Armoede, verleden tijd? Lesmap over de Millenniumdoelstellingen en Centraal-Afrika
3 graad de
Secundair onderwijs
Beste leerkracht, vormingswerker, vrijwilliger, Je hebt de nieuwe lesmap van 11.11.11 in handen. Fijn dat je begaan bent met het Zuiden en dat je ook jouw leerlingen wil bewegen. Wij, bij 11.11.11 zijn ambitieus, héél ambitieus. We willen het wereldbeeld van de jongeren uit jouw klas verbreden. Hun wereld mag niet stoppen aan de landsgrenzen of die van Europa. Zijn we naïef? Neen, dat denken we niet. Volgens ons is het een noodzaak om hun blik te verruimen. Of toch minstens om iets aan te wakkeren. Want willen we in 2015 resultaten zien van de Millenniumdoelstellingen, dan moeten we in actie schieten! Wat …? Welke doelstellingen …? De Millenniumdoelstellingen zijn acht meetbare en concrete doelstellingen die een einde moeten maken aan armoede, ziektes, ongelijkheid en milieuproblemen in de wereld. In 2000 legden de Verenigde Naties een Millenniumverklaring af. 189 landen beloofden om tegen 2015 armoede en ongelijkheid de wereld uit te helpen. Later werden nog twee nieuwe lidstaten van de VN aan het lijstje toegevoegd. 191 landen delen dus een kanjer van een belofte. Anno 2010 stellen we jammer genoeg vast dat er nog een gigantische berg werk moet verzet worden om die belofte waar te maken. We hebben nog vijf jaar om er samen voor te zorgen dat het geen loze belofte was. Want belofte maakt schuld. In Centraal-Afrika (respectievelijk de landen Burundi, DRCongo en Rwanda) zijn ze dit getreuzel en gewacht ook grondig beu. Met wat politieke wil moet het ook daar mogelijk zijn de Millenniumdoelstellingen te realiseren. Zo kan een verbetering van het landbouwbeleid in Centraal-Afrika zorgen voor de realisatie van de eerste Millenniumdoelstelling – in 2015 hebben de helft minder mensen honger en leeft de helft minder in extreme armoede. Miljoenen mensen in Burundi, DRCongo en Rwanda trachten nu te overleven in de agrarische sector. Maar ondanks hun bloed, zweet en tranen houden ze amper het hoofd boven water. Hoe is dit mogelijk? Het landbouwbeleid in landen als Burundi, DRCongo en Rwanda laat nog veel te wensen over (om het voorzichtig uit te drukken), maar is zo noodzakelijk in de strijd tegen armoede. Zonder landbouwbeleid krijgen boeren de kans niet het heft in eigen handen te nemen en iets aan hun situatie te veranderen. Mensen moeten kansen krijgen en politici moeten kansen mogelijk maken. Een complex verhaal dat we met deze lesmap op een bevattelijke manier ook tot bij jouw leerlingen willen brengen. Feedback is altijd welkom op
[email protected] of op 02/536.11.60. Alvast bedankt voor je inzet en je hulp hierbij.
Veel succes met deze lesmap!
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
3
1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave
4
2. Materiaallijst
5
3.
5
Symbolen in de lesmap
4. Doelgroep
5
5. Lesdoelstellingen
6
6. Eindtermen
6
7.
Over de Millenniumdoelstellingen
7
Wat zijn de Millenniumdoelstellingen? Fris het geheugen van je leerlingen op en laat hen zelf de 8 Millenniumdoelstellingen invullen.
8.
Quiz: De Millenniumdoelstellingen en Centraal-Afrika ( Burundi, DRCongo en Rwanda)
12
Waar staan we met de Millenniumdoelstellingen? Is er vooruitgang geboekt en zullen we ze halen? Dit jaar leggen we met de campagne van 11.11.11 onze focus op Centraal-Afrika en meer specifiek op Burundi, Rwanda en DRCongo. Aan de hand van een quiz maken we per Millenniumdoelstelling een stand van zaken op van deze drie landen.
9.
Landbouwverhalen uit Burundi, DR Congo en Rwanda.
De leerlingen maken aan de hand van de veelzeggende foto’s van Dieter Telemans kennis met de voornaamste problemen waar mensen van Centraal-Afrika in de landbouwsector mee in aanraking komen.
10.
Affiche en campagne-DVD: Landbouw als hefboom om de eerste Millenniumdoelstelling te halen in Centraal-Afrika
Gebruik de affiche en de campagne-DVD om het verhaal van de 11.11.11 campagne te visualiseren. Met deze campagne willen wij de nadruk leggen op de landbouw in Centraal-Afrika en zijn rol als hefboom om de Millenniumdoelstellingen te behalen.
11.
En actie…. Wat kunnen wij doen?
Een 11.11.11 campagne is geen campagne zonder een sprekend actiemodel. Op welke manier kunnen jij en je leerlingen actie ondernemen? Kom het hier te weten.
15
16
17
12. Bijlagen
18
Colofon Redactie Wanda Crepeele, Bart Demedts, Myriam Keustermans, Tine Lommez, Marieke Colpaert, Marleen Vos, Samira Wymeersch, Marjan Cauwenberg, Tomas Van Acker, Rudy De Meyer. Foto’s Dieter Telemans Vormgeving Yichalal Verantwoordelijke uitgever Bogdan Vanden Berghe, Vlasfabriekstraat 11, 1060 Brussel
4
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
2. Materiaallijst Materiaal in de lesmap
aa Lesmap aa Campagne-affiche 11.11.11 aa Envelop voor handtekeningen Nog te bestellen materiaal
aa Campagne-DVD aa Tip: Wil je je klas aankleden met foto’s uit Centraal-Afrika, bestel dan onze fototentoonstelling via 11.11.11 in je provincie. Meer info: www.11.be/educatie. Materiaal waar je zelf voor zorgt
aa Magneten of plakband aa Foto’s bij de getuigenissen kan je in kleur downloaden via www.11.be/11/educatie.
3. Symbolen in de lesmap " ¢
Dit symbool geeft de lesdoelstellingen per onderdeel aan.
Dit symbool geeft weer hoeveel tijd je per onderdeel moet plannen.
ç Dit symbool duidt de methodiek aan die voor dit onderdeel wordt gebruikt. · Dit symbool geeft weer welk materiaal je nodig hebt en/of wat je nog kan voorbereiden.
i
Dit symbool duidt de inhoud en achtergrondinformatie aan.
Toelichting van het woord vind je in de woordenlijst
4. Doelgroep aa Leerlingen 3de graad Secundair onderwijs
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
5
5. Lesdoelstellingen D1
De leerlingen kunnen de 8 Millenniumdoelstellingen en hun samenhang in eigen woorden weergeven.
D2
De leerlingen kunnen uit een citaat, stelling, feit … de juiste Millenniumdoelstelling afleiden.
D3
De leerlingen zijn bereid kritisch stil te staan bij de Millenniumdoelstellingen.
D4
De leerlingen zijn bereid, durven hun eigen opvatting over de Millenniumdoelstellingen te uiten
D5
De leerlingen kunnen uit de landenfiches en Millenniumdoelstellingenfiches de stand van zaken van de 8 Millenniumdoelstellingen halen.
D6
De leerlingen kunnen het belang aangeven van het werken aan (behalen van) de eerste Millenniumdoelstelling om de overige Millenniumdoelstellingen te behalen.
D7
De leerlingen kunnen kritisch omspringen met cijfermateriaal.
D8
De leerlingen kunnen formuleren waarom landbouw een hefboom kan zijn voor Centraal-Afrika om de eerste Millenniumdoelstelling te behalen.
D9
De leerlingen kunnen aan de hand van landenfiches van Burundi, DRCongo en Rwanda de voornaamste problemen op vlak van landbouw benoemen.
D10 De leerlingen zijn bereid naar elkaar te luisteren en elkaar te laten uitspreken. D11 De leerlingen kunnen zich inleven in een bepaalde situatie van iemand uit Centraal-Afrika. D12 De leerlingen kunnen op basis van de lesinhoud bewust de keuze maken om solidair te zijn met de campagne en de actie van 11.11.11. D13 De leerlingen kunnen op basis van een getuigenis enkele oplossingen voor de gestelde problemen benoemen. D14 De leerlingen kunnen de relevante informatie uit de landen- en Millenniumdoelstellingenfiches op een overzichtelijke manier aan de klas voorstellen.
6. Eindtermen Zie bijlage 1
6
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
7. Over de Millenniumdoelstellingen
ç
Aan de hand van een onderwijsleergesprek fris je de kennis van je leerlingen over de 8 Millenniumdoelstellingen op. Het onderwijsleergesprek is een gestructureerd gesprek waarbij de leerkracht de leerlingen stapsgewijs, door het stellen van vragen, tot bepaalde inzichten of tot het oplossen van een probleem brengt.
· Verdeel de klasgroep in 3 verschillende groepen. Deze groepen worden gedurende de volledige les aangehouden. Neem de symbolen van de 8 Millenniumdoelstellingen uit de bijlage en knip elk symbool apart uit. Neem de feiten en uitspraken over de Millenniumdoelstellingen en knip deze ook uit.
A) Leg de 8 icoontjes van de Millenniumdoelstellingen vooraan op een tafel en stel de volgende vragen:
aa Wie van jullie heeft al gehoord van de Millenniumdoelstellingen? aa Kan iemand een Millenniumdoelstelling opnoemen? aa Welk icoontje past bij de reeds genoemde Millenniumdoelstelling? Indien je merkt dat de leerlingen nog niet vertrouwd zijn met de Millenniumdoelstellingen, stel dan volgende vragen: aa Waar hebben mensen recht op? aa Waar hebben ze dan nood aan om die rechten om te zetten tot een menswaardig leven? Laat de leerlingen de gekende doelstelling opnoemen en hang het symbool op het bord. De icoontjes van Millenniumdoelstellingen die niet geraden worden hang je zelf op het bord.
B) Verdeel de ‘feiten’ onder de drie groepjes (Elke groep één feit per Millenniumdoelstelling). Geef de groepen 5 minuten de tijd om de ‘feiten’ bij het juiste icoontje te hangen op het bord.
Deze ‘feiten’ maken het voor jou, als leerkracht, gemakkelijker om dieper in te gaan op de Millenniumdoelstellingen. Gebruik de diepere inhoud, hieronder weergegeven, om elke Millenniumdoelstelling kort toe te lichten. Je zult merken dat elk feit over één bepaald onderdeel van een Millenniumdoelstelling handelt.
i
De Millenniumdoelstellingen
In september 2000 legden de Verenigde Naties een millenniumverklaring af. 189 landen beloofden toen om tegen 2015 de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken. Later werden er nog twee nieuwe lidstaten aan het lijstje toegevoegd. Er werden 8 doelstellingen vastgelegd. De eerste 7 zijn alvast concreet meetbaar en hebben een streefdatum. Ze hangen ook nauw samen. Het verwezenlijken van de ene kan vaak niet zonder dat er ook aan de andere wordt gewerkt. Als je wil dat meisjes naar school gaan, dan moet je ook zorgen dat er schoon water is, want anders moeten meisjes lopen om water te halen. Als er proper water is, sterven er veel minder baby’s, want de meeste baby’s sterven aan ziektes veroorzaakt door
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
" Lesdoelstellingen D1 – D2 – D3 – D4 –D6 – D7
¢
20 minuten
ç
Methodiek
Onderwijsleergesprek en doceren
·
Materiaal aa Iconen van de acht Millenniumdoelstellingen (zie bijlage 4) aa Feiten over de Millenniumdoelstellingen (zie bijlage 5)
7
vervuild water. Als je aids wil bestrijden, moet je meisjes naar school sturen, zodat ze weten wat ze moeten doen om te voorkomen dat ze aids krijgen. Maar als de eerste doelstelling, meer bepaald het halveren van de honger en armoede, en het garanderen van waardig werk, kan gerealiseerd worden zal dit een hefboom zijn om de andere doelstellingen te behalen. Bij de 8e Millenniumdoelstelling engageert de internationale gemeenschap zich om te zorgen voor het beleidskader en de middelen om de eerste 7 Millenniumdoelstellingen te realiseren. Hiervoor zijn jammer genoeg geen bindende streefcijfers of een duidelijke streefdatum vastgelegd.
Hieronder vind je informatie per Millenniumdoelstelling:
In 2015 hebben de helft minder mensen honger en leeft de helft minder in extreme armoede
Waardig werk De doelstelling om extreme armoede te halveren, is enkel haalbaar als meer mensen een fatsoenlijke job hebben. Een fatsoenlijke job houdt in dat mensen o.a. in veilige werkomstandigheden een eerlijk loon verdienen. Waardig werk is de hefboom om uit de spiraal van armoede te ontsnappen. Het aandeel van werkende mensen die leven in extreme armoede neemt in vele ontwikkelingslanden toe. Dit is schrijnend want dit zijn mensen die hard werken, maar niet genoeg verdienen om zichzelf en hun familie boven de armoedegrens van $1,25 per dag te tillen. Door de financieel economische crisis zouden wereldwijd naar schatting 200 miljoen mensen extra in de armoede belanden.
Halvering van de honger Ook het aantal mensen dat met
honger gaat slapen moet gehalveerd worden tegen 2015.
In 2015 gaan alle meisjes en jongens naar school. In 2015 moeten alle kinderen in alle landen, zowel jongens als meisjes, de mogelijkheid hebben volledig basisonderwijs te volgen en af te ronden. Kinderen kunnen in het Zuiden nog steeds niet naar school gaan omdat hun ouders het schoolgeld niet kunnen betalen, omdat ze mee moeten helpen in het huishouden of omdat ze een bijdrage moeten leveren aan het gezinsinkomen. Kinderen in vluchtelingenkampen hebben vaak ook geen toegang tot onderwijs. Toch is er al wat vooruitgang geboekt, voortaan hebben Indiase kinderen tussen de 6 en de 14 jaar recht op gratis onderwijs, ongeacht hun sociale status of geslacht.
Kinderarbeid Geschat wordt dat er wereldwijd ongeveer 250 miljoen kinderen tussen de 5 en 17 jaar werken. Verplicht en toegankelijk basisonderwijs is een belangrijk middel in de strijd tegen kinderarbeid. Het geeft kinderen de kans om zich verder te ontwikkelen waardoor hun kansen in het leven toenemen. Dit komt uiteindelijk de hele maatschappij ten goede.
Meer scholen Met flexibele schooltijden kan tegemoet worden gekomen aan de bijdrage die kinderen thuis moeten leveren. Een andere concrete oplossing is het bouwen van meer scholen om de afstand die kinderen naar school af moeten leggen te verkleinen. Daarnaast is het belangrijk dat schoolgeld en boeken voor iedereen betaalbaar worden.
