LESMAP
Secundair onderwijs
LERARENOPLEIDING GESCHIEDENIS
MODULE III Cultuur in tijden van oorlog Oorlogspropaganda: verleden en heden
De Eerste Wereldoorlog was een totale oorlog. Eén aspect van dat ‘totale’ was de mobilisatie van de hele bevolking. Vele geschiedschrijvers plaatsen het ontstaan van de ‘moderne’ politieke propaganda in WO I. De massabeïnvloeding bereikte een hoogtepunt. Maar hoe doe je dat: ‘de massa mobiliseren’? Hoe werkte oorlogspropaganda toen? Werkt oorlogspropaganda vandaag nog op dezelfde manier? Een eerste lessenreeks, op basis van heel veel beeldmateriaal, zet de leerlingen – in fases - zelf aan het werk op zoek naar de principes van oorlogspropaganda in de Eerste Wereldoorlog en eindigt met een onderzoekje naar de vraag of deze principes ook vandaag nog gelden. Een tweede lessenreeks bouwt verder op de vraag ‘wat wisten de mensen – in de hoogdagen van de oorlogspropaganda – echt van de oorlog?’ en wil vooral uitkomen bij de vraag: en wij nu? Wat weten wij van de oorlog? Deze doorloper focust op tv-verslaggeving, voor de meeste mensen de voornaamste en vaak enige bron van informatie. Met heel veel beelden denken we nu accuraat op de hoogte te zijn... maar is dat wel zo? Is het nu zoveel beter dan in de ‘hoogdagen’ van de oorlogspropaganda van bv. Wereldoorlog I? Het antwoord op deze vragen wordt duidelijk door ze vanuit historisch standpunt te bekijken. De historische evolutie maakt ons juist heel bewust van wat er nu aan de hand is. De evolutie van de tv-verslaggeving kan moeilijk anders geïllustreerd worden dan met veel oorspronkelijk beeldmateriaal, voor ons samengebracht in een documentaire. Dit beelddocument is de basis van de lesuitwerking.
EEN SAMENWERKING MET LERARENOPLEIDING GESCHIEDENIS
INLEIDING INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING De Eerste Wereldoorlog was de eerste totale oorlog. Dit begrip - ‘totale’ oorlog - dekt meerdere ladingen. Het wil bv. zeggen dat nagenoeg de hele bevolking erbij betrokken raakte of ervoor ‘gemobiliseerd’ werd. Een mentale mobilisatie bv., voortbouwend op de beeldvorming rond volk en vaderland uit de 19de eeuw, had als doel om bij de eigen bevolking een voldoende groot draagvlak en enthousiasme te creëren om ten strijde te trekken en vooral om, naarmate de oorlog ook langer duurde, de strijd vol te houden. Bijkomende bedoeling was bij de vijand het tegenovergestelde na te streven, en bij neutralen sympathie en graag zelfs meer dan dat los te maken. Alle communicatiemiddelen en –vormen, oude en nieuwe, werden voor dat doel aangewend. Heel de cultuur werd erdoor getekend en scheef getrokken. Vele geschiedschrijvers plaatsen het ontstaan van de moderne politieke propaganda in WO I. De massabeïnvloeding bereikte in ieder geval een hoogtepunt. Wij onderzoeken tijdens deze lessenreeks twee probleemstellingen: 1. Hoe werkt oorlogspropaganda? Hoe wordt efficiënte propaganda gemaakt? 2. Hoe gelden deze principes vandaag (nog)? Hoe worden deze principes vandaag (nog) toegepast? LESDOELSTELLINGEN 1. Leerlingen kunnen het begrip propaganda uitleggen. 2. Leerlingen kunnen aantonen dat propaganda in alle samenlevingen en tijden voorkomt. 3. Leerlingen kunnen uitleggen waarom propaganda wordt gemaakt. 4. Leerlingen kunnen de verschillende principes van oorlogspropaganda: a. Uitleggen b. illustreren met voorbeelden 5. Leerlingen kunnen de verschillende principes van oorlogspropaganda toepassen op voorbeelden uit het verleden. 6. Leerlingen kunnen de verschillende principes van oorlogspropaganda toepassen op een zelf gekozen actuele casus. 7. Leerlingen kunnen zelf concluderen dat de principes van oorlogspropaganda ook vandaag nog steeds gelden. BIJLAGEN Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1.1 tot en met 1.9: Documenten groepsopdracht 2: Lijst van principes van oorlogspropaganda 3: Principes van oorlogspropaganda oefenen 4: De tien principes van oorlogspropaganda van Anne Morelli 5: Evaluatiecriteria actua-opdracht 6: Powerpointpresentatie
De powerpoint van deze les kan onder deze link gevonden worden: http://www.slideshare.net/thalassavandriessche/kul-lesmap-les-3-powerpointpresentatie
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
LESSENPLAN Les 1: Oorlogspropaganda tijdens de Eerste Wereldoorlog LESSEQUENS 1: INLEIDING Doel: De inleiding wil de leerlingen warm maken voor het lesonderwerp (instap) Duur: 10 minuten Onderwijsactiviteit: onderwijsleergesprek Materiaal: CNN-reportage over Noord-Koreaanse propaganda (duur: 3 minuten 26 seconden) De leerlingen bekijken een fragment van de Amerikaanse zender CNN. Deze toont een overzicht van de Noord-Koreaanse propaganda die gevoerd wordt rond het aantreden van de nieuwe leider Kim Jong-Un: http://www.youtube.com/watch?v=F3F6ScecrM0 Deze film wordt bevraagd zonder meteen de context aan te reiken: 1. Wat zien we? Wie zien we? Wat gebeurt er? 2. Waarom wordt de Noord-Koreaanse leider zo afgebeeld? Context wordt nu (1) indien de leerlingen het hebben kunnen achterhalen, herhaald of (2) indien de leerlingen nog niet weten wat de achtergrond van dit fragment is, aangereikt. Noord-Korea is één van de laatste communistische landen ter wereld. De grote vijand zijn de kapitalistische Amerikanen die de bondgenoten zijn van Zuid-Korea. Noord- en Zuid-Korea zijn sinds de Koreaanse oorlog in de jaren ‘50 met elkaar in oorlog. Momenteel is er een wapenstilstand, maar er is nog geen definitief vredesakkoord ondertekend. Rond de Noord-Koreaanse leiders wordt een personencultus opgetrokken. Officieel is de grootvader van de huidige leider, Kim Il-Sun, nog steeds het staatshoofd. Hij draagt de titel van ‘Eeuwig president’. Deze personencultus komen we ook tegen bij zijn zoon, Kim Jong-Il, en zijn kleinzoon, Kim Jong-Un. Deze verheerlijking neemt soms bizarre proporties aan. 3. Van wie is het fragment afkomstig? Waarom is het belangrijk dat te weten? Het fragment kan zelf als een vorm van propaganda worden beschouwd, maar doordat meerdere bronnen (Verenigde Naties, overlopers, satelietbeelden van de Noord-Koreaanse staatstelevisie, ...) dit beeld van CNN bevestigen, kunnen we toch met enige zekerheid vertrouwen op het waarheidsgehalte van deze voorstelling. Vervolgens worden de volgende vragen aan de leerlingen gesteld: 1. Hoe heet deze ‘manier van voorstellen’? Propaganda (afkomstig van het Latijnse woord ‘propagare’, wat ‘uitbreiden’ of ‘voortplanten’ betekent.) 2. Sommige mensen zeggen dat propaganda iets is dat alleen in dictaturen voorkomt. Wat denk je en waarom? Propaganda komt niet alleen in dictaturen voor; ook in democratieën wordt propaganda al dan niet bewust aan het publiek vertoond. 3. Waar of wanneer komen wij in contact met propaganda? Tijdens verkiezingen, betogingen, … 4. Wat is het verschil tussen reclame en propaganda? Reclame wil ook overtuigen, maar enkel met commerciële doeleinden. 5. Geef een definitie van propaganda. Propaganda is misleidende informatie, bedoeld om je te overtuigen van een bepaald idee of opvatting. Er bestaan verschillende soorten van propaganda. Over het algemeen wordt een onderscheid gemaakt tussen zwarte, grijze en witte propaganda. Zwarte propaganda is propaganda waarvan de bron of oorsprong niet te achterhalen is. Ook is de inhoud vaak niet herkenbaar als propaganda. Bij grijze propaganda bestaat er twijfel over zowel de oorsprong als over de herkenbaarheid van de propaganda als zijnde propaganda. In dit laatste geval wordt bedoeld dat er minstens discussie mogelijk is over de vraag of het wel over propaganda gaat. Witte propaganda laat hierover weinig twijfel bestaan. Zowel de bron als de inhoud zijn duidelijk herkenbaar als propaganda.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
LESSENPLAN Les 1: Oorlogspropaganda tijdens de Eerste Wereldoorlog LESSEQUENS 2: PROPAGANDA IS VAN ALLE TIJDEN Doel: Hier maken we duidelijk dat propaganda geen 20ste-eeuwse uitvinding is; propaganda komt in alle tijden voor. Duur: 5 minuten Onderwijsactiviteit: doceren Materiaal: Powerpointpresentatie Aan de hand van enkele historische voorbeelden illustreert de leerkracht dat propaganda in alle tijden voorkomt. Mogelijk kan de leerkracht deze vraag eerst naar de leerlingen richten. Voorbeeld 1 uit de oudheid: graffiti in Pompeï Voorbeeld 2 uit de middeleeuwen: verhalen en miniaturen van moslims vlak voor en tijdens de kruistochten Voorbeeld 3 uit de nieuwe tijd: Lodewijk XIV en zijn propaganda (schilderijen, medaillons, paleis, ...) We weten intussen dat propaganda mensen probeert te overtuigen van een idee of overtuiging. Welke vormen van propaganda kunnen we onderscheiden? Welke soorten propaganda bestaan er? Voor welke ideeën of overtuigingen kan propaganda gevoerd worden? Politieke propaganda Oorlogspropaganda ... Wat is concreet het nut van oorlogspropaganda? Met welke bedoelingen wordt oorlogspropaganda gebruikt? Waarvoor kan oorlogspropaganda gebruikt worden? Creatie van een vijandsbeeld: dit maakt het voor de soldaten makkelijker de andere als vijand te beschouwen. Dit zorgt voor bereidheid tot vechten en dus ook doden. Bereidheid tot sterven: de soldaten moeten bereid zijn te willen sterven voor het vaderland. Bereidheid vol te houden: ook de burgers moeten overtuigd worden van de goede redenen van de oorlog. Zij hebben ook te lijden onder de gevolgen van de oorlog. ... Ook in de nieuwste tijd zien we dat propaganda zich verder ontwikkelt en dus blijft bestaan. Propaganda wordt door ideologieën als nationalisme veelzijdig aangewend. Meer zelfs: door het ontstaan en het meer verspreide gebruik van massamedia zoals kranten, radio, film en later televisie wordt propaganda een steeds handiger instrument om de massa te bespelen. De Eerste Wereldoorlog wordt de eerste moderne oorlog genoemd. Ook deze nieuwe massamedia werden ingezet om de mensen te overtuigen van het nut van deze oorlog. Enkel zo konden deze mensen bereid blijven ten strijde te trekken en vol te houden. Deze specifieke vorm van propaganda, namelijk oorlogspropaganda, bestuderen we gedurende deze twee lessen. Vandaag onderzoeken we samen welke principes van oorlogspropaganda een effectief instrument maken om de bevolking te overtuigen van het eigen gelijk. LESSEQUENS 3: KENNISMAKING OORLOGSPRINCIPES Doel: De leerlingen ontdekken in groep aan de hand van verschillende bronnen welke principes van oorlogspropaganda tijdens de Eerste Wereldoorlog werd gebruikt. Duur: 10 minuten Onderwijsactiviteit: groepswerk Materiaal: bijlagen 1.1 tot en met 1.9 + bijlage 2 De leerlingen worden in negen groepjes verdeeld. Elke groepje krijgt één document met tekst en/of afbeeldingen. De leerlingen moeten aan de hand van dit bronnenmateriaal per groep één principe van oorlogspropaganda zelf verwoorden.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
