Prestatieverslag Kop van Noord Holland
2014
Den Helder, maart 2015
dnoDoen
Inhoud Voorwoord ............................................................................................................................................... 3 Inleiding .................................................................................................................................................. 4 Missie en Visie .................................................................................................................................... 4 Ontwikkelingen in 2014..................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 1 Aanmeldingen .................................................................................................................. 8 Inleiding .............................................................................................................................................. 8 § 1.1 Aanmeldingen verdeeld naar leeftijdscategorie................................................................... 10 § 1.2 Laatste verblijfplaats bij aanmelding .................................................................................... 11 § 1.3 Aangemeld door verwijzende instanties en zelfmelders ..................................................... 12 § 1.4 Wachtlijst voor opvang ........................................................................................................... 12 § 1.5 Resultaat aanmeldingen........................................................................................................ 13 Hoofdstuk 2 Begeleidingstrajecten .................................................................................................... 14 Inleiding ............................................................................................................................................ 14 § 2.1 Aantal trajecten 2014 ............................................................................................................ 15 § 2.2 Culturele herkomst ................................................................................................................. 16 § 2.3 Inkomstensoort bij binnenkomst en vertrek ........................................................................ 17 § 2.4 Dagbesteding bij binnenkomst en vertrek............................................................................ 18 § 2.5 Onderliggende problemen ..................................................................................................... 19 § 2.6 Resultaat begeleidingen ........................................................................................................ 20 § 2.7 Leeftijdsopbouw ..................................................................................................................... 22 Hoofdstuk 3 Voorzieningen ................................................................................................................ 23 Inleiding ............................................................................................................................................ 23 § 3.1 Sociaal Pension ...................................................................................................................... 24 § 3.2 Passantenverblijf .................................................................................................................... 25 § 3.3 Begeleid Wonen ..................................................................................................................... 26 § 3.4 Noodopvang gezinnen en Surpluswoningen voor ex-gedetineerden .................................. 27 surpluswoningen .............................................................................................................................. 28 Slotwoord .......................................................................................................................................... 29
2
Voorwoord In 2014 is voortgebouwd op de fundamenten die in de jaren na de fusie van 2011 zijn gelegd. De reorganisatie die de bezuiniging koppelde aan een voorsorteren op de WMO-opdracht was eind 2013 ingegaan en kreeg nu in 2014 zijn volle uitwerking. Tegelijkertijd is het bedrijfsplan opgesteld in samenspraak met ketenpartners, aan de gemeente gepresenteerd en geaccepteerd om in 2015 gestalte te gaan geven. In de Inleiding zal uiteengezet gezet worden hoe we hebben kunnen bezuinigen op korte termijn terwijl we tegelijk de ontwikkelingen op de lange termijn (in het kader van de WMO opdracht) hebben kunnen voorbereiden en erop voorsorteren. In hoofdstuk 1, 2 en 3 zullen de prestaties van 2014 uiteen worden gezet. 2014 was een jaar van bouwen en vooral niet opgeven. Het eind van het jaar konden we afsluiten met het mooie nieuws dat wij in 2015 kunnen gaan werken vanuit het nieuwe bedrijfsplan Snel op Eigen Benen. Wij van dnoDoen zijn ervan overtuigd dat het ten goede is gekomen en verder zal komen aan de cliënten. Hil Rabenberg, Directeur bestuurder dnoDoen
3
Inleiding Hierbij ontvangt u het prestatieverslag van centrumgemeente Den Helder, die de maatschappelijke opvang faciliteert voor de regio Kop van Noord Holland. Dit rapport bestaat uit drie hoofdstukken waarin wordt gerapporteerd over de activiteiten in de Kop van Noord-Holland en in cijfers zichtbaar gemaakt. Het gaat om: 1. aanmeldingen (voor begeleiding, opvang en wonen), 2. begeleidingstrajecten 3. Voorzieningen en geleverde opvang.
Missie en Visie Wij hebben de begeleiding en opvang / wonen van de kwetsbare mensen in de Kop van NoordHolland met de volgende missie en visie uitgevoerd. Missie dnoDoen Wij geloven dat ieder mens zich kan en wil verbeteren. Ook mensen die kwetsbaar zijn en die het zonder dak of thuis moetenstellen, hebben het recht op een volwaardige plek in onze maatschappij. Juist voor deze mensen willen wij er zijn. Wij willen hen helpen hun leven zo goed mogelijk op te pakken en mee te doen. Mensen uitdagen meer uit zichzelf te halen, dat is wat wij ‘Doen’. Visie dnoDoen Wij helpen mensen die door complexe problemen dak- of thuisloos zijn of dit dreigen te worden, met begeleiding, opvang en woonondersteuning. Als dat nodig is, bieden wij mensen een veilige plek in een van onze voorzieningen. Wij bieden hulp op maat. Zo kort mogelijk, maar zolang als nodig is. Wij stimuleren de kracht en zelfredzaamheid van mensen en hun netwerk van familie, vrienden en bekenden. Ook werken wij nauw samen met organisaties voor wonen, welzijn en zorg. Dit alles doen wij onder het motto: dnoDoen, méér met mensen… Werkgebied dnoDoen heeft drie vestigingen in de regie Noord Holland Noord. Deze zijn gelegen in Noord Kennemerland (Alkmaar), West Friesland (Hoorn) en de Kop van Noord Holland (Den Helder). Vanuit deze vestigingen wordt met behoud van de lokale ‘kleur’ begeleiding, opvang en woonondersteuning verzorgd. Dit productieverslag gaat over de vestiging Kop van Noord-Holland, gevestigd in Den Helder.
