Voorwoord Van de eerste naar de tweede graad secundair onderwijs...
Op het einde van dit schooljaar behaal je het getuigschrift van de eerste graad in het secundair onderwijs. Volgend jaar ga je naar de tweede graad. Nu moet je voor het eerst een studierichting kiezen. Dit is een heel belangrijke keuze, want elke studierichting biedt haar eigen mogelijkheden en beperkingen. Met deze brochure willen we je op weg zetten om voor jezelf de studierichting te kiezen waarin jij je aanleg en interesse het best kan ontplooien. Door te kiezen voor een studierichting kies je meteen ook voor een onderwijsvorm. In onze school zijn twee onderwijsvormen aanwezig: het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) en het Technisch Secundair Onderwijs (TSO). De keuze van een studierichting in de tweede graad is belangrijk maar ook weer niet zo gespecialiseerd dat ze reeds volledig bepalend zou zijn voor je verdere studies of beroep. Deze keuze mag je nog even uitstellen. Daarom is het studiepakket in de tweede graad nog opgebouwd op een zeer groot pakket gemeenschappelijke vakken: de basisvorming. Om goed te kiezen moet je over zoveel mogelijk informatie beschikken. Daar wil dit boekje aan tegemoet komen. Bij het maken van de studiekeuze sta je gelukkig niet alleen. Je ouders, je leraars, de directie en de CLB-medewerkers zullen je hierbij graag helpen. Je ouders zullen in dit boekje ook heel wat nuttige informatie vinden. Je kan een CLB-medewerker aanspreken op school tijdens de permanentie of tijdens een infoavond. Je kan ook telefonisch een afspraak maken via het nummer 02 512 30 05 (Centrum voor Leerlingenbegeleiding Brussel). De contactpersonen van het CLB voor onze school zijn Joke Gerits en Peter Beyens. Kiezen doe je niet overhaast. Het is een groeiproces waarbij we je graag begeleiden. We duimen ervoor dat je de beste keuze maakt.
De directie De leraars en opvoeders De CLB-medewerkers
1
1
De studiekeuzebegeleiding verloopt in verscheidene stappen...
1. Tijdens een les Sociale Activiteit stellen we je de studierichtingen voor die wij aanbieden en geven er een woordje uitleg bij. Ook beantwoorden wij er zo goed als mogelijk je vragen. Ook het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) komt nog extra uitleg geven.
2. Je ontvangt ook deze brochure. We verwachten dat jij en je ouders deze brochure lezen en samen bespreken. Indien nodig kun je nog uitleg vragen aan de klastitularis.
3. Met behulp van een korte persoonlijke vragenlijst en een vragenlijst voor de ouders formuleer je, na overleg thuis, een voorlopige keuze.
4. De klassenraad, die is samengesteld uit je leraars, de directeur en een CLBmedewerker, bespreekt deze voorlopige keuze. Het resultaat van deze bespreking wordt je daarna schriftelijk meegedeeld in een voorlopig advies.
5. Indien je voorlopige keuze niet overeenstemt met het advies van de klassenraad wordt dit besproken op het individuele oudercontact in mei.
6. Tijdens de deliberatie (eind juni) bekijkt de voltallige klassenraad je voorlopige keuze opnieuw en stuurt die eventueel bij in een definitief advies. Dit wordt je samen met je rapport schriftelijk meegedeeld.
7. Op het einde van het schooljaar vul je samen met je ouders een definitief keuzeformulier in: je geeft het ten laatste op 1 juli af! Dit is zeer belangrijk, omdat het dient als bewijs van inschrijving voor het volgend schooljaar! Bij laattijdige inschrijving kun je je plaats verliezen als de klas ondertussen volzet is.
2
2
De juiste richting kiezen...
2.1
Welke richting kies je?
Vanuit de basisoptie die je volgde in het 2e jaar en na de uitleg in de klas en het lezen van de beschrijving van enkele kenmerkende vakken ben je hopelijk al iets wijzer geworden... Alle studierichtingen worden nog eens uitvoerig toegelicht op de infoavond.
2.2
Welke overgangen zijn mogelijk na het 2e leerjaar van de eerste graad?
