POUPETTE in Bruxelles
lesmap THEATER FROEFROE & THÉÂTRE DES 4 MAINS
THEATER FROEFROE Namenstraat 7 – 2000 Antwerpen Tel: 03 248 72 21
[email protected]
1
INHOUD 1. INLEIDING 2. POUPETTE IN BRUXELLES 3. FROEFROE 4. DEESJE – JOKE VAN LEEUWEN 5. TAALPROBLEMEN 6. BRUSSEL 7. MUZIEK 8. ACHTERGRONDINFORMATIE 9. BIJLAGEN
2
1. INLEIDING Beste leerkrachten
Jullie komen met de klas kijken naar de nieuwe voorstelling ‘Poupette in Bruxelles’ van FroeFroe en Théâtre des 4 Mains. We maakten voor deze voorstelling een eigentijdse video-hiphopbewerking van het boek Deesje van Joke van Leeuwen. In deze lesmap reiken we enkele thema’s en ideeën aan waarrond jullie in de klas kunnen werken voor jullie naar het stuk komen kijken of als nabespreking. Jullie vinden in deze map ook heel wat didactisch materiaal zoals foto’s, repetitiefilmpjes en liedjesteksten uit de voorstelling. We stellen ook concrete opdrachten voor (aangeduid met een FroeFroe-icoontje) maar uiteraard zijn jullie vrij om daarmee te doen wat voor jullie en de klas het beste past. Op het einde geven we ook enkele theatercodes mee. Lees deze aandachtig. Dit kan de beleving van de schoolvoorstellingen enkel ten goede komen. We kijken samen met jullie uit naar de schoolvoorstellingen van ‘Poupette in Bruxelles’!
Het FroeFroe-team PS CD met de muziek van de voorstelling is GRATIS te verkrijgen voor leerkrachten, mail
[email protected]
3
2. POUPETTE IN BRUXELLES 2.1 Korte inhoud HIPHOP-VIDEO-POPPEN IN COPRODUCTIE MET 4MAINS THÉÂTRE Theater FroeFroe en Théâtre des 4 Mains brengen met Poupette in Bruxelles een eigentijdse hiphopbewerking van het meermaals bekroonde boek Deesje van Joke van Leeuwen. Poupette woont samen met haar twee broers, Jansam en Samjan, bij haar papa. Ze zit graag alleen op haar kamer en schrijft een wie-weet-wat-waarboek. Daarin staat alles over vanalles. Tijdens de vakantie gaat Poupette een week op reis naar het nieuwe huis van haar mama in Brussel. Ze zal aan het station opgehaald worden door de nieuwe vriend van haar mama: Jean-François. Maar ze heeft hem nog nooit gezien. En ze begrijpt maar enkele woorden Frans. Ze beleeft onderweg een spannend, multicultureel avontuur en komt zelfs op televisie! 2.2 Wie werkte mee aan Poupette in Bruxelles? De tekst van de voorstelling is gebaseerd op het boek Deesje van Joke van Leeuwen en werd bewerkt door Marc Maillard en Marie-O Dupuis. Het acteursgeweld en poppenspel is van Marianne Loots, Jerôme Poncin en Gert Dupont. De muziek wordt gecomponeerd en live gespeeld door Gloria Boateng. Tim Oelbrandt en Jonas De Wulf zitten aan de knoppen en staan in voor de techniek en het decor. De video’s (en decor) in de voorstelling werden gemaakt door Olmo Claessens. De kostuums zijn van de hand van Ina Peeters. De poppen werden gemaakt en ontworpen door Marc Maillard, Patrick Maillard en Ina Peeters.