8
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
In 2015 hebben alle vrouwen en mannen gelijke rechten Formeel gezien hebben mannen en vrouwen dezelfde rechten. Dit is vastgelegd in internationale mensenrechtenverdragen. In de praktijk blijkt dit echter niet voldoende om discriminatie van vrouwen tegen te gaan.
Trouwen Zo gaan er in veel landen minder meisjes naar school dan jongens. In 2005 moest deze achterstand al ingehaald zijn, maar dat is maar in een paar landen gelukt. Meisjes worden vaak niet naar school gestuurd omdat de ouders dit niet nuttig vinden. Ze gaan ervan uit dat het niet nodig is omdat ze later toch zullen trouwen en kinderen krijgen. Een andere reden om meisjes thuis te houden is omdat ze mee moeten helpen in het huishouden.
De loonkloof In 2010 verdienen vrouwen nog steeds minder dan mannen. Om in 2009 te verdienen wat een man verdiende, moesten vrouwen 23% langer werken, dus tot 26 maart 2010. Vrouwen werken dus in 2010 ongeveer 3 maanden gratis. Deze loonongelijkheid tussen vrouwen en mannen moet worden aangepakt. We moeten immers investeren in gelijkheid. Niet door mannenlonen naar beneden te halen, wel door de maatschappij en de arbeidsmarkt genderbewust te reorganiseren.
In 2015 is kindersterfte sterk afgenomen Het sterftecijfer van kinderen onder de 5 jaar moet ten opzichte van 1990 met twee derde worden teruggebracht. Wereldwijd sterven ruim 10 miljoen kinderen voor hun vijfde levensjaar. In Afrika is dat ongeveer 1 op de 5 kinderen.
Voorkomen en genezen De hoge kindersterfte in Afrika en andere ontwikkelingslanden heeft verschillende oorzaken. Nog steeds overlijden veel kinderen aan ziektes die voorkomen of genezen hadden kunnen worden, zoals diarree, mazelen, longontsteking en malaria. Toegang tot medicijnen, vaccinaties en goede gezondheidszorg is noodzakelijk om deze ziektes te helpen bestrijden.
Preventie en medicijnen Een andere ziekte die veel kinderen treft is aids. Veel kinderen worden via de moeder besmet met het hivvirus. Terwijl in westerse landen al aidsremmers beschikbaar zijn om de gevolgen van de ziekte af te remmen, zijn deze medicijnen voor de meeste mensen in ontwikkelingslanden onbetaalbaar. Naast toegang tot medicijnen en gezondheidszorg zijn preventie en voorlichting van groot belang in de strijd tegen aids.
In 2015 sterven er minder vrouwen door zwangerschap De moedersterfte bij de bevalling moet met driekwart verlagen ten opzichte van 1990. Jaarlijks overlijden meer dan een half miljoen vrouwen aan de gevolgen van hun zwangerschap. In de Millenniumdoelstellingen is vastgelegd dat moedersterfte in 2015 met driekwart moet zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Om dit te kunnen realiseren is het essentieel dat een vrouw zelf kan beslissen over haar eigen seksualiteit en het al dan niet krijgen van kinderen.
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
9
Gelijke rechten Illegale en gevaarlijke abortussen zijn een belangrijke oorzaak van de hoge moedersterfte. Beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen en veilige abortus zijn daarom van levensbelang. Daarom kan het terugdringen van moedersterfte alleen gerealiseerd worden in combinatie met de derde Millenniumdoelstelling, de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen.
Professionele hulp Behalve aan de gevolgen van abortus sterven veel moeders aan complicaties tijdens of na de bevalling. Bloedingen, infecties en een hoge bloeddruk zijn veel voorkomende doodsoorzaken die met goede medische hulp en kraamzorg voorkomen kunnen worden. We streven er daarom naar dat in 2015 90% van alle bevallingen met professionele hulp plaatsvindt.
In 2015 is de verspreiding van ziektes als aids en malaria gestopt Wereldwijd zijn er 39 miljoen mensen besmet met het HIV/aidsvirus. Het grootste deel daarvan, 25 miljoen mensen, leeft in Sub Sahara Afrika. In deze regio is aids de belangrijkste doodsoorzaak. Een andere veel voorkomende doodsoorzaak in Afrika is malaria. Van de 1 miljoen slachtoffers per jaar woont 90% in Afrika.
Aidswezen Aids en malaria zijn meer dan gezondheidsproblemen. Meer dan 15 miljoen Afrikaanse kinderen hebben door aids een of beide ouders verloren. De negatieve gevolgen voor de maatschappij en de economische ontwikkeling van de getroffen landen zijn enorm.
Betaalbare medicijnen In deze Millenniumdoelstelling is vastgelegd dat regeringsleiders zich zullen inzetten om verdere verspreiding van deze ziekten tegen te gaan. Om deze doelstelling te realiseren zijn medicijnen van levensbelang. Bestaande medicijnen zijn voor de meeste mensen in Afrika onbetaalbaar. Hierdoor sterven onnodig miljoenen mensen.
Condooms Dagelijks worden wereldwijd 14.000 nieuwe mensen geïnfecteerd door het hiv-virus. Om dit te voorkomen zijn goede voorlichting en beschikbaarheid van condooms noodzakelijk.
In 2015 leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu. Een duurzaam milieu garanderen Duurzame ontwikkeling en het keren van het verlies aan natuurlijke hulpbronnen moet in elk beleid en in alle programma’s van regeringen terug te vinden zijn. Het percentage mensen zonder toegang tot veilig drinkwater en goede sanitaire voorzieningen moet gehalveerd worden ten opzichte van 1990. De levensomstandigheden van 100 miljoen krottenwijkbewoners moeten in 2020 significant verbeterd zijn.
Ziek door vuil water Voldoende en zuiver drinkwater ligt aan de basis van een goede gezondheid. Wereldwijd hebben meer dan een miljard mensen echter niet genoeg zuiver drinkwater tot hun beschikking. Dit zorgt voor ernstige gezondheidsproblemen, zoals uitdroging en infecties. Jaarlijks overlijden er ongeveer 5 miljoen mensen aan ziekten die het gevolg zijn van vervuild drinkwater. In de zevende Millenniumdoelstelling is daarom vastgelegd dat het aantal mensen zonder toegang tot veilig drinkwater in 2015 gehalveerd moet zijn ten opzichte van 1990.
10
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Schone omgeving Armoedebestrijding gaat hand in hand met milieubescherming. Luchtvervuiling, ontbossing en uitputting van landbouwgrond zijn directe bedreigingen voor de levensomstandigheden en gezondheid van mensen. Een duurzaam milieubeleid is daarom van levensbelang.
Minder mensen in sloppenwijken Wereldwijd leven ongeveer 900 miljoen mensen in sloppenwijken. In de zevende Millenniumdoelstelling is vastgelegd dat het aantal mensen dat in sloppenwijken woont omlaag moet, en dat de levensomstandigheden van de bewoners van krottenwijken verbeterd worden.
In 2015 is er meer eerlijke handel, schuldenverlichting en een mondiaal samenwerkingsverband voor ontwikkeling. De eerste 7 Millenniumdoelstellingen gaan over het verbeteren van de situatie in ontwikkelingslanden. De achtste Millenniumdoelstelling gaat over wat de rijke landen moeten doen of veranderen om de andere Millenniumdoelstellingen te kunnen realiseren. Namelijk: aa Een verhoging van de ontwikkelingshulp tot de afgesproken norm van 0,7 procent van het BNI. aa Een open en eerlijk handels- en financieel systeem. aa Een oplossing voor het schuldenvraagstuk. aa Een overdracht van nieuwe technologieën
‘Belofte maakt schuld’ Om de Millenniumdoelstellingen te kunnen realiseren moeten rijke landen zorgen dat hun beleid op andere terreinen geen tegengesteld effect heeft. Ook is het belangrijk dat alle rijke landen zich houden aan de 0,7% norm die de Verenigde Naties hebben afgesproken. Dit betekent dat ieder land minstens 0,7% van het Bruto Nationaal Inkomen uitgeeft aan ontwikkelingssamenwerking. Helaas zijn er maar weinig landen die zich aan deze afspraak houden.
Eerlijke kans De liberalisering van de wereldmarkt heeft grote gevolgen voor lokale economieën. Handelsbarrières belemmeren in sommige gevallen de toegang van ontwikkelingslanden tot westerse markten. Om een gezonde en duurzame economie op te kunnen bouwen moeten ontwikkelingslanden een eerlijke kans krijgen. Een eerlijk handelssysteem is daarom onderdeel van de achtste Millenniumdoelstelling.
Torenhoge schulden In de achtste Millenniumdoelstelling is ook vastgelegd dat er een oplossing moet komen voor de schuldencrisis. In een groot aantal arme landen wordt de economische en sociale ontwikkeling in de weg gestaan door torenhoge schulden. Deze landen hebben geld geleend van rijke landen, banken en internationale instellingen om grote projecten te kunnen realiseren. De aflossing van deze schulden drukt zwaar op het budget van ontwikkelingslanden. Hierdoor blijft er niet voldoende geld over voor noodzakelijke investeringen in bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. De ontwikkelde landen hebben al verschillende keren beloofd om de schulden te verminderen of hier werk van te maken. Belofte maakt schuld!
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
11
8. Quiz De Millenniumdoelstellingen en CentraalAfrika ( Burundi, DRCongo en Rwanda)
De leerlingen blijven in hun groep zitten. Elk groepje vertegenwoordigt nu een land uit Centraal-Arika, namelijk Burundi, DRCongo en Rwanda. De quiz is opgebouwd uit 8 rondes, per Millenniumdoelstelling. Om de vragen te kunnen beantwoorden mogen de leerlingen gebruik maken van de ‘landenfiches’ en de ‘Millenniumdoelstellingenfiches’ van hun land.
· Voor je aan de quiz begint deel je de ‘landenfiches’ en de ‘Millenniumdoelstellingenfiches’ van hun land uit en geef je de leerlingen even de tijd om ze aandachtig door te nemen. Zet vooraan 1 stoel centraal in de klas. Zorg dat de afstand van de 3 groepen tot die ene stoel gelijk is. In de bijlage vind je 3 thermometers, één per land. Op de thermometers zie je dat één kolom is ingevuld, namelijk die van België, je gebruikt deze als referentie. Deel deze uit aan desbetreffende groepen. Geef, net voor de start van de quiz, elke groep een woordzoeker. Knip vervolgens de quizprijzen, of woorden van de woordzoeker uit zodat u deze aan de groepjes kan geven die juist antwoorden.
" Lesdoelstellingen D3 – D5 – D7
¢
20 minuten
Dit is maar 2,5 minuten per vraag. Hou het tempo dus hoog!
ç
Als leerkracht ben jij de quizmaster. De vragen, 1 per Millenniumdoestelling, vind je hieronder. Wanneer een groepje het antwoord weet komt 1 leerling van het groepje naar voor en neemt zo snel mogelijk plaats op de stoel. Degene die eerst op de stoel zit, geeft het antwoord en vult dit in op de thermometer van hun land naast de desbetreffende Millenniumdoelstelling. Dit is meestal een cijfer. Indien het groepje een fout antwoord geeft, krijgen de andere groepen de kans om een juist antwoord voor hun land te geven. Pas op: het is de bedoeling dat je als quizmaster ook de gegevens van alle 3 de landen geeft opdat zij het ook kunnen invullen op hun thermometer. Opgelet een antwoord is pas geldig als de persoon op de stoel zit. De groep die als eerste een juist antwoord geeft, krijgt een woord dat ze kunnen invullen op een woordzoeker. Na de quiz heb je een stand van zaken van de Millenniumdoelstellingen per land. De groep die als eerste het juiste woord op de woordzoeker vindt, is gewonnen.
Quizvragen Methodiek
Quiz
1
· Materiaal aa Quizvragen (zie hieronder) aa Stoel, deze wordt vooraan centraal in de klas geplaatst aa Thermometers, 1 per land ( zie bijlage 8) aa De landenfiches, 1 per land (zie bijlage 6) aa De Millenniumdoelstellingenfiches, 1 per land ( zie bijlage 7) aa De woordzoeker, 1 per groep (zie bijlage 9) aa De quizprijzen (zie bijlage 10)
12
Vandaag leven 1,4 miljard mensen van minder dan 1,25 $ per dag. De VN stelde 1,25 $ als grens voor extreme armoede. Wie het met minder dan 2 $ per dag moet stellen is nog steeds arm, volgens de VN. De groep mensen die vandaag in extreme armoede leeft, daalde sinds 1990 van 1,8 miljard naar 1,4 miljard. Maar erg onrustwekkend is de groeiende groep mensen die het met 2 $ moet stellen!
Hoeveel procent van de bevolking van jullie land moet het stellen met minder dan 2 $? aa aa aa aa
In Burundi leeft 93,4 % van de bevolking van minder dan 2 $ per dag In Rwanda leeft 90,3 % van de bevolking van minder dan 2 $ per dag In DRCongo leeft 79,5 % van de bevolking van minder dan 2 $ per dag In België leeft iemand in armoede wanneer die moet rondkomen met minder dan 38 $ per dag
De daling in cijfers van extreme armoede is te danken aan de goede resultaten van China. China zorgde voor een stuk voor de globale vooruitgang door 475 miljoen mensen uit de armoede weg te halen. In de rest van de wereld kwamen er 35 miljoen extreme armen bij. In Afrika is de armoede weer in opgang zowel in aantallen als in deel van de bevolking. Het continent telde 100 miljoen armen meer dan in 1990. Meer dan 50% van de mensen blijft er onder de armoedegrens.
i
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
2
In 2007 konden 88 % van alle kinderen naar de lagere school. Voor Centraal Afrika is dat 74 % van de kinderen. Nog steeds gaan minder meisjes naar school en de laatste jaren is er zelfs een achteruitgang vast te stellen. De belangrijkste redenen zijn dat meisjes al vroeg op het land meewerken en door de toenemende armoede er geen schoolgeld betaald kan worden. Meisjes worden ook sneller thuis gehouden voor huishoudelijk werk, om op broertjes en zusjes te letten,… Maar wie op de lagere school zit, kan daarom nog niet lezen en schrijven! Overvolle klassen en slecht betaalde leerkrachten zorgen niet altijd voor kwalitieit.
