Addendum bij het Prospectus van SNS Beleggingsfondsen N.V. Betreft:
I. Wijziging Hoofdstuk 3, ‘Structuur’, paragraaf 3.6 ‘Stichting SNS Beleggersgiro’ .................................................. 3 II. Wijziging Hoofdstuk 4, ‘Wijziging van de voorwaarden’ ...................................................................................... 3 III. Wijziging Hoofdstuk 7, ‘Pools’, paragraaf 7.4 ‘Het beheer’ ................................................................................ 3 IV. Wijziging Hoofdstuk 8, ‘Verantwoord beleggen’ ................................................................................................ 4 V. Wijziging Hoofdstuk 8, ‘Verantwoord beleggen’, paragraaf 8.2 ‘Engagementbeleid’ ........................................... 5 VI. Wijziging Hoofdstuk 9, ‘Bepaling intrinsieke waarde en koersvorming’, paragraaf 9.1 ‘Vaststelling van de intrinsieke waarde’ .................................................................................................................................. 6 VII. Wijziging Hoofdstuk 10, ‘Kosten en vergoedingen’, paragraaf 10.3 ‘Beheervergoeding’ ..................................... 7 VIII. Wijziging Hoofdstuk 10, ‘Kosten en vergoedingen’, paragraaf 10.7 ‘Kosten van deelname in de fondsen’ .......... 7 IX. Wijziging Hoofdstuk 12, ‘Risicofactoren en risicomanagement’, paragraaf 12.9 ‘Risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending)’ ........................................................................................................... 7 X. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.1 ‘Fonds 3: RZL Nederlands Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ..................................................................................................... 8 XI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.2 ‘Fonds 4: RZL Euro Liquiditeitenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ..................................................................................................... 9 XII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.3 ‘Fonds 6: RZL Euro Obligatiefonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 10 XIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.4 ‘Fonds 8: RZL Euro Aandelenfonds’ .......................... 12 XIV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.5 ‘Fonds 9: RZL Euro Mixfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 13 XV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.6 ‘Fonds 12: RZL Azië Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 13 XVI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.7 ‘Fonds 13: RZL Amerika Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 14 XVII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.8 ‘Fonds 14: RZL Wereld Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 14 XVIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.9 ‘Fonds 15: RZL Euro Vastgoedfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 15 XIX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.10 ‘Fonds 16: RZL Optimaal Paars’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 15 XX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.11 ‘Fonds 17: RZL Optimaal Geel’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 16 XXI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.12 ‘Fonds 18: RZL Optimaal Oranje’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 16 XXII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.13 ‘Fonds 19: RZL Optimaal Rood’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 17 XXIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.14 ‘Fonds 20: RZL Opkomende Landen Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, ‘Algemeen’ .............................................................................................................. 17 XXIV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.15 ‘Fonds 21: RZL Optimaal Blauw’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 19 XXV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.16 ‘Wereld Index Mixpool’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 19 XXVI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.17 ‘Fonds 22: SNS Profiel Blauw’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 20
XXVII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.18 ‘Fonds 23: SNS Profiel Geel’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 20 XXVIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.19 ‘Fonds 24: SNS Profiel Oranje’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 21 XXIX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.20 ‘Fonds 25: SNS Profiel Rood’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 21 XXX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.21 ‘Fonds 26: SNS Profiel Paars’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 22 XXXI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.22 ‘Fonds 31: SNS Nederlands Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 22 XXXII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.23 ‘Fonds 32: SNS Euro Liquiditeitenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 23 XXXIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.24 ‘Fonds 33: SNS Euro Obligatiefonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 24 XXXIV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.25 ‘Fonds 34: SNS Euro Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 26 XXXV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.26 ‘Fonds 35: SNS Euro Mixfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 27 XXXVI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.27 ‘Fonds 36: SNS Azië Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 27 XXXVII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.28 ‘Fonds 37: SNS Amerika Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 28 XXXVIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.29 ‘Fonds 38: SNS Wereld Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 28 XXXIX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.30 ‘Fonds 39: SNS Euro Vastgoedfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................... 29 XL. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.31 ‘Fonds 40: SNS Optimaal Paars’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 29 XLI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.32 ‘Fonds 41: SNS Optimaal Geel’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 30 XLII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.33 ‘Fonds 42: SNS Optimaal Oranje’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 30 XLIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.34 ‘Fonds 43: SNS Optimaal Rood’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 31 XLIV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.35 ‘Fonds 44: SNS Opkomende Landen Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, ‘Algemeen’ .............................................................................................................. 31 XLV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.36 ‘Fonds 45: SNS Optimaal Blauw’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ ................................................................................................................................. 33 XLVI. Wijziging Hoofdstuk 17, ‘Bijlagen’ ............................................................................................................... 33
Het Prospectus van SNS Beleggingsfondsen N.V. is te raadplegen via actiam.nl/fondsbeheer en is kosteloos verkrijgbaar bij ACTIAM N.V., Postbus 8444, 3503 RK te Utrecht Utrecht, 15 juni 2015
2
I. Wijziging Hoofdstuk 3, ‘Structuur’, paragraaf 3.6 ‘Stichting SNS Beleggersgiro’ Ingangsdatum wijziging: 17 april 2015 Op pagina 11 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 3 ‘Structuur’, onderdeel 3.6 ’Stichting SNS Beleggersgiro’, de onderstaande passage: “Ten aanzien van Fonds 22 tot en met 26 en Fonds 31 tot en met 45 bestaat naast verhandeling aan Euronext Amsterdam tevens de mogelijkheid om in de Fondsen deel te nemen door middel van Stichting SNS Beleggersgiro, gevestigd te ’s-Hertogenbosch. Iedere belegger in de betreffende Fondsen kan daartoe bij SNS Bank, RegioBank N.V. of REAAL Bancaire Diensten (een handelsnaam van RegioBank N.V.) een rekening openen voor deelname aan het girale systeem. Via Stichting SNS Beleggersgiro kan de belegger ook zijn deelnemingen in de voornoemde Fondsen onderling omruilen. Het reglement van Stichting SNS Beleggersgiro is beschikbaar via de actiam.nl/fondsbeheer.” vervangen door de navolgende tekst “Ten aanzien van Fonds 22 tot en met 26 en Fonds 31 tot en met 45 bestaat naast verhandeling aan Euronext Amsterdam tevens de mogelijkheid om in de Fondsen deel te nemen door middel van Stichting SNS Beleggersgiro, gevestigd te ’s-Hertogenbosch. Iedere belegger in de betreffende Fondsen kan daartoe bij SNS Bank, RegioBank N.V. of REAAL Bancaire Diensten (een handelsnaam van RegioBank N.V.) een rekening openen voor deelname aan het girale systeem. Via Stichting SNS Beleggersgiro kan de belegger ook zijn deelnemingen in de voornoemde Fondsen onderling omruilen.”
II. Wijziging Hoofdstuk 4, ‘Wijziging van de voorwaarden’ Ingangsdatum wijziging: 18 mei 2015 Op pagina 15 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 4 ‘Wijziging van de voorwaarden’, de onderstaande passage: “Een (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden die gelden tussen de Vennootschap en de aandeelhouders wordt bekendgemaakt in een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad en via actiam.nl/fondsbeheer. Een (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden wordt toegelicht via actiam.nl/fondsbeheer.” vervangen door de navolgende tekst “Een (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden die gelden tussen de Vennootschap en de aandeelhouders wordt bekendgemaakt via actiam.nl/fondsbeheer. Een (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden wordt toegelicht via actiam.nl/fondsbeheer.”
