PrOmotie Praktijk en Loopbaan
Koken en keuken Werkboek 2
Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk:
Frank Kramer, Hanneke Molenaar, Mariëtte Wolff, Inge van Schaick Ingrid Koops (IVIO) Aveline Dijkman (sociale competentie) en de leden van de ‘meeleesgroep’ Y-Publicaties Adatodesign, Wijhe Marco Bakker, Edu’Actief Bariet, Ruinen
Met medewerking van APS, Atlas Onderwijs Adviesgroep, CED-Groep/PI, Rotterdam CPS, DGS, OSO/Fontys, IVIO, KPC Groep en SLO.
De uitgave is ontwikkeld door KPC Groep in samenwerking met Edu’Actief in opdracht van het ministerie van OC&W. De totstandkoming is geïnitieerd door de Vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en de Referentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers.
Titel: PrOmotie, Praktijk en Loopbaan werkboek 2, Koken en Keuken. ISBN 90-6053-362-8 Copyright © 2003
Uitgeverij Edu’Actief b.v. Postbus 105 7940 KB Meppel telefoon: 0522-235 235 telefax: 0522-235 222 e-mail:
[email protected] internet: www.edu-actief.nl
Eerste druk / zevende oplage © 2003 Uitgeverij Edu’Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14 . 15. 16. 17.
Panpizza maken / 5 Worteltjes koken / 11 Rijst koken / 17 Taco met gehaktvulling / 23 Sperziebonen koken / 29 Vissticks met sla maken / 33 Pasta koken / 39 Bloemkool en broccoli met kaassaus / 46 Ovenfriet bakken en frikadel frituren / 54 Nagerecht yoghurt met banaan / 62 Bakpau maken / 67 Groentesoep maken / 74 Gyros met tzatziki / 81 Cake bakken / 88 Stampot rauwe andijvie met kaas / 94 Huzarensalade maken / 101 Chili con carne maken / 108
Uitdaging: Maak een feestelijk buffet
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en keuken
3
Pictogrammen In dit boek zie je bij sommige opdrachten een pictogram. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hieronder lees je wat de verschillende pictogrammen betekenen.
Denken Bij dit pictogram moet je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen.
4
Doen Bij dit pictogram moet je de opdracht uitvoeren. Je moet bijvoorbeeld iets maken. Of je moet iets doen. Nakijken Bij dit pictogram ga je de opdracht controleren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Je denkt ook na over wat je de volgende keer anders moet doen. Portfolio Soms staat dit pictogram bij een opdracht. Je mag dan een bewijs voor je portfolio maken. Je docent kan je meer vertellen over de portfolio. Samenwerken Sommige opdrachten maak je samen. Bij dit pictogram werk je samen met een klasgenoot.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en keuken
H o o f d s t u k
1
Panpizza maken Vandaag ga je een panpizza maken. Denken
Opdracht 1
Waar denk je aan bij het woord: pizza? Zet een rode streep onder de woorden waar jij aan denkt. 5
heerlijk e i t n a k a v restaurant vis paprika diepvries kaas e t p s a i r e m g a l a s supermarkt olijven
ij niks voor m pizzabezorger
tomaat oven champigno ns ham
Waar denk je nog meer aan bij het woord: pizza? Zet deze woorden zelf op de lijntjes.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
Koken
Opdracht 2
H o o f d s t u k
1
Een pizza heet panpizza als hij gebakken wordt in een pan.
Zet een pijl naar de goede tekening.
Opdracht 3 6
Huilen? Voor pizza gebruik je uien. Met uien is iets geks aan de hand. Als je uien snijdt, ga je huilen. Hoe komt het dat je gaat huilen als je een ui snijdt? Zet een kruisje voor het goede antwoord.
●
Van uien snijden word je verdrietig.
●
Van het sap van de ui gaan je ogen tranen.
●
Als je geen uien lust, ga je vanzelf huilen.
Onthoud ● Zo snij je een ui zonder te huilen: Hou de ui voor het snijden onder de koude kraan. ● Wrijf niet met je handen in je ogen.
Niet doen
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
Panpizza maken
Opdracht 4
H o o f d s t u k
1
Salami Op pizza zit vaak salami. Salami is een soort worst. In salami zit knoflook. Bekijk de foto. Wat is de knoflook? Zet een kruisje bij de knoflook.
Opdracht 5
Messen Voor een panpizza heb je 2 soorten messen nodig: Een aardappelschilmesje om de ui te snijden. Een zaagmesje om de tomaat te snijden. 7
Zet onder elke foto het goede woord.
▼
Tip
Is de ui te glad voor het aardappelschilmesje? Gebruik dan het zaagmesje.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
Koken
Opdracht 6
H o o f d s t u k
1
Lees hoe je een panpizza maakt. 1
2
Was je handen.
4
3
snij de ui.
Snij de tomaat.
5
6
Leg op een sneetje brood eerst wat salami. Dan een plak kaas.
Strooi er pizzakruiden overheen.
Leg daar de ui en de tomaat bovenop. 8
7
8
Strooi er 1 eetlepel geraspte kaas overheen
9
Smelt margarine op hoog vuur. Tot de margarine lichtbruin is.
10
Bak de panpizza 10 minuten op laag vuur in de koekenpan.
11
Leg de panpizza op een bord.
▼
Doe daarbij de deksel op de koekenpan.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
Panpizza maken
Opdracht 7
H o o f d s t u k
1
Nu weet je hoe je een panpizza maakt. Bekijk de volgende woorden. Zet een kruisje voor de woorden die je nodig hebt voor een panpizza. Er staan al 2 kruisjes als voorbeeld.