Hoeveel leerlingen zitten gemiddeld in de klas op de lagere school? aa In Burundi zitten er in de lagere school gemiddeld 52 kinderen in de klas aa In DRCongo zitten er in de lagere school gemiddeld 38 kinderen in de klas aa In Rwanda zitten er in de lagere school gemiddeld 69 kinderen in de klas Dit zijn natuurlijk geen effectieve cijfers. In België komen we op een gemiddelde van 11 leerlingen per klas in het basisonderwijs. In realiteit zitten wij met meer leerlingen in de klas. We komen aan een gemiddelde van 11 leerlingen per klas als wij alle zorgleerkrachten, directie, administratieve ondersteuning… meerekenen.
i
3
Volgens artikel 2 van de UVRM (Universele Verklaring van de Rechten van de Mens) gelden alle mensenrechten voor iedereen, ongeacht of je jong of oud, man of vrouw bent, welke huidskleur je hebt, welke godsdienst je belijdt of welke taal je spreekt. Hoewel deze verklaring is aangenomen door de Algemene vergadering van de Verenigde Naties en dus door vrijwel elk internationaal erkend en onafhankelijk land, worden vele artikels toch met de voeten getreden. Ook artikel 2 en meer bepaald de gelijkheid tussen man en vrouw is in vele landen een heikel punt. Acties zoals EPD (equal pay day) proberen deze thema’s jaarlijks terug onder de aandacht te brengen. Maar ook in beleidsorganen is er nog geen gelijkheid tussen man en vrouw.
Hoeveel procent van de parlementariërs zijn vrouwen? aa In Burundi is 31% van alle parlementsleden een vrouw. aa In DRCongo bestaat 8% van alle parlementsleden uit vrouwen. aa In Rwanda zijn maar liefst 56% van alle parlementsleden vrouw. In België zijn slechts 35% van alle parlementsleden vrouw. Een verbluffend cijfer als je weet dat in België in 1994 een eerste wet inzake quota voor vrouwen werd aangenomen. Deze wet bepaalde dat kieslijsten niet meer dan twee derde kandidaten van hetzelfde geslacht mogen bevatten. Indien toch, dan wordt de lijst verworpen. In 2002 werd deze quotawet zelfs versterkt. Sinds de kieswet is het verplicht voor politieke partijen om een gelijk aantal mannelijke en vrouwelijke kandidaten voor te dragen. Meer zelfs, op de eerste twee plaatsen van de lijst moeten kandidaten van een verschillend geslacht staan. Deze maatregelen hebben ertoe geleid dat elke nieuwe regering en elk nieuw parlement meer vrouwen telt. Een evenredige vertegenwoordiging, die het aantal vrouwen in de maatschappij weerspiegelt, werd echter nog niet bereikt. Dus niet alleen Burundi en DRCongo moeten een tandje bijsteken op vlak van gendergelijkheid in het parlement, ook België heeft nog heel wat werk aan de winkel.
i
4
Wie het ongeluk heeft geboren te worden aan de andere kant van de wereldbol, ziet z’n levensverwachting met jaren verschrompelen. In België word je als meisje gemiddeld 80 jaar, als jongen 76. De gemiddelde levensverwachting in het Noorden wordt met de jaren hoger. Dit is mogelijk door een goede gezondheidszorg, gezonde en gevarieerde voeding en comfortabele leefomstandigheden. Maar vooral de eerste 5 levensjaren van kinderen zijn cruciaal voor een lang en gezond leven later. In 2008 overleden 8,8 miljoen kinderen voor de leeftijd van 5 jaar.
Hoeveel procent van de kinderen van jouw land halen hun 5de levensjaar niet? aa In Burundi wordt 1 kind op 5 nooit ouder dan 5 jaar. aa In DRCongo wordt 1 kind op 6 nooit ouder dan 5 jaar. aa In Rwanda wordt 1 kind op 5 nooit ouder dan 5 jaar.
i
In België sterft 1 kind op 200 voor z’n 5e levensjaar.
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
13
5
De belofte om wereldwijde moedersterfte te beperken, gaat veel te traag vooruit. Het streefcijfer om tegen 2015 slechts (!) 120 sterfgevallen op de 100 000 te tolereren, zal nooit worden gehaald. Zoals bijna alle Millenniumdoelstellingen die specifiek vrouwen aanbelangen, wordt rond moedersterfte het minst vooruitgang geboekt.
Hoeveel moeders uit jouw land zullen hun kind nooit zien opgroeien? aa In Burundi laat 11 op 1000 vrouwen het leven bij de geboorte van hun kind aa In DRCongo is het even slecht gesteld: 11 op 1000 vrouwen zien nooit hun kind opgroeien aa In Rwanda is het nog slechter gesteld met: 13 vrouwen op de 1000 In België sterven er slechts 8 vrouwen op de 100 000. Wereldwijd is nog onvoldoende geïnvesteerd in gezondheid voor vrouwen en kinderen. Hoewel de cijfers van moedersterfte te vergelijken zijn met 4 neerstortende Boeings per dag, is er weinig aandacht voor deze stille ramp. Om Millenniumdoelstelling 4, 5 en 6 te bereiken, zouden we 5 maal zoveel moeten spenderen aan gezondheidsinfrastructuur, water en sanitaire voorzieningen. Vooral de armste landen kunnen dit niet opbrengen.
i
Geld en technische steun zijn echter niet genoeg, er moet ook aandacht besteed worden aan de ‘reproductieve gezondheidszorg’ (de vrijheid en middelen om al dan niet kinderen te krijgen, om te kiezen hoeveel kinderen ze eventueel willen en wanneer ze die willen). Zonder verbetering van de positie van vrouwen en zonder toegang tot voorbehoedsmiddelen en voorlichting, waardoor de behoefte aan abortus daalt, zal moedersterfte nooit kunnen teruglopen. Het aantal kinderen per vrouw ligt zeer hoog in Centraal-Afrika: aa Burundi: 6,8 per vrouw aa DRCongo: 6,7 per vrouw aa Rwanda: 6 per vrouw In België ligt dit een heel stuk lager, namelijk 1,6 per vrouw.
6
HIV/aids, malaria en tuberculose zijn ziektes van armoede. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie leven er 9,7 miljoen aidspatiënten in het Zuiden. Slechts 1 derde van hen krijgt medicatie en wordt behandeld. HIV/Aids heeft een enorme economische en sociale impact op de bevolking. In Centraal-Afrika is de situatie minder dramatisch dan in Zuid-Afrika. En toch.
Hoeveel mensen sterven er in jouw land per 100 000 aan HIV/aids? aa In Burundi sterven er gemiddeld 172 op 100 000 mensen aan HIV/aids. aa In DRCongo sterven er gemiddeld 156 op 100 000 mensen aan HIV/aids. aa In Rwanda sterven er gemiddeld 232 op 100 000 mensen aan HIV/aids.
7
Proper water!!! Ons leidingwater is drinkbaar, van zéér hoge kwaliteit en bijzonder goedkoop! (volgens Test Aankoop kost ons drinkwater maar 1€ per gezin per jaar, 2009 ). Leidingwater wordt permanent gecontoleerd en toch kiezen we nog vaak voor water uit flessen. Het leeuwendeel van ons verbruik van drinkbaar water gaat naar douches en baden, koken, de tuin besproeien, het toilet doorspoelen, de auto wassen,... In Centraal-Afrika is drinkbaar water uit de kraan nog steeds een luxe.
Hoeveel procent van de bevolking van jouw land heeft toegang tot drinkbaar water? aa In Burundi heeft maar 71 % van de ganse bevolking toegang tot drinkbaar water. aa In DRCongo heeft slecht 46% toegang tot drinkbaar water. aa In Rwanda heeft 65% toegang tot drinkbaar water.
14
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
8
Woordzoeker
g e n d e h o n d e r d e e n e n n e g e n h o k i n d e r s t d s j k m z w a n g e r s c h a o n g e l
i
p a r t n e r s c h a p
a r t i c i p a t i e c h t i g r i c h e l
g e f n h o i a
r t k u o d r
e w a t e r l d e n b e r g l g e l d i a
9. Landbouwverhalen in Burundi, DRCongo en Rwanda
· Verzamel de 12 landbouwverhalen (bijlage 11) en plooi ze zodat ze kunnen rechtstaan met de foto aan de ene kant en de getuigenis aan de andere kant. Deel de getuigenissen uit zodat elke groep 4 getuigenissen heeft van zijn land (respectievelijk Burundi, DRCongo en Rwanda).
A) Dit zijn allemaal getuigenissen van mensen die in de agrarische sector werken. Zij kaarten een aantal problemen aan die zij ondervinden in hun dagdagelijks leven. De groepjes krijgen de opdracht per getuigenis twee vragen te beantwoorden: aa Welke problemen ondervinden deze mensen op vlak van landbouw? aa Zie je hier mogelijke oplossingen voor hun problemen? En waar kan/moet volgens jou de overheid tussenkomen om deze mensen een betere toekomst te geven.
" Lesdoelstellingen D7 – D8 – D9 - D11 – D13 - D14
Doordat de leerlingen per groep de problemen, die deze mensen naar voor brengen, oplijsten krijgen ze een overzicht van de voornaamste problemen op vlak van landbouw in hun land. Deze problemen maken duidelijk waarom de mensen van hun land er niet in slagen om zich, op hun eentje, een weg uit de armoede te banen. En waarom de overheid een belangrijke factor is om dit te verwezenlijken. B) Klassikale voorstelling van de getuigenissen per land.
†
30 minuten
ç
Methodiek
Als beide vragen opgelost zijn, krijgen ze de kans hun land voor te stellen aan de Complementair groepswerk hand van de getuigenissen, de landenfiches en de Millenniumdoelstellingenfiches. Op die manier krijgen ze een globaal zicht op de situatie in Centraal-Afrika. Meer bepaald de problemen waar mensen werkzaam in de agrarische sector mee te maMateriaal ken hebben en hoe deze kunnen opgelost worden. aa Landenfiches (bijlage 6)
·
aa Millenniumdoelstellingenfiches (bijlage 7) aa Landbouwverhalen (bijlage 11)
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
15
10. Campagne affiche en DVD: Landbouw als hefboom om de eerste Millenniumdoelstelling te halen in Centraal-Afrika A) Campagne rap Bekijk de rap op de campagne DVD (drie minuten). Geef de leerlingen de opdracht goed te luisteren en kijken.
ç
Enkele sleutelwoorden uit de tekst die je kunnen helpen bij de nabespreking:
i
Afrika heeft een probleem! Millenniumdoestelling nummer 1. Nog 5 jaar tijd om de honger te halveren Dat moete gij maar eens proberen. Niemand alleen die kan da, Ook niet in Congo, Burundi of Rwanda Maar iedereen is wel akkoord: Landbouw is het sleutelwoord. Kan da ni wa rapper laat het eens vooruit gaan want de landbouw moet bovenaan de lijst staan. Het is niet de bedoeling hier heel diep op in te gaan. Bij de bespreking van de campagne-affiche wordt nog uitgeweid over het campagnethema.
D3 – D5 – D8
¡ ç
B) Campagne affiche ‘Afrika gaat niet snel genoeg vooruit’
· ç
Methodiek
aa Wat roept dit beeld bij jullie op? aa Welke elementen zie je op de affiche?
Bespreken van de campagne- affiche
Het beeld van de campagne-affiche:
Onderwijsleergesprek en doceren
De betekenis van de campagne-affiche:
Materiaal aa Campagne affiche (zie bijlage) aa Campagne DVD met de campagne rap
16
Met deze campagne wil 11.11.11 de aandacht vestigen op het feit dat het heel moeilijk is voor landbouwers in CentraalAfrika om vooruit te gaan. Hoe hard men ook zijn best doet, met zo een dobbelsteen kan men alleen maar hele kleine stapjes vooruit zetten omdat er veel beperkingen zijn (deze elementen kwamen ook tot uiting in de getuigenissen): Geen landbouwbeleid:
1. slechte infrastructuur (slechte wegen, geen vervoersmiddelen,…) 2. geen verwerking of opslagplaatsen 3. geen degelijk zaaigoed en degelijke meststoffen ter beschikking 4. geen steun van de ministers 5. ... Niet genoeg middelen:
70–90% van de mensen in CentraalAfrika zijn afhankelijk van de landbouw. Toch wordt er maar een heel klein percentage van het budget van een land geïnvesteerd in landbouw. Zolang de overheden zo weinig belang hechten aan de landbouw en er zo weinig geld voor overhebben, zal het voor de boeren moeilijk blijven om vooruit te geraken en uit de armoede te ontsnappen.
Hang de affiche vooraan op.
15 minuten
·
Antwoorden
Op de affiche staat een dobbelsteen met alleen maar 1-tjes én een spelbord of ganzenbord centraal.
Bespreken van de campagne-rap:
aa Waarover ging de rap? Wat vertelt de zanger in deze rap?
" Lesdoelstellingen
i
aa Wat kunnen die elementen betekenen? aa Als je terugdenkt aan de landenfiches, de campagne rap en de getuigenissen: wat zou 11.11.11 dan willen zeggen met deze affiche?
Armoede, verleden tijd?
Uit het groepswerk in opdracht 2 leren we dat de Millenniumdoelstellingen nog helemaal niet behaald zijn en de landen in Centraal-Afrika achterop hinken. De armoede blijft er stijgen. Maar om uit die armoede te geraken is investeren in landbouw en plattelandsontwikkeling heel belangrijk. Op die manier kan de eerste Millenniumdoelstelling, armoede en honger halveren, behaald worden. En het behalen van de eerste Millenniumdoelstelling is noodzakelijk om alle andere Millenniumdoelstellingen te behalen.
