SIGNALEREN &doorbreken Meldcode Brochure 24pag.indd 1
07-02-12 14:25
Deze brochure is gemaakt in opdracht van het CZW-bureau door: Teksten en projectcoördinatie dichterbij teksten & meer Fotografie Dennis van Overbeeke Grafische vormgeving illigraphics Drukwerk GrafimediaPartners
Meldcode Brochure 24pag.indd 2-3
SIGNALEREN &doorbreken 07-02-12 14:25
Inhoud
I Wet Meldcode
II Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling
III Zeeuwse aanpak
IV In gesprek met Zeeuwse professionals
Meldcode Brochure 24pag.indd 4-5
5
7 13 15
07-02-12 14:25
I Wet Meldcode Veel gestelde vragen Wat is het? De Wet Meldcode is bedoeld als ondersteuning voor professionals. Vanaf het voorjaar 2012 ben je als zelfstandige beroepsbeoefenaar of professional binnen een organisatie verplicht om een meldcode te hebben voor situaties van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Voorbeelden hiervan zijn kindermishandeling, huiselijk geweld, eergerelateerd geweld en ouderenmishandeling.
Voor wie? De verplichting geldt voor de jeugdgezondheidszorg, het onderwijs, de kinderopvang, de jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning zoals het maatschappelijk werk, de thuiszorg, het welzijnswerk, het peuterspeelzaalwerk, MEE consulenten en politie en justitie.
Wanneer doe je een melding? Een melding is eigenlijk het sluitstuk van een aanpak die je zelf als professional hebt doorlopen. Die aanpak bestaat uit vijf stappen, hierna beschreven als stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Je doet pas een melding als je eigen aanpak niet tot resultaat leidt en je zorgen over een kind of cliënt niet verminderen.
Wat gebeurt er met de melding? Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) start een onderzoek. Als melder wordt je op de hoogte gehouden van de uitkomsten van het onderzoek en van de acties die in gang worden gezet.
4
Meldcode Brochure 24pag.indd 6-7
5
07-02-12 14:25
II Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Stap 1: in kaart brengen van signalen Als beroepskracht zie je soms opvallende zaken aan het gedrag van een cliënt. Een cliënt is bijvoorbeeld snel agressief, of maakt juist een hele gelaten indruk. Ook kan het zijn dat je regelmatig verwondingen ziet, waarvoor de cliënt geen verklaring heeft. Dit kunnen signalen zijn van huiselijk geweld. Het is belangrijk om deze signalen met de cliënt te bespreken. Heb geen oordeel, stel vooral vragen. Herkent de cliënt jouw waarnemingen? Wat kan hij of zij zelf doen? Leg de signalen vast, evenals de uitkomsten van de gesprekken. Dit is nodig ter legitimatie van eventuele vervolgstappen. Blijf je je zorgen maken, bespreek het dan eens met een collega. Realiseer je dat de verandering in de thuissituatie van de cliënt moet beginnen, voer het gesprek dus niet alleen met je collega’s. Blijf in gesprek met de cliënt. Naast de collegiale consultatie kun je ook advies inwinnen bij het Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.
De Wet Meldcode is ook bedoeld voor andere vormen van mishandeling zoals ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld. Ouderenmishandeling is het mishandelen van ouderen door volwassenen. Kenmerkend is dat de oudere in een afhankelijkheidsrelatie staat tot het familielid of de verzorger. Het kan gaan om fysieke of psychische mishandeling, seksueel misbruik, verwaarlozing, financiële uitbuiting of diefstal, ontneming van rechten of ontspoorde mantelzorg. Eergerelateerd geweld is een vorm van huiselijk geweld die voorkomt in culturen waar de familie-eer belangrijk is. Het gaat om het zuiveren van de eer bij dreigend eerverlies in de gemeenschap. Deze vorm van geweld vraagt specifieke kennis en vaardigheden van beroepskrachten. Ontbreekt deze kennis, dan kan er beter direct een beroep op externe expertise worden gedaan.