III. Wijziging Hoofdstuk 7, ‘Pools’, paragraaf 7.4 ‘Het beheer’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 20 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 7 ‘Pools’, onderdeel 7.4 ’Het Beheer’, ‘Uitlenen van financiële instrumenten’ de onderstaande passage:
3
“Ter verhoging van het totale beleggingsresultaat van haar beleggingsportefeuille kunnen financiële instrumenten uit alle Pools worden uitgeleend aan andere financiële instellingen. Een Pool kan uitleentransacties aangaan tot maximaal 50% van de waarde van de individuele Pool. ACTIAM heeft de volgende uitgangspunten gedefinieerd voor securities lending: Dlaag risico gewenst; Dstembeleid in het kader van verantwoord vermogensbeheer prevaleert boven opbrengsten securities lending; en Dgeen tot weinig operationele risico’s gewenst. Op basis van deze uitgangspunten heeft ACTIAM gekozen voor het Principal Programma van KAS BANK, met strikte eisen op het gebied van onderpand (w.o. geen cash collateral). Het onderpand dat wordt ontvangen in verband met het uitlenen van financiële instrumenten, moet onder meer voldoen aan de volgende criteria: i) staatsobligaties en obligaties die zijn uitgegeven door government agencies welke expliciet worden gegarandeerd door de overheid met een minimale S&P rating van AA-. ii) obligaties van bedrijven welke onderdeel zijn van een van de genoemde indices in (iii) met een minimale S&P rating van A-. iii) aandelen welke onderdeel zijn van de volgende indices: Australië (S&P ASX 200), België (BEL 20), Denemarken (OMX 20), Duitsland (DAX), Finland (OMX 25), Frankrijk (CAC 40), Italië (FTSE MIB 40), Japan (Nikkei 225), Oostenrijk (ATX 39), Nederland (AEX), Noorwegen (OBX 25), Spanje (IBEX 35), Verenigd Koninkrijk (FTSE 100), Verenigde Staten (Dow Jones of S&P 500), Zweden (OMX 30) en Zwitserland (SMI 20). Dagelijks vindt waardering en evaluatie plaats van het aangeboden onderpand en de uitstaande leencontracten (mark to market). Zo nodig wordt dagelijks aanvullend onderpand gestort. Om te waarborgen dat er te allen tijde voldoende onderpand aanwezig is, dient voor uitgeleende vastrentende waarden 2% extra onderpand en voor uitgeleende aandelen 5% extra onderpand bovenop de marktwaarde aanwezig te zijn. KAS BANK opereert bij het uitlenen van effecten in dit programma als ‘principaal intermediair’. Principaal Intermediair wil zeggen dat KAS BANK bij iedere securities lending transactie optreedt als enige tegenpartij van de Pools. De Pools lopen daarmee een tegenpartijrisico op KAS BANK. Het tegenpartij risico houdt in het mogelijk in gebreke blijven bij het nakomen van verplichtingen van de tegenpartij. De opbrengsten van de uitleentransacties komen, na aftrek van een marktconforme vergoeding voor de dienstverlening door KAS BANK, ten goede aan het vermogen van de betreffende Pools. De opbrengsten worden in het (half)jaarverslag vermeld.” vervangen door de navolgende tekst “Financiële instrumenten uit de Pools worden niet uitgeleend aan andere financiële instellingen.”
IV. Wijziging Hoofdstuk 8, ‘Verantwoord beleggen’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 21 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 8 ‘Verantwoord beleggen’ de onderstaande passage: “De Vennootschap belegt haar vermogen op verantwoorde wijze. Daarbij is het streven om in de beleggingsactiviteiten rekening te houden met de ESG-factoren: Environment (milieu), Social (maatschappij) en
4
Governance (goed ondernemingsbestuur). Het verantwoord beleg- gingsbeleid bestaat uit de volgende onderdelen: Uitsluitingenbeleid Engagementbeleid Stembeleid op aandeelhoudersvergaderingen ACTIAM voert namens de Vennootschap het uitsluitingen-, engagement- en stembeleid uit. Zij kan daarbij gebruik maken van informatie van gespecialiseerde dataleveranciers. ACTIAM beoordeelt deze informatie en adviseert vervolgens haar Selectiecomité over uitsluitingen en engagement. Dit Selectiecomité besluit uiteindelijk welke ondernemingen, overheden en instellingen van belegging zijn of worden uitgesloten, respectievelijk welke in aanmerking komen voor engagement.” vervangen door de navolgende tekst “De Vennootschap belegt haar vermogen op verantwoorde wijze. Daarbij is het streven om in de beleggingsactiviteiten rekening te houden algemeen aanvaarde ethische beleidsuitgangspunten en minimum eisen te stellen aan ESG-criteria, waarbij ESG staat voor Environmental (milieu), Social (maatschappij) en Governance (goed ondernemingsbestuur). Het verantwoord beleggingsbeleid van de Vennootschap bestaat uit de volgende onderdelen: • • •
Uitsluitingenbeleid Engagementbeleid Stembeleid op aandeelhoudersvergaderingen
ACTIAM voert namens de Vennootschap het uitsluitingen-, engagement- en stembeleid uit. Zij kan daarbij gebruik maken van informatie van gespecialiseerde dataleveranciers. ACTIAM beoordeelt deze informatie en stelt vast welke ondernemingen, overheden en instellingen in aanmerking komen voor uitsluiting en/ of engagement. Daarbij adviseert ACTIAM haar Selectiecomité over uitsluitingen. Dit Selectiecomité besluit uiteindelijk welke ondernemingen, overheden en instellingen van belegging zijn of worden uitgesloten. Voor wat betreft engagement besluit ACTIAM zelfstandig welke ondernemingen, overheden en instellingen in aanmerking komen voor engagement.”
V. Wijziging Hoofdstuk 8, ‘Verantwoord beleggen’, paragraaf 8.2 ‘Engagementbeleid’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 22 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 8 ‘Verantwoord beleggen’, ‘Engagementbeleid’, de onderstaande passage: “ACTIAM houdt toezicht op het engagementproces. Ondernemingen, overheden of instellingen die geen of onvoldoende voortgang laten zien, kunnen – na beoordeling door het Selectiecomité – worden uitgesloten.” vervangen door de navolgende tekst “ACTIAM initieert de engagement en houdt toezicht op het engagementproces. Ondernemingen, overheden of instellingen die geen of onvoldoende voortgang laten zien, kunnen – na beoordeling door het Selectiecomité – worden uitgesloten.”
5
VI. Wijziging Hoofdstuk 9, ‘Bepaling intrinsieke waarde en koersvorming’, paragraaf 9.1 ‘Vaststelling van de intrinsieke waarde’ Ingangsdatum wijziging: 18 mei 2015 Op pagina 23 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 9 ‘Bepaling intrinsieke waarde en koersvorming’, ‘Vaststelling van de intrinsieke waarde’, de onderstaande passage: “Ter verkrijging van de intrinsieke waarde per aandeel wordt de in een Fonds aanwezige totale vermogenswaarde in euro gedeeld door het op het moment van vaststelling uitstaand aantal aandelen van het desbetreffende Fonds. De geschatte kosten per Fonds zullen dagelijks tot uitdrukking worden gebracht in de intrinsieke waarde. In beginsel worden de activa en passiva gewaardeerd naar maatstaven die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. De toegepaste waarderingsgrondslagen van activa en passiva zijn uiteengezet in het (half) jaarverslag. De waarderingsgrondslagen voor de vermogenstitels zijn vermeld in de beschrijving van het beleggingsbeleid van desbetreffend Fonds, als vermeld in het Supplement van desbetreffend Fonds.” vervangen door de navolgende tekst “Ter verkrijging van de intrinsieke waarde per aandeel wordt de in een Fonds aanwezige totale vermogenswaarde in euro gedeeld door het op het moment van vaststelling uitstaand aantal aandelen van het desbetreffende Fonds. De geschatte kosten per Fonds zullen dagelijks tot uitdrukking worden gebracht in de intrinsieke waarde. In beginsel worden de activa en passiva gewaardeerd naar maatstaven die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. De toegepaste waarderingsgrondslagen van activa en passiva zijn uiteengezet in het (half) jaarverslag. Waarderingsgrondslagen Beleggingen met een beursnotering Aandelen genoteerd aan een effectenbeurs worden gewaardeerd tegen reële waarde op basis van de meest recente slotkoers in de verslagperiode. Beursgenoteerde derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde op basis van de meest recente slotkoers. Als financiële instrumenten op verschillende effectenbeurzen zijn genoteerd, bepaalt de beheerder van welke effectenbeurs de koers in aanmerking wordt genomen. De vastrentende waarden worden gewaardeerd tegen reële waarde. Als er sprake is van een actieve markt wordt gebruikgemaakt van de relevante biedkoersen of, als biedkoersen niet aanwezig zijn, van de relevante middenkoersen of slotkoersen. Wanneer er geen actieve markt beschikbaar is voor een vastrentende belegging, wordt gebruikgemaakt van een koers die is afgeleid van quoteringen van vergelijkbare beleggingen, of van een koers op basis van een indicatieve quote die is verkregen van derde partijen die een markt onderhouden in de betreffende beleggingen. Indien dit niet mogelijk is, wordt de koers modelmatig bepaald. Beleggingen zonder beursnotering Niet aan een effectenbeurs genoteerde of verhandelde beleggingen en eventuele incourante beleggingen worden gewaardeerd op basis van een indicatieve waardering. Deze indicatieve waardering wordt ontvangen van externe partijen. Als deze niet beschikbaar is, wordt de waardering modelmatig bepaald. De beheerder zal alles in het werk stellen om een zo accuraat en recent mogelijke waardering toe te kennen. Dit betekent dat de waardering gedateerd kan zijn. Als na vaststelling van de intrinsieke waarde van het fonds, maar voorafgaand aan publicatie van het jaarverslag, informatie beschikbaar komt die leidt tot een materieel ander inzicht in de intrinsieke waarde die in het jaarverslag wordt gepubliceerd, zal dit in het verslag worden verwerkt en toegelicht. De nadere informatie zal worden verwerkt bij de eerstvolgende vaststelling van de intrinsieke waarde. Van waarderingen die modelmatig zijn bepaald, worden de uitkomsten van het model door een onafhankelijke accountant getoetst.
6
Deposito’s Deposito’s worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde is nagenoeg gelijk aan de nominale waarde omdat de deposito’s een korte looptijd hebben.”
