PROJECT ‘ONDERNEMEN’
FRIESLAND COLLEGE 2012 - 2013 LOOPBAAN & BURGERSCHAP ECONOMISCHE DOMEIN 1.2
INHOUDSOPGAVE Inleiding ...................................................................................................................... 3 Opdracht ..................................................................................................................... 4 Doelen ..................................................................................................................... 4 Inhoud ..................................................................................................................... 4 Werkwijze ................................................................................................................ 5 Productinhouden en beoordeling............................................................................. 7 Begeleiding ............................................................................................................. 7 Huiswerkopdrachten ................................................................................................... 8 Beoordelingscriteria .................................................................................................... 9
INLEIDING Loopbaan en Burgerschap is een verplicht onderdeel van je opleiding. Het vak bestaat uit twee onderdelen, waarbij in onderdeel één aandacht besteedt wordt aan je loopbaan en in het tweede onderdeel aan je deelname aan de maatschappij als burger: burgerschap. Het onderdeel loopbaan heeft als doel dat jij je bewust wordt van jezelf als persoon en als vakman/vrouw. Bij dit domein sta je stil bij manieren van leren, talenten, mogelijkheden en je werpt een blik op het toekomstige beroep. Het onderdeel loopbaan zal in onze serielessen door de onderwerpen verweven zijn. Je kunt bij dit onderdeel denken aan leren presenteren, plannen of inzicht krijgen in je kwaliteiten en valkuilen. Het onderdeel burgerschap heeft als doel dat jij basiskennis verwerft en behoudt over de maatschappij en dat je gaat nadenken over welke plek jij daarin wilt innemen. Het onderdeel burgerschap is opgesplitst in vier domeinen en elke periode van zullen we stil staan bij één domein. De vier domeinen zijn: 1. 2. 3. 4.
Het politiek-juridische domein Het economische domein Het sociaal-maatschappelijke domein Het domein van vitaal burgerschap
Landelijk zijn er kwalificatie-eisen voor loopbaan en burgerschap vastgesteld, dat wil zeggen dat jij aan het einde van je loopbaan en burgerschap lessen kennis hebt kunnen verwerven en/of behouden. Deze kwalificatie-eisen vormen de basis van de programma’s die wij met jullie bedenken en/of uitvoeren. Het domein dat deze periode centraal staat is het economische domein. In deze periode gaan we bezig met hoe je adequaat functioneert op de arbeidsmarkt, binnen een bedrijf en om het verantwoord handelen op de consumptiemarkt. De opdracht is om een eigen (fictieve) onderneming op te zetten. Een eigen fictief bedrijf opzetten waar leer je daar nu precies van? Nou, je leert hoe je bewuste keuzes maakt in de arbeidsmarkt doordat je onderzoek doet nou jouw branche. Je bedenkt en benoemt de voor- en nadelen van het hebben van personeel. Je maakt een opzet van je financiële plan op die manier schat je hoeveel geld je nodig hebt en hoe je eventueel aan geld kan komen. Je maakt een ondernemingsplan of een businessplan. Dit is de documentatie van het stappenplan wat je volgt wanneer je een onderneming start. Aan het einde van de periode presenteer je, je bedrijf in de klas. Je bedrijf heeft dan een naam, een logo en jij vertelt hoe jij bedrijf tot stand is gekomen en waarom wij als klant bij jou moeten kopen. Je presenteert dit volgens de Pecha Kucha methode.
OPDRACHT
DOELEN 1. Jij kunt aan het einde van deze periode een ondernemingsplan schrijven. In dit ondernemingsplan benoem je alle stappen voor het starten van een bedrijf en beschrijf je jouw keuzes; 2. Jij kunt aan het einde van deze periode jouw bedrijf presenteren middels een Pecha Kucha. Je presenteert je bedrijf in 20 slides keer 20 seconden (6 minuten en 40 seconden) Je vertelt in deze presentatie wat jou onderneming inhoudt en wat je voor ons als klant kan betekenen; 3. Jij kunt aan het einde van deze periode op zijn of haar werkzaamheden reflecteren. Je beschrijf het proces waarin je bedrijf tot stand is gekomen, je benoemt de keuzes waar je voor hebt gestaan en hoe je hierin keuzes hebt kunnen maken.
