Verslag Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland Tweede voortgangsrapportage Periode: 1 januari t/m 31 december 2005
In het kader van de Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld van VWS 2004 t/m 2007
Maart 2006
Samenstelling: Mw. M. de Kinderen (PROK Management) – projectleider advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland In samenwerking met de regiegroep: Mw. I. Herders (Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijk Dienstverlening Kop van Noord-Holland), Mw. H. Oskam (gemeente Den Helder), Mw. Ria (Stichting Blijf van m’n Lijf Den Helder), Mw. H. Veenendaal (GGD Kop van Noord-Holland), Mw. J. de Vries (Bureau jeugdzorg Noord-Holland-Noord).
Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
1
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
Activiteiten Frontoffice Backoffice Voorlichting en deskundigheidsbevordering Convenanten Registratie en monitoren Pr en publiciteit
3.
Afstemming Regiegroep Huiselijk Geweld Stuurgroep Huiselijk Geweld Noord-Holland-Noord Kringbijeenkomsten van regiogemeenten Projectleidersoverleg
4.
Financiële verantwoording
Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
2
1. Inleiding In 2004 is door VWS de tijdelijke stimuleringsregeling Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld ingesteld. De gemeente Den Helder heeft als centrumgemeente voor de vrouwenopvang van deze regeling gebruik gemaakt om een Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland op te zetten. Het jaar 2005 heeft in het teken gestaan van de voorbereiding van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland. Er werd gestart met een instellingsronde, waarbij de diverse organisaties elkaar hun cliëntroute voor cliënten huiselijk geweld presenteerden. Er werd een plan van aanpak samengesteld dat verscheen onder de titel: plan van aanpak Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld kop van Noord-Holland – Samen aan de slag (22 april 2005). VWS en de gemeente Den Helder stemden in met dit plan en dragen beide bij in de financiering van dit plan. In de 2005 werd het plan concreet uitgewerkt. Op 23 december is het Advies- en Steunpunt informeel van start te gaan. De officiële opening volgde op 2 februari 2006.
Schagen, maart 2006
Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
3
2. Activiteiten In 2005 zijn de voorbereidingen getroffen tot de openstelling van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. Hierbij zijn verschillende onderdelen uitgewerkt. Frontoffice Er is afgewogen welke instelling het beste de eerste contacten met de vragenstellers (de bellers en mailers) op zich kan nemen. Gezien de goede ervaringen met de SOS Telefonische Hulpdienst THD ten tijde van de publiekscampagne Stop Huiselijk geweld Noord-Holland-Noord, heeft verkenning plaats bij de THD plaats gevonden. Gezien de mogelijkheid van het realiseren van de 24-uurs bereikbaarheid, het bij het opnemen direct (zonder doorverbinden) kunnen bieden van een gesprek van mens-tot-mens en de bereidheid van THD om ook e-mail vragen te willen gaan beantwoorden, is de keuze gemaakt met hen in zee te gaan. Er is in oktober 2005 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan tussen de THD en het ASHG voor de periode van een jaar. Op basis van de ervaringen wordt bekeken of dit voor 2007 wordt gecontinueerd. THD en de regiegroep hebben het type vragen in kaart gebracht die het ASHG kan verwachten. De wijze waarop deze worden beantwoord zijn vastgelegd. De algemene vragen, vragen om voorlichting en deskundigheidsbevordering, duidelijke verwijzingsvragen voor hulp (zonder directe urgentie en instelling duidelijk) en crisisvragen zullen direct door THD worden afgewerkt. Voor urgente twijfelvragen waarbij verwijzing niet duidelijk is, worden