LESSENPLAN Les 1: Oorlogspropaganda tijdens de Eerste Wereldoorlog Instructie: Elk groepje heeft een document gekregen waarop propagandamateriaal uit de Eerste Wereldoorlog staat vermeld. Dit materiaal is divers. Sommige bronnen zijn afkomstig van de kant van de centralen, sommigen zijn gemaakt door de geallieerden; sommigen zijn van het begin van de oorlog, anderen zijn later gemaakt; er zijn posters, maar er zijn ook soms teksten. Bestudeer elke bron aandachtig en probeer als groepje één propagandaprincipe te formuleren dat je in alle bronnen op jouw document kan herkennen. De leerlingen bestuderen de verschillende bronnen en schrijven hun principe onder het document neer. De rol van de leerkracht is ondersteunend: indien leerlingen interpretatieproblemen ervaren, mag er gerust geholpen worden. Let op: de oefening bestaat er niet in elke spotprent, tekst of poster te analyseren. De leerlingen moeten juist proberen voorbij de verschillen te kijken en het gemeenschappelijk principe te vinden. Wanneer de leerlingen hun principe hebben neergeschreven, wordt bijlage 2 ‘Principes van de oorlogspropaganda’. uitgedeeld aan elke groep. Stel de vraag of ze hun principe herkennen in deze oplijsting. Zo ja, duid het aan. Zo neen, welk principe zou dan wel kunnen voorkomen in jullie bronnen? Verbetersleutel bijlagen: Bijlage 1.1: Wij verdedigen een nobel doel, géén materiële belangen. Bijlage 1.2: Onze verliezen zijn beperkt. De verliezen van de vijand zijn groot. Bijlage 1.3: Wij willen geen oorlog; de vijand alleen is voor de oorlog verantwoordelijk Bijlage 1.4: De vijand gebruikt wapens die niet zijn toegestaan. Bijlage 1.5: Kunstenaars en intellectuelen steunen onze zaak. Bijlage 1.6: De oorlog heeft een heilig karakter. Bijlage 1.7: De vijand begaat wreedheden. Wanneer we zelf schade veroorzaken, is dat een spijtig ongeluk. Bijlage 1.8: Wij voeren geen oorlog tegen een volk, maar tegen de leider van de tegenpartij die als monster wordt afgeschilderd. Bijlage 1.9: Wie niet met ons is, is tegen ons. Wie de oorlog in vraag stelt, is een verrader. LESSEQUENS 4: OVERZICHT PRINCIPES Doel: De leerlingen maken klassikaal kennis met de verschillende principes van oorlogspropaganda. Duur: 15 minuten Onderwijsactiviteit: onderwijsleergesprek Materiaal: powerpointpresentatie De verschillende principes van oorlogspropaganda worden één voor één overlopen. Dit gebeurt best via een gestructureerd onderwijsleergesprek: elk groepje legt uit waarom dit principe werkzaam is in de vertoonde propagandaposter/film/tekst. LESSEQUENS 5: PRINCIPES TOEPASSEN Doel: De leerlingen leren de principes van oorlogspropaganda toepassen op voorbeelden uit de Eerste Wereldoorlog Duur: 7 minuten Onderwijsactiviteit: groepswerk Materiaal: bijlage 3 De leerlingen krijgen twee ongeziene propagandaposters en bespreken deze aan de hand van de geziene principes: welke principes van oorlogspropaganda herken je allemaal in deze posters? Nadien worden de posters klassikaal besproken en verbeterd.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
LESSENPLAN Les 1: Oorlogspropaganda tijdens de Eerste Wereldoorlog LESSEQUENS 6: UITLEIDING Doel: Actualisatie Duur: 3 minuten Onderwijsactiviteit: doceren Materiaal: bijlage 4 en 5 Het artikel van De Standaard (interview met Anne Morelli - bijlage 4) kan als achtergrondinformatie worden meegegeven en kan eventueel dienen als cursustekst/leerstof. Vervolgens wordt de opdracht toegelicht. Doelstellingen en verwachtingen worden geëxpliciteerd. Best brainstorm je met de leerlingen over een mogelijke aanpak. Welke lopende conflicten zijn er op dit moment? (Je kan eventueel de groepjes nu al verdelen, zodat elke groep een ander conflict bestudeert) Hoe pak je dit aan? Hoe begin je hier aan? Waar vind je de nodige informatie? Instructie: je volgt twee weken lang de berichtgeving van een lopend conflict. Je bespreekt dit conflict (oorzaken, verloop en hoofdrolspelers) en past vervolgens de principes van oorlogspropaganda toe. Je geeft minstens twee voorbeelden waarop twee verschillende principes van Morelli van toepassing zijn. Je maakt hiervan een presentatie waarbij je het conflict voorstelt én de voorbeelden van oorlogspropaganda voldoende illustreert. Een document met evaluatiecriteria (bijlage 5) wordt best op voorhand met de leerlingen meegegeven. Deze criteria kunnen eventueel door de andere leerlingen voor peerevaluatie gebruikt worden.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
LESSENPLAN Les 2: Actualisering oorlogspropaganda LESSEQUENS 1: PRESENTATIES Doel: De leerlingen passen de principes van oorlogspropaganda toe op een hedendaags conflict en stellen dit aan elkaar voor. Duur: 25 à 35 minuten Onderwijsactiviteit: presentatie Materiaal: De leerlingen brengen hun eigen materiaal mee LESSEQUENS 2: NABESPREKING PRESENTATIES Doel: Het doel van de presentaties expliciteren Duur: 5 minuten Onderwijsactiviteit: onderwijsleergesprek Materiaal: Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden: - Heb je makkelijk materiaal gevonden? - Als die principes vandaag nog van toepassing zijn, waarom zijn die dan nog geldig? Hoe komt het dat media de publieke opinie vandaag manipuleren? In slaap wiegen? - Waarom werken deze mechanismen nog steeds? LESSEQUENS 3: TOEPASSING PRINCIPES IRAKOORLOG Doel: De principes van oorlogspropaganda worden nog een keer herhaald. Duur: 10 minuten Onderwijsactiviteit: Doceren Materiaal: Bijlage 4 De casus Irak-oorlog en Bush/Saddam Hoessein wordt aangewend om de verschillende principes van oorlogspropaganda te illustreren. Op deze manier worden ze een laatste keer in hun totaliteit behandeld op een relatief recent conflict.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
CULTUURWETENSCHAPPEN Deze twee lessen kunnen ook behandeld worden in de lessen cultuurwetenschappen in het vijfde jaar. Deze passen in een lessenreeks rond beeldvorming en massamedia. Overleg met de vakgroep geschiedenis is dit geval wel aangewezen. C5103 Aan de hand van concrete voorbeelden uitleggen welke rol media vervullen in de beeldvorming over de werkelijkheid: propaganda C5104 Uitleggen wat de betekenis en de draagwijdte is van vrijheid van informatie en vrije meningsuiting: grenzen aan de vrijheid: bv oorlog. Indien de leerlingen de actualisatie-opdracht uitvoeren, wordt er ook gewerkt aan onderzoeks-vaardigheden.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
GEBRUIKTE BIBLIOGRAFIE N. CARPENTIER, “In Bagdad, daar mag dat, Oorlogsverslaggeving in de derde Golfoorlog, één jaar later” in: Reflector, augustus 2008, p.12-17. P. CHIELENS, H. DECOODT, B. HOGENKAMP, B. DE WEVER & R. VRANCKX. Deadlines. Oorlog, media en propaganda in de 20ste eeuw. Gent-Amsterdam, Ludion, 2002. G. DRAYE & C. CREYGHTON, “Oorlog in beeld”, Passages, de negentiende eeuw, 1815-1918, p.186-193, Averbode, 2009. N. FERGUSON, De erbarmelijke oorlog, Amsterdam, uitgeverij Atlas-Contact, 2009. J. HORNE, Mobilizing for ‘total war’, 1914-1918, p.1-17 in J. HORNE, e.a., State, Society and mobilization in Europe during the First World War, Cambridge, University Press, 1997. Images Enemies, Mark Daniels, coproductie van Multimedia France Productions, C. Lefèvre, B. Massiet en France 2, uitgezonden via Teleac, jan. 2007. M. TEUGELS, “De tien geboden van de oorlogspropaganda volgens historica Anne Morelli”, De Standaard, 14 dec. 2002 en A. MORELLI, Principes élémentaires de propagande de guerre, Utilisables en cas de guerre froide, chaude ou tiède, Editions Labor, 2001. R. VANDEWINKEL, “Een leugentje om bestwil, Oorlogspropaganda” in: Reflector, nr. 6, maart 2004, p.8-12. K. VAN NIEUWENHUYSE, & K. LAGAE, ‘De heerschappij van het oog’. Over belang, betekenis en selectie van beeld. Hermes: Tijdschrift van de Vlaamse Leraren Geschiedenis, 2013, 17 (54), 56-65. WATSON, P. PORTER, Bereaved and aggrieved: combat motivation and ideology of sacrifice in the First World War, Historical Research, Oxford, febr. 2010, p. 146-164. Veel beeldmateriaal is afkomstig van de website van de Imperial War Museums in Groot-Brittannië: http:// www.iwm.org.uk/collections-research
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.1
Fragment uit de speech van de Amerikaanse president Woodrow Wilson, 2 april 1917 (in het Congress): “The world must be made safe for democracy. Its peace must be planted upon the tested foundations of political liberty. We have no selfish ends to serve. We desire no conquest, no dominion. We seek no indemnities for ourselves, no material compensation for the sacrifices we shall freely make. We are but one of the champions of the rights of mankind. We shall be satisfied when those rights have been made as secure as the faith and the freedom of nations can make them.”
