonds (serie 4), ISIN Code NL0006260002
»
Achmea Eurolanden Mixfonds (serie 5), ISIN Code NL0006260010
5
Achmea Nederland Aandelenfonds (serie 1) Inleiding Het Achmea Nederland Aandelenfonds belegt in de “Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland”. Wij verwijzen u ter zake van de wijze van deelname en de gevolgen van de deelname in deze Beleggingspool naar het Basisprospectus van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Loop geen onnodig risico. Lees de Essentiële Beleggersinformatie. Deelname in het Achmea Nederland Aandelenfonds biedt de beleggers de mogelijkheid om op eenvoudige wijze te profiteren van de voordelen van een professioneel beheerde, gespreide aandelenportefeuille.
Beleggingsbeleid Het Achmea Nederland Aandelenfonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland” voornamelijk in aandelen van aan de Nederlandse beurs genoteerde ondernemingen. Voor een gedeelte kan worden belegd in aandelen van ondernemingen met een beursnotering in de eurozone. Het concentratierisico is hierdoor kleiner dan wanneer volledig in aandelen van aan de Nederlandse beurs genoteerde ondernemingen wordt belegd. Het marktrisico wijzigt echter niet. Bij de samenstelling van de portefeuille wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling over de verschillende sectoren, waarbij wel duidelijke accenten worden aangebracht. De selectie van de individuele ondernemingen vindt met name plaats op basis van de fundamentele factoren zoals: ondernemingsstrategie, competitieve en financiële slagkracht, kwaliteit van het management, winstgevendheid, groeiperspectieven en superieure technologie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de AEX Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures.
»
Liquiditeiten zijn toegestaan.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam dat gericht onderzoek doet naar ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macro- economie en de invloeden daarvan op de Nederlandse aandelenmarkt. Hefboomfinanciering In deze paragraaf verstrekken wij u informatie of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in de Achmea Beleggingspool, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto 6
methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. Uitgangspunt is dat in het Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van het Fonds, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van in- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor het Fonds gemaximeerd op 150%.
Risico’s Algemeen De mogelijkheid bestaat dat uw belegging in waarde stijgt. Het is echter ook mogelijk dat uw belegging weinig tot geen inkomsten zal genereren en dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel of ten dele verloren gaat. De waardeontwikkeling van de belegging is namelijk afhankelijk van fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd. Deze fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten zijn het gevolg van ontwikkelingen op de kapitaal-, effecten-, valuta- en goederenmarkten. De koers en de waarde van de beleggingen van het Fonds worden door deze fluctuaties beïnvloed met als gevolg dat de (intrinsieke) waarde (in euro) van het Fonds kan dalen. Hieronder wordt nader ingegaan op de risico’s, in volgorde van relevantie, die de koers van het Fonds en de waarde van de financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd kunnen beïnvloeden. Elk kwartaal beoordeelt de Beheerder de risico’s met behulp van het “kans maal impactmodel”. Dit houdt in dat per genoemd risico beoordeeld wordt hoe groot de kans is dat het risico optreedt en wat de impact hiervan is op de koers van het Fonds. De eerst vijf van de onderstaande vermelde risico’s zijn het meest van belang voor het Fonds. Voor het Fonds is een Essentiële Beleggersinformatie opgesteld waarin het risico- en opbrengstprofiel wordt weergegeven door middel van een risicometer. De Essentiële Beleggersinformatie is te vinden op de website van de Beheerder, www.achmeabeleggingsfondsen.nl. Ten aanzien van de risico’s die zich voordoen worden zo mogelijk beheersmaatregelen getroffen. Deze beheersmaatregelen worden continu geëvalueerd met als doel een optimale verhouding tussen rendement en risico te bereiken. Indien noodzakelijk worden de beheersmaatregelen als gevolg van de evaluatie aangepast. De genomen beheersmaatregelen, aanpassingen in de beheersmaatregelen en de gevolgen hiervan voor beleggers worden verantwoord in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Marktrisico De koersen van financiële instrumenten waarin wordt belegd kunnen, wereldwijd of specifiek op de markten waarin wordt belegd, dalen of stijgen. Deze daling of stijging kan optreden door bijvoorbeeld de veranderde economische, politieke, marktomstandigheden of marktomstandighedenverwachtingen alsmede door een veranderde individuele landen- of 7
bedrijfssituatie. Concentratierisico Door te beleggen in onder meer hetzelfde land, dezelfde regio, dezelfde sector, bij dezelfde debiteuren of combinaties hiervan, is de spreiding van de beleggingsportefeuille beperkt. De oorzaak van de concentratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het beleggingsbeleid. Een beperkter beleggingsuniversum (b.v. een belegging in Nederland) leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum (b.v. een belegging in de Eurozone of een wereldwijde belegging). Door het concentratierisico kunnen bepaalde gebeurtenissen die de financiële instrumenten raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille dan bij een minder geconcentreerde beleggingsportefeuille. Valutakoersrisico De waardeontwikkeling van de belegging waarin wordt belegd kan worden beïnvloed door valutakoersschommelingen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen direct en indirect valutakoersrisico. Van direct valutakoersrisico is sprake indien de financiële instrumenten waarin wordt belegd, in een vreemde valuta zijn genoteerd. Hierdoor kan een verandering in de koers van een vreemde valuta ten opzichte van de euro een negatief of positief effect hebben op de beleggingen en de dividenden van het Fonds. Van indirect valutakoersrisico is sprake als er wordt belegd in financiële instrumenten van ondernemingen die hun resultaten (deels) buiten de eurozone realiseren. Portefeuillerisico Dit risico ontstaat als gevolg van de gemaakte beleggingskeuzen door de vermogensbeheerder(s) in de portefeuille. De waarde van de onderliggende financiële instrumenten fluctueert soms aanzienlijk, afhankelijk van de activiteiten en resultaten van de afzonderlijke ondernemingen en/of van de algemene markt- en economische omstandigheden. Liquiditeitsrisico Het is mogelijk dat een transactie (aan- of verkoop van een financieel instrument) als gevolg van het ontbreken van voldoende verhandelbaarheid niet of niet tegen een acceptabele prijs kan worden uitgevoerd. Hierdoor kan er een verlies van waarde van het financiële instrument optreden. Risico van het gebruik van derivaten Conform het beleggingsbeleid kunnen derivaten gebruikt worden. Derivaten kennen specifieke risico’s. Verschillende factoren hebben invloed op de waarde van een derivaat. De waarde van een derivaat kan relatief veel stijgen of dalen bij een kleine koersontwikkeling. Ook is de waarde afhankelijk van de tegenpartij en de omvang van de markt. Daarbij kan er sprake zijn van subjectieve waarderingen, omdat veel derivaten niet via officiële beurzen worden verhandeld. Tevens is de waarde van derivaten afhankelijk van de mate en omvang van de hefboomfinanciering, zoals opgenomen in de paragraaf hefboomfinanciering, waardoor de gevoeligheid van de Pool voor marktbewegingen wordt vergroot. Fiscaal risico Gedurende het bestaan van de Vennootschap bestaat de mogelijkheid dat het fiscale regime in ongunstige zin verandert of dat de Vennootschap niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, waardoor de waarde van de beleggingsportefeuille en/of de waarde van het eigen vermogen van een Fonds of Pool negatief wordt beïnvloed. Ook bestaat de 8
kans dat de aanpassing in de wet of wetsinterpretatie al dan niet met terugwerkende kracht wordt doorgevoerd. Het is daardoor mogelijk dat additionele belastingen verschuldigd worden, inclusief eventuele bronheffingen met betrekking tot betaalbaar gestelde dividenden of rente. Risico van inflatie Door veranderingen in de inflatie (geldontwaarding) kan de waarde van de beleggingen worden beïnvloed. Een inflatiestijging betekent dat het geld minder waard wordt. In het algemeen geldt dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen, vastgoed e.d.) de geldontwaarding op de langere termijn kan worden gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement dan wanneer belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). In de koers van vastrentende waarden is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. De beleggingsopbrengsten van vastrentende waarden kunnen echter onvoldoende zijn voor de compensatie van de werkelijke inflatie. Risico van afwikkeling bij effectentransacties Een afwikkeling via een betalingssysteem kan niet plaatsvinden zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de verkochte respectievelijk gekochte financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht plaatsvindt (settlement risk). Kredietwaardigheidrisico De waarde van de financiële instrumenten, waarin door het Fonds wordt belegd, kan worden beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende landen, lagere overheden, bedrijven of instellingen (zijnde de debiteuren). Dit houdt in dat het risico door het Fonds kan worden gelopen als het desbetreffende land, lagere overheid, bedrijf of instelling niet aan zijn (financiële) verplichtingen kan voldoen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat een financieel instrument met een lagere kredietwaardigheid moeilijker te verkopen is en/of dat de waarde van het financiële instrument waarin door het Fonds wordt belegd meer kan fluctueren. Kredietrisico Landen, lagere overheden, bedrijven, instellingen of een tegenpartij kunnen in gebreke blijven. Dit risico wordt zoveel mogelijk beperkt door strenge selectiecriteria te hanteren bij het selecteren van een land, lagere overheid, bedrijf, instelling of een tegenpartij. Daarbij zal bij aanen verkooptransacties in het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Bewaarrisico De financiële instrumenten worden in bewaring gegeven bij een (onder)bewaarnemer. Hierbij kan het risico worden gelopen dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de (onder)bewaarnemer, verlies optreedt van in het in bewaring gegeven activa. Verminderde verhandelbaarheid van de rechten van deelneming De inkoop van aandelen van een fonds zal door de Beheerder kunnen worden opgeschort indien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, zich een bijzondere omstandigheid voordoet die dat rechtvaardigt. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan zijn dat het Fonds door de inkoop niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, door de inkoop in strijd zou worden gehandeld met enige wettelijke bepaling of het beleggingsbeleid, of in redelijkheid 9
verwacht kan worden dat voortzetting van de inkoop van aandelen van het Fonds tot gevolg kan hebben dat de belangen van de bestaande deelnemers van het Fonds onevenredig geschaad worden. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan ook zijn dat, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, de liquiditeitspositie van het Fonds zulke inkoop niet toestaat en bovendien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, een voor inkoop benodigde verkoop van fondswaarden, gelet op de daarbij van belang zijnde marktomstandigheden, daaronder begrepen de mogelijk te realiseren verkoopopbrengst(en), onverantwoord of onmogelijk is. Indien inkoop wordt opgeschort zal de Beheerder zo spoedig mogelijk nadien de aandeelhouders van het Fonds in staat stellen de desbetreffende aandelen te doen inkopen. Risico erosie Fondsvermogen De Vennootschap heeft de status van fiscale beleggingsinstelling. Teneinde deze status te kunnen behouden dient onder meer jaarlijks aan de zogenoemde doorstootverplichting te worden voldaan. De doorstootverplichting is de op basis van de wettelijke bepalingen en de gekozen systematiek berekende dividenduitkering. Globaal is de doorstootverplichting de door het fonds genoten passieve inkomsten (dividenden en rentes) verminderd met een evenredig deel van het door het fonds gemaakte kosten. De fiscale jaarwinst kan onder omstandigheden hoger uitkomen dan de winst zoals deze op grond van de regels die gelden bij het opstellen van de statutaire jaarrekening, wordt berekend. Hierdoor kan onder omstandigheden de situatie ontstaan dat meer dividend wordt uitgekeerd dan het jaarresultaat, dit zal echter indien mogelijk worden voorkomen. Mocht de situatie zich echter voordoen is het mogelijk dat het vermogen van de beleggingsinstelling door een dividenduitkering meer afneemt dan de omvang van de jaarwinst. Risico ongedeeld Fondsvermogen De Vennootschap is één juridische entiteit met een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Fonds gevolgen kan hebben voor de andere Fondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in het geval van vereffening van een Fonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt omgeslagen over de andere Fondsen. Gezien de aard van de beleggingen en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van ieder Fonds overwegend met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten.
Kosten en vergoedingen De kosten met betrekking tot het beleggen in de Fondsen zijn onder te verdelen in Deelnamekosten en Fondskosten Deelnamekosten Dit betreffen de kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen (de op- en afslag) en de kosten bij aankoop, verkoop en switchen via de beleggersgiro. Indien u deelneemt anders dan via de beleggersgiro, kan er sprake zijn van een andere kostenstructuur. Wij verwijzen u hiervoor naar de voorwaarden van uw eigen bank. Kosten bij uitgifte en inkoop (op- en afslag) Zoals beschreven in het Basisprospectus onder de kop ‘Inkoop en uitgifte van aandelen’ wordt een op- en afslag in rekening gebracht op de intrinsieke waarde van het Fonds. Voor het Achmea Nederland Aandelenfonds bedraagt de op- en afslag 0,245%.
10
Kosten bij aankoop, verkoop en switchen (via de beleggersgiro) De hieronder vermelde kosten zijn verschuldigd indien in het Achmea Nederland Aandelenfonds wordt deelgenomen via de door Stichting Achmea Beleggersgiro aangeboden beleggersgiro.
Aankoopkosten: Voor aankoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten hoogste een half procent (0,50%) van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag als kosten in rekening. Verkoopkosten: Voor verkoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten hoogste een half procent (0,50%) van de door de Stichting ontvangen koopprijs als kosten in rekening. Switchkosten: Voor het switchen tussen de Fondsen worden maximaal de volgende kosten in rekening gebracht: »
0,25% van de door de Stichting ontvangen koopprijs én vervolgens
»
0,25% van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag.
Fondskosten Algemeen Hieronder worden de kosten en vergoedingen op fondsniveau over het boekjaar 2014 vermeld. Deze kosten (m.u.v. de kosten van de beheervergoeding en de kosten van administratie) zullen naar verwachting en bijzondere omstandigheden voorbehouden, in de volgende boekjaren in dezelfde lijn liggen (aangepast voor eventuele inflatie). De hoogte van de kosten van de beheervergoeding en de administratie is afhankelijk van de waarde van het vermogen van het desbetreffende Fonds. Het voorgaande is echter geen garantie dat die kosten in 2015 of volgende boekjaren niet (substantieel) hoger zullen zijn omdat niet alle kosten door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed. Daar waar deze wel door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed, kan in het belang van de aandeelhouders van Achmea Beleggingsfondsen N.V. respectievelijk het Fonds besluiten genomen worden die tot gevolg hebben dat de kosten hoger zijn. In de jaarrekening en het halfjaarbericht van Achmea Beleggingsfondsen N.V. worden de daadwerkelijk gemaakte kosten verantwoord. Daar waar voor de in deze paragraaf vermelde kosten een btw verplichting bestaat, is deze in de betreffende cijfers opgenomen. De kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V en zijn direct toe te rekenen aan het Achmea Nederland Aandelenfonds. De kosten komen ten laste van het vermogen van het Achmea Nederland Aandelenfonds. Lopende kosten factor De Lopende kosten factor (hierna: Lopende kosten) laten bij een beleggingsfonds zien wat de kosten zijn van dit Fonds en wordt als percentage van de gemiddelde netto intrinsieke waarde van een Fonds uitgedrukt. In deze Lopende kosten worden de transactiekosten en de interestkosten buiten beschouwing gelaten. De kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers (voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen) 11
worden eveneens niet meegenomen in de Lopende kosten. De Lopende kosten worden na afloop van het boekjaar vastgesteld en worden berekend door de totale kosten in het betreffende Fonds en aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool, waarin het betreffende Fonds belegt, te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde. De gemiddelde intrinsieke waarde wordt berekend door gedurende de verslagperiode de afgegeven intrinsieke waarden bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal maal dat de intrinsieke waarden zijn afgegeven. De Lopende kosten worden berekend in overeenstemming met de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. Op de volgende pagina is een overzicht weergegeven hoe de Lopende kosten van het Achmea Nederland Aandelenfonds over het boekjaar 2014 zijn samengesteld. Een toelichting op de kosten is na de tabel opgenomen.
12
Kosten
Boekjaar 2014
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool, waarvan toegerekend aan het Fonds: 1. Uitbestedingskosten
a. Vermogensbeheervergoeding
€
96.472
€
96.472
2. Overige kosten op niveau Achmea Beleggingspool
a. Overige bedrijfslasten b. Kosten bewaring en settlement*
€ €
0 2.224
c. Kosten van de Bewaarder
€
2.712
€
4.937
€
Aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool
101.409
De kostenratio van de Achmea Beleggingspool bedraagt:
0,17 %
Kosten ten laste van het Fonds € 418.594
3. Beheervergoeding 4. Overige kosten a. Oprichtingskosten van Achmea Beleggingsfondsen N.V.
Zijn reeds afgeschreven
b. Kosten van de (externe) accountant
€
8.127
c. Kosten van het toezicht op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) d. Kosten van beursnotering
€
6.106
€
14.196
e. Overige bedrijfslasten
€
8.164
f. Kosten van de Bewaarder
€
921
Niet van toepassing
g. Marketingkosten h. Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds
€ €
5. Uitbestedingskosten a. De kosten voor de uitbesteding van de administratie en de berekening van de intrinsieke waarde
37.514
Zie post 3. Beheervergoeding
€
Totale kosten ten laste van het Fonds:
0
456.108
De kosten van het Fonds bedraagt in percentage:
0,80 %
Lopende kosten Achmea Nederland Aandelenfonds
0,97%
13
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool 1. Uitbestedingskosten a. Vermogensbeheervergoeding: Het gehele vermogen van het Achmea Nederland Aandelenfonds wordt belegd in participaties van de Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland. Het vermogensbeheer van de Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland is door de Beheerder uitbesteed aan F&C Netherlands B.V. Binnen de Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland wordt 0,155% per jaar aan F&C Netherlands B.V. voldaan. De vermogensbeheervergoeding wordt in maandtermijnen verrekend van het belegd vermogen van de Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland en worden dagelijks in de intrinsieke waarde van het Fonds verrekend. Deze kosten zijn vrijgesteld van btw. 2. Overige bedrijfslasten a. Bankkosten De overige bedrijfslasten op het niveau van de Achmea Beleggingspool betreffen bankkosten. Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. b. Kosten bewaring De activiteiten op het gebied van bewaring (custodianfunctie) van de effecten, waar de Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland in belegt, zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten komen ten laste van de Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland. Onder de custodianfunctie vallen, naast het bewaren van effecten, onder meer het afwikkelen van orders, verzorgen van buitenlandse belastingteruggave en corporate actions. Onder corporate actions vallen o.a. het verwerken van rente en dividendbetalingen, class actions (afwikkelen van opgelegde boetes aan bedrijven) en aandelensplitsing. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. c.
