Projectrapportage Beter Benutten I Amsterdam Zuidas Amsterdam, 16 december 2014
1
1.
Managementsamenvatting
Voor u ligt de Projectrapportage Programma Beter Benutten I Amsterdam Zuidas. De Zuidas Amsterdam (270 hectare) behoort tot de meest aansprekende kantorenlocaties van Nederland en is dé vestigingslocatie in de Metropoolregio Amsterdam van veel nationale en internationale (hoofd)kantoren zoals ABN AMRO, Accenture, EY, AkzoNobel, RBS, WTC, De Brauw Blackstone, Loyens & Loeff, APG etc. Er werken zo’n 35.000 mensen en het gebied faciliteert bijna eenzelfde aantal studenten, namelijk 30.000. Er is met een 16-tal toonaangevende bedrijven mobiliteitsgesprekken gevoerd. Daarnaast is er een veel contactmomenten geweest, waarbij mobiliteit veelal het hoofdagendapunt was. Uit die gesprekken werd duidelijk dat de bedrijven eigenlijk op de verschillende onderdelen van mobiliteitsbeleid zoals fietsbeleid, leasebeleid, mobiliteitsbudget, parkeerbeleid, carpoolbeleid, elektrisch vervoer, autodelen, stimuleren OV en Slim Werken Slim reizen al wel in meer of mindere mate actief zijn. Je ziet in Zuidas dat wanneer er al een mobiliteitsbeleid is bij een bedrijf, dat veelal is ingestoken op de (beperkte) beschikbaarheid van parkeerplaatsen. Gezien de aard van een groot deel van de bedrijven, financiële dienstverlening, zie je dat er aan de lease-auto’s nog steeds een groot belang wordt gehecht. Hoewel er bijv. met mobiliteitsbudgetten en andere mobiliteitsoplossingen ook wel gepoogd wordt daar een ommekeer in teweeg te brengen bij bijv. ABN AMRO, Accenture en Boekel de Neree. Er is door de drie samenwerkende partijen Green Business Club Zuidas (GBC), Hello Zuidas (HZ) en de Taskforce Bereikbaarheid (TB) ingezet op onderzoek, bewustzijn vooral door het voeren van individuele adviesgesprekken met bedrijven, het carsharing project Shared fleet en het vormgeven van een community door inzet van social media, bijeenkomsten en andere ondersteunende communicatiemiddelen. Mede in het kader van Beter Benutten II is er een gedragsanalyse uitgevoerd. Hieruit is het belang gebleken om niet alleen getallen te meten, zoals aantallen voertuigen of percentage gerealiseerde reistijdvermindering. Om daadwerkelijk gedragsverandering te laten ontstaan, moet er ook gemeten worden waarom forenzen voor een bepaalde modaliteit kiezen (of niet). Dan zal ook duidelijk worden of oplossingen aanslaan en als nuttig en bruikbaar ervaren worden. Voor het behoud van de juiste contacten bij bedrijven en het zorgen dat bereikbaarheid op de agenda’s bij hen blijft staan is het noodzakelijk op regelmatige basis contactmomenten te hebben en het onderwerp ook daadwerkelijk te agenderen en bespreken. Dit is gebeurd door de individuele mobiliteitsgesprekken met bedrijven en ook door bijv. het Beheeroverleg, de Taskforce Bereikbaarheid en het Mobiliteit Lab. Van het project Shared Fleet (carsharing) hebben we geleerd dat het niet altijd toereikend is een heel praktische en informerende presentatie in groot verband te houden om bedrijven daadwerkelijk met een nieuwe, kant-en-klare oplossing aan de slag te krijgen c.q. gebruik van te laten gaan maken. Door daarnaast blijvende aandacht met verschillende communicatiemiddelen en door individuele gesprekken te voeren wordt vaak pas het implementatietraject gestart, dan wel komen praktische vragen boven tafel die een eventuele implementatie nog in de weg zouden kunnen staan. Ook is er een groter inzicht ontstaan in de mogelijkheden op de markt.
2
Het bevorderen van een gezamenlijk beeld van de problematiek is belangrijk om een gedeelde ‘sense of urgency’ te creëren. Hiervoor is nu de basis gelegd is, maar behoeft verdere uitbouw met het oog op de uitdagingen die het gebied Zuidas de komende jaren heeft. Want onder andere door de grote hoeveelheid bouw- en wegwerkzaamheden wordt gewerkt aan een structurele uitbreiding van de capaciteit, maar het duurt nog enige jaren voordat dit effect heeft.
2.
