Lesmap lager onderwijs Inleiding tot de tentoonstelling MIXED EMOTIONS / GEMENGDE GEVOELENS Is het jouw ook al opgevallen dat er steeds meer en meer de nadruk wordt gelegd op emoties in de media: tijdens politieke discussies, in talkshows op televisie of in krantenartikels. Op de sociale media worden er heiligverklaringen geschreven, maar ook haatcampagnes opgestart. Gezond verstand of rede is vaak ver te zoeken. Zeker voor kinderen kunnen al deze dingen verwarrend zijn. Zij zijn zelf nog volop hun sociale en emotionele vaardigheden aan het ontwikkelen. Als leerkracht help je deze ontwikkeling in de goede richting te sturen. Je leert jouw leerlingen hoe ze om moeten gaan met verschillende, kleine en grote, emoties. Kinderen moeten emoties leren te begrijpen. In de eerste plaats die van henzelf, maar ook de emoties die anderen hebben. Iemand anders kan immers een situatie helemaal anders ervaren dan henzelf. Wat voor de ene leerling een leuke ervaring is, is voor de andere misschien negatief. Ook het inlevingsvermogen is iets wat niet van zelf komt. Kinderen moeten leren in te schatten hoe iemand iets ervaart of wat de emoties zijn van anderen. De laatste jaren is dit niet eenvoudiger geworden. Zeker niet als je beseft hoe vaak de media emoties bespeelt om hun boodschap over te brengen, om hun doel te bereiken. Dit kan erg verwarrend zijn als je nog volop bezig bent met het ontdekken van je eigen gevoelens. Emoties geven duidelijk een grote impuls aan de tijd waarin wij leven. Emoties vertellen iets over onszelf in relatie tot de ander. Emoties zijn een onderdeel van onze cultuur en de wereld waar in wij leven. In de tentoonstelling Mixed Emotions/ gemengde gevoelens staan gevoelens en emoties centraal. Een vijftiental kunstenaars bekijken op een kritische manier het onderwerp van emoties. De tentoonstelling brengt een reeks kunstwerken samen waarbij kunstenaars op een uiteenlopende manier deze emoties in beeld brengen of uitlokken. Sommige kunstenaars vertrekken hierbij vanuit een persoonlijk verhaal, anderen vanuit een specifieke maatschappelijke context. Mixed. Bijzonder is dat het, bijna altijd, een gespeelde emotie is in het kunstwerk. De kunstwerken zijn geen documentaires waarbij je de “echte” emotie onmiddellijk kan zien. Ze tonen geen letterlijke gevoelens. Als kijker moet je die zelf gaan invullen. Dit geeft jouw leerlingen de kans om te experimenteren met het kijken naar en ervaren van verschillende gevoelens. Een bezoek aan de tentoonstelling kan ook gekaderd worden in het thema “mens” van wereldoriëntatie. Bij het bekijken van de kunstwerken oefenen ze in het uitdrukken van gevoelens. Daarnaast ervaren ze deze niet steeds hetzelfde zijn bij iedereen. Zowel bij hun klasgenoten, als bij de kunstenaar of de mensen in het kunstwerk.
Ontwikkelingsdoelen: 3. Wereldoriëntatie - Mens De leerlingen 3.1* drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. 3.2 kunnen beschrijven wat ze voelen en wat ze doen in een concrete situatie en kunnen illustreren dat zowel hun gedrag als hun gevoelens situatiegebonden zijn.
Voorbereiding in de klas Voor je de tentoonstelling gaat bezoeken met je klas kan het interessant zijn om op voorhand nog wat te werken rond het thema emoties. Kunnen jouw leerlingen verschillende emoties herkennen en benoemen? Hoe gaan ze om met het ervaren van gevoelens? Hieronder vind je enkele leuke suggesties om op een speelse manier rond dit thema te werken. Onderaan elke suggestie vind je ook enkele vooropgestelde leerdoelen gekoppeld aan een ontwikkelingsdoel. De verschillende opdrachten kunnen gekaderd worden tijdens de lessen muzische vorming.