Kosten van de Bewaarder De activa van de Achmea Beleggingspool worden sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van de Achmea Beleggingspool en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus. De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
Kosten ten laste van het Fonds 3. Beheervergoeding De Beheerder maakt kosten voor het beheer van het fondsvermogen. Hiervoor ontvangt de Beheerder van Achmea Beleggingsfondsen N.V. een beheervergoeding. Deze beheervergoeding gaat ten laste van het Fonds en wordt berekend over het vermogen van het Fonds aan het einde van elke maand. De vergoeding wordt maandelijks in rekening gebracht en bedraagt 0,0608% per maand (0,73% op jaarbasis). De beheervergoeding wordt dagelijks in de intrinsieke waarde van het Fonds verrekend. Met betrekking tot de beheervergoeding is geen btw verschuldigd. De beheervergoeding wordt o.a. gebruikt voor de volgende diensten ten behoeve van Achmea Beleggingsfondsen N.V.: »
Directievoering
»
(Financiële) administratie: 14
De administratie van de Achmea Beleggingsfondsen en de Achmea Beleggingspools is door de Beheerder uitbesteed aan BNY Mellon. De administratieactiviteiten hebben o.a. betrekking op de berekening van de intrinsieke waarde per aandeel, het maken van performanceberekening en het monitoren van de mandaatrichtlijnen. De kosten van deze uitbesteding worden door de Beheerder uit deze beheervergoeding betaald. »
Kosten van de Beheerder: Deze kosten hebben o.a. betrekking op het gebied van juridische zaken, assetmanagement, productontwikkeling, het maken van (half)jaarverslagen, prospectussen en factsheets.
4. Overige kosten Onderstaande kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V. Kosten en lasten die niet specifiek zijn toe te rekenen aan één Fonds worden ten laste gebracht van alle Fondsen waarvan de aandelen uitstaan naar rato van de waarde van het vermogen van de Fondsen per de laatste dag van de kalendermaand. a. Oprichtingskosten van de Vennootschap De Vennootschap is opgericht in het jaar 2000. Deze kosten zijn reeds afgeschreven. b. Kosten van de (externe) accountant Deze kosten worden in rekening gebracht ten behoeve van het controleren van de jaarrekening, prospectus en overige activiteiten. Deze kosten worden gedeclareerd op basis van het aantal gewerkte uren en zijn inclusief btw. c.
Kosten van het toezicht op grond van de Wft Zowel de AFM als de DNB houden toezicht op beleggingsinstellingen en brengen daarvoor ieder jaar kosten in rekening. Er zijn twee soorten heffingen: 1. Heffingen voor het uitvoeren van een specifieke verrichting, zoals bijvoorbeeld het verlenen van vergunningen en ontheffingen. Dit is een vast bedrag per type prestatie dat jaarlijks wordt vastgesteld. Heffingen voor het doorlopend toezicht. Dit kan een vast bedrag zijn al dan niet aangevuld met een variabel bedrag op basis van een zogenaamde heffingsmaatstaf.
De Beheerder moet ook periodiek informatie verstrekken aan de toezichthouders. In hoofdlijnen moet een beheerder rapporteren over: 1. de voornaamste instrumenten waarin hij transacties heeft verricht, uitgesplitst in onder meer soorten financiële instrumenten en andere activa, de geografische gebieden en sectoren. 2. de voornaamste categorieën activa waarin per beleggingsinstelling is belegd, inclusief marktwaarde, omzet en rendement tijdens de rapportageperiode. 3. de markten waarvan hij lid is of waarop hij actief handelt. 4. de spreiding binnen de portefeuilles van beleggingsinstellingen met onder meer een opgave van de tien voornaamste posities en vijf belangrijkste concentraties. 5. het huidige risicoprofiel van de beheerde beleggingsinstellingen en de risicobeheersystemen waarmee de beheerder het marktrisico, het liquiditeitsrisico, het tegenpartijrisico en andere risico’s beheerst. 6. de resultaten van de verplicht periodiek, tenminste jaarlijks, uitgevoerde stress-tests ter bepaling van de beleggings- en liquiditeitsrisico’s. 7. eventuele nieuwe regelingen voor het beheer van de liquiditeit van de beleggingsinstelling. 15
8. de mate van leverage en de wijze waarop deze leverage is gefinancierd (indien van toepassing). De kosten van het toezicht zijn, evenals andere wettelijke heffingen, vrijgesteld van btw. d. Kosten beursnotering De kosten van beursnotering hebben betrekking op: »
De noteringskosten van de Fondsen aan Euronext Amsterdam. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
De kosten van de activiteiten uitgevoerd door ABN AMRO Bank N.V. ABN AMRO Bank N.V. onderhoudt de contacten met Euroclear Nederland als er een wijziging plaatsvindt in het aantal aandelen opgenomen in het systeem van Euroclear Nederland als gevolg van inkoop of uitgifte van aandelen. Hieraan zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
Activiteiten uitgevoerd door de Fundagent (is verantwoordelijk voor de beoordeling en acceptatie van de aan- en verkoopopdrachten zoals die zijn ingelegd in het beursorderboek) en Listing agent (o.a. belast met de verzorging van de notering van de aandelen op Euronext Amsterdam worden uitgevoerd door Rabo Securities. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
e. Overige bedrijfslasten Deze kosten betreffen voornamelijk: »
Bankkosten: Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen.
»
Contributie voor de Dutch Fund and Asset Management Association (‘DUFAS’): DUFAS is een belangenvereniging van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen.
»
Advertentiekosten: Zoals aangegeven in het Basisprospectus kan Achmea Beleggingsfondsen N.V. mededelingen doen en periodiek informatie verstrekken door middel van publicaties op de website van de Beheerder: www.achmeabeleggingsfondsen.nl
Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. f.
Kosten van de Bewaarder
De activa van het Fonds wordt sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van het Fonds en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus. De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. g. Marketingkosten De marketingkosten die samenhangen met het aanbieden van de Fondsen worden gedragen door de aanbieders van de Fondsen en worden niet ten laste gebracht van de Vennootschap. h. Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds Kosten van bewaring van de uitgegeven aandelen van het Achmea Nederland Aandelenfonds. Deze activiteiten zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. 5. Uitbestedingskosten a. De administratie en de berekening van de intrinsieke waarde van het Fonds is door de Beheerder uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn opgenomen in de beheervergoeding, zoals vermeld bij punt 3 (kosten ten laste van het Fonds, beheervergoeding). 16
Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten? Onderstaande kosten zijn niet in de Lopende kosten opgenomen, maar worden in rekening gebracht ten laste van het resultaat van het Fonds: 1) Transactiekosten 2) Interestkosten 3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover niet gedekt uit de ontvangen op- en afslagen 1) Transactiekosten
De transactiekosten hebben betrekking op het maken van kosten door de Achmea Beleggingspool bij het aankopen en verkopen van de financiële instrumenten (aandelen, obligaties e.d.). Dit kunnen kosten zijn op het gebied van belastingen, kosten van de (effecten)makelaar, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De transactiekosten over het boekjaar 2014 voor de Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland bedragen € 488.806. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen. Dit komt omdat veelal de transactiekosten verwerkt zijn in de (bruto)prijs van het financiële instrument. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te voorspellen omdat dit sterk afhankelijk is van het sentiment op de financiële markten. Ook kunnen marktomstandigheden grote invloed hebben op het aantal beleggingstransacties en hiermee op de hoogte van de transactiekosten. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat. 2) Interestkosten
Het al dan niet tijdelijk beleggen in liquiditeiten kan onderdeel zijn van de beleggingsstrategie van het Fonds. De baten en lasten (een lening leidt tot interestkosten voor het Fonds), veroorzaakt door het aanhouden van liquiditeiten, worden ten laste van het resultaat geboekt en worden niet verantwoord in de Lopende kosten.
3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden
Het beleid is dat de kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers worden gedekt uit de op- en afslagen, zoals is vastgelegd in het Basisprospectus. Voor zover de op- en afslagen de werkelijke transactiekosten overtreffen of niet dekken, worden deze ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht en worden niet verantwoord in de Lopende kosten. Overzicht Lopende kosten Hieronder wordt een overzicht gegeven van de Lopende kosten (tot het jaar 2014 Total Expense ratio geheten) over de jaren 2002 tot en met 2014. Tevens wordt de verwachting voor het jaar 2015 vermeld. De verwachte Lopende kosten voor het jaar 2015 zijn slechts een schatting, gebaseerd op historische gegevens en toekomstige verwachtingen. Toekomstige marktomstandigheden zullen op de uiteindelijke uitkomst over 2015 en volgende jaren van invloed zijn. 2002:
1,72%
2003:
1,12%
2004:
1,02%
2005:
0,98%
2006:
0,98% 17
2007:
0,97%
2008:
1,08%
2009:
1,26%
2010:
1,26%
2011:
1,28%
2012:
1,27%
2013:
1,26%
2014:
0,97%
verwachting 2015: 1,00%
Achmea Nederland Aandelenfonds Lopende kosten per boekjaar 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00%
Vergelijkend overzicht Hieronder is een vergelijkend overzicht opgenomen van de ontwikkeling van het vermogen en de baten en lasten van de beleggingen van het Achmea Nederland Aandelenfonds (inclusief Beleggingspool Achmea Aandelen Nederland). Bedragen x € 1000 Inkomsten uit beleggingen Kosten Waardeveranderingen Totaal Beleggingsresultaat
Eigen Vermogen
2010
2011
2012
2013
2014
2.269
2.039
2.543
1.283
795
753
685
699
1.012 557
3.288
-7.004
4.902
9.382
4.490
4.762
-5.718
6.760
9.966
4.945
64.091 55.275 55.257 57.709 58.017
18
Achmea Nederland Aandelenfonds Eigen Vermogen per boekjaar (bedragen x € 1.000) 66.000 64.000 62.000 60.000 58.000 56.000 54.000 52.000 50.000 2010
2011
2012
2013
2014
Jaarrendementen De onderstaande jaarrendementen zijn gebaseerd op de intrinsieke waarde zoals gepubliceerd in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Vanaf het jaar 2010 is het rendement weergegeven inclusief eventueel uitgekeerd dividend. Jaar 2002
-36,04%
Jaar 2008
-51,13%
Jaar 2003
6,53%
Jaar 2009
34,80%
Jaar 2004
4,39%
Jaar 2010
7,80%
Jaar 2005
29,50%
Jaar 2011
-9,27%
Jaar 2006
14,02%
Jaar 2012
13,20%
Jaar 2007
4,83%
Jaar 2013
19,55%
Jaar 2014
8,96 %
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Achmea Nederland Aandelenfonds Behaald jaarrendement op basis van intrinsieke waarde 40,00% 20,00% 0,00%
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
-20,00% -40,00% -60,00%
19
Achmea Eurolanden Aandelenfonds (serie 2) Inleiding Het Achmea Eurolanden Aandelenfonds is een aandelenfonds met een actief beleggingsbeleid dat inspeelt op de veranderende beleggingsomgeving in de Eurozone. De Eurozone betekent voor de belegger een aanzienlijk ruimere beleggingsmarkt waar geen sprake is van direct valutarisico, zoals dat gelopen wordt bij beleggingen in aandelenmarkten met verschillende valuta’s. Daarnaast spelen de toenemende activiteiten en de dynamiek binnen de Eurozone alsmede de uitbreiding van het aantal aan de euro deelnemende landen in de komende jaren een belangrijke rol. Het Achmea Eurolanden Aandelenfonds belegt in de “Beleggingspool Achmea Aandelen Euro”. Wij verwijzen u ter zake van de wijze van deelname en de gevolgen van de deelname in deze Beleggingspool naar het Basisprospectus van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Loop geen onnodig risico. Lees de Essentiële Beleggersinformatie. Deelname in het Achmea Eurolanden Aandelenfonds biedt de beleggers de mogelijkheid om binnen een aanzienlijk vergroot eigen valutagebied te profiteren van de voordelen van een professioneel beheerde en internationale portefeuille. Het Fonds speelt in op de mogelijkheden die het eurogebied te bieden heeft.
Beleggingsbeleid Het Achmea Eurolanden Aandelenfonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Aandelen Euro” uitsluitend in aandelen van ondernemingen met een beursnotering in de eurozone. De samenstelling van de portefeuille wordt gedomineerd door de sectorkeuze. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling over de verschillende sectoren, waarbij duidelijke accenten worden aangebracht. De selectie van de individuele ondernemingen vindt met name plaats op basis van fundamentele factoren zoals: ondernemingsstrategie, competitieve en financiële slagkracht, kwaliteit van het management, winstgevendheid, groeiperspectieven en superieure technologie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de FTSE World Eurobloc Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures.
»
Liquiditeiten zijn toegestaan.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam dat gericht onderzoek doet naar ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macro-economie en de invloeden daarvan op de aandelenmarkten in de eurozone.
Hefboomfinanciering In deze paragraaf verstrekken wij u informatie of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in de Achmea Beleggingspool, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. 20
De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. Uitgangspunt is dat in het Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van het Fonds, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van in- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor het Fonds gemaximeerd op 150%.
Risico’s Algemeen De mogelijkheid bestaat dat uw belegging in waarde stijgt. Het is echter ook mogelijk dat uw belegging weinig tot geen inkomsten zal genereren en dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel of ten dele verloren gaat. De waardeontwikkeling van de belegging is namelijk afhankelijk van fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd. Deze fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten zijn het gevolg van ontwikkelingen op de kapitaal-, effecten-, valuta- en goederenmarkten. De koers en de waarde van de beleggingen van het Fonds worden door deze fluctuaties beïnvloed met als gevolg dat de (intrinsieke) waarde (in euro) van het Fonds kan dalen. Hieronder wordt nader ingegaan op de risico’s, in volgorde van relevantie, die de koers van het Fonds en de waarde van de financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd kunnen beïnvloeden. Elk kwartaal beoordeelt de Beheerder de risico’s met behulp van het “kans maal impactmodel”. Dit houdt in dat per genoemd risico beoordeeld wordt hoe groot de kans is dat het risico optreedt en wat de impact hiervan is op de koers van het Fonds. De eerst vijf van de onderstaande vermelde risico’s zijn het meest van belang voor het Fonds. Voor het Fonds is een Essentiële Beleggersinformatie opgesteld waarin het risico- en opbrengstprofiel wordt weergegeven door middel van een risicometer. De Essentiële Beleggersinformatie is te vinden op de website van de Beheerder, www.achmeabeleggingsfondsen.nl. Ten aanzien van de risico’s die zich voordoen worden zo mogelijk beheersmaatregelen getroffen. Deze beheersmaatregelen worden continu geëvalueerd met als doel een optimale verhouding tussen rendement en risico te bereiken. Indien noodzakelijk worden de beheersmaatregelen als gevolg van de evaluatie aangepast. De genomen beheersmaatregelen, aanpassingen in de beheersmaatregelen en de gevolgen hiervan voor beleggers worden verantwoord in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Marktrisico De koersen van financiële instrumenten waarin wordt belegd kunnen, wereldwijd of specifiek op de markten waarin wordt belegd, dalen of stijgen. Deze daling of stijging kan optreden door bijvoorbeeld de veranderde economische, politieke, marktomstandigheden of marktomstandighedenverwachtingen alsmede door een veranderde individuele landen- of bedrijfssituatie. 21
Portefeuillerisico Dit risico ontstaat als gevolg van de gemaakte beleggingskeuzen door de vermogensbeheerder(s) in de portefeuille. De waarde van de onderliggende financiële instrumenten fluctueert soms aanzienlijk afhankelijk van de activiteiten en resultaten van de afzonderlijke ondernemingen en/of van de algemene markt- en economische omstandigheden. Concentratierisico Door te beleggen in onder meer hetzelfde land, dezelfde regio, dezelfde sector, bij dezelfde debiteuren of combinaties hiervan, is de spreiding van de beleggingsportefeuille beperkt. De oorzaak van de concentratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het beleggingsbeleid. Een beperkter beleggingsuniversum (b.v. een belegging in Nederland) leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum (b.v. een belegging in de Eurozone of een wereldwijde belegging). Door het concentratierisico kunnen bepaalde gebeurtenissen die de financiële instrumenten raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille dan bij een minder geconcentreerde beleggingsportefeuille. Valutakoersrisico De waardeontwikkeling van de belegging waarin wordt belegd kan worden beïnvloed door valutakoersschommelingen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen direct en indirect valutakoersrisico. Van direct valutakoersrisico is sprake indien de financiële instrumenten waarin wordt belegd, in een vreemde valuta zijn genoteerd. Hierdoor kan een verandering in de koers van een vreemde valuta ten opzichte van de euro een negatief of positief effect hebben op de beleggingen en de dividenden van het Fonds. Van indirect valutakoersrisico is sprake als er wordt belegd in financiële instrumenten van ondernemingen die hun resultaten (deels) buiten de eurozone realiseren. Liquiditeitsrisico Het is mogelijk dat een transactie (aan- of verkoop van een financieel instrument) als gevolg van het ontbreken van voldoende verhandelbaarheid niet of niet tegen een acceptabele prijs kan worden uitgevoerd. Hierdoor kan er een verlies van waarde van het financiële instrument optreden. Risico van het gebruik van derivaten Conform het beleggingsbeleid kunnen derivaten gebruikt worden. Derivaten kennen specifieke risico’s. Verschillende factoren hebben invloed op de waarde van een derivaat. De waarde van een derivaat kan relatief veel stijgen of dalen bij een kleine koersontwikkeling. Ook is de waarde afhankelijk van de tegenpartij en de omvang van de markt. Daarbij kan er sprake zijn van subjectieve waarderingen, omdat veel derivaten niet via officiële beurzen worden verhandeld. Tevens is de waarde van derivaten afhankelijk van de mate en omvang van de hefboomfinanciering, zoals opgenomen in de paragraaf hefboomfinanciering, waardoor de gevoeligheid van de Pool voor marktbewegingen wordt vergroot. Fiscaal risico Gedurende het bestaan van de Vennootschap bestaat de mogelijkheid dat het fiscale regime in ongunstige zin verandert of dat de Vennootschap niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, waardoor de waarde van de beleggingsportefeuille en/of de waarde van het eigen vermogen van een Fonds of Pool negatief wordt beïnvloed. Ook bestaat de kans dat de aanpassing in de wet of wetsinterpretatie al dan niet met terugwerkende kracht wordt doorgevoerd. Het is daardoor mogelijk dat additionele belastingen verschuldigd worden, inclusief eventuele bronheffingen met betrekking tot betaalbaar gestelde dividenden of rente. 22
Risico van inflatie Door veranderingen in de inflatie (geldontwaarding) kan de waarde van de beleggingen worden beïnvloed. Een inflatiestijging betekent dat het geld minder waard wordt. In het algemeen geldt dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen, vastgoed e.d.) de geldontwaarding op de langere termijn kan worden gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement dan wanneer belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). In de koers van vastrentende waarden is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. De beleggingsopbrengsten van vastrentende waarden kunnen echter onvoldoende zijn voor de compensatie van de werkelijke inflatie. Risico van afwikkeling bij effectentransacties Een afwikkeling via een betalingssysteem kan niet plaatsvinden zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de verkochte respectievelijk gekochte financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht plaatsvindt (settlement risk). Kredietwaardigheidrisico De waarde van de financiële instrumenten, waarin door het Fonds wordt belegd kan worden, beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende landen, lagere overheden, bedrijven of instellingen (zijnde de debiteuren). Dit houdt in dat het risico door het Fonds kan worden gelopen als het desbetreffende land, lagere overheid, bedrijf of instelling niet aan zijn (financiële) verplichtingen kan voldoen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat een financieel instrument met een lagere kredietwaardigheid moeilijker te verkopen is en/of dat de waarde van het financiële instrument waarin door het Fonds wordt belegd meer kan fluctueren. Kredietrisico Landen, lagere overheden, bedrijven, instellingen of een tegenpartij kunnen in gebreke blijven. Dit risico wordt zoveel mogelijk beperkt door strenge selectiecriteria te hanteren bij het selecteren van een land, lagere overheid, bedrijf, instelling of een tegenpartij. Daarbij zal bij aan- en verkooptransacties in het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Bewaarrisico De financiële instrumenten worden in bewaring gegeven bij een (onder)bewaarnemer. Hierbij kan het risico worden gelopen dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de (onder)bewaarnemer, verlies optreedt van in het in bewaring gegeven activa. Verminderde verhandelbaarheid van de rechten van deelneming De inkoop van aandelen van een fonds zal door de Beheerder kunnen worden opgeschort indien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, zich een bijzondere omstandigheid voordoet die dat rechtvaardigt. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan zijn dat het Fonds door de inkoop niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, door de inkoop in strijd zou worden gehandeld met enige wettelijke bepaling of het beleggingsbeleid, of in redelijkheid verwacht kan worden dat voortzetting van de inkoop van aandelen van het Fonds tot gevolg kan hebben dat de belangen van de bestaande deelnemers van het Fonds onevenredig geschaad worden. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan ook zijn dat, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, de liquiditeitspositie van het Fonds zulke inkoop niet toestaat en bovendien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, een voor inkoop benodigde verkoop van fondswaarden, gelet op de daarbij van belang zijnde marktomstandigheden, daaronder begrepen de mogelijk te realiseren verkoopopbrengst(en), onverantwoord of onmogelijk is. Indien inkoop wordt opgeschort zal de Beheerder zo spoedig mogelijk nadien de aandeelhouders van het Fonds in staat stellen de desbetreffende aandelen te doen inkopen. 23
Risico erosie Fondsvermogen De Vennootschap heeft de status van fiscale beleggingsinstelling. Teneinde deze status te kunnen behouden dient onder meer jaarlijks aan de zogenoemde doorstootverplichting te worden voldaan. De doorstootverplichting is de op basis van de wettelijke bepalingen en de gekozen systematiek berekende dividenduitkering. Globaal is de doorstootverplichting de door het fonds genoten passieve inkomsten (dividenden en rentes) verminderd met een evenredig deel van het door het fonds gemaakte kosten. De fiscale jaarwinst kan onder omstandigheden hoger uitkomen dan de winst zoals deze op grond van de regels die gelden bij het opstellen van de statutaire jaarrekening, wordt berekend. Hierdoor kan onder omstandigheden de situatie ontstaan dat meer dividend wordt uitgekeerd dan het jaarresultaat, dit zal echter indien mogelijk worden voorkomen. Mocht de situatie zich echter voordoen is het mogelijk dat het vermogen van de beleggingsinstelling door een dividenduitkering meer afneemt dan de omvang van de jaarwinst. Risico ongedeeld Fondsvermogen De Vennootschap is één juridische entiteit met een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Fonds gevolgen kan hebben voor de andere Fondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in het geval van vereffening van een Fonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt omgeslagen over de andere Fondsen. Gezien de aard van de beleggingen en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van ieder Fonds overwegend met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten.
