Prospectus SNS Beleggingsfondsen N.V.
i
ii
Prospectus SNS Beleggingsfondsen N.V.
SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Croeselaan 1, 3521 BJ Utrecht Postbus 8000, 3503 RA Utrecht Telefoon 030 - 291 55 44 www.snsbeleggingsfondsen.nl
1
Verantwoording en belangrijke informatie Met een hoofdletter geschreven termen hebben de betekenis die daaraan wordt gegeven in de definitielijst die is opgenomen in hoofdstuk 1, tenzij anders is aangegeven. Beleggers die geïnteresseerd zijn in de gewone aandelen in de Vennootschap worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan een belegging financiële risico’s zijn verbonden. Beleggers wordt derhalve uitdrukkelijk geadviseerd dit Prospectus zorgvuldig te lezen en kennis te nemen van de volledige inhoud van het Prospectus. SNS Beleggingsfondsen N.V. (hierna: de ‘Vennootschap’) is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal, die is ingericht als een zogenaamd paraplufonds. Deze structuur houdt in dat de gewone aandelen van de Vennootschap zijn onderverdeeld in verschillende series aandelen, ‘fondsen’ genaamd, waaraan het vermogen van de Vennootschap wordt toegerekend (hierna: de ‘Fondsen’). De Fondsen als zodanig hebben geen rechtspersoonlijkheid; het vermogen is van één en dezelfde rechtspersoon, de Vennootschap. Als beheerder van de Vennootschap treedt op SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. (hierna ‘SBB’). SBB treedt op als beheerder van de Vennootschap. Het Prospectus bevat algemene informatie over de Vennootschap en informatie die betrekking heeft op alle Fondsen. In aanvulling daarop bevat ieder Supplement bij het Prospectus specifieke informatie over onder meer de doelstelling, het beleggingsbeleid en de beleggingstechnieken per Fonds. Indien er afwijkingen zijn in de tekst van het Prospectus ten opzichte van de Supplementen, prevaleert de tekst van de Supplementen. Alle bijlagen bij het Prospectus en bij de Supplementen maken onderdeel uit van het Prospectus. De in het Prospectus opgenomen informatie kan niet worden aangemerkt als een beleggingsadvies. Iedere belegger dient rekening te houden met zijn individuele omstandigheden alvorens gewone aandelen in de Vennootschap te verwerven en doet er verstandig aan zich te laten adviseren door een onafhankelijk financieel- en/of belastingadviseur onder meer met betrekking tot de structuur van de Vennootschap en de met een belegging in de gewone aandelen van de Vennootschap gepaard gaande risico’s, alsmede in hoeverre een belegging daarin verenigbaar is met diens risicoprofiel. De afgifte en verspreiding van het Prospectus, alsmede het aanbieden, verkopen en leveren van elke serie gewone aandelen kunnen in jurisdicties buiten Nederland onderworpen zijn aan (wettelijke) beperkingen. Personen die in het bezit komen van het Prospectus wordt verzocht zich op de hoogte te stellen van die beperkingen en zich daaraan te houden. Het Prospectus vormt geen aanbod tot het verkrijgen van aandelen of andere effecten en is geen uitnodiging tot het doen van een dergelijk aanbod, of een verzoek om in te schrijven op enig aandeel in enige jurisdictie waar dit volgens de aldaar toepasselijke regelgeving niet geoorloofd is. De Vennootschap en SBB zijn niet aansprakelijk voor schending van dergelijke regelgeving door een ander, ongeacht of deze een mogelijke koper van aandelen is of niet. Ten aanzien van alle in het Prospectus opgenomen verwijzingen naar (verwachte) rendementen geldt dat de waarde van een aandeel van elke serie gewone aandelen kan fluctueren en dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie bieden voor de toekomst. Ten aanzien van toekomstgerichte verklaringen geldt dat deze naar hun aard risico’s en onzekerheden inhouden aangezien ze betrekking hebben op gebeurtenissen die afhankelijk zijn van omstandigheden die zich in de toekomst al dan niet zullen voordoen. Met uitzondering van de Vennootschap en SBB is niemand gemachtigd informatie te verschaffen of verklaringen af te leggen die niet in het Prospectus zijn opgenomen. Indien zodanige informatie is verschaft of zodanige verklaringen zijn afgelegd, dient op dergelijke informatie of dergelijke verklaringen niet te worden vertrouwd als zijnde verstrekt of afgelegd door de Vennootschap of SBB. De afgifte van het Prospectus en koop, verkoop, uitgifte en inkoop van aandelen in de Vennootschap houden onder geen enkele omstandigheid in dat de in het Prospectus vermelde informatie ook op een later tijdstip dan de datum hiervan nog juist is. De Vennootschap en SBB, zolang hij de beheerder is van de Vennootschap, zullen de gegevens in het Prospectus actualiseren zodra daartoe aanleiding bestaat. Op het Prospectus is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Voor dit product is een financiële bijsluiter opgesteld met informatie over het product, de kosten en de risico’s. Elk Fonds heeft zijn eigen financiële bijsluiter. Loop geen onnodig risico, lees de financiële bijsluiters.
SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. De directie 30 juni 2011
2
INHOUDSOPGAVE 1. DEFINITIES
5
2. INLEIDING
6
3. STRUCTUUR
7
De Vennootschap Statutaire doelstelling Fondsen; Beleggingsbeleid Risicoprofiel Kapitaal Stichting SNS Beleggersgiro Stichting Prioriteit SNS Beleggingsfondsen Directie en Beheerder Vergadering van aandeelhouders Ontbinding en vereffening
7 7 7 8 8 8 8 9 9 10
4. WIJZIGING VAN DE VOORWAARDEN
11
5. VERSLAGGEVING
12
6. INFORMATIEVERSTREKKING
13
7. POOLS
17
Algemeen De bewaring Het beheer - Uitbesteding werkzaamheden - Gelieerde partijen - Uitlenen van financiële instrumenten (securities lending)
8. VERANTWOORD BELEGGEN
14 14 14 14 15 15
16
Uitsluitingscriteria Engagement Stembeleid op aandeelhoudersvergaderingen
9. BEPALING INTRINSIEKE WAARDE EN KOERSVORMING
16 17 17
19
Vaststelling van de intrinsieke waarde Compensatie onjuist berekende intrinsieke waarde Koersvorming - Algemeen - Het handelssysteem Euronext Fund Service - Transactieprijs
10. KOSTEN EN VERGOEDINGEN
19 19 19 19 20 20
21
Algemeen Kosten van plaatsing en introductie Totale kostenvergoeding Softdollar-arrangementen Retourprovisies Kosten van deelname in de Fondsen
11. GEGEVENS BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DEELNEMING Notering aan NYSE Euronext Amsterdam Stichting SNS Beleggersgiro Uitgifte van aandelen Inkoop van aandelen Voorschriften over winstuitkering
21 21 21 22 22 22
24 24 24 24 24 24
3
12. RISICOFACTOREN
25
Algemeen Rendementsrisico Marktrisico Inflatierisico Kredietrisico Concentratierisico Risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) Liquiditeitsrisico Valutarisico Risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen Tegenpartijrisico Verhandelbaarheidrisico Overige risico’s Effecten van de/een kredietcrisis Monitoring risico’s
13. FISCALE ASPECTEN
25 25 25 27 27 27 27 28 28 28 28 28 29 30 30
31
Fiscale structuur Fiscale aspecten voor de belegger
14. SUPPLEMENTEN
31 31
33
Fonds 3: SNS Nederlands Aandelenfonds Fonds 4: SNS Euro Liquiditeitenfonds Fonds 6: SNS Euro Obligatiefonds Fonds 8: SNS Euro Aandelenfonds Fonds 9: SNS Euro Mixfonds Fonds 10: SNS Hoogdividend Aandelenfonds Fonds 11: SNS Duurzaam Aandelenfonds Fonds 12: SNS Azië Aandelenfonds Fonds 13: SNS Amerika Aandelenfonds Fonds 14: SNS Wereld Aandelenfonds Fonds 15: SNS Euro Vastgoedfonds Fonds 16: SNS Optimaal Paars Fonds 17: SNS Optimaal Geel Fonds 18: SNS Optimaal Oranje Fonds 19: SNS Optimaal Rood Fonds 20: SNS Opkomende Landen Aandelenfonds Fonds 21: SNS Optimaal Blauw
15. OVERIGE INFORMATIE
33 35 38 41 44 47 51 55 58 61 64 67 70 73 76 79 82
87
Fund Governance Algemeen Corporate Governance Code Agent Klachtenregeling Assurance-rapport accountant Verklaring beheerder
87 87 87 87 87 87 88
16. PERSONALIA
89
BIJLAGEN:
90
Tabel I behorend bij supplement van Fonds 3, 4, 6, 8 tot en met 21, paragrafen Vergoeding en Kosten Tabel II behorend bij supplement van Fonds 3, 4, 6, 8 tot en met 21 Registratiedocument SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Statuten SNS Beleggingsfondsen N.V.
90 90 91 94
SEPARATE BIJLAGE 1 De jaarrekeningen van SNS Beleggingsfondsen N.V. over de laatste drie boekjaren met bijbehorende controleverklaring en het laatste halfjaarbericht. 1) D eze bijlage is kosteloos verkrijgbaar bij SBB en is tevens beschikbaar op de Webpagina van SBB op de website van SNS Bank, bereikbaar via: www.snsbeleggingsfondsenbeheer.nl.
4
1 DEFINITIES
In het Prospectus hebben de volgende woorden en afkortingen de daarbij genoemde betekenis.
Bgfo
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
NYSE Euronext Amsterdam
NYSE Euronext Amsterdam N.V.
Fonds
Een serie gewone aandelen SNS Beleggingsfondsen N.V.
Pettelaar Pettelaar Effectenbewaarbedrijf N.V., een naamloze vennootschap statutair gevestigd te Utrecht en met adres 3531 AH Utrecht, Graadt van Roggeweg 500
Pool
Prioriteit De Stichting Prioriteit SNS Beleggingsfondsen, statutair gevestigd te ’s-Hertogenbosch en met adres 5216 PT ’s-Hertogenbosch, Pettelaarpark 120
Prospectus
Dit prospectus overeenkomstig artikel 4:49 lid 1 Wft
Registratiedocument
Het registratiedocument overeenkomstig artikel 4:48 Wft
SAM SNS Asset Management N.V., een naamloze vennootschap statutair gevestigd te Utrecht en met adres te 5216 PT ‘s-Hertogenbosch, Pettelaarpark 120
SBB SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te ’s-Hertogenbosch en met adres 3521 BJ Utrecht, Croeselaan 1
SNS SNS Bank N.V., een naamloze vennootschap statutair gevestigd te Utrecht en met adres te 3521 BJ Utrecht, Croeselaan 1
Supplement
Vennootschap SNS Beleggingsfondsen N.V., een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal statutair gevestigd te Utrecht en met adres 3521 BJ Utrecht, Croeselaan 1
Webpagina van SBB
www.snsbeleggingsfondsenbeheer.nl
Wft
Wet op het financieel toezicht
Een fonds voor gemene rekening waarin de beleggingen van een Fonds feitelijk plaatsvinden
Het onderdeel van het Prospectus dat specifieke informatie bevat over een Fonds
Tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, heeft een begrip dat hiervoor is omschreven in het enkelvoud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde omschrijving, in het meervoud dezelfde betekenis en vice versa.
5
2 INLEIDING
De Vennootschap is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal. De Vennootschap is een open-end beleggingsinstelling, die is ingericht als een zogenaamd paraplufonds, waarbij de gewone aandelen van de Vennootschap zijn onderverdeeld in verschillende series, de Fondsen. Elk Fonds heeft zijn eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel en koersvorming. De Fondsen als zodanig hebben geen rechtspersoonlijkheid; het vermogen is van één en dezelfde rechtspersoon, SNS Beleggingsfondsen N.V. De Fondsen beleggen het vermogen van SNS Beleggingsfondsen N.V. in besloten fondsen voor gemene rekening, zogenaamde beleggingspools (zie ook Hoofdstuk 7, Pools). In deze Pools vindt de uitvoering van het beleggingsbeleid feitelijk plaats. SBB treedt op als beheerder van SNS Beleggingsfondsen N.V. en de Pools.
Binnen de paraplustructuur van de Vennootschap zijn de volgende Fondsen opgenomen: Fonds 3: SNS Nederlands Aandelenfonds Fonds 4: SNS Euro Liquiditeitenfonds Fonds 6: SNS Euro Obligatiefonds Fonds 8: SNS Euro Aandelenfonds Fonds 9: SNS Euro Mixfonds Fonds 10: SNS Hoogdividend Aandelenfonds Fonds 11: SNS Duurzaam Aandelenfonds Fonds 12: SNS Azië Aandelenfonds Fonds 13: SNS Amerika Aandelenfonds Fonds 14: SNS Wereld Aandelenfonds Fonds 15: SNS Euro Vastgoedfonds Fonds 16: SNS Optimaal Paars Fonds 17: SNS Optimaal Geel Fonds 18: SNS Optimaal Oranje Fonds 19: SNS Optimaal Rood Fonds 20: SNS Opkomende Landen Aandelenfonds Fonds 21: SNS Optimaal Blauw Daarnaast kunnen ook andere Fondsen worden opgenomen.
Voor een beschrijving van elk van de hierboven genoemde Fondsen wordt verwezen naar het per Fonds opgestelde Supplement (zie hoofdstuk 14 ‘Supplementen’). Indien een Fonds wordt geïntroduceerd door uitgifte van aandelen van de desbetreffende serie gewone aandelen, zal bij die gelegenheid een Supplement voor dat Fonds worden opgesteld waarin tevens de specifieke kenmerken van dat Fonds zijn opgenomen. Tevens zal een financiële bijsluiter met betrekking tot een nieuw Fonds worden opgesteld en beschikbaar worden gesteld.
6
3 STRUCTUUR
De Vennootschap
De Vennootschap is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal naar Nederlands recht in de zin van artikel 2:76 a van het Burgerlijk Wetboek. De Vennootschap is opgericht op 5 oktober 1995. De statuten van de Vennootschap zijn laatstelijk gewijzigd op 11 mei 2011. De statuten van de Vennootschap zijn bij het Prospectus gevoegd als bijlage. De Vennootschap is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor MiddenNederland onder nummer 160.79848.
De Vennootschap is statutair gevestigd te Utrecht en houdt kantoor te Croeselaan 1, 3521 BJ, Utrecht.
Statutaire doelstelling
De Vennootschap heeft ten doel het beleggen van vermogen op een wijze die zich verdraagt met het fiscale regime voor beleggingsinstellingen in de zin van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, alles met dien verstande dat het vermogen van de Vennootschap zodanig wordt belegd dat de risico’s daarvan worden gespreid teneinde de aandeelhouders van de Vennootschap in de opbrengst te doen delen.
Fondsen; Beleggingsbeleid
Het op een specifiek Fonds gestorte of daaraan toe te rekenen vermogen wordt in de Vennootschap separaat belegd en geadministreerd op een daartoe per Fonds aangehouden (kapitaal)rekening (hierna ‘de Fondsrekening’).
Verder wordt voor elk Fonds in de administratie een zogenoemde reserverekening aangehouden, waarop desbetreffende koersverschillen worden geadministreerd, met dien verstande dat indien en voor zover geleden (koers)verliezen het saldo van de reserverekening te boven gaan, afboeking van de Fondsrekening zelf plaatsvindt.
Het op elk Fonds te storten bedrag en het daaraan toe te rekenen vermogen wordt ten behoeve van het desbetreffende Fonds belegd. Voor elk Fonds bestaat een afzonderlijk beleggingsbeleid. De Fondsen beleggen hun middelen direct of indirect in Pools. De Pools, waar het feitelijk beheer van de activa van de Fondsen plaatsvindt, hebben de structuur van een fonds voor gemene rekening. Nadere informatie over de Pools is opgenomen in Hoofdstuk 7 (‘Pools’).
Fondsen
SNS Nederlands Aandelenfonds
SNS Amerika Aandelenfonds
SNS Azië Aandelenfonds
SNS Euro Aandelenfonds
SNS Wereld Aandelenfonds
Pools naar asset
Pools
SNS Optimaal Geel
SNS Optimaal Oranje
SNS Optimaal Rood
SNS Optimaal Paars
SNS Euro Mixfonds
Optimaalpool Blauw
Optimaalpool Geel
Optimaalpool Oranje
Optimaalpool Rood
Optimaalpool Paars
Euro Mixpool
SNS Euro Obligatiefonds
SNS Euro Liquiditeitenfonds
SNS Hoogdividend Aandelenfonds
SNS Euro Vastgoedfonds
SNS Duurzaam Aandelenfonds
SNS Opkomende Landen Aandelen fonds
Euro Vastgoedfondsenpool
Duurzaam Aandelenpool Europa
Global Emerging Markets Equity Pool
Hoogdividend Mixpool
Global Equity Mixpool
naar regio
Pools
SNS Optimaal Blauw
Aandelenpool Nederland
Amerika Aandelenpool
Azië Aandelenpool
Euro Aandelenpool
Euro Obligatiepool
Euro Liquiditeitenpool
Hoogdividend Aandelenpool
Situatie per 30 juni 2011
Het specifieke beleggingsbeleid, de beleggingsvoorwaarden en beleggingsrestricties worden beschreven in het Supplement van het betreffende Fonds. SBB is bevoegd tot wijziging van het beleggingsbeleid, de beleggingsrestricties en/of de beleggingsvoorwaarden. Wijzigingen in het beleggingsbeleid van een Fonds worden niet van kracht voordat de op grond van artikel 4:47 Wft daarbij in acht te nemen termijn is verstreken nadat mededeling is gedaan aan de (vergadering van) houders van aandelen in het betreffende Fonds. Nadere informatie hierover is opgenomen in Hoofdstuk 4 (‘Wijziging van de voorwaarden’).
7
Risicoprofiel
Aan beleggingen in (een) Fonds(en) zijn financiële kansen, maar ook financiële risico’s verbonden. De beleggingen van elk Fonds zijn onderhevig aan marktfluctuaties en aan de risico’s die inherent zijn aan beleggingen. Er worden geen garanties gegeven dat de beleggingsdoelstellingen zullen worden gerealiseerd. De intrinsieke waarde van elk Fonds kan zowel stijgen als dalen. Voor nadere informatie over de risico´s verbonden aan (een) Fonds(en) wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 (‘Risicofactoren’) en naar de beschrijving van het risicoprofiel per Fonds, zoals dit is beschreven in het Supplement van het betreffende Fonds.
Kapitaal
Het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap bedraagt per de laatste statutenwijziging de dato 11 mei 2011 EUR 20.000.000 nominaal, verdeeld in 1 prioriteitsaandeel en 399.999.999 gewone aandelen van elk EUR 0,05 nominaal, welke gewone aandelen zijn verdeeld over 30 series. Een serie gewone aandelen wordt aangeduid als Fonds. Voor een verdere beschrijving van het kapitaal van de Vennootschap wordt verwezen naar de statuten van de Vennootschap (zie bijlage 4 van het Prospectus). De Vennootschap is een open-end beleggingsinstelling. Dit betekent dat ieder Fonds in beginsel elke beursdag aandelen zal kunnen uitgeven of inkopen, zoals nader omschreven in de statuten van de Vennootschap, tegen een prijs gebaseerd op de intrinsieke waarde per aandeel van het betreffende Fonds. Nadere informatie hierover is opgenomen in Hoofdstuk 9 (‘Bepaling intrinsieke waarde en koersvorming’) en Hoofdstuk 11 (‘Gegevens betreffende de rechten van deelneming’). De aandelen van de Fondsen 1 tot en met 21 zijn op de hierna volgende data toegelaten tot NYSE Euronext Amsterdam: Fondsen 1 tot en met 5 30 oktober 1995 Fondsen 6 tot en met 10 20 oktober 1997 Fonds 11 2 november 1998 Fondsen 12 tot en met 14 22 november 1999 Fonds 15 10 juli 2000 Fonds 16 5 maart 2001 Fondsen 17 tot en met 19 21 oktober 2002 Fonds 20 2 juli 2007 Fonds 21 3 december 2007
Op 11 december 2000 zijn de aandelen van Fonds 2 (SNS Obligatiegroeifonds), Fonds 5 (SNS Liquiditeitengroeifonds) en Fonds 7 (SNS Euro Obligatiegroeifonds) omgezet in aandelen van respectievelijk Fonds 1 (SNS Obligatiedividendfonds), Fonds 4 (SNS Euro Liquiditeitenfonds) en Fonds 6 (SNS Euro Obligatiefonds) en is de notering van de Fondsen 2, 5 en 7 beëindigd.
Op 1 oktober 2001 zijn de aandelen van Fonds 1 (SNS Obligatiedividendfonds) omgezet in aandelen van Fonds 6 (SNS Euro Obligatiefonds) en is de notering van Fonds 1 beëindigd.
Stichting SNS Beleggersgiro
Naast verhandeling aan NYSE Euronext Amsterdam is het eveneens mogelijk om in de Fondsen deel te nemen door middel van Stichting SNS Beleggersgiro, gevestigd te ’s Hertogenbosch. Iedere belegger in de Fondsen kan daartoe bij SNS, Regio Bank N.V. of REAAL Bancaire Diensten (een handelsnaam van Regio Bank N.V.) een rekening openen voor deelname aan het girale systeem. Via Stichting SNS Beleggersgiro kan de belegger ook zijn deelnemingen in de Fondsen onderling omruilen. Het reglement van Stichting SNS Beleggersgiro is beschikbaar via de Webpagina van SBB
Stichting Prioriteit SNS Beleggingsfondsen
Het prioriteitsaandeel wordt gehouden door de Prioriteit, statutair gevestigd te ‘s-Hertogenbosch. De Prioriteit heeft ten doel het in eigendom verwerven en houden van een prioriteitsaandeel in het kapitaal van de Vennootschap en het uitoefenen van alle aan dat aandeel verbonden rechten, waaronder het uitoefenen van stemrecht en voorts al hetgeen hiermee in de ruimste zin verband houdt.
8
Het bestuur van de Prioriteit bestaat uit: Drs. R.G.J. Langezaal Mr. J. Boven Drs. W.H. Steenpoorte Drs. H.K. Kroeze Mr. M.W.J. Hinssen Drs. R.G.J. Langezaal, Mr. J. Boven, Drs. W.H. Steenpoorte, Drs. H.K. Kroeze en Mr. M.W.J. Hinssen zijn de bestuurders van de Prioriteit en daarmee medebeleidsbepalers van de Vennootschap in de zin van de Wft en de op de Wft berustende uitvoerende regelgeving. De heren, Steenpoorte, Kroeze en Hinssen verrichten geen andere activiteiten die verband houden met de activiteiten van de Vennootschap naast het zijn van bestuurder van de Prioriteit. De voornaamste door de heren Boven en Langezaal uitgeoefende activiteit buiten de Prioriteit, voorzover deze activiteit verband houdt met de werkzaamheden van de Vennootschap, is het zijn van commissaris van SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Voor de rechten verbonden aan het prioriteitsaandeel wordt verwezen naar de statuten van de Vennootschap.
Directie en Beheerder
SBB is statutair bestuurder en treedt op als beheerder van de Vennootschap als bedoeld in artikel 1:1 Wft. SBB beheert en houdt toezicht op de activa van de Vennootschap. Voorts is SBB bevoegd activa te selecteren, te verkopen, te verhandelen en te investeren voor de Vennootschap. Verder kan SBB accountants, juridische adviseurs en andere deskundigen inschakelen in het kader van de werkzaamheden als beheerder van de Vennootschap en bepaalt SBB het beleid met betrekking tot verkoop of indeling van de beleggingen van gelden en andere activa van de Vennootschap. SBB is ook bevoegd die overeenkomsten aan te gaan die hij nodig acht voor het uitoefenen van zijn werkzaamheden als beheerder van de Vennootschap.
SBB is tevens beheerder van diverse beleggingsfondsen waarvoor geen vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft is vereist. SBB is ook beheerder van: Zwitserleven Beleggingsfondsen; Zwitserleven Mix Beleggingsfondsen; en Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Voor nadere gegevens omtrent SBB, de groep waartoe SBB behoort, de (mede)beleidsbepalers van SBB en degenen die toezicht houden op het beleid en de algemene zaken van SBB, wordt verwezen naar het Registratiedocument, dat onderdeel uitmaakt van het Prospectus (Bijlage 3). Drs. V de Klerk (voorzitter) en B.J. Blom zijn de directeuren van SBB en daarmee de beleidsbepalers van de Vennootschap in de zin van de Wft en de op de Wft berustende uitvoerende regelgeving. De heer V. de Klerk verricht geen andere activiteiten die verband houden met de activiteiten van de Vennootschap naast het zijn van directeur van SBB. De voornaamste door de heer B.J. Blom uitgeoefende activiteit buiten SBB, voorzover deze activiteit verband houdt met de werkzaamheden van de Vennootschap, is het zijn van bestuurder van ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V. De leden van de raad van commissarissen en van de directie van SBB kiezen domicilie ten kantore van de Vennootschap. Zij ontvangen van de Vennootschap en van SBB geen vergoeding voor hun werkzaamheden.
Vergadering van aandeelhouders
De jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders wordt binnen vier maanden na afloop van het boekjaar gehouden.
De agenda voor deze vergadering bevat onder andere de volgende onderwerpen: De behandeling van het schriftelijke jaarverslag van het bestuur omtrent de zaken van de Vennootschap en het gevoerde beleid; Het verlenen van décharge aan de bestuurders voor het door hun gevoerde besuur; en De vaststelling van de jaarrekening en de bepaling van de winstbestemming.
9
Buitengewone algemene vergaderingen van aandeelhouders van de Vennootschap en vergaderingen van houders van aandelen van een Fonds worden gehouden zo dikwijls de directie wenselijk acht. Bovendien zal een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders worden gehouden binnen drie maanden nadat voor de directie aannemelijk is dat het eigen vermogen van de Vennootschap is gedaald tot een bedrag gelijk aan of lager dan de helft van het geplaatste kapitaal. Daarnaast is de directie verplicht een algemene vergadering bijeen te roepen, zodra de Prioriteit, dan wel één of meer vergadergerechtigden die gezamenlijk ten minste tien procent (10%) van het totaal aantal stemmen dat kan worden uitgebracht vertegenwoordigen, haar dit schriftelijk onder opgave van de te behandelen onderwerpen verzoeken. Indien alsdan de directie in gebreke blijft een vergadering bijeen te roepen, zodanig, dat deze binnen vier weken na ontvangst wordt gehouden, is ieder van de verzoekers zelf tot bijeenroeping bevoegd met inachtneming van het daaromtrent in de statuten van de Vennootschap bepaalde. Een oproeping voor een algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap zal ten minste tweeënveertig dagen voor de aanvang van die vergadering geschieden per advertentie in één of meerdere landelijk verspreide Nederlandse dagbladen en op de Webpagina van SBB. In de algemene vergadering van aandeelhouders geeft ieder aandeel recht op het uitbrengen van één stem. Stemrechten verbonden aan de aandelen van beleggers die deelnemen via Stichting SNS Beleggersgiro komen toe aan Stichting SNS Beleggersgiro. Stichting SNS Beleggersgiro kan tijdens de aandeelhoudersvergaderingen van de Vennootschap het stemrecht verbonden aan de aandelen uitoefenen. Een belegger die zelf het stemrecht wenst uit te oefenen, kan Stichting SNS Beleggersgiro verzoeken een volmacht aan hem te verstrekken ter zake van zoveel hele aandelen als overeenkomt met zijn deelneming in het girale systeem.
Ontbinding en vereffening
Een besluit tot ontbinding van de Vennootschap kan door de algemene vergadering van aandeelhouders slechts worden genomen op voorstel van de Prioriteit. De vereffening geschiedt door de directie, indien en voorzover de algemene vergadering van aandeelhouders niet anders bepaalt. Van hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van een Fonds is overgebleven, wordt allereerst aan de Prioriteit het nominale bedrag van het prioriteitsaandeel uitgekeerd. Van hetgeen daarna resteert wordt uitgekeerd aan de houders van gewone aandelen van het desbetreffende Fonds, in verhouding van het nominale bedrag van door hen gehouden aandelen van het betreffende Fonds.
10
4 WIJZIGING VAN DE VOORWAARDEN
De statuten van de Vennootschap kunnen worden gewijzigd door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap. De algemene vergadering van aandeelhouders kan hiertoe alleen besluiten op voorstel van de Prioriteit. SBB en de Vennootschap, tezamen handelend, kunnen de overige voorwaarden en het Prospectus wijzigen, waaronder begrepen het beleggingsbeleid en de beleggingsrestricties van de Fondsen. Een (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden die gelden tussen de Vennootschap en de aandeelhouders wordt bekendgemaakt in een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad en op de Webpagina van SBB. Een (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden wordt toegelicht op de Webpagina van SBB. Wijzigingen van de voorwaarden die gelden tussen de Vennootschap en de aandeelhouders waardoor rechten of zekerheden van de aandeelhouders worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, of waardoor het beleggingsbeleid wordt gewijzigd, worden tegen degenen die aandeelhouders zijn op het tijdstip van de hierna bedoelde bekendmaking niet ingeroepen voordat de op grond van artikel 4:47 Wft daarbij in acht te nemen termijn is verstreken na bekendmaking van de wijziging op de wijze zoals hiervoor vermeld. Gedurende deze periode kunnen de aandeelhouders hun aandelen van het betreffende Fonds tegen de gebruikelijke voorwaarden doen inkopen door de Vennootschap voor het betreffende Fonds, onverminderd het daarover bepaalde in het Prospectus, de statuten van de Vennootschap en de overige voorwaarden die gelden tussen de Vennootschap en de aandeelhouders.
