Mytylschool Prins Johan Friso te Haren Onderwijscentrum De Springplank te Emmen
Profiel 2, VSO Activiteitengerichte Dagbesteding 1. Algemeen Dit onderwijs bereidt leerlingen voor op dagbesteding voor het wonen, werken en recreëren. Dit profiel bestaat uit de leerroute activiteitengerichte dagbesteding. Nabijheid van begeleiding is een vereiste. De leerling heeft namelijk onvoldoende bagage om vaardigheden geheel zelfstandig toe te passen. De leerling leert ervaringsgericht, weet handelingen, ruimte, personen en voorwerpen uit eigen ervaring te herkennen. De leerlingen bouwen een portfolio op en ontvangen certificaten, op grond van het doorlopen van de leerroute die voorbereidt op werken op dagbesteding. Ze verlaten uiteindelijk de school met een getuigschrift VSO. Na de VSO periode stroomt de leerling uit naar dagbesteding. Leerlingen worden, onder andere in profiel 2 geplaatst vanwege hun verstandelijke beperking. Cognitief niveau: IQ >35-<45. Daarbij wordt rekening gehouden met de bevorderende en belemmerende factoren zoals omschreven in het OPP. VSO: Eind niveau: niveau 9-11 op de CED ZML leerlijn. Bij leerlingen met profiel 2 speelt co morbiditeit vaak een rol. Deze co morbiditeit kan voortkomen uit een syndroom of een ziektebeeld, een beperking op zintuiglijk vlak, een stoornis in het autisme spectrum of een andere psychiatrische beperking.
Profiel 2, VSO Activiteitengerichte Dagbesteding 2. Leerling-kenmerken die van toepassing kunnen zijn Leerling-kenmerken: Algemeen Motorische beperkingen voortkomend uit verschillende ziektebeelden en syndromen Frequent sprake van co morbiditeit (tegelijkertijd hebben van 2 of meer stoornissen of aandoeningen in bijv. visus/gehoor/epilepsie/ASS) Zeer moeilijk leerbaar op sociaal- emotioneel gebied Matig tot slechte concentratie i.v.m. prikkelgevoeligheid (Zeer) weinig inzicht in consequenties van eigen gedrag Moeite met veranderingen Ontwikkeling gaat in kleine sprongen Voor sommige leerlingen geldt: Er kan sprake zijn van een geringe weerbaarheid en afhankelijk en/of angstig gedrag. Een aantal leerlingen heeft de neiging een eigen spoor te trekken, en verliest zich snel in opwinding of een eigen belevingswereld. Daarnaast kan de leerling egocentrisch in de wereld staan en kan er sprake zijn van onbereikbaarheid.
1
Voor leerlingen met dit profiel is het van belang dat de omgeving overzichtelijk en voorspelbaar gemaakt wordt. Dit houdt in: Ordenen van de omgeving en de lesstof Gebeurtenissen voorspelbaar maken De betekenis van dingen, gebeurtenissen, communicatie en omgangsregels duidelijk maken De te verrichten handelingen duidelijk voorzien van een begin en een eind Elke adequate gewenste handeling of adequaat gedrag bekrachtigen volgens leertheoretische principes Heel veel herhaling is noodzakelijk om tot leren te komen. Via dagelijks of wekelijks terugkerende gebeurtenissen ontstaat gewoontevorming. De leerkracht is model. De leerling leert door middel van voordoen/nadoen Enkelvoudige taken worden net zolang geoefend totdat ze beheerst worden Leerling-kenmerken: Zelfstandigheid Heeft ondersteuning nodig bij het uitvoeren van opdrachten Vertoont weinig zelfinitiatief en overziet gevolgen van eigen handelen vaak niet Kan eenvoudige, bekende enkelvoudige opdrachten/taken uiteindelijk in een bepaalde mate van zelfstandigheid uitvoeren Leerling-kenmerken: Zelfredzaamheid Kan een eenvoudige boodschap overbrengen Is aangewezen op taxi vervoer (is niet in staat om zelfstandig te reizen) Leerling-kenmerken: Mobiliteit Heeft, indien van toepassing, een hulpmiddel, waarmee hij/ zij zich zelfstandig kan bewegen Is aangewezen op taxivervoer (is niet in staat om zelfstandig te reizen) Leerling-kenmerken: Taakgerichtheid Kan gedurende korte tijd in een bepaalde mate van zelfstandigheid aaneengesloten blijven werken Kan enkelvoudige opdrachten aan, mits deze visueel ondersteund worden De leerling heeft regelmatig aansporing nodig Schakelen van de ene naar de volgende activiteit is mogelijk, mits dit goed van tevoren is doorgesproken en onder toeziend oog van de volwassene
