Onderwijs. Afdeling VSO uitstroom Arbeid en Arbeidsmatige dagbesteding. Bijlage schoolgids

Onderwijs

Bijlage schoolgids 2014-2015

Afdeling VSO uitstroom Arbeid en Arbeidsmatige dagbesteding Inhoudsopgave 1. Algemeen ......................................................................................................................................... 2 1.1 Heliomare: toeleiding tot arbeid en dagbesteding ................................................................. 2 1.2 Opbouw van de afdeling ........................................................................................................ 2 1.3 Kernteam 1: de onderbouw 12 – 14 jaar .............................................................................. 2 1.4 Kernteams in de bovenbouw: vanaf 14 jaar .......................................................................... 3 1.5 Uitstroommogelijkheden ........................................................................................................ 3 1.6 De vakgebieden in de bovenbouw en de bijbehorende werkzaamheden ............................. 4 1.7 Passende kwalificaties: branchegerichte opleidingen en certificaten ................................... 9 1.8 Ontwikkelingsperspectief en gebruik van het leerlingvolgsysteem ..................................... 10 1.9 Assessment ......................................................................................................................... 11 1.10 Stage ................................................................................................................................... 11 1.11 Coachingsgesprekken ......................................................................................................... 13 1.12 Portfolio................................................................................................................................ 13 1.13 Individueel transitieplan: ...................................................................................................... 13 1.14 Talentblok ............................................................................................................................ 14 1.15 Samenwerking met revalidatie ............................................................................................ 14 1.16 Overdracht van leerlingen ................................................................................................... 14 1.17 Stuurgroep ........................................................................................................................... 15 1.18 Monitoring van leerlingen na de schoolloopbaan ................................................................ 15 1.19 Schooltijden ......................................................................................................................... 15 1.20 Vakantierooster schooljaar 2014-2015................................................................................ 15 1.21 Schoolkamp ......................................................................................................................... 15 2. Leermiddelen ................................................................................................................................. 16 2.1 Zelf aanschaffen .................................................................................................................. 16 3. Regels en afspraken ...................................................................................................................... 16 3.1 Lokaalgebruik ...................................................................................................................... 16 3.2 Lesuren ................................................................................................................................ 16 3.3 Therapie-afspraken ............................................................................................................. 16 3.4 Ziekte en ander verzuim ...................................................................................................... 17 3.5 Aanvraag verlof ................................................................................................................... 17 3.6 Overig .................................................................................................................................. 18 4. Team Arbeid en Arbeidsmatige dagbesteding .............................................................................. 19 4.1 Mentoren Arbeid onderbouw, Kernteam 1 .......................................................................... 19 4.2 Mentoren Arbeidsmatige dagbesteding, Kernteam 2: ......................................................... 19 4.3 Mentoren Arbeid bovenbouw, Kernteam 3: ......................................................................... 19 4.4 Commissie van begeleiding................................................................................................. 19 4.5 Ondersteuning ..................................................................................................................... 19 4.6 Toekomstbureau .................................................................................................................. 19 5. Door- en uitstroom gegevens 2013-2014 ...................................................................................... 20 6. Financiële bijdragen ....................................................................................................................... 21 6.1 Schoolkosten ten behoeve van extra activiteiten ................................................................ 21 6.2 Werkweek ............................................................................................................................ 21 6.3 Oudervereniging .................................................................................................................. 21 7. Belangrijke telefoonnummers ........................................................................................................ 21 7.1 Kindersecretariaat ............................................................................................................... 21 8. De Vereniging Ouders Heliomare Onderwijs ................................................................................. 22 9. Medezeggenschapsraad ............................................................................................................... 22 10. Klachten ......................................................................................................................................... 22 11. Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld ........................................................................ 23 12. Contactgegevens ........................................................................................................................... 23

1.

Algemeen

1.1

Heliomare: toeleiding tot arbeid en dagbesteding

In een onderwijsprogramma dat 5 à 6 jaar duurt, worden de leerlingen voorbereid op een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. Het onderwijs in praktijkonderwijs is, zoals beschreven in hoofdstuk 3 van het document ‘Visie VSO Onderwijs Jeugdrevalidatie’ (februari 2011), dienstbaar aan het transitieproces. De uitstroommogelijkheden zijn: Uitstroomprofiel arbeid: • Arbeid in een regulier bedrijf, in combinatie met een landelijk erkend certificaat • Arbeid in een regulier bedrijf, zonder certificaten • (beschermende) Arbeid in een sociale werkvoorziening Uitstroomprofiel dagbesteding: • Arbeidsmatige dagbesteding • Taak- of activiteiten dagbesteding • Belevingsgerichte dagbesteding Het onderwijsprogramma is afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen, zowel op het verstandelijke als op het emotionele vlak. Het onderwijs sluit zoveel mogelijk aan bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen. Jongeren die moeite hebben met leren, zijn vooral gebaat bij het volgen van praktijkvakken. Competentiegericht werken betekent, dat leerlingen levensechte, betekenisvolle taken uitvoeren, waarbij de theorie de praktijk ondersteunt. Ons motto luidt dan ook: Leren door doen! Onze visie is:

“Het praktijkonderwijs daagt de leerling uit op weg naar zijn toekomst binnen de aspecten van wonen, werken, vrije tijd en burgerschap”. De onderliggende titel luidt: “ Iedereen heeft recht op arbeid”.

1.2

Opbouw van de afdeling

Ons team kent 4 kernteams. • Kernteam 1, onderbouw uitstroomprofiel arbeid en dagbesteding. • Kernteam 2, bovenbouw uitstroomprofiel dagbesteding. • Kernteam 3, bovenbouw uitstroomprofiel arbeid. • Kernteam 4, bovenbouw uitstroomprofiel arbeid. Begeleiding: In ieder kernteam worden de leerlingen begeleid door een vaste groep mensen, bestaande uit leraren, behandelaars (fysiotherapeut/ergotherapeut/logopedist), assistenten, stagebegeleider, leraarondersteuner en de mentor.

1.3

Kernteam 1: de onderbouw 12 – 14 jaar

De inhoud van het onderwijs bestaat in deze periode uit praktijkondersteunende vakken (p.o.v.) en het kennis maken met de praktijkvakken. Ook wordt in deze periode het niveau van de leerling vastgesteld en wordt de specifieke ondersteuningsbehoefte tijdens de praktijklessen ingeschat. De praktijkondersteunende vakken, zoals rekenen en Nederlandse taal, zijn gericht op het onderhouden en, indien mogelijk, verhogen van het niveau van de leerling. Iedere leerling werkt hierbij op zijn eigen niveau. Omdat goed kunnen lezen heel belangrijk is voor de participatie in de maatschappij doet Heliomare mee aan het leesinterventieproject LIST. Het doel van dit project is het verhogen van het leesniveau van de leerling door middel van het versterken van het leesonderwijs op leerkracht- en schoolniveau. Iedere dag wordt er gelezen, waarbij vooral aandacht besteed wordt aan het leesplezier. De leerlingen die goed lezen, gaan stillezen in zelfgekozen boeken of tijdschriften. De leerlingen die nog niet goed kunnen lezen, doen dat met duolezen: twee leerlingen lezen in hetzelfde boek om de beurt hardop. De leerlingen corrigeren elkaar op een positieve manier. De lessen worden ingeleid en afgesloten met minilesjes.

Heliomare onderwijs daagt leerlingen uit op weg naar de toekomst

2

Overige vakken: Alle leerlingen nemen twee keer per week deel aan de lessen lichamelijke opvoeding. Naast de reguliere lessen organiseren de docenten van de gymsectie regelmatig activiteiten zoals handbiken, bowlen, boogschieten etc. Bij beeldende vorming wordt aandacht besteed aan de creatieve ontwikkeling van de leerlingen en hun fijne motoriek. De leerlingen maken kennis met verschillende materialen en technieken. Er wordt onder andere getekend en geschilderd en met textiel, klei, hout, en papier gewerkt. Ook volgen de leerlingen kooklessen.

