Loopbaan en burgerschap
Licentie
Serienummer
Geldig tot
Colofon Edu’Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel 0522-235235
[email protected] www.edu-actief.nl Auteur: Eindredactie: Titel:
D. de Ridder, A. de Voest, R. de Ridder Edu’Actief b.v. Loopbaan en burgerschap
ISBN: 978 90 6053 920 0 Copyright ©2014 Edu’Actief b.v. Tweede druk / vijfde oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Voorwoord
1.
Voorwoord Je bent onlangs gestart met een mbo niveau 1-opleiding. In deze opleiding sta jij als aankomend werknemer centraal. Tijdens je opleiding maak je een keuze voor een beroep. Het leren voor een beroep doe je op school en in de praktijk.
Wat leer je op school en op het werk Functioneren in een beroep Uiteraard worden aan een opleiding eisen gesteld. De eisen die aan jou worden gesteld, hebben te maken met jouw toekomstige beroep. Je zult kennis moeten hebben over het vak, zowel in de praktijk als in de theorie, en je zult je aan de bedrijfsregels moeten houden. Communiceren/Nederlands In je toekomstige baan moet je goed met collega’s en klanten om kunnen gaan. Dit betekent dat je moet kunnen communiceren. Van jou wordt verwacht dat je aantekeningen kunt maken, dat je een gebruiksaanwijzing kunt lezen. Je kunt met mensen praten en naar mensen luisteren. Je houding is gericht op het goed uitvoeren van regels. Rekenen Van jou wordt verwacht dat je kunt rekenen. Je bent in staat om te schatten, om inhoud te berekenen, om verhoudingen te zien, sommen met breuken en procenten te maken, formules toe te passen en oppervlak te berekenen. Loopbaan en burgerschap Loopbaanlessen zorgen ervoor dat je zicht krijgt op je eigen kwaliteiten en mogelijkheden. Tijdens de burgerschapslessen leer je om te gaan met situaties die jij in jouw omgeving op het werk en thuis regelmatig tegenkomt. Voor je ligt de werkmap die hoort bij de methode Context!. Met behulp van de methode Context! werk je aan loopbaan en burgerschap. De Context!-map heeft 7 hoofdstukken. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Hoe werkt Context!? Loopbaan De politiek-juridische dimensie De economische dimensie 1 (werknemer) De economische dimensie 2 (consument) De sociaal-maatschappelijke dimensie De dimensie vitaal burgerschap.
Om goed met Context! te kunnen werken, is het belangrijk dat je thema 1.1 Hoe werkt Context!? goed bestudeert.
3
1.1
Hoe werkt Context!? Werken aan loopbaan en burgerschap In de Context!-map staan 7 hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een aantal thema’s. In elk thema staan activiteiten. Door het uitwerken van deze activiteiten ontwikkel je jezelf.
De opbouw van de thema’s A. Inleiding Hier wordt in het kort verteld waar het thema over gaat. In de meeste gevallen zul je de situatie wel herkennen. Soms gaat het thema over een onderwerp dat nieuw voor je is. B. Kennischeck Met behulp van de kennischeck kun je controleren of je alle woorden kent die je voor de uitvoering van de activiteiten nodig hebt. C. De activiteiten Door deze activiteiten uit te voeren, laat je zien hoe ver je bent met je ontwikkeling op het gebied van loopbaan en burgerschap. De activiteiten verschillen van elkaar. De ene keer zoek je iets op het internet, een andere keer ga je naar een plek buiten de school of nodig je iemand uit om iets te komen vertellen. Soms bekijk je een filmpje, dan weer lees je een tekst. Je maakt een kort verslag of je vult een formulier in. Je werkt alleen of in een groep. In alle gevallen moet je het resultaat van je activiteiten bewaren in je ontwikkelportfolio. Dit kan zowel op papier als digitaal. Door een portfolio te maken, kan op elk moment worden vastgesteld hoe ver je bent met het uitvoeren van de activiteiten en de toetsen. Aan het eind van je opleiding wordt vastgesteld of je je voldoende ontwikkeld hebt. D. Hulpmiddelen Bij elke activiteit staat, wanneer dit voor de uitwerking nodig is, een verwijzing naar de hulpmiddelen. Bij de hulpmiddelen vind je tekstbronnen, filmpjes, schema’s, enquêtes, kortom alles wat je nodig hebt om de activiteiten goed uit te kunnen voeren. Ook vind je bij de hulpmiddelen links naar websites. Voor de hulpmiddelen ga je naar www.methodecontext.nl.