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.1
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.2
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.2
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.3
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.3
Berlin, 31 Juli 1915 Der “Reichsanzeiger” veröffentlicht in einer Sonderausgabe folgende Kundgebung des Kaisers: An das deutsche Volk. Ein Jahr ist verflossen, seitdem Ich das deutsche Volk zu den Waffen rufen mußte. Eine unerhört blutige Zeit kam über Europa und die Welt. Vor Gott und der Geschichte ist Mein Gewissen rein: Ich habe den Krieg nicht gewollt. Nach Vorbereitungen eines ganzen Jahrzehnts glaubte der Verband der Mächte, denen Deutschland zu groß geworden war, den Augenblick gekommen, um das in gerechter Sache treu zu seinen österreichisch-ungarischen Bundesgenossen stehende Reich zu demütigen oder in einem übermächtigen Ringe zu erdrücken. http://www.deutsches-reich.info/
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.4
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.4
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.5
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.5
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.6
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.6
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.7
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.7
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.8
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.8
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.9
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 1.9
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 2 De principes van oorlogspropaganda 1. Wij willen geen oorlog; de vijand alleen is voor de oorlog verantwoordelijk 2. Wij voeren geen oorlog tegen een volk, maar tegen de leider van de tegenpartij die als monster wordt afgeschilderd. 3. Wij verdedigen een nobel doel, géén materiële belangen. 4. De vijand begaat wreedheden. Wanneer we zelf schade veroorzaken, is dat een spijtig ongeluk. 5. De vijand gebruikt wapens die niet zijn toegestaan. 6. Onze verliezen zijn beperkt. De verliezen van de vijand zijn groot. 7. Kunstenaars en intellectuelen steunen onze zaak. 8. De oorlog heeft een heilig karakter. 9. Wie niet met ons is, is tegen ons. Wie de oorlog in vraag stelt, is een verrader.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 3 Principes van oorlogspropaganda oefenen 1. Welke oorlogsprincipes herken je in deze Britse propagandaposter?
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 3 Principes van oorlogspropaganda oefenen 2. Welke oorlogsprincipes herken je in deze Britse propagandaposter?
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 4 De tien geboden van de oorlogspropaganda van Anne Morelli “George Bush stelde Saddam Hoessein als een duivel voor, een monster dat de oorlog uitlokt”, zegt professor Anne Morelli (ULB). De manier waarop de oud Amerikaanse president zijn Iraakse collega portretteerde, is typisch voor oorlogspropaganda. Volgens de historica gaat het hierbij altijd om dezelfde technieken. Zij bundelde de tien voornaamste principes in het boekje ‘Principes élémentaires de propagande de guerre. Utilisable en cas de guerre froide, chaude ou tiède.’ Zijn de principes van oorlogspropaganda universeel?
“Ze zijn van alle tijden! Voor het vak dat ik doceer, ‘historische kritiek van de hedendaagse media’, bestudeerde ik het boek ‘Falsehood in Wartime’ (1928) van Lord Arthur Ponsonby. Deze Britse diplomaat analyseerde de mechanismen van oorlogspropaganda in de Eerste Wereldoorlog. Toen ik voor mijn studenten een poging deed om de principes in tien geboden te gieten, ontdekte ik hoe modern de oude technieken van oorlogspropaganda waren. Ze zijn vandaag weer zeer actueel. Je kan ze toepassen op alle conflicten: niet alleen op oorlogen, maar ook op economische en sociale conflicten tussen twee groepen. Ik heb de oorlogspropaganda onderzocht in de Tweede Wereldoorlog, de Koude Oorlog, de Koreaanse oorlog, de oorlog tegen Joegoslavië, de Golfoorlog. In al deze conflicten komen dezelfde principes van oorlogspropaganda systematisch terug.” Wat zijn die principes van oorlogspropaganda?
“Wij willen géén oorlog. De vijand alléén is voor de oorlog verantwoordelijk, want hij heeft erom gevraagd. Dit zijn de eerste twee principes. Ze hangen nauw samen. Als je de redevoeringen van de Amerikaanse president Bush beluistert, verneem je dat hij zelf geen oorlog wenst. Hij is pacifist, maar hij is verplicht oorlog te voeren. Wie ‘verplicht’ is oorlog te voeren, moet aantonen dat de andere de oorlog heeft ‘geprovoceerd’. Die provocatie kan een feit zijn - iets onbelangrijks dat men opblaast. Soms creëert een staat zelf provocaties om hiertegen te kunnen reageren. Toen Hitler in 1939 Polen binnenviel, verklaarde hij de pers dat hij dat deed omdat Poolse militairen een Duits radiostation hadden vernietigd. We weten nu dat het Duitse soldaten waren die Poolse uniformen hadden aangetrokken. Vanuit Polen waren ze Duitsland binnengevallen en daar hebben ze hun eigen radiostation vernietigd. Ik denk hier ook aan het begin van de Golfoorlog (1991), toen Iraakse militairen in Koeweit premature baby’s uit de couveuses hebben gerukt en op de kille ziekenhuisvloer gegooid. Vertaal dit principe naar het heden en je krijgt bijvoorbeeld een bloederige aanslag door terroristen die nauwe banden hebben met Irak. Of – heel ironisch - een foto van Bin Laden en Saddam Hoessein die samen thee drinken terwijl ze het laatste nummer lezen van The New York Times! Achteraf zullen we vernemen dat het niet waar was. Zoals we vandaag weten dat het verhaal van de couveuses uit de lucht is gegrepen. Het was een public relationsstunt georganiseerd door het PR-bureau Hill & Knowton. Op het moment zelf hebben we de elementen niet om te zien wat waar en wat niet waar is. Ik twijfel aan alles. Voltaire heeft het ons geleerd: ‘we moeten systematisch aan alles twijfelen’.” Principe 3 : We voeren geen oorlog tegen een volk, maar tegen de kopman van de tegenpartij die als een monster wordt afgeschilderd. Was Saddam Hoessein hiervan een voorbeeld?
“Voor de Franse televisiezender La Cinq heb ik commentaar gegeven bij een interview van een journaliste van de Amerikaanse zender ABC met de maîtresse van Saddam Hoessein. Het interview illustreert mooi dit principe. De maîtresse is een oudere dame die uitlegt dat Saddam een monster is. Hij doet alsof hij pratikeert, maar in werkelijkheid is hij atheïst. Ik geloof dat hij inderdaad niet gelovig is, maar zij legde er de nadruk op. Voor een Amerikaans publiek is dat een doodzonde! Saddam drinkt ook elke dag whisky. Hij brengt de avond door met het bekijken van filmbeelden waarop martelingen van zijn vijanden te zien zijn. Saddam is dus het perfecte monster. De kersen op de taart: Saddam eet hertenkalf. Terwijl de maîtresse dat vertelt, zie je Bambi op het tv-scherm passeren. Het monster eet Bambi en bovendien slikt hij de Viagrapil. Hier lokt de ABC-journaliste het antwoord uit. Alle middelen zijn goed om de andere afschuwwekkend voor te stellen. Ik geloof niet dat Saddam Hoessein een koorknaap is en al evenmin is hij een democraat, maar binnenkort krijgen we te horen dat hij kleine kindjes opeet. Conform de wetten van de oorlogspropaganda is de aankomende oorlog geen oorlog tegen de Irakezen, maar tegen Saddam. We trekken natuurlijk niet ten strijde ten voordele van de Amerikaanse oliegiganten. In 1999 gingen we op een gelijkaardige wijze op oorlogspad tegen Milosevic en in 1914 tegen de Duitse Keizer.”
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 4 De tien geboden van de oorlogspropaganda van Anne Morelli Principe 4 : Wij verdedigen een nobel doel, géén materiële belangen. Gaan oorlogen niet altijd over geostrategische redenen?