3de graad secundair
11. En actie…. Wat kunnen wij doen? Overtuig onze politici! Op vier fronten tegelijk worden de eisen naar voor geschoven: in Burundi, DR Congo, Rwanda en in België. Wij nemen België voor onze rekening en zullen de eisen aankaarten bij de Belgische regering en op Europees niveau via het lobbywerk rond het Europese voorzitterschap. Maar hoe kunnen we dit het best aanpakken? Simpel: we vertalen de boodschap van de campagne en de eisen in een ‘open brief’ aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking (je vindt die open brief in bijlage 11). Maar het wordt niet zomaar een open brief. Eind november of begin december trekken we met een gigantische open brief naar onze minister van Ontwikkelingssamenwerking. Hij zal er niet naast kunnen kijken, want de brief wordt zo groot als een voetbalveld! De letters worden gemaakt door 11.11.11-vrijwilligers. Maar ook met je klas kan je je stem laten horen Een brief is geen brief zonder een handtekening onder. Laat daarom elke jongere zijn of haar handtekening plaatsen op een A4’tje met een (dikke, zwarte) stift. Laat ze creatief zijn! Zijn er graffiti kunstenaars, laat ze hun talent gebruiken om hun handtekening te verzilveren in graffiti-stijl. Of vinden ze de computer de beste uitvinding van de eeuw, laat ze dan gaan met programma’s als paint, photoshop, powerpoint,…. Op die manier kunnen niet enkel geëngageerde vrijwilligers aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking hun stem laten horen, ook leerlingen van het secundair onderwijs kunnen gewicht in de schaal leggen. Stuur de handtekeningen van de hele klas op naar:
Het nationaal secretariaat van 11.11.11 in Brussel (zie envelop in bijlage). Meer weten? www.11.be/11 of 11.11.11 in je provincie of gemeente
De eisen Algemene eisen: aa Investeren in landbouw en plattelandsontwikkeling is in Centraal-Afrika de belangrijkste hefboom om armoede en honger te bestrijden. aa Hou rekening met de inbreng van organisaties van boeren en boerinnen voor het opstellen van een beleid. Eisen ten aanzien van de Belgische regering: aa 15% van het totale budget ontwikkelingssamenwerking moet gaan naar de ontwikkeling van duurzame landbouw. aa De steun mag niet gaan naar eender welke landbouw, maar naar programma’s die een duurzame impact hebben op de voedselproductie en op de voedselzekerheid (bijvoorbeeld een betere toegang tot landbouwgrond voor vrouwen, aanleg van wegen om transport naar markten mogelijk te maken, verbeteren van de landbouwgrond,…). aa België moet dit beleid zelf concretiseren maar ook propageren binnen de EuroLesdoelstellingen pese Unie. D10 – D12 Eisen ten aanzien van de Europese Unie: aa De Europese Unie moet raadplegingen organiseren in samenspraak met de overheid in het ontvangende land om de inspraak van boerenorganisaties en organisaties van de lokale gemeenschappen te verzekeren. 10 minuten aa De Europese Unie moet meer hulp bieden aan de landbouw in het zuiden. Eisen van de partners in Centraal-Afrika ten aanzien van hun overheden aa De regeringen moeten minstens 10% van hun budgetten besteden aan landbouw en plattelandsontwikkeling. Materiaal aa De regering moet een goed landbouwbeleid uitwerken. aa Open brief (bijlage 12)
" ¢
·
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
17
12. Bijlagen Bijlage 1: Eindtermen Vakgebonden eindtermen Aardrijkskunde 2 met een voorbeeld aantonen dat een afbeelding of kaart een gecodeerde voorstelling is van de werkelijkheid. 10 productie en consumptie van voedsel en hulpbronnen in relatie brengen met demografische evolutie en welvaartsniveau in het kader van een duurzame ontwikkeling. 11 zowel verschuivingen van industrie of tertiaire activiteiten als demografische migraties met voorbeelden illustreren en dit in verband brengen met sociaal-economische of politieke factoren. 12 stad, platteland, verstedelijking en mobiliteit morfologisch en functioneel typeren en verklaren.
Geschiedenis
Kennis, inzicht en vaardigheden i.v.m. de bestudeerde samenlevingen uit de 19de en 20ste eeuw 5 de leerlingen passen de begrippen beschaving, moderniteit en mondialisering/ globalisering toe op de westerse samenleving en op een andere samenleving. 6 de leerlingen analyseren fundamentele conflicten en breuklijnen waarmee samenlevingen worden geconfronteerd.
Kennis, inzicht en vaardigheden i.v.m. de integratie tussen het historisch referentiekader en de bestudeerde samenlevingen uit de 19de en 20ste eeuw 11 de leerlingen tonen aan dat ideologieën, mentaliteiten, waardestelsels en wereldbeschouwingen invloed uitoefenen op samenlevingen, menselijke gedragingen en beeldvorming over het verleden.
6 de leerlingen zijn bereid om: aa een onbevooroordeelde luisterhouding aan te nemen; aa een ander te laten uitspreken; aa te reflecteren over hun eigen luisterhouding; aa het beluisterde te toetsen aan eigen kennis en inzichten. 11 De leerlingen zijn binnen de gepaste communicatiesituaties bereid om: aa te spreken; aa algemeen Nederlands te spreken; aa een kritische houding aan te nemen tegenover hun eigen spreek- en gespreksgedrag. 17 De leerlingen kunnen een leesstrategie kiezen naargelang van hun leesdoel en tekstsoort, en ze toepassen (oriënterend, zoekend, globaal en intensief). 18 De leerlingen zijn bereid om: aa te lezen; aa lezend informatie te verzamelen over een bepaald onderwerp; aa de verkregen informatie aan eigen kennis en inzicht te toetsen en te vergelijken met informatie uit andere bronnen; aa te reflecteren over inhoud en vorm van de teksten; aa hun persoonlijk oordeel over bepaalde teksten te formuleren, in vraag te stellen en eventueel te herzien.
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) Eindtermen uit de gemeenschappelijke stam
Communicatief vermogen 1 brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in de praktijk;
Nederlands
Doorzettingsvermogen
1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen door een bekende volwassene m.b.t. een leerstofonderdeel bestemd voor bekende leeftijdgenoten en ze kunnen die schriftelijk weergeven (cf. schrijven).
4 blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven;
Empathie 5 houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen;
Bijlage 1: Eindtermen 18
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Exploreren 8 benutten leerkansen in diverse situaties;
Flexibiliteit 9 zijn berid zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden;
Initiatief 10 engageren zich spontaan;
Kritisch denken 11 kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen aan de hand van relevante criteria; 12 zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken; 13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken;
Open constructieve houding 16 houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld;
Context 6: Socio-economische samenleving 1 leggen met voorbeelden uit hoe welvaart wordt gecreëerd en hoe een overheid inkomsten verwerft en aanwendt; 2 toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart; 3 zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld; 8 geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Context 7: Socio-culturele samenleving 1 beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen; 2 gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen; 3 illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit;
Eindtermen uit Leren leren
Eindtermen uit de contexten Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling 2 herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid; 4 zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren;
Context 5: Politiek-juridische samenleving 3 tonen het belang en dynamisch karakter van mensen- en kinderrechten 4 zetten zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en de rechten van anderen; 5 tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid; 6 erkennen de rol van controle en evenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in ons democratisch bestel; 9 toetsen het samenleven in ons democratisch bestel aan het samenleven onder andere regeringsvormen; 12 tonen het belang aan van internationale organisties en instellingen; 13 geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt.
Opvattingen over leren 2 De leerlingen kiezen hun leerstrategieën gericht met het oog op te bereiken doelen.
Informatieverwerking 4 De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverschrijdend en in verschillende situaties functioneel toepassen 5 De leerlingen kunnen informatie samenvatten.
Regulering van het leerproces 11 De leerlingen kunnen het eigen aandeel in slagen en mislukken inschatten. 12 De leerlingen erkennen de invloed van hun interesses en waarden op hun motivatie.
Bijlage 1: Eindtermen Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
19
Bijlage 2: Woordenboek
0.7% 0,7 is hét cijfer dat de rijkste landen sinds 1970 beloofden te besteden om ontwikkeling in het Zuiden te realiseren. Het gaat om 0,7 % van hun jaarlijks BNI of Bruto Nationaal Inkomen. Om de Millenniumdoelstellingen te halen is er wereldwijd veel geld nodig, dat is duidelijk. De Belgische 0,7-bijdrage is daarom een must. De Belgische overheid maakt zich trouwens al jaren sterk dat het die 0,7 % haalt, maar bracht het niet verder dan 0,55 % in 2009. Vandaar dat de Noord-Zuidbeweging al jaren hamert op het nakomen van deze 0,7 %-belofte. Geld dat volgens 11.11.11 enkel mag gebruikt worden om initiatieven te ondersteunen die écht een bijdrage leveren aan de ontwikkeling in het Zuiden. BNI = Bruto Nationaal Inkomen Het Bruto Nationaal Inkomen is de waarde van àlle goederen en diensten die binnen 1 jaar, 1 land vervaardigt. Het is de som van alle lonen, winsten, rentes, huurgelden, pensioenbetalingen, inkomsten uit financiële transacties en inkomens verkregen in het buitenland. Equal Pay Day Op Equal Pay Day wordt de loonkloof tussen vrouwen en mannen aangekaart. Ondanks nationale wetgevingen en gemiddelde loonstijgingen, verdienen vrouwen nog steeds veel minder dan mannen. Soms gebeurt dat terwijl ze dezelfde job doen, maar te weinig opkomen voor zichzelf, vaak ook omdat ze een onderbroken loopbaan hebben omwille van kinderen. In België verdienen vrouwen per maand, gemiddeld een kwart minder dan mannen (bruto). Ze moeten met andere woorden dus 3 maanden extra werken om hetzelfde te verdienen als mannen. EPD wordt in België georganiseerd door de ABVV-vrouwen. (Extreme) armoede Armoede is in eerste plaats een gebrek aan inkomen. De VN stelt dat wie met 1,25 $ per dag moet rondkomen, extreem arm is. Je leeft in armoede als je het moet stellen met maximum 2 $ per dag. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat ze onvoldoende de welvaart verdeeld hebben. Een ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling.
Armoedebestrijding gaat hand in hand met het verwerven van politieke en economische macht. FAO of Wereldvoedselorganisatie De Food and Agriculture Organisation van de Verenigde Naties werd opgericht in 1945 en is de grootste internationale instelling die zich bezighoudt met het bestrijden van honger in de wereld: het optrekken van de voedingswaarde, het verbeteren van de landbouwproductiviteit, het verhogen van de levenskwaliteit van de plattelandsbevolking en het bijdragen tot de groei van de wereldeconomie. De FAO biedt alle staten een onafhankelijk forum waar ontwikkelde en ontwikkelingslanden een gelijke stem hebben in onderhandelingen met betrekking tot het te volgen beleid. De instelling vergaart en verspreidt kennis en info die ontwikkelingslanden en landen in een overgangsfase moeten toelaten hun agrarische sector te moderniseren en verbeteren. Handelsbarrières Handelsbarrières zijn voorwaarden van overheidswege die de handel tussen verschillende landen bemoeilijken. Deze handelsbelemmeringen gaan over import- en exporttarieven, belastingstarieven bij import of export, kwaliteitseisen bij in te voeren producten,….Handelsbarrières worden soms geassocieerd met protectionisme; een land kan overdreven kwaliteitseisen stellen zodat het voor het exporterende land onmogelijk wordt hieraan te voldoen. Handelsbarrières worden soms ook gebruikt om de eigen lokale markt te beschermen. hiv/aids De strijd tegen hiv/aids is ongetwijfeld dé grote uitdaging voor de eenentwintigste eeuw. In 2007 loopt het aantal aidsdoden en mensen met nieuwe besmettingen terug maar wereldwijd zijn nog steeds 33 miljoen met hiv besmet. Het grootste deel van van hen leeft in Afrika beneden de Sahara. 2 miljoen stierven in 2007 rechtstreeks aan de gevolgen van hiv/aids. Ook deze trend is ligt positief. Dankzij de ontwikkeling van antiretrovitrale geneesmiddelen, medicatie die ook in ontwikkelingslanden beter beschikbaar werden, blijven meer mensen met ais/hiv langer in leven. Liberalisering Van liberalisering is sprake als de overheid beperkingen om tot een bepaalde
Bijlage 2: Woordenboek 20
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
markt toe te treden opheft en dus concurrentie toestaat. Het rijke Noorden dringt echter al te agressief een vrijhandel op (liberalisering van de wereldmarkt), waarvan zwakke groepen in het Zuiden vaak schade ondervinden. Onbeperkte liberalisering is goed voor sterke spelers, maar prijst lokale boeren in het Zuiden uit de markt en remt de opkomst van lokale industrieën. Malaria Malaria is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door eencellige parasieten van het geslacht Plasmodium dat tot de Sporozoa behoort. De parasiet wordt op mensen overgebracht door malariamuggen. Jaarlijks overlijden ca. 1 miljoen mensen aan malaria, voor het overgrote deel in Afrika en voor het overgrote deel kinderen jonger dan 5. 20% van de kindersterfte in Afrika kan worden toegeschreven aan malaria. Zwangere vrouwen lopen een groot risico om te overlijden als gevolg van complicaties van malaria, maar ook bestaat het risico van spontane abortus of vroegtijdige geboorte. Er bestaat tevens het gevaar van bloedarmoede bij de vrouw met als gevolg baby’s met een te laag geboortegewicht Honger en ondervoeding Honger is een waarschuwingssignaal van het lichaam. Dit signaal wordt gegeven in reactie op een lege maag en een dalende bloedsuikerspiegel. Blijft de maag langere tijd leeg, dan blijft het signaal uit. Als het waarschuwingssignaal voor honger eenmaal is verdwenen en er sprake is van een lange periode van ontoereikende voeding gaat het lichaam anders functioneren om minder energie te verbruiken. De aanpassing van het lichaam resulteert in ondervoeding. Ondervoeding treedt dus op bij personen of dieren met een tekort aan essentiële voedingsstoffen en/of een tekort aan joules en voedingsstoffen. Omdat kinderen nog aan het groeien zijn, heeft voedselgebrek voor hen de ernstigste gevolgen. Bovendien zijn kinderen vatbaarder voor infecties. Schuldenlast / schuldenkwijtschelding Een van de grootste problemen van ontwikkelingslanden is de afbetaling van torenhoge schulden van leningen die ze vroeger aangingen met internationale instellingen (vb. IMF). Landen in Sub-Sahara-Afrika bijvoorbeeld moeten jaarlijks maar liefst tien miljard dollar afbetalen aan buitenlandse schuldeisers. Dat is vier keer zoveel als het budget dat ze aan onderwijs en gezondheidszorg spenderen. De roep om een vergaande
schuldkwijtschelding wordt in de internationale gemeenschap steeds sterker. Alleen op die manier kunnen de Millenniumdoelstellingen behaald worden. Tracasseries Tracasseries zijn pesterijen en afperspraktijken. Tuberculose Tuberculose is een zeer besmettelijke ziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie, de zogenaamde Kochbacil. De meest voorkomende vorm van deze ziekte is longtuberculose. Wanneer de afweer tekort schiet, treedt er weefselbeschadiging op. In dit stadium van tuberculose kunnen (vage) klachten ontstaan zoals moeheid, hoesten en gebrek aan eetlust. Zonder behandeling is het verloop van tuberculose ongunstig en zal de helft van de patiënten overlijden. Gelukkig is tuberculose goed te genezen met een kuur van verschillende antibiotica. Deze behandeling duurt minimaal 6 maanden en geneest ten minste 90% van de patiënten definitief. Universele Verklaring van Rechten van de Mens De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (10 december 1948) is volgens de VN het kroonjuweel in de organisatie van een veelomvattend internationaal rechtstelsel. Naast het gelijkheidsbeginsel (‘alle mensen zijn vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren’) bevat de verklaring de volgende rechten: 1. burgerrechten en politieke rechten (vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten) het recht op leven en onschendbaarheid van de persoon, het slavernijverbod, het folterverbod, het recht om erkend te worden als persoon, het recht op een eerlijk proces, het verbod op willekeurige arrestatie, het recht op privacy, het recht op bewegingsvrijheid, het recht om asiel te vragen, het recht op nationaliteit, het recht om te huwen, het recht op eigendom, het recht op vrije overtuiging, het recht op vrije meningsuiting, het recht op vereniging en vergadering en de politieke rechten. 2. economische, sociale en culturele rechten (vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten) het recht op sociale zekerheid, het recht op arbeid, het recht op vrije tijd, het recht op een behoorlijke levensstandaard, het recht op onderwijs, het recht op cultuur en het recht op een rechtvaardige maatschappelijke en internationale orde.
