Loopbaan en burgerschap in het mbo
000800-MBO burgerschap.indd 1
17-05-10 15:59:59
Inhoudsopgave 1 1.1 2 2.1 2.2 3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 4 5
Inleiding Leeswijzer Achtergronden en begripsomschrijving Begripsomschrijving burgerschap Begripsomschrijving loopbaan Eisen aan loopbaan en burgerschap Burgerschap De politiek-juridische dimensie De economische dimensie De sociaal-maatschappelijke dimensie De dimensie vitaal burgerschap Loopbaan Diplomabeslissing Gemaakte keuzes & onderhoudsagenda Geraadpleegde literatuur Met dank aan
4 5 5 6 8 9 11 11 12 13 13 14 15 16 17 18
Vormgeving en druk: Drukkerij Libertas, Bunnnik, www.libertas.nl
3
000800-MBO burgerschap.indd 2-3
17-05-10 16:00:09
1 Inleiding Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling en burgerschapsvorming vormen een integraal onderdeel van het middelbaar beroepsonderwijs. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding dragen bij aan het vermogen van de student om zicht te krijgen op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden en drijfveren en helpen de student om de juiste keuzes te maken ten aanzien van opleiding en toekomstig beroep. Burgerschapsvorming draagt bij aan de maatschappelijke betrokkenheid van de student. Beide zijn niet alleen belangrijk voor de vorming van de individuele student maar dragen ook bij aan de verbetering van het (leer)klimaat binnen de school: studenten die beter gemotiveerd zijn en nemen meer verantwoordelijkheid voor gemeenschapsbelangen binnen en buiten de school. Vanaf augustus 2007 stonden de kwalificatie-eisen voor loopbaan en burgerschap beschreven in ‘Leren, Loopbaan en Burgerschap’ (versie april 2007). Dat document voldeed om een aantal redenen niet. De MBO Raad adviseert de staatssecretaris van OCW om het document ‘Leren, Loopbaan en Burgerschap’ van april 2007 te vervangen door dit document ‘Loopbaan en burgeschap in het mbo’ (mei 2010). Een aantal onderwijsinstellingen heeft het onderwijs en de begeleiding op het gebied van loopbaan en burgerschap al succesvol uitgewerkt op basis van het document van april 2007. Het nieuwe document is zodanig opgesteld, dat het recht doet aan deze succesvolle uitwerkingen. Het document ‘Loopbaan en burgerschap in het mbo’ beschrijft de kwalificatieeisen op het gebied van loopbaan en burgerschap. Deze kwalificatie-eisen geven samen met de kwalificatie-eisen van de betreffende kwalificatie uit het kwalificatiedossier aan wat er van een student verwacht wordt om het betreffende diploma te krijgen. Naast het beschrijven van de kwalificatie-eisen heeft het document ‘Loopbaan en burgerschap in het mbo’ ook als doel te bewerkstelligen dat de thema’s op het gebied van loopbaan en burgerschap ordentelijk aan bod komen in het onderwijs.
Daarom zijn naast de inhoudelijke kwalificatie-eisen ook eisen opgenomen die gaan over het vastleggen van het onderwijs- en begeleidingsaanbod op het gebied van loopbaan en burgerschap. Evenals het beroepsgerichte deel van de opleiding zijn burgerschapsvorming en loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling een verantwoordelijkheid van het gehele onderwijsteam. Het vereist draagvlak binnen het onderwijsteam en vertrouwen in de docenten die het moeten uitvoeren. Dit wordt door elke onderwijsinstelling verankerd in de professionaliteit van de medewerkers. 1.1 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het waarom van loopbaan en burgerschap en worden beide begrippen toegelicht. De eisen aan loopbaan en burgerschap worden in hoofdstuk 3 uitgewerkt. Hoofdstuk 4 behandelt de diplomabeslissing en het toezicht van de inspectie. Hoofdstuk 5 sluit af met de verantwoording en de handvatten voor het ontwikkelen van onderwijs. De gekleurde kaders die zijn opgenomen in het document geven voorbeelden van succesvolle implementaties van burgerschap of aanvullende informatie die de onderwijsinstellingen kan helpen bij het implementeren van burgerschap. Deze kaders maken geen deel uit van de formele tekst.