4
3. FROEFROE Theater FroeFroe is opgericht door de broers Marc en Jan Maillard. Ze begonnen in een klein theaterzaaltje vlakbij het Steen in Oud-Antwerpen. FroeFroe maakt voorstellingen met een heldere en visuele lijn, in een eigen FroeFroetaal met gelaagde humor, sterke teksten en een exuberante speelstijl. FroeFroe wil eigenzinnig, spannend theater maken in een cross-over van figuren, tekst, acteursspel, livemuziek en video. Ze spelen zowel op locatie als in een kleine of grote zaal, zowel solovoorstellingen als spektakels. FroeFroe brengt onverwachte bewerkingen van klassiekers, maar ook nieuwe creaties, die de fantasie van kinderen, jongeren en volwassenen op hol laat slaan. Neem ook eens een kijkje op onze website: www.froefroe.be POPPEN
De poppen die in ‘Poupette in Bruxelles’ gebruikt worden, zijn allemaal gemaakt in het atelier van FroeFroe. FroeFroe gebruikt meestal 2 manieren om poppen te maken: uit mousse of uit latex. Als je een pop uit mousse maakt, kan je dat doen zoals een beeldhouwer: beginnen met een groot blok en stukjes afsnijden tot je de gewenste vorm krijgt. Je kan het ook andersom doen: beginnen met kleine stukjes mousse en die aan elkaar kleven. Mousse poppen zijn stevig maar zijn beperkt in beweegmogelijkheid. In de meeste gevallen kan je enkel de mond open en dicht klappen, terwijl je bij een pop uit latex meer opties krijgt. Hier vind je een filmpje van een workshop van FroeFroe waarin poppen uit mousse gemaakt worden: https://www.youtube.com/watch?v=dne-xA03BDc. De tweede manier, werken met latex, vraagt iets meer tijd maar levert wel erg flexibele poppen op. Dan boetseer je eerst de gewenste vorm (een hoofd of een torso bijvoorbeeld) uit klei. Daarrond leg je lagen gips tot het volledig bedekt is. Als de gips helemaal droog is, maak je die los van je boetseerwerk, dat gebruik je verder niet. In de gipsen vorm, de mal, leg je dunne laagjes latex over elkaar. Om de pop een kleur te geven, kan je de latex mengen met verf. Als die latex weer droog is, haal je die uit de mal en is je pop klaar!
5
Om elk deeltje van het hoofd goed te kunnen zien en ervoor te zorgen dat er zeker overal een stevige laag latex ligt, werken we met een mal in twee helften. Het gelaat is de ene helft, het achterhoofd de andere. Als de vormen uit latex gedroogd zijn, kleven we die 2 helften aan elkaar en krijg je een volledig hoofd. Natuurlijk kan je de pop daarna nog opmaken, haar en een outfit geven enzovoort. Werken met latex heeft 2 grote voordelen: ten eerste heb je een mal die je eindeloos kan hergebruiken en ten tweede krijg je een erg beweeglijke pop. Met dit materiaal kan je emoties sterk uitbeelden omdat ook ogen, oren, neus en wangen expressief en beweeglijk zijn. Bijna alle poppen in ‘Poupette in Bruxelles’ zijn gemaakt uit latex. Maak zelf een poppenspel. Zorg voor poppenkastpoppen en speel je eigen verhaal (bv. een sprookje of een stukje uit het boek Deesje of de voorstelling Poupette). Als je geen poppen vindt, kan je ook met een oude sok spelen. Plak er twee oogjes op en vorm met je hand de mond. Je eigen pop is klaar om een avontuur te beleven! Maak je eigen vingerpopje. Je eigen vingerpop maken kan heel gemakkelijk uit vilt of door de vingers van een oude handschoen af te knippen en er dingen op te plakken, naaien, tekenen, … MEER WETEN? Kom met je klas eens een kijkje nemen in het atelier te Antwerpen! Dit is een kosteloos bezoek en duurt ongeveer 30 minuten. FroeFroe biedt ook workshops aan. Vanaf 8 jaar kan je leren poppen maken of spelen onder begeleiding. Klik op “Workshops” op www.froefroe.be voor meer info! VIDEO In ‘Poupette in Bruxelles’ wordt ook veel gebruik gemaakt van filmpjes. Een speciaal soort filmpjes zijn stop-motionfilmpjes. Dit zijn filmpjes die gemaakt worden door verschillende tekeningen of foto’s na elkaar te tonen, waardoor het beeld lijkt te bewegen. Hoe meer foto’s per seconde getoond worden, hoe vlotter de bewegingen. Twee voorbeeldfilmpjes vind je hier: https://www.youtube.com/watch?v=mq5msbkxI3M (over de FroeFroevoorstelling ‘Josette’) en hier: https://www.youtube.com/watch?v=XqWig2WARb0. Hier kan je zien hoe het laatste filmpje gemaakt werd: https://www.youtube.com/watch?v=96NozSJ5_3k. Op YouTube vind je nog meer voorbeelden van stopmotionfilmpjes.