1.4

Kernteams in de bovenbouw: vanaf 14 jaar

In de bovenbouw verwerven de leerlingen kennis en vaardigheden door praktische ervaringen. Theorie is aan de praktijk gerelateerd. Dat wil zeggen, dat de leerlingen bijvoorbeeld over lengtematen leren bij techniek, het gebruiken van een maatbeker bij koken en zo meer. Vanaf 15 à 16 jaar worden de stage-geschikte leerlingen door middel van verschillende (groeps)stages voorbereid op arbeid. Door deze stages kan de leerling zijn beroepsinteresse ontwikkelen. Ook wordt de aanleg voor bepaalde beroepen of richting in kaart gebracht. Op dit moment lopen leerlingen in groepjes van gemiddeld zes leerlingen stage bij Praxis, Vomar, Makro, restaurant Parkzicht, Ikea, Paswerk (SWV) en tuincentrum Groenrijk. Vanaf 17 jaar krijgen de leerlingen een arbeidstraining door middel van een individuele stage. De meeste leerlingen stromen door naar een activiteitencentrum (AC) of een Sociale Werkvoorziening (SWV). Een klein aantal gaat in het reguliere bedrijfsleven werken of stroomt door naar een ROC/REA (Regionaal Opleidingscentrum / Re-integratie en Arbeid) niveau 1 AKA (arbeid kwalificerend assistent). De leerlingen volgen een vakkenpakket, samengesteld uit de vakken die binnen het betreffende kernteam worden aangeboden.

1.5

Uitstroommogelijkheden

Zoals reeds genoemd, kent de afdeling Praktijkonderwijs de volgende uitstroommogelijkheden: Uitstroomprofiel arbeid: • Arbeid in een regulier bedrijf, in combinatie met een landelijk erkend certificaat • Arbeid in een regulier bedrijf, zonder certificaten • (beschermende) Arbeid in een sociale werkvoorziening Uitstroomprofiel dagbesteding: • Arbeidsmatige dagbesteding • Taak- of activiteiten dagbesteding • Belevingsgerichte dagbesteding Uitstroomprofiel arbeid: Het uitstroomprofiel arbeid is bestemd voor leerlingen bij wie wordt ingeschat dat zij zijn toe te leiden naar arbeid, maar niet in staat zijn om een diploma te halen. Door hun beperkingen en stoornissen hebben zij een bepaalde ondersteuningsbehoefte. Het onderwijs is gericht op zowel een brede persoonlijke vorming en participatie in de maatschappij, als toe leiden naar een passende arbeidsplaats. Zelfredzaamheid is hierbij een belangrijk onderdeel. Indien mogelijk, behalen de leerlingen passende beroepskwalificaties. De kerndoelen voor het uitstroomprofiel arbeid zijn gericht op de transitiegebieden werken, wonen, vrijetijdsbesteding en burgerschap. Uitstroomprofiel dagbesteding: Dit profiel is bestemd voor leerlingen die na het VSO naar een centrum voor dagbesteding zullen gaan. De groep is zeer divers. Een deel van de leerlingen kan met ondersteuning en begeleiding werkzaamheden verrichten, bijvoorbeeld in een aangepaste omgeving en werksetting. Voor andere leerlingen zijn hun mogelijkheden en beperkingen dusdanig dat ze op andere activiteiten aangewezen zijn. Het uitstroomproefiel dagbesteding kent geen ondergrens in niveau van de leerlingen. Voor elke


3

leerling wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke redzaamheid en evenwichtige persoonlijke en sociale ontwikkeling. Het onderwijs binnen dit uitstroomprofiel richt zich op persoonlijke vorming en competentieontwikkeling rond werken dagactiviteiten, wonen, vrije tijdsbesteding en burgerschap. Binnen dagbesteding is het volgende onderscheid te maken: • arbeidsmatige activiteiten (werk/taken gericht op productie/resultaat, met beperkte vereisten en werkdruk en zonder 'afrekening'); • dagbestedingsactiviteiten (activiteiten gericht op eigen ontwikkeling, oefening en behoud van vaardigheden); • belevingsgerichte activiteiten (verzorgende en veilige situatie, waarin zoveel mogelijk kansen en stimulansen tot contact/interactie met de omgeving). Het is een taak van de school om samen met de leerling en ouders en in afstemming met de in aanmerking komende dagbestedingsinstelling een onderwijsprogramma in te richten dat is toegesneden op het best passende toekomstperspectief in brede zin.

1.6

De vakgebieden in de bovenbouw en de bijbehorende werkzaamheden

In deze paragraaf vindt u een opsomming van de diverse werkzaamheden die onze leerlingen binnen de verschillende vakgebieden verrichten. Kernteam 2 (uitstroom dagbesteding): Restaurant ‘de Rode Roos’ In het kader van interne stage verzorgen leerlingen van de boven- en middenbouw van leerweg 2 een vers bereide driegangen lunch voor twaalf gasten in restaurant ‘de Rode Roos’. In bedrijfskleding gestoken leren zij de verschillende aspecten van het koken en het gastheer/gastvrouw zijn. In de keuken: • Boodschappen doen • Voorbereiden van kookactiviteiten • Bereiden van gerechten (braden, bakken, koken en snijden) • Schoonmaken en onderhouden van de keuken In het restaurant: • Gasten begeleiden naar hun plaats • Serveren van koffie/thee e.a. dranken • Serveren van gerechten • Lunch afrekenen • Schoonmaken en onderhouden van de restaurantruimte Fietsenonderhoud • Schoonmaak • Onderhoud • Reparatie • Verstellen (zadel/stuur) Kaarsenmakerij • kaarsen dompelen • kaarsen gieten • kaarsen maken op bestelling Plantverzorging buiten • Het zaaien en aanplanten van diverse bloemen en planten. • Het leren omgaan met verschillende tuingereedschappen. • Schoffelen en wieden. • Maaien en snoeien. • Het aan- en afvoeren van materiaal en gereedschap. • Het opruimen van het te onderhouden terrein.


4

Plantverzorging in de kas • Zaaien • Verspenen • Oppotten • Oogsten • Bloemschikken • Kamerplanten stekken en verzorgen • Opruimen en schoonhouden van de werkplek en het gereedschap Restaurant Parkzicht: In Parkzicht (een zorgcentrum voor ouderen in Haarlem) werken de leerlingen samen met cliënten van het AC Krommenie. Gezamenlijk bereiden ze een drie-gangen lunch voor de bewoners en vrijwilligers van Parkzicht. Zij werken in 3 groepen. Er is een kookgroep, bedieningsgroep en een groepje dat op de computer menu’s samenstelt en uitdeelt aan de bewoners. Het werken in het restaurant van Parkzicht is een middel om aan de volgende doelen te werken:  meten en wegen;  procedure van betalen (geldrekenen aan de kassa)  taakaanpak;  reflectie op werk;  zelfstandig doorwerken;  samenwerken;  jezelf presenteren;  opkomen voor jezelf;  Omgaan met ruzie;  koken;  (persoonlijke )hygiëne;  computer hanteren;  schoonmaken en inrichten;  arbeidstoeleiding. De leerlingen werken allemaal op hun eigen niveau en werken aan subdoelen vanuit de CED leerlijnen voor zeer moeilijk lerenden (ZML). Projecten Het gehele schooljaar vinden er projecten plaats, die aansluiten op de beleveniswereld van de leerlingen. Hierbij is te denken aan: • activiteiten op het gebied van hobby-ontwikkeling • activiteiten in het kader van grote sportgebeurtenissen • activiteiten in het kader van hulp aan ontwikkelingslanden Kernteam 3 (uitstroom arbeid): Dienstverlening Binnen het vakgebied dienstverlening-repro kunnen behalve lichte administratieve werkzaamheden, ook activiteiten worden verricht op het gebied van het magazijn, receptie, conciërge en PC-project. Werken in het magazijn • KPC: Beheren van het schoolmagazijn • Het bijhouden van een eenvoudige voorraad- administratie (voorraadbeheer) • Het verwerken van inkomende goederen. • Opruimen en schoonmaken van de magazijnruimte • Helpen bij de aanvoer en opslag van producten • Inventariseren / voorraadbeheer • Bestellen, ook via een webshop • Spiegelen / schoonmaken • Met klanten omgaan • Bestellingen bezorgen


5

Repro • • • • • • •

Werken met kopieerapparaat Kopieeropdrachten Boekbinden Lamineren Perforeren Brieven vouwen Met klanten omgaan