4
Ontwikkelingen in 2014
trends De vraag in de maatschappij is kennelijk toegenomen. Het aantal aanmeldingen is met 45% toegenomen tov 2013, waarbij het aantal doorverwijzingen is verdubbeld. Het aantal aangemelde jongeren is toegenomen van 17 naar 53.Van alle aanmelders hadden er 70 Den Helder als laatste verblijfplaats (2013: 54%). Het aantal passanten is toegenomen: 73 tegenover 33 in 2013. Het aantal begeleidingen in Begeleid Wonen is toegenomen: 56 tegenover 42 in 2013. In het Sociaal Pension is het aantal begeleidingen terug gegaan van 67 tegenover 77 in 2013. De toename van aanmeldingen en passanten heeft vermoedelijk te maken met de bezuinigingen bij ketenpartner, dat drukt op de maatschappelijke opvang. De verschuiving van opvang van intramuraal (Sociaal Pension) naar extramuraal (Begeleid Wonen) is gevolg van beleid. professionalisering Ook in 2014 is ingezet op professionalisering van het dienstenaanbod aan de cliënten. Drie medewerkers hebben hun MBO studies afgerond en 1 medewerker is met een HBO studie begonnen naast zijn werk. Er waren in 2014 5 MBO geschoolde en 2 HBO geschoolde medewerkers werkzaam, en 1 in opleiding. In 2014 is Intervisie opgestart, in het team Sociaal Pension en het team Voordeur / Begeleid Wonen. Ook in 2014 hebben we te kampen gehad met veel langdurige zieken met fysieke oorzaken onder de medewerkers. Aan het eind van het jaar hebben we afscheid genomen van de Nettie Schuijl, die jarenlang als Hoofd Hulpverlening de coördinatie had over het Sociaal Pension. We hebben helaas door overlijden, afscheid moeten nemen van een van onze woonbegeleiders Henk Katuin. Bij de overgang naar het jaar 2105 waren er nog 1,5 fte langdurig zieken. De in 2013 in gang gezette goede uitwisseling en samenwerking met Veiligheidshuis, door deelname aan het overleg Nazorg ex-gedetineerden, en met de OGGZ- keten door deelname aan het OGGZ overleg, is in 2014 verstevigd. In 2014 is er in het vierde kwartaal vanuit de Voordeur van dnoDoen met de ketenregisseur Bijzondere doelgroepen van het Veiligheidshuis een wekelijks overleg over de aanmeldingen opgestart. Het heeft geleid tot soepele samenwerkingsverbanden op de werkvloer. Met de Sociale Dienst is een goede samenwerking op gang gekomen, mede dankzij een vast contactpersoon van de zijde van de gemeentelijke dienst.
5
reorganisatie Na de reorganisatie van 2013 is de werkwijze verder ontwikkeld. Doordeweeks overdag is het SP gesloten, en cliënten weten van meet af aan dat zij in een tijdelijke voorziening zijn opgenomen. Zij werken zo snel mogelijk aan doorstroming. Na vele besprekingen en bijstellingen vond het bedrijfsplan van dnoDoen zijn weg naar de wethouder. De besluitvorming hierover werd over de verkiezingen heen getrokken en moest wachten op het slagen van de formatie. Een delegatie van rond de 20 gemeenteraadsleden zijn op bezoek geweest op 25 september bij het Sociaal Pension voor informatie en uitleg van de huidige situatie en het bedrijfsplan. Uiteindelijk besloot het college van B&W op 2 december met het bedrijfsplan en de bijbehorende begroting voor 2015 akkoord te gaan. In 2014 is er landelijk beleid gekomen met betrekking tot het afgeven van een beschikking, zowel bij toekenning van begeleiding en opvang, als bij afwijzing. De Eigen Bijdrage is door de gemeente vastgesteld en verschilt niet zo veel van de reeds bestaande Eigen Bijdrage.