11
5 VERSLAGGEVING
Het boekjaar van de Vennootschap is gelijk aan het kalenderjaar. De directie maakt jaarlijks binnen vier maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens door publicatie op de Webpagina van SBB openbaar over dat boekjaar, met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek en hetgeen bepaald is in het Bgfo. De jaarrekening bestaat uit een balans, een winst- en verliesrekening alsmede een toelichting. In de jaarrekening van de Vennootschap, die als separate bijlage onderdeel uitmaakt van het Prospectus, wordt per Fonds ten minste een balans, een winst- en verliesrekening, een kasstroomoverzicht en een toelichting opgenomen. De algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap zal een registeraccountant of een andere deskundige, als bedoeld in artikel 2:393, lid 1 Burgerlijk Wetboek opdracht geven om de jaarrekening te onderzoeken. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de directie en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer. De verklaring van de accountant zal aan de overige gegevens worden toegevoegd. Binnen vier maanden na afloop van een boekjaar wordt de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders gehouden. De agenda voor deze vergadering bevat onder meer de vaststelling van de jaarrekening. Binnen acht dagen na vaststelling van de jaarrekening legt de directie de jaarrekening neer bij het handelsregister en wordt aan de aandeelhouders mededeling gedaan waar de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens verkrijgbaar zijn. Indien een jaarverslag gewijzigd is vastgesteld, vermeldt deze mededeling tevens dat het jaarverslag tezamen met de daarop betrekking hebbende verklaring van de accountant door het Fonds kosteloos beschikbaar wordt gesteld aan de aandeelhouders en wordt gepubliceerd op de Webpagina van SBB. Jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar maakt de directie een halfjaarbericht door publicatie op de Webpagina van SBB openbaar over de eerste helft van dat boekjaar met inachtneming van het bepaalde in het Bgfo. Dit halfjaarbericht wordt opgesteld conform de structuur van de jaarrekening. Gelijktijdig met de openbaarmaking van het halfjaarbericht wordt door de directie aan alle aandeelhouders mededeling gedaan van de plaats waar het halfjaarbericht – kosteloos – verkrijgbaar is. De jaarrekeningen en halfjaarberichten luiden in euro. De laatste jaarrekening van de Vennootschap is gecontroleerd door KPMG Accountants N.V., Rijnzathe 14, 3454 PV, De Meern. De halfjaarberichten en jaarrekeningen van de Vennootschap over de laatste drie boekjaren zijn op aanvraag kosteloos verkrijgbaar op het kantooradres van de Vennootschap en beschikbaar via de Webpagina van SBB. Deze documenten maken onderdeel uit van dit Prospectus als een separate bijlage.
12
6 INFORMATIEVERSTREKKING
De Vennootschap zal mededelingen doen en periodiek informatie verstrekken door publicatie in één of meerdere landelijk verspreide Nederlandse dagbladen of op de Webpagina van SBB. De vergunning van SBB als beheerder op grond van artikel 2:65 Wft en een afschrift van de akte met de statuten van de Vennootschap liggen ter inzage ten kantore van de Vennootschap en SBB. Een kopie van de vergunning en van de statuten van de Vennootschap is voor een ieder kosteloos verkrijgbaar. Aan een ieder wordt op verzoek tegen ten hoogste de kostprijs verstrekt de gegevens omtrent SBB en de Vennootschap die ingevolge enig wettelijk voorschrift in het handelsregister moeten worden opgenomen en een afschrift van een beschikking van de toezichthouder met betrekking tot de Vennootschap tot het verlenen van ontheffing om aan het bij of krachtens de Wft bepaalde te voldoen of tot het wijzigen of intrekken van een dergelijke beschikking. Aan houders van aandelen in de Vennootschap wordt op verzoek tegen ten hoogste de kostprijs verstrekt een afschrift van de maandelijkse opgave met toelichting van de totale waarde van de beleggingen per Fonds, een overzicht van de samenstelling van de beleggingen per Fonds, het aantal uitstaande aandelen van elk Fonds waarvan aandelen uitstaan en de meest recente intrinsieke waarde van de aandelen van de Fondsen onder vermelding van het moment waarop de bepaling van de intrinsieke waarde plaatsvond (alles als bedoeld in artikel 50 lid 2 Bgfo). Nadat de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap heeft plaatsgevonden, plaatst SBB een advertentie in ten minste één landelijk verspreid Nederlands dagblad teneinde de samenstelling van het vastgestelde dividend over het voorgaande boekjaar te vermelden. In deze advertentie zullen tevens de datum en de wijze van de betaalbaarstelling van het dividend worden vermeld. De in deze advertentie opgenomen informatie zal ook worden gepubliceerd op de Webpagina van SBB. Informatie over de Fondsen, alsmede het Prospectus, de financiële bijsluiter die is opgesteld met betrekking tot ieder Fonds, het jaarverslag en het halfjaarbericht, zijn op schriftelijk verzoek kosteloos verkrijgbaar bij SBB. Deze informatie, waaronder de dagelijks berekende intrinsieke waarde per aandeel, is tevens beschikbaar op de Webpagina van SBB.
13
7 POOLS
Algemeen
De Fondsen beleggen hun middelen direct in een Pool of indirect in een combinatie van Pools ten behoeve van een doelmatige uitvoering van het beleggingsbeleid van de betreffende Fondsen. Deze Pools zijn beleggingsfondsen waarvoor geen vergunning op grond van de Wft is vereist. De Pools, dan wel desbetreffende combinatie van Pools, hebben een beleggingsbeleid dat gelijk is aan het beleggingsbeleid van de betreffende Fondsen. Door gebruik te maken van deze Pools kunnen beleggingen met eenzelfde karakter worden gecombineerd. Hierdoor ontstaan schaalvoordelen voor het portefeuillebeheer (lagere kosten per transactie) ten voordele van de belegger in de Fondsen.
Deze Pools, waarin de Vennootschap belegt, hebben een beheerder en een bewaarder. SBB treedt op als beheerder van de Pools. Pettelaar fungeert als bewaarder van de Pools.
De Pools worden beheerst door de bepalingen in de overeenkomst van beheer en bewaring. In deze overeenkomst is onder meer het beleggingsbeleid van de betreffende Pools omschreven. De overeenkomst van beheer en bewaring is gesloten tussen SBB, Pettelaar, de Prioriteit en de participanten in de Pools. De Vennootschap, respectievelijk de Pool waarin de Vennootschap belegt, is tezamen met SNS de enige participant in de Pools. SBB is bevoegd om tezamen met Pettelaar en de Prioriteit wijzigingen in de overeenkomst van beheer en bewaring aan te brengen. Een afschrift van de overeenkomst van beheer en bewaring, zoals aangegaan door de beheerder en bewaarder kan op verzoek ten hoogste tegen de kostprijs worden gekregen bij SBB.
Voor iedere Pool wordt een afzonderlijke administratie gevoerd waarin alle aan een Pool toe te rekenen mutaties, opbrengsten en kosten van transacties in financiële instrumenten worden opgenomen. Aangezien de Fondsen hun vermogen beleggen in de Pools, zullen – in het kader van het vereiste inzicht op basis van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) artikel 122 tot en met 124 – de jaarcijfers van de Pools worden opgenomen in de jaarrekening van de Fondsen.
De bewaring
Pettelaar, de bewaarder van de Pools, is een naamloze vennootschap en statutair gevestigd te Utrecht. Pettelaar is opgericht op 30 december 1991. De statuten zijn laatstelijk gewijzigd op 14 oktober 2005. Pettelaar wordt bestuurd door een directie die bestaat uit: 1. M.A. van Baak 2. R.W.J. van Schaik Afschriften van de jaarrekening en de statuten van Pettelaar zijn kosteloos verkrijgbaar bij Pettelaar.
Het beheer
Uitbesteding werkzaamheden SBB heeft geen personeel in dienst. Voor haar werkzaamheden als beheerder van de Pools maakt zij gebruik van diensten van derden. De uitgangspunten van de samenwerking met de dienstverlenende instellingen zijn schriftelijk vastgelegd in overeenkomsten. In deze overeenkomsten zijn onder meer bepalingen opgenomen die waarborgen dat SBB kan voldoen aan de eisen welke voortvloeien uit de Wft. Voorts zijn in de overeenkomsten bepalingen opgenomen met betrekking tot prestatienormen, onderlinge informatieverschaffing en de vergoeding. De vergoeding voor uitbestede werkzaamheden komt volledig ten laste van SBB. Het beleggingsbeleid, op basis waarvan het vermogensbeheer van de desbetreffende Pool plaatsvindt, wordt altijd door SBB vastgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de werkzaamheden waarvoor SBB opdracht aan derden heeft gegeven:
Werkzaamheden
Dienstverlenende instelling
Uitvoering van het vermogensbeheer van Azië Aandelenpool
Capital International Ltd.
Uitvoering van het vermogensbeheer van Euro Vastgoedfondsenpool
Kempen Capital Management N.V.
Uitvoering van het vermogensbeheer van Amerika Aandelenpool
T. Rowe Price International Limited
Uitvoering van het Vermogensbeheer van alle overige Pools
SAM
Uitvoering van de Administratie
14
SAM
SBB is te allen tijde bevoegd om de samenwerking met genoemde dienstverlenende instellingen te beëindigen en de taken uit te besteden aan andere bevoegde instellingen, dan wel zelf ter hand te nemen.
Gelieerde partijen Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid kunnen transacties worden verricht met aan SBB gelieerde partijen. Het kan de volgende transactiesoorten betreffen: valutatransacties, bancaire diensten en bemiddelingsdiensten. Indien transacties worden verricht met gelieerde partijen zullen deze onder marktconforme voorwaarden plaatsvinden. Bij een transactie met een gelieerde partij buiten een gereglementeerde markt, markt in financiële instrumenten of een andere geregelde, regelmatig functionerende, erkende open markt, zal in alle gevallen een onafhankelijke waardebepaling ten grondslag liggen aan de transactie. Ingevolge het Bgfo worden de entiteiten die deel uitmaken van de groep van SNS REAAL N.V., alsmede Stichting SNS Beleggersgiro, aangemerkt als gelieerde partijen met betrekking tot de Vennootschap. De Pools, waarin de Vennootschap belegt, kunnen in gelieerde partijen beleggen.
Uitlenen van financiële instrumenten (securities lending)
Ter verhoging van het totale beleggingsresultaat van haar beleggingsportefeuille kan de Vennootschap financiële instrumenten uit alle Pools uitlenen aan andere financiële instellingen. De Vennootschap kan uitleentransacties aangaan tot maximaal 50% van de waarde van de individuele Pools. SBB heeft de volgende uitgangspunten gedefinieerd voor securities lending: Laag risico gewenst; Stembeleid in het kader van verantwoord vermogensbeheer prevaleert boven opbrengsten securities lending; en Geen tot weinig operationele risico’s gewenst. Op basis van deze uitgangspunten, waarin het belang van stemmen duidelijk boven opbrengsten gaat, heeft SBB vastgesteld dat het Principal Programma van KasBank, met strikte eisen op het gebied van onderpand (w.o. geen cash collateral) het beste aansluit bij deze genoemde uitgangspunten. Gebruikelijke zekerheden zijn onder meer (staats)obligaties en aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen. KasBank opereert bij het uitlenen van effecten in dit programma als ‘principaal intermediair’. Principaal Intermediair wil zeggen dat KasBank bij iedere securities lending transactie optreedt als enige tegenpartij van de Vennootschap. Het tegenpartij risico – het in gebreke blijven bij het nakomen van verplichtingen – blijft dus beperkt tot één partij (KasBank). De opbrengsten van de uitleentransacties komen na aftrek van een marktconforme vergoeding voor de dienstverlening door KasBank ten goede aan de Pools. De opbrengsten worden in het (half)jaarverslag vermeld. Nadere informatie over de mogelijke risico’s die verbonden zijn aan het uitlenen van financiële instrumenten, is opgenomen in Hoofdstuk 12 (‘Risicofactoren’).
15
8. VERANTWOORD BELEGGEN
Uitsluitingscriteria In de Pools vindt voorafgaand aan het kwalitatief en kwantitatief onderzoek een beoordeling plaats van ondernemingen en (lagere) overheden (verder: instellingen) die deel uitmaken van de benchmark. Per 21 februari 2010 worden deze instellingen beoordeeld op door de beheerder vastgestelde criteria op het gebied van milieu, sociale, bestuurlijke en overige fundamentele ethische uitgangspunten. De criteria waarop de betreffende instelling beoordeeld wordt, zijn als volgt omschreven: respect voor de rechten van de mens; het zich niet schuldig maken aan ernstige vormen van kinderarbeid; het zich onthouden van betrokkenheid bij dwangarbeid; het zich onthouden van ernstige vormen van corruptie; het zich onthouden van zware vormen van milieuvervuiling; geen betrokkenheid bij de handel in conventionele wapens met landen waartegen een wapenembargo geldt van de EU of de VN; geen betrokkenheid bij de productie van wapensystemen waarvan de effecten disproportioneel zijn of die geen onderscheid maken tussen militaire en burgerdoelen; en respect voor algemeen aanvaarde ethische beginselen die gelden in een menswaardige samenleving. Na deze beoordeling wordt gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek om te bepalen welke vermogenstitels definitief geselecteerd worden en vanuit het belegbaar universum worden opgenomen in de Pools. Ten aanzien van Euro Vastgoedfondsenpool gelden, vanwege de afwijkende categorie van de belegging, afwijkende criteria. Deze criteria zullen elders in deze paragraaf uitvoeriger worden beschreven. Indien de instelling waartoe de vermogenstitel behoort een negatieve beoordeling krijgt, kan deze uitgesloten worden; een instelling krijgt de gelegenheid op de onderbouwing van de overwogen uitsluiting te reageren. Uitsluiting volgt wanneer de reactie onvoldoende is, uitblijft of geen weerlegging inhoudt van de bevindingen. De beoordeling geldt voor alle vermogenstitels van instellingen binnen het gehele beleggingsuniversum van de Pools. Vanwege het doorlopende karakter van de beoordeling in het beleggingsuniversum is een eventuele negatieve beoordeling niet onherroepelijk. De uitvoering van het uitsluitingenbeleid wordt, met uitzondering van Euro Vastgoedfondsenpool, uitbesteed aan SAM. De instellingen worden beoordeeld door een team van analisten van SAM. Het analistenrapport van het team van analisten, dat het oordeel, zijn onderbouwing, en de aanbevelingen omvat, wordt voorgelegd aan een selectiecommissie. Deze selectiecommissie besluit uiteindelijk welke instellingen van belegging zijn uitgesloten, respectievelijk welke ondernemingen in aanmerking komen voor engagement (zie paragraaf “engagement”).
Fondsen
SNS Nederlands Aandelenfonds
SNS Amerika Aandelenfonds
SNS Azië Aandelenfonds
SNS Euro Aandelenfonds
SNS Wereld Aandelenfonds
Pools naar asset
Pools
SNS Optimaal Geel
SNS Optimaal Oranje
SNS Optimaal Rood
SNS Optimaal Paars
SNS Euro Mixfonds
Optimaalpool Blauw
Optimaalpool Geel
Optimaalpool Oranje
Optimaalpool Rood
Optimaalpool Paars
Euro Mixpool
SNS Euro Obligatiefonds
SNS Euro Liquiditeitenfonds
SNS Hoogdividend Aandelenfonds
SNS Euro Vastgoedfonds
SNS Duurzaam Aandelenfonds
SNS Opkomende Landen Aandelen fonds
Euro Vastgoedfondsenpool
Duurzaam Aandelenpool Europa
Global Emerging Markets Equity Pool
Hoogdividend Mixpool
Global Equity Mixpool
naar regio
Pools
SNS Optimaal Blauw
Aandelenpool Nederland
Amerika Aandelenpool
Azië Aandelenpool
Euro Aandelenpool
Euro Obligatiepool
Euro Liquiditeitenpool
Hoogdividend Aandelenpool
Situatie per 30 juni 2011
Vanwege het dynamische karakter van de beleggingsuniversa van de Pools, bestaat de mogelijkheid dat een vermogenstitel opgenomen is in één van de voorgenoemde Pools alvorens een beoordeling heeft plaats kunnen vinden van de bijbehorende instelling. Indien geconstateerd wordt dat een
16
vermogenstitel aanwezig is in de Pool waarvan na beoordeling blijkt dat de bijbehorende instelling de algemeen aanvaarde ethische uitgangspunten in grove mate schendt, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. De algemeen aanvaarde ethische uitgangspunten komen voort uit bepalingen van internationale verdragen, richtlijnen en codes en hebben daarmee een breed maatschappelijk draagvlak. Opvattingen over ethische uitgangspunten zijn veranderlijk. Voortschrijdende inzichten kunnen leiden tot bijstelling van de criteria op basis waarvan vermogenstitels van instellingen al dan niet geselecteerd worden.
Engagement Wanneer een onderneming na beoordeling voldoet aan de gestelde criteria, maar verbetering in beleid en/of prestaties op het gebied van de algemeen aanvaarde ethische uitgangspunten nodig is om op termijn uitsluiting te voorkomen, dan zal proactief een dialoog met de betreffende onderneming aangegaan worden. Op deze wijze kan vanuit de rol als aandeelhouder het belang bij deze ondernemingen kenbaar gemaakt worden dat verbetering op de ethische uitgangspunten wenselijk is. Naast de dialoog met de betreffende onderneming, is het tevens mogelijk dat in het kader van het engagementbeleid voorstellen gedaan zullen worden tijdens aandeelhoudersvergaderingen van ondernemingen waarmee een dergelijke dialoog is aangegaan. De uitvoering van het engagementbeleid, met uitzondering van ondernemingen die behoren tot Euro Vastgoedfondsenpool, wordt uitbesteed aan SAM. Er wordt onderscheid gemaakt in drie vormen van engagement: responsief engagement, thematisch engagement en collectief engagement. Bij responsief engagement wordt een dialoog aangegaan met ondernemingen die op één of meerdere Fundamentele Beleidsuitgangspunten slecht scoren en het risico lopen van investering te worden uitgesloten, maar waarbij verwacht wordt op korte termijn verbetering te kunnen realiseren. De effectiviteit van deze dialoog wordt bepaald door de beoordeling van de bereidheid van bedrijven om vragen te beantwoorden, samen te werken tijdens het engagementproces, transparant te zijn en om zaken van zorg op te pakken. De doelstelling van responsieve engagement is dat bedrijven verbetering tonen in hun ESG-beleid en -prestaties, zodat zij voldoen aan de Fundamentele Beleidsuitgangspunten.
Thematisch engagement is een meer proactieve vorm van engagement. Deze vorm van engagement richt zich op de natuurlijke hulpbronnenindustrie met de focus op bedrijven in de volgende sectoren: energie, nuts, voedsel & dranken, papier & bos en extractieresiduen. Issues in deze sectoren zijn van grote invloed en creëert de noodzaak tot samenwerking tussen bedrijven, overheden en het maatschappelijk middenkader. De doelstelling van thematisch engagement is een positieve impact realiseren en op sectorniveau een verbetering van de ESG-standaard te bewerkstelligen. Bij collectief engagement wordt samengewerkt met andere investeerders(-initiatieven) om bepaalde ESG-doelstellingen te behalen. In eerste instantie richt de samenwerking zich daarbij op: the UN Global Compact, the Global Reporting Initiative (GRI), the European Sustainable Investment Forum (Eurosif), the United Nations-backed Principles for Responsible Investment Initiative (UNPRI), the Carbon Disclosure Project (CDP), en the Extractive Industry Transparency Initiative (EITI). De belangrijkste focus ligt op vraagstukken in de sectoren die zich richten op natuurlijke rijkdommen. Door deelname aan deze toonaangevende en breedgedragen initiatieven, is het mogelijk meer invloed uit te oefenen op bedrijven om hun ESG-gedrag, -beleid en managementstructuren te verbeteren.
Verschillen en verbanden Elk van de drie soorten van engagement heeft eigen kenmerken, toch zijn er ook duidelijke verbanden. Indien bij een bedrijf dat opgenomen is in responsief engagement sprake is van duidelijke verbeteringen in het ESG-beleid en prestaties, zodanig dat aan de Fundamentele Beleidsuitgangs punten wordt voldaan, maar er toch punten van zorg blijven bestaan, kan een onderneming doorschuiven naar thematisch engagement. In het geval van thematisch engagement, in het geval er sprake is van een duidelijke verslechtering van het ESG-beleid, kan het bedrijf vice versa opgenomen worden in een traject van responsief engagement en zelfs worden uitgesloten. Ten aanzien van Euro Vastgoedfondsenpool wordt het engagementbeleid uitgevoerd door GES. GES zal een actieve dialoog aangaan met de 10% slechtst presterende ondernemingen op basis van de risicoscores in de door GES verstrekte rapportages. De vermogensbeheerder houdt toezicht op het engagement proces. Ondernemingen die geen of onvoldoende voortgang laten zien worden eveneens op de uitsluitingenlijst geplaatst.
17
Stembeleid op aandeelhoudersvergaderingen De mogelijkheid bestaat om als aandeelhouder op aandeelhoudersvergaderingen van ondernemingen te stemmen op voorstellen van het bestuur van deze onderneming. In beginsel, en voor zover het gebruikmaken van het stemrecht niet leidt tot negatieve (operationele) gevolgen, zal steeds gebruik gemaakt worden van het verkregen stemrecht. Voor het gebruikmaken van dit stemrecht heeft SBB beleid ontwikkeld, waarvan de hoofdpunten hieronder zijn vermeld. In het algemeen wordt gestemd op: Voorstellen aangaande de verslaglegging en winstbestemming; Voorstellen aangaande de samenstelling van bestuurlijke organen; Voorstellen aangaande het beloningsbeleid van bestuurlijke organen; Accountantscontrole en daaraan gerelateerde voorstellen; Kapitaal gerelateerde voorstellen; en Overige gewichtige voorstellen. De uitvoering van het stembeleid is uitbesteed aan SAM. Daarbij maakt SAM gebruik van de diensten van een externe adviseur, een onafhankelijke consultant, gespecialiseerd op het gebied van het beoordelen van de corporate governance van ondernemingen. Deze adviseur geeft stemadviezen die gebaseerd zijn op richtlijnen waarin tal van internationale codes en ‘best practice’ aanbevelingen, alsmede opvattingen van grote institutionele beleggers zijn verwerkt. Bij ernstig tekortschieten door de onderneming wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in desbetreffende aandeelhoudersvergadering tegen te stemmen. Voor het feitelijk uitbrengen van stemmen wordt voor zover wettelijk toegestaan gestemd bij volmacht (‘proxy voting’). In het (half)jaarverslag van de Vennootschap wordt op hoofdlijnen de stemverantwoording over de betreffende verslagperiode vermeld. Voorts is een meer gedetailleerde stemverantwoording opgenomen op de Webpagina van SBB.
18
9 BEPALING INTRINSIEKE WAARDE EN KOERSVORMING
Vaststelling van de intrinsieke waarde
Voor ieder Fonds wordt een afzonderlijke administratie gevoerd waarin alle aan de Fondsen toe te rekenen mutaties, opbrengsten en kosten worden opgenomen. SBB stelt op elke beursdag ten minste eenmaal per dag de totale vermogenswaarde van ieder Fonds in euro vast. Ter verkrijging van de intrinsieke waarde per aandeel wordt de in een Fonds aanwezige totale vermogenswaarde in euro gedeeld door het op het moment van vaststelling uitstaand aantal aandelen van het desbetreffende Fonds. De geschatte kosten per Fonds zullen dagelijks tot uitdrukking worden gebracht in de intrinsieke waarde. In beginsel worden de activa en passiva gewaardeerd naar maatstaven die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. De toegepaste waarderingsgrondslagen van activa en passiva zijn uiteengezet in het (half)jaarverslag. De waarderingsgrondslagen voor de vermogenstitels zijn vermeld in de beschrijving van het beleggingsbeleid van desbetreffend Fonds, als vermeld in het Supplement van desbetreffend Fonds. Elke beursdag wordt de intrinsieke waarde van ieder Fonds gepubliceerd op de Webpagina van SBB. SBB deelt desgevraagd aan een ieder de intrinsieke waarde per aandeel in het desbetreffende Fonds mee. SBB is in bijzondere omstandigheden gerechtigd de berekening van de intrinsieke waarde van het vermogen van een Fonds tijdelijk op te schorten. Hiervan is onder meer sprake indien de gebruikte middelen van communicatie of berekeningsfaciliteiten niet meer functioneren dan wel de politieke, economische, militaire of monetaire situatie of het opschorten van de handel op de relevante markt in financiële instrumenten verhindert om de intrinsieke waarde te bepalen. SBB zal hiervan onverwijld mededeling doen op de Webpagina van SBB. De gevolgen hiervan voor de uitgifte en inkoop van aandelen van de Vennootschap zijn beschreven in Hoofdstuk 11 (‘Gegevens betreffende de rechten van deelneming’).
Compensatie onjuist berekende intrinsieke waarde
Een onjuist berekende intrinsieke waarde kan leiden tot een onjuiste uitgiftekoers of onjuiste inkoopkoers. Hierdoor kan een niet beoogd financieel nadeel of voordeel ontstaan voor kopers of verkopers van aandelen in het kapitaal van een Fonds of voor een Fonds. In het geval van een te hoge uitgiftekoers, respectievelijk te lage inkoopkoers ontstaat een financieel nadeel voor een koper. In het geval van een te lage inkoopkoers ontstaat een financieel nadeel voor de verkoper van aandelen van het betreffende Fonds en een even groot voordeel voor het Fonds. In deze gevallen vindt er door het Fonds compensatie plaats. De compensatie voor kopers geschiedt in dit geval zo veel als mogelijk in aandelen in het kapitaal van het Fonds. De compensatie voor verkopers geschiedt in geld. Ingeval van een te lage uitgiftekoers ontstaat een financieel voordeel voor een koper. In het geval van een te hoge inkoopkoers ontstaat een financieel voordeel voor de verkoper van aandelen van het betreffende Fonds en een even groot nadeel voor het Fonds. Indien het niet (meer) mogelijk is desbetreffende transacties ongedaan te maken wordt het Fonds door SBB gecompenseerd in geld. Voorwaarde voor compensatie is dat de afwijking van de gehanteerde intrinsieke waarde ten opzichte van de juiste intrinsieke waarde van materiële omvang is en SBB maximaal dertig kalenderdagen na desbetreffende transactiedatum hierover wordt geïnformeerd. Een afwijking van 1% en meer ten opzichte van de juiste intrinsieke waarde, uitkomend op een afwijkend bedrag van minimaal EUR 100 per transactie, wordt van materiële omvang geacht.
Koersvorming
Algemeen De Vennootschap is een open-end beleggingsinstelling. Dit betekent dat, wanneer de vraag naar aandelen van een Fonds groter is dan het aanbod, bijzondere omstandigheden voorbehouden en ter uitsluitende beoordeling van SBB, het Fonds nieuwe aandelen uitgeeft of ingekochte aandelen opnieuw plaatst. Wanneer het aanbod van een Fonds de vraag overtreft, is de Vennootschap bereid, bijzondere omstandigheden voorbehouden en zulks ter uitsluitende beoordeling van SBB, voor zover in het belang van de aandeelhouders, haar eigen aandelen in te kopen, indien en voor zover dit niet in strijd is met de (statutaire) voorwaarden of wettelijke bepalingen. Indien SBB van mening zou zijn dat bijzondere omstandigheden daartoe noodzaken, kan de uitgifte of inkoop van aandelen in het belang van de Vennootschap en haar aandeelhouders worden gelimiteerd of opgeschort. SBB zal hiervan onverwijld mededeling doen. Voor de beschrijving van de gegevens betreffende de rechten van deelneming wordt verwezen naar hoofdstuk 11 van dit Prospectus.
19
Het handelssysteem Euronext Fund Service Aandelen van de Fondsen van de Vennootschap worden met ingang van 26 februari 2007 verhandeld via Euronext Fund Service (EFS), het handelssysteem voor in Nederland geregistreerde, aan NYSE Euronext Amsterdam genoteerde open-end beleggingsinstellingen. In dit systeem vindt één keer per beursdag handel plaats (in EFS vindt geen doorlopende handel gedurende de beursdag plaats). Uitgangspunt voor de koersvorming is de zogenoemde ‘forward pricing’. Dit houdt in dat alle orders die vóór de sluitingstijd voor het inleggen van orders (cut-off time) zijn ingelegd, tegen de eerstvolgende officieel berekende en door het Fonds afgegeven transactieprijs worden afgewikkeld. Alle tot 16.00 uur op een beursdag in EFS ingelegde orders worden, na acceptatie namens de Vennootschap, uitgevoerd tegen de voor het Fonds berekende transactieprijs, die op de eerstvolgende beursdag vóór 10.00 uur door SBB is vastgesteld en aan NYSE Euronext Amsterdam is aangeleverd. Orders die vanaf 16.00 uur op een beursdag in EFS worden ingelegd, worden voor de uitvoering beschouwd als te zijn ingelegd vóór de cut-off time van de eerstvolgende beursdag. Indien de omstandigheden daartoe noodzaken, kan een order in het belang van de Vennootschap en haar aandeelhouders worden geweigerd. In verband met de tijdige verwerking van orders en de cut-off time van EFS hebben de bij NYSE Euronext Amsterdam aangesloten instellingen (waaronder banken) elk een eigen tijdstip vastgesteld waarop deze orders uiterlijk door de betreffende instelling dienen te zijn ontvangen. Raadpleeg daartoe uw adviseur bij de betreffende aangesloten instelling. Voor aandelen die in girale vorm worden aangehouden, ondermeer via Stichting SNS Beleggersgiro, kan een afwijkende cut-off time gelden. Deze is vermeld in het Reglement SNS Beleggersgiro. Dit reglement kan door belangstellenden worden opgevraagd bij Stichting SNS Beleggersgiro.
Transactieprijs Uitgifte en inkoop van aandelen geschiedt tegen de voor het Fonds berekende transactieprijs. De berekening van de transactieprijs geschiedt zoals hierna is uiteengezet Uitgifte van aandelen (waaronder tevens herplaatsing van ingekochte aandelen) geschiedt tegen de intrinsieke waarde per aandeel van het betreffende Fonds, verhoogd met een opslag voor kosten verbonden aan belegging van nieuwe middelen. Inkoop van aandelen geschiedt tegen de intrinsieke waarde per aandeel van het betreffende Fonds, verlaagd met een afslag voor kosten verbonden aan verkoop van beleggingen. De aldus vastgestelde koers wordt de ‘transactieprijs’ genoemd. Hieronder is een nadere uitleg omtrent het begrip intrinsieke waarde en kosten opgenomen. Tevens is in Hoofdstuk 10 een nadere omschrijving van (transactie)kosten opgenomen. Bij de berekening van de intrinsieke waarde worden de aan een markt in financiële instrumenten genoteerde financiële instrumenten gewaardeerd tegen de slotkoers van de desbetreffende markt in financiële instrumenten na de cut-off time van EFS. Voor Fondsen die beleggen in financiële instrumenten genoteerd aan markten in financiële instrumenten in Azië en opkomende landen kan de waardering geschieden op basis van fair value pricing, waarbij de intrinsieke waarde wordt geactualiseerd op basis van de ontwikkeling van relevante marktindices. Aan de uitgifte of inkoop van eigen aandelen door het Fonds zijn kosten voor het Fonds verbonden. Deze kosten betreffen directe kosten die samenhangen met de uitgifte of inkoop van eigen aandelen, zoals kosten van commissionairs (‘brokers’) en eventueel ‘marktimpact’. Van marktimpact is sprake indien uitvoering van de orders niet kan plaatsvinden zonder dat daarvan aanmerkelijke invloed op de koersen van de betreffende beleggingen uitgaat. De kosten worden gedekt uit een opslag op de intrinsieke waarde bij een per saldo uitgifte van aandelen in de Vennootschap dan wel een afslag van de intrinsieke waarde bij een per saldo inkoop. De hoogte van de opslag of afslag wordt hierna in de Supplementen van de Fondsen, paragraaf ‘Vergoeding en Kosten’ en subparagraaf ‘Kosten bij uitgifte en inkoop aandelen’ vermeld. Bij de vaststelling van de hoogte van de opslag en afslag gaat het om dekking van de door de Vennootschap te maken gemiddelde transactiekosten op lange termijn bij inkoop of plaatsing van eigen aandelen. Uit oogpunt van transparantie en eenvoud wordt de opslag of afslag uitgedrukt in een vast percentage van de intrinsieke waarde. De hoogte wordt bepaald op basis van reële aan- en verkoopkosten met betrekking tot de financiële instrumenten waarin het Fonds belegt. SBB kan het betreffende percentage aanpassen indien het lange termijn gemiddelde als gevolg van marktomstandigheden is gewijzigd. Deze opslag of afslag komt geheel ten goede aan de Vennootschap, zodat deze daarmee de aan- en verkoopkosten van de onderliggende financiële instrumenten kan voldoen. Zittende beleggers in de Fondsen worden hierdoor beschermd tegen de kosten die de Vennootschap moet maken om eigen aandelen uitgeven of in te kopen.