Drama: Uitbeelden en herkennen van emoties Materiaal: kaartjes met emoties, rustige muziek, een nepcadeautje (aantal = de helft van de klas) Tijd: 50 minuten Tijdens deze oefening leren de leerlingen hoe ze enkel met gebaren een emotie kunnen overbrengen op een publiek. Ze leren ook de emoties van anderen herkennen en benoemen. Zoek een ruime plek voor het uitvoeren van deze opdracht. Verspreid doorheen de zaal briefjes met daarop verschillende emoties. Ter inspiratie: vreugde, verdriet, angst, woede, verbazing, afschuw, bewondering, jaloezie, afgunst, hoop, wanhoop, verwijt, liefde, trots, spijt, berouw, haat, schaamte, schuldgevoel, minachting, … Het is belangrijk dat je deze oefening rustig opbouwt. Zet een zacht muziekje op en geef je leerlingen de opdracht om langzaam vrij door de ruimte te bewegen. Vertel hen dat ze wanneer de muziek stopt allemaal stil moeten staan en de emotie moeten uitbeelden die jij zegt. Maak gebruik van deze introductie om enkel de meer eenvoudige basisemoties aan bod te laten komen. Wanneer je leerlingen dit onder de knie hebben, kan je de oefening verder opbouwen. Nu moeten ze wanneer de muziek stopt plaatsnemen bij een kaartje. Elke leerling op een andere plek. Het kaartje mogen ze dan omdraaien en de emotie die daarop staat uitbeelden. Nu zien de leerlingen als het goed is veel verschillende gebaren. Moedig de leerlingen aan om zo veel mogelijk verschillende gebaren te gebruiken. Herhaal deze stap een aantal keer. Daarna is het tijd om het nepcadeautje in het spel te brengen. laat de muziek nog een keertje lopen. Iedereen stopt bij een kaartje en onthoud de emotie die hierop staat. Hierna moeten de leerlingen groepjes van twee vormen. Een van hen krijgt het vals cadeautje dat ze moeten doorgeven aan de andere. Het moeilijke is dat ze het cadeau moeten geven én ontvangen in de emotie die op hun
kaartje stond. Wat voor effect heeft het als iemand jou boos een cadeautje geeft? Of wat doet het met je als je een cadeautje geeft aan iemand die verdriet heeft? De leerlingen ervaren de emoties die ze moesten uitbeelden nu in een bepaalde situatie. Neem na deze ervaring de tijd om de leerlingen hun verhaal te laten doen tijdens een kort kringgesprek.
Lesdoelen: De leerlingen kunnen: - Via gebaren en mimiek emoties uitbeelden. - Emoties herkennen en benoemen wanneer ze worden uitgebeeld - Zich verplaatsen in de gevoelens van anderen. Ontwikkelingsdoelen: 3. Muzische vorming - Drama De leerlingen kunnen 3.2 spelvormen waarnemen en inzien dat de juiste verhouding tussen woord en beweging de expressie kan vergroten. 3.5 ervaringen, gevoelens, ideeën, fantasieën uiten in spel.
Drama: Tegengestelde emoties Materiaal: korte 1 minuutverhaaltjes, mopjes, gedichtjes, korte teksten in het algemeen Tijd: 50 minuten Bij deze opdracht is het de bedoeling dat de leerlingen een bepaalde emotie kunnen herkennen die uit een korte stuk tekst naar voren komt. Zelf moeten ze de tekst voordragen in de tegenovergestelde emotie van de test. Verzamel een heleboel korte zinnen of moppen die een bepaalde emotie bezitten. Geef elke leerling een stuk tekst of laat ze zelf kiezen uit een lijst. Uiteraard geef je hen even de tijd om de tekst te lezen. Geef de leerlingen daarna de opdracht om uit te zoeken welke emotie de tekst wil overbrengen. Een mop wil mensen aan het lachen brengen, maar een droevig gedicht doet je juist huilen. Bereikt de tekst nog steeds hetzelfde effect als je ze hardop leest met de tegenovergestelde emotie? Laat je leerlingen ontdekken of ze nog steeds moeten lachen met een mop die droevig wordt verteld… Organiseer op het einde een kringgesprek waarin de leerlingen hun ervaringen kunnen vertellen. Was het eenvoudig om een tekst te lezen met de omgekeerde emotie? Wat gebeurde er met de kinderen die naar de tekst luisterden? Wat was hen reactie? Op welke manier gebruiken ze deze techniek in het echte leven? o Lachband bij een grappig filmpje o Extra zielige foto’s wanneer mensen geld inzamelen voor het goede doel o Lachende mensen in reclameboodschappen
Lesdoelstellingen: De leerlingen kunnen: - Op een expressievolle manier een korte zin of tekst voordragen. - De tegenstelling tussen de inhoud en de opvoering opmerken en onder woorden brengen. - Het contrast tussen de verschillende emoties benoemen. Ontwikkelingsdoelen: 3. Muzische vorming - Drama De leerlingen kunnen 3.2 spelvormen waarnemen en inzien dat de juiste verhouding tussen woord en beweging de expressie kan vergroten. 3.3 geconcentreerd luisteren naar een gesproken tekst (verteld of voorgelezen) en die mondeling, schriftelijk, beeldend of dramatisch weergeven.