6
Meldcode Brochure 24pag.indd 8-9
7
07-02-12 14:25
Stap 2: raadpleeg een collega of zo nodig het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld
Stap 3: gesprek met de ouders of de cliënt
Als leerkracht of leidster in de kinderopvang zie je soms opvallende zaken aan het gedrag van een kind. Het
Je hebt collegiaal overleg gevoerd en eventueel het AMK of SHG geraadpleegd. Het gesprek met de ouders of
is bijvoorbeeld extreem druk, vaak moe, of heeft geen eten bij zich. Je hebt je waarnemingen over een kind
de cliënt vraagt openheid. Het is belangrijk dat je het doel van het gesprek uitlegt. Je bespreekt de signalen
met de ouders besproken. De situatie van het kind blijft je zorgen baren. Misschien heb je ook al een collega
op basis van de feiten die je hebt waargenomen. Probeer het te vertellen als een film, toets of de ouders of de
geraadpleegd. Jullie hebben besproken wat je collega aan dit kind ziet in termen van concreet waarneembaar
cliënt het beeld herkennen. Je vraagt hen om daarop te reageren. Pas na deze reactie kun je een interpretatie
gedrag. Kom je er niet uit, dan kun je te rade gaan bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of
maken van wat je hebt gehoord en gezien.
het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Het is ook mogelijk om een consult te krijgen over de wijze waarop je (opnieuw) het gesprek met de ouders aangaat. Bij advies en consult van het AMK of het SHG blijft de verantwoordelijkheid bij jou als professional, je hoeft niet de naam van het kind te noemen en er wordt niets geregistreerd. Een andere mogelijkheid die je als leerkracht hebt is het bespreken van het kind in het Zorg Advies Team (ZAT). In dit team zijn onder andere het schoolmaatschappelijk werk en een jeugdarts vertegenwoordigd. De Zorg Advies Teams werken steeds nauwer samen met de Centra voor Jeugd en Gezin, een laagdrempelige gemeentelijke voorziening waarin een loket voor vragen over opvoeden en opgroeien is opgenomen.
Als thuiszorgmedewerker valt je op dat je oudere cliënt regelmatig letsel heeft en daar onsamenhangende verklaringen over geeft. Of je merkt dat je cliënt een overdreven schrikreactie toont bij onverwachte aanraking. Als je een vermoeden hebt van ouderenmishandeling in huiselijke kring, vraag dan advies bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Het Turkse meisje uit de klas waarvan jij mentor bent is niet teruggekeerd op school na de zomervakantie. Je vraagt je af of dat verband houdt met de problemen die voor de zomer speelden. Haar ouders waren erg boos over haar verkering met een Nederlandse jongen. Je besluit contact te leggen met de ouders, om navraag te doen naar hun dochter. Je kunt het Steunpunt Huiselijk Geweld vragen om advies als voorbereiding op dit gesprek.
8
Meldcode Brochure 24pag.indd 10-11
9
07-02-12 14:25
Stap 4: weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling
Stap 5: beslis of je zelf hulp organiseert of een melding doet
Je hebt nu drie stappen doorlopen en je beschikt over de nodige informatie over het kind of de cliënt.
Je hebt als professional ingeschat hoeveel tijd er nodig is om resultaten te boeken. Blijven deze resultaten uit
Het is nu aan jou om deze informatie op waarde te schatten. Hoe groot is het risico op huiselijk geweld of
dan kun je besluiten een melding te doen. Het beslismoment is altijd gekoppeld aan het belang van het kind of
kindermishandeling? Als de organisatie waar je werkt een risicotaxatie-instrument heeft, dan gebruik je dit bij
de cliënt. Zorg voor een open melding, maak bekend wie je bent. Ga na of er in jouw organisatie sprake is van
je afweging. Ook bij deze stap kun je advies vragen bij het AMK of SHG.
een protocol. Op scholen kan bijvoorbeeld afgesproken zijn dat de directeur de melding doet. De praktijk leert dat open meldingen en een zorgvuldige afhandeling daarvan veel minder agressie oproepen dan een anonieme of onduidelijke melding. Een melding over kindermishandeling doe je bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), alle andere vormen van mishandeling bij het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Zijn er bij huiselijk geweld ook kinderen betrokken, dan stemmen het AMK en het SHG onderling af. Wees je er van bewust dat de combinatie van huiselijk geweld en kinderen altijd kindermishandeling betekent! Het AMK of het SHG onderzoekt de melding en doet navraag bij anderen uit de omgeving van het kind of de cliënt. Gesprekken met betrokkenen zijn bedoeld om de situatie in kaart te brengen en de begeleiding in gang te zetten. Vaak is er bij de cliënt of de ouder(s) van een kind sprake van onmacht om iets aan de situatie te veranderen. De begeleiding is erop gericht de balans tussen draaglast en draagkracht te herstellen.