2 Achtergronden en begripsomschrijving In het middelbaar beroepsonderwijs is er sprake van een drievoudige kwalificering. Dit is in verschillende artikelen van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) beschreven. In artikel 7.1.3 wordt de drievoudige kwalificering vastgelegd1: ‘Een kwalificatie is een geheel van bekwaamheden die een afgestudeerde van een beroepsopleiding kwalificeren voor het functioneren in een beroep of een groep van samenhangende beroepen, in het vervolgonderwijs en als burger en dat is beschreven in een kwalificatiedossier.’ In artikel 1.2.1 lid 2 wordt beschreven
4
5
noot 1 Dit is het artikel uit het Voorstel van Wet inzake de invoering van de competentiegerichte kwalificatiestructuur dat het huidige artikel in de WEB moet vervangen. Het huidige artikel is nog gebaseerd op eindtermen en luidt: ‘Eindtermen zijn als zodanig beschreven kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden en in voorkomende gevallen beroepshoudingen, waarover degene die de opleiding voltooit, met het oog op maatschappelijk en beroepsmatig functioneren dient te beschikken, en die in voorkomende gevallen betekenis hebben voor de doorstroom naar een vervolgopleiding.’
000800-MBO burgerschap.indd 4-5
17-05-10 16:00:11
dat naast de doelstelling om studenten voor te bereiden op de uitoefening van het beroep, het beroepsonderwijs tevens de algemene vorming en de persoonlijke ontplooiing van de studenten bevordert en bijdraagt tot het maatschappelijk functioneren. In artikel 1.3.5 wordt tot slot aangegeven, dat onderwijsinstellingen bij de uitvoering van hun taak mede zorg dragen voor het bieden van mogelijkheden op het gebied van loopbaanoriëntatie en -begeleiding.
2.1 Begripsomschrijving burgerschap Burgerschap is een complex en meerduidig concept schrijft de Onderwijsraad in het Advies Onderwijs en Burgerschap van september 2003. Burgerschap kan verwijzen naar zeer verschillende aspecten van de relatie tussen overheid en burger en tussen burgers onderling. Er is een globaal onderscheid in twee varianten mogelijk.
De drievoudige kwalificering moet te allen tijde herkenbaar en krachtig tot uitdrukking komen in de mbo-sector. Het document ‘Loopbaan en burgerschap in het mbo’ biedt de kaders voor de uitvoering van deze wettelijke taak wat betreft het bijdragen tot het maatschappelijk functioneren en het bieden van mogelijkheden voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Op basis van de kaders uit dit document formuleert de onderwijsinstelling zelf haar visie op loopbaan en burgerschap en werkt die uit naar onderwijsactiviteiten en begeleiding. De kaders voor de beroepsgerichte eisen zijn hier buiten beschouwing gelaten. Die zijn te vinden in de kwalificatiedossiers.
In de eerste variant wordt onder burgerschap veelal een formele politiek-juridische status begrepen, die verbonden is aan het ingezetene zijn van een nationale staat en aan het burger zijn in een rechtsstaat. Deze vorm van burgerschap heeft vooral te maken met de bescherming die burgers genieten en aan de vrijheid die ze hebben binnen de grenzen van de rechtsstaat en is gerelateerd aan het moeten en mogen.
Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling en burgerschapsvorming zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In beide gevallen gaat het om de ontwikkeling van de identiteit, de persoonlijke en de arbeidsidentiteit. Keuzes voor opleiding en beroep worden beïnvloed door sociaal-maatschappelijke referentiekaders. De rollen in het dagelijks leven zijn veelal gerelateerd aan de rollen in het beroepsleven en vice versa. De eigen kwaliteiten, waarden en motieven spelen op beide gebieden een belangrijke rol. Wel hebben beide thema’s hun eigen dynamiek. Burgerschap vormt een (generiek) deel van het onderwijs, waarbij de onderwerpen kunnen worden aangeboden in de maatschappelijke context of de context van de beroepsuitoefening. Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling vormen een integraal onderdeel van het competentiegerichte onderwijs en zijn met name geworteld in de begeleiding. In de loopbaanbegeleiding wordt eveneens de koppeling met de maatschappelijke context of de beroepscontext gemaakt. Bij loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling speelt ook het leren leren een belangrijke rol.