Maak met je klas een stopmotionfilmpje. Heb je tablets in de klas? Download dan een van de vele gratis apps om stopmotionfilmpjes te maken. Heb je geen tablet? Geen nood, met 6
een fototoestel en een computer lukt het ook! Een programma als Windows Movie Maker is ideaal om je filmpjes te monteren, maar er bestaan ook speciale programma’s voor stop motion. Hoe maak je een stop motion video? Stap 1: verzin een verhaal Stap 2: denk na over het materiaal. Er zijn verschillende mogelijkheden: je kan tekenen, figuren boetseren, legomannetjes gebruiken, werken met uitgeknipte figuren, tekenen op een whiteboard (een voorbeeld hiervan: https://www.youtube.com/watch?v=QY0oCWP5RQk) ... Stap 3: trek foto’s en verander telkens een heel klein stukje van je tekening of beweeg je figuurtjes een klein beetje. Stap 4: plak al je foto’s achter elkaar in Windows Movie Maker (beperk de weergaveduur van je foto’s tot 0,10 sec via ‘bewerken’ > ‘Weergaveduur’) of werk al vanaf je foto’s trekt met een stopmotion-app Stap 5: speel je filmpje af en laat het aan de anderen zien – klaar! Enkele aandachtspuntjes: -
probeer het fototoestel zo weinig mogelijk te verplaatsen
-
zorg voor genoeg licht op de set
-
per foto mag er maar een kleine verandering zijn
In dit filmpje wordt nog een keer uitgelegd wat belangrijk is bij stop motion: https://www.youtube.com/watch?v=btQChHH8DbM Doe je het liever zonder al die technologie? Maak dan een flipboekje! Op elke pagina van het boekje maak je een tekening die een klein beetje verschilt. Door snel door het boekje te bladeren lijkt je tekening te bewegen. Enkele voorbeelden vind je hier: https://www.youtube.com/watch?NR=1&feature=endscreen&v =zO8MlSjo0T0
7
4. DEESJE – JOKE VAN LEEUWEN Poupette in Bruxelles is gebaseerd op het kinderboek Deesje (1985) van Joke van Leeuwen. Joke van Leeuwen is een manusje-van-alles: ze schrijft, tekent, maakt theater, doet aan cabaret en speelde mee in een film. Ze maakt boeken voor alle leeftijden: van prentenboeken en boekjes voor beginnende lezers tot verhalen en gedichten voor volwassenen. Ze maakt altijd zelf de illustraties bij haar boeken. Of moet je zeggen: ze schrijft altijd zelf de tekst bij haar tekeningen? Tekst en tekeningen gaan bij Joke van Leeuwen bijna ongemerkt in elkaar over. Veel van haar boekfiguren zijn eigenzinnige buitenstaanders, die met humor en fantasie de wereld bekijken. Net zoals Deesje. Froefroe stak Deesje in een modern jasje en transformeerde haar tot Poupette. Joke van Leeuwen speelt in haar kinderboeken met taal. Ook in Poupette is taal een heel belangrijk gegeven, vooral dan de meertaligheid. Lees een fragment voor uit het boek en laat de kinderen hier een tekening bij maken. (Bv. halftante in haar gestippelde jas, Tina Teen en haar huis bovenop het flatgebouw, ...) KORTE INHOUD Deesje is een verlegen