20
10 KOSTEN EN VERGOEDINGEN
Algemeen
De kosten en vergoedingen betreffen kosten van plaatsing en introductie van een Fonds, alsmede de vergoeding van de kosten van de Vennootschap en Pools, de zogenaamde Totale kostenvergoeding. Naast de kosten van de Vennootschap kunnen er voor beleggers kosten verbonden zijn aan deelname in de Fondsen.
Kosten van plaatsing en introductie
De kosten van plaatsing van aandelen, alsmede van de introductie van een nieuw Fonds komen ten laste van SBB. De kosten van oprichting van de Vennootschap zijn reeds afgeschreven.
Totale kostenvergoeding
Elk Fonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. Deze vergoeding dient ter dekking van alle kosten van de Fondsen en de Pools, inclusief de beheervergoeding, de beloning van de vermogensbeheerder van de Pools, de kosten van bewaring van de activa, de accountant, het toezicht, de advieskosten, de marketingkosten, de (juridische) procedurekosten en de kosten van diensten van derden, echter met uitzondering van de transactiekosten zoals aangegeven in het Supplement. De hoogte van deze vergoeding per onderscheiden Fonds, uitgedrukt als percentage op jaarbasis (het Totale kostenpercentage), is opgenomen in onderstaande tabel: Fonds SNS Nederlands Aandelenfonds SNS Euro Liquiditeitenfonds SNS Euro Obligatiefonds SNS Euro Aandelenfonds SNS Euro Mixfonds
Totalen kosten- Total Expense Total Expense Total Expense Total Expense percentage Ratio 2010 Ratio 2009 Ratio 2008 Ratio 2007 1,00% 0,99% 1,02% 0,99% 1,00% 0,60% 0,60% 0,60% 0,59% 0,60% 0,70% 0,70% 0,71% 0,70% 0,71% 1,00% 0,99% 1,01% 0,99% 1,00% 0,90% 0,90% 0,91% 0,90% 0,91%
SNS Hoogdividend Aandelenfonds SNS Duurzaam Aandelenfonds SNS Azië Aandelenfonds SNS Amerika Aandelenfonds SNS Wereld Aandelenfonds SNS Euro Vastgoedfonds
1,25% 1,00%** 1,25% 1,00% 1,05% 1,25%
1,24% 1,25% 1,26% 1,01% 1,05% 1,24%
1,26% 1,32% 1,27% 0,99% 1,06% 1,29%
1,23% 1,27% 1,25% 1,00% 1,04% 1,22%
1,25% 1,26% 1,24% 1,01% 1,04% 1,23%
SNS Optimaal Geel SNS Optimaal Oranje SNS Optimaal Rood SNS Optimaal Paars SNS Opkomende Landen Aandelenfonds SNS Optimaal Blauw
1,00% 1,10% 1,20% 1,25% 1,75%
1,00% 1,17% 1,21% 1,27% 1,76%
1,00% 1,11% 1,21% 1,29% 1,77%
1,01% 1,10% 1,22% 1,30% 1,72%
1,01% 1,08% 1,22% 1,30% 0,90%*
0,75%
0,79%
0,69%
0,79%
0,06%*
* De Total Expense Ratio van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds en van SNS Optimaal Blauw is voor dat jaar significant afwijkend gezien de datum van introductie. De betreffende Fondsen hebben dat jaar geen volledig boekjaar doorlopen. ** Het Totale kostenpercentage van SNS Duurzaam Aandelenfonds is per 1 juli 2011 verlaagd van 1,25% naar 1,00%. SBB ontvangt voor het beheren van de Vennootschap een beheervergoeding. De vergoeding wordt dagelijks (op beursdagen) gereserveerd en ten laste gebracht van het vermogen van de vennootschap. SBB brengt aan het eind van iedere maand de vergoeding in rekening op basis van 1/12 deel van het percentage op jaarbasis over het totale fondsvermogen van elk Fonds. Deze kosten worden iedere maand achteraf in rekening gebracht en komen rechtstreeks ten laste van de desbetreffende Fondsen. Bij de bepaling van de vermogenswaarde van een Fonds worden de waarderingsmethoden in acht genomen die in het Supplement van het desbetreffende Fonds zijn beschreven.
Vergoeding vermogensbeheerder en administratie SBB heeft het vermogensbeheer en administratie uitbesteed aan verschillende partijen (zie ook Hoofdstuk 7, Pools, uitbesteding werkzaamheden). De kosten voor uitbesteding van het vermogensbeheer en administratie gaan ten laste van de beheervergoeding die SBB ontvangt. Indien ontwikkelingen naar het oordeel van SBB het nodig maken, kan de hoogte van de vergoeding worden veranderd (zie ook Hoofdstuk 4, Wijziging van de voorwaarden).
21
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de hoogte van de kosten over 2010 van vermogensbeheer en administratie (in basispunten in verhouding tot het fondsvermogen). Fonds SNS Nederlands Aandelenfonds SNS Euro Liquiditeitenfonds SNS Euro Obligatiefonds SNS Euro Aandelenfonds SNS Euro Mixfonds SNS Hoogdividend Aandelenfonds SNS Duurzaam Aandelenfonds SNS Azië Aandelenfonds SNS Amerika Aandelenfonds SNS Wereld Aandelenfonds SNS Euro Vastgoedfonds SNS Optimaal Geel SNS Optimaal Oranje SNS Optimaal Rood SNS Optimaal Paars SNS Opkomende Landen Aandelenfonds SNS Optimaal Blauw
Vermogensbeheer 20,3 17,6 6,5 17,7 12,7 35,0 26,0 59,5 33,0 33,1 37,0 15,7 20,7 30,8 38,2 93,0 16,3
Administratie 6,3 8,0 4,8 5,2 6,3 8,0 8,0 8,0 8,0 8,3 8,0 7,9 8,1 9,4 10,3 8,0 8,3
Kosten van de Vennootschap Deze kosten hebben betrekking op de Vennootschap en zijn niet specifiek toe te rekenen aan de onderliggende Fondsen. De kosten maken wel deel uit van de Totale kostenvergoeding. Onder kosten van de Vennootschap zijn mede begrepen, de hierna vermelde kosten over 2010 die direct ten laste zijn gegaan van de Vennootschap: Kosten toezicht Kosten marketing Kosten van diensten van derden (bewaring, betaalkantoor) Kosten beursnotering Accountant- en advieskosten
€ € € € €
175.000 200.000 620.000 54.500 203.490
Softdollar-arrangementen
Er kan gebruik worden gemaakt van softdollar-arrangementen. Deze arrangementen betreffen diensten en producten van financiële dienstverleners, die in het kader van de uitvoering van transacties in financiële instrumenten aan vermogensbeheerders ter beschikking worden gesteld. Deze diensten en producten worden bekostigd uit de opbrengsten van transacties in financiële instrumenten. Indien gebruik wordt gemaakt van softdollar-arrangementen, zal hiervan melding worden gemaakt in de desbetreffende jaarrekening van de Vennootschap.
Retourprovisies
Retourprovisies betreft het terugontvangen van (een deel van) aan derden betaalde kosten voor een product of dienst. Indien hiervan sprake is zullen deze ten gunste van de Pools komen, ten laste waarvan deze kosten werden gebracht en zal hiervan melding worden gemaakt in de desbetreffende jaarrekening van de Vennootschap.
Kosten van deelname in de Fondsen
Naast de hierboven vermelde kosten van de Vennootschap dient rekening te worden gehouden met andere kosten verbonden aan deelname in de Fondsen. Deze kosten betreffen veelal de kosten van aankoop, verkoop en bewaren van de deelnemingsrechten (aandelen) in de desbetreffende Fondsen en zijn afhankelijk van de tarieven van de bank of beleggingsonderneming waar de transactie plaatsvindt, respectievelijk waar de rekening waarop de financiële instrumenten worden geadministreerd, wordt aangehouden. Aan deelname in de Fondsen via het girale systeem van Stichting SNS Beleggersgiro, zoals vermeld in hoofdstuk 3 en 11 van het Prospectus, kunnen eveneens kosten zijn verbonden. SNS Bank N.V. en Regio Bank N.V., al dan niet handelend onder de naam REAAL Bancaire Diensten, bieden aan beleggers de mogelijkheid om via het girale systeem van Stichting SNS Beleggersgiro deelnemingsrechten in de Fondsen te verkrijgen. SNS Beleggingsfondsen N.V. is geen aanbieder van dit girale systeem. SNS Bank N.V. en Regio Bank N.V. bieden het girale systeem van Stichting SNS Beleggersgiro op basis van verschillende reglementen aan. SNS Bank N.V. maakt gebruik van het reglement SNS Beleggersgiro, Regio Bank N.V. maakt gebruik van het reglement SNS Regio Beleggersgiro en REAAL Bancaire Diensten het reglement REAAL Beleggersgiro. Elk reglement bevat een eigen kostenstructuur.
22
Hieronder volgt een verkorte weergave van elk van deze kostenstructuren. Deze weergaven en de informatie betreffende de kosten zijn uitsluitend bedoeld voor informatieve doeleinden en zijn ontleend aan de reglementen die gelden per 3 december 2007. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. SBB is niet verantwoordelijk voor de juistheid en de volledigheid van de inhoud van de desbetreffende reglementen en de daarop gebaseerde verkorte weergaven. In geval van verschillen tussen de tekst van de verkorte weergave en de integrale tekst van het desbetreffende reglement, prevaleert de integrale tekst van het van toepassing zijnde meest recente en actuele reglement. De hieronder opgenomen verkorte weergaven van de kostenstructuren hebben uitsluitend betrekking op de kosten gerelateerd aan deelname in de Fondsen via een beleggersgiro van SNS Bank N.V., Regio Bank N.V. of REAAL Bancaire Diensten. Echter, de kosten voor deelname aan het girale systeem van de Stichting SNS Beleggersgiro kunnen bestaan uit meerdere componenten die niet gerelateerd zijn aan de kosten van deelname in de Fondsen, bijvoorbeeld kosten van een opname van tegoeden in geld uit hoofde van verkochte girale effectentegoeden. Raadpleeg daarom altijd de volledige en meest recente en actuele tekst van het betreffende reglement. Voorts kan een aanbiedende bank tijdelijk dan wel structureel in het voordeel van de belegger afwijken van de kostenstructuur zoals deze in het betreffende reglement is vermeld. Raadpleeg daarom tevens de websites van de banken die het girale systeem van Stichting SNS Beleggersgiro aanbieden. De contactgegevens zijn hieronder vermeld. Wijziging van de kostenstructuur zoals opgenomen in de betreffende reglementen is voorbehouden aan de aanbiedende banken (en/of de betreffende beleggersgiro) die deze wijzigingen ten minste drie dagen voorafgaand aan het inwerkingtreden daarvan aankondigen op hun website. SBB zal de verkorte weergave van de kostenstructuren actualiseren zodra daartoe aanleiding bestaat.
Kostenstructuur SNS Beleggersgiro De transactiekosten van een via internet, respectievelijk niet via internet verlopende storting, koop-, verkoop- of ruilopdracht bedragen 0,3%, respectievelijk 0,5% over het transactiebedrag. De transactiekosten van een via internet verlopende ruilopdracht zijn 0,3% over het transactiebedrag. Voor elke ruilopdracht geldt een minimumbedrag aan kosten van € 5 en een maximumbedrag aan kosten van € 50 per transactie.
Kostenstructuur SNS Regio Beleggersgiro en REAAL Beleggersgiro De transactiekosten bij storting of koopopdracht, verkoopopdracht en ruilopdracht zijn voor SNS Regio Beleggersgiro en REAAL Beleggersgiro respectievelijk 0,75%, 0,25% en 0,50% van het transactiebedrag. Voor elke ruilopdracht geldt een minimumbedrag aan kosten van € 5 en een maximumbedrag aan kosten van € 50 per transactie. Voor de uitvoering van de opdracht voor het omzetten van effecten aangehouden bij een andere bank in een giraal effectentegoed bij SNS Bank is de deelnemer geen vergoeding verschuldigd. Voor de opdracht voor het (doen) leveren van het giraal effectentegoed op een door de deelnemer bij een andere bank aangehouden rekening is de deelnemer € 50 per opdracht verschuldigd. Voor meer informatie wordt verwezen naar het Reglement van SNS Regio Beleggersgiro, respectievelijk het Reglement REAAL Beleggersgiro. Het Reglement SNS Regio Beleggersgiro is te raadplegen en op te vragen via snsregiobank.nl Producten & diensten Beleggen Beleggingsrekening link ‘Voorwaarden en Reglementen Beleggingsrekening’ of bij uw SNS Regio Bank intermediair. Het Reglement REAAL Beleggersgiro is te raadplegen en op te vragen via reaal.nl Particuliere producten Beleggen Beleggingsrekening Voorwaarden of bij uw REAAL intermediair. De informatie is ook op schriftelijk verzoek kosteloos op te vragen bij Stichting SNS Beleggersgiro, Pettelaarpark 120, 5216 PT ‘s-Hertogenbosch.
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
BTW Tenzij anders aangegeven, zijn alle vermelde kosten inclusief BTW.
23
11 GEGEVENS BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DEELNEMING
Notering aan NYSE Euronext Amsterdam
Ieder Fonds is afzonderlijk toegelaten tot de notering van NYSE Euronext Amsterdam. Dit betekent dat ieder afzonderlijk Fonds in beginsel elke beursdag aan NYSE Euronext Amsterdam kan worden verhandeld (Zie ook Hoofdstuk 9 ‘Bepaling intrinsieke waarde en koersvorming’).
Stichting SNS Beleggersgiro
Naast verhandeling op NYSE Euronext Amsterdam is het eveneens mogelijk om in de Fondsen deel te nemen door middel van Stichting SNS Beleggersgiro. Iedere belegger in de Fondsen kan daartoe bij SNS, Regio Bank N.V. of REAAL Bancaire Diensten (een handelsnaam van Regio Bank N.V.) een rekening openen voor deelname aan het girale systeem. De aan- en verkooporders worden gesaldeerd. Dit betekent dat aan- en verkooporders tegen elkaar wegvallen, waarna de restantorder eens per dag naar de betreffende handelsplaats wordt gezonden conform het gestelde orderuitvoeringsbeleid.
Uitgifte van aandelen
Uitgifte is op iedere dag waarop NYSE Euronext Amsterdam is geopend – hierna te noemen ‘beursdag’ – mogelijk. SBB kan de uitgifte van de aandelen weigeren indien door uitgifte van aandelen een bepaald Fonds niet langer zou voldoen aan één of meer van de vereisten om te worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Uitgifte van aandelen vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in dit Prospectus de intrinsieke waarde van het Fonds niet wordt vastgesteld of redelijkerwijs verwacht kan worden dat uitgifte van aandelen tot gevolg kan hebben dat het belang van de meerderheid van de bestaande aandeelhouders aanzienlijk wordt geschaad. Het bedrag van de tegenprestatie dient uiterlijk voor de uitgifte door het Fonds te zijn ontvangen. Indien betaling plaatsvindt door overboeking dient het over te boeken bedrag uiterlijk op de in de vorige zin bedoelde datum op de bankrekening van het Fonds te zijn bijgeschreven. Indien uitgifte van aandelen via NYSE Euronext Amsterdam plaatsvindt, dient de tegenprestatie uiterlijk terstond na settlement op de bankrekening van het Fonds te zijn bijgeschreven.
Inkoop van aandelen
IInkoop is mogelijk op iedere beursdag. SBB kan de inkoop van aandelen weigeren indien door de inkoop van aandelen een bepaald Fonds niet langer zou voldoen aan één of meer van de vereisten om te worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Inkoop van aandelen vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in het Prospectus de intrinsieke waarde van het Fonds niet wordt vastgesteld of redelijkerwijs verwacht kan worden dat inkoop van aandelen tot gevolg kan hebben dat het belang van de meerderheid van de bestaande aandeelhouders aanzienlijk wordt geschaad. Behoudens het hiervoor bepaalde en de wettelijke bepalingen, zijn er voldoende waarborgen aanwezig opdat het Fonds aan de verplichting tot betaling van de koopprijs kan voldoen. Het Fonds ontvangt geen dividend of andere uitkeringen op ingekochte aandelen en kan aan ingekochte aandelen geen stemrechten op aandeelhoudersvergaderingen ontlenen.
Voorschriften over winstuitkering
24
Conform artikel 25 van de statuten van de Vennootschap bepaalt de directie, onder goedkeuring van de Prioriteit, voor ieder Fonds afzonderlijk, welk gedeelte van de winst, na aftrek van een uitkering ter hoogte van de wettelijke interest berekend over de nominale waarde van het prioriteitsaandeel, aan de houders van gewone aandelen wordt uitgekeerd. Alle aandelen van een bepaald Fonds delen gelijkelijk in de winst van het betreffende Fonds over het desbetreffende boekjaar. De Vennootschap kan ten laste van een Fonds tussentijdse winstuitkeringen doen. Winstuitkeringen en andere uitkeringen worden betaalbaar gesteld op een door SBB te bepalen datum. Door middel van een advertentie in ten minste één landelijk verspreid Nederlands dagblad maakt SBB de datum en de wijze van de betaalbaarstelling van het dividend bekend. De in deze advertentie opgenomen informatie zal ook worden gepubliceerd op de Webpagina van SBB.
Algemeen
12 RISICOFACTOREN
Aan het beleggen in Fondsen van de Vennootschap zijn (financiële) risico’s verbonden. Hierna worden risicofactoren vermeld die voor beleggers in de Fondsen van betekenis en relevant zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid ervan. Dit houdt tevens in dat niet alle mogelijke risicofactoren zijn vermeld. De risicofactoren, die voor elk specifiek Fonds van betekenis en relevant zijn (het risicoprofiel), zijn vermeld in de beschrijving van het beleggingsbeleid, die in het Supplement van desbetreffend Fonds is opgenomen. De activiteiten van de Vennootschap kunnen voor de Vennootschap en de diverse Fondsen financiële risico’s van verscheidene aard met zich meebrengen. De belangrijkste financiële risico’s van de Vennootschap komen voort uit het beheer van beleggingsportefeuilles. Aangezien elk Fonds een eigen beleggingsbeleid voert, variëren deze risico’s per Fonds. Ter effectuering van het beleggingsbeleid belegt elk Fonds in participaties van een Pool, dan wel (indirect) in participaties van een combinatie van Pools, waarin de beleggingsportefeuilles zijn ondergebracht. Het risicoprofiel van een Fonds is dan ook afhankelijk van het risicoprofiel van de Pool(s), waarin dit Fonds belegt. Elke Pool belegt in een samenstel van financiële instrumenten met daarbij behorende risico’s, voortvloeiend uit het voor deze Pool geldende beleggingsbeleid. Door deze risicofactoren kan de waarde van de beleggingen van de Vennootschap zowel stijgen als dalen en kunnen beleggers als gevolg hiervan mogelijk minder terugkrijgen dan zij hebben ingelegd of hun gehele inleg verliezen.
Rendementsrisico
Het rendementsrisico betreft het risico dat het rendement van de belegging over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment niet op een eerder moment dan het verkoopmoment vaststaat, noch op enigerlei wijze door de Vennootschap wordt gegarandeerd. Voorts staat niet op enigerlei wijze vast, noch wordt op enigerlei wijze door de Vennootschap gegarandeerd, dat de beleggingsdoelstelling van een Fonds zal worden bereikt. Het rendementsrisico is het gevolg van waardefluctuaties van de beleggingen en/of van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, interest) en/of investeringskeuzes die een ander resultaat opleveren dan aanvankelijk werd verwacht. De waarde van de beleggingen fluctueert met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koerswijzigingen. Koerswijzigingen kunnen het gevolg zijn van algemene risicofactoren (marktrisico’s) en van specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico’s).De gevolgen van marktrisico’s zijn in veel gevallen van grotere invloed op de waardeontwikkeling van gespreide beleggingsportefeuilles dan de gevolgen van specifieke risico’s.
Marktrisico
Marktrisico’s kunnen verschillen per categorie belegging en deelmarkt binnen een bepaalde categorie. Binnen de categorie aandelen verschillen de marktrisico’s per sector (sectorrisico) en per land (landenrisico). Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico’s per soort debiteur (overheidsobligaties versus bedrijfsobligaties). De hieronder beschreven marktrisico’s hebben betrekking op voor de Pools relevante beleggingscategorieën, namelijk aandelen, vastrentende waarden, vastgoed en liquiditeiten. Zowel marktrisico’s als specifieke risico’s nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen. Risico’s kunnen verder toenemen wanneer gebruik wordt gemaakt van (geschreven) optieposities, indien belegd wordt met geleend geld of indien financiële instrumenten worden verkocht die een Pool niet bezit (short selling). Het beleggingsbeleid van de Fondsen en Pools sluit het beleggen met geleend geld uit, evenals het verkopen van financiële instrumenten die de Pools niet bezitten, met andere woorden, ‘short selling’ is niet toegestaan. Evenmin staat het beleggingsbeleid het schrijven van opties toe, tenzij het call opties betreft, die zijn gedekt door onderliggende financiële instrumenten. Door dit beleid is er in beginsel geen risico dat beleggingstransacties tot een negatieve waarde van de beleggingsportefeuille zouden kunnen leiden en een negatief eigen vermogen ontstaat in een Fonds of Pool.
25
Marktrisico aandelen Marktrisico’s voor beleggingen in aandelen worden beïnvloed door een veelheid van factoren, waaronder de vooruitzichten met betrekking tot de economische groei, het inflatietempo, de prijsontwikkeling op de goederenmarkten (energieprijs) en valutamarkten. Hoe groter de fluctuatie in de ontwikkeling van deze factoren, des te groter het marktrisico is. Naarmate de spreiding over regio’s en sectoren afneemt, neemt het marktrisico toe. Voorts is de mate van ontwikkeling van het land waarop het beleggingsbeleid is gericht van belang voor de omvang van het marktrisico. In zogenoemde opkomende landen met een minder stabiele regering en minder ontwikkelde markten in financiële instrumenten is het marktrisico groter dan het geval is in meer ontwikkelde landen. Het beleid van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds en Global Emerging Markets Equity Pool is gericht op opkomende landen. Het beleggingsbeleid van de overige Fondsen is voornamelijk gericht op beleggingen in ontwikkelde landen.
Marktrisico vastrentende waarden De waarde van beleggingen in vastrentende waarden fluctueert als gevolg van veranderingen in marktrentes. Voor veranderingen in marktrentes is verandering in de verwachte wijziging van het inflatietempo een belangrijke factor. Stijgt de kapitaalmarktrente ten opzichte van bijvoorbeeld de (vaste) couponrente van een obligatie, dan daalt de waarde van de obligatie en andersom. Hoe langer de gemiddelde looptijd van een portefeuille vastrentende waarden, des te groter is het marktrisico. Ter beperking van deze risico’s voor Euro Obligatiepool geldt een vaste bandbreedte als toegestane afwijking van de gemiddelde (rentetypische) looptijd van de portefeuille, de zogenoemde duration, ten opzichte van de vergelijkingsmaatstaf.
Marktrisico vastgoed en vastgoedondernemingen De marktrisico’s voor vastgoed hebben onder meer betrekking op de ontwikkeling van de economische groei in het algemeen (bepalend voor de vraag naar bijvoorbeeld kantoren en winkels), de ontwikkeling van het inflatietempo en de renteontwikkeling. Versnelling van de economische groei is positief voor de waardeontwikkeling van vastgoed. Stijgende rente met als gevolg hogere financieringskosten is een negatieve factor. Toename van de inflatie is een negatieve factor als gevolg van een stijging van de exploitatiekosten van vastgoed en een waardedrukkende factor. Een gedeeltelijke afdekking van dit risico is het beleggen in vastgoedobjecten, waarvan de huur is geïndexeerd op basis van de inflatieontwikkeling. Binnen de vastgoedsector zijn er verschillende deelmarkten te onderkennen, waaronder kantoren, woningen, winkels en bedrijfsmatig onroerend goed. Elke subcategorie heeft een eigen risicoprofiel. Spreiding over categorieën zorgt voor demping van marktrisico’s. Bij beleggingen in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vastgoedondernemingen is tevens sprake van risico’s verbonden aan de vastgoedonderneming naast die verbonden aan de vastgoedbeleggingen van die onderneming. Hieronder is onder meer begrepen het risico verbonden aan de wijze van financiering van de activa van de onderneming. Naarmate bij de financiering meer gebruik wordt gemaakt van vreemd vermogen (‘leverage’) zal het risico toenemen dat bij daling van de waarde van het vastgoed het eigen vermogen van de onderneming meer dan evenredig negatief wordt beïnvloed.
Marktrisico liquiditeiten Voor marktrisico’s van liquiditeiten is voornamelijk de ontwikkeling van de geldmarktrente relevant. De beleggingsopbrengst van geldmarktinstrumenten is afhankelijk van de hoogte van de geldmarktrente. Ingeval van Euro Liquiditeitenpool is het tarief van de Europese Centrale Bank (ECB) in sterke mate bepalend voor de hoogte ervan. De ECB laat zich voor de bepaling van de hoogte van haar tarieven primair leiden door de door haar ingeschatte ontwikkeling van het inflatietempo. Een hogere inflatieverwachting leidt tot een verhoging van het ECB-tarief en andersom. Ter beperking van deze risico’s voor Euro Liquiditeitenpool geldt een maximale looptijd van individuele waardepapieren.
Specifieke risico’s Specifieke risico’s hebben betrekking op de risico’s dat de ontwikkeling van de koers van een geselecteerde individuele belegging in werkelijkheid in negatieve zin afwijkt van hetgeen ten tijde van de aankoop van de belegging is ingeschat. Dit risico houdt verband met de mate van effectiviteit van effectenresearch, de daarop gebaseerde analyses en met het tijdig nemen en uitvoeren van beleggingsbeslissingen. De aanpak van het proces van selectie van beleggingen is beschreven in de beschrijving van het beleggingsbeleid van de betreffende Fondsen en Pools. De specifieke risico’s nemen toe naarmate de beleggingen minder zijn gespreid. Ter beperking van dit risico gelden voor elke Pool spreidingsmaatstaven. SBB monitort de feitelijke uitvoering van het beleggingsbeleid aan de hand van de analyses van de beleggingsresultaten van de vermogensbeheerder.
26
Relatief rendementsrisico De waardefluctuaties van de financiële instrumenten waarin is belegd kunnen in positieve en negatieve zin afwijken van die opgenomen in de vergelijkingsmaatstaf van het Fonds (relatief rendementsrisico). Ingeval sprake is van een negatieve afwijking bestaat het risico dat de doelstelling van een Fonds niet wordt gehaald. Teneinde deze risico’s te beheersen hanteert SBB prestatienormen voor de betreffende vermogensbeheerders en beleggingsrestricties met betrekking tot de uitvoering van het vermogensbeheer. Deze beleggingsrestricties beogen een voldoende mate van spreiding van de beleggingen over regio’s, bedrijfstakken, bedrijven en/of beleggingscategorieën (mixfondsen) te bewerkstelligen. Bij beleggingen van Fondsen gericht op bepaalde regio’s (Verenigde Staten, Azië, Europa, Nederland) worden restricties met betrekking tot de mate van afwijking van de samenstelling van de portefeuille ten opzichte van de vergelijkingsmaatstaf (tracking error restricties) toegepast. Bij vastrentende portefeuilles worden restricties toegepast met betrekking tot de gemiddelde looptijd van de portefeuille (duration restrictie).
Inflatierisico
Het algemene risico van inflatie houdt in dat de beleggingsopbrengsten worden aangetast door waardevermindering van de munteenheid via inflatie. In het verleden is gebleken dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen, vastgoed) de kans dat deze aantasting van de beleggingsopbrengsten op lange termijn wordt gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement groter is dan ingeval belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). Ingeval van inflatie zijn de nominale beleggingsopbrengsten van beleggingen in vastrentende waarden hoger dan de beleggingsopbrengsten na aftrek van het effect van inflatie, de zogenoemde reële beleggingsopbrengsten. In de koers van vastrentende waardepapieren is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. Het inflatierisico bij beleggingen in vastrentende waarden houdt dan in dat desbetreffende beleggingsopbrengsten onvoldoende zijn voor compensatie van de werkelijke inflatie. Dit risico is niet afgedekt in Euro Obligatiepool en Euro Liquiditeitenpool.
Kredietrisico
De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Het kredietrisico wordt dan ook wel debiteurenrisico genoemd. Voor de kredietwaardigheid is de door de markt gemaakte inschatting van de kans op tijdige voldoening van rente- en aflossingsverplichtingen door de debiteur bepalend. De inschatting wordt niet alleen beïnvloed door factoren die gelden voor een bepaald bedrijf, maar ook door factoren die meer specifiek op een bepaalde bedrijfstak van toepassing zijn. Minder gunstige winstvooruitzichten voor een sector kunnen een negatieve invloed hebben op de inschatting van de kredietwaardigheid van alle bedrijven in die sector. Ter beperking van dit kredietrisico gelden restricties voor de samenstelling van de vastrentende portefeuilles met betrekking tot spreiding over verschillende debiteurencategorieën, de minimale kwaliteit van de debiteur (‘rating’) en voor de omvang van de beleggingen per debiteur. Naast kredietrisico’s bij bepaalde Pools zijn er kredietrisico’s te onderkennen bij de Fondsen. Deze risico’s betreffen voornamelijk kortlopende vorderingen als gevolg van verkooptransacties. Deze kortlopende vorderingen kennen een zeer laag risico aangezien de onderliggende activa slechts worden geleverd tegen gelijktijdige ontvangst van het transactiebedrag.