Werken aan de balie • Telefoon opnemen • Notities maken • Doorverbinden • Met klanten omgaan • Combinatie met magazijndienst en repro-klussen Conciërge • Ramen lappen • Lege glazen halen • Oud papier ophalen • Lokalen schoonmaken • Computers schoonmaken • Spullen wegbrengen / ophalen • Inpak / raap-opdrachten Computerproject • Basiskennis hardware • Basiskennis software • Reparatie • Basiskennis netwerk • Vrijetijdsbesteding (games) Plant en Dier In het vakgebied “Plant en dier” krijgen de leerlingen te maken met werk dat plantverzorging buiten, plantverzorging binnen, dierverzorging en algemene praktijkkennis omvat. Werken in het groen Plantverzorging buiten • Het zaaien en aanplanten van diverse bloemen en planten. • Het leren omgaan met verschillende tuingereedschappen. • Schoffelen en wieden. • Maaien en snoeien. • Het aan- en afvoeren van materiaal en gereedschap. • Het opruimen van het te onderhouden terrein. Plantverzorging in de kas • Zaaien • Verspenen • Oppotten • Oogsten • Kamerplanten stekken en verzorgen • Opruimen en schoonhouden van de werkplek en het gereedschap Werken met bloemen • Bloemschikken • Bloemsoorten kennen • Bloemen bossen • Bloemen verkopen • Werken met gereedschap


6

Werken met Dieren KPC onderdelen  Het transporteren van producten en/of materialen: het werken met transportmiddelen, het controleren van geleverde goederen, geleverde goederen uitpakken, het scheiden van afval.  Het onderhouden van dierenverblijven, materiaal en omgeving: voorbereiding, uitvoering kleine reparaties en onderhoud, schoonhouden terreinen en dierenverblijven, gebruik van hulpmiddelen, opruimen.  Dieren voorzien van voer en water: voorbereiding, voer uitmeten en geven, water geven, gebruik van hulpmiddelen, opruimen.  Het verzorgen van de huid, het haar en de hoeven/nagels van de dieren: voorbereiding, borstelen, knippen, kammen, gebruik van hulpmiddelen, opruimen.  Het stallen / plaatsen van dieren: voorbereiding, hanteren van dieren, verplaatsen van dieren, gebruik van hulpmiddelen. Praktijkkennis Dieren-welzijn: • Kennis van de specifieke verzorging van de dieren • Het op een juiste manier omgaan met de diverse dieren • Controle van de dieren op conditie en gedrag • Dierenarts bellen/bezoeken • Inrichten dierverblijven • Schoonmaken van dierverblijven • Het herkennen van en op de juiste manier reageren op, gevaarlijke situaties voor het dier of voor de medewerker. Voeding: • Snijden van groenten en fruit • Voedselbehoefte van dieren vaststellen • Voerbakken samenstellen • Voedselvoorraden bijhouden • Voeding bestellen Onderhoud: • Het onderhouden van de omgeving (zoals Klein Artis) • Het signaleren van gebreken • Het uitvoeren van onderhoudsklussen En verder: • Organiseren van rondleidingen • Jaarlijks een tentoonstelling organiseren Technieken behorend bij Plant en Dier, plus Dienstverlening Het vakgebied Techniek biedt de leerlingen werkzaamheden op het gebied van hout- en metaalbewerking. Zij doen algemene praktijkkennis op door werkzaamheden uit te voeren in de dierenhoek, genaamd Klein Artis. Zij plaatsen bijvoorbeeld hekjes, verven de verblijven, of zorgen voor nieuw sluitwerk. Houtbewerken: • Meten en aftekenen • Zagen en vijlen • Boren • Spijkeren schroeven • Schuren • Verven


7

Metaalbewerken: • Knippen • Boren • Buigen • Zagen en vijlen Algemene praktijkkennis Techniek • Materiaalkennis • Gereedschapkennis • Monteren en demonteren • Onderhouden en repareren • Herkennen van, en reageren op, gevaarlijke situaties • Zorgen voor een correcte opslag van materiaal en gereedschap • Zorgen voor een schone en opgeruimde werkplek

Woonomgeving/detailhandel/catering. Binnen dit vakgebied worden activiteiten verricht op het gebied van voeding, textiel, interi¬eur, zorg en hobby/vrije tijd. Zorgen voor de voeding • Boodschappen doen • Bereiden van een maaltijd • (braden, bakken, koken en snijden) • Klaarzetten van eten en drinken / tafel dekken • Schoonmaken en onderhouden van de keuken (hygiëne) Verzorgen van textiel • Sorteren, wassen en drogen van wasgoed • Vouwen, strijken en • opruimen van de was • Kleine reparaties aan kleding uitvoeren Interieurverzorging • Stof afnemen en stofzuigen • Vloeren reinigen • Ramen lappen • Bedden verschonen • Afwassen Hobby/vrije tijd • Oriënteren op verschillende manieren van vrijetijdsbesteding • Voorbereiden van spelactiviteiten (klaarzetten spellen, instellen game computer.) • Sociale vaardigheden Diversen • Samenstellen van kerstpakketten • Deelname aan kerst- en voorjaarsmarkt Babyverzorging Verder leren de leerlingen binnen deze sector omgaan met een computer gestuurde baby-pop (RealCare® baby). De leerlingen ervaren hierdoor hoe het is om je in te stellen op een per¬soon die hulp nodig heeft. Dat betekent concreet dat een leerling zijn eigen werk laat liggen als de baby huilt en dus zorg nodig heeft. Die zorg kan bestaan uit het verwisselen van een luier, het geven van de fles of het wiegen van de baby.


8

Detailhandel-catering Binnen het vakgebied detailhandel-catering, worden activiteiten verricht op het gebied van catering en de winkel. Alle vaardigheden en competenties die nodig zijn om een beroep in de detailhandel te kunnen uitoefenen, worden geoefend Winkel • • • • • • • • •

artikelpresentaties aanvullen artikelen controleren omgaan met klanten inpakken cadeau Schoonmaken afval en emballage controleren pakbon prijzen en labellen kassa

Lunchroom • Bereiden van eenvoudige gerechten • Serveren van koffie/thee e.a. dranken Techniek behorend bij woonomgeving, detailhandel en catering Het vakgebied Techniek biedt de leerlingen werkzaamheden op het gebied van eenvoudige huishoudelijke reparaties. Hierbij kan gedacht worden aan het plaatsen van stekkers, vervangen van lampen, omgaan met elektrisch gereedschap en dergelijke. Algemene praktijkkennis Techniek • Materiaalkennis • Gereedschapkennis • Monteren en demonteren • Onderhouden en repareren • Herkennen van,- en reageren op -gevaarlijke situaties • Zorgen voor een correcte opslag van materiaal en gereedschap • Zorgen voor een schone en opgeruimde werkplek Houtbewerken: • Meten en aftekenen • Zagen en vijlen • Boren • Spijkeren schroeven • Schuren • Verven

1.7

Passende kwalificaties: branchegerichte opleidingen en certificaten

Leerlingen die met succes branchegerichte cursussen hebben gevolgd, hebben meer kansen op de arbeidsmarkt. Het is dan ook belangrijk om in het VSO toeleiding arbeid branchegerichte opleidingen aan te bieden. Leerlingen die geen branchegerichte opleiding kunnen volgen, hebben de mogelijkheid tot het behalen van schoolcertificaten. Wanneer leerlingen bepaalde lesstof of competenties voldoende beheersen, kunnen ze een schoolcertificaat krijgen. Deze certificaten worden verzameld in het portfolio van de leerling. Schoolverlaters ontvangen een getuigschrift. Dit als bewijs dat zij het praktijkonderwijs met goed gevolg hebben doorlopen. IVIO: In het uitstroomprofiel arbeid, wordt gestreefd naar referentieniveau taal en rekenen 1F.


9

In het kader hiervan heeft het IVIO-examenbureau examens Nederlandse Taal, rekenen en Engels ontwikkeld voor het MBO, het VSO en het praktijkonderwijs. Het zijn landelijk erkende examens. Heliomare doet hier sinds schooljaar 2010 aan mee. In samenwerking met de KPC Groep en Kenniscentrum Handel, worden landelijke opleidingstrajecten aangeboden. In uitstroomprofiel Arbeid kunnen de leerlingen de volgende branche-erkende opleidingen volgen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Werken met Dieren, KPC Werken in de Keuken, KPC Werken in het Groen, KPC Werken in het Magazijn, KPC Werken aan de Balie, KPC Werken in de Winkel, Kenniscentrum Handel

De genoemde trajecten zijn gebaseerd op het dossier ‘Assistent medewerker voedsel en leefomgeving’, een kwalificatie voor het MBO, niveau 1. Als de leerling voor het examen geslaagd is, ontvangt hij een branche-erkende certificering. Deze landelijk erkende opleidingen biedt de leerlingen de mogelijkheid om in de betreffende branche te gaan werken. Het is ook mogelijk om deelcertificaten te behalen. Dit is in de vorm van een schoolcertificaat.

