DOMOTICA in Krimpen aan den IJssel
Van mei tot en met juni 2012 hebben studenten van de Hogeschool Rotterdam een onderzoek gedaan naar de stand van zaken van het gebruik van domotica in de gemeente Krimpen aan den IJssel. Dat was op verzoek van de WMO-adviesraad en het Seniorenplatform van Krimpen aan den IJssel. Dit is een samenvatting van het onderzoek en de conclusies, die de studenten hebben aangeboden op 3 juli 2012.
1 2 3 4 5 6
Voorwoord Plan van aanpak Conclusies Adviezen Toekomst Verder beleid 14
blz 3 3 4 11 12
Juli 2012 M.A.Tromp – de Graaff, lid WMO-adviesraad 2
1 Voorwoord In de herfst van 2011 heeft de gemeente Krimpen aan den IJssel aan het Seniorenplatform en de WMO-adviesraad beleidsstukken aangeboden. Daarin werd geen melding gemaakt van aanpassingen in huis door middel van domotica. Domotica wil letterlijk zeggen: elektronica in huis. (Domus = woning +telematica) Dit werd als een gemis ervaren. Daarom hebben beide instanties een commissie gevormd die als opdracht kreeg: nagaan of een onderzoek door studenten van de Hogeschool Rotterdam op dit gebied tot de mogelijkheden behoort. In wisselende samenstelling hebben in deze commissie gezeten: Namens het Seniorenplatform: Riet Drost en Jo Jeurissen Namens de WMO-adviesraad: Aart Pool, Willem Jan Jolink, Marjan Tromp en Henk van der Sijden. Deze commissie heeft namens deze instanties ook de opdracht tot het onderzoek gegeven. Na oriënterende gesprekken is er een plan van aanpak geschreven en zijn er 2 projectgroepen studenten gevormd, elk bestaande uit studenten Ergotherapie en studenten van de opleiding Gezondheidszorg Technologie. Deze combinatie is gemaakt om met verschillende kennis te kijken naar de opdracht. De gemeente heeft aangegeven de resultaten van dit onderzoek af te wachten. Er zal een advies geformuleerd worden dat naar B en W gestuurd zal worden.
2 Plan van aanpak In het plan van aanpak heeft de commissie een hoofdvraag met daarbij vier deelvragen geformuleerd. Daarnaast is in het plan van aanpak beschreven op welke wijze de commissie tot de vaststelling kwam hoe het onderzoek uitgevoerd moest worden en welke grenzen daarbij gesteld zijn. De hoofdvraag luidt: Wat is de stand van zaken en wat zijn de mogelijkheden in de gemeente Krimpen aan den IJssel op het gebied van domotica, wat betreft mensen met een beperking? De vier deelvragen luiden: 1. Wat doet de gemeente op dit moment om het gebruik van zorgdomotica te stimuleren, en wat kan zij nog meer doen om het gebruik van domotica te stimuleren? 2. Wat doen en willen de zorgaanbieders nu met domotica? 3. Wat is de stand van zaken met betrekking tot domotica in beleid en uitvoering van de bouw van levensloopbestendige woningen? 4. Welke mogelijkheden biedt het aanwezige glasvezelnetwerk thans en in de toekomst voor toepassingen op dit terrein? Voor het verkrijgen van de nodige informatie zijn bronnen geraadpleegd. De projectgroepen hebben dit op de volgende manieren gedaan: *Literatuuronderzoek
3
De projectgroepen hebben via literatuuronderzoek onderzocht wat er mogelijk is met domotica. Alle mogelijke middelen zijn gebruikt om een zo uitgebreid mogelijk literatuuronderzoek te krijgen. Zij hebben ook gezocht in de databases die vanuit de Hogeschool Rotterdam beschikbaar zijn. Dit laatste heeft geen resultaten opgeleverd. *Interviews De commissie die de opdracht gaf, leverde de contactgegevens aan van de vooraf aangegeven partijen die benaderd dienden te worden. Dit waren vooral zorgaanbieders, het meldpunt, de gemeente en woningcorporaties. De instellingen zijn door de projectleider van de Hogeschool benaderd om een afspraak te maken voor de interviews. De partijen zijn gevraagd naar hun activiteiten en plannen op het gebied van domotica. Eén projectgroep van de studenten heeft een workshop bijgewoond, gegeven door een zorgverlener. De andere projectgroep heeft een rondleiding gehad door een nieuwbouwproject van een woningcorporatie. *Voorgaande/lopende projecten Uit voorgaande onderzoekprojecten kon informatie worden gehaald om het huidige project te verfijnen. Bijvoorbeeld de opzet van het plan van aanpak. Op deze manier was de commissie er zeker van dat geen belangrijke informatie onbenoemd bleef. *Enquêtes bij babyboomgeneratie Aangezien er naar de mening van één projectgroep te weinig informatie was over de behoefte van de doelgroep, is besloten om een enquête te houden onder mensen van 55 jaar en ouder. Er is een enquête opgesteld. De doelstelling was om 20 enquêtes af te nemen. Dit doel is gehaald. De conclusies van dit kleinschalige onderzoek zijn: Veel mensen maken op dit moment al gebruik van digitale techniek en domotica. Ruim 75% staat open voor het gebruik van domotica. Maar het grootste deel wil zijn of haar huis niet anders inrichten om domotica te kunnen gaan gebruiken. Wel zijn de meeste mensen bereid om geld te investeren in domotica en om de nieuwe vaardigheden, die bij het gebruik van domotica noodzakelijk zijn, aan te leren. Het aanleren van nieuwe vaardigheden en de aanschafkosten worden gezien als groot nadeel van domotica.