de NAW gegevens van de beller genoteerd en via e-mail doorgegeven aan het ambulantteam van het ASHG. De THD heeft een handelingsprotocol voor het afhandelen van de vragen over huiselijk geweld voor haar medewerkers opgesteld. De medewerkers van de THD hebben geen ervaring met het beantwoorden van e-mail vragen. Op 15 november heeft daarom een training plaats gevonden over het beantwoorden van e-mail vragen. Vooralsnog zullen de beroepskrachten van THD de e-mail vragen beantwoorden. Ten behoeve van de frontoffice is in 2005 een 0900 aangevraagd (0900 234 55 66) en een e-mail adres (
[email protected]). Ook is een website samengesteld waarop publiek informatie kan vinden over de mogelijkheden van handelen en het ASHG. De website heeft een multiculturele uitstraling zodat een ieder in de regio zich hierdoor kan voelen aangesproken (zie bijlage 1). Backoffice Het backoffice bestaat uit een ambulant team van het ASHG en het aanbod van de hulpverlenende instellingen. Ambulant team ASHG De frontoffice zal hulpvragen die ‘urgent zijn’ en zij niet kan beantwoorden of doorverwijzen of waar twijfel over bestaat waarnaar moet worden doorverwezen worden doorgeven aan het ambulantteam van het ASHG. Het ambulantteam bestaat uit de samenwerking van Blijf van m’n Lijf (eerste aanspreekpunt), WMD en GGD. Het ambulant team neemt zelf contact op met de beller/mailer en heeft het volgende aanbod voor de hulpvragers : • Kortdurende hulpverlening van 2 tot 3 gesprekken door WMD of Blijf van m’n Lijf; • Bemoeizorg van OGGZ (outreachenende hulpverlening); • Eigen kracht bijeenkomsten (financiering nog in aanvraag); • Groepsaanbod door WMD; Begeleide terugkeer door Blijf van m’n Lijf; Aware door Blijf van m’n Lijf. Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
4
Reguliere hulp Duidelijke verwijzingsvragen voor hulp (zonder directe urgentie en instelling duidelijk) worden door de frontoffice direct doorverwezen naar de hulpverlenende instellingen in de regio. Het ASHG ziet vooralsnog voor zichzelf geen rol om te checken of mensen daadwerkelijk in de hulpverlening terechtkomen. Indien mensen in de hulpverlening terechtkomen dan ligt vanaf dat moment de verantwoordelijkheid bij die instelling. In 2005 is overleg gevoerd met het reeds ruim 10 jaar bestaande Platform Kindermishandeling in de regio waar afstemming op casuïstiek niveau plaats vindt. Met hen is verkend in hoeverre verbreding naar huiselijk geweld en uitbreiding van samenwerkingspartners een mogelijkheid was. In het Platform Kindermishandeling/hulpverlening vinden casuïstiek besprekingen plaats waarbij situaties van mensen die tussen wal en schip zijn geraakt worden ingebracht. Hierbij worden afspraken gemaakt om tot een vervolgstappen te komen. Ook hier is het uitgangspunt dat als kinderen/mensen bij een hulpverleningsinstelling terechtkomen de verantwoordelijkheid vanaf dat moment bij die instelling ligt. Eind 2005 zijn afspraken gemaakt om per 1 januari 2006 het Platform te verbreden naar huiselijk geweld en uit te bereiden met een aantal instellingen. De taak van het platform hulpverlening huiselijk geweld is om gestroomlijnde hulp te realiseren. In het Platform staat centraal hoe de hulpverlening getoetst en afgestemd kan worden op basis van casuïstiek. In het platform werken de uitvoerders van alle hulpverlenende instellingen samen. Het Platform zal maximaal 10 x per jaar bij elkaar komen. Voor de zomer 2006 vindt er een evaluatie plaats of de verbreding werkt. Voorlichting en deskundigheidsbevordering Het ASHG hecht aan het goed opzetten van een voorlichtings- en deskundigheidsaanbod huiselijk geweld in de regio. Hiertoe is een Platform Voorlichting opgezet. De taak van dit Platform is preventieactiviteiten te initiëren en op elkaar af te stemmen. Het accent zal