In de tweede variant betreft burgerschap de sociaal-morele rol van de burger, namelijk de bereidheid en het vermogen tot duurzame en actieve deelname aan de politiek, de economie en de sociaal-maatschappelijke structuren. Deze vorm van burgerschap heeft vooral te maken met zelfontplooiing en de uitoefening van vrijheid en is gerelateerd aan het willen en kunnen. Voor het mbo zijn beide betekenissen van belang maar de nadruk ligt meer op de tweede betekenis van burgerschap. Het mbo bouwt daarmee voort op de inhoud van het vak maatschappijleer dat studenten al in het v(mb)o hebben gehad. In het mbo gaat het erom de kennis te verdiepen en te vertalen naar burgerschapsontwikkeling in de context van beroepsuitoefening en maatschappelijk functioneren. In vergelijking met het vmbo zijn de studenten in het mbo in de meeste gevallen stemgerechtigd en hebben zij door werk of stage ervaring opgedaan als werknemer. Dat biedt goede aanknopingspunten voor uitbreiding en verdieping van wat eerder aan de orde is gekomen. Ook ethische dilemma’s waarmee zij in hun opleiding worden geconfronteerd, bieden dergelijke aanknopingspunten. Deze dilemma’s kunnen betrekking hebben op de inrichting van het persoonlijk
6
7
Kingsize Burger – Studentenconferentie over Burgerschap in het MBO-onderwijs van het Koning Willem I College, ‘s-Hertogenbosch Het doel van Leren, Loopbaan en Burgerschap is de student voor te bereiden op wat de moderne kenniseconomie van de student vraagt. Het gaat erom dat de student zich voorbereidt op een leven lang leren en op de toekomst. Wat heeft de student daarbij nodig en wat wil hij zelf? Op het Koning Willem I College in Den Bosch is over dit onderwerp de Kingsize Burger conferentie gehouden waaraan zo’n 100 studenten hebben meegedaan. Gestart werd met een videoboodschap van toenmalig staatssecretaris Albayrak over het belang van burgerschap. Met elkaar hebben de studenten het gehad over vitaal burgerschap, economisch, sociaal en politiek burgerschap. Wat willen studenten doen om als burgers te groeien en hoe willen ze dat? De resultaten zijn weergegeven op een treffende Kingsize Burger placemat. De randvoorwaarden (goede docenten en materialen) in het basisbroodje, het beleg om een echte burger te worden (van alle domeinen wat!) en een fijne verpakking, ofwel passende werkvormen. Bij de werkvormen valt heel erg op dat ze graag ondergedompeld willen worden in de ervaringen.
000800-MBO burgerschap.indd 6-7
17-05-10 16:00:13
leven of de beroepsuitoefening, maar ook op de inrichting van de samenleving. Om het maatschappelijke spel te kunnen spelen is het noodzakelijk de regels van het spel te kennen. Daarom moet er een verbinding worden gelegd met burgerschap in de eerste betekenis. Kennis - onder meer gericht op het functioneren van de democratische rechtsstaat - speelt immers een belangrijke rol bij het daadwerkelijk en betekenisvol gestalte geven aan burgerschap. Burgerschap gaat over het omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid in onze democratische rechtsstaat, de internationaal georiënteerde kenniseconomie en de pluriforme samenleving. Over het omgaan met het spanningsveld tussen zelfstandigheid en individualisme enerzijds en sociale betrokkenheid en verantwoordelijkheid anderzijds op basis van maatschappelijk geldende basisnormen. Het gaat erom verantwoordelijkheid te nemen voor eigen opvattingen en gedrag. Het doel is actief burgerschap, het kunnen en willen participeren in de samenleving en daarbij zelfstandig en verantwoord te handelen. 2.2 Begripsomschrijving loopbaan Europa moet de meest concurrerende en dynamische economie van de wereld worden. Dat is de ambitieuze doelstelling die Europese regeringsleiders tijdens de top in Lissabon in 2000 hebben geformuleerd. Om dat te realiseren moet Europa een kenniseconomie worden met mensen die een hogere opleiding voltooien en een leven lang leren, met mensen die hun talenten willen en kunnen ontwikkelen. Daar doorheen spelen ontwikkelingen als individualisering van de samenleving en de flexibilisering van de arbeidsverhoudingen. In zo’n context en binnen zulke ambities speelt het zelf kunnen vormgeven van de loopbaan een centrale rol. Vormgeven aan de loopbaan is het lot in eigen hand nemen en zelf sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of een vervolgopleiding die aansluit op eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Het vraagt om bewustwording en het resulteert in de ontwikkeling van een eigen arbeidsidentiteit. Het beroepsonderwijs staat voor de opgave de
8
loopbaanontwikkeling van de student te ondersteunen via loopbaanoriëntatie en -begeleiding. De student kan zo zicht krijgen op wat hij als gewenst werk of als een gewenste vervolgopleiding beschouwt en richting geven aan zijn leerproces.