3 Conclusies Conclusie Projectgroep 1 Met het oog op een juiste en kansrijke invoering van de zorgdomotica worden de onderstaande adviezen gegeven. Ze zijn ontstaan uit het veldonderzoek in de gemeente Krimpen aan den IJssel. De geïnterviewde zorgaanbieders hebben vanwege de aard van hun werk veel contact met de toekomstige gebruikers van zorgdomotica. Om deze reden is het van belang om via hen na te gaan wat op het gebied van zorgdomotica de stand van zaken is in Krimpen aan den IJssel en wat volgens hen verbeterd kan worden. Het onderzoek en daarmee de conclusies en het advies zijn dan ook gebaseerd op interviews met de zorgaanbieders en met andere organisaties uit het veld. 1. Overtuigen van het gebruik van zorgdomotica Uit de interviews met de zorgaanbieders kan de conclusie worden getrokken dat zorgdomotica gewenst is in Krimpen aan den IJssel. De organisatorische aspecten moeten echter nog vorm krijgen. Wanneer de zorgdomotica op een georganiseerde wijze wordt geïmplementeerd zal de gemeente van Krimpen aan den IJssel bereid zijn om gebruik te maken van zorgdomotica. Het advies is dan ook op dit punt gericht. 4
De zorgaanbieders geven zelfs unaniem aan dat zorgdomotica van belang is in Krimpen aan den IJssel. Mensen willen zolang mogelijk thuis blijven wonen ondanks een beperking. Mantelzorgers dreigen overbelast te raken. De zorgkosten worden steeds hoger door de vergrijzing en de samenleving moet ook gaan bezuinigen op de zorg. Dit heeft tot gevolg dat er allerlei soorten creatieve mogelijkheden worden gezocht en gevonden om deze problemen op te vangen. Men ziet over het hoofd dat zorgdomotica hier ook veel aan kan bijdragen. Men kan met behulp van zorgdomotica langer thuis blijven wonen en mantelzorgers zullen meer gerust gesteld zijn, doordat bepaalde handelingen worden opgevangen door de zorgdomotica. En omdat men langer thuis kan blijven wonen, zal dit voor de overheid en de gemeente ook in financieel opzicht gunstig zijn. De zelfredzaamheid van de betrokkene wordt enorm vergroot en dit verbetert de kwaliteit van leven. Uiteindelijk is dit wat iedereen voor ogen heeft. 2. PR en voorlichting Bij het veldonderzoek is meerdere malen naar voren gekomen dat het bestaan van zorgdomotica meer bekendheid moet krijgen. Om het gebruik van zorgdomotica te stimuleren moet de gemeente zich richten op de communicatie naar de eventuele gebruikers toe. De gemeente moet er voor zorgen dat er voldoende informatie over zorgdomotica beschikbaar is en dat de gebruikers adviezen kunnen krijgen over hoe zij zorgdomotica kunnen en moeten gebruiken. Er moet ook informatie aan alle betrokkenen worden gegeven, dit wil zeggen naast de eventuele gebruikers ook aan de mantelzorgers, vrijwilligers, zorginstellingen, woonorganisaties, huisartsen. Daarnaast moeten er ook voorlichtingen, cursussen en bijscholingen worden gegeven, zodat de zorgdomotica op de juiste manier wordt toegepast. De kennis over zorgdomotica ontbreekt bij de meeste instellingen en bewoners. Er moet dus meer publiciteit komen op dat gebied om de kennis van de verschillende zorgaanbieders en mogelijke gebruikers te vergroten. Dit, zodat zij weten wat de zorgdomotica kan bieden en hoe die ingezet kan worden. Dit is van belang omdat zorgdomotica veel kan betekenen voor de kwaliteit van leven en de zelfredzaamheid van de cliënt vergroot. Door onwetendheid, gebrek aan kennis, angst voor het onbekende van de technische ontwikkelingen, en het gevoel dat het wel goed is zoals het is, kan zorgdomotica niet goed in de markt liggen. Om deze reden is het van belang om een goede PR te organiseren. Hiermee wordt bedoeld dat zorgdomotica, zoals al eerder is aangegeven, meer bekendheid moet krijgen. Het organiseren van de bevordering van deze bekendheid moet op een doordachte manier gebeuren. Er moet op de juiste locaties informatie worden gegeven en op de goede manier. Deze moet aangepast zijn aan de doelgroep. Wanneer zorgdomotica meer bekendheid krijgt zal er ook meer animo voor zijn en zal dat de implementatie vergroten. Als de Gemeente Krimpen aan den IJssel kan bijdragen aan deze aspecten, zal de vraag naar domotica groeien, waarna de gemeente kan inspelen op deze groei van de verschillende behoeften. 3. Implementatie Om zorgdomotica te laten slagen is het van belang om een projectleider aan te stellen die zicht heeft op de ontwikkelingen en de zorgdomotica kan coördineren, zodat het uiteindelijk zijn juiste bestemming zal krijgen. Dit is een groot gemis op dit moment. Er is geen zicht op wie zorgdomotica aanbiedt en waar een persoon, die behoefte heeft aan zorgdomotica, terecht kan. Hiervoor is het in de eerste instantie belangrijk dat de professionals goed op de hoogte zijn van wat er speelt op de markt van de zorgdomotica, zodat wie er behoefte aan hebben beter geadviseerd kunnen worden. Wat een belangrijk aspect om in het oog te houden: zorgdomotica moet niet geforceerd gerealiseerd worden. Er moet goed de tijd voor worden genomen. Het is beter wanneer er van te voren goed wordt nagedacht hoe dit het beste aangepakt moet worden. Hierbij is de projectleider onmisbaar, 5