VII. Wijziging Hoofdstuk 10, ‘Kosten en vergoedingen’, paragraaf 10.3 ‘Beheervergoeding’ Ingangsdatum wijziging: 18 mei 2015 Op pagina 27 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 10 ‘Kosten en vergoedingen’, ‘Beheervergoeding’, de onderstaande passage: “De beheervergoeding wordt dagelijks (op beursdagen) gereserveerd en ten laste gebracht van het vermogen van het Fonds. Dit gebeurt naar rato van het in de bovenstaande tabel opgenomen percentage op jaarbasis en het vermogen van het Fonds per dagultimo. De beheerder brengt vervolgens aan het eind van iedere maand het maandtotaal van de aldus berekende en gereserveerde beheervergoeding in rekening bij het Fonds. Bij de bepaling van de vermogenswaarde van een Fonds worden de waarderingsmethoden in acht genomen die in het Supplement van het desbetreffende Fonds zijn beschreven.” vervangen door de navolgende tekst “De beheervergoeding wordt dagelijks (op beursdagen) gereserveerd en ten laste gebracht van het vermogen van het Fonds. Dit gebeurt naar rato van het in de bovenstaande tabel opgenomen percentage op jaarbasis en het vermogen van het Fonds per dagultimo. De beheerder brengt vervolgens aan het eind van iedere maand het maandtotaal van de aldus berekende en gereserveerde beheervergoeding in rekening bij het Fonds. Bij de bepaling van de vermogenswaarde van een Fonds worden de waarderingsmethoden in acht genomen zoals beschreven in Hoofdstuk 9 “Bepaling intrinsieke waarde en koersvorming”.”
VIII. Wijziging Hoofdstuk 10, ‘Kosten en vergoedingen’, paragraaf 10.7 ‘Kosten van deelname in de fondsen’ Ingangsdatum wijziging: 17 april 2015 Op pagina 28 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 10 ‘Kosten en vergoedingen’, ‘Kosten van deelname in de fondsen’, de onderstaande passage: “Voor meer informatie wordt verwezen naar het reglement van SNS Beleggersgiro dat is te raadplegen en op te vragen via actiam.nl/fondsbeheer. De informatie is ook kosteloos op te vragen via 0900 - 18 50 (lokaal tarief) of schriftelijk bij Stichting SNS Beleggersgiro, Croeselaan 1, 3521 BJ Utrecht.” vervangen door de navolgende tekst “Voor meer informatie wordt verwezen naar het reglement van SNS Beleggersgiro. De informatie is kosteloos op te vragen via 0900 - 18 50 (lokaal tarief) of schriftelijk bij Stichting SNS Beleggersgiro, Croeselaan 1, 3521 BJ Utrecht.”
IX. Wijziging Hoofdstuk 12, ‘Risicofactoren en risicomanagement’, paragraaf 12.9 ‘Risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending)’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015
7
•
Op pagina 37 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 12 ‘Risicofactoren en risicomanagement’, onderdeel 12.9 ‘Risico uitlenen van financiële instrumenten (securities lending)’ de onderstaande passage:
“De financiële instrumenten van een Pool kunnen worden uitgeleend tot een maximum van 50% van de desbetreffende portefeuille. Risico’s bij securities lending kunnen onderverdeeld worden in: 1) krediet- en tegenpartijrisico, 2) marktrisico, 3) operationeel risico, en 4) herbeleggingsrisico. Gevolgen van deze genoemde risico’s kunnen zijn dat er eventueel verlies in waarde in de individuele Pools op kan treden. 1. Krediet- en tegenpartijrisico Krediet- en tegenpartijrisico is het risico dat de inlener niet kan voldoen aan zijn verplichting tot teruggave van de geleende effecten op de afgesproken datum. 2. Marktrisico Beleggen brengt marktrisico met zich mee, met name door de fluctuaties in waarde van de beleggingen. Het marktrisico op een portefeuille verandert niet door deel te nemen aan securities lending. Een specifiek aan securities lending verbonden marktrisico is een faillissement van de tegenpartij. In dat geval moet het gestelde onderpand worden verkocht en de uitgeleende waarden teruggekocht tegen de dan geldende koers met een eventueel verlies in waarde in de individuele Pools als gevolg. 3. Operationeel risico Operationeel risico betreft het risico dat ontstaat als gevolg van het falen of tekortschieten van interne processen, menselijke en technische tekortkomingen, en onverwachte externe gebeurtenissen. Als gevolg hiervan kan bijvoorbeeld gedacht worden aan onderstaande gebeurtenissen: non settlement van instructies; verkoop uitgeleende stukken door vermogensbeheerder zonder tijdige recall; en onjuiste afwikkeling van corporate actions op uitgeleende stukken. De beheersing van de operationele risico’s vindt plaats door middel van procedures, controles en systemen. 4. Herbeleggingsrisico Indien liquide middelen worden verkregen als zekerheid, worden deze herbelegd. Door de herbelegging wordt een herbeleggingsrisico gelopen (het risico dat de herbelegging van de liquide middelen een negatief rendement oplevert). Dit risico is hier niet van toepassing aangezien geen liquide middelen als onderpand geaccepteerd worden.” vervangen door de navolgende tekst “Financiële instrumenten uit de Pools worden niet uitgeleend aan andere financiële instellingen. Het is evenwel mogelijk dat (externe) beleggingsinstellingen waar de Pools in beleggen financiële instrumenten uitlenen”
X. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.1 ‘Fonds 3: RZL Nederlands Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015
8
•
Op pagina 41 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.1 ‘Fonds 3: RZL Nederlands Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage:
“De beleggingen van Aandelenpool Nederland worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Aandelenpool Nederland niet bezit. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Aandelenpool Nederland worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Aandelenpool Nederland niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Aandelenpool Nederland ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Aandelenpool Nederland mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.2 ‘Fonds 4: RZL Euro Liquiditeitenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 44 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.2 ‘Fonds 4: RZL Euro Liquiditeitenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Euro Liquiditeitenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan waardepapieren te verkopen die de Pool niet bezit. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Euro Liquiditeitenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan waardepapieren te verkopen die de Pool niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Liquiditeitenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Liquiditeitenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.” Ingangsdatum wijziging: 18 mei 2015 Op pagina 44 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.2 ‘Fonds 4: RZL Euro Liquiditeitenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Rating’ de onderstaande passage: “Bij de beoordeling van de kwaliteit van vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van de zogenoemde ‘rating agencies’ Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch. Belegd wordt in de hierboven vermelde vermogenstitels met een beoordeling van deze rating agencies van minimaal ‘A-, A3 of A-’, waarbij de laagste rating leidend is. Dit minimum geldt niet voor commercial paper, certificates of deposit en geldmarktdeposito’s waarvoor geen rating beschikbaar is. In deze vermogenstitels kan maximaal 15% van de portefeuille worden belegd.
9
Indien een vermogenstitel, of een debiteur indien de vermogenstitel zelf geen rating kent, een lagere rating krijgt dan de minimale rating, dan dient deze vermogenstitel binnen 3 maanden te worden verkocht. Deze termijn van 3 maanden is ook van toepassing indien een rating komt te vervallen en daarmee voor de vermogenstitel geen rating meer resteert van een van de drie genoemde rating agencies. Minimaal 50% van de vermogenstitels dient een rating te hebben hoger dan AA-, Aa3 of AA-. Deze limiet mag maximaal twee maanden worden overschreden. Maximaal 30% van de portefeuille mag worden belegd in asset backed securities. Asset backed securities moeten voldoen aan een minimale rating van AA-, Aa3 of AA-. Indien de uitgevende instelling geen overheid is mag maximaal 5% van de portefeuille in vermogenstitels uitgegeven door één uitgevende instelling zijn belegd.” vervangen door de navolgende tekst “Bij de beoordeling van de kwaliteit van vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van de zogenoemde ‘rating agencies’ Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch. Belegd wordt in de hierboven vermelde vermogenstitels met een minimale beoordeling van deze rating agencies van gemiddeld ‘A-’. Om tot de bepaling van de gemiddelde rating van vermogenstitels te komen, wordt daarbij de methodiek gehanteerd zoals beschreven in Bijlage III van dit prospectus. De genoemde methodiek geldt niet voor commercial paper, certificates of deposit en geldmarktdeposito’s waarvoor geen rating beschikbaar is. In deze vermogenstitels kan maximaal 15% van de portefeuille worden belegd. Indien een vermogenstitel, of een debiteur indien de vermogenstitel zelf geen rating kent, een lagere rating krijgt dan de minimale gemiddelde rating, dan dient deze vermogenstitel binnen 3 maanden te worden verkocht. Deze termijn van 3 maanden is ook van toepassing indien een rating komt te vervallen en daarmee voor de vermogenstitel geen rating meer resteert van een van de drie genoemde rating agencies. Minimaal 50% van de vermogenstitels dient een gemiddelde rating te hebben hoger dan ‘AA-’. Deze limiet mag maximaal twee maanden worden overschreden. Maximaal 30% van de portefeuille mag worden belegd in asset backed securities. Asset backed securities moeten voldoen aan een minimale gemiddelde rating van ‘AA-’. De gemiddelde rating wordt vastgesteld volgens de methodiek zoals beschreven in Bijlage III van dit prospectus. Indien de uitgevende instelling geen overheid is mag maximaal 5% van de portefeuille in vermogenstitels uitgegeven door één uitgevende instelling zijn belegd.”