- na "Grieks-Latijn" zijn alle studierichtingen van de 2e graad mogelijk. - na "Latijn": alle studierichtingen, behalve die waarin Grieks voorkomt - na "Moderne Wetenschappen" zijn alle richtingen zonder Latijn of Grieks aangewezen. Je vindt dit nog eens terug op het schema op een volgende pagina. Het spreekt vanzelf dat alle richtingen in TSO, KSO en BSO na deze 3 basisopties mogelijk zijn. Wie hierover uitleg wenst, gaat best te rade bij de CLB- medewerkers.
2.3
Van richting veranderen na het eerste leerjaar van de tweede graad?
Het is zeker niet aangeraden om na het derde jaar van studierichting te veranderen. Soms is dit echter noodzakelijk als blijkt dat je niet de voor jou beste keuze hebt gemaakt. Het overschakelen op basis van een advies van de klassenraad gebeurt meestal zonder grote moeilijkheden. Toch zal het gebeuren dat je bij bepaalde overstappen tijdens de vakantie één of meer vakken moet bijwerken, ofwel omdat dit vak in de richting die je eerst volgde niet voorkomt (b.v. dactylo, chemie, gedrags- of cultuurwetenschappen, Duits ...) ofwel omdat dit vak in de nieuw gekozen richting meer uren telt. Je krijgt in elk geval duidelijke instructies hierover.
3
4
5
5
Studierichtingen in de tweede graad ASO
5.1
Studierichtingen
Sinds 1 september 2002 zijn in de tweede graad ASO nog slechts zes studierichtingen mogelijk. Het Mater Dei-Instituut biedt het volgende gamma aan: o o o o o
economie Grieks humane wetenschappen Latijn wetenschappen
5.2
Samenstelling van de lessenroosters
Je lessenrooster bestaat uit maximum 32 wekelijkse lestijden. Voor de Brusselse scholen heeft dat lessenrooster voor ASO een eigen invulling gekregen met de mogelijkheid om de taalvaardigheid extra te benadrukken. Hier vind je de invulling zoals aangeboden in het Mater Dei-Instituut. 1
De basisvorming telt 25 uren en wordt door iedereen gevolgd.
Het gemeenschappelijk gedeelte omvat (voor het derde – vierde leerjaar): aardrijkskunde biologie chemie Engels Frans fysica geschiedenis godsdienst informatica LO MO Nederlands PO wiskunde
2
1–1 1–1 1–1 2–2 3–3 1–1 2–2 2–2 1 – 1 (behalve in Gr.-Lat.) 2–2 0–1 4–4 1–0 4–4
Het fundamenteel gedeelte: 4 uur (of 8 uur voor Grieks-Latijn)
Het fundamenteel gedeelte bevat de vakken die het karakteristieke van de studierichting bepalen. Enerzijds zijn het vakken die tot de basisvorming behoren maar die een hoger aantal lestijden krijgen zodat die vorming versterkt wordt; anderzijds kunnen het richtingsvakken zijn, die dan ook de naam van de studierichting bepalen.
6
economie Grieks Grieks-Latijn humane wetenschappen Latijn wetenschappen
3
4-4 uur economie 5-4 uur Grieks 4-4 uur Grieks 4-4 uur Latijn 2 uur gedragswetenschappen 2 uur cultuurwetenschappen 5-4 uur Latijn + 1 uur biologie + 1 uur chemie + 1 uur fysica + 1 uur wiskunde
Het complementair gedeelte: 3 uur (of 0 uur voor Grieks-Latijn).
Voor humane wetenschappen wordt één complementair uur extra besteed aan het vak gedragswetenschappen dat daarmee op 3/3 komt. De richtingen economie en Latijn kunnen kiezen voor een versterking van de wetenschappen en wiskunde. Dit betekent extra +0/1 uur chemie, +1/1 uur fysica, +1/1 uur wiskunde. De richtingen economie, Grieks en Latijn kunnen als alternatief ook in het complementair gedeelte kiezen voor een versterking van de moderne talen: + 1/1 uur Frans+ of Nederlands+* (in functie van de thuistaal); + 1/1 uur Engels en tenslotte 0/1 uur Duits. De richting economie krijgt bovendien 1 extra uur informatica in het derde jaar. De richtingen wetenschappen en humane wetenschappen** zijn altijd gecombineerd met moderne talen. De richting Grieks is altijd gecombineerd met een versterking wiskunde en wetenschappen. In de praktijk zijn er dus 8 opties mogelijk op het Mater Dei-Instituut: o economie met versterking moderne talen o economie met versterking wetenschappen - 5 uur wiskunde o Grieks met versterking moderne talen *** o Grieks met versterking wetenschappen - 5 uur wiskunde*** o humane wetenschappen met versterking moderne talen o Latijn met versterking moderne talen o Latijn met versterking wetenschappen - 5 uur wiskunde o wetenschappen met versterking moderne talen * Nederlands+ en Frans+: Nederlandse of Franse taalverrijking om een eventuele taalachterstand weg te werken ** Opgelet: de richting humane wetenschappen met versterking wetenschappen-wiskunde wordt niet aangeboden. *** De richting Grieks-Latijn wordt in onze school niet aangeboden in de tweede en derde graad.