Concentratierisico
Een Pool kan zijn beleggingen concentreren in ondernemingen die opereren in hetzelfde land, dezelfde regio, sector of in dezelfde markt of concentreren in een bepaalde onderneming. Het concentratierisico houdt dan in dat bepaalde gebeurtenissen die deze onderneming(en) raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille van de Pool dan indien de mate van concentratie geringer is. De oorzaak van concentratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het gevoerde beleggingsbeleid. Voorts kan een concentratierisico zijn veroorzaakt door de omvang en samenstelling van het voor belegging beschikbare beleggingsuniversum. Een kleiner beleggingsuniversum leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum.
Risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending)
De financiële instrumenten van een Pool kunnen eventueel worden uitgeleend tot een maximum van 50% van de desbetreffende portefeuille. Risico’s bij securities lending kunnen onderverdeeld worden in; a. krediet-/tegenpartijrisico, b. marktrisico, c. operationeel risico en d. herbeleggingrisico. Gevolgen van deze genoemde risico’s kunnen zijn dat er eventueel verlies in waarde in de individuele Pools op kan treden. a. Krediet-/tegenpartijrisico Krediet-/tegenpartijrisico is het risico dat de inlener niet kan voldoen aan zijn verplichting tot teruggave van de geleende effecten op de afgesproken datum.
27
b. Marktrisico Beleggen brengt marktrisico met zich mee, met name door de fluctuaties in waarde van de beleggingen. Het marktrisico op een portefeuille verandert niet door deel te nemen aan securities lending. Een specifiek aan securities lending verbonden marktrisico is een faillissement van de tegenpartij. In dat geval moet het gestelde onderpand worden verkocht en de uitgeleende waarden teruggekocht tegen de dan geldende koers met een eventueel verlies in waarde in de individuele Pools als gevolg. c. Operationeel risico Operationeel risico betreft het risico dat ontstaat als gevolg van het falen of tekortschieten van interne processen, menselijke en technische tekortkomingen, en onverwachte externe gebeurtenissen. Als gevolg hiervan kan bijvoorbeeld gedacht worden aan onderstaande gebeurtenissen: non settlement van instructies; verkoop uitgeleende stukken door vermogensbeheerder zonder tijdige recall; onjuiste afwikkeling van corporate actions op uitgeleende stukken. De beheersing van de operationele risico’s vindt plaats door middel van procedures, controles en systemen. d. Herbeleggingrisico Indien liquide middelen worden verkregen als zekerheid, worden deze herbelegd. Door de herbelegging wordt een herbeleggingrisico gelopen (het risico dat de herbelegging van de liquide middelen een negatief rendement oplevert). Dit risico is hier niet van toepassing aangezien geen liquide middelen als onderpand geaccepteerd worden.
Liquiditeitsrisico
Onder liquiditeit van een belegging kan worden verstaan de verhandelbaarheid op een redelijk stabiel prijsniveau. Het liquiditeitsrisico is dan het risico dat een belegging enkel tegen een lagere koers dan de aankoopkoers te gelde kan worden gemaakt. Het kan voorkomen dat een ten behoeve van een Fonds ingenomen positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden verkocht vanwege gebrek aan liquiditeit in de markt in het kader van vraag en aanbod. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij aandelen van kleine bedrijven of niet-beursgenoteerde bedrijven. Bij een gedwongen verkoop kan dit tot een lage opbrengst leiden. (zie ook hieronder “verhandelbaarheidsrisico”)
Valutarisico
De waarde van beleggingen in aandelen en vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden, voor zover beleggingen worden gedaan in een andere muntsoort dan de euro. Het risico bestaat immers dat de koers van de desbetreffende valuta stijgt of daalt ten opzichte van de euro. De waarde van een valuta kan zodanig dalen ten opzichte van de euro dat een positief beleggingsresultaat (meer dan) teniet wordt gedaan of een negatief beleggingsresultaat verder verslechtert.
Risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen
De Fondsen (en Pools) beleggen hun vermogen in andere beleggingsinstellingen. De Fondsen zijn dan ook afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering van het beleggingsbeleid en het risicoprofiel van deze andere beleggingsinstellingen. De Fondsen hebben hierop in beginsel geen invloed. Deze risico’s worden beheerst door te kiezen voor gerenommeerde, onder wettelijk toezicht staande fondsbeheerders, het toepassen van spreiding van beleggingen in beleggingsinstellingen van verschillende fondsbeheerders en door monitoring van de geselecteerde beleggingsinstellingen.
Tegenpartijrisico
Een uitgevende instelling of een andere tegenpartij kan in gebreke blijven. Bij aan- en verkooptransacties met betrekking tot financiële instrumenten zullen over het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Voorts is er tegenpartijrisico bij valutatransacties. Deze risico’s worden beperkt door selectie van tegenpartijen met voldoende kredietwaardigheid.
Verhandelbaarheidrisico
De mate van verhandelbaarheid van de aandelen van de Fondsen hangt voornamelijk samen met de mate van verhandelbaarheid van de financiële instrumenten waarin de Fondsen beleggen. Alle Fondsen beleggen (via de Pools) hoofdzakelijk in financiële instrumenten die aan een officiële gereglementeerde markt in financiële instrumenten zijn genoteerd, merendeels in zogenoemde ontwikkelde landen. In het algemeen is dan ook sprake van een zodanige verhandelbaarheid van financiële instrumenten dat aan- en verkopen van financiële instrumenten tijdig kunnen worden uitgevoerd. De mate van verhandelbaarheid van de financiële instrumenten waarin wordt belegd, hangt onder meer samen met de transactievolumes op de markt in financiële instrumenten. Deze neemt toe naarmate deze volumes groter zijn. De verhandelbaarheid is van invloed op de hoogte van de feitelijke
28
aankoop- en verkoopkoersen. Ter beperking van de verhandelbaarheidrisico’s wordt in het algemeen belegd in goed verhandelbare, aan een markt in financiële instrumenten genoteerde financiële instrumenten. Euro Liquiditeitenpool belegt tevens in deposito’s. Bij beleggingsbeslissingen wordt onder meer de omzet op de markt in financiële instrumenten van de betreffende financiële instrumenten meegewogen. Tevens wordt de omvang van het vrij verhandelbare aandelenkapitaal (‘free float’) bij beleggingen in aandelen en wordt de omvang van de uitstaande lening bij beleggingen in obligaties meegewogen. Deze hoge mate van verhandelbaarheid vormt tevens de basis voor het tijdig realiseren van de uitkering bij inkoop van eigen aandelen door de Vennootschap. Onder bijzondere omstandigheden zal een Fonds voor korte of langere tijd geen aandelen kunnen uitgeven of inkopen. Oorzaken hiervan kunnen onder meer zijn het disfunctioneren van de markt in financiële instrumenten (bijvoorbeeld door computerstoringen) waaraan het Fonds is genoteerd (NYSE Euronext Amsterdam) of het disfunctioneren van één of meer markten in financiële instrumenten, waaraan de beleggingen van het Fonds zijn genoteerd.
Overige risico’s
Risico bij afwikkeling transacties in Het risico bij afwikkeling van transacties in financiële instrumenten betreft het risico dat een financiële instrumenten afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de verkochte respectievelijk gekochte financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht plaatsvindt (‘settlement risk’). Alle transacties in financiële instrumenten van vermogensbeheerders worden uitsluitend na constatering van voldoende omvang en de juistheid van de tegenwaarde afgewikkeld. Levering van financiële instrumenten vindt uitsluitend plaats tegelijk met de ontvangst van de opbrengst (‘levering tegen betaling’). Betaling van gekochte financiële instrumenten vindt uitsluitend plaats tegelijk met ontvangst van de gekochte financiële instrumenten.
Bewaargevingrisico De activa van de Pools worden bewaard door Kasbank. In beginsel bestaat het risico van verlies van in bewaring gegeven activa als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de bewaarnemer of van een onderbewaarnemer. Ter beperking van dit risico heeft de bewaarnemer interne controlemaatregelen getroffen.
Wijzigingsrisico belastingregimes Het wijzigingsrisico met betrekking tot belastingregimes houdt in hoofdlijnen in dat een overheid de belastingwetgeving in ongunstige zin voor een Fonds of een Pool verandert, waardoor de waarde van de beleggingsportefeuille en/of de waarde van het eigen vermogen van een Fonds of Pool op één of andere wijze negatief worden beïnvloed. Het is niet uitgesloten dat de wet of wetsinterpretatie verandert al dan niet met terugwerkende kracht. Het is daardoor mogelijk dat additionele belastingen verschuldigd worden, inclusief eventuele bronheffingen met betrekking tot betaalbaar gestelde dividenden of rente, die niet voorzienbaar waren ten tijde van het uitbrengen van het Prospectus of ten tijde van aankoop, waardering of verkoop. Dit risico neemt toe naarmate meer wordt belegd in landen met minder stabiele regeringen en democratische procedures bij de totstandkoming van (belasting)wetgeving. De Pools beleggen in overwegende mate in landen waar deze minder gunstige externe factoren niet van toepassing zijn. Niettemin geldt het wijzigingsrisico belastingregimes met betrekking tot alle beleggingen in alle landen.
Risico erosie Fondsvermogen De Vennootschap heeft de status van fiscale beleggingsinstelling. Teneinde deze status te kunnen behouden dient jaarlijks de fiscale winst geheel aan de aandeelhouders te worden uitgekeerd. De fiscale jaarwinst kan onder omstandigheden hoger uitkomen dan de winst zoals deze op grond van de regels die gelden bij het opstellen van het statutaire jaarrekening, wordt berekend. Daarnaast kan een Fonds onder omstandigheden een beleid voeren waarbij meer dividend wordt uitgekeerd dan het jaarresultaat. Als gevolg hiervan is het mogelijk dat het vermogen van de beleggingsinstelling door een dividenduitkering meer afneemt dan de omvang van de jaarwinst. Dit risico wordt beperkt door een actief herbeleggingsbeleid van de Fondsen.
Risico ongedeeld Fondsvermogen De Vennootschap is één juridische entiteit met een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Fonds gevolgen kan hebben voor de andere Fondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in het geval van vereffening van een Fonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt omgeslagen over de andere Fondsen. Gezien de aard van de beleggingen en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van ieder Fonds overwegend met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten.
Aflossingsrisico Aflossingsrisico betreft het risico van verliezen als gevolg van het vervroegd aflossen van een obligatie door de uitgever van de obligatie. Sommige obligaties worden gekenmerkt doordat de uitgever bepaalde rechten heeft. Indien een uitgever besluit tot het vervroegd aflossen van de hoofdsom dienen de vrijgekomen middelen tegen de huidige marktomstandigheden te worden belegd.
29
Risico’s in verband met de gevolgen van de kredietcrisis De kredietcrisis heeft vanaf 2007 verschillende negatieve economische implicaties gehad, onder meer op de internationale kredietmarkt. De gevolgen hebben een negatief effect gehad op de groei van de wereldeconomie in zijn algemeenheid en specifiek op de markten waarin de Fondsen beleggen. Deze situatie heeft op de korte, middellange en lange termijn negatieve consequenties voor (onder andere) de resultaten van de Fondsen, het vermogen van de Fondsen en voor de verhandelbaarheid van de onderliggende beleggingen van de Fondsen. Een continuering of verergering van de omstandigheden, zou kunnen leiden tot een vermindering van het beleggingsresultaat.
Monitoring risico’s
30
SBB heeft het vermogensbeheer van de Pools uitbesteed aan diverse vermogensbeheerders. Met deze partijen is een vermogensbeheerovereenkomst gesloten, waarin de beleggingsrestricties zijn uitgewerkt. Deze beleggingsrestricties zijn een gedetailleerde en concrete uitwerking van de in het Prospectus vermelde restricties aan het beleggingsbeleid. De vermogensbeheerders bewaken middels hun risicomanagement systeem de beleggingsportefeuilles zodat deze steeds voldoen aan opgegeven restricties. SBB toetst op basis van rapportages van de vermogensbeheerders of voldaan wordt aan de overeengekomen beleggingsrestricties.
Fiscale structuur
13 FISCALE ASPECTEN
Algemeen Hieronder zullen de belangrijkste fiscale aspecten van de Vennootschap worden behandeld, die voor beleggers in de vennootschap van belang kunnen zijn. Het vormt geen advies voor een specifieke persoonlijke situatie. Het verdient aanbeveling daarvoor een belastingadviseur te raadplegen. De beschrijving van de fiscale aspecten is gebaseerd op de stand van de Nederlandse wetgeving en jurisprudentie van 16 mei 2011, met uitzondering van maatregelen die met terugwerkende kracht worden ingevoerd. Vennootschapsbelasting De Vennootschap heeft gekozen voor de status van fiscale beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dit nader uitgewerkt is in het Besluit beleggingsinstellingen. Dit houdt in dat de Vennootschap geen vennootschapsbelasting verschuldigd is (0%-tarief) indien aan de in de wet en het besluit genoemde voorwaarden wordt voldaan. Wordt niet aan de voorwaarden voldaan, dan vervalt de status van fiscale beleggingsinstelling. Op grond van deze voorwaarden worden er eisen gesteld op het gebied van de aandeelhoudersstructuur. Dit houdt onder andere in dat het belang in de Vennootschap van één enkele natuurlijke persoon kleiner moet zijn dan 25%. Als de directieleden en meer dan de helft van de leden van de raad van commissarissen van de Vennootschap ook bij een lichaam of meerdere verbonden lichamen in dienstbetrekking staan of commissaris zijn, dan mag het belang van dat lichaam en de verbonden lichamen samen niet een belang van 25% of meer zijn. Daarnaast mag ten hoogste 45% van het totaal aantal participaties in handen zijn van één belastingplichtig lichaam (of meerdere verbonden lichamen). Een andere voorwaarde voor de status van fiscale beleggingsinstelling is dat de Vennootschap de voor uitdeling beschikbare winst binnen acht maanden na afloop van het boekjaar aan de aandeelhouders uitkeert (de doorstootverplichting).
Dividendbelasting Op dividenduitkeringen aan haar aandeelhouders dient de Vennootschap in beginsel 15% dividendbelasting in te houden. De Vennootschap kan op de door haar af te dragen dividendbelasting (die is ingehouden op dividenduitkeringen door de Vennootschap) een afdrachtvermindering toepassen. Deze afdrachtvermindering is in beginsel de dividendbelasting/bronbelasting die ten laste van haar is ingehouden op ontvangen dividenduitkeringen.
Buitenlandse Bronbelasting Op dividenden uitgekeerd op buitenlandse beleggingen zal veelal een bronbelasting door het betreffende bronland zijn ingehouden. Indien Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten met het bronland, kan mogelijk het bronbelastingtarief op grond van het belastingverdrag worden verlaagd. Afhankelijk van het betreffende belastingverdrag zal het Fonds in beginsel om een (gedeeltelijke) teruggaaf van de ingehouden bronbelasting (tot aan het verdragstarief) kunnen verzoeken bij de buitenlandse belastingautoriteiten. Voor de resterende buitenlandse bronbelasting (het verdragstarief) kan gebruik worden gemaakt van de afdrachtvermindering voor de dividendbelasting.
Omzetbelasting De door SBB aan de Vennootschap in rekening gebrachte Totale kostenvergoeding is vrijgesteld voor de heffing van omzetbelasting. In dit kader heeft afstemming met de Belastingdienst plaatsgevonden.
De Pools De Pools zijn niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Alle activa en passiva, alsmede de resultaten, worden rechtstreeks toegerekend aan de houders van participaties in de Pools, waaronder de Vennootschap.
Fiscale aspecten voor de belegger Nederlandse particuliere beleggers
Ten aanzien van de in Nederland wonende particuliere aandeelhouders wordt er hierna vanuit gegaan dat: er geen sprake is van een aanmerkelijk belang (in het algemeen: tezamen met de fiscale partner een belang van 5% of meer); dat de aandelen niet gerekend (behoeven te) worden tot een ondernemingsvermogen; dat met betrekking tot de aandelen geen resultaat uit overige werkzaamheden wordt behaald, en dat de aandelen niet worden aangehouden in het kader van een levensloopregeling of bankspaarproduct. Particulieren dienen hun aandelen in de Vennootschap in aanmerking te nemen voor de bepaling van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (box 3). De heffing in box 3 gaat niet uit van de werkelijk behaalde inkomsten, maar van fictieve inkomsten, het zogenoemde forfaitaire rendement. Dit forfaitaire rendement wordt gesteld op 4% van het op de peildatum (in beginsel 1 januari van het
31
betreffende jaar) aanwezige bezittingen minus schulden in box 3. Dit rendement wordt vervolgens belast tegen een tarief van 30%. De jaarlijkse belastingdruk bedraagt daardoor 1,2% van het vermogen. De waarde van deze aandelen wordt gesteld op de slotnotering van de Officiële Markt van de Effectenbeurs NYSE Euronext Amsterdam N.V. op de peildatum (in beginsel 31 december van het betreffende en het voorafgaande jaar). Deze slotnotering is vermeld in de Officiële Prijscourant van NYSE Euronext Amsterdam N.V. Een deel van het totale vermogen is vrijgesteld. Dit heffingvrije vermogen bedraagt € 20.785 (tarief 2011) per persoon. Als u het gehele jaar fiscale partners bent, is deze vrijstelling gezamenlijk € 41.570 (tarief 2011). Ter zake van een dividenduitkering door de Vennootschap wordt geen inkomstenbelasting geheven bij de particuliere belegger. Wel zal in beginsel 15% dividendbelasting door de Vennootschap worden ingehouden over de contante dividenduitkeringen. Deze dividendbelasting kan door particulieren in beginsel volledig worden verrekend met de verschuldigde inkomstenbelasting (over het verzamelinkomen van alle boxen tezamen).
Nederlandse lichamen Een belang in de Vennootschap dat wordt aangehouden door een in Nederland gevestigd vennootschapsbelastingplichtig lichaam kwalificeert niet voor de deelnemingsvrijstelling. Dividenden (behoudens voor zover sprake is van meegekocht dividend) en (gerealiseerde) vermogenswinsten worden dan ook belast met vennootschapsbelasting. Eventuele verliezen zijn aftrekbaar. De dividendbelasting die de Vennootschap heeft ingehouden op de dividenduitkeringen kan door vennootschapsbelastingplichtige lichamen in beginsel volledig worden verrekend met de verschuldigde vennootschapsbelasting.
32
Buitenlandse aandeelhouders Buitenlandse aandeelhouders worden in beginsel niet belast met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting, mits de aandelen niet toerekenbaar zijn aan een Nederlandse onderneming en niet kwalificeren als een aanmerkelijk belang. De dividendbelasting is in de regel verrekenbaar met de in het woon- of vestigingsland verschuldigde belasting.
14 SUPPLEMENTEN
Fonds 3: SNS Nederlands Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Nederlands Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Nederlands Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen die zijn genoteerd aan Euronext Amsterdam. Het beleggingsbeleid van SNS Nederlands Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat ten minste gelijk is aan dat van de AEX-herbeleggingsindex (de benchmark). Daartoe belegt het Fonds uitsluitend in Aandelenpool Nederland. Deze Pool belegt in een gespreide portefeuille aandelen en aan aandelen gerelateerde producten. De benchmark van de Aandelenpool Nederland is gelijk aan die van SNS Nederlands Aandelenfonds. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Nederlands Aandelenfonds.
Vermogenstitels Aandelenpool Nederland belegt in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van ondernemingen die aan Euronext Amsterdam zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, obligaties met warrants en/of andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels. Het vermogen van Aandelenpool Nederland is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Selectie en spreiding SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s kan Aandelenpool Nederland gebruik maken van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Aandelenpool Nederland worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Aandelenpool Nederland niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingsprestaties van Aandelenpool Nederland. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Nederlands Aandelenfonds ten minste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
33
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Nederlands Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Nederlands Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied-en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van het SNS Nederlands Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op-en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Nederlands Aandelenfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Nederlands Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Nederlands Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Nederlands Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Nederlands Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Nederlands Aandelenfonds zijn:
rendementsrisico inflatierisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen
Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Nederlands Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 5,64% 2005 29,97% 2006 15,07% 2007 6,24% 2008 -50,66% 2009 41,50% 2010 9,60%
34
Behaald totaalrendement 60,00% 40,00% 20,00% 0,00%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-20,00% -40,00% -60,00%
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Nederlands Aandelenfonds (in mln.):
2005 2006 2007 2008 2009 2010
452,2 504,7 508,8 282,7 396,6 425,7 Vermogen SNS Nederlands Aandelenfonds
600,0 500,0
mln.
400,0 300,0 200,0 100,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Nederlands Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 4: SNS Euro Liquiditeitenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Euro Liquiditeitenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Liquiditeitenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit inkomsten uit beleggingen in geldmarktinstrumenten met geringe beleggingsrisico’s. Het beleggingsbeleid van SNS Euro Liquiditeitenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan het rendement dat behaald kan worden op basis van de Minimum Bid Rate of the Main Refinancing Operation of the European Central Bank (de benchmark). Daartoe belegt het Fonds de toevertrouwde middelen uitsluitend in Euro Liquiditeitenpool. De benchmark van Euro Liquiditeitenpool is gelijk aan die van SNS Euro Liquiditeitenfonds. De Pool belegt in een gespreide portefeuille rentedragende vermogenstitels met geringe risico’s inzake debiteuren, looptijd en valuta. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Liquiditeitenfonds. Vermogenstitels Euro Liquiditeitenpool belegt de toevertrouwde middelen onder andere in termijndeposito’s, kasgeldleningen, medium term notes, obligaties, certificates of deposit, commercial paper en/of andere geldmarktinstrumenten. Het vermogen van de Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Voor zover van toepassing zijn de vermogenstitels voornamelijk aan gereglementeerde markten in Europa genoteerd.
35
Selectie en spreiding SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming/ (lagere) overheid zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming/ (lagere) overheid. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming/ (lagere) overheid waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid. Looptijd Belegd wordt in vermogenstitels met een resterende rentetypische looptijd van maximaal 2 jaar.
Debiteuren Euro Liquiditeitenpool belegt uitsluitend in debiteuren met een laag risico. Tenminste 70% van het poolvermogen wordt belegd in vermogenstitels van financieel gezonde, onder wettelijk toezicht staande financiële ondernemingen, of in vermogenstitels ten laste van of gegarandeerd door supranationale, centrale of lagere overheden. In deze categorie geldt geen maximum per debiteur. Voor het overige wordt voornamelijk belegd in debiteuren van zeer goede kwaliteit. Bij de beoordeling van de kwaliteit van debiteuren en schuldbewijzen wordt voornamelijk gebruik gemaakt van informatie van zogenoemde ‘rating agencies’, waaronder Standard & Poor’s of Moody’s. Belegd wordt in de hierboven vermelde vermogenstitels met een beoordeling van deze rating agencies van minimaal ‘A’. Ten aanzien van deze categorie geldt per debiteur een beperking van maximaal 10% van het poolvermogen.
Valuta Euro Liquiditeitenpool belegt in vermogenstitels luidend in euro en in andere valuta. Voor zover wordt belegd in de vermogenstitels luidend in andere valuta dan in euro, worden de hiermee samenhangende valutarisico’s geheel afgedekt naar euro. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van renterisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Euro Liquiditeitenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd, tenzij het een tijdelijke financiering betreft in het kader van een repotransactie of termijntransactie. Het is niet toegestaan waardepapieren te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt of indien de koersvorming niet representatief wordt geacht, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Euro Liquiditeitenfonds ten minste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Kosten
36
Totale Kostenvergoeding SNS Euro Liquiditeitenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Liquiditeitenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I. Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten
is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Liquiditeitenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Euro Liquiditeitenfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Liquiditeitenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Liquiditeitenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Liquiditeitenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Liquiditeitenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Liquiditeitenfonds zijn: rendementsrisico kredietrisico inflatierisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële risico’s (securities lending) risico erosie Fondsvermogen risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Euro Liquiditeitenpool kent geen valutarisico. Voor zover wordt belegd in andere valuta van lidstaten van de Economische Monetaire Unie (EMU), worden de hiermee samenhangende risico’s geheel afgedekt naar euro. Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Liquiditeitenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 1,48% 2005 1,68% 2006 2,36% 2007 3,46% 2008 3,73% 2009 2,79% 2010 0,40%
37
Behaald totaalrendement 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00%
Fondsvermogen
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Liquiditeitenfonds (in mln.): 2005 2006 2007 2008 2009 2010
63,6 67,4 67,4 79,5 81,6 82,9 Vermogen SNS Euro Liquiditeitenfonds
90,0 80,0 70,0
mln.
60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Liquiditeitenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 6: SNS Euro Obligatiefonds Beleggingsbeleid
38
Algemeen Het doel van SNS Euro Obligatiefonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Obligatiefonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat bestaat uit zowel vermogensgroei als inkomsten uit een gespreide portefeuille beleggingen in vastrentende waarden, die voornamelijk zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instrumenten. Het beleggingsbeleid van SNS Euro Obligatiefonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van iBoxx € Overall (de benchmark). Daartoe belegt het Fonds uitsluitend in Euro Obligatiepool. De benchmark van Euro Obligatiepool is gelijk aan die van SNS Euro Obligatiefonds. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Obligatiefonds. Vermogenstitels Euro Obligatiepool belegt in obligaties en andere verhandelbare vastrentende schuldbewijzen, die voornamelijk zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instrumenten. Het vermogen van de Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Selectie en spreiding SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming/ (lagere) overheid zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming/ (lagere) overheid. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming/ (lagere) overheid waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Looptijd Ter beperking van marktrisico’s zal de gewogen gemiddelde rentetypische looptijd (duration) van de portefeuille maximaal 20% mogen afwijken van de duration van de benchmark.
Debiteuren Euro Obligatiepool belegt in obligaties en andere verhandelbare schuldbewijzen uitgegeven door debiteuren van goed geachte kwaliteit, zogenoemde ‘investment grade beleggingen’. Bij de beoordeling van de kwaliteit van debiteuren en schuldbewijzen wordt voornamelijk gebruik gemaakt van informatie van zogenoemde ‘rating agencies’, waaronder Standard & Poor’s of Moody’s. Belegd zal worden in obligaties en andere schuldbewijzen met een rating van ten minste BBB- (Standard & Poor’s) of Baa3 (Moody’s), waarbij de laagste rating leidend is. Om het debiteurenrisico te beperken worden randvoorwaarden gesteld aan de samenstelling van de portefeuille met betrekking tot de verdeling over de verschillende debiteurencategorieën. Maximaal 15% van het poolvermogen kan worden belegd bij één debiteur, niet zijnde overheid. Hierdoor ontstaat een breed gespreide portefeuille, met een gematigd debiteurenrisico.
Valuta Euro Obligatiepool belegt ten minste 75% in vastrentende vermogenstitels luidend in euro. Vastrentende vermogenstitels luidend in euro, uitgegeven door landen of bedrijven niet behorende tot de Economische en Monetaire Unie (EMU) zijn toegestaan. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van renterisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Euro Obligatiepool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd, tenzij het een tijdelijke financiering betreft in het kader van een repotransactie of termijntransactie. Het is niet toegestaan om vermogenstitels te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt of indien de koersvorming niet representatief wordt geacht, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Euro Obligatiefonds ten minste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Euro Obligatiefonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaardevan het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Obligatiefonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
39
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Obligatiefonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Euro Obligatiefonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Obligatiefonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Obligatiefonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Obligatiefonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Obligatiefonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Obligatiefonds zijn: rendementsrisico kredietrisico inflatierisico tegenpartijrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico erosie Fondsvermogen risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Obligatiefonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 6,45% 2005 4,27% 2006 -0,69% 2007 1,01% 2008 5,68% 2009 5,90% 2010 1,10% Behaald totaalrendement 7,00% 6,00% 5,00% 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00% -1,00% -2,00%
40
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Obligatiefonds (in mln.): 2005 2006 2007 2008 2009 2010
503,1 560,9 634,1 657,8 758,8 715,0 Vermogen SNS Euro Obligatiefonds
800,0 700,0 600,0
mln.
500,0 400,0 300,0 200,0 100,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Obligatiefonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 8: SNS Euro Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Euro Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instrumenten. Het beleggingsbeleid van SNS Euro Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement dat tenminste gelijk is aan dat van de MSCI Europe Standard Index Total Return (de benchmark). Het Fonds belegt uitsluitend in Euro Aandelenpool. De benchmark van Euro Aandelenpool is gelijk aan die van SNS Euro Aandelenfonds. De Pool belegt voornamelijk in een gespreide portefeuille Europese aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels zoals hieronder is vermeld. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Aandelenfonds.
Vermogenstitels Euro Aandelenpool belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van ondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten van een lidstaat van de Europese Unie, Zwitserland of Noorwegen zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, obligaties met warrants en/of andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels, waaronder aan een markt in financiële instrumenten genoteerde en niet aan een markt in financiële instrumenten genoteerde beleggingsproducten op basis van relevante indices (indexproducten). Het vermogen van Euro Aandelenpool is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Selectie en spreiding SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 7 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen.
41
Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer. Hieronder is een overzicht opgenomen van de landen, die deel uitmaken van de bovenvermelde benchmarks. Landenverdeling MSCI Europe Standard Index Total Return per 30 juni 2010: Verenigd Koninkrijk 29,20% Frankrijk 14,70% Duitsland 12,30% Zwitserland 13,20% Spanje 5,50% Italië 4,30% Nederland 7,60% Zweden 4,50% Finland 1,60% België 1,50% Noorwegen 1,10% Denemarken 1,60% Griekenland 0,40% Ierland 0,70% Oostenrijk 0,50% Luxemburg 0,40% Portugal 0,40%
Valuta Euro Aandelenpool belegt onder meer in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in andere landen dan in landen die de euro als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van het Engelse pond tegenover de euro. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van renterisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Euro Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme waarderingsmethoden toegepast (EBITDA, p/e-ratio etc.). Niet-genoteerde indexproducten worden gewaardeerd op basis van de desbetreffende intrinsieke waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Euro Aandelenfonds ten minste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
42
Totale Kostenvergoeding SNS Euro Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Euro Aandelenfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Aandelenfonds dalen. De specifieke risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Aandelenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 7,06% 2005 22,29% 2006 16,85% 2007 4,74% 2008 -43,01% 2009 31,80% 2010 10,80% Behaald totaalrendement 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-10,00% -20,00% 30,00% -40,00% -50,00%
43
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Aandelenfonds (in mln.): 2005 2006 2007 2008 2009 2010
216,0 245,1 260,7 152,8 208,2 220,9 Vermogen SNS Euro Aandelenfonds
300,0 250,0
mln.
200,0 150,0 100,0 50,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 9: SNS Euro Mixfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Euro Mixfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Mixfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen en vastrentende waarden, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instrumenten. SNS Euro Mixfonds belegt daartoe uitsluitend in Euro Mixpool. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Euro Mixpool is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Euro Mixfonds een neutraal risicoprofiel. De benchmark van SNS Euro Mixfonds is gelijk aan die van Euro Mixpool. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Euro Mixpool belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 50% van de benchmark van Euro Aandelenpool MSCI Europe Standard Index Total Return) en 50% van de benchmark van Euro Obligatiepool (iBoxx € Overall). In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Mixfonds.