daarbij liggen op voorlichting en deskundigheidsbevordering. Jaarlijks zal een plan van aanpak worden gemaakt op basis van de signaleringsrapportage van het steunpunt. Het platform bestaat uit de preventieafdelingen van instellingen in de regio. Dit platform vergadert maximaal 4 x per jaar. Het Platform Voorlichting is in 2005 van start is gegaan en tweemaal bijeen geweest. Het Platform heeft voor de komende jaren twee prioriteiten geformuleerd voor voorlichting en deskundigheidsbevordering: • deskundigheidsbevordering op het gebied van ouderenmishandeling (gericht op professionals en vrijwilligers van de welzijnsinstellingen (welzijn ouderen), thuiszorg en verzorgings- en verpleeghuizen); • kindermishandeling (gericht op de implementatie van de meldcode kindermishandeling in de sectoren onderwijs, kindervang en buurtnetwerken). In een later stadium zal de uitwerking plaatsvinden voor de overige groepen. Voorlichting ouderenmishandeling In de regio is tot nu beperkt aandacht gegeven aan ouderenmishandeling. Voor het starten met de voorlichting ouderenmishandeling is bij de provincie Noord-Holland een aanvraag ingediend en gehonoreerd. De instellingen, Thuiszorg Kop van Noord-Holland (Corbis plus) en Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke Dienstverlening Kop van Noord-Holland (WMD) hebben de ervaringen van het gewest West-Friesland geïmplementeerd. Het betreft kennis en informatie rondom signalering, voorlichting en deskundigheidsbevordering. Er heeft een inventarisatie plaats gevonden van de behoefte van de instellingen en er is een flyer en poster ontwikkeld voor de beroepskrachten in de regio waarop de signalen van ouderenmishandeling zijn weer gegeven. Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
5
Na dit project wordt in de regio via voorlichting en casuïstiekbesprekingen ouderenmishandeling verder onder de aandacht gebracht bij de professionals en vrijwilligers van de welzijnsinstellingen (welzijn ouderen), thuiszorg en de verzorgings- en verpleegtehuizen. Voor deze vervolgfase, vanaf begin 2006, is met succes een beroep gedaan op de gemeenten in de regio Kop van Noord-Holland. De meeste gemeenten hebben inmiddels een toezegging gedaan om voorlichting, casuïstiek bespreking en beleidsontwikkeling in 2006 te realiseren. De aanvraag voor een vervolg in 2007 is nog in behandeling. Voorlichting kindermishandeling Voor beroepsbeoefenaren die tijdens hun werk in contact komen met kinderen, is een landelijke ‘Meldcode Kindermishandeling’ opgesteld. Deze meldcode heeft de intentie om te komen tot een handelingsprotocol voor beroepskrachten die werken met kinderen. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stimuleert momenteel het gebruik van de meldcode in het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang, het onderwijs en de jeugdgezondheidszorg. Het opstellen van een instellingsprotocol is een belangrijke stap. Maar om goed te kunnen handelen bij vermoedens van kindermishandeling is het noodzakelijk dat er ook aandacht is voor na- of bijscholing. Bij de regio gemeenten is een verzoek tot financiële bijdrage ingediend om in 2007 te starten met de uitwerking van voorlichting en deskundigheidsbevordering in de kinderopvang en buurtnetwerken. De aanvraag is nog in behandeling. Convenanten In de loop van 2005 zijn met de diverse instellingen gesprekken geweest om de samenwerkingsafspraken vast te leggen in convenanten. Hierbij zijn afspraken gemaakt op de volgende punten: - formulering van het speerpunt huiselijk geweld binnen de instellingen (agendasetting); - prioriteit van hulp bij huiselijk geweld; - hulp waarbij, los van wie de hulpvrager is, hulp op gang gebracht wordt aan het totale systeem van slachtoffer, dader en getuige van geweld (systeemgedachte); - indien