Pro-actief en patronen doorbreken
Vaak zitten we in patronen. Patronen veranderen niet vanzelf, daar is ander gedrag voor nodig. Lees onderstaande tekst uit het boek van Sean Covey “Zeven eigenschappen die jou succesvol maken!” Elke dag hebben jij en ik wel honderd kansen om te kiezen of we proactief ( verantwoordelijkheid nemen voor hun leven en vooruitziend) of reactief (anderen de schuld geven en reagerend) willen zijn. Op een bepaalde dag kan het bijvoorbeeld slecht weer zijn, kun je geen baan vinden, stelt je zus je blouse, verlies je een wedstrijd, roddelt een vriend of vriendin achter je rug, scheldt iemand je uit, krijg je een bon van de politie. Wat ga je eraan doen? Reageer je meestal gewoon op al deze dagelijkse dingen of ben je proactief? De keuze is aan jou. Dat is echt zo. Je hoeft niet net als iedereen te reageren, of zoals andere mensen vinden dat je moet reageren. Je hebt vast wel eens meegemaakt dat je met de auto of op de fiets ergens rijdt en dat iemand je afsnijdt, zodat jij op de rem moet gaan staan. Wat doe je dan? Begin je te schelden? Steek je je vinger op? Laat je hierdoor je dag verpesten? Of laat je het van je afglijden? Lach je erom? Rijd je gewoon door? De keuze is aan jou. Reactieve mensen nemen beslissingen op basis van hun impulsen. Zij zijn net een blikje frisdrank. Als het leven ze een beetje door elkaar schudt, bouwt de druk zich op en ontploffen ze. „Jij stomme idioot, ga van mijn weghelft af!’ Proactieve mensen maken hun keuzen op basis van waarden. Ze denken voordat ze handelen. Ze weten dat ze niet alles onder controle kunnen hebben wat er met hun gebeurt, maar ze hebben wel controle over wat ze doen. Reactieve mensen zitten vol koolzuur, maar proactieve mensen zijn als water. Je kunt schudden wat je wilt, de deksel er af halen, maar er gebeurt niets. Geen schuim, geen bubbels, geen druk. Ze zijn kalm, rustig en hebben alles onder controle: „ik laat mijn dag niet door hem verpesten”. Om duidelijk te maken hoe de proactieve levenshouding werkt, zullen we enkele proactieve en reactieve antwoorden op een situatie met elkaar vergelijken.
Je werkt nu een jaar in een winkel en hebt heel goed je best gedaan. Drie maanden geleden is er een nieuwe werknemer aangenomen. Kort geleden kreeg hij te horen dat hij voortaan op zaterdagmiddag mocht werken, de dienst waarop jij je hoop had gevestigd.
3 oktober 2012
Pitstop
Reactieve keuzen: o o o o
o o o o
De hele dag lopen klagen over de oneerlijkheid van deze beslissing. Goed opletten wat de nieuwe werknemer allemaal fout doet. Jezelf overtuigen dat je werkgever het op jou gemunt heeft. De kantjes ervan aflopen op je werk. Proactieve keuzen: Aan je werkgever vragen waarom de nieuwe werknemer op zaterdagmiddag mag werken en jij niet. Gewoon hard blijven werken. Proberen er achter te komen hoe je je prestaties kunt verbeteren. Als je echt tot de ontdekking komt dat je in een uitzichtloze baan zit, op zoek gaan naar ander werk. Je kunt het verschil tussen proactieve en reactieve mensen meestal herkennen aan hun taalgebruik. Reactieve taal klinkt meestal zo: „Zo ben ik. Zo zit ik in elkaar.‟Eigenlijk bedoelen deze mensen iets anders: ik ben niet verantwoordelijk voor mijn daden. Ik kan niet veranderen. Ik ben voorbestemd om zo te zijn. „Als mijn baas niet zo vervelend was, zou het heel anders gaan op mijn werk.‟ Wat ze eigenlijk bedoelen is: mijn baas is de oorzaak van al mijn problemen, ik niet. “Dank je wel. Je hebt zojuist mijn dag verpest.‟ Eigenlijk zeggen ze: ik heb geen controle over mijn eigen geluk, ‘dingen’ wel. Ik heb dingen nodig om gelukkig te zijn. Als je goed oplet, merk je dat reactief taalgebruik macht bij jou weghaalt en aan iemand of iets anders geeft. Mijn vriend John Bytheway beschrijft in zijn boek What I wish I’d known in high school het volgende: als je reactief bent, geef je iemand anders de afstandsbediening van je leven en zeg je: „Alsjeblieft. Je kunt mijn humeur veranderen wanneer je maar wilt.‟Proactief taalgebruik legt de afstandsbediening echter weer in je eigen handen. En je kunt dan zelf kiezen op welk kanaal je vandaag afstemt.