Vermogenstitels Euro Mixpool belegt in Euro Obligatiepool (zie fonds 6) en Euro Aandelenpool (zie fonds 8). Hierbij wordt een standaardverdeling aangehouden van 50% Euro Obligatiepool en 50% Euro Aandelenpool. Op basis van verwachte marktontwikkelingen kunnen de onderlinge verhoudingen worden gewijzigd, waarbij een bandbreedte van plus of min 5% ten opzichte van deze verdeling is toegestaan. Het vermogen van de Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Selectie en spreiding SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming/ (lagere) overheid zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming/ (lagere) overheid. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming/ (lagere) overheid waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel
44
onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Valuta Euro Mixpool voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Euro Mixpool belegt.
Afgeleide instrumenten Euro Mixpool kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Euro Mixpool belegt.
Overig De beleggingen van Euro Mixpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaanbeleggingen te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Euro Mixpool belegt (Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. De beleggingen van Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering De participaties van de Pools waar Euro Mixpool in belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Euro Mixfonds ten minste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Euro Mixfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Mixfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Mixfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Euro Mixfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
45
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Mixfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Mixfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Mixfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Mixfonds dalen De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Mixfonds zijn: rendementsrisico kredietrisico valutarisico inflatierisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Mixfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 6,75% 2005 13,36% 2006 8,21% 2007 3,09% 2008 -21,00% 2009 19,00% 2010 6,30% Behaald totaalrendement 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% -5,00%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-10,00% -15,00% -20,00% -25,00%
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Mixfonds (in mln.): Vermogen SNS Euro Mixfonds 2005 489,6 2006 601,7 2007 652,0 2008 539,9 2009 715,9 2010 785,5
46
Vermogen SNS Euro Mixfonds 900,0 800,0 700,0
mln.
600,0 500,0 400,0 300,0 200,0 100,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Mixfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 10: SNS Hoogdividend Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Hoogdividend Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Hoogdividend Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat bestaat uit dividendinkomsten en vermogensgroei op de lange termijn, uit een gespreide portefeuille beleggingen in aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan officiële gereglementeerde markten in financiële instrumenten in Europa en Noord-Amerika.. Het beleggingsbeleid van SNS Hoogdividend Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement op lange termijn, dat tenminste gelijk is aan dat van de vergelijkingsmaatstaf (benchmark). De benchmark is een samengestelde index, die bestaat uit 60% van de MSCI Europe in Euro Daily Net Index Total Return Fully Hedged en 40% MSCI USA in Euro Daily Net Index Total Return Fully Hedged. Daartoe belegt het Fonds uitsluitend in Hoogdividend Mixpool.
Vergoeding
Selectie en spreiding SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer. Totale Kostenvergoeding SNS Hoogdividend Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Hoogdividend Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
47
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Hoogdividend Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Hoogdividend Aandelenfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Hoogdividend Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Hoogdividend Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Hoogdividend Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Hoogdividend Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Hoogdividend Aandelenfonds zijn: rendementsrisico kredietrisico valutarisico inflatierisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2005 heeft SNS Hoogdividend Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2005 13,73% 2006 17,36% 2007 1,30% 2008 -36,75% 2009 20,80% 2010 7,40% Behaald totaalrendement 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% -10,00% -20,00% -30,00% -40,00%
48
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Vermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Hoogdividend Aandelenfonds (in mln.): Vermogen SNS Hoogdividend Aandelenfonds 2005 32,9 2006 39,4 2007 38,8 2008 22,6 2009 27,0 2010 27,6
mln.
Vermogen SNS Hoogdividend Aandelenfonds
Algemeen
45,0 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 0,50 0,0
2005
2006
2007
2008
2009
2009
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Hoogdividend Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers
Hoogdividend Mixpool Beleggingsbeleid
Algemeen Hoogdividend Mixpool belegt uitsluitend in Hoogdividend Aandelenpool en - afhankelijk van marktomstandigheden - tot maximaal 10% van de activa van Hoogdividend Mixpool in Euro vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15). De benchmark van Hoogdividend Mixpool is gelijk aan de benchmark van SNS Hoogdividend Aandelenfonds.
Vermogenstitels Het vermogen van Hoogdividend Mixpool is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Hoogdividend Mixpool.
Valuta Hoogdividend Mixpool kan, uitsluitend in aanvulling op het valutabeleid van de Pools waarin wordt belegd, een eigen valutabeleid voeren. Het uitgangspunt voor dit eigen valutabeleid is dat valutarisico’s voor tenminste 80% worden afgedekt naar euro.
Afgeleide instrumenten Hoogdividend Mixpool kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Hoogdividend Mixpool belegt.
Overig De beleggingen van Hoogdividend Mixpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toestaan beleggingen te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Hoogdividend Mixpool belegt is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingsprestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering De participaties van de Pools waar Hoogdividend Mixpool in belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
49
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Hoogdividend Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgelegd volgens het Besluit Beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Beheervergoeding Voor het beheer van het vermogen van Hoogdividend Mixpool zal SBB geen vergoeding ontvangen
Kosten
Algemeen Aan Hoogdividend Mixpool worden geen kosten berekend.
Hoogdividend Aandelenpool Beleggingsbeleid
Algemeen Het beleggingsbeleid van SNS Hoogdividend Aandelenpool is gericht op het behalen van een rendement op lange termijn, dat tenminste gelijk is aan dat van de vergelijkingsmaatstaf (benchmark). De benchmark van Hoogdividend Aandelenpool is gelijk aan die van Hoogdividend Mixpool. Hoogdividend Aandelenpool belegt in een gespreide portefeuille aandelen en – voorzover passend in het beleggingsbeleid – in andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels, genoteerd aan een officiële markt in financiële instrumenten in landen gelegen in Europa en Noord-Amerika. Bij de samenstelling van de beleggingsportefeuille van Hoogdividend Aandelenpool wordt onder andere geselecteerd op aandelen van bedrijven met een relatief hoog en stabiel dividendrendement. Daarbij wordt gestreefd naar een beleggingsportefeuille met een dividendrendement dat op jaarbasis minimaal 1% hoger is dan het dividendrendement van de benchmark. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Hoogdividend Aandelenfonds.
Vermogenstitels Hoogdividend Aandelenpool belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van (middel)grote ondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten van een lidstaat van de Europese Unie, Noorwegen, Zwitserland, alsmede van de Verenigde Staten van Amerika of Canada zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, warrants en/of andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels. Het vermogen van de Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Spreiding Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over diverse landen, bedrijfstakken en bedrijven. Deze spreiding heeft tot gevolg dat de koersontwikkeling van een individuele onderneming slechts in beperkte mate in het totale beleggingsresultaat van Hoogdividend Aandelenpool tot uitdrukking komt.
Valuta Hoogdividend Aandelenpool belegt onder meer in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van de Amerikaanse dollar en het Engelse pond tegenover de euro. Deze uit beleggingen voortkomende valutarisico’s zullen voor tenminste 80% worden afgedekt naar euro. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Fondsselectie De selectie van aandelen van bedrijven waarin wordt belegd, geschiedt primair op basis van bedrijfsspecifieke criteria (bottom-up) en secundair op basis van macro-economische en sectorcriteria (top-down). Bij deze selectie wordt gebruik gemaakt van kwantitatieve en kwalitatieve analyses, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan de kwaliteit van het dividendbeleid van de onderneming. De selectie zal naast het hiervoor genoemde vooral zijn gericht op aandelen van ondernemingen met een goede verhandelbaarheid en een relatief hoge dividenduitkering. Als gevolg van het selectieproces kan de samenstelling van de portefeuille sterk afwijken van die van de benchmark.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Hoogdividend Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Hoogdividend Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.
50
SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingsprestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze benchmark niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende benchmark hanteren.
Waardering Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Fonds 11: SNS Duurzaam Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Duurzaam Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Duurzaam Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde Europese markt in financiële instrumenten. Het beleggingsbeleid van SNS Duurzaam Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement dat op lange termijn tenminste gelijk is aan dat van de MSCI Europe Standard Index Total Return (de benchmark). Het Fonds belegt uitsluitend in Duurzaam Aandelenpool Europa. De benchmark van Duurzaam Aandelenpool Europa is gelijk aan die van SNS Duurzaam Aandelenfonds. De Pool belegt voornamelijk in een gespreide portefeuille Europese aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels zoals hieronder is vermeld. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Duurzaam Aandelenfonds.
Vermogenstitels Duurzaam Aandelenpool Europa belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen en aan aandelen gerelateerde vermogenstitels van bedrijven die zijn opgenomen in het beleggingsuniversum. Dit beleggingsuniversum betreft op duurzaamheidsaspecten beoordeelde bedrijven (zie hierna onder ‘Beleggingsuniversum’) waarvan de aandelen zijn genoteerd aan een officiële markt in financiële instrumenten van een lidstaat van de Europese Unie, Zwitserland of Noorwegen. Het vermogen van Duurzaam Aandelenpool Europa is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Beleggingsuniversum Het beleggingsuniversum van Duurzaam Aandelenpool Europa wordt samengesteld op basis van duurzaamheidsonderzoek, waarvan de hoofdlijnen hieronder zijn uiteengezet.
Duurzaamheidsonderzoek Duurzaam Aandelenpool Europa belegt in ondernemingen die relatief gezien binnen de sector waartoe ze behoren, bovengemiddelde prestaties leveren op het gebied van duurzaam ondernemen. Hiervoor worden per bedrijfssector de duurzaamheidsprestaties gemeten van de grootste Europese aan een markt in financiële instrumenten genoteerde ondernemingen uit de betreffende sector. Beoordeling op duurzaamheidsprestaties geschiedt op basis van economische criteria (profit), sociale criteria (people) en milieucriteria (planet) en criteria met betrekking tot controversiële activiteiten. Het gaat daarbij om het verkrijgen van een geïntegreerd oordeel over alle onderzochte duurzaamheidsaspecten. Het onderzoek naar en de beoordeling van de duurzaamheidsprestaties van de ondernemingen wordt uitgevoerd door een multidisciplinair research team van SNS Asset Management.
Profit De invalshoek ‘Profit’ richt zich op de onderneming als economische organisatie. Strategie, management & organisatie en verantwoord bestuur (corporate governance) zijn daarbij de sleutelbegrippen. Van een goed bestuurde onderneming wordt onder meer verwacht dat zij beschikt over onder nemingsprincipes (‘business principles’) en een gedragscode (‘code of conduct’) waarin omschreven wordt wat de missie en het doel van de onderneming zijn en welke visie zij heeft op de relevante stakeholders. De diepgang en de mate van verankering in het bedrijf zijn hierbij van belang voor de oordeelsvorming. Voorts wordt onderzocht op welke wijze wordt omgegaan met de belangen van (minderheids) aandeelhouders.
51
Daarbij wordt de feitelijke situatie getoetst aan breed aanvaarde ‘corporate governance principles’ en ‘codes of best practice’. Verder wordt de kwaliteit van de onderneming en van het management onderzocht. Daarbij wordt onder meer de helderheid en de haalbaarheid van de strategie, de operationele kwaliteit en efficiency, de kwaliteit van de innovatie, de marktbewerking en marktpositionering, alsmede het financieringsbeleid beoordeeld.
People De invalshoek ‘People’ wordt onderscheiden in intern en extern sociaal beleid. Intern sociaal beleid betreft de investering in het personeel van de onderneming. Human Resource Management en Health & Safety zijn hier de belangrijkste onderwerpen. Een onderneming kan via personeelsbeleid, training, opleiding en ontwikkeling en het betrekken van het personeel bij de gang van zaken van de onderneming wezenlijk bijdragen aan de versterking van haar innovatieve kracht en reputatie. Extern sociaal beleid heeft betrekking op de wijze waarop de onderneming zich manifesteert in haar maatschappelijke omgeving en welke bijdrage zij daaraan levert. Een belangrijke component hiervan is het mensenrechten- en arbeidsrechtenbeleid in zogenaamde risicolanden. Voor de beoordeling leveren onder meer de United Nations Norms on Business & Human Rights belangrijke criteria. Sponsoring en ondersteuning van de lokale gemeenschap zijn aanvullende thema’s.
Planet Voor de invalshoek ‘Planet’ onderscheiden we in navolging van de World Business Council for Sustainable Development het milieubeleid voor ‘upstream’, ‘gate-to-gate’ en ‘downstream’. Naast een beoordeling van de algemene milieustrategie en het management van milieuaspecten gaat het hier om de milieuaspecten aan de inkoopkant van de onderneming (inkoop grondstoffen, producten en diensten), milieu-aspecten binnen de poort van de onderneming waar de producten en diensten tot stand komen (milieuvriendelijkheid verwerkingswijzen) en milieu-aspecten bij het gebruik van de producten en diensten (afvalverwerking). Onderliggende gedachte is dat afval, emissies en vervuiling wijzen op inefficiënties in het productieproces en dus vormen van verspilling zijn, die (ook voor de klant) geen waarde toevoegen.
Controversiële activiteiten Ondanks goede duurzaamheidsprestaties kunnen controversiële activiteiten zoals het gebruik van gedwongen arbeid of onverantwoorde vormen van kinderarbeid, aanleiding geven om niet in een onderneming te beleggen.
Selectie en spreiding Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over diverse landen, sectoren (bedrijfstakken) en bedrijven. Daarbij gelden de volgende beperkingen: 1. Een belegging in één onderneming zal op het moment van aankoop minder dan 5% van het aandelenkapitaal in die onderneming omvatten; 2. Een belegging in één onderneming zal op het moment van aankoop niet meer dan 10% van het belegde vermogen van het Duurzaam Aandelenpool Europa omvatten. Hieronder is een overzicht opgenomen van de landen, die deel uitmaken van de bovenvermelde benchmarks. Landenverdeling MSCI Europe Standard Index Total Return per 30 juni 2010: Verenigd Koninkrijk 29,20% Frankrijk 14,70% Duitsland 12,30% Zwitserland 13,20% Spanje 5,50% Italië 4,30% Nederland 7,60% Zweden 4,50% Finland 1,60% België 1,50% Noorwegen 1,10% Denemarken 1,60% Griekenland 0,40% Ierland 0,70% Oostenrijk 0,50% Luxemburg 0,40% Portugal 0,40%
Valuta
52
Duurzaam Aandelenpool belegt onder meer in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van het Engelse pond tegenover
de euro. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Duurzaam Aandelenpool Europa worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Duurzaam Aandelenpool Europa niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingsprestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Waardering Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Duurzaam Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Duurzaam Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Duurzaam Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Duurzaam Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Duurzaam Aandelenfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Duurzaam Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Duurzaam Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Duurzaam Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Duurzaam Aandelenfonds dalen.
53
De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Duurzaam Aandelenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Duurzaam Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 7,85% 2005 21,94% 2006 16,21% 2007 4,69% 2008 -42,75% 2009 31,40% 2010 7,40%
Behaald totaalrendement 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 00,00% -20,00%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-30,00% -40,00% -40,00% -50,00%
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Duurzaam Aandelenfonds (in mln.): Vermogen SNS Duurzaam Aandelenfonds 2005 30,7 2006 35,6 2007 38,1 2008 53,4 2009 147,0 2010 167,4 Vermogen SNS Duurzaam Aandelenfonds 180,0 160,0 140,0 120,0 mln.
100,0 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0
54
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Algemeen
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Duurzaam Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 12: SNS Azië Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Azië Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Azië Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde markt in financiële instrumenten in Azië. Het beleggingsbeleid van SNS Azië Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van de MSCI AC Asia Pacific IMI Total Return (de benchmark). Het Fonds belegt uitsluitend in Azië Aandelenpool. De benchmark van Azië Aandelenpool is gelijk aan die van SNS Azië Aandelenfonds. De Pool belegt in een gespreide portefeuille aandelen en aan aandelen gerelateerde producten in het Verre Oosten (Japan en de rest van Azië). Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Azië Aandelenfonds.
Vermogenstitels Azië Aandelenpool belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van (middel-)grote ondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten in het Verre Oosten zijn genoteerd. Uit efficiencyoverwegingen kan bovendien voor een deel van het poolvermogen worden belegd in beleggingsinstellingen. De management fees die in rekening worden gebracht in deze beleggingsinstellingen, worden door de betreffende fondsaanbieders gerestitueerd aan Azië Aandelenpool. Informatie over desbetreffende beleggingsinstellingen, waaronder informatie over de kosten, wordt opgenomen in het (half)jaarverslag van SNS Beleggingsfondsen N.V. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, obligaties met warrants en/of andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels. De middelen van deze Pool zijn zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Selectie en spreiding SBB hanteert (behalve voor ondernemingen afkomstig uit Aziatische opkomende landen) uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer. Hieronder is een overzicht opgenomen van de landen, die deel uitmaken van de benchmark. Landenverdeling MSCI AC Asia Pacific IMI Total Return per 30 juni 2010: Australia 14,2% China 11,3% Hong Kong 4,6% Korea 8,1% Indonesia 1,4% Philippines 0,3% Thailand 1,0% Malaysia 1,8% Singapore 3,1% New Zealand 0,3% India 5,3% Taiwan 7,1% Japan 41,5%
55
Valuta Azië Aandelenpool belegt in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van de Japanse Yen tegenover de euro. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Azië Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Azië Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Waardering Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Azië Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Azië Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Azië Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Azië Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Azië Aandelenfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
56
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Azië Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Azië Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Azië Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Azië Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Azië Aandelenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Azië Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend Behaald totaalrendement 2004 6,89% 2005 38,52% 2006 -0,05% 2007 -2,47% 2008 -37,23% 2009 24,72% 2010 25,70%
Behaald totaalrendement 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% -10,00% -20,00% -30,00% -40,00% -50,00%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Azië Aandelenfonds (in mln.): Vermogen SNS Azië Aandelenfonds 2005 24,2 2006 35,7 2007 26,5 2008 16,3 2009 20,0 2010 25,7 Vermogen SNS Azië Aandelenfonds 40,0 35,0 30,0 25,0 mln.
Fondsvermogen
2004
20,0 15,0 10,0 5,0 0,0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
57
Algemeen
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Azië Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 13: SNS Amerika Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Amerika Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Amerika Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in verhandelbare aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde markt in financiële instrumenten in Noord-Amerika. Het beleggingsbeleid van SNS Amerika Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van de S&P 500 Net Total Return. SNS Amerika Aandelenfonds belegt uitsluitend in Amerika Aandelenpool. De benchmark van Amerika Aandelenpool is gelijk aan die van SNS Amerika Aandelenfonds. Amerika Aandelenpool belegt in een gespreide portefeuille aandelen en aan aandelen gerelateerde producten. Er wordt een actief beleggingsbeleid gevoerd teneinde gebruik te kunnen maken van verwachte marktontwikkelingen. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Amerika Aandelenfonds.
Vermogenstitels Amerika Aandelenpool belegt voornamelijk in goed verhandelbare (certificaten van) aandelen van (middel-)grote ondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten van de Verenigde Staten van Amerika of Canada zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties, obligaties met warrants en/of andere aan aandelen gerelateerde vermogenstitels, waaronder aan een markt in financiële instrumenten genoteerde en niet aan een markt in financiële instrumenten genoteerde beleggingsproducten op basis van relevante indices (indexproducten). Het vermogen van deze Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Selectie en spreiding SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Valuta Amerika Aandelenpool belegt in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van bedrijven in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van een waardedaling van de Amerikaanse dollar tegenover de euro. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Amerika Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Amerika Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Waardering Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten
58
worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Amerika Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Amerika Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Amerika Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Amerika Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Amerika Aandelenfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Amerika Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Amerika Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Amerika Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Amerika Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Amerika Aandelenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
59
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Amerika Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 -1,12% 2005 20,54% 2006 3,47% 2007 -4,88% 2008 -32,90% 2009 24,70% 2010 20,70%
Behaald totaalrendement 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% -10,00%
2004
2005
2006
2008
2007
2009
2010
-20,00% -30,00% -40,00%
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Amerika Aandelenfonds (in mln.): Vermogen SNS Amerika Aandelenfonds 2005 14,7 2006 24,5 2007 26,1 2008 18,7 2009 32,2 2010 40,3 Vermogen SNS Amerika Aandelenfonds 45,0 40,0 35,0
mln.
30,0 25,0 20,0 15,0 100 5,0 0,0
Algemeen
60
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Amerika Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 14: SNS Wereld Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Wereld Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Wereld Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille in verhandelbare aandelen van ondernemingen, die zijn genoteerd aan officiële gereglementeerde markten in financiële instrumenten wereldwijd. SNS Wereld Aandelenfonds belegt daartoe uitsluitend in Global Equity Mixpool. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Global Equity Mixpool is de specifieke verdeling over de verschillende regio’s, zoals deze hieronder onder ‘Vermogenstitels’ is vermeld. De benchmark van SNS Wereld Aandelenfonds is gelijk aan die van Global Equity Mixpool. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Global Equity Mixpool belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 40% van S&P 500 Net Total Return, 40% van MSCI Europe Standard Index Total Return, 15% van MSCI AC Asia Pacific IMI Total Return en 5% van MSCI Emerging Markets Index. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Wereld Aandelenfonds.
Vermogenstitels Global Equity Mixpool belegt in Amerika Aandelenpool (zie Fonds 13), Euro Aandelenpool (zie Fonds 8), Azië Aandelenpool (zie Fonds 12) en Global Emerging Markets Equity Pool (zie Fonds 20). Hierbij wordt een verdeling aangehouden die in lijn ligt met het economisch belang van de drie regio’s Amerika, Europa en het Verre Oosten binnen de wereldeconomie. Het bruto binnenlands product van de landen in die regio’s is hierbij richtinggevend. Thans is de verdeling (‘neutrale weging’): 40% Euro Aandelenpool, 40% Amerika Aandelenpool, 15% Azië Aandelenpool en 5% Global Emerging Markets Equity Pool. Op basis van verwachte marktontwikkelingen kunnen de onderlinge verhoudingen worden gewijzigd waarbij een bandbreedte van plus of min 5% per Pool ten opzichte van deze verdeling is toegestaan. Het staat de beheerder vrij om de vaste verdeling te heroverwegen en deze te wijzigen indien de verdeling naar oordeel van de beheerder niet meer in voldoende mate het economische belang weerspiegelt dat de regio’s innemen binnen de wereldeconomie. Het vermogen van Global Equity Mixpool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Selectie en spreiding SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid over bedrijfstakken en bedrijven. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Valuta Global Equity Mixpool voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Global Equity Mixpool belegt.
Afgeleide instrumenten Global Equity Mixpool kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Global Equity Mixpool belegt.
Overig De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Global Equity Mixpool belegt (Euro Aandelenpool, Amerika Aandelenpool, Azië Aandelenpool en Global Emerging Markets Equity Pool) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Waardering De participaties van de Pools waar Global Equity Mixpool in belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
61
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Wereld Aandelenfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Wereld Aandelenfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Wereld Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Wereld Aandelenfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Wereld Aandelenfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Wereld Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Wereld Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Wereld Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Wereld Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Wereld Aandelenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
62
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Wereld Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 3,92% 2005 24,25% 2006 7,84% 2007 -0,53% 2008 -37,93% 2009 27,90% 2010 18,00%
Behaald totaalrendement 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% -10,00%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-20,00% -30,00% -40,00% -50,00%
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Wereld Aandelenfonds (in mln.): Vermogen SNS Wereld Aandelenfonds 2005 147,5 2006 177,4 2007 198,3 2008 118,5 2009 153,0 2010 172,5 Vermogen SNS Wereld Aandelenfonds 250,0
mln.
200,0 150,0 100,0 50,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Wereld Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
63
Fonds 15: SNS Euro Vastgoedfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Euro Vastgoedfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Euro Vastgoedfonds een rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit beleggingen in een gespreide portefeuille verhandelbare aandelen van vastgoedondernemingen, die zijn genoteerd aan een officiële gereglementeerde markt in financiële instrumenten in Europa. Daartoe belegt het Fonds uitsluitend in Euro Vastgoedfondsenpool. De benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool is gelijk aan die van SNS Euro Vastgoedfonds. Euro Vastgoedfondsenpool belegt voornamelijk in ‘vastgoedaandelen’. Hieronder worden verstaan goed verhandelbare participaties, dan wel (certificaten van) aandelen in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vastgoedfondsen en –ondernemingen (verder: vastgoedondernemingen). Vastgoedmarkten worden beïnvloed door algemeen economische ontwikkelingen maar worden ook sterk lokaal bepaald. Het beleggingsbeleid van Euro Vastgoedfondsenpool is daarom zowel ‘bottomup’ gericht (waarbij wordt gekeken naar micro-economische aspecten), als ‘top-down’ gericht (waarbij macro-economische aspecten centraal staan). Een actief beleggingsbeleid wordt gevoerd om gebruik te kunnen maken van de verschillende cycli van Europese vastgoedmarkten en verwachte marktontwikkelingen. Benchmark Het beleggingsbeleid van SNS Euro Vastgoedfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van de Global Property Research 250 Europe Index, UK 20%, UCITS (de benchmark). De wegingen van alle vastgoedondernemingen in deze benchmark zijn gerelateerd aan de vrije verhandelbare marktkapitalisaties en zijn derhalve dynamisch van aard. Het totale belang van beleggingen in vastgoedondernemingen genoteerd aan een officiële gereglementeerde markt in het Verenigd Koninkrijk (UK), wordt beperkt tot 20% en wordt daarmee in verhouding gebracht met de andere Europese vastgoedmarkten in deze benchmark, waardoor een meer evenwichtig beleggingsbeleid mogelijk is. De samenstelling van de beleggingen die zijn opgenomen in de benchmark voldoet aan de eisen van Europese regelgeving, zoals die zijn geformuleerd in UCITS III (Undertakings of Collective Investments in Transferable Securities). In verband hiermee gelden voor de samenstelling van de benchmark de volgende grenzen: 1. Het belang van een individuele vastgoedonderneming in het totaal van de benchmark is maximaal 9%; 2. Het totaal van de belangen van vastgoedondernemingen groter dan 5% van de benchmark, is maximaal 36%. De benchmark wordt berekend op basis van “netto dividenden herbelegd”, ofwel inclusief herbelegging van dividenden na aftrek van dividendbelasting.
Vermogenstitels Euro Vastgoedfondsenpool belegt voornamelijk in aandelen van vastgoedondernemingen die aan een officiële markt in financiële instrumenten van een lidstaat van de Europese Unie, Noorwegen of Zwitserland zijn genoteerd. Voorts kan worden belegd in converteerbare obligaties en warrants van vastgoedondernemingen. Het vermogen van deze Pool is zo veel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden.
Spreiding De beleggingsportefeuille van Euro Vastgoedfondsenpool zal adequaat worden gespreid. Spreiding van de beleggingen vindt plaats over diverse vastgoedsectoren (waaronder kantoren en/of winkels) en voorts over diverse vastgoedondernemingen. Bij de samenstelling van de beleggingsportefeuille wordt gestreefd naar belegging in minimaal 25 vastgoedondernemingen. Uit oogpunt van spreiding worden in dit verband tevens de hierna volgende grenzen voor het beleggingsbeleid (beleggingsrestricties) gehanteerd: 1. Het totale belang in elke afzonderlijke vastgoedonderneming mag maximaal 5 procentpunt afwijken van het belang van die onderneming in de benchmark. In combinatie met de maximaal toegestane omvang van het belang in een onderneming in de benchmark van 9% is het belang van elke onderneming in de beleggingsportefeuille van Euro Vastgoedfondsenpool derhalve maximaal 14%. Deze restrictie leidt er tevens toe dat het belang in een vastgoedonderneming die geen deel uitmaakt van de benchmark (benchmarkbelang is 0%) maximaal 5% is van de portefeuille van Euro Vastgoedfondsenpool; 2. Het totaal van de belangen in vastgoedondernemingen die geen deel uitmaken van de benchmark, is maximaal 10% van de portefeuille van Euro Vastgoedfondsenpool 3. Het totale belang in een vastgoedonderneming is minder dan 5% van het aandelenkapitaal van die onderneming.
64
In het belang van beleggers kan SBB de grenzen van het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Euro Vastgoedfonds.
Fondsselectie Verantwoorde beleggingscriteria (zie hoofdstuk 8 “Uitsluitingscriteria”) worden gehanteerd op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming in aanmerking komt voor selectie. De ondernemingen die reeds onderdeel van het vermogen uitmaken worden op halfjaarlijkse basis beoordeeld. De ondernemingen in de benchmark worden op jaarbasis beoordeeld. De betreffende ondernemingen worden op de onderdelen watergebruik, afvalbeheer, klimaatinvloed, sociaal verantwoord ondernemen en corporate governance beoordeeld. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de ondermening. Naast de bovenstaande selectie worden op basis van fundamentele analyses vastgoedondernemingen en -fondsen geselecteerd die voldoen aan bepaalde eisen met betrekking tot locatie, kwaliteit en spreiding van de vastgoedportefeuille, het management, toekomstige cashflows, waarderingsmethode en dergelijke.
Valuta Euro Vastgoedfondsenpool belegt onder meer in aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen van vastgoedondernemingen in Europese landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s, waaronder het risico van waardedaling van het Engelse pond tegenover de euro. Teneinde deze valutarisico’s te begrenzen dienen valutaposities als gevolg van beleggingen in vastgoedondernemingen in een andere valuta dan euro, die groter zijn dan de daarmee overeenkomende posities in de benchmark vermeerderd met 10%-punt, te worden afgedekt naar euro. Valutaposities als gevolg van beleggingen in vastgoedondernemingen beneden deze grens en valutaposities als gevolg van beleggingen in vastgoedondernemingen die niet in de benchmark zijn opgenomen, worden in beginsel niet afgedekt naar euro. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Euro Vastgoedfondsenpool worden in beginsel niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Euro Vastgoedfondsenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Waardering Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet-genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme (EBITDA, p/e ratio etc.) waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal het SNS Euro Vastgoedfonds tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Euro Vastgoedfonds is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Euro Vastgoedfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
65
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Vastgoedfonds verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Euro Vastgoedfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Euro Vastgoedfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Euro Vastgoedfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Euro Vastgoedfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Euro Vastgoedfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Euro Vastgoedfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico concentratierisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Euro Vastgoedfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 40,17% 2005 25,91% 2006 47,77% 2007 -31,35% 2008 -49,96% 2009 47,10% 2010 8,30% Behaald totaalrendement 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% -20,00% -40,00% -60,00%
66
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Euro Vastgoedfonds (in mln.): Vermogen SNS Euro Vastgoedfonds 2005 138,8 2006 195,2 2007 104,3 2008 48,2 2009 61,6 2010 61,8 Vermogen SNS Euro Vastgoedfonds 250,0
mln.
200,0 150,0 100,0 50,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Euro Vastgoedfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 16: SNS Optimaal Paars Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Optimaal Paars is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Paars een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingscategorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk aandelen van een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen, alsmede obligaties en liquiditeiten. SNS Optimaal Paars belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Paars. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Paars is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Optimaal Paars een zeer offensief risicoprofiel. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Paars.
