Projectplan Pilotproject Samen Wonen Jong en Oud in Krimpen aan den IJssel eerste projectfase Algemeen Het Projectplan bestaat uit de projectbeschrijving (deel I), een activiteitenplan en tijdsplanning (II) en de begroting (III).
I
Projectbeschrijving
PILOTPROJECT SAMEN WONEN JONG EN OUD IN KRIMPEN AAN DEN IJSSEL 1. Inleiding In de gemeente Krimpen aan den IJssel hebben de partijen betrokken bij Wonen, Zorg en Welzijn hun krachten gebundeld. De gemeente heeft zo‟n 29.000 inwoners. De vergrijzing ligt boven het gemiddelde in Nederland. De opgaven op het vlak van seniorenhuisvesting, welzijn en zorg zijn samengevat in het programma Woonzorgzonering 2007. Een van de opgaven die de komende jaren nadrukkelijk aandacht vraagt, is het aanbod Verzorgd Wonen. In het verlengde van de WMO en de filosofie van de „civil society‟ wordt daarbij gezocht naar mogelijkheden om door een combinatie van informele netwerken (mantelzorg en vrijwilligerswerk) en professionele netwerken, 24 uurs (on)geplande zorg ook te bieden via een buurtgewijze aanpak. Mede ook met het oog op vergroting van leefbaarheid in de buurt en versterking van de sociale cohesie. 2. Samen wonen jong en oud Vanuit deze gedachtegang is het plan ontstaan voor het uitvoeren van een experiment in een nieuwbouwproject met wonen voor meerdere generaties. De belangstelling hiervoor is aangewakkerd door presentaties van het Zorgberaad Midden Holland en de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting op 4 juni jl. tijdens een door het bestuur WZW georganiseerde werkconferentie over Verzorgd Wonen. De presentatie van het Zorgberaad Midden Holland ging over vernieuwende voorbeeldprojecten “Lebensraume fur Jung und Alt ofwel Samen Wonen jong en oud”. Het Zorgberaad is pleitbezorger van deze toekomstbestendige aanpak in Nederland. De SEV presenteerde de andere kant van het spectrum onder het motto “Samen voor ons eigen”, diverse voorbeelden van seniorencommunities. De SEV heeft aangegeven zeer veel waarde te hechten aan initiatieven gericht op meergeneratie wonen, mede vanwege de uit recent onderzoek gebleken preferentie van senioren voor een zo genormaliseerd mogelijke woonomgeving. In Duitsland is de vergrijzing ca 10 jaar „voor‟ op Nederland, maar ouderenhuisvesting en thuiszorg worden daar niet of nauwelijks van overheidswege georganiseerd of gefinancierd. Er wordt al langere tijd geëxperimenteerd met diverse woonvormen die anticiperen op de toenemende vraag naar (welzijns)voorzieningen, het afnemende aanbod vrijwilligers en tekorten aan betaalbare professionele zorg. Duitsland zoekt naar oplossingen voor de vergrijzing en vindt die onder meer in projecten die uitgaan van de informele netwerken en de informele onderlinge zorg (vrijwillig en betaald). De „Lebensraüme für Jung und Alt‟ in Vogt, Zuid Duitsland, ontvingen inmiddels diverse prijzen, waaronder de prijs „Soziale Stadt 2004‟. Geïnspireerd door het Lebensräume-concept is de Bondsregering een landelijk actieprogramma „Jong en oud‟ gestart. Daarmee worden in heel Duitsland ruim 400 gemeenschappelijke „woon-zorg-welzijn-projecten‟ opgezet. Uitgangspunten
1
hiervan zijn het samenleven van meerdere generaties, burenhulp en de gemeenschappelijke uitvoering van huishoudelijke diensten. Ook in Nederland is er de noodzaak om niet alleen te focussen op professionele oplossingen, maar tevens oplossingen te zoeken in het informele netwerk van mensen. Wat is kenmerkend voor de voorbeeldprojecten in Duitsland? De voorbeeldprojecten zijn woonleefgemeenschappen (sociale eenheden) met deels 55 plussers en deels jongeren / gezinnen. De kritische succesfactoren zijn: * Vasthouden aan verhouding jong en oud: via woningtoewijzing * Financiering van een moderator, een regisseur (een woon/welzijn/zorg-servicemedewerker) * Aanwezigheid van een algemene ruimte * Werven van bewoners, creëren van sociale eenheid: het samenlevingsopbouwaspect * Relatie met omwonenden In het geval van het voorbeeldproject in Duitsland wordt de algemene ruimte en de moderator 1 betaald uit de huuropbrengst van de woningen. In de gemeenschappelijke ruimte wordt een activiteitenprogramma aangeboden, maar er is ook gelegenheid om gewoon even te zitten, een praatje te maken ed. In de gemeenschap is sprake van informele zorg en diensten: klussen, tuin, oppas, administratie enz. Deze wordt zowel vrijwillig als betaald verricht. Er is geen sociale dwang tot participatie: circa 75% doet mee.