Reactief taalgebruik Ik zal het proberen. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Ik kan er niets aan doen. Ik moet wel. Ik kan het niet. Je hebt mijn dag verpest.
3 oktober 2012
Proactief taalgebruik Ik zal het doen. Ik kan het veel beter. Laat ik eens kijken wat de mogelijkheden zijn. Ik kies ervoor. Er moet een manier zijn. Ik trek me niets aan van jouw slechte humeur.
Pitstop
Sommige mensen lijden aan een besmettelijk virus: het „slachtoffervirus‟. Je kent dit vast wel. Mensen die met dat virus zijn geïnfecteerd, denken dat iedereen het op hen begrepen heeft en dat de wereld hen iets verplicht is… wat helemaal niet zo is. Ik speelde op school football met iemand die helaas met dit virus was besmet. Ik werd knettergek van zijn opmerkingen: ‘Ik zou wel in het team zitten als de coaches het niet op mij hadden gemunt.’ ‘Ik wilde de bal onderschappen, maar werd afgesneden.’ ‘Ik had harder gerend als mijn veters niet los waren gegaan.’ “Ja hoor,”had ik altijd de neiging te zeggen, „en ik was president als mijn vader niet kaal was.‟Het verbaasde me niets dat hij nooit in het team werd geplaatst. Bij hem lag het probleem altijd „ergens anders‟. Hij besefte nooit dat zijn eigen houding misschien wel het probleem was. Reactieve mensen voelen zich een slachtoffer en: o Zijn snel beledigd; o Geven anderen de schuld; o Worden kwaad en zeggen dingen waar ze later spijt van hebben; o Klagen en jammeren; o Wachten totdat er iets met ze gebeurt; o Veranderen alleen als ze niet anders kunnen. Proactieve mensen zijn heel anders. Proactieve mensen: o Zijn niet snel beledigd; o Nemen de verantwoordelijkheid voor hun keuzen; o Denken na voordat ze handelen; o Raken niet in de put als er iets vervelends gebeurt; o Vinden altijd wel een manier om dingen voor elkaar te krijgen; o Richten zich op dingen waarop ze invloed hebben en maken zich geen zorgen over dingen waarop ze geen invloed hebben.
Schrijf voor jezelf 5 situaties waarin je proactief bent geweest en 5 situaties waarin je reactief was.