De complementaire uren veranderen niets aan de officiële naam van de studierichting! De complementaire uren zijn hier geen vrijblijvende uren. Ze worden als volwaardige lesuren behandeld en maken deel uit van het gewone evaluatieproces. Om de studierichtingen nog beter te kunnen vergelijken, zijn ze op de volgende pagina in een overzicht samengebracht. De linkerkolom vermeldt het aantal uren in het eerste leerjaar, de rechterkolom het aantal uren in het tweede leerjaar.
7
5.3
Lessentabel 2de graad ASO
[onder voorbehoud van wijzigingen]
aardrijkskunde biologie chemie cultuurwetenschappen Duits economie Engels Frans fysica gedragswetenschappen geschiedenis godsdienst Grieks informatica Latijn LO MO Nederlands PO wiskunde TOTAAL Complementair gedeelte (reeds meegeteld hierboven)
eco(-mt) 1-1 1-1 1-1
eco(-ww) 1-1 1-1 1-2
0-1 4-4 3-3 4–4/3-3* 1-1
4-4 2-2 3-3 2-2
2-2 2-2
2-2 2-2
2-1
Gr(-mt) 1-1 1-1 1-1
Gr(-ww) 1-1 1-1 1-2
0-1
hum 1-1 1-1 1-1 2-2 1-1
Lat(-mt) 1-1 1-1 1-1
2-2 4 – 4/ 3 - 3 * 1-1 3-3 2-2 2-2
3-3 4 – 4/ 3 - 3 * 1-1
2-2 3-3 2-2
3-3 4 - 4/ 3 - 3 * 2-2
2-2 2-2
2-2 2-2
2-2 2-2
1-1
1-1 5-4 2-2 0-1 4–4/5-5* 1-0 4-4 32 - 32
1-1 5-4 2-2 0-1 4-4 1-0 5-5 32 - 32
1-1 2-2 0-1 4–4/5-5* 1-0 5-5 32 – 32
Engels 0-1 Ned./Fr 1-1
chemie 0-1 fysica 1-1 wis 1-1
Duits 1-0 Engels 0-1 Ned./Fr 1-1
3-3 4 – 4/ 3 - 3 * 1-1
2-2 3-3 2-2
2-1
2-2 2-2 5-4 1-1
2-2 2-2 5-4 1-1
2-2 0-1 4–4/5-5* 1-0 4-4 32 - 32
2-2 0-1 4-4 1-0 5-5 32 - 32
2-2 0-1 4–4/5-5* 1-0 4-4 32 - 32
2-2 0-1 4-4 1-0 5-5 32 - 32
2-2 0-1 4–4/5-5* 1-0 4-4 32 - 32
Engels 0-1 inf 1-0 Ned./Fr 1-1
chemie 0-1 fysica 1-1 inf 1-0 wis 1-1
Engels 0-1 Ned./Fr 1-1
chemie 0-1 fysica 1-1 wis 1-1
gedragsw. 1-1 Duits 1-0 Ned./Fr 1-1
Lat(-ww) 1-1 1-1 1-2
0-1
wet 1-1 2-2 2-2 1-1
TOELICHTING De decretaal vastgelegde vakken van de basisvorming zijn: godsdienst (2-2), aardrijkskunde (1-1), biologie (1-1), chemie (1-1), Engels (2-2), Frans (3-3), fysica (1-1), geschiedenis (2-2), lichamelijke opvoeding (2-2), Nederlands (4-4), wiskunde (4-4). De lesuren die daar bovenop komen behoren tot het specifieke gedeelte. Ten slotte zijn er de complementaire uren die voor onze school integraal als specifieke uren behandeld worden (en die dus meegerekend worden voor de evaluatie. Zie ook de Leefregel).