Vooral het laatste is de de bestaansrede van ontwikkelingsorganisaties VN In oktober 1945, vlak na de Tweede Wereldoorlog, richtten 51 landen de Verenigde Naties (VN) op. Het doel van deze intergouvernementele organisatie was de kersverse internationale vrede en veiligheid bewaren, de internationale relaties tussen landen verbeteren, de levensstandaard verbeteren en instrumenten ontwikkelen voor een internationaal rechtsysteem (zie ‘Verklaring van de rechten van de mens’). Vandaag telt de VN 192 lidstaten en is nog steeds actief op vlak van internationaal recht, mondiale vrede en veiligheid, mensenrechten, economische, sociale en culturele ontwikkeling en humanitaire aangelegenheden. Via gespecialiseerde onderorganisaties, agentschappen en programma’s (zoals UNDP, FAO, UNESCO, UNHCR, UNAIDS, …) regelmatige internationale vergaderingen, kan de VN mee groeien met de vraag naar een nieuwe methode van wereldwijde samenwerking. Voedselzekerheid Voedselzekerheid omvat de langetermijndoelstelling om de onzekerheid rond voedsel te vermijden voor elk individu van de samenleving. Die onzekerheid omvat niet alleen honger en het onvermogen om zelf voedsel te produceren of aan te kopen, maar ook het te kort aan grond, slecht fysieke omstandigheden of rampen veroorzaakt door mens en natuur,… In 1996, tijdens de Wereldvoedseltop te Rome, werd vastgelegd waaraan voedselzekerheid moet voldoen; er moet steeds voedsel beschikbaar zijn (zowel aan de productie- als aan de distributiekant), de toegang ertoe moet voor elk individu verzekerd zijn en het voedsel moet voldoende voedzaam zijn. Dat wil zeggen dat voedsel genoeg energie en noodzakelijke voedingselementen moet bevatten, de kwaliteit van het eten goed is en de voeding cultureel aanvaardbaar is voor de consumenten.
Bijlage 2: Woordenboek Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
21
Bijlage 3: Lectuur en links
Links: www.11.be/educatie
Portaal van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging – specifieke pagina’s met aanbod en info rond educatieve materialen
www.detijdloopt.be
Samenwerking van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging rond de Millenniumdoelstellingen
www.mdg15.net
Een internationaal scholenproject over de MDG’s
www.millenniumdoelen.nl/atlas Een interactieve site met een overzicht en een stand van zaken per Millenniumdoelstelling per land. http://www.un.org/millenniumgoals/ Website van de Verenigde Naties over de MDG’s www.makepovertyhistory.org De Britse campagne-website. www.oxfam.org
‘the W8, eight extraordinary women, one unique voice’, Een campagne van Oxfam International.
www.worldbank.org
De Wereldbank, een organisatie van de VN voor ontwikkelingssamenwerking
www.ipsnews.be
Internationaal persagentschap met de focus op milieu en ontwikkeling, mensenrechten, globalisering, …
Lectuur: aa MO* noordzuid CAHIER ‘2015: DE TIJD LOOPT’ (2005, 140 blz., € 5, via www.11.be/winkel) aa Landenreeks Congo (2001, 80 blz., € 10.40, via www.11.be/winkel) aa Landenreeks Rwanda (2004, 74 blz., € 10.40, via www.11.be/winkel) aa WORLD BANK, global monitoring report 2009. A development emergency. aa Interview Jan Vandemoortele, Congres van de Noord-Zuidbeweging “De toekomst begint”, 23 januari 2010, KVS Brussel (http://www.11.be/disclaimer/artikel/detail/jan_vandemoortele_toekomst_begint,108472)
Bijlage 3: Lectuur en links 22
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Bijlage 4: Iconen
Bijlage 9: Woordzoeker
Knip deze iconen uit en gebruik ze bij de eerste opdracht, de opfrissing van de Millenniumdoelstellingen. Voorzie ook magneten of plakband om ze op het bord te hangen.
In deze bijlage vind je de woordzoeker. Kopieer deze 3 maal, voor elke groep 1, en gebruik deze bij opdracht 2, de quiz.
Bijlage 5: Feiten over de Millennium doelstellingen Deze ‘feiten’ knip je uit en gebruik je bij de eerste opdracht, de opfrissing van de Millenniumdoelstellingen.
Bijlage 6: Landenfiches van Centraal-Afrika In deze bijlage vind je drie landenfiches, achtereenvolgens die van Burundi, DRCongo en Rwanda. Gebruik deze bij de tweede opdracht, de quiz. Geef één landenfiche per groep.
Bijlage 7: Millenniumdoelstellingenfiches van Centraal-Afrika In deze bijlage vind je drie Millenniumdoelstellingenfiches, achtereenvolgens die van Burundi, DRCongo en Rwanda. Gebruik deze bij de tweede opdracht, de quiz. Geef één Millenniumdoelstellingenfiche per groep.
Bijlage 10: Quizprijzen In deze bijlage vind je de woorden die de groepjes kunnen winnen wanneer ze een juist antwoord geven tijdens de tweede opdracht, de quiz. Per quizvraag kan slechts één woord door één groepje worden gewonnen. Alle woorden hebben een nummer. Dit nummer refereert naar de plaats die het woord inneemt in de woordzoeker. Knip deze uit voor de aanvang van de quiz.
Bijlage 11: Landbouwverhalen uit Burundi, DRCongo en Rwanda In deze bijlage vind je de getuigenissen van mensen werkzaam in de agrarische sector in Centraal-Afrika. Achtereenvolgens vind je die van Burundi, DRCongo en Rwanda. Plooi naar binnen op de stippellijntjes en plaats de getuigenissen op de tafels van de drie groepjes, zodat iedere groep de vier getuigenissen van zijn land heeft.
Bijlage 12: Open brief In deze bijlage vind je de open brief aan de Minister van Ontwikkelingssamenwerking. Gebruik hem voor de ‘Actie!’ in de derde opdracht.
Bijlage 8: Thermometers In deze bijlage vind je drie thermometers met telkens 7 Millenniumdoelstellingen. Achtereenvolgens die van Burundi, DRCongo en Rwanda. Elke thermometer bevat al een stand van zaken in België. Deel deze bij de tweede opdracht, de quiz, uit. Bijlage 4-12 Overzicht Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
23
11.11.11 Vlasfabriekstraat 11 1060 Brussel 02 536 11 11
[email protected] www.11.be/campagne
Provinciale 11.11.11-secretariaten
Antwerpen Patriottenstraat 27, 2600 Berchem Tel. 03 281 06 62
[email protected] Limburg Pastorijstraat 40 bus 7, 3530 Houthalen-Helchteren Tel. 011 87 14 80
[email protected]
Vlaams-Brabant & Brussel Vlasfabriekstraat 11, 1060 Brussel Tel. 02 536 11 53
[email protected] West-Vlaanderen Hugo Verrieststraat 22, 8800 Roeselare Tel. 051 24 06 13
[email protected]
Oost-Vlaanderen Dok Noord 5, 9000 Gent Tel. 09 233 02 03
[email protected]
191 landen ondertekenden een akkoord om tegen 2015 de armoede in de wereld te halveren. Voer samen met de Vlaamse Noord-Zuidbeweging actie om de politici aan hun belofte te herinneren én de lat hoger te leggen. Armoede moet de wereld uit!
www.detijdloopt.be
Bijlage 4: Iconen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Bijlage 4: Iconen
Millenniumdoelstelling 1
ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
100.000.000 meer armen in Afrika ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
475.000.000 minder armen in China ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
77.000.000 werkende mensen leven in extreme armoede in de ontwikkelingslanden ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Millenniumdoelstelling 2
ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
93 miljoen schoolgerechtigde kinderen kunnen niet naar school. De meeste onder hen zijn meisjes. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Er zijn 870.000.000 mensen die niet kunnen lezen of schrijven op de wereld. 70% is vrouwelijk. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Unicef sloot een overeenkomst met de kledingfabrikanten in Bangladesh. Zodra er scholen zijn zullen 10.000 kinderen jonger dan 15 worden ontslaan en worden geen kinderen jonger dan 15 meer aangenomen. De kinderen kunnen dan naar school. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Bijlage 5: Feiten over de Millenniumdoelstellingen 26
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Millenniumdoelstelling 3
ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Impact van de financiële crisis vooral voelbaar voor vrouwen. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
In de landbouwsector van Togo staan de vrouwen gedeeltelijk buitenspel. Zij kunnen geen grond erven en zijn dus afhankelijk van de mannen. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Er zijn 870.000.000 mensen die niet kunnen lezen of schrijven op de wereld. 70% is vrouwelijk. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Millenniumdoelstelling 4
ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Elk uur sterven 450 pasgeboren baby's en elke 3 seconden sterft een kind jonger dan 5 jaar ten gevolge van ziekte, ondervoeding of vervuild drinkwater. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
50% van de wereldwijde kindersterfte doet zich voor in Subsahara-Afrika, daar sterft 1 kind op 7 voor zijn 5de levensjaar. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
In de krottenwijk Rocihna in Rio De Janeiro hebben veel straten geen rioleringen. Het afvalwater en het vuilnis komen er op straat terecht. Kinderen leven en spelen er op straat en tussen de ratten die ziektes overbrengen en in water dat vol ziektekiemen zit. Deze kinderen lopen meer kansen om te sterven dan kinderen die spelen in straten waar er wel rioleringen zijn. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Bijlage 5: Feiten over de Millenniumdoelstellingen Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
27
Millenniumdoelstelling 5
ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Elke minuut sterft een vrouw om een leven te geven. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Veilige bevalling blijft een privilege voor rijken ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
“Something as basic as giving birth to a child is incredibly risky for a large proportion of women, and although there has been a lot of talk about improving maternal health, many women just don’t know whether they will survive childbirth.” ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Millenniumdoelstelling 6
ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
“In Georgia, the lack of access to healthcare is one of the most pressing problems.” We fight against all sort of diseases: TB, malaria, HIV/AIDS, cholera and dysentery – it’s a sick community. And why is this so complicated? The richest countries have already been through all the killer diseases and poverty.” ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Er komen dagelijks 7000 nieuwe HIV-besmettingen bij ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Millenniumdoelstelling 7
ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
2,6 miljard mensen leven zonder fatsoenlijke sanitaire infrastructuur ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Twee derde van de sloppenbewoners woont in Afrika. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Bijlage 5: Feiten over de Millenniumdoelstellingen 28
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
900 miljoen mensen hebben geen veilig drinkwater in hun nabijheid ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Millenniumdoelstelling 8
ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
We halen die 0.7% van het BNI voor ontwikkelingssamenwerking niet. Nochtans hadden we veel meer beloofd! En eigenlijk is er zelfs veel meer nodig dan al beloofd was. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Het is verkeerd dat we nog steeds dezelfde leugen verkondigen, namelijk dat vrije handel een garantie is om de doelstellingen te bereiken in het Zuiden. Dat is fout, het is eerder tegenovergesteld. Het opleggen van vrije handelsakkoorden aan het Zuiden zorgt voor problemen om de Millenniumdoelstellingen te realiseren. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
De internationale schuldenlast weegt zwaar op de schouders van de ontwikkelingslanden. Die oude schuld knabbelt voorzichtig af, maar de schuldenlast blijft zwaar, en door de financiële crisis komt er weer een probleem van nieuwe schulden. ç- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Bijlage 5: Feiten over de Millenniumdoelstellingen Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
29
Burundi Bujumbura
aaInwoners: 8 miljoen aaOppervlakte: 28.000km2 (331 inwoners/km²) aaHoofdstad: Bujumbura aaBruto nationaal inkomen per hoofd: 110 $ aa81,3 % van de bevolking leeft met minder dan 1,25 dollar per dag aa93,4 % van de bevolking leeft met minder dan 2 dollar per dag aaLevensverwachting: mannen 48, vrouwen 50 jaar aaSterfte van kinderen onder 5 jaar: 18 per 100 (19 in 1990) aaBasisonderwijs voltooid: 39 % (46 % in 1991) aaToegang tot veilig water: 71 % (min. 20 liter per dag binnen een straal van 1 km) aaRurale bevolking: 90 % Armoede, verleden tijd?
in vogelvlucht
Tijd om beloften waar te maken voor de veiligheid. Intussen is er ook nog aa Burundi is een erg arm land, met weinig geen vooruitgang geboekt bij de geplande natuurlijke rijkdommen, en zonder uitgang ontwapening van de bevolking. Het feit dat naar de zee. straffeloosheid hoogtij viert, helpt uiteraard aa De twee grootste bevolkingsgroepen zijn niet om de criminaliteit te verminderen. de Hutu’s (85 %) en de Tutsi’s (14 %). Tussen beide groepen heerst er reeds decen- aa Een van de belangrijke verworvenheden in Burundi is de relatieve persvrijheid en de nialang veel spanning, die wordt gevoed vrijheid van meningsuiting voor de bevoldoor de extreme armoede. king. Dit democratische recht wordt echaa In 1962 werd Burundi onafhankelijk van ter steeds meer opnieuw ingeperkt. België. Enkele jaren later werd het land een eenpartijstaat, gedomineerd door de Tutsi- aa Burundi is één van de armste landen ter wereld. Ongeveer 80 % van de bevolking moet minderheid. De Hutu’s werden uit alle polimet minder dan 1,25 dollar/dag leven. De tieke en militaire functies verdreven. politieke onrust en de zwakke staat hebben aa De moord in 1993 op de eerste wettig vereen nefaste invloed op de basisdiensten aan kozen Hutu-president, Melchior Ndadaye de bevolking. Toegang tot onderwijs en gezorgde ervoor dat Burundi 10 jaar lang door zondheidszorg is voor een groot deel van de een burgeroorlog werd geteisterd. Vooral de bevolking, vooral op het platteland, een probevolking kreeg het zeer zwaar te verduren. bleem. Zo is er een gebrek aan artsen in het aa In 2005 vonden er democratische verkiebinnenland (1 arts voor 35.000 inwoners) en zingen plaats. De ex-rebellenleider Nkurineen gebrek aan aangepaste infrastructuur. ziza werd de nieuwe president. De regering Het grootste probleem echter is dat heel werd gevormd door ex-rebellen, zonder veel mensen de gezondheidszorg niet kunveel beleidservaring. nen betalen. 17 % van de bevolking heeft aa Corruptie, op alle niveaus en in alle sectohelemaal geen toegang tot medische zorren, is de laatste jaren verder geïnstitutiogen en slechts 2 op 3 zieken kunnen zich in naliseerd en er is weinig politieke wil om een gezondheidscentrum laten behandelen. dat probleem aan te pakken. aa In de aanloop naar de verkiezingen van aa In 2006 besliste de regering om het lager onderwijs en medische verzorging 2010 stijgt de spanning opnieuw. De heervan moeders en kinderen gratis te maken. sende partij CNDD FDD is veel minder zeker Fantastisch, zou je denken, maar helaas van een overwinning. Gevolg is dat de parontbreken de middelen om dit beleid in tij angstvallig tracht de macht in handen te de praktijk te brengen. Zo zitten kinderen houden. Ook ex-militieleden kunnen tijdens soms met 100 in een klas. de verkiezingsperiode een gevaar vormen Bijlage 6: Landenfiches van Centraal-Afrika 3de graad secundair
30
© Dieter Telemans
Burundi Portret van de landbouw aa Behalve zijn landbouwgronden bezit Burundi weinig natuurlijke rijkdommen. Landbouw vormt dus de basis van de Burundese economie: landbouw stelt 94 % van de actieve bevolking tewerk, produceert 95 % van het voedsel en levert meer dan 90 % van de inkomsten. aa De landbouw is momenteel de enige bron van groei voor de economie. aa De landbouw is grotendeels overlevingslandbouw; De opbrengstgewassen, koffie en thee, zijn goed voor slechts 5 % van het BBP. Toch levert deze exportgerichte landbouw nog 60 % van de inkomsten uit export. aa De landbouw kampt met een aantal grote problemen: aa de beschikbare landbouwpercelen worden kleiner door de toenemende bevolkingsdruk en door de re-integratie van ex-militairen en van vluchtelingen. aa boeren werken met verouderde landbouwwerktuigen. aa boeren beschikken niet over kwalitatief zaaigoed en meststoffen zijn te duur.
aa de opbrengst van de landbouw is vaak net voldoende om van te overleven. Er is geen overschot om het schoolgeld of medische kosten te betalen. aa De Burundese regering heeft de ambitie om de landbouwsector uit te bouwen en productiever te maken. Helaas betrekken ze de boeren nauwelijks bij de planning van hun nieuwe landbouwstrategie. Ook de middelen die ze hiervoor uittrekken zijn ontoereikend: slechts 3,6 % van de nationale begroting. De beloofde 10 % aan investering in de landbouw is echter het minimum om de landbouw voldoende zuurstof te geven om zich te ontwikkelen.