Kosten en vergoedingen De kosten met betrekking tot het beleggen in de Fondsen zijn onder te verdelen in Deelnamekosten en Fondskosten. Deelnamekosten Dit betreffen de kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen (de op- en afslag) en de kosten bij aankoop, verkoop en switchen via de beleggersgiro. Indien u deelneemt anders dan via de beleggersgiro, kan er sprake zijn van een andere kostenstructuur. Wij verwijzen u hiervoor naar de voorwaarden van uw eigen bank. Kosten bij uitgifte en inkoop (op- en afslag) Zoals beschreven in het Basisprospectus onder de kop ‘Inkoop en uitgifte van aandelen’ wordt een op- en afslag in rekening gebracht op de intrinsieke waarde van het Fonds. Voor het Achmea Eurolanden Aandelenfonds bedraagt de op- en afslag 0,271%. Kosten bij aankoop, verkoop en switchen (via de beleggersgiro) De hieronder vermelde kosten zijn verschuldigd indien in het Achmea Eurolanden Aandelenfonds wordt deelgenomen via de door Stichting Achmea Beleggersgiro aangeboden beleggersgiro. Aankoopkosten: Voor aankoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten hoogste een half procent (0,50%) van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag als kosten in rekening. Verkoopkosten: Voor verkoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten hoogste een half procent (0,50%) van de door de Stichting ontvangen koopprijs als kosten in rekening. 24
Switchkosten: Voor het switchen tussen de Fondsen worden maximaal de volgende kosten in rekening gebracht: »
0,25% van de door de Stichting ontvangen koopprijs én vervolgens
»
0,25% van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag.
Fondskosten Algemeen Hieronder worden de kosten en vergoedingen op fondsniveau over het boekjaar 2014 vermeld. Deze kosten (m.u.v. de kosten van de beheervergoeding en de kosten van administratie) zullen naar verwachting en bijzondere omstandigheden voorbehouden, in de volgende boekjaren in dezelfde lijn liggen (aangepast voor eventuele inflatie). De hoogte van de kosten de beheervergoeding en de administratie is afhankelijk van de waarde van het vermogen van het desbetreffende Fonds. Het voorgaande is echter geen garantie dat die kosten in 2015 of volgende boekjaren niet (substantieel) hoger zullen zijn omdat niet alle kosten door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed. Daar waar deze wel door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed, kan in het belang van de aandeelhouders van Achmea Beleggingsfondsen N.V. respectievelijk het Fonds besluiten genomen worden die tot gevolg hebben dat de kosten hoger zijn. In de jaarrekening en het halfjaarbericht van Achmea Beleggingsfondsen N.V. worden de daadwerkelijk gemaakte kosten verantwoord. Daar waar voor de in deze paragraaf vermelde kosten een btw verplichting bestaat, is deze in de betreffende cijfers opgenomen. De kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V en zijn direct toe te rekenen aan het Achmea Eurolanden Aandelenfonds. De kosten komen ten laste van het vermogen van het Achmea Eurolanden Aandelenfonds. Lopende kosten factor De Lopende kosten factor (hierna: Lopende kosten) laat bij een beleggingsfonds zien wat de kosten zijn van dit Fonds en wordt als percentage van de gemiddelde netto intrinsieke waarde van een Fonds uitgedrukt. In deze Lopende kosten worden de transactiekosten en de interestkosten buiten beschouwing gelaten. De kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers (voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen) worden eveneens niet meegenomen in de Lopende kosten. De Lopende kosten worden na afloop van het boekjaar vastgesteld en worden berekend door de totale kosten in het betreffende Fonds en aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool, waarin het betreffende Fonds belegt, te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde. De gemiddelde intrinsieke waarde wordt berekend door gedurende de verslagperiode de afgegeven intrinsieke waarden bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal maal dat de intrinsieke waarden zijn afgegeven. De Lopende kosten worden berekend in overeenstemming met de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. Op de volgende pagina is een overzicht weergegeven hoe de Lopende kosten van het Achmea Eurolanden Aandelenfonds over het boekjaar 2014 zijn samengesteld. Een toelichting op de kosten is na de tabel opgenomen.
25
Kosten
Boekjaar 2014
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool, waarvan toegerekend aan het Fonds: 1.
Uitbestedingskosten
a.
Vermogensbeheervergoeding
2.
Overige kosten op niveau Achmea Beleggingspool
a.
Overige bedrijfslasten
€ €
47.314
€
0
b.
Kosten bewaring en settlement
€
c.
Kosten van de Bewaarder
€
47.314
1.356 533
€
1.889 €
Aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool
49.203
De kostenratio van de Achmea Beleggingspool bedraagt:
0,18%
Kosten ten laste van het Fonds 3.
€ 195.955
Beheervergoeding
4.
Overige kosten
a.
Oprichtingskosten van Achmea Beleggingsfondsen N.V.
b.
Kosten van de (externe) accountant
€
3.820
c.
Kosten van het toezicht op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft)
€
2.870
d.
Kosten van beursnotering
€
6.673
€
3.979
Zijn reeds afgeschreven
e.
Overige bedrijfslasten
f.
Kosten van de Bewaarder
€
g.
Marketingkosten
Niet van toepassing
h.
Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds
921 €
0 €
5.
18.262
Uitbestedingskosten
a. de kosten voor de uitbesteding van de administratie en de berekening van de intrinsieke waarde
Zie post 3, Beheervergoeding
€ 214.217
Totale kosten ten laste van het Fonds: De kosten van het Fonds bedraagt in percentage:
0,80%
Lopende kosten Achmea Eurolanden Aandelenfonds
0,97%
26
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool 1. Uitbestedingskosten a. Vermogensbeheervergoeding: Het gehele vermogen van het Achmea Eurolanden Aandelenfonds wordt belegd in participaties van de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro. Het vermogensbeheer van de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro is uitbesteed aan F&C Netherlands. Binnen de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro wordt 0,170% per jaar aan de vermogensbeheerder voldaan. De vermogensbeheervergoeding wordt in maandtermijnen verrekend van het belegd vermogen van de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro en worden dagelijks in de intrinsieke waarde van het Fonds verrekend. Deze kosten zijn vrijgesteld van btw. Het hierboven genoemde percentage kan op jaarbasis door verschuivingen van vermogens tussen de diverse vermogensbeheerder licht afwijken. Deze kosten worden verantwoord onder de Lopende kosten. 2. Overige bedrijfslasten a. Bankkosten De overige bedrijfslasten op het niveau van de Achmea Beleggingspool betreffen bankkosten. Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. b. Kosten bewaring De activiteiten op het gebied van bewaring (custodianfunctie) van de effecten, waar de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro in belegt, zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten komen ten laste van de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro. Onder de custodianfunctie vallen, naast het bewaren van effecten, onder meer het afwikkelen van orders, verzorgen van buitenlandse belastingteruggave en corporate actions. Onder corporate actions vallen o.a. het verwerken van rente en dividendbetalingen, class actions (afwikkelen van opgelegde boetes aan bedrijven) en aandelensplitsing. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. c. Kosten van de bewaarder De activa van de Achmea Beleggingspool worden sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van de Achmea Beleggingspool en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus. De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
Kosten ten laste van het Fonds 3. Beheervergoeding De Beheerder maakt kosten voor het beheer van het fondsvermogen. Hiervoor ontvangt de Beheerder van Achmea Beleggingsfondsen N.V. een beheervergoeding. Deze beheervergoeding gaat ten laste van het Fonds en wordt berekend over het vermogen van het Fonds aan het einde van elke maand. De vergoeding wordt maandelijks in rekening gebracht en bedraagt 0,0606% per maand (0,727% op jaarbasis). De beheervergoeding wordt dagelijks in de intrinsieke waarde van het Fonds verrekend. Met betrekking tot de beheervergoeding is geen btw verschuldigd.
27
De beheervergoeding wordt o.a. gebruikt voor de volgende diensten ten behoeve van Achmea Beleggingsfondsen N.V.: »
Directievoering
»
(Financiële) administratie: De administratie van de Achmea Beleggingsfondsen en de Achmea Beleggingspools is door de Beheerder uitbesteed aan BNY Mellon. De administratieactiviteiten hebben o.a. betrekking op de berekening van de intrinsieke waarde per aandeel, het maken van performanceberekening en het monitoren van de mandaatrichtlijnen. De kosten van deze uitbesteding worden door de Beheerder uit deze beheervergoeding betaald.
»
Kosten van de Beheerder Deze kosten hebben o.a. betrekking op het gebied van juridische zaken, assetmanagement, productontwikkeling, het maken van (half)jaarverslagen, prospectussen en factsheets.
4. Overige kosten Onderstaande kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V. Kosten en lasten die niet specifiek zijn toe te rekenen aan één Fonds worden ten laste gebracht van alle Fondsen waarvan de aandelen uitstaan naar rato van de waarde van het vermogen van de Fondsen per de laatste dag van de kalendermaand. a. Oprichtingskosten van de Vennootschap De Vennootschap is opgericht in het jaar 2000. Deze kosten zijn reeds afgeschreven. b. Kosten van de (externe) accountant Deze kosten worden in rekening gebracht ten behoeve van het controleren van de jaarrekening, prospectus en overige activiteiten. Deze kosten worden gedeclareerd op basis van het aantal gewerkte uren en zijn inclusief btw. c. Kosten van het toezicht op grond van de Wft Zowel de AFM als de DNB houden toezicht op beleggingsinstellingen en brengen daarvoor ieder jaar kosten in rekening. Er zijn twee soorten heffingen: 1.Heffingen voor het uitvoeren van een specifieke verrichting, zoals bijvoorbeeld het verlenen van vergunningen en ontheffingen. Dit is een vast bedrag per type prestatie dat jaarlijks wordt vastgesteld. 2.Heffingen voor het doorlopend toezicht. Dit kan een vast bedrag zijn al dan niet aangevuld met een variabel bedrag op basis van een zogenaamde heffingsmaatstaf. De Beheerder moet ook periodiek informatie verstrekken aan de toezichthouders. In hoofdlijnen moet een beheerder rapporteren over: 1.
de voornaamste instrumenten waarin hij transacties heeft verricht, uitgesplitst in onder meer soorten financiële instrumenten en andere activa, de geografische gebieden en sectoren.
2.
de voornaamste categorieën activa waarin per beleggingsinstelling is belegd, inclusief marktwaarde, omzet en rendement tijdens de rapportageperiode.
3.
de markten waarvan hij lid is of waarop hij actief handelt.
4.
de spreiding binnen de portefeuilles van beleggingsinstellingen met onder meer een opgave van de tien voornaamste posities en vijf belangrijkste concentraties. 28
5.
het huidige risicoprofiel van de beheerde beleggingsinstellingen en de risicobeheersystemen waarmee de beheerder het marktrisico, het liquiditeitsrisico, het tegenpartijrisico en andere risico’s beheerst.
6.
de resultaten van de verplicht periodiek, tenminste jaarlijks, uitgevoerde stress-tests ter bepaling van de beleggings- en liquiditeitsrisico’s.
7.
eventuele nieuwe regelingen voor het beheer van de liquiditeit van de beleggingsinstelling.
8.
de mate van leverage en de wijze waarop deze leverage is gefinancierd (indien van toepassing).
De kosten van het toezicht zijn, evenals andere wettelijke heffingen, vrijgesteld van btw. d. Kosten beursnotering De kosten van beursnotering hebben betrekking op: »
De noteringskosten van de Fondsen aan Euronext Amsterdam. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
De kosten van de activiteiten uitgevoerd door ABN AMRO Bank N.V. ABN AMRO Bank N.V. onderhoudt de contacten met Euroclear Nederland als er een wijziging plaatsvindt in het aantal aandelen opgenomen in het systeem van Euroclear Nederland als gevolg van inkoop of uitgifte van aandelen. Hieraan zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
Activiteiten uitgevoerd door de Fundagent (is verantwoordelijk voor om de aan- en verkoopopdrachten zoals die zijn ingelegd in het beursorderboek te beoordelen en te accepteren) en Listing agent (o.a. belast met de verzorging van de notering van de aandelen op Euronext Amsterdam) worden uitgevoerd door Rabo Securities. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
e. Overige bedrijfslasten Deze kosten betreffen voornamelijk: »
Bankkosten: Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen.
»
Contributie voor de Dutch Fund and Asset Management Association ('DUFAS'): DUFAS is een belangenvereniging van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen.
»
Advertentiekosten: Zoals aangegeven in het Basisprospectus kan Achmea Beleggingsfondsen N.V. mededelingen doen en periodiek informatie verstrekken door middel van publicaties op de website van de Beheerder: www.achmeabeleggingsfondsen.nl.
Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. f.
Kosten van de Bewaarder De activa van het Fonds wordt sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van het Fonds en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus.
De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. g. Marketingskosten De marketingkosten die samenhangen met het aanbieden van de Fondsen worden gedragen door de aanbieders van de Fondsen en worden niet ten laste gebracht van de Vennootschap.
29
h. Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds Kosten van bewaring van de uitgegeven aandelen van het Achmea Eurolanden Aandelenfonds. Deze activiteiten zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. 5. Uitbestedingskosten a. De administratie en de berekening van de intrinsieke waarde van het Fonds is door de Beheerder uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn opgenomen in de beheervergoeding, zoals vermeld bij punt 3 (kosten ten laste van het Fonds, beheervergoeding). Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten? Onderstaande kosten zijn niet in de Lopende kosten opgenomen, maar worden in rekening gebracht ten laste van het resultaat van het Fonds: 1) Transactiekosten 2) Interestkosten 3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover niet gedekt uit de ontvangen op- en afslagen 1) Transactiekosten
De transactiekosten hebben betrekking op het maken van kosten door de Achmea Beleggingspool bij het aankopen en verkopen van de financiële instrumenten (aandelen, obligaties e.d.). Dit kunnen kosten zijn op het gebied van belastingen, kosten van de (effecten)makelaar, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De transactiekosten over het boekjaar 2014 voor de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro bedragen € 256.842. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen. Dit komt omdat veelal de transactiekosten verwerkt zijn in de (bruto)prijs van het financiële instrument. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te voorspellen omdat dit sterk afhankelijk is van het sentiment op de financiële markten. Ook kunnen marktomstandigheden grote invloed hebben op het aantal beleggings- transacties en hiermee op de hoogte van de transactiekosten. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat. 2) Interestkosten
Het al dan niet tijdelijk beleggen in liquiditeiten kan onderdeel zijn van de beleggingsstrategie van het Fonds. De baten en lasten (een lening leidt tot interestkosten voor het Fonds), veroorzaakt door het aanhouden van liquiditeiten, worden ten laste van het resultaat geboekt en worden niet verantwoord in de Lopende kosten. 3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden
Het beleid is dat de kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers worden gedekt uit de op- en afslagen, zoals is vastgelegd in het Basisprospectus. Voor zover de op- en afslagen de werkelijke transactiekosten overtreffen of niet dekken, worden deze ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht en worden niet verantwoord in de Lopende kosten. Overzicht Lopende kosten Hieronder wordt een overzicht gegeven van de Lopende kosten (tot het jaar 2014 Total Expense Ratio 30
geheten) over de jaren 2002 tot en met 2014. Tevens wordt de verwachting voor het jaar 2015 vermeld. De verwachte Lopende kosten voor het jaar 2015 zijn slechts een schatting, gebaseerd op historische gegevens en toekomstige verwachtingen. Toekomstige marktomstandigheden zullen op de uiteindelijke uitkomst over 2015 en volgende jaren van invloed zijn. 2002:
2,36%
2003:
1,07%
2004:
1,04%
2005:
0,99%
2006:
0,99%
2007:
0,99%
2008:
1,11%
2009:
1,28%
2010:
1,28%
2011:
1,30%
2012:
1,27%
2013:
1,27%
2014:
0,98%
verwachting 2015: 1,01%
Achmea Eurolanden Aandelenfonds Lopende kosten per boekjaar 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00%
Vergelijkend overzicht Hieronder is een vergelijkend overzicht opgenomen van de ontwikkeling van het vermogen en de baten en lasten van de beleggingen van het Achmea Eurolanden Aandelenfonds (inclusief Beleggingspool Achmea Aandelen Euro). Bedragen x € 1000 Inkomsten uit beleggingen Kosten Waardeveranderingen Totaal Beleggingsresultaat Eigen Vermogen
2010
2011
2012
2013
2014
992
1.047
843
792
750
381
358
304
324
263
-702 -4.518
4.533
5.000
194
-91 -3.829
5.071
5.468
681
29.743 23.603 25.250 27.084 26.078
31
Achmea Eurolanden Aandelenfonds Eigen Vermogen per boekjaar (bedragen x € 1.000) 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2010
2011
2012
2013
2014
Jaarrendementen De onderstaande jaarrendementen zijn gebaseerd op de intrinsieke waarde zoals gepubliceerd in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Vanaf het jaar 2010 is het rendement weergegeven inclusief eventueel uitgekeerd dividend. Jaar 2002
-35,88%
Jaar 2008
-46,72%
Jaar 2003
16,34%
Jaar 2009
26,84%
Jaar 2004
7,56%
Jaar 2010
-0,28%
Jaar 2005
26,97%
Jaar 2011
-13,75%
Jaar 2006
18,89%
Jaar 2012
23,08%
Jaar 2007
8,18%
Jaar 2013
23,62%
Jaar 2014 2,54%
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Achmea Eurolanden Aandelenfonds Behaald jaarrendement op basis van intrinsieke waarde 40,00% 20,00% 0,00%
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
-20,00% -40,00% -60,00%
.