Procesgang en stand van zaken
Er is via Dienst Zuidas (vertegenwoordigd in de Taskforce Bereikbaarheid) een subsidie toegekend inclusief 50 % cofinanciering aan de Green Business Club Zuidas, Hello Zuidas en de Taskforce Bereikbaarheid voor de uitvoering van het programma Beter Benutten I Amsterdam Zuidas (projectcode 30530545). Het programma Beter Benutten I Amsterdam Zuidas is ten uitvoering gebracht en heeft aan het merendeel van de voorwaarden zoals opgegeven in de beschikking van de subsidieaanvraag voldaan. Het onduidelijke proces voor het aanvragen van het vervolgtraject in Beter Benutten II, waarvoor door betrokken partijen de eerste activiteiten al in april gestart zijn, heeft echter wel een tijdrovend effect gehad op de activiteiten van het mobiliteitsteam.
3.
Projectresultaten en doelstellingen
De doelstellingen en de resultaten uit de subsidieaanvraag en de ter beschikkingstelling zijn in onderstaande tabel samengevoegd. Alle gevraagde doelstellingen zijn grotendeels behaald. Doelstellingen
Behaald
Carsharing - Het opzetten van een zakelijk carsharing systeem.
Ja
Parkeernormen - Onderzoek tot mogelijkheden opzetten parkeerverwijssysteem Zuidas. Een dergelijk systeem vermindert het zoekverkeer en daarmee het aantal VVU's. Parkeerbeleid - Een onderzoek naar het flexibel toepassen van de parkeernormen om zo de huidige en toekomstige parkeercapaciteit beter te benutten. Apps & games - Het bekend maken van handige mobiliteitsapps en games onder bedrijven en hun werknemers. Mobiliteitsteam - Projectmanagement en aanjager namens de drie indienende partijen.
Deels
Kennisdelen - Delen van kennis, informeren over projecten en zo bekendheid en deelname vergroten. Monitoring – Inzicht verkrijgen in ontwikkeling modal split en het verkeersbeeld.
Ja
3
Ja Ja Ja
Ja
3.1. Toelichting resultaten In deze paragraaf wordt per doel een toelichting gegeven op wat de drie samenwerkende Zuidas partijen hebben gedaan en de daarbij behaalde concrete resultaten. 3.1.1.
Carsharing - Het opzetten van een zakelijk carsharing systeem
Op 17 oktober 2013 is het carsharing project officieel gestart in bijzijn van Minister Schultz van Haegen. Aan het project is een gedegen communicatiecampagne gewijd. Door de bekendheid van het project te vergroten is er een levensvatbaar project met eigen business case gerealiseerd dat zich nu al richt op verdere uitbreiding qua gebied en inzet van aantal auto’s. Deelnemers aan het Shared fleet project kunnen zich (eenmalig) registreren via de NS Business Card. Net zoals bijv. het gebruik van OV fiets is Shared fleet een van de opties die gekozen kunnen worden. Dit maakt het gebruik laagdrempelig en geeft geen extra administratieve rompslomp voor bedrijven. Er zijn tezamen met de CEO van Greenwheels/Shared fleet gesprekken ter promotie gevoerd met 17 grote bedrijven. Verdere promotie heeft plaatsgevonden in 4 bijeenkomsten en er zijn 4 nieuwsbrieven mede aan dit project gewijd. Dit heeft geresulteerd in de inzet van 6 auto’s in het centrumgebied die momenteel door meer dan 50 bedrijven worden ingezet. Deze zijn ondertussen goed voor gemiddeld 100 reserveringen en 7500 gereden kilometers per maand. Dat betekent dat 100 keer per maand een Zuidasser de eigen auto thuis heeft kunnen laten, omdat hij of zij met een auto van de Audi shared fleet naar een zakelijke afspraak kon rijden. Naar aanleiding van de gesprekken onderzoekt ABN AMRO of zij het mobiliteitsbeleid zo kunnen inrichten dat de optie om een shared fleet auto te boeken ook standaard beschikbaar is via de door hen verstrekte NS Business Card. Met het recent gevestigde Deloitte zijn oriënterende gesprekken gaande om enkele auto’s bij hun pand te plaatsen, daarmee het gebied dat shared fleet bestrijkt te vergroten en de optie via door Deloitte verstrekte NS Business Cards te kunnen aanzetten. Tijdens de mobiliteitsweek eind november is er gedurende 3 dagen een flyeractie gehouden op zowel het Gustav Mahler- als het Zuidplein. Natuurlijk kreeg Shared fleet ook op de informatiemarkt aandacht en hebben zij gespeeddate met aanwezige bedrijven. 3.1.2.
Parkeernormen - Onderzoek tot mogelijkheden opzetten parkeerverwijssysteem Zuidas. Een dergelijk systeem vermindert het zoekverkeer en daarmee het aantal VVU's.