Bijlage 6: Landenfiches van Centraal-Afrika Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
31
DRCongo
in vogelvlucht Een land voortdurend in crisis …
Kinshasa
aa Inwoners: 62 miljoen aa Oppervlakte: 2.345.000km2 (28 inwoners/km²) aa Hoofdstad: Kinshasa aa Bruto nationaal inkomen per hoofd: 140 $ aa 59,2 % van de bevolking leeft met minder dan 1,25 dollar per dag aa 79,5 % van de bevolking leeft met minder dan 2 dollar per dag aa Levensverwachting: mannen 46, vrouwen 49 jaar aa Sterfte van kinderen onder 5 jaar: 16 per 100 (20 in 1990) aa Basisonderwijs voltooid: 51 % (46 % in 1991) aa Toegang tot veilig water: 46 % (min. 20 liter per dag binnen een straal van 1 km) aa Rurale bevolking: 67 %
aa DRCongo is tachtig keer groter dan België. De 4.700km lange Congorivier beheerst het land. Langs deze rivier vind je tropisch regenwoud. In de hooglanden vind je de legendarische minerale rijkdommen:koper, zink, diamant, tin, goud, mangaan, kobalt en uranium. aa Onze koning Leopold II beschouwde DRCongo als zijn privé wingewest (van 1885-1908), met alle gevolgen van dien. Daarna beheert de Belgische staat DRCongo als kolonie, tot de onafhankelijkheid in 1960. aa In 2006 vonden er verkiezingen plaats die het einde moesten betekenen van de lange periode van burgeroorlog en conflict. Maar echte democratisering en goed bestuur zijn nog veraf. aa In grote delen van de oostelijke provincies Noord- en Zuid-Kivu en Ituri blijft de veiligheidssituatie problematisch. Onder meer de natuurlijke rijkdommen zijn vaak de inzet van het geweld in de Kivu. Ondanks vele inspanningen verbetert de situatie niet. De conflicten hebben problematische gevolgen: ontelbare vluchtelingen, verwoesting en plundering van dorpen, verkrachtingen, het inzetten van kindsoldaten, de grote verspreiding van wapens... aa Hoewel er op papier een gedecentraliseerd bestuur zou moeten zijn, blijven de middelen uit de staatskas grotendeels in de hoofdstad plakken. Corruptie is een huizenhoog probleem en remt de ontwikkeling af. aa De Congolese bevolking bestaat uit meer dan 200 etnische groepen. aa Vrouwen hebben zowel bij wet als door traditie nog altijd minder rechten dan mannen. De vrouwen hebben ook erg te lijden onder het geweld.
Bijlage 6: Landenfiches van Centraal-Afrika Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
32
DRCongo © Dieter Telemans
Portret van de landbouw
aa Ondanks de troeven van het land – Congo wordt in termen van landbouwmogelijkheden door niet veel landen voorafgegaan -wordt slechts 10 % van dat potentieel benut. Bovendien gaat slechts 0,69 % van de totale begroting naar landbouw. Het gaat al jaren bergaf met de economie. 73 % van de Congolezen lijdt honger. aa In het binnenland ontbreekt elke infrastructuur. Goede wegen en transportfaciliteiten zijn zeer gebrekkig Daardoor hebben boeren de grootste moeite om hun producten te vervoeren naar markten en steden. Er zijn te weinig goede opslagruimten om de oogsten te bewaren waardoor de producten wegrotten. Er is zo goed als geen voedselverwerkende industrie. Boeren hebben geen toegang tot krediet en kunnen zo amper investeren. aa In grote delen van de oostelijke provincies Noord- en Zuid-Kivu zien de boeren hun oogst bovendien vaak verloren gaan aan de milities en het leger. aa Daarnaast nekt de concurrentie van goedkope ingevoerde producten de lokale productie die niet beschermd is. Veel buitenlandse voedingsproducten kunnen dankzij subsidies (bv. voor Amerikaans graan) en de massaproductie goedkoop worden geproduceerd en kunnen daardoor zeer goedkoop op de Congolese markt worden verkocht. De lokale boeren kunnen vaak niet tippen aan deze lage prijzen en moeten hun producten met verlies verkopen. Dit is een oneerlijke concurrentiestrijd.
aa Bijvoorbeeld: Een lokale boer moet een kip aan 7 à 8 dollar verkopen om uit de kosten te geraken, maar een ingevoerde Europese diepgevroren kip kost slechts 5 dollar. Bij de ingevoerde kippen is er vaak een risico op voedselvergiftiging doordat de koudeketen onderbroken wordt. Het herhaaldelijk ontdooien en opnieuw invriezen kan leiden tot bv. salmonellavergiftiging. aa De voedselhulp afbouwen en de internationale hulp investeren in structurele steun aan de landbouw. Dat is wat er moet gebeuren. Daarnaast moet de Congolese regering de daad bij het woord voegen en haar pas gestemde landbouwbeleid uitvoeren. Daaraan moet ze 10 % van het totale overheidsbudget besteden, zoals ze eerder heeft beloofd.
Bijlage 6: Landenfiches van Centraal-Afrika Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
33
Rwanda
in vogelvlucht
Rwanda evolueert snel maar iedereen houdt de adem in… Kigali
aa Inwoners: 10 miljoen aa Opp: 26.000km2 (395 inwoners/km²) aa Hoofdstad: Kigali aa Bruto nationaal inkomen per hoofd: 320 $ aa 76,6 % van de bevolking leeft met minder dan 1,25 dollar per dag aa 90,3 % van de bevolking leeft met minder dan 2 dollar per dag aa Levensverwachting: mannen 51 vrouwen 53 jaar aa Sterfte van kinderen onder 5 jaar: 18 per 100 (19 in 1990) aa Basisonderwijs voltooid: 35 % (35 % in 1991) aa Toegang tot veilig water: 65 % (min. 20 liter per dag binnen een straal van 1 km) aa Rurale bevolking: 82 %
aa Rwanda wordt het land van 1.000 heuvels genoemd. In het Westen vormt het grote Kivumeer de grens met DRCongo. aa De verhoudingen tussen Hutu’s en Tutsi’s is doorheen de geschiedenis altijd gespannen geweest. Door de kolonisatie is deze verhouding nog verscherpt. In 1994 werd de Hutu president Habyarimana vermoord en ontstond een escalatie van geweld. Opgehitst door extremistische Hutu’s werden 800.000 tot 1 miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord. aa Tijdens de heropbouw na de genocide onderging Rwanda de laatste 10 jaar een gedaanteverwisseling. Nieuwe kantoorgebouwen, winkelcentra en nette wegen bepalen het straatbeeld in de hoofdstad. Ook op het platteland zijn er goede wegen, vlot openbaar vervoer, internet en elektriciteit. En er worden ook terrassen aangelegd voor de landbouw. aa Rwanda pakt de corruptie op een geloofwaardige manier aan en legt effectieve gevangenisstraffen op aan overtreders. aa Het technocratisch regime werkt op zijn minst verbazend. De overheid stemt in een hoog tempo nieuwe regels en wetten maar betrekt de bevolking hierbij amper. aa Bijvoorbeeld: in 2007 trad Rwanda toe tot de East African Community (EAC), een regionale handelsgemeenschap van vooral Engelstalige landen. Om als Franstalig land mee te kunnen, organiseerde de overheid van de ene op de andere dag de lagere en middelbare scholen in het Engels i.p.v. in het Frans. aa Rwanda is economisch gezien aan een opmars bezig maar de kloof tussen arm en rijk neemt toe. aa Het land is nog niet in het reine gekomen met zijn verleden. De Gacaca rechtbanken die over genocide-daders moeten oordelen zijn niet van toepassing op alle oorlogsmisdaden tijdens die periode. Onderhuidse spanningen laaien terug op onder meer door de beknotting van de politieke oppositie. Critici vrezen een nieuwe uitbarsting van geweld als geen werk wordt gemaakt van meer respect voor de burgerlijke en politieke vrijheden. Bijlage 6: Landenfiches van Centraal-Afrika
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
34
Rwanda © Dieter Telemans
Portret van de landbouw
aa Het heuvelachtige Rwanda is dichtbevolkt, de grond is schaars en uitgeput. En dat terwijl acht van de tien Rwandezen afhankelijk zijn van landbouw om te overleven. De opbrengsten zijn dan ook vaak beperkt, amper genoeg om van te leven, en zeker niet om overschotten te realiseren. aa De landbouw is de belangrijkste economische activiteit, veel andere economische troeven heeft het land vandaag niet. Rwanda produceert 90 % van het voedsel voor eigen consumptie. Maar door de stijgende bevolking verhoogt de vraag naar landbouwproducten en vermindert de beschikbare landbouwgrond. aa De meerderheid van de arme bevolking (89,6 %) woont op het platteland. Om de armoede en honger op het platteland uit te roeien, moet de landbouw moderniseren. De regering heeft hiertoe verschillende hervormingsprogramma’s ontworpen en legde een reeks maatregelen op. Ze spreekt van een ‘Green Revolution’.
aa De overheid bepaalt welke gewassen in welke regio geteeld mogen worden: aardappelen in het Noorden, maïs in het Zuiden, bananen in het Oosten. De boeren moeten samenwerken in coöperatieven en samen de opgelegde gewassen telen. De overheid levert zaaigoed en meststoffen. De lokale autoriteiten moeten erover waken dat iedereen de regels volgt. aa De Rwandese boeren zijn echter amper voorbereid op deze nieuwe aanpak. Ze moeten zich plots aanpassen aan de opgelegde teelten en zorgen dat ze de vooropgestelde quota halen. Ook de markt zelf was niet aangepast aan deze ommezwaai. Gezinnen die vroeger hun eigen voedingsgewassen teelden, moeten nu naar de markt. Het gebrek aan afspraken en infrastructuur om de producten uit het Oosten naar de markt in het Noorden te brengen of omgekeerd zorgt voor problemen. aa Landbouwgrond mag niet langer, via erfenis, uiteenvallen in percelen van minder dan een halve hectare. Vaak is er niet genoeg land om alle kinderen een stukje land na te laten. Zo riskeren veel mensen, vooral jongeren, uit de boot te vallen. Overleven op het platteland zonder een eigen stukje landbouwgrond is bijzonder moeilijk. De jeugdwerkloosheid is een tikkende tijdbom in Rwanda. De nieuwe landbouwpolitiek zal wellicht op termijn wel zorgen voor een hogere productie, maar lijkt in de eerste plaats niet gericht te zijn op voedselzekerheid. De kleinere boeren dreigen uit de boot te vallen. aa Ingrijpende hervormingen zijn zeker noodzakelijk, maar over de manier waarop valt wel wat te zeggen. De partners van 11.11.11 willen toekijken op het toepassen van deze nieuwe landbouwstrategie en op de effecten ervan op de bevolking.
Bijlage 6: Landenfiches van Centraal-Afrika Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
35
Burundi en de Millenniumdoelstellingen
Burundi komt uit een 12-jarige burgeroorlog, die het land op de rand van de afgrond bracht. De oorlog eiste heel veel slachtoffers en gooide het land op vlak van de Millenniumdoelstellingen als het ware terug in de tijd. Vandaag is er een prille democratie met een nieuwe regering en kunnen we een voorzichtige verbetering op vlak van onderwijs en gezondheidszorg waarnemen.
93,4% van de Burundese bevolking is arm en leeft van minder dan 2$ per dag. Voor 63% van de mannen en vrouwen betekent dit dat ze dagelijks onvoldoende of weinig gevarieerd voedsel kunnen kopen en daardoor ondervoed zijn. Vooral op het platteland is het leven hard en hebben mensen het lastig om in minimale basisbehoeften te voorzien. In 1990 maakte 41% van alle kinderen de lagere school af. Door de oorlog zakte dat aantal tot 25% in 2000. Vandaag maakt slechts 39% van alle kinderen de lagere school af. Burundi paste de laatste jaren z’n onderwijsbeleid aan en maakte lager onderwijs gratis voor alle kinderen. Daardoor wordt er de komende jaren een fikse stijging van de scholingsgraad verwacht. Aan de kwaliteit van het onderwijs moet nog gesleuteld worden: de klassen zitten overvol (gemiddeld 52 leerlingen per klas!) en de leerkrachten worden slecht (of niet) betaald. (1) Vrouwen maken 51,4% van de actieve bevolking uit maar ze hebben zo goed als geen toegang tot waardige jobs buiten de landbouw. Meisjes gaan ook minder naar school. In 2007 is er nog steeds een verschil tussen het aantal jongens en meisjes op de basisschool en in het secundair onderwijs. Per 100 jongens in de klas, zitten er maar 90 meisjes. Dankzij het gratis basisonderwijs is er verandering op til. En da’s nodig, want in 2000 kon slechts 70% van de Burundese meisjes tussen 15-24 jaar lezen en schrijven. Alfabetisering is dé belangrijke sleutel tot gelijke kansen. Vrouwen zijn in Burundi nog te vaak het slachtoffer van geweld, een erfenis uit de oorlogstijd. Vrouwen kunnen ook geen land erven of een krediet op de bank aangaan. In 2008 was van alle parlementsleden slechts 31 % vrouw. In 1990 werden 19 kinderen op de 100 niet ouder dan 5 jaar. Sindsdien is er amper verbetering: in 2008 stierf 1 kind op de 5. Bij de pasgeboren baby’tjes ligt het sterftecijfer op 11 per 1.000.