XII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.3 ‘Fonds 6: RZL Euro Obligatiefonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 48 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.3 ‘Fonds 6: RZL Euro Obligatiefonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Euro Obligatiepool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan vermogenstitels te verkopen die de Pool niet bezit. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Euro Obligatiepool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan vermogenstitels te verkopen die de Pool niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Obligatiepool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als
10
percentage van de omvang van Euro Obligatiepool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.” Ingangsdatum wijziging: 18 mei 2015 Op pagina 47 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.3 ‘Fonds 6: RZL Euro Obligatiefonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Rating en spreiding’ de onderstaande passage: “Euro Obligatiepool belegt in vermogenstitels uitgegeven door debiteuren van een bepaalde kwaliteit, zogenoemde ‘investment grade beleggingen’. Bij de beoordeling van de kwaliteit van debiteuren en vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van de ‘rating agencies’, Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch. Belegd zal worden in vermogenstitels met een rating van ten minste BBB- (Standard & Poor’s), Baa3 (Moody’s) of BBB- (Fitch) , waarbij de laagste rating van de drie rating agencies leidend is. Wanneer een vermogenstitel uitgegeven is door een nationale overheid en niet gewaardeerd is, dan wordt de rating van de debiteur (staat) gehanteerd. Maximaal 10% van de portefeuille mag worden belegd in asset backed securities. Asset backed securities moeten voldoen aan een minimale rating van AA-, Aa3 of AA- van een van de drie genoemde rating agencies. Indien ten aanzien van de vermogenstitel zelf of debiteur (bij staatsleningen) geen rating beschikbaar is van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch dan zal niet in de betreffende vermogenstitel worden belegd. Indien een vermogenstitel, of een debiteur indien de vermogenstitel zelf geen rating kent, een lagere rating krijgt dan de minimale rating, dan dient deze vermogenstitel binnen 6 maanden te worden verkocht. Deze termijn van 6 maanden is ook van toepassing indien een rating komt te vervallen en daarmee ten aanzien van de vermogenstitel geen rating meer resteert van een van de drie genoemde rating agencies. De minimale waardering van een van de drie genoemde rating agencies ten aanzien van de gemiddelde rating van de portefeuille, bedraagt A-, A3 of A-. Deze limiet mag maximaal twee maanden worden overschreden. Om het debiteurenrisico te beperken worden randvoorwaarden gesteld aan de samenstelling van de portefeuille met betrekking tot de verdeling over de verschillende debiteurencategorieën. Deze zijn opgenomen in onderstaande tabel. RATING MAXIMAAL BELANG Sovereigns (issuer niveau) AAA BM + 15% Sovereigns (issuer niveau) AA BM + 10% Sovereigns (issuer niveau) A BM + 5% Sovereigns (issuer niveau) BBB BM + 2,5% Non-sovereigns (issue niveau) AAA BM + 2,5% Non-sovereigns (issue niveau) AA BM + 1,75% Non-sovereigns (issue niveau) A BM + 1,25% Non-sovereigns (issue niveau) BBB BM + 0,625% ” vervangen door de navolgende tekst “Euro Obligatiepool belegt in vermogenstitels uitgegeven door debiteuren van een bepaalde kwaliteit, zogenoemde ‘investment grade beleggingen’. Bij de beoordeling van de kwaliteit van debiteuren en vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van de ‘rating agencies’, Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch. Belegd zal worden in vermogenstitels met een minimale gemiddelde rating van ten minste ‘BBB-‘. Om tot de bepaling van de gemiddelde rating van vermogenstitels te komen, wordt daarbij de methodiek gehanteerd zoals beschreven in Bijlage III van dit prospectus. Wanneer een vermogenstitel uitgegeven is door een nationale overheid en niet gewaardeerd is, dan wordt de rating van de debiteur (staat) gehanteerd. Maximaal 10% van de portefeuille mag worden belegd in asset backed securities. Asset backed securities moeten voldoen aan een minimale gemiddelde rating van ‘AA-‘. De gemiddelde rating wordt vastgesteld volgens de methodiek zoals beschreven in Bijlage III van dit prospectus. Indien ten aanzien van de vermogenstitel zelf of debiteur (bij staatsleningen) geen rating beschikbaar is van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch dan zal niet in de betreffende vermogenstitel worden belegd.
11
Indien een vermogenstitel, of een debiteur indien de vermogenstitel zelf geen rating kent, een lagere rating krijgt dan de minimale gemiddelde rating, dan dient deze vermogenstitel binnen 6 maanden te worden verkocht. Deze termijn van 6 maanden is ook van toepassing indien een rating komt te vervallen en daarmee ten aanzien van de vermogenstitel geen rating meer resteert van een van de drie genoemde rating agencies. De minimale gemiddelde waardering van de drie genoemde rating agencies ten aanzien van de gemiddelde rating van de portefeuille, bedraagt ‘A-‘. Deze limiet mag maximaal twee maanden worden overschreden. Om het debiteurenrisico te beperken worden randvoorwaarden gesteld aan de samenstelling van de portefeuille met betrekking tot de verdeling over de verschillende debiteurencategorieën. Deze zijn opgenomen in onderstaande tabel.”
Sovereigns (issuer niveau) Sovereigns (issuer niveau) Sovereigns (issuer niveau) Sovereigns (issuer niveau) Non-sovereigns (issue niveau) Non-sovereigns (issue niveau) Non-sovereigns (issue niveau) Non-sovereigns (issue niveau) “
GEMIDDELDE RATING AAA AA A BBB AAA AA A BBB
MAXIMAAL BELANG BM + 15% BM + 10% BM + 5% BM + 2,5% BM + 2,5% BM + 1,75% BM + 1,25% BM + 0,625%
XIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.4 ‘Fonds 8: RZL Euro Aandelenfonds’ Ingangsdatum wijziging: 15 juli 2015 Op pagina 52 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.4 ‘Fonds 8: RZL Euro Aandelenfonds’, ‘Kosten’, onderdeel ‘Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen’ de onderstaande passage: “De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van RZL Euro Aandelenfonds verwerkt. De hoogte van de opslag is 0,35%, de hoogte van de afslag is 0,20%. De weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.” vervangen door de navolgende tekst “De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van RZL Euro Aandelenfonds verwerkt. De hoogte van de opslag is 0,35%, de hoogte van de afslag is 0,15%. De weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.”
Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 52 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.4 ‘Fonds 8: RZL Euro Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Euro Aandelenpool niet bezit. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.”
12
vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pool niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Aandelenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Aandelenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XIV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.5 ‘Fonds 9: RZL Euro Mixfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 54 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.5 ‘Fonds 9: RZL Euro Mixfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “In de Pools waarin RZL Euro Mixfonds belegt (Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. De beleggingen van Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd.” vervangen door de navolgende tekst “In de Pools waarin RZL Euro Mixfonds belegt (Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool) is het aangaan van uitleentransacties niet toegestaan. De beleggingen van Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools niet bezitten. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Aandelenpool en Euro Aandelenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Aandelenpool en Euro Aandelenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen.”
XV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.6 ‘Fonds 12: RZL Azië Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 57 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.6 ‘Fonds 12: RZL Azië Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Azië Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Azië Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Azië Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die Azië Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Azië Aandelenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed
13
op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Azië Aandelenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XVI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.7 ‘Fonds 13: RZL Amerika Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 60 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.7 ‘Fonds 13: RZL Amerika Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Amerika Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Amerika Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Amerika Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die Amerika Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Amerika Aandelenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Amerika Aandelenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XVII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.8 ‘Fonds 14: RZL Wereld Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 60 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.8 ‘Fonds 14: RZL Wereld Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pool niet bezit. In de Pools waarin Global Equity Mixpool belegt (Euro Aandelenpool, Amerika Aandelenpool, Azië Aandelenpool en Global Emerging Markets Equity Pool) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “In drie Pools waarin Global Equity Mixpool belegt (Euro Aandelenpool, Amerika Aandelenpool, Azië Aandelenpool) is het aangaan van uitleentransacties niet toegestaan. In de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt is het aangaan van uitleentransacties wel toegestaan. De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pool niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Aandelenpool, Amerika Aandelenpool, Azië Aandelenpool en Global Emerging Markets Equity Pool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De
14
totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Aandelenpool, Amerika Aandelenpool, Azië Aandelenpool en Global Emerging Markets Equity Pool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen.”
XVIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.9 ‘Fonds 15: RZL Euro Vastgoedfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 66 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.9 ‘Fonds 15: RZL Euro Vastgoedfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Euro Vastgoedfondsenpool worden in beginsel niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Euro Vastgoedfondsenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Euro Vastgoedfondsenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die Euro Vastgoedfondsenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Vastgoedfondsenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Vastgoedfondsenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XIX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.10 ‘Fonds 16: RZL Optimaal Paars’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 69 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.10 ‘Fonds 16: RZL Optimaal Paars’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Paars belegt, niet bezitten. In de Pools waarin RZL Optimaal Paars direct of indirect kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Paars direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin RZL Optimaal Paars belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin RZL Optimaal Paars belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
15
XX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.11 ‘Fonds 17: RZL Optimaal Geel’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 72 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.11 ‘Fonds 17: RZL Optimaal Geel’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Geel belegt, niet bezitten. In de Pools waarin RZL Optimaal Geel kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Geel direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin RZL Optimaal Geel belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin RZL Optimaal Geel belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
XXI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.12 ‘Fonds 18: RZL Optimaal Oranje’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 75 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.12 ‘Fonds 18: RZL Optimaal Oranje’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Oranje belegt, niet bezitten. In de Pools waarin RZL Optimaal Oranje kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Oranje direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin RZL Optimaal Oranje belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin RZL Optimaal Oranje belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
16
XXII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.13 ‘Fonds 19: RZL Optimaal Rood’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 78 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.13 ‘Fonds 19: RZL Optimaal Rood’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Rood belegt, niet bezitten. In de Pools waarin RZL Optimaal Rood kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Rood direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin RZL Optimaal Rood belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin RZL Optimaal Rood belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
XXIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.14 ‘Fonds 20: RZL Opkomende Landen Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, ‘Algemeen’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 80 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.14 ‘Fonds 20: RZL Opkomende Landen Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, de teksten zoals deze nu zijn opgenomen ten aanzien van de onderdelen ‘Algemeen’, ‘Valuta’, ‘Afgeleide instrumenten’, ‘Overig’ en ‘Waardering’ vervangen door de onderstaande passages: “Algemeen Het doel van RZL Opkomende Landen Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van RZL Opkomende Landen Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille in verhandelbare aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels van ondernemingen uit zogenoemde opkomende markten, zoals onderstaand nader omschreven. Opkomende markten zijn markten in landen met een economie in ontwikkeling. Daarom kenmerken aandelen uit opkomende markten zich veelal door een hoger risico dan die uit ontwikkelde markten, waarbij het risico wordt uitgedrukt in de mate van historische koersschommelingen ofte wel de koersvolatiliteit. Dit heeft als gevolg dat de prestaties van het Fonds op relatief korte termijn sterk kunnen variëren. Het beleggingsbeleid van RZL Opkomende Landen Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat over een doorlopende beoordelingsperiode van drie jaar ten minste gelijk is aan dat van de MSCI Emerging Markets Index Net EUR (de benchmark). Het Fonds belegt in opkomende landen via Global Emerging Markets Equity Pool. De benchmark van Global Emerging Markets Equity Pool is gelijk aan die van RZL Opkomende Landen Aandelenfonds.
17
Het beleggingsbeleid van Global Emerging Markets Equity Pool richt zich voornamelijk op het selecteren van beleggingsinstellingen met een actief portefeuillebeheer, die naar verwachting een beter rendement dan hun benchmark zullen behalen. Global Emerging Markets Equity Pool belegt in beginsel in het beleggingscompartiment “Class I Accumulation EUR” van Schroder International Selection Fund Emerging Markets (SICAV, LU0248178492), een open-end beleggingsinstelling die belegt in een gespreide portefeuille van aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels van ondernemingen die beursgenoteerd zijn in landen of regio’s die zich in snel tempo economisch ontwikkelen, de zogenaamde Opkomende Landen (of ‘emerging markets’). De betreffende beleggingsinstelling wordt beheerd door Schroder Investment Management (Luxembourg) S.A. Het beleggingsbeleid van de bovengenoemde beleggingsinstelling is erop gericht zoveel als mogelijk volledig belegd te blijven in beursgenoteerde aandelen. Minimaal twee derde van het netto vermogen van het fonds zal te allen tijde belegd zijn in aandelen of aan aandelen gerelateerde vermogenstitels van ondernemingen uit opkomende landen. Het betreffende fonds kan daarnaast gebruik maken van bepaalde afgeleide financiële instrumenten in het kader van een efficiënt portefeuillebeheer. Ten einde ingeval van grote instroom van gelden op tijdige en (kosten)efficiënte wijze exposure op ‘emerging markets’ te kunnen realiseren, dan wel ten einde de exposure op het beleggingscompartiment “Class I Accumulation EUR” van Schroder International Selection Fund Emerging Markets indien noodzakelijk volledig te kunnen afbouwen, is het mogelijk dat (tijdelijk) een belang wordt ingenomen in Vanguard FTSE Emerging Markets Index Fund ETF Shares (US), (US9220428588) van Vanguard Group. Deze beleggingsinstelling is een open-end beleggingsinstelling die zoveel als mogelijk de index volgt en belegt in een gespreide portefeuille van aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels van ondernemingen die beursgenoteerd zijn in ‘emerging markets’. In onderstaande tabel is de standaardverdeling opgenomen van de beleggingsinstellingen waarin Global Emerging Markets Equity Pool belegt. Op basis van (markt)ontwikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale weging afgeweken worden. VERDELING
MINIMALE WEGING
NEUTRALE WEGING
MAXIMALE WEGING
Schroder International Selection Fund Emerging Markets (SICAV)
0%
100%
100%
Vanguard FTSE Emerging Markets Index Fund ETF Shares (US)
0%
0%
100%
Schroder International Selection Fund Emerging Markets (SICAV), is beursgenoteerd in Luxemburg, alwaar het onder toezicht staat. Vanguard FTSE Emerging Markets Index Fund ETF Shares (US), is genoteerd in de VS, alwaar het onder toezicht staat. Beide fondsen hebben een mededeling gedaan conform artikel 2:72 van de Wft en zijn in het register conform artikel 1:108 van de Wft opgenomen. Beide fondsen staan niet onder Nederlands toezicht. Prospectussen van de bovengenoemde beleggingsinstellingen worden kosteloos op aanvraag ter beschikking gesteld door ACTIAM. Valuta Global Emerging Markets Equity Pool kan beleggen in een beleggingsinstelling die niet noteert in euro. Daarnaast wordt belegt in aandelen van ondernemingen gevestigd in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s. De valutarisico’s worden in principe niet afgedekt. Afgeleide instrumenten Global Emerging Markets Equity Pool maakt geen gebruik van afgeleide instrumenten. beleggingsinstellingen waarin de Pool belegt, kunnen wel gebruik maken van afgeleide instrumenten.
De
18
Overig De beleggingen van Global Emerging Markets Equity Pool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Global Emerging Markets Equity Pool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Global Emerging Markets Equity Pool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die de Global Emerging Markets Equity Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door de onderliggende activa. De beleggingsinstellingen waarin de Global Emerging Markets Equity Pool belegt, kunnen uitleentransacties aangaan. ACTIAM acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingsprestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van ACTIAM niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal ACTIAM een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren. Waardering De deelnemingsrechten van de beleggingsinstellingen waar de Pool in belegt, worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Ook is waardering tegen intrinsieke waarde toegestaan.”
XXIV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.15 ‘Fonds 21: RZL Optimaal Blauw’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 84 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.15 ‘Fonds 21: RZL Optimaal Blauw’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Blauw belegt, niet bezitten. In de Pools waarin RZL Optimaal Blauw kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin RZL Optimaal Blauw direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin RZL Optimaal Blauw belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin RZL Optimaal Blauw belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
XXV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.16 ‘Wereld Index Mixpool’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015
19
Op pagina 87 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.16 ‘Wereld Index Mixpool’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Wereld Index Mixpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin Wereld Index Mixpool belegt, niet bezitten. In de beleggingsinstellingen waarin Wereld Index Mixpool kan beleggen is het aangaan van uitleentransacties in het geval van de SRIFE fondsen niet toegestaan. Het beleggingsbeleid van Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund staat dergelijke uitleentransacties wel toe.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Wereld Index Mixpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pool niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Wereld Index Mixpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Wereld Index Mixpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. In de beleggingsinstellingen waarin Wereld Index Mixpool kan beleggen is het aangaan van uitleentransacties in het geval van de SRIFE fondsen niet toegestaan. Het beleggingsbeleid van Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund staat dergelijke uitleentransacties wel toe.”
XXVI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.17 ‘Fonds 22: SNS Profiel Blauw’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 89 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.17 ‘Fonds 22: SNS Profiel Blauw’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van SNS Profiel Blauw worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Blauw belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Profiel Blauw kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Blauw belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Profiel Blauw belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Profiel Blauw belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van een beleggingsinstelling waar Wereld Index Mixpool in belegt. Het beleggingsbeleid van Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund staat dergelijke uitleentransacties wel toe.”
XXVII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.18 ‘Fonds 23: SNS Profiel Geel’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015
20
Op pagina 91 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.18 ‘Fonds 23: SNS Profiel Geel’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van SNS Profiel Geel worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Geel belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Profiel Geel kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Geel belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Profiel Geel belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Profiel Geel belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van een beleggingsinstelling waar Wereld Index Mixpool in belegt. Het beleggingsbeleid van Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund staat dergelijke uitleentransacties wel toe.”
XXVIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.19 ‘Fonds 24: SNS Profiel Oranje’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 94 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.19 ‘Fonds 24: SNS Profiel Oranje’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van SNS Profiel Oranje worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Oranje belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Profiel Oranje kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Oranje belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Profiel Oranje belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Profiel Oranje belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van een beleggingsinstelling waar Wereld Index Mixpool in belegt. Het beleggingsbeleid van Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund staat dergelijke uitleentransacties wel toe.”
XXIX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.20 ‘Fonds 25: SNS Profiel Rood’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’
21
Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 97 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.20 ‘Fonds 25: SNS Profiel Rood’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van SNS Profiel Rood worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Rood belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Profiel Rood kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Rood belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Profiel Rood belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Profiel Rood belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van een beleggingsinstelling waar Wereld Index Mixpool in belegt. Het beleggingsbeleid van Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund staat dergelijke uitleentransacties wel toe.”
XXX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.21 ‘Fonds 26: SNS Profiel Paars’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 100 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.21 ‘Fonds 26: SNS Profiel Paars’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van SNS Profiel Paars worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Paars belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Profiel Paars kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Profiel Paars belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Profiel Paars belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Profiel Paars belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van een beleggingsinstelling waar Wereld Index Mixpool in belegt. Het beleggingsbeleid van Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund staat dergelijke uitleentransacties wel toe.”
XXXI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.22 ‘Fonds 31: SNS Nederlands Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’
22
Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 102 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.1 ‘Fonds 31: SNS Nederlands Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Aandelenpool Nederland worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Aandelenpool Nederland niet bezit. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Aandelenpool Nederland worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Aandelenpool Nederland niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Aandelenpool Nederland ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Aandelenpool Nederland mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XXXII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.23 ‘Fonds 32: SNS Euro Liquiditeitenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 105 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.23 ‘Fonds 32: SNS Euro Liquiditeitenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Euro Liquiditeitenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan waardepapieren te verkopen die de Pool niet bezit. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Euro Liquiditeitenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan waardepapieren te verkopen die de Pool niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Liquiditeitenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Liquiditeitenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.” Ingangsdatum wijziging: 18 mei 2015 Op pagina 104 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.23 ‘Fonds 32: SNS Euro Liquiditeitenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Rating’ de onderstaande passage: “Bij de beoordeling van de kwaliteit van vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van de zogenoemde ‘rating agencies’ Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch. Belegd wordt in de hierboven vermelde vermogenstitels met een beoordeling van deze rating agencies van minimaal ‘A-, A3 of A-’, waarbij de laagste rating leidend is. Dit minimum geldt niet voor commercial paper, certificates of deposit en geldmarktdeposito’s waarvoor geen rating beschikbaar is. In deze vermogenstitels kan maximaal 15% van de portefeuille worden belegd.
23
Indien een vermogenstitel, of een debiteur indien de vermogenstitel zelf geen rating kent, een lagere rating krijgt dan de minimale rating, dan dient deze vermogenstitel binnen 3 maanden te worden verkocht. Deze termijn van 3 maanden is ook van toepassing indien een rating komt te vervallen en daarmee voor de vermogenstitel geen rating meer resteert van een van de drie genoemde rating agencies. Minimaal 50% van de vermogenstitels dient een rating te hebben hoger dan AA-, Aa3 of AA-. Deze limiet mag maximaal twee maanden worden overschreden. Maximaal 30% van de portefeuille mag worden belegd in asset backed securities. Asset backed securities moeten voldoen aan een minimale rating van AA-, Aa3 of AA-. Indien de uitgevende instelling geen overheid is mag maximaal 5% van de portefeuille in vermogenstitels uitgegeven door één uitgevende instelling zijn belegd.” vervangen door de navolgende tekst “Bij de beoordeling van de kwaliteit van vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van de zogenoemde ‘rating agencies’ Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch. Belegd wordt in de hierboven vermelde vermogenstitels met een minimale beoordeling van deze rating agencies van gemiddeld ‘A-’. Om tot de bepaling van de gemiddelde rating van vermogenstitels te komen, wordt daarbij de methodiek gehanteerd zoals beschreven in Bijlage III van dit prospectus. De genoemde methodiek geldt niet voor commercial paper, certificates of deposit en geldmarktdeposito’s waarvoor geen rating beschikbaar is. In deze vermogenstitels kan maximaal 15% van de portefeuille worden belegd. Indien een vermogenstitel, of een debiteur indien de vermogenstitel zelf geen rating kent, een lagere rating krijgt dan de minimale gemiddelde rating, dan dient deze vermogenstitel binnen 3 maanden te worden verkocht. Deze termijn van 3 maanden is ook van toepassing indien een rating komt te vervallen en daarmee voor de vermogenstitel geen rating meer resteert van een van de drie genoemde rating agencies. Minimaal 50% van de vermogenstitels dient een gemiddelde rating te hebben hoger dan ‘AA-’. Deze limiet mag maximaal twee maanden worden overschreden. Maximaal 30% van de portefeuille mag worden belegd in asset backed securities. Asset backed securities moeten voldoen aan een minimale gemiddelde rating van ‘AA-’. De gemiddelde rating wordt vastgesteld volgens de methodiek zoals beschreven in Bijlage III van dit prospectus. Indien de uitgevende instelling geen overheid is mag maximaal 5% van de portefeuille in vermogenstitels uitgegeven door één uitgevende instelling zijn belegd.”
XXXIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.24 ‘Fonds 33: SNS Euro Obligatiefonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 108 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.24 ‘Fonds 33: SNS Euro Obligatiefonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Euro Obligatiepool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan vermogenstitels te verkopen die de Pool niet bezit. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Euro Obligatiepool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan vermogenstitels te verkopen die de Pool niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Obligatiepool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Obligatiepool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
24
Ingangsdatum wijziging: 18 mei 2015 Op pagina 107 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.24 ‘Fonds 33: SNS Euro Obligatiefonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Rating en spreiding’ de onderstaande passage: “Euro Obligatiepool belegt in vermogenstitels uitgegeven door debiteuren van een bepaalde kwaliteit, zogenoemde ‘investment grade beleggingen’. Bij de beoordeling van de kwaliteit van debiteuren en vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van de ‘rating agencies’, Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch. Belegd zal worden in vermogenstitels met een rating van ten minste BBB- (Standard & Poor’s), Baa3 (Moody’s) of BBB- (Fitch) , waarbij de laagste rating van de drie rating agencies leidend is. Wanneer een vermogenstitel uitgegeven is door een nationale overheid en niet gewaardeerd is, dan wordt de rating van de debiteur (staat) gehanteerd. Maximaal 10% van de portefeuille mag worden belegd in asset backed securities. Asset backed securities moeten voldoen aan een minimale rating van AA-, Aa3 of AA- van een van de drie genoemde rating agencies. Indien ten aanzien van de vermogenstitel zelf of debiteur (bij staatsleningen) geen rating beschikbaar is van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch dan zal niet in de betreffende vermogenstitel worden belegd. Indien een vermogenstitel, of een debiteur indien de vermogenstitel zelf geen rating kent, een lagere rating krijgt dan de minimale rating, dan dient deze vermogenstitel binnen 6 maanden te worden verkocht. Deze termijn van 6 maanden is ook van toepassing indien een rating komt te vervallen en daarmee ten aanzien van de vermogenstitel geen rating meer resteert van een van de drie genoemde rating agencies. De minimale waardering van een van de drie genoemde rating agencies ten aanzien van de gemiddelde rating van de portefeuille, bedraagt A-, A3 of A-. Deze limiet mag maximaal twee maanden worden overschreden. Om het debiteurenrisico te beperken worden randvoorwaarden gesteld aan de samenstelling van de portefeuille met betrekking tot de verdeling over de verschillende debiteurencategorieën. Deze zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Sovereigns (issuer niveau) Sovereigns (issuer niveau) Sovereigns (issuer niveau) Sovereigns (issuer niveau) Non-sovereigns (issue niveau) Non-sovereigns (issue niveau) Non-sovereigns (issue niveau) Non-sovereigns (issue niveau) ”
RATING AAA AA A BBB AAA AA A BBB
MAXIMAAL BELANG BM + 15% BM + 10% BM + 5% BM + 2,5% BM + 2,5% BM + 1,75% BM + 1,25% BM + 0,625%
vervangen door de navolgende tekst “Euro Obligatiepool belegt in vermogenstitels uitgegeven door debiteuren van een bepaalde kwaliteit, zogenoemde ‘investment grade beleggingen’. Bij de beoordeling van de kwaliteit van debiteuren en vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van de ‘rating agencies’, Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch. Belegd zal worden in vermogenstitels met een minimale gemiddelde rating van ten minste ‘BBB-‘. Om tot de bepaling van de gemiddelde rating van vermogenstitel te komen, wordt daarbij de methodiek gehanteerd zoals beschreven in Bijlage III van dit prospectus. Wanneer een vermogenstitel uitgegeven is door een nationale overheid en niet gewaardeerd is, dan wordt de rating van de debiteur (staat) gehanteerd. Maximaal 10% van de portefeuille mag worden belegd in asset backed securities. Asset backed securities moeten voldoen aan een minimale gemiddelde rating van ‘AA-‘. De gemiddelde rating wordt vastgesteld volgens de methodiek zoals beschreven in Bijlage III van dit prospectus. Indien ten aanzien van de vermogenstitel zelf of debiteur (bij staatsleningen) geen rating beschikbaar is dan zal niet in de betreffende vermogenstitel worden belegd.