Benchmark De benchmark van SNS Optimaal Paars is gelijk aan die van Optimaalpool Paars. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Paars belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 90% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en 10% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15).
Vermogenstitels Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Paars uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Obligaties Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Vastgoed Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); en Aandelen Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming/ (lagere) overheid zich inlaat met controversiële activiteiten en dienten gevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming/ (lagere) overheid. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming/ (lagere) overheid waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel
67
onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Verdeling over beleggingscategorieën In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Paars over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte marktontwikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Paars Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Minimale weging 0% 0% 5% 80%
Neutrale weging 0% 0% 10% 90%
Maximale weging 2,5% 7,5% 15% 95%
De beleggingen in aandelen geschieden via Global Equity Mixpool. Het vermogen van Optimaalpool Paars is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Paars.
Valuta Optimaalpool Paars voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Paars belegt.
Afgeleide instrumenten Optimaalpool Paars kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Paars belegt.
Overig De beleggingen van Optimaalpool Paars worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Paars belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Optimaalpool Paars direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren. Waardering De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Paars belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Vergoeding
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Paars tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren. Totale Kostenvergoeding SNS Optimaal Paars is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Paars en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
68
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Paars verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Optimaal Paars per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Paars krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Paars of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Paars is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Optimaal Paars dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Optimaal Paars zijn: rendementsrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2005 heeft SNS Optimaal Paars het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend: Behaald totaalrendement 2005 1,3% 2006 11,35% 2007 -2,83% 2008 -39,84% 2009 31,10% 2010 16,90% 1)
Op 19 december 2005 is SNS InnoVisiefonds omgevormd naar SNS Optimaal Paars. In verband hiermee is het rendement van SNS Optimaal Paars berekend over de periode 19 december 2005 tot en met 31 december 2005.
69
Behaald totaalrendement 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% -10,00%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-20,00% -30,00% -40,00% -50,00%
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Paars (in mln.): Vermogen SNS Optimaal Paars 2005 8,3 2006 26,8 2007 59,3 2008 61,4 2009 104,5 2010 159,9 Vermogen SNS Optimaal Paars 180,0 160,0
mln.
140,0 120,0 100,0 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Optimaal Paars over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 17: SNS Optimaal Geel Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Optimaal Geel is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Geel een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingscategorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk obligaties, liquiditeiten en aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen. SNS Optimaal Geel belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Geel. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Geel is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Optimaal Geel een defensief risicoprofiel. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Geel.
70
Benchmark De benchmark van SNS Optimaal Geel is gelijk aan die van Optimaalpool Geel. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Geel belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 65% van de benchmark van Euro Obligatiepool (zie Fonds 6), 15% van Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4), 15% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en 5% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15).
Vermogenstitels Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Geel uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); Global Equity Mixpool (zie Fonds 14).
Spreiding en selectie SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming/ (lagere) overheid zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming/ (lagere) overheid. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming/ (lagere) overheid waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Verdeling over beleggingscategorieën In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Geel over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte marktontwikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Geel Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Minimale weging 0% 50% 0% 10%
Neutrale weging 15% 65% 5% 15%
Maximale weging 30% 80% 10% 20%
Het vermogen van Optimaalpool Geel is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Geel.
Valuta Optimaalpool Geel voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Geel belegt.
Afgeleide instrumenten Optimaalpool Geel kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Geel belegt.
Overig De beleggingen van Optimaalpool Geel worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Geel belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Optimaalpool Geel direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Waardering De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Geel belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Geel tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren. Totale Kostenvergoeding SNS Optimaal Geel is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand.
Vergoeding
71
De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Geel en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Geel verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Optimaal Geel per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Geel krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Geel of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Geel is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Optimaal Geel dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Optimaal Geel zijn: rendementsrisico kredietrisico inflatierisico tegenpartijrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico erosie Fondsvermogen risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Optimaal Geel het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 6,53% 2005 8,00% 2006 2,97% 2007 -0,20% 2008 -5,60% 2009 10,56% 2010 4,00%
72
Behaald totaalrendement 12,00% 10,00% 8,00% 6,00% 4,00% 2,00% 0,00% -2,00% -4,00% -6,00% -8,00%
Fondsvermogen
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Geel (in mln.): Vermogen SNS Optimaal Geel 2005 45,8 2006 57,4 2007 52,7 2008 45,3 2009 48,4 2010 50,8 Vermogen SNS Optimaal Geel 70,0
mln.
60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Optimaal Geel over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 18: SNS Optimaal Oranje Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Optimaal Oranje is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Oranje een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingscategorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk obligaties, aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen, alsmede liquiditeiten. SNS Optimaal Oranje belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Oranje. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Oranje is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Optimaal Oranje een neutraal risicoprofiel. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Oranje.
73
Benchmark De benchmark van SNS Optimaal Oranje is gelijk aan die van Optimaalpool Oranje. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Oranje belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 55% van de benchmark van Euro Obligatiepool (zie Fonds 6), 40% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en 5% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15).
Vermogenstitels Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Oranje uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); Global Equity Mixpool (zie Fonds 14).
Het vermogen van Optimaalpool Oranje is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Oranje.
Spreiding en selectie SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming/ (lagere) overheid zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming/ (lagere) overheid. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming/ (lagere) overheid waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Verdeling over beleggingscategorieën In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Oranje over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte marktontwikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Oranje Minimale weging Liquiditeiten 0% Obligaties 45% Vastgoed 0% Aandelen 35%
Neutrale weging 0% 55% 5% 40%
Maximale weging 5% 65% 10% 45%
Valuta Optimaalpool Oranje voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Oranje belegt.
Afgeleide instrumenten Optimaalpool Oranje kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Oranje belegt.
Overig De beleggingen van Optimaalpool Oranje worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Oranje belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Optimaalpool Oranje direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren. Waardering De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Oranje belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
74
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Oranje tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Optimaal Oranje is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Oranje en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Oranje verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Optimaal Oranje per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Oranje krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Oranje of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Oranje is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Optimaal Oranje dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Optimaal Oranje zijn: rendementsrisico kredietrisico valutarisico inflatierisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes verhandelbaarheidrisico risico erosie Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
75
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Optimaal Oranje het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 7,16% 2005 13,23% 2006 4,76% 2007 -0,75% 2008 -16,67% 2009 16,55% 2010 8,40% Behaald totaalrendement 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% -5,00%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-10,00% -15,00% -20,00%
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Oranje (in mln.): Vermogen SNS Optimaal Oranje 2005 44,9 2006 75,3 2007 214,4 2008 174,0 2009 201,4 2010 343,0 Vermogen SNS Optimaal Oranje 400,0 350,0 mln.
300,0 250,0 200,0 150,0 100,0 50,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Optimaal Oranje over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 19: SNS Optimaal Rood Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Optimaal Rood is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Rood een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingscategorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen, obligaties alsmede liquiditeiten. SNS Optimaal Rood belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Rood. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Rood is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Optimaal Rood een offensief risicoprofiel. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen,
76
voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Rood.
Benchmark De benchmark van SNS Optimaal Rood is gelijk aan die van Optimaalpool Rood. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Rood belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 65% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14), 25% van Euro Obligatiepool (zie Fonds 6) en 10% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15).
Vermogenstitels Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Rood uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); en Global Equity Mixpool (zie Fonds 14)
Spreiding en selectie SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming/ (lagere) overheid zich inlaat met controversiële activiteiten en dienten gevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming/ (lagere) overheid. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming/ (lagere) overheid waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Verdeling over beleggingscategorieën In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Rood over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte marktontwikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Rood Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Minimale weging 0% 15% 5% 60%
Neutrale weging 0% 25% 10% 65%
Maximale weging 5% 35% 15% 70%
De beleggingen in aandelen geschieden via Global Equity Mixpool. Het vermogen van Optimaalpool Rood is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Rood.
Valuta Optimaalpool Rood voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Rood belegt.
Afgeleide instrumenten Optimaalpool Rood kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Rood belegt.
Overig De beleggingen van Optimaalpool Rood worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Rood belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Optimaalpool Rood direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
77
Waardering De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Rood belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Rood tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Optimaal Rood is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Rood en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Rood verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Optimaal Rood per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Rood krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Rood of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Rood is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Optimaal Rood dalen. De specifieke risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Optimaal Rood zijn: rendementsrisico valutarisico inflatierisico kredietrisico tegenpartijrisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
78
Rendement
Vanaf 2004 heeft SNS Optimaal Rood het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2004 7,44% 2005 19,02% 2006 9,49% 2007 -2,40% 2008 -30,29% 2009 25,12% 2010 13,10% Behaald totaalrendement 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% -10,00%
2004
2005
2006
2008
2007
2009
2010
-20,00% -30,00% -40,00%
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Rood (in mln.): Vermogen SNS Optimaal Rood 2005 11,0 2006 30,7 2007 50,1 2008 41,8 2009 67,5 2010 81,5 Vermogen SNS Optimaal Rood 90,0 80,0 70,0 60,0 mln.
50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Optimaal Rood over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 20: SNS Opkomende Landen Aandelenfonds Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen in zogenoemde opkomende landen, zoals hierna is beschreven. Het beleggingsbeleid van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat tenminste gelijk is aan dat van de MSCI Emerging Markets Index (de benchmark). Het Fonds belegt daartoe uitsluitend in Global Emerging Markets Equity Pool.zDe benchmark van Global Emerging Markets Equity Pool is gelijk aan die van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds. Deze Pool belegt in beleggingsinstellingen van gerenommeerde beheerders in de markt die beleggen in een gespreide portefeuille van aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels van ondernemingen die genoteerd zijn aan markten in financiële instrumenten van landen of regio’s die bezig zijn zich in snel
79
tempo te ontwikkelen tot moderne industriestaten, de zogenaamde Opkomende Landen (‘emerging markets’). Het is Global Emerging Markets Equity Pool toegestaan zowel te beleggen in aan markten in financiële instrumenten genoteerde als in niet aan een markt in financiële instrumenten genoteerde open end beleggingsinstellingen.
Spreiding en selectie Het beleggingsbeleid van Global Emerging Markets Equity Pool richt zich voornamelijk op het selecteren van beleggingsinstellingen met een actief portefeuillebeheer, die naar verwachting een beter rendement dan hun benchmark zullen behalen. In voorkomende gevallen kan worden belegd in één of meer beleggingsinstellingen met een passieve beheerstijl. Om geselecteerd te worden moet de beleggingsinstelling aan bepaalde kwantitatieve en kwalitatieve criteria voldoen. Kwantitatieve criteria zijn onder meer de toegevoegde waarde van de fondsbeheerder in termen van rendement en risico ten opzichte van een referentie-index over een langere periode en de consistentie van het gevoerde beleggingsbeleid. Voorts is de omvang van het beheerde vermogen van de beleggingsinstelling een kwantitatief criterium. Selectiecriteria van kwalitatieve aard richten zich vooral op de kwaliteit van het beleggingsproces, de administratieve systemen, de ervaring en kwaliteit van de fondsmanager (‘skills’). De rendementsontwikkeling en de bij de selectie toegepaste criteria van de beleggingsinstellingen waarin is belegd, worden periodiek getoetst en geëvalueerd, de zogenoemde ‘monitoring’. Op grond hiervan kan de allocatie tussen de verschillende beleggingsinstellingen worden aangepast en wijziging worden aangebracht in de geselecteerde beleggingsinstellingen.
Valuta Global Emerging Markets Equity Pool belegt in beleggingsinstellingen, waarvan de beleggingen voornamelijk plaatsvinden in aandelen van bedrijven gevestigd in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s. De valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt. Het innemen van actieve valutaposities die niet samenhangen met onderliggende beleggingen is niet toegestaan. Hiermee wordt rekening gehouden bij de selectie van de beleggingsinstellingen.
Afgeleide instrumenten Voor een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van markt- en valutarisico’s kan gebruik worden gemaakt van afgeleide instrumenten.
Overig De beleggingen van Global Emerging Markets Equity Pool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die de Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door de onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Waardering a. Beleggingsinstellingen Deelnemingsrechten van beleggingsinstellingen met een notering aan een markt in financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Ook is waardering tegen intrinsieke waarde toegestaan. Deelnemingsrechten van beleggingsinstellingen zonder notering aan een markt in financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen desbetreffende intrinsieke waarde. b. Overige vermogenstitels Overige Aan een markt in financiële instrumenten genoteerde vermogentitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de laatste bekende beurskoers. Vermogenstitels waarvan een (recente) beurskoers ontbreekt, niet genoteerde vermogenstitels en afgeleide instrumenten worden gewaardeerd tegen de geschatte marktwaarde. Bij de bepaling van de geschatte marktwaarde worden marktconforme waarderingsmethoden toegepast. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
80
Dividendbeleid Conform de fiscaalwettelijke voorschriften zal SNS Opkomende Landen Aandelenfonds tenminste de voor de uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen acht maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Kosten
Totale Kostenvergoeding SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is voor het beheer een Totale kostenvergoeding aan SBB verschuldigd, zoals beschreven in Hoofdstuk 10. Het daarbij toegepaste tarief op jaarbasis, het Totale kostenpercentage, is weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand achteraf in rekening gebracht en berekend op basis van de vermogenswaarde van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds per het einde van de betreffende maand. Global Emerging Markets Equity Pool belegt in beleggingsinstellingen, die mogelijk een beheer vergoeding aan hun beheerder zijn verschuldigd. Deze beheervergoeding komt direct ten laste van de intrinsieke waarde van deze beleggingsinstelling en daarmee indirect ten laste van de intrinsieke waarde van de Pool. SBB vergoedt de Pool deze beheervergoeding uit de door haar ontvangen Totale kostenvergoeding. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Opkomende Landen Aandelenfonds en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten van het Fonds komt overeen met de som van de in rekening gebrachte bedragen ter zake van de Totale kostenvergoeding. Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds verwerkt. De gehanteerde op- en afslag zijn vermeld in tabel I en komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Op (half)jaarbasis wordt het niveau van de kosten van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds per einde periode aan haar gemiddelde intrinsieke waarde gerelateerd. Dit betreft de Total Expense Ratio. Het niveau van de kosten van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Opkomende Landen Aandelenfonds krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Opkomende Landen Aandelenfonds of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Opkomende Landen Aandelenfonds dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Opkomende Landen Aandelenfonds zijn: rendementsrisico valutarisico risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) tegenpartijrisico inflatierisico risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes risico erosie Fondsvermogen verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
81
Rendement
Vanaf 2008 heeft SNS Opkomende Landen Aandelenfonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2008 -50,66% 2009 73,66% 2010 24,60% Behaald totaalrendement 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% -20,00%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-40,00% -60,00%
Fondsvermogen
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds (in mln. ): Vermogen SNS Opkomende Landen Aandelenfonds 2007 25,8 2008 13,2 2009 17,0 2010 19,3 Vermogen SNS Opkomende landen Aandelenfonds 30,0
mln.
25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Fonds 21: SNS Optimaal Blauw Beleggingsbeleid
Algemeen Het doel van SNS Optimaal Blauw is om voor de aandeelhouders van SNS Optimaal Blauw een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat zo veel als mogelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille beleggingen verdeeld over verschillende beleggingscategorieën. Deze beleggingscategorieën betreffen voornamelijk obligaties, liquiditeiten en aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven en vastgoedondernemingen. SNS Optimaal Blauw belegt daartoe uitsluitend in Optimaalpool Blauw. Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van Optimaalpool Blauw is de specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, zoals deze hieronder is vermeld. Gegeven deze specifieke verdeling over de verschillende beleggingscategorieën heeft SNS Optimaal Blauw een zeer defensief risicoprofiel. In het belang van beleggers kan SBB de hierna vermelde grenzen aan het beleggingsbeleid wijzigen, voor zover deze wijzigingen naar het oordeel van SBB passen binnen de doelstelling van SNS Optimaal Blauw.
82
Benchmark De benchmark van SNS Optimaal Blauw is gelijk aan die van Optimaalpool Blauw. Deze benchmark is een samengestelde index op basis van de benchmark van de Pools waarin Optimaalpool Blauw belegt, uitgaande van de hierna vermelde ‘neutrale weging’. Deze samengestelde index bestaat uit 42% van de benchmark van Euro Obligatiepool (zie Fonds 6), 50% van Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4), 5% van de benchmark van Global Equity Mixpool (zie Fonds 14) en 3% van de benchmark van Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15).
Vermogenstitels Ten behoeve van de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën belegt Optimaalpool Blauw uitsluitend in de volgende beleggingspools: Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Euro Liquiditeitenpool (zie Fonds 4); Euro Obligatiepool (zie Fonds 6); Euro Vastgoedfondsenpool (zie Fonds 15); Global Equity Mixpool (zie Fonds 14).
Spreiding en selectie SBB hanteert uitsluitingscriteria (zie hoofdstuk 8 “uitsluitingscriteria”) op basis waarvan bepaald wordt of een onderneming/ (lagere) overheid zich inlaat met controversiële activiteiten en dientengevolge niet in aanmerking komt voor selectie. Niet voldoen aan de criteria kan resulteren in uitsluiting van de onderneming/ (lagere) overheid. Indien geconstateerd wordt dat een vermogenstitel aangekocht is van een onderneming/ (lagere) overheid waarvan na beoordeling blijkt dat zij niet aan de criteria voldoet, zal de beheerder zich na constatering binnen de daaropvolgende kalendermaand van de vermogenstitel ontdoen. Na de bovenstaande selectie van de beleggingen wordt vervolgens gebruik gemaakt van fundamenteel onderzoek bestaande uit kwalitatieve en kwantitatieve analyses. Ter beperking van beleggingsrisico’s worden de beleggingen gespreid. De samenstelling van de bovengenoemde benchmark vormt hierbij het richtsnoer.
Verdeling over beleggingscategorieën In onderstaand overzicht wordt de standaardverdeling (de zogenoemde ‘neutrale wegingen’) van Optimaalpool Blauw over de beleggingscategorieën weergegeven. Op basis van verwachte marktontwikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale wegingen worden afgeweken. Verdeling Optimaalpool Blauw Liquiditeiten Obligaties Vastgoed Aandelen
Minimale weging 35% 27% 0% 0%
Neutrale weging 50% 42% 3% 5%
Maximale weging 65% 57% 6% 10%
Het vermogen van Optimaalpool Blauw is zoveel als mogelijk volledig belegd. Indien de markt daartoe aanleiding geeft, kunnen (tijdelijk) liquiditeiten worden aangehouden door Optimaalpool Blauw.
Valuta Optimaalpool Blauw voert zelf geen eigen valutabeleid. Het beleid met betrekking tot het afdekken van valutarisico’s wordt in beginsel gevoerd in de Pools, waarin Optimaalpool Blauw belegt.
Afgeleide instrumenten Optimaalpool Blauw kan gebruik maken van afgeleide instrumenten ten behoeve van een efficiënt portefeuillebeheer en ter beperking van marktrisico’s en renterisico’s, als aanvulling op het beleggingsbeleid gevoerd in de Pools waarin Optimaalpool Blauw belegt.
Overig De beleggingen van Optimaalpool Blauw worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Optimaalpool Blauw belegt, niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door onderliggende activa. In de Pools waarin Optimaalpool Blauw direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. SBB acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggings prestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van SBB niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal SBB een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren.
Waardering De participaties in de beleggingspools waarin Optimaalpool Blauw belegt, worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van de participaties wordt bepaald op basis van de voor deze Pools vastgestelde waarderingsgrondslagen. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde.
83
Dividendbeleid Conform de fiscaal-wettelijke voorschriften zal SNS Optimaal Blauw tenminste de voor uitdeling beschikbare winst, vastgesteld volgens het Besluit beleggingsinstellingen (Besluit van 20 december 2000, Stb. 640), binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar in de vorm van dividend geheel aan de aandeelhouders uitkeren.
Vergoeding
Totale Kostenvergoeding SNS Optimaal Blauw is aan SBB een Totale kostenvergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is, als percentage op jaarbasis (Totale kostenpercentage), weergegeven in Tabel I. De vergoeding wordt iedere maand in rekening gebracht en berekend als percentage van de vermogenswaarde van het Fonds aan het einde van de maand. De Totale kostenvergoeding wordt direct in rekening gebracht aan SNS Optimaal Blauw en komt ten laste van het vermogen van het Fonds. De som van de kosten komt overeen met de Totale kostenvergoeding. De som van de kosten over 2010 wordt weergegeven in Tabel I.
Kosten
Transactiekosten Kosten die samenhangen met de koop en verkoop van activa (transactiekosten) kunnen bestaan uit belastingen, kosten van de makelaar in financiële instrumenten, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten. Bij sommige financiële instrumenten worden de transactiekosten verwerkt in de (bruto) prijs. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te berekenen. Uitgangspunt voor transactiekosten is dat deze marktconform moeten zijn. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Optimaal Blauw verwerkt. De in Tabel I weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van SNS Optimaal Blauw per 31 december 2010, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde, de Total Expense Ratio (TER 2010) is weergegeven in Tabel I.
Risicofactoren
De waarde van de beleggingen kan zowel stijgen als dalen. Houders van aandelen betreffende SNS Optimaal Blauw krijgen mogelijk minder terug dan zij hebben ingelegd. Teruggave van de inbreng in SNS Optimaal Blauw of van de koopprijs voor aandelen betreffende SNS Optimaal Blauw is niet gegarandeerd. Indien de hieronder vermelde risico’s zich verwezenlijken kunnen de prijs en de waarde van de beleggingen hierdoor worden beïnvloed en kan de (intrinsieke) waarde van een aandeel betreffende SNS Optimaal Blauw dalen. De risico’s die van invloed kunnen zijn op beleggingen in aandelen betreffende SNS Optimaal Blauw zijn: rendementsrisico kredietrisico inflatierisico tegenpartijrisico valutarisico risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending) risico erosie Fondsvermogen risico bij afwikkeling transacties in financiële instrumenten bewaargevingsrisico wijzigingsrisico belastingregimes verhandelbaarheidrisico risico ongedeeld Fondsvermogen Voor een omschrijving van voormelde risico’s wordt verwezen naar Hoofdstuk 12 van het Prospectus (‘Risicofactoren’).
84
Rendement
Vanaf 2008 heeft SNS Optimaal Blauw het navolgende rendement behaald, dat op basis van intrinsieke waarde is berekend en voorzover van toepassing inclusief herbelegd dividend: Behaald totaalrendement 2008 -0,05% 2009 6,63% 2010 2,10% Behaald totaalrendement 7,00% 6,00% 5,00% 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00% -1,00%
Fondsvermogen
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Onderstaand het vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van SNS Optimaal Blauw (in mln.): Vermogen SNS Optimaal Blauw 2007 5,0 2008 7,2 2009 3,6 2010 8,2 Vermogen SNS Optimaal Blauw 9,0 8,0 7,0 6,0 mln.
5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0
Algemeen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Een uitgebreid overzicht van rendementen, vermogens alsmede van de baten en lasten van SNS Optimaal Blauw over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
85
86
15 OVERIGE INFORMATIE
Fund Governance
Met ingang van 2009 heeft SBB, als beheerder van de Fondsen van de Vennootschap, Fund Governance Principles (verder ‘Principles’) geïmplementeerd. Deze Principles zijn gebaseerd op de door de Dutch Fund and Asset Management Association (DUFAS) geformuleerde Principles of Fund Governance. De door DUFAS geformuleerde Principles zijn een gedragscode voor fondsbeheerders die tot doel heeft waarborgen te scheppen voor een integere bedrijfsvoering en een zorgvuldige dienstverlening zoals bedoeld in de Wft. In de Principles wordt onderscheid gemaakt tussen richtlijnen voor de dagelijkse beheertaken die een nadere uitwerking geven van het beginsel belangenconflicten tegen te gaan en te handelen in het belang van fondsbeleggers en richtlijnen voor het waarborgen van de naleving van de Principles binnen de organisatie van de beheerder. De gedragscode van DUFAS is afgestemd met het ministerie van Financiën en de AFM. De volledige tekst van de door SBB geformuleerde Principles is gepubliceerd op de Webpagina van SBB, bereikbaar via: snsbeleggingsfondsen.nl Fund Governance. Deze tekst is tevens op te vragen bij SBB.
Algemeen
De Vennootschap is niet betrokken bij enige rechtszaak of arbitrage, noch zijn enige gerechtelijke procedures tegen de Vennootschap aangekondigd, die een nadelig effect kunnen hebben op de financiële positie van de Vennootschap.
Corporate Governance Code
De Vennootschap is een institutionele belegger als bedoeld in artikel 5:86 Wft en is daarom verplicht mededeling te doen in zijn jaarverslag, of op zijn website of aan het adres van de aandeelhouders over de naleving van de Nederlandse Corporate Governance Code. De Vennootschap doet daarom eenmaal per jaar in het jaarverslag mededeling van de wijze waarop deze Code wordt nageleefd, dan wel waarom daarvan wordt afgeweken.
Agent
De Vennootschap is met KasBank N.V. overeengekomen dat deze laatste als agent zal fungeren. De agent is er voor verantwoordelijk om de aan- en verkoopopdrachten zoals die zijn ingelegd in het orderboek van de markt in financiële instrumenten overeenkomstig de voorwaarden zoals vermeld in dit Prospectus (en het betreffende Supplement) te beoordelen en namens SBB te accepteren of te weigeren. Na sluiting van het orderboek zal de agent het saldo van alle aan- en verkooporders doorgeven aan SBB. De ‘transactiekoers’ waartegen deze aan- en verkooporders de volgende beursdag worden afgerekend wordt door SBB, door tussenkomst van de agent, aangeleverd bij NYSE Euronext Amsterdam.
Klachtenregeling
Indien u klachten heeft ten aanzien van SNS Beleggingsfondsen N.V. en de Fondsen dan kunt u deze schriftelijk richten tot SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V.,Postbus 8000, 3503 RA, Utrecht.
Assurance-rapport accountant
Aan: SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Assurance-rapport
Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben de assurance-opdracht aangaande de inhoud van het prospectus SNS Beleggingsfondsen N.V. uitgevoerd. In dit kader hebben wij onderzocht of het prospectus d.d. 30 juni 2011 van SNS Beleggingsfondsen N.V. te Utrecht ten minste de ingevolge artikel 4:49 lid 2 a tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. Deze assurance-opdracht is met betrekking tot artikel 4:49 lid 2 b tot en met 2 e gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Tenzij het tegendeel uitdrukkelijk in het prospectus is vermeld, is op de in het prospectus opgenomen gegevens geen accountantscontrole toegepast. De verantwoordelijkheden zijn als volgt verdeeld: 1 Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor de opstelling van het prospectus dat ten minste de ingevolge de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat; 2 Het is onze verantwoordelijkheid een mededeling te verstrekken zoals bedoeld in artikel 4:49 lid 2 c van de Wet op het financieel toezicht.
Werkzaamheden Ons onderzoek is verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 “Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie”. Op basis daarvan hebben wij de door ons in de gegeven omstandigheden noodzakelijk geachte werkzaamheden verricht om een conclusie te kunnen formuleren.
87
Wij hebben getoetst of het prospectus de ingevolge artikel 4:49 lid 2 b tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. De wet vereist niet van de accountant dat deze additionele werkzaamheden verricht met betrekking tot artikel 4:49 lid 2 a. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen onderzoeksinformatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.
Conclusie Op grond van onze werkzaamheden en het gestelde in de paragraaf “Opdracht en verantwoorde lijkheden” komen wij tot de conclusie dat het prospectus ten minste de ingevolge artikel 4:49 lid 2 b tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. Met betrekking tot 4:49 lid 2 a van de Wet op het financieel toezicht melden wij dat het prospectus voor zover ons bekend de informatie bevat zoals vereist. Utrecht, 30 juni 2011 KPMG ACCOUNTANTS N.V. W.L.L. Paulissen RA
Verklaring beheerder
SBB verklaart dat de Vennootschap en SBB voldoen aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels en het Prospectus voldoet aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels. Utrecht, 30 juni 2011 SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. V. de Klerk B.J. Blom
88
Directie SNS Beleggingsfondsen N.V.
16 PERSONALIA
SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Croeselaan 1 5216 PT Utrecht Postbus 8000 3503 RA Utrecht Telefoon 030 – 291 55 76 www.snsbeleggingsfondsenbeheer.nl
Directie SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V.
Drs. V. de Klerk, voorzitter B.J. Blom, lid
Raad van Commissarissen SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V.