3. Nederlandse variant van Samen Wonen Jong en Oud Het Bestuur Wonen, Zorg en Welzijn in Krimpen aan den IJssel wil najaar 2007 starten met een experimenteel project gericht op samen wonen van jong en oud in een nieuwbouwcomplex, waarbij er sprake is van onderlinge dienstverlening en informele zorg. Het Krimpense project meergeneratie wonen is geïnspireerd door Duitse experimenten, maar zal geheel toegesneden moeten zijn op Nederlandse en lokale omstandigheden. Dit project zal in nauwe samenwerking met belangenorganisaties en burgers worden uitwerken. Van groot belang is dat de buurt / bewonerscommissie het initiatief omarmt en gezamenlijk met partijen mede vorm geeft. Het project draagt bij aan realisatie van de opgave Verzorgd Wonen in Krimpen aan den IJssel en bevordert intergenerationele zelfhulp: Subdoelen van het project: - Het project draagt bij aan het gemeenschapsgevoel en samenhang. Het appelleert aan de verantwoordelijkheid van de burger, o.a. m.b.t. mantelzorg, vrijwilligerswerk; - Uitstel van intramurale opname en zo lang mogelijk in een thuissituatie blijven wonen; - Ontlasting van de professionele zorg- en welzijnsverlening vanwege krimpende beroepsbevolking en de te verwachten krapte op de arbeidsmarkt; - Verbeteren van de kwaliteit van leven van ouderen (zingeving), diversiteit in woonomgeving, geen monocultuur; - Verbetering van de leefbaarheid in de buurt, versterking van de ontmoetingsfunctie in de wijk met behulp van een algemene ruimte en vergroting van de betrokkenheid van de bewoners bij de buurt door onderlinge informele zorg- en dienstverlening; - Verbinden van jong en oud. Onder meer in het advies van de WRR „De verzorgingsstaat herwogen‟, wordt aandacht gevraagd voor „nieuwe‟ tegenstellingen in de samenleving, zoals tussen de generaties. In de gemeente Krimpen organiseren de partners in wonen, zorg en welzijn als onderdeel van het woonzorgzoneringsprogramma, zogenaamde grijsgroenprojecten, die juist tot doel hebben jong en oud van elkaars kwaliteiten te laten profiteren. - Sluit aan bij uitkomst van lokaal woonbehoefteonderzoek onder senioren in Krimpen aan den IJssel uit 2005. Daaruit blijkt dat een deel van de senioren de voorkeur geeft aan
Gefaseerde projectaanpak
2
meergeneratie wonen boven wonen met leeftijdsgenoten. Uit recent landelijk onderzoek van VROM/SEV blijkt dit een algemene tendens te zijn. 4. Concrete locatie voor het opzetten van een project meergeneratie wonen: Nieuwbouw Bloemenbuurt-West Krimpen aan den IJssel beschikt over diverse locaties die zich lenen voor een project meergeneratie wonen. Er zijn twee varianten mogelijk: het project initiëren via een nieuwbouwproject of het concept „invlechten‟ in een wijk waar al veel senioren woonachtig zijn. De voorkeur gaat als eerste uit naar een nieuwbouwproject waarvan de uitvoering op korte termijn start, waar de woningtoewijzing nog (grotendeels) moet plaatsvinden en bewoners zodoende een bewuste keuze kunnen maken voor een jong-oudproject. De randvoorwaarden voor een invlechtmodel zullen tevens worden onderzocht als afzonderlijk projectonderdeel. Het beoogde project ligt in de Bloemenbuurt-West. Op de plaats waar nu nog 150 eengezinshuurwoningen staan, verrijzen vanaf 2008 in twee fasen ruim tweehonderd woningen in de huur- en koopsfeer. Het project wordt gebouwd in opdracht van QuaWonen. De sloop en nieuwbouw start in 2008. Het project bestaat uit 86 betaalbare huurwoningen (35 levensloopbestendige appartementen en 51 eengezinswoningen), 23 middeldure huurwoningen (14 eengezinswoningen en 9 levensloopbestendige