omdat er op deze manier een centraal punt is waar iedereen bij terecht kan voor nadere informatie en er tevens iemand is, die zicht heeft op alle ontwikkelingen. Wanneer zorgdomotica zal worden ingevoerd is het van belang dat de gebruikers hierbij een goede begeleiding krijgen. Gezien het feit dat het overgrote deel van de gebruikers van zorgdomotica ouderen zullen zijn, is extra goede begeleiding gewenst op dit gebied. Veel ouderen zijn niet opgegroeid met technische ontwikkelingen zoals de I-pad, laptop, enzovoort. Ouderen overschatten het gebruik van zorgdomotica of gaan er vanuit dat ze er niet veel van zullen begrijpen, en dat houdt ze al tegen om er gebruik van te maken. Een goede begeleiding is hierbij van zeer groot belang. De begeleiding zal extra aandacht en tijd vragen, maar dit zal vervolgens zijn vruchten afwerpen. 4. Aansluiting aan de behoeften Het is belangrijk dat zorgdomotica gebruiksvriendelijk moet zijn en de kwaliteit van leven bij wie er behoefte aan heeft, moet vergroten. Dit aspect van ‘aansluiten op de behoeften’ lijkt vanzelfsprekend, maar uit het veldonderzoek is gebleken dat de zorgdomotica in veel gevallen vanuit de techniek is ontstaan en daarom niet aansluit bij de behoeften van de gebruikers. Terwijl dit juist een belangrijk aspect is. De gebruikers zullen namelijk gebruik maken van zorgdomotica, wanneer dit is aangepast aan de behoeften. Wanneer de zorgdomotica vanuit de behoefte van de gebruikers ontstaat, dicht men een groot gat van onzekerheid. Wanneer de zorgdomotica goed aansluit bij de wensen van de gebruiker, zal het breder gedragen worden. Dit betekent dat er meer vraag naar komt. Organisatie "Vierstroom" is nu veel bezig met deze aansluiting aan de wensen van gebruikers. Dit doet zij door workshops, waarin wordt uitgelegd wat zorgdomotica is en welke mogelijkheden er zijn, enquêtes, interviews en 1 op 1 gesprekken met de gebruikers. De projectgroep heeft ook een workshop bijgewoond. 5. Samenwerking tussen instanties en gemeente Uit het veldonderzoek is naar voren gekomen dat een goede samenwerking tussen verschillende professionals, instanties en de gemeente uiterst belangrijk is. Dit omdat zorgdomotica dan vanuit verschillende kanten wordt benaderd. Het moet wel zo zijn dat het door één organisatie of instantie wordt ingevoerd. Het moet breed gedragen worden en er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt, zodat er geen onduidelijkheden zijn. Uit het veldonderzoek is al naar voren gekomen, dat het vroegere project over zorgdomotica vanuit de gemeente waarschijnlijk niet in stand kon blijven, omdat niet iedereen hierover is benaderd om zijn of haar inbreng te geven. Om deze reden kan er geleerd worden van het verleden en juist nu de verschillende professionals, instanties en gemeenten de handen ineen slaan om zorgdomotica in te voeren op een organisatorisch verantwoorde manier. Hoe dit kan worden vormgegeven moet nog worden uitgedacht. Er zijn wel suggesties gedaan vanuit de praktijk op dit vlak. Zo wordt er aangegeven dat er multidisciplinaire overlegd moet worden en dat er een projectleider moet worden aangesteld die zicht heeft op de ontwikkelingen die plaatsvinden. Waar men wel voor moet waken is dat er niet ‘óververgaderd’ wordt. Hier wordt mee bedoeld dat het doel goed voor ogen moet blijven en dat er vanuit de vergaderingen ook daadwerkelijk acties worden bedacht en uiteindelijk worden uitgevoerd. 6. Financiering In dit onderzoek zijn de financiën niet meegenomen. Dit is echter wel een belangrijk aspect dat bij zorgdomotica hoort. Het is namelijk erg prijzig. Er zal daarom ook een vervolgonderzoek moeten komen, waarin wordt onderzocht hoe de zorgdomotica gefinancierd moet worden en hoe andere gemeenten dit hebben opgelost. Daar komt wel bij kijken dat zorgdomotica op de langere termijn de 6
kosten er uit kan halen. Er moet namelijk rekening worden gehouden met het feit dat zorgdomotica werk uit handen zal nemen, wat uiteindelijk ook zal leiden tot kostenbesparing. 7. Glasvezel Zorgdomotica maakt gebruik van internet en telefonie. Dit kan via een draadloze provider worden gerealiseerd, maar dit brengt ook zijn nadelen met zich mee. Een provider kan namelijk niet de garantie bieden dat het draadloze netwerk altijd naar behoren functioneert en niet zal wegvallen. Door gebruik van glasvezel wordt dit risico verminderd, doordat er een vaste en stabiele internetverbinding is. Daarnaast heeft glasvezel de eigenschappen dat het sneller data kan overbrengen. Het beeld en geluid is van betere kwaliteit. Dit is van meerwaarde, omdat het zicht en gehoor van ouderen vaak verslechterd is. Doordat er al in de praktijk werd aangegeven dat er storingen zijn met KPN op het gebied van zorgdomotica, zou glasvezel hier een uitweg kunnen bieden om de storingen te verhelpen. Het advies is om de mogelijkheden met het bedrijf dat het glasvezelnetwerk biedt, te bespreken. Aan de hand daarvan kan een keuze worden gemaakt voor glasvezel of een draadloos netwerk. 8. Levensloopbestendige woningen In Krimpen aan den IJssel zijn weinig levensloopbestendige woningen. En de woningen die er zijn worden verzorgd door een externe partij. Het advies is om te onderzoeken wat de aanpassingen in deze woningen zijn en welke mogelijkheden er zijn wat betreft zorgdomotica. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat er aanpassingen aan de woningen moeten worden gedaan om zorgdomotica goed te kunnen implementeren. Er moet van tevoren onderzoek worden gedaan naar de aanpassingen die nodig zijn. Bij het bouwen van nieuwe woningen of het aanpassen van bestaande woningen moet hier dus rekening mee worden gehouden. Dit kan bijvoorbeeld door een plan op te stellen, waarin duidelijk beschreven staat wat er in een woning nodig is om zorgdomotica te kunnen gebruiken.