Hoe log je in? Om gebruik te kunnen maken van www.methodecontext.nl, moet je eerst de licentie activeren die voor in dit boek staat. Tijdens dit activeren maak je een eigen wachtwoord en gebruikersnaam aan waarmee je kunt inloggen op de website www.methodecontext.nl. Het activeren van de licentie gaat als volgt: 1. Ga naar de website licentie.edu-actief.nl (let op: zonder www ervoor!). 2. Vul het nummer van de licentie die voor in deze map staat in op deze pagina. Klik op ‘Activeren’.
4
Voorwoord
3. Je bent nu in het scherm waar je kunt inloggen. Klik op ‘Registreren’. 4. Vul bij e-mailadres je e-mailadres in. Vul bij gebruikersnaam een gebruikersnaam in. Vul bij wachtwoord het wachtwoord in dat je wilt gebruiken. 5. Heb je al een gebruikersnaam en wachtwoord aangemaakt bij Edu’Actief? Log dan in met deze gegevens. 6. Controleer de gegevens en klik op ‘Voltooien’. Met behulp van de gebruikersnaam en het wachtwoord dat je hebt aangemaakt, kun je inloggen op www.methodecontext.nl. Voer je gebruikersnaam en wachtwoord rechtsboven op de website in. Vervolgens krijg je toegang tot de hulpmiddelen en bronnen/links.
Toetsen Een onderdeel van je ontwikkeling is dat je ook kennis hebt van situaties en begrippen. Dit wordt getoetst. Aantal toetsen: 4 over de hoofdstukken 2 t/m 7. Aantal vragen per toets: 12 meerkeuzevragen.
5
6
Loopbaan
2.
Loopbaan
2.1
Entreeopleiding
A. Introductie Heb je het vmbo gevolgd en geen diploma behaald? Ben je ouder dan 16 jaar en wil je meer leren, dan is de entreeopleiding iets voor jou. Welk beroep past het best bij jou? Jouw eigen keuze is erg belangrijk, omdat je nu iets gaat doen wat je zelf graag wilt. Je leert alle vaardigheden die nodig zijn om je werk en je opleiding goed te doen. Dit is erg belangrijk omdat je met het diploma kunt gaan werken of door kunt leren. Leren op school en op het werk (stage) houdt in dat je moet weten wat de regels zijn. Wat zijn de lestijden, wat zijn de werktijden, wat zijn de pauzetijden? Hoe zijn de regels over verzuim of op welke manier meld je je ziek? Ook moet je weten welke vakken je op school krijgt en wat je op het werk moet doen.
7
B. Kennischeck Om de activiteiten goed te kunnen doen, moet je weten wat de volgende begrippen betekenen. entreeopleiding
Niveau 1-opleiding met een bindend studieadvies, gericht op het behalen van een diploma.
entree (assistentopleiding) Assistentopleiding, je kunt met deze opleiding aan het werk in het door jou gekozen beroep. aoc
Agrarisch opleidingscentrum, onderwijs voor de land- en tuinbouw.
BBL
Beroepsbegeleidende leerweg, per week 4 dagen werken en 1 dag naar school.
BOL
Beroepsopleidende leerweg, per week 3 tot 4 dagen school en 1 tot 2 dagen stage.
Beroepspraktijkvorming
BPV, je leert op de werkplek, in het bedrijf.
student/stagiair
Deelnemer aan onderwijs in de BOL.
student/werknemer
Deelnemer aan onderwijs in de BBL.
kenniscentrum
Het bedrijf dat het kwalificatiedossier maakt.
kerntaak
De belangrijkste taak die je in je beroep moet uitvoeren.
mbo
Middelbaar beroepsonderwijs.
niveau 1
Entreeopleiding (assistentopleiding).
niveau 2
Basisberoepsopleiding.
niveau 3
Vakopleiding.
niveau 4
Specialistenopleiding.
OOK
Onderwijsovereenkomst.
POK
Praktijkovereenkomst.
portfolio
Digitale of papieren bewaarmap.
roc
Regionaal opleidingscentrum.
snuffelstage
Je gaat bij verschillende bedrijven kijken.
studiewijzer
Hierin staat alles over je school en opleiding.
vmbo
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.
C. Activiteiten Opdracht 1: Werk en opleiding Je ziet hier sites van bedrijven die zich bezighouden met hun opleidingen. Zoek op de sites van deze bedrijven naar het vak dat zij ondersteunen.