32
Achmea Wereld Aandelenfonds (serie 3) Inleiding Internationale spreiding van aandelenbeleggingen biedt de belegger grote voordelen. In praktijk blijkt dat door internationale spreiding een aanmerkelijke risicoreductie kan worden bewerkstelligd. Internationaal beleggen vereist echter wel dat de belegger goed op de hoogte is van de ontwikkelingen op de internationale beurzen en van de wereldeconomie. Veel relevante informatie, met name op bedrijfstak- en ondernemingsniveau, is evenwel niet tijdig voor iedereen voorhanden. Tevens vereist een juiste interpretatie van mondiale economische ontwikkelingen, naast een grote mate van kennis, een aanzienlijke tijdsinvestering. Het ontbreekt veel beleggers dan ook aan de mogelijkheid om een internationale aandelenportefeuille op professionele wijze te beheren. Daarnaast speelt het kostenaspect bij het internationaal beleggen een rol. Het Achmea Wereld Aandelenfonds belegt in de “Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld”. Wij verwijzen u ter zake van de wijze van deelname en de gevolgen van de deelname in deze Beleggingspool naar het Basisprospectus van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Loop geen onnodig risico. Lees de Essentiële Beleggersinformatie. Door deelname in het Achmea Wereld Aandelenfonds verkrijgt de belegger tegen relatief lage kosten een belang in een professioneel beheerde, goed gespreide aandelenportefeuille van ondernemingen over de wereld.
Beleggingsbeleid Het Achmea Wereld Aandelenfonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld” in ondernemingen genoteerd in ontwikkelde landen in hoofdzakelijk de eurozone, Noord-Amerika en het Verre Oosten (inclusief Japan). Bij de samenstelling van de portefeuille wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling over de verschillende sectoren en regio’s, waarbij wel duidelijke accenten worden aangebracht. De selectie van de individuele ondernemingen vindt met name plaats op basis van fundamentele factoren zoals: ondernemingsstrategie, competitieve en financiële slagkracht, kwaliteit van het management, winstgevendheid, groeiperspectieven en superieure technologie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de MSCI World Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. » Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures. » Liquiditeiten zijn toegestaan. De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam dat gericht onderzoek doet naar ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macro-economie en de invloeden daarvan op de aandelenmarkten wereldwijd. Hefboomfinanciering In deze paragraaf verstrekken wij u informatie of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in de Achmea Beleggingspool, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan 33
wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. Uitgangspunt is dat in het Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van het Fonds, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van in- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor het Fonds gemaximeerd op 150%.
Risico’s Algemeen De mogelijkheid bestaat dat uw belegging in waarde stijgt. Het is echter ook mogelijk dat uw belegging weinig tot geen inkomsten zal genereren en dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel of ten dele verloren gaat. De waardeontwikkeling van de belegging is namelijk afhankelijk van fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd. Deze fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten zijn het gevolg van ontwikkelingen op de kapitaal-, effecten-, valuta- en goederenmarkten. De koers en de waarde van de beleggingen van het Fonds worden door deze fluctuaties beïnvloed met als gevolg dat de (intrinsieke) waarde (in euro) van het Fonds kan dalen. Hieronder wordt nader ingegaan op de risico’s, in volgorde van relevantie, die de koers van het Fonds en de waarde van de financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd kunnen beïnvloeden. Elk kwartaal beoordeelt de Beheerder de risico’s met behulp van het “kans maal impactmodel”. Dit houdt in dat per genoemd risico beoordeeld wordt hoe groot de kans is dat het risico optreedt en wat de impact hiervan is op de koers van het Fonds. De eerst vijf van de onderstaande vermelde risico’s zijn het meest van belang voor het Fonds. Voor het Fonds is een Essentiële Beleggersinformatie opgesteld waarin het risico- en opbrengstprofiel wordt weergegeven door middel van een risicometer. De Essentiële Beleggersinformatie is te vinden op de website van de Beheerder, www.achmeabeleggingsfondsen.nl. Ten aanzien van de risico’s die zich voordoen worden zo mogelijk beheersmaatregelen getroffen. Deze beheersmaatregelen worden continu geëvalueerd met als doel een optimale verhouding tussen rendement en risico te bereiken. Indien noodzakelijk worden de beheersmaatregelen als gevolg van de evaluatie aangepast. De genomen beheersmaatregelen, aanpassingen in de beheersmaatregelen en de gevolgen hiervan voor beleggers worden verantwoord in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Marktrisico De koersen van financiële instrumenten waarin wordt belegd kunnen, wereldwijd of specifiek op de markten waarin wordt belegd, dalen of stijgen. Deze daling of stijging kan optreden door bijvoorbeeld de veranderde economische, politieke, marktomstandigheden of marktomstandighedenverwachtingen alsmede door een veranderde individuele landen- of bedrijfssituatie. 34
Valutakoersrisico De waardeontwikkeling van de belegging waarin wordt belegd kan worden beïnvloed door valutakoersschommelingen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen direct en indirect valutakoersrisico. Van direct valutakoersrisico is sprake indien de financiële instrumenten waarin wordt belegd, in een vreemde valuta zijn genoteerd. Hierdoor kan een verandering in de koers van een vreemde valuta ten opzichte van de euro een negatief of positief effect hebben op de beleggingen en de dividenden van het Fonds. Van indirect valutakoersrisico is sprake als er wordt belegd in financiële instrumenten van ondernemingen die hun resultaten (deels) buiten de eurozone realiseren. Portefeuillerisico Dit risico ontstaat als gevolg van de gemaakte beleggingskeuzen door de vermogensbeheerder(s) in de portefeuille. De waarde van de onderliggende financiële instrumenten fluctueert soms aanzienlijk afhankelijk van de activiteiten en resultaten van de afzonderlijke ondernemingen en/of van de algemene markt- en economische omstandigheden. Concentratierisico Door te beleggen in onder meer hetzelfde land, dezelfde regio, dezelfde sector, bij dezelfde debiteuren of combinaties hiervan, is de spreiding van de beleggingsportefeuille beperkt. De oorzaak van de concentratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het beleggingsbeleid. Een beperkter beleggingsuniversum (b.v. een belegging in Nederland) leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum (b.v. een belegging in de Eurozone of een wereldwijde belegging). Door het concentratierisico kunnen bepaalde gebeurtenissen die de financiële instrumenten raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille dan bij een minder geconcentreerde beleggingsportefeuille. Liquiditeitsrisico Het is mogelijk dat een transactie (aan- of verkoop van een financieel instrument) als gevolg van het ontbreken van voldoende verhandelbaarheid niet of niet tegen een acceptabele prijs kan worden uitgevoerd. Hierdoor kan er een verlies van waarde van het financiële instrument optreden. Risico van het gebruik van derivaten Conform het beleggingsbeleid kunnen derivaten gebruikt worden. Derivaten kennen specifieke risico’s. Verschillende factoren hebben invloed op de waarde van een derivaat. De waarde van een derivaat kan relatief veel stijgen of dalen bij een kleine koersontwikkeling. Ook is de waarde afhankelijk van de tegenpartij en de omvang van de markt. Daarbij kan er sprake zijn van subjectieve waarderingen, omdat veel derivaten niet via officiële beurzen worden verhandeld. Tevens is de waarde van derivaten afhankelijk van de mate en omvang van de hefboomfinanciering, zoals opgenomen in de paragraaf hefboomfinanciering, waardoor de gevoeligheid van de Pool voor marktbewegingen wordt vergroot. Fiscaal risico Gedurende het bestaan van de Vennootschap bestaat de mogelijkheid dat het fiscale regime in ongunstige zin verandert of dat de Vennootschap niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, waardoor de waarde van de beleggingsportefeuille en/of de waarde van het eigen vermogen van een Fonds of Pool negatief wordt beïnvloed. Ook bestaat de kans dat de aanpassing in de wet of wetsinterpretatie al dan niet met terugwerkende kracht wordt doorgevoerd. Het is daardoor mogelijk dat additionele belastingen verschuldigd worden, inclusief eventuele bronheffingen met betrekking tot betaalbaar gestelde dividenden of rente. 35
Risico van inflatie Door veranderingen in de inflatie (geldontwaarding) kan de waarde van de beleggingen worden beïnvloed. Een inflatiestijging betekent dat het geld minder waard wordt. In het algemeen geldt dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen, vastgoed e.d.) de geldontwaarding op de langere termijn kan worden gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement dan wanneer belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). In de koers van vastrentende waarden is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. De beleggingsopbrengsten van vastrentende waarden kunnen echter onvoldoende zijn voor de compensatie van de werkelijke inflatie.
Risico van afwikkeling bij effectentransacties Een afwikkeling via een betalingssysteem kan niet plaatsvinden zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de verkochte respectieve- lijk gekochte financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht plaatsvindt (settlement risk). Kredietwaardigheidrisico De waarde van de financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd kan worden beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende landen, lagere overheden, bedrijven of instellingen (zijnde de debiteuren). Dit houdt in dat het risico door het Fonds kan worden gelopen als het desbetreffende land, lagere overheid, bedrijf of instelling niet aan zijn (financiële) verplichtingen kan voldoen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat een financieel instrument met een lagere kredietwaardigheid moeilijker te verkopen is en/of dat de waarde van het financiële instrument waarin door het Fonds wordt belegd meer kan fluctueren. Kredietrisico Landen, lagere overheden, bedrijven, instellingen of een tegenpartij kunnen in gebreke blijven. Dit risico wordt zoveel mogelijk beperkt door strenge selectiecriteria te hanteren bij het selecteren van een land, lagere overheid, bedrijf, instelling of een tegenpartij. Daarbij zal bij aan- en verkooptransacties in het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Bewaarrisico De financiële instrumenten worden in bewaring gegeven bij een (onder)bewaarnemer. Hierbij kan het risico worden gelopen dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de (onder)bewaarnemer, verlies optreedt van in het in bewaring gegeven activa. Verminderde verhandelbaarheid van de rechten van deelneming De inkoop van aandelen van een fonds zal door de Beheerder kunnen worden opgeschort indien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, zich een bijzondere omstandigheid voordoet die dat rechtvaardigt. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan zijn dat het Fonds door de inkoop niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, door de inkoop in strijd zou worden gehandeld met enige wettelijke bepaling of het beleggingsbeleid, of in redelijkheid verwacht kan worden dat voortzetting van de inkoop van aandelen van het Fonds tot gevolg kan hebben dat de belangen van de bestaande deelnemers van het Fonds onevenredig geschaad worden. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan ook zijn dat, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, de liquiditeitspositie van het Fonds zulke inkoop niet toestaat en bovendien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, een voor inkoop benodigde verkoop van fondswaarden, gelet op de daarbij van belang zijnde marktomstandigheden, daaronder begrepen de mogelijk te realiseren verkoopopbrengst(en), onverantwoord of onmogelijk is. Indien inkoop wordt opgeschort zal de Beheerder zo spoedig mogelijk 36
nadien de aandeelhouders van het Fonds in staat stellen de desbetreffende aandelen te doen inkopen. Risico erosie Fondsvermogen De Vennootschap heeft de status van fiscale beleggingsinstelling. Teneinde deze status te kunnen behouden dient onder meer jaarlijks aan de zogenoemde doorstootverplichting te worden voldaan. De doorstootverplichting is de op basis van de wettelijke bepalingen en de gekozen systematiek berekende dividenduitkering. Globaal is de doorstootverplichting de door het fonds genoten passieve inkomsten (dividenden en rentes) verminderd met een evenredig deel van het door het fonds gemaakte kosten. De fiscale jaarwinst kan onder omstandigheden hoger uitkomen dan de winst zoals deze op grond van de regels die gelden bij het opstellen van de statutaire jaarrekening, wordt berekend. Hierdoor kan onder omstandigheden de situatie ontstaan dat meer dividend wordt uitgekeerd dan het jaarresultaat, dit zal echter indien mogelijk worden voorkomen. Mocht de situatie zich echter voordoen is het mogelijk dat het vermogen van de beleggingsinstelling door een dividenduitkering meer afneemt dan de omvang van de jaarwinst. Risico ongedeeld Fondsvermogen De Vennootschap is één juridische entiteit met een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Fonds gevolgen kan hebben voor de andere Fondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in het geval van vereffening van een Fonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt omgeslagen over de andere Fondsen. Gezien de aard van de beleggingen en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van ieder Fonds overwegend met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten.
Kosten en vergoedingen De kosten met betrekking tot het beleggen in de Fondsen zijn onder te verdelen in Deelnamekosten en Fondskosten. Deelnamekosten Dit betreffen de kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen (de op- en afslag) en de kosten bij aankoop, verkoop en switchen via de beleggersgiro. Indien u deelneemt anders dan via de beleggersgiro, kan er sprake zijn van een andere kostenstructuur. Wij verwijzen u hiervoor naar de voorwaarden van uw eigen bank. Kosten bij uitgifte en inkoop (op- en afslag) Zoals beschreven in het Basisprospectus onder de kop ‘Inkoop en uitgifte van aandelen’ wordt een op- en afslag in rekening gebracht op de intrinsieke waarde van het Fonds. Voor het Achmea Wereld Aandelenfonds bedraagt de op- en afslag 0,289%. Kosten bij aankoop, verkoop en switchen (via de beleggersgiro) De hieronder vermelde kosten zijn verschuldigd indien in het Achmea Wereld Aandelenfonds wordt deelgenomen via de door Stichting Achmea Beleggersgiro aangeboden beleggersgiro. Aankoopkosten: Voor aankoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten hoogste een half procent (0,50%) van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag als kosten in rekening. Verkoopkosten: Voor verkoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten 37
hoogste een half procent (0,50%) van de door de Stichting ontvangen koopprijs als kosten in rekening. Switchkosten: Voor het switchen tussen de Fondsen worden maximaal de volgende kosten in rekening gebracht: »
0,25% van de door de Stichting ontvangen koopprijs én vervolgens
»
0,25% van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag.
Fondskosten Algemeen Hieronder worden de kosten en vergoedingen op fondsniveau over het boekjaar 2014 vermeld. Deze kosten (m.u.v. de kosten van de beheervergoeding en de kosten van administratie) zullen naar verwachting en bijzondere omstandigheden voorbehouden, in de volgende boekjaren in dezelfde lijn liggen (aangepast voor eventuele inflatie). De hoogte van de kosten van de beheervergoeding en de administratie is afhankelijk van de waarde van het vermogen van het desbetreffende Fonds. Het voorgaande is echter geen garantie dat die kosten in 2015 of volgende boekjaren niet (substantieel) hoger zullen zijn omdat niet alle kosten door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed. Daar waar deze wel door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed, kan in het belang van de aandeelhouders van Achmea Beleggingsfondsen N.V. respectievelijk het Fonds besluiten genomen worden die tot gevolg hebben dat de kosten hoger zijn. In de jaarrekening en het halfjaarbericht van Achmea Beleggingsfondsen N.V. worden de daadwerkelijk gemaakte kosten verantwoord. Daar waar voor de in deze paragraaf vermelde kosten een btw verplichting bestaat, is deze in de betreffende cijfers opgenomen. De kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V en zijn direct toe te rekenen aan het Achmea Wereld Aandelenfonds. De kosten komen ten laste van het vermogen van het Achmea Wereld Aandelenfonds. Lopende kosten factor De Lopende kosten factor (hierna: Lopende kosten) laat bij een beleggingsfonds zien wat de kosten zijn van dit Fonds en wordt als percentage van de gemiddelde netto intrinsieke waarde van een Fonds uitgedrukt. In deze Lopende kosten worden de transactiekosten en de interestkosten buiten beschouwing gelaten. De kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers (voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen) worden eveneens niet meegenomen in de Lopende kosten. De Lopende kosten worden na afloop van het boekjaar vastgesteld en worden berekend door de totale kosten in het betreffende Fonds en aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool, waarin het betreffende Fonds belegt, te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde. De gemiddelde intrinsieke waarde wordt berekend door gedurende de verslagperiode de afgegeven intrinsieke waarden bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal maal dat de intrinsieke waarden zijn afgegeven. De Lopende kosten worden berekend in overeenstemming met de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. Op de volgende pagina is een overzicht weergegeven hoe de Lopende kosten van het Achmea Wereld Aandelenfonds over het boekjaar 2014 is samengesteld. Een toelichting op de kosten is na de tabel opgenomen.
38
Kosten
Boekjaar 2014
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool, waarvan toegerekend aan het Fonds: 1.
Uitbestedingskosten
a.
Vermogensbeheervergoeding
€
16.653
€
16.653
2.
Overige kosten op niveau Achmea Beleggingspool
a.
Overige bedrijfslasten
€
50-
b.
Kosten bewaring en settlement
3.441
c.
Kosten van de Bewaarder
€ € € €
3.921
Aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool
530
€
20.574
De kostenratio van de Achmea Beleggingspool bedraagt:
0,21%
Kosten ten laste van het Fonds €
3.
Beheervergoeding
4.
Overige kosten
a.
Oprichtingskosten van Achmea Beleggingsfondsen N.V.
b.
Kosten van de (externe) accountant
€
1.310
c.
Kosten van het toezicht op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft)*
€
984
d.
Kosten van beursnotering
€
789
e.
Overige bedrijfslasten
€
19
f.
Kosten van de Bewaarder
g.
Marketingkosten
h.
Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds
5.