* in de richtingen met versterking moderne talen wordt het bijkomend uur Frans vervangen door een bijkomend uur Nederlands-T voor leerlingen met taalachterstand omwille van een anderstalige achtergrond.
8
5.4
Toelichting bij enkele vakken of studierichtingen in ASO
Je vindt hier een woordje uitleg bij de verschillende studierichtingen en bij enkele vakken die je studiekeuze mee kunnen bepalen of die in de eerste graad niet voorkomen. De vakken uit het fundamenteel gedeelte die je reeds kent uit het 2e leerjaar, worden waar nodig door de vakleraars toegelicht.
Het vak wiskunde In de tweede graad ASO hebben alle richtingen minimum 4 uur wiskunde. De richting wetenschappen biedt 5 uur wiskunde met een uitgebreid leerplan; de richtingen economie, humane wetenschappen en Latijn met versterking wetenschappenwiskunde bieden een 5de uur wiskunde (4+1) aan om de basisleerstof te verdiepen. De richtingen met 5 uur of 4+1 uur wiskunde zijn op de eerste plaats geschikt voor leerlingen met een uitgesproken aanleg voor wiskunde en wetenschappen en voor hen die in de derde graad een uitgebreid pakket wiskunde wensen te kiezen. Leerlingen die in de tweede graad een richting kiezen met 4 uur wiskunde, kunnen mits een extra inspanning en een goede wiskundige begaafdheid eveneens aansluiten bij de richtingen met sterkere wiskunde in de derde graad. In geval van twijfel kun je best eens met de wiskundeleraar praten. De richtingen Grieks – (Grieks-Latijn) – Latijn Wie in de tweede graad graag verder de klassieke talen bestudeert, kan kiezen tussen de richting Grieks, (Grieks-Latijn) of Latijn. Alle argumenten om Grieks of Latijn te kiezen in het tweede leerjaar blijven onverminderd gelden: - het bestuderen van de Griekse en/of Romeinse beschaving brengt je bij de basis van onze eigen Westerse cultuur; - het bestuderen van Grieks en/of Latijn is een uitstekende oefening voor het logisch denken (zowel analytisch als synthetisch) en voor het geheugen; - het bestuderen van Grieks en/of Latijn legt een goede basis voor het verwerven en begrijpen van andere (West-Europese) talen; - je komt in contact met mooie en ontroerende teksten uit ons cultureel erfgoed. Het kiezen voor een klassieke richting is niet beperkend voor de studiekeuze in de derde graad. Zowat alle ASO-richtingen blijven in principe toegankelijk. (Zie ook hierboven bij de toelichting over het vak wiskunde en verder bij Uitwegen naar de derde graad.)
9
De richting wetenschappen De vakken biologie, chemie en fysica Biologie Het vak biologie ken je reeds uit de eerste graad. Hoe nemen individuen informatie op uit hun omgeving? Op welke manier kunnen deze organismen reageren op hun omgeving? Deze vragen worden beantwoord in het derde leerjaar. De manier waarop organismen samenleven en hoe ze geordend worden, leer je in het vierde jaar. De basisleerstof is nagenoeg gelijk voor de richtingen met één of twee uur biologie. Waar een tweede uur gepland is, dient dit vooral om zelf proeven uit te voeren en onderzoek te verrichten. Microscopisch onderzoek, nauwkeurig observeren, het verwerken van de resultaten van een proef, dat alles komt zeker aan bod tijdens het extra lesuur.