Burundese moeders hebben vandaag 11 kansen op 1.000 om hun zwangerschap en bevalling niet te overleven. De doelstelling om bevallingen veiliger te maken en te zorgen dat een kwart van de moeders minder zou sterven tegen 2015, wordt zeker nooit gehaald. De capaciteit van de gezondheidszorg in Burundi is nog steeds te beperkt en in 2005 werd slechts 34% van de bevallingen begeleid door medisch personeel (vroedvrouwen en kinderverzorgsters inbegrepen). Dit was een lichte verbetering t.o.v. 2000. Sinds 2006 zijn moeder- en kindzorg gratis, een maatregel die werkt. Vandaag wordt een Burundese vrouw gemiddeld niet ouder dan 50 jaar, een man wordt slechts 48 jaar. Ziekten zoals malaria, mazelen, tuberculose, een gebrekkige gezondheidszorg en een eenzijdige voeding vormen de belangrijkste doodsoorzaken. In Burundi sterven 172 mensen op 100.000 aan aids. HIV/aids tast de immuniteit aan, daarom sterven heel wat dragers van het virus aan veel banalere besmettingen. De patiënten zijn extra gevoelig voor o.a. griep en tuberculose. In Burundi heeft maar 71% van de bevolking toegang tot ‘veilig’ water. De VN kiest voor de term ‘veilig’ omdat het water drinkbaar is maar niet voldoet aan de hoge kwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Tussen stad en platteland bestaat een grote ongelijkheid: in Bujumbura heeft 95% toegang tot ‘veilig’ water, op het platteland is de situatie minder duidelijk: bron- en leidingwater worden er nog minder gecontroleerd. In tegenstelling tot buurland Rwanda is Burundi eerder een ‘aid orphan’, minder populair bij donoren dus. Veel van de donorinterventies van de laatste jaren waren gericht op noodhulp en vredesopbouw, en minder op langetermijnontwikkeling. Ons land is de belangrijkste bilaterale partner van Burundi en is actief in de landbouwsector naast onderwijs en gezondheidszorg.
Bijlage 7: Millenniumdoelstellingenfiches van Centraal-Afrika Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Burundi
DRCongo en de Millenniumdoelstellingen
DRCongo is nog steeds een land in oorlog. De Congolese overheid is vaak té afwezig om een krachtdadig beleid te voeren dat de Millenniumdoelstellingen wil realiseren. Kortom, voor DRCongo is de situatie dramatisch en zijn de Millenniumdoelstellingen geen haalbare kaart.
79,5% van de Congolese bevolking is arm en moet met minder dan 2 $ per dag rondkomen. Een meerderheid van 59% is zelfs extreem arm en moet het rooien met minder dan 1,25 $ per dag! 76% van de Congolezen gaat regelmatig met honger naar bed en komt niet aan z’n portie dagelijkse calorieën. Onder de kinderen weegt één op vier te weinig. Slechts de helft (51 %) van alle kinderen in DRCongo maakte in 2008 de lagere school af. Da’s amper een vooruitgang van 5% t.o.v. 1990. Aan de kwaliteit van het Congolese onderwijs moet nog stevig gesleuteld worden. Grootste problemen zijn de overvolle klassen (gemiddeld 38 leerlingen per klas!) en slecht (of niet) betaalde leerkrachten. Congolese vrouwen vertegenwoordigen 38,6% van de actieve bevolking. Ze hebben zo goed als geen toegang tot waardige jobs buiten de landbouw. De vrouwelijke actieve bevolking daalde zelfs t.o.v. 1990 met 3%. Per 100 jongens in de klas, zitten er slechts 81 meisjes. Meisjes blijven sneller thuis om te helpen in het huishouden en vanwege de dure schoolkosten. Van alle meisjes tussen 15 en 24 jaar kan slechts 63% lezen en schrijven. In het Congolees parlement zetelen maar 8% vrouwelijke verkozenen. In 1990 was het slecht gesteld met de kindersterfte in DRCongo: één vijfde van de kinderen haalde de leeftijd van 5 jaar NIET. In 2008 stierf nog steeds 1 kind op de 6 onder de 5 jaar. Ondanks deze lichte verbetering is het terugbrengen van de kindersterfte tot 2/3 ten opzichte van 1990 tegen 2015 niet realistisch. 11 Congolese moeders op 1.000 overleven hun zwangerschap of bevalling niet. Moedersterfte blijft voor alle Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara een groot probleem. Het doel om het aantal overlijdens terug te brengen tot 1/4 tegen 2015 is niet meer realistisch. Maar er valt een lichte verbetering te noteren: 74% van de bevallingen wordt begeleid door geschoold personeel zoals vroedvrouwen en kinderverzorgsters. Maar investeringen in opleiding van personeel en zorg voor jonge meisjes, vrouwen en baby’s ontbreken nog. Een Congolese vrouw wordt gemiddeld 49 jaar, een man slechts 46 jaar. In het Oosten van het land zijn nog steeds zo’n 1,5 miljoen mensen op de vlucht voor het geweld van het leger en diverse milities. In deze omstandigheden lopen kinderen en vrouwen groot gevaar verkracht te worden en zo besmet te raken met HIV/aids. Ongeveer 10 tot 12% van de vrouwen die verkracht zijn, liep een HIV-besmetting op. Volgens recente berekeningen sterven er in DRCongo officieel 156 mensen op 100.000 aan aids. In DRCongo heeft maar 46% van de bevolking toegang tot ‘veilig’ water. Met ‘veilig water’ wordt drinkbaar leidingen bronwater bedoeld zonder te voldoen aan de strenge kwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Slechts 31% van de mensen kan een toilet gebruiken dat is aangesloten op een riolering. De internationale gemeenschap was vanaf het begin nauw betrokken bij de heropbouw van het land maar ook hier ligt de nadruk op veiligheid en goed bestuur/organiseren van verkiezingen. Voor het landbouwbudget is Congo bijna volledig afhankelijk van donoren. De Belgische ontwikkelingssamenwerking investeert de komende jaren sterk in de landbouwsector.
Bijlage 7: Millenniumdoelstellingenfiches van Centraal-Afrika Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
DRCongo
Rwanda en de Millenniumdoelstellingen
Rwanda heeft vooruitgang geboekt op het vlak van de Millenniumdoelstellingen, MAAR de grote uitdagingen blijven. De Rwandese regering is gemotiveerd en kan rekenen op financiële steun vanuit het Noorden.
90,3% van de Rwandese bevolking leeft onder de ‘armoedegrens’ en moet rondkomen met minder dan 2 $ per dag. 40% van de bevolking eet dagelijks slecht en is ondervoed.
In 2007 maakten slechts 35 van de 100 Rwandese kinderen hun basisonderwijs af. Het basisonderwijs is nu gratis en verplicht wat het mogelijk maakt om deze Millenniumdoelstelling toch te halen. Aan de kwaliteit van het onderwijs moet nog gewerkt worden. De scholen kampen met overvolle klassen en leerkrachten worden slecht betaald. In Rwanda zitten gemiddeld 69 kinderen in een klas. In 2009 voerde de overheid het Engels in als officiële taal. Deze hervorming kreeg het onderwijs in 1 jaar tijd te verwerken waardoor leerkrachten zich niet grondig konden omscholen en voorbereiden. Dan spreken we nog niet over de taalachterstand van de reeds afgestudeerde bevolking. 52,9% van de actieve bevolking is vrouw. Bijna de helft van alle actieve vrouwen (47,6%) werkt niet in de landbouwsector maar elders (voor de overheid, in de handel, zorg, …) Maar wie arm én vrouw is, heeft het in Rwanda nog steeds niet makkelijk: zij hebben vaak een lage scholingsgraad, veel baby’s, zijn werkloos en staan vaak alleen in voor de opvoeding van de kinderen. Maar er is ook goed nieuws: 56% van alle parlementsleden zijn vrouwelijke verkozenen, een enorme stijging ten opzichte van 1990 (17%) . In Rwanda heeft in 2008 nog steeds 1 kind op de 5 kans om niet ouder dan 5 jaar te worden. Onder de baby’ tjes van minder dan 1 jaar stierven 45% aan de gevolgen van ondergewicht.
De moedersterfte blijft bijzonder hoog in Rwanda: 13 op 1.000 (vergelijk met België: 8 per 100.000). De doelstelling om dit aantal terug te brengen tot een kwart van het totale cijfer tegen 2015, lijkt niet haalbaar. Sinds 1990 is wel een lichte stijging van het aantal begeleide bevallingen merkbaar. Van alle moeders kan nu 39% rekenen op geschoold personeel, vnl. vroedvrouwen en kinderverzorgsters. Begeleiding door geschoolde artsen is voor de meeste vrouwen onbetaalbaar. Artsen vind je in Kigali en omstreken. Een Rwandese vrouw wordt gemiddeld 53 jaar, een man 51 jaar. De verspreiding van malaria is van 9.3% in 2001 gedaald naar 2.9% in 2006 dankzij een brede verspreiding van geïmpregneerde muggennetten door de overheid. In Rwanda sterven 232 mensen op 100.000 door aids/HIV besmetting. Sinds 1990 heeft 65% van de bevolking toegang tot ‘veilig’ drinkwater. Dit percentage blijft jammer genoeg stabiel. De doelstelling om tegen 2015 82% van de bevolking toegang te verschaffen tot veilig, gecontroleerd en drinkbaar water blijft een uitdaging.
Rwanda is één van de zogenaamde ‘donor darlings’ van Afrika, o.a. als gevolg van de genocide en de snelle, doeltreffende heropbouw van het land. Angelsaksische landen als de VS en Groot-Brittannië zijn, naast de EU, de grote geldschieters. Hierdoor kon het land spectaculaire vooruitgang realiseren op een aantal vlakken. Jammer genoeg is er onder de donoren van Rwanda geen echte eensgezinde aanpak. Sommigen knijpen bijvoorbeeld al makkelijker een oogje dicht wanneer de regels van de democratie worden geschonden.
Bijlage 7: Millenniumdoelstellingenfiches van Centraal-Afrika Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Rwanda
°C
Burundi
België 100 %
90 80 70
5/100 000
60 50
8/100 000
40 30 20
0,5 %
10 0
35 %
10 20
11/klas
30
0 % Bijlage 8: Thermometers Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Burundi
°C
DRCongo
België 100 %
90 80 70
5/100 000
60 50
8/100 000
40 30
0,5 %
20 10 0
35 %
10 20
11/klas
30
0 % Bijlage 8: Thermometers Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
DRCongo
°C
Rwanda
België 100 %
90 80 70
5/100 000
60 50
8/100 000
40 30
0,5 %
20 10 0
35 %
10 20
11/klas
30
0 % Bijlage 8: Thermometers Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Rwanda
1. tiatapcreipi vorm het juiste woord met de volgende letters (tip: synoniem deelname) 2. vierkantswortel van 64 3. 7 5 14 4 5 18 zoek het verband tussen deze cijfers. 4. Hoeveel landen ondertekenden de Millenniumdoelstellingen 5. behoefte aan eten is een definitie van … 6. Millenniumdoelstelling 4 tracht … te reduceren. 7. Niet alle water op deze planeet is geschikt als …. 8. vorm het juiste woord met de volgende letters: lbelsuehngcdr (tip: woord verwijst naar de schulden van het zuiden 9. vele kinderen in het zuiden kunnen nog steeds geen basisonderwijs volgen omdat hun ouders het ... niet kunnen betalen 10. =heid / 11. Welke ziekte is de belangrijkste doodsoorzaak in Afrika? 12. Deze periode duurt voor een vrouwelijke olifant 20 maanden, voor de vrouw ‘slechts’ 9 maanden
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Bijlage 9: Woordzoeker
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
1. participatie
7. drinkwater
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
2. malaria
8. schuldenberg
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
3. gender
9. schoolgeld
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
4. honderdeenennegentig
10. ongelijkheid
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
5. honger
11. malaria
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
6. kindersterfte
12. zwangerschap
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
ç - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Bijlage 10: Quizprijzen
© Dieter Telemans
Jonge vrouw op het veld Wie: Rebecca (19 jaar, oudste van een gezin met 5 kinderen) Als oudste stopte ze met school om haar vier broers en zusjes, die nog moeten studeren, te helpen. Omdat haar ouders weinig grond hebben huurt ze samen met haar zus Sifa een klein stukje oneffen grond. Voor één seizoen betalen ze de eigenaar 5000 Burundese franc (4$). Maar als je weet dat 93,4% van de bevolking arm is, en leeft met minder dan 2 dollar per dag, dan kan je begrijpen dat het huurgeld voor Rebecca een zware kost is. “Door het werken had ik al vaak last van ernstige rugpijn. Het terrein zelf is niet goed, soms gebeurt het dat een hevige regen erosie veroorzaakt en alle planten wegspoelt. Ik kan niets doen om dat tegen te gaan, want dat zou meer kosten dan ik kan verdienen. Ik hoop dat de bonen die ik nu zaai het goed doen, want de kolen en de bonen die ik eerder plantte zijn mislukt.”
Burundi
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Juridisch assistente voor grondconflicten Wie: Immaculé Immaculé is juridisch assistente bij de ngo AFJB in de provincie Karusi. Zij begeleidt teruggekeerde vluchtelingen, ontheemden, wezen, weduwen en andere kwetsbare mensen die klachten hebben met betrekking tot grondconflicten. “Vaak zien vluchtelingen die terugkeren dat hun grond verkocht werd aan mensen die niet zijn gevlucht of merken vrouwen dat hun man de grond heeft verkocht zonder hun toestemming. Andere gevallen hebben dan weer te maken met erfenisrechten of andere individuele of familiale rechten. Ik probeer deze problemen waar mogelijk op te lossen door bemiddeling. In andere gevallen beperk ik me tot juridisch advies, want ik sta helemaal alleen om meer dan 100 mensen met klachten te begeleiden.”