Meer dan elders in de Metropoolregio worden op de Zuidas de parkeerrechten afhankelijk gesteld van het voorhanden hebben van een OV alternatief. De parkeernorm voor kantoren bedraagt 1 parkeerplaats per 250 m2 bruto vloer oppervlakte (bvo) binnen 800 meter vanaf het station. Buiten de 800 meter grens is de norm 1 parkeerplaats per 125 m2 bvo. Deze norm werd in het verleden niet streng gehanteerd (hij stamt in zijn huidige vorm uit 2008, terwijl delen van de Zuidas al langer bestaan). Daarnaast kan niet worden voorkomen dat bedrijven privaatrechtelijk elders parkeercapaciteit bij huren. Uit eerder onderzoek van de gemeente Amsterdam is gebleken dat in de Zuidas bijna 11.000 parkeerplaatsen zijn, waarvan ruim 1.200 op straat en bijna 9.800 in garages. Op het drukste uur (rond 15 uur) zijn bijna 9.000 geparkeerde auto’s geteld (parkeerdruk 81 %). De bezettingsgraad op straat is 70 %. In de garages is deze hoger met gemiddeld 83 %. De verschillen in behoefte en het aantal onbezette
4
parkeerplaatsen per deelgebied in Zuidas zijn aanzienlijk. De parkeergarages zijn allen voor meer dan 70 % bezet, een aantal is helemaal vol. In de Zuidas is in de huidige situatie een parkeerdruk van meer dan 90 % (de maximale streefwaarde) op een aantal locaties zowel bij kantoren als in de woonwijken. Diverse bedrijven binnen de Zuidas ervaren de parkeernormen als knelpunt en hebben oplossingen gevonden om extra parkeercapaciteit aan te wenden. Dit betreft Loyens & Loeff, ABN AMRO, het WTC en de Rechtbank. Met een beschikbare capaciteit in 2023 van 21.000 en een gewenste capaciteit van bijna 21.000 is getalsmatig het parkeren op de Zuidas als totaal in balans. Er zijn wel verschillen tussen de deelgebieden. Er zijn gebieden met een overmaat aan parkeerplaatsen en gebieden met een tekort. ABN AMRO is veel strenger geworden in het handhaven van haar parkeerbeleid. Dat komt ook voort uit het feit dat er bij ABN AMRO steeds meer aan Het Nieuwe Werken wordt gedaan. Daardoor vindt er eveneens een verdichting plaats van de beschikbare kantoorruimte in Zuidas zonder dat er parkeerplakken bij komen, niet alleen bij ABN AMRO. We zien het ook duidelijk bij het recent in Zuidas gevestigde Deloitte dat 2000 werknemers in het kantoor een standplaats biedt met slechts 1000 flexibele werkplekken. Het parkeren in de omliggende wijken door kantoormedewerkers is ten zuiden van de Zuidas (Buitenveldert) ingedamd door het invoeren van een maximaal 3 uur regime. Ten noorden van de Zuidas (Prinses Irenebuurt) is een pilot uitgevoerd waarbij parkeren slechts is toegestaan door bewoners of bezoekers van bewoners Een onderzoek naar het opzetten van een dynamisch verwijssysteem voor de verschillende publieke parkeergarages in het gebied is nog niet opgestart. Dienst Zuidas (gemeente Amsterdam) heeft besloten dit komend jaar uit te voeren. Doelstelling is om, door middel van het efficiënt doorverwijzen van bezoekers naar de dichtstbijzijnde vrije publieke parkeergarage, zoekverkeer (en daarmee voertuigverliesuren) te voorkomen. Er zal worden bekeken of een dergelijk systeem haalbaar is, en of publieke partijen bereid zijn een bijdrage te leveren in de kosten hiervan. Resultaat Op basis van bovengenoemde en onderstaande parkeeronderzoek zal de Taskforce Bereikbaarheid in de nabije toekomst, mede in het kader van de nieuw te vormen Visie Zuidas, overleggen en adviseren over de gewenste normen en optimaal (mogelijk dubbel-)gebruik van parkeerplaatsen.
3.1.3.
Parkeerbeleid - Een onderzoek naar het flexibel toepassen van de parkeernormen om zo de huidige en toekomstige parkeercapaciteit beter te benutten.
Een parkeeronderzoek, onder opdrachtgeverschap van Maarsen Groep (Taskforcelid) en uitgevoerd door Ecorys, heeft plaatsgevonden onder een negental grote bedrijven met in totaal ongeveer 25.000 werknemers in Zuidas. Daarbij ging het om een inventarisatie van het aantal beschikbare plaatsen, wat bedrijven dachten in de toekomst nodig te hebben, de mogelijkheid tot beter benutten van beschikbare plaatsen en wat dat betekent voor de verkeerintensiteit, de consequenties van een andere invulling van de parkeernormen en het optimale gebruik van parkeerplaatsen afzetten tegen de uitkomsten van het verkeersmodel.