meisje dat net zoals Poupette bij haar papa en haar twee oudere broers Jansam en Samjan woont. Omdat het voor haar goed zou zijn om eens met kinderen van haar eigen leeftijd te kunnen spelen, gaat ze op reis naar halftante, in de grote stad. Ze zal in het station op haar wachten en heeft een zwarte jas met witte stippels aan. Maar Deesje vindt halftante nergens. Ze besluit om zelf in de grote stad op zoek te gaan naar halftante. Wat maakt Poupette moderner dan Deesje? (Bv. een gsm ipv briefjes sturen) Wat is er nog verschillend tussen de twee verhalen? (Bv. mama is niet gestorven, maar woont in Brussel met haar nieuwe vriend Jean-François; Poupette bezoekt haar mama en niet haar halftante) FANTASIE Heel belangrijk in Joke van Leeuwens boeken is fantasie. Haar personages zijn allemaal een beetje speciaal en leven in een wereld vol fantasie. Ook in Poupette in Bruxelles is fantasie heel belangrijk. Tijdens het feest bij meneer Paprika en Tina Teen doet iedereen een kunstje. Ook Poupette moet iets doen, maar ze denkt dat ze helemaal niks speciaals kan. “Iedereen kan iets speciaals!”, zeggen Paprika en Tina Teen, want iedereen is een beetje speciaal. Als ze haar ogen toe doet, blijkt dat ze inderdaad iets heel speciaals kan… Laat zien of vertel over wat jij voor speciaals kan (bv. vliegen vangen, muziek spelen op je tenen, met je oren flapperen, scheel kijken, op je handen staan, heel mooi tekenen, goed verhaaltjes verzinnen, over beken springen, …). 8
Nu Poupette iets speciaals kan, kan ze samen met Tina Teen op straat geld gaan verdienen. Maar dan heeft ze wel een andere naam nodig, iets speciaals. Poupette is te gewoontjes. Ze noemen haar ‘Flamand Rose’. Als straatartiest heb je een heel speciale naam nodig om de aandacht te trekken. Welke naam zou jij kiezen als je een straatartiest zou zijn? Misschien staat er wel een leuke naam op jouw koek, je pakje zakdoekjes, … (Bv. ‘liquide vaisselle’) Als je een naam gekozen hebt, kan je een naambordje maken dat onmiddellijk de aandacht trekt. EEN WIE-WEET-WAT-WAAR-BOEK Net zoals Deesje heeft Poupette een wie-weet-wat-waar-boek. Hierin staat alles over vanalles. Alles over de hele wereld en over de sterren. Bijvoorbeeld: Onze aarde is een planeet en die vliegt in de Melkweg In Italië was er een man met drie benen die zijn derde been gebruikte als roer bij het zwemmen Er zijn aardappelen maar ook aardperen Als je niest stopt uw hart Het Luiaard-beest moet maar één keer per week naar ’t WC
Wat zou er zeker in jouw wie-weet-wat-waar-boek moeten staan? Maak met de hele klas een wie-weet-wat-waar-boek. Iedereen krijgt één pagina om een weetje dat zeker in het boek moet komen op te schrijven of te tekenen. Gebruik je fantasie! In de bijlagen vind je de cover van het wie-weet-wat-waar-boek om af te printen en voor je eigen boek te gebruiken.