“Inderdaad ! We willen een militaire aanwezigheid in strategisch interessante zones. Tegelijk spelen economische belangen mee. Maar daar zwijgt de oorlogspropaganda in alle talen over. Bij de huidge oorlogen spelen dezelfde doelstellingen als in de Eerste Wereldoorlog. De eerste doelstelling was toen de overmacht vernietigen van de Duitse strijdkrachten van de keizer. Vandaag willen we het machtige Iraakse leger vernietigen dat misschien de atoombom heeft. Zelf zijn wij géén militaristen. De democratie uitbreiden was de tweede doelstelling van de Eerste Wereldoorlog, terwijl onze bondgenoot, de Russische tsaar nochtans weinig democratisch was. Vandaag trekken we opnieuw voor de democratie ten strijde, met in ons democratisch kamp onder meer Koeweit, één van de minst democratische staten ter wereld. De derde doelstelling is het redden van een klein volk. In de Eerste Wereldoorlog hebben alle grootmachten zich in het conflict gemengd om het kleine België te redden. Zo interessant waren we natuurlijk niet. Het was een voorwendsel. In de nieuwe Golfoorlog zullen we het misschien voor de Koerden opnemen, terwijl we in Turkije diezelfde Koerden laten vermoorden. Van de olievoorraden en de strategisch belangrijke lokatie, zwijgen we als vermoord. Irak is inderdaad strategisch zeer belangrijk, vlakbij China en de voormalige Sovjet-Unie.” Principe 5: De vijand begaat wreedheden. Als we zelf schade berokkenen is dat een spijtig ongeluk?
“De Irakezen hebben gifgas gebruikt tegen de Koerden. Misschien is het waar, maar wie heeft er gifgas gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog ? De Duitsers, de Fransen, iedereen ! Na de oorlog was dat geen reden om de onderhandelingen met de Duitse en Franse kopstukken op te blazen. Welke grootmacht heeft ooit atoombommen ingezet ? Vandaag beschuldigen de Amerikanen Irak ervan atoomwapens te kunnen aanmaken. Zelf doen we niets verkeerd. Wij vechten om humanitaire redenen. Nu al staat vast dat de Irakezen onze soldaten warm zullen onthalen. De woordkeuze is hier van het grootste belang : onze soldaten bevrijden Irak, terwijl wij in Irak de meest achterlijke regilieuze bewegingen steunen! Irak was vroeger een profane staat. Nu kan je er geen glas alcohol meer drinken uit angst voor fanatieke reacties. In de religieuze stad Kerballa kan je als vrouw geen rok meer dragen. Toen ik er onlangs op bezoek was, heb ik het zelf mogen ervaren: nooit heb ik zoveel mensen naar mijn blote benen zien staren. De steun aan fanatieke moslims is fout. We krijgen in Irak opnieuw fanatieke religieuzen aan de macht.” Principe 6: De vijand gebruikt wapens die niet zijn toegestaan …
“Wij doden schoon, met bommen. Zij doden vuil met het terrorisme. Eigenlijk kunnen we terroristische acties als alternatieve wapens beschouwen. Als je het geld niet hebt om een bommenwerper te kopen, sjor je dynamiet rond je lenden en blaas je jezelf op. De wapens van de armen worden voorgesteld als de wapens van de lafaards, terwijl we zelf geen terroristen kunnen inschakelen. Ik ken niemand die vrijwillig zijn leven zou geven voor de belangen van de Amerikaanse olieindustrie. Wij hebben militairen in loondienst. De armen hebben vrijwilligers. Het is een strijd met ongelijke wapens. Ik geloof niet in goede en slechte wapens. Onze wapens zijn toevallig legaal, hun wapens zijn illegaal. Het waardeoordeel hangt samen met wie als overwinnaar uit de strijd komt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog noemden de Duitsers de weerstanders ook terroristen. Eén van die terroristen Jean de Sélys boorde op 20 januari 1943 zijn vliegtuig in het gebouw van de Gestapo in Brussel. Tijdens deze moedige daad heeft hij niet alleen de Gestapo, maar ook burgers gedood. Vandaag is de man een held. Hij heeft een standbeeld op de Louizalaan.” Principe 7: Onze verliezen zijn beperkt, de verliezen van de vijand zijn groot?
“Burgers willen wel oorlog voeren als het voor hen geen enkel negatief gevolg heeft. Tijdens de Eerste Wereldoorlog minimaliseerden alle partijen hun verliezen. In Vietnam is het voor de Verenigde Staten pas beginnen foutlopen, toen de Amerikanen duizenden jonge militairen in plastic zakken zagen afvoeren. Tot dan waren de meeste Amerikanen enthousiast over deze oorlog. De militairen hanteren daarom de ‘zero casualties’ strategie. Je moet de mensen de indruk geven dat oorlogen risicoloos zijn. Als de manschappen beseffen dat ze misschien ziek terugkomen, zal een deel van hen niet meer willen vertrekken! Dus komen ze veilig terug. Dus deserteert de vijand massaal vanaf de eerste dag. Dus krijgen we alleen informatie over slachtoffers als het kan worden gebruikt om te bewijzen dat de vijand fouten heeft gemaakt.”
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 4 De tien geboden van de oorlogspropaganda van Anne Morelli Principe 8: De kunstenaars en intellectuelen steunen onze zaak …
“Om de publieke opinie voor de oorlog te winnen is het nodig emoties los te weken. Vroeger schakelde men hiervoor dichters of schilders in, vandaag zijn het zangers, acteurs, filmrealisatoren en publiciteitsfirma’s. Tijdens de oorlog tegen Joegoslavië heeft het reclamebureau Rudder Finn op dezelfde manier publiciteit gevoerd als dat voor Coca Cola of een zeepmerk gebeurt. Het is erin geslaagd de publieke opinie in ‘gunstige’ zin te doen omslaan. Voor de Kosovaarse vluchtelingen is er tijdens de oorlog tegen Joegoslavië een grote televisieshow geweest – VRT, RTL, RTBF – alle hens aan dek. Veel artiesten hebben aan de fundraising meegedaan. Ik ken er maar één die heeft geweigerd : Arno. Hij vond dat men veel beter kon besparen door minder bommen te gooien. De hele show was ergens ook een politiek signaal. Niemand heeft een show georganiseerd voor de kinderen van Belgrado die de bombardementen hebben meegemaakt. Die zouden nochtans ook bij extra middelen gebaat zijn geweest. Vandaag heeft Tom Cruise de Amerikaanse president reeds verzekerd dat hij diens oorlogsplannen zal steunen.” Principe 9 : De oorlog heeft een heilig karakter?
“Het westen lacht met moslims die in naam van Allah ten strijde trekken. Maar dat is een continu principe van oorlogspropaganda. De Duitsers hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog ‘Gott mit Uns’ op hun riem staan. Het is altijd de bedoeling de mensen te laten geloven dat God aan hun kant staat, ook in recente conflicten. Vandaag staat de Christelijke Beschaving op het spel. Wij strijden voor een heilig doel in onze oorlog tegen de barbaarse moslims. Het gebeurt zelfs met de oorlog tegen Irak. Saddam Hoessein is nochtans géén verdediger van de Islam. Maar aan de publieke opinie stelt men het op die manier voor.” Principe 10: Wie de propaganda in twijfel trekt is een verrader …
“Wie het niet eens is met de oorlogspropaganda, wordt aan de standpaal genageld. De verraders zijn dan vóór de Duitse keizer, vóór Milosevic, vóór Saddam Hoessein. Terwijl zij bijvoorbeeld alléén gekant zijn tegen het bombarderen van de kinderen in Belgrado. Wie niet meespeelt in het propagandaspel, wordt het mikpunt van aanvallen in de pers. De Franse journalist Régis Debray ging tijdens de oorlog om Kosovo ter plaatse de situatie inschatten. Hij heeft daar toen vastgesteld dat er onmogelijk een half tot één miljoen doden konden zijn geweest – wat men toen nochtans bij hoog en laag beweerde. Toen hij terugkwam werd hij zelfs als een negationist voorgesteld (negationisten ontkennen de Joodse genocide tijdens de Tweede Wereldoorlog). Het Franse magazine ‘L’Evenement du Jeudi’ drukte voor de gelegenheid een speciaal nummer, met als titel ‘De Franse medeplichtigen van Milosevic’. Max Gallo, l’Abbé Pierre, Monseigneur Gaillot ondergingen hetzelfde lot omdat ze het hebben aangedurfd de bombardementen in vraag te stellen. In oorlogstijd is het altijd van groot belang dat het thuisfront niet twijfelt. Nochtans had Régis Debray gelijk. Er waren ‘maar’ 5.000 doden in Kosovo. Het was inderdaad geen genocide van een half miljoen mensen. Dat werd ons toen voorgelogen. Tijdens de volgende oorlog zullen we opnieuw propaganda over ons heen krijgen. Wie twijfelt, is terug een verrader. Nog iets anders speelt mee. L’Evenement du Jeudi’ behoort tot de groep Hachette, die wordt gefinancierd door Matra, een wapenfabrikant.” Uit: De Standaard, 14 december 2002.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 5 Evaluatiecriteria actua-opdracht 1. Betreft het een actueel (lopend) conflict? 2. Wordt het conflict voldoende in zijn context geplaatst? a. Worden de oorzaken besproken? b. Wordt het verloop besproken? c. Worden de verschillende hoofdrolspelers overlopen? 3. In hoeverre vind je de gekozen illustraties/voorbeelden een juiste toepassing van de twee principes van oorlogspropaganda? 4. Worden de twee voorbeelden voldoende toegelicht? Worden ze voldoende in hun context geplaatst? 5. Was de presentatie: a. voorzien van het nodige illustratiemateriaal (powerpoint, tekst, afbeeldingen, filmpjes, audio, …)? b. goed voorbereid, waardoor: - de presentatie vlot verliep? - de presentatie interessant bleef?