1.8

Ontwikkelingsperspectief en gebruik van het leerlingvolgsysteem

Het ontwikkelen van een realistisch, persoonlijk toekomstperspectief is een belangrijk doel in de afdeling Praktijkonderwijs. Dit toekomstperspectief heeft betrekking op de domeinen arbeid, wonen, vrije tijd en burgerschap. Er wordt gebruik gemaakt van de Leerlijnen arbeidsgericht VSO, ZML en ML van het CED. Deze leerlijnen bieden handvatten om de leerlingen doelgericht en planmatig voor te bereiden op hun toekomst. De leerlijnen zijn gebaseerd op de kerndoelen voor het (V)SO. Bij de leergebieden staan de kerndoelen. Het gewenste niveau van de leerling, staat uitgewerkt in subdoelen. Per subdoel is een leerlijn geformuleerd. De functies van de kerndoelen zijn: • Waarborgen van doorgaande leerlijnen. • Waarborgen van een breed onderwijsaanbod. • Referentiekader bij verantwoording. De leerlijnen vormen de verbindende schakel tussen kerndoelen, subdoelen, leermethodes, leerlingvolgsysteem, schoolplan, groepsplan en individueel handelingsplan. Groepsplan: De leraar maakt uit de leerroutes in het schoolplan, keuzes voor zijn groepsplan. Hij bekijkt welke leerroutes bij de groep passen. In elke route staat beschreven aan welke subdoelen en op welke niveaus de leraar in dat jaar gaat werken. De doelen kunnen bij meerdere vakken aan de orde komen. In het kernteam gaat een leerlingbespreking vooraf aan de individueel transitieplan bespreking. Dan wordt ook het groepsplan geëvalueerd en bijgesteld. Het groepsplan wordt met een begeleidende brief naar de ouders opgestuurd. De mentor informeert vervolgens bij de ouders of zij behoefte hebben aan een oudergesprek. Individueel plan: De term ‘individueel plan’ wordt gebruikt voor de planbeschrijving voor leerlingen die op bepaalde punten afwijken van het groepsplan. In het VSO gebruiken we het individueel transitieplan. Ontwikkelingsperspectief Bij instroom in het VSO wordt de leerling mede op basis van een onderbouwd advies van de school van herkomst geplaatst in één van de drie uitstroomprofielen: vervolgonderwijs, arbeid of dagbesteding. Ook kan gebruik worden gemaakt van eigen intakegegevens.


10

De leerlingen van de onderbouw kennen twee toets momenten. De bovenbouwleerlingen worden eenmaal per jaar getoetst op de onderdelen technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, woordenschat, rekenen en Engels. Voor iedere individuele leerling wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld, de eerste keer uiterlijk zes weken na plaatsing. Dit wordt, na overleg met leerling en ouders, vastgelegd en jaarlijks met de ouders en de leerling geëvalueerd.

1.9

Assessment

Binnen ons onderwijs neemt het opdoen van kennis en vaardigheden in de praktijk door middel van stages, een belangrijke plaats in. Bij elke leerling in het uitstroomprofiel arbeid wordt daarom een assessment stagegeschiktheid afgenomen. Dit is op 14 – 15 jarige leeftijd en tegen het eind van de schoolloopbaan. Dan is de uitstroomstage/ arbeidstoeleidende stage aan de orde. Voor iedere leerling wordt dan een individueel uitstroomprofiel (dat deel uitmaakt van het transitieplan) vastgelegd. Het uitstroomprofiel geeft een beeld van de specifieke uitstroombestemming voor die betreffende leerling. Ook zijn de capaciteiten, mogelijkheden, praktische vaardigheden, sociale vaardigheden en algemene arbeidsvaardigheden zoals motivatie, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid in kaart gebracht. De leerling ontvangt een samenvatting van het assessment-verslag. Dit verslag is bedoeld voor het portfolio.

1.10 Stage Kerndoelen Voorbereiding op Arbeid Karakteristiek In het VSO-uitstroomprofiel Arbeid worden leerlingen, zoals de naam zegt, voorbereid op participatie op de arbeidsmarkt. Allereerst wordt bij 'arbeidsmarkt' in relatie tot schoolverlaters van het VSOuitstroomprofiel Arbeid gedacht aan passende werkgelegenheid in de regio waar de leerling woont. 'Passende werkgelegenheid' moet hier individueel bekeken worden: passend voor de individuele leerling, met zijn of haar wensen, mogelijkheden en beperkingen. De arbeidsmarktpositie van schoolverlaters uit het VSO is kwetsbaar. Het verwerven van een baan gaat niet vanzelf en het behoud van een eenmaal verworven baan is niet vanzelfsprekend. In de huidige geflexibiliseerde en geglobaliseerde arbeidsmarkt is er steeds vaker sprake van een loopbaan, waarin werknemers meerdere malen van baan, bedrijf of branche zullen moeten wisselen. De kerndoelen ter voorbereiding op arbeid zijn er mede op gericht dat leerlingen hun loopbaan- en arbeidscompetenties maximaal kunnen ontwikkelen, rekening houdend met hun mogelijkheden en beperkingen. Loopbaansturing Daarvoor is het nodig om hun vermogens tot loopbaansturing te versterken en om hen uit te dagen, zelf (mede)verantwoordelijkheid te leren dragen voor hun (toekomstige) loopbaan op de arbeidsmarkt. Een integrale benadering is belangrijk. Tegelijkertijd met het leren uitvoeren van praktische (beroeps)taken, oriënteert de leerling zich ook op een concrete en praktische manier op de betekenis die arbeid in de betreffende sector of branche voor hem heeft. De leerling oriënteert zich daarnaast actief op het werken beroepenveld, bijvoorbeeld door middel van bedrijfsexcursies en oriënterende stages in meerdere branches of sectoren. De leerling leert om zijn eigen affiniteit met en motivatie voor verschillende werkvelden en branches te onderzoeken en stapsgewijs tot conclusies te komen met betrekking tot de eigen loopbaan. Hierop kan de leerling bij de start van zijn loopbaan als werknemer zijn/haar keuzes baseren. De leerling leert effectief werk te zoeken, een sollicitatieprocedure te doorlopen en zijn/haar rechten en plichten als werknemer naar behoren uit te oefenen. Het leren vinden en behouden van werk en het (zonodig) leren veranderen van baan is tevens onderdeel van de voorbereiding op de arbeidsmarkt. Arbeidscompetenties De leerling ontwikkelt algemene competenties voor arbeid (kerndoel 3) en specifieke beroepscompetenties (kerndoel 4). De beschrijvingswijze van deze competenties is ontleend aan de competentiestructuur van het mbo, omdat deze beschrijvingswijze (h)erkend wordt door bedrijven en Regionale OpleidingsCentra (ROC’s). Hierdoor kunnen doorgaande ontwikkelingslijnen voor