9
5. TAALPROBLEMEN “MA, MA, MA… IK VERSTA U NIET!” “Bonjour ma chérie, je te souhaite la bonne arrivée, bienvenu chez Tina Teen! Comment tu t’appelles? Euhm… Ik versta u niet!” Poupettes mama woont sinds kort in Brussel. Haar nieuwe vriend, Jean-François, spreekt Frans. Poupette spreekt maar enkele woorden Frans en moet helemaal alleen op reis naar Brussel. Onderweg zal ze verschillende personages tegenkomen die ze niet verstaat. Zo ontmoet Poupette bijvoorbeeld een aardig oud vrouwtje dat haar dolgraag wil helpen, maar niet begrijpt wat Poupette zegt. Wat zou jij doen als je iets moet uitleggen aan iemand die een andere taal spreekt? Hoe leg je iets uit aan iemand die je niet verstaat? Spreek per twee een zelfverzonnen taal tegen elkaar en probeer elkaar te begrijpen (met behulp van bewegingen, gezichtsuitdrukkingen, …). Leg elkaar bijvoorbeeld de weg naar de bakker uit, vertel over ‘Poupette’, leg uit hoe een bepaalde machine werkt… Of misschien spreekt iemand in de klas wel een taal die niet iedereen verstaat? Poupette wil eigenlijk helemaal niet naar Brussel. Ze zou veel liever hebben dat haar mama terug naar huis komt, zodat ze op haar kamer verder kan lezen in haar wie-weet-wat-waar-boek. Poupettes papa stelt haar gerust dat het super leuk zal zijn in Brussel en dat ze Frans kan leren van Tom en Fleur, haar nieuwe broertje en zusje. Hij leert haar dat ze zelfs al een aantal Franse woorden kent. In het Nederlands gebruiken we heel wat woorden die we uit andere talen lenen. Deze woorden noemen we ‘leenwoorden’. Ook uit het Frans lenen we veel woorden. Ga met de klas op zoek welke Franse woorden jullie op deze manier kennen. Enkele voorbeelden: Bagage – Restaurant – Paraplu – Chauffeur – Horloge – Portefeuille – Croque Monsieur – Toilet – Serviette – Café – Cadeau – Massage – Decor – Pardon – Visite – Douche – … Maak een Franse woordenketting: de kinderen zeggen om de beurt een Frans woord dat wij ook gebruiken, wie geen woord meer weet, valt af. Ook steden hebben een andere naam in het Frans. In de bijlagen vind je wegwijzers naar zes steden uit België. Probeer ze met hun juiste Franse vertaling te verbinden. Brussel Luik Namen Antwerpen Brugge Bergen
Bruxelles Liège Namur Anvers Bruges Mons 10
Misschien kent iemand in de klas ook wel de Franse naam van deze bekende figuren? Kuifje Suske en Wiske De Smurfen Kiekeboe Sneeuwwitje
Tintin Bob et Bobette Les Schtroumpfs Marcel Coucou la Blanche-Neige
Een echte uitdaging zijn deze Franse tongtwisters. Als je deze kan uitspreken, ben je er helemaal klaar voor om net zoals Poupette op reis te gaan naar Brussel! “Si mon tonton tond ton tonton, ton tonton sera tondu.” (Als mijn oom jouw oom scheert, zal jouw oom geschoren worden.) “Si six scies scient six cyprès, six cents scies scient six cent cyprès.” (Als zes zagen zes cypressen zagen, zagen zeshonderd zagen zeshonderd cypressen.) Omdat Poupettes mama voor haar werk naar Parijs moet, zal Poupette in het station van Brussel opgehaald worden door Jean-François, de nieuwe Franstalige vriend van haar mama. Maar Poupette heeft Jean-François nog nooit gezien. Het enige wat ze over hem weet, is dat hij een rode sjaal zal dragen en op het perron op haar zal wachten. Hoe kan Jean-François er volgens jullie allemaal uitzien (Groot, klein, dik, dun, …)? Maak een tekening of collage van Jean-François met de rode sjaal en leg aan de rest van de klas uit waarom hij er volgens jou zo zal uitzien.
6.
11
Brussel Poupette gaat met de trein op reis naar Brussel. Zijn jullie al eens in Brussel geweest? Hoe goed kent de klas Brussel? Welke plaatsen hebben de kinderen herkend in de voorstelling (het Atomium, de Grote Markt, Manneken Pis, …)? Los samen of in groepjes volgende vragen op (je kan het internet gebruiken om iets op te zoeken). -
Kan je Brussel op de kaart plaatsen? Zoek Brussel op http://www.google.be/maps en ga na hoe ver Brussel ligt van jouw woonplaats (via routebeschrijving). Hoelang moet je stappen om tot op de grote markt te komen?
-
Hoeveel bollen heeft het Atomium en wanneer is het gebouwd?
-
Wie bekleedde het plafond van de spiegelzaal in het koninklijk paleis met schilden van kevers?
-
Hoe groot is Manneken Pis? Wat weet je over hem?
-
Welke bloemen worden gebruikt voor het bloementapijt dat om de twee jaar wordt gemaakt op de Grote Markt?