Naast biologie leer je in de tweede graad twee nieuwe wetenschappelijke vakken kennen. Chemie Chemie of scheikunde is één van deze nieuwe vakken, alhoewel je dagelijks met chemische producten in aanraking komt. De inbreng van chemie in gezondheidszorg, landbouw, milieubeheer, energie ... is immers zeer belangrijk. Geen wonder dat het vak chemie aandacht verdient. In de les chemie vertrek je vanuit de alledaagse omgeving om inzicht te krijgen in de specifieke werkwijze van de chemie. Hierdoor leer je ook op de juiste manier omgaan met je omgeving: hoe ga je om met afval? waar let je best op als je voedsel koopt? zijn huishoudelijke producten gevaarlijk? Je zult ontdekken dat chemie heel boeiend is en helemaal niet wereldvreemd, dat ze op de meest verrassende plaatsen aan het werk is. In de tweede graad beperken we ons tot de basisprincipes van de chemie. Je zal echter versteld staan hoeveel je daarmee al kunt verklaren. De leerstof wordt voortdurend geïllustreerd met proeven die jijzelf of de leerkracht uitvoert. Het extra uur chemie in de richting wetenschappen of in de richtingen met versterking voor wetenschappen wordt vooral aangewend om zelf proeven uit te voeren (ongeveer 13 lesuren per schooljaar!), om oefeningen te maken en om opzoekingen te doen bv. op het Internet. Er wordt dus vrijwel geen nieuwe leerstof gegeven, zodat leerlingen die niet het extra uur chemie volgden, toch nog naar dezelfde studierichtingen kunnen doorstromen. Fysica Fysica is het tweede nieuwe wetenschappelijke vak in de tweede graad. Waarschijnlijk ben je nieuwsgierig om te weten hoe heel wat natuurverschijnselen in elkaar zitten. Dit zal je kunnen onderzoeken via demonstraties en via zelf uit te voeren proeven. Naast de mogelijkheid tot zelfstandig werken, zul je ook in groep bepaalde opdrachten maken. Op die manier leer je samenwerken en samen denken. Doorheen deze begeleide en zelfuitgevoerde experimenten zul je de natuurwetten beter begrijpen. 10
Voor het maken van toepassingen is een degelijk wiskundig inzicht vereist.
De richting economie - het vak economie Als je de studierichting economie in de tweede graad aanvat, wordt van je verwacht dat je aanleg hebt voor het structureren en verwerken van informatie en dat je logisch en kritisch kunt denken. Natuurlijk heb je best ook belangstelling voor economie. Maar wat omhelst het vak economie? Economie is de wetenschap die zich bezighoudt met het geheel van verschijnselen betreffende de materiële rijkdommen in een menselijke samenleving. Dit omvat het beheer en de verdeling van de financiële middelen maar ook het gehele bedrijfsleven. Dit bedrijfsleven is het geheel van productie en verdeling van goederen en diensten via o.a. landbouw, industrie en dienstensector. In het vak economie leer je die economische verschijnselen waarnemen en erover nadenken. Dit komt niet enkel je vermogen tot kritisch nadenken en zelfstandig leren ten goede. Je inzicht in de economie zal je in je latere leven zeker ook van pas komen, zelfs als je niet meteen een eigen zaak wil gaan oprichten. Het vak economie is opgebouwd rond zes thema's: 1) de kern van het ondernemen; 2) werken in de onderneming; 3) ondernemen is risico’s nemen en beheersen; 4) kleine versus grote ondernemingen; 5) produceren voor de wereldmarkt; 6) groei en welvaart.
Als je in het 2e jaar socio-economische initiatie volgde, weet je al of dit vak je kan boeien. De voorkennis van SEI is niet noodzakelijk om te kiezen voor de richting economie. De richting humane wetenschappen In de studierichting humane wetenschappen staat "de mens" centraal. Dit komt tot uiting in twee typische vakken met een zeer ruime invulling namelijk gedragswetenschappen en cultuurwetenschappen. In deze vakken leer je verschijnselen in verband met cultuur en samenleving observeren, ontleden en benoemen. In het vak cultuurwetenschappen leer je wat cultuur betekent voor de mens. Je leert dat cultuur meer is dan kunst en wetenschap: ze omvat ook de domeinen taal en communicatie, gemeenschappelijke overtuigingen en waarden, ontspanning enz. Je leert dat culturen heel erg van elkaar kunnen verschillen en dat je zelfs binnen de eigen Westerse cultuur subculturen hebt; dat cultuur overgedragen wordt van generatie op generatie en onvermijdelijk evolueert. Je wordt ook geconfronteerd met vragen: hoe ga je als mens of groep om met de moderne communicatiemiddelen, met de massamedia, met infotainment, met reclame? Welke is de invloed van de moderne welvaartsontwikkeling op de (on)gelijkheid in de wereld, op ons milieu? Welke plaats heeft kunst in je leven en hoe ga je met kunst om? 11
In gedragswetenschappen ligt de klemtoon op het waarnemen en bestuderen van de mens in zijn ontwikkeling als individu en in zijn relatie tot zijn omgeving. Ook hier komen een massa boeiende en uitdagende vragen op je af. Hoe sta je als kind en jongere in de wereld? Welke zijn je rechten? Worden kinderen voor vol aangezien in onze samenleving? Hoe beleef je je eigen ontwikkeling van kind naar jongvolwassene? Hoe krijg je een positief maar realistisch zelfbeeld? Zijn volwassenen ook psychologisch echt volgroeid en denk je zelf wel al eens aan 'ouder worden'? In het vierde jaar leer je hoe belangrijk menselijke relaties zijn om volwaardig als mens te functioneren: gezinsrelaties, vriendschap en verliefdheid, zaken- en arbeidsrelaties... Hoe blijf je jezelf binnen een relatie? Hoe vind je je plaats binnen formele en informele organisaties en groepen? Ongetwijfeld leer je binnen dit vak jezelf en je medemens beter kennen! Het vak Duits (enkel in de richtingen die een versterking moderne talen hebben) Duits wordt zoals andere moderne vreemde talen op een communicatieve manier onderwezen: d.w.z. dat je leert luisteren, lezen, spreken en schrijven. In het begin moet je even wennen aan het schriftbeeld: b.v. hoofdletters, Umlauten. Je woordenschat is eerder beperkt, ook al omdat je niet zo’n vóórkennis van de taal hebt zoals dat bij Engels wel het geval is. Je begint natuurlijk met eenvoudige situaties maar vrij vlug leer je je zowel mondeling als schriftelijk vlot uitdrukken. Je leert ook eenvoudig geschreven teksten lezen en verstaan.