5
Uit het onderzoek bleek dat de geïnterviewde kantoren nu over ruim meer parkeerplaatsen beschikken dan waar ze recht op zouden hebben conform de vigerende norm van 1 op 250 m2 bvo. In veel gevallen doordat men plaatsen heeft bijgehuurd. Ook gaven de geïnterviewde kantoren aan dat een norm van 1 op 250 m2 voor hen te krap zou zijn. Enkele geïnterviewden gaven aan dan mogelijk een andere locatie te overwegen. Voor de meeste kantoren die nu in Zuidas gevestigd zijn, zal een reductie tot 1 op 250 m2 niet aan de orde zijn, omdat men parkeergelegenheid op eigen terrein heeft of vaste contracten zoals bijvoorbeeld de kantoren in het WTC. Wel kan verwacht worden dat de vraag naar huurplaatsen in o.a. de Q-park garages bij de komst van nieuwe kantoren zal toenemen en de organisaties hun parkeerbeleid mogelijk verder moeten aanscherpen. Wanneer gevraagd werd of het aantal parkeerplaatsen effect heeft op de bedrijfsvoering is het antwoord dat het bij de meeste organisaties gaat en dat degenen die functioneel met de auto moeten reizen, parkeren op een eigen of gehuurde parkeerplaats van het bedrijf. De vraag is bij de meeste organisaties groter dan het aanbod. Om het gebruik te reguleren en vraag en aanbod in balans te brengen hebben diverse bedrijven een eigen parkeerbeleid opgesteld. Bedrijven hebben tijdens de mobiliteitsgesprekken advies ontvangen over hoe zij hun parkeerbeleid effectiever kunnen inrichten, zodat er relatief minder parkeerplaatsen nodig zijn. Hierbij is de mogelijkheid tot kostenbesparing onder de aandacht gebracht. Voorgelegd is dat het goed is te weten of de werknemers voor hun functie echt een parkeerplek nodig hebben, dan wel parkeerrecht nodig hebben doordat zij met het OV een veel langere woon-werkreis zouden hebben. Dit heeft een positief effect op de relatieve afname van het aantal auto’s op Zuidas. ABN AMRO verwacht nog wel een reductie van de parkeerbehoefte als straks nog maar 50 % van de parkeerkosten op de gehuurde plaatsen vergoed worden. VU/VUmc schat het effect van mobiliteitsmanagement hoog in. AkzoNobel gaat parkeerbeleid invoeren, mede met het oog op de volgend jaar te realiseren nieuwbouw die 700 medewerkers gaat huisvesten (tegen 200 nu). Ook Stibbe is zich met het oog op nieuwbouw aan het oriënteren op implementatie van parkeerbeleid.
3.1.4.
Apps & games - Het bekend maken van handige mobiliteitsapps en games onder bedrijven en hun werknemers.
Er is een twee pagina’s tellend artikel samengesteld en geplaatst in het Hello Zuidas magazine met aandacht voor apps & games op gebied van bereikbaarheid die medewerkers beter helpen kiezen voor een ander vervoersmiddel dan wel slimmer reizen. Er is blijvende aandacht voor apps die de bereikbaarheid beïnvloeden, ook via de websites, nieuwsbrieven en social media. Zo is er ook aansluiting gezocht bij de Praktijkproef Amsterdam en wordt deze door de samenwerkende partijen Zuidas ondersteund. AmsterdamMobiel van de Praktijkproef Amsterdam is tijdens de mobiliteitsweek onder de aandacht gebracht en heeft gespeeddate met aanwezige bedrijven. Daarnaast is er over gepubliceerd in het Hello Zuidas magazine, op de websites en op social media.
3.1.5.