Vrijwilligerswerk In 2014 hebben we ons vrijwilligersbeleid verder ontwikkeld. Niet alleen zijn wij voortgegaan met het actief begeleiden van onze cliënten naar vrijwilligerswerk zolang er nog geen sprake is van werk / studie. Ook zijn we structureel met vrijwilligers gaan werken in 2014, met een uitbreiding naar vrijwilligers voor het primaire proces. Vrijwilligers die reeds in 2013 actief waren: -
-
Klussenman – naast een vaste vrijwilliger klussenman is er ook incidentele ondersteuning geweest vanuit cliënten of ex-cliënten voor ondersteuning bij klussen. Begeleiding – een vrijwilligster ondersteunt bij het praktische werk voor cliënten: meegaan naar sociale dienst, op een rij zetten van problematiek en schulden, etc; Huishoudelijke taken – een vrijwilligster werkt reeds al meerdere jaren als vrijwilligster ondersteuning van huishoudelijke taken. Ook incidenteel zijn er cliënten of ex-cliënten betrokken bij huishoudelijk werk als vrijwilliger (naast de verplichte corveetaken); Chauffeur:- een oud cliënt ondersteunde een medewerker bij autoritten.
Nieuwe vrijwilligersfuncties in 2014: -
Gastheren / ~vrouwen, met name rond de etenstijden: een eerste gastheer is gestart Dagbesteding cliënten – een gekwalificeerde vrijwilliger begeleidt cliënten om dagbesteding te vinden en te houden. Hij begeleidt cliënten ook naar de Sociale Dienst.
6
-
Opzetten intervisie – een vrijwilligster is in het kader van haar opleiding betrokken voor het opzetten en begeleiden van de eerste serie intervisies van het team Sociaal Pension, en het team Centrale Voordeur / Begeleid Wonen.
7
Hoofdstuk 1 Aanmeldingen Inleiding dnoDoen maakt in haar werkwijze gebruik per locatie van een centraal meldpunt voor alle vormen van begeleiding en voorzieningen van dnoDoen. Dit noemen wij de Centrale Voordeur en de CV is tijdens kantooruren bereikbaar. In 2014 bedroeg het aantal aanmeldingen bij de Centrale Voordeur 207. Daarnaast waren er 26 kinderen in de aanmelding betrokken. Het aantal aanmeldingen is toegenomen met 45% tov 2013.
Clienten melden zich veelal telefonisch, soms aan de deur, soms per email. Die aanmeldingen per mail of telefoon van mensen die niet in Den Helder verblijven worden niet genoteerd en niet geteld als aanmelding. Er is altijd een aanmeldgesprek met de cliënt, ook als deze door een derde wordt aangemeld. Tijdens de aanmeldfase wordt gecheckt of een cliënt uit de regio komt, of hij recht heeft op opvang, of wij een aanbod kunnen doen dat hoort bij de hulpvraag en of de cliënt akkoord kan gaan met de voorwaarden voor verblijf (betaling Eigen Bijdrage, huisregels). Het uitgangspunt is altijd dat er om sociaal-psychische redenen een huisvestingsprobleem is ontstaan, veelal in combinatie met andere problematiek. Ook wordt gecheckt of er voor deze cliënt restricties gelden bij dnoDoen en of er contra-indicaties gelden.
8
Clienten die niet uit de regio komen worden verwezen naar geëigende instellingen in de eigen regio. dnoDoen wijkt af van de regiobinding als de cliënt aantoonbare en voldoende reden heeft voor vestiging in de Kop van Noord-Holland, en het verzoek is ondersteund door een externe hulpverlener of de gemeente. Bij doorverwijzingen of afwijzingen heeft de voordeurmedewerker externe instanties betrokken om de cliënt naar een juiste voorziening te geleiden. Dat kan terug naar huis zijn (jongeren), een voorziening voor verstandelijk beperkten, psychiatrie of verslavingszorg of naar een andere regio. Clienten met een positief aanmeldingsbesluit komen in aanmerking voor een intake. Tijdens de intake wordt uitgebreid gesproken over de situatie van de cliënt op acht leefgebieden: huisvesting, financiën, zingeving, dagbesteding, psychisch, lichamelijk, sociaal en praktisch functioneren en worden de leefregels, de Eigen Bijdrage en de taken voor de cliënt besproken. Na de intake wordt besloten of de betrokken cliënt kan worden begeleid en geplaatst in het Sociaal Pension, c.q. of er ambulante begeleiding kan plaatsvinden. Doorverwijzing vindt plaats als uit de intake blijkt dat de betrokken cliënt door een andere instelling beter geholpen kan worden, of te zware problematiek heeft voor dnoDoen. Van de 207aanmeldingen zijn er - 120 Toewijzingen - 38 Afwijzingen - 34 Doorverwijzingen - 6 Advies - 9 Eind dec nog in onderzoek / op een wachtlijst
9
§ 1.1 Aanmeldingen verdeeld naar leeftijdscategorie In onderstaande tabel is het aanmeldingen weergegeven naar leeftijdscategorie 17 – 23 jaar en ouder dan 23. Kinderen zijn in deze categorie niet geteld. Het aandeel van jongeren is toegenomen in de aanmelding van 12% in 2013 naar 25%.