3 oktober 2012
Pitstop
Maak de test hieronder: hoe proactief ben jij? 1. Je komt in een file terecht, terwijl je een afspraak hebt. Je belt je afspraak met de mededeling dat je later komt. Maar wat is je verdere reactie? 1. Ik zit opgefokt achter het stuur, switch voortdurend van baan. Heeft de regering nou nog geen oplossing voor het fileprobleem? (A) 2. Ik probeer me erbij neer te leggen. Had ik maar eerder van huis moeten gaan. Ondertussen baal ik wel. (B) 3. Ik leg me erbij neer en volg een aflevering van de luistercursus Spaans voor gevorderden. (C) 2. Hoe vaak gebruik je het woord ‘moeten’ op een dag? 1. Best vaak, maar ik bedoel het niet altijd als moeten. (B) 2. Op een dag? Dat is niet te doen. Je moet het per uur tellen! (A) 3. Ik probeer het te vermijden en gebruik liever „ik wil‟ of „ik kan‟. (C) 3. Waarover praat jij tijdens een pauze? 1. Koetjes, kalfjes en als het kan „doe ik zaken‟. (C) 2. Over de laatste belachelijke besluiten op mijn werk, stage of school, lastige collega‟s en/of klasgenoten en andere dingen die me dwars zitten. (A) 3. Een mix van 1 en 2 (B) 4. Hoe voel je je aan het eind van de dag? 1. Te vergelijken met een colablikje dat goed is geschud. Behoorlijk opgefokt dus. (A) 2. Als een flesje water, zonder bubbels. (C) 3. Als een flesje cola dat al even halfvol in de koelkast staat, wel geschud trouwens. (B) 5. Je krijgt een boos mailtje. Wat doe je? 1. Ik antwoord boos terug en verstuur meteen. (A) 2. Ik denk even na en besluit een boze reactie terug te sturen. Ik realiseer me dat ik hiermee het contact op scherp zet. (C) 3. Ik delete het mailtje en doe verder niets. (B) 6. Vroeger heb je vast geleerd om in bepaalde situatie tot 10 te tellen, voordat je ging handelen. Tel je nog wel eens tot 10? 1. Ik kom tot 5… (B) 2. Ik slaap er tegenwoordig een nachtje over. (C) 3. Ik ben van de spontane reactie. Als dat al niet meer kan. (A)
3 oktober 2012
Pitstop
7. Het is rotweer. Je kent die dagen wel. Het is grijs, grauw en het regent onafgebroken. Hoe voel je je? 1. Grijs, grauw en nat. Ik ben blij als deze dag voorbij is. (A) 2. Ik heb liever een zonnetje, het weer heeft wel een wat negatieve invloed op mij. (B) 3. Ik heb liever een zonnetje, maar heb geen zin om mijn dag te laten verpesten. (C) 8. Je krijgt zondag visite en dit vind je niet het leukste bezoek. Wat doe je? 1. Ik ga iets met ze ondernemen dat ik erg leuk vind. (C) 2. Ik spreek af met een vriend dat hij me belt met de mededeling dat ik meteen naar hem toe moet komen. (B) 3. Ik onderga het bezoek lijdzaam, straks is het weer voorbij. (A)
Uitslag Vooral A Proactiviteit heeft nog vele geheimen voor je. Je laat je erg leiden door anderen in plaats van dat je zelf keuzes maakt. Is dat wat je het liefste wilt? Realiseer je dat werkgevers vaak een proactieve houding van je verwachten. Vooral B Je hebt het in je, proactiviteit, maar het komt er niet altijd uit. Ben je je bewust van je keuzevrijheid of gaat het per ongeluk? En wil je nog sterker het roer in eigen handen nemen? Werkgevers verwachten van hun medewerkers een proactieve houding. Vooral C Geslaagd! Jij bent behoorlijk proactief. Je maakt bewust je eigen keuzes. Ga zo door.
Beschrijf 3 situaties die jij denkt in je opleiding tegen te komen, waarin je nu al verwacht dat het voor jou best lastig kan worden om proactief te zijn. Beschrijf voor elke situatie hoe deze kan verlopen en kan aflopen als je reactief bent. Beschrijf ook voor dezelfde situatie wat je kan doen als je juist proactief handelt. Hoe verloopt het dan en hoe loopt het dan af volgens jou? Maak op de volgende site een kort testje: http://www.123test.nl/leary/index.php. Welke rol komt er bij jou uit de test? Denk eens na over patronen waar jij een rol in hebt en die je graag zou veranderen. Bijvoorbeeld; „bij mijn moeder pak ik bij altijd de aanvallende rol, het maakt eigenlijk niet uit waar het over gaat…‟.
3 oktober 2012
Pitstop
Beschrijf kort de onderstaande vragen: -
Welke patronen (maximaal 3) wil jij doorbreken? Bijv. zie de zin hierboven of ik reageer altijd geïrriteerd op mijn moeder, bij die vriendin vertel ik altijd teveel, ik denk steeds negatief over mezelf waardoor ik….
-
Hoe zien deze patronen er nu uit?
-
En hoe wil je dat het wordt?
-
Vraag 1 persoon om 1 patroon met je uit te spelen in een rollenspel en vraag ook iemand om jullie te observeren. Speel hetzelfde patroon 2 keer; 1 keer zoals het was en 1 keer zoals je graag wilt dat het wordt.
3 oktober 2012
Pitstop