Het vak informatica Dit vak is een inleiding op de wetenschap van de computer. Je maakt er eerst kennis met de computerconfiguratie en met netwerken. Je leert vervolgens de basisvaardigheden nodig om noden en problemen op te lossen met behulp van veel gebruikte computerprogramma's: tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer, presentaties, communicatie met de buitenwereld via e-mail en via het internet. Je krijgt ook een voorsmaakje van programmeren en dit in de vorm van algoritmen of technische redeneermethodes zoals die gebruikt worden bij computerprogramma's. Ten slotte leer je in deze lessen ook oordelen over de mogelijkheden en de beperkingen van de informatica en krijg je meer inzicht in het maatschappelijk belang van de hedendaagse informatie- en communicatietechnologie.
12
Uitwegen naar de derde graad De tweede graad ASO biedt voor alle richtingen een vrij gelijklopend pakket aan. De bedoeling hiervan is dat de keuze die je in de tweede graad maakt nog niet helemaal definitief is en nog zoveel mogelijk richtingen openlaat in de derde graad. Dit betekent natuurlijk niet dat je zonder slag of stoot van alle richtingen uit de tweede graad naar alle richtingen in de derde graad kan doorstromen. Dit lijkt bijvoorbeeld uitgesloten voor richtingen met klassieke talen. Voor andere richtingen of vakken zal je wellicht een kleine of grote voorsprong hebben als je een gelijkgerichte richting volgde in de tweede graad of als je het vak met een groter urenpakket (bv. wiskunde of wetenschappen) volgde in de tweede graad. Dit is echter in de meeste gevallen op te vangen mits een extra inspanning (bv. een zelfwerkzaamheidspakket in samenspraak met de vakleraar die je hierbij graag zal steunen). Kies je in de tweede graad doelbewust voor een richting zoals GrieksLatijn, terwijl je reeds overweegt om in de derde graad toch voor sterke wiskunde te opteren, dan is het aangewezen om zo snel mogelijk hierover te praten met de vakleraar en samen een plan uit te werken. Op de volgende pagina vind je in een tabel de logica van de mogelijke overgangen naar de derde graad. Bij het raadplegen van de tabel moet je wel voor ogen houden dat het hier enkel om indicaties gaat. De reële mogelijkheden zijn voor elke leerling apart te bekijken. Het beste houvast is natuurlijk het advies van de klassenraad.