10
§ 1.2 Laatste verblijfplaats bij aanmelding Van elke cliënt die zich bij ons meldt registreren we wat volgens de gemeentelijke basisadministratie (GBA) de laatste verblijfplaats is geweest. Onderstaande grafiek toont de procentuele verdeling hiervan over de populatie. Altijd is er bij de intake een check of de (oorspronkelijke) binding de regio Kop van Noord-Holland betreft.
11
§ 1.3 Aangemeld door verwijzende instanties en zelfmelders Cliënten worden op verschillende wijze bij ons aangemeld. Grofweg kan er gesproken worden van drie categorieën aanmeldingen, te weten: De zelfmelding, melding door familie en melding door officiële instanties. De grafiek hieronder toont de manier waarop is aangemeld, waarbij veel voorkomende officiële instanties apart zijn vermeld. 60% van de cliënten meldt zichzelf aan en het andere deel komt na doorverwijzing van andere instellingen. In 2013 wist 52% ons direct te vinden.
4,3%
Brijder
3,9%
Familie 1,0% 7,7%
1,9% 1,4%
Gemeenten GGD GGZ OGGZ
14,5% 59,9%
Overige instantie Politie
1,9% 3,4%
Reclassering Zelfmelding
§ 1.4 Wachtlijst voor opvang In de Kop van Noord-Holland is incidenteel sprake geweest van een wachtlijst. Eind 2104 was er tijdelijk sprake van een korte wachtlijst, voor zowel Begeleid Wonen als het Sociaal Pension. Na de reorganisatie van 1 oktober 2013 is het aantal meerpersoonskamers teruggebracht ten gunste van eenpersoonskamers em tweepersoonskamers. Vierpersoonskamers zijn afgeschaft en het derde bed in een driepersoonskamer wordt gereserveerd voor noodgevallen. We gaan nu (na oktober 2013) uit van een bezetting van 24 personen, naast 1 kamer met 3 passantenbedden en 1 crisisbed. De bezetting is toegenomen van 75% in 2013 (toen er tot oktober nog 40 bedden waren) naar 96% (zie pagina 24). Er is meer vraag naar Begeleid Wonen dan voorheen.
12
§ 1.5 Resultaat aanmeldingen Onderstaande tabel toont het resultaat van de aanmeldingen in percentages naar toewijzing, afwijzing en doorverwijzing. Met name de doorverwijzing is toegenomen van 11% naar 16,4%, en de toewijzing is afgenomen van 63% naar 58%. Toewijzing betekent dat er een intakegesprek kan worden gevoerd en besloten kan worden of er een traject wordt aangeboden. Een doorverwijzingen houdt in dat er een overdracht is van de cliënt naar een andere, meer geëigende, instelling.
13
Hoofdstuk 2 Begeleidingstrajecten Inleiding dnoDoen biedt enerzijds (traject)begeleiding en anderzijds een opvangvoorziening waar nodig. In dit hoofdstuk beschrijven wij de (traject)begeleidingen, qua soort, en geven we een beschrijving van de cliënten. De begeleiding is zowel individueel als groepsgericht en wordt gestructureerd door het 8fasenmodel. De cliënten zijn verantwoordelijk voor hun eigen levensonderhoud en worden begeleid naar een dagbesteding. dnoDoen heeft trajectbegeleiding naast woonbegeleiding. In West-Friesland en NoordKennemerland heeft iedere cliënt een vaste trajectbegeleider, in welke opvangvorm deze cliënt ook wordt opgevangen bij dnoDoen (alleen bij de nachtopvang is trajectbegeleiding facultatief). Daarnaast heeft de cliënt een woonbegeleider, als hij in een voorziening van dnoDoen is opgenomen. In de Kop van Noord-Holland is er onvoldoende budget om iedere cliënt een trajectbegeleider te kunnen geven naast een woonbegeleider. Daar is trajectbegeleiding beperkt tot die cliënten waarvoor AWBZ-indicaties moeten worden aangevraagd en voor Begeleid Wonen. De woonbegeleider biedt groepsbegeleiding, zorgt voor de dagelijkse begeleiding in huis en biedt als mentor een vaste begeleiding aan een aantal cliënten. De mentor biedt zijn cliënten in het kader van het begeleidingsplan individuele, dagelijkse en vooral praktische begeleiding. In de Kop van Noord-Holland heeft iedere cliënt één mentor. In het Sociaal Pension is dat een woonbegeleider, bij Begeleid Wonen een trajectbegeleider of woonbegeleider. De mentor zorgt voor de situatieanalyse, het begeleidingsplan en de evaluatie. Ook de contacten met externe hulpverleners worden door de mentor onderhouden. De mentor schakelt waar nodig externe partners in. dnoDoen wil de levenskwaliteit van de cliënt verhogen. Dit betekent dat de mentoren actief op zoek gaan naar eventuele onderliggende problemen en vervolgens de cliënt motiveren richting gepaste zorg. Vanwege het ontbreken van een Nachtopvang zijn de grenzen van de regels voor opname in het Sociaal Pension opgerekt, waardoor een zo groot mogelijke groep wordt opgevangen. De grens werd door veiligheidsargumenten getrokken. Voor de cliënten die in de toekomst Nachtopvangcliënten zullen zijn is er in 2014 geen begeleidingsplan opgesteld.