appartementen) en 106 koopwoningen (levensloopbestendige appartementen en eengezinswoningen). Het realiseren van een ontmoetingsruimte voor bewoners en omwonenden maakt deel uit van het project (huurdeel, investering QuaWonen). Tevens zal de haalbaarheid worden onderzocht voor huisvesting voor kwetsbare doelgroepen in de sfeer van begeleid wonen (mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap, GGZ cliënten of jongeren uit de jeugdzorg). Daarnaast wordt bekeken of er een link kan worden gelegd naar de stimuleringsregeling Kleinschalig wonen in de wijk van het Kabinet. De ca. 25 terugkeerders (jongere gezinnen en senioren) hebben inmiddels een woning toegewezen gekregen. De toewijzing van de overige woningen zal in de eerste helft van 2008 plaatsvinden. Het project zal nadrukkelijk als meergeneratie wonen in de markt moeten worden gezet. Dat vraagt om een intensieve promotiecampagne, want het concept wonen voor jong en oud is in Nederland niet bekend. Ook moeten er met de Stadsregio Rotterdam afzonderlijke afspraken worden gemaakt over toewijzing op maat. De woningtoewijzing is een kritische succesfactor in het project. Voor het welslagen van het project zijn leeftijdsopbouw, leefstijlen en bereidheid tot onderlinge dienstverlening van vitaal belang. Onderzocht zal worden of het concept alleen voor de huurwoningen of ook bij de koopwoningen kan worden toegepast. De exploitatie van de ontmoetingsruimte en het inzetten van een regisseur voor (service) wonen, zorg en welzijnsdiensten maken deel uit van het experiment. Hier zal creatief moeten worden gezocht naar financiering- en beheerconstructies (waar ligt de grens tussen professionele- en informele inzet van menskracht). Hoe waarborgen we dat vooral de oudere tot het einde actief blijven participeren en verzekerd zijn van de juiste service, diensten en zorg.
Lokale inbedding. In de gemeente Krimpen aan den IJssel hebben de partijen betrokken bij Wonen, Zorg en Welzijn hun krachten gebundeld. De opgaven op het vlak van seniorenhuisvesting, welzijn en zorg zijn samengevat in het programma Woonzorgzonering 2007. Er is een Algemeen Bestuur Wonen, Zorg en Welzijn (bestuur WZW). De belangrijkste trekkers daarin zijn gemeente Krimpen aan en IJssel, woningcorporatie QuaWonen met ca. 4.300 woningen de grootste plaatselijk corporatie, het Meldpunt Krimpen/Capelle, de verzorgingshuizen Tiendhove (Zorgroep Rijnmond) en Crimpenersteyn (De Zellingen), de Seniorenraad, Zorgorganisatie Vierstroom Zorgring. Dit
3
bestuur ziet erop toe dat de opgaven uit het programma Woonzorgzonering ook worden gerealiseerd. Organisatie experiment Voor dit project wordt een projectgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de navolgende partijen: - Gemeente, QuaWonen, zorgaanbieder, vertegenwoordiger van belanghouders uit het WMO-beraad, Seniorenraad, Adviesraad QuaWonen, bewonersvertegenwoordiging, extern adviseur WZW (Zorgberaad Midden Holland). - De projectgroep zorgt voor regelmatige afstemming met leden van de programmagroep Woonzorgzonering/AB WZW en andere belanghouders (buurtbewoners, terugkeerders BBW) - Voor de projectleiding en een deel van de inhoudelijke ondersteuning wordt, een extern adviesbureau (Zorgberaad Midden Holland) in de arm genomen met een ruime expertise op het vlak van Wonen, Zorg en Welzijn., mits daarvoor de benodigde financieringsbronnen beschikbaar komen - Er wordt tevens subsidie aangevraagd voor realisatie van de woon/service/zorginfrastructuur en promotieactiviteiten (organisatie publiciteitscampagne, voorlichtingsactiviteiten etc.)