25
Indien een vermogenstitel, of een debiteur indien de vermogenstitel zelf geen rating kent, een lagere rating krijgt dan de minimale gemiddelde rating, dan dient deze vermogenstitel binnen 6 maanden te worden verkocht. Deze termijn van 6 maanden is ook van toepassing indien een rating komt te vervallen en daarmee ten aanzien van de vermogenstitel geen rating meer resteert van een van de drie genoemde rating agencies. De minimale gemiddelde waardering van de drie genoemde rating agencies ten aanzien van de gemiddelde rating van de portefeuille, bedraagt ‘A-‘. Deze limiet mag maximaal twee maanden worden overschreden. Om het debiteurenrisico te beperken worden randvoorwaarden gesteld aan de samenstelling van de portefeuille met betrekking tot de verdeling over de verschillende debiteurencategorieën. Deze zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Sovereigns (issuer niveau) Sovereigns (issuer niveau) Sovereigns (issuer niveau) Sovereigns (issuer niveau) Non-sovereigns (issue niveau) Non-sovereigns (issue niveau) Non-sovereigns (issue niveau) Non-sovereigns (issue niveau) “
GEMIDDELDE RATING AAA AA A BBB AAA AA A BBB
MAXIMAAL BELANG BM + 15% BM + 10% BM + 5% BM + 2,5% BM + 2,5% BM + 1,75% BM + 1,25% BM + 0,625%
XXXIV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.25 ‘Fonds 34: SNS Euro Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 15 juli 2015 Op pagina 112 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.25 ‘Fonds 34: SNS Euro Aandelenfonds’, ‘Kosten’, onderdeel ‘Kosten bij uitgifte en inkoop van aandelen’, de onderstaande passage: “De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Aandelenfonds verwerkt. De hoogte van de opslag is 0,35%, de hoogte van de afslag is 0,20%. De weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.” vervangen door de navolgende tekst “De kosten bij uitgifte van aandelen en de kosten bij inkoop van aandelen worden via opslagen, respectievelijk afslagen van de intrinsieke waarde in de afgifteprijs, respectievelijk inkoopprijs van een aandeel van SNS Euro Aandelenfonds verwerkt. De hoogte van de opslag is 0,35%, de hoogte van de afslag is 0,15%. De weergegeven op- en afslagen komen geheel ten goede van het Fonds.” Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 112 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.25 ‘Fonds 34: SNS Euro Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Euro Aandelenpool niet bezit. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst
26
“De beleggingen van Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pool niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Aandelenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Aandelenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XXXV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.26 ‘Fonds 35: SNS Euro Mixfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 114 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.26 ‘Fonds 35: SNS Euro Mixfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “In de Pools waarin SNS Euro Mixfonds belegt (Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan. De beleggingen van Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd.” vervangen door de navolgende tekst “In de Pools waarin SNS Euro Mixfonds belegt (Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool) is het aangaan van uitleentransacties niet toegestaan. De beleggingen van Euro Obligatiepool en Euro Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools niet bezitten. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Aandelenpool en Euro Aandelenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Aandelenpool en Euro Aandelenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen.”
XXXVI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.27 ‘Fonds 36: SNS Azië Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 117 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.27 ‘Fonds 36: SNS Azië Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Azië Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Azië Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voorzover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Azië Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die Azië Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Azië Aandelenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen
27
als percentage van de omvang van Azië Aandelenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XXXVII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.28 ‘Fonds 37: SNS Amerika Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 120 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.28 ‘Fonds 37: SNS Amerika Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Amerika Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Amerika Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Amerika Aandelenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die Amerika Aandelenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Amerika Aandelenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Amerika Aandelenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XXXVIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.29 ‘Fonds 38: SNS Wereld Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 122 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.29 ‘Fonds 38: SNS Wereld Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pool niet bezit. In de Pools waarin Global Equity Mixpool belegt (Euro Aandelenpool, Amerika Aandelenpool, Azië Aandelenpool en Global Emerging Markets Equity Pool) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “In drie Pools waarin Global Equity Mixpool belegt (Euro Aandelenpool, Amerika Aandelenpool, Azië Aandelenpool) is het aangaan van uitleentransacties niet toegestaan. In de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt is het aangaan van uitleentransacties wel toegestaan. De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pool niet bezit. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Aandelenpool, Amerika Aandelenpool, Azië Aandelenpool en Global Emerging Markets Equity Pool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Aandelenpool, Amerika
28
Aandelenpool, Azië Aandelenpool en Global Emerging Markets Equity Pool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen.”
XXXIX. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.30 ‘Fonds 39: SNS Euro Vastgoedfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 126 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.30 ‘Fonds 39: SNS Euro Vastgoedfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “De beleggingen van Euro Vastgoedfondsenpool worden in beginsel niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die Euro Vastgoedfondsenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Het aangaan van uitleentransacties is toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen van Euro Vastgoedfondsenpool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die Euro Vastgoedfondsenpool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van Euro Vastgoedfondsenpool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van Euro Vastgoedfondsenpool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan.”
XL. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.31 ‘Fonds 40: SNS Optimaal Paars’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 128 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.31 ‘Fonds 40: SNS Optimaal Paars’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Paars belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Optimaal Paars kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Paars direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Optimaal Paars belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Optimaal Paars belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
29
XLI. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.32 ‘Fonds 41: SNS Optimaal Geel’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 131 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.32 ‘Fonds 41: SNS Optimaal Geel’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Geel belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Optimaal Geel kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Geel direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Optimaal Geel belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Optimaal Geel belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
XLII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.33 ‘Fonds 42: SNS Optimaal Oranje’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 134 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.33 ‘Fonds 42: SNS Optimaal Oranje’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Oranje belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Optimaal Oranje kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Oranje direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Optimaal Oranje belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Optimaal Oranje belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
30
XLIII. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.34 ‘Fonds 43: SNS Optimaal Rood’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 137 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.34 ‘Fonds 43: SNS Optimaal Rood’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Rood belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Optimaal Rood kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Rood direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Optimaal Rood belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Optimaal Rood belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
XLIV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.35 ‘Fonds 44: SNS Opkomende Landen Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, ‘Algemeen’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 139 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.35 ‘Fonds 44: SNS Opkomende Landen Aandelenfonds’, ‘Beleggingsbeleid’, de teksten zoals deze nu zijn opgenomen ten aanzien van de onderdelen ‘Algemeen’, ‘Valuta’, ‘Afgeleide instrumenten’, ‘Overig’ en ‘Waardering’ vervangen door de onderstaande passages: “Algemeen Het doel van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is om voor de aandeelhouders van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds een zo gunstig mogelijk rendement te realiseren, dat voornamelijk bestaat uit vermogensgroei op de lange termijn uit een gespreide portefeuille in verhandelbare aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels van ondernemingen uit zogenoemde opkomende markten, zoals onderstaand nader omschreven. Opkomende markten zijn markten in landen met een economie in ontwikkeling. Daarom kenmerken aandelen uit opkomende markten zich veelal door een hoger risico dan die uit ontwikkelde markten, waarbij het risico wordt uitgedrukt in de mate van historische koersschommelingen ofte wel de koersvolatiliteit. Dit heeft als gevolg dat de prestaties van het Fonds op relatief korte termijn sterk kunnen variëren. Het beleggingsbeleid van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds is gericht op het behalen van een rendement, dat over een doorlopende beoordelingsperiode van drie jaar ten minste gelijk is aan dat van de MSCI Emerging Markets Index Net EUR (de benchmark). Het Fonds belegt in opkomende landen via Global Emerging Markets Equity Pool. De benchmark van Global Emerging Markets Equity Pool is gelijk aan die van SNS Opkomende Landen Aandelenfonds.