14
§ 2.1 Aantal trajecten 2014 Onderstaande tabel geeft het aantal begeleidingstrajecten in 2014. Het gaat om een totaal van 120 begeleidingstrajecten. Het kan betekenen dat er meerdere begeleidingen hebben plaatsgevonden van dezelfde cliënt, bijvoorbeeld omdat deze persoon terug is gekomen na vertrek, ofwel is doorgestroomd naar een woning, of er nazorg was. Het gaat bij deze diagram om cliënten die in Sociaal Pension dan wel Begeleid Wonen zijn begeleid. Daar kunnen dubbele namen in voorkomen als de betrokken cliënt is doorgestroomd naar Begeleid Wonen. Er zijn 10 kinderen geteld bij Begeleid Wonen. Deze worden niet meegeteld in de begeleiding. .
15
§ 2.2 Culturele herkomst In de onderstaande tabellen is de culturele herkomst van de cliënten in begeleiding weergegeven. In de tabellen is een restcategorie overig opgenomen waaronder verschillende landen vallen waar slechts 1 cliënt vandaan komt. Van de 10 klanten/trajecten uit de Nederlandse Antillen komen er 9 van Curaçao.
16
§ 2.3 Inkomstensoort bij binnenkomst en vertrek Hieronder is de verdeling in inkomstensoort van de populatie weergegeven in procenten van het totaal. De inkomsten bij binnenkomst in onderstaande grafiek zijn weergegeven van alle 120 cliënten die in 2014 begeleid zijn. De inkomsten bij vertrek zijn alleen weergegeven van die 66 cliënten die zijn uitgestroomd. Het gaat dus om een verschillende groep!
17
§ 2.4 Dagbesteding bij binnenkomst en vertrek Hieronder staat vermeld welke dagbesteding de 120 cliënten 2014 had bij de start van de begeleiding en welke de 66 cliënten hadden bij vertrek. Ook hier geldt dat het om 2 verschillende groepen cliënten gaat, zie boven.
18
§ 2.5 Onderliggende problemen De grafiek van onderliggende problemen toont de aanwezigheid van gediagnosticeerde stoornissen (al dan niet recent) van de 67 uitgestroomde cliënten. Bij de categorie diagnostiek vastgesteld gaat om psychiatrische diagnostiek. De categorie verslaving wordt ingevuld wanneer een cliënt ooit in zijn leven in contact is geweest met de verslavingszorg of wanneer de diagnose verslaving, afhankelijkheid of misbruik ooit in het leven is vastgesteld. De categorie vermoeden wordt ingevuld wanneer er sterke aanwijzingen zijn dat de cliënt kampt met een probleem uit één van de andere categorieën, terwijl er (nog) geen fysiek bewijs is.
19
§ 2.6 Resultaat begeleidingen Het resultaat van de begeleiding drukken we uit in twee graadmeters: 1- de mate waarin de doelen zijn gehaald 2- en de wijze van doorstroom. Ad 1: zijn de doelen gehaald Onderstaande grafiek toont de slagingspercentages, c.q. in hoeverre de doelen, die de cliënt en hulpverlener tijdens de begeleiding hebben afgesproken, zijn gehaald. De doelen zijn in het begeleidingsplan opgesteld volgens de wensen van de cliënt over de zaken die noodzakelijk zijn voor zelfstandig wonen. De mate waarin de doelen worden gehaald kan worden gezien als een graadmeter voor succes. Er zijn drie categorieën, te weten: • Merendeel van de doelen gehaald (75 a 100% van alle doelen) • Doelen gedeeltelijk gehaald (50 a 75% van de doelen) • Onvoldoende doelen gehaald (0 tot 50% van de doelen). Onderstaande grafiek heeft betrekking op afgeronde trajecten in het jaar 2014.
Ad 2: de wijze van doorstroom De volgende tabel toont de wijze manier van uitstroom in percentages. Er zijn vijf categorieën: 1. Verwezen 2. Met ondersteuning verder 3. Zelfstandig verder 4. Door dnoDoen beëindigd (einde dnoDoen)
20
5. Door cliënt beëindigd (einde cliënt) De eerste drie categorieën worden gekozen wanneer de trajecten succesvol zijn afgerond in één van die richtingen. De laatste categorieën zijn gebruikt bij een beëindiging door dnoDoen ofwel als de cliënt zelf de begeleiding beëindigde, tegen het advies in. In totaal is 79% goed uitgestroomd (tov 2013: 48%).
21
§ 2.7 Leeftijdsopbouw Om een volledig beeld te geven van de leeftijdsverdeling van alle cliënten die zijn begeleid is onderstaande tabel opgenomen. Er zijn 8 categorieën van ieder tien jaar. Er zijn geen cliënten begeleid die ouder zijn dan 80 jaar., noch die jonger dan 18 waren. De opbouw is vergelijkbaar met die van het vorige jaar.