nodig aanscherping van instellingsbeleid (w.o. cliëntroutes) bij huiselijk geweld; - aanwijzen van een vast contactpersoon per instelling bij hulpvragen huiselijk geweld (die ook deelneemt in het platform hulpverlening huiselijk geweld); - registratie van de informatie- en hulpvragen huiselijk geweld. Begin 2006 zullen deze convenanten worden getekend. Registratie en monitoren Om de omvang van de problematiek van huiselijk geweld, maar ook de inhoud van de hulpvraag in de regio in kaart te brengen is een goede registratie heel belangrijk. Die registratie is ook nodig voor een goede verwijzing én om de intakeprocedures in de toegang tot vervolghulp te vereenvoudigen. De registratie speelt zich af op drie niveaus: - voor registratie van de vragen bij de frontoffice wordt een bijgestelde registratie van de THD gebruikt; - het ambulant team heeft een eigen registratie opgezet die aansluit op die van frontoffice; - iedere hulpverlenende instelling beschikt over een eigen registratiesysteem. Nog niet bij iedere instelling wordt hierin huiselijk geweld geregistreerd. In de convenanten zijn met de instellingen afspraken gemaakt over het aanleveren van de gegevens van huiselijk geweld aan het ASHG. De registratiecijfers worden door de GGD verzameld en jaarlijks verwerkt in een signaleringsrapportage. Hiermee wordt het mogelijk vraag en aanbod te monitoren. De eerste rapportage zal over 2006 worden gerealiseerd. Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
6
PR en publiciteit In 2005 is gestart met een e-mail periodiek van het ASHG om de medewerkers in de instellingen te informeren over activiteiten van het ASHG. Deze nieuwsbrief is in 2005 tweemaal verschenen (oktober en december 2005). Verder is eind 2005 gestart met de voorbereidingen van de voorlichtingsmaterialen en de opening op 2 februari 2006.
Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
7
3. Afstemming Huiselijk Geweld is een thema waar vele instellingen mee te maken hebben. Daarom vraagt huiselijk geweld om een gezamenlijke aanpak c.q. een ketenaanpak. Om tot een sluitende aanpak te komen moeten goede afspraken gemaakt. Dit vraagt om regelmatige afstemming en overleg. Regiegroep Huiselijk Geweld De coördinatie en uitvoering van de regietaak zijn in 2005 meer en meer bij de GGD komen te liggen. De GGD wordt hierin ondersteund door een regiegroep vanuit het werkveld en de gemeente. De taak van de regiegroep is de regie op te pakken rondom huiselijk geweld in de regio. Zij draagt er zorg voor dat manifestaties van huiselijk geweld deugdelijk worden geregistreerd en gesignaleerd (jaarlijkse rapportage) en dat de partners van het steunpunt op uitvoerend niveau goed samenwerken. Ten behoeve van het steunpunt is een regiegroep actief bestaande uit vertegenwoordigers van instellingen in het gewest. De regiegroep draagt ideëen voor de uitvoering van het steunpunt. Tevens vindt binnen de regiegroep afstemming tussen de instellingen plaats. Deze regiegroep bestaat uit een kerngroep met vertegenwoordigers van de afdeling Onderwijs Welzijn en Sport van de gemeente Den Helder, de GGD Kop van Noord-Holland, de Stichting voor Welzijnzorg en Maatschappelijke Dienstverlening, Stichting Blijf van m’n Lijf Den Helder en Bureau Jeugdzorg Noord-Holland-Noord. De kernregiegroep is in de verslagperiode twaalf maal bij elkaar geweest, te weten op 3 februari, 24 februari, 10 maart, 22 maart, 21 april, 1 juni, 19 juli, 6 september, 27 oktober, 1 november, 29 november en 13 december 2005. Regelmatig wordt de regiegroep verbreed met vertegenwoordigers van GGZ Kop van NoordHolland, Politie Noord-Holland Noord, Buro Slachtofferhulp Noord-Holland Noord, Advies- en Meldpunt Noord-Holland, Thuiszorg Kop van Noord-Holland, SOS Telefonische Hulpdienst Noordwest, Brijder Verslavingszorg