Heeft (nauwelijks) transfer mogelijkheden van handelen bij bekende taken (op elke plek moet de vaardigheid eerst opnieuw worden onderwezen)
2
Profiel 2, VSO Activiteitengerichte Dagbesteding 3. (Ortho)Pedagogische aanpak Leerkrachtvaardigheden: Algemeen Er is een veilige leer- en werksituatie gecreëerd Er wordt respectvol met leerlingen omgegaan Er worden adequate omgangsvormen aan geleerd. Leerkracht past technieken toe om het zelfstandig handelen en denken te stimuleren Autonomie van de leerling wordt gestimuleerd Verwachtingen van de leerlingen worden steeds benoemd door de leerkracht Basisprincipes ten aanzien van structuur Er is een visueel dagprogramma Er worden routines opgebouwd, dingen gaan op dezelfde manier, dit geeft rust en veiligheid. Leerkrachtvaardigheden: Communicatie Taal is helder en eenduidig. Er wordt gebruik gemaakt van ondersteunende gebaren Figuurlijke taal wordt vermeden. Ironie en sarcasme wordt vermeden en leerkracht let op of grapjes goed begrepen worden Leerkrachtvaardigheden: Regels Er worden zo veel mogelijk non-verbale signalen gebruikt Regels en afspraken worden regelmatig herhaald Er is helderheid over wanneer welke maatregel wordt toegepast Leerkrachtvaardigheden: Positieve benadering / bekrachtiging Gewenst gedrag wordt regelmatig benoemd en bekrachtigd Negatief gedrag wordt zo mogelijk genegeerd, omgebogen of volgens protocol benaderd
Profiel 2, VSO Activiteitengerichte Dagbesteding 4. (Ortho)Didactisch aanbod Aanbod algemeen VSO: Mondelinge taal en schriftelijke taal, Rekenen/ Wiskunde, Leren leren, Leren taken uitvoeren, Leren functioneren in sociale situaties, Mens/ Natuur/ Techniek, Mens/ Maatschappij, Culturele oriëntatie/ Creatieve expressie, Bewegen/ Sport, Voorbereiding op dagbesteding , Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief Leerkrachtvaardigheden: Algemeen Er wordt lesgegeven volgens de volgende principes Dagprogramma wordt d.m.v. planbord doorgesproken Deel leerstof op in kleine overzichtelijke stappen. Maak individuele stappenplannen Visualiseer gedrag Pas positieve bekrachtiging toe Buig angstig en/of agressief gedrag om Pas het Activerende Directe Instructiemodel (ADIM) toe Versterk de taakoriëntatie. (een taak altijd aanbieden op dezelfde wijze) Geef lesovergangen duidelijk en tijdig aan (leerlingen moeten zich hierop voor kunnen
3
bereiden) Bereid leerlingen voor op vrije situaties. Bespreek – indien nodig - wat leerlingen dan gaan doen. (visualiseren tijd en activiteit door inzetten van een time timer en activiteitenrooster) Splits lesstof op in overzichtelijke deeltaken, waarbij er een opdracht per keer wordt gegeven Zorg voor kortere luistertijd en meer “doe tijd” Besteed veel aandacht aan motivatie Zorg voor goede afwisseling inspanning en ontspanning