22
Hoofdstuk 3 Voorzieningen
Inleiding dnoDoen in de Kop van Noord-Holland kent verschillende begeleidingsvormen en voorzieningen, te weten: 1. Sociaal Pension 2. Passantenopvang 3. Begeleid Wonen inclusief korte en lange ambulante trajecten (in verdienwoning of eigen huis) 4. Noodopvang gezinnen 5. Surpluswoningen Aan deze opvang- en begeleidingsvormen zijn er in dit verslag hoofdstukken gewijd. De hoofdstukken geven een beeld van de bezetting en het verloop en geven weer in hoeverre er is voldaan aan de capaciteitsafspraken met de gemeente.
Aantal cliënten Ambulante begeleiding 16 Begeleid wonen 32 KAT 8 Sociaal pension 64 Totaal 120 Bovenstaand het aantal cliënten dat in 2014 is begeleid. Doordat er vanaf oktober 2013 een woning geschikt was voor doorstroom en een tweede woning begin 2014 gereed is gemaakt voor meerdere cliënten, hebben we ervaring opgedaan met doorstroom uit het Sociaal Pension naar Begeleid Wonen in de wijk. Ook voor de surpluswoningen is afgesproken dat er flexibiliteit werd gebracht. Dat wil zeggen 1 woning is eind 2013 / begin 2014 verbouwd waardoor maximaal 3 volwassen cliënten kunnen worden opgevangen. Deze woning is bedoeld voor cliënten met minder zware problematiek. Omdat er op dat moment geen aanbod was vanuit het Veiligheidshuis zijn begin 2014 de kamers eerst gevuld met doorstroomcliënten uit het Sociaal Pension. De steeds intensievere samenwerking met het Veiligheidshuis leidt tot opvang van cliënten met zwaardere problematiek en het in goede samenspraak plaatsen van cliënten in de surpluswoningen.
23
§ 3.1 Sociaal Pension De Sociaal Pensionvoorziening in de Kop van Noord-Holland bestaat uit: - Eenpersoonskamers 11 - Tweepersoonskamers 5 - Driepersoonskamers 1 – nl: een vrouwenkamer - Vierpersoonskamer 1 – nl. een Passantenverblijf Totaal: 18 kamers, 24 plekken tbv begeleiding, 3 passantenbedden en 1 crisisbed. De afgelopen tijd blijkt het aantal van 24 meestal voldoende te zijn voor de vraag. Afhankelijk van de zwaarte van de opgenomen cliënten is er in incidentele gevallen een bed bijgeplaatst om een extra cliënt te kunnen huisvesten. Het Sociaal Pension biedt begeleiding aan mensen die door verschillende omstandigheden tijdelijk niet zelfstandig kunnen wonen en dak- of thuisloos zijn. De reden van het niet zelfstandig kunnen wonen heeft met de psychosociale problematiek van de cliënt en met het ontbreken van de vaardigheden of motivatie. Daarnaast kampen cliënten dikwijls met problemen op het gebied van verslaving, psychiatrie en/ of verstandelijke beperking. De psychosociale begeleiding in het Sociaal Pension is gericht op doorstroming naar meer zelfstandigheid. Het Sociaal Pension is ontstaan voor die cliënten waarvoor het vooruitzicht op zelfstandig wonen op korte termijn niet viel te verwachten. Clienten werden voornamelijk door de GGZ doorverwezen. In de loop van de tijd is de bewonersgroep van het Sociaal Pension veranderd en bevat de volgende doelgroepen: - Clienten die ondersteund worden om hun relatieve zelfstandigheid te behouden, dit is de groep die langdurige ondersteuning nodig heeft (de ‘oude doelgroep’) – deze doelgroep is ter overbrugging naar een meer geëigende instelling opgenomen – deze groep is sterk geslonken; - Clienten die voldoende vaardigheden hebben om op zichzelf te wonen maar begeleiding nodig hebben om de zelfstandigheid volledig te kunnen gaan dragen – deze doelgroep trachten we zo snel mogelijk te laten doorstromen, waarvoor wij ook voorzieningen bij Begeleid Wonen, als tussenstap, in orde aan het maken zijn; - Jongeren die weinig ervaring hebben met zelfstandig wonen maar geen thuis meer hebben en veel problemen ondervinden – deze doelgroep is afgenomen in aantal aanmeldingen en de zwaardere eisen van de gemeente tav scholing en bijstand; - Die doelgroep met zware problematiek die begeleiding niet op prijs stellen en voor wie een laagdrempelige opvang nodig is: bed, bad & brood. Deze doelgroep is toegenomen en voor hen wordt in de nieuwe scenario’s voorzien in een Nachtopvang. De zwaarste cliënten van deze doelgroep kunnen nu niet worden opgevangen.