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 6 Cultuur in tijden van oorlog Oorlogsverslaggeving: informatie of propaganda? Een doorloper INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING De eerste Wereldoorlog was de eerste totale oorlog. Dit begrip - ‘totale’ oorlog - dekt meerdere ladingen. Het wil bv. zeggen dat nagenoeg de hele bevolking erbij betrokken raakte of ervoor ‘gemobiliseerd’ werd. Een mentale mobilisatie bv., voortbouwend op de beeldvorming rond volk en vaderland uit de 19de eeuw, had als doel om bij de eigen bevolking een voldoende groot draagvlak en enthousiasme te creëren om ten strijde te trekken en vooral om, naarmate de oorlog ook langer duurde, de strijd vol te houden. Bijkomende bedoeling was bij de vijand het tegenovergestelde na te streven, en bij neutralen sympathie en graag zelfs meer dan dat los te maken. Alle communicatiemiddelen en –vormen, oude en nieuwe, werden voor dat doel aangewend. Heel de cultuur werd erdoor getekend. Vele geschiedschrijvers plaatsen het ontstaan van de moderne politieke propaganda in WO I. De massabeïnvloeding bereikte in ieder geval een hoogtepunt en bijgevolg stelt zich dan ook de vraag: wat wisten de mensen toen in die omstandigheden echt van de oorlog? Deze drie of vier lessen zijn eigenlijk ‘een doorloper’ van deze vraag. Zij gaan verder op de vraag: wat wisten de mensen toen écht van de oorlog, om uit te komen bij de vraag: en wij nu? Wat weten wij (= de publieke opinie, de doorsneeburger) van de oorlog? Vooral via de tv en de nieuwsredacties worden we dagelijks en met veel beeldmateriaal accuraat op de hoogte gehouden – of dat denken we toch. Deze media zijn voor de publieke opinie de belangrijkste en vaak ook de enige bron. Maar hoe gebeurt de beeldvorming van de oorlog vandaag via televisie? Wie en wat spelen hierbij een rol? Welke rol en waarom? En is het nu anders en zoveel beter dan vroeger? Het antwoord op deze vragen wordt duidelijk door ze vanuit een historisch standpunt te bekijken. De historische evolutie maakt ons juist heel bewust van wat er vandaag aan de hand is. Of: hoe situeren in de historische context tot inzicht leidt. Dit zijn dus lessen in historisch denken. Leidraad bij deze lessen is geen lestekst of geschreven bronnen, zoals meestal in de geschiedenislessen. Leidraad is juist het ‘beeld’ in de vorm van een documentaire. LESDOELSTELLINGEN 1. Leerlingen kunnen de volgende begrippen toelichten: embedded journalist(s) en poolsysteem 2. De leerlingen kunnen de volgende conflicten in de tijd situeren: Vietnamoorlog en Golf- of Irakoorlog(en) 3. Leerlingen kunnen uitleggen hoe de verslaggeving en de beeldvorming over oorlog gebeurde 1° vóór de jaren ‘60 en 2° hoe en waarom dit veranderde tijdens de Vietnamoorlog. 4. Leerlingen kunnen uitleggen hoe (in welke fase?) en waarom de oorlogsverslaggeving op televisie veranderde na de Vietnamoorlog in de jaren ’80 (bv. de oorlog in Grenada), in de jaren ’90 (bv. de Irakoorlog, deel 1) en in het eerste decennium van de 21ste eeuw (bv. de Irakoorlog, deel 2) en met welke gevolgen. 5. Leerlingen kunnen het belang van een vrije / onafhankelijke pers in een democratisch systeem toelichten en kunnen aangeven waar en hoe dit belang in conflict kan komen met ‘vaderlandsliefde en patriottisme’. 6. Leerlingen kunnen uitleggen dat tv-berichtgeving en beeldtaal een eigen en andere wetmatigheid heeft dan geschreven informatie of radio. En voor geschiedenis geldt hetzelfde. Zij kunnen argumenteren waarom goede televisie niet noodzakelijk hetzelfde wil zeggen als goede geschiedenis. 7. Leerlingen kunnen uitleggen dat objectiviteit in (oorlogs)verslaggeving een na te streven ideaal is en in de praktijk niet of moeilijk te realiseren. Zij weten waarom objectiviteit in de praktijk niet of moeilijk te realiseren is. Ze kunnen de begrippen objectiviteit, subjectiviteit, manipulatie en propaganda toelichten. 8. Leerlingen kunnen uitleggen waarom een Franse documentaire uit 2005 zo kritisch staat tegenover overwegend Amerikaanse tv-berichtgeving. Zij zien in dat deze documentaire een duidelijke boodschap heeft en past in de Franse houding tegenover de Amerikaanse coalitievorming in de Golfoorlog. 9. Deze lessen gaan over (de invloed van) beeldtaal en zijn zelf een denkoefening in het kritisch omgaan hiermee. 10. Leerlingen ontwikkelen een kritische attitude ten aanzien van nieuws omdat ze beseffen dat nieuws een constructie (van feiten) is dat ons (wereld)beeld bepaalt.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 6 Cultuur in tijden van oorlog Oorlogsverslaggeving: informatie of propaganda? Een doorloper LESSENPLAN LES 1 Mogelijke lesopener Laat de leerlingen eens nadenken over welk beeld ze precies hebben van terrorisme/terroristen. Stel de volgende vragen: Wat is jouw beeld van een terrorist? Wat betekent dat? Hoe stel je die voor? Wie zijn de slachtoffers? (Geslacht) Heb je het gevoel dat het fenomeen is toegenomen? Wat weten we van terrorisme? Hoe komt het dat we daar zo’n vertekend beeld van hebben? De bijlage kan getoond worden waarin het terrorisme in Europa in perspectief wordt geplaatst (Knack, 8 januari 2014). Na deze korte instap kan de link meteen met de documentaire worden gelegd. Documentaire: Oorlog op tv eerste aflevering integraal tonen Wij opteren voor een integrale visie. Zo komen de bedoelingen van de makers het best tot hun recht. Het gaat om zorgvuldig gekozen televisiebeelden uit de tijd zelf als illustratiemateriaal van de rol van de media, meer specifiek televisie. Bovendien kan je als kijker niet alleen deze veranderingen constateren maar begrijp je ook beter waarom ze plaatsgrijpen. Zo komen de vragen van de tweede en de derde laag (les 3, lessequens 2 + 3) beter tot hun recht. Bovendien is de voorgestelde aanpak een synthese-oefening. Je kijkt gedurende 45 minuten naar gefilmd ‘betoog’ en moet daar nadien de essentie uitlichten (moeilijkheid 1). Dat is op zich al niet zo evident omdat je niet kan terugkijken. De informatie is weg. Maar als je er niets bij noteert, is na een paar dagen het inzicht ook grotendeels verdwenen; een bewijs van de vluchtigheid van het medium (moeilijkheid 2). Wat dan nog overblijft, is de emotionele impact van sommige beelden omdat ze zo schokkend... of zo mooi of verrassend waren. Dit is een bewijs dat beeldinformatie anders wordt opgevangen en verwerkt dan tekstinformatie. Afhankelijk van de bedoeling kan je als leerkracht eventueel sommige delen uit de documentaire weglaten. Het hele stuk over Vietnam (2’49”-35’42” of zelfs in erg korte versie: 2’49”-17’16”) kan apart ingezet worden in een les. Je kan bijvoorbeeld uitweiden over de groeiende impact van beeld in de verslaggeving in het algemeen sinds de jaren ‘60. Ook de opkomst van de televisie kan hieraan gekoppeld worden. Een andere invalshoek zou de invloed van fictiefilms op de televisieverslaggeving kunnen zijn ... of het belang van woordkeuze en taal bij het benoemen van dingen en commentaar bij beelden. Bijhorende vragen: Deze documentaire gaat over oorlogsverslaggeving en start met beelden van vandaag. We krijgen veel te zien. Maar weten we eigenlijk wel veel? Het was ooit anders. Een terugblik kan tot (historisch) inzicht leiden. 1° Het eerste deel van deze documentaire handelt over de verslaggeving over de oorlog in Vietnam. Indirect kom je daarbij te weten hoe de verslaggeving voordien gebeurde, bv. in de Tweede Wereldoorlog? Leg kort uit hoe mensen toen geïnformeerd werden. 2° Vanaf 1960 -en zeker vanaf 1963- met dagelijkse nieuwsuitzendingen van een half uur zorgen de televisiezenders voor een verandering in de oorlogsverslaggeving. Hoe beïnvloedde het nieuwe medium televisie de oorlogsverslaggeving? Wat verandert er, zowel technisch als inhoudelijk? Schets de belangrijkste stappen van deze verandering: welke gevolgen heeft het voor de kijkers / de publieke opinie, voor de journalisten, voor de legerleiding en de politieke leiding? In hoeverre betekende de oorlog in Vietnam een breuk? 3° De oorlog in Vietnam was voor de Amerikanen een nederlaag (trauma). Na de oorlog werd naar oorzaken gezocht. Voor sommigen kwam ook de pers hierbij ter sprake. Voor wie en hoe? Welke gevolgen had dit voor de verslaggeving in de jaren ’80, bv. bij het militaire ingrijpen in Grenada?