67.497
Zijn reeds afgeschreven
921 Niet van toepassing €
0
€
4.023
Uitbestedingskosten
a. de kosten voor de uitbesteding van de administratie en de berekening van de intrinsieke waarde
Zie post 3, Beheervergoeding
€
Totale kosten ten laste van het Fonds:
71.520
De kosten van het Fonds bedraagt in percentage:
0,77%
Lopende kosten Achmea Wereld Aandelenfonds
0,98%
39
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool 1.
Uitbestedingskosten a. Vermogensbeheervergoeding: Het gehele vermogen van het Achmea Wereld Aandelenfonds wordt belegd in participaties van de Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld. Het vermogensbeheer van de Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld is door de Beheerder uitbesteed aan F&C Netherlands B.V. Binnen de Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld wordt 0,17% per jaar aan F&C Netherlands B.V. voldaan. De vermogensbeheervergoeding wordt in maandtermijnen verrekend van het belegd vermogen van de Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld en worden dagelijks in de intrinsieke waarde van het fonds verrekend. Deze kosten zijn vrijgesteld van btw.
2.
Overige bedrijfslasten a. Bankkosten De overige bedrijfslasten op het niveau van de Achmea Beleggingspool betreffen bankkosten. Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. b. Kosten bewaring De activiteiten op het gebied van bewaring (custodianfunctie) van de effecten, waar de Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld in belegt, zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten komen ten laste van de Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld. Onder de custodianfunctie vallen, naast het bewaren van effecten, ondermeer het afwikkelen van orders, verzorgen van buitenlandse belastingteruggave en corporate actions. Onder corporate actions vallen o.a. het verwerken van rente en dividendbetalingen, class actions (afwikkelen van opgelegde boetes aan bedrijven) en aandelensplitsing. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. c.
Kosten van de bewaarder De activa van de Achmea Beleggingspool worden sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van de Achmea Beleggingspool en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus. De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
Kosten ten laste van het Fonds Beheervergoeding De Beheerder maakt kosten voor het beheer van het fondsvermogen. Hiervoor ontvangt de Beheerder
3.
van Achmea Beleggingsfondsen N.V. een beheervergoeding. Deze beheervergoeding gaat ten laste van het Fonds en wordt berekend over het vermogen van het Fonds aan het einde van elke maand. De vergoeding wordt maandelijks in rekening gebracht en bedraagt 0,0608% per maand (0,73% op jaarbasis). De beheervergoeding wordt dagelijks in de intrinsieke waarde van het Fonds verrekend. Met betrekking tot de beheervergoeding is geen btw verschuldigd. De beheervergoeding wordt o.a. gebruikt voor de volgende diensten ten behoeve van Achmea Beleggingsfondsen N.V.: »
Directievoering
»
(Financiële) administratie: De administratie van de Achmea Beleggingsfondsen en de Achmea Beleggingspools is door de Beheerder uitbesteed aan BNY Mellon. De administratieactiviteiten hebben o.a. betrekking op de 40
berekening van de intrinsieke waarde per aandeel, het maken van performanceberekening en het monitoren van de mandaatrichtlijnen. De kosten van deze uitbesteding worden door de Beheerder uit deze beheervergoeding betaald. »
Kosten van de Beheerder: Deze kosten hebben o.a. betrekking op het gebied van juridische zaken, assetmanagement, productontwikkeling, het maken van (half)jaarverslagen, prospectussen en factsheets.
Overige kosten Onderstaande kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V. Kosten
4.
en lasten die niet specifiek zijn toe te rekenen aan één Fonds worden ten laste gebracht van alle Fondsen waarvan de aandelen uitstaan naar rato van de waarde van het vermogen van de Fondsen per de laatste dag van de kalendermaand. a. Oprichtingskosten van de Vennootschap De Vennootschap is opgericht in het jaar 2000. Deze kosten zijn reeds afgeschreven. b. Kosten van de (externe) accountant Deze kosten worden in rekening gebracht ten behoeve van het controleren van de jaarrekening, prospectus en overige activiteiten. Deze kosten worden gedeclareerd op basis van het aantal gewerkte uren en zijn inclusief btw. c. Kosten van het toezicht op grond van de Wft Zowel de AFM als de DNB houden toezicht op beleggingsinstellingen en brengen daarvoor ieder jaar kosten in rekening. Er zijn twee soorten heffingen: 1.Heffingen voor het uitvoeren van een specifieke verrichting, zoals bijvoorbeeld het verlenen van vergunningen en ontheffingen. Dit is een vast bedrag per type prestatie dat jaarlijks wordt vastgesteld. 2.Heffingen voor het doorlopend toezicht. Dit kan een vast bedrag zijn al dan niet aangevuld met een variabel bedrag op basis van een zogenaamde heffingsmaatstaf. De Beheerder moet ook periodiek informatie verstrekken aan de toezichthouders. In hoofdlijnen moet een beheerder rapporteren over: 1.
de voornaamste instrumenten waarin hij transacties heeft verricht, uitgesplitst in onder meer soorten financiële instrumenten en andere activa, de geografische gebieden en sectoren.
2.
de voornaamste categorieën activa waarin per beleggingsinstelling is belegd, inclusief marktwaarde, omzet en rendement tijdens de rapportageperiode.
3.
de markten waarvan hij lid is of waarop hij actief handelt.
4.
de spreiding binnen de portefeuilles van beleggingsinstellingen met onder meer een opgave van de tien voornaamste posities en vijf belangrijkste concentraties.
5.
het huidige risicoprofiel van de beheerde beleggingsinstellingen en de risicobeheersystemen waarmee de beheerder het marktrisico, het liquiditeitsrisico, het tegenpartijrisico en andere risico’s beheerst.
6.
de resultaten van de verplicht periodiek, tenminste jaarlijks, uitgevoerde stress-tests ter bepaling van de beleggings- en liquiditeitsrisico’s.
7.
eventuele nieuwe regelingen voor het beheer van de liquiditeit van de beleggingsinstelling.
8.
de mate van leverage en de wijze waarop deze leverage is gefinancierd (indien van toepassing). 41
De kosten van het toezicht zijn, evenals andere wettelijke heffingen, vrijgesteld van btw. d. Kosten beursnotering De kosten van beursnotering hebben betrekking op: »
De noteringskosten van de Fondsen aan Euronext Amsterdam. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
De kosten van de activiteiten uitgevoerd door ABN AMRO Bank N.V. ABN AMRO Bank N.V. onderhoudt de contacten met Euroclear Nederland als er een wijziging plaatsvindt in het aantal aandelen opgenomen in het systeem van Euroclear Nederland als gevolg van inkoop of uitgifte van aandelen. Hieraan zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
Activiteiten uitgevoerd door de Fundagent (is verantwoordelijk voor om de aan- en verkoopopdrachten zoals die zijn ingelegd in het beursorderboek te beoordelen en te accepteren) en Listing agent (o.a. belast met de verzorging van de notering van de aandelen op Euronext Amsterdam) worden uitgevoerd door Rabo Securities. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
e. Overige bedrijfslasten Deze kosten betreffen voornamelijk: »
Bankkosten: Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen.
»
Contributie voor de Dutch Fund and Asset Management Association ('DUFAS'): DUFAS is een belangenvereniging van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen.
»
Advertentiekosten: Zoals aangegeven in het Basisprospectus kan Achmea Beleggingsfondsen N.V. mededelingen doen en periodiek informatie verstrekken door middel van publicaties op de website van de Beheerder: www.achmeabeleggingsfondsen.nl.
Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. f.
Kosten van de Bewaarder De activa van het Fonds wordt sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van het Fonds en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus. De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
g. Marketingkosten De marketingkosten die samenhangen met het aanbieden van de Fondsen worden gedragen door de aanbieders van de Fondsen en worden niet ten laste gebracht van de Vennootschap. h. Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds Kosten van bewaring van de uitgegeven aandelen van het Achmea Wereld Aandelenfonds. Deze activiteiten zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. Uitbestedingskosten a. De administratie en de berekening van de intrinsieke waarde van het Fonds is door de Beheerder
5.
uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn opgenomen in de beheervergoeding, zoals vermeld bij punt 3. (kosten ten laste van het Fonds, beheervergoeding).
42
Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten? Onderstaande kosten zijn niet in de Lopende kosten opgenomen, maar worden in rekening gebracht ten laste van het resultaat van het Fonds: 1) Transactiekosten 2) Interestkosten 3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover niet gedekt uit de ontvangen op- en afslagen 1) Transactiekosten De transactiekosten hebben betrekking op het maken van kosten door de Achmea Beleggingspool bij het aankopen en verkopen van de financiële instrumenten (aandelen, obligaties e.d.). Dit kunnen kosten zijn op het gebied van belastingen, kosten van de (effecten)makelaar, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De transactiekosten over het boekjaar 2014 voor de Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld bedragen € 47.440. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen. Dit komt omdat veelal de transactiekosten verwerkt zijn in de (bruto)prijs van het financiële instrument. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te voorspellen omdat dit sterk afhankelijk is van het sentiment op de financiële markten. Ook kunnen markt- omstandigheden grote invloed hebben op het aantal beleggingstransacties en hiermee op de hoogte van de transactiekosten. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat. 2) Interestkosten Het al dan niet tijdelijk beleggen in liquiditeiten kan onderdeel zijn van de beleggingsstrategie van het Fonds. De baten en lasten (een lening leidt tot interestkosten voor het Fonds), veroorzaakt door het aanhouden van liquiditeiten, worden ten laste van het resultaat geboekt en worden niet verantwoord in de Lopende kosten. 3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden Het beleid is dat de kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers worden gedekt uit de op- en afslagen, zoals is vastgelegd in het Prospectus. Voor zover de op- en afslagen de werkelijke transactiekosten overtreffen of niet dekken, worden deze ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht en worden niet verantwoord in de Lopende kosten. Overzicht Lopende kosten Hieronder wordt een overzicht gegeven van de Lopende kosten (tot het jaar 2014 Total Expense ratio geheten) over de jaren 2002 tot en met 2014. Tevens wordt de verwachting voor het jaar 2015 vermeld. De verwachte Lopende kosten voor het jaar 2015 zijn slechts een schatting, gebaseerd op historische gegevens en toekomstige verwachtingen. Toekomstige marktomstandigheden zullen op de uiteindelijke uitkomst over 2015 en volgende jaren van invloed zijn. 2002:
3,12%
2003:
1,31%
2004:
2,17%
2005:
1,56%
2006:
1,01% 43
2007:
1,00%
2008:
1,05%
2009:
1,25%
2010:
1,26%
2011:
1,29%
2012 :
1,27%
2013 :
1,28%
2014:
0,98%
verwachting 2015: 1,01%
Achmea Wereld Aandelenfonds Lopende kosten per boekjaar 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00%
Vergelijkend overzicht Hieronder is een vergelijkend overzicht opgenomen van de ontwikkeling van het vermogen en de baten en lasten van de beleggingen van het Achmea Wereld Aandelenfonds (inclusief Beleggingspool Achmea Aandelen Wereld). Bedragen x € 1000 Inkomsten uit beleggingen Kosten Waardeveranderingen Totaal Beleggingsresultaat
197 99 1.170
251 109 -417
1.268
Eigen Vermogen
8.765 8.625 9.077 8.527 10.579
2010 2011
2012 2013
2014
282 242 116 113 842 1.749
246 92 1.894
-275 1.008 1.878
2.048
44
Achmea Wereld Aandelenfonds Eigen Vermogen per boekjaar (bedragen x € 1.000) 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2010
2011
2012
2013
2014
Jaarrendementen De onderstaande jaarrendementen zijn gebaseerd op de intrinsieke waarde zoals gepubliceerd in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Vanaf het jaar 2010 is het rendement weergegeven inclusief eventueel uitgekeerd dividend. Jaar 2002
-33,43%
Jaar 2008
-39,56%
Jaar 2003
5,78%
Jaar 2009
23,29%
Jaar 2004
3,65%
Jaar 2010
17,19%
Jaar 2005
23,78%
Jaar 2011
-3,21%
Jaar 2006
8,40%
Jaar 2012
11,95%
Jaar 2007
-3,65%
Jaar 2013
23,76%
Jaar 2014
24,03%
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Achmea Wereld Aandelenfonds Behaald jaarrendement op basis van intrinsieke waarde 40,00% 20,00% 0,00% -20,00%
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
-40,00% -60,00%
45
Achmea Eurolanden Obligatiefonds (serie 4) Inleiding Het Achmea Eurolanden Obligatiefonds belegt in de “Beleggingspool Achmea Obligaties Euro”. Wij verwijzen u ter zake van de wijze van deelname en de gevolgen van de deelname in deze Beleggingspool naar het Basisprospectus van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Loop geen onnodig risico. Lees de Essentiële Beleggersinformatie. Deelname in het Achmea Eurolanden Obligatiefonds biedt de beleggers de mogelijkheid om op een eenvoudige wijze te profiteren van de voordelen van een professioneel beheerde obligatieportefeuille in euro’s.
Beleggingsbeleid Het Achmea Eurolanden Obligatiefonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Obligaties Euro” in obligaties. Deze obligaties hebben een beursnotering in de eurozone en zijn uitgegeven of gegarandeerd door een overheid uit de eurozone. Daarnaast wordt belegd in bedrijfsobligaties die uitgegeven zijn door financiële instellingen en/of ondernemingen met minimaal een investmentgrade rating. Door deze toevoeging van bedrijfsobligaties aan de portefeuille kan een hoger risico ontstaan. Op langere termijn is de verwachting dat deze aanvulling waarde toevoegt. Het beleid kenmerkt zich door een actief beleid met betrekking tot landen/regio, duration, yieldcurvepositonering en debiteurenselectie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de Barclays Capital Euro Aggregate Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures.
»
Liquiditeiten zijn toegestaan.
»
De debiteurenkwaliteit is minimaal “BBB”, dan wel van gelijkwaardig niveau. Hierbij is de benchmark methodologie leidend voor de definitie van de ratings. Dit betekent dat de ratings afkomstig moeten zijn van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch (onder toezichtstaande ratingagencies). In geval van drie ratings is de middelste rating leidend. In geval van twee ratings is de laagste rating leidend.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam, dat onder meer gericht is op onderzoek naar macro-economische veranderingen in de eurozone alsmede de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Hefboomfinanciering In deze paragraaf verstrekken wij u informatie of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in de Achmea Beleggingspools, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal 46
het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. Uitgangspunt is dat in het Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van het Fonds, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van in- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor het Fonds gemaximeerd op 150%.