24
De verschillende doelgroepen vragen om een verschillende benadering en begeleiding. Het nieuwe bedrijfsplan voorziet in een meer adequate opvang, passend bij de vraag. In 2014 hebben we geprobeerd een zo breed mogelijke groep op te vangen. Er waren in 2014 3 plekken doorstroommogelijkheden naar Begeleid Wonen. Daar is goed gebruik van gemaakt. De volgende zorg is geleverd:
In 2014 zijn er totaal 64 bewoners geweest van het Sociaal Pension. Daarvan zijn er 2 clienten die het hele jaar zijn verbleven, 47 clienten zijn ingestroomd en 41 clienten zijn uitgestroomd. De cliënten die in 2014 zijn uitgestroomd verbleven gemiddeld 149 dagen, is 4,9 maanden, in het Sociaal Pension. De bezettingsgraad was 96%.
§ 3.2 Passantenverblijf Het Passantenverblijf / crisiskamer bevindt zich midden in het Sociaal Pension en bestaat uit een kamer ingericht met 2 stapelbedden. Het verblijf is voor 4 personen, die maximaal 4 dagen konden verblijven van 21.00 uur tot 9.00 uur, zonder kosten. In de loop der tijd is het Passantenverblijf terug gebracht tot een verblijf voor acuut daklozen die te kennen hebben gegeven door te willen stromen naar het Sociaal Pension en die zo snel mogelijk een intake krijgen of voor cliënten in de aanmelding waar een en ander voor moet worden uitgezocht. Uitzonderingen worden gemaakt voor cliënten die overbrugd worden naar een andere instelling, of cliënten die in het kader van huiselijk geweld voor 10 dagen worden opgenomen. Clienten van wie bekend is dat zij psychiatrische diagnose hebben en een verleden met zware agressieproblematiek zijn wij vanaf 2012 en dus ook in 2014, om veiligheidsredenen, gaan weigeren voor het Passantenverblijf en het Sociaal Pension. Bij de intake wordt besloten of de cliënt kan instromen en een eigen bed krijgt in het Sociaal Pension. Wordt een cliënt afgewezen dan is hij niet meer welkom in het Passantenverblijf. Het aantal passanten is geteld op basis van aanmelding en toewijzing. Een vrijgehouden bed werd niet altijd bezet door de betrokken persoon.
25
In 2014 zijn er 73 unieke cliënten toegewezen aan het Passantenverblijf. Van deze passanten waren er 57 mannen en 16 vrouwen. 53 passanten kregen akkoord voor doorstroom naar het Sociaal Pension, waarvan 12 vrouwen.
§ 3.3 Begeleid Wonen Begeleid Wonen biedt begeleiding aan mensen die door verschillende omstandigheden tijdelijk niet zelfstandig kunnen wonen. Sommigen dreigen hun eigen woning kwijt te raken, anderen zijn dak- of thuisloos geworden maar hebben een tijdelijk verblijf gevonden, weer anderen starten vanuit het Sociaal Pension met zelfstandig wonen en hebben trajectondersteuning of nazorg nodig bij de opbouw van hun nieuwe zelfstandige leven. De woonbegeleider begeleidt de cliënt met behulp van het 8-fasenmodel vanuit 8 leefgebieden. De reden van het niet zelfstandig kunnen wonen heeft te maken met psychosociale problematiek van de cliënt en met het ontbreken van de vaardigheden. Daarnaast kampen cliënten dikwijls met problemen op het gebied van verslaving, psychiatrie, verstandelijke beperking of een combinatie hiervan. Tot de begeleiding tot zelfstandig wonen behoort ook het begeleiden van de cliënten in hun “goed huisvaderschap” voor de woning en goed nabuurschap. De begeleiding richt zich daarnaast ook op het motiveren tot en het stimuleren om gespecialiseerde zorg voor problemen te ontvangen en het betrekken van die externe zorg. Daarnaast is er psychosociale begeleiding gericht op het zelfstandig participeren in de maatschappij en verantwoording dragen voor het eigen leven. Als laatst richt de begeleiding zich op het ontwikkelen, vergroten en behouden van (woon- en leef)vaardigheden. In oktober is er een nieuw Begeleid Wonen huis ingericht voor uitstroom vanuit het Sociaal Pension. Een surpluswoning is door Woningstichting Den Helder teruggevraagd in verband met sloopplannen. Een andere surpluswoning is teruggegeven ivm de inflexibiliteit van bewoning. dnoDoen zoekt naar woningen waar zowel gezinnen als meerdere alleenstaanden opgevangen kunnen worden voor kortdurende opvang. De cliënten zijn verantwoordelijk voor hun eigen levensonderhoud en dat van eventuele meekomende kinderen. Er zijn vanuit de gemeente 25 trajecten op jaarbasis begroot voor Begeleid Wonen, incl ambulante en korte trajecten. In 2014 is voor het eerst gewerkt met een verdienwoning. Een cliënt met huurschuld stroomde door na het Sociaal Pension en heeft een verdienwoning gekregen, dat wil zeggen voor de duur
26
van een jaar op naam van dnoDoen met de intentie om deze om te klappen naar een contract op eigen naam.