●
Bakspaan
● ●
Snijplank Broodmes
●
Aardappelschilmesje
● Margarine
●
Soeplepel
● Salami
●
Zaagmesje
● Tomaat
● Pollepel
9
●
Kookpan
●
Koekenpan
● Ui
● Smeerkaas ● Geraspte kaas ●
Bord
●
Eetlepel
●
Kookwekker
●
Sneetje brood
● Pizzakruiden
● Broodje ● Kruidenboter ● Plakje kaas
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
Koken
H o o f d s t u k
1
Doen
Opdracht 8
Leg je placemat klaar. Leg je vork en mes op de goede plek.
Opdracht 9
Je gaat een panpizza maken. Pak de werkkaart: Panpizza maken.
10
Nakijken
Opdracht 10
Zet een cirkel om jouw antwoord. Heb je de panpizza geproefd? ja Was de panpizza lekker? ja Heb je alles afgewassen? ja Heb je alles opgeruimd? ja
/ / / /
nee nee nee nee
Tips voor de panpizza Gebruik andere dingen die je lekker vindt op de pizza. Bijvoorbeeld tonijn of ham in plaats van salami. En groenten, zoals champignons, paprika en prei. Wil je een pittige panpizza? Doe er dan wat Spaanse pepers op.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
H o o f d s t u k
2
Worteltjes koken Vandaag ga je worteltjes koken.
Diner
Denken
Opdracht 1
Lees de menukaart. Wat voor soort gerecht is worteltjes?
Ter ere van de 25-jarige bruiloft van tante Els en oom Aard.
Voorgerecht Heldere kippenbouillon of Frisse meloensalade
Hoofdgerecht
Zet een kruisje bij het goede antwoord.
Biefstuk van de haas met kruidenboter of Varkenshaas met pepersaus
●
Hoofdgerecht.
●
Voorgerecht.
●
Bijgerecht.
●
Nagerecht
Nagerecht.
Bananasplit of Vanille-ijs met warme kersen
Geserveerd met verschillende bijgerechten
Peen Een andere naam voor worteltjes is peen.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
11
Koken
Opdracht 2
H o o f d s t u k
2
Wasworteltjes noem je ook wel
.
Winterwortel noem je ook wel
.
Verschillende wortelen
12
Winterwortel Winterwortel is een grote, harde wortel. Je eet deze wortel meestal in de winter. De wortel heeft een dikkere schil. Bospeen Bospeen koop je met het groen eraan. Het groen is samengebonden tot een bos. Bospeen heeft bijna geen schil. Waspeen Waspeen is al gewassen. Het groen is er afgehaald. Waspeen heeft een dunne schil. Niet schillen, maar schrappen Een wortel schil je niet. Een wortel schrap je. Dat doe je een aardappelschilmesje.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
Worteltjes koken
H o o f d s t u k
2
Kijk goed naar de foto. Je houdt het aardappelschilmesje bijna dwars op de wortel. Zo schrap je de schil weg. Soms is een wortel al mooi glad. Dan hoef je de wortel niet te schrappen.
Opdracht 3
Je moet de worteltjes goed wassen voordat je ze klaarmaakt. Waarom moet je worteltjes goed wassen? Zet een kruisje voor de 2 goede antwoorden.
●
Dan zie je de oranje kleur beter.
●
Dan was je het meeste zand weg.
●
Dat is beter voor de smaak.
●
Dan zie je of schrappen nodig is.
▼
Tip
Schrappen gaat makkelijker als de worteltjes nat zijn.
Opdracht 4
Op de werkkaart staat: Snij met het aardappelschilmesje de uiteinden van de worteltjes af. Wat snij je dan van de wortel af? Zet op de foto op beide plekken een streep door de wortels.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
13
Koken
Opdracht 5
Op de werkkaart staat ook: Snij de grote wortels in de lengte door. Wat hou je over als je een wortel in de lengte doorsnijdt? Bekijk de 3 foto’s. Zet een kruisje bij het goede plaatje.
Opdracht 6
Je wilt dat alle worteltjes tegelijk gaar zijn. Waar let je dan op? Zet een kruisje voor het goede antwoord.
14
● ● ●
Opdracht 7
H o o f d s t u k
2
Dat je voldoende water in de pan doet. Dat je voldoende zout en suiker bij de worteltjes doet. Dat alle worteltjes ongeveer even groot zijn.
Lees hoe je worteltjes kookt: 1. Maak de worteltjes schoon. 2. Verdeel de worteltjes in ongeveer even grote stukken. 3. Giet 200 ml water bij de worteltjes in de kookpan. 4. Strooi er een snufje zout en suiker bij. 5. Kook het water op een hoge vlam. 6. Laat de worteltjes in 20 minuten gaar worden. 7. Giet na 20 minuten het water van de worteltjes. 8. Doe er een klontje margarine bij. 9. Roer de margarine door de worteltjes. 10. Doe de worteltjes in de schaal.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken
Worteltjes koken
H o o f d s t u k
2
Doen
Opdracht 8
Je gaat worteltjes koken. Pak de werkkaart: Worteltjes koken.
Nakijken
Opdracht 9
Lees de zinnen. Zet een cirkel om jouw antwoord. ● De worteltjes waren wel / niet lekker. ● De worteltjes waren te / niet / goed gaar. ● De worteltjes smaakten te zoet / te zout / goed. ● De worteltjes smaakten anders, namelijk 15
Opdracht 10
Welke spullen heb je afgewassen en opgeruimd? Zet een kruisje voor deze spullen.
●
Kookpan.
●
Pollepel.
●
Maatbeker.
●
Theelepel.
●
Vergiet.
●
Kookwekker.
●
Snijplank.
●
Bord.
● ●
Schaal.
●
Je werkplek.
Aardappelschilmesje.
PrOmotie / Praktijk en Loopbaan - werkboek 2 Koken en Keuken