Risico’s Algemeen De mogelijkheid bestaat dat uw belegging in waarde stijgt. Het is echter ook mogelijk dat uw belegging weinig tot geen inkomsten zal genereren en dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel of ten dele verloren gaat. De waardeontwikkeling van de belegging is namelijk afhankelijk van fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd. Deze fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten zijn het gevolg van ontwikkelingen op de kapitaal-, effecten-, valuta- en goederenmarkten. De koers en de waarde van de beleggingen van het Fonds worden door deze fluctuaties beïnvloed met als gevolg dat de (intrinsieke) waarde (in euro) van het Fonds kan dalen. Hieronder wordt nader ingegaan op de risico’s, in volgorde van relevantie, die de koers van het Fonds en de waarde van de financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd kunnen beïnvloeden. Elk kwartaal beoordeelt de Beheerder de risico’s met behulp van het “kans maal impactmodel”. Dit houdt in dat per genoemd risico beoordeeld wordt hoe groot de kans is dat het risico optreedt en wat de impact hiervan is op de koers van het Fonds. De eerst zeven van de onderstaande vermelde risico’s zijn het meest van belang voor het Fonds. Voor het Fonds is een Essentiële Beleggersinformatie opgesteld waarin het risico- en opbrengstprofiel wordt weergegeven door middel van een risicometer. De Essentiële Beleggersinformatie is te vinden op de website van de Beheerder, www.achmeabeleggingsfondsen.nl. Ten aanzien van de risico’s die zich voordoen worden zo mogelijk beheersmaatregelen getroffen. Deze beheersmaatregelen worden continu geëvalueerd met als doel een optimale verhouding tussen rendement en risico te bereiken. Indien noodzakelijk worden de beheersmaatregelen als gevolg van de evaluatie aangepast. De genomen beheersmaatregelen, aanpassingen in de beheersmaatregelen en de gevolgen hiervan voor beleggers worden verantwoord in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Marktrisico De koersen van financiële instrumenten waarin wordt belegd kunnen, wereldwijd of specifiek op de markten waarin wordt belegd, dalen of stijgen. Deze daling of stijging kan optreden door bijvoorbeeld de veranderde economische, politieke, marktomstandigheden of marktomstandighedenverwachtingen alsmede door een veranderde individuele landen- of bedrijfssituatie. Kredietwaardigheidrisico De waarde van de financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd kan worden beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende landen, 47
lagere overheden, bedrijven of instellingen (zijnde de debiteuren). Dit houdt in dat het risico door het Fonds kan worden gelopen als het desbetreffende land, lagere overheid, bedrijf of instelling niet aan zijn (financiële) verplichtingen kan voldoen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat een financieel instrument met een lagere kredietwaardigheid moeilijker te verkopen is en/of dat de waarde van het financiële instrument waarin door het Fonds wordt belegd meer kan fluctueren. Renterisico Bij beleggingsfondsen die beleggen in vastrentende waarden, is de waarde van de onderliggende financiële instrumenten afhankelijk van de (ontwikkelingen in de) renteniveaus van de financiële markt. De (ontwikkelingen in de) renteniveaus zijn afhankelijk van de algemene markt- en economische omstandigheden. Bij een stijgende rente zal de koers van een vastrentende waarden dalen en andersom. Portefeuillerisico Dit risico ontstaat als gevolg van de gemaakte beleggingskeuzen door de vermogensbeheerder(s) in de portefeuille. De waarde van de onderliggende financiële instrumenten fluctueert soms aanzienlijk afhankelijk van de activiteiten en resultaten van de afzonderlijke ondernemingen en/of van de algemene markt- en economische omstandigheden. Risico van inflatie Door veranderingen in de inflatie (geldontwaarding) kan de waarde van de beleggingen worden beïnvloed. Een inflatiestijging betekent dat het geld minder waard wordt. In het algemeen geldt dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen, vastgoed e.d.) de geldontwaarding op de langere termijn kan worden gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement dan wanneer belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). In de koers van vastrentende waarden is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. De beleggingsopbrengsten van vastrentende waarden kunnen echter onvoldoende zijn voor de compensatie van de werkelijke inflatie. Liquiditeitsrisico Het is mogelijk dat een transactie (aan- of verkoop van een financiëel instrument) als gevolg van het ontbreken van voldoende verhandelbaarheid niet of niet tegen een acceptabele prijs kan worden uitgevoerd. Hierdoor kan er een verlies van waarde van het financiële instrument optreden. Concentratierisico Door te beleggen in onder meer hetzelfde land, dezelfde regio, dezelfde sector, bij dezelfde debiteuren of combinaties hiervan, is de spreiding van de beleggingsportefeuille beperkt. De oorzaak van de concentratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het beleggingsbeleid. Een beperkter beleggingsuniversum (b.v. een belegging in Nederland) leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum (b.v. een belegging in de Eurozone of een wereldwijde belegging). Door het concentratierisico kunnen bepaalde gebeurtenissen die de financiële instrumenten raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille dan bij een minder geconcentreerde beleggingsportefeuille. Risico van het gebruik van derivaten Conform het beleggingsbeleid kunnen derivaten gebruikt worden. Derivaten kennen specifieke risico’s. Verschillende factoren hebben invloed op de waarde van een derivaat. De waarde van een derivaat kan relatief veel stijgen of dalen bij een kleine koersontwikkeling. Ook is de waarde afhankelijk van de tegenpartij en de omvang van de markt. Daarbij kan er sprake zijn van subjectieve waarderingen, omdat veel derivaten niet via officiële beurzen worden verhandeld. Tevens is de waarde van derivaten afhankelijk van de mate en omvang van de hefboomfinanciering, zoals opgenomen in de paragraaf 48
hefboomfinanciering, waardoor de gevoeligheid van de Pool voor marktbewegingen wordt vergroot. Fiscaal risico Gedurende het bestaan van de Vennootschap bestaat de mogelijkheid dat het fiscale regime in ongunstige zin verandert of dat de Vennootschap niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, waardoor de waarde van de beleggingsportefeuille en/of de waarde van het eigen vermogen van een Fonds of Pool negatief wordt beïnvloed. Ook bestaat de kans dat de aanpassing in de wet of wetsinterpretatie al dan niet met terugwerkende kracht wordt doorgevoerd. Het is daardoor mogelijk dat additionele belastingen verschuldigd worden, inclusief eventuele bronheffingen met betrekking tot betaalbaar gestelde dividenden of rente. Valutakoersrisico De waardeontwikkeling van de belegging waarin wordt belegd kan worden beïnvloed door valutakoersschommelingen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen direct en indirect valutakoersrisico. Van direct valutakoersrisico is sprake indien de financiële instrumenten waarin wordt belegd, in een vreemde valuta zijn genoteerd. Hierdoor kan een verandering in de koers van een vreemde valuta ten opzichte van de euro een negatief of positief effect hebben op de beleggingen en de dividenden van het Fonds. Van indirect valutakoersrisico is sprake als er wordt belegd in financiële instrumenten van ondernemingen die hun resultaten (deels) buiten de eurozone realiseren. Risico van afwikkeling bij effectentransacties Een afwikkeling via een betalingssysteem kan niet plaatsvinden zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de verkochte respectievelijk gekochte financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht plaatsvindt (settlement risk). Kredietrisico Landen, lagere overheden, bedrijven, instellingen of een tegenpartij kunnen in gebreke blijven. Dit risico wordt zoveel mogelijk beperkt door strenge selectiecriteria te hanteren bij het selecteren van een land, lagere overheid, bedrijf, instelling of een tegenpartij. Daarbij zal bij aan- en verkooptransacties in het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Bewaarrisico De financiële instrumenten worden in bewaring gegeven bij een (onder)bewaarnemer. Hierbij kan het risico worden gelopen dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de (onder)bewaarnemer, verlies optreedt van in het in bewaring gegeven activa. Verminderde verhandelbaarheid van de rechten van deelneming De inkoop van aandelen van een fonds zal door de Beheerder kunnen worden opgeschort indien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, zich een bijzondere omstandigheid voordoet die dat rechtvaardigt. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan zijn dat het Fonds door de inkoop niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, door de inkoop in strijd zou worden gehandeld met enige wettelijke bepaling of het beleggingsbeleid, of in redelijkheid verwacht kan worden dat voortzetting van de inkoop van aandelen van het Fonds tot gevolg kan hebben dat de belangen van de bestaande deelnemers van het Fonds onevenredig geschaad worden. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan ook zijn dat, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, de liquiditeitspositie van het Fonds zulke inkoop niet toestaat en bovendien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, een voor inkoop benodigde verkoop van fondswaarden, gelet op de daarbij van belang zijnde marktomstandigheden, daaronder begrepen de mogelijk te realiseren verkoopopbrengst(en), 49
onverantwoord of onmogelijk is. Indien inkoop wordt opgeschort zal de Beheerder zo spoedig mogelijk nadien de aandeelhouders van het Fonds in staat stellen de desbetreffende aandelen te doen inkopen. Risico erosie Fondsvermogen De Vennootschap heeft de status van fiscale beleggingsinstelling. Teneinde deze status te kunnen behouden dient onder meer jaarlijks aan de zogenoemde doorstootverplichting te worden voldaan. De doorstootverplichting is de op basis van de wettelijke bepalingen en de gekozen systematiek berekende dividenduitkering. Globaal is de doorstootverplichting de door het fonds genoten passieve inkomsten (dividenden en rentes) verminderd met een evenredig deel van het door het fonds gemaakte kosten. De fiscale jaarwinst kan onder omstandigheden hoger uitkomen dan de winst zoals deze op grond van de regels die gelden bij het opstellen van de statutaire jaarrekening, wordt berekend. Hierdoor kan onder omstandigheden de situatie ontstaan dat meer dividend wordt uitgekeerd dan het jaarresultaat, dit zal echter indien mogelijk worden voorkomen. Mocht de situatie zich echter voordoen is het mogelijk dat het vermogen van de beleggingsinstelling door een dividenduitkering meer afneemt dan de omvang van de jaarwinst. Risico ongedeeld Fondsvermogen De Vennootschap is één juridische entiteit met een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Fonds gevolgen kan hebben voor de andere Fondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in het geval van vereffening van een Fonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt omgeslagen over de andere Fondsen. Gezien de aard van de beleggingen en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van ieder Fonds overwegend met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten.
Kosten en vergoedingen De kosten met betrekking tot het beleggen in de Fondsen zijn onder te verdelen in Deelnamekosten en Fondskosten. Deelnamekosten Dit betreffen de kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen (de op- en afslag) en de kosten bij aankoop, verkoop en switchen via de beleggersgiro. Indien u deelneemt anders dan via de beleggersgiro, kan er sprake zijn van een andere kostenstructuur. Wij verwijzen u hiervoor naar de voorwaarden van uw eigen bank. Kosten bij uitgifte en inkoop (op- en afslag) Zoals beschreven in het Basisprospectus onder de kop ‘Inkoop en uitgifte van aandelen’ wordt een op- en afslag in rekening gebracht op de intrinsieke waarde van het Fonds. Voor het Achmea Eurolanden Obligatiefonds bedraagt de op- en afslag 0,259%. Kosten bij aankoop, verkoop en switchen (via de beleggersgiro) De hieronder vermelde kosten zijn verschuldigd indien in het Achmea Eurolanden Obligatiefonds wordt deelgenomen via de door Stichting Achmea Beleggersgiro aangeboden beleggersgiro. Aankoopkosten: Voor aankoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten hoogste een half procent (0,50%) van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag als kosten in rekening. Verkoopkosten: 50
Voor verkoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten hoogste een half procent (0,50%) van de door de Stichting ontvangen koopprijs als kosten in rekening. Switchkosten: Voor het switchen tussen de Fondsen worden maximaal de volgende kosten in rekening gebracht: »
0,25% van de door de Stichting ontvangen koopprijs én vervolgens
»
0,25% van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag.
Fondskosten Algemeen Hieronder worden de kosten en vergoedingen op fondsniveau over het boekjaar 2014 vermeld. Deze kosten (m.u.v. de kosten van de beheervergoeding en de kosten van administratie) zullen naar verwachting en bijzondere omstandigheden voorbehouden, in de volgende boekjaren in dezelfde lijn liggen (aangepast voor eventuele inflatie). De hoogte van de kosten van de beheervergoeding en de administratie is afhankelijk van de waarde van het vermogen van het desbetreffende Fonds. Het voorgaande is echter geen garantie dat die kosten in 2015 of volgende boekjaren niet (substantieel) hoger zullen zijn omdat niet alle kosten door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed. Daar waar deze wel door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed, kan in het belang van de aandeelhouders van Achmea Beleggingsfondsen N.V. respectievelijk het Fonds besluiten genomen worden die tot gevolg hebben dat de kosten hoger zijn. In de jaarrekening en het halfjaarbericht van Achmea Beleggingsfondsen N.V. worden de daadwerkelijk gemaakte kosten verantwoord. Daar waar voor de in deze paragraaf vermelde kosten een btw verplichting bestaat, is deze in de betreffende cijfers opgenomen. De kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V en zijn direct toe te rekenen aan het Achmea Eurolanden Obligatiefonds. De kosten komen ten laste van het vermogen van het Achmea Eurolanden Obligatiefonds. Lopende kosten factor De Lopende kosten factor (hierna: Lopende kosten) laat bij een beleggingsfonds zien wat de kosten zijn van dit Fonds en wordt als percentage van de gemiddelde netto intrinsieke waarde van een Fonds uitgedrukt. In deze Lopende kosten worden de transactiekosten en de interestkosten buiten beschouwing gelaten. De kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers (voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op– en afslagen) worden eveneens niet meegenomen in de Lopende kosten. De Lopende kosten worden na afloop van het boekjaar vastgesteld en worden berekend door de totale kosten in het betreffende Fonds en aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool, waarin het betreffende Fonds belegt, te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde. De gemiddelde intrinsieke waarde wordt berekend door gedurende de verslagperiode de afgegeven intrinsieke waarden bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal maal dat de intrinsieke waarden zijn afgegeven. De Lopende kosten worden berekend in overeenstemming met de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. Op de volgende pagina is een overzicht weergegeven hoe de Lopende kosten van het Achmea Eurolanden Obligatiefonds over het boekjaar 2014 is samengesteld. Een toelichting op de kosten is na de tabel opgenomen.
51
Kosten
Boekjaar 2014
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool, waarvan toegerekend aan het Fonds: 1.
Uitbestedingskosten
a.
Vermogensbeheervergoeding
2.
Overige kosten op niveau Achmea Beleggingspool
a.
Overige bedrijfslasten
€
933
b.
Kosten bewaring en settlement
€
2.701
c.
Kosten van de Bewaarder
€
785
€ €
46.400 46.400
€ Aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool
4.420 € 50.820
De kostenratio van de Achmea Beleggingspool bedraagt:
0,13%
Kosten ten laste van het Fonds € 135.766
3.
Beheervergoeding
4.
Overige kosten
a.
Oprichtingskosten van Achmea Beleggingsfondsen N.V.
b.
Kosten van de (externe) accountant
€
c.
Kosten van het toezicht op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft)
€
d.
Kosten van beursnotering
e.
Overige bedrijfslasten
f.
Kosten van de Bewaarder
g.
Marketingkosten
h.
Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds
Zijn reeds afgeschreven 4.030 € 9.370 €
5.481 €
921
Niet van toepassing €
5.
5.364
€ 25.166
0
Uitbestedingskosten
a. de kosten voor de uitbesteding van de administratie en de berekening van de intrinsieke waarde
Zie post 3, Beheervergoeding
€ 160.932
Totale kosten ten laste van het Fonds: De kosten van het Fonds bedraagt in percentage:
0,43%
Lopende kosten Achmea Eurolanden Obligatiefonds
0,56%
52
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool Uitbestedingskosten a. Vermogensbeheervergoeding: Het gehele vermogen van het Achmea Eurolanden Obligatiefonds wordt 1.
belegd in participaties van de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro. Het vermogensbeheer van de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro is door de Beheerder uitbesteed aan F&C Netherlands B.V. Binnen de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro wordt 0,1175% per jaar aan de vermogensbeheerder voldaan. De vermogensbeheervergoeding wordt in maandtermijnen verrekend van het belegd vermogen van de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro en wordt dagelijks in de intrinsieke waarde van het fonds verrekend. Deze kosten zijn vrijgesteld van btw. De hierboven genoemde percentage kan op jaarbasis door verschuivingen van vermogens tussen de diverse vermogensbeheerders licht afwijken. Deze kosten worden verantwoord onder de Lopende kosten. Overige bedrijfslasten a. Bankkosten 2.
De overige bedrijfslasten op het niveau van de Achmea Beleggingspool betreffen bankkosten. Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. b. Kosten bewaring De activiteiten op het gebied van bewaring (custodianfunctie) van de effecten, waar de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro in belegt, zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten komen ten laste van de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro. Onder de custodianfunctie vallen, naast het bewaren van effecten, ondermeer het afwikkelen van orders, verzorgen van buitenlandse belastingteruggave en corporate actions. Onder corporate actions vallen o.a. het verwerken van rente en dividendbetalingen, class actions (afwikkelen van opgelegde boetes aan bedrijven) en aandelensplitsing. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. c.
Kosten van de bewaarder De activa van de Achmea Beleggingspool worden sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van de Achmea Beleggingspool en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus. De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
Kosten ten laste van het Fonds 3. Beheervergoeding
De Beheerder maakt kosten voor het beheer van het fondsvermogen. Hiervoor ontvangt de Beheerder van Achmea Beleggingsfondsen N.V. een beheervergoeding. Deze beheervergoeding gaat ten laste van het Fonds en wordt berekend over het vermogen van het Fonds aan het einde van elke maand. De vergoeding wordt maandelijks in rekening gebracht en bedraagt 0,0299% per maand (0,3588% op jaarbasis). De beheervergoeding wordt dagelijks in de intrinsieke waarde van het Fonds in verrekend. Met betrekking tot de beheervergoeding is geen btw verschuldigd. De beheervergoeding wordt o.a. gebruikt voor de volgende diensten ten behoeve van Achmea Beleggingsfondsen N.V.: 53
»
Directievoering
»
(Financiële) administratie: De administratie van de Achmea Beleggingsfondsen en de Achmea Beleggingspools is door de Beheerder uitbesteed aan BNY Mellon. De administratieactiviteiten hebben o.a. betrekking op de berekening van de intrinsieke waarde per aandeel, het maken van performanceberekening en het monitoren van de mandaatrichtlijnen. De kosten van deze uitbesteding worden door de Beheerder uit deze beheervergoeding betaald.
»
Kosten van de Beheerder: Deze kosten hebben o.a. betrekking op het gebied van juridische zaken, assetmanagement, productontwikkeling, het maken van (half)jaarverslagen, prospectussen en factsheets.
Overige kosten Onderstaande kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V. Kosten en
4.
lasten die niet specifiek zijn toe te rekenen aan één Fonds worden ten laste gebracht van alle Fondsen waarvan de aandelen uitstaan naar rato van de waarde van het vermogen van de Fondsen per de laatste dag van de kalendermaand. a. Oprichtingskosten van de Vennootschap De Vennootschap is opgericht in het jaar 2000. Deze kosten zijn reeds afgeschreven. b. Kosten van de (externe) accountant Deze kosten worden in rekening gebracht ten behoeve van het controleren van de jaarrekening, prospectus en overige activiteiten. Deze kosten worden gedeclareerd op basis van het aantal gewerkte uren en zijn inclusief btw. c. Kosten van het toezicht op grond van de Wft Zowel de AFM als de DNB houden toezicht op beleggingsinstellingen en brengen daarvoor ieder jaar kosten in rekening. Er zijn twee soorten heffingen: 1.Heffingen voor het uitvoeren van een specifieke verrichting, zoals bijvoorbeeld het verlenen van vergunningen en ontheffingen. Dit is een vast bedrag per type prestatie dat jaarlijks wordt vastgesteld. 2.Heffingen voor het doorlopend toezicht. Dit kan een vast bedrag zijn al dan niet aangevuld met een variabel bedrag op basis van een zogenaamde heffingsmaatstaf. De Beheerder moet ook periodiek informatie verstrekken aan de toezichthouders. In hoofdlijnen moet een beheerder rapporteren over: 1.
de voornaamste instrumenten waarin hij transacties heeft verricht, uitgesplitst in onder meer soorten financiële instrumenten en andere activa, de geografische gebieden en sectoren.
2.
de voornaamste categorieën activa waarin per beleggingsinstelling is belegd, inclusief marktwaarde, omzet en rendement tijdens de rapportageperiode.
3.
de markten waarvan hij lid is of waarop hij actief handelt.
4.
de spreiding binnen de portefeuilles van beleggingsinstellingen met onder meer een opgave van de tien voornaamste posities en vijf belangrijkste concentraties.
5.
het huidige risicoprofiel van de beheerde beleggingsinstellingen en de risicobeheersystemen waarmee de beheerder het marktrisico, het liquiditeitsrisico, het tegenpartijrisico en andere risico’s beheerst.
6.
de resultaten van de verplicht periodiek, tenminste jaarlijks, uitgevoerde stress-tests ter bepaling van de beleggings- en liquiditeitsrisico’s. 54
7.
eventuele nieuwe regelingen voor het beheer van de liquiditeit van de beleggingsinstelling.
8.
de mate van leverage en de wijze waarop deze leverage is gefinancierd (indien van toepassing).
De kosten van het toezicht zijn, evenals andere wettelijke heffingen, vrijgesteld van btw. d. Kosten beursnotering De kosten van beursnotering hebben betrekking op: »
De noteringskosten van de Fondsen aan Euronext Amsterdam. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
De kosten van de activiteiten uitgevoerd door ABN AMRO Bank N.V. ABN AMRO Bank N.V. onderhoudt de contacten met Euroclear Nederland als er een wijziging plaatsvindt in het aantal aandelen opgenomen in het systeem van Euroclear Nederland als gevolg van inkoop of uitgifte van aandelen. Hieraan zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
Activiteiten uitgevoerd door de Fundagent (is verantwoordelijk voor om de aan- en verkoopopdrachten zoals die zijn ingelegd in het beursorderboek te beoordelen en te accepteren) en Listing agent (o.a. belast met de verzorging van de notering van de aandelen op Euronext Amsterdam) worden uitgevoerd door Rabo Securities. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
e. Overige bedrijfslasten Deze kosten betreffen voornamelijk: »
Bankkosten: Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen.
»
Contributie voor de Dutch Fund and Asset Management Association ('DUFAS'): DUFAS is een belangenvereniging van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen.
»
Advertentiekosten: Zoals aangegeven in het Basisprospectus kan Achmea Beleggingsfondsen N.V. mededelingen doen en periodiek informatie verstrekken door middel van publicaties op de website van de Beheerder: www.achmeabeleggingsfondsen.nl.
Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. f.