Drs. R. Langezaal Mr. J. Boven
Bewaarder
Pettelaar Effectenbewaarbedrijf N.V. Graadt van Roggeweg 500 3531 AH Utrecht Postbus 375 3531 AJ Utrecht
Accountant
KPMG Accountants N.V. Rijnzathe 14 3454 PV De Meern Postbus 43004 3540 AA Utrecht
Fiscaal adviseur
SNS REAAL N.V Afdeling Fiscale Zaken Postbus 8444 3503 TK Utrecht
Juridisch adviseur
SNS REAAL N.V. Afdeling Juridische Zaken Postbus 8444 3503 RK Utrecht
Beleggingsadviseur
SNS Asset Management N.V. Pettelaarpark 120 5216 PT ’s-Hertogenbosch
Betaalkantoor/Agent
Kas Bank N.V. Spuistraat 172 1012 VT Amsterdam
89
BIJLAGEN:
Tabel I behorend bij supplement van Fonds 3, 4, 6, 8 tot en met 21, paragrafen Vergoeding en Kosten Tabel I Totale kostenpercentage
Fonds
Afslag
Opslag
Total Expense Ratio 2010
Som van de kosten in euro’s in 2010
SNS Nederlands Aandelenfonds
1,00%
-0,15%
+0,15%
0,99%
3.961.000
SNS Euro Liquiditeitenfonds
0,60%
-0,05%
+0,05%
0,60%
497.000
SNS Euro Obligatiefonds
0,70%
-0,075%
+0,075%
0,70%
5.212.000
SNS Euro Aandelenfonds
1,00%
-0,15%
+0,15%
0,99%
2.074.000
SNS Euro Mixfonds
0,90%
-0,10%
+0,10%
0,90%
6.728.000
SNS Hoogdividend Aandelenfonds
1,25%
-0,15%
+0,15%
1,24%
330.000
SNS Duurzaam Aandelenfonds
1,00%
-0,15%
+0,15%
1,25%
1.922.000
SNS Azië Aandelenfonds
1,00%
-0,20%
+0,20%
1,26%
287.000
SNS Amerika Aandelenfonds
1,00%
-0,15%
+0,15%
1,01%
360.000
SNS Wereld Aandelenfonds
1,05%
-0,15%
+0,15%
1,05%
1.689.000
SNS Euro Vastgoedfonds
1,25%
-0,30%
+0,30%
1,24%
749.000
SNS Optimaal Geel
1,00%
-0,10%
+0,10%
1,00%
495.000
SNS Optimaal Oranje
1,10%
-0,10%
+0,10%
1,17%
3.003.000
SNS Optimaal Rood
1,20%
-0,15%
+0,15%
1,21%
888.000
SNS Optimaal Paars
1,25%
-0,15%
+0,15%
1,27%
1.649.000
SNS Opkomende Landen Aandelenfonds
1,75%
-0,20%
+0,20%
1,76%
322.000
SNS Optimaal Blauw
0,75%
-0,075%
+0,075%
0,79%
56.000
Tabel II behorend bij supplement van Fonds 3, 4, 6, 8 tot en met 21 Tabel II Fondsnummer
Fondsnaam
ISIN code
Fonds 3
SNS Nederlands Aandelenfonds
NL0000291037
Fonds 4
SNS Euro Liquiditeitenfonds
NL0000291011
Fonds 6
SNS Euro Obligatiefonds
NL0000291060
Fonds 8
SNS Euro Aandelenfonds
NL0000291086
Fonds 9
SNS Euro Mixfonds
NL0000291094
Fonds 10
SNS Hoogdividend Aandelenfonds
NL0000291102
Fonds 11
SNS Duurzaam Aandelenfonds
NL0000291110
Fonds 12
SNS Azië Aandelenfonds
NL0000281128
Fonds 13
SNS Amerika Aandelenfonds
NL0000291136
Fonds 14
SNS Wereld Aandelenfonds
NL0000291144
Fonds 15
SNS Euro Vastgoedfonds
NL0000291151
Fonds 16
SNS Optimaal Geel
NL0000286631
Fonds 17
SNS Optimaal Oranje
NL0000286649
Fonds 18
SNS Optimaal Rood
NL0000286656
Fonds 19
SNS Optimaal Paars
NL0000291193
Fonds 20
SNS Opkomende Landen Aandelenfonds
NL0000293371
Fonds 21
SNS Optimaal Blauw
NL0006056822
90
Registratiedocument van SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Dit is het registratiedocument van SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V., als bedoeld in artikel 4:48 Wet op het financieel toezicht. Het hierin bepaalde heeft uitsluitend betrekking op de aanbieding van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen waarvoor een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2:65 Wet op het financieel toezicht. Dit registratiedocument zal worden gewijzigd of worden aangevuld indien en voorzover de wet dit eist.
1.
Definities In dit registratiedocument zullen de volgende woorden of afkortingen de daarbij genoemde betekenis hebben. Bgfo Bpr BW SNS SNS REAAL Wft
2.
Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft Besluit prudentiële regels Wft Burgerlijk Wetboek SNS Bank N.V. SNS REAAL N.V. Wet op het financieel toezicht
Algemene gegevens betreffende SBB Algemene informatie over SBB SBB is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te ’s‑Hertogenbosch. De vennootschap is opgericht naar Nederlands recht bij notariële akte op 29 mei 1989. SBB is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Oost‑Brabant te Eindhoven, onder nummer 160.7168. Op 14 april 2006 is door de Autoriteit Financiële Markten de vergunning op grond van artikel 2:67 Wft verleend. Informatie over de groep waartoe SBB behoort SBB is een dochteronderneming (100%) van SNS. SNS is, als 100% deelneming onderdeel van SNS REAAL. SNS REAAL is het resultaat van onder meer een fusie in mei 1997 tussen SNS Groep N.V. (hoofdzakelijk een bankconcern) en REAAL Groep N.V. (hoofdzakelijk een verzekeringsconcern). De meerderheid van aandelen die zijn uitgegeven door SNS REAAL zijn eigendom van Stichting Beheer SNS REAAL. Organogram SNS REAAL
Stichting Beheer SNS REAAL
Derden
SNS REAAL N.V.
SNS Bank N.V.
SRLEV N.V.
SNS REAAL Invest N.V.
SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V.
Gegevens betreffende de personen die het beleid van SBB (mede) bepalen De directie van SBB bestaat uit: 1. V. de Klerk, voorzitter 2. B.J. Blom Deze personen bepalen het dagelijks beleid van SBB.
91I
Toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van SBB wordt gehouden door de raad van commissarissen die bestaat uit: 1. R.G.J. Langezaal 2. J. Boven Het beleid van SBB wordt mede bepaald door SNS. De directie van SNS bestaat uit: 1. M.W.J. Hinssen, voorzitter 2. H.K. Kroeze 3. D. Okhuijsen 4. F. Lamp Het beleid van SNS wordt mede bepaald door SNS REAAL. De directie van SNS REAAL bestaat uit: 1. R.R. Latenstein van Voorst, voorzitter 2. M.W.J. Hinssen 3. F. Lamp 4. D. Okhuijsen Het beleid van SNS REAAL wordt mede bepaald door Stichting Beheer SNS REAAL. Het bestuur van Stichting Beheer SNS REAAL bestaat uit de volgende personen: 1. R. Zwartendijk (voorzitter) 2. J.M. Overmeer, (vice‑voorzitter) 3. J. den Hoed 4. S.C.J.J. Kortmann 5. H. Muller 6. A. Brits
3.
De werkzaamheden SBB SBB treedt op als beheerder van beleggingsinstellingen inclusief het beleggen en beheren van aan beleggingsinstellingen toebehorende vermogens. Concreet voert SBB het beheer over en, voor zover van toepassing, is statutair bestuurder van, SNS Beleggingsfondsen N.V. Tevens is SBB beheerder van diverse beleggingsfondsen waarvoor geen vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft is vereist. SNS Beleggingsfondsen N.V. is een beleggings‑ maatschappij met veranderlijk kapitaal. Deze beleggingsmaatschappij is gestructureerd als een zogenaamd ‘paraplufonds’ en heeft het karakter van een open‑end beleggingsinstelling. SNS Beleggingsfondsen N.V. belegt in financiële instrumenten. De diverse beleggingsfondsen waarvoor geen ver‑ gunning is vereist als bedoeld in artikel 2:65 Wft kennen allen de structuur van een fonds voor gemene rekening, zijn open‑end en beleggen eveneens allen in financiële instrumenten. SNS REAAL De strategie van SNS REAAL is gericht op het creëren van een volledig geïntegreerde bank‑ en verzekeringsinstelling om op die wijze gebruik te kunnen maken van gecombineerde marketingactiviteiten en vaardigheden. Dit ‘all finance’ concept wordt aangeboden via een breed assortiment van distribu‑ tiekanalen gebruikmakend van merken die sterk gepositioneerd zijn. Distributie van bank‑ en verzekeringsproducten, waaronder beleggingsfondsen, vindt plaats via het kantorennet van SNS en onafhankelijke intermediairs. Daarnaast zijn internet en callcenters belangrijk voor de distributie. Nadere informatie omtrent (de activiteiten van) SNS REAAL is te vinden op de website: www.snsreaal.nl. Op deze website vindt u eveneens de meest actuele financiële informatie. Deze informatie maakt geen deel uit van dit registratiedocument.
4.
Financiële gegevens SBB SBB stelt op grond van het bepaalde in artikel 4:51 Wft, haar eigen jaarrekening en halfjaarcijfers op. De jaarrekening en halfjaarcijfers kunnen worden geraadpleegd op de webpagina van SBB, bereikbaar via de website van SNS (snsbank.nl). Aan de jaarrekening wordt ook de in artikel 2:393 lid 5 BW bedoelde accountantsverklaring toegevoegd. Verklaring eigen Vermogen Door KPMG Accountants N.V. is op 17 januari 2006 een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven inzake het beschikbare vereiste minimum eigen vermogen van SBB per 30 november 2005 zoals opgenomen in artikel 48 sub c Bpr.
92
II
5.
Informatieverstrekking De jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens Het boekjaar van SBB is gelijk aan het kalenderjaar. De jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, zoals de accountantsverklaring en de winstbestemming, van SBB worden jaarlijks, binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, aan de Autoriteit Financiële Markten gezonden. De openbaarmaking van de stukken vindt plaats door publicatie op de webpagina van SBB. SBB meldt in een of meer landelijk verspreide dagbladen dat de genoemde stukken voor de beleggers in de door SBB beheerde beleggingsinstellingen op verzoek kosteloos verkrijgbaar zijn bij SBB. Halfjaarcijfers Jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar, verstrekt SBB de halfjaarcijfers aan de Autoriteit Financiële Markten en maakt SBB haar halfjaarcijfers openbaar door publicatie op de webpagina van SBB. SBB meldt in een of meer landelijk verspreide dagbladen dat de halfjaarcijfers voor de beleggers in de door SBB beheerde beleggingsinstellingen op verzoek kosteloos verkrijgbaar zijn bij SBB. Statuten De statuten van SBB zijn op de webpagina beschikbaar. De statuten zijn voor de beleggers in de door SBB beheerde beleggingsinstelling ook kosteloos verkrijgbaar bij SBB. Het kantooradres van SBB is Croeselaan 1, 3521 BJ Utrecht Het postadres van SBB is Postbus 8000, 3503 RA Utrecht Prospectus Ten aanzien van SNS Beleggingsfondsen N.V. en ten aanzien van de diverse beleggingsfondsen waarvoor geen vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2:65 Wft heeft SBB een prospectus als bedoeld in artikel 4:49 lid 1 Wft beschikbaar. Het prospectus van SNS Beleggingsfondsen N.V. is gepubliceerd op de webpagina van SBB en kosteloos verkrijgbaar bij SBB op het bovenvermelde adres. Website Via de website van SBB, snsbank.nl, kunnen de volgende documenten worden geraadpleegd: gedragscode Fund Governance de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens van SBB de halfjaarcijfers van SBB het prospectus van SNS Beleggingsfondsen N.V. de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens van SNS Beleggingsfondsen N.V. de halfjaarcijfers van SNS Beleggingsfondsen N.V. de vergunning van SBB dit registratiedocument de gegevens bedoeld in artikel 50 lid 2 Bgfo
6.
Vervanging van SBB SBB is naast beheerder tevens bestuurder van SNS Beleggingsfondsen N.V. De bepalingen die de vervanging van SBB als bestuurder regelen, zijn opgenomen in artikel 15 van de statuten van SNS Beleggingsfondsen N.V. Hieronder volgt een samenvatting van de betreffende regels: de schorsing en ontslag van een bestuurder vindt plaats door de algemene vergadering van aandeelhouders van SNS Beleggingsfondsen N.V.; indien het voorstel tot schorsing, dan wel ontslag is uitgegaan van de prioriteitsaandeelhouder, kan de algemene vergadering van aandeelhouders
met volstrekte meerderheid van stemmen hiertoe besluiten; een voorstel tot schorsing, dan wel ontslag van de prioriteitsaandeelhouder, kan de algemene vergadering van aandeelhouders hiertoe besluiten met een meerderheid van tenminste twee/derden van de uitgebrachte stemmen, welke meerderheid meer dan de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt; indien de algemene vergadering van aandeelhouders een bestuurder heeft geschorst, dient zij binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten, hetzij tot ontslag, hetzij tot opheffing of handhaving van de schorsing; de benoeming van een nieuwe bestuurder vindt plaats door de algemene vergadering van aandeelhouders; de prioriteitsaandeelhouder is bij benoeming van een nieuwe bestuurder bevoegd tot het opmaken van een bindende voordracht; de bindende voordracht wordt opgenomen in de oproeping tot de algemene vergadering van aandeelhouders. zonder
7.
Intrekking vergunning SBB verklaart dat van een door haar ingediend verzoek aan de Autoriteit Financiële Markten tot intrekking van haar vergunning, mededeling zal worden gedaan in tenminste één landelijk verspreid dagblad en in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V. of aan het adres van iedere belegger van een in de door SBB beheerde beleggingsinstelling, alsmede op haar webpagina.
93 III
STATUTEN van: SNS Beleggingsfondsen N.V. gevestigd te Utrecht d.d. 11 mei 2011.
Naam. Zetel. Typering. Artikel 1.
1.1. De naamloze vennootschap draagt de naam: SNS Beleggingsfondsen N.V. 1.2. De vennootschap is gevestigd te Utrecht. 1.3. De vennootschap is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal in de zin van artikel 76a, Boek 2, Burgerlijk Wetboek.
Doel.
Artikel 2. 2.1. D e vennootschap heeft ten doel het beleggen van vermogen op een wijze die zich verdraagt met het fiscale regime voor beleggingsinstellingen in de zin van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969, alles met dien verstande dat het vermogen van de vennootschap zodanig belegd wordt dat de risico’s daarvan worden gespreid teneinde de aandeelhouders van de vennootschap in de opbrengst te doen delen. 2.2. De vennootschap is bevoegd tot het verrichten van al hetgeen dat met de hiervoor omschreven doeleinden verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
Duur.
Artikel 3. De vennootschap duurt onbepaalde tijd voort.
Kapitaal.
Artikel 4. 4.1. H et maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt twintig miljoen euro (EUR 20.000.000,-), verdeeld in één (1) prioriteitsaandeel en dertig (30) series gewone aandelen, aangeduid 1 tot en met 30, alle van nominaal vijf eurocent (EUR 0,05). Een serie aandelen wordt hierna aangeduid als fonds. fonds 1 bestaat uit een (1) gewone aandeel; fonds 2 bestaat uit een (1) gewone aandeel; fonds 3 bestaat uit vijftien miljoen (15.000.000) gewone aandelen; fonds 4 bestaat uit twaalf miljoen (12.000.000) gewone aandelen; fonds 5 bestaat uit een (1) gewone aandeel; fonds 6 bestaat uit zevenendertig miljoen (37.000.000) gewone aandelen; fonds 7 bestaat uit een (1) gewone aandeel; fonds 8 bestaat uit vijftien miljoen (15.000.000) gewone aandelen; fonds 9 bestaat uit tweeëndertig miljoen (32.000.000) gewone aandelen; fonds 10 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 11 bestaat uit elf miljoen (11.000.000) gewone aandelen; fonds 12 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 13 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 14 bestaat uit vijftien miljoen (15.000.000) gewone aandelen; fonds 15 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 16 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 17 bestaat uit zestien miljoen (16.000.000) gewone aandelen; fonds 18 bestaat uit 6 miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 19 bestaat uit zesentwintig miljoen (26.000.000) gewone aandelen; fonds 20 bestaat uit zes miljoen (6.000.000) gewone aandelen; fonds 21 bestaat uit twee miljoen (2.000.000) gewone aandelen; fonds 22 bestaat uit éénhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 23 bestaat uit éénhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 24 bestaat uit éénhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 25 bestaat uit éénhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 26 bestaat uit éénhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 27 bestaat uit éénhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 28 bestaat uit éénhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 29 bestaat uit éénhonderdduizend (100.000) gewone aandelen; fonds 30 bestaat uit honderdzesenzeventig miljoen honderdnegenennegentigduizend negenhonderdvijfennegentig (176.199.995) gewone aandelen. 4.2. De gestorte bedragen op de gewone aandelen behorende tot ieder fonds zullen per desbetreffend fonds worden geboekt op de daartoe per fonds aangehouden rekening, verder te noemen fondsrekening, die met hetzelfde cijfer wordt aangeduid als het desbetreffende fonds. De gelden en andere goederen die zijn gestort op en/of worden toegerekend aan deze rekeningen alsmede de met het desbetreffende fonds corresponderende reserverekening, bedoeld in artikel 25, worden afzonderlijk geadministreerd ten behoeve van de houders van gewone aandelen van het desbetreffende fonds en worden belegd zoals door het bestuur voor het desbetreffende fonds wordt bepaald. 4.3. Waar in deze statuten gesproken wordt van aandelen en aandeelhouders, zijn daaronder
94
zowel het prioriteitsaandeel als de gewone aandelen, respectievelijk zowel de houder van het prioriteitsaandeel als de houders van gewone aandelen begrepen, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk blijkt. 4.4. Het bestuur kan bij een uitgifte van gewone aandelen van een bepaald fonds besluiten tot uitgifte van meer gewone aandelen van dat fonds dan het aantal gewone aandelen van het desbetreffende fonds dat is begrepen in het maatschappelijk kapitaal, waarbij het maximum aantal gewone aandelen van het desbetreffende fonds dat kan worden uitgegeven gelijk is aan het aantal gewone aandelen begrepen in het maatschappelijk kapitaal dat ten tijde van de uitgifte niet is uitgegeven. Het hiervoor in dit lid bedoelde besluit kan alleen worden genomen onder de opschortende voorwaarde dat het bestuur de deponering als bedoeld in lid 7 heeft gedaan. 4.5. Bij een besluit tot uitgifte als bedoeld in lid 4 wordt het in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantal gewone aandelen van het fonds waarop het besluit tot uitgifte ziet verhoogd met het aantal gewone aandelen van dat fonds waartoe bij uitgifte besloten is voorzover dit aantal het in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantal gewone aandelen van dat fonds overschrijdt. 4.6. Bij een besluit tot uitgifte als bedoeld in lid 4 bepaalt het bestuur op welke aantallen gewone aandelen van de in het maatschappelijk kapitaal begrepen fondsen het aantal als bedoeld in lid 5 in mindering wordt gebracht. Door het besluit tot uitgifte als bedoeld in lid 4 komt het totale aantal als bedoeld in lid 5 in mindering op de aantallen gewone aandelen van de in het maatschappelijk kapitaal begrepen fondsen als is bepaald in het bestuursbesluit bedoeld in de vorige zin. 4.7. Het bestuur zal onverwijld na een besluit als bedoeld in lid 4 bij het handelsregister waarin de vennootschap is ingeschreven een mededeling deponeren waarin hij vermeldt: a. het aantal waarmee het in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantal gewone aandelen van het desbetreffende fonds is verhoogd als gevolg van het in lid 4 bedoelde besluit tot uitgifte; en b. de aantallen waarmee de in het maatschappelijk kapitaal begrepen aantallen gewone aandelen van de desbetreffende fondsen zijn verminderd als gevolg van het in lid 4 bedoelde besluit tot uitgifte.
Uitgifte van aandelen. Voorkeursrecht. Artikel 5.
5.1. H et bestuur besluit tot verdere uitgifte van aandelen. 5.2. Het bestuur stelt de tijdstippen, de koers en de verdere voorwaarden van uitgifte vast, met inachtneming van het overigens daaromtrent in deze statuten bepaalde. 5.3. Uitgifte van aandelen geschiedt nimmer beneden pari, onverminderd het bepaalde in artikel 80, lid 2, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. 5.4. Aandeelhouders hebben bij uitgifte van aandelen geen voorkeursrecht op uit te geven aandelen, tenzij in het besluit tot uitgifte anders wordt bepaald. 5.5. Indien en zolang aandelen in de vennootschap niet zijn toegelaten tot de handel bij Euronext Amsterdam by NYSE Euronext, is voor de uitgifte van aandelen op naam vereist een daartoe bestemde notariële akte met inachtneming van het bepaalde in artikel 86, Boek 2, Burgerlijk Wetboek.
Storting. Artikel 6.
6.1. A andelen worden slechts tegen volstorting uitgegeven. 6.2. Storting moet in geld geschieden, voorzover niet een andere inbreng is overeengekomen. Storting in vreemd geld kan slechts geschieden met toestemming van de vennootschap. Met storting in vreemd geld wordt aan de stortingsplicht voldaan voor het bedrag, waartegen het gestorte bedrag vrijelijk in Nederlands geld kan worden omgewisseld op de dag van storting. Inbreng anders dan in geld moet onverwijld geschieden na het nemen van het aandeel. 6.3. Het bestuur is zonder goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders - hierna te noemen: de algemene vergadering - doch na vooraf verkregen goedkeuring van de houder van het prioriteitsaandeel - hierna ook te noemen: de prioriteit - bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen, als bedoeld in artikel 94, lid 1, Boek 2, Burgerlijk Wetboek.
Inkoop en vervreemding van eigen Artikel 7. 7.1. aandelen.
7.2.
7.3.
et bestuur kan, op de tijdstippen en onder de voorwaarden, als door hem te bepalen, H de vennootschap volgestorte aandelen in haar eigen kapitaal onder bezwarende titel doen verkrijgen, met dien verstande dat het geplaatste kapitaal van de vennootschap, verminderd met het bedrag van de aandelen die zij zelf houdt, ten minste een/tiende van het maatschappelijk kapitaal moet bedragen. Het bestuur besluit tot vervreemding van de door de vennootschap verworven aandelen in haar eigen kapitaal. Ten aanzien van zodanige vervreemding is het bepaalde in artikel 5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat zodanige vervreemding ook beneden pari zal kunnen geschieden. De vennootschap kan aan aandelen in haar eigen kapitaal geen recht op enige uitkering ontlenen; evenmin ontleent zij enig recht op een zodanige uitkering aan aandelen waarvan zij de certificaten houdt.
95
7.4.
Kapitaalvermindering.
ij de berekening van de verdeling van een voor uitkering op de aandelen bestemd bedrag B tellen de aandelen die de vennootschap in haar eigen kapitaal houdt niet mede, tenzij op zodanige aandelen een vruchtgebruik of een pandrecht rust ten behoeve van een ander dan de vennootschap. Voor een aandeel dat toebehoort aan de vennootschap of aan een dochtermaatschappij daarvan kan in de algemene vergadering geen stem worden uitgebracht; evenmin voor een aandeel waarvan een van hen de certificaten houdt. Vruchtgebruikers en pandhouders van aandelen die aan de vennootschap of een dochtermaatschappij toebehoren, zijn evenwel niet van hun stemrecht uitgesloten, indien het vruchtgebruik of het pandrecht was gevestigd voordat het aandeel aan de vennootschap of de dochtermaatschappij toebehoorde. De vennootschap of een dochtermaatschappij kan geen stem uitbrengen voor een aandeel waarop zij een recht van vruchtgebruik of een pandrecht heeft. Bij de vaststelling in hoeverre de aandeelhouders stemmen, aanwezig of vertegenwoordigd zijn, of in hoeverre het aandelenkapitaal verschaft wordt of vertegenwoordigd is, wordt geen rekening gehouden met aandelen, waarvan door de wet wordt bepaald dat daarvoor geen stem kan worden uitgebracht.
Artikel 8. 8.1. D e algemene vergadering kan, op voorstel van het bestuur, met inachtneming van het bepaalde in artikel 99, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal door intrekking van aandelen of door het bedrag van de aandelen bij statutenwijziging te verminderen. In dit besluit moeten de aandelen, waarop het besluit betrekking heeft, worden aangewezen en moet de uitvoering van het besluit zijn geregeld. Een besluit tot intrekking, mits met terugbetaling van hun nominale bedrag, kan slechts betreffen: a. aandelen, die de vennootschap zelf houdt, of waarvan zij de certificaten houdt; b. alle gewone aandelen van fonds 1; c. alle gewone aandelen van fonds 2; d. alle gewone aandelen van fonds 3; e. alle gewone aandelen van fonds 4; f. alle gewone aandelen van fonds 5; g. alle gewone aandelen van fonds 6; h. alle gewone aandelen van fonds 7; i. alle gewone aandelen van fonds 8; j. alle gewone aandelen van fonds 9; k. alle gewone aandelen van fonds 10; l. alle gewone aandelen van fonds 11; m. alle gewone aandelen van fonds 12; n. alle gewone aandelen van fonds 13; o. alle gewone aandelen van fonds 14; p. alle gewone aandelen van fonds 15; q. alle gewone aandelen van fonds 16; r. alle gewone aandelen van fonds 17; s. alle gewone aandelen van fonds 18; t. alle gewone aandelen van fonds 19; u. alle gewone aandelen van fonds 20; v. alle gewone aandelen van fonds 21; w. alle gewone aandelen van fonds 22; x. alle gewone aandelen van fonds 23; y. alle gewone aandelen van fonds 24; z. alle gewone aandelen van fonds 25; aa. alle gewone aandelen van fonds 26; bb. alle gewone aandelen van fonds 27; cc. alle gewone aandelen van fonds 28; dd. alle gewone aandelen van fonds 29; ee. alle gewone aandelen van fonds 30.
96
Gedeeltelijke terugbetaling op aandelen kan ook plaatsvinden uitsluitend ten aanzien van: a. de gewone aandelen van fonds 1; b. de gewone aandelen van fonds 2; c. de gewone aandelen van fonds 3; d. de gewone aandelen van fonds 4; e. de gewone aandelen van fonds 5; f. de gewone aandelen van fonds 6; g. de gewone aandelen van fonds 7; h. de gewone aandelen van fonds 8; i. de gewone aandelen van fonds 9; j. de gewone aandelen van fonds 10; k. de gewone aandelen van fonds 11; l. de gewone aandelen van fonds 12; m. de gewone aandelen van fonds 13; n. de gewone aandelen van fonds 14; o. de gewone aandelen van fonds 15; p. de gewone aandelen van fonds 16; q. de gewone aandelen van fonds 17; r. de gewone aandelen van fonds 18; s. de gewone aandelen van fonds 19; t. de gewone aandelen van fonds 20; u. de gewone aandelen van fonds 21; v. de gewone aandelen van fonds 22; w. de gewone aandelen van fonds 23; x. de gewone aandelen van fonds 24; y. de gewone aandelen van fonds 25; z. de gewone aandelen van fonds 26; aa. de gewone aandelen van fonds 27; bb. de gewone aandelen van fonds 28; cc. de gewone aandelen van fonds 29; dd. de gewone aandelen van fonds 30. Een gedeeltelijke terugbetaling moet naar evenredigheid op alle betrokken aandelen geschieden. Van het vereiste van evenredigheid mag worden afgeweken met instemming van alle betrokken aandeelhouders. 8.2. De algemene vergadering kan, indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal ter vergadering is vertegenwoordigd, een besluit tot kapitaalvermindering slechts nemen met een meerderheid van ten minste twee/derden der uitgebrachte stemmen. De oproeping tot een vergadering, waarin een in dit lid bedoeld besluit wordt genomen, geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 19, lid 3. 8.3. Een besluit tot kapitaalvermindering behoeft bovendien de goedkeuring, voorafgaand of gelijktijdig, van de vergadering van elke groep houders van aandelen van eenzelfde soort aan wier rechten afbreuk wordt gedaan. Op de oproeping tot en de besluitvorming in een dergelijke vergadering is het in lid 2 bepaalde van overeenkomstige toepassing.
Aandelen. Aandeelhoudersregister. Artikel 9. 9.1. Gemeenschap. 9.2.
9.3.
9.4.
De aandelen zijn op een door het bestuur te bepalen wijze genummerd. Het prioriteitsaandeel luidt op naam. De gewone aandelen luiden ter keuze van het bestuur bij uitgifte van aandelen hetzij op naam, hetzij aan toonder. Voor aandelen op naam worden geen aandeelbewijzen afgegeven. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle houders van aandelen op naam zijn opgenomen, met vermelding van de soort van de aandelen, het op ieder aandeel gestorte bedrag, de datum waarop zij de aandelen hebben verkregen, de datum van erkenning of betekening, en voor wat betreft de gewone aandelen, het fonds waartoe die aandelen behoren. In het register worden tevens de namen en adressen opgenomen van hen die blijkens mededeling aan de vennootschap een recht van vruchtgebruik of een pandrecht op de aandelen hebben, met vermelding of aan hen aan de desbetreffende aandelen verbonden rechten overeenkomstig de leden 2, 3 en 4 van de artikelen 88 en 89, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, toekomen en, zo ja, welke, alsmede met vermelding van de datum waarop zij het recht hebben verkregen en de datum van erkenning of betekening. Het register wordt regelmatig bijgehouden. Iedere aantekening in het register wordt getekend door, indien er meer dan een bestuurder in functie is, door twee bestuurders, en, indien er slechts een bestuurder in functie is, door die bestuurder. Voor de toepassing van de vorige zin geldt het facsimile van een handtekening als eigenhandige ondertekening. Het bestuur verstrekt desgevraagd aan een aandeelhouder, een vruchtgebruiker en een
97
9.5.
9.6.
9.7.
pandhouder kosteloos een niet verhandelbaar uittreksel uit het register met betrekking tot zijn recht op een aandeel op naam. Rust op het aandeel een recht van vruchtgebruik of een pandrecht, dan vermeldt het uittreksel aan wie de in de leden 2, 3 en 4 van de artikelen 88 en 89, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, bedoelde rechten toekomen. Het bestuur legt het register ten kantore van de vennootschap ter inzage van de aandeelhouders, alsmede van de vruchtgebruikers en pandhouders aan wie de in lid 4 van de artikelen 88 en 89, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, bedoelde rechten toekomen. Iedere houder van aandelen op naam, zomede een ieder, die een recht van vruchtgebruik of pandrecht op die aandelen heeft, is verplicht aan het bestuur zijn adres op te geven. Indien aandelen tot een gemeenschap behoren, kunnen de gezamenlijke deelgenoten zich slechts door een schriftelijk door hen gezamenlijk daartoe aangewezen persoon tegenover de vennootschap doen vertegenwoordigen.
Aandeelbewijs voor gewone aandelen. Artikel 10. aan toonder
10.1. Alle gewone aandelen aan toonder worden per fonds belichaamd in één aandeelbewijs 10.2. Bij de inschrijving op uit te geven gewone aandelen ontvangt degene die jegens de vennootschap recht op een gewoon aandeel verkrijgt een recht terzake van een gewoon aandeel aan toonder op de hierna bepaalde wijze. 10.3. De vennootschap doet de in lid 1 bedoelde aandeelbewijzen voor de rechthebbende(n) bewaren door het centraal instituut in de zin van de Wet giraal effectenverkeer (hierna: het “Centraal Instituut”). 10.4. De vennootschap kent aan een rechthebbende een recht terzake van een gewoon aandeel toe doordat (a) het Centraal Instituut de vennootschap in staat stelt een aandeel op het desbetreffende aandeelbewijs bij te (doen) schrijven en (b) de rechthebbende een intermediair, als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer (hierna: “Intermediair”) aanwijst, die hem dienovereenkomstig als deelgenoot (hierna: “Deelgenoot”) in het door hem beheerde verzameldepot in de zin van de Wet giraal effectenverkeer, crediteert. 10.5. Het beheer over de aandeelbewijzen is onherroepelijk aan het Centraal Instituut opgedragen en het Centraal Instituut is onherroepelijk gevolmachtigd namens de rechthebbende(n) ter zake van de desbetreffende aandelen al het nodige te doen, waaronder aanvaarden, leveren en medewerken aan bijschrijving op en afschrijving op de aandeelbewijzen. 10.6. Een houder van een gewoon aandeel op naam kan dit te allen tijde aan toonder doen stellen doordat (a) de rechthebbende dit aandeel bij akte aan het Centraal Instituut levert, (b) de vennootschap de levering erkent, (c) het Centraal Instituut de vennootschap in staat stelt een aandeel op het desbetreffende aandeelbewijs bij te (doen) schrijven, (d) een door de rechthebbende aangewezen Intermediair de rechthebbende dienovereenkomstig als Deelgenoot in haar verzameldepot crediteert, (e) indien de Intermediair geen aangesloten instelling is als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer (hierna: “Aangesloten Instelling”), een Aangesloten Instelling de Intermediair dienovereenkomstig als Deelgenoot in haar verzameldepot crediteert en (f) de vennootschap de rechthebbende als houder van het desbetreffende aandeel uit het aandeelhoudersregister uitschrijft/doet uitschrijven. De vennootschap mag de aandeelhouder die zijn aandelen aan toonder doet stellen op grond van het bepaalde in dit lid niet meer dan de kosten daarvan in rekening brengen. 10.7. Ieder aandeelbewijs wordt eigenhandig getekend door een bestuurder. 10.8. Indien een aandeelbewijs in het ongerede is geraakt, kan daarvoor door het bestuur een duplicaatbewijs worden uitgegeven, onder zodanige voorwaarden als het bestuur daaraan zal verbinden. Na uitgifte van dit stuk, dat het woord duplicaat zal dragen, is het oorspronkelijke stuk ten opzichte van de vennootschap waardeloos.