Mobiliteitsteam - Projectmanagement en aanjager namens de drie indienende partijen
Vanuit Hello Zuidas is een projectleider Mobiliteit aangesteld per december 2013. Diegene is mede aangetrokken door TB, HZ en GBC om namens hen de rapportage naar de subsidieverstrekker te verzorgen. Het mobiliteitsteam heeft daarnaast de aanvraag voor de subsidie in het kader van Beter
6
Benutten II opgepakt, omdat zij ervan overtuigd is dat Zuidas nog vele uitdagingen heeft op het gebied van bereikbaarheid de komende jaren. Er is een gedragsanalyse uitgevoerd. Een belangrijke les daaruit is dat meten op aantallen van bijvoorbeeld het aantal vertraagde ritten of percentages in de modal split niet genoeg is. Onderzoeken van gedrag en de oorzaak hiervan is een essentieel onderdeel. Naast automobilisten is er een groot aantal fietsers in het gebied en natuurlijk ook nog een groep potentiële fietsers. De fietser kenmerkt zich in het algemeen door het feit dat hij tot bij de entree van de bestemming wil fietsen om aldaar te parkeren. En dus niet 300 meter verderop om vervolgens nog een ‘eind’ te moeten lopen. Locatie, en ook veiligheid, van de fietsparkeerplek is belangrijk. Daarnaast is duidelijk dat oplossingen niet altijd aan de verwachtingen voldoen. Een dubbellaagse fietsenstalling wordt vaak als onhandig ervaren en wordt daardoor niet als parkeeroptie gezien. Dit brengt met zich mee dat er wellicht genoeg stallingscapaciteit is, maar dat deze niet optimaal gebruikt wordt. Hier zal bij het aanbieden van nieuwe oplossingen rekening mee gehouden worden, o.a. door in de conceptfase de beleving/haalbaarheid te meten. Bij de OV-reiziger blijken met name fysieke aspecten van grote invloed op de reisbeleving. Met name onvoldoende capaciteit in OV en ook de toegangspoortjes, hygiëne, geuroverlast, de kwaliteit van wachtruimtes en slechte informatievoorziening zijn vaak gehoorde obstakels. Ook het niet kunnen gebruiken van het OV als een zogenaamde ‘mobile office’ is een situatie die de marketing voor het reizen met OV ten goede komt. Het zijn aspecten die zeer bepalend zijn voor de keuze van de mobiliteit. Als ze konden ging een aantal van deze reizigers veel liever met de auto. De wens bestaat bij OV-reizigers, en bij de forens algemeen, om geïntegreerde actuele reisinformatie in een eerder stadium te krijgen. Wensbeeld is dat je al achter je bureau kunt bepalen of de bus of de metro de snelste aansluiting is en dat je kunt ‘kicken’ op het feit dat je door je treinreis deze ochtend de file met 10 minuten reistijdwinst hebt verslagen. Uit kort veldonderzoek onder werknemers omtrent Het Nieuwe Werken door Hello Zuidas magazine ontstond het beeld dat het gros hieraan meedoet, maar dat de meeste medewerkers qua definitie blijven steken op de gedachte (en uitvoering) van flexibele werkplekken en thuiswerken, terwijl het concept toch ook elders werken (inclusief Smart Work Centers) en bijvoorbeeld flexibele werktijden behelst. Bovendien bleek het gemiddelde maximaal 1 dag per week thuis te werken. Het Nieuwe Werken is duidelijk nog in ontwikkeling in Zuidas. Dit werd ook bevestigd door de gedragsanalyse. Managers kunnen nog niet altijd omgaan met het sturen op output, bijvoorbeeld. Een eye-opener voor de meeste geënquêteerden was dat Het Nieuwe Werken ook impact zou kunnen hebben op de bereikbaarheid van de Zuidas. Uit ander onderzoek is bovendien gebleken dat werknemers voor een groot deel de gebruikelijke werktijden hanteert, aankomst tussen 8.00 en 9.00 uur en vertrek tussen 17.00 en 18.00 uur. Er is door de samenwerkende partijen besloten een drietal activiteiten te bundelen tot een brede 'Mobiliteitsweek Zuidas' van 24 t/m 28 november 2014. Hierbij worden de mobiliteitsmaatregelen, mobiliteitslezingen van de VU en best practices gedeeld door ORAM gebundeld tot een integrale week en versterkt door een gezamenlijk symposium. Maximale exposure voor de bereikbaarheid en ontsluiting van het gebied - alsmede slimme nieuwe vormen daarvan – stonden centraal. Aan bedrijven in de Zuidas werd geappelleerd aan de sense of urgency en ze werden opgeroepen met mobiliteitsoplossingen aan de slag te gaan. Er is ook een informatiemarkt en de mogelijkheid om met een 25-tal mobiliteitsleveranciers te speeddaten georganiseerd. Op www.zuidas.nl staat het programma van de week, het symposium Slim Reizen 2014 2040 en de acties waaraan deelgenomen kon worden door bedrijven en werknemers. De programmadirecteur Beter Benutten van het ministerie I&M verzorgde de aftrap voor het symposium en
7
riep Zuidasbedrijven op gezamenlijk aan de slag te gaan.
Resultaat Bovenstaande activiteiten zorgen voor een breed draagvlak van het bedrijfsleven voor bereikbaarheidsen mobiliteitsinitiatieven. Gebruikers, ook niet-participanten, worden breed geïnformeerd en opgeroepen om ook eigen verantwoordelijkheid te nemen. Hiermee draagt het bedrijfsleven bij aan de realisatie van de Beter Benutten doelstellingen. Het symposium is bezocht door 80 deelnemers.