Kosten van de Bewaarder De activa van het Fonds wordt sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van het Fonds en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus. De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
g. Marketingkosten De marketingkosten die samenhangen met het aanbieden van de Fondsen worden gedragen door de aanbieders van de Fondsen en worden niet ten laste gebracht van de Vennootschap.
h. Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds Kosten van bewaring van de uitgegeven aandelen van het Achmea Eurolanden Obligatiefonds. Deze activiteiten zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. Uitbestedingskosten a. De administratie en de berekening van de intrinsieke waarde van het Fonds is door de Beheerder 5.
uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn opgenomen in de beheervergoeding, zoals vermeld bij punt 3. (kosten ten laste van het Fonds, beheervergoeding). 55
Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten?: Onderstaande kosten zijn niet in de Lopende kosten opgenomen, maar worden in rekening gebracht ten laste van het resultaat van het Fonds: 1) Transactiekosten 2) Interestkosten 3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover niet gedekt uit de ontvangen op- en afslagen 1) Transactiekosten
De transactiekosten hebben betrekking op het maken van kosten door de Achmea Beleggingspool bij het aankopen en verkopen van de financiële instrumenten (aandelen, obligaties e.d.). Dit kunnen kosten zijn op het gebied van belastingen, kosten van de (effecten)makelaar, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De transactiekosten over het boekjaar 2013 voor de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro bedragen € 5.676. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen. Dit komt omdat veelal de transactiekosten verwerkt zijn in de (bruto)prijs van het financiële instrument. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te voorspellen omdat dit sterk afhankelijk is van het sentiment op de financiële markten. Ook kunnen markt- omstandigheden grote invloed hebben op het aantal beleggings- transacties en hiermee op de hoogte van de transactiekosten. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat. 2) Interestkosten
Het al dan niet tijdelijk beleggen in liquiditeiten kan onderdeel zijn van de beleggingsstrategie van het Fonds. De baten en lasten (een lening leidt tot interestkosten voor het Fonds), veroorzaakt door het aanhouden van liquiditeiten, worden ten laste van het resultaat geboekt en worden niet verantwoord in de Lopende kosten. 3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden
Het beleid is dat de kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers worden gedekt uit de op- en afslagen, zoals is vastgelegd in het Prospectus. Voor zover de op- en afslagen de werkelijke transactiekosten overtreffen of niet dekken, worden deze ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht en worden niet verantwoord in de Lopende kosten. Overzicht Lopende kosten Hieronder wordt een overzicht gegeven van de Lopende kosten (tot het jaar 2014 Total Expense Ratio geheten) over de jaren 2002 tot en met 2014. Tevens wordt de verwachting voor het jaar 2015 vermeld. De verwachte Lopende kosten voor het jaar 2015 zijn slechts een schatting, gebaseerd op historische gegevens en toekomstige verwachtingen. Toekomstige marktomstandigheden zullen op de uiteindelijke uitkomst over 2015 en volgende jaren van invloed zijn. 2002:
2,14%
2003:
1,08%
2004:
1,01%
2005:
1,00% 56
2006:
1,00%
2007:
0,99%
2008:
0,99%
2009:
1,06%
2010:
1,08%
2011:
0,94%
2012:
0,86%
2013:
0,86%
2014:
0,56%
verwachting 2015: 0,59%
Achmea Eurolanden Obligatiefonds Lopende kosten per boekjaar 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00%
Vergelijkend overzicht Hieronder is een vergelijkend overzicht opgenomen van de ontwikkeling van het vermogen en de baten en lasten van de beleggingen van het Achmea Eurolanden Obligatiefonds (inclusief Beleggingspool Achmea Obligaties Euro). Bedragen x € 1000
2010
2011
2012
2013
2014
Inkomsten uit beleggingen
2.650
2.167
1.890
1.421
1.170
712
507
413
364
212
Waardeveranderingen Totaal Beleggingsresultaat
-1.053
-556
3.852
-246
3.014
885
1.104
5.329
811
3.972
Eigen Vermogen
58.449 49.919 46.086 38.765 37.201
Kosten
Achmea Eurolanden Obligatiefonds Eigen Vermogen per boekjaar (bedragen x € 1.000) 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 2010
2011
2012
2013
2014 57
Jaarrendementen De onderstaande jaarrendementen zijn gebaseerd op de intrinsieke waarde zoals gepubliceerd in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Vanaf het jaar 2010 is het rendement weergegeven inclusief eventueel uitgekeerd dividend. Jaar 2002
1,88%
Jaar 2008
-3,05%
Jaar 2003
-0,60%
Jaar 2009
6,12%
Jaar 2004
2,32%
Jaar 2010
1,02%
Jaar 2005
0,94%
Jaar 2011
2,15%
Jaar 2006
-4,91%
Jaar 2012
11,80%
Jaar 2007
-4,40%
Jaar 2013
1,94%
Jaar 2014
11,05%
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Achmea Eurolanden Obligatiefonds Behaald jaarrendement op basis van intrinsieke waarde 15,00% 10,00% 5,00% 0,00%
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
-5,00% -10,00%
58
Achmea Eurolanden Mixfonds (serie 5) Inleiding Het Achmea Eurolanden Mixfonds belegt voor 50% in de “Beleggingspool Achmea Aandelen Euro” en voor 50% in de “Beleggingspool Achmea Obligaties Euro”. Een afwijking van deze percentages van 5% naar boven of naar beneden is toegestaan. Wij verwijzen u ter zake van de wijze van deelname en de gevolgen van de deelname in deze Beleggingspools naar het Basisprospectus van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Loop geen onnodig risico. Lees de Essentiële Beleggersinformatie. Deelname in het Achmea Eurolanden Mixfonds combineert de relatieve veiligheid van obligaties met het hogere risico van de aandelenmarkt en biedt daardoor de mogelijkheid een extra rendement te behalen ten opzichte van een beleggingsportefeuille die uitsluitend uit obligaties bestaat.
Beleggingsbeleid Het Achmea Eurolanden Mixfonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Aandelen Euro” uitsluitend in aandelen van ondernemingen met een beursnotering in de eurozone. De samenstelling van de portefeuille wordt gedomineerd door de sectorkeuze. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling over de verschillende sectoren, waarbij duidelijke accenten worden aangebracht. De selectie van de individuele ondernemingen vindt met name plaats op basis van fundamentele factoren zoals: ondernemingsstrategie, competitieve en financiële slagkracht, kwaliteit van het management, winstgevendheid, groeiperspectieven en superieure technologie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de FTSE World Eurobloc Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkingsmaatstaf voor het behaalde resultaat. » Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van derivaten, zoals opties en futures. » Liquiditeiten zijn toegestaan. De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam dat gericht onderzoek doet naar ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macroeconomie en de invloeden daarvan op de aandelenmarkten in de eurozone. Het Achmea Eurolanden Mixfonds belegt via de “Beleggingspool Achmea Obligaties Euro” in obligaties. Deze obligaties hebben een beursnotering in de eurozone en zijn uitgegeven of gegarandeerd door een overheid uit de eurozone. Daarnaast wordt belegd in bedrijfsobligaties die uitgegeven zijn door financiële instellingen en/of ondernemingen met minimaal een investmentgrade rating. Door deze toevoeging van bedrijfsobligaties aan de portefeuille kan een hoger risico ontstaan. Op langere termijn is de verwachting dat deze aanvulling waarde toevoegt. Het beleid kenmerkt zich door een actief beleid met betrekking tot landen/regio, duration, yieldcurvepositonering en debiteurenselectie. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark: de Barclays Capital Euro Aggregate Total Return Index. Dit betekent dat de Beleggingspool een actief beleggingsbeleid voert en de benchmark niet wordt gevolgd. De benchmark dient als vergelijkings- maatstaf voor het behaalde resultaat. »
Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van 59
derivaten, zoals opties en futures, echter zodanig dat niet substantieel meer risico wordt gelopen dan wanneer gebruik van derivaten achterwege wordt gelaten. »
Liquiditeiten zijn toegestaan.
»
De debiteurenkwaliteit is minimaal “BBB”, dan wel van gelijkwaardig niveau. Hierbij is de benchmark methodologie leidend voor de definitie van de ratings. Dit betekent dat de ratings afkomstig moeten zijn van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch (onder toezichtstaande ratingagencies). In geval van drie ratings is de middelste rating leidend. In geval van twee ratings is de laagste rating leidend.
De vermogensbeheerder van de Beleggingspool, F&C Netherlands B.V., beschikt over een eigen researchteam, dat onder meer gericht is op onderzoek naar macro-economische veranderingen in de eurozone alsmede de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Hefboomfinanciering In deze paragraaf verstrekken wij u informatie of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in de Achmea Beleggingspools, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. Uitgangspunt is dat in het Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering omdat geen gebruik wordt gemaakt van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van het Fonds, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van in- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor het Fonds gemaximeerd op 150%.
Risico’s Algemeen De mogelijkheid bestaat dat uw belegging in waarde stijgt. Het is echter ook mogelijk dat uw belegging weinig tot geen inkomsten zal genereren en dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel of ten dele verloren gaat. De waardeontwikkeling van de belegging is namelijk afhankelijk van fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd. Deze fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten zijn het gevolg van ontwikkelingen op de kapitaal-, effecten, valuta- en goederenmarkten. De koers en de waarde van de beleggingen van het Fonds worden door deze fluctuaties beïnvloed met als gevolg dat de (intrinsieke) waarde (in euro) van het Fonds kan dalen. Hieronder wordt nader ingegaan op de risico’s, in volgorde van relevantie, die de koers van het Fonds en de 60
waarde van de financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd kunnen beïnvloeden. Elk kwartaal beoordeelt de Beheerder de risico’s met behulp van het “kans maal impactmodel”. Dit houdt in dat per genoemd risico beoordeeld wordt hoe groot de kans is dat het risico optreedt en wat de impact hiervan is op de koers van het Fonds. De eerste acht van de onderstaande vermelde risico’s zijn het meest van belang voor het Fonds. Voor het Fonds is een Essentiële Beleggersinformatie opgesteld waarin het risico- en opbrengstprofiel wordt weergegeven door middel van een risicometer. De Essentiële Beleggersinformatie is te vinden op de website van de Beheerder, www.achmeabeleggingsfondsen.nl. Ten aanzien van de risico’s die zich voordoen worden zo mogelijk beheersmaatregelen getroffen. Deze beheersmaatregelen worden continu geëvalueerd met als doel een optimale verhouding tussen rendement en risico te bereiken. Indien noodzakelijk worden de beheersmaatregelen als gevolg van de evaluatie aangepast. De genomen beheersmaatregelen, aanpassingen in de beheersmaatregelen en de gevolgen hiervan voor beleggers worden verantwoord in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Marktrisico De koersen van financiële instrumenten waarin wordt belegd kunnen, wereldwijd of specifiek op de markten waarin wordt belegd, dalen of stijgen. Deze daling of stijging kan optreden door bijvoorbeeld de veranderde economische, politieke, marktomstandigheden of marktomstandighedenverwachtingen alsmede door een veranderde individuele landen- of bedrijfssituatie. Renterisico Bij beleggingsfondsen die beleggen in vastrentende waarden, is de waarde van de onderliggende financiële instrumenten afhankelijk van de (ontwikkelingen in de) renteniveaus van de financiële markt. De (ontwikkelingen in de) renteniveaus zijn afhankelijk van de algemene markt- en economische omstandigheden. Bij een stijgende rente zal de koers van een vastrentende waarden dalen en andersom. Portefeuillerisico Dit risico ontstaat als gevolg van de gemaakte beleggingskeuzen door de vermogensbeheerder(s) in de portefeuille. De waarde van de onderliggende financiële instrumenten fluctueert soms aanzienlijk afhankelijk van de activiteiten en resultaten van de afzonderlijke ondernemingen en/of van de algemene markt- en economische omstandigheden.
Concentratierisico Door te beleggen in onder meer hetzelfde land, dezelfde regio, dezelfde sector, bij dezelfde debiteuren of combinaties hiervan, is de spreiding van de beleggingsportefeuille beperkt. De oorzaak van de concentratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het beleggingsbeleid. Een beperkter beleggingsuniversum (b.v. een belegging in Nederland) leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum (b.v. een belegging in de Eurozone of een wereldwijde belegging). Door het concentratierisico kunnen bepaalde gebeurtenissen die de financiële instrumenten raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille dan bij een minder geconcentreerde beleggingsportefeuille. Liquiditeitsrisico Het is mogelijk dat een transactie (aan- of verkoop van een financieel instrument) als gevolg van het ontbreken van voldoende verhandelbaarheid niet of niet tegen een acceptabele prijs kan worden uitgevoerd. Hierdoor kan er een verlies van waarde van het financiële instrument optreden. 61
Kredietwaardigheidrisico De waarde van de financiële instrumenten waarin door het Fonds wordt belegd kan worden beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende landen, lagere overheden, bedrijven of instellingen (zijnde de debiteuren). Dit houdt in dat het risico door het Fonds kan worden gelopen als het desbetreffende land, lagere overheid, bedrijf of instelling niet aan zijn (financiële) verplichtingen kan voldoen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat een financieel instrument met een lagere kredietwaardigheid moeilijker te verkopen is en/of dat de waarde van het financiële instrument waarin door het Fonds wordt belegd meer kan fluctueren. Valutakoersrisico De waardeontwikkeling van de belegging waarin wordt belegd kan worden beïnvloed door valutakoersschommelingen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen direct en indirect valutakoersrisico. Van direct valutakoersrisico is sprake indien de financiële instrumenten waarin wordt belegd, in een vreemde valuta zijn genoteerd. Hierdoor kan een verandering in de koers van een vreemde valuta ten opzichte van de euro een negatief of positief effect hebben op de beleggingen en de dividenden van het Fonds. Van indirect valutakoersrisico is sprake als er wordt belegd in financiële instrumenten van ondernemingen die hun resultaten (deels) buiten de eurozone realiseren. Risico van inflatie Door veranderingen in de inflatie (geldontwaarding) kan de waarde van de beleggingen worden beïnvloed. Een inflatiestijging betekent dat het geld minder waard wordt. In het algemeen geldt dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen, vastgoed e.d.) de geldontwaarding op de langere termijn kan worden gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement dan wanneer belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). In de koers van vastrentende waarden is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. De beleggingsopbrengsten van vastrentende waarden kunnen echter onvoldoende zijn voor de compensatie van de werkelijke inflatie. Risico van het gebruik van derivaten Conform het beleggingsbeleid kunnen derivaten gebruikt worden. Derivaten kennen specifieke risico’s. Verschillende factoren hebben invloed op de waarde van een derivaat. De waarde van een derivaat kan relatief veel stijgen of dalen bij een kleine koersontwikkeling. Ook is de waarde afhankelijk van de tegenpartij en de omvang van de markt. Daarbij kan er sprake zijn van subjectieve waarderingen, omdat veel derivaten niet via officiële beurzen worden verhandeld. Tevens is de waarde van derivaten afhankelijk van de mate en omvang van de hefboomfinanciering, zoals opgenomen in de paragraaf hefboomfinanciering, waardoor de gevoeligheid van de Pool voor marktbewegingen wordt vergroot.
Fiscaal risico Gedurende het bestaan van de Vennootschap bestaat de mogelijkheid dat het fiscale regime in ongunstige zin verandert of dat de Vennootschap niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, waardoor de waarde van de beleggingsportefeuille en/of de waarde van het eigen vermogen van een Fonds of Pool negatief wordt beïnvloed. Ook bestaat de kans dat de aanpassing in de wet of wetsinterpretatie al dan niet met terugwerkende kracht wordt doorgevoerd. Het is daardoor mogelijk dat additionele belastingen verschuldigd worden, inclusief eventuele bronheffingen met betrekking tot betaalbaar gestelde dividenden of rente.
62
Risico van afwikkeling bij effectentransacties Een afwikkeling via een betalingssysteem kan niet plaatsvinden zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de verkochte respectievelijk gekochte financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht plaatsvindt (settlement risk). Kredietrisico Landen, lagere overheden, bedrijven, instelling of een tegenpartij kunnen in gebreke blijven. Dit risico wordt zoveel mogelijk beperkt door strenge selectiecriteria te hanteren bij het selecteren van een land, lagere overheid, bedrijf, instelling of een tegenpartij. Daarbij zal bij aan- en verkooptransacties in het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie.
Bewaarrisico De financiële instrumenten worden in bewaring gegeven bij een (onder)bewaarnemer. Hierbij kan het risico worden gelopen dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de (onder)bewaarnemer, verlies optreedt van in het in bewaring gegeven activa. Verminderde verhandelbaarheid van de rechten van deelneming De inkoop van aandelen van een fonds zal door de Beheerder kunnen worden opgeschort indien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, zich een bijzondere omstandigheid voordoet die dat rechtvaardigt. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan zijn dat het Fonds door de inkoop niet aan een of meer criteria van een fiscale beleggingsinstelling zou voldoen, door de inkoop in strijd zou worden gehandeld met enige wettelijke bepaling of het beleggingsbeleid, of in redelijkheid verwacht kan worden dat voortzetting van de inkoop van aandelen van het Fonds tot gevolg kan hebben dat de belangen van de bestaande deelnemers van het Fonds onevenredig geschaad worden. Een dergelijke bijzondere omstandigheid kan ook zijn dat, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, de liquiditeitspositie van het Fonds zulke inkoop niet toestaat en bovendien, naar het uitsluitend oordeel van de Beheerder, een voor inkoop benodigde verkoop van fondswaarden, gelet op de daarbij van belang zijnde marktomstandigheden, daaronder begrepen de mogelijk te realiseren verkoopopbrengst(en), onverantwoord of onmogelijk is. Indien inkoop wordt opgeschort zal de Beheerder zo spoedig mogelijk nadien de aandeelhouders van het Fonds in staat stellen de desbetreffende aandelen te doen inkopen. Risico erosie Fondsvermogen De Vennootschap heeft de status van fiscale beleggingsinstelling. Teneinde deze status te kunnen behouden dient onder meer jaarlijks aan de zogenoemde doorstootverplichting te worden voldaan. De doorstootverplichting is de op basis van de wettelijke bepalingen en de gekozen systematiek berekende dividenduitkering. Globaal is de doorstootverplichting de door het fonds genoten passieve inkomsten (dividenden en rentes) verminderd met een evenredig deel van het door het fonds gemaakte kosten. De fiscale jaarwinst kan onder omstandigheden hoger uitkomen dan de winst zoals deze op grond van de regels die gelden bij het opstellen van de statutaire jaarrekening, wordt berekend. Hierdoor kan onder omstandigheden de situatie ontstaan dat meer dividend wordt uitgekeerd dan het jaarresultaat, dit zal echter indien mogelijk worden voorkomen. Mocht de situatie zich echter voordoen is het mogelijk dat het vermogen van de beleggingsinstelling door een dividenduitkering meer afneemt dan de omvang van de jaarwinst.
63
Risico ongedeeld Fondsvermogen De Vennootschap is één juridische entiteit met een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Fonds gevolgen kan hebben voor de andere Fondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in het geval van vereffening van een Fonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt omgeslagen over de andere Fondsen. Gezien de aard van de beleggingen en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van ieder Fonds overwegend met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten.