II
Activiteitenplan en projectplanning
Projectfasen: Het project doorloopt de volgende fasen: 1. voorbereidende werkzaamheden (september/ oktober 2007): regelen organisatorische randvoorwaarden - opzetten van de Projectorganisatie - uitwerken globaal projectplan, activiteitenplan en tijdsplanning - regelen financiële aspecten en subsidies aanvragen 2. Start van het project (begin november 2007): vaststellen van een uitgewerkt activiteitenplan, projectplanning en begroting 3. Uitvoering activiteitenplan (november 2007- 2010) Aktiviteitenplan Het project kent een bouwdeel waarvoor woningcorporatie OuaWonen opdrachtgever is. Daarnaast is er de sociale component, van het meergeneratiewonen. Hier is een groot aantal partijen bij betrokken, die zitting hebben in de projectgroep. Cluster Bouw Het bouwproces: dit verloopt in twee rondes en ziet er, uiteraard met de nodige armslagen, als volgt uit: e - 2 kwartaal 2008 start sloop woningen ste - 1 paal september 2008 voor het eerste nieuwbouwdeel (circa 60 woningen) - Opleverig november 2009 de - Najaar 2009 start 2 ronde - 2010 oplevering In het kader van het project zal er in het eerste kwartaal van 2008 nog een toetsing van toegankelijkheid van woningen en ontmoetingsruimte plaatsvinden. De projectplanning en de te zetten stappen in de sociale component is gekoppeld aan het verloop van de nieuwbouw van de 215 woningen.
4
Cluster Sociaal De sociale component richt zich op vorming van de meergeneratiewoongemeenschap, inbedding in de buurt, sociale cohesie en samenlevingsopbouw. De hoofdactiviteiten, tevens kritische succesfactoren van het project zijn: 1. Op een interactieve wijze het proces vormgeven met initiatiefnemers, potentiële deelnemers en buurtbewoners 2. Ontwikkeling en uitvoering van meergeneratiewonen met gemeenschappelijke elementen van informele zorg- en dienstverlening, en gezamenlijke activiteiten (gebruik ontmoetingsruimte). Tevens de relatie leggen met wijkontwikkeling en uitgaan van de kracht in de buurt en de kwaliteiten van de bewoners. Dit bestaat uit de volgende onderdelen: A. Uitwerking en invulling van de doelstellingen meergeneratiewonen met gemeenschappelijke elementen; B. Promotie en werving, selectie deelnemers en woningtoewijzing; C. Buurtbetrokkenheid en participatie; D. Samenlevingsopbouw deelnemers onderling en met omwonenden/ buurt: E. Bepalen rol Moderator; F. Bepalen functie en beheersvormen ontmoetingsruimte Sleutelmoment in de projectplanning is de toewijzing van de woningen die in de eerste ronde worden gebouwd. Qua Wonen gaat uit van uiterlijk juli 2008 voor de eerste bouwfase. Uitwerking Inhoudelijke thema’s Inhoudelijk komen de volgende onderwerpen aan de orde die nader zullen moeten worden uitgewerkt: A. Invulling doelstellingen Het gaat om de eerste invulling van richtlijnen voor deelname aan meergeneratiewonen met gemeenschappelijke elementen en om de profielbepaling van de deelnemers (wat is de gewenste bewonerssamenstelling). Dit is van belang voor de woningtoewijzing. De doelstellingen vormen een algemeen kader. Zij zijn niet te strak en geven ruimte voor nadere „eigen‟ invulling door de bewoners. Spelregels daaromtrent moeten worden vastgesteld. Tevens moet de juridisch vormgeving (zelfbeheer door bewoners) worden verkend en uitgewerkt. Dit onderwerp moet als eerste worden aangepakt B. Promotie, werving, selectie en toewijzing Ook dit onderwerp heeft hoge prioriteit. Dat heeft te maken met het feit dat QuaWonen, zo snel mogelijk uitsluitsel moet geven over de woningtoewijzing (uiterlijk juli 2008 voor eerste bouwfase). Ruim voor die tijd moet dus de informatie/ wervingsfolder gereed zijn. De planning is uiterlijk 1 maart 2008. In de komende maanden zal er een „werk-folder‟ of „dummy‟ worden ontwikkeld. Aandachtspunten voor aanpak en inhoud zijn onder meer te vinden in het verslag van