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 6 Cultuur in tijden van oorlog Oorlogsverslaggeving: informatie of propaganda? Een doorloper LES 2 Docu: Oorlog op tv tweede aflevering integraal tonen Bijhorende vragen: 1° Na de jaren ‘80 -de oorlog in Grenada, waar de poging in censuur geen succes bleek- was er de Golfoorlog met ‘Operation Desert Storm’ in de jaren ‘90. Hier werd door de legerleiding ten behoeve van de pers en de verslaggeving het zogenaamde poolsysteem ontwikkeld. - Wat houdt dit poolsysteem precies in? Wat zijn hiervan de voordelen? - Hoe werden de kijkers nu op de hoogte gebracht? - Welke nadelen waren hieraan verbonden? Kan je hiervan voorbeelden geven? 2° In het eerste decennium van de 21ste eeuw (met de Golfoorlog – deel 2 van 2003, maar evenzeer met de huidige oorlog in Afghanistan) evolueerde het poolsysteem naar een systeem van “embedded journalism”. - Hoe zou je deze term vertalen naar het Nederlands? - Welke voordelen leverde dit systeem op? Geef hiervan enkele voorbeelden. - Welke nadelen leverde dit systeem op? Geef enkele voorbeelden. 3° Is het neerhalen van het standbeeld van Saddam Hoessein een voorbeeld van oorlogsverslaggeving of oorlogspropaganda? Leg uit waarom je dit denkt. Hoe interpreteer je het verhaal van Jessica Lynch? LES 3 1. Inhoudelijke bespreking van de documentaire a. De bijhorende vragen (zie lessen 1 en 2) en antwoorden worden overlopen. b. Welke conclusie kan je op basis van deze documentaire trekken? Welke evolutie maakte de oorlogsverslaggeving door sinds de opkomst van de televisie? c. Wat is de conclusie van de documentaire op de vraag: “wat weten we nu eigenlijk over oorlog?”? (Uitgangspunt en achtergrondinformatie: artikel Reflector) 2. Historische kritiek a. In welk land zou deze documentaire kunnen gemaakt zijn? Waarom? Deze Engelstalige documentaire is van de hand van Mark Daniels, een Frans documentairemaker die al sinds 1985 aan de slag is. Deze documentaire werd mee geproduceerd door France 2 (te vergelijken met Canvas bij ons). Aan deze documentaire die in 2005 klaar was, is 2 jaar aan opzoekings- en montagewerk voorafgegaan. b. Wat is volgens jou de bedoeling van Mark Daniels: gaat het om een ‘neutrale’ beschrijving van een historische evolutie of is hier eerder sprake van een ‘les’, een ‘pleidooi voor’ of een ‘ode aan’, en waaraan dan? Staaf je mening. c. Welk mogelijk verband kan je leggen tussen de documentaire en de Franse kritische houding ten aanzien van de oorlog tegen Saddam Hoessein in 2003?
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 6 Cultuur in tijden van oorlog Oorlogsverslaggeving: informatie of propaganda? Een doorloper d. Welk ‘beeld’ of welke mening houd je na deze documentaire over van de oorlog in Vietnam? Wat weet je wel en wat niet? Eventueel kan hier nog verder worden ingegaan op twee ‘beweringen’ uit de documentaire die kunnen vragen naar verdere staving, nl. 1° dat president Nixon overschakelde op vooral bombardementen op Noord-Vietnam omwille van de pers, en 2° dat president George Bush sr de eerste Irakoorlog stil legde uit vrees voor negatieve beeldvorming in de pers. e. Vond je het goede televisie en waarom / waarom niet? (= wat zijn volgens jou kenmerken van goede televisie?) Vond je dit ook ‘goede geschiedenis’ en waarom / waarom niet? (= wat zijn volgens jou kenmerken van goede geschiedenis?) Eventueel: waarom worden bv. interviews verknipt in kleine stukjes van telkens 3 à 4 zinnen i.p.v. het interview in zijn geheel te tonen? Een mogelijke leidraad voor deze laatste reeks van vragen: 1. Criteria voor goede televisie (Goede) tv. doet op de eerste plaats kijken en dan ook luisteren. Wat je hoort ondersteunt of begeleidt wat je ziet en best niet omgekeerd. Kijken doe je maar naar mooie beelden, verrassende beelden, shockerende beelden, intrigerende beelden en dat is allemaal emotie. Je blijft ook maar kijken als het beeld voldoende beweegt en verandert, niet stilstaat. Beweging is actie…en reactie of, zo je wil, oorzaak en gevolg. Maar je moet als kijker ook kunnen volgen, vandaar ook dramatisering (bv. in de vorm van conflict), personalisering, simplifiëring. Beeldtaal is dus vooral emotie en beweging. 2. Criteria voor goede geschiedenis Bezig zijn met het verleden, aan geschiedenis doen en historisch denken verloopt in fases of niveaus. Enigszins vereenvoudigd vertaald naar leerlingen toe komt het hierop neer: Historici denken historisch. Zij plaatsen en bekijken alles in de tijd. Zij verklaren de dingen vanuit de tijdscontext. Maar wat wil dat precies zeggen? Hoe ordenen historici hun denken en hun informatie? Welke vragen stellen zij (achtereenvolgens)? 1. In eerste instantie verzamelen historici feiten; namen, gebeurtenissen…kortom kennisgegevens over vroeger (of antwoorden op de vraag: wie? wat? wanneer en waar?) En de eerste vraag die zij hierover stellen, is de vraag of het werkelijk om ‘feiten’ gaat, dan wel om fictie? Is het waar of niet waar, is het echt gebeurd of niet? Wat is het bewijs? 2. Historici ordenen deze gegevens dan chronologisch. wat of wie kwam eerst en wat komt later? Wat gebeurde er in dezelfde periode? Maar zo’n chronologische ordening is (nog) geen verhaal. Het is alleen maar een (losse) verzameling van gegevens. Op dit niveau is er nog geen sprake van oorzakelijke verbanden; dingen gebeuren nu eenmaal. 3. Een verhaal ontstaat pas als er oorzaak/(verloop)/gevolg-verbanden worden gelegd. In die verschillende gegevens worden keuzes gemaakt en mogelijke (tijds)verbanden aangegeven. Zo krijg je een samenhangende verklaring en ontstaat historisch inzicht en historisch denken. Volgende vragen zijn hierbij dan erg van belang: – Niets gebeurt zomaar; alles heeft een voorgeschiedenis. Wat ging eraan vooraf? Hoe is het zover kunnen komen? Hoe is de situatie, het feit, de persoon… gegroeid tot wat ze/het/hij is? Wat heeft ervoor gezorgd dat het zo geworden is? – Welke zijn andere medebepalende oorzaken? Niet uit de voorgeschiedenis, maar uit dezelfde periode? Welke mogelijks links kunnen gemaakt worden naar andere gebeurtenissen uit dezelfde tijd? Zo leggen historici verbanden in de tijd en verklaren ze de dingen.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 6 Cultuur in tijden van oorlog Oorlogsverslaggeving: informatie of propaganda? Een doorloper 4. Die verbanden kunnen eenvoudig en eenduidig zijn…als er bv. maar één oorzaak wordt beschreven. Geschiedenis is dan een tamelijk mechanische opeenvolging van actie en reactie. Maar die verbanden kunnen ook meervoudig en genuanceerder zijn. Meerdere oorzaken (politieke? economische? culturele?) kunnen een rol spelen, sommige in meerdere of mindere mate. Er kan sprake zijn van incidentele oorzaken of van meer structurele oorzaken. Oorzaken kunnen ook als ‘een net van onderling verwante tijdsverbanden’ beschreven worden. Er kan sprake zijn van een verschil tussen oorzaak en aanleiding. Ook de gevolgen van gebeurtenissen en dus het belang of de betekenis ervan zijn verbanden die gelegd worden. Is er iets veranderd …of net niet? Op welke vlakken is er van verandering sprake? En als er van verandering kan gesproken worden, gaat het dan eerder om een snelle of radicale verandering (een revolutie) of gaat het om een langzame verandering (een evolutie)? 5. Historici kunnen over deze verbanden van oorzaak en gevolg van mening verschillen. Het komt er dan op aan de eigen mening of visie goed te onderbouwen met feiten en argumenten. Er kunnen verschillende visies over eenzelfde gebeuren recht van bestaan hebben. Dit doet nieuwe, verder vragen rijzen… (Uit de opdrachtomschrijving geschiedenis derde graad Salco Haasrode) Conclusie: Goede televisie en goede geschiedenis hebben andere bedoelingen. Goede tv is goede beeldtaal en dat is vooral emotie en beweging. Goede geschiedenis is vragen stellen, informatie inwinnen, checken, nadenken en ordenen, discussie, verschillende interpretaties en nuances, is nieuwe vragen oproepen… is dus rationeel, stilstaan, afstand nemen en tijd nemen. Goede televisie en goede geschiedenis zijn maar tot op zekere hoogte compatibel. Is ‘Images Ennemie’ goede televisie? En is het ook goede geschiedenis? Welke argumenten gelden? 3. De rol/functie van de pers in een democratie a. Waarom willen legerleiding en politieke leiding de berichtgeving over oorlog zoveel mogelijk controleren en sturen? Wat valt volgens hen onder patriottisch gedrag/vaderlandslievend gedrag? Waarom is in oorlogstijd en bij uitbreiding altijd in het leger discussie, twijfel en aarzeling uit den boze? En in een dictatuur? b. Wat is nu de taak van de pers in een democratisch systeem? Waarom? Wat beschouwen Daniels e.a. als patriottisch gedrag? c. Welke waarden en vrijheden botsen hier? Welke van deze twee waarden vind jij de belangrijkste en waarom? d. Wat zou volgens jou goede berichtgeving in tijden van oorlog moeten zijn? Anders geformuleerd: wat is goede berichtgeving? Wat is goede informatie? Hoort goede informatie objectief te zijn? Is goede informatie objectief? Wat is objectiviteit? Wat is waarheid? Veronderstelt objectiviteit: - eerlijkheid? - betrouwbaarheid? - feitelijkheid? - volledigheid? - neutraliteit? Is waarheid per definitie mogelijk? Is objectiviteit wat algemeen als waar wordt beschouwd? Hoe ontstaan voorstellingen die algemeen als waar worden beschouwd? Wat is subjectiviteit? Is subjectiviteit per definitie onbetrouwbaar? Onjuist? Slechte informatie? Kan een geëngageerd iemand met een mening ons betrouwbare informatie verschaffen? Wat is het verschil tussen subjectiviteit en propaganda? Wat is het verschil tussen propaganda en censuur? Waarom gaan ze best hand in hand? Hoe kan je je als individu weerbaar maken tegen propaganda / propagandistische voorstellingen / leugenachtige voorstelling van zaken?