"Het is belangrijk dat een leerkracht weet welke stappen hij zet wanneer er vermoedens zijn van kindermishandeling." “Het is heel belangrijk om vanuit de hulpverlening te zorgen voor acties die de familie-eer herstellen" "Het is belangrijk om voelsprieten te ontwikkelen voor wat werkt."
10
Meldcode Brochure 24pag.indd 12-13
11 07-02-12 14:25
III Zeeuwse aanpak Er is sprake van een vergaande samenwerking in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het AMK en het SHG zijn partners in het Veiligheidshuis Zeeland. Dit naast partners als het Openbaar Ministerie, de politie, de jeugdreclassering, Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming, het maatschappelijk werk, bureau HALT, gemeenten en de provincie. Het doel van de samenwerking in het Veiligheidshuis is het vergroten van de sociale veiligheid in Zeeland. Binnen het Veiligheidshuis vinden verschillende vormen van overleg plaats. Tijdens deze overleggen wordt alle beschikbare informatie gekoppeld. Elke persoon wordt vanuit het geheel van zijn omgeving gezien. Uitgangspunt is één gezin, één plan. Alle partners leveren een essentiële bijdrage aan het plan, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Door de kortere lijnen zijn vragen over een bepaalde casus makkelijker te beantwoorden. Is er al hulpverlening gestart? Zo nee, welke aanpak is nodig en wie neemt het initiatief? De samenwerking in het Veiligheidshuis brengt preventie, repressie en (na)zorg bij elkaar. Het Steunpunt Huiselijk Geweld Zeeland maakt sinds januari 2011 deel uit van het Veiligheidshuis.
12
Meldcode Brochure 24pag.indd 14-15
13 07-02-12 14:25
IV In gesprek met Zeeuwse professionals
Marij van Aalst werkt bij het expertisebureau van bureau Jeugdzorg. “We geven trainingen aan professionals over de aanpak van kindermishandeling. Aan de orde komen onderwerpen als: met wie bespreek je je zorgen over een kind, wie kun je consulteren en wanneer kun je melden? Het is belangrijk dat een leerkracht weet welke stappen hij zet wanneer er vermoedens zijn van kindermishandeling. Het is van belang je zorgen over een kind niet alleen met professionals te bespreken, maar juist ook met de ouders. Ik vind dat je vanaf stap één in gesprek moet gaan met ouders. Zo bouw je een vertrouwensbasis op, je wilt immers samen het beste voor een kind. Het is belangrijk de draagkracht van ouders te herstellen en hen de verantwoordelijkheid voor de zorg van hun kind terug te geven.” Marij van Aalst ziet de Wet Meldcode als een instrument dat ten dienste staat van het kind en de professional. Het helpt professionals zorgvuldig te handelen.
14
Meldcode Brochure 24pag.indd 16-17
15 07-02-12 14:25
Yolanda van Wanrooij werkt bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Daar komen soms ook meldingen binnen van mogelijke vormen van ouderenmishandeling. “Het steunpunt is enige tijd geleden benaderd door een bewoonster van een flat. Zij maakt zich zorgen om één van de andere bewoners van de flat, een man van 90. Hij zou lichamelijk en geestelijk mishandeld worden door zijn inwonende zoon. De meldster spreekt meneer af en toe als ze elkaar toevallig in de lift of de gang tegenkomen. Dan vertelt hij over hoe het met hem gaat. Ze ziet dat het slecht gaat met zijn gezondheid. Meneer zou het liefst naar een verzorgingshuis willen. Meldster wil graag haar zorgen delen en weten wat wij voor deze man kunnen doen.” Bij dit soort meldingen gaan wij op zoek naar aanknopingspunten binnen het persoonlijk netwerk van de betrokkenen, zoals de huisarts, de thuiszorg of het maatschappelijk werk. Met hen proberen we vervolgens een plan te maken om het huiselijk geweld te stoppen."