Kosten en vergoedingen De kosten met betrekking tot het beleggen in de Fondsen zijn onder te verdelen in Deelnamekosten en Fondskosten. Deelnamekosten Dit betreffen de kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen (de op- en afslag) en de kosten bij aankoop, verkoop en switchen via de beleggersgiro. Indien u deelneemt anders dan via de beleggersgiro, kan er sprake zijn van een andere kostenstructuur. Wij verwijzen u hiervoor naar de voorwaarden van uw eigen bank. Kosten bij uitgifte en inkoop (op- en afslag) Zoals beschreven in het Basisprospectus onder de kop ‘Inkoop en uitgifte van aandelen’ wordt een op- en afslag in rekening gebracht op de intrinsieke waarde van het Fonds. Voor het Achmea Eurolanden Mixfonds bedraagt de op- en afslag 0,305%. Kosten bij aankoop, verkoop en switchen (via de beleggersgiro) De hieronder vermelde kosten zijn verschuldigd indien in het Achmea Eurolanden Mixfonds wordt deelgenomen via de door Stichting Achmea Beleggersgiro aangeboden beleggersgiro. Aankoopkosten: Voor aankoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten hoogste een half procent (0,50%) van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag als kosten in rekening. Verkoopkosten: Voor verkoop van Aandelen brengt de Stichting Achmea Beleggersgiro een bedrag ter grootte van ten hoogste een half procent (0,50%) van de door de Stichting ontvangen koopprijs als kosten in rekening. Switchkosten: Voor het switchen tussen de Fondsen worden maximaal de volgende kosten in rekening gebracht: »
0,25% van de door de Stichting ontvangen koopprijs én vervolgens
»
0,25% van het door de Stichting voor de aankoop van Aandelen ontvangen bedrag.
Fondskosten Algemeen Hieronder worden de kosten en vergoedingen op fondsniveau over het boekjaar 2014 vermeld. Deze kosten (m.u.v. de kosten van de beheervergoeding en de kosten van administratie) zullen naar verwachting en bijzondere omstandigheden voorbehouden, in de volgende boekjaren in dezelfde lijn liggen (aangepast voor eventuele inflatie). De hoogte van de kosten van de beheervergoeding en de administratie is afhankelijk van de waarde van het vermogen van het desbetreffende Fonds. Het 64
voorgaande is echter geen garantie dat die kosten in 2015 of volgende boekjaren niet (substantieel) hoger zullen zijn omdat niet alle kosten door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed. Daar waar deze wel door Achmea Beleggingsfondsen N.V. kunnen worden beïnvloed, kan in het belang van de aandeelhouders van Achmea Beleggingsfondsen N.V. respectievelijk het Fonds besluiten genomen worden die tot gevolg hebben dat de kosten hoger zijn. In de jaarrekening en het halfjaarbericht van Achmea Beleggingsfondsen N.V. worden de daadwerkelijk gemaakte kosten verantwoord. Daar waar voor de in deze paragraaf vermelde kosten een btw verplichting bestaat, is deze in de betreffende cijfers opgenomen. De kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V en zijn direct toe te rekenen aan het Achmea Eurolanden Mixfonds. De kosten komen ten laste van het vermogen van het Achmea Eurolanden Mixfonds. Lopende kosten factor De Lopende kosten factor (hierna: Lopende kosten) laat bij een beleggingsfonds zien wat de kosten zijn van dit Fonds en wordt als percentage van de gemiddelde netto intrinsieke waarde van een Fonds uitgedrukt. In deze Lopende kosten worden de transactiekosten en de interestkosten buiten beschouwing gelaten. De kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers (voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen) worden eveneens niet meegenomen in de Lopende kosten. De Lopende kosten worden na afloop van het boekjaar vastgesteld en worden berekend door de totale kosten in het betreffende Fonds en aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspools, waarin het betreffende Fonds belegt, te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde. De gemiddelde intrinsieke waarde wordt berekend door gedurende de verslagperiode de afgegeven intrinsieke waarden bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal maal dat de intrinsieke waarden zijn afgegeven. De Lopende kosten worden berekend in overeenstemming met de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. Op de volgende pagina is een overzicht weergegeven hoe de Lopende kosten van het Achmea Eurolanden Mixfonds over het boekjaar 2014 is samengesteld. Een toelichting op de kosten is na de tabel opgenomen.
65
Kosten
Boekjaar 2014
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool, waarvan toegerekend aan het Fonds: Achmea Beleggingspool Achmea Aandelen Euro 1.
Uitbestedingskosten
a.
Vermogensbeheervergoeding
€ €
52.988 52.988
2.
Overige kosten op niveau Achmea Beleggingspool
a.
Overige bedrijfslasten
€
0
b.
Kosten bewaring en settlement
€
1.518
c.
Kosten van de Bewaarder
€ €
600 2.117
Aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool
€
55.105
De kostenratio van de Achmea Beleggingspool bedraagt:
0,18%
Achmea Beleggingspool Achmea Obligaties Euro 1.
Uitbestedingskosten
a.
Vermogensbeheervergoeding
€
32.265
€
32.265
2..
Overige kosten op niveau Achmea Beleggingspool
a.
Overige bedrijfslasten
€
659
b.
Kosten bewaring en settlement
€
1.857
c.
Kosten van de Bewaarder
€ €
Aan het Fonds toerekenbare kosten van de Achmea Beleggingspool
564 3.080 35.345
€
De kostenratio van de Achmea Beleggingspool bedraagt:
0,13% € 362.814
3.
Beheervergoeding
4.
Overige kosten
a.
Oprichtingskosten van Achmea Beleggingsfondsen N.V.
b.
Kosten van de (externe) accountant
€
7.999
c.
Kosten van het toezicht op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft)
€
6.010
d.
Kosten van beursnotering
€
13.972
e.
Overige bedrijfslasten
€
8.047
Zijn reeds afgeschreven
€
f.
Kosten van de Bewaarder
g.
Marketingkosten
h.
Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds
5.
921
Niet van toepassing
€
0 €
36.948
Uitbestedingskosten
a. de kosten voor de uitbesteding van de administratie en de berekening van de intrinsieke waarde
Zie post 3, Beheervergoeding
€
0 € 399.762
Totale kosten ten laste van het Fonds: De kosten van het Fonds bedraagt in percentage:
0,71%
Lopende kosten Achmea Eurolanden Mixfonds
0,87% 66
Kosten ten laste van Achmea Beleggingspool 1.
Uitbestedingskosten a. Vermogensbeheervergoeding: Het gehele vermogen van het Achmea Eurolanden Mixfonds wordt voor
50% belegd in participaties van de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro en voor 50% in participaties van de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro. Een afwijking van deze percentages van 5% naar boven of beneden is toegestaan. Het vermogensbeheer van de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro en de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro is door de Beheerder uitbesteed aan F&C Netherlands B.V. Binnen de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro wordt 0,170% en binnen de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro wordt 0,1175% per jaar aan de vermogensbeheerder voldaan. De vermogensbeheervergoeding wordt in maandtermijnen verrekend van het belegd vermogen van de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro en de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro en worden dagelijks in de intrinsieke waarde van het fonds verrekend. Deze kosten zijn vrijgesteld van btw. De hierboven genoemde percentages kunnen op jaarbasis doorverschuivingen van vermogens tussen de diverse vermogensbeheerders licht afwijken. Deze kosten worden verantwoord onder de Lopende kosten. 2.
Overige bedrijfslasten a. Bankkosten De overige bedrijfslasten op het niveau van de Achmea Beleggingspool betreffen bankkosten. Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. b. Kosten bewaring
De activiteiten op het gebied van bewaring (custodianfunctie) van de effecten, waar de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro en de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro in beleggen, zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten komen ten laste van de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro en de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro. Onder de custodianfunctie vallen, naast het bewaren van effecten, ondermeer het afwikkelen van orders, verzorgen van buitenlandse belastingteruggave en corporate actions. Onder corporate actions vallen o.a. het verwerken van rente en dividendbetalingen, class actions (afwikkelen van opgelegde boetes aan bedrijven) en aandelensplitsing. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. Vanaf 22 juli 2014 zijn deze activiteiten overgenomen door de Bewaarder (zie voor meer informatie hierover het Basis Prospectus, hoofdstuk 5). c. Kosten van de bewaarder
De activa van de Achmea Beleggingspool worden sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van de Achmea Beleggingspool en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus. De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
Kosten ten laste van het Fonds Beheervergoeding De Beheerder maakt kosten voor het beheer van het fondsvermogen. Hiervoor ontvangt de Beheerder van
3.
67
Achmea Beleggingsfondsen N.V. een beheervergoeding. Deze beheervergoeding gaat ten laste van het Fonds en wordt berekend over het vermogen van het Fonds aan het einde van elke maand. De vergoeding wordt maandelijks in rekening gebracht en bedraagt 0,0536% per maand (0,6429% op jaarbasis). De beheervergoeding wordt dagelijks in de intrinsieke waarde van het Fonds verrekend. Met betrekking tot de beheervergoeding is geen btw verschuldigd. De beheervergoeding wordt o.a. gebruikt voor de volgende diensten ten behoeve van Achmea Beleggingsfondsen N.V.: »
Directievoering
»
(Financiële) administratie: De administratie van de Achmea Beleggingsfondsen en de Achmea Beleggingspools is door de Beheerder uitbesteed aan BNY Mellon. De administratieactiviteiten hebben o.a. betrekking op de berekening van de intrinsieke waarde per aandeel, het maken van performanceberekening en het monitoren van de mandaatrichtlijnen. De kosten van deze uitbesteding worden door de Beheerder uit deze beheervergoeding betaald.
»
Kosten van de Beheerder: Deze kosten hebben o.a. betrekking op het gebied van juridische zaken, assetmanagement, productontwikkeling, het maken van (half)jaarverslagen, prospectussen en factsheets.
Overige kosten Onderstaande kosten worden direct in rekening gebracht aan Achmea Beleggingsfondsen N.V. Kosten en
4.
lasten die niet specifiek zijn toe te rekenen aan één Fonds worden ten laste gebracht van alle Fondsen waarvan de aandelen uitstaan naar rato van de waarde van het vermogen van de Fondsen per de laatste dag van de kalendermaand. a. Oprichtingskosten van de Vennootschap De Vennootschap is opgericht in het jaar 2000. Deze kosten zijn reeds afgeschreven.
b. Kosten van de (externe) accountant Deze kosten worden in rekening gebracht ten behoeve van het controleren van de jaarrekening, prospectus en overige activiteiten. Deze kosten worden gedeclareerd op basis van het aantal gewerkte uren en zijn inclusief btw.
c. Kosten van het toezicht op grond van de Wft Zowel de AFM als de DNB houden toezicht op beleggingsinstellingen en brengen daarvoor ieder jaar kosten in rekening. Er zijn twee soorten heffingen: 1. Heffingen
voor het uitvoeren van een specifieke verrichting, zoals bijvoorbeeld het verlenen van
vergunningen en ontheffingen. Dit is een vast bedrag per type prestatie dat jaarlijks wordt vastgesteld. 2. Heffingen
voor het doorlopend toezicht. Dit kan een vast bedrag zijn al dan niet aangevuld met een variabel
bedrag op basis van een zogenaamde heffingsmaatstaf. De Beheerder moet ook periodiek informatie verstrekken aan de toezichthouders. In hoofdlijnen moet een beheerder rapporteren over: 1.
de voornaamste instrumenten waarin hij transacties heeft verricht, uitgesplitst in onder meer soorten
68
financiële instrumenten en andere activa, de geografische gebieden en sectoren. 2.
de voornaamste categorieën activa waarin per beleggingsinstelling is belegd, inclusief marktwaarde, omzet en rendement tijdens de rapportageperiode.
3.
de markten waarvan hij lid is of waarop hij actief handelt.
4.
de spreiding binnen de portefeuilles van beleggingsinstellingen met onder meer een opgave van de tien voornaamste posities en vijf belangrijkste concentraties.
5.
het huidige risicoprofiel van de beheerde beleggingsinstellingen en de risicobeheersystemen waarmee de beheerder het marktrisico, het liquiditeitsrisico, het tegenpartijrisico en andere risico’s beheerst.
6.
de resultaten van de verplicht periodiek, tenminste jaarlijks, uitgevoerde stress-tests ter bepaling van de beleggings- en liquiditeitsrisico’s.
7.
eventuele nieuwe regelingen voor het beheer van de liquiditeit van de beleggingsinstelling.
8.
de mate van leverage en de wijze waarop deze leverage is gefinancierd (indien van toepassing).
De kosten van het toezicht zijn, evenals andere wettelijke heffingen, vrijgesteld van btw. d. Kosten beursnotering De kosten van beursnotering hebben betrekking op: »
De noteringskosten van de Fondsen aan Euronext Amsterdam. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
De kosten van de activiteiten uitgevoerd door ABN AMRO Bank N.V. ABN AMRO Bank N.V. onderhoudt de contacten met Euroclear Nederland als er een wijziging plaatsvindt in het aantal aandelen opgenomen in het systeem van Euroclear Nederland als gevolg van inkoop of uitgifte van aandelen. Hieraan zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
»
Activiteiten uitgevoerd door de Fundagent (is verantwoordelijk voor om de aan- en verkoopopdrachten zoals die zijn ingelegd in het beursorderboek te beoordelen en te accepteren) en Listing agent (o.a. belast met de verzorging van de notering van de aandelen op Euronext Amsterdam) worden uitgevoerd aan Rabo Securities. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
e. Overige bedrijfslasten Deze kosten betreffen voornamelijk: »
Bankkosten: Deze kosten worden in rekening gebracht voor het aanhouden en gebruiken van de desbetreffende bankrekeningen.
»
Contributie voor de Dutch Fund and Asset Management Association ('DUFAS'): DUFAS is een belangenvereniging van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggings- instellingen.
»
Advertentiekosten: Zoals aangegeven in het Basisprospectus kan Achmea Beleggingsfondsen N.V. mededelingen doen en periodiek informatie verstrekken door middel van publicaties op de website van de Beheerder: www.achmeabeleggingsfondsen.nl.
Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
69
f.
Kosten van de Bewaarder De activa van het Fonds wordt sinds 22 juli 2014 bewaard door BNY Mellon (‘de Bewaarder’). De Bewaarder is belast met verschillende monitorings- en toezichttaken op de activiteiten van het Fonds en de Beheerder. De belangrijkste taak van de Bewaarder is voorts het feitelijke bewaren van de beleggingen. De activiteiten van de Bewaarder zijn nader beschreven in hoofdstuk 5 van het Basis Prospectus. De kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing.
g. Marketingkosten De marketingkosten die samenhangen met het aanbieden van de Fondsen worden gedragen door de aanbieders van de Fondsen en worden niet ten laste gebracht van de Vennootschap. h. Kosten inzake bewaring van de uitgegeven aandelen van het Fonds Kosten van bewaring van de uitgegeven aandelen van het Achmea Eurolanden Mixfonds. Deze activiteiten zijn uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn inclusief btw, voor zover van toepassing. Uitbestedingskosten a. De administratie en de berekening van de intrinsieke waarde van het Fonds is door de Beheerder 5.
uitbesteed aan BNY Mellon. Deze kosten zijn opgenomen in de beheervergoeding, zoals vermeld bij punt 3 (kosten ten laste van het Fonds, beheervergoeding). Welke kosten zijn niet opgenomen in de Lopende kosten?: Onderstaande kosten zijn niet in de Lopende kosten opgenomen, maar worden in rekening gebracht ten laste van het resultaat van het Fonds: 1) Transactiekosten 2) Interestkosten 3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover niet gedekt uit de ontvangen op- en afslagen
1) Transactiekosten
De transactiekosten hebben betrekking op het maken van kosten door de Achmea Beleggingspool bij het aankopen en verkopen van de financiële instrumenten (aandelen, obligaties e.d.). Dit kunnen kosten zijn op het gebied van belastingen, kosten van de (effecten)makelaar, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De transactiekosten over het boekjaar 2014 voor de Beleggingspool Achmea Aandelen Euro bedragen € 256.842 en voor de Beleggingspool Achmea Obligaties Euro € 5.676. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen. Dit komt omdat veelal de transactiekosten verwerkt zijn in de (bruto)prijs van het financiële instrument. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te voorspellen omdat dit sterk afhankelijk is van het sentiment op de financiële markten. Ook kunnen markt- omstandigheden grote invloed hebben op het aantal beleggingstransacties en hiermee op de hoogte van de transactiekosten. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en
70
worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat. 2) Interestkosten
Het al dan niet tijdelijk beleggen in liquiditeiten kan onderdeel zijn van de beleggingsstrategie van het Fonds. De baten en lasten (een lening leidt tot interestkosten voor het Fonds), veroorzaakt door het aanhouden van liquiditeiten, worden ten laste van het resultaat geboekt en worden niet verantwoord in de Lopende kosten. 3) Kosten die verband houden met het toe- en uittreden
Het beleid is dat de kosten die verband houden met het toe- en uittreden van deelnemers worden gedekt uit de op- en afslagen, zoals is vastgelegd in het Basisprospectus. Voor zover de op- en afslagen de werkelijke transactiekosten overtreffen of niet dekken, worden deze ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht en worden niet verantwoord in de Lopende kosten. Overzicht Lopende kosten Hieronder wordt een overzicht gegeven van de Lopende kosten (tot het jaar 2014 Total Expense ratio geheten) over de jaren 2002 tot en met 2014. Tevens wordt de verwachting voor het jaar 2015 vermeld. De verwachte Lopende kosten voor het jaar 2015 is slechts een schatting, gebaseerd op historische gegevens en toekomstige verwachtingen. Toekomstige marktomstandigheden zullen op de uiteindelijke uitkomst over 2015 en volgende jaren van invloed zijn. 2002:
2,81%
2003:
1,07%
2004:
1,04%
2005:
0,99%
2006:
1,00%
2007:
0,99%
2008:
1,07%
2009:
1,16%
2010:
1,18%
2011:
1,19%
2012:
1,17%
2013:
1,16%
2014:
0,87%
verwachting 2015: 0,90%
71
Achmea Eurolanden Mixfonds Lopende kosten per boekjaar 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00%
Vergelijkend overzicht Hieronder is een vergelijkend overzicht opgenomen van de ontwikkeling van het vermogen en de baten en lasten van de beleggingen van het Achmea Eurolanden Mixfonds (inclusief Beleggingspool Achmea Aandelen Euro en Beleggingspool Achmea Obligaties Euro).
Bedragen x € 1000 Inkomsten uit beleggingen
2010
2011
2012
2013
2014
2.335
2.237
1.972
1.768
1.648
752
686
633
643
490
Waardeveranderingen Totaal Beleggingsresultaat
-1.339 -4.788
7.437
5.463
2.303
244 -3.237
8.776
6.588
3.461
Eigen Vermogen
61.150 53.233 56.180 56.087 56.041
Kosten
Achmea Eurolanden Mixfonds Eigen Vermogen per boekjaar (bedragen x € 1.000) 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 2010
2011
2012
2013
72
2014
Jaarrendementen De onderstaande jaarrendementen zijn gebaseerd op de intrinsieke waarde zoals gepubliceerd in het jaarverslag van Achmea Beleggingsfondsen N.V. Vanaf het jaar 2010 is het rendement weergegeven inclusief eventueel uitgekeerd dividend. 2002
-15,75%
2008
-27,59%
2003
11,47%
2009
16,57%
2004
4,70%
2010
0,35%
2005
13,41%
2011
-5,72%
2006
6,17%
2012
17,45%
2007
1,56%
2013
12,64%
2014
Achmea Eurolanden Mixfonds Behaald jaarrendement op basis van intrinsieke waarde 20,00% 10,00% 0,00%
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
-10,00% -20,00% -30,00%
73
6,33%