8
Loopbaan
1. Snuffel op de onderstaande sites en vul de zinnen aan. 2. Vind je een site die voor jouw keuze belangrijk kan zijn, zoek dan de informatie over het beroep en de opleiding. Voorbeeld: www.aequor.nl • Werken in de groensector. • Ik zoek naar BPV-protocol en lees, kijk en zoek informatie.
www.calibris.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar stageplaatsen.
www.ecabo.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar handel en economie.
www.passionforpower.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar opleidingen en bekijk de video’s.
www.goc.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar praktijkleren.
www.kenteq.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar stagemarkt.
www.koc.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar tips/filmpjes en voorbeelden.
www.pmlf.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar beroepenfilms.
www.shm.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar onderwijs, niveau 1, assistent houtbranche.
www.svo.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar assistent voedingsindustrie.
9
www.vocar.nl •
Werken in de
•
Ik zoek naar leerlingen/sitemap/beroepen.
Opdracht 2: Tekst studie-informatie 1. Lees tekst A. 2. Beantwoord de vragen.
TEKST A: ENTREEOPLEIDING WAT? Een entreeopleiding is een opleiding op niveau 1. Het doel is het halen van een diploma. Als je in het bezit bent van dit diploma, kun gaan werken of kun je verder studeren. VOOR WIE? Ben je ouder dan 16 jaar en heb je geen vmbo-diploma, dan is de entreeopleiding er voor jou. HOE? Voor de start van je opleiding krijg je een gesprek. De school kijkt heel goed of je mag beginnen met de opleiding. Een paar maanden later krijg je weer een gesprek. Nu kijkt de school samen met jou hoe het met jou gaat in je opleiding. Je krijgt een studieadvies, dat je moet opvolgen. WAAR LIGT JE INTERESSE? • Techniek • Economie en Handel • Voedsel en Leefomgeving • Zorg & Welzijn. a. Waarvoor kun je kiezen als je een entreediploma hebt? Noem de twee keuzes. 1. 2. b. Heb je voor een entreeopleiding een vmbo-diploma nodig?
c.
Hoe oud moet je zijn om te mogen starten met een entreeopleiding?
d. Waarvoor denk jij te gaan kiezen of heb jij al gekozen? Maak het vakje zwart. Techniek Economie en Handel Voedsel en Leefomgeving Zorg & Welzijn
10
Loopbaan
e. Waarom lijkt dit je leuk?
Opdracht 3: Tekst studie-informatie 1. Lees tekst B. 2. Beantwoord de vragen.
TEKST B: ENTREEOPLEIDING HOEVEEL? Er zijn meerdere entreeopleidingen. Deze zijn genoemd naar het vakgebied. Profiel 1: Assistent logistiek Profiel 2: Assistent zorg en dienstverlening Profiel 3: Assistent procestechniek PMLF Profiel 4: Assistent bouwen en wonen Profiel 5: Assistent (groene) verkoop/retail Profiel 6: Assistent mobiliteitsbranche Profiel 7: Assistent horeca/voeding/voedingsindustrie Profiel 8: Assistent plant en groene ruimte Profiel 9: Assistent installatie- en constructietechniek. WELKE LEERWEG? Een entreeopleiding kan aangeboden worden in een BOL- of BBL-opleiding. Bij BBL werk en leer je en bij BOL loop je stage en leer je. WAT MOET JE LEREN? Voor iedere assistent geldt de volgende kerntaak: Je zorgt voor de randvoorwaarden voor (assisterende) werkzaamheden. WAT MOET JE DOEN? 1. Je bereidt (assisterende) werkzaamheden voor. 2. Je vraagt hulp bij (assisterende) werkzaamheden. 3. Je rondt (assisterende) werkzaamheden af. KUN JE MET DIT DIPLOMA GAAN WERKEN? Als je aan de beroepsgerichte eisen hebt voldaan, kun je gediplomeerd aan het werk in het door jou gekozen beroep. KUN JE DOORLEREN? Als je aan de beroepsgerichte eisen en aan de eisen voor rekenen, taal en LB hebt voldaan, kun je met je niveau 1-diploma doorleren op niveau 2. Dit kan ook in een ander beroep. a. Welk profiel wil jij gaan volgen of volg jij?
11
b. Welke leerweg wil je gaan volgen of volg jij?
c.
Wat wordt er van je verwacht?
d. Aan welke eisen moet je voldoen om door te leren? Noem er drie. 1. 2. 3.