11

leerlingen ontstaan van VSO naar bedrijven en - indien mogelijk - naar vervolgtrajecten met een combinatie van werk en opleiding. Het aspect veiligheid op de werkvloer, het ontwikkelen van veiligheidsbewustzijn en het leren veilig te werken wordt door werkgevers uiterst belangrijk gevonden. Het aspect veiligheid is daarom twee keer opgenomen in de kerndoelen: als aspect bij kerndoel 3.2 en tevens als kerndoel 9 in het leergebied Mens, natuur en techniek. Maatwerk Voor leerlingen met uiteenlopende beperkingen of stoornissen zal de voorbereiding op arbeid maatwerk zijn. Dit onderdeel moet duidelijk gekoppeld worden aan de eigen keuzes en het verwachte en gewenste niveau van uitstroom en daarmee evenredig zijn. Bij uitstroom naar de Sociale Werkvoorziening zal het accent op andere kerndoelen liggen als bij uitstroom naar een reguliere baan. Veel leerlingen zullen wellicht altijd begeleiding of ondersteuning nodig hebben om te kunnen werken. In ons onderwijs willen we de leerlingen voorbereiden op maatschappelijke deelname. Voor het onderdeel werken zijn stages een belangrijke voorbereiding. Externe stages geven de leerlingen een indruk van wat werken inhoudt. Zij kunnen in de maatschappelijke praktijk (werk-)ervaringen opdoen. Stages vormen de opstap naar een arbeidsplaats in de toekomst. Elke stage wordt vastgelegd in een stagecontract. Dat wordt met de werkgever geëvalueerd. In principe houdt iedere leerling een stagelogboek bij. Hierin staan zijn taken genoemd en de manier waarop deze zijn uitgevoerd. Wij gebruiken hierbij de CED-leerlijnen arbeidsvaardigheden. Van belang is dat er een goede wisselwerking optreedt tussen wat er op de stage verwacht wordt en wat er op school geleerd wordt. Vanaf 15-16 jaar wordt de leerling door middel van verschillende groepsstages voorbereid op arbeid en wordt zijn beroepsinteresse en aanleg in kaart gebracht. Zoals reeds beschreven, maakt het assessment stagegeschiktheid hier deel van uit. Op dit moment lopen leerlingen van het praktijkonderwijs, in groepjes van gemiddeld zes leerlingen, onder meer stage bij Praxis, Ikea, Groenrijk, een zorgboerderij, sociale werkvoorziening, verzorgingshuis Parkzicht en dagbesteding. In principe krijgt de leerling vanaf 17 jaar een arbeidstraining door middel van een individuele stage. Deze stage wordt zo dicht mogelijk bij de woonplaats van de leerling gezocht. Ook wordt er weer een assessment afgenomen. De genoemde stages hebben de volgende opbouw:  



De beroepsoriënterende stage. De beroepsoriënterende stage heeft als doel leerlingen inzicht te geven in de mogelijkheden van de wereld van de arbeid. De beroepsvoorbereidende stage. Een beroepsvoorbereidende stage is een stage voor leerlingen die een keuze hebben gemaakt voor een bepaald type werkplek. De stageplaats dient zoveel mogelijk overeen te komen met de uiteindelijke werkplek. De plaatsingsstage. Bij een plaatsingsstage is het doel dat de stage leidt tot een plaatsing/dienstverband.

Het schooljaar is verdeeld in twee stageperiodes. e Periode 1: 1 schoolweek tot en met half januari Periode 2: half januari tot en met een na laatste schoolweek De ouders geven schriftelijk toestemming voor een stage. Job coach In bepaalde gevallen kan er een beroep worden gedaan op een job coach. De job coach begeleidt de gehandicapte jongere bij de sollicitatie en vervolgens ook op de werkvloer. De job coach neemt de werkgever werk uit handen met betrekking tot het inwerken. Ook organiseert hij eventuele aanpassingen op de werkplek. Tijdens de arbeidsloopbaan, kan de jongere steeds een beroep doen op de job coach. Voor veel jongeren is de overgang naar arbeid echter te groot. Daarbij is het voor jongeren vaak moeilijk om in deze nieuwe situatie een vertrouwensband op te bouwen met een


12

nieuwe begeleider. Juist voor leerlingen die praktijkgericht leren, is een geleidelijk en begeleid proces noodzakelijk om een kans van slagen te hebben. Het vroegtijdig inschakelen van een job coach is cruciaal voor een succesvolle doorstroom naar werk en de noodzakelijke continuïteit in de begeleiding. Op die manier wordt het gat gedicht tussen school en arbeid.

1.11 Coachingsgesprekken Coachingsgesprekken zijn de rode draad in het geheel. In de coachingsgesprekken spreken leraar en leerling samen af welke bewijzen de leerling gaat leveren voor zijn portfolio. Die bewijzen kunnen allerlei vormen aannemen, zoals: werkstukken, stappenplannen, observatieverslagen, verslag van het coachingsgesprek, verslagen van derden (bijvoorbeeld de stagebegeleider), werkmaterialen, foto’s, getuigschriften en diploma’s. In de reflectie op zijn werk (coachingsgesprekken) ontdekt de leerling, samen met de mentor, wat hij al kan en waaraan hij nog moet werken. Indien de leerling stage loopt, is de stagebegeleider ook bij dit gesprek aanwezig. De leerling wordt in deze gesprekken op doelen uit het werkplan, het groepsplan en het transitieplan gecoacht. Deze gesprekken worden per kernteam georganiseerd. De weerslag van deze gesprekken is te vinden in het portfolio van de leerlingen. De leerling vult zelf het werkplan in.

1.12 Portfolio Het portfolio is voor de leerling een instrument waarin ze laten zien dat ze over verschillende vaardigheden beschikken. Het is een bewijzendossier, een registratie- instrument van zijn leer- en ontwikkelproces. De leerlingen is eigenaar van het portfolio. Het portfolio is belangrijk voor de leerling, de school en de toekomstige werkgever. De leerling krijgt een realistisch beeld van wat hij kan en wat zijn mogelijkheden zijn. Voor de school geeft het portfolio mede richting aan het onderwijs. Tijdens het werken aan het portfolio ontstaan bij de leerling leervragen waar de leer- en begeleidingsarrangementen op worden aangepast. In de eindfase van de schoolloopbaan staan (met name arbeidsgerichte) competenties centraal en wordt het portfolio een uitstroomportfolio. Het Individueel transitieplan (ITP) maakt deel uit van de portfolio.

1.13 Individueel transitieplan: Het individueel transitieplan is het kader voor inhoudelijke afspraken over de inhoud van het onderwijs. Het is een overzichtelijke samenvatting van het portfolio van de leerling en de gegevens van het leerlingvolgsysteem. Het transitieplan bevat ook het ontwikkelingsperspectief. Transitie begint in principe vanaf het moment dat de leerling op school komt. Per leerling wordt dan als onderdeel van het handelingsplan een transitieplan uitgewerkt, waarbij de leerling en vooral de vraag van de leerling een centrale rol inneemt en er toekomstgericht, planmatig en gericht een traject per leerling in het onderwijs opgesteld en uitgevoerd wordt. In het transitieplan staat het ontwikkelingsperspectief van de leerling geschetst. Het ontwikkelingsperspectief geeft een inschatting van de mogelijkheden van de leerling voor een bepaalde langere periode. Het perspectief verbindt het instroomniveau van de leerling met het verwachte uitstroomniveau. Hierdoor ontstaat een ontwikkelingslijn, die handvatten biedt voor de planning van het onderwijs. Dit ontwikkelingsperspectief wordt jaarlijks met de ouders en de leerling geëvalueerd. Indien daartoe aanleiding bestaat, dan wordt het ontwikkelingsperspectief bijgesteld. Voorafgaand aan het ITP wordt de leerling door de mentor gevraagd om de jongerenvragenlijst in te vullen. Ook de ouders worden, door middel van de oudervragenlijst, uitgenodigd om een schriftelijke inbreng te leveren. De mentor verwerkt de antwoorden van de beide lijsten in het ITP. Jaarlijks wordt het transitieplan door de mentor, de stagebegeleider, revalidatie (indien van toepassing) en wonen (indien van toepassing) plus anderen die voor de leerling belangrijk zijn, met de leerling en de ouders beschreven en besproken. De leerling geeft voor de ITP-bespreking aan wie hij bij de bespreking wil hebben. Na de bespreking wordt het transitieplan zo nodig bijgesteld. Het assessment stagegeschiktheid kan deel uitmaken bij het opstellen van het transitieplan, uitstroom arbeid. Samen met de leerling wordt op die manier structureel gewerkt aan zijn toekomst, op basis


13

van zijn mogelijkheden. De school biedt daarbij een traject aan en leraren ondersteunen bij de uitwerking van dit traject, gericht op de terreinen van wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. De ITP-besprekingen worden gepland door het kindersecretariaat. Mocht een ITP zonder revalidatie of wonen op een studie/marge/vrije dag vallen, dan kan de mentor deze datum verzetten.