Conclusie Projectgroep 2 Vraag 1: wat de gemeente doet Wat doet de gemeente op dit moment en kan zij nog meer doen om het gebruik van domotica te stimuleren? Op dit moment wordt er vanuit de gemeente geen actief beleid gevoerd op het gebied van domotica. Voor de gemeente Krimpen aan de IJssel adviseert deze tweede projectgroep een beleid dat een combinatie is van de twee beleidswijzen die de gemeenten Helmond en Oosterhout voeren. Naar aanleiding van de adviezen die projectgroep 2 later in deze samenvatting voorstelt(zie 4 adviezen), wordt de gemeente geadviseerd om geld ter beschikking te stellen voor het gekozen plan om domotica te bevorderen. Daarbij kan de gemeente zelf de instellingen kiezen die ervoor in aanmerking komen om hieraan mee te werken. Omdat de ontwikkelingskosten van de software in eerste instantie hoog zullen zijn, zal dit een flinke kostenpost zijn. In de loop der jaren, als het systeem eenmaal stabiel draait, zullen deze echter drastisch afnemen, tot er nagenoeg alleen de kosten van de hardware overblijven. Bij inkoop van de hardware in grote hoeveelheden tegelijk zullen deze kosten per stuk relatief laag blijven en ook doorberekend kunnen worden aan de gebruiker. Hierbij kan de gemeente een iets hogere vraagprijs hanteren om zo de gemaakte kosten met de bijbehorende rente terug te winnen. Op lange termijn zou het mogelijk moeten zijn om de kosten van de ontwikkeling van de software op deze manier terug te winnen.
7
Vraag 2: Aanbod en visie zorgaanbieders Wat doen en willen de zorgaanbieders nu met domotica? Om meer duidelijkheid te krijgen over de mogelijkheden van de implementatie van domotica, was het belangrijk om te weten te komen hoe de zorgaanbieders in Krimpen aan den IJssel over domotica denken. Succesvol gebruik van domotica kan immers alleen gerealiseerd worden wanneer zorgaanbieders hiervoor open staan en willen investeren in het ontwikkelen van voorzieningen. Om dit duidelijk te krijgen heeft de projectgroep vijf interviews afgenomen bij verschillende instellingen in Krimpen aan den IJssel. Door het verschil in zorgaanbod was het belangrijk om de interviews te kaderen in gemeenschappelijke onderwerpen, waardoor de gewenste informatie verkregen kon worden. Daarnaast heeft de projectgroep ook een bezoek gebracht aan een appartementencomplex in Krimpen aan den IJssel. Hier heeft een medewerker van de SOR (Stichting Ouderenhuisvesting Rijnmond) een uitgebreide uitleg gegeven over één van hun nieuwste invoeringen van domotica. Samenvatting interviews Van de zes zorgaanbieders die we hebben benaderd is er een gelijke verdeling wat betreft het gebruik van domotica. Drie van de aanbieders zijn enthousiast over het nut van domotica. Bij deze instellingen wordt er intussen ook al gebruik van gemaakt. Twee van de instellingen hadden geen interesse voor het gebruik van domotica. Zij vonden het niet hun verantwoordelijkheid om domotica te verstrekken of er actief mee bezig te zijn. Van de laatste instelling was niet bekend waarom ze niet met domotica werkten. De geïnterviewde persoon had niet voldoende informatie om die vraag te kunnen beantwoorden. Vraag 3: ontwikkeling en beleid Wat is de stand van zaken in beleid en uitvoering van de bouw van levensloopbestendige woningen? Vraag 3 gaat over de huidige situatie in gemeente Krimpen aan den IJssel als het gaat om het beleid van de gemeente wat betreft levensloopbestendige woningen. Om deze vraag makkelijker te kunnen beantwoorden, is er gekozen om vraag 3 op te delen in 4 sub vragen. De 4 sub vragen zijn als volgt: 1. Welke doelgroepen maken momenteel gebruik van domotica? 2. Wat voor soort domotica word er normaal verwerkt in de levensloopbestendige woningen? 3. Hoeveel levensloopbestendige woningen zijn er op dit moment en hoeveel gaan er komen? 4. Welk beleid heeft de gemeente ten opzichte van domotica? Door deze 4 sub vragen te beantwoorden is er een duidelijk beeld gecreëerd als het gaat om domotica in de gemeente Krimpen aan den IJssel. 3.1. Sub vragen 1) Welke doelgroepen maken momenteel gebruik van domotica? Je kunt een woning pas levensloopbestendig maken als je weet wie in de woning gaat wonen. Daarom is er onderzoek gedaan naar verschillende soorten doelgroepen die baat hebben bij een levensloopbestendige woning. Momenteel maken de volgende doelgroepen vooral gebruikt van domotica: * Ouderen * Lichamelijk gehandicapten * Blinden en slechtzienden * Doven en slechthorenden * Mensen met een geheugenbeperking Ouderen zijn de grootste doelgroep die momenteel gebruikt maakt van domotica. Deze groep is dus een belangrijke factor in het beleid en de bouw van levensloopbestendige woningen. Ouderen gebruiken domotica voor bijvoorbeeld alarmering en beveiliging/inbraakpreventie. Daarnaast kunnen ouderen via domotica gebruik maken van de diensten van zorginstellingen en kunnen ze 8