3.1.6.
Kennisdelen - Delen van kennis, informeren over projecten en zo bekendheid en deelname vergroten.
Communicatie is een belangrijk middel om betrokken partijen in Zuidas te informeren en te activeren. De samenwerkende partijen hebben daar elk een aantal communicatiemiddelen voor: 1. Het Circular City event met als belangrijk aandachtspunt mobiliteit werd in september '13 gehouden door GBC en HZ. Er waren plm. 60 aanwezigen. Er is een schets gemaakt van alle ideeën en deze is met het verslag geplaatst in het Hello Zuidas magazine. Eind november ’14 werd mede in het kader van Circular City een Symposium Slim Reizen 2014 2040 georganiseerd met in het bijzonder aandacht voor deelconcepten. Het symposium met bijbehorende informatiemarkt, waar eveneens deelconcepten, als autodelen en fietsdelen, waren vertegenwoordigd werd door circa 80 deelnemers bezocht. 2. Er is in het WTC in het Hello Zuidas kantoor een servicepoint beschikbaar waar vragen, klachten en ideeën inzake mobiliteit neergelegd kunnen worden. 3. Op de website www.greenbusinessclub.nl staan de projecten vermeld die gericht zijn op een duurzame mobiliteit die door de GBC zijn opgezet en met leden en/of samenwerkingspartijen worden uitgevoerd. Daarnaast wordt ook informatie over de bereikbaarheid van de Zuidas gedeeld. 4. De website www.hellozuidas.com is de spil van de communicatiemiddelen die ingezet wordt. De website bevat informatie over de verschillende pijlers, waaronder de pijler ’Bereikbaarheid en Mobiliteit’. Daarnaast geeft de website actueel nieuws dat betrekking en/of effect heeft op de bereikbaarheid van Zuidas weer. 5. Ingezette social media is Linkedin, Facebook en Twitter. Dit geldt voor zowel de Green Business Club, Dienst Zuidas als Hello Zuidas. 6. Er zijn twee participantenvergaderingen van Hello Zuidas geweest (in februari en juli). Een belangrijk aandachtspunt in februari was hoe om te gaan met de bereikbaarheid tijdens de bouw van Zuidasdok. Deze vorm bleek efficiënter dan benadering op individuele basis en leidde bovendien tot een groter bereik. Er waren rond de 110 vertegenwoordigers van bedrijven aanwezig. 7. Ter gelegenheid van de publicatie van het duurzaamheidsverslag is in april een bijeenkomst met circa 150 deelnemers geweest van de drie Zuidas partijen. Momenteel vinden de voorbereidende overleggen en schrijfacties plaats voor het volgende duurzaamheidsverslag, waarin o.a weer aandacht is voor best practices op het gebied van mobiliteit en bereikbaarheid. 8. Er is een informatiebijeenkomst (15 mei 2014) geweest over bouw- en wegwerkzaamheden Zuidas. 9. Er zijn vijf vergaderingen geweest van het Beheeroverleg met een gemiddelde opkomst van 25 facility vertegenwoordigers van grote toonaangevende bedrijven, waarin o.a. aandacht was voor
8
10.
11.
12. 13. 14.
15.
16. 17.
18.
19.