In Begeleid Wonen zijn er in totaal 56 cliënten begeleid, waarvan er 31 nieuwe cliënten waren in 2014 en 26 uitstroomden. Gemiddeld zijn in 2014 van de uitgestroomde cliënten: Ambulante cliënten (AWBZ langdurige begeleiding): 720 dagen = 23,5 mnd begeleid; Begeleid Wonen (opvang in de wijken): 380 dagen = 12,5 mnd begeleid; Kort Ambulant Traject (begeleiding zonder opvang): 110 dagen = 3,6 mnd begeleid.
Het aantal uren Begeleid Wonen dat de gemeente Den Helder beschikbaar gesteld heeft bedraagt 2700 uur. Er werd in totaal voor 7.254 WMO uren productie gemaakt van alle voorzieningen van dnoDoen in Den Helder.
§ 3.4 Noodopvang gezinnen en Surpluswoningen voor ex-gedetineerden Gezinnen kunnen niet in het Sociaal Pension opgenomen worden. Om die reden zijn er een tweetal noodwoningen beschikbaar voor de noodopvang van gezinnen. Het betreft ouders met kinderen en de doelgroep kwetsbare personen waarbij opname in een collectieve opvang setting onwenselijk is. De aanmelding en in plaatsing verloopt in samenwerking met de OGGZ team Vangnet en Advies. Het verblijf is gemaximeerd tot 3 maanden (met een mogelijkheid van uitloop). Eén noodwoning is het hele jaar bezet door een gezin dat niet kon doorstromen de reguliere woningmarkt op. Dit gezin woonde er in 2012 en 2013 ook. De reden is de schuldenproblematiek, waardoor er geen woning beschikbaar is voor het gezin. Omdat het gezin goed functioneert gaat dnoDoen niet over tot uitzetting. De andere woning is vrijwel het hele jaar door één gezin bewoond en is eind 2014 vrij gekomen. Vanwege de situatie op de woningmarkt en de eis van de woningcorporaties om zonder huurschuld te zijn, komt het regelmatig voor dat gezinnen vragen om langdurige opvang. Deze vraag naar langdurige opvang voor gezinnen hebben wij soms moeten afwijzen om de eenvoudige reden dat er geen vooruitzicht is op uitstroom. Wij bieden het gezin altijd verblijf op het Sociaal Pension aan en samenwerking in het vinden van opvang voor de kinderen. Het is ook in 2014 in
27
gesprek met Woningstichting Den Helder en de gemeente nog niet gelukt mogelijkheden voor doorstroom van deze gezinnen te vinden.
surpluswoningen Naast de noodwoningen heeft de gemeente Den Helder ons de mogelijkheid gegeven voor surpluswoningen. Voor deze woningen kunnen ex-gedetineerden of cliënten met een veiligheidsrisico via het Veiligheidshuis worden voorgedragen en in tweede instantie ook doorstroomcliënten uit het Sociaal Pension of andere gegadigden. Plaatsing is mogelijk in overleg met de ketenregisseur Bijzondere Doelgroepen van de gemeente, de woningcorporatie en andere bij de casus betrokken instanties. Kandidaten die niet voor een reguliere woning of een laatste kans beleid woning in aanmerking komen, worden niet toegelaten tot de surpluswoning tenzij er getekend is voor doorstroom naar een kamer. Dankzij de intensieve samenwerking is er onder regie van het Veiligheidshuis een aantal cliënten begeleid in de surpluswoningen met zeer zware problematiek. In deze gevallen was een intensieve samenwerking met reclassering, politie en GGZ toereikend om tot positieve uitstroom te leiden. Deze intensief te begeleiden doelgroep lijkt toe te nemen. Voor het nieuwe bedrijfsplan is afgesproken 3 extra kleine woningen te zoeken voor de doelgroep met een veiligheidsrisico. De gedeelde woning wordt dan een doorstroomwoning. De bewoning van noodwoningen en Surpluswoningen over het jaar 2014:
Aanbod Noodopvang gezinnen surpluswoningen exgedetineerden
capaciteit 2 woningen 2 eenpersoons en 1 driepersoonswoning
bezetting 2 systemen 8 cliënten
28
bezetting in gem mnd bezetting 23 95,86% 48,3
80,4 %
Slotwoord In 2014 heeft dnoDoen opnieuw veel geïnvesteerd in de locatie Den Helder. Wij hopen dat de lezer een beeld heeft gekregen van onze inspanningen om de bij ons ingeschreven cliënten op een zo goed mogelijke manier te begeleiden naar zelfredzaamheid waarbij wij tegelijkertijd werken aan professionalisering. Wij werken aan een beleid waarin we klantgericht zijn, duidelijk en enthousiast naar partners en cliënten en waarin we verder willen komen in de kwaliteit van wat we leveren, voor onze huidige cliënten en voor de toekomstige. mr. J.H. Rabenberg, directeur bestuurder drs. D. Vernooij, locatiemanager Kop van Noord-Holland
29