31
Het beleggingsbeleid van Global Emerging Markets Equity Pool richt zich voornamelijk op het selecteren van beleggingsinstellingen met een actief portefeuillebeheer, die naar verwachting een beter rendement dan hun benchmark zullen behalen. Global Emerging Markets Equity Pool belegt in beginsel in het beleggingscompartiment “Class I Accumulation EUR” van Schroder International Selection Fund Emerging Markets (SICAV, LU0248178492), een open-end beleggingsinstelling die belegt in een gespreide portefeuille van aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels van ondernemingen die beursgenoteerd zijn in landen of regio’s die zich in snel tempo economisch ontwikkelen, de zogenaamde Opkomende Landen (of ‘emerging markets’). De betreffende beleggingsinstelling wordt beheerd door Schroder Investment Management (Luxembourg) S.A. Het beleggingsbeleid van de bovengenoemde beleggingsinstelling is erop gericht zoveel als mogelijk volledig belegd te blijven in beursgenoteerde aandelen. Minimaal twee derde van het netto vermogen van het fonds zal te allen tijde belegd zijn in aandelen of aan aandelen gerelateerde vermogenstitels van ondernemingen uit opkomende landen. Het betreffende fonds kan daarnaast gebruik maken van bepaalde afgeleide financiële instrumenten in het kader van een efficiënt portefeuillebeheer. Ten einde ingeval van grote instroom van gelden op tijdige en (kosten)efficiënte wijze exposure op ‘emerging markets’ te kunnen realiseren, dan wel ten einde de exposure op het beleggingscompartiment “Class I Accumulation EUR” van Schroder International Selection Fund Emerging Markets indien noodzakelijk volledig te kunnen afbouwen, is het mogelijk dat (tijdelijk) een belang wordt ingenomen in Vanguard FTSE Emerging Markets Index Fund ETF Shares (US), (US9220428588) van Vanguard Group. Deze beleggingsinstelling is een open-end beleggingsinstelling die zoveel als mogelijk de index volgt en belegt in een gespreide portefeuille van aandelen en hieraan gerelateerde vermogenstitels van ondernemingen die beursgenoteerd zijn in ‘emerging markets’. In onderstaande tabel is de standaardverdeling opgenomen van de beleggingsinstellingen waarin Global Emerging Markets Equity Pool belegt. Op basis van (markt)ontwikkelingen kan binnen bepaalde bandbreedtes (de ‘minimale weging’ en de ‘maximale weging’) van deze neutrale weging afgeweken worden. VERDELING
MINIMALE WEGING
NEUTRALE WEGING
MAXIMALE WEGING
Schroder International Selection Fund Emerging Markets (SICAV)
0%
100%
100%
Vanguard FTSE Emerging Markets Index Fund ETF Shares (US)
0%
0%
100%
Schroder International Selection Fund Emerging Markets (SICAV), is beursgenoteerd in Luxemburg, alwaar het onder toezicht staat. Vanguard FTSE Emerging Markets Index Fund ETF Shares, is genoteerd in de VS, alwaar het onder toezicht staat. Beide fondsen hebben een mededeling gedaan conform artikel 2:72 van de Wft en zijn in het register conform artikel 1:108 van de Wft opgenomen. Beide fondsen staan niet onder Nederlands toezicht. Prospectussen van de bovengenoemde beleggingsinstellingen worden kosteloos op aanvraag ter beschikking gesteld door ACTIAM. Valuta Global Emerging Markets Equity Pool kan beleggen in een beleggingsinstelling die niet noteert in euro. Daarnaast wordt belegt in aandelen van ondernemingen gevestigd in landen die de euro niet als munteenheid voeren. Als gevolg hiervan ontstaan valutarisico’s. De valutarisico’s worden in principe niet afgedekt. Afgeleide instrumenten Global Emerging Markets Equity Pool maakt geen gebruik van afgeleide instrumenten. beleggingsinstellingen waarin de Pool belegt, kunnen wel gebruik maken van afgeleide instrumenten.
De
32
Overig De beleggingen van Global Emerging Markets Equity Pool worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Global Emerging Markets Equity Pool ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Global Emerging Markets Equity Pool mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het is niet toegestaan om financiële instrumenten te verkopen die de Global Emerging Markets Equity Pool niet bezit. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan voor zover niet gedekt door de onderliggende activa. De beleggingsinstellingen waarin de Global Emerging Markets Equity Pool belegt, kunnen uitleentransacties aangaan. ACTIAM acht de benchmark voldoende representatief als vergelijkingsmaatstaf voor de beleggingsprestaties van de Pool. Indien dit echter naar het oordeel van ACTIAM niet meer in voldoende mate het geval is en handhaving van deze vergelijkingsmaatstaf niet meer in het belang is van participanten, zal ACTIAM een andere, meer passende vergelijkingsmaatstaf hanteren. Waardering De deelnemingsrechten van de beleggingsinstellingen waar de Pool in belegt, worden gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers. Ook is waardering tegen intrinsieke waarde toegestaan.”
XLV. Wijziging Hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.36 ‘Fonds 45: SNS Optimaal Blauw’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ Ingangsdatum wijziging: 2 januari 2015 Op pagina 142 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 14, ‘Supplementen’, paragraaf 14.36 ‘Fonds 45: SNS Optimaal Blauw’, ‘Beleggingsbeleid’, onderdeel ‘Overig’ de onderstaande passage: “Het is niet toegestaan beleggingen te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Blauw belegt, niet bezitten. In de Pools waarin SNS Optimaal Blauw kan beleggen (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’) is het aangaan van uitleentransacties toegestaan.” vervangen door de navolgende tekst “De beleggingen worden niet met vreemd vermogen gefinancierd. Het is niet toegestaan financiële instrumenten te verkopen die de Pools, waarin SNS Optimaal Blauw direct of indirect belegt (zie hierboven onder ‘Vermogenstitels’), niet bezitten. Evenmin is het schrijven van opties toegestaan, voor zover niet gedekt door onderliggende activa. Wel is het toegestaan dat gedurende korte perioden debetstanden op de geldrekeningen van de Pools, waarin SNS Optimaal Blauw belegt ontstaan, bijvoorbeeld vanwege niet goed op elkaar aansluitende settlement data van beleggingstransacties. De totale debetstand van de geldrekeningen als percentage van de omvang van de Pools, waarin SNS Optimaal Blauw belegt mag daarbij ten hoogste 2% bedragen. Het aangaan van uitleentransacties is niet toegestaan, met uitzondering van de beleggingsinstellingen waar Global Emerging Markets Equity Pool in belegt.”
XLVI. Wijziging Hoofdstuk 17, ‘Bijlagen’ Ingangsdatum wijziging: 15 juli 2015 Op pagina 148 van het prospectus worden met betrekking tot hoofdstuk 17, ‘Bijlagen’ de getoonde afslagen in de tabel I onder paragraaf 17.1 van zowel RZL Euro Aandelenfonds als SNS Euro Aandelenfonds gewijzigd van 0,200% naar -0,150%.
33
Ingangsdatum wijziging: 18 mei 2015 Op pagina 150 van het prospectus wordt met betrekking tot hoofdstuk 17, ‘Bijlagen’ de onderstaande passage toegevoegd als onderdeel 17.3: “Methodiek ter bepaling van de gemiddelde rating De gemiddelde rating wordt bepaald op basis van de zogenaamde iBoxx-methodiek. Beleggingen in rentedragende vermogenstitels moeten voldoen aan minimale eisen met betrekking tot de kredietkwaliteit. Bij de beoordeling van de kredietkwaliteit van vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van zogenoemde ‘credit rating agencies’ Standard & Poor’s Credit Market Services Europe Limited (‘S&P’), Moody’s Investors Service Limited (‘Moody’s’) of Fitch Ratings Limited (‘Fitch’). De door elk van de rating agencies afgegeven rating correspondeert daarbij met een score. Welke score volgt uit een bepaalde rating, blijkt uit de onderstaande tabel: Fitch
Moody’s
S&P
Score
AAA
Aaa
AAA
1
AA+
Aa1
AA+
2
AA
Aa2
AA
3
AA-
Aa3
AA-
4
A+
A1
A+
5
A
A2
A
6
A-
A3
A-
7
BBB+
Baa1
BBB+ 8
BBB
Baa2
BBB
9
BBB-
Baa3
BBB-
10
BB+
Ba1
BB+
11
BB
Ba2
BB
12
BB-
Ba3
BB-
13
B+
B1
B+
14
B
B2
B
15
B-
B3
B-
16
CCC+
Caa1
CCC+ 17
CCC
Caa2
CCC
18
CCC-
Caa3
CCC-
19
CC
Ca
CC
20
C
C
C
21
D
22
D/RD
Wanneer er meerdere ratings beschikbaar zijn, worden de bijbehorende scores opgeteld. Dit totaal wordt vervolgens gedeeld door het aantal ratings. Indien het gemiddelde resulteert in een waarde met decimalen, dan
34
zal de waarde worden afgerond naar het dichtstbijzijnde heel getal. Dit resultaat wordt vervolgens omgezet naar onderstaande corresponderende rating welke als de gemiddelde rating wordt aangeduid: Score 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Gemiddelde rating AAA AA+ AA AAA+ A ABBB+ BBB BBBBB+ BB BBB+ B BCCC+ CCC CCCCC C D
Berekening op basis de bovenstaande methodologie wordt toegepast op alle vastrentende beleggingen uit de desbetreffende Pools, uitgezonderd asset backed securities (’ABS’). In het geval van ABS wordt eveneens de gemiddelde rating bepaald, echter wordt naast de toegekende rating van S&P, Moody’s en Fitch, tevens de rating van DBRS Ratings Limited (‘DBRS’) toegevoegd. De bepaling van de gemiddelde rating wordt vervolgens op identieke wijze vastgesteld.
35