INHOUD Aan het einde van de periode heb jij volgens een stappenplan een (fictieve) onderneming opgezet. Je verwerkt deze stappen in een ondernemingsplan. Aan het einde van deze periode presenteer je, volgens de Pecha Kucha methode, jouw bedrijf! De presentatie zal uit 6 minuten en 40 seconden bestaan, binnen deze minuten presenteer jij je bedrijf. De presentatie heeft als doel dat je de toehoorders als klant werft. Een duidelijk beeld van je onderneming is daarbij nodig. Na je presentatie krijgen de toehoorders enkele minuten de tijd om jou vragen te stellen. De Pecha Kucha methode betekent dat je 20 slides, automatisch ‘afgedraaid’ in 6 minuten en 40 seconden. Slides met zo min mogelijk tekst. Je eigen verhaal moet het doen, de slides fungeren slechts als visualisatie van je verhaal. Als laatste product schrijf je een reflectie. Je beschrijft de totstandkoming van je ondernemingsplan. Welke stappen heb je genomen en op welke manier zijn beslissingen gemaakt. Eveneens reflecteer je op de presentatie. Hoe vond je dat het ging? Wat ging goed en/of wat kan beter?
WERKWIJZE Je doorloopt het stappenplan ‘startende ondernemer’ en daarnaast verwerk je deze stappen in een ondernemingsplan. Er zijn allemaal verschillende varianten van een ondernemingsplan. Ga het internet op en kies diegene die het meest bij jou lijkt aan te sluiten. STAPPENPLAN STARTENDE ONDERNEMER Stap 1: Oriëntatie en registratie Hierbij gaat het om het maken van plannen en het onderzoeken hoe een bedrijf opgericht moet worden. In deze fase sta je onder andere stil bij welke naam jou bedrijf gaat krijgen en/of welke eigenschappen jij bezit die een positief effect hebben op het ondernemerschap. Nieuwe ondernemingen moeten zich registreren bij de KvK en belastingdienst. Stap 2: Vergunningen, diploma’s Volgens wettelijke voorschriften moet de ondernemer de juiste vergunningen en diploma’s hebben. Als je die niet hebt, mag je geen bedrijf beginnen. Binnen deze stap ga jij op zoek naar welke diploma’s en/of vergunningen jij nodig hebt voor het starten van jouw onderneming. Stap 3: Marktonderzoek en marketingplan Het marktonderzoek moet antwoord geven op vragen als: Wie zijn je toekomstige klanten? Wat willen de klanten? Hoe staat het met de concurrentie? Als je dat weet, kun je een marketingplan opstellen. Dit is je bedrijfsformule. Je bepaalt bijvoorbeeld: Welke goederen je precies wilt verkopen; Tegen welke prijzen; Waar je bedrijf moet worden gevestigd; Hoe je jouw onderneming en producten wilt promoten. Stap 4: Huisvesting Je moet nadenken over de plaats van je onderneming en je afvragen of je een pand wilt huren of kopen. Of begin je gewoon op je zolderkamer of in de garage? Stap 5: Personeel Wordt er personeel aangenomen of doet de ondernemer alles alleen? En wat moet je als ondernemer allemaal regelen als je personeel aanneemt? Stap 6: Kiezen van een ondernemingsvorm Bij het kiezen van de ondernemingsvorm gaat het om de vraag wat voor soort onderneming wordt opgericht. Dit kan bijvoorbeeld een eenmanszaak zijn, waarbij er één eigenaar is. Het kan ook een vennootschap onder firma zijn, waarbij er meerdere eigenaren zijn. Ga bij deze stap na welke vorm jou voorkeur heeft? Let ook op aansprakelijkheid.
Stap 7: Financiën De ondernemer moet schatten hoeveel geld hij voor de onderneming nodig heeft. Ook moet hij uitzoeken hoe hij aan dat geld komt. Is er eigen geld of moet hij alles lenen? Ook moet hij een schatting maken van de verwachte winst. Stap 8: Belastingen en administratie Voor veel ondernemers is de administratie een groot probleem. Daarom laten velen dit doen door een administratiekantoor of een accountant. Die weet ook hoe de Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) over de producten en de belasting over de winst berekend moet worden. Je kunt bij deze stap op zoek gaan naar een kantoor of account dit de administratie kan goed, echter kun je ook uitzoeken wat het precies inhoudt en overwegen of je het zelf ook kunt doen. Weeg de kosten tegen het werk af en benoem wat je besluit. Stap 9: Verzekeringen Net zoals gezinnen moet je als ondernemer je opstallen en inboedel goed verzekeren. Je kunt je niet veroorloven dat je bedrijf door bijvoorbeeld brand wordt verwoest. Zonder verzekering zou dat het einde van je onderneming betekenen. Ga na welke verzekeringen jij nodig hebt als ondernemer. Naast een inboedelverzekering zijn er nog een aantal belangrijke. Zoek deze op en bereken de kosten, benoem dit in je ondernemingsplan. Stap 10: Aan de slag! Wanneer alle stappen gezet zijn, kan de ondernemer beginnen. Meestal zit er een lange tijd tussen het eerste idee en de echte start van de onderneming. Zo kost het bijvoorbeeld veel tijd om een geschikt pand te vinden om een lening van de bank te krijgen. Binnen deze stap presenteer je jouw bedrijf en zul je het product en proces reflecteren.