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 6 Cultuur in tijden van oorlog Oorlogsverslaggeving: informatie of propaganda? Een doorloper LES 4 Mogelijke uitbreiding: groepsopdracht Leerlingen kiezen een actueel conflict dat prominent in de pers aanwezig is. Ze verzamelen hierover informatie met aandacht voor de vindplaats / de bron / de herkomst. Leerlingen beschrijven de beeldvorming rond het conflict: hoe wordt het voorgesteld? welke mechanismen zijn eventueel te herkennen? welke motieven? Waarom wordt het conflict zo voorgesteld? Is er een link tussen het medium en de wijze waarop het conflict gepresenteerd wordt? Hebben de leerlingen het gevoel correct/voldoende/neutraal geïnformeerd te zijn of gemanipuleerd te worden? Mogelijke uitwerking: poster
CULTUURWETENSCHAPPEN Deze vier lessen kunnen ook behandeld worden in de lessen cultuurwetenschappen in het vijfde jaar. Deze passen in een lessenreeks rond beeldvorming en massamedia. Overleg met de vakgroep geschiedenis is dit geval wel aangewezen. C5103 Aan de hand van concrete voorbeelden uitleggen welke rol media vervullen in de beeldvorming over de werkelijkheid: betrouwbaarheid, geloofwaardigheid, propaganda, beeldtaal, bewuste en onbewuste kleuring en bronnenvergelijking. C5104 Uitleggen wat de betekenis en de draagwijdte is van vrijheid van informatie en vrije meningsuiting: persvrijheid, recht op informatie, censuur - zelfcensuur en grenzen aan de vrijheid: bv oorlog. Indien de leerlingen de groepsopdracht uitvoeren, wordt er ook gewerkt aan onderzoeks-vaardigheden.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 6 Cultuur in tijden van oorlog Oorlogsverslaggeving: informatie of propaganda? Een doorloper GEBRUIKTE BIBLIOGRAFIE N. CARPENTIER, “In Bagdad, daar mag dat, Oorlogsverslaggeving in de derde Golfoorlog, één jaar later” in: Reflector, augustus 2008, p.12-17. P. CHIELENS, H. DECOODT, B. HOGENKAMP, B. DE WEVER & R. VRANCKX. Deadlines. Oorlog, media en propaganda in de 20ste eeuw. Gent-Amsterdam, Ludion, 2002. G. DRAYE & C. CREYGHTON, “Oorlog in beeld”, Passages, de negentiende eeuw, 1815-1918, p.186-193, Averbode, 2009. N. FERGUSON, De erbarmelijke oorlog, Amsterdam, uitgeverij Atlas-Contact, 2009. J. HORNE, Mobilizing for ‘total war’, 1914-1918, p.1-17 in J. HORNE, e.a., State, Society and mobilization in Europe during the First World War, Cambridge, University Press, 1997. Images Enemies, Mark Daniels, coproductie van Multimedia France Productions, C. Lefèvre, B. Massiet en France 2, uitgezonden via Teleac, jan. 2007. M. TEUGELS, “De tien geboden van de oorlogspropaganda volgens historica Anne Morelli”, De Standaard, 14 dec. 2002 en A. MORELLI, Principes élémentaires de propagande de guerre, Utilisables en cas de guerre froide, chaude ou tiède, Editions Labor, 2001. R. VANDEWINKEL, “Een leugentje om bestwil, Oorlogspropaganda” in: Reflector, nr. 6, maart 2004, p.8-12. K. VAN NIEUWENHUYSE, & K. LAGAE , ‘De heerschappij van het oog’. Over belang, betekenis en selectie van beeld. Hermes: Tijdschrift van de Vlaamse Leraren Geschiedenis, 2013, 17 (54), 56-65. WATSON, P. PORTER, Bereaved and aggrieved: combat motivation and ideology of sacrifice in the First World War, Historical Research, Oxford, febr. 2010, p. 146-164. Veel beeldmateriaal is afkomstig van de website van de Imperial War Museums in Groot-Brittannië: http:// www.iwm.org.uk/collections-research
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 7 Images Ennemies DEEL 1: DE VIETNAM-OORLOG BEELD / INHOUD Gedachtegang via montage van beelden van oorlog van verschillende zenders en herkomst, afgewisseld met korte interviewfragmenten (de herkomst van de beelden wordt in beeld vermeld)
GELUID Opvallende elementen uit de klankband
0 tot 2’49’’ Oorlog op tv nu = spektakel De camera’s zijn overal bij en er is een overvloed aan beelden. De Irakoorlog bv. heeft 800 uren geduurd, ongeveer een maand. Maar er bestaan 80.000 uren videobeeld over, dat is 3,5 jaar aan beeldmateriaal. Maar wat is de bedoeling en de betekenis hiervan? Wat levert historisch inzicht hierover op?
ALTIJD alleen - interview - of heel soms commentaarstem GEEN muziek Achtergrondgeluiden komen uit / horen bij de getoonde beeldfragmenten
2’49’’ tot 8’08’’ DE VIETNAMOORLOG (begint) zeer bijzonder voor de VS = de enige oorlog die ze verloren en die ‘het volk’ deed stoppen. Ook de eerste oorlog op tv Vietnam: de oorlog in de huiskamer vanaf 1960: tv is algemeen in de huiskamers (85%); tot dan: alleen krant en radio vanaf 1963: dagelijks tv-nieuws van ± 30’ en toen ‘begon’ ook de Vietnamoorlog voor de VS - Dagelijks ‘beelden’, maar hoe maak je van die beelden een ‘verhaal’ dat samenhangt en hoe(veel) geef je context om te duiden? - Technisch gezien zorgde het overbrengen van de films voor de journalist voor tijd om meer contextinfo te verzamelen - Elke dag zo’n 40 journalisten die mee met de troepen op pad gingen en het leger vindt dat goed want ‘laat de mensen maar zien wat hun jonge landgenoten doen en wat er met hun belastinggeld gebeurt’.
Vooral interview met MORLEY SAFER van CBSNews
8’08’’ tot 8’59’’ DE OORLOGSVERSLAGGEVING VOORDIEN (bv. in WO II, …) = bedoeld voor bioscoopjournaals - In kleinere stukjes gemonteerd in panoramische overzichten, vanop vaste camera’s, zonder close-ups, de soldaten hebben geen ‘gezicht’ - Beelden zijn zorgvuldig uitgekozen; er is geen live geluid; de beelden worden van zorgvuldig overwogen commentaar voorzien, met patriottische bedoelingen - Er wordt vooral getoond ‘hoe sterk we zijn’: de visie die het publiek krijgt, is het beeld van de generaals, de visie van de leiding.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 7 Images Ennemies DEEL 1: DE VIETNAM-OORLOG BEELD / INHOUD Gedachtegang via montage van beelden van oorlog van verschillende zenders en herkomst, afgewisseld met korte interviewfragmenten (de herkomst van de beelden wordt in beeld vermeld)
GELUID Opvallende elementen uit de klankband
8’59’’ tot 16’10’’ EVOLUTIE IN DE VERSLAGGEVING OVER VIETNAM - Meer zendtijd, het beeld wordt ‘vollediger’, anders - De oorlog is een guerrillaoorlog, verloopt in ‘kleinere stukjes’ - De journalisten maken alles mee; ze werken met kleinere camera’s en geluidsapparatuur - Het ‘beeld’ verschuift: het wordt een oorlog van de gewone soldaat (‘onze jongens’): o met een gezicht en een stem (een naam?) o met schrik o met spanning en drama (zoals in de film, maar nu ‘echt’, met de journalist erbij) - Alles wordt getoond. De Amerikanen zien nu de oorlog zoals hij echt is… maar toch nog voorzichtig: niet de gezichten van gedode Amerikanen. Het publiek ziet hoe hun kinderen worden opgeofferd in de strijd… eerst als ‘helden’, maar de journalisten stellen vragen: is het opoffering of verspilling? =de vraag over de oorlog zelf: is hij rechtvaardig of niet? 16’10’’ tot 17’16’’ Wat is de taak van een journalist? ‘Getuige’ … of ook vragen stellen
Via interview met JON ALPERT, onafhankelijk journalist
17’16’’ tot 30’44’’ VERDERE EVOLUTIE IN VERSLAGGEVING aug. 1965; M. SAFER neemt positie in bij het afbranden van Cam Né, Vietnamees dorp Nu wordt ook beeld getoond van de boeren, de slachtoffers, de andere kant (19’57”) President Johnson is kwaad - Safer wordt in een slecht daglicht gesteld, er wordt politieke invloed aangewend om Evening News (CBS) in het oog te houden. 2 weken later: tv-discussie met generaals (o.a. Wheeler) waarin legerleiding wordt tegengesproken. Laatste 20’’ van dit gesprek mogen zelfs nu niet getoond worden (omdat de legerleiding tegengesproken werd?) (21’19”) Maar de focus was nu verlegd naar de Vietnamees: de vijand
LESMAP RAVAGE
- Vooral via interview met Morley Safer - Interview met directeur/producer Bernard Bernbaum van CBS News die politieke invloed bevestigt en hoe men probeert de verslaggeving in diskrediet te brengen
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 7 Images Ennemies DEEL 1: DE VIETNAM-OORLOG BEELD / INHOUD Gedachtegang via montage van beelden van oorlog van verschillende zenders en herkomst, afgewisseld met korte interviewfragmenten (de herkomst van de beelden wordt in beeld vermeld)
GELUID Opvallende elementen uit de klankband
23’36’’ tot 30’44’’ Maar de Amerikaanse tv was niet de enige. - Ook Franse tv-ploeg was aanwezig (Franse cameraman Roger Pic / Australische journalist Wilfred Burchett) o Interview met Ho Chi Minh o Reportage over ‘de andere kant’ o In zwart-wit beelden - Washington moet nu aantal dingen toegeven na eerdere ontkenningen Franse correspondent van CBS (Charles Collingwood) ziet de beelden en wil samenwerken. Zelfs nu wil CBS die beelden niet vrij geven; reconstructie gebeurt op basis van foto’s van Roger Pic en Collingwood wordt beschuldigd van communisme en verraad.