1.14 Talentblok Binnen de programma’s en lessentabellen van alle VSO afdelingen is ruimte gecreëerd voor ‘talentenonderwijs’. Elke vrijdagmiddag nemen alle VSO-leerlingen afdelings- en groep doorbroken deel aan keuze modules. Iedere 6 weken wordt een nieuwe keuze gemaakt. Het talentenblok maakt deel uit van Transitie. De talentenmiddag is een onderdeel van het individuele transitietraject van elke leerling. Deze middag is bedoeld om leerlingen te laten werken aan een (verborgen) talent, dat binnen het reguliere programma niet of onvoldoende aan bod komt. Het talentblok is ook gericht op de periode na het VSO, waarin leerlingen zo zelfstandig mogelijk hun eigen leven vorm en inhoud moeten geven. Het talentenblok draagt bij aan het leren kiezen, het ontdekken van je (on)mogelijkheden en het zoeken naar leuke hobby’s en een zinvolle vrijetijdsbesteding. Iedereen, die ontdekt dat hij iets kan, dat hij goed in iets is, die ‘groeit’ in zijn ontwikkeling. Met meer zelfvertrouwen en een beter zelfbeeld zie je dat leerlingen ook op een ander terrein beter presteren en meer doorzettingsvermogen krijgen. Een andere overweging is het belang van het verleggen van grenzen voor leerlingen, ook in sociaal opzicht. Ook in het VSO ligt het gevaar op de loer dat leerlingen elkaar vanuit vooroordelen tegemoet treden. Door te stimuleren dat leerlingen uit verschillende afdelingen samen aan een module deelnemen, leren zij elkaar en elkaars talent ook beter kennen en waarderen.

1.15 Samenwerking met revalidatie De samenwerking met de revalidatie is een van de speerpunten. De visie op deze samenwerking is vastgelegd in het Visiestuk Kinder –en jeugdcentrum. In de stuurgroep heeft een afgevaardigde van de revalidatie zitting. Ook in de kernteams is de revalidatie vertegenwoordigd. Aan ieder kernteam zijn behandelaars (fysiotherapeut/ergotherapeut/logopedist) toegevoegd. Het actieprogramma ‘Op eigen benen vooruit’ van verbeterteams uit ziekenhuizen en revalidatiecentra waaronder Heliomare, richt zich op het verbeteren van de begeleiding van jongeren van het VSO in de leeftijd van 12 tot 20 jaar voor vergroten van hun zelfstandigheid. In Heliomare werken Onderwijs, Revalidatie en Wonen hierbij nauw samen. Ook het praktijkonderwijs neemt hieraan deel. Belangrijk is om een gezamenlijk transitieprofiel en transitieplan op te stellen. In het transitieprofiel worden, zoals beschreven bij het onderdeel ITP, gegevens van en ervaringen met de jongeren vermeld uit de diverse assessments, vragenlijsten en gesprekken met jongeren en hun ouders/verzorgers. Er wordt een zo compleet mogelijk beeld geschetst. Met behulp van het profiel wordt in een bespreking met jongere en ouders een individueel transitieplan gemaakt, met doelen en afspraken gericht op de toekomst.

1.16 Overdracht van leerlingen De overdracht van interne leerlingen vindt plaats door middel van een zogenoemde warme overdracht. De vorige mentor en de nieuwe mentor bespreken samen de leerling. Voor dit gesprek wordt een overdrachtsformulier gebruikt. Dit overdrachtsformulier is voorafgaande aan het gesprek, ingevuld door de overdragende mentor. Hierop staat van de betreffende leerling de meest recente aandachtspunten betreffende gedrag en houding, leren en afspraken met ouders aangegeven. Ook de gebruikte methodes, toets gegevens en aanpassingen zijn in dit formulier terug te vinden. Het overdrachtsgesprek vindt plaats voor het begin van het nieuwe schooljaar. Voor leerlingen die de school verlaten, wordt een transitiedocument ingevuld. Hiervoor wordt het transitieprofiel gebruikt. Het transitiedocument bevat informatie over kennis, vaardigheden, houding en de ondersteuningsbehoefte die de schoolverlater heeft. Het document is bedoeld als een extra steun in de rug bij de vervolgstap naar arbeidsmarkt of dagbesteding.


14

Betreft de vervolgsituatie een onderdeel van de corporate Heliomare, dan vindt ook een warme overdracht plaats. Voor zowel de uitstroom dagbesteding als arbeid, is voor de stagecoördinator een belangrijke rol weggelegd. Hij legt de contacten, houdt de evaluatiegesprekken, verzorgt de schriftelijke overdracht en begeleidt de leerlingen naar de nieuwe (werk-)plek. Uiteraard gaat dit in overleg met de leerling, ouders en mentor. In het geval van externe leerlingen, wordt waar mogelijk door een lid van de Commissie van Begeleiding een bezoek aan de betreffende school gebracht. Vaak betreft dit de intern begeleider.

1.17 Stuurgroep Iedere week staat een stuurgroep-overleg op de agenda. Dan komen de vier kernteam-voorzitters, de intern begeleider, de afgevaardigde van revalidatie en de teammanager bijeen. Het doel van dit overleg is om de visie van VSO- praktijkonderwijs met elkaar te vormen en te delen. Het is een klankbordgroep waarin ruimte is voor nieuwe ideeën.

1.18 Monitoring van leerlingen na de schoolloopbaan Het is belangrijk dat de begeleiding van onderwijs naar vervolgsituatie goed verloopt. Daarbij dient er een netwerk te zijn rondom de leerling, bestaande uit alle betrokken partijen. Een leerling die uit het VSO stroomt heeft altijd zorg nodig. Een nazorgtraject is dan ook wenselijk. Op de vraag ‘Doen we de goede dingen in het VSO?’ kan pas werkelijk antwoord gegeven worden als wij ook weten of onze oud leerlingen succesvol zijn bij hun vervolg traject. In het najaar van 2011 is de lichting van het schooljaar 2010-2011 telefonisch benaderd met een aantal vragen. Dit was een eerste start. Een start om te kijken of de vragenlijst de goede vragen bevat, de wijze van afnemen bevalt en… voorzichtig wat voorlopige conclusies te trekken. Vanaf het schooljaar 2011 – 2012 worden de leerlingen die het jaar daarvoor van school zijn gegaan, uitgenodigd voor een terugkommiddag. Behalve dat het een gezellige middag is, krijgen de oudleerlingen ook een vragenlijst. Deze vragenlijst past binnen het streven meer zicht te krijgen op : waar stromen onze leerlingen naar toe? hoe blijven we ze volgen? hoe succesvol zijn zij en…wat voor lering kunnen wij daaruit trekken?

1.19 Schooltijden Maandag t/m vrijdag lunchpauze

08.45 – 14.30 uur 30 minuten

1.20 Vakantierooster schooljaar 2014-2015 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie Studiedagen (3)

Maandag 13 oktober t/m vrijdag 17 oktober 2014 Vrijdag 19 december 2014 t/m vrijdag 2 januari 2015 Vrijdag 20 februari t/m vrijdag 27 februari 2015 Vrijdag 3 april t/m maandag 6 april 2015 Maandag 27 april t/m vrijdag 8 mei 2015 Donderdag 14 mei en vrijdag 15 mei 2015 Maandag 25 mei 2015 Maandag 6 juli t/m vrijdag 14 augustus 2015 Dinsdag 7 oktober 2014 Donderdag 19 februari 2015 Donderdag 2 april 2015

Aanvang van de lessen in het schooljaar 2014-2015: maandag 18 augustus 2014

1.21 Schoolkamp U krijgt over de werkweken en de betaling van de eigen bijdrage tijdig bericht vanuit de afdeling.


15

2.

Leermiddelen

Wat heb je allemaal nodig? School- en werkboeken krijgen de leerlingen van Heliomare onderwijs in bruikleen. Indien leerlingen boeken kwijt raken of indien boeken door nalatigheid beschadigd worden, dan worden deze in rekening gebracht bij ouders/verzorgers.

2.1

Zelf aanschaffen

    

pennen een etui een 30 cm liniaal met alleen mm/cm/dm aanduiding een gum potloden: 4H, HB

Bij tuinieren moet op de lesdag rekening gehouden worden met kleding en schoenen. Voor eventueel gebruik van tuinhandschoenen moet zelf gezorgd worden; Gymspullen: gym / trainingsbroek, T-shirt, gymschoenen met licht gekleurde zolen

3.

Regels en afspraken

3.1

Lokaalgebruik



Het is niet toegestaan te eten, snoepen of te drinken in de klaslokalen of op de gang. Uitzondering hierop vormen het dienstverleningslokaal en de twee VSO-hallen tijdens de kleine pauze van 10.25 - 10.40 uur en tijdens de lunchpauze van 12.20 - 13.05 uur. In het lokaal van Zorg & Welzijn mag tevens gegeten en gedronken worden in het kader van de lessen. Lokalen worden opgeruimd achtergelaten. In de lokalen worden geen petten of jassen gedragen. Jassen hangen op de kapstok in de gang.