het overleg met de SEV. Essentieel is hoe de gewenste samenstelling kan worden gerealiseerd (en behouden) en wat vindplaatsen zijn van deelnemers. Van belang is ook om bij de werving voor informele dienstverlening uit te gaan van de competenties en belangstelling van de aanstaande bewoners/vrijwilligers. C. Buurtbetrokkenheid en participatie Het project wil midden in de buurt staan en geen geïsoleerde eenheid vormen. Aangesloten zal moeten worden bij bestaande ontwikkelingstrajecten in de wijk en er zal gebruik gemaakt worden van (elders) opgedane ervaringen met zogenaamde capaciteitsgerichte buurtontwikkeling waarbij uitgegaan wordt van het zelforganiserend vermogen van wijken. Ook dit aspect moet op korte termijn worden opgestart D. Samenlevingsopbouw; 1. bewoners onderling: communicatie, participatie en gemeenschapsopbouw Als de woningen zijn toegewezen wordt met bewoners gecommuniceerd over mogelijke nadere invulling van het doelstellingenkader, het profiel van nieuwe bewoners uit de tweede wervingsronde en mogelijke aangepaste wervingsmethoden.
5
Het idee van zelfbestuur, participatie en autonomie moet inhoud krijgen en de bijbehorende juridisch vorm wordt ontwikkeld. De wenselijk en haalbaarheid komt aan de orde van het reeds eerder dan bij oplevering van de woningen op gang brengen van de informele zorg- en dienstverlening. Ten slotte worden functie en beheersvormen van de ontmoetingsruimte, alsmede functie en taakstelling van de moderator uitgewerkt; 2. met omwonenden/ buurt Er zal een werkvorm ontwikkeld moeten worden om de buurt bij het proces betrokken te houden. Ook met de omwonenden kunnen trajecten van informele zorg- en dienstverlening worden op gang gebracht. E. Moderator: bepalen rol/ functie en financiering In samenwerking met bewoners oriënteren op en bepalen van de rol en het profiel van de moderator. Het is een functionaris die zo min mogelijk van de deelnemers moet „overnemen‟ maar faciliteren waar nodig. Het zelforganiserend vermogen moet worden gestimuleerd. De moderator stimuleert en faciliteert waar nodig onderlinge zorg- en dienstverlening, alsmede het activiteitenaanbod in de ontmoetingsruimte. Voorzien moet worden in structurele financiering van de moderator F. Ontmoetingsruimte. In samenwerking met bewoners oriënteren op functie, beheer en exploitatie van de ontmoetingsruimte
Tijdsplanning Het tijdspad van de diverse inhoudelijke thema‟s voor de periode najaar 2007 tot juli 2009 ziet er als volgt uit: A. Invulling doelstellingen van het project (en projectorganisatie en randvoorwaarden) B. Promotie, werving, selectie en toewijzing C. Buurtbetrokkenheid en participatie D. Samenlevingsopbouw E. Moderator F. Ontmoetingsruimte
periode november 2007- januari 2008 eerste ronde: periode november 2007- juli 2008 periode november 2007 – juli 2008 periode juli 2008- juli 2009 periode juli 2008- juli 2009 periode juli 2008- juli 2009
De periode 2009-2010/2011 wordt later ingevuld. De voorstudiefase die met SEV middelen wordt uitgevoerd, betreft de uitvoering van de thema‟s A tot en met C en een voorbereiding op de onderwerpen D, E en F. Het tijdpad van de voorstudie is van november 2007 tot juli 2008. De subsidie van de stadsregio betreft de periode 2007 tot 1-2 2009
6
III
Begroting
Ontwikkel- en uitvoeringskosten Pilotproject Samen Wonen Jong en Oud Krimpen aan den IJssel Vooraf: laat u niet afschrikken door de hoge bedragen. Omdat wij in gesprek zijn met subsidiegevers en rekening hebben te houden met hun specifieke inhoudelijke voorwaarden hebben we ons goed verdiept in wat er in dat licht idealiter allemaal gedaan zou moeten worden en of de initiatiefnemende partijen die deskundigheden in huis hebben. Ons motto tot nu toe is; ‘gaan met de banaan’, want we geloven in ons project en ‘geld volgt kwaliteit’. Uitgangspunten: 1. Experiment Het gaat om een