Shared fleet, fietsparkeren, wegwerkzaamheden en oponthoud in verband met bouwwerkzaamheden. De Taskforce Bereikbaarheid heeft met een frequentie van 1 x per 6 weken vergaderd met gemiddeld 8 vertegenwoordigers van de leden/bedrijven die het Bereikbaarheidsconvenant hebben ondertekend. Er hebben daarnaast nog twee Zuidasdok specials voor hetzelfde gremium plaatsgevonden. Zeven uitgaven van Hello Zuidas magazine zijn verschenen, met elk minimaal 2 pagina’s over mobiliteit, bijvoorbeeld over een onderzoek over Het Nieuwe Werken, over hoe Zuidas medewerkers reizen, een overzicht van de elektrische laadpunten, het postcode-onderzoek, de NS business card, de Praktijkproef Amsterdam, etc. Er zijn individuele gesprekken gevoerd met bedrijven door alle drie de partijen: in totaal 16 adviesgesprekken. Twee keer heeft er een Programmaraad van GBC plaatsgevonden. In juni stond Zuidasdok op de agenda en de vergadering in november ging ook deels over mobiliteit (gemiddeld 25 deelnemers). Zes Mobiliteit labs hebben plaatsgevonden (gemiddeld 20 bezoekers per lab) om kennis uit te wisselen o.a. over car sharing, de bereikbaarheid van Noord-Holland Noord, Praktijkproef Amsterdam, MIRT (A7 – A8) en een gedragsanalyse onder forenzen. ORAM heeft het lobby traject voor de Zuidasboog gestart. ORAM en GBC bekijken in de tussentijd of er andere maatregelen op korte termijn kunnen worden genomen om bereikbaarheid vanuit Noord-Holland Noord te verbeteren met OV. Bedrijven zijn aan elkaar gekoppeld voor kennisuitwisseling over oplaadpalen en doorverwezen naar kennisbank Verkeer advies. Nieuwsbrieven (5 x) worden verzonden naar ruim 1000 leden en contacten van de Green Business Club. Hierin wordt veel informatie rondom mobiliteit gedeeld. Een van de nieuwsbrieven was een themabrief over bereikbaarheid en mobiliteit. 40 Best Practices zijn door partijen verzameld en worden gepubliceerd op de website van de Green Business Club. Er is een gebiedsplattegrond gemaakt die de weg wijst naar bedrijven en voorzieningen (tram/bus/metro haltes, NS Stations, parkeergarages, shared fleet auto’s, openbare weg) om de vindbaarheid en bereikbaarheid van Zuidas te vergroten. De kaart is verspreid via bedrijven, het station en hotels op de Zuidas en is op de website geplaatst. Uiterlijk in januari zal deze ook op abri’s in het gebied worden geplaatst. In HZ magazine is er iedere uitgave een pagina over sociale media, tweets en ander nieuws. Er wordt sinds januari 2014 ook draadloos wifi gefaciliteerd op Zuidas, zodat medewerkers nog gemakkelijker belangrijke apps kunnen bereiken en mede daardoor slimmer kunnen reizen. Bij de start was het aantal direct al 60 concurrent users (gelijktijdige gebruikers). Nu staat dat op 134. Er is inventarisatie gedaan hoe bereikbaarheid verder te integreren op social media. Op basis daarvan is besloten om in het 4e kwartaal een speciale Twitteraccount te beginnen specifiek voor mobiliteit gerelateerde berichten, @HZ_Mobility. Volgers verschillende social media: Resultaat social media Green Business Club Linkedin Twitter Website
Aanvang 0 172 1830
Nu 68 436 3661
9
Groei 6800 % 253 % 200 %
Hello Zuidas Facebook Linkedin Twitter Website 3.1.7.
600 750 500 2129
868 1293 1105 4388
145 % 172 % 221 % 206 %
Monitoring – Inzicht verkrijgen in ontwikkeling modal split en het verkeersbeeld.
Uit de verkeersstudie Zuidas 2013 is met een modal split van 32 % auto, 43 % OV en 25 % fiets gebleken dat het aantal mensen dat op de fiets of met het OV van/naar Zuidas gaat, hoger is dan in andere soortgelijke gebieden. De modal split van het gebied is dus gunstig, maar helaas nog lang niet voldoende. Immers, door de snelle stijging van de mobiliteit in combinatie met de ontwikkeling van Zuidas is de druk op het hoofdwegennet (HWN) evenals het stedelijk wegennet (SWN) gegroeid. Dit is dagelijks waar te nemen in Zuidas. Bij de op- en afritten van de A10 staat de doorstroming van het verkeer tijdens de spits onder druk en verliezen werknemers/bezoekers/klanten tijd om het gebied in en uit te komen. Ook is sprake van steeds vollere perrons en wordt het vinden van een plek voor de fiets lastiger. Nu al zijn er op station Zuid dagelijks 70.000 reizigers, naar verwachting stijgt dit tot 300.000 in 2030. Een eerste schouw bij de Amstelveenseweg in de ochtendspits rondom de aansluitingen op de A10 en de Boelelaan West, waaruit is gebleken dat de aanpassingen aan SWN tot betere doorstroming leiden, maar dat er met enkele quick wins nog verdere verbetering mogelijk is, is eind 2013 uitgevoerd evenals een fietstelling die begin 2013 is uitgevoerd bij de Beethovenstraat ter plaatse van de oversteek bij de Prinses Irenestraat. Uit deze telling is gebleken dat een aangelegde fiets by-pass voldoende in staat is om het fietsverkeer iets om te leiden om via een tunneltje onder de Beethovenstraat iets verderop het overige verkeer te ontlasten. In december zal nog een schouw worden uitgevoerd bij het kruispunt van de Boelelaan Oost en de Europaboulevard (inclusief de aansluiting op de A10 bij de s109-zuid). Daarnaast zullen fietsentellingen en een beknopt herkomst-bestemmingsonderzoek worden uitgevoerd rondom Station Zuid. Door het uitgevoerde postcodeonderzoek eind 2013 is er zicht op de modaliteit van medewerkers Zuidas, en op ontwikkelingen die zich hierin voordoen om zodoende maatregelen ten behoeve van een nog betere bereikbaarheid van Zuidas uit te voeren. Er is inzicht verkregen in: de verkeersdoorstroming op de Amstelveenseweg en de De Boelelaan west; overall inzicht in noodzakelijke en gewenste verbeteringen; in het functioneren van de fiets-bypass bij de kruising Beethovenstraat/Prinses Irenestraat. In het kader van Beter Benutten I wordt jaarlijks een postcodeonderzoek uitgevoerd. Meting van de effecten van de inspanningen van Beter Benutten I zijn nog niet bekend. De eerste meting is gedaan eind 2013 in de vorm van het postcode / mobiliteitsonderzoek. Deze meting zal wederom eind 2014 verricht worden. Dit geeft inzicht in de herkomst en bestemming van werknemers, maar onvoldoende inzicht in de achterliggende beweegredenen (gedragsanalyse) om er effectief op te kunnen sturen. Daartoe wordt het onderzoek uitgebreid (voortaan mobiliteitsonderzoek genoemd) om deze kennislacune op te vangen.