Certificaathouders
Artikel 11. 11.1. Aan de vruchtgebruiker of pandhouder van aandelen, die geen stemrecht heeft, komen niet de rechten toe, die door de wet zijn toegekend aan houders van met medewerking van een vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen. 11.2. Waar hierna in deze statuten van certificaathouders wordt gesproken, worden daaronder verstaan de personen, die ingevolge lid 4 van artikel 88 of artikel 89, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, in samenhang met het in lid 1 bepaalde, de rechten hebben die door de wet zijn toegekend aan houders van met medewerking van een vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen. 11.3. De vennootschap is niet bevoegd mede te werken aan de uitgifte van certificaten van aandelen in haar kapitaal.
Oproepingen, kennisgevingen en. Artikel 12. 12.1. mededelingen
98
lle oproepingen van de algemene vergadering aan aandeelhouders en certificaathouders A (daaronder mede begrepen een langs elektronische weg openbaar gemaakte aankondiging) en alle kennisgevingen aan de aandeelhouders en certificaathouders in de zin als bedoeld in artikel 11, geschieden op een wettelijk toegestane wijze, alsmede op de wijze als voorgeschreven door de gereglementeerde markt(en) waar de aandelen in het kapitaal van de vennootschap op verzoek van de vennootschap tot de handel zijn toegelaten.
12.2. Mededelingen en kennisgevingen, welke krachtens de wet of de statuten aan de algemene vergadering moeten worden gericht, kunnen geschieden door opneming, hetzij in de oproeping tot een algemene vergadering, hetzij in een stuk, dat ter kennisneming ten kantore van de vennootschap, alsmede op een plaats te Amsterdam is neergelegd, mits daarvan in de oproeping melding wordt gemaakt. Aandeelhouders, alsmede certificaathouders in de zin als bedoeld in artikel 11, kunnen van een zodanig stuk alsdan kosteloos afschrift verkrijgen.
Wijze van levering van aandelen op naam. Artikel 13.
13.1. I ndien en zolang aandelen in de vennootschap zijn toegelaten tot de handel bij Euronext Amsterdam by NYSE Euronext, is voor de levering van aandelen op naam of van een recht van vruchtgebruik op aandelen op naam, danwel de vestiging of afstand van een recht van vruchtgebruik of van een pandrecht op aandelen op naam vereist een daartoe bestemde akte met inachtneming van het bepaalde in artikel 86c, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. Behoudens in het geval dat de vennootschap zelf bij de rechtshandeling partij is, kunnen, indien de eerste zin van dit lid toepassing vindt, de aan een aandeel verbonden rechten eerst worden uitgeoefend nadat: a. de vennootschap de rechtshandeling heeft erkend; of b. de akte aan de vennootschap is betekend, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 86c, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. 13.2. Indien en zolang aandelen in de vennootschap niet zijn toegelaten tot de handel bij Euronext Amsterdam by NYSE Euronext, is voor de levering van aandelen op naam of van een recht van vruchtgebruik op aandelen op naam, dan wel de vestiging of afstand van een recht van vruchtgebruik of van een pandrecht op aandelen op naam vereist een daartoe bestemde notariële akte met inachtneming van artikel 86, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. Behoudens in het geval dat de vennootschap zelf bij de rechtshandeling partij is, kunnen, indien de eerste zin van dit lid toepassing vindt, de aan een aandeel verbonden rechten eerst worden uitgeoefend nadat: a. de vennootschap de rechtshandeling heeft erkend; b. de akte aan de vennootschap is betekend; of c. de vennootschap de rechtshandeling eigener beweging heeft erkend door inschrijving in het aandeelhoudersregister; alles met inachtneming van het bepaalde de artikelen 86a en 86b, Boek 2, Burgerlijk Wetboek.
Bestuur.
Artikel 14. 14.1. D e vennootschap wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit een door de prioriteit te bepalen aantal van een of meer bestuurders. Een rechtspersoon kan tot bestuurder worden benoemd. 14.2. De prioriteit is bevoegd in haar daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven bestuursbesluiten aan haar goedkeuring te onderwerpen.
Artikel 15.
15.1. B estuurders worden benoemd door de algemene vergadering. 15.2. Indien moet worden overgegaan tot benoeming van een bestuurder, zal de prioriteit een bindende voordracht opmaken, als bedoeld in de volgende zin. Te dien einde zal het bestuur de prioriteit uitnodigen om binnen acht weken een voordracht op te maken, zodanig dat voor elke benoeming een keuze kan worden gedaan uit ten minste twee voorgedragen personen, welke voordracht bindend zal zijn, behoudens het bepaalde in artikel 133, tweede lid, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. Deze voordracht wordt in de oproeping tot de algemene vergadering, waarin de benoeming aan de orde wordt gesteld, opgenomen, dan wel in de oproeping wordt medegedeeld, dat niet of niet tijdig een voordracht is opgemaakt. Is een bindende voordracht niet of niet tijdig opgemaakt, dan is de algemene vergadering in haar benoeming vrij. 15.3. Bestuurders kunnen te allen tijde geschorst en ontslagen worden door de algemene vergadering bij een besluit, genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, indien het voorstel tot schorsing, dan wel ontslag is uitgegaan van de prioriteit. 15.4. Bestuurders kunnen zonder een voorstel, als in lid 3 bedoeld, te allen tijde worden geschorst en ontslagen door de algemene vergadering op grond van een besluit, genomen met een meerderheid van ten minste twee/derden der uitgebrachte stemmen, welke meerderheid meer dan de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. 15.5. Ten aanzien van het nemen van een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag van een bestuurder is het bepaalde in artikel 120, lid 3, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, niet van toepassing. 15.6. Indien de algemene vergadering een bestuurder heeft geschorst, dient zij binnen drie maanden na ingang der schorsing te besluiten, hetzij tot ontslag, hetzij tot opheffing of handhaving der schorsing; bij gebreke daarvan vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving der schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbij ten hoogste worden gehandhaafd voor drie maanden, ingaande op de dag, waarop de algemene vergadering het besluit tot handhaving heeft genomen. Indien de algemene vergadering niet binnen de in de vorige zin gestelde termijn tot ontslag of
99
tot opheffing der schorsing heeft besloten, vervalt de schorsing. Een geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan. 15.7. Ingeval van belet of ontstentenis van een of meer bestuurders zijn de overblijvende bestuurders of is de enig overblijvende bestuurder voorlopig met het bestuur belast. Ingeval van belet of ontstentenis van alle bestuurders is de persoon, die de prioriteit daartoe zal aanwijzen, voorlopig met het bestuur belast. Ingeval van ontstentenis neemt de in de vorige zin bedoelde persoon zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen teneinde een definitieve voorziening te doen treffen. 15.8. De prioriteit stelt de beloning en de verdere voorwaarden, waaronder de bestuurders hun diensten casu quo arbeid verrichten, vast.
Procuratiehouders.
Artikel 16. Het bestuur kan, na verkregen goedkeuring van de prioriteit, aan een of meer personen, al dan niet in dienst der vennootschap, procuratie of anderszins doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid verlenen en aan een of meer personen, als hiervoor bedoeld, en ook aan anderen zodanige titel toekennen als het bestuur geraden zal achten.
Vertegenwoordiging.
Artikel 17. 17.1. H et bestuur, zomede, indien er meer dan een bestuurder in functie is, twee gezamenlijk handelende bestuurders, is/zijn bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. Indien er slechts een bestuurder in functie is, wordt de vennootschap vertegenwoordigd door die bestuurder. 17.2. Indien een bestuurder direct of indirect een persoonlijk tegenstrijdig belang heeft met de vennootschap, kan hij de vennootschap ter zake niet vertegenwoordigen. De vennootschap wordt in dat geval vertegenwoordigd door andere bestuurders, met inachtneming van lid 1. Indien op grond van de eerste zin geen of slechts één van de bestuurders bevoegd is om de vennootschap te vertegenwoordigen, wordt de vennootschap vertegenwoordigd door degene(n) die de prioriteit daartoe aanwijst, tenzij de algemene vergadering gebruik maakt van haar bevoegdheid als bedoeld in lid 4 van dit artikel. 17.3. Indien een bestuurder op een andere wijze dan in lid 2 omschreven een tegenstrijdig belang heeft met de vennootschap, kan de vennootschap niettemin worden vertegenwoordigd door de personen die daartoe op grond van lid 1 of artikel 16 bevoegd zijn, waaronder mede begrepen de bestuurder die een tegenstrijdig belang heeft als bedoeld in dit lid. 17.4. De voorgaande leden laten de wettelijke bevoegdheid van de algemene vergadering om in geval van een direct of indirect persoonlijk tegenstrijdig belang van een bestuurder met de vennootschap een of meer vertegenwoordigingsbevoegde personen aan te wijzen onverlet. Het bestuur zal de algemene vergadering tijdig in staat stellen om van haar bevoegdheid als bedoeld in de vorige zin gebruik te maken. 17.5. Ook een bestuurder ten aanzien van wie het tegenstrijdig belang bestaat, kan als vertegenwoordigingsbevoegde persoon als bedoeld in lid 2 en lid 4 worden aangewezen.
Algemene vergaderingen van. Artikel 18. 18.1. aandeelhouders
e jaarlijkse algemene vergadering wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar D gehouden. 18.2. De agenda voor deze vergadering bevat de volgende onderwerpen: a. de behandeling van het schriftelijke jaarverslag van het bestuur omtrent de zaken van de vennootschap en het gevoerde beleid; b. het verlenen van décharge aan de bestuurders voor het door hun gevoerde bestuur over het afgelopen boekjaar, onverminderd het bepaalde in artikel 138, Boek 2, Burgerlijk Wetboek; c. de vaststelling van de jaarrekening en – met inachtneming van artikel 25 – de bepaling van de winstbestemming. Voorts wordt in deze vergadering behandeld, hetgeen met inachtneming van artikel 19, lid 3, verder op de agenda is geplaatst. 18.3. Buitengewone algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur het wenselijk acht. Bovendien zal een buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen, zodra de prioriteit, dan wel een of meer personen, gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste tien procent van het totaal aantal stemmen dat kan worden uitgebracht, dit onder mededeling van de te behandelen onderwerpen aan het bestuur verzoeken. Indien geen der bestuurders alsdan een algemene vergadering bijeenroept zodanig, dat zij binnen vier weken na ontvangst van bedoeld verzoek wordt gehouden, is ieder der verzoekers zelf tot de bijeenroeping bevoegd, met inachtneming van het daaromtrent in de wet en in deze statuten bepaalde. 18.4. Binnen drie maanden nadat het voor het bestuur aannemelijk is dat het eigen vermogen van de vennootschap is gedaald tot een bedrag, gelijk aan of lager dan de helft van het geplaatste kapitaal, wordt een algemene vergadering gehouden ter bespreking van zo nodig te nemen maatregelen.
100
Plaats. Oproeping. Bijwoning. Artikel 19.
19.1. D e algemene vergaderingen worden gehouden te Utrecht, ‘s Hertogenbosch of Amsterdam. 19.2. Aandeelhouders, alsmede certificaathouders in de zin, als bedoeld in artikel 11, worden tot de algemene vergadering opgeroepen door een bestuurder; tot zodanige oproeping is tevens het bestuur als zodanig bevoegd. De oproeping geschiedt met inachtneming van de wettelijke oproepingstermijn. 19.3. De oproeping vermeldt de te behandelen onderwerpen alsmede de overige krachtens de wet of deze statuten vereiste informatie. 19.4. Iedere certificaathouder is bevoegd de algemene vergadering bij te wonen, daarin het woord te voeren en stem uit te brengen, doch dit laatste slechts indien hem het stemrecht op de met vruchtgebruik respectievelijk pandrecht bezwaarde aandelen toekomt. 19.5. Aandeelhouders en certificaathouders kunnen zich ter vergadering door een schriftelijk gevolmachtigde doen vertegenwoordigen. De schriftelijke volmacht dient uiterlijk op de dag als in de oproeping vermeld aan de vennootschap ter beschikking te zijn gesteld. 19.6. Het bestuur kan besluiten dat door middel van een elektronisch communicatiemiddel kennis kan worden genomen van de verhandelingen ter vergadering. Het bestuur kan besluiten dat iedere aandeelhouder en certificaathouder bevoegd is om door middel van een elektronisch communicatiemiddel, hetzij in persoon, hetzij bij een schriftelijk gevolmachtigde, het stemrecht uit te oefenen en/of aan de algemene vergadering deel te nemen. Daartoe is vereist dat de aandeelhouder en de certificaathouder via het elektronische communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd en rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering. H et bestuur kan voorwaarden verbinden aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel, welke voorwaarden bij de oproeping tot de algemene vergadering bekend worden gemaakt en op de website van de vennootschap worden geplaatst. 19.7. Vergadergerechtigd zijn zij die op het registratietijdstip als bedoeld in artikel 2:119 Burgerlijk Wetboek die rechten hebben en als zodanig zijn ingeschreven in een door het bestuur aangewezen register, ongeacht wie ten tijde van de algemene vergadering vergadergerechtigd zou zijn indien geen registratietijdstip zou hebben gegolden. Bij de oproeping voor de vergadering wordt het registratietijdstip vermeld alsmede de wijze waarop vergadergerechtigden zich kunnen laten registreren, het tijdstip waarop uiterlijk het voornemen de algemene vergadering bij te wonen kenbaar moet worden gemaakt en de wijze waarop vergadergerechtigden hun rechten kunnen uitoefenen. 19.8. Het bestuur kan besluiten dat aandeelhouders binnen een door de directie vast te stellen periode voorafgaande aan de algemene vergadering, welke periode niet eerder kan aanvangen dan het in het vorige lid bedoelde registratietijdstip, via een door het bestuur te bepalen elektronisch communicatiemiddel en/of per brief hun stem kunnen uitbrengen. Stemmen uitgebracht in overeenstemming met het in de vorige zin bepaalde, worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. 19.9. Alvorens tot een vergadering te worden toegelaten moet een aandeelhouder, een certificaathouder of zijn gevolmachtigde een presentielijst tekenen, onder vermelding van zijn naam en, voorzover van toepassing, van het aantal stemmen, dat door hem kan worden uitgebracht. Indien het een gevolmachtigde van een aandeelhouder of een certificaathouder betreft, wordt/worden tevens de naam (namen) vermeld van degene(n), voor wie de gevolmachtigde optreedt.
Leiding van de vergadering. Notulen.
Artikel 20. 20.1. D e algemene vergadering wordt voorgezeten door een door de prioriteit aan te wijzen voorzitter. De voorzitter wijst de secretaris aan. 20.2. Tenzij van het ter vergadering verhandelde een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, worden daarvan notulen gehouden. Notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris der desbetreffende vergadering, dan wel vastgesteld door een volgende vergadering; in het laatste geval worden zij ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende vergadering ondertekend. In het proces-verbaal casu quo de notulen wordt op basis van de in artikel 19, lid 6 bedoelde presentielijst het aantal ter vergadering vertegenwoordigde aandelen en het aantal uit te brengen stemmen vermeld; de in artikel 19, lid 6 bedoelde presentielijst maakt geen deel uit van het proces-verbaal casu quo de notulen en zal niet ter beschikking van een aandeelhouder of een certificaathouder in de zin, als bedoeld in artikel 11, worden gesteld, tenzij hij aantoont dat hij daarbij een redelijk belang heeft ter toetsing van een juist verloop van de desbetreffende vergadering. Het proces-verbaal casu quo de notulen liggen na het verlijden van de notariële akte casu quo na de vaststelling door de voorzitter en de secretaris der desbetreffende vergadering in afschrift voor de aandeelhouders en certificaathouders ten kantore van de vennootschap ter inzage. 20.3. De voorzitter der vergadering en iedere bestuurder is te allen tijde bevoegd opdracht te geven tot het opmaken van een notarieel proces-verbaal op kosten der vennootschap.
101
20.4. E en certificaat door de voorzitter van de desbetreffende vergadering getekend, inhoudende de bevestiging dat de algemene vergadering een bepaald besluit heeft genomen, geldt als bewijs van een dergelijk besluit tegenover derden. 20.5. Alle kwesties omtrent de toelating tot de algemene vergadering, omtrent de uitoefening van het stemrecht en de uitslag der stemmingen, zomede alle andere kwesties, welke verband houden met de gang van zaken in de vergadering, worden, onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 4, Boek 2, Burgerlijk Wetboek, beslist door de voorzitter van de desbetreffende vergadering. 20.6. D e voorzitter van de desbetreffende vergadering is bevoegd andere personen dan aandeelhouders en certificaathouders, hun vertegenwoordigers en bestuurders tot de algemene vergadering toe te laten.
Stemrecht. Artikel 21.
21.1. I n de algemene vergadering geeft ieder aandeel recht op het uitbrengen van één stem. 21.2. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt. 21.3. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, tenzij bij de wet of bij deze statuten uitdrukkelijk een grotere meerderheid wordt voorgeschreven. 21.4. De voorzitter bepaalt de wijze van stemming, met dien verstande, dat indien een van de stemgerechtigde aanwezigen dit verlangt, stemming over benoeming, schorsing en ontslag van personen bij gesloten, ongetekende briefjes geschiedt. 21.5. Mocht bij stemming omtrent de benoeming van een persoon bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid worden verkregen, dan vindt een nieuwe vrije stemming plaats. Indien ook dan geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, vindt herstemming plaats en wel tussen de twee personen die bij de tweede vrije stemming de meeste stemmen op zich verenigden. Indien twee of meer personen evenveel stemmen op zich hebben verenigd en hierdoor meer dan twee personen voor de herstemming in aanmerking zouden komen, vindt een tussenstemming plaats tussen degenen die bij de tweede vrije stemming het hoogste respectievelijk - en wel na degene op wie het hoogste aantal stemmen werd uitgebracht - het op een na hoogste aantal stemmen op zich verenigden. Leidt een tussenstemming of een herstemming tengevolge van gelijkheid van het aantal uitgebrachte stemmen niet tot een beslissing, dan komt geen besluit tot stand en zal de benoeming in een volgende vergadering opnieuw aan de orde kunnen worden gesteld, waarbij het bepaalde in dit lid opnieuw toepassing vindt. Indien echter die tussenstemming of herstemming twee personen betreft, die op een bindende voordracht zijn geplaatst, wordt degene van hen, die als eerste op die voordracht wordt genoemd, geacht de meeste stemmen te hebben verkregen. 21.6. Bij staking van stemmen over andere onderwerpen dan de benoeming van personen is het voorstel verworpen. Vergaderingen van houders van aandelen van een bepaalde soort respectievelijk van houders van gewone aandelen van een bepaald fonds.
Vergaderingen van houders van aandelen Artikel 22. 22.1. Een vergadering van houders van gewone aandelen wordt bijeengeroepen indien zulks door de van een bepaalde soort respectievelijk wet, de statuten, het bestuur of de prioriteit wordt verlangd. Op een dergelijke vergadering is van houders van gewone aandelen van het bepaalde in de artikelen 19 tot en met 21 van overeenkomstige toepassing. een bepaald fonds. 22.2. Besluiten van de prioriteit worden schriftelijk of op leesbare en reproduceerbare wijze langs elektronische weg genomen. 22.3. Een vergadering van houders van gewone aandelen van een bepaald fonds wordt bijeengeroepen indien zulks door de wet, de statuten, het bestuur of de prioriteit wordt verlangd. Op een dergelijke vergadering is het bepaalde in de artikelen 19 tot en met 21 van overeenkomstige toepassing.
Boekjaar. Jaarrekening. Artikel 23.
23.1. Het boekjaar van de vennootschap is gelijk aan het kalenderjaar. 23.2. Jaarlijks binnen de daartoe bij of krachtens de wet gestelde termijn stelt het bestuur algemeen verkrijgbaar: de jaarrekening, het jaarverslag, de verklaring van de accountant alsmede de overige gegevens die bij of krachtens wettelijke verplichting tezamen met de jaarrekening algemeen verkrijgbaar moeten worden gesteld. De jaarrekening wordt ondertekend door alle bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgaaf van de reden melding gemaakt. 23.3. Indien de algemene vergadering geen kennis heeft kunnen nemen van de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 24, kan de jaarrekening niet worden vastgesteld, tenzij onder de overige gegevens, bedoeld in lid 2, eerste zin, een wettige grond wordt medegedeeld waarom die verklaring ontbreekt.
Accountant.
102
Artikel 24. 24.1. De algemene vergadering verleent aan een registeraccountant of een andere deskundige, als bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2, Burgerlijk Wetboek - beiden aan te duiden als: accountant - de opdracht om de door het bestuur opgemaakte jaarrekening te onderzoeken
overeenkomstig het bepaalde in artikel 393, lid 3, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening weer. De algemene vergadering kan de aan de accountant verleende opdracht te allen tijde intrekken. Overigens is ten aanzien van het verlenen van de opdracht, als hiervoor bedoeld, en het intrekken daarvan, het bepaalde in lid 2 van gemeld artikel 393 van toepassing. 24.2. Het bestuur kan aan de in lid 1 bedoelde accountant of een andere accountant op kosten der vennootschap opdrachten verstrekken.
Winst en verlies.
Artikel 25. 25.1. Uit de winst, die in enig boekjaar is behaald, wordt allereerst, zo mogelijk, aan de houder van het prioriteitsaandeel uitgekeerd een percentage van het nominale bedrag van het door hem gehouden prioriteitsaandeel, gelijk aan de wettelijke interest per het einde van het boekjaar, waarop de uit te keren winst betrekking heeft. 25.2. Voor elk van de fondsen houdt de vennootschap een reserverekening aangeduid met het cijfer van het fonds waarop deze betrekking heeft. 25.3. Van de blijkens de vastgestelde jaarrekening behaalde winst wordt vastgesteld het bedrag dat aan rente en eventueel overig inkomen is behaald op iedere fondsrekening als bedoeld in artikel 4, lid 2 en op de reserverekening dragende dezelfde cijferaanduiding, zulks na aftrek van de kosten en belastingen ter zake van de op de betreffende fondsrekening gestorte bedragen, alsmede na aftrek van de kosten (daaronder begrepen de beheersvergoeding) van belegging en wederbelegging van de op de desbetreffende fondsrekening en daarmede corresponderende reserverekening gestorte bedragen en uiteindelijk na aftrek van het ten laste van de betrokken fondsrekening komende aandeel in de kosten en lasten van de vennootschap. Het bestuur bepaalt onder goedkeuring van de prioriteit per fonds welk gedeelte van het in de vorige volzin bedoelde bedrag wordt toegevoegd aan de voor het betreffende fonds aangehouden reserverekening. Hetgeen na de in de vorige volzin bedoelde toevoeging resteert, wordt aan de houders van gewone aandelen van het betreffende fonds uitgekeerd en wel in verhouding tot ieders gewone aandelen van het betreffende fonds. (Koers)verliezen geleden op een fondsenrekening als bedoeld in artikel 4, lid 2 worden afgeboekt op de reserverekening dragende dezelfde cijferaanduiding en voor zover die onvoldoende groot is, op de fondsrekening zelf. 25.4. De in lid 3 van dit artikel bedoelde kosten en lasten van de vennootschap, daaronder begrepen het op het prioriteitsaandeel uit te keren dividend, worden over de onderscheiden fondsrekeningen omgeslagen in evenredigheid van die rekeningen en de daarmee corresponderende reserverekeningen per de laatste dag van het boekjaar waarin de kosten en lasten zijn gemaakt. 25.5. Houders van aandelen in een fonds zijn gerechtigd tot het saldo van de reserverekening met dezelfde cijferaanduiding en wel in verhouding tot het nominale bedrag van de door hen gehouden aandelen van het desbetreffende fonds. 25.6. Uitkeringen ten laste of opheffing van een in lid 2 bedoelde reserverekening kunnen/kan, mits met inachtneming van de leden 8 en 10, te allen tijde geschieden krachtens een besluit van de algemene vergadering, genomen op voorstel van de vergadering van houders van gewone aandelen van het desbetreffende fonds. 25.7. Het bestuur zal de reserverekeningen geheel of gedeeltelijk opheffen ter delging van een geleden verlies dat niet is gedelgd overeenkomstig het bepaalde in lid 3 laatste volzin, zulks naar rato van de som van de saldi van ieder van die rekeningen en de daarmee corresponderende fondsrekeningen per de laatste dag van het boekjaar waarin het verlies is geleden. Voor de toepassing van de voorgaande volzin worden de verliezen die overeenkomstig lid 3 laatste volzin zijn afgeboekt, van de betreffende saldi afgetrokken. 25.8. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen, voorzover haar eigen vermogen groter is dan het geplaatste kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. 25.9. Toevoeging respectievelijk uitkering van winst geschiedt slechts na vaststelling van de jaarrekening, waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. 25.10. De algemene vergadering is zonder voorafgaande goedkeuring van de prioriteit niet bevoegd tot gehele of gedeeltelijke opheffing van enige reserve te besluiten.
Artikel 26. 26.1. D ividenden en andere winstuitkeringen worden betaalbaar gesteld op een door het bestuur te bepalen datum binnen vier weken na de vaststelling ervan. 26.2. De betaalbaarstelling van dividenden en andere winstuitkeringen aan aandeelhouders, de samenstelling van de uitkering, alsmede de wijze van betaalbaarstelling worden bekend gemaakt per advertentie in een landelijk verspreid dagblad. 26.3. Dividenden die binnen vijf jaren, nadat zij opeisbaar zijn geworden, niet in ontvangst zijn genomen, vervallen aan de vennootschap.
103
26.4. I ndien het bestuur, met goedkeuring van de prioriteit, zulks bepaalt, wordt een interimdividend uitgekeerd, mits met inachtneming van het bepaalde in artikel 105, Boek 2, Burgerlijk Wetboek. 26.5. Het bestuur kan, mits met goedkeuring van de prioriteit, besluiten, dat dividend en/of uitkering van reserves geheel of gedeeltelijk in de vorm van een door het bestuur te bepalen aantal aandelen in het kapitaal van de vennootschap kan worden uitgekeerd. Hetgeen aan een aandeelhouder van het/de in de vorige zin bedoelde dividend respectievelijk uitkering toekomt wordt hem in contanten of in de vorm van aandelen in het kapitaal der vennootschap, dan wel deels in contanten en deels in de vorm van aandelen in het kapitaal der vennootschap, een en ander, zo het bestuur zulks bepaalt, ter keuze van de aandeelhouder, ter beschikking gesteld, onverminderd het bepaalde in de volgende zin. Voorzover het bestuur, onder goedkeuring van de prioriteit, de gelegenheid daartoe heeft opengesteld, wordt, zo de vennootschap een agioreserve kent en voorzover een aandeelhouder dat verlangt, het aan hem in de vorm van aandelen ter beschikking te stellen dividend aan hem uitgekeerd ten laste van die agioreserve. 26.6. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd, voorzover de wet dat toestaat.
Statutenwijziging. Ontbinding.
Artikel 27. Een besluit tot wijziging van deze statuten of het besluit tot ontbinding der vennootschap kan door de algemene vergadering slechts worden genomen op voorstel van de prioriteit. Wijzigingen van de statuten waardoor de rechten of zekerheden van aandeelhouders worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, worden eerst van kracht drie maanden na de bekendmaking als bedoeld in artikel 4:47 van de Wet op het financieel toezicht.
Vereffening.
Artikel 28. 28.1. Indien de vennootschap wordt ontbonden ingevolge een besluit van de algemene vergadering, geschiedt de vereffening door het bestuur, indien en voorzover de algemene vergadering niet anders bepaalt. 28.2. De vereffening geschiedt met inachtneming van de wettelijke bepalingen. Tijdens de vereffening blijven deze statuten voorzover mogelijk van kracht. 28.3. Uit hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van de vennootschap is overgebleven, wordt, zo mogelijk, allereerst aan de houder van het prioriteitsaandeel het nominale bedrag van dat aandeel uitgekeerd. Hetgeen daarna resteert wordt als volgt uitgekeerd aan de houders van gewone aandelen: a. de aandeelhouders ontvangen zo mogelijk de saldi van de reserverekening en de fondsrekening, dragende dezelfde cijferaanduiding als die van het door hen gehouden fonds, zulks na aftrek van het ten laste van de betrokken fondsrekening komende aandeel in de kosten, daaronder begrepen de liquidatiekosten en lasten van de vennootschap; b. bedoelde kosten en lasten - daaronder begrepen het in lid 3 bedoelde bedrag - worden over de onderscheiden fondsrekeningen omgeslagen op de wijze als in artikel 25, lid 4 is bepaald, voor zover het in de volgende volzinnen bepaalde geen toepassing vindt. Een liquidatieverlies geleden op een fondsrekening als bedoeld in artikel 4 lid 2 wordt afgeboekt op de reserverekening dragende dezelfde cijferaanduiding en voor zover die onvoldoende groot is op de fondsrekening zelf; c. alle uitkeringen, welke ingevolge dit artikel aan de houders van een bepaald fonds worden gedaan, geschieden, ingeval er meerdere aandeelhouders zijn in een fonds, in verhouding van het nominale bedrag van ieders bezit aan gewone aandelen van het betreffende fonds. 28.4. Na de vereffening blijven gedurende zeven jaren de boeken en bescheiden der vennootschap berusten onder degene, die daartoe door de algemene vergadering is aangewezen.
Overgangsbepaling.
104
Artikel 29. Vanaf de datum dat het bestuur aan het handelsregister opgave heeft gedaan dat ten minste negentig procent (90%) van het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is geplaatst, bedraagt het maatschappelijk kapitaal dertig miljoen euro (EUR 30.000.000, ) verdeeld in een (1) prioriteitsaandeel en voor het overige verdeeld over de fondsen naar rato van het aantal gewone aandelen van een fonds dat ten tijde van de hiervoor bedoelde verhoging is begrepen in het maatschappelijk kapitaal.
105
(29-06-2011)