experiment. Het is nog nooit eerder in Nederland uitgevoerd. Er zijn hier geen voorbeelden of ervaringen. Bovendien begeven we ons op terreinen waar niet direct de kerncompetenties van de initiatiefnemers zitten (samenlevingsopbouw, sociale cohesie, buurtbetrokkenheid enz). Een experiment mag mislukken, maar je moet er alles aan hebben gedaan om het tot een goed einde te brengen. Dat betekent dat je in projectplanning zeer systematisch en grondig te werk moet gaan en de risico‟s op mislukken zo klein mogelijk moeten worden gehouden. De begroting heeft daarom meer het karakter van een maximumvariant dan een minimumvariant. 2. Externe financiering De begroting is erop gebaseerd dat de initiatiefnemers vooral eigen uren inzetten en dat de overige kosten extern worden gefinancierd. Gezien de intensiviteit en complexiteit van het project zal er in de praktijk ook extra inzet van uren door projectdeelnemers worden gevraagd want we beginnen aan een „flinke klus‟. Er is daarom bewust voor gekozen om in deze „vliegende start‟-fase niet om geld te vragen aan de initiatiefnemende partijen. Te verwachten antwoorden zouden zijn: „ik wil wel, maar dan moeten andere partijen ook bijdragen‟; „het draagvlak voor het project in onze organisatie moet nog worden vergroot, we zijn nog niet zover‟; „dit jaar kunnen we geen middelen meer vrijmaken, maar misschien volgend jaar‟ enz. Kortom, die discussie zou in deze fase belastend en vertragend werken, maar dat neemt niet weg dat in het vervolg we deze discussie moeten aangaan. Zeker als subsidieverstrekkers dit als voorwaarde stellen en of we minder extern gefinancierd kunnen krijgen. 3. Subsidiënten De begroting is gemaakt om subsidiegevers een totaalplaatje te geven „wat er allemaal in het project gebeurt/ gebeuren gaat en er financieel omgaat‟. Bovendien moet van iedere subsidiegever diens specifieke inhoudelijke „hang-ups‟ in de projectbegroting zijn verwerkt. Daarnaast leert de ervaring dat het soms makkelijker is om 100.000 euro te „vangen‟ dan een bedrag van 10.000. Dit is een extra argument geweest om niet te behoudend (zuinig) te begroten. Hetgeen niet uitsluit dat het voor minder zou kunnen en wellicht ook zal moeten. 4. Een ‘eerste’ begroting. Deze begroting is onder grote tijdsdruk gemaakt ivm gestelde termijnen van subsidiegevers. Daarnaast is het een meerjarig project, waarvan nog niet alle facetten en stappen te overzien zijn: hoe verder weg des te minder duidelijkheid en groffere schattingen. Een en ander betekent dat de begroting, met name waar het om 2009 en 2010 gaat, een wat handgewogen karakter heeft. De begroting zal (mede op grond van voortschrijdende inzichten) in de komende tijd moeten worden verfijnd en of bijgesteld. Wèl is duidelijk dat in ieder geval de komende 6 maanden er veel menskracht nodig zal zijn en dat er keihard aan getrokken zal moeten worden.
Samenvattend: de begroting heeft een hoog tactisch/ strategisch gehalte en een zeer voorlopig karakter.
7
2007 CLUSTER BOUW Planontwikkelingkosten Sloop- en bouwkosten:
?
2010
?
3.000 2.000 80.000
Overige bouwkosten totaal
A. Projectleiding en projectadvisering; projectorganisatie - personele kosten* (48 dagdelen 2007; 200 in 2008; 150 2009 100 2010) - administratieve kosten B. Promotie, werving en selectie - personele kosten QuaWonen - Activiteiten, materialen en administratieve kosten C. Buurtbetrokkenheid, communicatie en participatie - personele kosten QuaWonen - Activiteiten, materialen en administratieve kosten D. Samenlevingsopbouw - personele kosten (40 dagdelen/ 28/16) - Activiteiten, materialen en administratieve kosten E. Coördinator - personele kosten invulling en functieomschrijving coördinatorfunctie 8 dagd. - kosten moderator F. Ontmoetingsruimte - Opzet organisatie en exploitatie algemene ruimte 10 dagdelen - activiteitenkosten Totale kosten ‘sociaal’
2009
?