-
Hoeveel vlaggen hangen er aan de voorgevel van het stadhuis?
-
Ken jij alle stations van Brussel? Geef hun Nederlandse en Franse namen. Laat de kinderen het kruiswoordraadsel in de bijlage oplossen. Wat ze zelf nog niet weten, kunnen ze opzoeken op internet. Let op: eventuele leestekens en spaties zijn weggelaten in het rooster.
12
7. MUZIEK Muziek is erg belangrijk voor een theaterstuk: het bepaalt de sfeer van de scène en je kan er allerlei zotte dingen mee doen. De muziek voor ‘Poupette in Bruxelles’ wordt gemaakt en live gebracht door Gloria Boateng. Dit jonge hiphoptalent won in 2014 de eerste rockrally van Jeka vzw. Meer info en enkele van haar nummers vind je op haar website: http://www.gloriaboateng.com/. Voor Poupette schreef ze een aantal hiphopnummers die ze live brengt. (CD GRATIS AAN TE VRAGEN BIJ FROEFROE) Op het einde van het stuk moet Poupette optreden op de Koninklijke Spreekbeurtenwedstrijd. Ze zal er een spetterend rapnummer brengen over haar avonturen, waarmee de hele zaal enthousiast meeklapt. De tekst gaat als volgt: Rock the mic Dit is het verhaal van een meisje Haar naam was Flamand Rose Zonder twijfel Ze had geen vader en geen moeder wel een huisje Bovenop de toren van de vrt in Brussel En in die lift daar woonde een draak Ja een boze draak met een rode sjaal Maar op een dag deed die draak iets speciaal Iets heel speciaal Twas ni normaal. Hij kwam met de lift tot boven Waar de mama en de papa woonden. Klopte aan met zijn zeven hoofden at de familie op tussen zijn broodje. Maar draakje had niet genoeg Dus achtervolgde de halfbroers. Ik zei: nee aub niet doen! En toen zei hij: ik heb niet genoeg! Pou pou poupette Jut rock the mic Do it Ik vluchtte naar het balkon Ondertussen werd ik achtervolgd Buiten leek er wel een grote bom T was het feest van de koning en de prinses die zong : The hills are alive Grrr en ik hoorde een grom! De draak was nog daar dus ik sloot mijn ogen en sprong! En toen stond iedereen op de grond verstomd!
13
Want : ik vlieg ik vlieg! C’est magnifique Ik vloog over Brussel en heel Belgique 4x En toen landde ik op de schouders van koning Filip ou pou Poupette Just rock the mic Do it MAAK JE EIGEN RAPNUMMER Naar aanleiding van ‘Poupette in Bruxelles’ werden door FroeFroe rapworkshops georganiseerd onder leiding van Salahdine van het Antwerpse rapperscollectief NoMoBS. Enkele nummers van NoMoBS vind je via volgende links: https://www.youtube.com/watch?v=wmlJ6Cpk1Ts https://www.youtube.com/watch?v=j2Uyf8epC2w https://soundcloud.com/nomobs In de workshops werden volgende opwarmoefeningen gebruikt. Doe ze met de klas voor je aan je eigen rapnummer begint. 1) Emoties Rapnummers gaan vaak over emoties. Maar wat zijn emoties? Welke emoties kennen de kinderen? Laat ze zich voorstellen in verschillende emoties. Iemand stelt zich blij voor, iemand anders verdrietig, bang, boos, … 2) Denk snel Rappers zijn goed in improviseren. Ze kunnen snel teksten verzinnen. Vorm een woordenketting: Eén iemand begint met een woord, bijvoorbeeld krokodil. Het volgende woord moet beginnen met de laatste letter van het vorige, na krokodil volgt bijvoorbeeld luipaard. Wie geen woord weet, valt af. 3) Oren open Ook luisteren moeten rappers goed kunnen. Als ze niet naar de muziek zouden luisteren, zouden ze naast de maat rappen. Fluister een zin door met de hele klas. Je begint met een zin als ‘alle apen apen alle apen na’ en laat die de hele klas rond fluisteren. De laatste zegt de zin hardop. Is hij nog