- Eigen commentaarstem heeft het over improvisatie, solidariteit en opoffering tegenover militaire power en technische overmacht
30’44’’ Maar wat is ‘echte vaderlandsliefde’? 1. Visie van Safer en Birnbaum: vragen stellen is nodig voor democratie en informatie van het publiek 2. President Johnson die zijn eigen campagne van vaderlandsliefde en optimisme voert Maar dit laatste wordt door de feiten tegengesproken (beelden van Tet-offensief in ’68 (31’55”) – overheid verliest geloofwaardigheid en controle op de beeldvorming (33’10”) – Walter Cronkite (CBS) gaat zelf naar Vietnam / er is volgens hem geen militaire oplossing / CBS neemt afstand – Johnson is de steun van het volk kwijt en wil geen nieuwe nominatie President Nixon verandert de oorlogvoering, nl. terugtrekking grondtroepen en opvoeren luchtoorlog met dubbel doel (35’42”): 1. Noord-Vietnamezen breken 2. De oorlog is weg van de camera’s / ‘no bodies, no deads, no information’ / of alleen legerinfo in versluierende taal 3. Voor de militairen was de ‘beeldvorming van de oorlog de vijand geworden’ Beelden van ‘nederlaag in 1975’
LESMAP RAVAGE
Interviews met M. Safer en B. Birnbaum 2 x beelden van executie / 2de maal mét geluid van een schot toegevoegd, zoals ABC deed
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 7 Images Ennemies DEEL 1: DE VIETNAM-OORLOG BEELD / INHOUD Gedachtegang via montage van beelden van oorlog van verschillende zenders en herkomst, afgewisseld met korte interviewfragmenten (de herkomst van de beelden wordt in beeld vermeld)
GELUID Opvallende elementen uit de klankband
37’46’’ tot 40’08’’ PERSOORLOG GAAT VERDER - De oorlog in Vietnam was dan wel gedaan, maar het verhaal erover nog niet. - In de jaren ’80 wil men vanuit conservatieve hoek de tv/ pers verantwoordelijk maken voor de nederlaag. - Tegenwoord van CBS anchor Dan Rather. (38’30”) - Het leger gaf toe dat er geen goede militaire strategie was. (39’36”) - Conclusie was in ieder geval dat het Pentagon nooit meer zoveel ruimte wilde voor de pers.
2 x kort interview o.a. met Charlton Heston (bekend als acteur en als invloedrijk conservatief) Interview met Dan Rather, anchorman CBS News en met M. Safer
40’08’’ OORLOG IN GRENADA (45’30”) - Nu uitsluitend gefilmd door cameramensen van het leger. Reporters worden geblokkeerd en niet toegelaten. Voorbeeld van ABC News met Pentagoninfo - Maar dan blijkt er toch een Frans reporter al aanwezig van voor de invasie: Michel PARBOT met tegeninterviews en ‘ander’ verslag; Via NBC News gaat dit naar het grote publiek. De tv(zenders) staan dan voor schut als ‘spreekbuis van de regering’ – president Reagan geeft ‘zijn’ versie Maar conclusie: pure censuur werkt niet meer Dan Rather (CBS) en Peter Jennings (ABC) : er moeten onafhankelijke getuigen en journalisten zijn als controle / tegenspraak / waarborg
LESMAP RAVAGE
Interview met D. Rather en P. Jennings
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 7 Images Ennemies DEEL 2: IRAK: DE GECONTROLEERDE OORLOG BEELD / INHOUD Gedachtegang via montage van beelden van oorlog van verschillende zenders en herkomst, afgewisseld met korte interviewfragmenten (de herkomst van de beelden wordt in beeld vermeld)
GELUID Opvallende elementen uit de klankband
1’08’’ De oorlog in Grenada (1983) had duidelijk gemaakt dat censuur niet werkte. Wat in de plaats kwam, was het POOLSYSTEEM Hoe werkt het systeem? Wat is het? Voor- en nadelen: vooral de voordelen voor het leger en voor de pers (veiligheid) – maar wat gebeurt er bv. als een journalist lastige vragen stelt (2’38”)
Via interviews met - legermensen - journalist Bob Simon (NBC) - statement van Bush sr
4’10’’ tot 24’00’’ In de praktijk: DE GOLF-OORLOG van januari 1991 – Desert Storm - Geen beelden van de strijd - Wel ‘rechtstreekse beelden’ op tijd voor het ‘thuisjournaal’ - De oorlog wordt nu verslagen vanuit de studio’s / commentaar en interpretatie nu van de anchor man - Vb. van gissen en missen op de verschillende zenders na het bericht/ gerucht over dat scuds uit Irak op Israël zouden afgevuurd zijn (inkleuren, aandikken, ev. scuds ook naar Saoedi-Arabië) (6’50”) - De studio werd het oorlogstoneel en de news anchor het gezicht van de oorlog. Hij filtert, regisseert, breit alles aaneen. (9’50”) - Maar niet alles werd uitgezonden, bv. over Iraakse doden. Het verhaal wordt opgeschoond, nieuwe woorden doen hun intrede: Bv. Pentagon geeft beelden van technische kwaliteiten van wapens en gebruikers ervan + commentaar erbij Bv. slimme bommen, chirurgische ingreep, precisiebombardementen (12’00”) - MAAR TOCH zijn er andere beelden: vb. van Jon Alpert, een onafhankelijk journalist die op eigen risico in Bagdad was (ook Saddam Hoessein geeft zijn eigen beelden, maar wat zijn die waard?) (14’04”) - Zo zijn er via die onafhankelijke journalisten toch beelden van bommen, lijken, schade… (16’15”) Maar als die door NBC zouden worden uitgezonden, loopt het mis (ontslag!), de beelden worden tegengehouden; idem verhaal voor CBS - “Maar je moet ook wat geweld laten zien” – Oorlog kan niet zonder (18’10”)
LESMAP RAVAGE
o.a. interviews met ABC news anchor Peter Jennings, Dan Rather van CBS & Jon Alpert, onafhankelijk journalist
Commentaar van het leger bij beelden van het eigen leger afgewisseld met tegencommentaar van Jon Alpert Stukjes voorzien commentaar
van
Alpert’
begeleidende
Statement van NBC news anchor Peter Jennings
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 7 Images Ennemies DEEL 2: IRAK: DE GECONTROLEERDE OORLOG BEELD / INHOUD Gedachtegang via montage van beelden van oorlog van verschillende zenders en herkomst, afgewisseld met korte interviewfragmenten (de herkomst van de beelden wordt in beeld vermeld)
GELUID Opvallende elementen uit de klankband
- Zo duikt het verhaal op wat op de snelweg naar Verschillende korte uittreksels uit nieuwsverslaBagdad is gebeurd op 26 februari 1991, over een lengte gen van 96km; maar wat wordt er daarvan op tv ‘getoond’ en wat wordt er daarbij ‘gezegd’? (18’45”) - Toch zouden deze beelden de Golfoorlog beëindigen. Bush vreesde het effect van deze beelden en kondigt een wapenstilstand aan. (21’00”) - De hele oorlog was er geen soldaat te zien geweest - Bush kan had dan ook geen beelden ter beschikking om te gebruiken als politieke reclame bij de verkiezingen. Van de volgende oorlog moest men dan ook ‘bruikbare’ beelden hebben. 22’14’’ Het Pentagon ontwikkelt voor de pers een nieuw concept, Interview: Peter Jennings legt het uit afwisselend met nl. ‘EMBEDDED JOURNALISTS’. Wat is de bedoeling? Meer beelden (= betere tv), meer Morley Safer weten(?) Meer vrijheid (zo lijkt het), maar toch onder controle; de journalisten worden afhankelijk van de legereenheden. De eerste Irakoorlog was dan wel live, maar zonder beelden. De tweede oorlog zou beelden, beelden, beelden (20.000u voor 800u realiteit) opleveren. 24’10’’ DE IRAKOORLOG (GOLFOORLOG) – FASE 2 (2003) begint Beelden, beelden, beelden (tv = actie, geen ideeën), maar waar waren de verhalen? Geen tijd om na te denken, te checken, te kaderen. Wel veel actie, maar geen of bijna geen Iraaks standpunt bij de Amerikaanse zenders MAAR wel beelden van andere aspecten (zoals dood, vernieling, kinderen…) via Al-Jazeera (28’12”) De Amerikaanse zenders moesten er dan ook wel op ingaan, maar de beelden werden in twijfel getrokken en van eigen commentaar voorzien. (28’30”) De Amerikaanse doden worden ‘cijfers’, abstract en onzichtbaar… tot er weer foto’s opduiken van VSlijkkisten (per abuis op internet gezet en tot grote woede van het Witte Huis en het Pentagon, die dit als nietvaderlandslievend gedrag beschouwen.
LESMAP RAVAGE
Telkens stukjes commentaar van Safer (3 x) en Alpert (2x) bij verschillende beelden
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 7 Images Ennemies DEEL 2: IRAK: DE GECONTROLEERDE OORLOG BEELD / INHOUD Gedachtegang via montage van beelden van oorlog van verschillende zenders en herkomst, afgewisseld met korte interviewfragmenten (de herkomst van de beelden wordt in beeld vermeld)
GELUID Opvallende elementen uit de klankband
Maar welke beelden zijn dan wel ok? 1. Het omverhalen van het Saddambeeld blijkt in scène te zijn gezet (32’06”) 2. Bush jr expliciet als onverschrokken militaire leider in beeld 3. Het hele verhaal van Jessica Lynch eerst in scène gezet en gehypet en dan beetje bij beetje de ware toedracht. (34’30 & 35’20”) 40’40’’ EPILOOG / CONCLUSIE: We leven in een tijdperk van de voorgekookte oorlog, Eigen commentaarstem volgens het script van de legerleiding en de politieke leiding. Zij bepalen en regisseren het beeld (ook via computerspelletjes als training). Alles is snel, virtueel, clean, lijkt onder controle. Er zijn geen onafhankelijke verslaggevers meer. Die liggen ook letterlijk onder vuur. Het beeld van de oorlog wordt gecontroleerd… en de tv stelt geen vragen meer, maar is nu zelf een oorlogswapen op u gericht.
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS
BIJLAGE 8 Instap oorlogsverslaggeving
LESMAP RAVAGE
KUL - LERARENOPLEIDING - GESCHIEDENIS
GUY PUTSEYS EN TIM PUTTEVILS