13
Mogelijke overgangen na de tweede graad ASO Opgelet: deze tabel is slechts indicatief en is individueel te bekijken samen met de leraars of het CLB. Houd je aan het studieadvies van de klassenraad. naar mogelijke richtingen in de derde graad van eco-mt
eco-wi
Gr-Lat
Gr-mt
Gr-wi
hum.wet
Lat-mt
Lat-wet
Lat-wi
mt-wet
we-wi
eco mt
L
M
O
O
O
P
O
O
O
O
O
eco ww
M
L
O
O
O
P
O
O
O
P
M
Gr-Lat
M
M
L
M
M
P
L
M
M
O
P
Gr mt
P
P
O
L
M
P
P
P
P
P
P
Gr ww
P
P
O
P
L
P
P
P
P
P
L
hum mt
P
P
O
O
O
L
O
O
O
P
O
Lat mt
P
P
O
O
O
P
L
M
M
P
P
Lat ww
P
P
O
O
O
P
P
L
L
P
L
wet mt
P
P
O
O
O
P
O
O
O
L
L
LEGEN DE L M P O
= Logisch = Mogelijk: haalbaar mits extra inspanning = Problematisch: mogelijk mits extra inspanning en inhalen van de achterstand voor vakken zoals Duits en eventuele richtingsvakken = Onlogisch: theoretisch mogelijk maar haast onmogelijk wegens te veel vakken in te halen
AFKO RTI N GEN ww eco Gr
= met versterking wetenschappen-wiskunde = economie = Grieks
Lat = Latijn hum.wet = humane wetenschappen wet = wetenschappen
mt wi6 wi6+2
= (versterking) moderne talen = met 6 uur wiskunde = met 6 uur + 2 uur projectwerk wiskunde
14
6
Studierichtingen in de tweede graad TSO
6.1
Lessenrooster
De linkerkolom betreft telkens het derde leerjaar en de rechterkolom het vierde. Handel
Handel-talen
godsdienst aardrijkskunde geschiedenis lichamelijke opvoeding
2 1 1 2
2 1 1 2
godsdienst aardrijkskunde geschiedenis lichamelijke opvoeding
2 1 1 2
2 1 1 2
Nederlands Frans Engels
4 4 2
4 4 2
natuurwetenschappen informatica wiskunde bedrijfseconomie Sociale activiteit/dactylo
2 3 4 6 1
2 3 4 6 1
Nederlands Frans Engels Duits natuurwetenschappen informatica wiskunde bedrijfseconomie Sociale activiteit/dactylo
5 4 4 1 2 3 3 3 1
5 4 4 1 2 3 3 3 1
32
32
32
32
De decretaal vastgelegde vakken van de basisvorming zijn: godsdienst (2-2), aardrijkskunde (1-1), biologie of chemie of fysica of natuurwetenschappen of toegepaste biologie of toegepaste chemie of toegepaste fysica of toegepaste natuurwetenschappen(1-1), Frans (2-2), geschiedenis (1-1), lichamelijke opvoeding (2-2), Nederlands (4-4), wiskunde (3-3). In sommige studierichtingen is voor één of meerdere van deze vakken een hoger aantal uren/week dan het minimum voorzien. Samen met de richtingsvakken vormen deze het specifiek gedeelte. Ten slotte worden alle eventuele complementaire uren als specifieke uren ingericht en behandeld (en worden dus meegerekend voor de evaluatie. Zie ook de Leefregel).
6.2
Toelichting bij enkele richtingsvakken in TSO
Informatica (3 uur) + dactylo (1/2 uur) In de eerste graad heb je je reeds enkele basisvaardigheden eigen gemaakt: bestandsbeheer ("Waar plaats ik alles op de harde schijf zodat ik het steeds terugvind?"), eenvoudig tekstbeheer, eenvoudige presentaties en surfen op het internet. In de tweede graad bouw je hierop verder en leer je meer over hoe een pc werkt. Op deze manier zul je problemen die zich voordoen beter kunnen oplossen. Via een onberispelijke typvaardigheid (blind typen met tien vingers) waarvoor in de eerste graad (basisoptie Handel) reeds de basis werd gelegd, word je meer en meer vaardig voor tekstverwerking (MS Word). In een rekenblad (MS Excel) leer je kleine problemen overzichtelijk oplossen en visueel voorstellen met grafieken. Internet (gericht zoeken op internet, e-mail, …) en het presentatiepakket MS Powerpoint helpen je om de gevonden informatie ordelijk voor te stellen. 15
In je dagelijks leven word je steeds meer geconfronteerd met databanken. Met MS Access lichten we een tipje van de sluier op waarom databanken zo ‘in’ zijn en leer je werken met eenvoudige databases. In de richting Handel ga je nog een stapje verder. Je leert er kleine problemen op schematische wijze oplossen en zo kom je tot elementair programmeren met VBA (Visual Basic for Applications). De nadruk ligt in dit vak steeds op zelfredzaamheid en zelfstandig tot het oplossen van een probleem komen (begeleid zelfstandig leren). Op het einde van de tweede graad ontvang je het Vlaams ICT-attest (VIA), ten minste als je bewijst de (134) basisvaardigheden en attitudes van VIA verworven te hebben. Om het blind typen verder te ondersteunen krijg je nog 1 lesuur om de veertien dagen (afgewisseld met sociale activiteit) waar deze vaardigheid verder wordt geoefend en versterkt.