Burundi
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Transporteur van landbouwproducten Wie: Jean-Bosco Habonimana ( 24 jaar) Vijf jaar geleden is Jean-Bosco gestopt met school omdat hij het schoolgeld niet kon betalen. Sindsdien zijn hij en zijn broer transporteur van landbouwproducten. “Ik koop bananen aan die ik met de fiets naar Bujumbura breng, 22 km verderop, om ze daar te verkopen. Ik kan 12 bananentrossen van elk ongeveer 10 kg laden, in totaal 120 kg. Gelukkig gaat het grootste stuk van de weg bergaf. Voor de hellingen betaal ik enkele mensen 500 Burundese franc (0,4$) om me te helpen duwen. Maandelijks verdien ik zo’n 20 000 Burundese franc (16$ of 12€). Op die manier probeer ik mijn ouders te helpen die zelf boeren zijn.”
Hij droomt ervan genoeg te kunnen sparen om te trouwen, nieuwe banden en een nieuw kader te kopen voor zijn fiets en zijn kleine broers naar school te laten gaan.
Burundi
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Agronoom bij een Italiaans project Wie: Eric ( 29 jaar) Eric is vrijgezel en landbouwdeskundige. Momenteel werkt hij reeds twee jaar bij een Italiaans project dat zaaigoed ter beschikking stelt aan groepjes boeren. Het contract met de boeren bepaalt dat het zaad van de oogst dat nog als zaaigoed kan dienen, wordt verdeeld. Een deel gaat naar de boeren, het andere deel is voor het project dat daarmee weer andere boeren aan zaaigoed helpt. Eric volgt op hoe de oogst loopt en of het contract wordt nageleefd. “Ik heb al gemerkt dat het gros van de huidige oogst voor consumptie zal dienen, en niet geschikt is als zaaigoed. De grootste problemen van de Burundese boeren zijn zaaigoed en mest. Mest is nu wel vlotter te koop op de markt, maar hij kost teveel voor de boeren. Nog niet zo lang geleden kostte één kg mest 1500 Burundese franc (1,2 $), nu 1135 Burundese franc (0,9 $). Maar als je weet dat 93,4% van de bevolking arm is, en leeft met minder dan 2 dollar per dag, dan kan je begrijpen dat mest onbetaalbaar is. De overheid zou mest moeten subisidiëren en investeren in zaaigoed.”
Burundi
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Eigenares van vrachtwagen Wie: Chantal Lufuma (42 jaar, 5 kinderen) Chantal is eigenares van een vrachtwagen waarin ze landbouwproducten vervoert van Piopio, Mateko, Kalo en Kara naar de markten van Kikwit en Kinshasa. Samen met haar echtgenoot, een mecanicien en enkele passagiers is ze onderweg naar Kikwit. Van daaruit is het nog vier dagen rijden naar de hoofdstad Kinshasa. “Ik heb een lading maïs en andere goederen mee die ik op de Marché de la Liberté wil verkopen. Het slechtste stuk van de weg is gelukkig achter de rug. Het komt vaak voor dat de wegen onderbroken zijn door overstromingen. Een ander probleem zijn de ‘tracasseries’ aan de controleposten. Ze vragen telkens geld. Op de markt gaat het momenteel niet goed. De prijzen zijn gezakt door overproductie en er zijn te weinig kopers. Op de markt moet ik vaak onder mijn prijs gaan om niet te blijven zitten met mijn koopwaar.
DRCongo
Wat ik verwacht is dat de overheid goede wegen aanlegt. En er moeten opslagplaatsen komen waar de boeren hun producten kunnen bewaren zodat ze deze langere tijd na de oogst op de markt kunnen brengen.”
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Bureau lutte contre les tracasseries Wie: Mpane Jerome (57 jaar) Jerome heeft het bureau ‘lutte contre les tracasseries’ drie jaar geleden geopend. Het werd opgericht door een ngo die gelijkaardige bureaus heeft in Kikwit, Mangai en Bandundu. De ngo vond dat er een eind moest komen aan de praktijken van ‘tracasseries’, illegale boetes en afpersing. “Het is niet makkelijk om de verantwoordelijken, zoals politie, militairen, scholen en gerecht, te overtuigen dat ze correcter moeten werken, maar na 3 jaar boekten we toch al wat resultaat”,vertelt Jerome. “Vooral kleine boeren die de wetgeving niet kennen, worden het slachtoffer van ‘tracasseries’, als zij een kleine fout begaan, zoals een burenruzie, ruzie om eigendom, dronkenschap... Vaak eisen politieagenten of rechters enorme sommen van de boeren die amper geld hebben. De boeren leven hier voornamelijk van ruilhandel, het klein beetje geld dat ze hebben gaat naar het schoolgeld en de schooluniformen van hun kinderen. Als ze dan een zware boete moeten betalen, gaat dat steeds ten koste van het welzijn van de kinderen. De mensen kennen ons inmiddels en vragen mij geregeld om te onderhandelen. Zo lukt het soms een boete van 60.000 FC te laten zakken tot zo’n 10.000 FC.”
DRCongo
De ngo sensibiliseert de mensen ook over de wetgeving. Jammer genoeg heeft de ngo bijna geen eigen middelen en functioneert ze enkel dankzij vrijwilligerswerk. Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Inspecteur van landbouw, visvangst en veeteelt Wie: Jean-Bavon Nkiazil (57 jaar), Jean-Bavon is de vertegenwoordiger van het ministerie van landbouw in Kikwit en is tevens secretaris van de CARG, de lokale landbouwraad. Hij staat ten dienste van de boeren en voert controles uit op de gewassen, het zaaigoed, de gronden en de veestapel. “Een essentieel probleem”, zo meent Jean-Bavon, “is het gebrek aan zaaigoed van goede kwaliteit. De boeren gebruiken nu verarmd zaaigoed dat weinig opbrengt. Op grote stukken van de velden groeit niets. Het weinige goede zaaigoed dat er is, is bovendien te duur voor de boeren. Dit jaar heeft de overheid wat zaaigoed laten overkomen, maar ze hebben geen rekening gehouden met de landbouwkalender: het kwam te laat om nog gezaaid te worden. Daarnaast is er een gebrek aan stockagemogelijkheden en transportmiddelen. Ook het slechte onderhoud van de wegen is een probleem. Transport is zo moeilijk dat het vaak tot 50% van de winst opslorpt.” Op de overheid moet Jean-Bavon niet rekenen. “We hebben al 15 jaar lang geen functioneringsmiddelen gekregen van de overheid. Van de 30% die de overheid aan landbouw zou besteden is geen cent tot in Kikwit geraakt. De overheid besteedt veel aandacht aan gezondheid, maar landbouw vergeet ze. Nochtans moet de bevolking eerst eten, wil ze gezond blijven. De overheid praat veel, maar doet niets voor de boeren. Ze laat hen aan hun lot over.”
DRCongo
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Maïsboer op zijn veld Wie: Nzundu Adrien (40 jaar, 8 kinderen) Adrien heeft dit jaar een groot stuk grond van één hectare bewerkt voor de maïsoogst. Hij toont ons trots zijn veld. “Het is zwaar labeur”, zegt hij. “Met ons primitieve gereedschap is dit de maximale oppervlakte die ik samen met mijn vrouw en oudste zoon kan bewerken. Mochten we goed materiaal hebben, dan zouden we veel meer kunnen oogsten en dus meer verdienen. Aan grond is geen gebrek. We hoeven enkel de toelating te vragen aan de ‘chef coutumier’ en hem na de oogst een zak maïs afstaan.”
Een ander probleem is de afzet.
DRCongo
“In Mateko zijn bijna geen opkopers. Bijgevolg moeten wij onze maïs aan zeer lage prijzen verkopen. Met een tractor zou ik mijn oogst tot in Kikwit kunnen brengen en daar meer geld krijgen. Maar ook dat is een probleem omdat de weg in zeer slechte staat is.” Adrien zou minstens 18.000 FC per zak maïs willen ontvangen, dat zou een faire prijs zijn volgens hem.
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Champignonnenproject van de vereniging Tuvemubwigunge Wie: vrouwen van de vereniging Tuvemubwigunge In 2006 zijn 20 vrouwen gaan samenwerken in een vereniging, genaamd Tuvemubwigunge. Vandaag bestaat de vereniging uit 19 vrouwen en één man (die de plaats innam van zijn overleden vrouw), allemaal boer(inn)en die samen heel wat hebben gerealiseerd: een maniokmolen, koffie- en maniokvelden en een project voor champignonnenteelt. “Champignonnen zijn zeldzaam in Rwanda, er is dus veel vraag naar. Een week na het zaaien kunnen we oogsten en dat gedurende 3 maand. Daarna moeten we opnieuw zaaien. Onze grootste moeilijkheid is om zaaigoed te vinden want daarvoor kunnen we alleen bij de nationale zadenbank terecht, de RADA. Dikwijls is de vraag naar champignonnen zelfs groter dan het aanbod en dat komt door het tekort aan zaaigoed. Onze vereniging heeft een terrein kunnen kopen voor 400.000 Rwandese franc en 130.000 franc kunnen sparen door de champignonnenverkoop. Dat komt al onze leden ten goede. We organiseren bijvoorbeeld vorming in verschillende teeltechnieken die ieder op haar eigen veld kan toepassen . En we kunnen gebruik maken van het spaargeld voor verschillende projecten.”
Rwanda
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Agronoom bij SDA Wie: Festus (55 jaar) Festus is een agronoom van 55 met meer dan 30 jaar ervaring. Hij werkt voor een lokale ngo die de boeren ondersteunt. Daar staat hij niet alleen in voor de verdeling van appelsienenbomen en zaad van bonen en maïs, maar ook voor vorming over teeltechnieken. “Als ik de landbouw van vroeger vergelijk met de monocultuur nu, denk ik dat de laatste beter is. Je raakt gemakkelijker aan zaden en ziektes zijn makkelijker te bestrijden. Ik zie wel problemen met de commercialisering. En als de oogst zou tegenvallen verarmt de hele bevolking, tenzij er bijkomende maatregelen voorzien worden.”
Rwanda
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Vader aan het werk in zijn groententuin Wie: Alphonse (46 jaar en vader van zes kinderen). Alphonse is 46 en vader van zes kinderen die allemaal lijden aan ondervoeding. Zijn vrouw kreeg een veld toegewezen voor groentenkweek met de bedoeling de kinderen beter te kunnen voeden. Maar het veld is erg klein om een gezin van 8 te voeden. “Ik ben zelf de 8ste van 12 kinderen. Na de dood van mijn vader werd de grond verdeeld. Elk van ons kreeg maar 70 m². Daarom werk ik nog altijd op andermans veld.”
Rwanda
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
© Dieter Telemans
Water halen bij de bron van Gatoki Wie: Claude (10 jaar) en Félicité (46 jaar en moeder van 6 kinderen). Félicité Nyirahabimana is een boerin van 46 jaar en moeder van 6 kinderen. Drie keer per dag gaat ze met een kruik van 20 liter water halen aan de bron van Gatoki. Deze bron is ingericht in 2003 door het Internationale Rode Kruis. Félicité moet zo’n 3 km lopen van bij haar thuis tot aan de bron. Dit neemt telkens een goed uur in beslag. Claude is 10 jaar en draagt een bidon van 5 liter water.
Rwanda
Bijlage 11: Landbouwverhalen
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Mijnheer de minister,
U zo goed als wij weten dat Congo, Rwanda en Burundi met grote problemen te kampen hebben. Schrijnende armoede, onverkwikkelijke politieke machtstrijd, oorlog in Oost-Congo,… Hoewel we deze landen niet over één kam kunnen scheren, ontlokken ze alle drie dezelfde internationale argwaan: “komt het daar ooit goed?” Maar onze solidariteit en ons verzet tegen onrecht laten zich niet wegblazen door doemdenken. Trouwens de geschiedenisboeken leren dat op termijn alles verandert en verandering er komt als mensen eraan werken. En neem dit van ons aan, velen ginder werken er hard aan. Waar het hen en ons om te doen is: de realisatie van Millenniumdoelstelling 1 in Congo, Rwanda en Burundi (om letters te sparen hebben we het verder over ‘Centraal-Afrika’). Met Millenniumdoelstelling 1 heeft de wereld zich voorgenomen om honger en armoede te halveren en mensen waardig werk te verschaffen. Centraal-Afrika heeft nog een lange weg te gaan. Meer dan 80% van de mensen leven in armoede. De overgrote meerderheid van hen leeft op het platteland en doet aan landbouw. Een vreemde combinatie: voedsel produceren en zelf honger lijden. Maar daar zit nu net het probleem. Er is veel te weinig aandacht en vooral veel te weinig geld voor de ontwikkeling van de landbouw en het platteland. En toch is zowat iedereen het erover eens: daar zit de belangrijkste hefboom om deze landen uit de armoede te tillen. Samen met de partnerorganisaties in Centraal-Afrika heeft 11.11.11 besloten dit probleem aan te pakken. Zij ginder in eigen land, wij hier in België en meteen ook in Europa. U voelt ons komen, mijnheer de minister, wij hebben een aantal eisen waar we u absoluut willen mee opzadelen. aa Samen met de overheden in Centraal-Afrika moeten België en Europa van landbouw en plattelandsontwikkeling een topprioriteit maken. aa Om de landbouw op de beste manier te steunen moet men goed luisteren naar wat de organisaties van boeren en boerinnen te zeggen hebben. aa 15% van het totale Belgische budget voor ontwikkelingssamenwerking moet gaan naar de ontwikkeling van duurzame landbouw. Zo komt er ruimte om in arme landen als Congo, Rwanda en Burundi meer dan de helft van de Belgische hulp aan duurzame landbouw te besteden. aa De nadruk moet liggen op het soort landbouw en plattelandsontwikkeling dat de kleine boeren vooruit helpt en honger en armoede vermindert. Erg belangrijk hierbij: een goed landbouwbeleid; het verbeteren van de landbouwgrond; een betere toegang tot die landbouwgrond vooral voor vrouwen; aanleg van wegen om transport naar afzetmarkten mogelijk te maken, verzekeren van degelijke opslagruimtes; steun aan het verwerken en lokaal vermarkten van voedingsproducten; beter inventariseren en verspreiden van nuttige kennis over de landbouw. aa België moet dit beleid zelf concretiseren én moet binnen de Europese Unie aan de kar trekken. Want ook de Europese Unie en de verschillende lidstaten moeten veel meer steun geven aan de ontwikkeling van de landbouw in Centraal-Afrika. Terwijl wij ons tot u richten, mijnheer de minister, kloppen onze partnersorganisaties in Congo, Rwanda en Burundi aan bij hun regeringen. Ook zij zullen eisen dat veel meer overheidsgeld ter beschikking komt voor landbouw en plattelandsontwikkeling. Dat hebben de Afrikaanse regeringen trouwens beloofd in de Verklaring van Maputo in 2003.
Voilà, een niet mis te verstane boodschap in koeien van letters. Miljoenen mensen in Centraal-Afrika verdienen een beter leven. België en Europa kunnen en moeten hier hun verantwoordelijkheid opnemen.
Armoede, verleden tijd?
3de graad secundair
Bijlage 12: Open brief