dagelijkse taken vergemakkelijken door spreek- en luisterapparatuur. Omdat de nieuwe generatie ouderen meer bekend is met de huidige technologie, zal domotica steeds belangrijker worden in de toekomst. Lichamelijk gehandicapten zijn ook een belangrijke doelgroep die in het dagelijks leven gebruik maakt van domotica. Omdat ze veel dingen niet zelfstandig kunnen doen, vertrouwen ze op domotica voor de bediening van ramen, deuren, gordijnen, zonneschermen, etc. Verder gebruikt deze groep vaak domotica voor het communiceren met hulpverleners. Door er rekening mee te houden dat er lichamelijk beperkingen ontstaan, kunnen woningen meer levensloopbestendig gebouwd worden. Bijvoorbeeld door bij de bouw van de woning in de mogelijkheid van het inbouwen van een traplift te voorzien. Blinden en slechtzienden zijn een wat kleinere groep dan de eerste twee. Toch kan er rekening worden gehouden met deze groep door de mogelijkheid te geven voor het inbouwen van bijvoorbeeld spraakbesturing. Voor doven en slechthorenden geldt ook dat de installatie van verschillende apparaten, de levensloopbestendigheid van de woning sterk kan verhogen. Als laatst kan de levensloopbestendigheid van een woning verhoogd worden door het inbouwen van een centraal punt om apparatuur uit of in te schakelen. Dit heeft bijvoorbeeld effect op de lengte van de tijd waarin mensen met een geheugenstoornis alleen kunnen blijven wonen. 2) Wat voor soort domotica word er normaal verwerkt in de levensloop bestendige woningen? Om een betere indruk te krijgen over wat domotica is en wat een levensloopbestendige woning inhoudt, is er een onderzoek gedaan naar zowel domotica als naar al bestaande levensloopbestendige woningen. Domotica is op te delen in verschillende categorieën. De categorieën zijn als volgt: * Communicatie * Beveiliging * Overig Communicatie is een belangrijk aspect van domotica en het levensloopbestendig maken van een woning. Met communicatie wordt vaak video/beeldtelefonie bedoeld. Vaak kan dit soort telefonie worden gebruikt om contact te maken met een zorginstelling voor dagelijkse handelingen of bij een noodgeval. Dit betekent dat de levensloopbestendigheid van een woning sterk toeneemt. Ouderen kunnen bijvoorbeeld door middel van videotelefonie langer in een woning blijven wonen, omdat de kans op snelle hulp bij een ongeval sterk toeneemt. Beveiliging is ook een belangrijk aspect van domotica en het levensloopbestendig maken van een woning. Zaken zoals gas-, rook- en branddetectie dragen hier aan bij. Mensen die niet meer in staat zijn om zelf alarm te slaan tijdens een brand, kunnen op hulp rekenen van buitenaf. Ze kunnen dan langer zelfstandig in hun woning blijven wonen zonder bang te zijn of een gevaar te vormen voor de omgeving. Vaak krijgen ouderen ook een noodknop om hun pols zodat ze zelf alarm kunnen slaan, als ze bijvoorbeeld vallen en niet meer zelfstandig kunnen opstaan. Als laatste draagt domotica bij aan de beveiliging door middel van inbraakpreventie. Door videocommunicatie kunnen mensen zien wie er voor de deur staat. Verder zijn er veel dingen die door middel van domotica met een afstandsbediening kunnen worden bediend. Voor mensen met een bewegingsbeperking kan dit ook bijdragen aan de levensloopbestendigheid van een woning. Dingen zoals de verlichting, het openen en sluiten van deuren en de klimaat- en temperatuurinstellingen kunnen tegenwoordig met een afstandsbediening worden bediend. Dit maakt het niet meer noodzakelijk om gelijk naar een zorginstelling te verhuizen zodra de inwonende niet meer in staat is deze dingen handmatig te bedienen. 9
3) Hoeveel levensloop bestendige woningen zijn er op dit moment en hoeveel gaan er nog komen? Het aantal levensloopbestendige woningen in Krimpen aan den IJssel in de laatste jaren is natuurlijk een goede indicatie van de situatie als het gaat om het beleid ten aanzien van levensloopbestendige woningen. Een toename van levensloopbestendige woningen kan bijvoorbeeld wijzen op een vooruitgang in het beleid van de gemeente of de woningcorporaties. De hoeveelheid levensloopbestendige woningen in het jaar 2005 was 2142. Dit was ongeveer 19,5% van de totale woningvoorraad van 11000. In 2006 waren er 3183 levensloopbestendige woning in Krimpen aan den IJssel. Dit komt neer op 1041 meer levensloopbestendige woning dan in 2005. De verwachting werd toen gesteld, dat in 2020 er een totaal van 4883 levensloopbestendige woningen zal zijn. Er kan dus gezegd worden dat er progressie zit in de bouw van levensloopbestendige woningen in Krimpen aan den IJssel Maar dit zegt nog niets over wie verantwoordelijk is voor deze progressie. 4) Welk beleid heeft de gemeente ten opzichte van domotica? Uit de interviews blijkt dat de gemeente zich niet bezig houdt met beleid en uitvoering als het gaat om domotica in Krimpen aan den IJssel De gemeente vindt dat domotica de verantwoordelijkheid is van de inwoners zelf. Dit blijkt uit het volgende citaat uit een interview met een medewerker van de WMO. ‘’Momenteel is er geen beleid op het gebied van domotica en dit staat ook niet op de planning voor de toekomst. De gemeente Krimpen aan den IJssel is van mening dat domotica de verantwoordelijkheid is van de inwoners zelf.’’ Hieruit blijkt dat de gemeente niet van plan is om dit beleid in de toekomst aan te passen. De inwoners en woningcorporaties zijn dus zowel nu als in te toekomst verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoeveelheid woningen met domotica in Krimpen aan den IJssel. Conclusie vraag 3 Zoals te lezen bij sub vraag 4, heeft de gemeente om dit moment geen beleid als het gaat om domotica. De gemeente vindt dat domotica de verantwoordelijk is van de inwoners zelf. Ondanks dit gegeven blijft het aantal woningen met domotica in Krimpen aan den IJssel toenemen. Zoals te zien in sub vraag 3 zal de hoeveelheid woningen met domotica in 2020 meer dan verdubbelen tegenover 2005. Er zit dus wel degelijk vooruitgang in het geheel. Dit is vooral te danken aan de inwoners en de woningcorporaties. Vraag 4:Domotica en glasvezel Welke mogelijkheden biedt het aanwezige glasvezelnetwerk thans en in de toekomst voor toepassingen op dit terrein? Contact met de hele buurt. Naast de hoge snelheid is de open structuur van het glasvezelnetwerk een groot voordeel. Allerlei nieuwe providers kunnen diensten via het netwerk aanbieden. We staan dan ook aan het begin van nieuwe vormen van dienstverlening op het gebied van medische zorg, sociale veiligheid en communicatie. Zo zijn er ideeën over buurt-tv en plannen om kerkdiensten en bijvoorbeeld wedstrijden van de lokale voetbalvereniging uit te zenden. Online beveiliging. Glasvezel kan ook worden gebruikt voor het beveiligen van huizen. Met een alarmsysteem dat bestaat uit sensoren en camera's die zijn aangesloten op het glasvezelnetwerk, kan het huis overal in de gaten worden gehouden. Bij melding van brand of inbraak wordt de bewoner of worden bijvoorbeeld de buren direct gewaarschuwd. Zorg op afstand. Ook zorg kan via glasvezel. Philips komt binnenkort met zogenaamde biosensoren op de markt die verschillende stoffen in ons bloed kunnen meten. Via het glasvezelnetwerk kunnen de meetresultaten in laboratoria continu worden geanalyseerd. Zonder dat mensen naar het ziekenhuis of de huisarts hoeven te gaan. Via zogenaamde ‘zorg op afstand platforms’ houden specialisten nu al mensen met diabetes of een pacemaker in de gaten. Glasvezel maakt het ook veel gemakkelijker om röntgenfoto's en andere grote medische bestanden te versturen. Voor de ouderenzorg is beeldcontact met goede kwaliteit 10
een geweldige aanvulling. Het onderhouden van contact met senioren die zelfstandig thuis wonen, komt met glasvezel voor ons allemaal binnen handbereik. Conclusie vraag 4 Glasvezel is een heel geschikte oplossing voor veel problemen en een mooie methode om de laatste technologieën te kunnen voeden met een dataverbinding die daarvoor nodig is. Toch zien wij voor domotica nog geen noodzaak voor glasvezel. Het is simpelweg niet nodig omdat de huidig bestaande domotica goed kan functioneren op het al aanwezige netwerk en omschakeling te duur zou zijn. Voor de toekomst liggen er echter wel mogelijkheden. Dit zijn domotica-oplossingen waarbij een grote hoeveelheid data moet worden verzonden, zoals beeldbellen met een hoge resolutie. Daarnaast is draadloze technologie erg in opkomst en laten veel fabrikanten al zien dat dat de richting is waar zij op willen gaan, om niet gelimiteerd te zijn aan locaties. Eindconclusie groep 2 Uit het literatuuronderzoek, de interviews en de enquêtes is gebleken dat het gebruik van domotica binnen de gemeente Krimpen aan den IJssel nog aan het begin van de ontwikkeling staat. Het aanleggen van het glasvezelnetwerk biedt gezien de kwaliteit van de domotica niet meer capaciteit dan er al beschikbaar was, maar mogelijk kan dit toch het startsein voor de verdere ontwikkeling van domotica betekenen. Uit de voorgaande informatie is gebleken dat de instellingen die echt met domotica willen werken, hier al mee gestart zijn. Andere instellingen wachten af, zeker wanneer zij geen noodzaak zien om zelf actief met domotica te gaan werken. Initiatief wordt verwacht vanuit de gemeente, terwijl de gemeente een passief standpunt lijkt in te nemen en de verantwoordelijkheid bij anderen legt. Toch worden er al initiatieven waargenomen. De bouw van levensloopbestendige woningen heeft een grote sprong gemaakt en is bijna verdubbeld ten opzichte van 2005. Bij 2 instellingen is onderzoek gedaan naar en gestart met online hulpverlening en wordt dit steeds verder uitgebouwd. De woningstichting neemt een actieve rol in bij de verstrekking van domotica, maar lijkt hierbij meer te kijken naar welzijn dan zorgbehoefte. Uit de informatie kan geconcludeerd worden dat Krimpen aan den IJssel meebeweegt in de ontwikkeling wat betreft domotica. Door duidelijke afspraken te maken over wie verantwoordelijk is en wat de partijen van elkaar kunnen verwachten wordt voorkomen dat er onrealistische verwachtingen ontstaan.