Opdracht 4: School Je weet nu welke opleiding je volgt. Hoe zit het bij jou op school? 1. Vul kolom 2 in. Kolom 1
Kolom 2
Naam van de opleiding Naam van de school Adres Telefoonnummer BBL of BOL Naam of code van je klas Het niveau van de opleiding Naam van de begeleider op school Aantal lesdagen per week op school Aantal lesuren theorie op school Aantal lesuren praktijk op school
Opdracht 5: De studiewijzer Op veel scholen krijg je een studiewijzer. Hierin staat alles wat je moet weten over je opleiding, zoals je lestijden, je pauzetijden, de regels over verzuim, hoe je je ziek meldt. Ook staat er in welke vakken je op school krijgt en wat je op het werk moet doen. 1. Zorg dat je in het bezit komt van deze studiewijzer. 2. Bestudeer de studiewijzer en bewaar hem in een map of digitaal.
Opdracht 6: Stage Deze opdracht maak je als je voor je opleiding stage moet lopen.
12
Loopbaan
Tijdens de Beroepspraktijkvorming krijg je een idee van de beroepspraktijk. Dit kan door een stage. Het vinden van een goede stageplaats is niet gemakkelijk. Het is belangrijk dat je erkende stageplaatsen vindt. 1. Ga naar (D. Hulpmiddelen) www.stagemarkt.nl. 2. Zoek een bedrijf dat bij je past. 3. Beantwoord de vraag. a. Wat is de naam, het adres en het telefoonnummer van het bedrijf?
Opdracht 7: Werken Deze opdracht maak je als je voor je opleiding een werkplek hebt. Tijdens de Beroepspraktijkvorming krijg je een idee van de beroepspraktijk. Dit kan op het werk. Het vinden van een goede werkplek is niet gemakkelijk. Je moet zelf solliciteren en afspraken maken over je baan. 1. Heb je het bedrijf gevonden dat bij je past? 2. Beantwoord de vragen. a. Wat is de naam, het adres en het telefoonnummer van het bedrijf?
b. Heb je een arbeidsovereenkomst?
Opdracht 8: Onderwijsovereenkomst (OOK) De school maakt met jou afspraken over je opleiding. Deze afspraken komen in een onderwijsovereenkomst (OOK). 1. Bewaar een kopie van de OOK in je map. 2. Beantwoord de vraag. a. De directeur van de school tekent de onderwijsovereenkomst. Wie moet de overeenkomst ook tekenen?
Opdracht 9: Overeenkomst voor de Beroepspraktijkvorming De school maakt ook afspraken met jou en je BPV. Deze afspraken komen ook in een leer-/werkovereenkomst. 1. Bewaar een kopie van deze overeenkomst in je map. 2. Beantwoord de vragen.
13
a. Wat is de naam van jouw overeenkomst?
b. Wie hebben de overeenkomst ondertekend: 1. 2. 3. 4.
Opdracht 10: Wat moet ik weten van mijn opleiding? 1. Vul onderstaande zinnen aan.
14
•
Ik zit op (naam school)
•
Ik volg de opleiding
•
Het niveau is
•
De startdatum van deze opleiding is
•
De einddatum is
•
De OOK is getekend door school en door
•
Ik ben per week
dag(en) op school.
•
Ik ben per week
dagen op de BPV-plek.
2. a. b. c. d. e.
Omcirkel het juiste antwoord Ik heb de onderwijsovereenkomst getekend: antwoord: ja/nee De leerweg die ik volg is: antwoord: BOL/ BBL Ik heb de praktijkovereenkomst getekend: antwoord: ja/nee Mijn werk-/stageplek is: antwoord: bedrijf/school Mijn rol op school en in het bedrijf is: antwoord: student met stage/student werknemer
Loopbaan
3. Vul de volgende zinnen aan: •
Mijn aansluitende opleiding wordt
•
Ik denk daar
•
Uiteindelijk wil ik
jaar over te doen worden.
Opdracht 11: Onderwerp: presentatie Wil je een presentatie houden over dit hoofdstuk? Je kunt uit de volgende onderwerpen kiezen: a. Hoe ziet mijn opleiding eruit? b. Welke afspraken heb ik met school en met het bedrijf? c. Hoe kom ik aan een stageadres? d. Hoe ziet mijn loopbaan eruit?
D. Hulpmiddelen • • •
Film: Wat wil ik later worden? Film: Duikster en brandweerman Film: Opleiding en beroep.
15