3 Eisen aan loopbaan en burgerschap De onderwijsinstelling heeft een resultaatverplichting voor het onderwijsaanbod op het gebied van loopbaan en burgerschap. De student heeft een inspanningsverplichting om actief deel te nemen aan de aangeboden onderwijsactiviteiten. De resultaatverplichting van de onderwijsinstelling bestaat uit het leveren van een adequaat aanbod voor alle studenten. Zij baseert het aanbod mede op haar identiteit en de visie op onderwijs. De inhoudelijke kaders ten aanzien van het aanbod worden in paragraaf 3.1 uitgewerkt voor burgerschap en in paragraaf 3.2 voor loopbaan. De uitwerking vindt plaats aan de hand van drie vragen: - Waar gaat het om? - Wat is daarvoor nodig? - Welke kenniselementen zijn daarbij van belang? In het onderwijsaanbod van de onderwijsinstelling komen deze aspecten aantoonbaar en herkenbaar tot uitdrukking. Van belang hierbij is dat deze aspecten voortdurend worden aangevuld en verrijkt op basis van de actuele ontwikkelingen. Daartoe legt de onderwijsinstelling voor elke opleiding vast - welk soort activiteiten op het gebied van loopbaan en burgerschap worden aangeboden, - gedurende welke perioden in de opleiding, - met welke intensiteit en begeleiding, - uitgesplitst naar de verschillende niveaus en doelgroepen - en hoe er wordt beoordeeld of studenten aan hun inspanningsverplichting hebben voldaan.
9
Burgerschapscompetenties door middel van kunst en cultuur in Cultdock Zadkine - Rotterdam Je talenten ontplooien en competenties ontwikkelen door middel van kunst en cultuur. Binnen Cultdock, de kunst- en cultuurwerf van Zadkine en SKVR, gebeurt het. Waarom niet iets leren uit het politieke domein van leren, loopbaan en burgerschap aan de hand van cartoontekenen? De eigen docenten van de deelnemers behandelen politieke thema’s en een cartoonist leert de leerlingen een cartoon te maken. Automatisch ga je dan dieper op het onderwerp in. Want voordat je een cartoon kunt tekenen moet je weten wat je wilt overbrengen en waar het over gaat. Het cartoontekenen ‘dwingt’ je een mening te vormen, te discussiëren en je mening te vertalen in een beeld voor je medeleerlingen en docenten.
000800-MBO burgerschap.indd 8-9
17-05-10 16:00:16
De onderwijsinstelling bepaalt zelf in welke vorm zij dat vastlegt. Dit kan bijvoorbeeld in een visienotitie of in de OER of een vergelijkbaar document. De onderwijsinstelling maakt hier de vertaalslag van de eisen die in het document ‘Loopbaan en burgerschap in het mbo’ zijn geformuleerd naar concrete onderwijsactiviteiten en begeleiding voor de verschillende opleidingen en doelgroepen. De activiteiten die de onderwijsinstelling aanbiedt, nodigen uit om de volgende aspecten aan de orde te laten komen: - oriëntatie en/of onderzoek (waar gaat het om, wat weet je al, wat heb je nog meer nodig, welke bronnen kun je raadplegen, wat is de waarde van de informatie, hoe kun je de informatie gebruiken?); - meningsvorming en/of actie (wat vind je ervan, waarom vind je dat, waar baseer je je mening op, wat vinden anderen ervan, welke keuzes maak je, wat ga je doen?); - en reflectie en/of verantwoording (wat is het effect van je mening of gedrag op je omgeving, wat heb je ermee bereikt, hoe verklaar je de reactie van je omgeving op je mening of gedrag?). De onderwijsinstelling differentieert de activiteiten naar de verschillende doelgroepen. Daarbij is het belangrijk dat de activiteiten aansluiten bij het niveau, de belevingswereld en de achtergronden van de studenten. Zo is het denkbaar dat voor oudere instromers het accent zwaarder komt te liggen op reflectie op beroepsmatige, maatschappelijke of ethische dilemma’s en op vormen van intervisie. De student heeft een inspanningsverplichting ten aanzien van het onderwijs dat de onderwijsinstelling aanbiedt op het gebied van loopbaan en burgerschap. Die verplichting betreft het actief deelnemen aan alle hierboven genoemde aspecten van de activiteiten die door de onderwijsinstelling worden aangeboden. Verwacht mag worden dat er sprake is van leerwinst voor de student als alle aspecten van oriëntatie en/of onderzoek, meningsvorming en/of actie, en
10
000800-MBO burgerschap.indd 10-11