Turn your frown upside down/ Ben je boos? Pluk een roos! Materiaal: papier, potloden, schaar, lijmstift, drie splitpennen Tijd: 75 minuten Hoe iemand zich voelt kan je vaak aflezen van het gezicht. Toch kunnen je ogen je bedriegen. Met de foto’s uit de documentatiebundel achteraan kan je dit eenvoudig illustreren aan je leerlingen. Laat eerst de foto zien waarop de ogen en mond omgedraaid zijn. Belangrijk is hierbij dat je niet mag vergeten de foto ondersteboven te tonen. Anders is het effect weg. Ook bij de afbeeldingen van iets bekendere personen werkt deze truc.
Omdat je de prent in je hoofd moet omdraaien heb je niet door dat de mond en ogen al omgedraaid zijn. Je hersenen houden je dus voor de gek. Het grappige is dat iemand zijn expressie hierdoor helemaal veranderd. Om iemands emoties te kunnen aflezen zijn de vorm van de ogen, wenkbrauwen en mond zeer belangrijk. Met deze opdracht kan je ontdekken hoe belangrijk juist. Tijdens deze opdracht leren je leerlingen niet enkel verschillende emoties te benoemen, maar ook te herkennen en hoe ze deze visueel kunnen voorstellen. Als extra documentatie materiaal kan je hen een aantal foto’s van mensen tonen met verschillende emoties. Laat je leerlingen starten met het tekenen van een gezicht. Het is aan hen de keuze of het een man/vrouw/ kind is, jong of oud. Het belangrijkste is dat ze in het gezicht enkel de neus tekenen. Natuurlijk mogen ze hun portret zo aankleden als ze willen. Extra accessoires zoals brillen, hoedjes of snorren maken het alleen maar leuker. De ogen en mond zullen later toegevoegd worden. Teken een rechthoek waar de ogen en wenkbrauwen (voor links en rechts een aparte rechthoek) en mond zouden moeten komen. Snij deze rechthoek uit. Maak drie grote cirkels die over de uitgesneden rechthoeken passen. Op deze cirkels laat je rondom de verschillende gezichtskenmerken tekenen.
Teken de gezichtskenmerken telkens met een andere emotie. Met een splitpen maak je de cirkels achteraan op de juiste plek vast. Achteraan in de documentatiemap vind je een patroon voor het formaat van het gezicht en de cirkels. Als alles goed is kan je nu de uitdrukking en de emotie van je gezicht steeds opnieuw veranderen. Laat je leerlingen experimenteren met verschillende combinaties en emoties. Lesdoelen: De leerlingen kunnen: - verschillende emoties herkennen en benoemen. - ervaren dat emoties op een beeldende manier kunnen worden weergegeven. - op een speelse manier experimenteren met beeldend weergegeven emoties Ontwikkelingsdoelen: 1. Muzische vorming - Beeld De leerlingen kunnen 1.3 beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan. 1.6 tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven.