10
Eveneens eind 2014 is de Verkeersstudie 2014 uitgevoerd, waarvan de uitkomsten nog niet beschikbaar zijn. Ook dit onderzoek zal moeten uitwijzen of er een verschuiving in de modal split heeft plaatsgevonden. Zowel Taskforce Bereikbaarheid, Hello Zuidas als Green Business Club hebben hun zorgen gedeeld bij Dienst Zuidas en projectorganisatie Zuidasdok over het (duurzaam) bereikbaar houden van het gebied tijdens de uitvoering voor Zuidasdok en de gebiedsontwikkeling van de flanken. Medio 2014 is er op initiatief van de Zuidasdok projectorganisatie de Klankbordgroep Zuidasdok opgericht. Deze Klankbordgroep dient in de huidige fase vooruitlopend op de start van de aanbesteding om de omgeving te consulteren over Dok, bouwmanagement, verkeersmodel, EMVI criteria etc. Tijdens en na de aanbesteding (dus gedurende BB II) zal de Klankbordgroep blijven bestaan om te monitoren, signaleren en te toetsen. Het opvallende aan dit strategisch overleg is dat de Taskforce, Green Business Club Zuidas en Hello Zuidas gezamenlijk de drie belangenbehartigers zijn voor het bedrijfsleven in het gebied. In het overleg zijn zowel bestuurders van deze drie organisaties en van ieder een lid uit hun eigen achterban vertegenwoordigd.
4.
Effecten
De in hoofdstuk 4 besproken doelen hebben tot nu toe de volgende concrete effecten opgeleverd: In de samenwerkende partijen is mobiliteit stevig verankerd als hoofdelement van de activiteiten. De Taskforce Bereikbaarheid heeft als (enige) doelstelling een bereikbare Zuidas en met de 8 grote vertegenwoordigende bedrijven/instelling van Zuidas daarvoor bij de start zelfs een convenant ondertekend. Hello Zuidas heeft als een van de 4 pijlers ’bereikbaarheid & mobiliteit’. Met haar ruim 160 participanten heeft zij een breed platform om het onderwerp onder de aandacht te brengen. De Green Business Club heeft met haar 26 leden en specifiek het Mobiliteit Lab bedrijven die concreet met mobiliteitsideeën en –oplossingen aan de slag gaan. De Zuidas partijen vormen een sterke Mobility Community door hun stevige (PPS) organisaties met een brede achterban, waardoor zij niet alleen verder commitment kunnen creëren, maar ook de sense of urgency voor de gedeelde problematiek verder kunnen uitbouwen. Er is bij de bedrijven draagvlak voor het onderwerp en juist op de Zuidas realiseert men zich dat, gezien de ontwikkelingen op de Zuidas zoals de waarschijnlijke komst van het Zuidasdok, de toekomstige groei van bedrijven en woningen vraagt om effectieve bereikbaarheidsmaatregelen en ook het inzetten op gedragsverandering. Er zal de komende jaren zowel nieuwbouw gepleegd worden met gevolgen voor de doorstroming en aan het bovenliggend als onderliggend wegennet worden gewerkt. De samenwerkend partijen spelen in de communicatie daarover richting de werkgevers ook een belangrijke rol. Het draagvlak uit zich bijvoorbeeld in een initiatief van Accenture binnen het Beheeroverleg om met Facility managers van andere bedrijven in overleg te gaan over mogelijkheden om zonder commercieel doeleinde faciliteiten te delen, zoals kantoorruimte of parkeerplekken.
11