PRODUCTINHOUDEN EN BEOORDELING Jouw producten zijn: 1. Een ondernemingsplan, hierin is het stappenplan voor ‘startende ondernemers’ verwerkt; 2. Een presentatie van de opgezette onderneming, volgens de Pecha Kucha methode; 3. Een reflectie op jouw product en presentatie. Het geheel van 1+2+3 wordt door de docent bekeken en gecontroleerd op volledigheid.
BEGELEIDING Tijdens het werken aan het project kun je gebruik maken van de volgende ondersteuning en begeleiding:
Er worden vijf ondersteunende bijeenkomsten aangeboden met de thema’s: o Oriëntatie op vaardigheden o Oriëntatie & registratie o Marktonderzoek en marketingplan; o Huisvesting, personeel en keuze ondernemingsvorm; o Financiën, belastingen, administratie en verzekeringen. Vanuit de bijeenkomst zal er een netwerkgroep worden opgezet. Met dit netwerk kun je in gesprek gaan over keuzes die wel of niet wilt/kunt maken. De begeleidende docent kun je eventueel aanspreken en/of mailen wanneer je er niet meer uit komt. Deze docent zal zo snel mogelijk een afspraak met je plannen om te kijken op welke manier jij weer verder kunt met het project.
HUISWERKOPDRACHTEN Bijeenkomst 1 ‘Oriëntatie & vaardigheden’ 1. Je gaat in gesprek met een ZZP'er. Het uitgangspunt is dat deze persoon werkt in jouw beroepensector; 2. In het gesprek vraag je wat de voor- en nadelen zijn van zelfstandig werken; 3. Je vraagt ook tips waar je op moet letten wanneer jij jouw eigen onderneming opstart. 4. Je maakt van het gesprek een verslag. Het verslag schrijf je op ongeveer een half A4'tje en neemt dit mee naar de volgende les. Bijeenkomst 2 ‘Oriëntatie & registratie’ 1. Je gaat op zoek naar een ondernemingsplan dat voldoet aan de eisen van het stappenplan maar ook aan jouw voorkeur; 2. Je behandelt stap 1 en stap 2 van het stappenplan en verwerkt dit in jouw ondernemingsplan; 3. Je bedenkt een naam voor het bedrijf; 3. Je neemt jouw uitwerkingen uitgeprint mee naar de bijeenkomst. Bijeenkomst 3 ‘Marktonderzoek en marketingplan’ 1. Je behandelt stap 3, 4, 5 en 6 van het stappen plan en verwerkt dit in jouw ondernemingsplan; 2. Je schets een logo voor het bedrijf; 3. Je neemt jouw uitwerkingen uitgeprint mee naar de bijeenkomst. Bijeenkomst 4 ‘Huisvesting, personeel en keuze ondernemingsvorm’ 1. Je behandelt stap 7, 8 en 9 van het stappenplan en verwerkt dit in jouw ondernemingsplan; 2. Je bedenkt een slogan voor je bedrijf; 3. Je neemt jouw uitwerkingen uitgeprint mee naar de bijeenkomst. Bijeenkomst 5 ‘Financiën, belastingen, administratie en verzekeringen’ 1. Je bereidt jouw presentatie voor volgens de Pecha Kucha methode. Bijeenkomst 6 ‘Presentaties!’
1. Je schrijft een reflectie over het product en het proces 2. Je mailt jouw product, je presentatie en je reflectie naar de begeleidende docent.
BEOORDELINGSCRITERIA
Project ‘Ondernemen’
Checklist Naam cursist: Naam begeleidende docent(e) Datum:
Beoordelingsaspect 1. Het project is volledig uitgevoerd; 2. Het ondernemingsplan is volledig; 3. De presentatie is volgens de Pecha Kucha methode gehouden; 4. De reflectie is volledig;
Voldaan
Niet voldaan
Toelichting