reflectie en/of verantwoording in elke activiteit aan de orde zijn geweest. In de beoordeling van opdrachten, projecten en/of toetsen maakt de onderwijsinstelling inzichtelijk dat de student aan de inspanningsverplichting heeft voldaan. In de volgende paragrafen worden de inhoudelijke eisen voor loopbaan en burgerschap uitgewerkt. Voor burgerschap wordt een onderscheid gemaakt in de politiek-juridische dimensie, de economische dimensie, de sociaal-maatschappelijke dimensie en de dimensie vitaal burgerschap. 3.1 Burgerschap 3.1.1 De politiek-juridische dimensie De politiek-juridische dimensie betreft de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij gaat het om de participatie in formele zin (stemmen bij officiële verkiezingen) en meer (inter)actieve vormen van betrokkenheid bij besluitvorming op verschillende politieke niveaus (Europees, landelijk, regionaal, gemeentelijk, buurt). Maar ook om actuele, meer op issues gerichte vormen van politieke participatie, zoals duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing. Hiervoor is nodig dat een student inzicht heeft in de onderwerpen die voor hem van belang zijn en waarover politieke besluiten worden genomen, in de verschillende meningen en opvattingen die erover bestaan en in de verschillende belangen die daarbij een rol spelen. De student (h)erkent de basiswaarden van onze samenleving en hanteert ze als richtlijn en uitgangspunt in zijn meningsvorming en bij zijn handelen. De kenniselementen die bij de politiek-juridische dimensie aan bod komen, zijn de kenmerken van een parlementaire democratie, de rechtsstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de rol en de invloed op de politieke besluit-
11
17-05-10 16:00:20
vorming van belangengroeperingen en maatschappelijke organisaties en de rol en de invloed van de (massa)media. 3.1.2 De economische dimensie De economische dimensie is in twee deelgebieden uitgesplitst en heeft betrekking op - de bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt; - de bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. Hierbij gaat het om het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf en om het verantwoord handelen op de consumptiemarkt. Voor het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf is nodig dat een student zich algemeen aanvaarde regels en standaard (bedrijfs-) procedures eigen maakt en zich daaraan houdt. De student kent de rechten en plichten van de beroepsbeoefenaar en stelt zich collegiaal op. Voor het functioneren als kritisch consument is nodig dat een student weet hoe hij informatie over producten en diensten kan verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Hij heeft inzicht in zijn eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. En het is nodig dat hij bij de aanschaf van producten en diensten afwegingen kan maken met betrekking tot maatschappelijke belangen zoals duurzaamheid en gezondheidsaspecten. De kenniselementen die bij de economische dimensie aan bod komen, zijn de factoren die van invloed zijn op de bedrijfscultuur, de arbeidsverhoudingen in Nederland, de rol en de invloed van branche- of vakorganisaties, de belangrijkste principes van budgettering, kenmerken van duurzame consumptie en productie en de rol en de invloed van consumentenorganisaties.
3.1.3 De sociaal-maatschappelijke dimensie De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in de eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Om adequaat te kunnen functioneren in de sociale omgeving is het nodig dat de student de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen kent en deze kan toepassen in verschillende situaties. De student heeft inzicht in de kenmerken van verschillende culturen. In zijn opvattingen en gedrag toont hij respect voor culturele verscheidenheid. De kenniselementen die bij de sociaal-maatschappelijke dimensie aan bod komen, zijn de grondrechten en plichten in Nederland, kenmerken van de verschillende (sub)culturen in Nederland, kenmerken van ethisch en integer handelen en het doel en de invloed van sociale en professionele netwerken. 3.1.4 De dimensie vitaal burgerschap De dimensie vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen gezondheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat de student zich bewust is van zijn eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in
12
13
Succeskunst Florijn College Breda (ROC West-Brabant) Met het programma ‘Lessen in Succeskunst’ helpt het Florijn College Breda studenten op zoek te gaan naar antwoorden op bekende (levens- en carrière-) vragen als: Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik? Wat moet ik doen om mijn doelen te bereiken? In zeven stappen leren studenten zich positief te uiten en zich verder te ontwikkelen op school, op het werk, thuis en in hun omgeving/relaties. De school begeleidt hen bij het ontwikkelen van meer zelfvertrouwen en het maken van keuzes op basis van haalbare doelen. Doel: met meer motivatie en passie kiezen voor een toekomstig werkveld of opleiding. Wie van ons had dat vroeger niet gewild?