4 Adviezen Advies Groep 1 Zorgdomotica kan voor de te verwachte problemen in de zorg een oplossing bieden. Zo kan een uitweg bieden bij het probleem dat mensen zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen en dat de mantelzorgers overbelast dreigen te raken. Tevens is er meer vergrijzing en is het voor de overheid ook gunstig wanneer mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dit kost minder geld en gezien de bezuinigingen zal dit een positieve ontwikkeling zijn. Zorgdomotica kan hier een positieve bijdrage aan leveren. De gemeente zal met de volgende punten rekening moeten houden en ondersteuning moeten bieden. * Implementatie: voor het implementeren van zorgdomotica moet de tijd worden genomen. Hier moet goed over worden nagedacht en de gebruikers moeten de tijd krijgen om te wennen aan het werken en leven met zorgdomotica. Hier moet een goede ondersteuning in zijn en de gebruikers moeten getraind worden, zodat zij weten hoe zij om moeten gaan met zorgdomotica. Daarnaast moet er een projectleider aangesteld worden die zicht heeft op de ontwikkelingen van zorgdomotica in Krimpen aan den IJssel.
11
*PR en voorlichting: de inwoners en instellingen van Krimpen moeten voorlichting krijgen over zorgdomotica. Hierdoor krijgt zorgdomotica meer bekendheid en zal er meer vraag naar zijn. * Aansluiten bij de behoefte van de gebruikers: wanneer zorgdomotica vanuit de behoefte van de gebruikers wordt toegepast zal het beter en vaker gebruikt worden door de gebruikers. Hierdoor kan er meer voordeel uit zorgdomotica worden gehaald. Deze behoefte kan worden gepeild door workshops, interviews en gesprekken *Samenwerken tussen instanties en gemeente: er zal meer samengewerkt moeten worden. In de huidige situatie ontbreekt dat volledig. Wanneer er goed samengewerkt wordt tussen meerdere professionals en zorgaanbieders (samen met de gemeente), wordt zorgdomotica vanuit verschillende kanten benaderd. Dit leidt tot een betere organisatie en minder onduidelijkheden. Financiering: dit aspect is in het onderzoek niet meegenomen, maar hier moet wel rekeningen mee worden gehouden. Het is vaak niet duidelijk hoe zorgdomotica gefinancierd moet worden en het gaat om grote bedragen. Daarom wordt er geadviseerd om nog een vervolgonderzoek te starten naar de financiering van zorgdomotica. * Glasvezel: door gebruik van glasvezel zal de kwaliteit van de internetverbinding verbeteren. Dit is belangrijk, omdat veel zorgdomotica met internet werkt. Het advies is om de mogelijkheden met het bedrijf dat het glasvezelnetwerk biedt, te bespreken. En aan de hand daarvan een keuze te maken voor glasvezel of een draadloos netwerk. * Levensloopbestendige woningen: uit het onderzoek is naar voren gekomen dat er aanpassingen aan de woningen moeten worden gedaan, om zorgdomotica goed te kunnen implementeren. Deze aanpassingen zijn nu nog niet duidelijk in kaart gebracht. Dit moet echter wel gebeuren om zorgdomotica toe te kunnen passen bij de mensen thuis.
Advies Groep 2 Naar aanleiding van de vermelde conclusies, die deze projectgroep heeft getrokken, wil ze het volgende advies uitbrengen: * Geadviseerd wordt dat de gemeente enerzijds actief in de begroting gelden vrijmaakt voor financiële bijdragen aan burgers, die behoefte hebben aan zorgdomotica, maar anderzijds passief wacht op aanvragen van burgers om daarvoor in aanmerking te komen. * De gemeente dient een duidelijk standpunt in te nemen aangaande het stimuleren van domotica. * Er dient een duidelijk beleid te komen betreffende de financieringsstromen voor de voorzieningen van domotica. * Een samenwerkingsverband tussen verschillende instellingen, zoals de gemeente, de cliënt, en de zorgverzekeraar, zou op lange termijn voordeel kunnen opleveren voor de zorg.
5 Toekomst Toekomst Groep 1 In het rapport wordt aangetoond dat er meer uit de zorgdomotica is te halen dan op dit moment wordt gedaan in de gemeente. De toekomst is veelbelovend, met de vergrijzing in beeld en de mate waarin zorgdomotica op dit moment wordt ontwikkeld. Wanneer de gemeente daadwerkelijk met zorgdomotica wil gaan werken en dit wil invoeren zal er nog verder onderzoek moeten plaatsvinden naar onder andere: * De wensen en eisen van andere gebruikers * De financiering van zorgdomotica * De aanpassingen aan de woningen, zowel bestaand als nieuwbouw * De mogelijkheden van zorgdomotica voor Krimpen aan den IJssel * Gebruik van glasvezelnetwerk of draadloos netwerk
12
* De bereidheid van de toekomstige gebruikers om domotica te gaan gebruiken en de knelpunten die daarbij naar voren komen De gemeente kan een belangrijke organisatorische rol spelen bij de invoering van zorgdomotica. Er zal veel samengewerkt moeten worden met andere organisaties.