hetzelfde als toen hij vertrok? Maak nu je eigen rapnummer. Het ritme geef je aan door eerst twee keer op je billen te kloppen en daarna één keer in je handen of je gebruikt het mp3-bestand dat je vindt op onze website bij de lesmap van Poupette. Stel jezelf voor op dit ritme in vier rijmende zinnen. Je begint met “Ik ben (naam)…” en zegt daarna iets over jezelf (bijvoorbeeld je hobby’s, waar je woont, waar je van houdt, …) Een voorbeeld vind je hier: https://www.youtube.com/watch?v=Xuv5IwmHHgg&feature=youtu.be. Als je je tekst geschreven hebt, bedenk je nog aantal coole rapbewegingen om je nummer helemaal af te maken. Nadien kan iedereen zijn nummer laten horen aan de klas op een grote ‘Spreekbeurtenwedstrijd’. Wie liever geen nummer brengt, kan de anderen begeleiden door te klappen, op een andere manier muziek te maken of cameraman of presentator te spelen tijdens de show 14
8. ACHTERGRONDINFORMATIE 8.1 Theatercodes
Wanneer kinderen naar het theater gaan, beleven ze dit uiteraard anders dan wanneer volwassenen dit doen. Ze kennen vaak de gedragscodes nog niet en weten niet wat hen te wachten staat nadat het licht uit gaat. Daarom is het niet onbelangrijk om op voorhand met hen een gesprek te voeren over de uitstap naar het theater. Vraag aan de kinderen wat voor hen theater is. Is iemand al eens naar het theater geweest? Hoe ziet een theaterzaal eruit? Wat zijn de verschillen met een bioscoop? Wat heb je nodig om theater te maken (acteurs, een regisseur, een decor, muziek, publiek, …)? Leg hen uit dat er in een theater live acteurs op het podium staan. Het publiek hoort en ziet deze acteurs maar de acteurs horen het publiek ook. Daarom is het bij theater nog belangrijker dat het publiek niet te veel lawaai maakt en op een rustige manier van het stuk geniet. Wanneer het licht uitgaat is het de bedoeling dat het publiek rustig wordt en zich klaarzet naar het stuk te kijken. Er zijn kinderen die schrikken wanneer het licht uitgaat, waardoor geroezemoes ontstaat. Leg hen dus op voorhand uit dat op een bepaald moment de hele zaal donker zal worden en dat dat het moment is waarop de kinderen rustig moeten worden en het stuk gaat beginnen. Het enige wat ze dan nog moeten doen is genieten van het stuk. Dit zijn de belangrijkste regels waar je je in het theater aan moet houden: -
-
Jassen en tassen horen aan de kapstok. Mobiele telefoons worden uitgeschakeld. Tijdens de voorstelling blijft het publiek zitten. Er wordt ook niet meer naar het toilet gegaan. Als een leerling toch naar het toilet moet, gaat er altijd een begeleider mee. Tijdens de voorstelling is het publiek stil. Er mag natuurlijk wel gelachen worden als iets grappig is, maar het is niet de bedoeling dat je je medeleerlingen gaat storen. De begeleider gaat bij de eigen klasgroep zitten. Zo kan er ingegrepen worden als ze blijven roepen of rumoerig blijven. Dit betekent echter niet dat ze niet mogen meeleven met wat er op de scène gebeurt! Tijdens de voorstelling wordt er niet gegeten of gedronken. Wees op tijd (minstens 10 minuten voor aanvang van de voorstelling), zodat iedereen nog tijd heeft om naar het toilet te gaan en de jassen op een rustige manier weggehangen kunnen worden.
15
8.2 Foto’s en filmpjes Een repetitiefilmpje kan je vinden via deze link: https://www.youtube.com/watch?v=J-jwhKDedf0&feature=youtu.be Meer foto’s vind je op de website: http://www.froefroe.be/nl/production/1019/poupette-in-bruxelles-deesje
9. BIJLAGEN
16
17
18
Oplossing
FIN - EINDE
19