regio Kop van Noord-Holland, Stichting Triton verslavingszorg, MEE regiokantoor Noordkop. Daarnaast heeft het netwerk vrouwenhulpverlening tweemaal deelgenomen aan de brede regiegroep. De input vanuit het Internationaal Vrouwencentrum Avalon en de Stichting tegen Vrouwenverminking is daarmee meegenomen in de opzet van het ASHG. De brede regiegroep is in de verslagperiode zes maal bij elkaar geweest, te weten op 12 januari, 24 februari, 31 maart, 22 juni, 4 oktober en13 december 2005. Vanaf 2006 gaan de instellingen in deze brede regiegroep participeren in het Platform Hulpverlening. Stuurgroep Huiselijk Geweld Noord-Holland-Noord Voor het ontstaan van het ASHG vond de coördinatie aanvankelijk centraal plaats vanuit het Openbaar Ministerie. Met de komst van de ASHG komt de verantwoordelijkheid lokaal te liggen. In de Stuurgroep is besproken om daarom over te gaan tot het werken in drie regionale regiegroepen. De Stuurgroep Huiselijk Geweld zal dan als bovenregionale factor blijven bestaan, maar minder vaak bij elkaar komen en zich minder met de uitvoerende zaken bezighouden. De regiegroepen leggen de verbinding met de ASHG’s. Op die manier wordt de lokale inbedding van de aanpak van huiselijk geweld gewaarborgd. Door deze ontwikkelingen is de coördinatie dichter bij de gemeenten komen te staan. In de Kop van Noord-Holland bestaat een regiegroep ASHG en de gemeente Den Helder heeft haar regierol opgepakt via het organiseren van de zogenaamde kringbijeenkomsten van de regiogemeenten (zie volgend kopje). Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
8
Kringbijeenkomsten van regiogemeenten De Vereniging Nederlandse Gemeenten en Transact organiseren in de verschillende regio’s uitwisseling tussen gemeenten in de zogenaamde kringbijeenkomsten. Hier komt de regierol van de gemeenten aan de orde. Op 8 november vond in de Kop van Noord-Holland de eerste bijeenkomst plaats. Hierbij werd de stand van zaken rondom het ASHG in de Kop van Noord-Holland toegelicht en de rol van de centrumgemeente Den Helder. De 9 gemeenten in de Kop van Noord-Holland pakken met elkaar de realisering van de voorlichting en deskundigheidsbevordering binnen de regio op. Prioriteit wordt daarbij gegeven aan ouderenmishandeling en implementatie van de meldcode kindermishandeling. Projectleidersoverleg Het Primo heeft in 2005 het initiatief genomen te komen tot een overleg tussen de projectleiders van de ASHG. Deze zijn in 2005 vier maal bijeen geweest. De projectleider van het ASHG heeft hieraan deelgenomen. In het projectleidersoverleg wordt informatie uitgewisseld. Verder heeft Transact van VWS de opdracht gekregen om het landelijke ondersteuningsprogramma huiselijk geweld voor het ASHG vorm te geven. Zij organiseren uitwisselingsbijeenkomsten en intercollegiale intervisie, themabijeenkomsten en een aanbod scholing en advies. Zij stelde een handreiking casemanagement op en ontwikkelde de landelijke website www.huiselijkgeweld.nl. Het ASHG heeft toe nu slechts sporadisch gebruik gemaakt van dit aanbod.
Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
9
4. Financiële verantwoording
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland Begroting 2005 Inkomsten Subsidie gemeente Den Helder 41.167 Totaal inkomsten Uitgaven • Personele kosten 1e kwartaal 2e en 3e kwartaal 4e kwartaal • Deskundigheidsbevordering (e-mail training) • E-mail periodiek abonnement Totaal uitgaven
Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
Gerealiseerd 2005 41.167 41.167,00
41.167 17.746,47 15.235,62 8.032,92 913,40 221,00 42.149,41
10
Bijlage 1: Printscreen www.huiselijkgeweldkopvannoordholland.nl
Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
11
Tweede voortgangsrapportage ASHG Kop van NH.def Periode januari 2005 t/m december 2005
12