Leerkrachtvaardigheden: Communicatie tijdens de instructie/ verwerking Maak gebruik van ondersteunende communicatiegebaren Maak contact Geef leerlingen voldoende bedenktijd (minimaal 10-20 sec wachten). Spreek de leerling bij de naam aan. Gebruik een stellende, directieve, maar neutrale wijze van communicatie. (gebruik woorden nu en praat in de ik-vorm tijdens de instructie) Ondersteun de mondelinge instructie met behulp van ondersteunende communicatie gebaren Zet, picto’s, stappenplannen, foto’s, film etc. dagelijks in om het leerproces te ondersteunen en de dagindeling te verhelderen Verduidelijk en visualiseer de leerstof en de opdracht tijdens de les meerdere malen. Veel herhaling is noodzakelijk! Ondersteun de mondelinge instructie visueel met behulp van schema’s, stappenplannen, filmpjes etc. Zorg voor een rijke, didactische leeromgeving. Maak gebruik van de computer en het digibord. Deze bieden veel structuur, zijn zelfcorrigerend en geven snel feedback. Controleer meerdere malen of de leerling snapt wat er van hem verwacht wordt, de leerling heeft moeite om een (groeps-) uitleg te begrijpen. (wat gaan we leren, laat de opdracht door de leerling verwoorden, wat moet je doen?,) Geef niet vanuit de verte instructie (de leerkracht is nabij de leerling en zorgt voor persoonlijk (oog)contact tijdens het geven van instructie). Leg geen tijdsdruk op bij het uitvoeren van opdrachten Controleer tijdens het werken regelmatig en begeleidt de leerling gedurende het proces. Bied materiaal/leerstof aan in verschillende modaliteiten; visueel, auditief, tactiel Bied leerstof/vaardigheden aan via praktijksituaties (VSO) die zo dicht mogelijk liggen bij de belevings- en ervaringswereld van de leerlingen Leerkrachtvaardigheden: Kennis Heeft kennis van leerlingen met een verstandelijke beperking Heeft kennis van de invloed van psychiatrische beelden bij leerlingen met een verstandelijke beperking Heeft kennis van verschillende syndromen en ziektebeelden en de daaruit voortkomende leer- en/of gedragsproblemen Heeft kennis van inzet digitale middelen bij motorisch, zintuiglijk en/ of communicatief beperkte leerlingen Leerkrachtvaardigheden: Klassenmanagement In de klas is een vast visueel dagrooster op het planbord Er is zoveel mogelijk rust in de klas De leerkracht neemt een centrale plek in
De leerkracht differentieert en bedient meerdere niveaugroepen
4
Profiel 2, VSO Activiteitengerichte Dagbesteding 5. Leerlingvolgsysteem en toetsing Binnen het VSO worden in januari methode onafhankelijke toetsen CITO ZML afgenomen. De toets resultaten zijn mede sturend t.a.v. het lesstofaanbod en de gestelde doelen in het OPP. Alle toets resultaten worden via het LOVS CITO gekoppeld aan Parnassys. Ze zijn terug te vinden in het OPP.
Profiel 2, VSO Activiteitengerichte Dagbesteding 6. Leerlijnen en methodes Onderwijs aanbod gerelateerd aan de kern leerlijnen (=speerpunten) en de belangrijkste methodes/materialen in schematisch overzicht Leerlijn CED ZML: t/m niveau 11 Sociale en emotionele ontwikkeling Leren functioneren in sociale situaties Lezen
Rekenen
Mondelinge taal
Leren leren Oriëntatie op persoonlijk toekomstperspectief
Onderdeel/items Jezelf presenteren Een keuze maken Opkomen voor jezelf Omgaan met gevoelens Ervaringen delen Aardig doen Omgaan met ruzie Alle leesvoorwaarden Boekoriëntatie Woord en tekstlezen Begrijpend lezen Begrijpend luisteren Getal Tijd in alledaagse situaties Meten en wegen Geld- en betaalmiddelen Communicatieve voorwaarden Passieve woordenschat Actieve woordenschat Woorden omschrijven Iemand iets vragen Iets zeggen tegen iemand Een gesprek voeren met een ander Sociale routines Denkrelaties Plannen en organiseren Taakaanpak Eten/drinken Vrijetijdsbesteding
Belangrijkste methodes/materialen Stip Ervaar het maar Doos met gevoelens LVS AuReCoOl
Veilig SVS Estafette Nieuwsbegrip Lezen moet je doen PC: Ambrasoft (ook spelling) Maatwerk PC: Ambrasoft Concrete materialen Schoolbordportaal (prenten)boeken STIP Groepslogopedie Kring gesprekken
Oefenen in de praktijk Praktische materialen
5