Bezoek aan de tentoonstelling Rondleidingen - Info en reservatie:
[email protected] / 015 29 40 14 - scholen (max.20 personen / ca. 1,5 uur): 60 euro inclusief tickets
Naverwerking in de klas Raken je leerlingen maar niet uitgepraat over het tentoonstellingsbezoek? Of zou je nog wat dieper in willen gaan op het tentoonstellingsthema? Dan vind je op de volgende pagina’s enkele suggesties om aan de slag te gaan met de verschillende emoties in de kunstwerken
Moodboard: eigen interpretatie kunstwerk Materiaal: tijdschriften, schaar, lijmstift, potloden, allerhande materialen Tijd: 100 minuten (verspreid over twee lesuren op verschillende dagen) Bij deze opdracht gaan de leerlingen op zoek naar het kunstwerk uit de tentoonstelling dat hen het meeste aanspreekt. Ze onderzoeken welke emotie het kunstwerk laat zien en welke het bij henzelf oproept. Deze ervaring verwerken ze in een collage. Start de les met een kort kringgesprek over het bezoek aan de tentoonstelling. Wat is je bijgebleven? Welk kunstwerk vond je het leukst/ stomst/ grappigst/ droevigst? Wat deden de emoties in de kunstwerken met je? Kies één kunstwerk uit dat je het meeste aansprak. Laat je leerlingen hun ogen sluiten. Geef ze de opdracht om zich het werk terug voor te stellen. Hoe zag het eruit? Was het een video/ foto/ tekening? Vertel je leerlingen dat ze een moodboard gaan maken over hun gekozen kunstwerk. Wat is een moodboard juist? Een moodboard is een uitbeelding van een concept, idee, gedachte of gevoel. Een moodboard toont een bepaalde idee, gedachte of gevoel. Je leerlingen gaan allerlei materiaal verzamelen. Dit kunnen prenten zijn, maar ook stukken (muziek)tekst, bepaalde kleuren, stofjes die fijn of juist niet fijn aanvoelen, enz… Werkelijk alles waar zij het kunstwerk mee associëren mag aan bod komen. Dit is uiteraard geen opdracht die in de klas kan verder gezet worden. Geef je leerlingen de opdracht om thuis zulke dingen te verzamelen. In de klas zullen ze de meegebrachte materialen dan samenbrengen op hun moodboard. Neem achteraf zeker de tijd om de leerlingen de kans te geven hun moodboard toe te lichten. Laat ze vertellen wat er allemaal te zien is en waarom ze hiervoor gekozen hebben. Lesdoelstellingen: De leerlingen kunnen: - hun ervaring met een kunstwerk vatten aan de hand van een moodboard - vertellen over hun ervaring met kunstwerken - emoties verbinden aan bepaalde tactiele materialen, kleuren, afbeeldingen of tekst. Ontwikkelingsdoelen: 1. Muzische vorming - Beeld De leerlingen kunnen 1.2 door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten. 1.6 tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven.
Ik voel… Materiaal: pen en papier Tijd: 50 minuten Vraag je leerlingen terug te denken aan de tentoonstelling. Welk kunstwerk sprak hen het meeste aan. Welk kunstwerk bracht hen de sterkste emotie? Dit hoeft niet noodzakelijk dezelfde emotie te zijn als de personages in het kunstwerk. Een werk met soldaten erop kan je ook aan het lachen brengen. Vraag je leerlingen om een korte tekst te schrijven over het kunstwerk. Elk tekstje moet starten met de zin: “Ik voel me zo…” Het is de bedoeling dat de leerlingen de tekst schrijven vanuit het oogpunt van het kunstwerk zelf. Ze moeten zich dus verplaatsen in de emotie die het kunstwerk uitstraalt en niet de emotie die zij voelden neerschijven. Vertel je leerlingen dat ze niet mogen verklappen welk kunstwerk ze uitgekozen hebben. Het is de bedoeling dat wanneer iedereen zijn korte tekst heeft dat deze worden voorgelezen. Kunnen de anderen raden om welk kunstwerk het gaat? Lesdoelstellingen: De leerlingen kunnen: - een bepaald gevoel omschrijven - onder woorden brengen hoe iemand zich in een bepaalde situatie voelt Ontwikkelingsdoelen: 4. Nederlands – Schrijven 4.4 voor een gekend persoon een verslag schrijven van een verhaal, een gebeurtenis, een informatieve tekst; 3. Wereldoriëntatie - Mens 3.2 kunnen beschrijven wat ze voelen en wat ze doen in een concrete situatie en kunnen illustreren dat zowel hun gedrag als hun gevoelens situatiegebonden zijn.