000800-MBO burgerschap.indd 12-13
17-05-10 16:00:23
kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die horen bij een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit. De kenniselementen die bij de dimensie vitaal burgerschap aan bod komen, zijn de kenmerken van een gezonde leefwijze waaronder de nationale beweegnorm en de aard, plaats en organisatie van gezondheidsbevorderende activiteiten in de samenleving. 3.2 Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Daarvoor is nodig dat een student inzicht heeft in de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Maar het vereist ook oriëntatie op en inzicht in de mogelijkheden die de arbeidsmarkt biedt. De student is in staat de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven te vergelijken met gevraagde waarden en kwaliteiten van verschillende soorten werk. Ook oriëntatie op mogelijke doorstroomtrajecten in het vervolgonderwijs (hbo of een volgend niveau in het mbo) zijn hierbij van belang. Op basis van de vergelijking komt de student tot weloverwogen keuzes en vervolgstappen om gemaakte keuzes te realiseren. De elementen die bij loopbaanoriëntatie en -begeleiding aan bod komen zijn - capaciteitenreflectie: beschouwing van de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan,
14
-
motievenreflectie: beschouwing van de wensen en waarden van belang voor de loopbaan, werkexploratie: onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan, loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces, netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op loopbaanontwikkeling.
4 Diplomabeslissing Ten behoeve van de diplomabeslissing beoordeelt de onderwijsinstelling of de student in voldoende mate aan de inspanningsverplichtingen voor loopbaan en burgerschap heeft voldaan. Als de aspecten oriëntatie en/of onderzoek, meningsvorming en/of actie en reflectie en/of verantwoording in elke activiteit aan de orde zijn geweest, mag worden verwacht dat er sprake is van leerwinst. In de beoordeling van opdrachten, projecten en/of toetsen maakt de onderwijsinstelling inzichtelijk dat de student aan de inspanningsverplichting heeft voldaan. Heeft de student aan de inspanningsverplichting voldaan, dan wordt dit op de resultatenlijst vermeld naast de kerntaken van de beroepsgerichte kwalificatie en naast de generieke eisen ten aanzien van Nederlandse taal en rekenen. Bij het oordeel over loopbaan en burgerschap wordt geen onderscheid gemaakt naar de verschillende dimensies of onderdelen. Informatie over toezicht Bij het toezicht van de inspectie zijn de standaarden voor de onderwijskwaliteit van toepassing. Hierbij gaat het met name om een doelmatige en zorgvuldige inrichting en uitvoering van het onderwijs en om een stimulerende en effectieve begeleiding op alle genoemde aspecten van loopbaan en burgerschap. Op het niveau van de onderwijsteams is voldoende ruimte gecreëerd voor het onderwijs ten aanzien van loopbaan en burgerschap en bestaat er voldoende bekwaamheid onder de docenten die het moeten uitvoeren. Specifieke verantwoording
15
Leerkaarten als referentiepunten Friesland College Het Friesland College gebruikt leerkaarten om de studenten een referentiepunt te geven voor de verschillende dimensies van burgerschap. Onderstaand voorbeeld is de leerkaart voor de politiekjuridische dimensie.