16
Meldcode Brochure 24pag.indd 18-19
17
07-02-12 14:25
Peter van Belleghem, taakaccenthouder eergerelateerd geweld bij de politie Zeeland. Hij is blij met de samenwerking in het Veiligheidshuis. “Tijdens het casusoverleg worden meldingen besproken, en gaan we na welke partij het beste met de melding aan de slag kan. Wij hebben twee jeugdagenten die deelnemen aan het casusoverleg jeugd, zij kunnen meldingen uit ons systeem inbrengen als casus. Soms is het kind, of het gezin, al bekend bij de hulpverlening. Het is belangrijk om alle beschikbare informatie te kunnen koppelen.” De kennis over eergerelateerd geweld is nog niet bij alle partijen even groot. De hulpverlening kan de expertise van de politie inroepen en doet dat ook. Als advies vooraf, of om de stappen die gezet zijn te toetsen. De gevallen van eergerelateerd geweld hebben vaak te maken met de eer van jonge vrouwen. Vanuit hun culturele achtergrond is het van belang dat ze van onbesproken gedrag zijn. Wanneer zij gezien worden met een Nederlandse jongen, of contacten hebben met jongens via Facebook of Hyves kan dat al aanleiding zijn voor roddel. Dit gedrag van een meisje moet zo min mogelijk buiten het gezin bekend worden, als iedereen het weet begint de eerschending en wordt er van de vader verwacht dat hij maatregelen neemt. Vaak begint dat met inperking van de vrijheid van het meisje. Haar telefoon wordt afgepakt, ze mag niet meer op de computer, wordt soms opgesloten op haar kamer. Het komt ook voor dat ze wordt teruggestuurd naar het land van herkomst. Hoe komt een dergelijk verhaal nu bij de politie terecht? “Bijvoorbeeld doordat een Nederlandse jongen een melding doet van bedreiging bij de politie. De vader van zijn Turkse vriendin heeft hem te kennen gegeven dat de relatie met zijn dochter moet stoppen. Als politie voeren we dan gesprekken met betrokkenen. In dit voorbeeld zouden we dat juist ook met de vader van het meisje doen. Inlevingsvermogen is belangrijk. Geef aan dat je het gedrag van de vader begrijpt vanuit de culturele achtergrond, maar dat je er geen begrip voor hebt en dat bedreiging niet aan de orde is in Nederland.” Peter van Belleghem deelt zijn expertise graag met de hulpverlening. “Als de hulpverlening het kan oplossen bereik je meer. Het is belangrijk om voelsprieten te ontwikkelen voor wat werkt. Stuur bijvoorbeeld een mannelijke hulpverlener naar een traditionele moslim. Het is moeilijker om het eerverlies te beperken wanneer de politie erbij betrokken wordt. Natuurlijk hebben wij een grotere rol naarmate de bedreigingen ernstiger zijn. Gelukkig is dat maar in een klein aantal gevallen aan de orde.”
18
Meldcode Brochure 24pag.indd 20-21
19
07-02-12 14:25
Stappenplan Stap 1:
in kaart brengen van signalen
Stap 2:
raadpleeg een collega of zo nodig het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld
Stap 3:
gesprek met de ouders of de cliënt
Stap 4:
weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling
Stap 5:
beslis of je zelf hulp organiseert of een melding doet
Meer weten? Relevante websites www.steunpunthuiselijkgeweld.nl www.huiselijkgeweld.nl www.watkanikdoen.nl www.amk-nederland.nl Steunpunt huiselijk geweld Zeeland Email:
[email protected] Bel voor consult, advies of een melding: Telefoon: 0900-222 0 333 (vijf cent per minuut)
AMK Bel voor consult, advies of een melding: Telefoon: 0900-123 123 0 (vijf cent per minuut) AMK Middelburg 0118-677688 Als de situatie acuut onveilig is neem dan contact op met de politie. Bel 112.
20
Meldcode Brochure 24pag.indd 22-23
07-02-12 14:25
Meldcode Brochure 24pag.indd 24
07-02-12 14:25