 

3.2

Lesuren



Leerlingen moeten op tijd in de les aanwezig zijn. Indien een leerling te laat in de les is, dan kan de leraar een sanctie opleggen. Als een leerling drie keer te laat is, dan moet hij zich melden bij de teammanager. De leerling gaat naar zijn eigen lokaal, nadat de bel is gegaan. Is een leraar afwezig, dan worden de lessen zo mogelijk vervangen. Tijdens schooltijd, van 8.45 tot 14.30 uur, moeten leerlingen op het schoolterrein blijven. Verlaten leerlingen het terrein toch, dan is de school niet verantwoordelijk voor gebeurtenissen waarbij zij zijn betrokken. Leerlingen die zich in opdracht van de leraar buiten het terrein begeven, vormen hier een uitzondering op. Leerlingen die ongeoorloofd afwezig zijn, worden gemeld bij de teammanager. Verwijdert een leraar een leerling uit de klas, dan moet de leerling zich onmiddellijk melden bij de teammanager. In samenspraak met leraar en mentor wordt vervolgens een geschikte sanctie opgelegd.

  



3.3

Therapie-afspraken



Iedere leerling is verplicht zijn therapieafspraken na te komen, dit geldt ook voor hydrotherapie. Therapie gaat altijd voor, dus ook voor een schriftelijke overhoring, proefwerk, enzovoort. Voor het Staatsexamen geldt dat zowel het centraal- en commissie schriftelijk, als ook het commissie mondeling examen voorgaan. Voor die periode wordt dan voor examenkandidaten therapievrij aangevraagd. Waar mogelijk gaan therapieën door, ook in examentijd. De afdeling Planning bekijkt dit voor betreffende leerlingen. Therapieafspraken: zijn in principe onder de les gepland. zijn voor leerlingen die in het woontrainingscentrum (WTC) wonen zoveel mogelijk na 14.30 uur gepland. Zo mogelijk wordt de therapie op locatie in het WTC gegeven. kunnen in het mentorblok zijn gepland.




16

therapeuten nemen deel aan buitenschoolse en bijzondere activiteiten die vanuit de school georganiseerd worden. Het kindersecretariaat geeft langdurige afwezigheid door aan het medisch secretariaat. Therapie thuis kan tot de mogelijkheden behoren. De mentor controleert bij het kindersecretariaat of de langdurige afwezigheid is gemeld en informeert tevens naar het tijdstip waarop de lessen door de leerling hervat worden. Gaat de leerling na afwezigheid weer naar school, dan melden ouders/verzorgers dit aan het kindersecretariaat, 088 920 82 55. Ziekte-/ afwezigheids- en herstelmeldingen MOETEN via het kindersecretariaat worden gemeld. Het niet, of niet tijdig melden heeft de volgende consequenties: zonder herstelmelding kan de therapeut ingepland staan voor een andere patiënt en gaat de therapie dus niet door; bij afmelding van de therapie - minder dan 24 uur van tevoren - brengt Heliomare de behandeling in rekening; bij regelmatig afmelden c.q. langdurige afwezigheid zonder geldige reden kan de revalidatiearts besluiten om de behandeling te beëindigen. Wij maken ouders/verzorgers erop attent dat Heliomare een opleidingsinstituut is. Het kan dan ook voorkomen dat leerlingen worden behandeld door stagiaires, onder verantwoordelijkheid van de behandelaar. -

   



3.4 Ziekte en ander verzuim Kan de leerling door ziekte niet naar school, dan dient hiervan melding te worden gemaakt bij het kindersecretariaat tussen 08.15 en 08.30 uur T 088 920 82 55. 



Indien van te voren bekend is dat een leerling afwezig zal zijn in verband met een ziekenhuisopname of bezoek aan (tand)arts of specialist, dan dient dit zo snel mogelijk te worden gemeld. Therapie kan dan tijdig worden afgezegd en kosten worden dan niet in rekening gebracht. Duurt het verzuim langer dan een week, dan dient de leerling voor zijn terugkeer beter gemeld te worden, zodat de therapieën op tijd hervat kunnen worden.

Bij verzuim dat zonder afbericht plaatsvindt, neemt de mentor contact met ouders/verzorgers op.

3.5

Aanvraag verlof

Voor het toekennen van extra verlof hanteren wij de leerplichtwet. Een verzoek om extra vakantieverlof of verlof vanwege gewichtige omstandigheden dient minimaal twee maanden tevoren bij de betreffende teammanager te worden ingediend. Het extra vakantieverlof wordt uitsluitend verleend als het in verband met de werksituatie van één van de ouders alleen mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. In dat geval moet een werkgeversverklaring worden overlegd, waaruit blijkt dat geen verlof binnen de vastgestelde schoolvakanties mogelijk is. Het moet dan gaan om de enige gezinsvakantie in het jaar. Alleen een werkgeversverklaring is geen geldige reden voor het verlenen van extra vakantieverlof. In geval van gewichtige omstandigheden, waarbij het extra verlof meer dan 10 dagen (op jaarbasis) bedraagt, dient een verzoek bij de teammanager én de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden ingediend. Ook hiervoor geldt dat dit minimaal twee maanden tevoren moet worden ingediend. Wanneer ouders hun kind zonder toestemming van school houden, dan is de teammanager verplicht melding van ongeoorloofd verzuim te maken bij de leerplichtambtenaar.

Een formulier extra verlof is aan te vragen bij het kindersecretariaat van de school en is te vinden op de website: www.heliomareonderwijs.nl bij ‘verlof’.


17

3.6

Overig



Er zijn kluisjes op school voor gebruik door leerlingen. De kluisjes kunnen gehuurd worden bij de teammanager tegen een borg van € 5,00. De huur voor de kluisjes is verrekend in de schoolkosten die ouders betalen. Leerlingen mogen alleen gebruikmaken van een telefoon in school in overleg met zijn of haar mentor of de teammanager. MP3 of 4 spelers en mobiele telefoons mogen alleen in de pauze aan. Waardevolle zaken naar school meenemen is voor eigen risico. De school is niet verantwoordelijk voor diefstal of beschadiging. Het gebruik van verslavende middelen is niet toegestaan. Roken is alleen buiten het gebouw toegestaan. Computers worden gebruikt volgens het computerreglement.

     


18

4.

Team Arbeid en Arbeidsmatige dagbesteding

Clustermanager VSO Teammanager

4.1

: :

Marc van Buuren Ingeborg de Mari

Mentoren Arbeid onderbouw, Kernteam 1

Jesper Bruine de Bruin Nico Jurriens Marieke van der Vis Ancella Blom

4.2

Mentoren Arbeidsmatige dagbesteding, Kernteam 2:

Annemiek van Beek Suzan Salomon Bart Schoen Martijn Beentjes

4.3

Mentoren Arbeid bovenbouw, Kernteam 3:

Joke Duivestein Eduard de Ridder Ted Kooter Cobie Lautenbach Jacqueline Smit Oda van Run

4.4

Commissie van begeleiding

Voorzitter : Behandelcoördinator VSO Revalidatie : Orthopedagoog/psych. : Maatschappelijk werk : Jeugdarts : Orthodidacticus, IB-er : Secretariaat :

4.5

teammanager Liesbeth Bosma Hanny Voortman Ellen Loogman Nasirah Joesoef Els Hendrikse Meri Lippes

Ondersteuning

Taalspecialist/rem.teacher: Els Hendrikse Administratie : Tineke van Baarsen Assistenten Kernteams 1 en 2 Assistenten kernteam 3

4.6

(088-920 81 92) (088-920 84 47) (088-920 82 55) (088-920 82 93) (088-920 82 55)

(088 920 82 62) (088 920 81 54) (088 920 84 61)

Toekomstbureau

Stage medewerker: Stage medewerker: Stagebegeleiding

Phillip Boegheim Astrid Wanders-Schelvis : Akke Rus : Jurgen Zwart : Bianca van Laar : Bianca Warink

(088 920 84 58) (088 920 82 40)


19

5.