Overige bouwkosten - toegankelijkheidstoets algemene ruimte en omgeving - toetsing levensloopbestendigheid van eensgezinswoningen en vaststelling aanpasbaarsheidskosten - inrichtingskosten algemene ruimte (onrendabel QuaWonen)
CLUSTER SOCIAAL
2008
5.000
80.000
2007
2008
2009
2010
21.250
88.540
66.400
44.270
150
1.540 pm 9.500
pm 2.500
pm 1.250
pm 1.250
17.710 850
11.270
7.080
25.000
25.000
4.000 110.420
4.000 80.350
3.540
4.430
21.400
127.360
De totale kosten bedragen circa 340.000 over de periode najaar 2007 tot en met 2010 * de personele kosten zijn bestemd voor projectleiding (procesbegeleiding) en projectadviseurschap (inhoud) in de urenverhouding van naar verwachting circa 30% voor projectleiding en 70% voor inhoudelijke ondersteuning. Het takenpakket voor beide functies zal nader worden uitgewerkt. Van alle inhoudelijke aspecten zal in verband met overdraagbaarheid van het project (kennisdelen) een handreiking worden vervaardigd.
8
Beoogde dekkingen In het financieringsplan wordt uitgegaan van dekkingsmogelijkheden bij de volgende subsidiënten: Stadsregio : 67.500 kosten najaar 2007 en 2008 SEV : 14.300* najaar 2007 en medio 2008 Oranjefonds : 45.000(2X) 2008, 2009 Sluyterman v Loo : 47.500 (2X) 2008, 2009 VWS/VROM : 100.000 totaal 2008, 2009 en 2010 Overige mogelijkheden: VSB fonds. Bij ieder subsidieaanvraag zal zo mogelijk een deel van de kosten voor projectleiding en projectadvisering worden doorberekend. Stand van zaken financiering: - Stadsregio: De besluitvorming van de stadsregio is uiterlijk 19 december 2007 bekend. - SEV*: Er is sprake van 14.300 incl btw en hulp van een deskundig communicatiemedewerker van de SEV voor de onderdelen communicatie en promotie. In overleg in te vullen qua aantal uren. Dit is nog niet formeel toegekend maar zeer kansrijk. Besluitvorming vindt plaats op 6 november. Middelen en menskracht moeten worden ingezet voor een zogenaamde voorstudie die in juli 2008 moet worden opgeleverd. Zie de bijlage over de SEV. De SEV springt zuinig met haar geld om maar waar nodig, behoren extra opdrachten nog tot de mogelijkheden. Ook voor evaluatie en of kennisdelen zou geld beschikbaar kunnen komen. - Oranjefonds** Er zijn contacten met het Oranjefonds, maar de aanvraag is nog niet ingediend. Er moet gerekend worden op een besluitvormingsperiode van circa 6 weken. - Sluyterman van Loo Er is een „vooraanvraag‟ ingediend bij de Stichting Sluyterman van Loo; in de loop van december horen we of er een definitieve aanvraag kan worden ingediend. - VWS/VROM Op 31 oktober heeft er een gesprek met VWS/VROM plaatsgevonden. De inhoudelijke interesse voor het project was groot. Binnen VWS bestaan er echter weinig/ geen budgetten voor innovaties, maar men zal bezien of er toch wellicht nog wat mogelijk is. Ook zal een lijntje naar afdeling „wijkontwikkeling‟ van VROM worden gelegd. Rond 15 november verwachten we meer te horen. Tenslotte gaf VWS aan dat er nog extra middelen naar gemeenten gaan in verband met een onderbesteding van de rijkspot “250 euro iedere mantelzorger”. Dekkingsoverzicht 2007-2010 De vetgedrukte bedragen zijn „zeer waarschijnlijk‟
nodig Dekking - stadsregio - SEV - Oranjefonds - St Sluyterman - VWS/VROM totaal
2007/2008 148.760
2009 110.420
2010 80.350
25.000 tot 67.500? 14.300* 45.000 47.500 ? 39.300
45.000 47.500 ? -
? -
Totaal 339.530
39.300
9