6.2.1
Handel
Handel is een studierichting voor leerlingen die de algemene basisvakken op een praktische en concrete wijze willen verwerken en die een grote belangstelling hebben voor het economisch gebeuren en de informatica. In handel wordt de leerstof geleidelijker en minder theoretisch aangebracht dan in de studierichtingen van het ASO. Wiskunde (4uur) Het vak wiskunde mag je niet afschrikken. Dit neemt niet weg dat je toch de basisleerstof van de lagere school en van de eerste graad moet beheersen. Het vak wiskunde brengt je een voldoende basisrekenvaardigheid bij, die je ook ten goede zal komen in de lessen bedrijfseconomie. Het begrijpen en inoefenen van rekenvaardigheden krijgt meer aandacht dan het abstract wiskundig denken. Als je voor handel kiest, verwachten we dat je zin voor orde, netheid en nauwkeurigheid hebt, want deze kwaliteiten zijn onontbeerlijk voor het bijhouden van correspondentie en boekhouding.
Bedrijfseconomie (6 uur) In het vak bedrijfseconomie (vroeger: bedrijfshuishoudkunde) bestudeer je hoe de "huishouding" van een bedrijf werkt. Je leert de algemene begrippen uit de bedrijfseconomie. Zo maak je onder meer kennis met: - de afdelingen van een bedrijf en hun activiteiten: de commerciële afdeling, de boekhoudafdeling; - de documentenstroom tussen de verschillende afdelingen in een bedrijf. In het bijzonder bestudeer je de boekhoudkundige activiteiten van een bedrijf: de meest courante verrichtingen analyseren en registreren in het systeem van dubbel 16
boekhouden. Boekhouden oefen je ook in de praktijk, zowel manueel als via een didactisch boekhoudpakket. Ten slotte leer en oefen je ook de basistechnieken van de verkoop: een product kiezen, promoten en verkopen.
6.2.2
Handel-talen
Handel-talen is een studierichting voor leerlingen die de algemene basisvakken op een praktische en concrete wijze willen verwerken en die een goede talenaanleg en interesse voor informatica hebben. De moderne talen (14 uur) In handel-talen worden de talen op een intensieve manier aangepakt. De nadruk ligt op het verwerven van een actieve en communicatieve taalvaardigheid, zowel mondeling als schriftelijk. Hierbij is het zeker niet de bedoeling je te overstelpen met theoretische beschouwingen. Het verwerven van een degelijke schrijf-, lees-, spreek- en luistervaardigheid blijft hoofdzaak. Theorie dient enkel ter ondersteuning. De omvang en de moeilijkheidsgraad van dit talenpakket ligt dan ook beduidend hoger dan in handel. Daarom is het noodzakelijk dat je niet alleen interesse voor talen hebt, maar ook voldoende aanleg. Je zal in de tweede graad een stevige basiskennis van Nederlands, Frans en Engels verwerven en kennismaken met het Duits. Uiteraard zal je voldoende en regelmatig moeten studeren om de woordenschat en de grammatica van al deze talen te verwerken. Taalgevoel, zin voor nauwkeurigheid en doorzettingsvermogen zijn hierbij erg belangrijk. Bedrijfseconomie (3 uur) In het vak bedrijfseconomie maak je kennis met de basisbegrippen omtrent de commerciële en boekhoudkundige afdelingen van een bedrijf. Je leert er hoe de documentenstroom verloopt tussen de verschillende afdelingen van een handelsonderneming. Aansluitend bestudeer en oefen je de basistechnieken voor het bijhouden van een boekhouding: het analyseren en registreren van de commerciële en financiële verrichtingen en het boeken van die verrichtingen in het systeem van dubbel boekhouden. Dit wordt zowel ingeoefend op papier (manueel) als via een didactisch boekhoudpakket. Je leert ten slotte ook eenvoudige verkoopgesprekken voeren en een verkoop afsluiten. Wiskunde (3 uur) De leerstof wiskunde blijft beperkt tot de belangrijkste rekenvaardigheden ter ondersteuning van de handelsvakken.
17
18
19