000800-MBO burgerschap.indd 14-15
17-05-10 16:00:29
betreffende loopbaan en burgerschap legt de onderwijsinstelling af in het jaarverslag of als apart openbaar verantwoordingsdocument waarnaar verwezen wordt in het jaarverslag. De inspectie houdt toezicht op de inhoudelijke uitwerking van het programma, de uitvoering en de toetsing hiervan. Het door de onderwijsinstelling vastgelegde aanbod van onderwijs en begeleiding op het gebied van loopbaan en burgerschap gebruikt zij daarbij als uitgangspunt.
gegeven. Deze voorbeelden kunnen andere onderwijsinstellingen inspireren bij de onderwijsontwikkeling. De voorbeelden in de gekleurde kaders van dit document geven al een eerste idee van de verschillende wijzen waarop de vertaalslag naar goed onderwijs in burgerschap vormgegeven kan worden. Uitgebreidere en andere voorbeelden worden beschikbaar gesteld via www.marktplaatsmbo.nl. In het land zijn daarnaast verschillende netwerken op het gebied van loopbaanoriëntatie en -begeleiding en burgerschap actief. Deze netwerken zijn zeer zinvol om ideeën op te doen, kennis en ervaringen uit te wisselen en met elkaar te werken aan een actueel kwalitatief hoogstaand onderwijsaanbod ten aanzien van loopbaan en burgerschap.
5 Gemaakte keuzes & onderhoudsagenda Het document ‘Loopbaan en burgerschap in het mbo’ is tot stand gekomen na een brede consultatie van diverse docenten en andere betrokkenen uit het mbo. Er is getracht om de vormingstaak van het mbo ten aanzien van loopbaan en burgerschap zodanig te formuleren dat het draagvlak hiervoor zo groot mogelijk is. De kaders, waarbinnen loopbaan en burgerschap vormgegeven moeten worden, zijn daartoe strakker geformuleerd dan in het eerdere voorstel ‘Brondocument Burgerschap, Leren & loopbaan in het mbo’ van de MBO Raad van juni 2009. De kaders blijven echter voldoende ruimte bieden om het onderwijs en de begeleiding invulling te geven passend bij de identiteit van de onderwijsinstelling en haar visie op onderwijs. In het proces van totstandkoming van het document zijn er vele keuzes gemaakt. Niet alle keuzes kunnen rekenen op volledige steun van alle partijen. Het is van belang om de komende jaren nauwkeurig te monitoren of de doelstellingen van het document ‘Loopbaan en burgerschap in het mbo’ worden bereikt, namelijk het beschrijven van de kwalificatie-eisen op het gebied van loopbaan en burgerschap en het bewerkstelligen dat loopbaan en burgerschap goed aan bod komen in het onderwijs zodanig dat een student zich kan ontwikkelen tot een actief burger die kan en wil participeren in de samenleving en daarbij zelfstandig en verantwoord handelt. Ook de herkenbaarheid en de uitvoerbaarheid zullen worden gemonitord.
Geraadpleegde literatuur 1. Profiel burgerschapscompetenties voor het beroepsonderwijs. Jeroen Onstenk, maart 2002 2. Advies Onderwijs en Burgerschap. Onderwijsraad, september 2003 3. Brondocument leren en burgerschap, versie juni 2004 4. Over leerloopbanen en loopbaanleren. F. Meijers, M. Kuijpers & J. Bakker, februari 2006 5. Een basis voor burgerschap, een inhoudelijke verkenning voor funderend onderwijs. Jeroen Bron, SLO, maart 2006 6. Leren, Loopbaan en Burgerschap. Voorbeeldmatige uitwerking Brondocument. Cinop en SLO, november 2006 7. Leren, Loopbaan en Burgerschap, april 2007 8. Wat vinden burgers zelf van burgerschap? Burgers aan het woord over binding, loyaliteit en sociale cohesie. Menno Hurenkamp en Evelien Tonkens, Nicis Institute 2008. 9. Servicedocument Bewegen en Sport in de vernieuwde kwalificatiestructuur voor het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO). Bert Boetes (MBO Raad) en Berend Brouwer (SLO), januari 2008 10. Visie op burgerschap en levensbeschouwelijke ontwikkeling in het mbo.
De afgelopen jaren hebben verschillende onderwijsinstellingen op succesvolle wijze het onderwijs en de begeleiding van loopbaan en burgerschap vorm-
16
17
Vmbo examenprogramma maatschappijleer Alle leerwegen in het vmbo hebben in hun onderwijsprogramma een gemeenschappelijk deel dat voor alle sectoren gelijk is. Of: Maatschappijleer wordt geëxamineerd door middel van een schoolexamen. Het examenprogramma voor maatschappijleer bestaat uit verschillende exameneenheden. Hieronder volgen de exameneenheden met een korte samenvatting van de bijbehorende eindtermen. Bij sommige exameneenheden gelden voor de basisberoepsgerichte leerweg iets eenvoudigere eindtermen dan voor de overige leerwegen. Dat is in onderstaand overzicht aangegeven met een *. Het volledige examenprogramma voor maatschappijleer is te vinden op www.examenblad.nl. Oriëntatie op leren en werken - Oriënteren op eigen loopbaan en het belang van maatschappijleer in de maatschappij. Basisvaardigheden - Toepassen van basisvaardigheden m.b.t. communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.