Toekomst Groep 2 De projectgroep heeft een uitgewerkt plan als advies voor de toekomst. Het idee is om een systeem van ketenzorg op te zetten, waarbij verschillende zorgaanbieders samenwerken om een sluitend zorgaanbod te realiseren. Met behulp van tablets (bijvoorbeeld Ipad), en de applicaties (apps) daarop, kunnen cliënten contact zoeken met hun hulpverlener. Er kan sprake zijn van beeldbellen, maar ook van een opgenomen boodschap, waarbij cliënten op latere tijd een reactie krijgen. Zorgbehoeftige inwoners van Krimpen aan den IJssel zouden een tablet kunnen krijgen met daarop allerlei handige apps met verbindingen naar zorginstellingen. Dit met als doel dat mensen makkelijker kunnen communiceren met de zorgverleners en uiteindelijk langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. De projectgroep heeft nagedacht over de organisatie, financiën, draagvlak bij de doelgroep en de technische bijzonderheden. De organisatie Er wordt uit gegaan van een centraal punt in de organisatie. De verschillende zorgdisciplines zijn hier omheen gegroepeerd. Wanneer een cliënt zich aanmeldt voor zorg, wordt door de huisarts/ hulpverlener een aanvraag gedaan voor “zorg via tablet”. Bij het centraal punt wordt deze aanvraag in behandeling genomen door een arts. De aanvraag moet aan een aantal kenmerken voldoen: * óf indicatie voor thuiszorg * óf betrokken bij 2 andere disciplines De arts kan in het systeem aangeven welke zorg de cliënt ontvangt (zie stroomschema). Hierbij wordt automatisch de juiste app geactiveerd. Vanaf 2 disciplines per cliënt wordt langdurig gebruik van de tablet vergoed door de zorgverzekering. Bij minder is het de eigen keus van de cliënt om gebruik te maken van een tablet. Er wordt dan wel een eigen bijdrage gevraagd voor het vrijgeven van de apps of het ontvangen van een tablet. Cliënten die zelf beschikken over een tablet kunnen via een gebruikersnaam en wachtwoord apps downloaden voor de tablet. Alleen de apps die de cliënt nodig heeft, kunnen worden gedownload. Overige apps zijn niet toegankelijk, alleen bij verandering van de indicatie. Cliënten die zelf geen tablet hebben kunnen deze óf zelf aanschaffen, óf in bruikleen krijgen van het centrale bureau. Er wordt een borg gevraagd die gelijk is aan de aanschafwaarde van de tablet. Dit om diefstal te voorkomen. Mocht blijken dat de cliënt de tablet langer dan een jaar nodig heeft, dan komt de borg te vervallen en ontvangt de cliënt een nieuw exemplaar. Deze hebben ze dan dus gekocht van het centrale bureau. De gebruikte tablets kunnen hergebruikt worden bij cliënten die hen minder dan een jaar nodig hebben De cliënt heeft de keus tussen de aankoop van een eigen tablet of bruikleen/koop via het centrale bureau. De tablets die via het centrale bureau worden verstrekt zijn niet voor privé gebruik. Alleen de zorg-app draait hierop, die van te voren is geïnstalleerd op het centrale bureau. Doordat de tablet alleen geschikt is voor zorggebruik, kan deze via de zorgverzekering vergoed worden. Wanneer de cliënt na een jaar een eigen tablet moet aanschaffen voor de zorg, wordt dit vergoed, mits het eigen risico al verbruikt is.
13
De financiering De financiering komt vooral vanuit de verzekering. De verzekering heeft baat bij deze oplossing omdat de effectiviteit zal worden verhoogd. Daardoor zullen de kosten naar beneden gaan. Ook kunnen er groepsbehandelingen worden gegeven voor mensen die niet bij elkaar in de buurt wonen. De tablets zullen worden beheerd op een centraal punt. Op deze manier is er goed in beeld wie welke tablet heeft en voor hoe lang. Ook kan op deze manier de kwaliteit van de tablets gewaarborgd blijven. De gemeente zal ook een klein deel van de kosten voor haar rekening moeten nemen. Voor de gemeente is de ontwikkeling van de zorg positief voor het welzijn van de bewoners en het creëren van een goede naam.
6 Verder beleid voor WMO-adviesraad en Seniorenplatform: Dit document – een combinatie van de verslagen van beide studentengroepen – zal worden behandeld in de vergaderingen van beide raden. Daarna zal een gezamenlijk standpunt worden geformuleerd. Dit advies zal aan B en W worden verzonden. Wij zijn de studenten en de docenten van de Hogeschool Rotterdam erkentelijk voor het werk dat ze hebben gedaan. De contacten waren vruchtbaar en het heeft tot twee goede presentaties geleid. De andere kant van het verhaal is dat de studenten er ook veel van geleerd hebben. Dit document zal beschikbaar worden gesteld aan de geïnterviewden en belangstellenden. De volledige rapporten zijn ter lezing op te vragen bij mevr. M.A.Tromp – de Graaff, lid van de WMOadviesraad en de werkgroep domotica.
[email protected] , 0180 522828
14