Door- en uitstroom gegevens 2013-2014

Uit-/doorstroom Dynamica SO Naar Belevingsgerichte dagbesteding

2

Uit-/doorstroom Dynamica VSO Naar Arbeidsmatige participatie

1

Uit-/doorstroom SO Naar Belevingsgerichte dagbesteding Arbeid

14

Vervolgonderwijs

8

4

Uit-/doorstroom VSO PRO/ VSO LW3 Naar Belevingsgerichte 7 dagbesteding Naar Arbeidsmatige participatie 7 Naar Arbeid

13 Uit-/doorstroom VMBO/HAVO

Naar Vervolgonderwijs

46

Uit-/doorstroom VSO+AKA Naar Arbeidsmatige participatie

5

Naar Arbeid

3

Naar vervolgonderwijs

9

Uit-/doorstroom VSO+ VBO Naar Arbeidsmatige participatie

1

Naar Arbeid

8

Naar vervolgonderwijs

3


20

6.

Financiële bijdragen

Heliomare onderwijs brengt een aantal extra schoolkosten bij u in rekening. Deze kosten zijn voor extra activiteiten, die voor de leerlingen worden georganiseerd buiten het reguliere lesprogramma maar wel in schooltijd. Als voor deze extra activiteiten niet betaald is mag de leerling helaas niet deelnemen. U ontvangt aan het begin van het schooljaar een factuur voor deze kosten. Mochten zich betalingsproblemen voordoen, dan kunt u contact opnemen met de mentor. Indien gewenst, kan een betalingsregeling getroffen worden.

6.1

Schoolkosten ten behoeve van extra activiteiten

Voor schoolkosten ten behoeve van extra activiteiten vragen wij jaarlijks € 125,- per leerling. Binnen praktijkonderwijs worden regelmatig excursies georganiseerd naar aanleiding van projecten in het kader van maatschappelijke vorming, stages en dergelijke. Hiervoor vragen wij van u een bijdrage in de kosten. De grootste kostenpost voor de school bij deze activiteiten is het vervoer. Daarbij willen we opmerken dat een leerling in de onderbouw minder kosten maakt dan in de bovenbouw. Om voor iedereen de kosten gelijk te houden, hanteren wij een gemiddelde bijdrage, gezien over meerdere schooljaren. Een korte opsomming van zaken die wij bekostigen vanuit deze bijdrage:  Excursies (inclusief vervoer)  Kosten stages  Stagevervoer  Veiligheidsschoenen voor stages  Bijdrage in reiniging van de stagekleding  Bijzondere materialen voor praktijklessen  Huur kluisje  Printkosten: leerlingen kunnen op school printen

6.2

Werkweek

De afdeling en de klas bepalen of leerlingen op werkweek gaan. Wij vragen hiervoor van u een eigen bijdrage. De aard en duur van de werkweek zijn bepalend voor deze bijdrage. Als uw kind op werkweek gaat, ontvangt u hierover een brief met een factuur. Deelname aan de werkweek kan alleen als de eigen bijdrage is voldaan.

6.3

Oudervereniging

De Vereniging Ouders Heliomare Onderwijs vraagt jaarlijks een vergoeding ter dekking van de onkosten. Voor ieder kind dat op 1 augustus staat ingeschreven bij Heliomare onderwijs betaalt u € 25,-. Heeft u meerdere kinderen op school, dan betaalt u vanaf het derde kind geen bijdrage. Leerlingen die tussentijds op school komen betalen € 12,50. De oudervereniging stuurt u hiervoor een factuur.

7.

Belangrijke telefoonnummers

7.1

Kindersecretariaat

Het telefoonnummer van het kindersecretariaat is: T 088 920 82 55. U kunt dit nummer bellen voor:  adreswijziging  afspraak / mededeling  contact met mentor, schoolmanagement, leden van de commissie van begeleiding, maatschappelijk werk of andere medewerkers van Heliomare onderwijs.  ziekte / herstel / verzuim  aanvraag extra verlof.


21

8.

De Vereniging Ouders Heliomare Onderwijs

Graag willen wij de ouders steeds meer zien als partner binnen Heliomare onderwijs. Doordat ouders hun kinderen niet zelf naar school brengen, is de binding met onze school voor hen anders dan op een reguliere school. De oudervereniging heeft dit probleem onderkend en wil graag ouders en school op een informatieve en constructieve wijze bij elkaar brengen. Op de informatieavond aan het begin van het schooljaar wordt u geïnformeerd over de activiteiten van de oudervereniging. Het adres van de Vereniging Ouders Heliomare Onderwijs is: Relweg 51, 1949 EC Wijk aan Zee. Contactpersoon namens de oudervereniging

:

Angelique Lagcher Sylvia van Giersbergen

Contactpersoon namens het managementteam

:

Rob van der Eng

9.

Medezeggenschapsraad

Leden oudergeleding Weertman, dhr. D. Hilckman, mw. Ch. Steen, mw. G. van Wouw, dhr. S. van der vacature

Voorzitter Lid Lid Lid

Leden personeelsgeleding Trossel, mw. M Lid Meer, mw A. van der Lid Schoen, dhr. B. Lid Veenstra, mw. P. Lid Laar, mw. B. van Lid

10. Klachten Vanzelfsprekend doen wij er binnen Heliomare onderwijs alles aan om klachten te voorkomen. Toch kan het voorkomen dat er onenigheid is over een bepaalde gang van zaken of over een bepaald gedrag. Te denken valt aan:  discriminatie, agressie, geweld of pesten  de benaderwijze  faciliteiten  organisatorische zaken  voorlichting en informatie. Spreken met de persoon in kwestie is vaak de snelste en eenvoudigste weg. Alledaagse problemen kunnen zo het beste uit de wereld geholpen worden. Mocht dit niet lukken, dan kan er een klacht ingediend worden bij de Klachtencommissie. Alvorens een klacht officieel schriftelijk in te dienen, kan deze ook eerst besproken worden met de contactpersoon Klachten van Heliomare. Voor Heliomare onderwijs is dat mevrouw Annelies Akker. De contactpersoon kan helpen bij het juist verwoorden van de klacht. Ook kan zij een bemiddelende rol spelen in het contact met de persoon waarop de klacht betrekking heeft. Mocht ook haar bemiddeling niet leiden tot een oplossing, dan kan de klacht neergelegd worden bij de Klachtencommissie. Als vertrouwenspersoon is mevrouw N.S. Joesoef (jeugdarts) beschikbaar. Voor klachten over seksuele- en fysieke intimidatie en - misbruik, kunnen ouders/verzorgers terecht bij het meldpunt vertrouwensinspecteurs: T (0900) 111 31 11 (lokaal tarief).


22

11. Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Vanaf 2013 is de Wet Meldcode voor kindermishandeling en huiselijk geweld ingegaan. Alle professionals die met kinderen, gezinnen of volwassenen werken, zijn verplicht om in actie te komen bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. De Meldcode van Heliomare behelst onder andere: • Uitleg over kindermishandeling en huiselijk geweld. • Een stappenplan hoe te handelen bij vermoedens van Kindermishandeling of Huiselijk geweld. De maatschappelijk werker van de school / afdeling is tevens aandachtsfunctionaris Kindermishandeling en Huiselijk geweld. Er is een Protocol Meldcode Heliomare Kindermishandeling en Huiselijk geweld. De verwijsindex De verwijsindex is een landelijk internet applicatie/systeem, waarin een professional een jeugdige (023 jaar) kan registreren als redelijkerwijs wordt vermoed dat de jeugdige het risico loopt in zijn lichamelijke, psychische, sociale of cognitieve ontwikkeling naar volwassenheid te worden belemmerd. Het doel is dat professionals vroegtijdig overleg met elkaar voeren om tot een gezamenlijke aanpak te komen. Zie verder www.handreikingmelden.nl Als ouders wordt u altijd op de hoogte gesteld als er zorgen zijn en de school overgaat tot het in werking zetten van de meldcode of de verwijsindex.

12. Contactgegevens Heliomare onderwijs, afdeling Arbeid en Arbeidsmatige dagbesteding Bezoekadres: Relweg 51, 1949 EC Wijk aan Zee Correspondentieadres: Postbus 78, 1940 AB Beverwijk T: 088 – 920 82 55 E: [email protected] I: www.heliomareonderwijs.nl

Locatie Grote Houtweg Grote Houtweg 180 1944 HJ Beverwijk T 088 920 91 50 I www.dezevensprongbeverwijk.nl E [email protected]


23

Onderwijs. Afdeling VSO uitstroom Arbeid en Arbeidsmatige dagbesteding. Bijlage schoolgids

Recommend Documents