000800-MBO burgerschap.indd 16-17
>
Leervaardigheden in het vak maatschappijleer - Toepassen wat geleerd is bij maatschappijleer en beargumenteerd een standpunt innemen. Cultuur en socialisatie* - Beschrijven hoe een mens zich ontwikkelt tot lid van de samenleving. - Uitleggen dat mensen bij een subcultuur (willen) horen. - De rol van onderwijs beschrijven in de ontwikkeling van een mens als lid van de samenleving. Sociale verschillen* - Sociale verschillen en de oorzaken daarvan beschrijven. - Belangen beschrijven van maatschappelijke posities en hoe daaruit conflicten kunnen ontstaan. - Overheidsmaatregelen noemen ten aanzien van sociale ongelijkheid. Macht en zeggenschap* - Vormen van macht herkennen. - Beschrijven hoe regels het samenleven van mensen mogelijk maken. - Mogelijkheden beschrijven die burgers hebben om invloed uit te oefenen op de politiek, kenmerken noemen van de parlementaire democratie.
>
17-05-10 16:00:30
THEMA, februari 2008, nummer 62 11. Advies Leren, Loopbaan & Burgerschap, OOG voor het MBO, november 2008 12. Taal en rekenen in het mbo. Marja van Bijsterveldt-Viegenthart, 22 december 2008 13. Toezichtkader BVE 2009. Inspectie van het Onderwijs, januari 2009 14. Notitie LLB, OOG voor het MBO, maart 2009 15. Advies Leren, loopbaan en burgerschap. MBO Raad, 11 juni 2009 16. Brondocument Burgerschap, Leren & loopbaan in het mbo. MBO Raad, versie juni 2009 17. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader BVE 2009. Inspectie van het Onderwijs, oktober 2009 18. Notitie burgerschapscompetenties in het MBO. Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer, oktober 2009 19. Advies Leren, Loopbaan en Burgerschap. Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart, 17 november 2009 20. Leren, Loopbaan & Burgerschap, Servicedocument. AOC Raad, september 2009 21. Leerkaart LL&B. Friesland College 2009 22. Notitie Leren, Loopbaan & Burgerschap, OOG voor het MBO, januari 2010 23. Uitgangspunten voor burgerschap, Peter Gottschal. ROC Noorderpoort, januari 2010 24. Willen, werken, worden. De zin van loopbaanleren. MBO 2010, maart 2010
-
NVS-NVL: Jeroen Ongering KVLO: Bert Boetes Friesland College: Trudie Wiersma Noorderpoort College: Peter Gottschal Koning Willem 1 College: Anouk van Butselaar, Chanthal Goesten, Twan Brinkman, Rob de Vrind en Lidy van Oers Consortium Beroepsonderwijs: Ellen Klatter Florijn College Breda (ROC West-Brabant): Joris Peeters ROC Zadkine: Pierre Hennekam Netwerk Burgerschap SLO: vertegenwoordigers van ROC Eindhoven, ROC Aventus, Koning Willem 1 College, Albeda College, Cibap, ThiemeMeulenhoff, Lima 555 en SLO.
Met dank aan -
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Paul Oomens en Siep Jurna Inspectie van het Onderwijs: Bert de Vries, Marc Spierings en Teresa Wind OOG voor het MBO: Jos van Odijk AOC Raad: Agnes Jansen en Mena van Andel NVLM: Coen Gelinck en Ruth Esselink Praktijkmeeting LLB: Kees van Eerten en Corinne van Dis
18
19
>
000800-MBO burgerschap.indd 18-19
Beeldvorming en stereotypering* - Beschrijven hoe mensen bij hun meningsvorming worden beïnvloed door selectieve informatie. - Benoemen van vooroordelen ten aanzien van mannen en vrouwen in de samenleving. - Voorbeelden noemen van vooroordelen en discriminatie, hoe ontstaan ze en wat is er tegen te doen. - Beschrijven hoe beeldvorming tot stand komt.
17-05-10 16:00:32
000800-MBO burgerschap.indd 20
17-05-10 16:00:36